Project Leeronderzoek
Dualisme in Fryslân Invoering nader bekeken
Auteurs: B. van Beem L.C. Dik F.S. Visser J.J. Visser
Zomer 2006
Bestuurskunde en Overheidsmanagement Thorbecke Academie Leeuwarden
Voorwoord Ter elfder ure is op dinsdag 26 februari 2002 het wetsvoorstel dualisering gemeentebestuur in de Eerste Kamer behandeld en aanvaard. De behandeling vond plaats vlak voor de inwerkingtredingdatum van 7 maart 2002, een dag na de gemeenteraadsverkiezingen. Dit vanwege de tweede schriftelijke ronde die de Eerste Kamer had ingevoerd. Vooral het CDA toonde tijdens de behandeling enige bedenkingen. Ondanks de vele kritische vragen van de heer Dölle, bijzonder hoogleraar in de leer der decentrale overheden en universitair hoofddocent staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, stemde het CDA uiteindelijk toch voor het wetsvoorstel. Ook PvdA, VVD en GroenLinks stemden voor het wetsvoorstel, waardoor een ruime meerderheid werd behaald. ChristenUnie, SGP en SP stemden tegen. Op 7 maart 2002 trad de Wet dualisering gemeentebestuur in werking voor alle gemeenten. Echter als gevolg van de gemeentelijke verkiezingsuitslagen kreeg de grondige herschikking van het gemeentebestuur niet erg veel aandacht in de media. Inmiddels is in verband met de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur ook een Aanpassingswet geschreven. Deze is begin maart 2002 ingediend bij de Tweede Kamer. De Aanpassingswet brengt enkele technische verbeteringen aan in de Gemeentewet. Een aantal kanttekeningen die de heer Dölle, tijdens de Eerste Kamerbehandeling aan de orde stelde, zijn ook als technische aanvullingen opgenomen in de Aanpassingswet. Door de Aanpassingswet mogen raadsleden deel uitmaken van bezwaarschriftencommissies ingesteld door het college (en collegeleden deel uitmaken van bezwaarschriftencommissies ingesteld door de raad). Daarnaast regelt de wet de verplichting de besluitenlijst van het college openbaar te maken en de overgangsregelingen voor griffier en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Het nieuwe bestuursmodel is ingegeven door de wens om de positie van de raad, het hoogste orgaan van de gemeente, in de praktijk te versterken. In een dualistisch stelsel wordt er een duidelijker onderscheid gemaakt in bevoegdheid en verantwoordelijkheid tussen raad en college. De raad concentreert zich op vertegenwoordiging van de bevolking, het stellen van beleidskaders en het financiële kader, en controle op het bestuur. Het onderscheid in functies komt tot uitdrukking in het feit dat wethouders geen lid meer zijn van de raad. Ook voor de gemeente als werkgever brengt het dualisme een aantal veranderingen met zich mee. Het gaat daarbij onder meer om de bevoegdheden van het college ten aanzien van de interne organisatie en om de positie van de griffier. www.vernieuwingsimpuls.nl
Leeronderzoek
2
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inleiding
4
Verantwoording
5
Opdrachtgevers
6
Hoofdstuk 1.
Verkenning
7
1.1.
Inleiding
7
1.2.
Monisme in de praktijk
1.3.
Dualisme
1.4.
Dualisme in de praktijk en de overgang
Hoofdstuk 2.
2.1.
Hoofdstuk 3.
3.1.
3.2.
Probleemstelling
Probleemstelling
Onderzoeksopzet + methode
Methodische karakterisering van het onderzoek
Populatie
7
7
8
10
10 11
11
11
3.3.
Beschrijving van het onderzoek en informatieverzameling
11
3.4.
Verwerking van de verzamelde gegevens
11
Hoofdstuk 4.
4.1.
4.2.
Resultaten
Dualisme
Raadsacademie
Hoofdstuk 5.
Conclusies
12
12
18 21
5.1.
Conclusies
21
Hoofdstuk 6.
Literatuurlijst
23
Bijlagen I
II
III
Plan van aanpak onderzoek Overzicht geïnterviewden
Verslag kaderstellende interviews met de VNG Consulenten en burgemeester Brok (Sneek)
IV Interviewverslagen gemeenteraadsleden, griffiers en (oud-)wethouders
Leeronderzoek
3
Inleiding Stiens, 6 juni 2006 Geachte lezer, Studenten van de Thorbecke Academie doen in het tweede jaar van de opleiding een zogenaamd leeronderzoek. Dit leeronderzoek heeft betrekking op velerlei onderwerpen. Dit rapport is geschreven naar aanleiding van een tweetal politiek getinte onderwerpen. De onderwerpen van dit onderzoek zijn het dualisme en het opzetten van een zogenaamde Raadsacademie.
Dualisme
Het begrip dualisme is in 2002 ingevoerd. Een scheiding tussen raad en College van B&W. Wat vinden raadsleden en griffiers hiervan? Hoe ervaren zij dit? Kunnen ze het werk goed doen? Allemaal vragen welke komen bovendrijven als er wordt gesproken over dualisme.
Raadacademie
Vanuit de Thorbecke Academie is het plan ontstaan om een zogenaamde Raadsacademie op te richten. Deze academie zou cursussen op raadsbreed niveau moeten organiseren. Bedoeling is om vormen van training en ondersteuning aan te bieden zodat raadsleden het werk nog beter kunnen doen. Concreet betekent dit: de paden op, de lanen in! De provincie in en veel gesprekken voeren met raadgriffiers, raadsleden, wethouders en burgemeesters.
In dit rapport zijn alle bevindingen aangaande het dualisme en een eventuele raadsacademie beschreven.
Met vriendelijke groet,
Bram van Beem Luke Dik Frank Visser Jan Jitse Visser
Bestuurskunde en Overheidsmanagement, Thorbecke Academie, Leeuwarden.
Leeronderzoek
4
Verantwoording De paden op, de lanen in! Zoals beschreven in de inleiding heeft dit onderzoek betrekking op een tweetal onderwerpen. Er is voor gekozen om een zogenaamd kwalitatief onderzoek te doen; een onderzoek waarin ideeën en gevoelens centraal staan. Om dit op een goede en gestructureerde manier te doen is er voor gekozen om de provincie in te trekken en met een groot aantal personen face-to-face van gedachte wisselen. Mensen kunnen in zo’n gesprek zichzelf zijn en helder aangeven waarom ze een bepaalde gedachte koesteren. Ideeën en gevoelens weergeven is heel erg belangrijk bij grote onderwerpen zoals het dualisme. Het is een (grote) verandering. Raadsleden en Colleges moeten daar aan wennen en mee leren omgaan. Om die reden is er niet gekozen voor een enquete, maar voor gesprekken. Deze gesprekken zijn aan de hand van zogenaamde ‘topic-interviews’ gevoerd. Een aantal essentiële onderwerpen zijn in ieder gesprek naar voren gekomen, maar de geïnterviewde heeft ook vrijheid gekregen om zelf zijn of haar verhaal te doen.
Leeronderzoek
5
Opdrachtgevers Vanuit de Thorbecke Academie, Nederlandse academie voor overheidsmanagement, is de opdracht gegeven om onderzoek te doen. Het betreft een tweetal opdrachten: het dualisme in de provincie Fryslân en het opzetten van een Raadsacademie. De opdrachtgevers van dit project zijn:
Dhr. Mr. M. Boumans MPM De heer Boumans is in 2002 begonnen als docent psychologie/sociologie aan de Academie. Als snel werd heer Boumans opleidingscoördinator voor Bestuurskunde en Overheidsmanagement. Sinds 2005 was de heer Boumans verbonden als directeur aan de Thorbecke Academie te Leeuwarden. Tegenwoordig is de heer Boumans werkzaam als wethouder in de gemeente Meppel. Dhr. K.R. Osinga BPM De heer Osinga studeerde in 2001 af aan de Thorbecke Academie. Sinds 2004 is de heer Osinga verbonden aan de Academie als docent bestuurs- en beleidskunde. Tegenwoordig is de heer Osinga ook werkzaam aan opleidingscoördinator voor Bestuurskunde en Overheidsmanagement aan de Academie.
Leeronderzoek
6
1. Verkenning 1.1. Inleiding In dit hoofdstuk van ons rapport proberen wij in algemene zin de twee begrippen die in ons onderzoek centraal staan, nader te verklaren. Het dualisme en het monisme – en de overgang tussen beiden – vormen namelijk de spil van ons onderzoek. Eerst zullen wij de mytische historie van beide begrippen belichten, waarna wij overgaan tot de dagelijkse praktijk van het dualisme en het monisme en welke van de twee wenselijk is voor lokaal bestuur. Tot slot zullen wij nog terugkomen bij de overgang op lokaal bestuurlijk niveau, zoals we dat in 2002 in Nederland hebben gezien. 1.2. Monisme in de praktijk Monisme is een vorm van denken, dat lichaam en geest één geheel zijn. Het woord monisme is afgeleid van het Griekse woord “monos” dat één betekent. In de Griekse geschiedenis waren er al filosofen die monistisch dachten. Heraclitus leerde dat alles één is. Hij had hier verschillende namen voor: vuur, oorlog, de grondstof van de wereld. Ook Parmenides van Elea wordt meestal monist genoemd. Volgens zijn leer is het enige wat werkelijk kan bestaan een onverantwoordelijk “zijn”. De zintuigen krijgen vaak de indruk dat er verandering bestaat, maar dit is volgens Parmenides bedrieglijk. Ook in de nieuwere filosofie zijn filosofen die monist genoemd worden. De lijn loopt dan van de Italiaanse natuurfilosoof Giordano Bruno (1548-1600), die beweerde dat er een wereldharmonie is waarbinnen de tegenstellingen zijn opgelost, naar Spinoza. Spinoza leerde dat God de enige substantie is: Hij is de oorzaak van alle dingen. Het monisme in de praktijk betekent dus – gelijk aan de filosofie – dat de coalitiepartijen (grotendeels) overeenstemming zoeken met de uivoerende macht (= college). Anders dan bij dualisme is er dus geen duidelijke scheidlijn tussen controlerend en uitvoerend orgaan, maar wel duidelijk scheidlijn tussen coalitiepartijen en oppositiepartijen. Dit betekent in de praktijk dat er – na overleg of gepolder – veelal ideeën zoals deze door de uitvoerende beroepspolitici worden voorgesteld ook worden overgenomen door de meerderheid van de controlerende macht. De coalitiepartijen bereiken dus overeenstemming met elkaar en het college. In dit bestel kwam een aanval op de ‘eigen’ wethouder dan ook zelden tot niet voor omdat er altijd vooraf overleg plaatsvond.
1.3. Dualisme Dualisme is de opvatting dat er twee ongelijksoortige en onherleidbare grondbeginselen zijn. Het dualisme speelt op veel gebieden een rol, maar vooral in de Godsdienst en in de filosofie. In de filosofie onderscheidt men doorgaans drie soorten dualisme, die heel vaak in elkaar overlopen. Allereerst het antropologisch dualisme: de onoverbrugbare tegenstelling tussen lichaam en ziel, het sterfelijk en het onsterfelijk deel van de mens. Daarna het etisch dualisme: de tegenstelling tussen goed en kwaad. Ten slotte het kosmisch dualisme: de tegenstelling
Leeronderzoek
7
tussen geest en stof, tussen oneindigheid en eindigheid. Een filosoof wiens gehele denken doortrokken van het dualisme, is Plato. Voor hem bestonden er twee werelden: de ware werkelijkheid van de ideeën tegenover de wereld van de verschijnselen. De wereld van de verschijnselen is een afschaduwing van de ideeënwereld. Zo bestaat volgens Plato “het goede” alleen maar in de ideeënwereld; wat we op aarde van “het goede” kunnen zien zijn “déze goede mensen”. Het lichaam van de mens behoort tot de wereld van de verchijnselen; zijn ziel is de gevangene van die wereld, maar door de dood kan de ziel uit zijn gevangenis (het lichaam) worden bervrijd en opstijgen naar de ideeënwereld. Uit deze leer van Plato blijkt duidelijk een dualisme van waarden: het denken en de ziel (de ideeënwereld) breder dan de zintuigen en het lichaam (de wereld van de verschijnselen of afschaduwingen). Een andere filosoof die belangrijk is geweest voor het dualisme, is Descartes, lichaam en ziel zijn volgens hem werkelijk van elkaar gescheiden. Toch zijn zij met elkaar verbonden, niet oppervlakkig en toevallig, maar werkelijk en innig. Deze verbinding is volgens Descartes onbegrijpelijk, hij is slechts te beleven. Het verstand kan slechts inzien dat God de macht heeft de verbinding tussen lichaam en ziel (ondanks de schijnbare onmogelijkheid) te realiseren. Na Descartes’ dood hebben veel filosofen zich met zijn theorie beziggehouden, om met name zijn dualisme van lichaam en ziel en hun onderlinge band te verduidelijken of te veranderen. Deze pogingen heeft men het “cartesianisme” genoemd.
1.4. Dualisme in de praktijk en de overgang Is het dualisme wenselijk voor gemeenten? Deze inrichtingsvraag spitst zich al enige tijd toe op de vraag of een dualistische dan wel een monistische verhouding tussen gemeenteraad en college gewenst is. Daarbij lijkt bijna iedereen zich tegenwoordig tot voorstander van het dualisme te verklaren. Dualisme heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot het zondagswoord van het lokaal bestuur (en heeft daarmee begrippen als 'politieke vernieuwing', 'interactief bestuur', 'eenloketgedachte' weer even in de schaduw gesteld). Uit een enquête van Binnenlands Bestuur bleek dat onder dit nieuwe zondagswoord wel veel bleek te vallen, zelfs de definitie van het tegendeel (zie Boonstra e.a., 2000). Ook de commissie-Elzinga is niet erg eenduidig in haar hantering van de begrippen, hoewel heel netjes (juridische) definities van de begrippen monisme en dualisme worden gegeven. Naar mijn inschatting lopen drie definities van dualisme en monisme in de discussie door elkaar.
Ten eerste kan men een juridische definitie volgen, waarbij het vooral om bevoegdheden gaat: bij dualisme hebben raad en college beide eigen originaire bevoegdheden; bij monisme zijn de bevoegdheden van de een (het college) afgeleid van de bevoegdheden van de ander (de raad).
Ten tweede kan men een politicologische definitie volgen, waarbij de machtsverhouding centraal staat: bij dualisme is sprake van een zeker machtsevenwicht tussen raad en college, bij monisme is sprake van boven- en onderschikking (waarbij in dit geval de raad wordt geacht de bovenliggende partij te zijn).
Leeronderzoek
8
Ten derde kan men een sociologische definitie volgen, waarbij met name wordt ingegaan op de rollen van beide organen: bij dualisme worden raad en college geacht andere rollen, andere functies te vervullen. De huidige praktijk, waarin de raad veel werk van het college overdoet, moet in dat verband als monistisch worden gekarakteriseerd.
Leeronderzoek
9
2. Vraagstelling 2.1. Probleemstelling Het dualisme is een verandering geweest in de politiek. Mensen moeten hun weg daarin weer vinden. Soms gaat dat gemakkelijk, soms niet. Onze probleemstelling ligt dus ook bij die invoering van het dualisme. De doelstelling van ons onderzoek – en de interviews – is dat wij meer praktisch inzicht hopen te krijgen in de invulling van dualisme op lokaal niveau en welke behoeften er zijn bij de hedendaagse raadsleden en andere betrokkenen. Voor de interviews kunnen we vragen stellen, al naar gelang hoe het gesprek verloopt, over het volgende: * Visie ten aanzien van, en ontwikkeling van, het dualismeproces in uw gemeente * Huidig beleid met betrekking tot zaken als griffie, rekenkamer enzovoort * Werkwijze en professionaliteit van raadsleden en ondersteuning van dezen * Toekomstige behoeften van raadsleden ten bate van hun functie uitvoering Vanzelfsprekend zijn deze punten enkel grove onderwerpen die wij al naar gelang de persoon in kwestie en het verloop van het gesprek kunnen aanpassen, uitdiepen, verbreden, schrappen of zelfs andere zaken aansnijden. Inmiddels hebben wij een conceptlijst aangelegd met personen die mogelijk interessant voor ons interview kunnen zijn. Wij hopen zo spoedig mogelijk met deze personen in contact te kunnen komen voor het maken van een eventuele afspraak. Enkele interessante personen zijn onder meer; de heer E. Meurs, griffier in Smallingerland en regioconsulent Dualisme in Fryslân en de heer B. Franssen, griffier in Leeuwarden en eveneens regioconsulent Dualisme in Fryslân. Zij zijn beiden ook onze opdrachtgevers vanuit de Vernieuwingsimpuls Dualisme en Lokale Democratie. Maar ook de heer A. Brok, burgemeester van Sneek en in die hoedanigheid ook voorzitter van de gemeenteraad. Hij is ook oud-student aan de Thorbecke Academie in Leeuwarden.
Leeronderzoek
10
3. Onderzoeksopzet + methode 3.1.
Methodische karakterisering van het onderzoek
Bij ons onderzoek hebben we gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek. We hebben de keuze voor kwalitatief onderzoek gemaakt omdat we onderzoek deden naar onderwerpen waarbij ‘het gevoel’ bij de geïnterviewden een grote en belangrijke rol speelde. Dit komt dan het best tot zijn recht bij een kwalitatief onderzoek. 3.2.
Doelgroep
Onze vastgestelde doelgroep bij de interviews waren wethouders, raadsleden en griffiers van gemeentes in de provincie Friesland. We probeerden zoveel mogelijk de diversiteit van politieke partijen te benaderen, helaas is dat niet gelukt. Helaas kwamen we bij het benaderen van een gemeente uiteindelijk terecht bij een CDA-politicus. Vaak hanteerde we de opzet dat we een raadslid en een griffier uit een gemeente probeerde te interviewen, aangezien beide een andere invalshoek hebben op het onderwerp. Verder gaven we vaak de voorkeur aan mensen die zowel het monolithisch als het dualistisch bestuurssysteem hadden meegemaakt, of in ieder geval de verschillen in de gemeente konden aangeven. 3.3.
Beschrijving van het onderzoek en informatieverzameling
Als voorbereiding op ons onderzoek hebben we ons allereerst ingelezen door bepaalde documenten over het dualisme door te nemen, deze documenten vonden we onder meer op de site van de VNG. Daarnaast hebben we een drietal kaderstellende gesprekken gevoerd om zo een goed beeld te krijgen van het onderzoek. Nadat we ons hadden ingelezen, gesprekken hadden gevoerd voor een kaderstelling, hebben we mensen benaderd om een interview af te nemen. Het afnemen van interviews heeft ons dan ook de meeste informatie verstrekt. De interviews werden aan de hand van enkele sturende vragen afgelegd, maar met de kracht van de openheid van onze interviews. Zo hebben we altijd wel gegevens gekregen die we nodig hadden, maar zo had de geïnterviewde ook alle ruimte om zijn of haar verhaal te doen. 3.4.
Verwerking van de verzamelde gegevens
Nadat we de interviews hebben afgenomen, hebben we ze uitgewerkt. (zie bijlage) Vervolgens hebben we de onderdelen van de interviews gelabeld en ze verwerkt in ons onderzoek. Ook de kaderstellende gesprekken hebben we verwerkt.
Leeronderzoek
11
4. Resultaten 4.1. Dualisme Dualisme, het stelsel en de invoering Raadsleden Een van de doelen van het dualistische stelsel was; de politiek dichterbij de burger brengen. Dit speelt niet in kleine gemeenten volgens de heer Hagen. Op Schiermonnikoog is de publieke tribune altijd volledig bezet. De lijnen zijn er kort in een kleine en hechte gemeenschap. Volgens mevrouw Koster keek juist iedereen wel uit naar een nieuw systeem. Maar is tevens van mening dat het in sommige gemeenten een beetje is doorgeslagen. In bepaalde gemeentes zijn wethouder en fractie totaal van elkaar vervreemd. Dit vindt zij geen goede ontwikkeling. Koster vindt het positief dat in elke gemeente wordt gekeken hoe dualisme moet worden toegepast. Sander de Rouwe is groot voorstander van de transparantie die het dualisme heeft gebracht. Het is nu duidelijk welke actor welke rol heeft in het proces. Of het drukker is geworden op de publieke tribune, nee, dat hangt toch sterk af van de onderwerpen volgens De Rouwe. Griffiers De heer Schaafsma zegt; een wedstrijd is pas geslaagd als het publiek juicht. En dat is ook zijn mening wat het duale stelsel betreft. Er zijn in Sneek een aantal cursussen gegeven voor de invoering van het duale stelsel. Dit om iedereen duidelijk te maken wat zijn rol zou zijn. Ook is er een selectie gemaakt van de beschikbare VNG documenten. Politiek leeft op Schiermonnikoog, de betrokkenheid tussen burger en politiek is groot. Dit is de mening van Van der Zwaag. Net als het raadslid Hagen is de heer Van der Zwaag van mening dat het duale stelsel niet is uitgevonden voor kleine gemeenten. Op Schiermonnikoog is er geen kloof tussen burger en politiek. In de gemeente Dantumadeel is er gestuurd op organisatorische verandering. Het gehele ambtenaren apparaat, wethouders, burgemeester en raadsleden moesten anders gaan werken. Wel moet erbij worden gezegd dat iedereen graag wilde meewerken aan de verandering. Het duale stelsel werd gezien als een verbetering en herschikking van verantwoordelijkheden. Er wordt nu gewerkt met programma’s die elk jaar door de raad worden vastgesteld en dat werkt erg goed. Oude raadsleden hadden wel meer moeite om gewend te raken aan de nieuwe situatie dan de nieuwe raadsleden. Toch zijn er nooit problemen geweest. Wethouders Wethouder Brouwer van de gemeente Bolsward was erg positief. In het monistische stelsel beoordeelde je als wethouder deels je eigen voorstellen. Dat is niet gezond. In het duale stelsel is de scheiding van verantwoordelijkheden duidelijk. Het bestuur is transparanter geworden. Lokale politiek moet lokaal herkenbaar zijn en daarom het goed dat elke gemeente het op haar eigen manier invult. Het duale stelsel is ook een vooruitgang volgens mevrouw Van der Berg. Toch is ze ook van mening dat de kwaliteit van raadsleden is afgenomen. Ze hebben er geen gevoel voor. Volgens Van der Ploeg is het goed dat de fractie zich ook kritisch kan opstellen van haar eigen wethouder, zonder ernstige gevolgen. Kaderstellende gesprekken
Leeronderzoek
12
Cultuur is een belangrijk element voor het wel of niet slagen van het duale stelsel. Alle betrokkenen dienen zich ervan bewust te zijn dat ze moeten veranderen van werkwijze. Dit is lang niet overal het geval, zo constateert dhr Meurs. Griffier van Leeuwarden heeft de grootste griffie van Friesland. Samen met 5 collega’s draaien ze de griffie. Volgens dhr Franssen wordt de taak van de griffie vaak onderschat. Er wordt veel geïnvesteerd in projecten buiten het gemeentehuis maar ze vergeten te investeren in hun eigen organisatie. Franssen geeft aan dat bijna elke gemeente wel een soort van introductie programma heeft voor de nieuwe raadsleden. Dat is positief. Maar de invulling van de cursussen en de tijd die er voor wordt uitgetrokken is soms minimaal. Volgens dhr Brok is de invoering en uitwerking van het dualisme een proces wat gestaag inhoud en vorm krijgt. Er zijn nog wel enkele tekortkomingen, maar die zullen in de loop der tijd wel worden opgelost. Waar zijn de knelpunten van het dualisme
Raadsleden Volgens mevrouw Thea Koster vinden veel gemeenten het lastig om de theorie praktisch te maken. Dit komt mede door het feit dat raadsleden van de oude stempel bepaalde patronen moeilijk kunnen loslaten. Een punt dat raadsleden kunnen verbeteren is volgens de heer de Rouwe de controlerende functie. Deze blijft vaak onder belicht. Het transparante systeem wordt dan niet gepraktiseerd. Griffiers Men is politiek zeer betrokken en actief maar te veel naar binnen gericht. Ze missen de slag als het gaat om contact te onderhouden met het volk. Er wordt nog steeds te veel informatie gevraagd waardoor er nog veel gesproken wordt over details. Van der Zwaag is erg positief over het duale stelsel alleen is hij van mening dat het niet van toepassing is op een kleine gemeente. Hij doelt hier alleen op de functie politiek dichter bij de burger. Ook in Dantumadeel klinkt het geluid dat oudere raadsleden het duale stelsel in het begin lastig vonden. Maar omdat de wil er was zijn er in Dantumadeel geen noemenswaardige problemen geweest. Problemen worden voorkomen door het zogenoemde driehoeksoverleg. Dit overleg vind plaats tussen wethouder(s), burgemeester en griffier. Wethouders Wethouder Brouwer heeft soms moeite met het vinden van een balans tussen enerzijds met overtuiging voor een voorstel gaan of het allemaal aan de raad over te laten. Hij geeft aan dat, je als persoon, ook bepaalde standpunten hebt en een beeld bij de invulling van een proces. Mevrouw van den Berg ziet een ander probleem. Raadsleden zijn minder capabel dan vroeger. Op straat moeten de raadsleden zich verantwoorden voor stoeptegels (containerbegrip) en in de raadszaal moeten ze dirigeren op hoofdlijnen. Daar wringt de schoen. Van der Ploeg is van mening dat raadsleden nog te veel papierwerk onder ogen krijgen. Ook blijven ambtenaren te vaak hangen in jargon. Dit zou nog verbeterd kunnen worden om het werk van een raadslid minder intensief qua voorbereiding van vergaderingen te maken zodat ze meer de boer op kunnen. Kaderstellende gesprekken
Leeronderzoek
13
Niet alle betrokken zijn zich er even van bewust hoe belangrijk dit proces is verteld Eric Meurs (raadsgriffier gemeente Smallingerland). Iedereen moet mee willen veranderen en dat gebeurt nog te weinig. Dit heeft te maken met de cultuur. Ook hebben kleinere gemeenten, met minder personeel, meer moeite met veranderen van het systeem. Dit komt niet zo zeer door de cultuur maar doordat het zoveel energie kost. Ook Franssen (raadsgriffier gemeente Leeuwarden) komt een soort gelijke conclusie, gemeente secretarissen willen geen bevoegdheden afstaan die na het dualisme bij het takenpakket van de griffier horen. Burgemeester Brok blijft positief. Er zijn wel enkele tekortkomingen maar die zullen door de loop van de tijd wel verdwijnen. Iedereen moet zich nog inwerken in het nieuwe systeem. Kwaliteit van het debat en het functioneren van de raad;
Raadsleden De gemeenteraad op Schiermonnikoog functioneert goed. Dit komt enerzijds door de goede sfeer en anderzijds door het feit dat de lijnen zo kort zijn. Iedereen weet wat er speelt. Er wordt gediscussieerd op hoofdlijnen. Bij Koster, in de gemeente Leeuwarden, hebben ze het heel wat moeilijker. Hier worden nog veel discussies gevoerd op detailniveau. Dit gebeurt omdat raadsleden geen afstand durven te nemen van bepaalde zaken. De raad komt ook nog te weinig toe aan de volksvertegenwoordigende functie. Er wordt nog teveel vergaderd. Volgens De Rouwe beschikt het grootste aantal raadsleden over weinig zelfkritiek. Het is altijd de schuld van anderen en dat toont van weinig professionaliteit. Griffiers Volgens Schaafsma is het debat wel anders geworden maar nog niet spectaculair. Er wordt nog te weinig op fractieniveau en teveel op detailniveau vergaderd. Dit komt enerzijds door het feit dat ze zelf te veel informatie vragen, maar ook door de informatie voorziening uit het ambtelijke apparaat. Op het eiland Schiermonnikoog zijn de discussies altijd hevig maar collegiaal. Al zijn de discussies nog zo fel, het respect blijft. In Dantumadeel worden discussies over stoeptegels niet getolereerd. Uit den boze, zo vertelt raadsgriffier Cees Vos. Het doorverwijzen van klachten naar het burgerloket gaat steeds beter. De griffiers zien niet zo zeer een verschil tussen traditionele partijen en lokale partijen in het debat. Het is vooral de persoonlijke motivatie bij de voorbereiding die een rol speelt. Wethouders Wethouder Brouwer vindt het debat nog steeds niet van hoogstaande kwaliteit al ziet hij verbeteringen. Het is voor kleine gemeenten lastig om kwalitatief goede mensen te vinden die bereid zijn om raadslid te worden. Een tip was dan ook om gelijk na de verkiezingen eigenlijk alweer mensen te benaderen voor de volgende lijst. Mevrouw Klaske van der Berg is heel wat minder positief. De kwaliteit van de raadsleden laat te wensen over. Ze missen bepaalde elementaire competenties en het ‘gevoel’ voor de politiek. Er wordt volgens haar dan ook niet goed gedebatteerd. Dit komt omdat de burgers andere verwachtingen hebben van raadsleden, het oplossen van stoeptegels, terwijl de raad op afstand staat. Dit botst met de verwachtingen van burgers. Volgens wethouder Van der Ploeg (gemeente Dantumadeel) komt een beginnend raadslid wel eens onderdruk te staan door de ambtelijke beleidsstukken. Deze zijn volgestopt met jargon en het beginnende raadslid kan daar soms
Leeronderzoek
14
zijn weg nog niet goed in vinden. De kwaliteit van het debat in Dantumadeel is goed. Zoals zijn collega, Vos, al aangaf er wordt goed op hoofdlijnen gediscussieerd.
Kaderstellende gesprekken Volgens Meurs spreekt men vaak langs elkaar heen tijdens raadsvergaderingen. Er wordt nog te veel gesproken over bijzaken, het is niet zo dat dit niet mag, maar iedereen heeft dan een andere invalshoek tijdens het gesprek. En dat leidt tot verwarring. Franssen en burgemeester Brok delen deze mening. De aanlevering van beleidsstukken;
Raadsleden Op Schiermonnikoog is de aanlevering van de beleidsstukken hetzelfde gebleven. Er is niets veranderd. Dit komt door de gemoedelijke sfeer tussen de betrokken actoren. De raadsleden zijn altijd goed op de hoogte van de lopende of voorgenomen plannen. Griffiers In Sneek worden er geen stukken aan de raad geleverd als zij daar niet om heeft gevraagd. Er zijn hiervoor bepaalde criteria opgesteld met betrekking tot het aanleveren van de beleidsdocumenten. De situatie op Schiermonnikoog is inmiddels beschreven onder het kopje raadsleden. In Dantumadeel werken ze met programma’s. De raad moest op afstand en stuurt dus op de resultaten van deze programma’s. In alle drie gevallen geldt hetzelfde, als de raad vooraanvang van de vergadering inhoudelijke vragen heeft over de beleidsdocumenten dan worden ze doorverwezen naar de desbetreffende ambtenaar. Wethouders Van der Berg is van mening dat raadsleden luier zijn geworden sinds de griffier is aangesteld. Als er amendementen moeten worden verzorgd vragen ze dit aan de griffier. Wethouder Van der Ploeg is van mening dat er nog steeds te veel papier werk richting de raadsleden verdwijnt. Grote en uitgebreide beleidsdocumenten met alle complicaties in het debat erbij. Door de soms heel specifieke aanlevering van de beleidsdocumenten komt de relatie tussen raadslid en beleidsambtenaar onder druk te staan. Kaderstellende gesprekken Ambtenaren moeten de cursus “hoe schrijf ik een duidelijk en kort beleidsstuk” volgen in de optiek van Meurs. Er worden te grote en onduidelijke stukken aangeleverd met een honderdtal details die de raadsleden niet hoeven te weten. Dhr Brok is ook van mening dat de ambtenaren te veel in details treden bij het opstellen van kaderstellende stukken. Dit moet veranderen anders vreest dhr Brok een kloof tussen ambtenaren en raadsleden. De rol van de griffier;
Raadsleden De griffier in Leeuwarden stimuleert de raadsleden om vooral zich te concentreren op het kaderstellende gedeelte. Maar is helaas niets veranderd aan de vergaderstructuur, er zijn
Leeronderzoek
15
nog teveel commissievergaderingen. Er heerst in Leeuwarden nog steeds een vergadercultuur. In Bolsward heeft de griffier een protocol opgesteld voor het aanleveren van beleidsdocumenten. Er komt nu een standaard en duidelijk voorstel, de raadsleden hebben dan gelijk de kern te pakken. De raadsleden krijgen bij aanvang van raadsperiode een cursus en worden ze ondersteund bij het inwerken. Tijdens de raadsperiode worden er nog verschillende cursussen gevolgd. Op Schiermonnikoog worden alleen cursussen op ad-hoc basis gevolgd. De griffier werkt samen met de oudere gemeenteraadsleden de nieuwe raadsleden in. Er is geen echte cursus aangeboden aan de nieuwe raadsleden. Dit komt ook door het feit dat de nieuwe raadsleden meestal oudere gepensioneerd goed gekwalificeerde personen zijn uit bijvoorbeeld het bedrijfsleven.
Griffiers In Sneek is men begonnen met 1fte. Langzaam zijn ze gegroeid naar 2,5 fte. Er is dus gekozen voor het groei model. Eerst is rustig bekeken wat willen de raadsleden van de griffier en welke taken horen daarbij. 1 ft bleek te weinig en daardoor is er stapsgewijs gekozen vooruitbreiding. Van der Zwaag van Schiermonnikoog is griffier voor 0,5 fte. Verder is hij nog werkzaam als beleidsambtenaar bij de gemeente Schiermonnikoog. Deze dubbelrol ervaart hij niet als lastig. Hij kan beide functies goed scheiden. Het is vooral de informatie goed van elkaar scheiden en je niet op glad ijs begeven. Vos omschrijft hem zelf als procesgriffier. Hij bemoeit hem niet met de inhoudelijke kant van de stukken. Vos heeft diensten ingekocht bij de verschillende ambtelijke afdelingen en verwijst raadsleden met vragen door naar de desbetreffende afdeling. Wethouders Door de griffier zijn de fracties luier geworden is de conclusie van mevr Van der Berg. Het schrijven van moties, amendementen en andere stukken laten ze over aan de griffier. In het ideale dualistische stelsel heeft de griffier beschikking over evenveel “kennis” als de ambtenaar. Doordat dit financieel onmogelijk is ondersteuning van uit het ambtelijke apparaat noodzakelijk. Het moet goed georganiseerd zijn. Kaderstellende gesprekken In Smallingerland is gebruik gemaakt van het groeimodel. Al waren ze in het begin wel voorzichtig. De raad wist nog niet goed wat de functie en de taken van de griffier inhielden. Nu de taken helder zijn zou het wenselijk zijn dat de griffie werd uitgebreid met 3/ 4 fte. Dan zou de griffie haar werk goed kunnen uitvoeren. Maar in Smallingerland is de situatie nog ver weg, de griffie heeft 1 fte. Dhr Franssen ziet een probleem in de gemeente waar de griffie maar 16 uren per week behelst. Het wordt dan lastig om de taken uit te voeren die de griffie zou moeten uitvoeren. In kleine gemeentes willen soms de gemeentelijke secretarissen bepaalde taken niet over dragen. Dit helpt niet bij de totstandkoming van het duale stelsel. Dhr Franssen heeft zelf 6 fte. tot zijn beschikking. Volgens dhr Franssen moet er door de griffier op hoofdlijnen worden gestuurd. Dus meer procesmatig dan inhoudelijk. De rol van de burgemeester;
Raadsleden
Leeronderzoek
16
Hagen heeft geen probleem met de duo- rol van de burgemeester zolang deze goed de scheidslijn in de gaten houdt. Dit heeft niets met het systeem te maken maar met de persoon die het moet uitvoeren. Thea Koster onderstreept deze mening al voegt zij het volgende toe, de vice voorzitter van de raad moet een persoon zijn die is gekozen op basis van competenties en niet op basis van, die zit al zo lang in raad. Sander de Rouwe onderschrijft de mening dat het vooral afhankelijk is per persoon.
Griffiers Bert Schaafsma is duidelijk, het is niet helder en transparant dat de burgemeester zowel voorzitter is van de gemeenteraad en het College. Dit geeft ook onduidelijkheid naar de burger. Wethouders Wethouder Brouwer en wethouder Van der Ploeg zijn voorstanders van een onafhankelijk, uit de raad gekozen, voorzitter van de raad. Volgens Van der Berg acteert de burgemeester juist heel goed, deze weet in beide posities boven de partijen te staan. Je moet elkaar verantwoordelijkheid geven maar ook laten voelen, aldus Van der Berg. Kaderstellende gesprekken Volgens Eric Meurs kan juist de dubbelrol zorgen voor continuïteit, de burgemeester zou dan als het ware een bemiddelende rol krijgen. Toch denkt hij dat de rol van voorzitter van de raad komt te vervallen. Meurs geeft dan de voorkeur aan een voorzitter van buiten de raad om belangenverstrengeling te voorkomen. Franssen gaat mee in hetgeen Meurs zegt. Volgens Brok heeft het ook te maken met de kwaliteit van je wethouders en raadsleden of je in de positie wordt gedwongen waarbij je in een spagaat zit. Hij zelf heeft er geen last van en omschrijft het voorzitten van de raad als “een van de mooiste onderdelen van het burgemeesterschap”.
Leeronderzoek
17
4.2. Raadsacademie ‘Beslagen ten ijs komen’, zo luidt een aloud en bekend spreekwoord. En dat is belangrijk. Kennis en expertise zijn belangrijke zaken om taken goed te kunnen uitoefenen. Zo geldt dit ook voor raadsleden. De Thorbecke Academie, de Nederlandse Academie voor Bestuurskunde en Overheidsmanagement, overweegt om een cursusaanbod te ontwikkelen en aan te bieden aan raadsleden. Dit moet op raadsbreed niveau gedoceerd worden en centraal staat dat raadsleden van elkaar en met elkaar leren. Het idee van een Raadsacademie komt van Boudewijn Franssen. Franssen is raadsgriffier in de gemeente Leeuwarden. De Raadsacademie zou de titel ‘van en met elkaar’ moeten krijgen, dit omdat vraag, aanbod en deskundigheid bij elkaar komen. De school blijft ook aantrekkelijk voor traditionele partijen aangezien ze wel een eigen instituut hebben, maar deze raadsschool vooral op actuele regionale problemen in kan spelen en daar een cursus op kan voort borduren. Eric Meurs is raadsgriffier in de gemeente Smallingerland. Meurs is van mening dat bij het opzetten van de cursus vooral aandacht geschonken zou moeten worden aan de volgende punten: Men heeft moeite met vaardigheden, denk hierbij aan kort en duidelijk zijn, probleem scheiden van zakelijk en persoonlijk; Terreinen die juridisch onbekend zijn; Behandeling van regionale actuele problemen; Behandelen van nieuwe wet- en regelgeving; Fractievoorzitter van het CDA, in de gemeenteraad van Leeuwarden, Thea Koster deelt de meningen van Franssen en Meurs. Koster voegt daaraan toe dat opleidingen en cursussen zullen belangrijk zijn, denk aan onderwerpen als financiën en debatteren. Ze ziet niet zoveel in het samen brengen van verscheidende gemeenten (een onderdeel van de raadsschool), omdat de gemeenten onderling veel verschil hebben. Gemeenten hebben veel verschil. Denk hierbij aan grootte, stad – platteland, financiën. De raadsgriffier van de gemeente Dantumadeel, Cees Vos, gaat hier ook op in. De behoefte komt van trainingen krijgt hij uit het presidium. Deze geven aan welke training of onderdelen de raad graag behandeld zou zien. In september en oktober komen er weer 2 trainingen aan te weten voorzitterstraining en debattraining. Soms worden trainingen ook intergemeentelijk gehouden. Dit om de kosten te dekken. Vos ziet geen meerwaarde in een raadsacademie, of het moet een basistraining zijn alvorens raadsleden daadwerkelijk actief worden. Er is een aanbod daar wordt je bang van, om het maar zo uit te drukken. Er zijn talloze instanties die trainingen aanbieden maar 1 cruciaal punt vergeten. In elke gemeente wordt anders met het dualisme omgegaan. De wet bied ruimte om het zo toe te passen als de gemeente denkt dat goed is. Er is geen gemeente waar eigenlijk hetzelfde wordt gewerkt met dualisme en daarom is het moeilijk om trainingen aan te bieden waar een ieder wat aan heeft. Raadsleden willen graag, althans dat is Vos zijn ervaring, to the point trainingen en geen ervaringsuitwisseling met andere
raadsleden. Een meerwaarde zou zitten in het bijvoorbeeld aanbieden van staatsrecht, maar
Leeronderzoek
18
ja wat heeft een gemeenteraadslid daar aan is dan de vraag. Het gaat bij de trainingen om maatwerk voor elke gemeente, toegespitst op de eigen situatie. Waar Vos terughoudend is spreekt over het aanbieden aan staatsrecht spreekt de wethouder van de gemeente Bolsward, Jelle Brouwer over Fryske behoeftes. Brouwer is voorstander van een Raadsacademie, die in beginsel uitgaat van de Fryske behoeftes. De Fryske cultuur moet de basis zijn van de Academie. Toegespitst op de behoeftes en maatschappelijke trends die in Friesland aan de orde zijn. Het zou goed zijn wanneer aanstaande raadsleden, alvorens ze in functie treden, een goede inhoudelijke training krijgen over diverse belangrijke onderwerpen als bijvoorbeeld dualisme, gemeentewet en dergelijke. Het idee om mensen met elkaar in contact te laten brengen om zo hun ideeën en ervaringen uit te wisselen is een goed punt, veel mensen ondersteunen dit. Raadsgriffier Schaafsma van de gemeente Sneek ondersteunt dit ook. Echter, Schaafsma pleit ervoor het wel klein te houden, dus haal alleen mensen uit Friesland bij elkaar. Het aanbod van cursussen is wel overvloedig, je gaat je begeven op een markt die er misschien al niet meer is. Overvloedig, er is een groot en divers aanbod. Dat is de mening van een aantal geconsulteerde personen. Volgens oud- wethouder Klaske van der Berg- Wiersma is het opzetten van een raadsacademie overbodig, partijen moeten dat zelf doen, de meeste hebben een heel instituut achter zich staan. Voor de plaatselijke partijen, die geen instituut hebben waarop ze terug kunnen vallen, zijn er commerciële instellingen die allerlei cursussen aanbieden. De griffier van Boarnsterhim (Frensel red.) heeft een cursus opgezet voor nieuwe raadsleden. De gedachte van een raadsacademie is in principe oké, maar de trend die er nu is dat men al niet geïnteresseerd is in cursussen, de vraag die we ons dan ook moeten stellen is of men wel naar de Raadsacademie gaat? Sander de Rouwe, oud- student aan de Thorbecke Academie, sluit zich aan bij Van der Berg. Volgens De Rouwe is er geen behoefte aan een raadsacademie. Als je een raadsacademie wil gaan opzetten dien je wel goed aan te duiden waarom men voor deze optie moet kiezen en niet voor de andere honderd aanbiedingen van andere organisaties. Lokale politieke partijen zie je wel meer naar dit soort cursussen gaan, want traditionele partijen hebben een instituut waarop ze terug kunnen vallen. Bovendien krijgt De Rouwe ontzettend veel reclamefolders van bedrijven die een cursus aanbieden. Raadsgriffier Van der Zwaag van Schiermonnikoog geeft dezelfde weergave: ook hij krijgt veel reclamemateriaal toegestuurd. Een Raadsacademie is dan ook niet van belang, zo is Van der Zwaag van mening. Als griffier krijgt hij van honderd-en-een bedrijven en organisaties reclamemateriaal om een cursus te gaan volgen. Raadsleden op Schier zijn op de hoogte, weten hoe het werkt en bovendien moet men altijd naar de vaste wal. De eilandgenoot van Van der Zwaag, Johan Hagen, sluit zich aan bij de uitspraken van Van der Zwaag. In de Schiermonnikoogse politiek wordt weinig tot niet gebruikt gemaakt van de vele aanbiedingen die zij mogen ontvangen aangaande cursussen, trainingen en oefeningen. Ook voor professionele ondersteuning voor
Leeronderzoek
19
nieuwe raadsleden worden geen externen betrokken. Vaak zijn nieuwe raadsleden – als ze er al zijn – al genoeg ingewerkt in de materie en het politieke proces. Soms wordt er wel eens een cursus op ad-hoc basis gegeven.
Leeronderzoek
20
5. Conclusies 5.1. Dualisme De voorbereiding op de invoering van het dualisme is goed te noemen. Verschillende organisaties hebben cursussen aangeboden en er zijn boekjes, folders en informatiemappen gemaakt voor alle gemeenten. Het doel van het dualisme was: de politiek dichter bij de burger brengen en het versterken van de lokale democratie. Bij zo’n ingrijpende verandering moet iedereen mee willen veranderen en dat gebeurt nog te weinig. Dit heeft te maken met de cultuur. Ook hebben kleinere gemeenten, met minder personeel, meer moeite met veranderen van het systeem. Dit komt niet zo zeer door de cultuur maar doordat het zoveel energie kost. De fractie volgt soms een andere lijn dan de wethouder; voor burgers wordt het er allemaal niet duidelijker op. Soms heerst het gevoel dat de kloof tussen politiek en burger alleen maar groter is geworden. Echter, in het monistische stelsel beoordeelde je als wethouder deels je eigen voorstellen. Dat is niet gezond. In het duale stelsel is de scheiding van verantwoordelijkheden duidelijk. Het bestuur is transparanter geworden. Lokale politiek moet lokaal herkenbaar zijn en daarom het goed dat elke gemeente het op haar eigen manier invult. Veel mensen zijn politiek zeer betrokken en actief maar te veel naar binnen gericht. Ze missen de slag als het gaat om contact te onderhouden met het volk. Er wordt nog steeds te veel informatie gevraagd waardoor er nog veel gesproken wordt over details. Dit komt omdat de burgers andere verwachtingen hebben van raadsleden, het oplossen van stoeptegels, terwijl de raad op afstand staat. Dit botst met de verwachtingen van burgers. De rol van de griffier is overal anders ingevuld. In sommige gemeenten heeft de griffie een flinke ondersteuning, in ander gemeenten is de griffier parttime aangesteld. Een aantal griffiers heeft diensten ingekocht bij de verschillende ambtelijke afdelingen en verwijst raadsleden met vragen door naar de desbetreffende afdeling. Er kan gezegd worden dat men overwegend positief gestemd is over het dualisme. Een scheiding in verantwoordelijkheden, dat is ook belangrijk om het werk goed te doen. Het werk van de griffier is ontzettend belangrijk, het is de rots in de branding voor raadsleden. Belangrijk is wel om de griffier goed te faciliteren. In sommige gemeenten is de griffier voor een aantal uur aangesteld, wat als gevolg heeft dat het moeilijk is, voor de griffier, om heel veel taken op zich te nemen.
5.2. Raadsacademie Afgelopen weken zijn er een aantal mensen uitgebreid aan het woord geweest over de Raadsacademie. Ieder van hen heeft zijn of haar zienswijze gegeven betreffende een raadsbreed onderwijsprogramma. Veel mensen hebben een positief beeld van de Raadsacademie. Het is een positief idee, met een aantal mogelijkheden.
Leeronderzoek
21
In de eerste plaats wordt het niveau genoemd. Wanneer gemeenteraden met elkaar op cursus gaan zal het gehele niveau, raadsbreed, omhoog gaan. Bij het opzetten van een Raadsacademie moet de organisatie zich kunnen onderscheiden van de honderd-en-een andere organisaties. Er zijn veel bedrijven en instellingen welke zich bezighouden met het geven van cursussen. De Raadsacademie moet net datgene hebben wat andere bedrijven niet bezitten. Een voorbeeld is het kostenaspect. Veel bedrijven huren gespecialiseerde trainers in om een cursus te geven. Echter, het is een goed idee om de trainers, voor een Raadsacademie, uit eigen geleding te halen. Over het soort aanbod is men duidelijk: wet- en regelgeving. Nog te vaak komt het voor dat mensen weinig afweten van de verschillende, belangrijke, wetten. De juridische kant van zaak wordt mede daarom te weinig belicht door raadsleden. Verder wordt het advies gegeven om een aantal lessen staatsrecht te geven. Ook het uitwisselen van ervaringen wordt overwegend positief beoordeelt. Ondanks een groot aantal positieve uitlatingen zijn er ook kritische kanttekeningen te noemen. De vraag is of je, met een Raadsacademie, wel een ‘gouden’ organisatie in handen hebt. Er zijn zoveel andere instellingen, het aanbod van cursussen en trainingen is overvloedig. Griffiers en raadsleden krijgen ontzettend veel folder opgestuurd van bedrijven die cursussen aanbieden. Het moet een heel goede en pakkende folder zijn willen politici deze uit de grote stapel pakken. Veel raadsleden hebben een gezin en een baan. Allemaal erg druk, wat goed te begrijpen is. Mensen volgen nu al geen cursussen, zouden ze het wel bij de Raadsacademie doen? Al met al kan er gezegd worden dat men niet negatief tegenover een Raadsacademie staat, het is een positieve gedachte. Echter, uit het onderzoek is wel gebleken dat er veel kritische noten worden geplaatst. Als organisatie moet je je heel duidelijk onderscheiden van de andere organisaties.
Leeronderzoek
22
6. Literatuurlijst -
Website Vernieuwingsimpuls (www.vernieuwingsimpuls.nl)
-
Document ‘bestuursbevoegdheden in het duale stelsel’, verschenen juni 2002
-
Document ‘interactieve beleidsvorming voor een dualistische raad’, verschenen april 2004
-
Documenten gemeente Dantumadeel (bedrijfsplan, meerjarenvisie) ‘Politiek en Politicologie’, geschreven door E. Woerdman ‘Bestuurlijke kaart van Nederland, geschreven door G.H.J.M. Neelen, Dr. M.R. Rutgers, Dr. M.E. Tuurenhout
-
‘Aangelegd om in vrijheid samen te werken, dualisering bijsturing geboden’, geschreven door Stuurgroep evaluatie dualisering gemeentebestuur
-
Rapport Commissie- Elzinga, ISBN- nummer: 9014065264
-
‘Dualisme in drie gedaanten’, geschreven door Prof.Dr. W. Derksen in ‘Bestuurskunde’, themanummer ‘dualisme’.
Leeronderzoek
23