Drinkwaterbedrijf Oasen Veiligheidsinstructies proefhal Kamerik
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK Veiligheidsinstructieboekje OASEN Drinkwater Proefhal Kamerik
Inleiding Inhoudsopgave 1. Arbo-‐ en Milieubeleid 2. Algemene regels en voorschriften Algemene veiligheidsregels Persoonlijk gedrag Orde en netheid Brandveiligheid Alleen werken Elektrische veiligheid Verkeersregels Jeugdige werknemers 3. Veiligheidszorg voor derden Aannemers Ingeleend personeel Bezoekers/Excursies Studenten/stagiaires 4. Melden van ongevallen en incidenten Melding Behandeling Registratie 5 Noodsituaties en alarm Noodsituaties Algemene regels in geval van alarm 6 Persoonlijke beschermingsmiddelen 7 Proefinstallaties 8 Veilig werken op hoogte 9 Gereedschappen Handgereedschap Elektrisch handgereedschap 10 Gevaarlijke stoffen Etikettering Gevaarsysmbolen Opslaan van gevaarlijke stoffen 11 Signalering 12 (Chemisch) Afval Bijlagen: -‐ Bijlage 1: formulier aanwezigheidsregistratie en ontvangen veiligheidsinstructies bezoekers -‐ Bijlage 2: Formulier RI&E pilot installatie -‐ Bijlage 3: formulier melding onderzoek ZHB -‐ Bijlage 4: lijst aanwezige gevaarlijke stoffen proefhal
1 april 2015
1
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
Inleiding Veiligheidsinstructies zijn één van de belangrijkste preventieve maatregelen die de werkgever moet nemen om de werknemer voldoende voor te lichten over de risico´s op de werkplek. Het moet niet alleen om algemene veiligheidsinstructies gaan, maar ook om specifieke veiligheidsinstructies die betrekking hebben op de feitelijke werkzaamheden die de werknemer doet. Voordat werkzaamheden worden gestart dient iedere medewerker/stagiaire/bezoeker door de locatieverantwoordelijke Proefhal te zijn geïnstrueerd en hiervoor te hebben getekend. Stagiaires moeten de onderdelen uit deze instructie kennen en behoren te tekenen voor het ontvangen en begrijpen van de instructies. De locatieverantwoordelijke is in het bezit van het formulier ‘ontvangen instructie Proefhal’. Het veiligheidsinstructieboekje voor de Proefhal te Kamerik van OASEN Drinkwater maakt onderdeel uit van het KAM-‐systeem van OASEN Drinkwater. Contactgegevens: Locatieverantwoordelijke Proefhal: Ernstjan van der Weijde | 06-‐ 11322410 |
[email protected] Onderzoeksleider Proefhal -‐ afdeling Onderzoek: Harmen van der Laan | 06-‐54704632 |
[email protected] Werktijden Proefhal: 07.30 uur tot 16.00 uur. 1. Arbo en Milieubeleid: Oasen is gecertificeerd voor de Arbonorm OHSAS18001 en de milieunorm 14001. Dit betekent dat Oasen méér wil doen dan alleen voldoen aan wet-‐ en regelgeving, Oasen wil continue verbeteren. Het Arbo en milieubeleid is te vinden op de omgeving van Oasen. 2. Algemene regels en voorschriften Algemene veiligheidsregels • Handelingen en nalatigheid, die kunnen leiden tot het ontstaan van gevaarlijke situaties of van situaties die de gezondheid of het milieu kunnen bedreigen, moeten worden voorkomen. • Machines, werktuigen, gereedschappen, hulpmiddelen, gevaarlijke stoffen, enz, moeten op de voorgeschreven wijze worden gebruikt. • Veiligheidsinrichtingen, zoals elektrische-‐ en mechanische vergrendelingen, beschermkappen, elektrische schakelaars , mogen niet buiten werking worden gesteld, verwijderd of op andere wijze onklaar worden gemaakt. Bij storingen of defecten dienen deze direct gemeld te worden aan de locatieverantwoordelijke Proefhal. • Het dragen van veiligheidsschoenen en gehoorbeschermingsmiddelen is verplicht. Afhankelijk van de aard van de werkzaamheden moeten overige persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) op de juiste wijze worden gebruikt. • Brandbestrijdings-‐ en overige veiligheidsmiddelen moeten, te allen tijde, goed bereikbaar zijn. • Een ieder die werkzaamheden uitvoert moet zich goed op de hoogte stellen van: o Hoe ongevallen, (milieu)incidenten en noodsituaties (brand, explosies en ernstige ongevallen) moeten worden gemeld. o De betekenis van de alarmsignalen (brand, ontruiming en CO₂-‐detectie) o De locaties van en de bediening van brandblusmiddelen, brandmelders en nood-‐ en oogdouches o De vluchtwegen vanaf de werkplek en de verzamelplaats • Wanneer brandblusmiddelen, brandmelders, nood-‐ en oogdouches zijn gebruikt, dit direct melden aan de locatieverantwoordelijke Proefhal.
1 april 2015
2
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
•
Hard lopen/rennen moet, tenzij in noodsituaties, vermeden worden.
Persoonlijk gedrag • Het met opzet laten vallen of het gooien met gereedschappen, materialen of andere uitrusting is ten strengste verboden. • Perslucht mag nooit gebruikt worden voor het reinigen van (werk)kleding of de werkplek • Het werken in korte broek of met ontbloot bovenlijf of losse mouwen is verboden. • Eten en drinken is uitsluitend toegestaan in het kantoor. • Handen wassen vóór en na toiletbezoek. • Het is absoluut verboden alcoholische dranken en drugs mee te nemen, te gebruiken, te verhandelen, respectievelijk onder invloed van alcohol of drugs werkzaamheden te verrichten • Pas op bij het gebruik van bepaalde geneesmiddelen die invloed of gevaar voor het werk hebben. Stel vooraf de locatieverantwoordelijke Proefhal op de hoogte wanneer u medicijnen gebruikt die invloed hebben op uw werk. • Het achterlaten (lozen) van welke stoffen waar dan ook op het terrein is verboden. Orde en netheid Orde en netheid is één van de primaire veiligheidseisen. Let tijdens werkzaamheden op: • Vrijhouden van looppaden en wegen. • Geen obstakels plaatsen in gangen (vluchtwegen). • Geen deuren en nooduitgangen blokkeren. • Geen brandbestrijdings-‐ of andere middelen blokkeren. • Opruimen van gemorste producten. • Verwijderen van (uit)glijd-‐ en struikelgevaren, zoals o.a. kabels en slangen. • Opbergen van gereedschappen. Afspraak is na gebruik, of uiterlijk aan het eind van de dag, de gereedschappen weer opbergen in de werkplaats. • Verwijderen van vuile poetslappen etc. • Tijdig vervangen van bevuilde werkkleding. Brandveiligheid • Geen brandblusmiddelen aan het zicht onttrekken. • Geen aanduidingen, pictogrammen en dergelijke aan het zicht onttrekken of verwijderen.
1 april 2015
3
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
1.
Alleen werken Oasen heeft de werkwijze omtrent alleen werken in de proefhal vastgelegd in een werkinstructie. Deze staat in het KAM-‐systeem onder de afdeling Onderzoek. De werkinstructie beschrijft de regels voor het alleen werken binnen de proefhal. Middels deze regels wil Oasen veiligheids-‐ en gezondheidsrisico’s voorkomen. De gehele werkinstructie is hieronder beschreven. WERKINSTRUCTIE ALLEEN WERKEN PROEFHAL ZUIVERINGSSTATION DE HOOGE BOOM
2.
3.2.
De alleen-‐werker moet: 1. Ervoor zorgen dat hij of zij een veiligheidsinstructie heeft gehad van de locatieverantwoordelijke proefhal voordat er alleen gewerkt wordt. 2. Zich houden aan de op de afdeling geformuleerde beheersmaatregelen voor het alleen-‐werken. 3. Ervoor zorgen dat de telefoon voldoende is opgeladen. 4. Bij werkzaamheden ná 16.15 zich aanmelden met de eigen telefoon bij de alarmcentrale. Controleer of je voldoende bereik hebt in de proefhal. Wanneer het niet mogelijk is de alarmcentrale te bereiken (bijvoorbeeld vanwege beperkt bereik of lege accu) is het niet toegestaan alleen te werken. 5. Bij het verlaten van de proefhal is de alleen-‐werken verplicht het alarm erop te zetten. Dit kan door de pas aan te bieden bij het bedieningspaneel links van de deur bij de uitgang. Hiervoor is een persoonlijke alarmcode noodzakelijk. Het zelfstandig erop zetten van het alarm is alleen toegestaan na overleg mét en goedkeuring van de locatieverantwoordelijke proefhal. 3.2.1 instructies voor het aanmelden bij alarmcentrale SMC Voor het alleen werken in de proefhal zijn er intern tijden afgesproken voor alarmering met de alarmcentrale. De persoon in de proefhal moet zelf contact opnemen met de alarmcentrale via telefoonnummer 040-‐2443465 indien hij of zij alleen gaat werken! Als je met dit nummer belt hoor je een menu, zorg ervoor dat je een medewerker van de alarmcentrale aan de telefoon krijgt. Met de alarmcentrale zijn geen tijden qua alarmering afgesproken, het is belangrijk dat je de volgende tijdens betreft alarmering met hen afspreekt. - Na de melding bij de alarmcentrale moet de alleen werker elke 15 minuten zijn telefoon opnemen wanneer de centrale belt. - Bij het missen van een telefoontje van een centrale moet de alleen werker binnen 2 minuten terugbellen naar de alarmcentrale. Zo niet, dan treed het alarm voor het alleen werken in werking. - Bij het niet binnen 2 minuten terugbellen, zónder dat er een probleem of calamiteit is dient de alleen-‐werker alsnog de alarmcentrale te bellen om het alarm voor het alleen werken stop te zetten.
Onderwerp en toepassingsgebied Deze werkinstructie beschrijft de regels voor het alleen werken binnen de proefhal op zuiveringsstation de Hooge Boom. Middels deze regels wordt getracht veiligheids-‐ en gezondheidsrisico’s te voorkomen. Een alleen-‐werker is een persoon die arbeid verricht zonder dat er in de onmiddellijke nabijheid een tweede persoon lijfelijk aanwezig is die, in geval van een calamiteit, ten genoegen van het werk hulp kan bieden. Deze werkinstructie is van toepassing op alleen werken voor de volgende werkzaamheden: - Het doen van metingen; - Het nemen van watermonsters - Het doen van administratieve werkzaamheden Er kan tot 19.00 uur worden gewerkt in de proefhal. Dit is dezelfde eindtijd als op het kantoor in Gouda. NB: Deze werkinstructie geldt niet voor overige werkzaamheden zoals bijvoorbeeld werken met chemicaliën, werken op hoogte, elektrotechnische werkzaamheden en mechanische werkzaamheden. Deze werkzaamheden mogen niet alleen uitgevoerd worden. Doelgroep Deze werkinstructie geeft regels voor: - Locatieverantwoordelijke proefhal - De alleen werker - Bewaking/ meldkamer
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
3.3.
De bewaking/centrale moet: 1. 2.
Belt elke 15 minuten terug naar de alleen-‐werker op zijn eigen telefoon. Reageert direct op een alarm van een alleen-‐werk systeem.
Verwijzingen (protocol wordt nog opgesteld door afdeling Onderhoud en SMC)
3.
Werkwijze en eisen
3.1.
De locatieverantwoordelijke proefhal moet:
EINDE WERKINSTRUCTIE ALLEEN WERKEN
1. Gericht nagaan of er binnen de afdeling c.q. locatie personen zijn die (soms) alleen-‐ werken en voorlichting geven. 2. Voor deze alleen-‐werkers in de afdeling beheersmaatregelen nemen zoals controleren dat deze persoon beschikking heeft over een telefoon . 3. Organisatie en alleen-‐werkers informeren over de centrale/meldkamer.
1 april 2015
4
1 april 2015
5
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
3.
Elektrische Veiligheid -‐ Elektriciteit in combinatie met water. Water is een uitstekende stroomgeleider. Indien elektrische arbeidsmiddelen of elektrische installaties gebruikt worden in de nabijheid van water dienen ze aan specifieke veiligheidseisen te voldoen. Bijvoorbeeld, apparatuur in de nabijheid van water moet minimaal spatwaterdicht zijn en voorzien van randaarde tenzij de apparatuur dubbel geïsoleerd is. Daarnaast moet de apparatuur worden aangesloten op een aardlekschakelaar of scheidingstransformator. Naast de aangegeven maatregelen zijn er situaties waar gewerkt moet worden in vochtige ruimtes in combinatie elektriciteit. In zulke gevallen mag alleen gebruik gemaakt worden van veilige spanning (50 Volt wisselspanning/120 Volt gelijkspanning maximaal). Bij hoog risico (bv. besloten ruimtes of elektrische arbeidsmiddelen die ondergedompeld in water gebruikt worden) mag maximaal een wisselspanning van 12V wissel of een gelijkspanning van 30V gebruikt worden tenzij het arbeidsmiddel expliciet gemaakt is voor gebruik onder water (zie NEN 10449). Verkeersregels • Op het terrein geldt het algemene verkeersreglement. • De wegen en parkeervakken mogen niet worden gebruikt als opslagterrein en/of werkterrein met uitzondering van toestemming de locatieverantwoordelijke Proefhal. • Let er op bij parkeren dat de toegangsdeur naar de Proefhal bereikbaar blijft voor vrachtverkeer. Jeugdige werknemers • Tot jeugdige werknemers behoren alle werknemers (stagiaires/studenten) jonger dan 18 jaar. • Een jeugdige werknemer krijgt een begeleider als mentor toegewezen. • Jeugdige werknemers mogen geen arbeid verrichten die schadelijk is voor hun lichamelijke en geestelijke gezondheid. • Alleen werken, werken op hoogte en werken met gevaarlijke stoffen zijn voor hen verboden. Veiligheidszorg voor derden OASEN heeft de verplichting doeltreffende maatregelen te nemen om gevaren voor andere personen dan de eigen werknemers zoveel mogelijk te voorkomen. Dit betreft aannemers/onderhoudsbedrijven, ingeleend personeel (uitzendkrachten), bezoekers en studenten/stagiaires. Voor de doelgroepen aannemers/onderhoudsbedrijven en bezoekers heeft OASEN de algemene flyer “Veiligheidsvoorschriften productielocatie OASEN” beschikbaar. Specifiek voor aannemers/onderhoudsbedrijven welke risicovolle werkzaamheden moeten uitvoeren is een geldige werkvergunning vereist. Deze wordt door locatieverantwoordelijke Proefhal uitgegeven. Vanwege de specifieke situatie van de Proefhal is deze veiligheidsinstructie opgesteld, die voor bezoekers en studenten van de proefhal de algemene flyer met “Veiligheidsvoorschriften productielocatie OASEN” vervangt. Regelmatig krijgt de Proefhal te maken met groepen personen welke een excursie krijgen. Van belang is dat de medewerker van OASEN die de excursie geeft de groep instrueert op; • Registratie (Formulier Groepslijst aanwezigheidsregistratie). • Hoe te handelen bij brand en ontruiming. • Waar zijn de nooduitgangen en brandblusmiddelen.
1 april 2015
6
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
•
4.
5.
•
Gedragsregels: alleen binnen de gele lijnen lopen, daarbuiten veiligheidsschoenen nodig. Niets aanraken.
Melden van ongevallen en incidenten Een incident of een ongeval is een gebeurtenis waarvan we willen dat die niet voorkomt. Gebeuren deze toch, dan moeten deze worden gemeld, want zo kunnen we er ook van leren. Incidenten en ongevallen die voorkomen, zijn bijvoorbeeld ongewenste en ongecontroleerde gebeurtenissen die de normale procesgang van het werk verstoren. Deze incidenten kunnen leiden tot nadelige of schadelijke invloeden op: -‐ De gezondheid en veiligheid van mensen; -‐ Op de arbeidsmiddelen; -‐ Op het product van Oasen(water); -‐ Op het milieu of de bewoonde omgeving. Oasen heeft het melden van ongevallen en incidenten beschreven in procedure P.922.006. Deze is te vinden in het KAM-‐systeem. Op de homepage staat in het menu een kopje ‘incidenten veiligheid’, hier vind je een link naar het incidentmeldingsformulier. Een incident kun je melden via het e-‐mail adres
[email protected]. Meld hierbij kort en bondig de aard van de situatie. De afdeling Kwaliteitsmanagement pakt dit dan op en zal eventueel contact met je opnemen mochten er vragen zijn. De afdeling houdt je op de hoogte wat er met de melding gebeurd. Bespreek het melden van incidenten ook met de locatieverantwoordelijke proefhal. Noodsituaties en alarm Noodsituaties Alle noodsituaties (brand, explosie of ernstige ongevallen moeten via het alarmnummer 112 worden gemeld en intern via het wachtdienstnummer: 06-‐27004627 Bij het melden dient u in ieder geval aan te geven; -‐ Naam -‐ Plaats van de noodsituatie -‐ Aard van de noodsituatie -‐ Vereiste hulp -‐ Plaats (en postcode) vanwaar gebeld wordt
1 april 2015
7
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
6.
INSTRUCTIE “HOE TE HANDELEN BIJ BRAND”
7.
8.
1 april 2015
9.
8
Persoonlijke beschermingsmiddelen In de proefhal is het dragen van veiligheidsschoenen/veiligheidslaarzen verplicht. Een veiligheidsbril moet worden gedragen indien er verspanende werkzaamheden verricht worden en/of wanneer er (in de nabijheid) las-‐, snij-‐, brandgevaarlijke-‐ of soortgelijke werkzaamheden worden verricht. Gehoorbescherming is aanwezig in de vorm van oorproppen (eenmalig gebruik). Indicatieve metingen hebben geresulteerd dat het geluidniveau onder de 80 dB(A) is. Bij aankoop, huur of eigen ontwerp van proefinstallaties is het geluidniveau van de installatie een belangrijk aandachtspunt. Proefinstallaties De proefinstallaties (machines) waar in de proefhal mee gewerkt wordt, worden gehuurd, gekocht of zelf ontworpen. Goed ontworpen installaties kunnen leiden tot betere arbeidsomstandigheden. Bij huur of aankoop zal gelet moeten worden op; • Aanwezigheid van een CE-‐markering • Toetsing door OASEN of CE-‐markering juist is aangebracht door; – inzage in het technisch dossier van de fabrikant en toetsingsrapport van keuringsinstantie of – globale beoordeling van de gebruiksaanwijzing of – zelfstandige toetsing aan de veiligheids-‐ en gezondheidseisen uit bijlage I van de Machinerichtlijn Bij ontwikkeling in eigen beheer hoeft de installatie niet voorzien te zijn van een CE-‐ markering als de installatie niet op de markt wordt gebracht maar dient de installatie wel te voldoen aan de veiligheids-‐ en gezondheidseisen uit de Machinerichtlijn en het Arbobesluit. Een gebruiksaanwijzing is aanwezig met hierin opgenomen de veiligheids-‐ en gezondheidsaspecten van de installatie. Alleen geïnstrueerde medewerkers mogen de installaties bedienen. Veilig werken op hoogte Wanneer werkzaamheden worden verricht waarbij gevaar bestaat van een hoogte (meer dan 2,5 meter stahoogte) te vallen, moet zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht zijn of het gevaar tegengegaan worden door het aanbrengen van hekken, leuningen of dergelijke voorzieningen. Dit is niet van toepassing op werkzaamheden welke op voldoende veilige wijze op een ladder, trap, steiger, een hoogwerker of dergelijke kunnen worden verricht. De veiligheidsmiddelen moeten voor gebruik en periodiek, visueel worden geïnspecteerd door een deskundige persoon en zijn in het keuringsregiem opgenomen. De periodieke keuringen worden middels keuringsstickers aangeduid. Gereedschappen Handgereedschap Alle handgereedschap moet gebruikt worden voor het doel waarvoor zij bestemd is en in goede staat gehouden worden. De maximale capaciteit van handgereedschap mag niet worden overschreden. Indien handgereedschap beschadiging of gebreken vertoont, dient dit gereedschap direct af te geven voor reparatie of vervanging (ook bij keuringsstickers over de datum of onleesbaarheid van de keuringssticker)
1 april 2015
9
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
Elektrisch handgereedschap Voor een veilig gebruik van elektrisch aangedreven (hand)gereedschap is het raadzaam gereedschap te gebruiken dat gemaakt is voor een ‘ongevaarlijke’ of ‘veilige’ spanning. Bij het werken met gereedschap dat op 220 volt werkt wordt geëist dat het dubbel geïsoleerd is. Een gereedschap met dubbele isolatie is herkenbaar aan een symbool van twee in elkaar geplaatste vierkantjes. Naast de normale isolatie is een extra isolatie aangebracht, waardoor sprake is van een dubbele beveiliging tegen elektrische stroom. Alle elektrisch aangedreven handgereedschappen moeten minstens eenmaal per jaar worden gecontroleerd. Bij het aanschaffen moet erop worden gelet dat het gereedschap voldoet aan de wettelijke eisen. Aangeraden wordt ook om de verschillende mogelijkheden met elkaar te vergelijken en voor de meest geschikte te kiezen. Hierbij moet ook gelet worden op de lawaai-‐ en trillingbelasting van het apparaat voor de gebruiker. Een goede, doordachte aanschaf is het halve werk. Een goede, duidelijke instructie voor de gebruiker is zeker zo belangrijk. Er mag niet van worden uitgegaan, dat men het wel weet. Naast het opvolgen van de richtlijnen van de fabrikant en het lezen van de gebruiksaanwijzing zijn er nog meer belangrijke punten om veilig met gereedschap te kunnen blijven werken: • gereedschap moet regelmatig gecontroleerd en onderhouden worden, aangezien vocht en stof lekstromen kunnen veroorzaken; • reinigen en bijstellen van gereedschap mag alleen gebeuren bij stilstaande motor en zonder spanning op het apparaat; • reparatie mag alleen uitgevoerd worden door een deskundige; • voor het gebruik altijd controleren of de beveiliging in orde is; • voorkom overbelasting of ander onjuist gebruik (lees de gebruiksaanwijzing!); • houd elektrisch handgereedschap droog; in vochtige en/of besloten ruimten mag alleen gewerkt worden met gereedschap dat op een veilige spanning werkt; • in een niet-‐explosievrije omgeving mag uitsluitend gewerkt worden met elektrisch handgereedschap dat aan speciale eisen voldoet. Met ‘normaal’ elektrisch handgereedschap mag in dergelijke situaties niet worden gewerkt; • houd de kabel zoveel mogelijk van de grond en tijdens het werk over de schouder; • kabels mogen niet in aanraking komen met hete voorwerpen, zuur of olie; • verlengkabels dienen aan dezelfde voorschriften te voldoen als machines; • na gebruik de stekker uit de contactdoos halen, hierbij niet aan de kabel trekken; • berg het gereedschap na gebruik direct op, zodat geen onveilige situaties kunnen ontstaan ten gevolge van rondslingerend materieel. • maak gebruik, indien nodig, van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals kleding, schoeisel, helm, gehoorbescherming en handschoenen. Snoerloos gereedschap wordt steeds populairder. Dit gereedschap wordt aangedreven door een accu, die opgeladen kan worden met behulp van elektriciteit. Het voordeel van dit gereedschap is, dat de gebruiker niet over kabels kan struikelen en dat het gereedschap in nagenoeg alle omstandigheden te gebruiken is. Als de accu defect is moet deze vervangen worden. De oude accu is dan chemisch afval en dient als zodanig behandeld te worden.
1 april 2015
10
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
9.
Gevaarlijke stoffen Medewerkers welke met gevaarlijke stoffen moeten werken moeten weten wat de gevaren ervan zijn, zodat de juiste maatregelen kunnen worden getroffen. Het uitgangspunt is dat iedere stof, hoe relatief onschuldig ook, schadelijk kan zijn voor de gezondheid als de dosis maar hoog genoeg is. Werken met gevaarlijke stoffen mag alleen na toestemming van de locatieverantwoordelijke Proefhal. Hij verwijst naar het etiket en de bij de gevaarlijke stof geleverde Material Safety Data Sheet (MSDS). Indeling, Etikettering en verpakking van gevaarlijke stoffen. Het indelen, etiketteren en verpakken van gevaarlijke stoffen en mengsels is vastgelegd in de EU-‐GHS Verordening ( nr. 1272/2008) ook bekend als CLP-‐verordening (Classification-‐ Labeling-‐Packaging). De Europese Verordening CLP is rechtstreeks werkend in alle lidstaten. CLP bevat ook elementen uit de Stoffenrichtlijn (67/548/EEG) en de Preparatenrichtlijn (1999/45/EC) die niet in VN-‐GHS zijn opgenomen. Zo zijn in de verordening ook criteria voor het gebruik van enkele risicozinnen (R-‐zinnen) opgenomen als EUH-‐zinnen. CLP vervangt na 1 juni 2015 de richtlijnen over indeling en etikettering van stoffen en mengsels (Stoffenrichtlijn 67/548/EG en Preparatenrichtlijn 1999/45/EG). Het etiket op de verpakking van een gevaarlijke stof moet ten minste de volgende informatie bevatten; • nominale hoeveelheid stof in de verpakking die aan het publiek wordt aangeboden • gegevens over de leverancier (naam, adres, telefoonnummer) • productidentificatie • signaalwoord • gevarenaanduiding(en) • voorzorgsmaatregelen • aanvullende informatie EU-‐GHS introduceert het signaalwoord 'gevaar' (danger) en 'waarschuwing' (warning). De signaalwoorden worden afzonderlijk van elkaar gebruikt. Als het signaalwoord ‘gevaar' op het etiket staat, wordt het signaalwoord ‘waarschuwing' niet vermeld. De R(isk)-‐ en S(afety)-‐zinnen van de Stoffenrichtlijn vervallen per 1 juni 2015. EU-‐GHS gebruikt H(azard)-‐ en P(recautionnary)-‐zinnen (gevarenaanduiding en voorzorgsmaatregelen).
1 april 2015
11
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
Opslag van gevaarlijke stoffen Voor gevaarlijke stoffen geldt dat deze onder bepaalde voorwaarden moeten worden opgeslagen. Voor de opslag van gevaarlijke stoffen zijn verschillende richtlijnen van toepassing. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) Een veelvoorkomende richtlijn is de PGS 15 voor opslag van verpakte gevaarlijke stoffen.
1 april 2015
12
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
In de PGS 15 zijn regels opgenomen om tot een aanvaardbaar beschermingsniveau te komen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Als uitgangspunt wordt de ADR classificatie van gevaarlijke stoffen gehanteerd. Gecompartimenteerde opslag wordt voorgeschreven bij gevaarlijke stoffen die met elkaar reageren en daarbij gevaarlijke gassen of dampen kunnen vormen, of tot gevaarlijke situaties kunnen leiden zoals explosies, rondspattende gevaarlijke stoffen, of excessieve warmte ontwikkeling. Dit zijn de zogenaamde onverenigbare combinaties. Ten minste de volgende categorieën gevaarlijke stoffen moeten daarom gescheiden bewaard worden; Gevaar conform de ADR klasse zonder bijkomend ADR ADR ADR ADR ADR Overige* gevaar 3 5.1 6.1 8 9 ADR 3 (Brandbare vloeistoffen) -‐ X X X X -‐ ADR 5.1 (Oxiderende stoffen) X -‐ X X X -‐ ADR 6.1 (Giftige stoffen) CMR-‐stoffen X X -‐ X X -‐ ADR 8 (Bijtende stoffen) X X X -‐ X -‐ ADR 9 (Milieugevaarlijke stoffen) X X X X -‐ -‐ Overige Chemicaliën (Wm + ongevaarlijk) -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ Voorbeelden van verboden gezamenlijke opslag in één compartiment zijn: • zuren en logen • zuren en chloriet-‐ en hypochlorietoplossingen • salpeterzuur bij mierenzuur, azijnzuur of formaldehydeoplossingen • zuren bij cyaniden • zuren bij sulfiden In de Proefhal worden de gevaarlijke stoffen opgeslagen in zg. kluizen met opvangcapaciteit ( max. 2500 ltr.) en losse kasten (max. 150 ltr). De kluizen zijn aan de buitenkant voorzien van een inhoudsopgave van aanwezige opgeslagen stoffen (zie bijlage 4). De chemicaliënkasten en –kluizen zijn altijd op slot – en moeten nadat een bepaalde stof uit de kast/kluis is gehaald ook weer op slot worden gedaan. Voor stagiaires/studenten geldt dat het niet is toegestaan zelfstandig chemicaliën uit de opslag te halen zonder eerst te overleggen met de locatieverantwoordelijke. Vergunningen en milieu In de omgevingsvergunning van zuiveringsstation Kamerik staan voorwaarden genoemd over welke stoffen, de hoeveelheid van de stoffen en de wijze van opslag van stoffen. De locatieverantwoordelijke Proefhal moet hier kennis van nemen. Voor de milieuboekhouding moet Oasen weten hoeveel er is verbruikt van de aanwezige gevaarlijke stoffen. De locatieverantwoordelijke Proefhal moet deze gegevens doorgeven aan de afdeling Kwaliteitsmanagement. Daarnaast geldt dat elke pilotinstallatie moet worden aangemeld bij de Omgevingsdienst en het Waterschap ‘Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden’ (HDSR) 6 weken voor de start van een experiment. Hiervoor is een standaard formulier beschikbaar (zie bijlage 3). De communicatie met de Omgevingsdienst en het Waterschap HDSR loopt via Harmen van der Laan. Het formulier moet worden ingediend bij hem via
[email protected] 1 april 2015
13
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
10
Veiligheids-‐ en gezondheidssignalering. Soms kunnen organisatorische en technische maatregelen de risico’s voor de veiligheid en gezondheid van werknemers onvoldoende beperken of voorkomen. Een signalering die de aandacht vestigt op een object, een activiteit of een situatie kan dan noodzakelijk zijn.
11.
De volgende signaleringsborden kunnen zijn aanwezig ; • Verbodsborden
Waarschuwingsborden
• •
Gebodsborden
•
Reddingsborden
•
Borden i.v.m. de aanwezigheid van brandbestrijdingsmateriaal.
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
(Chemisch) Afval Nieuw materiaal en de (gevaarlijke) stoffen komen rechtstreeks van de leverancier binnen bij de proefhal. Voor de gevaarlijke stoffen geldt dat deze, eenmaal gebruikt, worden opgehaald door Rob den Uil (magazijn). Als het gaat om niet eenmalige leveringen gaat de verpakking mee met de leverancier, op sommige verpakkingen zit namelijk statiegeld. De regel die geldt binnen Oasen is ‘Leeg is vol’. Dit komt vanuit de PGS15:2011. De locatieverantwoordelijke van de proefhal maakt hier afspraken over met medewerkers van het magazijn en met de leverancier. Lege, ongereinigde verpakkingen gevaarlijke stoffen. De stelregel is dat lege ongereinigde verpakkingen hetzelfde moeten worden behandeld als volle verpakkingen. In PGS15:2011 is aangegeven dat deze verpakkingen buiten de opslagvoorziening kunnen worden opgeslagen als alle gevaren zijn weggenomen.
Daarnaast zijn er veiligheids-‐ en gezondheidssignaleringen; • Op leidingen (o.a. gas, schoon water, vuil water) • Op verpakkingen/reservoirs (gevaarlijke stoffen conform EU-‐GHS , zie hoofdstuk 9) • Identificatie en lokalisatie van het brandbestrijdingsmateriaal; • Van verkeerswegen (looppaden d.m.v. strepen) • Lichtsignalen • Geluidsignalen (CO₂) en brand-‐/ontruimingsalarm) (zie bedrijfsnoodplan ZHB)
1 april 2015
14
1 april 2015
15
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
Bijlagen Veiligheidsinstructies Proefhal Kamerik -‐ Bijlage 1: formulier aanwezigheidsregistratie en ontvangen veiligheidsinstructies bezoekers -‐ Bijlage 2: Formulier RI&E pilot installatie -‐ Bijlage 3: formulier melding onderzoek ZHB -‐ Bijlage 4: lijst aanwezige gevaarlijke stoffen proefhal
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
1. Formulier presentielijst (inclusief groepen) en ontvangen veiligheidsinstructie bezoekers Datum
Naam
Tijd
Tijd
Instructie
bezoeker/
aankomst
vertrek
ontvangen
naam
(H3)
Groep
1 april 2015
Bedrijf
16
1 april 2015
17
Paragraaf
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
2.
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK
Risk assessment form pilot research - proefhal Kamerik
3. Melding Onderzoek ZS De Hooge Boom Kamerik Melding in het kader van Omgevingsvergunning OLO0868059 en Watervergunning OLO774319. Contactpersoon ODRU: Contactpersoon HDSR:
Pilot setup number:
Dhr. M. Huitema (
[email protected]) Mevr. I. Fransen (
[email protected])
Dit document opslaan als pdf en uiterlijk vier weken vóór aanvang proef sturen per mail aan
[email protected] en
[email protected]
Responsible researcher(s):
Van
Phone number researcher in case someting goes wrong with the pilot unit
Oasen drinkwater N.V. – ZS De Hooge Boom - Afdeling Onderzoek ’s Gravensloot 36, 3471 BP, Kamerik
Aan
ODRU, team integraal toezicht en handhaving (namens Gemeente Woerden)
Title of the experiment:
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Contactpersoon Oasen
Duration of the experiment:
Harmen van der Laan(
[email protected]/06-54704632)
Proefonderzoek
Onderzoek: ONDERWERP
Short description of the experiment
List of chemicals / materials used in this pilot setup
Have you attached the MSDS forms to this form and send the files to Ernstjan?
YES
Geplande startdatum:
XX/XX/2015
Duur:
XX maanden
Locatie binnen het
Proef vindt plaats binnen in de proefhal. Zie locatie in de bijlage.
terrein:
NO
Describe possible risks/dangers of setup and all precautions that have to be taken into account
Doel:
Doel van de proef
Verwacht resultaat:
Verwacht resultaat van proef
Beschrijving:
Welke installaties worden gebruikt, wat ga je doen met de proef
Volumestroom:
Welke hoeveelheden water/chemicaliën/etc.
Waterbron:
Welk water ga je gebruiken?
Techniek:
Welke technologie?
Verwachte milieugevolgen en milieurisico’s Gebruikte stoffen:
Naam
ADR Klasse
Bij weinig stoffen: hierin een lijst zetten. Bij groot
Volume opslag
Dosering
Jerrycans, etc.
Hoe groot is de
aantal stoffen – lijst opnemen als bijlage.
Indicate what to do when there is no water available to your pilot. Should you be contacted, unit restarted?
Ontstane afvalstoffen:
Beschrijf hoe je omgaat met afvalstromen
Bodem:
Hoe bescherm je de ‘bodem’ (lekbak etc.)
Geluid en trillingen:
Geluidsoverlast (buiten de proefhal)
Verkeersbewegingen:
Geen extra verkeersbeweging. Aanvoer gebruikte stoffen gecombineerd met aanvoer reguliere chemicaliën, daardoor geen
Describe Emergency shut-down procedure
Sampling program details (Vitens/KWR/etc.) Frequency?
dosering
extra verkeersbewegingen. Energie:
Geen toename energieverbruik.
Lozing op:
Waarop wordt geloosd?
Overige:
Geen
Verwachte
Er worden geen afwijkingen verwacht.
afwijkingen ten opzichte van vigerende
Date and approval by Ernstjan
1 april 2015
vergunning:
18
1 april 2015
19
Voorzieningen om
OASEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES PROEFHAL KAMERIK Welke voorzieningen ga je treffen?
milieubelasting te beperken: Wijze van metingen
Hoe ga je het meten?
en registraties Wijze rapporteren resultaten
Plek op locatie
Bijlage: - Veiligheidsbladen stoffen
1 april 2015
20
Postbus 122 2800 AC Gouda Nieuwe Gouwe O.Z. 3 2801 SB Gouda T 0182 59 33 11 www.oasen.nl