Draagvlak voor natuur: van verdelen naar verbinden CSA (Kris) van Koppen, Universitair hoofddocent Milieubeleid, Wageningen Universiteit
1.Karakterisering 2.Diagnose 3.Hoe
verder
Karakterisering: trends
Nog steeds brede sympathie voor natuurbescherming en natuureducatie, maar minder politieke prioriteit. Mensen zijn over het algemeen tevreden over natuur in Nederland, zij het iets minder in grote steden Natuurbezoek is al tientallen jaren ruwweg constant. Contact van kinderen met natuur in de woonomgeving is echter verminderd (door diverse oorzaken) Totaal lidmaatschap schommelt al meer dan tien jaar rond de 4 miljoen. Er zijn wel verschuivingen zichtbaar: van nationaal naar lokaal en internationaal, en van natuur- en landschapsbescherming naar dierenwelzijn.
Karakterisering: aandacht voor draagvlak
Verzet tegen natuurplannen
Natuur-tekort bij kinderen
Daling ledenaantal Natuurmonumenten
Koerswijziging natuurbeleid: overheid niet langer de vanzelfsprekende bondgenoot van natuurbescherming
Diagnose: obstakels voor mobilisering
Eén van de obstakels bij het effectief mobiliseren van burgers voor natuur ligt in de technocratisering van het beleid. Kenmerkend voor deze technocratisering zijn uitspraken als: – De EHS wordt beschermd vanwege haar intrinsieke / ecologische waarden – Biodiversiteit beschermen we vanwege internationale verplichtingen
Diagnose: ecosystem services volgens de Millennium Ecosystem Assessment (2003-2005)
"Cultural services" staan centraal bij de bescherming van natuur en landschap in Nederland. Dat geldt zowel voor het bredere publiek als voor beheerders en beschermers zelf.
Diagnose: cultural services = sociaal-culturele waarden = natuurbeleving in brede zin
esthetische beleving, van natuur als decor tot verheven schoonheid; emotionele beleving van planten en dieren en van natuur als een plaats van ontspanning en rust; recreatieve beleving van natuur als een plek die uitnodigt tot beweging, bezinning, ontspanning of ontmoeting met anderen; natuur als intrigerend verschijnsel en onderwerp van natuurstudie en educatie; cultuurhistorische aspecten van natuur; artistieke inspiratie door natuur; spirituele of religieuze betekenis van natuur; morele waarden van natuur (dierenwelzijn, intrinsieke waarde van soorten).
Voorbeeld: dag- en nachtvlinders
Diagnose: natuurbeleving is geld waard
Welzijn en gezondheid: The Lancet, 2008: "blootstelling aan groene ruimte" vermindert aantoonbaar de sterfte door hart en vaatziekten
Beleving Natuur is vervult een belangrijke culturele en spirituele rol (en de gezondheids- en economische functies zijn vooral gebaseerd op deze socio-culturele waarden)
Diagnose: de verdeelde boodschap
De technocratisering van het natuurbeleid heeft geleid tot een dubbelzinnige boodschap aan burgers: biodiversiteit en intrinsieke waarden richting beleid, natuur en beleving richting publiek Deze verdeelde boodschap mist wetenschappelijke grond en is uiteindelijk ook niet overtuigend naar burgers
Diagnose: het één-dimensionale beeld van natuurbescherming mensenwensen --------------------------- intrinsieke waarden recreatiegroen--------arcadische natuur--------biodiversiteit economisch ----------- socio-cultureel------------- ecologisch boodschap naar publiek
boodschap naar beleid
? functionele natuur--- beleefbare natuur----vitale natuur ?
Hoe verder? Verbinden in de boodschap
Biodiversiteit is overal, intrinsieke waarde is overal, beleving is overal; wat verschilt is het beheer We beschermen natuur in Nederland omdat die mooi en fascinerend is; plezier, rust, inspiratie en troost biedt; hoort bij onze cultuurhistorie; en soms uniek is in de wereld Aansprekende soorten (dieren!) zijn een belangrijk onderdeel van natuur
Hoe verder? Verbinden in de praktijk
“Go local” (National Trust, UK): werk samen met locale actoren en sluit aan bij hun beleving (Maar ook: Go global. bij sommige doelgroepen – jongeren - is er grote betrokkenheid bij natuur elders op de wereld) Verbindingszones en groen in de stad verbinden niet alleen natuurgebieden maar ook mensen en natuur: kansen voor natuur zijn overal Educatie en communicatie dienen ook beleidsmatig serieus genomen te worden; dat begint bij educatie van kinderen
Karakterisering: clusters (2006) 1.
2.
3.
4.
Actieven (18%): actief als vrijwilliger, natuurrecreatie, betrokken bij hun omgeving en als consument maar niet in politiek. Betrokkenen (19%): betrokken bij natuurbeleid, lid van natuurorganisaties, bereid om bij te dragen met hun portemonnee, als consument en als belastigbetaler Gemiddelden (37%): recreëren in natuur maar onderscheiden zich niet als consument of in betrokkenheid bij beleid Passieven (26%): komen wel eens in natuur, maar verder weinig betrokken en niet bereid tot betalen. En al deze categorieën hebben kinderen die al dan niet in dezelfde sporen treden.