L’œil du juge Het oog van de jury
Dressuur / Dressage
Fysieke en mentale ontwikkeling van het paard ** Van Daele: Ontwikkelen africhten - opleiden Ontwikkeling van bewegingspotentieel en bruikbare kracht Samenhang en Harmonie tussen ruiter en paard Happy atleet
Développement physique et mental du cheval **
Le dictionnaire: Dé Développer entrainer - former Le dé développement de le locomotion potentielle et de la force utile Cohé Cohérence et harmonie entre cavalier et cheval Happy athlè athlète
1
Wedstrijd / Compétition
1. 2.
3.
1. 2. 3. 4.
De test (opdracht) bestaat uit een technische en algemene beoordeling. Technische beoordeling : via de diverse opdrachten (proef volgens niveau) :
De juistheid en kwaliteit, het verloop van de opgelegde gangmaat van/tot De uitvoering en juistheid van de opgelegde figuren op aangeduide plaats Grijze zone – ruimte tussen 2 opdrachten – voorbereidende zone naar volgende opdracht
1.
Algemene evaluatie met : Kwaliteit van de gangaard Activiteit – impuls – levendigheid Ontspanning – gehoorzaamheid verbinding Houding en inwerking van de ruiter
2. 3.
1. 2. 3. 4.
Le test (mission) consiste d’une appréciation technique et générale Appréciation technique: suivant les différentes missions dans une épreuve (suivant le niveau) : l’exactitude et la qualité qualité, la continuité continuité de l’l’allure dans la mission. L’exactitude de l’l’exé exécution des figures, sur l’l’endroit demandé demandé. Zone grise – l’espace entre les partis de mission – espace observatoire et pré préparatoire Evaluation Générale Qualité Qualité des allures Activité Activité – impulsion – locomotion Décontraction – obé obéissance – le contact L’assiette – actions et aides du cavalier
Dressuur Jury
1.
2. 3.
1. 2. 3. 4.
Rijtechnisch ervaren jury (persoon met notie van evalueren). Reglement toepassen / maakt een technische beoordeling van ieder onderdeel van de opdracht met (door): Het toekennen van een waarde cijfer bij ieder onderdeel van de proef, waarde van het cijfer volgens juistheid en kwaliteit, en verloop Mogelijk een schriftelijke toelichting bij het toegekende cijfer De toepassing van het reglement laten gelden, dit ter bescherming naar alle deelnemers, en de juistheid binnen het verloop van de wedstrijd. Samenvattende evaluatie met : Een cijfer voor Kwaliteit van de gang Een cijfer voor Activiteit – impuls – soepelheid Een cijfer voor Ontspanning – gehoorzaamheid - verbinding Een cijfer voor Houding en inwerking van de ruiter Ieder cijfer lager dan 7 vraagt toelichting
1.
2. 3. 1. 2. 3. 4.
Jury avec expérience en dressage (avec notion d’évaluer) Appliquer le règlement / Appréciation technique pour chaque partie de la mission: L’appré appréciation ce fait par l’l’intermé intermédiaire d’ d’un chiffre pour chaque partie de la mission, chiffre qui correspond a l’l’exactitude la qualité qualité et la continuité continuité, des figures à l’endroit demandé demandé. Chiffre éventuellement commenté commenté par écrit Appliquer le rè règlement, pour conserver lé légalité galité entre les partants, dans la compé compétition Evaluation Gé Générale Chiffre globale pour la qualité qualité des allures Chiffre globale pour Activité Activité – impulsion – souplesse Chiffre globale pour la dé décontraction – obé obéissance – le contact Chiffre pour L’ L’assiette et aides du cavalier Toute chiffre plus bas que 7 demande un commentaire
2
Dressuur scala / échelle de dressage Het dressuur training scala is de meest belangrijke richtlijn voor ruiters en trainers, ook jury's gebruiken dit zelfde scala om een dressuurtest te evalueren L’échelle de dressage est le directive le plus importent pour tout cavalier et entraineur, aussi les jury emploient les directives pour évaluer votre test de dressage Takt Ontspanning Aanleuning Impuls Recht richten Verzameling
Ritme, regelmaat Soepel, elastisch Verbinding, aanvaarding Energie, levendig Gelijk recht Draagvermogen, balans
Tact Décontraction Contact Impulsion Rectitude Rassemblé
Rythme, régularité Souplesse, élasticité Liaison, acceptation Activité, énergie Dressé droit Force portative, équilibre
Niveau criteria - critère De verschillende niveaus E - A - L - M – S Het is duidelijk dat ieder niveau zijn eigen criteria heeft (kwaliteit norm)
Le diffé différentes niveaux E - A – L – M – S Il est Clair que chaque niveaux a son propre critè critère (norme de qualité qualité)
3
Initiatie proeven – Epreuve préparatoire
Initiale, introductie of zich inwijden, wijst op het kennismaken met het onderdeel in ons geval het rijden van dressuurwedstrijden. De introductie kan van toepassing zijn, op de ruiter of op het paard paard of zelf voor beiden. In de dressuursport word voor dergelijke introducties introducties gebruik gemaakt van de initiatie of de E proeven, proeven, deze proeven zijn enerzijds tegelijk test en evaluatie. Basis criteria zijn: Ontwikkeling van samenwerking (gefocust op): Ritme – Ontspanning - Contact Initier ou introduire, ré réfère a faire connaissance avec dans notre cas la compé compétition de dressage. dressage. L’initiation peut être appliqué appliquée sur le cavalier ou sur le cheval ou les deux. Dans les concours de dressage pour ce niveau les épreuves d’ d’initiation et ou les épreuve E. sont test et évaluations en même temps. Les critè critères de base : Développement de la cohé cohérence (focaliser sur): Rythme – décontraction - Contact
Ontwikkeling van samenwerking Développement et cohé cohérence Ritme – Ontspanning - Contact / Rythme – décontraction - Contact Proef focus :
Generale beeld
Rechte lijnen (hoefslag en diagonalen) Wendingen en gebogen lijnen ( Cirkel 20 m Ø ) Progressieve overgangen Gangen, activiteit , samenwerking Ruiter - houding, positieve inwerking
Epreuve focaliser Linges droites ( tracé tracé de la piste et les diagonales ) Les tournants (incurvations) et linge incurvé incurvées (Cercle de 20 Ø) Les transitions progressives Général Les allures, l’l’activité activité , la cohé cohérence Le cavalier, l’l’assiette , les aides
4
Epreuve A Proeven
“A” staat voor “Anfang” Anfang” = “Beginner” Beginner” met beginner wordt niet bedoeld de beginneling, maar het begin van dressuur waarbij volgende basis basis criteria van toepassing worden: Ontwikkeling – Samenwerking – Activiteit - gefocust op: tact en regelmaat, ontspanning met soepelheid, impuls – balans en recht richten
« A » repré représente “Anfang” Anfang” qui signifie “Début” but” ce qui ne veux pas dire Débutant, mais qui signifie, le dé début du dressage, dont on tient compte des critè critères suivants: Développement – Cohé Cohérence – Activité Activité focalisé focalisé sur: Le tact et ré régularité gularité, dé décontraction et souplesse, impulsion et balance, rectitude
Ontwikkeling – Activiteit Développement – Activité Activité Tact en regelmaat, ontspanning met soepelheid, activiteit, balans balans en recht richten / Le tact et ré régularité gularité, dé décontraction et souplesse, impulsion et balance, rectitude Proef focus :
Generale beeld richten
Rechte lijnen (hoefslag en diagonalen grijze zone ) Wendingen en gebogen lijnen (Cirkel 20 m Ø / Volte 10 m Ø) Uberstreichen – enkelvoudige overgang Midden stap – middendraf en Progressieve overgangen Gangen, activiteit , samenwerking - aanleuning en het recht Ruiter - houding, positieve inwerking
Epreuve focaliser Linges droites ( tracé tracé de la piste et les diagonale zone grise ) Les tournants (incurvations) et linge incurvé incurvées (Cercle de 20 Ø volte10 m Ø) Uberstreichen – transitions de ferme a ferme Pas moyen et trot moyen - Les transitions progressives General Les allures, l’l’activité activité , la cohé cohérence mise on main et rectitude Le cavalier, l’l’assiette , les aides
5
Epreuve L proeven
“L” staat voor “Licht” Licht” met beginner wordt bedoeld licht gevorderd waarbij volgende basis criteria van toepassing worden: Ontwikkeling – Samenwerking – Balans - gefocust op: soepelheid, contact , impuls, zelfhouding en recht richten
“L” signifie “Léger” ger” ce qui veux dire lé légèrement avance, dont les critè critères suivants sont: Développement – cohé cohérence – Balance refocalisé refocalisé sur : Souplesse, contact , impulsion, équilibre et rectitude
Ontwikkeling – Samenwerking – Balans Développement – cohé cohérence – Balance Soepelheid, contact , impuls, zelfhouding en recht richten Souplesse, contact , impulsion, équilibre et rectitude Proef focus :
Generale beeld
Impuls en soepelheid balans (ook in de grijze zone ) Kwart Wendingen en gebogen lijnen ( Volte 8 m Ø) Buiging – balans en zelfhouding – contra galop Midden stap / draf / galop, directe overgangen en doorstroming Gangen, impuls, samenwerking, aanleuning, balans recht richten Ruiter - houding, precisie, positieve inwerking
Epreuve focaliser Impulsion et souplesse ( aussi dans les zones grises ) Les quarts de tour (incurvations) et linge incurvé incurvées (volte (volte 8 m Ø) les incurvations – balance et équilibre, le contre galop Pas / trot et galop moyen - Les transissions directe, permé perméabilité abilité Général Les allures, l'impulsion, la cohé cohérence, mise on main balance et rectitude Le cavalier, l’l’assiette , la pré précision, efficacité efficacité des aides
6
M en hoger / M et plus
“M” staat voor “middel zwaar” zwaar” dit behoort tot het gevorderd niveau, waarbij volgende basis criteria van toepassing worden: Ontwikkeling – Samenwerking – Balans – Verzameling gefocust op: soepelheid, contact , impuls, balans zelfhouding, draagvermogen en recht richten
“M” signifie moyen, moyen, ce qui veux dire que le niveau appartient aux niveaux supé supérieur, dont les critè critères de base sont: Développement – cohé cohérence – Balance - Rassemblé Rassemblé focalisé focalisé sur : Souplesse, contact , impulsion, balance, équilibre, force portative et rectitude
Ontwikkeling – Samenwerking – Balans – Verzameling Développement – cohé cohérence – Balance – Rassemblé Rassemblé Soepelheid, contact , impuls , zelfhouding , recht richten en verzamelen verzamelen Souplesse, contact , impulsion, équilibre , rectitude et rassemblé rassemblé Proef focus :
Generale beeld
Epreuve focaliser
General
Impuls en soepelheid balans en verzameling (ook in de grijze zone zone ) Het recht gericht zijn, lengte buiging in de zijgangen (volte 8 m Ø) Aanleuning, zelfhouding, draag vermogen zowel in draf als in galop galop Midden gangen en versterkingen stap / draf / galop, vliegende wissel wissel directe overgangen en doorstroming Gangen, impuls, aanleuning, balans recht richten, verzamelen Ruiter - houding, samenwerking, positieve inwerking , precisie Impulsion et souplesse balance et rassemblé rassemblé ( aussi dans les zone grise ) La rectitude, le plie et l’l’incurvation dans les pas de coté coté ( volte 8 m Ø) La mise en main, l’é quilibre, le dé l’équilibre, désire de se porter dans les 3 allures Les allures moyen et les extension, le changement de pied en l'aire, l'aire, les transissions directe, permé perméabilité abilité Les allures, l'impulsion, mise on main balance et rectitude et le le rassemblé rassemblé Le cavalier, l’l’assiette , la cohé cohérence, efficience des aides et la pré précision
7
Punten ladder / échelle des point 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
niet uitgevoerd Zeer slecht Slecht Tamelijk slecht Onvoldoende voldoende Bevredigend Tamelijk goed Goed Zeer goed Uitmuntend
zelfs geen onderdeel nauwelijks uitgevoerd ernstige storingen verzet onnauwkeurig met verzet onnauwkeurig, gebrekkig met storingen, matige. mist precisie, afwerking accurate uitvoering Goede norm bereikt oog strelend prachtig tot in detail
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Non exé exécuté cuté Trè Très mauvais Mauvais partielle. mauvais insuffisant Suffisant satisfaisant assez bon Bon Trè Très bon excellent
même pas une partie a peine exé exécuté cuté défense, mal exé exécuté cuté inexact, avec dé défense défectueusement Modè Modère, avec interruption manque de pré précision assez pré précis exé exécution soigneux bonne pré précision Trè Très accu rate et pré précis
Generale punten / point generale Takt – regelmaat
3/4 5/6 7/8 9/10
Sterk tot ongelregelmatig in 1 of meerdere gangen 1 gangmaat onregelmatig of met storingen 3 correcte basisgangen met goede verruimingen 3 correcte gangen sterk uitgesproken
Ontspanning
3/4 5/6 7/8 9/10
stijf mist ontspanning vlot maar mist soepelheid Ontspannen tot soepel Ontspannen soepel, elastisch
Aanleuning
3/4 5/6 7/8 9/10
gebrekkige verbinding met weerstand Onstabiele verbinding met storingen, kantelt Hals lengte – nek hoogte Mooi gedragen en natuurlijk opgericht
Impuls
3/4 5/6 7/8 9/10
Gebrekkig voorwaarts tot terug houdend gebrekkige voorwaarts, mist balans of zelfhouding Levendig over de rug met cadans levendig mooi licht verend
Recht gericht
3/4 5/6 7/8 9/10
Niet recht spoort naar links of rechts gebrek en verlies van buiging mooi recht , opent soms achteraan Geheel recht, goed sporend axiaal en lateraal
Verzameling
5/6 7/8 9/10
Treed niet naar het draagpunt of verlies van verzameling Goede zelfhouding, voldoende bergop Mooi gedragen goed buigende achterhand gewrichten
8
Point Général / generaal punt Rythme – régularité 2 / 4 5/6 7/8 9/10
Très Irrégulier dans plusieurs allures Irrégulier dans une allure, ou avec interruptions de cadence 3 allures correctes avec une bonne extension 3 allures correctes et prononcées
Décontractions
3/4 5/6 7/8 9/10
Raide manque de décontraction Coulant mais manque de souplesse Bonne décontraction, assez souple Décontracté, souple et élastique
Contact
3/4 5/6 7/8 9/10
contact défectueux, avec résistance Contact instable, contacte interrompue, bascule la tète, derrière la verticale L’encolure trop courte, nuque trop bas Contact léger, l’encolure légèrement parabole, nuque le point le plus haut
Impulsion
3/4 5/6 7/8 9/10
Retenue, manque de volonté pour avancer Peu fluide, manque (amélioré) de balance et équilibre Très coulant avec engagement du dos, bon équilibre Très fluide déplacement facile avec un grand équilibre
Rectitude
3/4 5/6 7/8 9/10
Pas droit, chasse les hanches Manque ou perte de rectitude et manque d’incurvation Assez droit , s'ouvre un peu derrière dans les allongements Très bonne rectitude avec une bonne balance axiale
Rassemblé
5/6 7/8 9/10
Se porte peu , perte de d’équilibre et rassemblé Bon équilibre, se porte bien en montant Très bon équilibre , bon engagement des articulations de l’arrière main
Begrippen - logique des termes
Tact / Rythme Ritme is de regelmaat binnen de herhaling van de maat (gangmaat) Rythme et la ré régularité gularité de la ré répétitions de l’l’allure du cheval (tact) (tact)
Regelmaat / Régularité gularité Regelmaat is de juiste opeenvolging van de beenzetting (zie beweging beweging afloop) Régularité gularité est la succession exacte des membres dans l’l’allure
Tempo Het tempo is de snelheid van het ritme Le tempo est la Vitesse du rythme
Soepelheid – Elasticiteit / Souplesse et Elasticité Elasticité Soepelheid is het resultaat van ritme en ontspanning, waarbij het het paard in balans over de rug loopt. La souplesse est le ré résultat d’ d’une bonne cohé cohérence du rythme et la dé décontraction, ou le cheval engage l’l’arriè arrièrere-main en passant par son dos
Contact – Aanvaarding v/het bit / acceptation du mors – la main du cavalier Het contact / de verbinding tussen de ruiters hand is zacht, stabiel stabiel en elastisch. Het paard gaat op de drijvende ruiters hulpen voorwaarts zoek daarbij contact met de ruiters hand, waarbij de ruiter deze verbinding aanbiedt. Le contact est une liaison douce, stable et élastique avec la main du cavalier. Le cheval est postulé postulé par les aides du cavalier pour aller vers l’l’avant, où où il cherche le contact, c’ c’est au cavalier de lui offre ce contact
9
Begrippen - logique des termes
In de hand gesteld, de aanleuning / La mise en main se laisser attribuer De verbinding de aanleuning zijn onderdeel van het in de hand gesteld gesteld zijn. Het in de hand gestelde paard draagt zijn licht gebogen (gewelfde) hals, waarbij waarbij de nek het hoogste punt blijft, en het hoofdfront licht voor of op loodlijn is. Le contact et l’l’attribution font part de la mise en main . Le cheval on main porte porte son encolure lé légèrement courbé courbé (arqué (arquée), la nuque reste le point le plus haut et le front légèrement devant la verticale.
Activiteit – Impuls – Impulsion Met activiteit bedoeld men levendig houden. Impuls (swung (swung)) is de propulcerende energie, dynamische kracht voortvloeiend uit een stuwende achterhand achterhand in een voorwaartse over de rug gedragen beweging. Impuls kan alleen in afdrukkende bewegingen zoals draf en galop, daar impuls samenhangt met het zweefmoment. zweefmoment. Een belangrijk criteria voor de impuls is de tijd dat het paard in het zweefmoment vertoont, eerder dan op de grond. Impuls en snelheid gaan niet samen, samen, waarbij snelheid de beweging afvlakt Avec l’activité activité on veut voire une allure vive. L’ L’impulsion est une énergie propulsant, la force dynamique venant de l’l’arriè arrièrere-main poussant vers l’l’avant passant et tenue par le dos du cheval. L’ L’impulsion est seulement possible dans les allures propulsant comme le trot et le galop, puisque l’l’impulsion est en cohé cohérence avec le temps de suspension. Comme critè critère d’ d’ impulsion, le temps de suspension est plus important que le temps où où les membres se trouvent au sol
Dank u en tot weerziens Merci et au auevoir revoir Merci
10
