Orde van dienst voor zondag 5 juli 2015. In deze dienst zal ds. Nico Wilhelm van den Houten verbonden worden als predikant aan de wijkgemeente Kleopas van de Hervormde Gemeente te Ede.
Voorgangers: Ouderling van dienst: Organist: Pianist: Koster:
ds. W.G. Sonnenberg ds. N.W. van den Houten Jeanette den Uil-Westerlaken Klaas Petersen Annette Couprie Henk van Harn
Welkom en mededelingen Aanvangslied: Psalm 33:1 en 8 1. Komt nu met zang en roert de snaren, gij volk, dat leeft van 's Heren recht. Hijzelf heeft zijn getrouwe scharen een lofzang in de mond gelegd. Word' als nooit tevoren door wie Hem behoren 't feestlied ingezet! Meldt de blijde mare bij de klank der snaren, steekt de loftrompet. 8. Wij wachten stil op Gods ontferming, ons hart heeft zich in Hem verheugd. Hij komt te hulp en geeft bescherming, zijn heil'ge naam is onze vreugd. Laat te allen tijde uwe liefd' ons leiden, uw barmhartigheid. God, op wien wij wachten, geef ons moed en krachten nu en voor altijd. Stil Gebed, Votum en Groet (staande) Zingen: Lied 357: 1,3 en 4 (Evangelische Liedbundel) 1. Vreugde, vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid. Schepper, die ‘t heelal verheugde, bron van eeuw’ge vreugde zijt. Gij, die woont in licht en luister, drijft de schaduwen uiteen. Hij, die zoekend doolt in ‘t duister, vindt het licht bij U alleen. 3. Duizend lichten, duizend kleuren zijn de weerglans van uw pracht; daarmee wilt Gij mensen beuren uit hun zorgen uit hun nacht. Op een zee van licht en zangen voert Gij ons tot U omhoog. Gij, Heer, zijt ons hoogst verlangen; doof niet voor uw licht ons oog. 4. Open nu ook onze ogen voor het ware vreugdelicht, opdat wij uw Naam verhogen, juichend voor uw aangezicht. Want in Christus komt Gij nader hem die onder zonde zucht. Ieder wilt Gij zijn een Vader, die in Jezus tot U vlucht.
Gebed van toenadering en om ontferming
Schriftlezing Jesaja 50 vers 4 en 5 en vers 10 God, de HEER, gaf mij een vaardige tong, waarmee ik de moedeloze kan opbeuren. Elke ochtend wekt hij mijn oor, zodat het toegerust is om aandachtig te horen. God, de HEER, heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden, ik ben niet teruggedeinsd. Wie van jullie heeft ontzag voor de HEER? Wie luistert naar de stem van zijn dienaar? Hij die door de duisternis gaat en geen licht meer ziet, en die dan vertrouwt op de naam van de HEER en vertrouwen stelt in zijn God.
Zingen Psalm 40:4 Brandofferen, noch offer voor de schuld, Voldeden aan Uw eis, noch eer. Toen zeid' ik: "Zie, ik kom, o HEER; De rol des boeks is met Mijn naam vervuld. Mijn ziel, U opgedragen, Wil U alleen behagen; Mijn liefd' en ijver brandt: Ik draag Uw heil'ge wet, Die Gij den sterv'ling zet, In 't binnenst' ingewand." Prediking n.a.v. Jesaja 50:4 “God de Heer gaf mij een vaardige tong waarmee ik de moedeloze kan opbeuren. Elke ochtend wekt Hij mijn oor, zodat het toegerust is om aandachtig te horen”. Zingen: Gezang 328:3 O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen. OPDRACHT BIJ DE BEVESTIGING VAN EEN PREDIKANT Gemeente, laten wij nu horen en overwegen wat de kerk aan een dienaar des Woords heeft toevertrouwd. Om de kerk van Jezus Christus bij haar roeping in deze wereld te bewaren zijn haar ambtsdragers gegeven, die daartoe ontvangen hebben de gaven van de heilige Geest en de opdracht van de gemeente. Eén van de ambten, die de kerk te allen tijde onderhoudt, is dat van dienaar des Woords. Degenen die met dit ambt worden bekleed, werken samen met hun medeambtsdragers en zij zullen dienstbaar en herderlijk omgaan met de kudde die hun wordt toevertrouwd. Zij zullen Gods Woord verkondigen, de vergeving der zonden aanzeggen en zorg dragen voor de verbreiding van het Evangelie, zoals de apostelen als eersten die opdracht van de Here hebben ontvangen. Zij zullen de doop bedienen en geloofsonderricht geven. Zij zullen voorgaan bij de viering van de Maaltijd des Heren. Samen met de gemeente zullen zij toeleven naar de grote Dag van God door haar op het hart te dragen en te zegenen en leiding te geven aan haar gebed. Zij zullen haar onderwijzen en bemoedigen met woord en wandel en, even barmhartig als beslist, haar heiligheid hoeden. De zieken zullen zij troosten en de stervenden bijstaan. Zij zullen, kortom, met de goede Herder voor ogen, de gemeente waaraan zij zijn verbonden, liefdevol begeleiden, zodat zij in deze wereld gestalte kan geven aan haar roeping om van het heil te getuigen. De apostel Paulus schrijft: ‘Een en dezelfde is Here over allen, die Hem aanroepen; hoe zullen zij Hem dan aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? – gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen.’ De gemeente van onze Here Jezus Christus is tot deze taak geroepen in heel haar dienst en al haar leden; maar in de brief aan de Efeziërs lezen wij: ‘Christus heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus’. Daarom worden tot de dienst van het Woord in de openbare bediening van het Evangelie, in de bediening der sacramenten en in het pastoraat der gemeente diegenen geroepen en bevestigd, die zich op dit ambt hebben voorbereid. Zo zullen zij in dit werk staan samen met alle anderen, die het werk van kerk en gemeente naar hun roeping dienen.
BEVESTIGING En u Nico Wilhelm van den Houten, die nu gereed staat uw ambtswerk op deze plaats te aanvaarden: herinner u altijd met dankbaarheid, dat het Christus’ eigen kudde is, die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed; het is zijn kerk. Aanvaard dan uw dienst met blijdschap, voed uzelf met het Woord van God, volhard in het gebed en vertrouw op de kracht van de heilige Geest. GELOFTE (De beroepen dienaar treedt naar voren) Eenmaal bent u in het ambt van dienaar des Woords bevestigd. Daarbij hebt u uitgesproken dat u de heilige Schrift aanvaardt als de bron van de prediking en als enige regel van het geloof en dat u zich wilt verzetten tegen al wat daarmee strijdig is. U hebt beloofd geheim te zullen houden wat vertrouwelijk te uwer kennis mocht komen en uw taak te vervullen overeenkomstig de orde van onze kerk. Nu u uw ambtsbediening in de gemeente te Ede zult voortzetten, vraag ik u daarom: Gelooft u dat u in uw beroeping door deze gemeente door God zelf tot deze dienst bent geroepen? Ja, dat geloof ik. En belooft u uw ambt ook op deze plaats waardig en trouw te bedienen met liefde voor de gemeente en voor alle mensen die de Here op uw weg brengt? Ja, dat beloof ik. Daartoe helpe mij God. Verbintenis: God, onze hemelse Vader, Die u naar deze plaats heeft geroepen Verbinde u aan deze gemeente En geve u de genade, Dat u daarin trouw en vruchtbaar mag zijn. Amen Gemeente, dit is uw predikant. Wilt u ds. Nico Wilhelm van den Houten als herder en leraar in uw midden ontvangen en hem hooghouden in zijn ambt. Gemeente: Ja ,dat willen wij van harte! Toezingen gemeente: Lied 501: 1,2 en 3 (Evangelische liedbundel) 1. Vrede van God, de vrede van God, de vrede van God zij met jou. Vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met jou. 2. In Jezus’ Naam, in Jezus’ Naam, In Jezus’ Naam geef ik jou Vrede van Hem, vrede van God. De vrede van God zij met jou. 3. Heilige Geest, de heilige Geest, De heilige Geest zij met jou. Vrede van Hem, vrede van God, De vrede van God zij met jou.
Thans wordt de leiding van de dienst overgedragen.
Schriftlezing: Lucas 24:13-35 Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazareth, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten. Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. Zingen: Gezang 426:1, 5 1. Zou ik niet van harte zingen Hem die zozeer mij verblijdt? Want ik zie in alle dingen niets dan zijn genegenheid. Is de hartslag van het leven niet de liefde van de Heer? Liefde draagt hen meer en meer, die in dienst van Hem zich geven. Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid.
5. Omdat Gij mijn hart doet branden, omdat Gij mij zo bemint, hef ik, Heer, tot U mijn handen: Vader, zie ik ben uw kind. Wil mij de genade geven, U te dienen, hier en nu; God die liefde zijt, aan U vast te houden, heel mijn leven, tot ik U na deze tijd liefheb in der eeuwigheid.
Prediking n.a.v. Lucas 24:27 "Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over Hem geschreven stond, en Hij begon bij Mozes en de Profeten".
Zingen: Opwekking 687 - Heer wijs mij Uw weg (Sela) Heer, wijs mij uw weg en leid mij als een kind dat heel de levensweg slechts in u richting vindt. Als mij de moed ontbreekt om door te gaan, troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan. Heer, leer mij uw weg, die zuiver is en goed Uw woord is onderweg als een lamp voor mijn voet. Als mij het zicht ontbreekt, het donker is, leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is. Heer leer mij uw wil aanvaarden als een kind dat blindelings en stil. U vertrouwt, vrede vindt. Als mij de wil ontbreekt uw weg te gaan, spreek door uw woord en geest mijn hart en leven aan. Heer toon mij uw plan, maak door uw geest bekend hoe ik u dienen kan en waarheen u mij zendt als ik de weg niet weet de hoop opgeef, toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft. Dienst der gebeden Inzameling van de gaven. 1. Inloopcentrum Meet-in. 2. Opbouw en voortgang van het kerkenwerk in onze gemeente.
Zingen Gezang 21:1 en 7 (staande) 1. Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Isrels God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja!
7. Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen Hem die zo grote dingen doet. Alles wat adem heeft roepe nu amen, zinge nu blijde: God is goed! Love dan ieder die Hem vreest Vader en Zoon en Heil'ge Geest! Halleluja! Halleluja!
Zegen U wordt verzocht weer te gaan zitten. Er volgen enkele toespraken. Daarna is er gelegenheid Ds. Van den Houten en zijn vrouw Dineke te groeten. Tevens is er koffie, thee, limonade en een broodje.
Het nieuwe adres van familie Van den Houten wordt per 16 juli 2015: Mr. Beelpark 36 6716 EW Ede 0318-307321
[email protected]