Duimen, vingerzuigen of de fopspeen
Duimen, vingerzuigen of de fopspeen Duim-, vinger- of speenzuigen komt vaak voor bij baby’s en peuters. Ze doen dit vooral tijdens voorlezen, muziek luisteren, tv-kijken en (in)slapen, maar ook op momenten van verveling of als ze moe zijn. Een baby heeft een aangeboren behoefte om te zuigen (zuigreflex). Bij het zuigen op duim, vingers of speen zijn de tong, kaken en tanden in dezelfde positie als bij het zuigen aan de borst of een fles. Het is niet gemakkelijk maar wel belangrijk om het zuigen zo vroeg mogelijk af te leren, dit omdat het nadelige gevolgen kan hebben. Wat zijn de mogelijke gevolgen? Afwijkende kaak- of gebitsstand De duim/speen geeft druk op de tanden en de kaak. Daardoor
kan er een afwijkende stand ontstaan. De boventanden gaan bijv. naar voren staan. Of de onder- en boventanden groeien niet naar elkaar toe. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de mondsluiting, het slikken of de uitspraak. Open mondgedrag Wanneer de duim/speen uit de mond gaat, blijft de mond vaak open staan. Het kind kan dan door de mond gaan ademen. Mondademen veroorzaakt o.a. verkoudheden, oorklachten en slappe mondspieren.
Onjuiste tongligging Zodra de duim/speen in de mond wordt gedaan, verplaatst de tong zich naar onderen en naar voren (tegen de onderlip of tanden). Wordt de duim/speen uit de mond gehaald dan blijft de tong vaak uit gewoonte op deze plaats liggen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor het slikken (de tong perst zich dan tegen of tussen de tanden), de kaak- en/of gebitsstand en de uitspraak. Uitspraak Een aantal klanken (s, z, t, d, l en n) kan worden uitgesproken met de tong tegen of tussen de tanden in plaats van achter de tanden (dit heet slissen of lispelen). Wat is er aan te doen? Uw kind kan na het voeden nog behoefte hebben om te zuigen en daarom duim of vinger(s) in de mond steken. U kunt dan beter een fopspeen geven. Een fopspeen is minder schadelijk voor het gebit en het gebruik ervan is makkelijker af te leren. Een speen kunt u immers wegleggen, een duim niet. Een ‘goede’ fopspeen heeft een model met een afgeplat zuiggedeelte (dental of orthodontisch). Deze modellen zijn beter voor de kaakgroei, de tongligging en het slikken dan de overige speenmodellen. Op de verpakking staat duidelijk aangegeven of het een dental of orthodontisch model is. Ook staat vermeld voor welke leeftijdsperiode de fopspeen is bedoeld. Let op dat u een fopspeen koopt die past bij de leeftijdsperiode van uw kind. Om de zuiggewoonte bij uw kind af te leren, is het belangrijk dat u als ouder gemotiveerd bent. U kunt dan samen met uw kind verandering in deze gewoonte brengen. Dat lukt meestal niet in één dag, maar wel in enkele weken. Ga na welke manier bij u en uw kind past.
Tips om het speenzuigen af te leren • Geef de speen niet direct na het voeden. Geef hem alleen wanneer uw kind moe of verdrietig is, begint te jengelen of de duim of vinger in de mond steekt. • Geef de fopspeen niet automatisch aan uw baby als deze rustig in de box speelt of in de wandelwagen ligt en rondkijkt. • Geef de fopspeen bij het inslapen alleen als uw baby daar behoefte aan heeft en de duim of vinger in de mond stopt. • Haal de fopspeen na het inslapen uit de mond en sluit voorzichtig de mond van uw baby.
• Geef de speen steeds korter op vaste tijden. Heeft uw kind overdag een speen? Geef de speen dan bijvoorbeeld alleen binnenshuis. Daarna alleen in bed, dan alleen ’s avonds in bed, etc. • U kunt uw kind ook eerst een nieuwe knuffel geven, die u een aantal dagen tegelijk met de speen aan hem/haar geeft. Wanneer u daarna begint met het weglaten van de speen, blijft de knuffel over. • Geef de speen terug zodra uw kind in plaats daarvan op duim of vingers gaat zuigen. Maak met uw kind een kaart waarop stickertjes worden geplakt als beloning bij vooruitgang. • Zorg voor afleiding op momenten waarop uw kind veel duimt.
• Geef de speen terug zodra uw kind in plaats daarvan op duim of vingers gaat zuigen. Probeer het na een aantal weken opnieuw. • Gaat uw kind niet duimzuigen, dan is het even doorzetten, maar na ongeveer twee tot drie weken is de speen meestal vergeten. Vanaf de leeftijd van een jaar is het verstandig om te kijken of uw kind zonder speen kan. Voor het afbouwen van het speengebruik kunt u het beste een moment uitkiezen waarop uw kind gezond is en geen last heeft van het krijgen van tanden. Daarnaast is het belangrijk dat er geen grote veranderingen of spanningen zijn, zoals de geboorte van een broertje of zusje, een ziekenhuisopname of een scheiding. Tips om het duimen/vingerzuigen af te leren Het afleren van duimen en vingerzuigen verloopt vaak moeilijker dan het afleren van het gebruik van een fopspeen. Als het zuigen op duim of vingers een gewoonte is, kunt u het beste op de leeftijd van 3 à 4 jaar beginnen met het afleren. Probeer dit in ieder geval voordat het blijvende gebit doorbreekt. Dit afleren moet systematisch gebeuren, zo nodig in overleg met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of de gastouder waar uw kind heen gaat. • Duimen geeft vaak een gevoel van rust, zekerheid en vertrouwen. Een andere manier om dat gevoel te bereiken is even knuffelen of samen een spelletje doen. • Is het duimen een teken van vermoeidheid? Probeer dan of uw kind in plaats van de duim een knuffelbeest accepteert. • Niet duimzuigen belonen, heeft meer effect dan duimzuigen bestraffen. • Als uw kind eraan toe is, kunt u eventueel inspelen op de wens om ‘groot’ te zijn.
• Begin overdag met het afleren als het gezin en uw kind in een rustige periode zitten. • Geef uw kind iets in handen als het zit en bijvoorbeeld tv kijkt. • Maak een vingerpopje of duimpopje die uw kind over de duim of vinger draagt en verzin samen met uw kind een (spannend) verhaal over de avonturen die het poppetje dagelijks beleeft.
• Maak een ‘schatkist’. Dit is een doos met voorwerpen (bijv. knuffels, speelgoed) waaruit uw kind iets mag pakken als het wil gaan zuigen. Probeer daarmee het zuigen te voorkomen. • Maak er geen strijd van als het niet lukt en probeer het op een later moment opnieuw. Hebt u naar aanleiding van deze folder nog vragen, suggesties of opmerkingen? Wilt u extra informatie? Neemt dan contact op met de logopedist die verbonden is aan het consultatiebureau van uw kind.
Postbus 6062 4000 HB Tiel Telefoon 0344 – 698707 www.ggdrivierenland.nl
Postbus 6063 4000 HB Tiel Telefoon 0900 – 8433 (€ 0,10 per minuut) www.stmr.nl
Juni 2012