DRIEMASTER v e r e n i g i n g s p e r i o d i e k v a n d e J OVD - j a a r g a n g 5 9 - n u m m e r 1 - F e b r u a r i 2 0 0 7
kritisch, opiniërend en Filosofisch
Driemaster in gesprek
Geert Wilders wil af van het cultuurrelativisme Gerrit Zalm maakt de balans op
Analyse rondom de Partij voor de Dieren De macht van de banken uitgelicht
gehe
vern
vers
el
ieuw
d
de p van ers
C
OLOFON
H
OOFDREDACTIONEEL
Hoofdredacteur Paul Vereijken Eindredactie Paulien Horsten (chef), Allard Altena en Geert Jansen Bureauredactie David Vermorken (chef), Michiel van Raaij, Mark Reijman en Philip Ruijs Beeldredactie Thijs van Tol (chef) en Benjamin Derksen Art direction Thijs van Tol Drukkerij Jan Scholten Projecten Distributie TNT Post Oplage 2000 stuks Frequentie 5 maal per jaargang Redactie-adres Herengracht 38a – 2511 EJ Den Haag T 070 362 2433 – F 070 361 7304 T 06 21 900 834 (hoofdredacteur) E
[email protected] I www.driemaster.com Informatie over adverteren Paul Vereijken T 06 21 900 834 E
[email protected] Contactgegevens van redacteuren Zijn op te vragen via www.driemaster.com/colofon of via de hoofdredacteur. Driemaster is voor leden en moet dus ook door leden gemaakt worden. De redactie ziet uw bijdragen graag tegemoet. Kopij kunt u aanleveren per e-mail op
[email protected]. De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen zonder overleg te wijzigen, in te korten en/of niet te publiceren. Het copyright van ingestuurde kopij vervalt aan de redactie. Driemaster is de onafhankelijke verenigingsperiodiek van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD). Advertentietarieven zijn opvraagbaar bij de hoofdredacteur. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de hoofdredacteur op welke wijze dan ook verspreid of gekopieerd worden. Zoals vastgelegd in de Landelijke Statuten en het Redactiestatuut, bepaalt de hoofdredacteur, in samenspraak met de redactie, de redactionele formule. Hij is alleen aan de Algemene Vergadering verantwoording schuldig. De hoofdredacteur zal niet tot plaatsing van stukken overgaan die de vereniging onevenredig kunnen benadelen. De visie die uit de artikelen en interviews spreekt, is niet automatisch de visie van de JOVD als vereniging, noch de visie van het Hoofdbestuur, noch de visie van de redactie, tenzij het uitdrukkelijk is aangegeven.
Coverfoto’s Thijs van Tol
2 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Foto Thijs van Tol
Uitgave van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie Woensdag 14 februari 2007 Jaargang 59 – Nummer 1 ISSN 0167-0786
R
are jongens, die lijsttrekkers van christelijke en rode partijen. Verkondigen ze tijdens de campagne nog dat de politiek dicht bij de burger moet staan. Gaan ze tijdens de formatie ineens naar landgoed Lauswolt te Beesterzwaag. Dit klinkt als achterkamertjespolitiek met een Michelinster – hoewel het aldaar liggende restaurant die sinds begin 2007 niet meer bezit. Natuurlijk begrijp ik het wel. Stel je namelijk eens voor dat je iets verkeerd zegt over de onderhandelingen. Want als journalist in spé moet ik namelijk toevoegen dat ieder medium wel eens zin heeft in een rel. Dus Rita, voor ik het vergeet: bedankt. Het heeft ook wel zo z’n voordelen, formeren in het hoge Noorden. De rust keert terug in Den Haag. Even krijgt iedereen tijd om op adem te komen. Ook het uitroepen van de Liberaal van het Jaar heeft daar weinig aan veranderd. Verrassend was de keuze voor Zalm namelijk niet. Wel terecht overigens. Na twaalf jaar op liberale wijze gewaakt te hebben over de Nederlandse staatskas hoort er wel een JOVD-award boven de schouw. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat ook Zalm het lang niet altijd met onze liberale lijn eens was en is. Dat hoeft ook niet, maar een goed gesprek is dan wel op z’n plaats. Dat valt dan ook te verwachten van ons interview met de beste man op pagina 6. Overigens geschrokken bij het zien van Driemaster? Ik kan het me voorstellen. De redactie was echter erg benieuwd naar wat Geert Wilders voor de komende jaren in petto heeft en hoe ver hij wil gaan. Volgens velen is hij namelijk een van de oorzaken van het zetelverlies van de VVD – volgens hemzelf haalde hij daar hoogstens vier zetels vandaan. Zoals we van hem gewend
zijn is ook dit interview (pagina 16) niet mals en zijn de uitspraken pittig. Ik heb dan ook een vraag voor u. Wat wilt u eigenlijk? Sluit u zich aan bij zijn standpunt dat er de komende vijf jaar geen niet-westerse immigrant het land meer in mag? Driemaster biedt graag de ruimte voor deze discussie zodat wij als jonge liberalen ook over dit onderwerp ons geluid nog beter laten horen. Zoals ik bij mijn aantreden namelijk al liet weten wil ik de JOVD met deze jaargang van ons mooie blad prikkelen met inhoud. Eraan meewerken dat wij ons als liberale jongeren nog meer profileren en uitspreken over nog meer onderwerpen dan we nu al doen. Discussie opwekken en de lezer aan het denken zetten – de primaire taak van een opiniërend blad. Vanzelfsprekend wil dat niet zeggen dat de redactie het automatisch eens is met diegenen die wij ondervragen. Ik hoop wel dat de vingers een beetje jeuken en de hersens kraken na het lezen van iedere uitgave of een blik op onze website (www.driemaster. com). Ik hoop dan ook op respons. Paul Vereijken | Hoofdredacteur PS: Tijdens ledenvergaderingen wordt regelmatig geklaagd dat de aanwezigen zich slecht voorbereiden. De kandidaatstellingscommissie in de oude formatie doet de voorbereiding echter op geheel eigen wijze (zie foto).
I
NHOUDSOPGAVE
16 Geert Wilders wil af van cultuurrelativisme Wilders won negen zetels. Hoe ver wil hij de komende jaren gaan? Een pittig gesprek.
6 Zalm: ‘Principes zijn nooit gratis’ Driemaster interviewt de langstzittende minister van Financiën.
12 Statenverkiezingen vooral vuurdoop voor nieuw kabinet Het te vormen kabinet wordt op 7 maart getest.
20 Melkboer aan de
10 PFW: Discussie over utopia
11 Honderd eilanden in 4
het Markermeer
macht
De presidentsverkiezingen van Madagaskar belicht.
21 We lenen de aarde
van onze kinderen
het dier
Wat kan en gaat de Partij voor de Dieren bereiken?
Hoofdbestuur
Voorzitterswoord
23 Boekrecensie
banken
Monitaire politiek uitgelicht.
26 De emancipatie van
5
Hoofdredactioneel
14 Column Sander Janssen
22 De macht van de
2
24 Blijf van mijn lijf! 28 Pleidooi voor het universalisme
30 De paradox der
25 Profiel 27 Column Kiki Bakker 31 Onze Liberaal 32 Uit het land
democratie
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 3
H
oofdbestuur
Congresaankondiging
Kijk voor meer informatie op de website: www.jovd.nl/congres!
Campagnetour
:
Van 26 februari tot en met 2 maart vindt de JOVD-campagnetour plaats waarbij het Hoofdbestuur alle provincies zal bezoeken. Heb jij zin om samen met het Hoofdbestuur een of meerdere provincies aan te doen? Meld je dan nu aan bij Sabine Koebrugge via
[email protected].
Symposium “Milieu, Markt en Moraal” vrijdag 9 maart
Symposium “Defensie & Ethiek” vrijdag 23 maart
Foto Archief Sabine koebrugge
Kijk voor meer informatie op de website: www.jovd.nl
Ben JIJ de nieuwe JETI-directeur?!
We want you! Heb jij zin om het Hoofdbestuur te komen versterken?
Neem dan nu contact op met de kandidaatstellingscommissie via
[email protected].
4 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Na anderhalf jaar trouwe dienst danken wij Willem Buys hartelijk voor zijn grote inzet als JETI-directeur. Dit betekent echter wel dat wij nu voor 1 maart op zoek zijn naar een nieuwe enthousiaste JOVD’er die de nieuwe JETIdirecteur wil worden. Als JETI-directeur ben je nauw betrokken bij het opzetten en geven van cursussen en trainingen en wordt er van je verwacht dat je goede leidinggevende capaciteiten bezit en een langere termijn denker bent. Heb jij interesse in of nog vragen over deze mooie en leerzame functie die je veel mogelijkheden biedt, neem dan contact op met Jan van Run via
[email protected]. De deadline voor het solliciteren naar deze functie is 21 februari 2007.
Foto Thijs van Tol
Op 14 en 15 april zal er weer een spetterend JOVD Voorjaarscongres plaatsvinden, uiteraard zal ook dit congres voorzien zijn van een knalfeest, fantastische sprekers en inhoudelijke werkgroepen! Het thema van dit congres zal zijn “Back to the Future”!
V
OORZITTERSWOORD
H
oofdbestuur
Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie Post- en bezoekadres Herengracht 38a 2511 EJ Den Haag T 070 362 2433 F 070 361 7304 E-mail
[email protected] Website www.jovd.nl Foto Thijs van Tol
Hoofdbestuur Landelijk Voorzitter S.A. (Sabine) Koebrugge E
[email protected] T 06 - 51 878 763
H
et kersverse Hoofdbestuur zat nog maar net drie dagen toen de uitslag van de verkiezingen plaatsvond. De uitslag was niet zoals we gehoopt hadden, maar zoals het goede liberalen betaamt, gingen we niet bij de pakken neer zitten en gingen we direct over tot actie! Wij waren echter niet de enigen die in actie kwamen. Ook Rita Verdonk vond dat de uitslag een reactie van haar kant vereiste. Het feit dat zij als nummer twee meer stemmen had gekregen dan de lijsttrekker - een unieke situatie - leidde tot een “persconferentie” over het voorstel om de verkiezingsuitslag door een commissie te laten onderzoeken. Hoewel velen binnen haar partij hier grote vraagtekens bij plaatsten – de politiek leider was immers al gekozen - gingen zij en haar campagneteam onverstoorbaar door, zonder zich af te vragen of dit haar partij, waar zij zoveel stemmen voor had behaald, goed zou doen. Of er nog meer acties volgen van haar kant, blijft een verrassing. Als het aan haar campagneteam ligt in elk geval wel. In december was het de beurt aan de JOVD-leden om over te gaan tot actie. Het Politiek en Filosofisch Weekend stond volledig in het teken van actieve discussies tussen JOVD’ers onderling, maar ook met de interessante gastsprekers die graag een ethische discussie aanwakkerden of de JOVD’ers wat feitenkennis bijbrachten. Het waren echter niet alleen de gastsprekers die diepgaande discussies van de grond kregen. Ook de zeer gedreven Politiek Commissarissen wisten de deelnemers met verleidelijke stellingen goed uit de tent te lokken. Ik dank de deelnemers van het weekend en de Politiek Commissarissen dan ook hartelijk voor hun inzet om de po-
litieke discussies binnen onze vereniging weer op gang te krijgen! In de politiek is overgaan tot actie onvermijdelijk als je daadwerkelijk iets wilt bereiken. Dit hebben de homo-organisatie COC en de abortusklinieken goed begrepen. Met het vooruitzicht dat de ChristenUnie wel eens in het kabinet zou kunnen komen, hebben zij onmiddellijk aan de bel getrokken bij deze partij. Zo heeft het COC aan Rouvoet proberen uit te leggen hoe belangrijk homorechten zijn en zij verwacht dit na de formatie ook weer zwart op wit te zien. De abortusklinieken maakten op hun beurt duidelijk dat abortussen niet zomaar gedaan worden en dat zij alleen aborteren indien de patiënte zich voldoende bewust is van haar keuze. Ook voor de JOVD zijn deze ethische kwesties van groot belang. Zodra het CDA, de ChristenUnie en de PvdA besluiten in het nieuwe kabinet de homorechten te schenden en abortussen te verbieden, zullen wij niet terugdeinzen om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Het zou immers van de zotte zijn als de JOVD-commissie Gay Lesbian Bisexual Transgender (GLBT), die opgericht is om homorechten internationaal te verdedigen, zich op ons eigen land moet gaan richten!
Algemeen Secretaris (wnd.) J.J.W. (Jan) van Run E
[email protected] T 06 - 28 484 107 Landelijk Penningmeester S.J.C. (Servaas) Houben E
[email protected] T 06 - 14 025 523 Vice-Voorzitter Politiek (wnd.) C.C.E. (Ingrid) Jansen E
[email protected] T 06 - 46 603 592 Algemeen Bestuurslid Internationaal en Vorming & Scholing J.J.W. (Jan) van Run E
[email protected] T 06 - 28 484 107 Algemeen Organisatie, Promotie & Ledenwerving C.C.E. (Ingrid) Jansen E
[email protected] T 06 - 46 603 592
In actie komen is wat ik, samen met de andere Hoofdbestuurders ga doen, zo vaak als nodig is om het liberale gedachtegoed te verspreiden. Hopelijk doen wij dit samen met vele andere JOVD’ers die ook allen bereid zijn om in actie te komen. Jullie kunnen op mij rekenen, ik ook op jullie? Sabine Koebrugge | Landelijk Voorzitter
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 5
I
NTERVIEW
Gerrit Zalm:
Foto Thijs van Tol
‘Principes zijn nooit gratis’ 6 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Gerrit Zalm
Hij leent oneliners van Frits Bolkestein om te illustreren dat hij strenger is dan een politicus. Hij is de langstzittende minister van Financiën in de Nederlandse geschiedenis. Gerrit Zalm (54) is bekend om zijn schaterlach en door de JOVD uitgeroepen tot Liberaal van het Jaar.
I
k heb geen idee”, roept Zalm hard als we hem vragen waarom hij denkt dat hij door de JOVD tot Liberaal van het Jaar is uitgeroepen. “Ik ben liberaal – en dat schijnt ‘streng’ te zijn – en heb op de centjes gepast. Je moet weggaan wil je eer krijgen.” Lachend daaraan toevoegend: “Op de begrafenis krijg je altijd de mooiste woorden.” DOOR Michiel van Raaij en Mark Reijman Zalm is een praktisch ingestelde liberaal. “Ik ben geen ideologische fijnslijper, maar iemand die tot oplossingen wil komen. Daar is liberalisme prima voor – eigen verantwoordelijkheid voorop stellen et cetera – maar er zijn momenten dat je als liberaal zegt: ‘Ik wil iets doen’. Dat geldt bijvoorbeeld voor het ‘softe’ onderwerp van de voorschoolse educatie voor kinderen met een taalachterstand. Ik ben ervoor om dat te pushen en misschien zelfs verplicht te
‘Ik ben voor een flat tax’ stellen. Daardoor maken die mensen later weer kans om wat van hun leven te maken, want als je in het begin de boot mist, dan mis je die later vaak ook. Ik ben dus geen libertair in de zin dat de overheid niets goed kan doen, maar ik ken – misschien omdat ik er al zo lang werk – ook wel de beperkingen van de overheid.” Financiën “Wat betreft liberale wetgeving ben ik het meest trots op de recente belastingherziening voor ondernemers, met drastisch lagere tarieven en een verbreding van de grondslag. Die is overigens grotendeels door henzelf ‘betaald’ doordat we allerlei bijzondere faciliteiten hebben ingeperkt, zoals het maar achter je aanslepen van verliezen die je steeds mag verrekenen. Door die beperkingen kun je de tarieven verlagen voor de echt succesvolle ondernemingen, ten koste van activiteiten die niets met succes te maken hebben.” Zalm geeft aan de afgelopen twaalf jaar vast wel eens een steekje te hebben laten vallen, maar geen grote. “Over het geheel genomen is het beleid succesvol geweest. De collectieve uitgaven als percentage van het nationaal inkomen zijn gedaald van 55 procent naar 45 procent. Van Europese hoogvlieger zijn we naar iets onder het gemiddelde gegaan. De economische groei is sterker geweest
dan in de rest van Europa, net als de werkgelegenheidsontwikkeling. Ten slotte is de staatsschuld verminderd van bijna 80 procent van het BBP tot onder de 50 procent.” Hoe denkt Zalm eigenlijk over de staatsschuld? “We moeten het begrotingsoverschot gebruiken om de staatsschuld versneld af te lossen in verband met de vergrijzing. Qua begrotingsoverschot, met twee tot drie procent, zijn alleen de Scandinavische landen verder dan wij. Maar wat betreft de omvang van de publieke sector en de hoge belastingdruk zijn zij weer een minder inspirerend voorbeeld.” In de kritiek van Pim Fortuyn, dat er in de vette jaren onder Paars te weinig is gespaard, kan Zalm zich wel enigszins vinden. “De spelregels zijn daarna ook verscherpt. We hebben nu de afspraak dat als je in een hoogconjunctuur terechtkomt, je het plafond niet helemaal vol maakt. Ten tijde van Paars was de algemene analyse niet dat we in een hoogconjunctuur zaten; zowel CPB als Europese Commissie dachten dat we een structureel overschot hadden. Dan blijkt dat je je kunt vergissen.” Zal het volgende kabinet zich aan zijn befaamde ‘Zalmnorm’ houden? “Afgaand op de verkiezingsprogramma’s overleven de belangrijkste elementen van de Zalmnorm, zoals het niet-benutten van inkomstenmeevallers en geen procyclisch beleid. Maar ik moet eerst nog zien of ze dat ook daadwerkelijk gaan afspreken, want het beperkt natuurlijk wel je mogelijkheden. En zoals Bolkestein wel eens heeft gezegd: ‘Het aanleggen van reserves door een politicus, is zo ongeveer hetzelfde als een voorraad worst aanleggen door een hond’.” Politiek We vragen de minister hoe het immigratiebeleid en het vrij verkeer van personen met elkaar te verenigen zijn. Zalm: “We hebben ons beleid zowel verkrapt als verruimd en dat lijkt me per saldo een goede zaak. Je wilt natuurlijk een herhaling van integratieproblematiek voorkomen en het oude, losbandige immigratiebeleid veroorzaakte dat juist, omdat we veel laagopgeleide - soms zelfs analfabete - immigranten naar Nederland haalden die maar moeilijk konden integreren. Door eisen op het gebied van partner, inkomen en taalvaardigheid te stellen creëer je betere kansen voor diegenen die onder die condities het land binnenkomen. Tegelijk hebben we voor kenniswerkers de immigratie versoepeld indien NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 7
INTERVIEW
Een totaalverbod op kredietreclame of kredietverlening aan lage inkomens vindt Zalm te ver gaan, maar wel is er een heel pakket aan maatregelen gekomen. “Je kunt denken aan strengere regelgeving op het gebied van reclame en voorlichting, strengere controle door de AFM (Autoriteit Financiële Markten), uitbreiding van de kredietregistratie tot bijvoorbeeld huurschulden en het verlagen van het maximum rentepercentage.” Maar ook voor de liberale gedachte is plaats bij Zalm: “Er zijn meer middelen uitgetrokken voor schuldsanering en ook gaat het ministerie samen met de financiële sector en de consumentenbond zich bezig houden met educatie; de mensen opvoeden en bewust maken, zodat ze beter van hun vrijheid gebruik kunnen maken.” Natuurlijk komt ook het in Den Haag gevreesde ‘H-woord’ ter sprake. Zalm: “Wat betreft de hypotheekrenteaftrek zit er een zeker paternalistisch element in het beleid van de VVD in de zin dat
wij het eigen woningbezit belangrijk vinden. Mensen gaan toch anders om met hun eigen woning, dan met een huurwoning en dat heeft ook effect op de kwaliteit van buurt en omgeving. Wel zijn de zijpaden nu afgesneden, omdat mensen met hun hypotheekverhoging gingen beleggen of een boot gingen kopen.” Tegelijk ziet Zalm niets in het financieel aantrekkelijker maken van de ‘halalhypotheek’. “Nee, als je principieel geen rente wilt betalen, krijg je principieel ook geen renteaftrek. Principes zijn nooit gratis.” Wel is Zalm voorstander van de flat tax, maar onderkent dat in-
‘Het stemsysteem van de JOVD is verschrikkelijk ouderwets’ voering buitengewoon ingewikkeld is zonder dramatische koopkrachteffecten. “Het zal immers niet de bedoeling zijn dat we iedereen tegen 52 procent gaan heffen, maar rond de 35 procent. Dat betekent dat je voor jaren achtereen alleen belastingverlaging bereikt voor modaal en hoger als je niet enorm compenseert. De enige manier om de flat tax dan in te voeren en toch lastenverlichting aan de onderkant in te voeren, is om de heffingsvrije voet groter te maken en dan heb je dus twee grote kostenposten. Dan kun je zeggen: dan gaan we de andere belastingen verhogen – accijnzen, BTW. Nee, het lijkt makkelijker dan het is.” “Desalniettemin zijn wij de enige grote partij die ruimte wilde maken voor belastingverlaging. Het is al niet eenvoudig om met toenemende vergrijzinglasten, ook nog lastenverlichting in het spel te brengen. Daarom hebben we in ons verkiezingsprogramma gezegd: alle schijven drie procentpunten eraf. En dus relatief meer aan de onderkant, waardoor we op het gebied van de arbeidsmarkt goede resultaten konden boeken en we konden zeggen: we koppelen de uitkeringen aan de prijsstijging, in plaats van aan de loonstijging. Werken ten opzichte van niet-werken wordt ook aantrekkelijker. Dus dat zat wel slim in elkaar, al zeg ik het zelf.”
Foto Thijs van Tol
Partijen Zalm adviseerde Wouter Bos om in het kabinet plaats te nemen, maar Wouter Bos gaf aan dat hij de leider van de PvdA in de fractie ziet. Zalm: “Vanuit zijn optiek lijkt het kabinet me een verstandige keuze. Wouter Bos heeft een ‘hands-on’ mentaliteit, negatief geformuleerd; hij is een controlfreak. Als Bos de touwtjes in handen wil houden vanuit de Tweede Kamer dient hij zijn ministers bijna onder curatele te stellen, wat weer de dood is van het dualisme. Als Bos in het kabinet zit, is hij veel meer ‘in control’ en als minis-
8 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Gerrit Zalm (Enkhuizen, 6 mei 1952) is nog even minister van Financiën en vice-premier. Hij studeerde Algemene Economie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Voor zijn politieke carrière was Zalm onder meer directeur van het Centraal Planbureau, bijzonder hoogleraar economische politiek en ambtenaar op het ministerie van Financiën. In 1986 maakte hij de overstap van PvdA naar VVD. In 19942002 was Zalm minister van Financiën en daarna fractievoorzitter van de VVD (2002-2003). Bij de verkiezingen van 2003 was Zalm VVD-lijsttrekker.
Foto Thijs van Tol
hun inkomen een bepaald niveau heeft.” Daaraan toevoegend: “Hoewel ik mij heb laten vertellen dat er onder die regeling ook nog een topprostituee Nederland wist binnen te komen.”
Foto Thijs van Tol
GerRit Zalm
ter van Financiën en vice-premier zal hij een behoorlijke invloed hebben.” Zalm denkt niet dat de VVD naar rechts moet verschuiven om Geert Wilders de wind uit de zeilen te nemen. “Wilders is in tegenstelling tot de VVD echt antireligieus en te rabiaat voor de VVD-stemmers. De VVD heeft altijd de stelling gehuldigd dat katholieken, protestanten, atheïsten, moslims, iedereen bij de VVD terechtkan; we hebben zelfs nog een boeddhist in de fractie gehad; Erica Terpstra!” Maar is een beetje meer Verdonk dan Rutte toch niet verstandig? “Ik heb inhoudelijk bijna geen verschil kunnen ontdekken tussen die twee en de ‘uitglijders’ van Verdonk tijdens debatten over de hypotheekrenteaftrek en het verplicht mengen van scholen zijn eerder links dan rechts te noemen. Het imago is natuurlijk wel heel verschillend; de ‘ijzeren tante’ versus de ‘socio’. Maar de sociale vaardigheden en optimistische inslag die Rutte biedt is wat mij betreft geenszins voorbehouden aan ‘linkse’ mensen. VVD & JOVD We vragen of Zalm een analyse kan geven van het verlies van de VVD bij de laatste verkiezingen. “Het verlies van de VVD in de afgelopen verkiezingen is treurig, maar verklaarbaar. Ten eerste hebben we de afgelopen paar jaar stevige hervormingen doorgevoerd. Dat heeft goede resultaten opgeleverd, maar het leidt wellicht ook tot een zekere moeheid bij de bevolking. De kiezer vraagt zich af waarom ze verdere hervormingen nodig hebben als het weer goed gaat met de economie. De VVD wilde als enige doorgaan met de hervormingen. Het is jammer dat degenen die de conservatieve kaart hebben gespeeld – ‘jongens, het is wel even goed zo’ – de sympathie van de bevolking hebben gekregen. Ik heb wel eens gezegd dat je het dak moet repareren als de zon schijnt, maar dan gaan de mensen meestal in het gras liggen. De tweede handicap was dat onze lijsttrekker niet kon claimen dat het allemaal dankzij hem zo goed was gegaan. Ten derde was er
natuurlijk de geur van verdeeldheid die over de partij hing.” Toch gelooft Zalm niet dat het liberalisme op zijn retour is, integendeel. “Dat is ook niet iets dat je Europa-breed ziet. Op zich heeft het voor de VVD ook voordelen om eens vier jaar in de oppositie te zitten; even jezelf bezinnen. En wellicht dat we daarna weer geroepen worden om wat er in de tussentijd allemaal is misgegaan, weer te corrigeren.” Herkent Zalm de spanning tussen Rutte en Verdonk in zijn eigen ‘leiderschapsstrijd’ met Jozias van Aartsen? Zalm: “Ik ben rechtstreeks gekozen tot lijsttrekker door de leden van de VVD en toen ik in het kabinet kwam had men opnieuw verkiezingen moeten uitschrijven bij de leden en niet de fractie de partijleider laten kiezen. Ik had legitimatie van de leden, Jozias van de fractie en daar zat natuurlijk wrijving tussen. Het was gedeeltelijk ook een gepercipieerd probleem; zoveel maakt het ook weer niet uit of je iemand een titel geeft die volgens de statuten niet bestaat.” Zalm staat dan ook nog steeds achter het kiezen van de lijsttrekker door de leden, mét een kleine kanttekening: “Je moet wel helderheid hebben dat als je verliest je ook geen ambitie meer hebt, behalve tweede man of vrouw te zijn.” Zalm geeft Rutte het advies nu de tijd te nemen een koers uit te zetten, stabiliteit uit te stralen en de discussie binnen de partij aan te wakkeren. Heel anders gaat het er aan toe bij de JOVD; haar bestuur wordt nog steeds (voornamelijk) door afdelingen in plaats van leden gekozen. Zalm: “Ja, dat is verschrikkelijk ouderwets; de aanwezige leden op de landelijke vergadering dienen het bestuur te kiezen. One man, one vote.” Michiel van Raaij en Mark Reijman zijn bureauredacteuren van dit blad.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 9
V
PFW: Discussie over utopia
H
oe ziet het ideale Nederland, of sterker nog de ideale staat eruit? Op het afgelopen Politiek en Filosofisch Weekend (PFW) stond het ideaalbeeld – utopia - centraal. Tijdens het weekend werd er dan ook over een divers aantal onderwerpen gediscussieerd om uiteindelijk een stap dichter bij het antwoord op de vraag te komen. Driemaster bezocht een aantal sessies en doet verslag. DOOR Driemaster Van oudsher speelt het PFW al een belangrijke rol binnen de JOVD. Via onder andere moties en notities worden de mening en standpunten van onze jongerenorganisatie bepaald, maar het bekende weekend staat centraal als denktank voor zowel de politieke als filosofische discussie binnen de vereniging. Ieder jaar wordt er minstens één zo een weekend georganiseerd. Aan de hand van sessies wordt er – met een inleiding door een gastspreker – over allerlei zaken gesproken. Duurzaamheid Na een inleiding door Alexander Kamminga (JOVD denktank Duurzaamheid) hielden Cornelie Richert (Telderstichting) en JOVD’er Sander Janssen (Haya van Somerenstichting) vanuit respectievelijk het klassiek- en ontplooiingsliberalisme een betoog over duurzaamheid. Geen gemakkelijke taak, maar desondanks kwamen er enkele opvallende punten naar voren. Zo liet Richert met argumenten ‘wat niet leeft, heeft geen rechten’ dat in haar Dezealspassage is gerectificeert. Demerken gewijzigde ogen de duurzaamheidgedachte enigszins ophoudt na het eigen tekst is te lezen via www.driemaster.com. bestaan. Janssen motiveerde daarentegen dat het wel degelijk van belang is om verder te denken dan de eigen generatie. Beiden wisten daarmee de aanwezigen goed te prikkelen en de JOVD’ers debatteerden dan ook over het feit of het ongeboren kind al rechten heeft, oftewel: moet je in jouw bestaan rekening houden met de toekomst van de volgende generatie? De meningen waren verdeeld en de JOVD kan zich ook op dit vlak voorbereiden op een goede en vooral ethische discussie. Gekozen burgemeester Tijdens deze sessie draaide het om een van de stokpaardjes van D66: de toekomst van de gekozen burgemeester. In de huidige situatie is het zo dat de Kroon de burgemeester benoemt, maar aangezien de gemeenteraad steeds meer invloed op deze beslissing krijgt en zelfs een voordracht kan doen, zwakt dit systeem langzaam af. De aanwezige JOVD’ers bediscussieerden de toekomst van dit systeem. Houden we het bij benoeming door de Kroon, laten we de raad beslissen of kiest het volk? Diverse varianten zijn besproken, zoals verkiezingen met twee rondes, waarbij in de tweede ronde de twee hoogst scorenden uit de eerste ronde het tegen elkaar opnemen om zo de absolute meerderheid te behalen. De JOVD’ers verschilden echter erg van mening. Er was dan ook geen algeheel sentiment te bespeuren.
10 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Defensie en ethiek Mag je in een land waar zich een conflict afspeelt ingrijpen én daarna – onder het motto van het verspreiden van de democratie – de inwoners van dat land de democratie als staatsvorm opleggen? Die vraag stelde Politiek Commissaris Defensie Jeroen Diepemaat de aanwezigen waarna er een uitgebreide discussie plaatsvond. Om tot een mening te komen waarin alle discussiërende JOVD’ers zich konden vinden, duurde het debat helaas te kort. Nederlands journalist (Vrij Nederland), politicoloog en defensiespecialist prof. dr. Ko Colijn had zich inmiddels onder het gezelschap gemengd. Hij wist de aanwezigen te boeien met de simpele vraag waar iemands loyaliteit begint. Zoals het een echte defensiespecialist betaamt wist hij dit te illustreren door te vragen naar welke plek je terugvalt als je aangevallen wordt. Strijd je dan voor de straat waarin je geboren bent, je woonplaats, provincie, land of zelfs werelddeel? Ironisch genoeg bleek dat hoe werelds de aanwezigen zich ook maar voelden ze doorgaans uiteindelijk terugvielen op hun eigen land, provincie of zelfs woonplaats. Een enkeling ging zelfs nog verder door vrienden en familie te noemen als datgene waaraan hij of zij uiteindelijk loyaal was. Een soort van paradox der globalisering. Hoe mondiaal de mensheid ook is gaan denken, uiteindelijk vallen we allemaal terug op dat kleine stukje aarde waar we ooit de eerste stappen hebben gezet. Orgaandonatie Het systeem waarmee orgaandonatie bij overlijden wordt vastgelegd staat nog altijd ter discussie. Momenteel is het zo dat iedereen die de leeftijd van achttien jaar bereikt een brief ontvangt met daarbij het verzoek om aan te geven of je donor wilt worden of niet. De JOVD’ers die deelnamen aan de discussie vonden dat er nu nog te weinig keuzemogelijkheid was. Het idee dat er na je overlijden van alles kan gebeuren met je organen vonden ze namelijk wat minder. Het idee dat je organen in een moordenaar - of voor een enkeling zelfs in een socialist - terecht konden komen was een obstakel om donor te worden. Er waren echter enkelen die ieder mensenleven gelijkwaardig vonden, maar dat was niet het algemene sentiment. Door één van de aanwezigen werd opgemerkt dat het donorcodicil eigenlijk een testament van je lichaam moet worden, zoals dat nu al bestaat voor je bezittingen. Echter is de kans dat een dergelijk systeem er komt zeer gering. Alle besproken onderwerp zullen binnen de vereniging nog nader worden uitgewerkt en bediscussieerd. Via de website, nieuwsbrief en ook via Driemaster word je daarvan op de hoogte gehouden. Om de discussie al enigszins aan te wakkeren staan enkele artikelen van de Politiek Commissarissen in deze Driemaster. Het eerst volgende Politiek en Filosofisch Weekend wordt begin juni gehouden. Meer informatie zal verschijnen op de website of via de nieuwsbrief van het Hoofdbestuur.
illustratie Michiel van Raaij
Erslag
O illustratie Michiel van Raaij
Pinie
Honderd eilanden in het Markermeer
W
aar zou je zelf graag willen wonen als je eenmaal een baan hebt en misschien zelfs een gezin? De meeste mensen willen na hun studententijd het liefst in een vrijstaand huis met een tuin in een rustige buurt wonen. De opeenvolgende kabinetten hebben de afgelopen decennia echter een heel andere agenda gevolgd; die van de compacte stad.
appartement in de stad hebben mensen een huisje in het groen voor de weekenden en de vakanties. In de tweede situatie staat het model van het groenstedelijk wonen centraal. Mensen wonen dan in een villa in een ruim opgezette, groene wijk aan de rand van de stad. Hoewel het laatste kabinet-Balkenende wel toespelingen maakte richting het groenstedelijk wonen is dit op geen enkele manier geconcretiseerd. En zodoende groeit het bezit van een tweede huis al jaren gestaag.
DOOR Michiel van Raaij De overheid eist momenteel dat 40 procent van alle nieuwe bebouwing bínnen het huidige stedelijke gebied een plek krijgt om het platteland open te houden. Maar het effect is dat groen in de stad wordt vervangen door rood; bebouwing. Bovendien worden er vooral appartementen gebouwd, omdat je daarmee meer woningen kwijt kunt op de kleine kavels in de stad. De grote vraag is: willen we op lange termijn wel zo wonen? ‘Nee’, zeggen de milieuorganisaties, die de hoeveelheid groen en de ecologische diversiteit in de steden achteruit zien hollen. ‘Nee’, zegt de markt. Appartementen staan gemiddeld twee keer zo lang te koop als andere woningen. ‘Nee’, zeggen de 121.000 mensen die vorig jaar zijn geëmigreerd naar het buitenland, op zoek naar een mooiere plek om te wonen. Compacte stad vs. groenstedelijk wonen “Er zijn steeds meer aanwijzingen dat werken het wonen volgt en niet andersom. Ook migratiestromen lijken steeds minder gedreven te worden door arbeidsmarktoverwegingen dan door het aanbod op de woningmarkt”, constateerde J. Goossens, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers, op de jaarvergadering in november 2006. “Juist met het oog op Europa wordt de groene kwaliteit van een stad steeds belangrijker in de internationale concurrentie.” De huizen die in de Verenigde Staten gebouwd worden zijn de afgelopen 50 jaar 2,5 keer zo groot geworden. In Nederland heeft een vergelijkbare welvaartsgroei plaatsgevonden. Een oud huis, waar vroeger een heel gezin in woonde, wordt nu verbouwd tot bachelor-pad. Onze huizen zullen blijven groeien met onze welvaart. Het huidige beleid van de compacte stad ontkent dit. Maar de markt doet haar werk. Omdat de groei van de woningen in de stad achterblijft, hebben steeds meer mensen een tweede huis buiten de stad. Zo dienen zich twee toekomstscenario’s aan. In de eerste situatie blijft het model van de compacte stad centraal staan. Naast een
Markermeer als oplossing Elke discussie over ruimer wonen wordt gesmoord door één argument: het buitengebied moet open blijven. Het is mogelijk ruimte te maken door Schiphol naar de Noordzee te verplaatsen. Een andere, interessantere optie doet zich voor aan de andere kant van Amsterdam, het Markermeer. De keuze voor Amsterdam is niet toevallig. Amsterdam is door de daar gevestigde creatieve, hoogwaardige bedrijvigheid de enige Nederlandse stad die internationaal werkelijk meetelt. In Amsterdam groeit de werkgelegenheid al jaren het hardst, met als gevolg dat de woningmarkt daar de krapste van Nederland is. Om de overspannen woningmarkt van Amsterdam lucht te geven is de Flevopolder drooggelegd en bebouwd. Almere is al decennia lang de snelstgroeiende stad van Nederland. Maar recentelijk kondigde de gemeente Almere een bouwstop af, uit protest tegen het uitblijven van oplossingen voor de enorme files richting Amsterdam. Mogelijke oplossingen: een extra snelweg door het Gooi, een nieuwe (openbaarvervoers)as dwars over het IJ of een nieuwe verbinding vanuit Almere naar Amsterdam-Noord. Deze laatste optie zou een (ten dele) ontwikkeling van het Markermeer plotseling heel interessant maken. Ooit bedacht om nog eens droog te leggen als polder, is het Markermeer blijven liggen. Het water is op dit moment te diep voor vogels, maar te ondiep voor vissen. Elke interventie – verdieping of verzanding – zou het milieu ten goede komen. Wat je ook doet, het wordt altijd beter. Honderd eilanden die vanuit de lucht gezien samen de pixels vormen van een enorme tulp of drijvende enclaves die samen een gedicht vormen van onze dichter des vaderlands. In het Markermeer ligt de ruimte om een woonmilieu te realiseren waarvoor hoogopgeleiden naar Nederland verhuizen. Zonder groenstedelijk wonen verliest Nederland de internationale concurrentieslag. Michiel van Raaij is bureauredacteur van dit blad NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 11
A
Chtergrond
Hoewel de Provinciale Statenverkeizingen qua bekendheid onder de kiezer vanouds laag scoren zijn ze van groot belang voor de politieke kopstukken. Het is dan ook niet gek dat Balkenende, Bos en Rouvoet vóór 7 maart een nieuwe kabinet op het bordes willen zien staan. Op de avond zelf is het namelijk hun eerste moment van de waarheid.
Statenverkiezingen vooral vuurdoop voor nieuw kabinet
T
erwijl de onderhandelingen over het nieuwe regeerakkoord nog niet zijn afgerond komen de Provinciale Statenverkiezingen dichtbij. Hoewel de kiezer vrij onbekend is met de Staten zijn de verkiezingen van groot belang. De zevende dag van maart is namelijk een proef voor het toekomstig kabinet.
Noord-Holland Inwoners 2.595.294 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 83 Zetels PS vanaf 2007 55
Fle
DOOR Paul Vereijken
Inwo Zete Zete
De kiezer is nauwelijks bekend met het bestuur van zijn provincie. Uit de Politieke Barometer van onderzoeksbureau Interview-NSS blijkt dat minder dan twintig procent van Nederland weet dat er op 7 maart verkiezingen zijn. Provinciale politici zijn vrijwel onbekend bij de kiezer, slechts drie op de tien Nederlanders is bekend met de politieke figuren in de provincie. Wat deze politiek exact voor taken heeft is voor de burger evenmin bekend en ook hier komt het voor hen vaak op gissen neer. Dat de Eerste Kamer door de leden van de Staten gekozen wordt is slechts bij een op de drie Nederlanders bekend, zo blijkt uit het onderzoek. Er mag dus terecht verondersteld worden dat de aankomende verkiezingen vele malen onbekender zijn dan de landelijke of gemeentelijke variant.
Het gevaar van rechts Dat de onderhandelaars maar al te graag vóór de Statenverkiezingen het nieuwe kabinet en regeerakkoord opgesteld en aangenomen hebben is dan ook niet gek. Als namelijk blijkt dat over het hele land gezien het CDA samen met de Pvda en de ChristenUnie geen meerderheid haalt, is dat koren op de molen voor de aankomende oppositie in de Tweede Kamer. Die zullen de drie partijen dan flink aan de tand voelen over het feit dat de verkiezingen van 7 maart hebben uitgewezen dat het nieuwe kabinet achteraf toch op minder steun kan rekenen. 12 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Inwoners 3.452.323 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 83 Zetels PS vanaf 2007 55
illustratie Thijs van Tol
Helemaal verrassend is dat niet. Lokale en provinciale media besteden vaak wel aandacht aan de verkiezingen, maar ook dat blijft beperkt. Landelijke media kunnen er vaak maar weinig aandacht aan besteden omdat er maar een aantal onderwerpen zijn waarbij de provincies onderling overeenkomsten vertonen. Ook voor de aankomende verkiezingen zijn er slechts een paar onderwerpen die landelijk belicht kunnen worden, maar de kans is groot dat ook dat slechts beperkt blijft. De focus zal namelijk liggen op de invloed die de uitslag op de formatie heeft.
Zuid-Holland
Zeeland Inwoners 379.948 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 47 Zetels PS vanaf 2007 39
Utrecht
Inwoners 1.171.356 (1-1 Zetels PS tot 2007 63 Zetels PS vanaf 2007 47
Noord-Brabant
Inwoners 2.410.649 (1-1-0 Zetels PS tot 2007 79 Zetels PS vanaf 2007 55
De kans dat dat scenario ook werkelijkheid wordt is natuurlijk afhankelijk van de campagnes die de partijen voeren, maar is wel al enigszins te voorspellen. Bij de linkse kiezer zal vooral het feit dat de SP uit de formatie stapte nog vers in het geheugen liggen. De kans dat de socialisten meer zetels halen dan bij de landelijke verkiezingen moet echter ook gerelativeerd worden. Nadat SPfractievoorzitter Jan Marijnissen uit de formatie stapte bleef het namelijk redelijk rustig aan de linkerflank van de landelijke politiek. Vooralsnog ziet het er dus niet naar uit dat de PvdA veel van haar
Statenverkiezingen vooral vuurdoop voor nieuw Kabinet
Groningen Inwoners 574.469 (1-1-06) Zetels PS tot 2007 55 Zetels PS vanaf 2007 43
Friesland Inwoners 642.230 (1-1-06) Zetels PS tot 2007 55 Zetels PS vanaf 2007 43
Drenthe Inwoners 483.173 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 51 Zetels PS vanaf 2007 41
Overijssel
Flevoland
Inwoners 1.109.250 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 63 Zetels PS vanaf 2007 47
Inwoners 370.656 (1-1-06) Zetels PS tot 2007 47 Zetels PS vanaf 2007 39
t
.171.356 (1-1-05) ot 2007 63 anaf 2007 47
Gelderland Inwoners 1.970.865 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 75 Zetels PS vanaf 2007 53
rabant
10.649 (1-1-05) 2007 79 naf 2007 55
Limburg Inwoners 1.135.962 (1-1-05) Zetels PS tot 2007 63 Zetels PS vanaf 2007 47
kiezers van de Kamerverkiezingen af zal moeten geven aan de SP in de provincies. Rechts van het midden is er echter meer kans voor de oppositie. De Partij voor de Vrijheid van Limburger Geert Wilders die afgelopen 22 november nog negen zetels wist te behalen doet namelijk niet mee in maart. De provinciale kopstukken van de VVD kunnen daardoor de zetels die Wilders landelijk van hen af wist te pakken weer terugwinnen. Veel concurrentie ligt er voor hen ook niet op de loer, de provinciale versies van Leefbaar Nederland bezitten doorgaans slechts één of twee zetels. Voor de drie onderhandelaars loert het gevaar dus meer van rechts. Als de VVD erin slaagt om zo hoog te scoren in de uitslag dat er samen met het CDA een landelijke meerderheid behaald kan worden kan dat voor enige onrust in de formatie zorgen. Als dat scenario namelijk waarheid wordt zou blijken dat op 7 maart de provinciale kiezer wel zijn steun aan het gevoerde beleid van de afgelopen tijd geeft. Meerderheid CDA, PvdA en ChristenUnie Ook voor nieuwe partijen die wel meedoen aan de Statenverkiezingen hoeft het zittende elan niet al te bang te zijn. De Partij voor de Dieren die in de landelijke verkiezingen twee zetels heeft behaald doet bijvoorbeeld wel mee tijdens de verkiezingen, maar botst enigszins op tegen een wijziging in de Provinciewet. Momenteel zijn er namelijk in totaal 764 zetels in de Staten, maar na de verkiezingen van 7 maart zijn dat er nog slechts 564. Daardoor moeten er logischerwijs meer stemmen voor één zetel behaald worden, wat het dus vooral voor kleine partijen moeilijker maakt om zich ook in de Staten vertegenwoordigd te zien. Dezelfde scenario’s gaan op voor de Eerste Kamerverkiezingen. De leden van de Senaat worden namelijk door de Statenleden gekozen – zogenaamde getrapte verkiezingen. Het enige verschil is echter dat de Statenleden niet allemaal een even zware stem hebben bij deze verkiezingen. Die is namelijk afhankelijk van het aantal inwoners van de provincie. Dit systeem zorgt ervoor dat een partij in Zuid-Holland wel minder zetels kan hebben dan diezelfde partij in Flevoland, maar toch meer invloed kan uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Voor het CDA, de PvdA en de ChristenUnie is het ook hier wederom van belang dat er in de Senaat een meerderheid gehaald wordt. Buiten het feit dat het scenario dat deze partijen geen meerderheid zouden halen wat onrust op zou leveren, betekent het dan ook nog dat het moeilijker wordt om de plannen van de nieuwe regering door de Eerste Kamer te loodsen. De kans dat er aan de linkerflank een verschuiving richting de SP plaats zal vinden is ook hier niet erg groot. Aan de rechterkant is deze wederom wel ietwat groter aangezien ook bij deze verkiezingen de partij van Wilders vooralsnog niet mee lijkt te gaan doen. Een gestroomlijnde campagne met zowel voorname provinciale punten als landelijke overeenkomsten tussen de provincies, is voor het CDA, de PvdA en de ChristenUnie dus essentieel. Alleen dan kunnen ze ervoor zorgen dat ze de kiezer in het hart raken met de provinciale punten en dat ze door het laten zien van de landelijke overeenkomsten het vertrouwen dat ze op 22 november hebben gekregen nog steeds mogen verwachten. Paul Vereijken is hoofdredacteur van dit blad. NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER |13
C
OLUMN
Who is next?
M
ijn vorige column ging onder andere over Jochem de Bruin van de Rabobank. Hij heeft na het verschijnen van mijn column besloten om direct bij de Boerenleenbank weg te gaan. Sterker nog: hij heeft het land per direct verlaten en is naar Zweden vertrokken. Daar is de privacy van het individu waarschijnlijk beter geregeld. Nou kan ik in deze column natuurlijk een heleboel andere namen gaan noemen en hopen dat die dan ook binnen enkele maanden Nederland verlaten, maar ik vrees dat het land dan zeer leeg zal raken, hoewel een stuk liberaler! Terwijl ik deze column schrijf bevind ik mij in het mooie Karintië in Oostenrijk voor een bijna-niet-wintersportvakantie. Er ligt namelijk zo weinig sneeuw dat het niet echt prettig skiën is. De skileraren struikelen over elkaar heen om les te kunnen geven aan de weinige toeristen die er zijn of zitten mokkend bij elkaar in een café. De verwarming van de aarde heeft dus ook hier haar effect. Let wel: ik schrijf ‘de verwarming van de aarde’ en niet het zogenaamde broeikaseffect.
Foto Benjamin Derksen
De ongekende warmte van de afgelopen maanden heeft ook bij de meeste Nederlanders het hoofd rood doen aanlopen. De winst van links is niet anders te verklaren. Welk weldenkend individu stemt immers op CDA, PvdA of nog erger: CU en SP? Naast de VVD en voor een klein deel D66 zijn er alleen maar socialistische partijen in het Nederlandse parlement gekomen. Ja, u leest het goed, ik ben van mening dat christen-democraten en niet zo democratische christenen (CU) ook socialisten zijn. De christen-democratie is een prehistorische versie van het hedendaagse socialisme. Toen het eerste socialistische boek door een conventie van kerkelijke leiders werd samengesteld, namelijk de bijbel, waren ze al goed in dat waar links goed in is, namelijk leugens, halve waarheden en delen van de waarheid weglaten (zie het evangelie van Thomas en Judas). Ook de positie van personen in de samenleving werd geregeld. Rijken moesten voor de armen zorgen (barmhartigheid) en vrouwen mochten niets, behalve kinderen werpen en koken. Tegenwoordig is het nog niet veel beter met de christen-democratie, want nog steeds zijn zij net als de moderne socialisten wars van veranderingen en onderdrukken zij graag het individu vanuit de massa, God of vanuit de massa die in God gelooft. De meeste mensen die geloven of socialist zijn, zijn gewoon te bang om met verantwoordelijkheid te leven. “De duivel heeft het gedaan”, “Je hebt niet genoeg naar God geluisterd” of zoals een socialist zou zeggen: “Het groot kapitaal heeft het gedaan” of “Je hebt niet naar Marijnissen geluisterd”. Marijnissen en God liggen trouwens wel heel dicht bij elkaar. Beiden willen niet dat het individu denkt, zijn absolute leiders, schijnheilig en last but not least bang om zelf verantwoordelijkheid te nemen of in te grijpen. Natuurlijk, er zijn verschillen tussen socialisten en christen-democraten, maar dat zit vooral in de uitvoering. Bij de socialisten zal een meervoudig pedofiel na een vergrijp TBS met dwangverpleging krijgen om daarna opnieuw in de samenleving 14 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
SANDER JANSSEN
te belanden. Bij de christen-democraten wordt deze persoon gewoon priester of dominee of hij neemt plaats in de biechtstoel. In beide gevallen blijft de pedofiel in de samenleving. Het probleem van het moderne individu is niet onzelfstandigheid maar luiheid en niet graag de verantwoordelijkheid willen nemen. Het is toch veel gemakkelijker om de schuld bij de overheid of een goddelijk wezen te leggen dan bij jezelf te rade te gaan. Stemmen op een socialistische of christen-democratische partij is dan ook een logische keuze voor mensen die lui zijn. Het vervelende is echter wel dat ze weer niet te lui zijn om commentaar te geven als het dan toch niet zo gaat als ze zouden willen en dan vervolgens nog luier stemmen, zoals uit de groei van SP en CU blijkt. Christen, moslim, hindoe of wat voor sektes dan ook, ze zijn allemaal geschapen voor de luie mens. Het beste wat de socialisten zou kunnen overkomen is dat er empirisch bewezen wordt dat God niet bestaat, zodat alle luie individuen die geen socialist zijn zich bij hen aansluiten. Aan de andere kant hopen de confessionele partijen uiteraard dat het bestaan van God empirisch bewezen wordt en dat zij alle socialistische stemmen krijgen. Er is nog een overeenkomst tussen gelovigen en socialisten. Het zijn allemaal doemdenkers. Niets is zo gemakkelijk als het individu bang maken voor het einde der tijden en de komst van de hel op aarde of het broeikaseffect, zoals de socialisten het noemen. Alsof de mensheid van zichzelf niet vindingrijk genoeg is om dit te doorstaan, zoals de laatste ijstijden. Skileraren kunnen direct aan de slag bij het waterskiën en Nederland verdwijnt echt niet in een keer voor de helft. Ons land zal niet overspoeld worden door (zond)vloedgolven die ons dwingen om gauw in arken te gaan zitten. Eeuwenlang zijn individuen door de kerken bang gemaakt voor de hel en de zondvloed. En wat is er van terecht gekomen? Niets! Nu worden we door socialisten incluis Al Gore bang gemaakt voor het broeikaseffect en wat zal van die voorspelling uitkomen? Gaten in de ozonlaag en zure regen waren ook ooit van die populaire bangmakers. Natuurlijk: de aarde warmt op, maar dat doet hij al miljoenen jaren, evenals afkoelen. Dat laatste hebben ik, als liefhebber van skiën, en de hier aanwezige skileraren natuurlijk het liefste. De arrogantie dat wij als mens volledig verantwoordelijk zijn voor zoiets complex als de verandering van ons klimaat is zeer ver gezocht. Wij zijn geen weergoden. Ik ben benieuwd hoe Marijnissen, Al Gore en God over een paar maanden hun ontslag bekend gaan maken en waar zij naar toe verhuizen. Wellicht is Zweden een optie!
Foto Archief Driemaster
Sander Janssen is voormalig Algemeen Bestuurslid Interne Communicatie, Ledenwerving & Activering en cursusleider van de JOVD. Hij is naast Jeroen de Veth de vaste columnist van dit blad. Reacties op deze column kunnen achtergelaten worden op www.driemaster.com of naar
[email protected].
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 15
I
NTERVIEW
Geert Wilders:
Foto Thijs van Tol
‘We moeten durven zeggen dat onze cultuur de beste is’ 16 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Geert Wilders
Meestal lukt het niet. Tweede Kamerleden die breken met hun partij komen na de verkiezingen doorgaans niet meer terug. Geert Wilders (43) lukte het wel. Hij kwam met negen zetels terug de Kamer in. Driemaster had een pittig gesprek met hem. “Het is niet ons doel om aardig gevonden te worden.”
V
oor de verkiezingen was hij een van de hekkensluiters. Eenmansfractie Groep Wilders sloot samen met onder andere ex-LPF’er Hilbrand Nawijn het lijstje met politieke partijen in de Tweede Kamer af. Sinds 22 november is hij wederom hekkensluiter, maar nu niet meer van de kleinste partijen. Geert Wilders’ Partij voor de Vrijheid (PVV) werd ineens de vijfde politiek partij van Nederland. Voortaan sluit hij het lijstje met de vijf grootste partijen af. DOOR Paul Vereijken Terugkijkend op de verkiezingsstrijd en de campagne leek het wel of immigratie en islam de enige onderwerpen waren waar Wilders een concrete mening over had. De geboren Limburger vindt het jammer dat de PVV geprofileerd werd als een one-issuepartij tegen de islam en er weinig aandacht was voor het plan ‘Een Nieuwe Gouden Eeuw’. “Dat plan hebben we met behulp van de Universiteit van Amsterdam door laten rekenen, daar hebben we tot in de weekenden en avonduren lang aan gewerkt. Maar het haalde nog niet pagina dertien van de Amersfoortse Courant. Dat terwijl als ik bij wijze van spreken met één vinger via een mobieltje een Kamervraag over een imam stel, het de volgende dag de voorpagina van de kranten haalt. Die aandacht is natuurlijk niet erg, maar het blijft jammer dat er geen aandacht was voor het plan.” In het plan maakt Wilders duidelijk dat hij de Nederlandse overheid wil laten krimpen en uitgaven wil schrappen. De bijdrage aan de Europese Unie kan volgens hem van 4,7 miljard euro naar 185,5 miljoen euro. Het budget voor ontwikkelingshulp kan van 4,1 miljard euro naar 400 miljoen euro. Het geld dat daarmee bespaard wordt gaat grotendeels terug naar de burger. Zulke bezuinigingen zijn bezuinigingen in de stijl van Wilders: “Geen kaasschaafmethode die hier en daar een procentje schrapt, maar daadwerkelijk overheidstaken en uitgaven schrappen.” Als voorbeeld neemt hij de voorgestelde bezuinigingen op ontwikkelingshulp. “Op noodhulp na kan het budget voor ontwikkelingshulp geschrapt worden. Dat inclusief de nodige overheidstaken, want ook die kunnen weg. Het huidige beleid is namelijk simpelweg verkeerd. Ik was een paar jaar geleden met de Kamercommissie Buitenlandse Zaken in Mozambique. Daar kwamen we bij een dorpje dat met Nederlandse ontwikkelingshulp cashewnoten verbouwde. Dat zag er
allemaal prachtig uit, maar later op de dag kwamen we aan in Maputo en daar lag de suiker – het product van dat land - in silo’s aan de haven weg te rotten. Waarom? Europa vroeg importheffing en subsidieerde haar eigen boeren waardoor Mozambique niet met een concurrerende prijs de Europese markt op kon komen. Inmiddels is het zelfs zo dat veel Afrikaanse landen méér aan importheffingen betalen dan ze aan ontwikkelingshulp ontvangen. Dit is een pervers systeem. De beste ontwikkelingshulp is het stoppen van de subsidie aan Europese boeren en het afschaffen van importheffingen. Maak de markt open en zorg dat die landen écht kunnen handelen. Het is dus niet zo dat ik even makkelijk ontwikkelingshulp van de begroting schrap en verder geen alternatieve oplossingen heb.” Met de Europese Unie heeft hij een zelfde soort plannen. “Ook daar kunnen we miljarden bezuinigen.” Wilders wil een, zoals hij het noemt, economisch Europa zonder parlement en slechts een commissaris of twee. Wie de Commissie dan nog controleert? “Maak nationale parlementen daartoe weer volledig bevoegd en dan controleren zij. Ieder parlement heeft dan vetorecht, dus als je niet wilt dat er iets gebeurt dan kun je dat gewoon tegenhouden.” Dat waren uw plannen voor de verkiezingen. Nu zit u met negen zetels in de Kamer. Wat kunnen we verwachten? “Wij gaan knokken voor die plannen. We gaan knokken voor ons verkiezingspamflet. Dat is wat we aan de kiezer hebben beloofd. Dat wil zeggen knokken voor minder islam, lagere belastingen, betere zorg en onderwijs en alle andere punten die in onze plannen en ons pamflet staan. Iedere kans die we krijgen zullen we aangrijpen.” Maar u heeft vast prioriteiten. “Nogmaals, dat is knokken voor minder islam, lagere belastingen, strengere straffen en weg van dat pad van politieke correctheid. Het is niet ons doel om aardig gevonden te worden bij collega’s of in mooie kamers ingekapseld te worden. Het is ons doel om de mensen te vertegenwoordigen die hier niet zitten en om tegen schenen te blijven schoppen. Dat is misschien nog wel de grootste opdracht.” Waarom bereik je meer met tegen schenen schoppen dan met praten? “Schenen schoppen doen we niet om pijn te doen, maar om mensen wakker te schudden en te zorgen dat je discussie krijgt. Die discussie heb je nodig. Door mijn uitspraak ‘Hoofddoekjes, ik NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 17
INTERVIEW
lust ze rauw’ kwam die discussie er. Je moet dus tegen schenen schoppen om discussie op te wekken en ervoor te zorgen dat bepaalde onderwerpen op de agenda komen te staan.” Gelooft u in de scheiding tussen kerk en staat? “Absoluut. Wat ik zeg over hoofddoekjes wordt gemotiveerd door de scheiding tussen kerk en staat. Dat ik mij verzet tegen een door de gemeente gesubsidieerd centrum voor dialoog over de islam in Amsterdam, is vanwege de scheiding tussen kerk en staat. Ik geloof absoluut in de scheiding tussen kerk en staat. Het einde is zoek als je die niet hebt.” Toch staat er in uw programma dat er de komende vijf jaar geen moskees meer gebouwd mogen worden. “Die hebben we namelijk genoeg. Sommige punten zijn niet zo ideologisch, maar gewoon praktisch. Moskees hebben we genoeg, te veel eigenlijk. Kerken mogen gebouwd worden. Hetzelfde geldt voor christelijke scholen. Maar islamitische niet, die mogen niet gebouwd worden. Westerse immigranten mogen erbij, maar niet-westerse niet.” En na die vijf jaar? Mag het dan weer wel? “Dat ligt eraan. Voor een groot gedeelte hebben we het gekoppeld aan de achterstandpositie die de islamieten in Nederland hebben. Het is dus geen natte vingerwerk. Als je namelijk kijkt naar de statistieken van uitkeringsafhankelijkheid, criminaliteit en opleidingsniveau dan zie je dat islamieten gemiddeld een achterstand hebben. Zo lang die achterstand niet is ingehaald moet je na die vijf jaar niet zeggen dat het dan ineens weer wel mag. Als dus over vijf jaar blijkt dat ze op zulk soort zaken nog steeds drie tot vier keer oververtegenwoordigd zijn plakken we er net zo gemakkelijk vijf jaar achteraan. Daarnaast gaat het ook om de demografische ontwikkeling.” Hoe bedoelt u? “Wij willen dat Nederland Nederlands blijft. Of zoals Frits Bol-
tische cultuur de enige moeten zijn. Ik zeg dat dat de dominante cultuur moet zijn. Dat betekent dus ook dat er ruimte blijft voor andere culturen. Maar die mogen nooit en te nimmer de dominante cultuur worden. Niet in een land, niet in een stad, niet in een wijk en niet in een straat. Je moet zorgen dat dat niet gebeurt en daarvoor blijven waken.” Waarom moet die dominante cultuur worden vastgelegd in de grondwet? “Het gaat er niet alleen om dat die in de grondwet staat. Het gaat ten eerste om beleid en om politici die dat beleid durven uit te voeren. Het harder aanpakken van bepaalde groepen die in criminaliteitscijfers oververtegenwoordigd zijn. Of het aanpakken van diegenen die niet willen integreren. De grondwet is dan meer een kapstok om dat beleid aan op te hangen, daar gaat het uiteindelijk om.” “Daarbij vinden we de grondwet heel belangrijk. De dominante cultuur verdient het dan ook om daarin vermeld te worden. Nederland heeft een leidende cultuur en beschrijf maar welke dat is. Daarmee zeg je niet dat die cultuur de enige is, maar dat het wel diegene is die leidend moet blijven.”
‘Wij willen dat Nederland Nederlands blijft’
Wat voor type politicus bent u eigenlijk? Liberaal of conservatief? “Ik houd niet zo van dat soort stickers. Volgens mij is dat ook iets wat de burger geen bal interesseert en waar de politiek kapot aan gaat. Iedereen is iedereen. Op bepaalde punten ben ik liberaal, op andere conservatief en sommigen noemen mij met het oog op mijn standpunten over dieren zelfs voor een deel links. Samengevat ben ik een economische liberaal, maar een cultureel conservatief. Daarnaast heb ik meer dan de VVD iets met het maatschappelijke middenveld. Anderen hebben mij talloze stickers gegeven: liberaal en conservatief-liberaal tot extremist en fascist. Maar we schieten er allemaal niet zo veel me op, het gaat om de standpunten die je uitdraagt.” Met die standpunten heeft u negen zetels behaald, hoe voelt u zich nu? “Aan de ene kant ben ik heel erg dankbaar tegenover al die mensen die op ons hebben gestemd en ons die negen zetels hebben gegeven. Die paar keren dat ik nog op straat kom realiseer ik me goed dat het echt is, dat het geen cijfertje is maar het heel veel mensen zijn die op ons hebben gestemd. Daar ben ik natuurlijk heel blij mee. Aan de andere kant voel ik een enorm verantwoordelijkheidsgevoel. Het is leuk om te verhuizen en in plaats van een klein kamertje nu een hele gang met kantoren te hebben, maar we moeten het nu wel waar maken. Samen met de andere acht collega’s moeten we diegenen die op ons hebben gestemd nu wel het gevoel gaan geven dat ze niet voor niets op ons gestemd hebben. Daar gaan we ons best voor doen. Weliswaar regeren we niet, maar over tien jaar is de PVV er nog steeds.” En wat nou als u vermoord wordt, bestaat uw partij dan over tien jaar ook nog? “Momenteel ben ik druk bezig om de nieuwe Kamerleden de kneepjes van het vak te leren en te zorgen dat ze beslagen ten
kestein het in een speech ooit noemde: onze Leitkultur. In Nederland heeft dat woord al snel een negatieve klank, maar er is niks engs aan. Het betekent dat we weg moeten van het enge cultuurrelativisme. We zijn in dit land in de problemen gekomen door niet alleen te zeggen dat alle culturen welkom zijn, maar ook nog eens te zeggen dat ze allemaal gelijk zijn. Als iemand iets op grond van zijn cultuur doet, wat eigenlijk niet deugd; dan mag je daar niets over zeggen want dat hoort dan bij die cultuur. Van die gedachte moeten we af. We moeten durven zeggen: ‘Onze cultuur is niet alleen de onze, maar ook de beste en uw cultuur is minder.’ Dat klinkt als schelden, maar dat is iets van trots en waarheid. Die christelijke, joodse en humanistische cultuur moeten we ook benoemen. Wat mij betreft zetten we die ook in de grondwet als onze Leitkultur; als onze Nederlandse dominante cultuur. Het gaat daarbij ook niet om het geloof, maar om de normen en waarden die uit onze cultuur zijn voortgekomen. Dat als we het niet met elkaar eens zijn, we met elkaar in dialoog gaan en dat mannen en vrouwen gelijk zijn bijvoorbeeld.” Andere culturen, is daar ruimte voor? “Die is er. Ik zeg ook niet dat de christelijke, joodse en humanis18 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Foto Thijs van Tol
‘Ik geloof absoluut in de scheiding tussen kerk en staat’
GEERT WILDERS
ijs komen. Maar vergeef het me dat ik in mijn strategie er geen rekening mee houdt dat ik het loodje leg. Het is vaak al lastig genoeg en ik ben er ook niet mee bezig wat er met de PVV gebeurt als iemand zijn zin krijgt en mij iets verschrikkelijks aandoet. Het antwoord op die vraag ga ik dus ook niet geven. Ik ga ervan uit dat het niet gebeurt. Het kan overigens wel gebeuren, dat realiseer ik me ook.”
Foto Thijs van Tol
Paul Vereijken is hoofdredacteur van dit blad.
Geert Wilders wordt op 6 september 1963 geboren in het Limburgse Venlo. Hij rondt daar achtereenvolgens de lagere school, mavo en havo af en vertrekt daarna richting Amsterdam om daar een beroepsopleiding te volgen aan de Stichting Opleiding Sociale Verzekeringen. Van 1984 tot 1988 werkt hij in de verzekeringssector en vanaf 1990 is hij beleidsmedewerker voor de VVD. Acht jaar later wordt hij verkozen tot Tweede Kamerlid en blijft dat in totaal zes jaar. In 2004 dient hij samen met fractiegenoot Gert-Jan Oplaat een plan in voor een rechtsere koers van hun partij. Er komt opschudding binnen de VVD en op 2 september 2004 breekt Wilders met zijn voormalige partij en wordt onafhankelijk Kamerlid. Uiteindelijk behaalt zijn Partij voor de Vrijheid bij de verkiezingen van november 2006 negen zetels.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 19
I
Nternationaal
Melkboer aan de macht
D
riemaster probeert u ook het nieuws te brengen dat u anders wellicht niet bereikt had. Op 3 december jl. vonden er presidentsverkiezingen plaats in Madagaskar. Een impressie van de geschiedenis, de kandidaten en de campagne. DOOR Driemaster Het op drie na grootste eiland ter wereld, Madagaskar, is gelegen ten oosten van Mozambique in de Indische Oceaan. Ongeveer tachtig procent van de flora en fauna op het eiland komt nergens anders voor. Het eiland werd in 1883 door Frankrijk binnengevallen en in de periode 1895-1896 kregen de Fransen het hele eiland in hun bezit na een militaire campagne. In 1896 werd Madagaskar door Frankrijk geannexeerd. In 1947 werd een opstand op bloedige wijze neergeslagen met duizenden slachtoffers tot gevolg. Na een overgangsperiode werd Madagaskar uiteindelijk op 26 juni 1960 onafhankelijk. In de jaren 70 van de vorige eeuw probeerde men, na een militaire coup, een socialistisch paradijs van Madagaskar te maken. Toen in 1990 politieke partijen weer toegestaan werden, kwam hier verandering in. Na achttien maanden werk, werd in augustus 1992 een nieuwe grondwet goedgekeurd.
van de FJKM-kerken (Fiagonan’i Jesoa Kristy eto Madagasikara: kerk van Jezus Christus van Madagaskar) in het land. Complicerende factoren De aanloop naar de verkiezingen in 2006 verliep niet bepaald soepel. Een van de oppositieleiders, voormalig vice-premier onder president Ratsiraka, Pierrot Rajaonarivelo werd in augustus veroordeeld tot vijftien jaar zwaar werk voor het misbruiken van overheidsgeld, wat door hem overigens ontkend wordt. Desondanks wilde hij meedoen aan de presidentiële verkiezingen. Omdat Rajaonarivelo sinds 2002 in ballingsschap leefde in Parijs, moest hij echter wel eerst terugkeren naar het eiland in de Indische Oceaan. De autoriteiten in Madagaskar zagen dit echter niet zitten. Daarom sloten ze het internationale vliegveld van Tamatave, een stad waar de oppositie in de meerderheid is, van 7 oktober tot 7 januari. Een week later weigerde Air Mauritius hem op een vlucht, omdat de Madagaskische autoriteiten vonden dat hij een gevaar vormde voor de luchtvaartmaatschappij en de andere passagiers wanneer hij zou landen in Madagaskar. Op 18 oktober 2006 besloot een gerecht dat Rajaonarivelo niet mee mocht doen met de verkiezingen. Hoewel zijn papieren in orde waren, was het feit dat hij niet in persoon aanwezig was voldoende reden hem deelname aan de verkiezingen te ontzeggen.
illustratie Thijs van Tol
Eén land, twee presidenten In december 2001 werden er presidentiële verkiezingen gehouden. De verkiezingen Deze leidden tot een patstelling, Verkiezingscampagnes in Madagaskar zijn anders omdat zowel de zittende presidan we in West-Europa gewend zijn. dent Ratsiraka, die in de jaren Hoofdstad Antananarivo Geen saaie politieke cafés met politici zeventig en tachtig ook al pre Officiële Taal Malagasy, Frans in grijze pakken met effen dassen, maar sident was, als zijn opponent Staatsvorm Gedecentraliseerde eenheidsstaat met grote bands en popsterren die in hun Ravalomanana de overwinning direct gekozen liedjes de naam van hun kandidaat verclaimden. Dit leidde tijdelijk tot staatshoofd President Marc Ravalomanana werken tijdens een grote bijeenkomst. een land met twee presidenten, Iedereen vanaf 18 jaar Kiesrecht Dat is het recept voor een verkiezingsbijtwee hoofdsteden en twee legers. Senaat 90 zetels Parlement 160 zetels eenkomst in Madagaskar. Hoe groter de Uiteindelijk werd Ravalomanana in Oppervlakte 587.041 km2 bands en de namen van de muzikanten, 2002 president, nadat Ratsiraka en Populatie 18.606.000 BNP (per hoofd) 700 euro hoe meer kans op succes. enkele van zijn prominente aanhangers Uiteindelijk deden er dertien mannen in ballingschap gingen in Frankrijk. In december Onafhankelijk van Frankrijk en één vrouw mee aan de verkiezings2002 behaalde de Ravolomanana-gezinde partij TIM sinds 26 juni 1960 strijd. De melkboer won overtuigend met (Tiako-I-Madagasikari: Ik hou van Madagaskar) een 54,8% van de stemmen. Hij zal het in zijn tweede en laatste tergrote absolute meerderheid in de nationale Assemblee. mijn lastig krijgen. Madagaskar staat nummer 9 op de lijst van Als Marc Ravalomanana in Amerika was geboren, zou hij ongemeest arme landen ter wereld en ongeveer 70% van de bevolking twijfeld als het voorbeeld van de Amerikaanse droom worden geleeft van minder dan een dollar per dag. zien. Hij begon met het verkopen van yoghurt vanaf zijn fiets en richtte later het grootste zuivelbedrijf van het eiland op. Vandaar Voor dit artikel heeft de redactie gebruikgemaakt van meerdere zijn bijnaam: de melkboer. In 1999 werd hij burgemeester van de bronnen op het internet, waaronder Wikipedia en de website hoofdstad Antananarivo en na de verkiezingen in 2001 werd hij in van de BBC. 2002 President. Hij is, als toegewijd christen, ook vice-voorzitter 20 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
O
Pinie
We lenen de aarde van onze kinderen
O
nze samenleving kent twee belangrijke wensen die niet lijken samen te gaan: een gezond milieu en economische groei. Liberalen lijken vaak de voorkeur te geven aan marktvrijheid boven milieu. Op het Des Indes-beraad is een poging gedaan om deze tegenstrijdige belangen beter te begrijpen. Is er sprake van een milieuprobleem en zo ja, wat kunnen we hier dan aan doen? DOOR Stef van Grieken De milieuproblematiek is een tamelijk jong verschijnsel. In 1972 bracht de Club van Rome het rapport ‘Limits to growth’ uit, waarin deze groep haar zorgen uitte over economische groei en de gevolgen hiervan op het milieu. Daarnaast is de wetenschap de laatste vijftig jaar pas in staat om klimaat en milieumodellen te simuleren. Dat milieuproblematiek iets van de laatste jaren is, is ook terug te zien in ons taalgebruik waarin woorden als ‘milieu’ en ‘duurzaamheid’ pas in de laatste decennia de gewone spreektaal hebben gevonden. Mensen worden zich bewust van de gevolgen van hun handelen door de consequenties in hun omgeving onder ogen te zien. Het besef is ontstaan dat mensen grote invloed uitoefenen op hun omgeving. Het voortbestaan van bepaalde vormen van leven in de planten- en dierenwereld loopt gevaar en dat geldt ook voor de natuurlijke hulpbronnen van onze aarde. Momenteel gebruiken mensen in korte tijd zo veel hulpbronnen dat de aarde dit gebruik niet snel genoeg kan compenseren. De economische leer die begon bij Adam Smith lijkt dus ontoereikend in het beschermen van de vrijheid van toekomstige generaties op onze planeet. Velen vragen zich deze dagen dan ook af wat de oorzaak is van het verarmen van ons leefmilieu. Er zijn verscheidene politiekeconomische, technische, culturele en gedragsfactoren aan te dragen voor het probleem. Echter, de rode draad is dat deze factoren sterk bepaald zijn door de normen en waarden van een cultuur. Niet-westerse samenlevingen kijken op een heel andere manier naar de wereld om hen heen. Vele mensen met andere levensovertuigingen, zoals boeddhisten, moslims en polytheïsten, zijn in hun oorsprong sterk ‘in harmonie’ met hun omgeving en leren hun kinderen om niet meer te gebruiken dan noodzakelijk. De westerse samenleving is zeer gehecht aan het continue verhogen van haar welvaart. Naast een zwaar cultuuraspect waarin zelfverrijking centraal staat, is dit gedrag te herleiden uit de christelijke traditie van de westerse wereld. In tegenstelling tot andere geloven heeft de westerse samenleving in sterke mate geprobeerd om de aarde ‘tot haar eigendom’ te maken. In het bijbelboek Genesis wordt zelfs gesproken over “God geeft Adam heerschappij over heel de aarde en al wat daarin is”, wat impliceert dat wij het recht hebben de aarde te vormen naar ons welbevinden. Het gevolg van deze traditie is dat het milieu vaak zal worden opgeofferd voor economische vooruitgang. Dit zou op de lange termijn kunnen betekenen dat het leefmilieu van toekomstige generaties buitenproportioneel zal veranderen. In
dat geval is economische voorspoed belangrijker dan menselijke vooruitgang. Gevecht tegen onze natuur De vraag of we het milieu mogen opofferen om onze eigen welvaart te vergroten, raakt het vlak van de ethiek. Moeten wij ons milieu, uit respect en met het oog op toekomstige generaties, proberen zo min mogelijk te beïnvloeden? Bij het betreden van het domein van de moraalwetenschap is het van belang om langs de theorie te bewegen. De twee dominante theorieën binnen de filosofie, namelijk de ethiek van Kant en Mill, zijn hierbij belangrijke hulpmiddelen. Volgens het door liberalen geliefde beginsel van utilitarisme van Mill is het handelen van de westerse wereld immoreel te noemen. Een grote fout die huidige generaties maken is dat zij in de ethiek van Mill het tijdsaspect buiten beschouwing laten en dat ze weinig oog hebben voor de schade die we aanrichten buiten ons eigen leefgebied. De ethiek van Kant zal deze stellingnamen ondersteunen aangezien de juiste handelswijze hier wordt ingegeven door de categorische imperatief, welke een vooraf vastgestelde morele regel impliceert. De categorische imperatief gaat meer uit van ‘goede wil’ en wordt ook wel eens omschreven met ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’. Verandering in politiek denken Bij het ethisch analyseren van de huidige milieuproblematiek kunnen we niet anders dan concluderen dat deze aarde er niet alleen is voor onszelf in het hier en nu. Wij lenen deze aarde van toekomstige generaties en hebben dus de morele plicht voor haar te zorgen. Het is van belang dat de politiek zich meer bekommert om het milieu en probeert duurzame ontwikkeling te stimuleren. De liberale stroming in Nederland moet zich bewust worden van de inbreuk op de vrijheden van anderen, ook wanneer deze nu nog niet leven. En juist de liberalen zouden vooraan moeten staan in het vinden van oplossingen. Economisch korte termijn denken zal zorgen voor korte termijn successen zonder duurzame vooruitgang. De markt kan ons helpen bij het vinden van de juiste rendabele oplossingen. Een minder dogmatische kijk, met oog op alternatieven zoals kernenergie, kan liberalen tot voorvechters maken in een betere balans tussen welvaartvergroting en duurzaamheid. Wanneer wij onze visie multidisciplinair weten te brengen kunnen wij dogmatische houdingen van linkse partijen en pressiegroepen doorbreken en met een mix van oplossingen deze aarde leefbaar maken en houden, zodat eenieder in de toekomst zijn behoefte aan energie en recht op een leefbaar milieu kan behouden. Stef van Grieken nam deel aan het Des Indes Beraad.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 21
A
chtergrond
Money rules the world. Alle talen van de wereld kennen spreekwoorden die iets te maken hebben met geld. Niet zo gek, want de wereld draait daadwerkelijk voor een groot deel om geld. De macht en kracht van de grootste geldbezitters in de wereld is dan ook groot.
De macht van de banken
M
acro-economie en monetaire politiek lijken altijd bijzonder gecompliceerd, iets waar een leek niet over hoort te praten. Door de ingewikkelde economische aspecten wordt er nauwelijks over gediscussieerd in liberale kringen. DOOR Philip Ruijs
Foto Archief Driemaster
Laten we beginnen met de centrale bank, een overheidsinstelling die de naam heeft ‘onafhankelijk’ te zijn, het muntmonopolie in handen heeft en tevens de commerciële banken moet controleren. Het is de enige instelling in een land die chartaal (contant) geld mag
Manhattan: een van de belangrijkste plekken voor de wereldeconomie 22 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
uitgeven. In de meeste landen vielen de centrale banken vroeger rechtstreeks onder kabinetsverantwoording. Maar tegenwoordig doet de centrale bank zich eerder voor als een soort vierde aanvulling op de trias politica; ze behoort tot een soort scheiding der machten. Hoewel we de directie van de centrale bank niet kiezen, is het zeker een politiek lichaam; ze bepaalt en maakt tenslotte een ‘collectief’ beleid en is dus zeker onderwerp van politieke discussies. De papieren geldstandaard Wat is nu het nut van een onafhankelijke centrale bank? De reden voor die onafhankelijkheid ten opzichte van andere politieke lichamen moet verklaard worden vanuit één belangrijk verschijnsel; centrale banken hebben als muntmonopolisten de mogelijkheid tot het maken van geld. En als politici één ding nodig hebben, dan is het wel geld. Heel veel geld. Nu is het bijdrukken van geld in de geschiedenis voor vele regeringen dan ook een manier geweest om uit hun budgettekorten proberen te komen. Een regering kan namelijk maar op twee manieren aan geld komen; belasting heffen en geld bijdrukken. Dit laatste resulteert in stijgingen in het prijspijl. En dat verschijnsel bestempelen we meestal met de term ‘inflatie’, hoewel deze term oorspronkelijk stond voor de oorzaak van prijsstijgingen, niet voor de prijsstijgingen zelf (‘inflateren’ betekent letterlijk ‘opblazen’). Inflatie is gewoon een ander woord voor de financieringswijze van het bijdrukken van geld. Als dit uit de hand loopt leidt dit tot ‘hyperinflaties’ waardoor het prijsniveau gigantisch stijgt. Dit leidt tot ernstige economische situaties, zoals in het Duitsland van de jaren twintig. Een voorbeeld van een land dat recentelijk de centrale bank uit handen van het kabinet heeft gebracht is Turkije; daar konden de ministers van Financiën de verleiding niet weerstaan de bankbiljetdrukpersen onder hun beheer te misbruiken en daarmee veroorzaakten zij prijsstijgingen van tientallen procenten per jaar. Een hyperinflatie kan in feite alleen voorkomen met een papieren geldstandaard, die zonder belemmeringen vergroot kan worden. Dat is dan ook de reden waarom liberalen voor een gouden munteenheid stonden die niet ineens bijgedrukt kan worden. Hoe de centrale bank en de regering samenwerken is goed te zien in de VS: de Amerikaanse dollar daalt snel in waarde ten opzichte van andere munteenheden. De wet van vraag en aanbod is de eerste stap om dit verschijnsel te verklaren; het aanbod van de dollar wordt steeds groter ten opzichte van andere munteenheden. Hier-
B
OEKRECENSIE
door daalt de prijs (in andere goederen of munten) van de dollar. Het dollaraanbod neemt zo snel toe door de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank of kortweg de Fed, die de dollarhoeveelheid snel laat groeien doordat ze obligaties van het ministerie van Financiën, de Treasury, koopt met geld dat zij aanmaakt. De Fed kan met een druk op de knop giraal geld maken en laat vervolgens in rap tempo contante dollars bijdrukken, wat nodig is om het elektronische girale geld gedeeltelijk te dekken. Het ‘monetariseren van de staatsschuld’ heet dat. Het ministerie van Financiën moet op zijn beurt de tegoeden die zo worden gecreëerd weer overhevelen naar de andere ministeries, met name naar het ministerie van Defensie dat een redelijk dure oorlog moet financieren. De oorlog in Irak wordt dus inflationair gefinancierd, want van een belastingverhoging om de Irak-oorlog te betalen is het immers niet gekomen. Inflatie is een manier van financieren die de kosten voor de meeste burgers verborgen houdt, omdat zij vaak niet merken en begrijpen dat hun geld hierdoor minder waard wordt. Inflatie is een manier van belastingheffing die politiek veel aantrekkelijker is dan het verhogen van het belastingtarief, de schuld kan worden gegeven aan het bedrijfsleven dat tenslotte de prijzen moet verhogen. Voor een onpopulaire oorlog als die in Irak komt dat politici goed van pas. Verandering in monetaire systemen Ook in Europa zitten we opgescheept met een inflationair banksysteem dat is ingericht op de geldscheppende functie van zowel de centrale bank (voor voornamelijk het contante of chartale geld) en van de commerciële banken, die door de centrale bank in staat worden gesteld giraal geld te creëren. Commerciële banken houden namelijk maar een gedeelte van het geld in kas dat bij hen in bewaring is gegeven door houders van rekeningen-courant. De centrale bank verleent als het ware dit privilege aan commerciële banken om giraal geld uit te lenen dat maar gedeeltelijk met contant geld gedekt is. De centrale bank verzekert een commerciële bank tegen faillissement wanneer te veel rekeninghouders het saldo van hun rekening-courant zouden opeisen in contanten en de commerciële bank in feite niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Door deze verzekering is de bancaire sector een sector die flink in bescherming wordt genomen door de overheid, hoewel het voor de meeste mensen zal overkomen als een sector met het strengste toezicht en de meeste regels. Inflaties brengen economische problemen met zich mee doordat ze kostenberekeningen minder accuraat maken en zo de marktwerking ontregelen. Maar niet alleen daalt de waarde van ieders geld door inflatie, de belasting wordt via een achterdeur ook verhoogd: door de jaarlijkse loonsverhogingen ter compensatie van de inflatie wordt de koopkracht van het brutoloon behouden, maar doordat je op deze manier vanwege de nominaal hogere lonen in hogere belastingschijven terechtkomt, gaat de koopkracht van je nettoloon erop achteruit! Monetaire politiek gaat voornamelijk over de snelheid waarmee de overheid geld gaat maken, dat is iets wat een liberaal in zijn achterhoofd moet houden. Het is verbazingwekkend dat er nog weinig over wordt gedacht, want het raakt ieders portemonnee. Een verandering in de monetaire systemen is misschien niet snel te verwachten, maar een aardige depressie of een flinke inflatie zouden de zaken behoorlijk kunnen veranderen.
Haagse Taferelen Auteur Bibi de Vries Uitgever Nieuw Amsterdam Uitgevers ISBN-10 90-468-0202-7 ‘Haagse Taferelen’ van Bibi de Vries geeft een duidelijk beeld van hoe het er in de jaren 2003-2006 in de VVDfractie aan toe ging. In het boek is de rol van Jozias van Aartsen daarbij groot. Het boek is in een persoonlijke stijl geschreven. Hierdoor leest het gemakkelijk weg, maar blijft een meer objectief beeld van sommige gebeurtenissen achterwege. Bibi de Vries profileert zichzelf als een ‘rechtse’ rechterhand van Van Aartsen, de kamer ingekomen onder Bolkenstein en door hem beïnvloed. De Vries blijkt een groot voorstander te zijn van meer dualisme tussen de Tweede Kamerfractie en het kabinet. Zoals velen betreurt ze de spoeddebatjes en de ‘onzindebatten’ die de ruimte van een serieus debat inpikken. Ook heeft De Vries geen moeite met het uiten van kritiek op een ‘eigen’ minister, zoals Remkes of Verdonk. Een ander hoofdpunt in het boek is de leiderschapskwestie binnen de VVD: Zalm of Van Aartsen? De Vries is voorstander van een brede volkspartij zonder populisme. Ze vindt dat Rutte alle mogelijkheden moet krijgen, juist omdat de VVD de afgelopen jaren te veel leiders heeft versleten. Ook hoopt ze dat Rita Verdonk zich in woord en daad achter Rutte schaart. Kritiek heeft De Vries voornamelijk op Dijkstal (‘laatste jaar dramatisch’), die te ‘close’ was met toenmalig PvdA-leider Melkert en via de pers en de PaVEM-commissie (Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheden) over zijn graf heen regeert. Kritiek is er ook op huidig partijvoorzitter Jan van Zanen, die de leiderschapskwestie niet wist te beslechten. Grappig is hoe De Vries vertelt over hoe ook de media off the record kunnen praten: sommige journalisten vertelden haar persoonlijk voor Mark Rutte te zijn, maar de ‘relwaarde’ van Rita Verdonk groter te achten. Tegelijk durfden sommige media zich niet tegen Verdonk uit te spreken uit angst voor een ‘Rita boycot’. Al met al een aardig inkijkje in de ‘Haagse keuken’ van de VVD-fractie.
Philip Ruijs is bureauredacteur van dit blad.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 23
O
Pinie
Blijf van mijn lijf!
DOOR Marijke Olthof Landelijk staan op dit moment 4,6 miljoen Nederlanders - circa 37 procent van de volwassen Nederlanders - in het donorregister ingeschreven. Daarvan zijn er twee miljoen bereid om donor te worden, de overigen hebben juist het tegendeel aangegeven. Dat zijn echter niet genoeg donoren om aan de vraag naar organen en weefsels te voldoen. Jaarlijks worden ongeveer 600 transplantaties uitgevoerd, terwijl er zo’n 1500 patiënten wachten op één of meerdere weefsels of organen. Vooral van organen zijn er nog steeds te weinig beschikbaar, omdat slechts in een beperkt aantal overlijdensgevallen geschikte organen beschikbaar komen. Om organen volgens de richtlijnen te kunnen transplanteren dient er namelijk aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Zo is er per orgaan een maximumleeftijd vastgesteld waarop deze nog getransplanteerd mag worden en kan er vaak alleen een transplantatie plaatsvinden als de donor in het ziekenhuis overlijdt. Registratie, een kwestie van kiezen In oktober van dit jaar heeft minister Hoogervorst zich, middels de wet op orgaandonatie, opnieuw uitgesproken voor een passief donorregistratiesysteem. Dit betekent dat iedere Nederlander op 18-jarige leeftijd een uitnodiging krijgt toegestuurd om donor te worden. Op dit formulier staan vier opties waaronder ook de optie van het niet-beschikbaar stellen van de organen en weefsels. Als het formulier niet ingevuld teruggezonden wordt, gaat de overheid ervan uit dat de betreffende persoon geen donor wil zijn. Mocht deze persoon komen te overlijden, dan wordt de vraag nogmaals aan de nabestaanden voorgelegd. Indien zij instemmen wordt er alsnog overgegaan tot donatie. Middels dit systeem blijken er te weinig organen beschikbaar te komen voor donatie. Mede vanuit het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) is er daarom in 2004 een wetsvoorstel gedaan om over te gaan op een actief donorregistratiesysteem. Hierbij ontvangt iedere Nederlandse staatsburger een uitnodiging om donor te worden. Indien deze niet wordt ingevuld wordt er automatisch vanuit gegaan dat de persoon in kwestie wél donor wil zijn. Hierbij wordt men gedwongen tot het maken van een keuze over het beschikbaar stellen van het lichaam na overlijden. Dit is in strijd met de vrijheid van beschikking over het eigen lichaam en druist hiermee in tegen het liberale gedachtegoed. Zelfbeschikking Vanuit het uitgangspunt dat het individu de vrijheid moet hebben om zijn leven zo in te richten zoals hij zelf wil, komen de keuzes over de bestemming van het lichaam alleen toe aan het individu 24 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
zelf. Hieruit volgt dat iedereen zelf de beschikking over zijn organen houdt, tenzij anders aangegeven. De verantwoordelijkheid die het individu naar anderen heeft, valt weg doordat de vrije beschikking over het eigen lichaam geen directe schade oplevert voor anderen. Het is een voorrecht dat de medische technologie in staat is tot orgaantransplantaties. De individuele persoon kan echter niets veranderen aan het feit dat een ander ziek wordt en een orgaan nodig heeft. Minister Hoogervorst schrijft over het voorstel van de NIGZ in een brief aan de Tweede Kamer in april 2006 het volgende: “dat er geen evidentie is dat de verandering (...) een positief effect zal hebben op het aanbod van postmortale donoren”. Hij ontleent dit standpunt aan een onderzoek van ZonMw, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. De minister vreest zelfs voor een afname van het aantal orgaandonaties, omdat een actief registratiesysteem gepaard zal gaan met een toename van het aantal geregistreerde bezwaren. Concluderend stelt hij dat: “het beter is om niet het bezwaarsysteem in te voeren, maar verder in te zetten op een betere benutting van de mogelijkheden binnen het huidige systeem”.
* Niet succesvol Bij raadpleging van het register wordt de gezochte persoon niet gevonden ** Succesvo Bij raadpleging van het register wordt de gezochte persoon in het Donorregister gevonden.
De minister laat zich hierbij niet leiden door zijn liberale achtergrond, maar door de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Onder het beter benutten van de mogelijkheden binnen het huidige systeem heeft de minister onder andere verstaan dat gemeenten bij het uitreiken van legitimatiebewijzen eveneens een donorformulier meegeven. Hiervoor wordt ongeveer 100.000 euro uitgetrokken en met dat geld hadden wellicht beter donorfunctionarissen in ziekenhuizen kunnen worden gefinancierd, welke nabestaanden van potentiële donoren proberen te overtuigen van het belang van orgaandonatie. Van deze functionarissen is namelijk wél gebleken dat ze het aantal donaties flink op kunnen schroeven. Het lijkt wenselijker om meer geld en onderzoek te investeren in de mogelijkheden binnen het huidige registratiesysteem dan te blijven discussiëren over de voor- en nadelen van actieve dan wel passieve registratie. Dit debat zal altijd voor- en tegenstanders houden, terwijl de roep om organen steeds groter wordt. Marijke Olthof is Politiek Commissaris Zorg.
Foto Boels Zanders Advocaten
V
anuit verschillende hoeken in de samenleving wordt gepleit voor een systeem waarbij alle Nederlanders, tenzij zij daartegen bezwaar maken, geregistreerd staan als donor. Met dit systeem neemt de overheid de vrijheid over, te beschikken over het lichaam van hen die hierover geen beslissing willen nemen.
P
ROFIEL
Naam Esther Tromp Leeftijd 27 Afdeling Eindhoven Beroep Advocaat bij Boels ZandersAdvocaten te Venlo JOVD-historie Algemeen Bestuurslid Vorming & Scholing (dec. ’00 – aug. ’01) “Nog voordat ik lid werd van de JOVD was ik al een aantal jaren lid van de JuLis – de Jonge Liberalen in Duitsland. Toen ik dus eenmaal in Maastricht kwam studeren was het ook niet gek dat ik in 1998 lid werd van de JOVD. Ik ben toen ook VVD-lid geworden. Wat de JOVD in Maastricht betreft ben ik vrij snel actief geworden. Dat moet ergens rond 1999 zijn geweest. Volgens mij zat ik na de eerste of tweede bijeenkomst die ik bijwoonde al in het bestuur. Toen ging het snel. Na een congres of twee kwam ik al in het Hoofdbestuur terecht. In eerste instantie werd ik ad interim in de functie van Algemeen Bestuurslid Vorming & Scholing benoemd. In mei 2001 werd ik uiteindelijk verkozen voor diezelfde post. Ik heb in die tijd ontzettend veel geleerd. Van hoe je met een groep nadenkt over welke kant je met de vereniging op wilt gaan tot het daadwerkelijk schrijven en uitvoeren van het doordachte beleid. De JOVD is voor mij een politieke speeltuin geweest. Daarnaast was het ook een ontzettend leuke en spannende tijd. Rond de zomer van 2001 ben ik uit het Hoofdbestuur gestapt en bij de eerst volgende verkiezingen was ik tegenkandidaat. Sterker nog, we hadden een heel tegenbestuur geformeerd. Ja, dan wordt het wel spannend als je aan beide kanten capabele mensen hebt staan. Ik herinner me het weekend nog dat we met het kandidaat-bestuur op mijn studentenkamertje in Maastricht zaten te brainstormen over “ons” beleidsplan. Uiteindelijk ben ik, en de rest van het tegenbestuur, het niet geworden.
Foto Boels Zanders Advocaten
Wat ik zou willen veranderen binnen de vereniging? Poeh, dat is maar iets heel kleins. De formele toon mag er voor mij wel eens een keertje af, want in plaats van ‘u’ volstaat ‘je’ en ‘jij’ toch ook. We zijn toch allemaal jong?”
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 25
A
nalyse
Marianne Thieme had op de avond van 22 november haar 15-minutes of international fame. Haar Partij voor de Dieren won 2 zetels en kreeg daarmee wereldwijde bekendheid. Hoe kwam haar partij op? Maar vooral, wat kan en zal ze gaan betekenen in de Nederlansde politiek?
De emancipatie van het dier
DOOR Paulien Horsten Uit onvrede met de ontwikkelingen op het gebied van dierenwelzijn in de politiek, besloot een groep mensen die betrokken was bij dierenbeschermingsorganisaties vier jaar geleden zelf de politiek in te gaan. Lang bevochten maatregelen voor dierenwelzijn werden in hun ogen door de politiek van tafel geveegd; het nertsenfokverbod had het niet gehaald en ook de legbatterij en de jacht op vossen mochten weer. Reden voor Marianne Thieme, directeur van stichting Wakker Dier, om zich rechtstreeks met het politieke spel te gaan bemoeien en het thema dierenwelzijn weer op de politieke agenda te zetten. Met een aantal medestanders besloot ze in oktober 2002 de Partij voor de Dieren (PvdD) op te richten. Landelijke doorbraak Met een mager budget voor de campagne ging de PvdD de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 tegemoet. Via mond-tot-mondreclame onder de leden van dierenbeschermingsorganisaties kwam de partij een heel eind. Dat ondanks het feit dat veel mensen de presentatie van het verkiezingsprogramma opvatten als een ludieke actie. Van de nieuwe partijen deed de Partij voor de Dieren het het best. De ruim 47.000 stemmen waren echter net niet genoeg voor een plekje in de Kamer. Ook de deelname aan de Europese verkiezingen leverde de partij geen zetel op. Een niet geheel verrassende uitkomst gezien het feit dat de focus in die tijd niet op het milieu lag maar eerder op de toekomst van Europa. Dierenwelzijn was toen out of the picture. Daarom heeft Thieme het bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 anders aangepakt. De gemeenteraadsverkiezingen in maart heeft ze links laten liggen om zich volledig te kunnen richten op een landelijke doorbraak. Een aantal sponsors zorgde ervoor dat de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 er heel anders uit kon zien. Daarnaast wist de partij twintig bekende Nederlanders tot lijstduwers om te dopen. Onder andere Georgina Verbaan en Kees van 26 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Kooten hielpen de partij aan de nodige media-aandacht. En die aandacht heeft de partij geen windeieren gelegd. Waar de partij in 2003 ruim 16.000 stemmen te kort kwam, behaalde ze in 2006 twee zetels. Samen met Esther Ouwehand gaat Thieme de Kamer in waar zij de dieren een stem zullen geven. Een teken dat mensen het zat zijn dat er alleen aandacht is voor de belangen van de mens? Of is het een stem uit onvrede met de heersende politiek? Lucardie, werkzaam bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, zei in de Volkskrant van 24 november 2006 dat er op het moment van de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen een zeer groot aantal zwevende kiezers was, met een zekere onvrede over de huidige politiek. Waar deze ontevreden burgers in 2002 op de Lijst Pim Fortuyn stemden, kozen zij in 2006 voor Geert Wilders en de PvdD, stelt politicoloog Van Praag in hetzelfde artikel. Op grond daarvan zou je de dierenpartij tot protestpartij kunnen bestempelen.
Foto Partij voor de Dieren (bewerking Thijs van Tol)
R
ond het einde van de negentiende eeuw zijn het grote organisaties die opkomen voor het dierenwelzijn. Kleine one-issueclubs verzetten zich in de jaren zestig tegen dierenleed. Met een eigen politieke partij in 2002 groeit de dierenbeweging in de eenentwintigste eeuw langzaam naar volwassenheid.
C
Olumn
Niet links en niet rechts Ook het ‘onzijdige’ karakter van de PvdD heeft de partij goed gedaan. In de verkiezingsstrijd heeft lijsttrekker Thieme meerdere malen aangegeven niet te kiezen voor links of rechts. De onderwerpen milieu en – in mindere mate - dieren raken iedereen. Dierenactivisme is niet links of rechts, het gaat over iedereen. Dierenwelzijn is een maatschappelijke aangelegenheid waar mensen zich samen sterk voor willen maken. Vele kiezers zullen zich aangetrokken hebben gevoeld tot dit ‘nieuwe geluid’. In 2006 is de Partij voor de Dieren gegroeid met bijna 4.000 leden. Daarnaast lijkt het alsof diverse landen zich hebben laten inspireren door Thieme en haar achterban. In Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk, Spanje en Groot-Brittanië zijn namelijk inmiddels ook Partijen voor de Dieren opgericht. Een bijzondere ontwikkeling als we kijken naar de ledenaantallen van organisaties als Greenpeace, de Dierenbescherming en Wakker Dier, die bijna allemaal te maken hebben met een daling van het aantal leden. Hieruit zou je juist concluderen dat de belangstelling voor dierenwelzijn op de achtergrond raakt. Tijdens de behandeling van de Rijksbegroting van het ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was daar echter niets van te merken. Bij veel partijen stond het thema ‘dierenwelzijn’ daarbij namelijk centraal. Deze plotselinge grote belangstelling voor de rechten van het dier is niet geheel onverklaarbaar. De twee zetels van de partij kunnen net dat beetje extra versterking vormen voor de andere partijen. Thieme zal dan ook op moeten passen dat ze geen huurling wordt van de andere 148 zetelbezitters in de Kamer. Het ligt immers voor de hand dat er gepoogd zal worden om deals te sluiten met de partij. ‘Steun jij mijn motie? Dan onderschrijf ik de jouwe’, is een afspraak die realistisch is. Niet alleen de andere partijen hebben de dierenpolitici nodig om hun moties door de Kamer te loodsen, Thieme en consorten hebben hen ook nodig. Hoewel de Partij voor de Dieren in haar programma expliciet aangeeft zichzelf niet als een one-issuepartij te zien, is dat wel veelgehoorde kritiek. Helemaal vreemd is dat niet. Het enige punt waar de partij zich duidelijk over uitlaat is de rechten van het dier. Bij zo goed als alle andere kwesties zijn ze er zelf nog niet volledig aan uit wat ze vinden en moet ze nog zien bij welke andere partij ze zich aansluit. Logisch. Zoals gezegd zal ze namelijk deals moeten sluiten. De vraag is wat er gebeurt met de partij als het dierenissue uit de gratie raakt. Vooralsnog lijkt het erop dat de Partij voor de Dieren dan ook ‘uit’ is. Of dat ook gebeurt is onzeker; daarover een voorspelling doen is te veel koffiedik kijken. De taakomschrijving van ‘haas in de marathon’ die in het partijprogramma wordt gegeven, lijkt nu de meest haalbare. Geen meerderheid of kabinet maar een duwtje in de rug; een stimulans voor de andere partijen om aandacht aan dierenwelzijn te besteden en te strijden voor de rechten van het dier. Wellicht wordt dat zelfs maar een tijdelijke steun. Of de rechten van het dier ooit in de grondwet worden verankerd zal de toekomst dan ook moeten uitwijzen. De kansen blijven echter gering. Paulien Horsten is chef-eindredactie van dit blad.
De mondige JOVD-vrouw In 1784 schreef Immanuel Kant als antwoord op de vraag ‘Wat is Verlichting?’: ‘Het uittreden van de mens uit de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft.’ Het voornaamste voorbeeld van onmondigheid ziet Kant in het passieve gedrag van ‘het gehele schone geslacht’. De stap naar mondigheid – sapere aude (durf te denken) – wordt niet genomen dankzij luiheid of lafheid. De vrouw moet volgens Kant zichzelf verwijten dat zij onmondig is Een verwijt dat ik - met het enigszins beklemmende JOVD-stigma feminist – zelfs 223 jaar na dato niet zomaar over mijn kant kan laten gaan. Via een hink-stap-sprong-beweging door de geschiedenis van Kant naar de jaren zestig van de vorige eeuw: het verwijt dat vrouwen passief zijn, wordt in die periode met name door feministen zelf gemaakt. De tweede feministische golf kreeg in Nederland immers pas voet aan de grond op het moment dat Joke Kool-Smit haar onbehagen over de passiviteit van de vrouw van zich af schreef. Haar tekst leidde – via omwegen – tot een poging tot herwaardering van de maatschappelijke positie van de vrouw. En niet zonder gevolgen. Inmiddels is de oude generatie feministen vervangen door een nieuwe generatie vrouwen, waarvan slechts enkele het feminisme nog zien als positieve beweging. De paarse tuinbroeken, behaarde benen en dito oksels zijn echter niet meer van deze tijd. De nieuwe generatie vrouwen is eerder opportunist dan feminist. De moderne vrouw weet wat ze wil en wat ze moet doen om het te krijgen. Het Volkskrantcredo ‘je borsten zijn je wapen’ is JOVD-vrouwen zeker niet vreemd. ‘Kleren maken de vrouw’ wordt door de lengte van de rokjes benadrukt. De JOVD-mannen - waaronder ook een enkel geëmancipeerd exemplaar - hoor je in ieder geval niet klagen. JOVD-vrouwen daarentegen hebben wél reden tot klagen. Bij binnenkomst groeten mannen elkaar met een respectvolle doch stevige handdruk, maar wie heeft bedacht dat deze handeling tegenover vrouwen moet worden opgeluisterd met drie niet altijd even smaakvolle zoenen? De diepe zucht en het verwijt dat feministen zeuren, zal weerklinken bij het lezen van het voorgaande. Toch wil het feit dat de JOVD-mannen niet of nauwelijks te klagen hebben wat vrouwen betreft. Dat ligt voornamelijk aan het gedrag van de JOVD-vrouwen zelf. Maatschappelijke waardering komt pas tot stand als zelfwaardering daaraan ten grondslag ligt. Niet altijd is dat laatste het geval bij de ambitieuze JOVD-vrouw. Want als vrouw kun je een man nu eenmaal verlichten, maar ik betwijfel of Kant dát bedoelde met mondigheid. Kiki Bakker is lid van de afdeling Nijmegen c.a. en werkt aan een cursus feminisme.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 27
F
ilosofie
Pleidooi voor het universalisme
H
et universalisme is een theorie die uitgaat van universele morele waarden en stelt ons in staat onze overtuigingen te legitimeren. Deze theorie wordt echter bedreigd door het relativisme, dat vrijblijvend en onverschillig staat tegenover morele verschillen. Relativisten staan met lege handen als de democratie wordt gebruikt om de democratsiche rechtsstaat af te schaffen; a two-third majority is all it takes. Het is dan ook onze ethische plicht om antirelativistisch te zijn. You can’t have the cake and eat it too. DOOR Mark Reijman Er zijn drie vormen van ethisch universalisme, het idee dat bepaalde waarden altijd en overal nastrevenswaardig zijn. Allereerst is er het paradoxale relativistisch universelisme; volgens hen is een universele maatstaf juist onmogelijk en kunnen culturen en waarden niet in een hiërarchie worden geplaatst. Het relativisme zegt: ‘alle waarden zijn relatief’ en daaruit vloeit de gelijkheid van culturen en de universele waarde van respect voort. Omdat dit relativisme zich uiteindelijk toch beroept op een universele geldingskracht noem ik elk relativisme een pseudo-relativisme. Ten tweede is er het verlichte universalisme; het geloof dat de onschendbaarheid van het lichaam, vrijheid van meningsuiting en godsdienst en gelijkheid van geslacht, sexualiteit, ras en religie universele waarden zijn. Ten slotte is er het duistere universalisme; de ontkenning van de Verlichting: hier worden intolerantie, discriminatie, geweld en godsdienstwaanzin verheven tot zogenaamde ‘universele’ waarden. Lege handen Westerse relativisten ontkennen universele waarden uit politieke correctheid; ze zijn bang de superioriteit van hun verlichtingswaarden te moeten verdedigen en bepaalde tradities en beschavingen te moeten veroordelen. Ze verschuilen zich achter waarden als tolerantie, respect, en ‘de boel bij elkaar houden’ om te voorkomen dat ze zich moeten uitspreken over welke waarde ‘beter’ is. ‘Relatief’ heet de preek van dit extreem multiculturalistisch kuddevolk. Het getuigt echter van een valse bescheidenheid te beweren dat vrijheid en gelijkheid ‘toevallig’ hier en nu heel goed werken. Tegelijkertijd zijn relativisten blind voor het deel van de wereldbevolking dat wegkwijnt onder het juk van het duister universalisme. Relativisme is voor het soundbite-volk de ontsnapping aan de dilemma’s van de multiculturele samenleving. Waarom hangen mensen het relativisme aan? Met zoveel conflicterende waarden in de wereld, lijkt relativisme logisch omdat universele waarden binnen de bestaande morele chaos maar moeilijk te ontdekken zijn. Maar uit diversiteit volgt niet logischerwijs dat er geen juist antwoord bestaat. Dat drie, vier en vijf mogelijke antwoorden zijn op de vraag ‘Wat is twee maal twee?’ impliceert niet dat er géén antwoord universeel juist is. We mogen en kunnen uit empirische feiten geen ethische feiten af28 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
leiden. Het feit dat de meerderheid van de bevolking vreemdgaat, belasting ontduikt of steelt wil nog niet zeggen dat het goed of slecht is. Wat we in de wereld aan feiten en gegevens aantreffen kan dus geen rechtvaardiging vormen voor het goed of slecht zijn ervan. Natuur en cultuur zijn, maar zwijgen over de vraag of het goed is. Uit dit onderscheid tussen sein en sollen, tussen is en ought, tussen zijn en zullen volgt dat alle empirische kennis ter wereld nog onvoldoende is om het relativisme óf het universalisme op te grondvesten. Indien men overigens deze regel kort negeert, wordt direct duidelijk dat bepaalde waarden wel degelijk universeel zijn. De waarheid spreken, niet willekeurig moorden en liefde voor het gezin zijn noodzakelijke waarden, zonder welke een samenleving eenvoudigweg niet kan bestaan. Wat gebeurt er als we relativisten aux sérieux nemen? De relativist kan andere culturen niet bekritiseren. De waarden van de ene cultuur zijn namelijk niet van toepassing op een andere cultuur: een bovenculturele maatstaf bestaat immers niet volgens de relativisten! Men mag het relativisme dan ook feliciteren met haar onvermogen het nazisme, vrouwenbesnijdenis en onderdrukking te beoordelen en te veroordelen als moreel inferieur en verwerpelijk. Ook kunnen relativisten binnen hun eigen cultuur niet langer meer spreken van morele vooruitgang. Vooruitgang impliceert namelijk dat je waarden beter zijn geworden en op basis van welke maatstaf kan het relativisme iets dergelijks baseren? De afschaffing van de slavernij, vrouwenstemrecht en homo-emancipatie kunnen dan ook niet langer als vooruitgang of ontwikkeling worden getypeerd. Ten slotte stelt het relativisme dat om een handeling te kunnen beoordelen enkel de waarden van de maatschappij waarin die handeling wordt gepleegd relevant zijn. Relativisme impliceert daarmee dat racisme geen immorele daad was onder het apartheidsregime van Zuid-Afrika; in die cultuur waren ongelijkheid en rascisme immers waarden. Het serieus nemen van het relativisme toont dus haar problematische karakter: de weigering een moreel onderscheid te maken is zeer onaantrekkelijk. Moreel gezien staat zij met lege handen omdat zij de transculturele sprong niet kan maken. Wil de relativist kritiek uiten, dan is zij overgeleverd aan de universele, dus bovenculturele waarden die zij poogt te ontkennen, zoals ‘Liberté, Egalité & Fraternité’. Ik roep de relativisten dan ook op: toon LEF en ontwaak uit uw dommel! Verlicht universalisme: misverstanden en legitimering De onhoudbaarheid van het relativisme is natuurlijk een zwak ‘bewijs’ voor het universalisme. Daarom zal ik nu eerst pogen enkele bekende misopvattingen omtrent het universalisme weg te nemen alvorens het universalisme te grondvesten. Allereerst het idee dat het verlicht universalisme een Westerse ‘uitvinding’ is. Dat is het niet. Universele waarden worden niet ‘uitgevonden’, maar gevonden en waar dat ter wereld gebeurt doet niet
Pleidooi voor het universalisme
ter zake. De wet van de zwaartekracht is weliswaar in Engeland door Newton gevonden, maar dat maakt het nog geen ‘westerse uitvinding’ en doet evenmin iets af aan haar universele geldingskracht. Ook zijn er vele onterechte associaties aan het universalisme verbonden. Maar het universalisme heeft geen enkel noodzakelijk verband met imperialisme, (neo)-kolonialisme, pro-Amerikanisme of een aggressief buitenlands beleid. Sterker nog: vele universalisten zijn pacifisten en als zodanig tegen elke vorm van geweld. Ten slotte dient een onderscheid te worden gemaakt tussen universele en absolute waarden. Universalisme impliceert niet dat waarden absoluut zijn en dus geen enkele uitzondering kennen. Die stelling is ook nauwelijks vol te houden, omdat universele waarden met elkaar in conflict kunnen komen, zoals vrijheid van godsdienst of meningsuiting dat regelmatig doen met het anti-discriminatiebeginsel. Verlicht universalisme betekent ‘enkel’ dat bijvoorbeeld diefstal, moord, discriminatie en leugens als regel universeel slecht zijn, ook al bestaan er uitzonderingen. Maar hoe komen we er nu achter welke waarden universeel zijn? Dat zijn de waarden die een persoon zou kiezen indien hij niet van te voren wist welk personage hij op het wereldtoneel zou spelen. Als je niet weet of je homo, moslimfundamentalist, rijk, vrouw of gehandicapt zal worden, zal je kiezen voor die beginselen die ongeacht je uiteindelijke positie in de maatschappij aantrekkelijk zullen zijn. Je zult kiezen voor vrijheid van meningsuiting, omdat je wellicht een andere mening dan de overheid er op na zal houden. Je zult niet kiezen voor een staatsgodsdienst, omdat je misschien een andere godsdienst beoefent. Je zult kiezen voor gelijkwaardigheid van geslacht en sexualiteit omdat je als lesbienne op het wereldse toneel kan verschijnen. Je zult kiezen voor politieke rechten omdat je niet weet of anderen jouw belangen wel correct zullen behartigen. Tenslotte zal je kiezen voor vrijheid, omdat je beter in staat bent dan de overheid om te bepalen wat wel en niet in je belang is. Kortom, je zult kiezen voor onpartijdige principes, simpelweg omdat je nog niet in staat ben je eigen positie te bevoordelen. Dit zijn eerlijke en universele waarden. Dit gedachte-experiment drukt niet het geloof uit dat de toepassing van deze universele waarden is uitontwikkeld. Het menselijke begrip van deze universele waarden is zeer waarschijnlijk nog niet tot een absoluut einde gekomen, zie de discussie over dierenrechten. Men dient echter te erkennen dat het huidige niveau, zoals vastgelegd in talrijke mensenrechtenverdragen en grondwetten, het minimumniveau voor de toekomst behoort te zijn. Uit dit gedachte-experiment blijkt ook direct dat de intolerante ‘waarden’ van het duister universalisme niets meer zijn dan verhuld eigenbelang, die voornamelijk mannen en de eigen godsdienst op irrationele gronden begunstigen ten koste van de rest van de samenleving. Dit egoïsme faalt op alle mogelijke manieren in zijn poging aanspraak te kunnen maken op universaliteit. Door universele waarden toe te passen op een feitelijke situatie ontstaat iets dat de status van mening transcendeert. Er ontstaat een moreel feit dat net zo ‘hard’ is als het feit dat watermoleculen zijn opgebouwd uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof. De Holocaust is verschrikkelijk, ongeacht hoe de minderheid en de meerderheid er over denken.
Strijd Relativisten miskennen het dilemma: hoe kan je de westerse waarden beschermen tegen het duistere universalisme zonder deze waarden te verlaten? Zij maken de grove inschattingsfout te denken dat deze niet verdedigd hoeven te worden en dat respect en tolerantie voldoende zijn voor behoud van de status quo. Maar dat zal niemand sparen voor de morele achteruitgang van het duistere universalisme. Het zullen de ongedifferentieerd tolerantie predikende relativisten zijn die als eerst worden vertrapt onder de hoeven van de oorlogspaarden van het duister universalisme. Het verlichte universalisme is de enige verdediging hiertegen, omdat zij haar verlichte waarden tegenover die van intolerantie, discriminatie, geweld en godsdienstwaanzin kan plaatsen. Geen tolerantie voor de intolerante duistere universalisten impliceert geenszins een ongebreidelde repressie van andersdenkenden. Integendeel! Het vertrouwen in de wisdom of the crowds en in het instituut van de democratie met haar (institutionele) waarborgen is zeer groot. Daarom kunnen we alle meningen toelaten tot het publieke debat, ook de verwerpelijke. Daarom kunnen we alle politieke partijen toelaten tot de verkiezingen, ook de onzedelijke. Pas als voormalig minister Donner’s democratische two-third majority universele waarden dreigt aan te tasten komt men voor een onmenselijk dilemma te staan. Pas nadat alle democratische middelen zijn uitgeput luidt het dilemma: vechten of verhuizen. Democratie is ook niet alles. Het is in feite niets meer dan een lege huls; de waarde wordt feitelijk bepaald door haar inhoud en die inhoud kan aanmerkelijk verschillen, zie Hamas. De democratie is waardevol omdat zij haar burgers als gelijken beschouwt: one man, one vote. Maar omdat de democratie wordt gevuld met de contingente wil van een arbitraire meerderheid kan de democratie niet de uiteindelijk legitimerende waarde van onze samenleving zijn. Een politieke partij die zich enkel op democratie an sich richt zou zichzelf dan ook onsterfelijk belachelijk maken. Ook kan de democratie maar tot op zekere hoogte bescherming bieden aan universele waarden. De democratie belichaamt an sich niet de hoogste waarde, maar is slechts een buitengewoon nuttig mechanisme dat in het verleden universele waarden tot grondwet heeft verheven. Universele waarden dienen immuun te zijn voor nadelige veranderingen in het onderliggende democratische systeem. Laten wij erkennen dat de democratie iets hogers heeft voortgebracht. De liberale democratie is superieur juist omdat en voor zover zij beperkingen stelt aan de uitkomsten van het democratische proces en niet alles klakkeloos voor ja en amen aanneemt. Het ongedifferentieerde respect dat de relativisten tonen, getuigt van een disrespect voor allen die zich wel conformeren aan verlichte universele waarden, juist omdat zij moreel op één lijn worden gesteld met hen die dat niet doen. Het relativisme is een roekeloos idee dat andere culturen, tijden en zelfs de eigen cultuur niet kan bekritiseren. In ons dagelijks spraakgebruik en in onze debatten veronderstellen wij impliciet universele waarden. Het is onze ethische plicht om het universalisme te legitimeren en te verdedigen tegen de lafhartige aanvallen van relativisten. Let’s have the cake, but not eat it. Mark Reijman is bureauredacteur van dit blad.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 29
O
Pinie
O
ns Nederlands democratisch systeem, bijna heilig is het. Vooral als je het tegenover een dictatuur zoals in veel Afrikaanse of Aziatische landen zet. Ook in vergelijking met landen die niet eens meer geregeerd worden door een centraal bestuur, maar door lokale warlords, zoals Somalië voor de terugkeer van de huidige interim-regering, is het fantastisch. Landen waar dictators aan de macht zijn en waar het volk vaak onder mensonterende omstandigheden leeft zijn, zacht uitgedrukt, niet de ideale plaatsen op deze wereld om je levensdagen te slijten. Maar geeft dat de democratieën in de westerse wereld ook het recht om hun eigen systeem in zulke landen te implementeren als het er echt fout gaat? DOOR Jeroen Diepemaat
te stichten in Irak. Er zijn nu een regering en een parlement die gekozen zijn door vrije verkiezingen, maar het gaat allemaal nog wel moeizaam. De drie verschillende bevolkingsgroepen in Irak, sjiieten, soennieten en Koerden, verzetten zich nog steeds heftig tegen elkaar en tegen de aanwezige militairen, met veel bloedige aanslagen als gevolg. Het brengen en bouwen van een democratie in een (binnengevallen) land is een lastige zaak, vooral in landen waar zich grote humanitaire rampen hebben voltrokken. In de Soedanese provincie Darfur woedt nu bijvoorbeeld nog steeds een grote burgeroorlog die dagelijks vele slachtoffers eist. Hongersnoden zijn ook niet onbekend in Azië. Een basis voor een stabiel land ontbreekt dus. Als de primaire levensbehoeften van mensen niet aanwezig zijn, is een democratie moeilijk vol te houden.
Het gaat hier om de fundamentele vraag of het geoorloofd is om als land je eigen normen en waarden boven die van een ander land te stellen. Wij zijn over het algemeen erg tevreden met ons democratisch systeem en het liefst zouden we zien dat het in de hele wereld zo goed werkt. Het principe achter een dictatuur is dat een regime, over het algemeen onder leiding van één figuur, de absolute macht heeft over een land. Absolute macht werkt misbruik in de hand. Combineer absolute macht met religieus fanatisme en megalomane ideeën en je hebt een land waar het voor de burgers een hel is. In het grootste deel van de westerse wereld is de omslag van totalitaire staat naar democratie al jaren geleden gemaakt. Het heeft natuurlijk een tijd geduurd voordat ons systeem zo is geworden zoals het nu bestaat. Democratie wordt niet alleen gemaakt door de grondwet, maar ook door de mind-set van mensen. Nu deze omslag hier achter de rug is zien we pas hoe landen zonder een fatsoenlijk democratisch systeem soms gebukt gaan onder hun regimes, hoe mensenrechten er op grote schaal geschonden worden en hoe groot de dreiging is die deze landen kunnen vormen voor onze veiligheid.
Van onderaf opbouwen Volgens de piramide van Maslov hebben mensen eerst behoefte aan eten, daarna aan veiligheid en een dak boven hun hoofd en pas helemaal boven in de piramide staat ontwikkeling. Hieronder schaar ik een democratisch systeem ook. Als het volk een hongersnood ondergaat en verwikkeld is in een burgeroorlog, zal het niet snel denken aan democratie. Dit onderstreept ook de noodzaak om in de zogenaamde failing states niet alleen te interveniëren met militairen in crisissituaties, een regering weer in het zadel te helpen en pogingen te doen om deze dan ook nog democratisch te maken, maar om vooral ook humanitaire hulp te bieden en de burgers te helpen hun land weer van onderaf op te bouwen.
De soevereiniteit van een staat Vanuit cultuurrelativistisch oogpunt is het totaal onverantwoord om aan andere, soevereine staten jouw normen en waarden op te leggen. Hoe kun je immers weten dat jouw normen superieur zijn? Nog belangrijker is misschien wel dat het schenden van de soevereiniteit van een staat onrechtmatig is. Irak mag Koeweit niet binnenvallen, maar de Verenigde Staten mogen Irak eigenlijk ook niet binnenvallen. Althans, niet zonder de steun van de Verenigde Naties. Toch is het gebeurd. Toen wapeninspecteurs van de VN in Irak biochemische en nucleaire faciliteiten controleerden, werd hen plots de toegang tot de faciliteiten ontzegd door de Irakese autoriteiten. Vanaf dat moment ondernamen de Verenigde Staten actie, binnen en buiten de VN, en werd Irak binnengevallen zonder steun van de VN. De reden was dat de VS informatie meenden te hebben waaruit bleek dat Irak massavernietigingswapens had, hoewel die tot op de dag van vandaag nog nooit gevonden zijn. Feit is wel dat het regime van Saddam Hoessein omver geworpen is en dat er nu pogingen worden ondernomen een democratie
Failing states en dictaturen bieden vaak het hoofd aan activiteiten die voor het Westen en eigen burgers ernstige bedreigingen opleveren. Hoewel het volgens de internationale rechtsregels eigenlijk niet toegestaan is een soevereine staat binnen te vallen, moet dit in een dergelijk geval wel gebeuren. Sterker nog, als in een bepaald land de mensenrechten ernstig geschonden worden, dan is het zelfs verplicht de soevereiniteit van dat land even over het hoofd te zien en in te grijpen. Op het moment dat er ingegrepen wordt moet dit op een fatsoenlijke manier, met VN-mandaat gebeuren en zal er dus ook aan het land gebouwd moeten worden, van onderaf. In een dergelijk geval is het wat mij betreft dus niet meer dan logisch dat er voor de burgers daar een fatsoenlijk democratisch systeem wordt opgezet.
30 | DRIEMASTER NUMMER 1 - FEBRUARI 2007
Niet alleen de bevolking van een failing state leeft in onveiligheid, ook voor andere landen kunnen ze veiligheidsrisico’s opleveren. In een land als Somalië, waar tot voor kort geen centraal gezag en dus ook geen politie of leger aanwezig was, kunnen gemakkelijk trainingskampen voor terroristen opgezet worden die indirect een groot gevaar opleveren voor vooral westerse landen.
Jeroen Diepemaat is Politiek Commissaris Defensie.
Foto Archief wildberrys.org.uk
De paradox der democratie
O
nze Liberaal
O
Ns soort agenda
26 feb. tot en met 2 Mrt. JOVD-campagnetour Meer informatie
[email protected] 7 maart Provinciale Statenverkiezingen Foto Archief wildberrys.org.uk
8 maart Cursus politieke stromingen (afdeling Breda) Meer informatie www.jovdbreda.nl 9 maart Symposium Milieu, Markt en Moraal Meer informatie www.jovd.nl
Onze Liberaal: Shami Chakrabarti
23 maart Symposium Defensie & Ethiek Meer informatie www.jovd.nl
J
23 maart tot en met 4 april Lustrumreis (Dublin) afdeling Nijmegen c.a. Meer informatie www.jovdnijmegen.nl
aarlijks verkiest de JOVD de Liberaal van het Jaar. De verkozen persoon dient een jaar lang als inspiratiebron voor andere liberalen. In de komende uitgaven zal Driemaster haar liberalen uitroepen. Vrijheidsstrijders die inspiratie kunnen bieden aan vele anderen. In deze uitgave: Shami Chakrabarti, directeur van de Engelse pressiegroep Liberty. Shami Chakrabarti (37) wordt op 16 juni 1969 geboren in Londen en groeit op in de hoofdstad van Engeland. Ze studeerde aan de London School of Economics en werkte na haar afstuderen als advocaat voor het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ze voegt zich één dag na de aanslag van 11 september bij de pressiegroep. Een typische datum voor Chakrabarti, zeker als later blijkt dat ze in de rest van haar carrière vooral zal strijden tegen de beperkingen van de vrijheid als gevolg van antiterreurwetgeving. Sinds september 2003 is ze directeur van Liberty. Sinds 2005 verschijnt Chakrabarti veelvuldig in de media. Dat jaar was meteen ook het toppunt qua media-aandacht, want nadat er op 7 juli een aanslag op de Londense metro werd gepleegd was ze niet meer uit de media weg te denken. Enkele dagen na de aanslagen waarschuwde ze via diverse radiostations al voor de vele antiterreurwetten en -maatregelen die op de plank lagen. De dreiging en angst voor terrorisme mocht in haar ogen de vrijheid niet beperken door allerlei wetten en maatregelen op te leggen. Toen premier Tony Blair begin augustus 2005 aankondigde dat ‘de regels van het spel’ door de aanslagen veranderd waren verzette de activiste voor vrijheid zich daar hevig tegen. Zo liet ze heel Engeland weten dat ze niets in het voorstel van de regering-Blair zag om terrorismeverdachten voortaan geen 14 dagen, maar 90 dagen in voorarrest te kunnen houden zonder aanklacht. Uiteindelijk werd dit voorstel – mede door haar inzet – dan ook niet ongewijzigd aangenomen en bleef het slechts bij een verdubbeling en kunnen terrorismeverdachten voortaan maximaal 28 dagen zonder aanklacht worden vastgehouden. De Britse media heeft haar diverse eervolle posities toegekend. Zo stond ze in december 2005 op de shortlist van de ‘who runs Britain’-verkiezingen van radioprogramma Today (BBC 4). Als hoogtepunt stond ze ook op de lijst voor de verkiezingen voor ‘Most Inspiring Political Figure’ bij de ‘Political Awards 2006’ (Channel 4). Uiteindelijk werd ze tweede en werd de titel toegekend aan tv-kok Jamie Oliver maar ze versloeg wél onder andere Tony Blair en Bob Geldof. Ook kreeg ze begin februari 2006 de titel ‘anarchist in a barristers wig’ toegekend door tijdschrift Loaded.
2 april Deadline Driemaster Kopij
[email protected] 14 en 15 april JOVD Voorjaarscongres Meer informatie www.jovd.nl/congres Aanmelden activiteiten
[email protected]
D
eadline kopij
De deadline van de volgende Driemaster is 2 april 2007 en de editie verschijnt in de week van 30 april 2007. Kopij kan als platte tekst aangeleverd worden op e-mailadres
[email protected]. Beeldmateriaal kan als JPEG-bestand ingezonden worden.
H
B-besluiten
HB-besluiten Via
[email protected] kun je je inschrijven voor de JOVD-nieuwsbrief en ontvang je tevens de Hoofdbestuursbesluiten.
Driemaster verkiest Chakrabarti tot een van de vijf liberalen die dit blad zal uitroepen vanwege haar keiharde en eindeloze inzet tegen de beperking van de vrijheid door antiterreurwetgeving.
NUMMER 1 - FEBRUARI 2007 DRIEMASTER | 31
Enkele maanden voordat minister van Financiën Gerrit Zalm (VVD) definitief politiek Den Haag verlaat, verkiest de JOVD hem tot Liberaal van het Jaar 2007. Hij wint de prijs “vanwege zijn tomeloze inzet voor het op orde brengen van de schatkist” en daarnaast “om zijn liberale ideeën” op het gebied van zijn ministerie en de alledaagse politiek, aldus Landelijk Voorzitter Sabine Koebrugge. De trofee werd aan Zalm uitgereikt tijdens de nieuwjaarsborrel op het Algemeen Secretariaat in Den Haag.
Gerrit zalm: liberaal van het jaar 2007