Delta nr. 8
17 december 2012
Ze studeren er sneller, ze hebben er meer geld, en ze zijn gewoon beter dan Delft
Zwoegen in Zürich reportage
interview
boekenbijlage
snelle computers
docent van het jaar
leesvoer voor kerst
International pages inside see page 29
12 Delta nr. 8
17 december
2012
“Delft meets Zürich. Tijdens mijn bezoek aan ETH Zürich sprak ik met de Delftse student Dejan Borota over zijn ervaringen met het onderwijssysteem daar. Op zoek naar een karakteristieke plek voor een foto belandden we bij de fontein in het hoofdgebouw. De beelden en zuilen zijn het eerste wat je daar ziet en maken een onuitwisbare indruk.” (Redacteur Connie van Uffelen)
REAGEER!
www.delta.tudelft.nl
colofon Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands, Carlijn Remmelzwaal Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Robbert Fokkink, Auke Herrema, Job Hogewoning, Martin Kers, Lynn Morrison, Damini Purkayastha, Molly Quell, Harish Ramakrishnan, Maarten van der Sanden, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Robert Visscher Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
8 reportage
interview
ZÜrich of delft?
docent van het jaar
Een student in Zürich studeert sneller dan een student in Delft. Is de ETH Zürich echt zoveel beter dan de TU Delft? Delta reisde af naar Zürich en zocht het uit.
Joost de Groot had niet verwacht dat hij de titel docent van het jaar zou pakken. “Geen idee waar de jury op zou letten.” Hij is een vertrouwenspersoon voor veel studenten, en is erg betrokken bij de studievereniging.
16
29
Delta 9 verschijnt op maandag 14 januari.
reportage
international pages
computer van de toekomst
christmas break
Hoe moet het verder nu de grenzen van siliciumchips in beeld komen? Kunnen we snellere transistortjes maken van koolstof? Gaan we rekenen met fotonen? En wanneer komt die quantumcomputer?
With the Christmas break just around the corner, many international students are finalizing their holiday plans. For some, this means organising trips back home while for others, it is an opportunity to travel.
VERDER Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 DESGEVRAAGD 07 beste afstudeerder 21 PARTYCRASHERS 15 JOB DE KOK 15 boekenbijlage 22 Column 25 AGENDA 26 HALFWAY 31 TALKING POINT 31
Delta Vorige week won Robert Mans de titel afstudeerder van het jaar 2011-2012. Mans deed drie specialisaties in twee jaar ‘met uitmuntende cijfers’. Hij is duidelijk een talent. Maar wat is talent eigenlijk? Is het iets waarmee je geboren wordt? Of is het iets dat je in de loop der jaren ontwikkelt? Dit semester gaf ik het vak creative research waarin studenten zelf een klein onderzoekje moeten doen naar een vraag die hen aanspreekt. Andrés Pardo Rodríguez en Harpo ‘t Hart vroegen zich af wat talent precies is. Het duo richtte zich op een speciaal soort talent: het soort dat gezocht wordt in shows als ‘America’s got talent’. Hun onderzoeksmethode was even creatief als eenvoudig: ze namen drie versies van die talentenjacht: de Amerikaanse, de Nederlandse en de Colombiaanse en bekeken hele reeksen audities. Vervolgens turfden ze alle complimenten die de jury gaf aan kandidaten die door mochten naar de volgende ronde. Wat was volgens de jury hun talent? In de Verenigde Staten was het meest gegeven compliment ‘uniek’ gevolgd door ‘goed vakmanschap’ en ‘onderhoudend’. Ook in Colombia scoorde ‘onderhoudend’ hoog, gevolg door ‘Colombiaanse identiteit’ en alweer ‘goed vakmanschap’. In Nederland tenslotte eindigde ‘goed vakmanschap’ op één, gevolg door ‘authentiek’ en ‘natuurlijk artiest’. De studenten waren aangenaam verrast, ze hadden eigenlijk verwacht dat in een talentenshow gezocht werd naar cameragenieke zangers met hitpotentie. In plaats daarvan bleek talent vooral ‘vakmanschap’ te zijn. Talent is in deze wereld niet aangeboren, maar het is iets waarvoor je hard moet werken om het te ontwikkelen. Wat zien we op de universiteit als talent? Ik volgde het voorbeeld van mijn studenten en dook in de archieven van Delta voor de beste afstudeerders van de TU in de afgelopen jaren. Dat zijn de grootste talenten onder de studenten. Welke woorden werden gebruikt om hen te beschrijven? In de meeste beschrijvingen bleek vooral veel aandacht te zijn voor het inhoudelijk werk van de afstudeerder en stond er weinig over de persoon die dit werk had gedaan of hoe diegene het tot een excellent project had gemaakt. Als er toch iets over de persoon stond, dan vielen woorden als ‘onafhankelijk’, ‘creatief’, ‘briljant’ en ‘doorzettingsvermogen’. Ook werd meermaals benadrukt dat de beste afstudeerders snel hadden gestudeerd (al zaten er ook een paar tussen die meer dan zeven jaar over hun studie deden). Als de winnaars geïnterviewd werden, dan benadrukten ze steeds dat ze veel plezier hadden gehad in hun onderzoek, en dat ze hun succes vooral te danken hadden aan heel hard werken. Opvallend was dat de meerderheid van de beste afstudeerders koos voor een promotieplek en niet het bedrijfsleven inging. Betekent dit dat de talentvolste studenten kiezen voor wetenschappelijk onderzoek? Of betekent het misschien dat we op de universiteit vooral waardering hebben voor een bepaald soort talent?
Ionica Smeets is TUalumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
TU Delft
IO studenten Robin Karels, Mateo Torres, Thijs van Campen en Dito Umbaritomo ontwikkelden onder begeleiding van TNO en Syntens een game die roekeloze scooterkoeriers moet prikkelen zuinig en netjes te rijden. Tijdens een masterproject maakten de studenten een competitief spel waarin de koeriers zien wat de gevolgen van hun rijgedrag zijn. 1 Onze game verbetert het negatieve imago van scooterkoeriers.
ja
2 De game draait meer om de gevolgen van het rijgedrag van scooterkoeriers op het milieu dan op de verkeersveiligheid.
nee
3 Het uiteindelijke doel van de game is om scooterkoeriers op elektrische scooters te laten rijden.
nee
4 De game zal aanslaan bij jonge, eigenwijze snelheidsduivels.
ja
5 Op welke vraag wil je
Ro
bi n
Ka am terugkomen? rel s nC , Ma teo Tor res en T h ijs va “Op vraag twee. De opdracht die we van Syntens en TNO kregen was om elektrische scooters interessant te maken voor verschillende doelgroepen. Wij richtten ons op scooterkoeriers. Dat zijn vaak roekeloze snelheidsduivels en ze vinden elektrische scooters maar niks. Om hen aan te spreken hebben we een monitorsysteem met een spelelement ontwikkeld. We wilden informatie over het rijgedrag van de koeriers en we hadden een excuus nodig om die data bij de koeriers te verkrijgen. Het spel is gebruiksvriendelijk voor onze doelgroep van zestien jaar oud die niet gecontroleerd wil worden. Met de game wordt hun rijgedrag in de gaten gehouden en ondertussen spelen zij een competitief spel. Met de data over hun rijgedrag worden de scooterkoeriers aangespoord beter en zuiniger te rijden. Op kleine schaal leidt dit tot een betere verkeersveiligheid en op grote schaal tot een beter milieu.”(CR)
150.000 Welk cadeau geef je als de afdeling mijnbouwkunde honderd jaar bestaat en de Mijnbouwkundige Vereeniging 120 jaar? Juist: een deeltijdhoogleraar geothermie die aardwarmte als duurzame energiebron voor Nederland gaat onderzoeken. Alumni en studenten van de opleiding toegepaste aardwetenschappen zamelden geld in en kwamen met een bijdrage van het Delft Energy Initiative van de TU op 150 duizend euro uit. Hiermee kan de afdeling geoscience & engineering een deeltijdhoogleraar van anderhalve dag per week betalen voor een periode van vier jaar. www.delta.tudelft. nl/26033
Tweets
pe
n.
Foto: Carlijn Remmelzwaal
columnIONICASMEETSWATISTALENT?
4
Kort
Foto: Hans Stakelbeek
Hoogbegaafd
Denk je aan Kerstmis, dan denk je aan Lichtjesavond. Althans, in Delft. Lichtjesavond is het onofficiële begin van de kerstperiode. Duizenden mensen wisten dinsdag 11 december de historische binnenstad te vinden om te zien hoe de lichtjes in de enorme kerstboom op de Markt werden ontstoken. Of om gewoon rond te lopen en te genieten van de sfeer, de vele optredens en gezellige kraampjes. En toen de sneeuw zachtjes begon te dwarrelen, was het idyllische plaatje compleet.
Wetenschap top 3 Op de vooravond van de klimaatconferentie in Dohar publiceerden 47 wetenschappers in Science (29 november) hun definitieve bevindingen over afsmelting van het landijs op Groenland en de Zuidpool. Ze komen tot de conclusie dat beide gebieden versneld ijsmassa verliezen. Vanuit de TU werkte Dr. Ernst Schrama (L&R) aan de studie mee. Hij verwerkte de data uit de Grace gravitatiesatelliet. delta.tudelft.nl/25985
Herre van der Zant koelt zijn opstelling in helium.
Satellietmetingen in het gebied rond Venlo hebben geen spanningsopbouw aangetoond in de bodem. De gebruikte techniek (radarinterferometrie) brengt verzakkingen of opwellingen tot een millimeter per jaar in beeld. Het promotieonderzoek van Dr. Caro Cuenca (promovendus van prof. Ramon Hanssen) laat wel geleidelijke veranderingen zien, maar die zijn waarschijnlijk het gevolg van veranderende grondwaterstanden. delta.tudelft.nl/26038
Campuscontract Duwo heeft ongeveer driehonderd brieven gestuurd naar huurders die nog geen campuscontract hebben en van wie de studentenhuisvester vermoedt dat het geen studenten meer zijn. Zij moeten binnen één maand bewijzen dat zij nog studeren en vervolgens het campuscontract tekenen. Dat huurcontract regelt dat huurders na hun afstuderen hun Duwo-kamer binnen zes maanden verlaten. www.delta.tudelft.nl/25994
Monumenten De aula, het gebouw van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, de warmtekrachtcentrale aan de Leeghwaterstraat en de drie Stevinlabs. Van al deze monumenten gaat de gemeente binnen zes maanden nauwkeurig vastleggen welke onderdelen precies de monumentale waarde vertegenwoordigen. Dat kan de vergunningenprocedure aardig bekorten als de TU er veranderingen in wil aanbrengen. www.delta.tudelft.nl/26027
Trein Het verdwijnen van de intercity Amsterdam-Brussel per 9 december heeft veel losgemaakt. De vele Belgische TU-studenten moeten dan met de duurdere Fyra naar huis. Student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Florian Vandenberk begon al twee jaar geleden een actie voor het behoud van de intercity. Hij heeft nog hoop. www.delta.tudelft.nl/25997
In de prijzen
Foto: Tomas van DIjk
Foto:ESA
Foto: Tomas van Dijk
Professor Herre van der Zant (TNW) wil magnetische eigenschappen van afzonderlijke moleculen kunnen gebruiken in schakelingen. “Je kunt denken aan het gebruik als quantumbits, maar evengoed als sensor of schakelaar.” Enkele jaren gelden al slaagde zijn vakgroep molecular electronics & devices erin om een enkel atoom tussen twee goudelektroden te plaatsen en ze zijn er nu reuzehandig in. Zijn onderzoeksvoorstel werd onlangs door zowel FOM als door de Europese onderzoeksraad gehonoreerd, waarmee het onderzoek voor de komende vijf jaar gefinancierd is. delta.tudelft.nl/26056
Vwo’ers die meer uitdaging nodig hebben, krijgen hulp. De TU Delft zal samen met zeven scholen in het voortgezet onderwijs modules ontwikkelen in het zogeheten Netwerk Excellentiebevordering Delft en omstreken. Dit onderwijs wordt in de eerste helft van het komend jaar gegeven. Vwo’ers uit de onderbouw volgen het op school, vwo’ers uit de bovenbouw komen ervoor naar de TU. www.delta.tudelft.nl/26055
Het ijs op Groenland smelt sneller dan verwacht.
De aardbeving in Limburg van 1992 liet diepe scheuren achter in de oevers van de Maas. (Foto: KNMI)
Prof. dr. Geert-Jan Witkamp en dr. ir. Wim Thijs van de TU Delft hebben de Delft Entrepreneurial Scientist Awards gewonnen. Ruim 1600 mensen brachten hun stem uit op de acht genomineerden, een jury hakte de knoop door. www.delta.tudelft.nl/26066
SPORT
Sporter van de week is Ragiel Wildvank Specs
1.80 mtr Gewicht
Ik heb het sleutelbeen van mijn linkerschouder een paar maanden geleden gebroken. Was na twee weken weer hersteld.
77 kilo Geboortejaar 1988
studie:
historische mijlpaal
Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, bachelor.
sport:
Vrouwenrugby groeit, voetballers behalen eerste overwinning en de voorbereiding van het universiteitsteam dat aan de Batavierenrace gaat meedoen, wordt serieus aangepakt.
Ik schaats soms met blote handen, maar draag ook wel hele dunne handschoenen. Die zitten heerlijk.
schaatsen bij ELS (Effe Lekker Schaatsen)
andere sporten: Wielrennen bij WTOS Sterke punten “De langere afstanden.” Zwakke punten: “De eerste honderd meter, geen idee hoe lang ik daarover doe.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Ik heb het sleutelbeen van mijn linkerschouder een paar maanden geleden gebroken. Was na twee weken weer hersteld. Verder bijna nooit geblesseerd.”
Een Kika-schaatspak, het clubkostuum van ELS. Wij steunen de strijd tegen kinderkanker en het pak zit heerlijk. We hebben inmiddels een nieuw clubpak gekregen.
Hoogtepunten/ prijzen?“Ik heb nog niet zoveel wedstrijden gereden, maar rijd wel elke keer een pr.” Waarom zou je gaan schaatsen? “Vanwege het afzien: pijn lijden is fantastisch. En vanwege de tactiek. Op de 1500 meter moet je twee energiesoorten aanspreken. De afstand is te lang om te knallen en tekort om te kunnen opbouwen.” Ambities? “Ik heb met menig lid van ELS een weddenschap lopen dat ik sneller ben. Ik ben er van overtuigd dat het mij gaat lukken om die weddenschappen te winnen. Ik ben behoorlijk fanatiek als het om schaatsen gaat.”
Echte Raps-schaatsen, ze vormen mijn geheime wapen. Een unieke combinatie van stijfheid en wendbaarheid. Ik heb er nog nooit blaren mee opgelopen.
Bijzonderheden? “Mijn favoriete schaatser is Erben Wennemars. Die is zó enthousiast dat hij over zijn woorden struikelt als hij over schaatsen praat.” Schaatsen met veters in de verenigingskleur groen. “Dat hoort bij de clubmores.”
Foto: Sam Rentmeester
Hekel aan? “Warming-up. Daar ben ik te lui voor. En aan laffe schaatsers die alleen maar babbels hebben maar niet echt diepgaan.”
Mooi nieuws voor de rugbysport, voor de dames in het bijzonder. Het NOC*NSF trok een aardig bedrag uit ter ondersteuning van de vrouwen sevens die zich daarmee kunnen gaan voorbereiden op de Olympische Spelen van 2016. “Daar ben ik erg blij mee”, vertelt Irith Lely. De fullback van Thor is zelf Oranje-international bij de fifteens (teams van vijftien spelers), maar gunt de sevens de steun van harte. “Die vrouwen zijn fantastisch, ze maken ontzettend veel promotie voor onze sport door hun resultaten. Nu rugby olympisch wordt zit er ontzettend veel groei in.” In de Oranjeselectie van de sevens zitten onder anderen Thor-‘tientjeslid’ Lorraine Laros en voormalig Thor-coryfee Pien Selbeck. Hardloper Wouter Hordijk van de studententak van atletiekvereniging De Koplopers is ook al zo in zijn nopjes. Besprekingen met de TU leidden ertoe dat de samenstelling en voorbereiding van het Delftse universiteitsteam dat eind april gaat deelnemen aan de vermaarde Batavierenrace in handen van De Koplopers wordt gelegd. De TU Delft speelde de afgelopen jaren, mede door organisatorische perikelen, een zeer bescheiden rol in het prestigieuze universiteitsklassement van wat voor de grootste studentenestafetteloop ter wereld doorgaat. Daar moet verandering in komen. Hordijk: “De subsidie is verleend en we hopen een topteam van Delftse studenten aan de start te krijgen om de eer van de TU te verdedigen.” Geïnteresseerde lopers, en vooral loopsters, kunnen zich aanmelden op teamtudelft@ gmail.com. En nu we toch alle blije sporters aan het doornemen zijn: voetbaltrainer/coach Arjan van der Meijde van Ariston’80 vernam tijdens zijn jaarlijkse cursusdag elders, twee weken geleden, dat zijn ploeg eindelijk een keer de volle winst had behaald. Thuis tegen het nota bene in de top 3 van het klassement genoteerde Leidse Roodenburg schoot Mario Torres vanuit een vrije trap zijn club naar de overwinning: 2-1. Een historische mijlpaal, want het was de allereerste keer dat de in deze klasse debuterende ploeg een zege boekte op derde klasseniveau. Een week later was alles weer anders en lag het complete voetbalprogramma stil vanwege de gewelddadige dood van een grensrechter. (JT) Tips?
[email protected]
Delta
7
TU Delft
Desgevraagd ’Een kernbom gebaseerd op uranium-233, afkomstig uit bestraald thorium, is in een schuurtje te maken’, schreef website Noorderlicht vorige week.
clus met thorium (waarbij het thorium eerst met neutronen bestraald moet worden) ontstaan na een reeks tussenstappen uiteindelijk uranium-233 (233U) en een klein beetje uranium-232 (232U). 233U is splijtbaar en lang houdbaar, en daarom geschikt voor de fabricage van kernbommen. Pleitbezorgers van thorium stellen echter dat het 233U nagenoeg onbruikbaar is door dat kleine beetje 232U dat er bij zit dat zeer radioactief is. Je zou de twee
vissen. Vervolgens hoef je alleen maar even te wachten totdat dit 233Pa vanzelf vervalt tot 233U. Dr.ir. Jan-Leen Kloosterman van het Reactorinstituut Delft vindt het goed dat de fysici de voordelen van thorium nuanceren. Maar de reacties op het stuk in Nature vindt hij overdreven. Zelf is hij een fervent pleitbezorger van thoriumreactoren omdat deze de wereld volgens hem op lange termijn verlossen van plutonium. “Natuurlijk kan er in kleine onderzoeksreactoren materiaal gemaakt worden voor kernwapens”, zegt Kloosterman desgevraagd. “Dat wisten we al lang. Die chemische scheidingsmethode werkt, dat is op kleine schaal al aangetoond.” Maar dat betekent volgens de Delftenaar niet dat je als terrorist nu je gang kunt gaan. “Het mengsel waar je het protac-
‘Natuurlijk kan er in kleine onderzoeksreactoren materiaal gemaakt worden voor kernwapens’
41%
Super! Alles gehaald denk ik.
24%
Goed! Bijna alles gehaald denk ik.
0% Slecht.
isotopen van elkaar moeten scheiden, maar dat is lastig. Daar heb je grote ultracentrifuges voor nodig. Maar volgens de kernfysici is het ook mogelijk om de twee stoffen chemisch te scheiden in een klein laboratorium. 233U ontstaat na het radioactief verval van een reeks andere isotopen. Een van de tussenproducten is protactinium-233. Deze stof kun je wel relatief makkelijk uit het mengsel
tinium-233 uit moet halen is sterk radioactief. Je hebt dus altijd nog een hele infrastructuur nodig om 233U te produceren.” De methode is daarom alleen bruikbaar voor landen met een nucleaire infrastructuur, meent Kloosterman. Maar dan is het volgens hem nog altijd makkelijker om plutonium te gebruiken of verrijkt uranium, verkregen middels grote ultracentrifuges. (TvD)
35% Ik had geen tentamens.
Strip: Auke Herrema
Ook Technisch Weekblad luidt de alarmklok. ‘In een kleine onderzoeksreactor à la Delft of Petten kun je uranium-233 produceren waar je vervolgens een kernwapen mee kunt maken.’ Beide media reageren op een artikel van 6 december in Nature waarin vijf Britse kernfysici stellen dat thorium helemaal niet zo’n fijn spul is. In tegenstelling tot wat altijd maar wordt beweerd, gaat uit thorium misschien juist wel meer terroristische dreiging uit dan uit uranium. Wat is er aan de hand? Door de meltdown van de kernreactor in het Japanse Fukushima vorig jaar, gaan er steeds meer stemmen op om thorium als nucleaire brandstof te gebruiken. Had in Fukushima een zogenaamde gesmoltenzoutreactor gestaan die draaide op thorium in plaats van een reactor die gevoed wordt door uranium, dan had deze ramp nooit plaatsgevonden. Als de elektriciteit uitvalt, slaat zo’n reactor niet op hol maar koelt vanzelf af. In één adem wordt meteen ook een ander groot voordeel van thorium genoemd; het verminderde proliferatierisico. Bij de brandstofcyclus met thorium ontstaat geen plutonium waar kernwapens mee gemaakt kunnen worden. Deze jubelverhalen zijn doorgeslagen, schrijven de kernfysici, werkzaam onder meer bij de universiteit van Cambridge en Imperial college London, in een commentaar in Nature. Bij de brandstofcy-
De eerste tentamenperiode zit erop. Hoe gingen jouw tentamens?
8
Delta
TU Delft
Zwoegen in Zürich ETH Zürich is volgens menig ranglijst de beste technische universiteit van Europa. Studenten doen er gemiddeld 5,5 jaar over hun studie. Aan de TU Delft duurt dat een stuk langer: gemiddeld 7,2 jaar. Hoe komt dat? Delta reisde naar Zürich.
O
mijn God, je bent van ETH.” De 24-jarige bachelorstudente architectuur Nadine Spielmann wist niet wat haar overkwam toen zij afgelopen voorjaar een semester in Delft kwam studeren. “Delftse studenten wilden alles van mijn universiteit weten. Ik vind het nu een eer dat ik aan ETH studeer.” Het zal dan ook geen verbazing wekken dat veel Delftse studenten graag een tijdje aan deze universiteit willen studeren. De Eidgenössische Technische Hochschule (ETH) is met zijn vele Nobelprijswinnaars niet alleen prestigieus, maar ook ambitieus en zeer internationaal gericht. En o ja: niemand minder dan Einstein haalde er zijn diploma in 1901. Dat spreekt tot de verbeelding, net als de uitstraling van het statige hoofdgebouw uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De koepelvormige entree in neoklassieke stijl geeft het pand grandeur. Ja, zelfs trekjes van een kathedraal, met zijn marmeren beelden en zuilengalerijen van twee verdiepingen. Tussen deze galerijen ontmoet klassiek modern: felle lampen belichten hedendaagse maquettes, onderzoekers tonen er hun posters met nieuwste onderzoeksresultaten. In hoekjes met kleurrijke fresco’s storten studenten achter laptops zich op hun huiswerk, in groepjes of alleen. Want studeren zúl je aan ETH.
“
Schuldgevoel Dat merkte de Delftse masterstudent elektrotechniek Dejan Borota (22) afgelopen september al snel tijdens zijn Erasmus uitwisse-
lingsprogramma. “Op de vierde dag bij ETH kwam ik een jongen tegen met wie ik eerder had kennisgemaakt, een Griek. Ik zei: hoe is het? Hij zei: Ik ben zo moe, ik heb tot twee uur vannacht gestudeerd. Het was de eerste week! Ik had meteen een schuldgevoel dat ik niet ook ’s nachts had gestudeerd.” Potentiële nieuwe studenten krijgen bij ETH niet alleen informatie over het studieprogramma, maar ook over hoe het is om er te studeren. “Voordat het studiejaar begint, nodigen we alle eerstejaars een halve dag uit en vertellen we ze dat studeren aan ETH een fulltime job is”, zegt Regula Christen, hoofd studieoriëntatie en coaching. “ETH staat bekend als tijdsintensief. We willen studenten er van bewust maken dat het hier heel belangrijk is om alles vanaf het begin bij te houden.” Wie er over denkt de opleiding architectuur te doen, kan vooraf een kijkje nemen bij de openbare kritiek op het werk van huidige studenten. Die moeten hun werk presenteren aan andere studenten, hoogleraren en hun assistenten. “Er wordt gehuild, want ze hebben nachten doorgewerkt en het wordt volledig afgebroken… letterlijk”, zegt dr. Christoph Niedermann, wetenschappelijk secretaris van de rector. Nachten doorwerken. Architectuurstudente
Nadine Spielmann herkent het. “Ik zeg wel eens tegen mezelf dat ik nu echt acht uur moet slapen.” Ze volgt momenteel het belangrijkste vak binnen haar bachelor: de zogeheten ‘studio’. Daarvoor moet ze in twee á drie maanden ontwerpen maken rond een thema. Studenten werken alleen of in groepen. “De werklast is echt krankzinnig: sommigen werken non-stop.”
Herkansingen Nu is architectuur ook wel een van de zwaarste studies in Zürich, maar niettemin bleek vier jaar geleden uit een onderzoek van het Zwitserse federale bureau voor de statistiek dat studenten aan ETH gemiddeld 45 uur per week aan hun studie besteden. “Niet heel het jaar door, maar vooral tijdens de semesters”, zegt dr. Dieter Wüest, hoofd van het rectoraat. Die semesters zijn naar Europese begrippen vrij kort: het herfstsemester duurt veertien weken, het lentesemester vijftien. Wüest denkt dat het systeem van examineren een van de redenen is waarom studenten in Zürich sneller studeren dan in Delft. De meeste examens, zo’n tachtig procent, zijn zogeheten sessie-examens aan het eind van een semesterbreak. Een sessie is vier weken in augustus, de ander is van half januari tot half februari.
‘Er wordt gehuild, want ze hebben nachten doorgewerkt en het wordt volledig afgebroken… letterlijk’
Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Connie van Uffelen en ETH
Verder zijn er, vooral bij masteropleidingen, semesterexamens in de laatste week van een semester of in de eerste week daarna. Studenten mogen een vak maar eenmaal herkansen. Halen ze het niet, dan is dat vak verloren maar kunnen ze het compenseren met een ander vak. ETH wil geen struikelvakken. Tot slot zijn er ook nog gedurende het semester testen waarbij studenten bijvoorbeeld een verslag moeten schrijven of een kleine presentatie moeten geven. Alleen ouderejaars studenten worden op deze wijze getest. De eerstejaars studenten krijgen alleen examens aan het eind van hun jaar, in augustus. Dit examenblok wordt ook wel het ‘basisexamen’ genoemd en omvat tussen de zes á negen onderwerpen, afhankelijk van de opleiding. Studenten hebben een periode van tien weken om zich hier op voor te bereiden. Op een schaal van één tot zes - waarbij zes het beste is - moeten eerstejaars voor het hele blok gemiddeld een vier halen. Wie lager scoort, moet heel het blok binnen een jaar over doen en krijgt daar maar één kans voor. Wie het dan nog niet heeft gehaald, moet ETH verlaten. Het tweede jaar is minder streng, afhankelijk van de opleiding.
Delta
9
TU Delft
Zürich
Al meermalen verkozen tot meest leefbare stad van Europa. Hoofdstad van het gelijknamige kanton en met ruim 380.500 inwoners de grootste stad van Zwitserland. De stad heeft een fraai historisch centrum, ligt aan een meer (de Zürichsee) en bevindt zich op 23 treinminuten van de Uetliberg alwaar het heerlijk wandelen is. Zürich is een van de financiële centra van Europa.
Studieduur
wonen
Jugendkulturhaus Dynamo Wasserwerkstrasse 21
KafiSchnaps Kornhausstrasse 57
Frau Gerolds Garten (buiten) Geroldstrasse 23/23a
ETH Hönggerberg campus: • Alumnilounge (verschillende restaurants) Wolfgang-Pauli-Strasse 15
.
drinken
ETH centrum campus: • BQM,Leonhardstrasse 34, • StuZ, Universitätstrasse 6
Ouders betalen Studenten maken van die strenge regels niet zo’n punt, denkt Rahel Zoller. Zij is president van het Verband der Studierenden an der >>
De meeste studenten wonen in een Wohngemeinschaft: een appartement met drie tot vijf kamers en een gedeelde keuken en badkamer. Vaak gehuurd door een medebewoner die het weer doorverhuurt voor gemiddeld 330-500 euro per maand per student. Er zijn slechts enkele studentencomplexen.
eten
Eenderde haalt het eerstejaarsexamen niet, zo bleek uit een onderzoek uit 2007 naar de 7269 studenten die in de periode 1995 tot 1999 bij ETH begonnen. 12,5 Procent verliet ETH vóór het eerste examen, vijf procent faalde één keer en deed geen tweede poging en 6,9 procent faalde tweemaal. “We denken dat dit niet veel is veranderd”, zegt Wüest. Het eerste jaar is hiermee een selectiejaar. “We zouden geen selectie aan de poort willen. We zijn heel tevreden met dit systeem.” Daarnaast is er een maximum studieduur: vijf jaar voor de driejarige bachelor en maximaal tweemaal de masterduur. Masteropleidingen duren bij ETH normaliter drie semesters, soms vier zoals bij architectuur. Die studie kent in de bachelor tevens een verplichte stage van een half jaar, net zoals enkele andere opleidingen. In Delft zijn er gedurende het jaar vier tentamenperiodes, ook voor eerstejaars. Toen Nadine Spielmann een tentamen in Delft meemaakte, was ze opnieuw verbaasd. “Mensen liepen na tien minuten al weg! Een kamergenoot had gestudeerd voor een tentamen maar dit uiteindelijk niet gemaakt. Die zei: ik was er niet voor in. Dat was echt raar.” Als je in Delft vakken niet haalt, doe je ze volgend jaar of het jaar daarna, zegt Dejan Borota. Tentamens aan de TU Delft zijn onbeperkt te herkansen. “Onbeperkt? Wow!”, zegt dr. Benno Volk, hoofd onderwijsontwikkeling aan ETH. “Dat is het belangrijkste verschil tussen Delft en Zürich. ETH is altijd al streng geweest. Gedefinieerd is hoe dingen te doen en wanneer ze te doen.”
• Stall 6, Gessnerallee 8
10
Delta
TU Delft
In hoekjes met kleurrijke fresco’s storten studenten achter laptops zich op hun huiswerk.
ETH Zürich (VSETH), dat studenten officieel vertegenwoordigt aan ETH. “Mensen zien de eenmalige herkansingen als een gegeven feit. Als je de horde van het basisexamen hebt genomen, is dat iets waar je trots op kunt zijn. Je bent geschikt om te studeren aan ETH. Sommige studenten zouden wel meer keuzevrijheid willen voor het samenstellen van hun studieplan.” Zoller betwijfelt of het eenmalig herkansen de studieduur zozeer verkort. “Want als je eenmaal bent gezakt, wil je het zeer zeker de tweede keer halen. Ik ken vrij veel mensen die hun herkansing naar een ander semester schoven, omdat ze bang waren niet voldoende voorbereid te zijn. Dat verlengt de studie. Mensen die hun examen in de tweede keer niet halen, moeten weg en zitten dus niet meer in de statistieken van de gemiddelde studieduur.” Wat volgens Zoller zeker meespeelt bij de kortere studieduur aan ETH is het feit dat studenten permissie nodig hebben als ze langer dan zeven jaar willen studeren. “Dus als het je langer kost dan vijf jaar voor de bachelor en twee jaar voor de master. Als je een goede reden hebt krijg je permissie, maar mensen doen hard hun best om binnen die tijd klaar te zijn.” Daarnaast zijn ouders in Zwitserland verplicht de eerste opleiding van hun kinderen te betalen, aldus Zoller. In Nederland is dat niet zo en hebben veel studenten een bijbaantje. “Werken naast een studie aan ETH is niet zo gemakkelijk”, zegt Zoller. “De meeste mensen zijn dus vrij afhankelijk van hun ouders. Sommigen staan dan misschien onder druk om snel klaar te zijn, terwijl anderen wellicht zichzelf onder druk zetten om hun ouders niet tot last te zijn.”
In Zwitserland zijn ouders verplicht de eerste opleiding van hun kinderen te betalen Een andere reden zou volgens Zoller kunnen zijn dat Zwitserland net als Nederland klein is. “Een aardig aantal studenten woont bij hun ouders, omdat het niet zo ver weg is om elke dag naar ETH te reizen. Het samenkomen van studenten in de stad gebeurt in Zürich niet zo veel. Ze hebben al vrienden en een leven als ze beginnen met studeren. Ik denk dat dit een reden zou kunnen zijn waarom studenten in Zürich hun studie meer zien als een job.”
Studentenleven Is er dan nog wel tijd voor een bloeiend studentenleven, zoals in Delft? “Tijd is niet iets wat je hebt, maar wat je neemt”, zegt Zoller. “Je moet compromissen sluiten. We hebben hier studieverenigingen die kleine feestjes, bijeenkomsten en excursies naar bedrijven organiseren. VSETH organiseert activiteiten die te groot zijn voor de studieverenigingen, zoals een feest voor vijfduizend mensen bij het begin van het nieuwe semester in de herfst.” Toch is het studentenleven in Zürich veel minder aanwezig, valt Delftse ETH-gangers op. Studenten sporten vooral met elkaar. “Waar wij in Delft naar de kroeg gaan, gaan zij met de mountainbike de berg op of kanoën”, zegt Marlies Vasmel, die tweemaal een half jaar naar ETH ging en er afstudeerde in
technische aardwetenschappen. “Het was heel moeilijk om mensen in Zürich uit te leggen wat het studentenleven inhoudt”, zegt Lotte Willems die bij ETH keuzevakken volgde voor haar master micro- en nano-engineering. “Toen ik in Delft kwam studeren, wilde ik lekker mijn studententijd beleven. In Zürich ga je niet zozeer lanterfanten tijdens je studie.” Toen het bachelor-mastersysteem bij ETH werd ingevoerd vroegen studenten zelfs wat de minimumtijd was om af te studeren, vertelt Christoph Niedermann. “Die houding: aan ETH moet je werken, zwoegen en zweten. Ik weet niet of dat alleen maar positief is, maar dat is de houding hier.” Dat was ook het eerste wat Dejan Borota opviel toen hij er vakken voor robotica ging volgen: “De ambitie om te presteren is hier heel hoog. Ik weet niet precies waar dat aan ligt, maar je wilt gewoon hard werken. Tentamens zijn hier over 2,5 maand en ik heb nu al het gevoel dat ik achterloop. Dat is niet zo, maar ik moet wel bijblijven.” Dat gebeurt via huiswerk. Veel huiswerk. Het is niet verplicht, maar je moet een percentage van je huiswerkpunten halen om aan een tentamen te kunnen deelnemen. De oefenopgaven worden elke week besproken door de assistenten van hoogleraren, in groepjes van twintig studenten.
Delta Sporten en studeren ETH biedt een omgeving waardoor studenten langer in de universiteit blijven, merkt Borota op. “Er zit hier een enorm sportcentrum dat heel toegankelijk is met elk uur programma’s. Het is heel normaal om even te gaan sporten, te douchen en weer verder te studeren. De mensa biedt ’s middags en ’s avonds warme maaltijden voor een prijs waarvoor je zelf bijna niet kunt koken.” Op woensdag heeft Borota alleen college van één tot drie, maar hij is er al om tien uur ‘s ochtends. “Dan werk ik met een studiemaat of sport ik, want ’s ochtends is het vrij rustig. Daarna lunchen, college volgen, dan weer studeren, avondeten en weer een sportprogramma. Dan ben je hier al gauw tien of twaalf uur, op een dag met maar twee uur college. In Delft zou ik eerder niet naar college gaan en de dag volledig anders inrichten.” Plotsklaps klinkt in het statige hoofdgebouw een bel voor het volgende college. Een bel? Jazeker. Studenten snellen naar hun lokaal. “Je hebt hier een wiskundedocent die niemand kan bijbenen”, vervolgt Borota. “Ik denk wel eens: hoe gaan we dit ooit halen? Maar dan zegt de docent dat het normaal is als we iets niet snappen en dat we het thuis nog maar eens moeten nalezen.”
Betere ingenieurs
delft
Ligt tussen de steden Rotterdam en Den Haag en staat vooral bekend om haar Delfts Blauw aardewerk, de Koninklijke grafkelders en de schilder Johannes Vermeer, die er in 1632 werd geboren. Delft heeft mooie historische panden en grachten. Bijnaam: Prinsenstad, naar prins Willem van Oranje die er resideerde en in 1584 werd vermoord. Delft heeft ruim 98.650 inwoners en is een typische studentenstad.
wonen
Veel studenten wonen in studentencomplexen. Een onzelfstandige kamer met gedeelde keuken en badkamer kost gemiddeld 341 euro per maand (inclusief servicekosten). Een zelfstandige kamer met eigen sanitair kost gemiddeld 443 euro per maand (inclusief servicekosten). Dat is ongeveer 330 euro na aftrek huurtoeslag.
eten
Het kan ook anders, blijkt tijdens een college lineaire algebra voor een groep van zo’n 450 eerstejaars studenten. Hun hoogleraar schrijft in rap tempo wiskundige afleidingen op het krijtbord. Iedereen pent vlijtig mee. Halverwege steken twee studenten hun hand op, maar de hoogleraar ziet het niet. Iemand bonkt met zijn hand op tafel om de aandacht te trekken. Waarom? De hoogleraar heeft een foutje gemaakt en wordt gecorrigeerd. Excuses. Rumoer. Gezucht. Nu moet iedereen weer in zijn aantekeningen krassen. Volgens wiskundestudent Jarno Hartog ligt het niveau in Zürich hoger dan in Delft. “Ik merkte een gat tussen mijn voorkennis uit de bachelor in Delft en de kennis van wiskundestudenten hier. Bij de eerste les kansberekening voor mijn master bij ETH, begonnen ze over sigma-algebra. Ik had er nog nooit van gehoord, terwijl ik toch drie vakken kansberekening had gevolgd. In Delft is dat inmiddels aangepast.” De vraag dringt zich op: zijn ETH-afgestudeerden dan betere ingenieurs? “Nee, al denk ik wel dat ze meer parate kennis hebben. Maar in Delft heb je creatievere ingenieurs die zelfstandig zijn”, zegt masterstudent Lotte Willems. “Creatiever omdat ze meer vrijheid hebben en zich dus meer en beter ontplooien. Je hebt een mix van beide types nodig.” “Als je kijkt naar langere studieduur, denk ik dat Delftse studenten afstuderen als rijpere studenten”, zegt prof.dr. Hansruedi Maurer, coördinator bij ETH van de joint master applied geophysics. “Studieduur is één ding, maar persoonlijke ontwikkeling is iets anders. Natuurlijk kunnen we studenten door het programma jagen, maar of ze dan beter gekwalificeerd zijn is een andere zaak.” En Nobelprijswinnaar Einstein, die bij ETH studeerde en doceerde? “Einstein was een middelmatige student”, relativeert Jarno Hartog. >>
11
TU Delft
Het gulden ABC Markt 32/34
Little Italy Markt 9a
Café de V Voorstraat 9
Oude Jan Heilige Geestkerkhof 4 Eetcafé De Ruif Kerkstraat 22,23,24
Tango Nieuwstraat 2
drinken Belgisch Bier Café Belvédère Beestenmarkt 8 Kobus Kuch, Beestenmarkt 1
12 122
Delta
TU Delft
Technische Universiteit Delft, gesticht in 1842, als Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs zoo voor ‘s lands dienst als voor de nijverheid en van kweekelingen voor den handel.
Eidgenössische Technische Hochschule Zürich, gesticht in 1855 door de Zwitserse confederatie als polytechnisch instituut, de Eidgenössische Polytechnische Schule.
8 15 30
Bacheloropleidingen
17.249
Studentenpopulatie (2011, bachelor + master)
16 24 41 12.482
195 fte
Hoogleraren
350 fte
Wetenschappelijk personeel
4644 2276 95.000 5,5 jaar 45 één keer 21 24,4
2539 1854 31.590 7,2 jaar 34-36 onbeperkt* 3 30 (stakers en negatief bsa 2011-2012) *straks niet meer dan één ker per jaar
Faculteiten
Masteropleidingen
Ondersteunend personeel Totaal budget per student (2011, in euro’s) Snel studeren Studie-uren per week Herkansingen Nobelprijswinnaars Percentage afvallers na het 1e jaar
(van de studenten die begonnen in 1995-1999)
Tekst: Saskia Bonger Foto: Sam Rentmeester
Delta
13
TU Delft
Om te kidnappen zo goed De wereld ligt aan zijn voeten. De beste afstudeerder van 2012, ir. Robert Mans, blijft nuchter onder de lovende woorden die hij, waar hij maar komt, krijgt. Het Amerikaanse bedrijf Amyris wilde hem na zijn stage het liefst kidnappen. Mans weerstond die vleierij en keerde terug naar Delft, om te promoveren.
Foto’s: Robert Mans
Robert Mans (23) moet het wel toegeven: er waren weken tijdens zijn masterstudie lifescience and technology die heel druk waren. “Dan begon ik om negen uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds. Na het avondeten ging ik weer verder.” Niet vreemd als je je bedenkt dat hij vaak twee keer zoveel tentamens had als de rest. Nadat Mans zijn bachelor met heel aardige cijfers nominaal had gehaald, begon hij niet zoals gebruikelijk met één specialisatietrack in de master, maar met alle drie de tracks. Niet eens uit een grenzeloze ambitie, maar omdat hij niet kon kiezen. “Binnen één track kijk je naar de cellen. Binnen de tweede track kijk je dieper, naar enzymen en eiwitten. De derde track zoomt juist uit. Daar komen vragen aan de orde als ‘hoe ontwerp je een reactor’. Dan ben je echt met de ontwerpersaspecten bezig. Alle drie zijn waardevol.” Mans spreekt in de we-vorm als hij het verhaal van zijn studietijd vertelt, want voor zijn gevoel deed hij het niet alleen. Zijn medestudente Feibai Zhu maakte dezelfde keuzes als hij. Ook zij begon aan drie tracks. En net als Mans studeerde ze cum laude af. Mans en Zhu begonnen aan drie
In een groeiende, gezonde cultuur (boven) zien alle gistcellen er nog goed uit. In een iets oudere cultuur (onder) is een groot gedeelte van de cellen opengebroken. Daarbij zijn enzymen vrijgekomen die smaakstof vormen.
Robert Mans:”Wil je echt aangenomen worden als scientist, dan moet je gepromoveerd zijn.”
tracks met het idee er twee te laten vallen. “Na een tijdje met alleen maar goede cijfers, besloten we dat we er gewoon mee door moesten gaan. We werkten heel hard, maar het ging eigenlijk vanzelf.” Ook het afstuderen liep als een trein. Mans’ begeleiders prijzen zijn creativiteit en zelfstandigheid. De student onderzocht hoe een bepaalde giststam die lijkt op bakkersgist en die veel wordt gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie een bepaalde smaakstof maakt. Dat klinkt vaag omdat opdrachtgever Nestlé niet te scheutig met informatie wil zijn. “Ik ontdekte welke enzymen en genen verantwoordelijk waren voor het maken van die smaakstof, die veel wordt gebruikt in brood en andere gebakken producten.” Daarna kwam de echte ontdekking. Mans verwijderde de verantwoordelijke genen uit de gist en wat bleek? De gist maakte nog steeds diezelfde smaakstof. “Dat was een verrassing en eerst begrepen we het niet, totdat ik de gist onder de microscoop ben gaan bekijken. We dachten altijd dat stof A werd omgezet in smaakstof B. Nu bleek het heel anders: de smaakstof werd gevormd door speciale enzymen
die vrijkomen bij het afsterven en openbreken van cellen. Het is dus geen product van actieve opbouw, maar juist van afbraak. Nu de industrie dat weet, is het mogelijk de huidige processen te verbeteren. Een voorbeeld zou kunnen zijn om het openbreken van cellen te bevorderen, zodat de belangrijke enzymen sneller vrijkomen en meer smaak kunnen vormen. Na het afronden van zijn afstudeerproject vertrok Mans naar
werp voor me klaar. Daar kan ik trouwens niks over zeggen, want het is vertrouwelijk, maar het is heel ambitieus. En ik weet dat de industrial microbiology-groep heel goed is en dat het klikt met de mensen.” Naar het buitenland kan Mans daarna ook nog wel, weet hij. “Amyris wil me dan misschien nog wel hebben.” Mans begon twee weken geleden aan zijn promotie aan de TU. Hij woont in Naaldwijk bij zijn ou-
‘We werkten heel hard, maar het ging eigenlijk vanzelf’ Californië voor een stage bij Amyris, een bedrijf dat zoekt naar betaalbare biobrandstof. “Ik deed mijn stage erna met het idee dat ik eventueel kon blijven als het beviel.” Bevallen deed het zeker, over en weer. Amyris grapte zelfs dat het Mans zou kidnappen om hem bij zich te houden. Maar Mans koos ervoor om terug te gaan naar Delft. “Wil je echt aangenomen worden als scientist, dan moet je gepromoveerd zijn. In Delft lag er al een onder-
ders, maar zoekt woonruimte in Delft. “Dat is nu toch wel handig. Als ik weet dat ik op maandag een experiment wil doen, dan kan ik in het weekend nog even een cultuurtje overzetten.” Mans moet nu verder zonder zijn studiemaatje Zhu. Zij gaat promoveren in de Verenigde Staten. Als Mans andere studenten een tip moet geven voor succesvol studeren dan is het om iemand te vinden met wie ze samen kunnen optrekken. (SB)
‘Misschien ben ik zelf nog een student’ Joost de Groot werd eind november verkozen tot beste docent van de TU Delft. En jawel hoor, pal voor aanvang van dit interview staan er zes studenten in zijn kamer. Ze willen nagekeken tentamens inkijken en informatie over een opgave voor een ander vak. Studenten kunnen altijd bij hem terecht, zo blijkt.
Tekst: Connie van Uffelen Foto: Hans Stakelbeek
Delta
15
TU Delft
Hoe beleefde u de dag van de uitverkiezing?
Met welke problemen komen studenten?
“Ik had geen dankwoord voorbereid, want ik was ervan overtuigd
“Ik ben het meest geschrokken van studenten die
dat ik het niet zou worden. Geen idee waar de jury op zou letten. Er
het leven niet meer zagen zitten, die zelfmoord-
zat bijvoorbeeld één vrouw tussen de acht genomineerden, en drie
plannen hadden. Twee keer al. Iemand kwam
hoogleraren. En ik ben ‘slechts’ docent. Sommige mensen vinden
binnen en zei: ik wil zelfmoord plegen. Wat doe
dat echt ‘slechts’. Ik weet dat dat van hogerhand wel eens gevonden
je dan? Laat maar praten, dacht ik. Je schrikt je
wordt, bijvoorbeeld door beleid om geen docenten meer aan te stel-
rot. Ik weet niet hoe het nu met ze gaat, maar ze
len.”
vonden het erg fijn dat ik naar ze wilde luisteren. Wel probeer ik ze altijd door te verwijzen naar
Bedoelt u dat het college van bestuur liever heeft dat je docent én onderzoeker bent?
de studieadviseur of naar een studentenpsycholoog. Die mensen zijn erin geschoold, ik niet.”
“Ja, terwijl ik denk – en nu kan ik dat gemakkelijk zeggen – dat docenten heel goed zijn voor het onderwijs. Docenten gáán voor het onderwijs. Ik wil niet zeggen dat onderzoekers niet voor het onderwijs gaan, maar ze hebben nog een andere taak die ook veel aandacht vraagt.”
‘Hij is de docent die het meest betrokken is bij onze studievereniging W.I.S.V. ‘Christiaan Huygens’.’ Hoe bent u erelid geworden? “Ik ben ooit eens mee geweest op een nationale
Is dit uw droombaan?
studiereis en naar India. Toen werd ik lid van ver-
“In de brugklas zei ik al dat ik later wiskundeleraar zou worden.
dienste en vroeg ik: wat heb ik dan voor verdien-
(lacht) Dus ja, eigenlijk wel. Wiskunde is het mooiste vak ter wereld,
ste gedaan? De hoofdreden was: de inzet voor
omdat het allemaal klopt wat je vertelt. Wiskunde is heel gestruc-
de student in het algemeen. Hier beneden zit het
tureerd en toepasbaar op allerlei gebieden. Dat is wat me grijpt aan
Christiaan Huygenshok waar ik wel eens koffie
wiskunde: de logica.”
drink en een praatje maak. Volgens hen ben ik de enige die dat doet. En ik ga bijna altijd naar de
Studenten schrijven over u: ‘Zijn opbouw voor elk nieuw onderwerp is uitzonderlijk goed. Het is alsof je het zelf ontdekt.’ Wat doet u voor bijzonders?
kwartaallunch. Dat is een echte studentenlunch: druk, lawaai. Ik vind dat leuk. Morgen hebben we de sinterklaaslunch.”
“In mijn beleving doe ik gewoon wat ik moet doen. In mijn studententijd kon ik grote stukken college niet volgen en ik dacht: waarom
U straalt helemaal.
vertellen ze dat niet anders? Ik probeer te beginnen met een voor-
“Dat zie ik niet. (lacht) Het is gewoon leuk. Er
beeld in Jip-en-Janneketaal. Geen moeilijke woorden. Iedereen kan
wordt daar met pepernoten gesmeten. Dat doet
een stelling uit een boek overschrijven op het bord, maar ik probeer
me denken aan mijn krijtjes natuurlijk. Mis-
ook uit te leggen waarom het zo is.”
schien ben ik zelf nog een student. Ik heb dat in mijn studententijd nooit gedaan, dus ik heb wat
‘Als je niet goed oplette dan had hij altijd een voorraad krijtjes liggen.’ U smijt met krijt?
in te halen. Nu mag ik mee op studiereis naar
“Dat gebeurt wel eens (lacht). In de vierde klas lagere school gooide
pap. Ik vind dat eigenlijk meer waardering dan
mijn onderwijzer met krijtjes. Als iemand in slaap valt of te druk
zo’n prijs.”
Korea en Japan. Voor mij zijn dat de krenten in de
is, gaat er een krijtje die richting op. Ik smijt niet heel hard. Je geeft even wat adrenaline. Je mist ook wel eens, waardoor je de verkeerde raakt.”
‘Joost is een vertrouwenspersoon voor de meeste studenten.’ Hoe is dat zo gekomen?
U bent lid van de facultaire bsa-commissie die de verzoeken tot vrijstelling van het bindend studieadvies (bsa) beoordeelt. Wat komt u daar zoal tegen? “Schrijnende dingen. Het is vertrouwelijk, maar
“Misschien toen bij wiskunde begeleide zelfstudie werd ingevoerd.
studenten die persoonlijke omstandigheden
Wij hadden behoefte aan een moment waarop eerstejaars studen-
hebben en denken dat ze daardoor hun dertig
ten vragen konden stellen. We hadden twee uur per week begeleide
studiepunten niet hebben kunnen halen. Ge-
zelfstudie. Dan bouw je een enorme band met studenten op. Als je
scheiden ouders of zieke familieleden of erger.”
die naam eenmaal hebt, houd je die.”
Is het moeilijk om dan te oordelen? “Vaak wel. Soms is het heel duidelijk. Je moet >>
16
Delta
TU Delft
het vertrouwen hebben dat zo’n student in staat is om die studiepunten
gingspercentage denk ik ook omhoog. Wekelijks indivi-
te halen. Dat is moeilijk te beoordelen. Je wilt iemand niet twee jaar la-
duele begeleiding: dat is heel sterk. Daar geloof ik wel in,
ten rondlopen als het eigenlijk verloren tijd is.”
maar ja… dat kost ook heel veel.”
Het bsa aan de TU Delft is dit jaar verhoogd van dertig naar 45 studiepunten die eerstejaars studenten moeten halen. Vindt u dat een goede zet?
Wat vindt u van het wiskundeniveau van eerstejaars?
“Ik vind 45 beter dan dertig. Ik denk dat het eerder 42 zou moeten zijn
dan hij was. Want die was echt belabberd. Formulema-
in plaats van dertig. De wiskundeopleiding bestaat uit porties van zes
nipulatie is het kunnen rekenen met letters (x/y + a/b)
studiepunten dus dan zit je op 42 of 48. In de wandelgangen - ik loop
en dat lag op een zeer laag niveau. Ik wijt dat toch aan de
nogal eens bij werktuigbouwkunde door de hal - hoor je studenten zeg-
grafische rekenmachine, waar veel mee gedaan wordt.
gen ‘dertig punten: dat is projecten plus dat en dat vak. Dan laat ik wis-
Het was echt niet goed: een half plus een derde was een
kunde even zitten.’ Ik denk dat als je een studie aankunt, je driekwart
vijfde. Dat zie je vaak op tentamens. Parate kennis heb-
moet kunnen halen.”
ben ze weinig. Mijn stelling is: geen grafische rekenma-
“Als het goed is, is de formulemanipulatie nu wat beter
chine bij wiskunde. Bij wiskunde gaat het er juist om
Bij de Erasmus Universiteit zijn er goede resultaten met een bsa van zestig. In één jaar hebben meer studenten zestig punten gehaald dan voorheen in twee jaar.
hoe je tot het antwoord komt.”
“Bij wiskunde zou dat niet goed zijn. Wiskunde is een stapelvak. Als je
“Wees jezelf! Schaam je niet. Ik weet nog goed dat ik
in het begin iets mist, dan ben je al snel de kluts kwijt. Ik denk dat je bij
mijn eerste college ging geven aan de VU. Ik vroeg aan
bèta-opleidingen al snel een tentamen niet haalt door onvoorziene om-
mijn grote voorbeeld of hij nog tips had. Hij zei: doe een
standigheden. Laten we eerst maar eens kijken hoe het met een bsa van
jasje aan en stel je voor als meneer De Groot. Ik heb me
45 gaat. Ik verwacht dat het percentage afvallers misschien iets hoger is,
voorgesteld als meneer De Groot, had geen jasje aan
maar niet heel veel. Ik zie dat er wat meer wil is.”
gedaan en in de pauze hoorde ik: ‘Joost…’ Ik zeg: hoe
Hebt u tips voor andere docenten?
weten jullie dat ik Joost heet? ‘Ja, dat weet iedereen!’ Dat
Bij ETH Zürich hebben eerstejaars studenten pas in augustus een examenblok, waarvoor ze tien weken voorbereidingstijd hebben. Als het gemiddelde cijfer voor dit blok te laag is, mogen ze slechts eenmaal herkansen en wel binnen een jaar. Is dit iets voor de TU?
hoeft dus ook niet. Echt gewoon jezelf zijn. En pakkende
“Ik ben er bang voor dat Nederlandse studenten uitstelgedrag gaan ver-
ook maar iets met afleidingen en formules te maken
tonen. Zeker als ze aan het eind van het jaar tien weken hebben. Maar
heeft: zet het niet op een sheet, maar laat het ontstaan.
voorbeelden geven. Verplaats je in de student. Voor eerstejaars studenten moet het een geleidelijke overgang zijn naar de universiteit. En: gebruik een krijtbord. Een whiteboard is vreselijk, zo’n stift is altijd leeg. Alles wat
als het daar wel werkt… tja. Ik zou dat systeem eens wat beter moeten
Wat zou u de universiteit willen meegeven?
bestuderen. Het lijkt mij heel zwaar.”
(lacht luidkeels) “Ik weet wel wat: hang in die zeven
Studenten in Zürich krijgen elke week huiswerk dat met assistenten wordt besproken in groepjes van twintig. Het is vrij schools.
zalen waar jullie die geweldige glasplaten hebben aan-
“Als je studenten aan het werk kunt houden en het niet erg vindt om
wat ik heel vervelend vind. Ik heb vier kinderen, maar
schools te werken en als je genoeg mensen hebt om alles na te kijken,
tegelijk met mijn kinderen op vakantie gaan kan bij wij-
dan kun je het systeem misschien in de lucht houden. Dan gaat ons sla-
ze van spreken niet. Geen herfstvakantie, geen meiva-
gelegd weer borden op! Oja, ik heb nog wel wat: hou een beetje rekening met de schoolvakanties. Dat is ook iets
kantie, geen voorjaarsvakantie. Dan moet ik lesgeven. Op 7 of 9 juli zijn de laatste tentamens. Dan heb ik drie
CV Het zat er al vroeg in: op zijn zestiende gaf Joost de Groot (1963, Amsterdam) al bijles. Hij studeerde wiskunde met als bijvak sterrenkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na zijn promotie ging hij er zelf wiskunde geven, tot 1993. In 1991 werd hij ook docent aan de TU Delft. Hij heeft onderwijs gegeven in een breed scala aan vakken,
weken de tijd om na te kijken, maar op 9 augustus zijn de volgende tentamens weer.” zoals analyse 1,2,3 en 4, lineaire algebra, topologie, waarschijnlijkheidsrekeningmodelleren en elektrische circuits. Omdat het hem werd gevraagd en hij er vlakbij woonde, ging De Groot in 2008 weer terug naar de VU. Na een half jaar keerde hij echter weer terug in Delft, tot groot genoegen van zijn collega’s en studenten.
Hoe lang blijft u nog? Twee beste docenten van voorgaande jaren werken hier niet meer. “O? Nou dat is mooi dat ik het weet! Ik blijf hier nog zeker een maand. (lacht) Ik ben gehecht aan de TU: aan bepaalde collega’s en aan de studievereniging. Het schept een enorme band als je erelid bent.” <<
Wat: Minifestival ‘Let’s hear it for the babies’ Waar: Beestenmarkt Wanneer: Donderdag 6 december Drank en hapjes: 7 Publiek: 7 Dresscode: 7 Feestgehalte: 8 Eindcijfer:
7,5
party crashers
Pepernoten, hulst en champagne Pepernoten, hulst en champagne typeren de maand december. Een maand van delen, vriendschap, liefde en familie. En lekker eten natuurlijk. Traditioneel zijn er deze maand veel kerstdiners in studentenland. Zo had ik afgelopen week het genoegen om in Utrecht aan te mogen schuiven. De studentenkerstdiners, die soms eerder in juli dan december plaatsvinden, zijn een onlosmakelijk en mooi onderdeel van het studentenleven. Soms is het daadwerkelijk de bedoeling dat de gastheren of -vrouwen zelf koken. Het volgende recept is mooi als jij dit jaar de sjaak bent. Te realiseren met minimale moeite en maximaal resultaat. Witvis in papillot met aardappelpuree, groente en een kaaskrokantje
Het kost 75 euro om een baby in een ontwikkelingsland te redden. En daar komen Van Velzen, Niels Geusebroek, Only Seven Left en anderen gratis voor zingen. Zo’n feestje willen wij wel crashen – maar deze keer betalen we. De schaatsbaan op de Beestenmarkt gaat er officieus een dag eerder voor open. In de bijbehorende tent geurt het naar erwtensoep en chocomel. Op het podium: Niels Geusebroek met zijn gitaar. En het publiek bestaat uit drie man en een paardenkop. ‘Let’s hear it for the babies’, een liefdadigheidsevenement van 3FM Serious Request (en doel van het Glazen Huis dit jaar) voor het Rode Kruis, mag dan nog zo’n mooi initiatief zijn in de aanloop naar Kerstmis; tout studerend Delft ligt deze middag overduidelijk zijn Sinterklaaskater uit te slapen – of volgt gewoon college. Het is natuurlijk ook een wat opmerkelijk tijdstip voor een minifestival, donderdag van 10.00 tot 17.00 uur. In de tent zitten dan ook vooral moeders met baby’s die toevallig net een rondje door de stad aan het wandelen waren. De rest van de aanwezigen bestaat uit personeel. En toch, tóch voelt dit wel als een heel bijzonder feestje. Niet dankzij de live loterij en de wat gekunstelde presentatie van de dj (“Terwijl we ons opmaken voor het tweede live optreden vandaag stroomt het hier langzaam vol!”). Maar Niels Geusebroek - voor ons gewoon bekend als de voorman van rockband Silkstone en van de duetten met Anneke van Giersbergen, in plaats van zijn deelname aan The Voice of Holland - op een meter afstand voor een heus privéconcert, daar worden wij wel warm van. Wat een mazzel ook, want eigenlijk zou Rigby optreden, maar dat liep op het laatste moment anders. “Via 0800-Tweede Keus kwamen ze bij mij uit”, grapt Niels van achter zijn vals gestemde gitaar (“Oeps, gelukkig is het niet voor de radio”). De entree is gratis, dat is mooi. We weten zelfs nog een erwtensoep af te troggelen bij één van de roadies. Maar terwijl Niels zijn gitaarkoffer langzaam vol zingt, het spandoek met ‘Let’s hear it for the babies’ pontificaal achter hem prijkt en de blozende peuters ons rond de voeten rennen, bekruipt ons toch een béétje een schuldgevoel. Een feestje crashen is één ding, maar we willen wel gewoon de wereld redden. We grabbelen een tientje tevoorschijn en stoppen het stilletjes in de collectebus bij de ingang. Té link om het in de koffer van Niels te stoppen, straks moeten we nog op het podium. Terwijl we onze erwtensoep weglepelen en uitkijken over de uitgestorven schaatsbaan, neemt Only Seven Left het podium over. Een privéconcert in een langzaam kerstachtig wordend Delft; het voelt bijna sereen. We kloppen de gesmolten sneeuw van onze laarzen en bestellen nog een glühwein. Wat moet dat moet. Voor de baby’s, natuurlijk. (JB)
Moeilijkheidsgraad: goed te doen Materiaal: bakpapier, oven of magnetron met oven, 2x kookpan, stamper, zeef Ingrediënten voor de vis: wijn of bouillon, olie of boter, zout, peper, witvis (tilapia, panga), kruiden (dille, tijm, rozemarijn etc.), knoflook, citroen Ingrediënten voor het kaaskrokantje: Parmezaan en een beetje jonge kaas (voor de aardappelpuree: zie het recept in Delta 3: www.delta.tudelft.nl/25694) Overig: groente naar keuze Het mooie van dit flexibele recept is de wauwfactor. In papillot is niks anders dan in een pakketje van bakpapier de vis gaar stomen. Neem een stukje bakpapier, doe daar de vis en alle ingrediënten naar eigen smaak in. Vouw het geheel dicht (zorg dat de natte producten niet er uit ontsnappen) en doe 5 à 10 minuten in de oven op 160 graden. Het mooie effect is dat er dan een tafel is met allemaal dampende pakketjes, ideaal voor de tijd van het jaar. Voor de krokantjes, strooi wat jonge kaas en Parmezaan één op één (Parmezaan is op zich te droog om te smelten) in een dun laagje op wat bakpapier en doe in een oven van 160 graden tot de kaas uitgebakken is. Serveren met de puree en wat simpele groente, het vocht bij de vis is al saus genoeg! Geef er je eigen twist aan, het kan alle kanten op. Rest mij niks anders dan te zeggen, prettige kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar.
Met feestelijk geslepen messen, De Kokende Student
18
Delta
TU Delft
Ctrl+alt
Hoe moet het verder nu de grenzen van siliciumchips in beeld komen? Kunnen we snellere transistortjes maken van koolstof? Gaan we rekenen met fotonen? En wanneer komt die quantumcomputer? Over dit soort vragen ging het symposium ‘The future of computing’ bij EWI.
H
ad hij nog gevlogen, dan was de Concorde de slak van het luchtruim geweest. Een vluchtje van Parijs naar New York duurt met de modernste toestellen immers niet langer dan een seconde. En de reis kost bijna niets; minder dan een cent. Zo zou de wereld van de vakantieganger en zakenman/-vrouw eruit hebben gezien als de ontwikkelingen in de luchtvaartsector net zo’n hoge vlucht hadden genomen als de computerindustrie. In 1965 voorspelde Gordon Moore, één van de oprichters van chipfabrikant Intel, dat het aantal transistors (de logische schakelingen die de rekeneenheden vormen van computers) in een geïntegreerde schakeling elke
twee jaar zou verdubbelen dankzij technologische vooruitgang. Deze ‘Wet van Moore’, die eigenlijk meer een soort selffulfilling prophecy is aangezien hij computerfabrikanten aanspoort om het onderste uit de kan te halen, heeft ervoor gezorgd dat een mobiele telefoon vandaag de dag meer rekencapaciteit heeft dan de computer aan boord van het Apollo-ruimtevaarttuig dat in de jaren zestig werd ontwikkeld, toen de voorspelling werd gedaan. De Wet van Moore gaat al bijna veertig jaar op. Maar het einde lijkt in zicht. Computerfabrikanten en wetenschappers maken zich zorgen. Volgens de schrijvers van het rapport ‘The future of computing, game over or next level?’ (2010) gaat de wet eigenlijk al jaren niet
meer echt op. “De prestaties van processors groeit nog slechts marginaal”, zo valt te lezen in het rapport dat geschreven is door een grote groep onderzoekers afkomstig uit de computerindustrie en van universiteiten als Standford University en de University of California. Volgens hen heeft de afvlakking van de groeicurve zich al in 2004 ingezet. Economische rampspoed dreigt als er niet snel een oplossing komt. Het almaar verder verkleinen van transistors was decennia lang het adagium. Kleinere transistors maken snellere chips, aangezien elektriciteit maar heel korte afstanden hoeft af te leggen door deze schakelingen. Tegenwoordig zijn transistors slechts 22 nanometer groot (een nanometer is een miljoenste mil-
Tekst: Tomas van DIjk Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
19
TU Delft
+delete Van links naar rechts: Hewlett-Packard 9100, Commodore PET, Apple IIc en de iMac. Een klein vermogen kostte hij. Voor de Hewlett-Packard 9100 moest in 1968 een slordige vijfduizend dollar neergeteld worden (gecorrigeerd voor inflatie komt dit neer op zo’n 33 duizend huidige dollars). Volgens sommigen is dit de eerste desktop computer. HP zelf noemde het apparaat overigens een rekenmachine. Leuk om pong mee te spelen. Zo zullen veel lezers zich de Commodore computers herinneren. De Commodore PET (Personal Electronic Transactor) met 8 bit RAM geheugen kwam in 1977 op de markt, ongeveer gelijk met de Apple II. De pc’s
limeter). Maar we zijn op een punt beland waarop het silicium, het halfgeleidermateriaal waarin de transistors zijn geëtst, zich minder gunstig gaat gedragen. Zo begint de miniaturisering onder meer voor thermodynamische problemen te zorgen; de transistors warmen teveel op. Om de vaart erin te houden, verschijnen computers nu met meerdere processors. Maar niet alle software draait daar even goed op. Het ontwikkelen van software die efficiënt draait op talloze processors tegelijk is al helemaal een lastige opgave, stellen de auteurs.
The usual suspects Andere materialen, andere technieken; daar aast iedereen op. Daar ging ook het sympo-
veroverden de huiskamers. In 1984 kwam Apple met iets nieuws; de Apple IIc was de eerste compacte computer van dit bedrijf. Hij had 128 kB aan RAM geheugen. Dat was al een hele verbetering ten opzichte van de Commodore en de AppleII, maar niets vergeleken met een moderne computer zoals de iMac met 32GB aan geheugen en 768GB flashgeheugen. Met dank aan Eric Winkel, een van de beheerders van de studieverzameling in de kelder bij EWI, waar het erfgoed van de elektrotechniek, computertechniek en telecommunicatie opgeslagen ligt. Zie hiervoor ook het artikel ‘De rekwisieten van EWI’ in Delta van 15 juni 2011.
sium met de naam – jawel - ‘The future of computing’ over die studievereniging Electrotechnische Vereeniging (EWI) in november hield. The usual suspects passeerden de revue; koolstof als alternatief voor silicium, rekenen met fotonen in plaats van elektronen, en natuurlijk de quantumcomputer waar ook Delftse onderzoekers aan werken. Koolstof lijkt vooralsnog de beste papieren te hebben om op relatief korte termijn soelaas te
bieden. Zo probeert IBM schakelingen te maken van grafeen, laagjes koolstof van slechts één atoom dik, waarin de atomen een soort honingraatstructuur vormen. Het bijzondere van dit materiaal is dat elektronen zich hierin gedragen als (relativistische) deeltjes, die met een constante snelheid voortbewegen (zie ook het artikel ‘Een materiaal van superlatieven’ in Delta van 12 juni 2012). >>
Kies exact de juiste golflengte en de fotonen zwepen de elektronen op zoals wind golven creëert op zee
20
Delta
TU Delft
De eerste echte supercomputers dateren uit de jaren zestig. De CDC 6600 uit 1964 van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Lawrence Livermore National Laboratory vulde een hele ruimte en behaalde een rekensnelheid van 3 megaFLOPS (Floating-point Operations Per Second). Ongekend snel voor die tijd. Een chip in een simpele pc haalt nu rekensnelheden die duizenden malen hoger liggen. (Foto: H. Armstrong Roberts)
Bovendien worden elektronen in grafeen maar weinig verstrooid, waardoor de beweeglijkheid van de elektronen tweehonderd keer hoger is dan in silicium. Voor elektronische componenten van grafeen belooft dat snelle en ultradunne elektronica met geringe warmteontwikkeling. Maar er is een probleem. Grafeen is geen halfgeleider. Althans, niet bij kamertemperatuur. Het gedraagt zich dan metallisch. Silicium is wel een halfgeleider. Normaal laat silicium geen elektronen door, maar zet er een klein voltage op en het materiaal geleidt juist uitstekend. Dat maakt het zo geschikt om er transistors van te maken; schakelingetjes die continu (miljarden malen per seconde) aan en uit moeten gaan. Door grafeen op te knippen in extreem dunne strookjes van zo’n tien nanometer breed, gaat het materiaal zich wel als een halfgeleider gedragen. Maar dat leidt tot rafelige randen, randen die zo beschadigd zijn dat er nauwelijks functionele transistors mee te maken valt.
‘IBM is crazy’ Grafeenexpert prof. Andrea Ferrari van de universiteit van Cambridge, die vorige maand spreker was op de conferentie, vindt het van
de zotte wat IBM probeert te doen. “Dat grafeen de computer van de toekomst zou opleveren, is wishfull thinking”, zei hij. “Je kunt grafeen niet aan- en uitschakelen, tenzij je er strookjes van maakt, maar dan maak je gelijk alles stuk. Wat IBM doet is crazy.” Ferrari was ook zeer kritisch over het streven van IBM om chips te maken met transistors van koolstof nanobuisjes. Eind oktober schreven onderzoekers van IBM in het blad ‘Nature Nanotechnology’ dat ze erin geslaagd waren om een chip te maken met tienduizend transistors gemaakt van koolstof nanobuisjes. Tienduizend transistors zijn bij lange na niet genoeg – een silicium chip van een vierkante centimeter bevat al gauw een miljard schakelingen – maar toch, het is een aardig begin. Een koolstof nanobuisje bestaat net als grafeen uit een enkele laag koolstof, maar dan opgerold in een koker. Sommige van die buisjes gedragen zich als hafgeleiders. Bijkomend voordeel is dat ze een handige moleculaire structuur hebben om transistors van te bouwen. Volgens IBM kan het bedrijf nog enkele chipgeneraties voort met silicium, door de schakelingen verder te verkleinen, maar dan is de rek er wel uit. Door vervolgens over te stappen
Andere materialen, andere technieken; daar aast iedereen op
In de jaren 90 nam het superrekenen een grote vlucht. He gen duizenden processors in de machines stoppen. Comp De Amerikaan William Daniel Hillis, hier op de foto, was aan het parallel rekenen. (Fotograaf onbekend)
op koolstof nanobuisjes, kan het bedrijf chips maken die nog eens vijf à tien maal krachtiger zijn dan de beste silicium chips, zo schrijft IBM in een persbericht. Maar één van de grote problemen met koolstof nanobuisjes, die Ferrari aanstipte, is dat bij de fabricage ervan zowel buisjes gemaakt worden die zich als halfgeleider gedragen, als buisjes die zich metallisch gedragen. Het is een grote wirwar. IBM moet ervoor zorgen dat de mengsels zuiverder worden, vindt hij. De rest van Ferrari’s toespraak, driekwart van zijn speech, ging over heel andere onderwerpen dan computers. Zo had hij het bijvoorbeeld uitvoerig over het coaten van flessen met een materiaal dat erg lijkt op grafeen, waardoor bier er lang houdbaar in blijft.
Rekenen met licht Het verhogen van de rekensnelheid met een factor tien is mooi meegenomen, maar het is niets vergeleken met de snelheid die je haalt als je zou rekenen met licht. Over dit onderwerp kwam natuurkundige prof. Anatoly Zayats van King’s College London spreken. Zou je chips voeden met fotonen in plaats van elektronen, dan krijg je een wel duizend maal hogere rekencapaciteit. Fotonen reizen veel sneller dan elektronen, en dat zonder de chips enorm op te warmen. Maar zie maar eens een schakelaar te maken die werkt met fotonen. Lichtdeeltjes hebben geen lading en kunnen dus niet aangestuurd worden met een elektrisch veld zoals elektronen. En fotonen reageren normaal gesproken ook niet op elkaar.
et parallel rekenen raakte in zwang. Fabrikanten ginputers haalden snelheden van honderden gigaFLOPS. een van de onderzoekers die een bijdrage leverden
Supercomputers halen nu snelheden van PetaFLOPS. Peta staat voor een biljard; een 1 met vijftien nullen er achter. Ze worden gebruikt om onderzoek te doen naar ingewikkelde natuurfenomenen zoals kwantummechanica of het klimaat. Of zoals hier bij het Los Alamos National Laboratory in de VS om het middelpunt van het melkwegstelsel te simuleren. (Foto: Los Alamos National Laboratory)
‘Dat grafeen de computer van de toekomst zou opleveren, is wishfull thinking. Je kunt grafeen niet aan- en uitschakelen. Tenzij je er strookjes van maakt, maar dan maak je gelijk alles stuk’ Je kunt dus moeilijk een bundel fotonen aansturen met een andere lichtbundel. Zayats en zijn collega’s werken aan een slimme truc. Ze zorgen ervoor dat hun fotonen een bijzondere interactie aangaan met vrije elektronen, die rondzwerven op de grenslaag tussen een geleidend en een niet-geleidend materiaal. Kies exact de juiste golflengte en de fotonen zwepen de elektronen op zoals wind golven creëert op zee. De elektronrimpelingen die zo ontstaan, worden plasmonen genoemd. De plasmonen zenden op hun beurt ook weer licht uit. En dat licht kan aangestuurd worden door met de golflengte en intensiteit van de oorspronkelijke bundel te spelen. De groep van Zayats werkt aan minuscule lichtbronnen die op termijn in chips geïntegreerd kunnen worden, aan lichtpaden waarlangs de plasmonen zich kunnen voortbewegen en aan nanodetectoren die het licht van de plasmonen oppikken. Minstens even spectaculair klinkt het werk van dr. Ronald Hanson van het Kavli Instituut voor Nanowetenschappen. Vorig jaar slaagde
zijn groep erin om vier quantumbits in diamand naar wens te tollen, flippen en met elkaar te verstrengelen. Hanson vertelde dat een quantumcomputer volgens hem zeker het licht zal zien. Hoe die computer er uit zal zien, vindt hij lastig te zeggen.
Bouwsteentjes Een heel scala aan mogelijke bouwsteentjes voor de quantumcomputer is door de jaren heen de revue gepasseerd, van supergeleidende ringetjes, koolstof nanobuisjes, tot atomen die in een laserstraal opgesloten zitten. Door hun kneedbare quantumtoestanden, zoals spin, spanning, stroomrichting of polarisatie, kunnen deze deeltjes als informatiedragers (bits) dienen; bits met buitengewone eigenschappen. Een ‘quantumbit’ hoeft niet te kiezen tussen twee toestanden, zoals de transistortjes van onze huidige computers met hun nullen en enen. De quantumbit kan allerlei toestanden tegelijk aannemen en dat maakt het in theorie mogelijk dat bepaalde berekeningen heel snel uitgevoerd kunnen worden. Quantumtoestanden zijn moeilijk te meten,
onder meer doordat ze overstemd worden door ruis uit de omgeving, zoals naburige atomen die ook allemaal trillen en draaien. Het meeste onderzoek naar quantumverschijnselen vindt daarom plaats bij extreem lage temperatuur. Maar een computer die vlak boven het absolute nulpunt moet functioneren, is niet erg praktisch. In diamant blijken quantumbits echter heel stabiel. Hanson en zijn collega’s werken al jaren aan quantumbits in diamanten chips. Sommige experimenten doen ze gewoon bij kamertemperatuur. Vorig jaar slaagden de onderzoekers erin om een ‘miniquantumcomputer’ – een computer bestaande uit vier quantumbits – zeer nauwkeurig uit te lezen (zie: ‘Quantum calculations in diamonds’ in Delta van 28 september 2011). Dit was misschien wel een belangrijke opmaat naar de werkelijke quantumcomputer, een computer die er volgens Hanson over vijftig jaar toch wel moet zijn. Voor de goede orde: als de Wet van Moore tot die tijd, op wat voor manier dan ook - met nanobuisjes, grafeen of fotonen - stand weet te houden, dan moet die quantumcomputer miljoenen malen krachtiger zijn dan onze huidige computers. <<
22
Delta
TU Delft
Wetenschap onder de kerstboom Boek op schoot en de verwarming op 22. Geen betere tijd om eens lekker bij te lezen dan de kerstvakantie.
Mathematisch Manhattan Een educatieve strip over wiskunde in New York zal voor TU-studenten onder niveau zijn. Maar hij is geknipt als kerstcadeau voor slimme nichtjes en neefjes. Het boek ‘Nummers in New York’ van Delta-tekenaar Stephan Timmers is bedoeld voor de eerste klassen van de middelbare school. De combinatie van een stripverhaal en rekenoefeningen moet leerlingen plezier in wiskunde bijbrengen. In de strip zwerven drie jongeren (keurig zwart, blank en Chinees) door Manhattan. Daar duikt wiskunde op in de vorm van onder meer cijferraadsels die uiteindelijk driedimensionaal locaties blijken weer te geven in het stratenstelsel, en de hoogte van de verdieping als coördinatenstelsel. Tekenen kan Stephan als de beste en hij leeft zich uit in spectaculaire perspectiefbeelden van de geplaagde metropool. Het verhaal is tamelijk braaf en doet wat gestuurd aan, maar dat is geen uitzondering bij educatief materiaal. Om het compleet te maken levert Timmers’ bedrijfje Total Shot Productions er een docentenhandleiding bij. (JW)
Stephan Timmers, ‘Nummers in New York’, 17 + 7 + 4 blz., gratis te downloaden via www.totalshot.nl.
23
Samen digitaal is ook best gezellig
Een ongelooflijke jongensdroom
Om er maar weer eens een stokpaardje tegenaan te gooien: de ontwikkeling van digitale communicatie leidt tot sociale verarming. Jammer dat MIT-expert Sherry Turkle daarmee de plank volledig misslaat.
Kunstenaar Joost Conijn bouwde zijn eigen vliegtuig en vloog ermee over Afrika. Onlangs verscheen zijn verslag van dat avontuur in ‘Piloot van goed en kwaad’.
Soms stuur ik liever een tekstberichtje dan dat ik bel. Geen zin meer in persoonlijk contact? Verschuil ik me achter m’n smartphone? Nee, dat is te simpel gedacht. Het telefoongesprek en het sms-berichtje gebruik ik beide om te chatten of voor een ‘echt’ gesprek. Sherry Turkle, een MIT-expert op het gebied van digitale communicatie, mens en samenleving, schrijft hierover in ‘Alone together: why we expect more from technology and less from each other’. Het eerste deel van het boek het bestaat uit twee delen - is onderhoudend. Ze schetst de trend van digitalisering van intermenselijk contact aan de hand van onze eerste digitale vriendjes. Wie kent Furby nog? Of Tamagotchi? Ze schrijft over – vooral - jongeren die verslaafd zijn aan Facebook en smartphones (‘I’ll die without Facebook!’). Over humanoids en onze onhandige interactie ermee omdat ze teveel op ons lijken. Om nog maar te zwijgen van Japanse acteurs/robots die je kunt inhuren om jou te spelen bij je oude moeder. We willen alles kunnen, overal iets van vinden en overal zijn. Van multi-tasking naar multi-living, zo stelt Turkle. ‘We fear the risks and the disappointments of relationships with our fellow humans’, schrijft ze. Maar ik ben niet bang voor een relationele teleurstelling als ik een sms’je stuur. De behoefte aan contact met
anderen begint juist weer te jeuken door sprongen in mediatechniek. De massaconsumptie van tv wakkerde eenzelfde angst aan, maar die bleek ook ongegrond. James Gleick, schrijft daar uitvoerig over in zijn boek Informatie. Ronduit jammer is het dan ook dat de Amerikaanse hoogleraar in het tweede deel van haar boek de interactie tussen mens en (media)techniek alleen maar beschouwt vanuit het negatieve en normatieve idee dat mensen sociaal armer worden van iedere digitale (r)evolutie. Juist van Turkle zou je een genuanceerder, meer spiegelende beschouwing verwachten. ‘The network is seductive. But if we are always on, we may deny ourselves the rewards of solitude’, schrijft ze. Maar vinden wij solitude nog steeds even waardevol? We zijn niet louter en alleen een willoos slachtoffer van techniek. Dat gaat ook niet op voor het mediagebruik van jongeren waarover Turkle zo negatief is. Echt vervelend wordt het in haar epiloog, waarin Turkle vertelt dat ze tijdens het opruimen de brieven tegenkwam die zij naar haar moeder schreef toen ze nog studeerde. ‘Ik schreef één keer en mams twee keer per week’. Turkle’s dochter Rebecca skypet nu met haar moeder, en tijdens één van de sessies vraagt ze aan haar dochter of ze haar moeder niet een brief wil schrijven. Een perspectiefloos klef einde van een boek dat zo sterk begon aan een interessant thema. (MvdS)
Sherry Turkle, ‘Alone together. Why we expect more from technology and less from each other’, hard cover, 360 blz. Basic Books, New York, 28,95 USD, ISBN 978-0-465-01021-9.
Ooit begon vliegen als vrijheid, om vanaf het eind van de twintigste eeuw langzamerhand in het tegendeel te veranderen. Nu staan luchthavens in het teken van vernederende controles, lange wachtrijen en veel geld betalen voor een beetje water dat eerder is afgepakt. Met een ontwapenende jongensachtigheid herontdekt de veelzijdige kunstenaar Joost Conijn (Amsterdam, 1971) de vrijheid van het vliegen. Voor duizend euro haalt hij in Tsjechië in tien dagen tijd zijn vliegbrevet (zonder theorie, want dat was er niet in het Engels) en daarna begint hij met de bouw van zijn vliegtuig van buizen, hout en aluminium. Het driehonderd kilo lichte toestel waarmee hij uiteindelijk in 2010 naar Afrika vliegt, de OK NUL 43, is zijn derde poging. Een eerdere crasht hij in Tsjechië. In Spanje krijgt hij het advies om como piratas te vliegen, omdat een deugdelijk vluchtplan ontbreekt: geen radiocontact en transponder af. Maar in Marokko gaat dat niet zo eenvoudig. Daar eist men de code van een emergency location transmitter (ELT), die volgens de nieuwste voorschriften vereist is. Na overleg met thuis verzint Conijn een vijftiencijferige code en iedereen is weer tevreden. Zolang je maar afstand houdt van het koninklijk paleis, anders zit je jaren vast. Conijn leert Afrika aanvankelijk kennen als een continent waar niks werkt, maar waar mensen altijd bereid zijn hem te helpen. Voedsel en onderdak krijgt hij als vanzelf. Politieagenten en militairen bewonderen en bewaken zijn vliegtuig terwijl Conijn in een taxi naar het dorp gereden wordt: “Do you like women? You can have my sister. I can drive you there.” Voorbij Tsjaad, in Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek, wordt de sfeer grimmiger. De burgeroorlogen maken de militairen argwanend: is het een gek of een spion die daar uit de lucht komt vallen? Als hij zijn
eigen toestel heeft gebouwd kan hij niet gek zijn. En zo belandt Conijn in een stinkende Oegandese cel. De geest van Idi Amin waart hier nog rond, merkt hij. Pas halverwege het boek vertelt Conijn iets over de bouw van zijn ranke vliegtuigje. ‘Ik heb de stoel in mijn werkplaats gezet en het vliegtuig eromheen gebouwd.’ Want die stoel moest comfortabel, licht en sterk zijn. De buizenconstructie met lappen ertussen diende immers zes maal zijn gewicht kunnen dragen. Conijn heeft zijn angsten overwonnen en de tocht gemaakt waarvan hij droomde. Het ongelofelijke avontuur, dat Tommy Wieringa inspireerde tot zijn roman ‘Joe Speedboot’, is een goed geschreven jongensboek met veel prachtige foto’s zonder welke je het verhaal moeilijk zou geloven. Ik heb maar één bezwaar: het verhaal eindigt heel plots met de landing in Nairobi. Punt. (JW)
Joost Conijn, ‘Piloot van goed en kwaad’, 207 blz. tekst met kleurenfoto’s, Bezige Bij, Amsterdam 2012, € 19,90.
24
Delta
Wetenschappelijke bijsluiter voor politici Geven kleinere klassen betere leerprestaties? Helpt rekeningrijden tegen files? Het zijn vragen waarop politici stellige antwoorden poneren, maar wat zegt de wetenschap ervan? Bram Vermeer en andere wetenschapsjournalisten gaan op zoek naar de harde feiten. Vermeer en zijn collega’s stellen goede vragen. Voorbeeldje: kelderen de huizenprijzen als de hypotheekrenteaftrek verdwijnt? Het probleem is alleen dat er op veel van hun vragen geen eenduidig antwoord is. Bij de huizenmarkt hangt het er bijvoorbeeld maar net vanaf hóe de hypotheekrenteaftrek zou verdwijnen. En ook dan zijn er nog allerlei scenario’s mogelijk. Het boek ‘Wetenschap is ook maar een mening’ schetst een genuanceerd beeld, maar daardoor eindigen negen van de vijfentwintig stellingen als onbeslist: de wetenschap weet het gewoon niet. De auteurs maakten een test om te kijken of politici de feiten kenden toen ze beslissingen namen. Dat viel tegen. Wetenschappers achten het bijvoor-
uiteindelijk voor de tolheffing. Maar de burgemeester was politiek zo beschadigd geraakt door de invoering, dat ze al
Wetenschappers achten het bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat kleine klassen het onderwijs verbeteren beeld onwaarschijnlijk dat kleine klassen het onderwijs verbeteren. Maar de meerderheid van de politici denkt van wel en pleit dus voor kleinere klassen. De vraag is of politici überhaupt op die harde feiten zitten te wachten. Tekenend is de anekdote aan het eind van het hoofdstuk over rekeningrijden, waarvan wetenschappelijk bewezen is dat het helpt tegen files. ‘Toen de burgemeester van Stockholm in 2007 een tolheffing wilde invoeren, stuitte ze op massaal protest. Ze was er zó van overtuigd dat het zou werken, dat ze een proefperiode en een referendum afsprak. De woedende automobilisten bedaarden toen ze merkten dat de files oplosten en stemden
voor het referendum was afgetreden.’ Dus als je als politicus de feiten kent en een maatregel invoert die bewezen werkt, dan kan dat je toch je carrière kosten. ‘Wetenschap is ook maar een mening’ is een razend interessant, maar vooral somber stemmend boek. (IS)
Bram Vermeer e.a., ‘Wetenschap is ook maar een mening’, Uitgeverij Oostenwind, € 15, ISBN 97894-91481-01-7.
TU Delft
Hunger for land Chinese, oil sheiks, multinationals - yes, even conservationists are doing it: buying land from unknowing people for their own purposes. These days, land isn’t fought over anymore – it is simply sold. This is the kind of book that makes you wonder: why haven’t I heard of this before? Well, the truth may be quite simple, because no news agency bothers to send out its troops all over the world to report on it. Fred Pearce is very much his own man and courageous enough to travel through Nigeria, Paraguay and Papua New Guinea to traditionally report what he encounters. The thing is this: you might think we are in crisis and all short of cash. That’s because you’re in Europe. Elsewhere, there is lots and lots of money sloshing around in search of a profitable destination. And as investors are avid newspaper readers, they know the world population is on the rise, wealth is improving and thus the appetite of people in emerging economies is changing and increasing. And they have read about the European targets on biofuels, resulting in a steady and increasing demand. What it boils down to is: hunger for land – be it for agriculture, cattle or biofuel. And so oil sheiks buy up land in Africa, South-America or Cambodia. As do Russian oligarchs, Chinese investors, western pension funds and agribusiness multinationals. What typically happens is that the investor strikes a deal with someone in the office who sells or leases the property to which he usually has no rights. It is often unclaimed land on which nomads live, people herding their cows in the traditional African way, or people who pass by with the seasons. The land is then cleared, with an interesting bonus from the timber sales, burnt clean and prepared for whatever crop they have in mind. Often it is palm oil, but it may be anything from rubber to bananas. People who used to pass over the land are held back. Migrating with the seasons no longer an option, they often succumb
to a boring, badly-paid job on the plantation. This may go on for years, but eventually something usually goes awry: people start to rebel, crops are less fruitful than expected, the ground water gets depleted or the local mill cannot be filled to capacity. The end of story is often that the investor pulls out, taking his loss. But the largest loss in terms of forest, wildlife, culture, and quality of life is for those who remain. Such is the refrain of ‘The Land Grabbers’, a shocking book that shows in detail how global capitalism has reached the ends of the earth and almost always unhinges the life it meets there. (JW)
Fred Pearce, ‘The Land Grabbers’, hard cover, 236 pages, Beacon Press, Boston, 2012, € 25.
25
media
Kutbaantje
Brainsnacks ‘Elke dag een brainsnack’. Dat klinkt zelfs lekker als je géén wetenschappelijke opleiding volgt. Wist je dat de angst voor aan je gehemelte plakkende pindakaas ‘arachibutyrofobie’ heet? En dat je met ‘grafofobie’ bang bent om te schrijven? En dat als je in het vliegtuig in de lucht springt, je tijdens je sprong in dezelfde snelheid vooruit raast als het vliegtuig en dus op dezelfde plek weer neerkomt – mits het vliegtuig op een constante snelheid vliegt? Zomaar wat weetjes uit de app Knowhow, een soort wetenschappelijke scheurkalender voor op je iPhone. Doldwaze wiskundige berekeningen hoef je er niet te verwachten, wél heel veel gekke wetenswaardigheden – en dat maakt de app des te leuker: hij is vermakelijk voor alfa’s en bèta’s, volwassenen én kinderen. Ben je een paar dagen vergeten bij te blijven? Geen probleem, de app laat je een week terug scrollen in de weetjes. Je kunt ze bovendien liken op Facebook, of dagelijks automatisch delen. Weer eens iets anders dan de dagelijkse onbenulligheden over hoeveel bier je al achter je kiezen hebt en foto’s van de zoveelste stapsessie – en de mensheid steekt er nog wat van op ook. Downloaden. (JB)
Know how Ontwikkelaar Sanoma Media Platform iPhone, iPod Touch en iPad
Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening
Apps
Kerstvakantie. En daar zit je dan, in Keulen, Brussel of Hawaï. Waar ga je dan heen om te shoppen? Of te eten? Wat kun je beleven in de omgeving? Vraag het een local. Beloofde Lonely Planet ooit buiten de gebaande paden te treden (waarop iedereen Lonely Planets paden betrad en alsnog en masse in dezelfde hostel zat); nieuwe media maken het nu meer dan ooit mogelijk écht op dat ene, speciale plekje te komen dat bijna niemand kent. Of juist dé hotspot te vinden van het moment, en niet van het moment dat je reisgids gedrukt werd. De app die je daarvoor moet downloaden: Asknative. Hij werkt op basis van je locatiegegevens. Het enige wat jij hoeft te doen is je vraag intypen (log in met Twitter) en wachten tot iemand uit de omgeving antwoordt. Die omgeving is zo ruim als de wereld: laat je locatiegegevens even achterwege en je leest mee met tips uit Nieuw-Zeeland, Canada, Maui en Egypte. Maar ook wie op zoek is naar een gps-route voor een mountainbike-rit ergens in Nederland kan terecht op Asknative. Oké, tot het ter perse gaan van dit blad nog geen reactie te bekennen, maar we weten alvast wél waar we fietsen kunnen huren in Changmai, Thailand en waar je fantastisch kunt eten in Northampton. Komt vast ook weleens van pas. Tot die tijd hopen dat meer mensen de app weten te vinden. (JB)
Ask native Ontwikkelaar Abdelmoniem Ragab platform iPhone, iPod Touch en iPad
Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj
Robbert Fokkink
columnrobbertfokkink
Tips van kenners
Ik schrijf deze column bijtend op een stapel nakijkwerk van vierhonderd tentamens. Daarnaast moet ik een zelfstudie schrijven, drukproeven inleveren voor een boek over speltheorie, de laatste hand leggen aan de organisatie van een workshop in het Lorentz Centrum, en het werk controleren van een briljante afstudeerder die een fundamenteel probleem heeft opgelost. Een universitair medewerker is eerder een Unox-medewerker: de dag is goed gevuld. Als je op de werkvloer al handen tekort komt, hoe erg moet het dan wel niet zijn aan de top? Leiding geven aan een technologisch geavanceerde instelling is alleen weggelegd voor creatieve multi-taskers. Neem David Petraeus, hoofd van de grootste internationale veiligheidsdienst ter wereld. Hij slaagde erin om naast zijn werk ook nog eens twee maîtresses te bedienen. Cadeautje kopen (that is so lovely, honey), viagra scoren (de man is zestig), romantisch etentje bij kaarslicht (kom je niet onderuit) en dan, na een lange dag, eindelijk incasseren (was it good for you, honey?). Hoe doet zo’n man dat? Hoofd CIA, kennelijk een kutbaantje. Captains of industry rijgen moeiteloos de nevenfuncties aaneen. Eelco Brinkman is een bekende verzamelaar. Wim Kok. Ad Scheepbouwer. Hans Wijers stopte bij Akzo en ging het rustig aan doen. Hij is nu commissaris bij het Concertgebouw, Ajax, Shell en de Universiteit Groningen. Bovendien zit hij aan de ronde tafel voor Europese Industrialisten, in de jonge pianistenvereniging en staat hij aan het hoofd van Natuurmonumenten. Rustig aan doen. Kennelijk een hele rits kutbaantjes. Ook Delftse topmannen kunnen er wat van. Onze cvb-voorzitter is commissaris bij Ziggo en voorzitter opdrachtgeversoverleg Zuidas. In de vrije tijd zijn er hobby’s: fotografie, geschiedenis, paardrijden, zeilen en … computertechniek. Na een weekendje uitwaaien ter land en ter zee klungelt Dirk Jan nog wat met de moederborden. Op welke geniale wijze wringt onze man zich door het ruimte-tijd-continuüm? Terwijl ik, doorkneed als ik ben in studiesucces, nadenk over de geschikte meerkeuzevorm voor deze nijpende vraag, buig ik mij over de volgende pagina correctiewerk.
26
Advertenties
uitgelicht december ma 17 Kerst met St. John’s 20.00 uur - Het wereldberoemde St John’s College Choir uit Cambridge, één van Engelands meest vermaarde koren treedt op in de Maria van Jessekerk, Burgwal 20, Delft. Engeland is het land van de tradities. De twee overgebleven jongenskoren uit Cambridge, die van King’s en van St John’s worden gezien als de beste jongenskoren ter wereld. Het koor bestaat vanaf 1670 en zingt voor de hoge stemmen nog altijd met jongens. Voor meer informatie en kaarten zie kerstmetstjohns.nl.
di 18 Belgische Bieren Borrel 20.00 uur - De Belgische Bieren Borrel van VSV ‘Leonardo da Vinci’ zal vanavond gehouden worden in de societeit van de Delftsche Studenten Bond. Kaarten zijn verkrijgbaar bij de VSV. www.vsv.tudelft.nl
ma 24 International Student Church 19.00-22.00 hrs - We are happy to invite you, and especially international students, for the Christmas midnight service at Voorstraat 60, Delft. The service will start with a meal and coffee
and tea. Everybody is welcome to bring friends. International Student Church Delft. www.iscnetherlands.nl
zo 6 TOP Delft 15.30 uur – De jaarlijkse Driekoningenlezing van Delft Design wordt dit jaar gehouden door vermaard hoogleraar volkshuisvesting professor Priemus. De lezing vindt plaats in Kadmium, Koornmarkt 48F, Delft. De inloop is om 15.00 uur en na afloop is er een nieuwjaarsborrel.
vr 11 Dies Natalis TU Delft 15.00 uur - De 171e Dies Natalis vindt plaats in het Aula Congrescentrum en staat in het thema van gezondheid. De speeches worden in het Nederlands gegeven. Headsets voor simultaanvertaling zijn verkrijgbaar bij de ingang van het Auditorium. U wordt vriendelijk verzocht om uiterlijk 14.45 uur uw plaats te hebben ingenomen. Aanmelden kan op www.tudelft.nl (zoekterm: dies natalis).
mededelingen Cursussen Cursus Chinees WM-ITAV-2011 & WM-ITAV-2012 Deze cursus start in het tweede semester. Het is mogelijk voor honours studenten om binnen het honours programma een cursus Chinees te volgen, de toestemming is ter beslissing van de onderwijscommissie van het honours programma van de faculteit waaraan men is ingeschreven. WM-ITAV-2011 vindt plaats op maandagavond, 18.00 uur, WM-ITAV-2012 op maandagmiddag 15.45 uur. Meer informatie over de cursus is te vinden op http://www.tbm.tudelft. nl/over-faculteit/afdelingen/ stafafdelingen/itav/onderwijs/ vreemde-talen/chinees/.
Algemeen Prof. Kooy-prijs 2013 Het Prof. Kooy fonds van de afdeling Defensie en Veiligheid van Kivi Niria kent jaarlijks een prijs toe aan de beste afstudeerder in Defensie en Veiligheidstechnologie. Voordrachten kunnen tot en met 31 december 2012 worden ingediend via
[email protected]. Het volgende dient minimaal opgestuurd te worden:
de volledige afstudeerscriptie; het CV van de afstudeerder; naam, functie en adresgegevens van de afstudeerdocent; en motivatie of ondersteuning van de voordracht door de aftstudeerdocent. www.kiviniria.nl/dv Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft.nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsda-
gen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail:
[email protected]; careercentre@ tudelft.nl; jn
[email protected]. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl. Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie.nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of
telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via
[email protected] of telefonisch een afspraak maken via 015-2785235.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek ‘Aankondigingen’ in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail:
[email protected]. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Delta
27
TU Delft 2012
announcements Student and Career Support The psychologists and the central student and careers counsellors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-2788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen.tudelft. nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft. nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.30-12.30 hrs. Open office hours of the student counsellors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counsellors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.
tedxdelftsalon_advertentiedelta20121219.indd 1
nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie. tudelft.nl. International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email:
[email protected] or by phone: 015-2788012. International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.
Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.0017.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to studiumgenerale@ tudelft.nl or call 015-2785235 to make an appointment.
Het best bewaarde supermarktgeheim Biologische kip 930 gram
Plofkip 2.350 gram
95% van alle kip in de supermarkt is plofkip. Zo’n dier kan soms nauwelijks meer lopen.
www.wakkerdier.nl
19-11-12 16:54
28
Advertenties
TU Delta App. Download ‘m. Delta Magazine. Lees ‘m. Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van de TU Delft? Download de gratis app in de appstore (TU Delta). Of lees ons vernieuwde Delta magazine, dat éénmaal per twee weken verschijnt of meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op www. delta.tudelft.nl/ colofon.
morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen
TU Delta
TU Delta
De beste oplossing voor een mooie en gezonde wereld? Daar zet Natuur & Milieu zich al 40 jaar met hart en ziel voor in.
Maak het verschil met een jubileumgift natuurenmilieu.nl/40jaar
Voor advertenties bel met:
Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected] Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
Delta
29
TU Delft
Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English! For many international students, Christmas break is an extended period of time to travel and discover Europe.
international pages
A well earned break With the Christmas break just around the corner, many international students are finalizing their holiday plans. For some, this means organising trips back home to see family and friends while for others, it is an opportunity to travel. Still others find themselves taking advantage of the break to catch up on work, search for a job or improve their Dutch. For many international students, Christmas break is an extended period of time to travel and discover Europe. For some, returning home is not feasible, as it is too far or too expensive. Rishab Naidu, a first year Master’s student from India is heading on a road trip through Eastern Europe with couple of his classmates and friends. He’s planning to visit Prague, Budapest and Vienna among others. Anurag Bhattacharya, also from India, always uses the opportunity of the Christmas holiday to travel. He recommends Berlin, Paris or Belgium as plausible last minute winter destinations. “With air tickets becoming more and more
expensive due to the high demand, one can turn to buses, trains or cars as other options to travel to preferred destinations.” Many students from nearby countries often return home for extended visits but not Anna Marcassoli, a Master’s student from Italy. “Christmas time is usually family time, but this year I am planning a ski trip with friends.” Matas Ubarevicius, from Lithuania, has a more hectic schedule. He’s headed to see family. ”I will be driving between many cities over a period of three weeks, visiting friends, parents, grandparents, sister and my wife’s parents.” Students who don’t celebrate Christmas often use the break as an opportunity to get head before the next semester. Fei Cui, originally from China and a recent graduate of TU, will be staying in the Netherlands this holiday season. “I don’t have plans to travel anywhere. I would probably brush up my Dutch language as I continue my search for jobs.” Regardless of their plans, the stu-
dents of TU deserve a break and will hopefully fit some relaxation in between their travels and studies.
This project gives international students a chance to share something of their homes
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide
No pizza place They may not find the best pizzas in Delft, but for Italian students Riccardo Petrocco and Francesco Petillo, life here has its advantages. Petrocco, who is doing his PhD in parallel distributed systems, moved to the Netherlands from Rome, six years ago for his MSc. Petillo, originally from Naples, started his Msc in maritime technology three months ago. What drew you to Delft? Petrocco: “Things are definitely easier here, in terms of living and studying. In Italy the competition is far more intense but the end result is often not worth it.“ Petillo: “In Italy, academia can be boring. I wanted to try a different approach and really liked the way the courses are structured here, with more focus on application rather than theory.“ What is the best part about pursuing a degree at TU Delft? Petrocco: “Research departments in Italy are good, but they’re closed off from the industry. Here there’s a lot of networking and researchers get involved with companies. Companies also provide funding, which encourages more exchange of ideas.“ Petillo: “Professors and courses are upto-date with the latest research in their respective fields. This way, when we
step out of university, we’re not at bay with the present developments.“ Tell us a little bit about your interests outside the classroom. Petrocco: “Most of my interests take me out of the Netherlands. I enjoy rock climbing, photography and riding bikes. Usually, I go to Germany to bike and get on the autobahns. One of my hobbies is restoring old bikes - I have five motorcycles at the moment.“ Petillo: “I’m taking a couple of English courses, but that’s about it. I’m a very lazy person, so riding my cycle is enough sport for me.“ Given how popular Italian food is all over the world, is it tough to find a good selection in Delft? Petrocco: “I never eat Italian food at restaurants outside Italy. There may be brands such as Dominos everywhere in the world, but no Italian will call what they serve pizza. As for the ingredients, I usually order in bulk from Italy. One time, I drove down to Rome with my girlfriend, and we loaded the entire back seat with food on our way back.“ Petillo: “I get my brand of pasta - DeCecco- at Albert Heijn, but it’s not always available so I stock up.“ Any survival tips for new Italian students? Petrocco: “Enjoy the beer here, you’ll find some of the world’s best beers here. Keep an eye out for Italian concerts, they’re cheaper to attend here than back home.“ Petelli: “Don’t be afraid of your professors. In fact, you are encouraged to ask questions and participate in class.“
Francesco Petillo (left) and Riccardo Petrocco: “Things are definitely easier here, in terms of living and studying.”
‘In Italy, academia can be boring’
Delta
31
TU Delft
Talking point
HALFWAY
Traditions
“Two years ago, Dutch entrepreneur and entertainer Emile Ratelband crashed a radio controlled airplane into a government building. Security and the authority reacted late, as it was an event which had never occurred before. This example shows that threats can easily adapt, but the current sensor systems cannot. I am working in a large national project called STARS, which is developing technology for making sensors more reconfigurable. I’m investigating whether it is possible to adapt such flexible sensor systems to different, unknown scenarios. My sensor network can consist of different types of sensors such as radars and cameras. The radar is all-weather capable – it works well when it is raining or foggy. But a camera can better identify objects like small airplanes. Therefore cameras and radars can complement each other. However, there are many different ways to use and configure them. If the range of a radar increases, the refresh rate will drop. Where sensors should be positioned? Are there obstacles that block their view, like skyscrapers? How many times do they have to scan a certain area? It all depends on what should be achieved.
My algorithm should control the sensors in such a way that they adjust quickly even when there is an unknown situation. It is also very important to see how authorities use the sensed information, because this determines how the sensors can be controlled in an optimal manner. I work on different scenarios. For example I look at scenarios where there are assets that need to be defended. An asset could be a nuclear power plant, or even the queen. The system should automatically adapt so that threats will be detected, identified and tracked for a helicopter to intercept the threat in time. I am still investigating the scenarios and fine tuning the algorithms. I focus on two fundamental questions. What is optimal in perspective of the mission? And how could we make an algorithm that maximizes the probability of mission success? The method should be flexible so it can be used in the future during new, unexpected situations.” (RV)
Name: Teun de Groot (25) Nationality: Dutch Supervisors: Prof.Dr. Alexander Yarovoy (Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science) Subject: Optimal allocation of multiple re-configurable sensors to accomplish a chosen mission. Thesis Defence: In 2 years
Photo: Hans Stake
lbeek
nostalgia Lourdes Maria Silva de Souza, 27, is from Rio de Janeiro, Brazil and is a PhD student at the Faculty of Civil Engineering. She can’t find traditional Brazilian black beans here so she always brings some back when she travels home. They are part of the national dish of Brazil, feijoada, a stew made with beans and pork. Traditionally, it was made from remains of a pig, like the snout, tail, ears and legs. She doesn’t like that so she uses plain sausage.
Photo: Tomas van Dijk
Controlling flexible sensor systems
The Netherlands is touted as one of the most inclusive countries in the World, open to immigrants from various religions and cultures without discrimination by race or beliefs. Yet, I am appalled every November, when the native Dutch blacken their faces, and don the most ridiculously colourful renaissance clothes transforming into the jolly ‘Zwarte’ (black) Pieten. According to a modern Sint Nicolaas legend, the Zwarte Piet is a servant who accompanies Sint Nicolaas on his holiday travels. In some versions, Sint Nicolaas is said to have liberated a young slave named Piet, who decided to serve Sint Nicolaas. The children though, are told that the Pieten are black in colour because they come down the chimney and getting soot on their hands and faces while delivering presents for the children. The origin of the Zwarte Piet, however, seems to be a mockery of the darker Spanish occupiers of the Low countries in the past millennium. The Piet was originally conceived as the devil, who often operated alongside Sint Nicolaas doing his dirty work, beating children who were not good the past year, and it was only natural that the Dutch represented their occupiers as the devil incarnate. Nevertheless, it is quite a culture shock to most international students, experiencing Sinterklaas and witnessing the ‘Black’ Pieten for the first time. The concept of the Zwarte Piet has been criticized since the 1950s. The last decade has seen national debates on the issue, and even resulted in the introduction of rainbow coloured Pieten in 2006, but the idea wasn’t carried forward. While the Dutch public opinion remains that the intention of the Zwarte Piet is not to discriminate or insult anyone, we cannot refute that an ‘unintentional’ racist message is sent out by the character. Mid November, 2011, saw the arrest of activists protesting against the concept of Zwarte Piet, as 2011 marked the ‘Slavery Remembrance Year’. While the issue has been in and out of the limelight, cultural reforms are imminent. Racism has not been erased completely but has just become much more subtle. Talking to people, Dutch and Internationals alike, most respond with a ‘Who cares?’ attitude, which makes the case that today’s society tolerates a certain level of racism and accepts it as part of the globalized lifestyle of the present. While traditions may be hard to change, cultural reforms can help eradicate this aura of low level racism that society considers natural. The Zwarte Piet might be here to stay and maybe celebrated even, in the future as a cultural icon. But what needs to change is the willingness to accept criticism and work towards a constructive future. The (in) famous French ban of the Burqa was part of a cultural reform, though inconsistent with the French concept of a Secular State. It was one of the landmark cases in public memory that debates the thin line between religion and culture. What needs to change is our ability to listen. Harish Ramakrishnan Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl
Contents International
29
Christmas break
30
Italian students
The bike of Sadegh Esmaeil Zadeh Soudjani Name: Sadegh Esmaeil Zadeh Soudjani (Iran, 3ME, PhD Student) Price: 100 euros Brand: Gazelle Striking feature: Size
Text: Lynn Morrison Photo: Sam Rentmeester
31
Halfway - Nostalgia - Talking point
Two years age Sadegh Esmaeil Zadeh Soudjani headed out to the bicycle shop with his wife to purchase a bike for her. With little requirements other than an inexpensive price, the two made Cloosterman Fiets their first stop. “We picked out this bicycle for her because we thought it was nice and a good price. She ended up having problems with it because it was too big so she gave it to me. Then we had to go back and get her another new bike,” explained Soudjani. In fact, when looking at the bike, the first thought is that it is neither small nor feminine. Soudjani stands over 180cm tall and the bicycle looks like just the right height for him. In the two years that he has owned it, he has not had any problems with it. He uses it everyday, primarily to get to and from work. “I find biking here to be really nice. There are the special bike
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8/12: ‘Toiling away in Zürich’
routes which we don’t have so much of back in Iran,” Soudjani said. Back in Iran, Soudjani had a car and did not use a bicycle to get around. Surprisingly though, when asked whether he misses having a car, Soudjani answered with a clear “No!” He thinks it is much safer to get around in the Netherlands on a bicycle than it would be in a car. He does not even mind biking in the snow or rain. “Biking in the snow is not dangerous. The only problems are early in the morning when they sprinkle the sand. Then it can be slippery,” he answered. Despite having received the bike by default rather than choice, Soudjani seems quite pleased with his purchase. Let’s hope that his wife is as satisfied with her replacement bike as he is with her original one.