DRInX: Guidelines for propositions Femke van Wageningen-Kessels November 11, 2009 Every DRInX-meeting one PhD-student proposes and defends a propositions. An other PhD-student opposes against this proposition and afterwards all attendees discuss about the proposition. This is partly meant as an exercise in formulating propositions and was inspired by the obligation to formulate propositions as an attachment to the PhD-thesis. According to the TUDelft Doctorate Regulations thesis propositions must be ‘opposable and defendable’. This might seem rather vague, but the text below (from www.tudelft.nl) describes what this actually means. Unfortunately it is only available in dutch. If you don’t read dutch you can skip to the last section, which is a summary in english. Note that I wrote this summary myself, it is nothing official! I hope this will be a source of inspiration to come up with even better propositions during the DRInX meetings and if relevant for your PhD-defence, and maybe even to help you in opposing and/or discussing the propositions.
Opponeerbaarheid van stellingen in het promotiereglement Prof.dr.ir. T.M. de Jong, lid van de Commissie voor Promoties Technische Universiteit Delft Het College voor Promoties van de Technische Universiteit Delft vergadert eens in de 14 dagen en wordt voorgezeten door de Rector Magnificus. Formeel wijst dit College voor elke promotie de promotor(en) aan, stelt de promotiecommissie samen en besluit de titel van Doctor te verlenen. Tijdens de promotieplechtigheid wordt zij vertegenwoordigd door de promotiecommissie. Het College voor Promoties stelt ook (wijzigingen in) het promotiereglement vast, zoals de laatste wijziging van 1 september 2004. In de 2 jaren voorafgaand aan deze laatste wijziging zijn de stellingen bij het proefschrift herhaaldelijk in het College aan de orde geweest. Ruim een jaar heeft het College stellingen uit de passerende proefschriften standaard op de agenda gehad. Gezien hun kwaliteit besloot zij al eerder de promotor te vragen met een handtekening te bevestigen deze stellingen ‘verdedigbaar’ te achten. Dit wordt nu ‘opponeerbaar en verdedigbaar’1 . De auteur legt mede namens het College uit waarom. 1 Het Promotiereglement is in die zin aangepast, maar deze aanpassing heeft zijn weg nog niet gevonden deel II, de toelichting. Paragraaf F moet dan ook als volgt gelezen worden: ‘De goedkeuring van de stellingen door de promotor moet worden vermeld onderaan het blad met de stellingen. De tekst luidt: ‘Deze stellingen worden opponeerbaar en verdedigbaar geacht en zijn als zodanig goedgekeurd door de promotor(en).’.’
1
Zorgen om de kwaliteit van stellingen bij het proefschrift Het College voor Promoties maakte zich al geruime tijd zorgen over de kwaliteit van stellingen bij het proefschrift, zozeer zelfs, dat is overwogen deze verplichting in het nieuwe promotiereglement af te schaffen. Er werden flauwe grappen, soms zelfs aanstootgevende uitspraken als stelling geponeerd die naar het oordeel van het College niet bijdroegen aan de academische bedoeling van de promotie en de naam van onze Universiteit. Daarmee is niet gezegd, dat stellingen bij een proefschrift niet humoristisch mogen zijn. Elke grap kenmerkt zich immers door verwisseling van vooronderstellingen gedurende de grap, en ook de wetenschap heeft allereerst tot taak om bestaande vooronderstellingen door hypothesen te vervangen die de empirische werkelijkheid en haar technische mogelijkheden in een nieuw licht stellen. De toetsing of het bewijs van zulke hypothesen is haar tweede taak. Een stelling waarin een ander licht geworpen wordt op wat wij dachten, leent zich bij uitstek voor een humoristische formulering, maar humor is niet het eerste doel van wetenschappelijke stellingen. De oorsprong, bedoeling en zin van stellingen bij een proefschrift zijn nog steeds actueel (in een wereld van snel verspreide populaire mythen misschien wel meer dan ooit), maar zij worden niet altijd op waarde geschat. De functie van stellingen Tot in de 19-de eeuw bestonden proefschriften uitsluitend uit stellingen (thesen). Pas later werden schriftelijke toelichting en empirische toetsing of logisch bewijs vooraf toegevoegd. Zij groeiden uit tot het huidige proefschrift en de stellingen werden als ‘bijzaak’ naar een losse bijlage verplaatst. Veel promovendi hebben nu moeite na langdurig onderzoek nog stellingen te formuleren die een wetenschappelijk debat kunnen uitlokken. Voor hen staat kennelijk na zoveel jaren speurwerk alles wel vast. Daardoor wordt duidelijk dat zij met hun proefschrift wel bewijzen een goed onderzoeker te zijn, maar niet dat zij hypothesen kunnen formuleren die tot nieuw onderzoek kunnen uitdagen. De hypothesen van een promotieonderzoek worden met de nodige begeleiding ontwikkeld en zijn in lange perioden van onderzoek niet meer expliciet ter sprake. Juist het vermogen ook zelf gangmaker in wetenschappelijke vraagstellingen te zijn, wordt door het formuleren van gewaagde stellingen en hun verdediging in het openbaar getoetst. Het belang van opponeerbaarheid Daartoe moeten stellingen bij een proefschrift stellig en in enig wetenschappelijk domein verdedigbaar zijn, maar tegelijkertijd riskant. Een stelling als ‘morgen wordt het weer dag’ is bijvoorbeeld wel verdedigbaar, maar in de huidige omstandigheden niet gewaagd. Niemand zal zo’n stelling aanvallen en een grensverleggend debat met argumenten voor en tegen zal op zon bewering niet volgen. Daarom is in het nieuwe promotiereglement artikel 17.1 opgenomen
2
dat stellingen niet alleen wetenschappelijk verantwoord en verdedigbaar moeten zijn, maar ook opponeerbaar. De promotor moet de stellingen op beide criteria onderschrijven. Met dit simpele voorschrift hoopt het College voor Promoties veel flauwe stellingen te voorkomen en stellingen meer wetenschappelijk gewicht te geven. In feite worden met opponeerbaarheid naast verdedigbaarheid twee extra eisen gesteld: stelligheid en gewaagdheid. Het College voor Promoties laat ook normatieve uitspraken toe. Dat wil zeggen dat niet alleen een empirische waarheid of technische mogelijkheid maar ook een morele wenselijkheid gesteld mag worden. De criteria van stelligheid, gewaagdheid en verdedigbaarheid zijn op alle drie modaliteiten toepasbaar, al worden zij hieronder vooral toegelicht ten aanzien van empirische waarheid. Stelligheid Een eerste check op stelligheid is: keer de stelling eens om. Als de inverse stelling onzin is, voegt de stelling zelf niets toe. ‘Stellig’ betekent bijvoorbeeld: waar ´of onwaar (dus geen vraag, uitroep of aanbeveling) en zonder tautologie of flauwe weekmakers zoals ‘vaak’, ‘soms’, of ‘in hoge mate’. Vage quantoren zijn voor de oppositie tijdens een promotieplechtigheid onweerlegbaar (niet opponeerbaar). ‘Meestal’ mag desnoods, omdat dat letterlijk ‘in meer dan 50% van de gevallen’ betekent, maar statistisch gespecificeerde quantoren frustreren verdediging ´en oppositie wanneer de benodigde data tijdens het debat niet toegankelijk zijn. Een stelling met existentiequantor (er is een geval waarvoor geldt, dat ...) is alleen opponeerbaar, wanneer nog geen voorbeeld bekend is (bijvoorbeeld v´o´or 1988: ‘er is een bewijs voor de grote stelling van Fermat’). Zulke stellingen zijn overigens wel typerend voor een Technische Universiteit, voor uitvindingen en ontwerpen. Zij hebben de vorm: ‘Er is een mogelijkheid (techniek) om ...’ Een generaliserende al-quantor (voor elk geval geldt, dat ...) daagt de oppositie uit tot tegenvoorbeelden. Zonder expliciete quantor in de stelling is een al-quantor stilzwijgend voorondersteld, al doet de opponent er goed aan de verdediger eerst te vragen ‘Geldt dat in alle gevallen?’ en pas dan met een tegenvoorbeeld te komen. Zo’n debat is wetenschappelijk productief wanneer daarmee wordt opgehelderd onder welke vooronderstellingen (condities) de stelling geldt en onder welke niet. De verdediger kan na een eerste poging tot verdediging de stelling herformuleren als ‘Behoudens die-en-die gevallen geldt ...’ en de opponent verzoeken nog eens aan te vallen. Wordt de aanval op de aangepaste stelling wel afgeslagen, dan is de stelling aangescherpt, een ‘triomf voor de wetenschap’. Het zou elegant zijn als in zulke gevallen de stellingen worden herdrukt en nagezonden. Daarmee krijgt de traditie om de meest riskante uitspraken los bij te voegen ook werkelijk zin. Gewaagdheid ‘Gewaagd’ (riskant) betekent dat er wetenschappelijk onzekerheid bestaat over de waarheidswaarde van de stelling, zodat argumenten 3
voor en tegen in de waagschaal kunnen worden gelegd. Als er geen twijfel meer bestaat is de stelling immers voor de verdere ontwikkeling van wetenschap niet meer relevant. Een stelling waarvan iedereen aanneemt dat zij waar is, is wel verdedigbaar, maar niet de moeite waard om verder te onderzoeken. Anderzijds komt een apert onware stelling vanzelfsprekend niet voor verder onderzoek in aanmerking. Het wordt dus pas wetenschappelijk interessant als er twijfel bestaat. Een wetenschappelijke hypothese (letterlijk onderstelling) voor toetsend onderzoek is dus per definitie gewaagd, anders zou het daarop eventueel volgende toetsend onderzoek zinloos zijn. De meest waardevolle stellingen zijn stellingen die in het algemeen als onwaar worden gezien (bijvoorbeeld de opvatting van Copernicus in zijn tijd) en toch, eventueel op grond van nieuwe inzichten, verdedigbaar zijn. Kom er maar eens op! Met zulke stellingen bewijst de promovenda/-dus haar/zijn kritische, wetenschappelijk vernieuwende, grensverleggende voorstellingsvermogen. Het zou verhelderend zijn de centrale hypothese van het proefschrift altijd in aangescherpte vorm (‘op het randje’) als eerste stelling te poneren. Als het proefschrift bijvoorbeeld een oplossing biedt voor een probleem, mag de eerste stelling luiden dat dit de enige of beste oplossing is. Een dergelijke opvatting hoort niet in het wetenschappelijk verantwoorde proefschift zelf, maar wel in de meer gewaagde stellingen. Volgende stellingen mogen dan de beweringen van het proefschrift teboven en zijn domein verder tebuiten gaan. Tot deze categorie behoort ook de ontkenning van geciteerde uitkomsten van bestaand onderzoek, zo mogelijk in een ander dan het eigen domein. Bij het opnemen van een dergelijke stelling met citaat, zou het uitnodigen van de geciteerde onderzoeker tot oppositie vanuit het publiek elegant zijn. Verdedigbaarheid ‘Verdedigbaar’ betekent anderzijds dat de waarheidswaarde ‘waar’ misschien niet waarschijnlijk (dus gewaagd) is, maar wel in enig wetenschappelijk domein (dat wil zeggen wetenschappelijk verantwoord) van argumenten kan worden voorzien. Het wetenschapsdomein waarin deze argumenten geldig zijn (niet noodzakelijk ‘betrouwbaar’) en verdedigd kunnen worden zou in de tekst van de stelling met name moeten worden genoemd (bijvoorbeeld ‘in de psychologie’). Dat voorkomt zogenaamd ‘grappige’ stellingen. De promovenda/-dus toont daarmee dat zij of hij over een bredere orintatie dan haar/zijn eigen domein (universitas) beschikt. Met verdedigbaar wordt ook bedoeld ‘moreel toelaatbaar’. Dat wil zeggen dat de promotor bij het goedkeuren van stellingen moet overwegen tot hoever men met bepaalde normatieve uitspraken in het kader van een promotie kan gaan. Het nut van scherp formuleren Met de nieuwe eis van opponeerbaarheid is het aantal mogelijke stellingen bij een proefschrift hopelijk verkleind tot een wetenschap4
pelijk en pedagogisch nuttiger deelverzameling. Het formuleren van stellingen bij een proefschrift is daardoor niet gemakkelijker geworden. Het vergt nu ook de vaardigheid zich in tegengestelde denkbeelden te kunnen verplaatsen. Ieder die wel eens een debat georganiseerd heeft, weet hoe moeilijk het is een stelling zo te formuleren dat iemand haar wil verdedigen, terwijl tegelijkertijd een ander even bereid is haar aan te vallen. Als vervolgens de helft van het publiek v´o´or en de andere helft t´egen is, kan men constateren dat de stelling kennelijk bovendien maatschappelijk relevant is. Het attentieniveau van de toehoorders zal maximaal zijn. Precies hetzelfde geldt voor wetenschappelijke relevantie. Verdeeldheid zaaien klinkt in het taalspel van de politiek verwerpelijk, maar alleen verdeeldheid zaaiende stellingen leiden tot een wetenschappelijk debat op het scherp van de snede, tot onderzoeksprogramma’s waarvoor de maatschappij wil betalen omdat over de uitkomst discussie bestaat. Voor het onderbouwen van vanzelfsprekendheden is in het verleden al teveel geld uitgegeven. Voor wetenschappelijk en technisch onderzoek is vooral wat niet vanzelfsprekend is relevant. Om promovendi behulpzaam te zijn bij het opstellen van opponeerbare stellingen bij het proefschrift zoals bedoeld in het nieuwe Promotiereglement en hen te trainen in het wetenschappelijke debat, is Prof. Kroes bereid daartoe een cursus te organiseren. Het College voor Promoties beveelt promovendi aan, deze cursus te volgen in de hoop dat daarmee de kwaliteit van de stellingen de komende jaren zal verbeteren. Delft, februari 2005
Summary in english Because of the low quality of propositions the Board for Doctorates considered removing the propositions from the Doctorate Regulations. In 2004 the board decided to set more strict conditions: the propositions must be not only defendable but also opposable. Function of propositions Until in the 19-th century PhD-thesis consisted only of propositions. Only later the ‘book’ was added. Nowadays many students have difficulties in formulating propositions which can provoke a scientific debate. The formulation of daring propositions and defending these propositions in public examines the PhD-candidate’s ability of taking the lead in scientific questions. The importance of opposability Therefore, propositions must be factually and defendable in some scientific area, but at the same time risky. The proposition ‘tomorrow there will be a new day’ is for example defendable, but not risky. In fact by demanding that the propositions are opposable two new conditions are introduced: they must be ‘distinct’ and ‘daring’.
5
Distinct The first way to check whether a proposition is distinct is to inverse the proposition. If the inverse proposition is nonsense the proposition does not add any value. Distinct means: either true or untrue, without weakeners such as ‘often’, ’sometimes’ or ’very’. Daring ‘Daring’ (risky) means that there is scientific uncertainty about the truthfulness of the proposition, such that arguments against and in favor of the proposition can be weighted. Both an obviously true and an obviously untrue proposition is not worth further research. Things become scientifically interesting only if there is doubt. The most valuable propositions are those propositions that are in general regarded as untrue (for example Copernicus’ notion in his time) and still, possibly on the basis of new insights, are defendable. It would be clarifying to pose the central hypothesis of the thesis in a more sharp form as the first proposition. For example, if the thesis offers a solution to a certain problem, the proposition might be that this is the only or the best solution. Also denial of results of previous research can result in daring propositions. Defendable ‘Defendable’ means that it might not be likely that the proposition is true, but that it can be supported with arguments from a certain scientific domain. This scientific domain should be mentioned in the text, e.g. ‘in psychology...’. The usefulness of sharp formulation Everyone who has organised a debate knows how difficult it is to formulate a proposition in such a way that someone wants to defend it, while someone else wants to oppose it. If furthermore, half of the attendees is in favor and the other half is against one can conclude that the proposition is relevant.
6