Draadloze DECT−telefoon
Gebruiksaanwijzing
Oslo 800
2
Oslo 800 Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2
1
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoon in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoe bedien ik mijn telefoon? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoneren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Huiscentrales / aanvullende diensten . . . . . . . . . . . . . . . . Menustructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SMS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meerdere handsets / basisstations . . . . . . . . . . . . . . . . . . Als er problemen zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instructies voor de verzorging / garantie . . . . . . . . . . . . . . Alfabetisch register . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 5 6 7 9 11 12 15 16 17 18 19 20
3
Veiligheidsinstructies 1 Veiligheidsinstructies Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Bedoeld gebruik Deze telefoon is geschikt voor telefoneren binnen een telefoonnet. Alle overige toepassingen zijn niet bedoeld. Eigenmachtige wijzigingen of ombouw zijn niet toegestaan. Maak het apparaat in geen geval zelf open en probeer het niet zelf te repareren.
Standplaats Voorkom buitensporige belasting door rook, stof, schokken, chemicaliën, vocht, hitte of directe zonnestraling. Gebruik de handset niet op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Netadapter Let op: Gebruik alleen de bijgeleverde netadapter omdat andere netadapters de telefoon kunnen beschadigen. U mag de toegang tot de netadapter niet versperren door meubels of andere voorwerpen.
Oplaadbare batterijen Let op: Gooi batterijen niet in het vuur en dompel ze nooit onder in water.
Stroomuitval Bij stroomuitval kunt u niet langer met de telefoon telefoneren. Houd voor noodgevallen een telefoon met snoer achter de hand, die zonder externe stroomvoorziening werkt.
Medische apparaten Let op: Gebruik de telefoon niet in de buurt van medische apparaten. Beïnvloeding kan niet volledig worden uitgesloten. DECT1−telefoons kunnen in gehoorapparaten een onaangename bromtoon veroorzaken.
Afdanken U bent wettelijk verplicht om gebruiksgoederen op de juiste wijze af te danken en af te voeren. Het nevenstaande pictogram op de telefoon betekent dat elektrische en elektronische oude apparaten en batterijen gescheiden van het huisvuil moeten worden afgevoerd. Afgedankte elektrische of elektronische apparaten brengt u naar een inzamelingspunt bij u in de buurt. Batterijen brengt u naar verkooppunten of naar hiervoor aangewezen inzamelingspunten, waar speciale bakken klaar staan. Verpakkingsmaterialen voert u volgens de plaatselijke voorschriften af.
1 DECT: Digital Enhanced Cordless Telecommunications = standaard voor draadloze telefoons.
4
Telefoon in gebruik nemen 2 Telefoon in gebruik nemen Veiligheidsinstructies Let op: Lees vóór de ingebruikneming beslist de veiligheidsinstructies in hoofdstuk 1.
Inhoud van de verpakking controleren In de verpakking treft u het volgende aan: − een basisstation met netadapter
− een toestelaansluitsnoer
− een handset
− twee batterijen
− een gebruiksaanwijzing
Basisstation aansluiten Let op: Plaats het basisstation altijd minimaal 1 meter uit de buurt van andere elektronische apparaten, omdat anders storingen kunnen ontstaan. Sluit het basisstation aan zoals in de tekening weergegeven. Gebruik voor de veiligheid alleen de bijgeleverde netadapter en het bijgevoegde toestelaansluitsnoer. Telefoonaansluitdoos
Stopcontact
Batterijen erin leggen Leg de batterijen in het geopende batterijvak. Gebruik alleen batterijen van het type AAA Ni−MH 1,2 V. Let op de correcte aansluiting van de polen! Sluit het batterijvak.
Batterijen opladen
2
Laat de handset bij de eerste ingebruikneming minimaal 14 uur in het basisstation / oplaadstation staan. Als u de handset correct in het basisstation / oplaadstation hebt geplaatst dan licht de laadindicator op. De handset wordt warm bij het opladen. Dit is normaal en ongevaarlijk. Laad de handset nooit op met opladers van andere fabrikanten. De actuele batterijstatus wordt weergegeven op het display:
Vol
Halfvol
Zwak
Leeg
Handset uit− en inschakelen Om de standaardbatterijen te ontzien kunt u de handset uit− en inschakelen. 2 sec Handset uitschakelen Handset inschakelen
Datum en tijd instellen Op pagina 13 leest u hoe u bij de eerste ingebruikneming de datum en tijd van de handset kunt instellen.
Huiscentrales Op pagina 11 leest u hoe u de telefoon op een huiscentrale kunt aansluiten.
5
Bedieningselementen 3 Bedieningselementen Handset1 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Softkeytoets rechts Terug bladeren / nummergeheugen Gesprek beëindigen / handset in−, uitschakelen Toetsblokkering / driegesprekken Interne gesprekken Flashtoets 9 Verder bladeren / gemiste oproepen Oproep beantwoorden / handenvrij telefoneren 8 Softkeytoets links
1 2 3
7
4 6
5
Basisstation1 1 2 3
1
Paging−toets (handset zoeken) LED laadindicator LED gespreks− en netweergave / paging
3
2
1De toetsen worden in deze gebruiksaanwijzing afgebeeld met een uniforme contour. De toetspictogram-
men van uw telefoon kunnen afwijken van de hier weergegeven toetspictogrammen.
6
Hoe bedien ik mijn telefoon? 4 Hoe bedien ik mijn telefoon? Weergaven en conventies ë * 2 sec * Vasthouden * Loslaten * {í} {ì} è é Nummer toevoegen
Nummers of letters invoeren Weergegeven toets kort indrukken Weergegeven toets 2 seconden indrukken Weergegeven toets ingedrukt houden Weergegeven toets loslaten Handset gaat over Basisstation gaat over Handset uit het basisstation nemen Handset in het basisstation plaatsen Tekst en pictogrammen op het display Softkeytoets indrukken pagina 8 Navigatietoetsen
Opties
Pictogrammen op het display Pictogram
Beschrijving Constant: Weergave van de batterijcapaciteit. Knippert: Laad de batterijen op. Bewegende segmenten: De batterijen worden opgeladen. pagina 5 Handenvrij telefoneren is geactiveerd. pagina 10 De toetsblokkering is geactiveerd. pagina 10 De ’Wekker’ is ingeschakeld. pagina 13 Er zijn nieuwe oproepen opgeslagen in de oproeplijst (CLIP). pagina 11 U hebt een nieuw SMS−bericht1 ontvangen. pagina 15 Voicemailbox in het telefoonnet. VMWI2 − Aanvullende dienst van de netwerkaanbieder pagina 11 Constant: De verbinding met het basisstation is in orde. Knippert: De verbinding met het basisstation is niet goed. Ga naar het basisstation toe.
1 20:22 Oslo800
Intern telefoonnummer van de handset pagina 16 Weergave van de tijd pagina 13 Weergave van de naam van de handset pagina 13
1 SMS: Short Message Service 2 VMWI: Visual Message Waiting Indication
7
Hoe bedien ik mijn telefoon? Navigatietoetsen 3 Alle beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing gaan ervan uit dat de handset zich in de stand−bymodus bevindt. De stand−bymodus roept u op met de toets . De softkeytoetsen (1) en (5) hebben in de diverse menu’s verschillende functies. Ze hebben in deze gebruiksaanwijzing altijd de naam die op het display erboven wordt weergegeven. Menu Namen 1 5 2 3 4 Toets
In de stand−bymodus
In het menu
1
− Het telefoonboek oproepen
2+
− Het nummergeheugen oproepen
− Een niveau teruggaan − In de menu’s bladeren − Instellingen aanpassen
3
− De handset in−, uitschakelen
− Programmeren/opslaan afbreken
4,
− De lijst met gemiste oproepen oproepen
− In de menu’s bladeren − Instellingen aanpassen
5
− Het hoofdmenu oproepen
− Het weergegeven menu oproepen
Navigatie in het menu Alle functies zijn bereikbaar via verschillende menu’s. De route naar de gewenste functie vindt u in de menustructuur. pagina 12 Menu Hoofdmenu oproepen + of , Gewenst submenu kiezen OK + of , OK + of , ë
Submenu oproepen Gewenste functie kiezen Functie oproepen Gewenste instelling kiezen Met toetsen nummers of letters invoeren
OK
Invoer bevestigen
Terug
Een niveau teruggaan Programmeren/opslaan afbreken en naar de stand−bymodus teruggaan
Elke procedure wordt automatisch afgebroken als binnen 60 seconden geen invoer plaatsvindt.
Voorbeeld 4 Hoe u in de menu’s navigeert en nummers invoert is hier beschreven aan de hand van het voorbeeld ’Nummers in telefoonboek opnemen’. Ga bij alle overige invoerhandelingen op dezelfde wijze te werk als in dit voorbeeld. Namen Telefoonboek oproepen Opties , + of , Nummer toevoegen , OK Functie kiezen en bevestigen
8
ë, OK
Naam intoetsen en bevestigen
ë, OK
Telefoonnummer intoetsen en bevestigen
Telefoneren 5 Telefoneren Oproep beantwoorden {í} {ì}, è of
Oproep beantwoorden
Gesprek beëindigen of é
Gesprek beëindigen
ë Wissen
Telefoonnummer intoetsen (max. 25cijfers) Bij foutieve invoer laatste cijfer wissen Telefoonnummer kiezen
Bellen
U kunt ook eerst de Gesprek−toets indrukken en op de kiestoon wachten. Het ingetoetste telefoonnummer worden direct gekozen. Correctie van afzonderlijke cijfers van het telefoonnummer is bij deze vorm van bellen niet mogelijk.
Nummerherhaling De telefoon slaat de laatste 20gekozen telefoonnummers op in een nummergeheugen. £ Nummergeheugen openen + of ,, Item selecteren en verbinding tot stand brengen
Ingekomen oproepen terugbellen De telefoon slaat 20ingekomen oproepen op in een oproeplijst. Oproeplijst openen + of ,, Item selecteren en verbinding tot stand brengen
Telefoonnummers uit het telefoonboek kiezen Er moeten telefoonnummers in het telefoonboek staan. pagina 8 en 14 Namen Telefoonboek oproepen + of ,,
Item selecteren en verbinding tot stand brengen
Intern telefoneren Interne gesprekken voeren Om kosteloze (interne) gesprekken te kunnen voeren moet u twee of meer handsets (HS1, HS2, ...) op het basisstation aangemeld hebben. HS1: I, bijvoorbeeld 2 Intern telefoonnummer van de gewenste handset kiezen HS2: Intern gesprek op de andere handset beantwoorden HS1 / HS2: Intern gesprek beëindigen
Externe gesprekken intern doorsturen HS1: I, bijvoorbeeld 2 HS2: HS1:
Tijdens het externe gesprek intern nummer bellen Intern gesprek op de andere handset beantwoorden Gesprek doorschakelen
Als de opgeroepen handset zich niet meldt dan kunt u het externe gesprek met de toets I weer terughalen.
Ruggespraak / makelen Tijdens een extern gesprek kunt u een andere handset kiezen voor ruggespraak. De eerste gesprekspartner wordt in de wacht gezet terwijl u met de interne gesprekspartner spreekt. U kunt zo vaak u wilt wisselen tussen de gesprekspartners. HS1: I, bijvoorbeeld 2 Tijdens het externe gesprek intern nummer bellen HS2: Intern gesprek op de andere handset beantwoorden HS1: I Gesprekspartner wisselen
9
Telefoneren Driegesprekken voeren Een externe gesprekspartner kan worden betrokken bij een driegesprek met een andere interne gesprekspartner. HS1: I, bijvoorbeeld 2 Tijdens het externe gesprek intern nummer bellen HS2: Intern gesprek op de andere handset beantwoorden HS1: 2 sec # Driegesprek starten HS1 / HS2: Als een van de interne gesprekspartners de verbinding verbreekt dan wordt het driegesprek beëindigd
Instellen van het hoornvolume Tijdens een gesprek kunt u het volume aanpassen in 5 niveaus. + of , Tijdens het gesprek indrukken
Weergave van de gespreksduur Tijdens een gesprek wordt de gespreksduur weergegeven in uren, minuten en seconden.
Handenvrij telefoneren 5 Gebruik deze functie om de gesprekspartner via de luidspreker te horen. Handenvrij telefoneren inschakelen Handenvrij telefoneren uitschakelen
Microfoon in de handset uitschakelen Tijdens een telefoongesprek kunt u de microfoon van de handset uit− en inschakelen. Mute Geheim Microfoon uitschakelen (stilschakelen) Geheim
Microfoon inschakelen
Toetsblokkering Als de toetsblokkering is ingeschakeld dan kunnen inkomende oproepen op de gebruikelijk manier worden beantwoord. 2 sec  Toetsblokkering inschakelen Desact,
, Ja
Toetsblokkering uitschakelen
Handset zoeken (paging) Als u de handset uit het oog hebt verloren dan kunt u hem via een zoektoon gemakkelijk terugvinden. {«} Zoektoon starten of © Zoektoon beëindigen
10
Huiscentrales / aanvullende diensten 6 Huiscentrales / aanvullende diensten Flashtoets bij huiscentrales Als de telefoon is aangesloten op een huiscentrale dan kunt u via de flashtoets functies activeren, zoals oproepen doorschakelen en automatisch terugbellen. Lees in de gebruiksaanwijzing voor de huiscentrale, welke flashtijd u voor het gebruik van deze functies moet instellen. De leverancier van de huiscentrale kan u vertellen of u deze met uw telefoon kunt gebruiken. Instellen van de flashtijd pagina 13.
Toegangscode (nummer voor buitenlijn) Bij huiscentrales moet u een nummer voor een buitenlijn invoegen om een kiestoon te krijgen. Als u in de handset een nummer voor een buitenlijn opslaat en activeert dan wordt dit nummer automatisch ingevoegd vóór telefoonnummers in het telefoonboek en in de oproeplijsten.
Kiespauze Bij huiscentrales moet u een nummer voor een buitenlijn invoegen om een kiestoon te krijgen. Bij enkele oudere huiscentrales duurt het enige tijd voordat u de kiestoon hoort. Voor deze huiscentrales kan na het kiezen van een buitenlijn een kiespauze worden ingevoegd, om direct verder te kunnen kiezen zonder de kiestoon af te wachten. 2 sec + Kiespauze invoegen Na het kiezen van een buitenlijn wacht de telefoon 3 seconden met het kiezen van het eigenlijke telefoonnummer. Deze pauze kan tevens worden ingevoegd bij invoer van telefoonnummers in het telefoonboek.
Flashtoets en aanvullende diensten De telefoon ondersteunt aanvullende diensten van de netwerkaanbieder, zoals makelen, aankloppen en driegesprek. Via de flashtoets kunt u deze aanvullende diensten oproepen. Vraag aan de netwerkaanbieder, welke flashtijd u moet instellen voor het gebruik van aanvullende diensten. Voor het vrijschakelen van aanvullende diensten neemt u contact op met de netwerkaanbieder. Instellen van de flashtijd pagina 13. Voicemailbox in het telefoonnet 6 Als de netwerkaanbieder u een voicemailbox (in het vaste telefoonnet) aanbiedt dan wordt u met het pictogram (VMWI1) op nieuwe berichten geattendeerd. De voicemailbox en de attendering bij nieuwe berichten zijn aanvullende diensten van de netwerkaanbieder. U kunt deze functie alleen gebruiken als de netwerkaanbieder deze service aanbiedt. Vraag de netwerkaanbieder om meer informatie. Nummerweergave (CLIP2) 7 Als deze dienst voor u beschikbaar is dan wordt al voordat u opneemt het telefoonnummer weergegeven van degene die u belt. Als de beller de weergave van zijn telefoonnummer heeft onderdrukt dan verschijnt een desbetreffende melding. Het telefoonnummer wordt niet weergegeven en kan daardoor ook niet worden opgeslagen in de oproeplijst. De nummerweergave is een aanvullende dienst van de netwerkaanbieder. Vraag de netwerkaanbieder om meer informatie.
1 VMWI: Visual Message Waiting Indication 2 CLIP: Calling Line Identification Presentation
11
Menustructuur 7 Menustructuur Hoofdmenu Roep het hoofdmenu op met de softkeytoets Menu SMS1
Bericht schrijven
.
Opties
Zenden naar Opslaan Symbool toevoegen Gebruikersnaam
Postvak IN
Lezen
Opties
Postvak UIT
Lezen
Opties
Bericht wissen
Postvak IN Postvak UIT Alle berichten Diensten
Instellingen
Eigen nummer Berichttoon
Gebruikers
Oproeplijsten 2
Ontvangstcentrum Verzendcentrum ë Eigen nummer Aan/Uit Berichttoon instel.
Verwijder gebruiker Voeg gebruiker toe ë Paswoord
Ontvangen oproep
Opties
Gemiste oproep
Opties
Uitgaande oproep
Opties
Wissen oproeplijst
Ontvangen oproep Gemiste oproep Uitgaande oproep Alle oproepen
Zoeken
Std. gebruiker Gebruikers 1−4 ë Paswoord Beantwoorden Doorzenden Wissen Aanpass. Zenden naar Wissen Gebruikersnaam ë Ontvangstcentrum ë Verzendcentrum
Morse Discreet Polyfoon Gebruikers 1−4 ë Gebruikersnaam ë Toets opnieuw Wissen Bekijk details Naam toevoegen Wissen Bekijk details Naam toevoegen Wissen Bekijk details Naam toevoegen
1 Meer informatie over tekstberichten pagina 15. 2 Voor het weergeven en opslaan van telefoonnummers in oproeplijsten is nummerweergave (CLIP3) nodig. De nummerweergave is een aanvullende dienst van de netwerkaanbieder. Vraag de netwerkaanbieder om meer informatie. Meer informatie over de nummerweergave pagina 11. 3 CLIP: Calling Line Identification Presentation
12
Menustructuur 8 Handset
Beltoon Bel volume Handset naam Taal 1 Menu kleur
Auto. antwoord 2 Toegangscode 3
Instellen basisstat. Beltoon basisstat. Volume basisstation Handset prioriteit 4
Klok instellen
Aanmelden
Externe oproep Interne oproep Bel volume 1−5 / Uit ë Naam Taal1−7 Blauw Groen Roze Aan/Uit Aan/Uit ë Bevestig code
Melodie1−5 Melodie 1−5
Melodie 1−5 Volume basisstation 1−5 / Uit Alle handsets Selecteer handset Handset 1−5
aantal keer bellen 2 aantal keer bellen 4 aantal keer bellen 6
R−toets
R−toets 1 (100 ms) R−toets 2 (300 ms)
Systeem PIN 5
ë Geef oude PIN:
ë Geef nieuwe PIN: ë Bevestig PIN:
Aan/Uit
Instellen alarmtoon
Direct aan Dagelijks aan Uit Afspraaktoon 1−4
Tijd&Datum Instellen
ë Datum:
ë Tijd (24uur):
Registreer handset
Basisstation 1−4
ë Systeem PIN 5
Menu basisstation
Automatisch Basisstation 1−4
Afmelden
ë Systeem PIN 5
Wekker
ë Tijd (24uur): ë Tijd (24uur):
Handset 1−5
1 Talen: Engels, Frans, Nederlands, Italiaans, Spaans, Nederlands en Portugees. 2 Als u deze functie hebt geactiveerd dan wordt een oproep automatisch beantwoord zodra u de handset
uit het basisstation neemt. 3 Meer informatie over huiscentrales vindt u in hoofdstuk 6. 4 Hier kunt u instellen of bij een inkomende oproep alle aangemelde handsets moeten overgaan of dat in
eerste instantie alleen een bepaalde handset moet overgaan. 5 Standaardinstelling PIN−code: 0000
13
Menustructuur Telefoonboek 9 Roep het hoofdmenu op met de softkeytoets Namen Item 1
Opties
. ë Naam 1
ë Nummer:
Kaart wijzigen
ë Naam 1
ë Nummer:
Beltoon 2
Uit
Naam toevoegen
Item 2
Bekijk details
Item ...
Kaart wissen
Melodie1−5 Telefoonboek wissen
1 De cijfertoetsen zijn voorzien van letters. Druk meermaals op een toets om letters, cijfers en speciale te-
kens in te voeren. 2 Hier kunt u een bepaalde beltoon toewijzen aan een item in het telefoonboek. De handset meldt zich
dan bij inkomende oproepen van deze beller met de ingestelde beltoon. Voor deze functie is nummerweergave (CLIP3) vereist. De nummerweergave is een aanvullende dienst van de netwerkaanbieder. Vraag de netwerkaanbieder om meer informatie. 3 CLIP: Calling Line Identification Presentation
14
SMS 8 SMS Voorwaarden voor SMS Uw telefoonaansluiting moet over de dienst CLIP1 beschikken. Vraag aan de netwerkaanbieder of deze dienst voor uw telefoonaansluiting is vrijgeschakeld. Om de SMS2−dienst te gebruiken moet deze door de netwerkaanbieder worden geactiveerd. Via huiscentrales kunnen geen SMS−berichten worden verzonden. Bij Call−by−Call−verbindingen is het verzenden van tekstberichten op dit moment niet mogelijk. Het verzenden van tekstberichten is niet gratis. Als de ontvanger binnen het vaste net geen SMS−dienst geabonneerd heeft of als zijn telefoon geen tekstberichten kan ontvangen dan wordt het tekstbericht automatisch afgeleverd als spraakbericht. De kosten worden verrekend via de netwerkaanbieder.
SMS Service Center De distributie van tekstberichten vindt plaats via de berichtencentrale (SMSc). Als u tekstberichten wilt verzenden dan moet u een nummer van een Service Center in de handset programmeren pagina 12. Vraag de netwerkaanbieder naar het benodigde Service Center−nummer en de manier waarop de SMS−dienst wordt vrijgeschakeld.
Tekst invoeren Voor het invoeren van tekst zijn de numerieke toetsen voorzien van letters. Druk meermaals op een toets om letters, cijfers en speciale tekens in te voeren. 1 Spaties en speciaal tekens invoeren I Tussen hoofd− en kleine letters omschakelen Wissen 2 sec Wissen
Laatste teken wissen Alles wissen en naar stand−bybedrijf teruggaan
Toestelnummer Als u meerdere SMS−compatibele telefoons op uw telefoonaansluiting hebt aangesloten dan wordt elke telefoon geïdentificeerd door een toestelnummer. Als een afzender een tekstbericht naar een bepaalde telefoon wil zenden dan moet hij het toestelnummer van deze telefoon kennen en aan het telefoonnummer toevoegen.
Postvakken Naast een algemeen postvak (dat al bestaat) met het toestelnummer ’0’ kunt u nog vier andere privé postvakken instellen en door een wachtwoord beveiligen. Elk postvak heeft een eigen gebruikersnaam en een toestelnummer. Door deze functie kunnen tekstberichten worden ontvangen, die alleen de betreffende gebruiker kan lezen. Postvakken met verschillende toestelnummers kunt u alleen gebruiken als de netwerkaanbieder dit ondersteunt. Vraag de netwerkaanbieder om een handleiding voor het aanmaken van postvakken.
1 CLIP: Calling Line Identification Presentation 2 SMS: Short Message Service
15
Meerdere handsets / basisstations 9 Meerdere handsets / basisstations Meerdere handsets Via de internationaal genormaliseerde GAP1 standaard kunnen AUDIOLINE handsets binnen een telefoonsysteem worden gecombineerd met handsets van andere fabrikanten. Bovendien kunt u een AUDIOLINE handset aanmelden op basisstations van andere fabrikanten, als deze apparaten ook volgens de GAP− standaard werken. Voor het afmelden van een handset bij een basisstation hebt u in elk geval een andere handset nodig die op dit basisstation is aangemeld. Als u handsets op een nieuw basisstation wilt aanmelden dan meldt u deze handsets van tevoren af bij het oude basisstation.
Aanmelden van handsets U kunt 5 handsets aanmelden op het basisstation. Na het aanmelden krijgt de handset een intern nummer. Dit interne nummer wordt weergegeven op het display.
Aanmelden van Oslo800−handsets op Oslo800−basisstations 5 sec Oslo800−basisstation in de registreermodus brengen Meld de handset aan. pagina 13
Aanmelden van Oslo800−handsets op basisstations van andere fabrikanten Om het basisstation van de andere fabrikant in de registreermodus te brengen, volgt u de instructies in de gebruiksaanwijzing van de betreffende fabrikant. Gebruik voor de aanmelding de PIN−code van de andere fabrikant. Meld de handset aan. pagina 13
Aanmelden van handsets van andere fabrikanten op Oslo800−basisstations 5 sec Basisstation in de registreermodus brengen Volg voor de aanmelding van de handset de instructies in de gebruiksaanwijzing van de andere fabrikant. Gebruik voor de aanmelding de actieve PIN−code (standaardinstelling: 0000).
Meerdere basisstations Uw handsets kunnen tegelijkertijd op 4verschillende basisstations worden aangemeld. U kunt hierbij Oslo800−basisstations en ook basisstations van andere fabrikanten combineren, voor zover deze apparaten volgens de GAP1 standaard werken. Alle basisstations hebben een eigen telefoonaansluitdoos nodig. U kunt de basisstations aansluiten op telefoonaansluitdozen met hetzelfde telefoonnummer of met verschillende telefoonnummers.
Mobiliteit door verschillende standplaatsen Meld de handset aan bij basisstations op verschillende plaatsen. De handset meldt zich automatisch aan bij het dichtstbijzijnde basisstation, als u de functie ’Automatische selectie’ hebt ingeschakeld. pagina 13
Vergroting van het bereik Plaats meerdere basisstations zodanig dat het bereik van elk basisstation het bereik van het dichtstbijzijnde basisstation overlapt. Test indien nodig het bereik van de handsets. Obstakels in gebouwen kunnen het bereik aanzienlijk beperken. Beantwoorde oproepen kunnen niet van het ene basisstation naar het andere worden doorgeschakeld.
1 GAP: Generic Access profile = standaard voor de samenwerking van handsets en basisstations van
verschillende fabrikanten.
16
Als er problemen zijn 10 Als er problemen zijn Als u problemen hebt met uw telefoon controleer dan eerst de volgende zaken. Neem bij technische problemen en voor aanspraken op garantie contact op met de leverancier van het apparaat. De garantieperiode bedraagt 2 jaar.
Vragen en antwoorden Vragen
Antwoorden
Geen verbinding met het basisstation mogelijk
− Controleer of u zich met de juiste PIN−code op het basisstation hebt aangemeld. pagina 13
Geen telefoongesprek mogelijk
− De telefoonleiding is niet correct aangesloten of heeft een storing. Gebruik alleen het bijgeleverde toestelaansluitsnoer. − Test met een andere telefoon of uw telefoonaansluiting in orde is. − De netadapter zit niet goed in het stopcontact of de stroom is uitgevallen. − De oplaadbare batterijen zijn leeg of defect. − U bent te ver verwijderd van het basisstation.
Verbinding verbroken, gesprek valt weg.
− U bent te ver verwijderd van het basisstation. − Basisstation staat op een verkeerde plaats.
Het systeem reageert niet meer.
− Trek de netadapter even uit het stopcontact. − Herstel de standaardinstellingen. pagina 18
De batterijen zijn binnen de kort- − De batterijen zijn leeg of defect. ste tijd leeg. − Plaats de handset correct op het basisstation. Reinig de contactpunten van de handset en van het basisstation met een zachte, droge doek. − Laat de handset minimaal 14 uur op het basisstation staan. De nummerweergave (CLIP) functioneert niet
− De nummerweergave is een aanvullende dienst van de netwerkaanbieder. Vraag de netwerkaanbieder om meer informatie. − De beller heeft de weergave van zijn telefoonnummer onderdrukt.
17
Technische kenmerken 11 Technische kenmerken Technische gegevens Kenmerk
Waarde
Standaard
DECT1−GAP2
Stroomvoorziening
Ingang: 220/230 V, 50 Hz Uitgang: 6,5 V, 180 mA / 6,5 V, 150 mA
Bereik
Buiten: ongeveer 300 m Binnen: ongeveer 50 m
Stand−by
Meer dan 110 uur
Max. gespreksduur
maximaal 12 uur
Oplaadbare batterijen
2× 1,2 V, formaat: AAA
Kiesmodus
Toonkiezen (DTMF)
Toelaatbare omgevingstemperatuur
10 °C tot 30 °C
Toelaatbare relatieve luchtvochtigheid
20% tot 75%
Flashfunctie
100 ms, 300 ms
Standaardinstellingen terugzetten 10 2 sec , 2 sec wachten, *
Handset uitschakelen Handset inschakelen, wachten en reset activeren
Standaard menu
OK
Reset bevestigen
Standaard menu
Terug
Reset afbreken
Standaardinstellingen handset Taal: Duits
SMS instellingen
Handsetnaam: Oslo800
Ingang: Leeg
Intern telefoonnummer: 1
Uitgang: Leeg
Telefoonboek: Leeg (150 geheugenplaatsen)
Ontvangst Service Center: Leeg
Oproeplijst: Leeg (50 geheugenplaatsen)
Verzend Service Center: Leeg
Nummerherhaling: Leeg (20 geheugenplaatsen)
Berichtentoon: Aan
Automatisch beantw.: Aan
Waarschuwingstoon: Morsetoon
Beltoonvol.: 4
Gebruiker: Geen
Hoornvol.: 4
Toestelnr.: 0
Int. beltoon: 1
Basisstation
Ext. beltoon: 5
Flashtijd: 1 (100 ms)
Menukleur: Blauw
Vol. basisstation: 3
Wekker: Uit
Beltoon basisstation: 1
Toetsblokkering: Uit
PIN−code: 0000
Verklaring van overeenstemming Dit apparaat voldoet aan de eisen van de EU−richtlijn: Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie−eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit. De overeenstemming met de bovengenoemde richtlijn wordt bevestigd door het CE− merk op het apparaat. Een volledige versie van de Verklaring van overeenstemming kunt u kosteloos downloaden op onze website: www.audioline.de. 1 DECT: Digital Enhanced Cordless Telecommunications = standaard voor draadloze telefoons. 2 GAP: Generic Access profile = standaard voor de samenwerking van handsets en basisstations van verschillende fabrikanten.
18
Instructies voor de verzorging / garantie 12 Instructies voor de verzorging / garantie Instructies voor de verzorging
Reinig de oppervlakken van de behuizing met een zachte, niet−pluizende doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen of oplosmiddelen.
Garantie AUDIOLINE apparaten worden gefabriceerd en gecontroleerd volgens de modernste fabricagemethoden. Zorgvuldig gekozen materialen en geavanceerde technologieën zorgen voor een onberispelijke werking en lange levensduur. De garantie is niet van toepassing als de oorzaak van het falen van het apparaat is gelegen bij de netwerkaanbieder of in een eventuele huiscentrale. De garantie geldt niet voor de batterijen of accupacks die in de producten worden gebruikt. De garantieperiode bedraagt 24 maanden, gerekend vanaf de dag van aankoop. Binnen de garantieperiode worden alle gebreken die het gevolg zijn van materiaal− of fabricagefouten, kosteloos verholpen. De aanspraak op garantie vervalt bij ingrepen door de koper of derden. Schade die het gevolg is van onjuiste behandeling of bediening, verkeerde plaatsing of verkeerd opbergen, van foutieve aansluiting of installatie valt evenals schade door overmacht of overige externe invloeden niet onder de garantie. Wij behouden ons het recht voor om bij reclamaties de defecte onderdelen te repareren of te vervangen dan wel het complete apparaat te vervangen. Vervangen onderdelen en vervangen apparaten worden ons eigendom. Schadeclaims zijn uitgesloten, tenzij sprake is van opzet of grove nalatigheid van de fabrikant. Als het AUDIOLINE apparaat binnen de garantieperiode een defect vertoont, breng het dan terug naar de leverancier en neem de aankoopbon mee. De leverancier is verplicht om u garantie te geven volgens de hier genoemde bepalingen. Na afloop van twee jaar na aankoop en overgave van onze producten kan geen aanspraak meer worden gemaakt op garantie.
19
Alfabetisch register 13 Alfabetisch register A Aanmelden van handsets, 13, 16 Aanvullende diensten, 11
B Basisstation aansluiten, 5 Batterijen erin zetten, 5 Batterijen opladen, 5 Batterijstatus, 5 Bedieningselementen, 6 Bellen, 9
C Conventies, 7
D Datum en tijd instellen, 5, 13 Driegesprekken voeren, 10
E Externe gesprekken intern doorsturen, 9
F Flashtoets bij huiscentrales, 11 Flashtoets en aanvullende diensten, 11
G Garantie, 19 Gesprek beëindigen, 9 Gespreksduur, 10
H Handenvrij telefoneren, 10 Handset uit− en inschakelen, 5 Handset zoeken, 10 Hoe bedien ik mijn telefoon?, 7 Hoofdmenu, 12 Hoornvolume, 10 Huiscentrales, 5, 11
I Ingekomen oproepen terugbellen, 9 Inhoud van de verpakking, 5 Instructies voor de verzorging, 19 Intern telefoneren, 9 Interne gesprekken voeren, 9
K Kiespauze, 11
20
M Makelen, 9 Meerdere basisstations, 16 Meerdere handsets, 16 Menustructuur, 12 Microfoon uitschakelen, 10 Mobiliteit, 16
N Navigatie in het menu, 8 Navigatietoetsen, 8 Nummer voor buitenlijn, 11 Nummerherhaling, 9 Nummers in telefoonboek opnemen, 8 Nummerweergave, 11
O Oproep beantwoorden, 9 Oproeplijsten, 12
P Paging, 10 Pictogrammen op het display, 7 Postvakken, 15
R Reset, 18 Ruggespraak, 9
S SMS, 12, 15 SMS Service Center, 15 SMS voorwaarden, 15 Standaardinstellingen terugzetten, 18
T Technische gegevens, 18 Tekst invoeren, 15 Telefoneren, 9 Telefoon in gebruik nemen, 5 Telefoonboek, 14 Telefoonnummers uit het telefoonboek kiezen, 9 Toegangscode, 11 Toestelnummer, 15 Toetsblokkering, 10
V Veiligheidsinstructies, 4 Vergroting van het bereik, 16 Verklaring van overeenstemming, 18 VMWI, 11 Voicemailbox in het telefoonnet, 11 Vragen en antwoorden, 17
W Weergaven, 7
Alfabetisch register
21
Alfabetisch register
22
Alfabetisch register
23
Belangrijke garantiebepalingen De garantieperiode voor uw AUDIOLINE product begint op de datum van aankoop. De garantie dekt gebreken die het gevolg zijn van materiaal− of fabricagefouten. De aanspraak op garantie vervalt bij ingrepen door de koper of derden. Schade die het gevolg is van onjuiste behandeling of bediening, natuurlijke slijtage, verkeerde plaatsing of verkeerd opbergen, van foutieve aansluiting of installatie valt evenals schade door overmacht of overige externe invloeden niet onder de garantie.
NEEM VOOR GARANTIE UITSLUITEND CONTACT OP MET DE LEVERANCIER VAN HET APPARAAT EN VERGEET NIET OM DE AANKOOPBON MEE TE NEMEN. VOORKOM ONNODIG LANGE WACHTTIJDEN EN STUUR HET APPARAAT NIET NAAR ONS. RAADPLEEG BIJ VRAGEN OVER DE BEDIENING EN GARANTIE DEZE GEBRUIKSAANWIJZING OF NEEM CONTACT OP MET DE LEVERANCIER VAN HET APPARAAT.
AUDIOLINE GmbH Neuss Internet: www.audioline.de – E−mail:
[email protected]
Versie 1.0 − 19−10−2005