Handhavingsuitvoeringsprogramma 2011 Hoofdstuk 1 Inleiding Dit handhavingsuitvoeringsprogramma bevat de planning van de uitvoering van toezicht en handhaving in 2011 op het gebied van de fysieke leefomgeving. Deze taken worden voor een groot deel door de afdeling Ruimte uitgevoerd, maar voor een deel ook door politie en brandweer. Primair doel van toezicht en handhaving is het bevorderen van het naleefgedrag. Onder het begrip “toezicht en handhaving” valt in dit kader ook de toetsing van vergunningaanvragen. 1.1 Wabo De gemeente kent veel beleidsterreinen waarbij toezicht en handhaving een rol spelen: ruimtelijke ordening, bouw, slopen, milieu, brandveiligheid, drank- en horeca, evenementen, kappen van bomen, inritten, etc. Met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 zijn veel van de vergunningen op deze terreinen samengevoegd tot één vergunning: de omgevingsvergunning. Voor deze ene vergunning geldt één handhavingstraject. De Wabo behandelt vooral de procedures met betrekking tot o.a.de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening en een aantal APV-bepalingen. Daarnaast bestaan nog steeds regels op grond van deze wetten die niet in de Wabo zijn opgenomen, waaronder de zorgplichtbepalingen. Bepaalde wetten zijn niet in de Wabo opgenomen, zoals de Wet Bodembescherming. De zorgplichtbepalingen uit deze wetten hebben een rechtstreeks geldende werking, dat wil zeggen dat ze niet werken met vergunningstelsels. Handhaving op deze terreinen is natuurlijk wel aan de orde. Ook de drank- en horecavergunning, de evenementenvergunning en daarnaast nog een aantal andere vergunningen en ontheffingen op grond van de APV zijn niet opgenomen in de Wabo. In het kader van de Wabo vindt verder een discussie plaats over de instelling van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). Deze discussie heeft gevolgen voor de uitvoering van vergunningverlening en handhaving: vooral milieuhandhaving en -vergunningverlening zullen in eerste instantie in zo’n dienst worden ondergebracht. Over het onderbrengen van handhaving en vergunningverlening op andere beleidsterreinen is nog geen duidelijkheid. Bovendien vindt in het kader van de Wabo een discussie plaats over de kwaliteitscriteria van vergunningverlening en handhaving. Op basis hiervan kunnen beslissingen genomen worden over wat wel en niet wordt uitbesteed aan de RUD, maar daarnaast bieden de kwaliteitscriteria ook objectieve maatstaven over de uitvoering van vergunningverlening en handhaving binnen onze gemeente. 1.2 Andere ontwikkelingen Naast de invoering van de Wabo zijn er nog andere ontwikkelingen gaande. Zo is begin 2011 de nieuwe APV vastgesteld, waarin veel op de APV gebaseerde vergunningen zijn vervallen, of vervangen door een meldingsplicht. Veel van de milieuwetgeving valt ook onder algemene regels met een meldingsstelsel, volgens het Activiteitenbesluit. Dit Activiteitenbesluit wordt voortdurend uitgebreid, zodat typen inrichtingen die voorheen onder de vergunningplicht van de Wet milieubeheer en vervolgens Wabo vielen, nu onder de meldingsplicht vallen. De lichtere bedrijven hoeven zich zelfs niet eens meer te melden, maar vallen wel onder de zorgplichtbepalingen van het Activiteitenbesluit. Controle vooraf bij deze bedrijven is niet mogelijk, controle achteraf soms wel, bijvoorbeeld omdat zij door een verschuiving in de activiteiten wel meldingsplichtig zijn geworden. Vanaf 1 januari 2012 zal ook het Besluit Landbouw onder het Activiteitenbesluit vallen. 1
Deregulering betekent vaak een verschuiving van verantwoordelijkheid van de overheid naar burgers en bedrijven. Met goede voorlichting kan naleefgedrag gestimuleerd worden. 1.3 Samenwerking met Bedum en De Marne Samenwerking binnen BMW-gemeenten (Bedum, De Marne, Winsum), heeft onder andere geleid tot een concept handhavingsbeleid op BMW niveau. Waarschijnlijk zal dit ook betekenen dat een handhavingsuitvoeringsprogramma volgend jaar binnen het kader van het handhavingsbeleid gezamenlijk door de drie BMW-gemeenten kan worden opgesteld. Uitbesteding van taken op milieugebied heeft ook in gezamenlijkheid plaatsgevonden aan VTHDEAL. Dit nadat de Regioraad Noord-Groningen is opgeheven, de toezichthouder milieu per 1 juli van dit jaar vervroegt uittreedt en de RUD nog geen feit is. Daarnaast wordt bekeken welke taken in samenwerking met de BMW-gemeenten kunnen worden uitgevoerd, en welke taken naar de RUD gaan.
2
Hoofdstuk 2 2.1 Prioritering Er kan niet tegen iedere illegale situatie handhavend worden opgetreden. De gemeente heeft daar de capaciteit niet voor. Bovendien is er een verschil in ernstige en lichte overtredingen, en de gevolgen daarvan. Keuzes zijn daarom noodzakelijk. In oktober 2010 is de Wabo (wet algemene bepalingen omgevingsrecht) van kracht geworden. Met de Wabo wordt integrale vergunningverlening en integraal handhaven een feit. In het Besluit Omgevingsrecht (het Bor) staan eisen voor de beleidscyclus, het uitvoeringsprogramma en de verslaglegging van de handhaving op Wabo-gebied. Een toelichting op die beleidscyclus is toegevoegd in bijlage 1. De kwaliteitseisen die tot nu toe voor de milieuwetgeving golden, worden door de Wabo breder getrokken. 2.2 Landelijke prioriteiten Het Landelijk Overleg Milieuhandhaving legt jaarlijks prioriteiten vast. In 2011 zijn dit dezelfde als in 2010. • Asbest; bouw- en sloopafval • Bodem- en grondstromen • Illegaal consumentenvuurwerk • Natuurwetgeving • EVOA (export van afval naar niet OESO-landen) De eerste twee hiervan worden standaard in de handhaving meegenomen. Controle op illegaal consumentenvuurwerk vindt vooral door de politie plaats. Natuurwetgeving wordt vooral bij de ruimtelijke ordening betrokken. De EVOA is een Europese verordening, die bedoeld is om zicht te houden op internationale afvaltransporten. Lidstaten van de EU kunnen bezwaar maken tegen een bepaald transport, bijvoorbeeld om milieuhygiënische redenen. Vanuit de gemeente Winsum vinden geen internationale afvaltransporten plaats. 2.3 Prioriteiten van de politie Op verzoek van de gemeente Winsum, die in 2011 een convenant met de horeca wil afsluiten, loopt de politie hierop vooruit door de controle op overlast in het uitgaansleven prioriteit te geven. Geluidsoverlast wordt naar aanleiding van klachten aangepakt. Op het gebied van milieu is er een top 10 milieudelicten die met voorrang aangepakt wordt. Dit zijn: 1. Kappen van bomen 2. Uitrijden mest 3. Verbranden van afval 4. Storten van afval 5. Overlast, te vroeg voorhanden hebben en illegaal vuurwerk 6. Controle jacht/beheer- en schadebestrijding (FFW) 7. Controle visserijwet 8. Gezond- en welzijnwet voor dieren (kaders/ralleyvissen) 9. Verstoring flora- en faunawet 10. Autowrakken (APV) 2.4 Interne afstemming Omdat de Wabo integraal werken vereist, wordt bij de vergunningverlening uitgebreid afgestemd. Dit gebeurt in het bouwplanoverleg, dat in de eerste helft van 2011 tweemaal per week plaatsvindt. Daarna wordt de frequentie teruggebracht naar eenmaal per week, omdat dan voldoende ervaring met de Wabo is opgedaan. Hier worden alle aspecten van een vergunningaanvraag belicht. Ook wordt hier bekeken of gebouwen waarvan wordt aangenomen dat ze vergunningvrij kunnen worden gebouwd, dat ook inderdaad zijn. Dit is
3
naar aanleiding van signalen van de toezichthouder BWT, of van degeen die wil gaan bouwen en in eerste instantie een vergunning heeft aangevraagd. De (werk)processen en verschillende deelverantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het database-systeem Squitt xo. Hierin kan ook de controlefrequentie en het resultaat van die controles worden vastgelegd. Naast het bouwplanoverleg vindt ook een handhavingsoverleg plaats. De frequentie hiervan is eenmaal per 6 weken. Bij dit overleg is de jurist aanwezig, een handhaver BWT, een medewerker RO, een handhaver milieu (tot 1-7-2011) en de beleidsmedewerker milieu, omdat deze de integrale handhaving beleidsmatig bewaakt.
4
Hoofdstuk 3
3.1 Prioriteiten bij toezicht en handhaving Het is niet mogelijk om tegen iedere illegale situatie handhavend op te treden. Bestuurlijke keuzes zijn daarom noodzakelijk. Er zijn gevallen denkbaar waarin handhaving tegen de ene overtreding absolute prioriteit heeft boven handhaving tegen andere overtredingen. Situaties waarbij sprake is van ernstig gevaar voor mens en omgeving hebben altijd een hoge prioriteit. Om tot een juiste afweging te komen in de keuzes bij zowel het toezicht als de handhaving zijn de prioriteiten aangegeven in het Handhavingsbeleidsplan Omgevingsrecht 2011-2015. De uiteindelijke uitwerking van de prioriteiten is vastgelegd in dit handhavingsuitvoeringsprogramma. . Volgens het besluit Omgevingsrecht dient het handhavingsbeleid in een aantal stappen te worden opgebouwd. Het moet zijn gebaseerd op een analyse van problemen die zich kunnen voordoen met betrekking tot de naleving. Op basis van deze analyse worden prioriteiten en doelen van de handhaving vastgesteld. Omdat het BMW-handhavingsbeleid alleen in concept beschikbaar was, is er voor gekozen om de prioritering in ieder geval dit jaar nog binnen de afzonderlijke gemeenten te laten plaatsvinden, in het kader van het handhavingsuitvoeringsprogramma. Deze prioritering is in eerste instantie ambtelijk uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan zal een discussie op bestuurlijk en managementniveau plaatsvinden. De provincie en verschillende gemeenten in Groningen zijn bezig met de ontwikkeling van integraal handhavingsbeleid. Daarom heeft de provincie een instrument voor de risicobeoordeling laten ontwikkelen: de Risicomodule. Om de prioriteiten per beleidsterrein te bepalen wordt gebruik gemaakt van een risico gestuurde aanpak. Dat betekent dat wordt gekeken naar het negatieve effect dat optreedt wanneer niet wordt gehandhaafd en de kans dat het negatieve effect zich voordoet. De Risicomodule kwantificeert deze risico’s. De risicomodule is ingevuld voor verschillende beleidsterreinen. Bij de bespreking van de capaciteit en inzet op deze terreinen wordt de uitslag van de risicomodule voor het betreffende terrein gepresenteerd. Onderstaand schema geeft de opbouw weer van de risicomodule.
5
Door het gebruik van de risicomodule per taakveld volgt een prioritering gebaseerd op dat taakveld. De prioriteiten bezien vanuit de brandweer of vanuit bouw- en woningtoezicht, milieu of APV, zullen dus anders zijn. Zo zal een sporthal die twee jaar geleden werd opgeleverd, waar zich 300 mensen kunnen bevinden, voor de brandweer van belang zijn door de hoeveelheid aanwezige mensen. Voor bouw en woningtoezicht is er geen belang meer, de bouw is immers al afgerond. Voor de APV wordt deze sporthal van belang als er eens een feest gegeven wordt. Dan wordt hij ook voor milieu van belang, vanwege mogelijke geluidsoverlast.
6
3.2
Bouw- en woningtoezicht.
Bouw en RO module Prioriteitsblokken Klass Opmaak e I ZEER GROOT RISICO II GROOT RISICO III BEPERKT RISICO IV KLEIN RISICO V ZEER KLEIN RISICO WAAR
Van 12 10 5 2 0
B16 B14 B20 B15 B17 B21 B22 B23 B24 B25 B26 B27 B28 B29 B30 B31 B13 B12
punten punten punten punten punten
1
Varia belen Code Beschrijving B03 B09 B07 B04 B18 B02 B06 B19 B01 B08 B05 B10 B11
tot en met 100,0 12,0 10,0 5,0 2,0
Effecten Naleving Totaal
Bijeenkomstfunctie, nieuwbouw Winkelfunctie, nieuwbouw Logiesfunctie, nieuwbouw Gezondheidszorgfunctie, nieuwbouw Verwaarloosde panden (bewoond) Wonen uitbreiding Kantoorfunctie, nieuwbouw Verwaarloosde panden (onbewoond) Wonen volledige nieuwbouw Sportfunctie, nieuwbouw Industriefunctie, nieuwbouw Overige gebruiksfunctie, nieuwbouw Bouwwerk geen gebouw zijnde, nieuwbouw Afwijken vergunning welstand in beschermd dorpsgezicht Monumentenbescherming Hinder bouw Afwijken vergunning welstand Afwijken vergunning planologie Hinder gebruik gebouwen en erven Wonen bestaand Bijeenkomstfunctie, bestaand Gezondheidszorgfunctie, bestaand industriefunctie, bestaand kantoorfunctie, bestaand logiesfunctie, bestaand sportfunctie, bestaand winkelfunctie, bestaand overige gebruiksfunctie, bestaand bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaand Sloop met asbest Sloop geen asbest
Klasse Aantalle n I 1 I 1 I 1 II 1 II 1 II 1 III 1 III 1 III 1 III 1 III 1 IV 1 IV 1
4,9 4,4 4,1 5,1 2,9 3,0 3,2 2,3 3,0 2,8 2,2 1,7 1,1
3,0 3,0 3,0 2,3 4,0 3,8 3,0 4,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0
14,6 13,1 12,4 11,5 11,4 11,2 9,7 9,2 8,9 8,5 6,5 5,0 3,2
0,6
3,5
2,1
IV
1
0,7 0,6 0,5 0,4 1,6 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,3 0,0
2,8 3,0 3,0 3,3 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 1,8 1,5
1,9 1,8 1,5 1,3 1,2 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,0
V V V V V V V V V V V V V V V V V
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Bovenstaande prioriteitenvolgorde wordt voor een groot deel bepaald door risico’s op het gebied van constructieve veiligheid en gebruik. Toegankelijkheid en afmetingen van de ruimtes 7
zijn vooral belangrijk bij gebouwen waar veel mensen gebruik van maken. Bij dit type gebouw wordt ook de afvoer van fecaliën en toevoer van verbrandingslucht als een redelijk grote risicofactor gezien. Bij verwaarloosde panden is juist de aantasting van de beeldkwaliteit een risicofactor. Per type gebouw zijn dus andere risicofactoren van belang. Dat betekent dat er bij de controles ook op andere dingen gelet moet worden. Afgezien van de risico’s die deze overtredingen met zich meebrengen wordt de prioriteit ook bepaald door het naleefgedrag. Bij de verwaarloosde panden is de kans op naleving van de regels veel kleiner dan bij niet verwaarloosde panden. Gebouwen met een verzorgingsfunctie hebben daarentegen een goed naleefgedrag, juist vanwege deze functie. De volgorde in prioriteit wordt bepaald doordat de verschillende risico categorieën een andere weging hebben gekregen. In de handleiding bij het gebruik van de risicomodule wordt aangegeven dat met name deze weging een politieke invulling kan krijgen. Daarom wordt deze in de loop van 2011 met het bestuur en het management ingevuld.
8
Uitwerking planning Bouw- en woningtoezicht op basis van scores risicomodule Tabel 3.2.1 Planning 2011: Bouw- en woningtoezicht Geprioriteerde • Controleren voldoen aan voorwaarden voor de handhavingstaken, op basis van bouwvergunning. de uitkomst van de risicomodule • Gebruiksveiligheid bij panden waar zich veel personen bevinden • Constructieve veiligheid • Beeldkwaliteit bij verwaarloosde panden • Uitbreiding bestaande bouw • Sloop met asbest1 • Vergunningvrij bouwen2 Relevante wet- en regelgeving • Bouwbesluit • Woningwet • Monumentenwet • Asbestbesluit Adequaat handhavingsniveau Omgevingsvergunningen bouw (doel: 85 %) - kwalitatief goede bouwvergunning (constructiecontrole, EPC-berekening, meer aandacht voor monumenten) - minimaal 1x bezoeken - grotere bouwwerken 5 x bezoeken Vergunningvrij bouwen: RO -bestemmingsplantoets Sloopvergunningen - minimaal 1x controle bij monumenten en sloop met asbest. Randvoorwaarden
Werkprogramma 2011
Benodigde personele inzet
-actuele bestemmingsplannen -voldoende kennis Bouwbesluit bij architecten/aannemers -herijking adequate formatie toetsing/vergunningverlening en controles bouw- en sloopvergunningen. - Toetsing bouwaanvragen: 200 stuks/jaar - Sloopvergunningen en controle daarop: 30 stuks/jaar - Controle bouwvergunningen: 230 stuks/jaar - Controle op vergunningvrije bouwwerken/RO 60 stuks. 2,7 fte.
1
Sloop scoort niet hoog voor risico omdat vooral naar bouwaspecten wordt gekeken. De naleving is ook goed. Maar asbest is een landelijk geprioriteerde taak. Controle kan in principe administratief, als de vereiste certificaten aanwezig zijn, en afvoer op de vereiste manier plaatsvindt. 2 Omdat hierbij geen vergunning benodigd is, scoort deze niet in de risicotabel. Vaak wordt naar aanleiding van klachten bekeken of het bouwwerk inderdaad vergunningvrij is.
9
Uitwerking uren Bouw- en woningtoezicht. Tabel 3.2.2 Product
Aantallen
Kengetal (in uren)
Toetsing bouwaanvraag
200
11,1
Sloopvergunningen en -meldingen Overleg handhavingsteam Front office Controle bouwvergunningen Controle vergunningvrije bouwwerken/RO Monumenten Totaal aantal uren In fte’s (1300 uur)
15
4
Benodigde uren Benodigde uren berekend in jaarplanning 2011 2220, 2268, meegerekend meegerekend 740 756 60 57 105
147
12,6
1852,2
130 1851
50
11,1
555
550
25
3,6
3207,2
90 3539 2,7
De uren voor vergunningverlening worden voor een derde meegeteld als uren voor handhaving, omdat toetsing en handhaving wel op elkaar afgestemd moeten zijn. De overige twee derde van deze uren worden toegerekend aan vergunningverlening, en tellen dus niet mee als uren voor handhaving. De kengetallen komen uit bijlage 1 van het rapport Samen werken aan kwaliteit, de eindrapportage van fasen 1 en 2 over de vorming van de Regionale Uitvoerings Dienst Groningen. In deze rapportage wordt ook aandacht besteed aan de “Groningse maat”, een aanpassing van de landelijke kwaliteitscriteria aan de Groningse praktijk. De uren voor monumenten worden hierin niet benoemd en zijn gebaseerd op de praktijk in de gemeente Winsum. 3.3 Ruimtelijke ordening Voor ruimtelijke ordening is geen complete risicomodule aanwezig. Een aantal RO-aspecten is meegenomen in de handhavingsmodule voor bouw- en woningtoezicht. Daar gaat het vooral om afwijken van bestemmingsplannen en het vergunningvrij bouwen waarbij wel RO-aspecten moeten worden getoetst. De voorgestelde prioritering zal in 2011 bestuurlijk en op MT-niveau worden besproken.
10
Uitwerking planning ruimtelijke ordening Tabel 3.3.1 Planning 2011: Ruimtelijke ordening Geprioriteerde • Landschap handhavingstaken • Gebruik gebouwen • Bestemmingsplan algemeen • Archeologie Relevante wet- en regelgeving • Wet op de Ruimtelijke Ordening Adequaat handhavingsniveau • Controle op alle afgegeven vrijstellingen (gezamenlijk met verleende bouwvergunning). • Regelmatig uitvoeren ronde door de gehele gemeente (2x/jaar) Randvoorwaarden • Actuele bestemmingsplannen. • Voldoende capaciteit en middelen Werkprogramma 2011 • Actualisering bestemmingsplannen: 803 uur • projectbesluiten/ ontheffingen bestemmingsplannen: 1180 uur • Aanlegvergunningen 50 uur • Handhaving aanlegvergunningen: 50 uur • Externe veiligheid (uren milieu) • Monumentenzorg: 310 uur • Actualisatie grondexploitaties: 120 • Commissie bezwaar en beroep 60 • Juridische advisering: 120 • RO-handhaving: 180 • POP/LOP uitwerking uitvoering: 60 Totaal aantal uren 2933 Benodigde personele inzet 2,3 fte Product Actualisering bestemmingsplannen Projectbesluiten/ ontheffingen Aanlegvergunningen Externe veiligheid (uren milieu) Monumentenzorg Actualisatie grondexploitaties Commissie bezwaar en beroep Juridisiche advisering RO-handhaving POP/LOP uitwerking uitvoering Totaal aantal uren In fte’s (1300 uur)
Benodigde uren 2011 803 1180 50 50 310 120 60 120 180 60 2933 2,3 fte
11
De kwaliteitscriteria geven alleen kengetallen voor de ontheffingen van bestemmingsplannen, en niet voor de overige activiteiten. Vandaar dat voor Ruimtelijke Ordening geen kengetallen zijn opgenomen. 3.4
Brandweer
Brandweer module Prioriteitsblokken Klasse Opmaak I II III IV V Variabelen Code PG006 PG004 PG015 PG002 PG012 PG019 PG017 PG014
PG016 PG018 PG013
ZEER GROOT RISICO GROOT RISICO BEPERKT RISICO KLEIN RISICO ZEER KLEIN RISICO ONWAAR Beschrijving Kindercentra / peuterspeelzalen Verpleeg- en verzorghuizen Diverse logiesgebouwen Horeca Basisscholen Musea / bibliotheek Winkelgebouwen Buurthuizen / ontmoetingsgebied (dorpshuizen, jeugdsozen, kerken) Sporthal, zwembad en stadion Kantoorgebouwen Voortgezet onderwijs / universiteit
Van
tot en met 7,7 7,0 6,0 5,0 4,0
7 6 5 4 0
punten punten punten punten punten
1 Effecte Nalevin n g 7,7 0,0
Totaal 7,7
Klasse Aantalle n I 5
7,4
0,0
7,4
I
4
7,1
0,0
7,1
I
3
6,5 6,1 4,3 4,1 4,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
6,5 6,1 4,3 4,1 4,0
II II IV IV IV
15 12 2 4 38
3,8
0,0
3,8
V
5
3,8 3,7
0,0 0,0
3,8 3,7
V V
4 3
Het risico bij brand is vooral gebaseerd op de zelfredzaamheid van de in het gebouw aanwezige personen, of er wel of niet een slaapfunctie is, het aantal personen, de bekendheid van het gebouw bij de brandweer, deze factoren worden gerekend bij de fysieke veiligheid. Daarnaast is bij hinder/leefbaarheid het gevaar voor belendingen van belang. Horeca scoort bijvoorbeeld slecht op de bekendheid van het gebouw bij de brandweer, maar de aanwezigen zijn over het algemeen redelijk zelfredzaam. Bij kindercentra en verzorgingshuizen is dat juist andersom. Ook hier is een weging toegepast, waarbij fysieke veiligheid 85% van de score voor zijn rekening neemt. Ook deze weging zal in de loop van 2011 door bestuur en MT opnieuw uitgevoerd worden.
12
Uitwerking planning brandweer op basis van scores risicomodule Tabel 3.4.1 Planning 2011: Brandweer Geprioriteerde • handhavingstaken • • Relevante wet- en regelgeving
Adequaat handhavingsniveau
Randvoorwaarden Werkprogramma 2011
Benodigde personele inzet
Afgifte en controle gebruiksvergunningen, meldingen Vergunningen brandbeveiligingsverordening Grootschalige evenementen3
• Woningwet • Brandbeveiligingsverordening • Gebruiksbesluit • Wet milieubeheer • Besluit asbestverwijdering • APV - Gebruiksvergunningen verlenen conform handleiding Prevap; ondersteuning BWT tbv brandveilig gebruik gebouwen. -Transport gevaarlijke stoffen over de openbare weg conform ADRregelgeving -Evenementenbeleid - t.a.v. de routering van gevaarlijke stoffen sluit de gemeente aan bij provinciaal en landelijk beleid -Deskundigheid complexe bedrijven - Gebruiksvergunningen • Nieuwe Vergunningen afgeven: 5 stuks: 50 uur • Controles bestaande vergunningen en meldingen: 100 stuks: 300 uur • Handhavingszaken: ca 5: 25 uur - Meldingen gebruiksbesluit: 10 stuks: 30 uur. - Advisering grootschalige evenementen: 10 stuks: 30 uur. - Controle evenementenvergunningen/ gebruiksvergunningen buiten kantoortijd: 10 stuks: 50 uur - Routering gevaarlijke stoffen • M.n. vuurwerk: max 5 stuks: 10 uur - Inventarisatie risicobedrijven Wm en gebruiksvergunningen: 50 uur - Toetsing bouw- en milieuvergunningen en bestemmingsplannen t.a.v. brandpreventieve voorschriften: 300 uur 0,6 fte 0,06 fte via preventiemedewerkers (via vrijwillige brandweer)
3
Evenementen zijn niet in de risicomodule opgenomen, maar door de aanwezige aantallen mensen wel een geprioriteerde taak
13
Uitwerking uren Brandweer. Tabel 3.4.2 Product Vergunningverlening Controles vergunningen en meldingen Handhavingszaken Afhandeling meldingen gebruiksbesluit Advisering grootschalige evenementen Controle evenementenvergunningen / gebruiksvergunningen buiten kantoortijd Routering gevaarlijke stoffen, m.n. vuurwerk Inventarisatie risicobedrijven Wm en gebruiksvergunningen Toetsing bouw- en milieuvergunningen en bestemmingsplannen t.a.v. brandpreventieve voorschriften Totaal aantal uren In fte’s (1300 uur)
Aantallen 5 100
Kengetal (in uren) 10 3
Benodigde uren 2011 50 300
5 10
5 3
25 30
10
3
30
10
5
50
5
2
10 50
100
3
300
845 0,65 fte
De kengetallen zijn gebaseerd op de dagelijkse praktijk in de gemeente Winsum. Deze worden niet benoemd in het rapport over de Regionale Uitvoeringsdienst Groningen.
14
3.5 Milieu Milieu module Prioriteitsblokken Klasse Opmaak I ZEER GROOT RISICO II GROOT RISICO III BEPERKT RISICO IV KLEIN RISICO V ZEER KLEIN RISICO Variabelen Code Beschrijving WM30 WM37 WM48 WM11 WM52 WM04 WM07 WM03 WM65 WM50 WM02 WM18 WM23 WM21 WM76 WM05 WM06 WM63 WM24 WM25 WM54 WM49 WM35 WM43 WM01 WM51 WM31 WM55 WM32 WM56 WM34 WM36 WM42 WM12 WM66 WM13 WM14 WM70 WM74 WM73 WM75
Van 5 4 2 0,5 0
tot en met 6,3 5,0 4,0 2,0 0,5
punten punten punten punten punten
Effecten Naleving Totaal
lpg tankstations intensieve veehouderij Sauna's, solaria, badene.d. melkrundveehouderijen akkerbouw bewerking metalen biomassavergistingsinstallatie benzinestations vervaardiging veevoeders sport afval agrarische loonwerkers horeca handel en reparatie voertuigen opslag vuurwerk bouw en gerelateerde bedrijven bouwmarkten bakkerijen Hout verwerking installatiebedrijven transport slacht en verwerking opslag recreatie advieswerk supermarkten medisch tuincentra natuur en kinderboerderij verhuur divers onderwijs overheid productie, distriebutie en beheer Energie fotografie vervaardiging voedingsmiddelen, cafetaria's grafisch industrie groothandel agrarisch verzorgingstehuizen apotheek winkels food grootschalige detailhandels
15
3,8 3,8 3,3 3,2 2,6 2,1 2,1 2,0 1,8 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 1,2 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,4 0,3 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
3,8 3,8 3,3 3,2 2,6 2,1 2,1 2,0 1,8 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 1,2 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,4 0,3 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Klasse Aantalle n I 1 I 3 III 1 III 250 III 20 III 1 III 2 IV 2 IV 1 IV 4 IV 1 IV 4 IV 22 IV 5 IV 2 IV 7 IV 3 IV 3 IV 3 IV 6 V 3 V 4 V 1 V 2 V 15 V 5 V 8 V 1 V 1 V 3 V 13 V 1 V 15 V 1 V 5 V V V V V V
1 1 3 1 0 3
Bij milieu wordt het risico vooral bepaald door opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen, geluid, geur, bodemrisico’s en luchtkwaliteit (ammoniakuitstoot bij veehouderijen). Alle factoren wegen even zwaar. Ook deze weging zal bestuurlijk en op management-niveau in 2011 opnieuw worden bekeken. Uitwerking planning milieu op basis van scores risicomodule Tabel 3.5.1 Planning 2011: Milieu Geprioriteerde handhavingstaken
Relevante wet- en regelgeving
Adequaat handhavingsniveau Doel is nalevingspercentage 85%
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Randvoorwaarden
•
Werkprogramma 2011
•
• • • • •
Milieuvergunningen en meldingen bedrijven op grond van besluit landbouw en activiteitenbesluit Bodemonderzoek Bodemsaneringen Illegaal toepassen van bouwstoffen (grondverzet) Vuurwerk en carbid (uitbesteed) Stoken van vuur buiten inrichtingen Asbest (uren BWT) Illegaal storten van afval Geluid Wet milieubeheer Algemeen plaatselijke verordening (APV) Afvalstoffenverordening Activiteitenbesluit Besluit landbouw Besluit Bodemkwaliteit Wet bodembescherming Vuurwerkbesluit Controle en handhaving zware en middelzware bedrijven op basis van huidige frequenties en kengetallen. Bodemtaken conform het bodembeheerplan Illegaal storten van afval en branden n.a.v. klachten, burgerparticipatie vergroten. Grootschalige evenementen controleren en handhaven conform het evenementenbeleid. Bij illegaal storten en branden afhankelijk van meldingen achteraf Vergunningverlening en handhaving bedrijven volgens kengetallen en huidige frequenties, ca. 75 controles, 5 vergunningen, 50 meldingen (meldingen inclusief afstemming Wabo). Klachtenafhandeling: ca 100 stuks Beoordeling bodemonderzoek: 20 stuks Meldingen grondtoepassing: 50 stuks Handhaving gebruik secundaire bouwstoffen: 20 stuks Toezicht buitengebied (afval, stoken vuur meegenomen met klachten/meldingen) Geluidsadviezen en -metingen grote evenementen: 10 stuks Externe veiligheid: toetsingen, advisering Controles en vergunningverlening vuurwerk zijn uitbesteed
• • • Benodigde personele inzet 1,9 fte Uitwerking uren milieu op basis van scores risicomodule 16
Tabel 3.5.2 Product Afhandeling meldingen Milieuvergunningen Wm-controles Klachtenafhandeling Beoordeling bodemonderzoek Overige bodemtaken Meldingen grondtoepassing Handhaving gebruik secundaire bouwstoffen Geluidmetingen grote evenementen Externe veiligheid Juridische ondersteuning Handhavingsjaarversla g Totaal aantal uren In fte’s (1300 uur)
Aantallen
Kengetal (in uren)
Benodigde uren berekend 520 347 750 200
Benodigde uren volgens planning 2011 335 205 720 240 60
50 5 75 100 20
10,4 69,5 10 2 3
50
1
50
385 53
20
4
80
80
10
8
80
50 110 50 120 2473 1,9 fte
Ook deze uren zijn gebaseerd op de kengetallen die gebruikt wordt in de Groningse kwaliteitsmaat van handhaving. De daadwerkelijke vergunningverlening wordt uitbesteed aan DEAL, vandaar dat het kengetal veel hoger is dan de uren die binnen de gemeente worden besteed. In de gemeente gaat het om het aanleveren van informatie voor de vergunningverlening en beoordelen van de (concept)vergunning. Het kengetal voor het afhandelen van meldingen lijkt wat aan de hoge kant. De planning is gebaseerd op de uren die hieraan in voorgaande jaren zijn besteed, dus op de dagelijkse praktijk in Winsum. Er zijn uren voor vergunningverlening en handhaving ingehuurd bij de DEAL-gemeenten. Deze uren zijn niet meegerekend in het overzicht. De toezichthouder milieu zal halverwege het jaar zijn taken neerleggen en niet vervangen worden. De ingehuurde uren bij de DEAL-gemeenten kunnen hiervoor worden ingezet. Ook is een aantal van zijn taken overgedragen aan collega’s. Voor 2012 zal inhuur van uren bij DEAL worden bekeken in samenhang met de eventuele oprichting van een Regionale Uitvoeringsdienst.
17
3.6 Overige handhavingstaken (APV, Drank- en horeca, kansspelen, openbare ruimte) APV module Prioriteitsblokken Klasse Opmaak I II III IV V Variabelen Code A10 A08 A07 A51 A32 A17 A20 A02 A29 A01 A41 A43 A53 A19 A30 A34 A36
ZEER GROOT RISICO GROOT RISICO BEPERKT RISICO KLEIN RISICO ZEER KLEIN RISICO WAAR Beschrijving Evenementenvergunnin g > 500 personen Evenementenvergunnin g > 50 - < 500 personen Evenementenvergunnin g < 50 personen Ontheffing tijdelijk schenken alcoholische dranken Kermis organiseren Ontheffing geluidshinder Vergunningen standplaatsen Optochtvergunning Geluidswagen gebruiken Ventvergunning Textielinzameling Verwijzingsborden, ontheffing Uitritvergunningen (incl. inritten/duikers) Vergunning inzameling geld of goederen Speelautomaten exploiteren Loterij organiseren Reclame en spandoek plaatsen
Van
tot en met 20,0 13,1 6,0 5,0 4,0
13,1 6 5 4 0
Punten Punten Punten Punten Punten
1 Effecte Nalevin n g 5,3 2,5
Totaal 13,1
Klasse Aantalle n I 10
4,0
2,5
10,0
II
50
3,4
2,5
8,5
II
30
2,6
2,5
6,5
II
30
2,3 2,0 1,8
2,5 2,5 2,5
5,8 5,0 4,6
III IV IV
5 20 20
1,7 1,7 1,3 1,3 1,3
2,5 2,5 2,5 2,5 2,5
4,2 4,2 3,3 3,3 3,3
IV IV V V V
4 1 12 4 10
1,3
2,5
3,3
V
4
1,3
2,5
3,3
V
30
1,3
2,5
3,3
V
4
1,3 1,3
2,5 2,5
3,3 3,3
V V
6 30
Bij evenementen wordt het risico vooral bepaald door aantallen mensen, geluidoverlast, verkeersaantrekkende werking en drankgebruik. Alle factoren wegen even zwaar. Ook deze weging zal bestuurlijk en op management-niveau in 2011 opnieuw worden bekeken.
18
Uitwerking planning overige handhavingstaken op basis van scores risicomodule Tabel 3.6.1 Planning 2011: Overige handhavingstaken (APV, Drank- en horeca, kansspelen, openbare ruimte). Geprioriteerde • Overlast en baldadigheid handhavingstaken • Grootschalige evenementen Relevante wet- en regelgeving • APV • Drank- en horecawet Adequaat handhavingsniveau • conform jeugdbeleid • overlast en baldadigheid m.n. in curatieve zin door de politie Voorwaarden • doelmatig jeugdbeleid Werkprogramma 2011 • Overlast en baldadigheid m.n. in overleg met de politie. • Heroverweging jeugdbeleid • Veiligheid van de weg meenemen in de buiteninspecties. • Voorlichting/publicatie over modderborden. • Grootschalige evenementen m.n. via brandweer en milieu Benodigde personele inzet in • Evenementenvergunningen en handhaving: 726 uur uren • Drank- en horecavergunning: 150 uur • Overleg met politie en handhavingsoverleg: 87 Totaal aantal uren 963 Benodigde personele inzet 0,7 fte. Product Evenementenvergunninge n en handhaving Drank- en horecavergunningen Overleg met politie en handhavingsoverleg Totaal aantal uren In fte’s (1300 uur)
Benodigde uren 2011 726 150 87 963 0,7 fte
Voor de APV vergunningen voor evenementen en de vergunningen drank- en horecawet zijn in de kwaliteitscriteria geen kengetallen opgenomen. Wabo vergunningen op basis van de APV zijn inritvergunningen en kapvergunningen. Hiervoor zijn in de kwaliteitscriteria wel kengetallen opgenomen. De gemeente Winsum kent hiervoor alleen meldingen en geen vergunningstelsels. De uren die hiermee gemoeid zijn, worden niet apart geregistreerd.
19
Hoofdstuk 4 Financiële toelichting In totaal zijn er op basis van de planning zoals die in de voorgaande hoofdstukken is beschreven 10753 uren nodig voor handhaving. De financiële tegenwaarde van een arbeidsuur bij de gemeente Winsum is € 82,15. Dit komt op een totaalbedrag van € 883.359,-Daarnaast is besloten om VTH-DEAL in te huren voor ondersteuning bij de milieuhandhaving en vergunningverlening. Hiervoor is een bedrag van € 28.000,-- gereserveerd. In de begroting van 2011 is voldoende geld beschikbaar gesteld om de handhavingstaken uit te voeren.
20
Bijlage 1 Toelichting op de beleidscyclus. Het handhavingsbeleid dient in een aantal stappen te worden opgebouwd. Door al deze stappen systematisch te doorlopen bouwt de organisatie haar eigen handhavingsbeleid op. Het doorlopen van deze stappen vormt de structuur van het op te zetten handhavingsbeleidsplan. Aan te bevelen is om met behulp van de structuur van de “dubbele regelkring” te werken. De dubbele regelkring staat ook wel bekend als de “Big Eight”. In onderstaande figuur is een koppeling gemaakt naar de wetsartikelen uit het Besluit omgevingsrecht, en de elementen uit de dubbele regelkring (beleidscyclus). De structuur van de dubbele regelkring geeft het handhavingsbeleid het vereiste cyclische karakter. Artikel 7.5 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht lid handelt over de probleemanalyse waarop het handhavingsbeleid moet worden gebaseerd. Het handhavingsbeleid is gebaseerd op een analyse van problemen die zich naar het oordeel van het bestuursorgaan kunnen voordoen met betrekking tot de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde in de gevallen, waarin de zorg voor de handhaving daarvan aan hem is opgedragen. Het invullen van de Risicomodule maakt deel uit van die analyse en is de eerste stap in het handhavingsbeleid die een organisatie moet maken. De Risicomodule maakt derhalve deel uit ven de Prioriteiten en Doelen.
Bron: Handleiding risicomodule Oranjewoud
Bijlage 2 Relevante wetteksten. Op verschillende plaatsen in verschillende wetten wordt de noodzaak aangegeven van verslaglegging, het opstellen van jaarprogramma’s, en het formuleren van beleid ten aanzien van het omgevingsrecht. Hier wordt ook de verantwoordelijkheidsverdeling tussen verschillende bestuursorganen geregeld. Een aantal van de relevante wetteksten wordt hieronder weergegeven. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Artikel 5.3 1. Bij algemene maatregel van bestuur worden in het belang van een doelmatige handhaving regels gesteld. De maatregel bevat geen regels met betrekking tot activiteiten als bedoeld in artikel 2.2∗. 2. Bij de maatregel worden in ieder geval regels gesteld met betrekking tot een strategische, programmatische en onderling afgestemde uitoefening van de handhavingsbevoegdheden door de bestuursorganen die belast zijn met de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten en van het toezicht op de naleving door de onder hun gezag werkzame toezichthouders. Besluit Omgevingsrecht Hoofdstuk 7. Handhaving Artikel 7.1. Definitie bestuursorgaan In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bestuursorgaan: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, van de wet. Artikel 7.2. Handhavingsbeleid 1. Het bestuursorgaan stelt het handhavingsbeleid vast in een of meer documenten waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten het daartoe zal uitvoeren. Het bestuursorgaan beziet regelmatig, maar in elk geval naar aanleiding van de evaluatie, bedoeld in artikel 7.7, tweede lid, of dit beleid moet worden aangepast en past het zonodig aan. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat dit beleid en het handhavingsbeleid van de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd. 2. Het handhavingsbeleid is gebaseerd op een analyse van de problemen die zich naar het oordeel van het bestuursorgaan kunnen voordoen met betrekking tot de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde in de gevallen waarin de zorg voor de handhaving daarvan aan hem is opgedragen. 3. Het handhavingsbeleid geeft inzicht in: a. de prioriteitenstelling met betrekking tot de uitvoering van de krachtens het eerste lid voorgenomen activiteiten; b. de methodiek die het bestuursorgaan hanteert om te bepalen of de krachtens het eerste lid gestelde doelen worden bereikt. 4. Het handhavingsbeleid geeft voorts inzicht in de strategie die het bestuursorgaan hanteert met betrekking tot: a. de wijze waarop het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken dit zijn de op lokale verordeningen gebaseerde vergunningen. Landelijk wordt hier niets voorgeschreven, omdat het om lokale bevoegdheden gaat. De bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Besluit omgevingsrecht.
wetten bepaalde wordt uitgeoefend om de krachtens het eerste lid gestelde doelen te bereiken; b. de rapportage van de bevindingen van degenen die toezicht hebben uitgeoefend en het vervolg dat aan die bevindingen wordt gegeven; c. de wijze waarop bestuurlijke sancties alsmede de termijnen die bij het geven en uitvoeren daarvan worden gehanteerd, en de strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd, en waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de aard van de geconstateerde overtredingen; d. de wijze waarop het bestuursorgaan omgaat met overtredingen die zijn begaan door of in naam van dat bestuursorgaan of van andere organen behorende tot de overheid. 5. Het handhavingsbeleid geeft tevens inzicht in de afspraken die het bestuursorgaan heeft gemaakt met de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving, over de samenwerking bij en de afstemming van de werkzaamheden. 6. Burgemeester en wethouders maken het handhavingsbeleid bekend aan de gemeenteraad. Gedeputeerde staten maken het handhavingsbeleid bekend aan provinciale staten. Artikel 7.3. Uitvoeringsprogramma 1. Het bestuursorgaan werkt het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het bestuursorgaan het komende jaar uitvoert. Daarbij houdt het bestuursorgaan rekening met de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen en de krachtens artikel 7.2, derde lid, onder a, gestelde prioriteiten. 2. Het bestuursorgaan stemt het uitvoeringsprogramma af met de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving. 3. Burgemeester en wethouders maken het uitvoeringsprogramma bekend aan de gemeenteraad. Gedeputeerde staten maken het uitvoeringsprogramma bekend aan provinciale staten. Artikel 7.4. Uitvoeringsorganisatie 1. Het bestuursorgaan richt zijn organisatie zodanig in dat een adequate en behoorlijke uitvoering van het handhavingsbeleid, bedoeld in artikel 7.2, en het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 7.3, gewaarborgd is. Daartoe draagt het bestuursorgaan er in ieder geval zorg voor dat: a. de personeelsformatie ten behoeve van de handhaving en de bij de onderscheiden functies behorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd; b. de personen die zijn belast met de voorbereiding van besluiten ten aanzien van aanvragen om een omgevingsvergunning voor zover deze betrekking hebben op activiteiten met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de wet of met de voorbereiding van beslissingen als bedoeld in artikel 8.40a, derde lid, van de Wet milieubeheer of het stellen van voorschriften als bedoeld in artikel 8.42, eerste lid, van de Wet milieubeheer niet worden belast met: 1. het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde met betrekking tot een inrichting, en 2. het voorbereiden of uitvoeren van bestuurlijke sancties met betrekking tot een inrichting; c. een krachtens artikel 5.10 van de wet aangewezen ambtenaar niet voortdurend feitelijk wordt belast met het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde met betrekking tot dezelfde inrichting; d. de organisatie van het bestuursorgaan ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar is. 2. Het bestuursorgaan draagt er tevens zorg voor dat:
a. een beschrijving van de werkprocessen, de procedures en de bijbehorende informatievoorziening inzake het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde en het voorbereiden, geven en uitvoeren van bestuurlijke sancties wordt vastgesteld; b. de uit te voeren werkzaamheden plaatsvinden overeenkomstig deze beschrijving. Artikel 7.5. Borging van de middelen Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat: a. de voor het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen en de voor het uitvoeren van de in dat artikellid bedoelde activiteiten benodigde en beschikbare financiële en personele middelen inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting worden gewaarborgd; b. de wijze van berekening van de benodigde financiële en personele middelen als bedoeld onder a, inzichtelijk wordt gemaakt; c. voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, voldoende benodigde financiële en personele middelen beschikbaar zijn en dat deze middelen zonodig worden aangevuld of het uitvoeringsprogramma zo nodig wordt aangepast. Artikel 7.6. Monitoring 1. Het bestuursorgaan bewaakt met behulp van een geautomatiseerd systeem de resultaten en de voortgang van: a. de uitvoering van het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 7.3, eerste lid; b. het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen. 2. In het systeem worden voorts in het kader van de handhaving verkregen gegevens geregistreerd. Artikel 7.7. Rapportage 1. Het bestuursorgaan rapporteert periodiek over: a. het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen; b. de uitvoering van de voorgenomen activiteiten, bedoeld in artikel 7.2, eerste lid, in verhouding tot de prioriteitenstelling, bedoeld in artikel 7.2, derde lid, onder a; c. de uitvoering van de afspraken, bedoeld in artikel 7.2, vijfde lid. 2. Het bestuursorgaan evalueert jaarlijks of de in het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, opgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen. 3. Burgemeester en wethouders maken de rapportage, bedoeld in het eerste lid, en het verslag van de evaluatie, bedoeld in het tweede lid, bekend aan de gemeenteraad. Gedeputeerde staten maken de rapportage, bedoeld in het eerste lid, en het verslag van de evaluatie, bedoeld in het tweede lid, bekend aan provinciale staten. Wet milieubeheer § 4.7. Het gemeentelijke milieuprogramma Artikel 4.20 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk milieuprogramma vast. 2. Het programma bevat ten minste: a. een programma van door de gemeenteraad en burgemeester en wethouders in de betrokken periode te verrichten activiteiten ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan de gemeenteraad en burgemeester
en wethouders opgedragen taken; b. een overzicht van de financiële gevolgen van de onder a bedoelde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk milieuprogramma. Artikel 4.21 1. Het gemeentelijke milieuprogramma wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders leggen het ontwerp van het programma bij het ontwerp van de begroting voor aan de gemeenteraad. 2. Artikel 4.17, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. 3. Zodra het gemeentelijke milieuprogramma is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending van het programma aan gedeputeerde staten en aan de inspecteur. 4. Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden gekregen van de inhoud van het programma. Hoofdstuk 21. Verdere bepalingen Artikel 21.1 1. Burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en ieder Onzer betrokken Ministers doen jaarlijks verslag aan onderscheidenlijk de gemeenteraad, provinciale staten en de Staten-Generaal over hun beleid met betrekking tot de uitvoering van de hoofdstukken 8, 13 en 18 en paragraaf 14.1∗ van deze wet. Burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten zenden het verslag gelijktijdig met de aanbieding aan de gemeenteraad, onderscheidenlijk provinciale staten, aan de inspecteur. 2. Zij vermelden in hun verslag in ieder geval: a. het aantal malen dat in de periode waarop het verslag betrekking heeft, de termijnen zijn overschreden, die ingevolge artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht gelden voor het geven van de beschikking, de oorzaken daarvan en de maatregelen die zij hebben getroffen of zullen treffen om het overschrijden van die termijnen zo veel mogelijk te voorkomen; b. afzonderlijk de wijze waarop zij de in het eerste lid genoemde hoofdstukken van deze wet hebben uitgevoerd ten aanzien van inrichtingen die geheel of gedeeltelijk gedreven worden door onderscheidenlijk de betrokken gemeente, de betrokken provincie of het rijk.
Hoofdstuk 8 bevat de meldingplicht; hoofdstuk 13 handelt over vergunningen die met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure worden voorbereid, o.a. vergunningen op grond van de kernenergiewet, mijnbouwwet, maar ook op grond van de wabo; hoofdstuk 18 handelt over bestuursdwang; paragraaf 14.1 bespreekt de gecoördineerde behandeling van vergunningen op basis van verschillende wetgeving.