Ziekteverzuimbeleidsplan
Vastgesteld in de bestuursvergadering van 19 mei 2008
INHOUDSOPGAVE 1. Uitgangspunten 1.1 Inleiding & doelstelling 1.2 Verantwoordelijkheid 1.3 Plan
3
2. Preventief beleid 2.1 Inleiding 2.2 Inzet 2.3 BHV 2.4 Voorlichting 2.5 Functioneringsgesprek 2.6 Verzuimgesprek
4
3. Curatief beleid 3.1 Inleiding 3.2 Ziekmeldingsprocedure 3.3 Betrokkenheid 3.4 Werkhervatting en reïntegratie 3.5 Aangepast werk 3.6 Sociaal-medisch teamoverleg 3.7 Rollen
6
4. Registratie en administratie 4.1 Inleiding 4.2 Overzicht 4.3 Evaluatie 4.4 Budgettering
8
Bijlagen: 1. Protocol bij ziekte en reïntegratie 2. Ontwikkelingsmodel
2
9 13
HOOFDSTUK 1.
UITGANGSPUNTEN
1.1 Inleiding & Doelstelling Het ziekteverzuimbeleid maakt onderdeel uit van het arbo- en personeelsbeleid en is gericht op het voorkomen en verminderen van verzuim van personeel. Het ziekteverzuimbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van een speciaal hiervoor opgesteld plan: Het ziekteverzuimbeleidsplan. Dit ziekteverzuimbeleidsplan is een uitwerking van de regels waaraan zulk beleid moet voldoen en omschrijft maatregelen ter bevordering van de veiligheid en de gezondheid en ter voorkoming en beperking van de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) van medewerkers. Met andere woorden, het ziekteverzuimbeleid draagt bij aan het scheppen van een optimaal werkklimaat in overeenstemming met de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Arbowet, Ziektewet, Wet Verbetering Poortwachter (WVP), besluit ziekte en arbeidsgeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs (BZA) en overige relevante regelgeving. Het ziekteverzuimbeleid heeft als doel: - arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen; - ziekteverzuim tot een minimum te beperken; - de wetgeving op dit gebied na te leven.
Doelstelling voor Stichting Cambium is naast het goed uitvoeren van het ziekteverzuimbeleid te zorgen dat uiteindelijk het lijnmanagement én de medewerker zelf probleemeigenaren zijn. Na de uitvoering van een verzuimanalyse door een arbodienst is geconstateerd dat Stichting Cambium conform het ontwikkelingsmodel (zie bijlage 2) ‘functioneert’ in fase 2/3. Hoewel uiteindelijk de intentie bestaat om te acteren volgens fase 4, wordt fase 3 als leidraad gebruikt, zodat op termijn ingezet kan worden op de volgende fase. In bijlage 2 zal een concrete beschrijving van het ontwikkelingsmodel worden weergegeven.
1.2 Verantwoordelijkheid Bestuur en management1 van Stichting Cambium zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitwerking van het ziekteverzuimbeleid aan de hand van het ziekteverzuimbeleidsplan. Het bestuur stelt hiertoe richtinggevende uitspraken op, waarbinnen het management zorg draagt voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid en voor een adequate organisatiestructuur. De basisschooldirecteur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het ziekteverzuimbeleid op schoolniveau. Bestuur en management laten zich in hun werkzaamheden bijstaan door de stafmedewerker personeel en medewerkers van een arbodienst. 1.3 Plan Het ziekteverzuimbeleidsplan, zoals hieronder weergegeven, bestaat uit drie onderdelen: • Preventief beleid, ter verbetering van de verdeling tussen werkbelasting en belastbaarheid van personeel; • Curatief beleid, ter bevordering van het herstel van personeel en spoedige werkhervatting; • Registratie en administratie.
1
3
Met ‘management’ wordt bedoeld: de algemeen directeur en de directeuren
HOOFDSTUK 2.
PREVENTIEF BELEID
2.1 Inleiding “Voorkomen is beter dan genezen”, luidt het spreekwoord. Preventief beleid houdt in dat mogelijke oorzaken van verzuim worden gesignaleerd en dat maatregelen worden genomen om verzuim tegen te gaan. Dit gebeurt aan de hand van: - signalen van de medewerkers (preventiemedewerker); - individuele gesprekken met medewerkers (functioneringsgesprekken, loopbaangesprekken); - regelmatige teamvergaderingen (waarin verzuim, welzijn en arbeidsomstandigheden worden besproken); - directieoverleg; feedback van de medezeggenschapsraden; - risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), en Plan van aanpak; - voorlichting over het verzuimbeleid; - het aanbieden van een Preventief Medisch Onderzoek c.q. (PAGO); - het aanbieden van een open spreekuur over arbeidsomstandigheden. 2.2 Inzet De directeur van de school probeert ziekteverzuim tot een minimum te beperken door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van leidinggeven en voldoende aandacht voor de individuele leerkracht. De werknemer werkt optimaal mee aan de preventie van verzuim door o.a. een gezonde levenswijze op na te houden en problemen tijdig te onderkennen en te bespreken. Met andere woorden, zowel de directeur als de individuele werknemer hebben beiden een verantwoordelijkheid in het beperken van verzuim. 2.3 BHV De directeur van de school draagt zorg voor minimaal één (aanwezige) Bedrijfshulpverlener. Het Centraal Bureau faciliteert stichtingsbreed de opleiding en de nascholing. 2.4 Voorlichting In het teamoverleg komt jaarlijks het ziekteverzuim aan de orde en worden kengetallen vergeleken met het landelijk gemiddelde. Stichting Cambium informeert regelmatig2 voorlichting over onderwerpen die gezondheid en arbeid aangaan, in het bijzonder de preventie van beroepsgebonden aandoeningen. De directeur informeert medewerkers over het gehanteerde ziekteverzuimbeleid en de afspraken die hierover zijn gemaakt. Voorlichting is een essentieel onderdeel van de aanpak van ziekteverzuim. 2.5 Functioneringsgesprek Tijdens jaarlijks terugkerende functioneringsgesprekken is het ziekteverzuim een punt op de agenda. Op deze manier kan systematisch worden geïnventariseerd of er (werkgebonden) oorzaken voor het verzuim zijn en kunnen medewerkers op hun verzuimgedrag worden aangesproken als hier een noodzaak voor is. Specifiek voor het bespreken van verzuim wordt gebruik gemaakt van het verzuimgesprek.
2
Informatieverstrekking: tijdens het directeurenberaad (casuïstiek) en teamvergaderingen, SMT’s twee keer per jaar. Daarnaast zijn er incidenteel voorlichtingen georganiseerd door derden (bijv. Vervangingsfonds, Arbodienst, Loyalis). Tot slot worden er cursussen georganiseerd, waaronder BHV. 4
2.6 Verzuimgesprek De directeur houdt met iedereen die driemaal per jaar heeft verzuimd een verzuimgesprek. Dit gesprek staat los van actueel verzuim en heeft als onderwerp de oorzaak van het individuele verzuimgedrag. Ook de gevolgen van het verzuim voor de school en eventuele wijzigingen in het werk tijdens de verzuimperiode komen tijdens het gesprek aan de orde. In feite weet de directeur wat de oorzaken zijn van het verzuim, maar mogelijk zijn er achterliggende oorzaken. Uit dat gesprek kan blijken of er verzuimd werd als gevolg van medische klachten, arbeidsomstandigheden of privé-omstandigheden. Als de oorzaken van de verzuimredenen na het gesprek bekend zijn, proberen directeur en werknemer tot een oplossing van de problemen te komen. Naar aanleiding van het verzuimgesprek kan worden overwogen om in voorkomende situaties de werkzaamheden tijdelijk aan te passen, dan wel een afspraak te regelen bij de arbodienst.
5
HOOFDSTUK 3.
CURATIEF BELEID
3.1 Inleiding In geval van ziekmelding streeft Stichting Cambium naar het herstel van de werknemer en een zo spoedig mogelijke werkhervatting dan wel reïntegratie. Hoe dit gebeurt, staat hieronder beschreven. 3.2 Ziekmeldingsprocedure De werknemer meldt zich ziek bij de directeur van de school. Tijdens het ziekmeldingsgesprek maakt de directeur een inschatting van wat er precies met de werknemer aan de hand is en schakelt zo nodig passende hulp in. Deze hulp dient erop gericht te zijn de werknemer zo spoedig mogelijk het werk te laten hervatten. Directeur en werknemer dienen zich te houden aan het Protocol bij ziekte en reïntegratie (zie bijlage 1). Stichting Cambium dient er voor te zorgen dat alle medewerkers op de hoogte zijn van het Protocol bij ziekte en reïntegratie. Het Centraal Bureau van Stichting Cambium maakt afspraken met een arbodienst (in ieder geval een bedrijfsarts) over het verrichten van de verzuimbegeleiding. Dit gebeurt om inzicht te krijgen in mogelijk werk gerelateerd verzuim en om onterechte ziekmelding tegen te gaan. 3.3 Betrokkenheid De directeur stimuleert de betrokkenheid van leidinggevenden en collegae bij de situatie waarin de zieke zich bevindt. Telefoontjes, ziekenbezoek, bloemen en dergelijke worden aangemoedigd. Bij langdurig verzuim trachten de schooldirecteuren vervreemding van het werk tegen te gaan, zodat reïntegratie van de werknemer na zijn herstel voorspoedig verloopt. De directeur houdt wekelijks contact met de zieke; relevante post en andere informatie van de school worden doorgestuurd. Het Centraal Bureau van Stichting Cambium ziet er op toe dat op gezette tijden een attentie wordt bezorgd. 3.4 Werkhervatting en re-integratie Werkhervatting brengt een aantal regels met zich mee voor directeur en werknemer. Het Centraal Bureau en de directeur bevorderen de reïntegratie van zieke medewerkers door tijdig maatregelen te treffen en voorschriften te leveren aan de hand waarvan de werknemer zijn werk kan hervatten, dan wel een aangepaste functie kan vervullen. Als blijkt dat de werknemer het eigen werk niet meer kan uitvoeren en er geen geschikte arbeid voorhanden is, probeert de directeur de werknemer in een andere organisatie van passend werk te voorzien. Het Centraal Bureau zal ondersteuning bieden in dit proces.
3.5 Aangepast werk Door middel van tijdelijk aangepaste werkzaamheden blijft de werknemer betrokken bij zijn werk en zal hij minder snel in de WIA belanden. Bovendien kan de directeur gebruik blijven maken van de kennis en capaciteiten van de werknemer. De bedrijfsarts geeft in dit geval aan wat de mogelijkheden/beperkingen zijn van de werknemer. De directeur bekijkt welke deeltaken van de functie kunnen worden aangeboden. Bij aangepast werk dan wel arbeidstherapeutisch werk moeten afspraken worden gemaakt over het doel, de aard, inhoud en duur van het werk. Aangepast of therapeutisch werk is nooit een doel op zich, maar zal in de regel zijn gericht op hervatting van het oorspronkelijke werk binnen een bepaalde termijn. Aangepast of therapeutisch werk kan tevens als middel worden ingezet om duidelijkheid te verkrijgen over de mogelijkheden van reïntegratie. De directeur maakt duidelijke afspraken over de termijn waarbinnen het middel aangepast of therapeutisch werk wordt ingezet. Bij arbeidstherapeutische arbeid wordt een termijn van in totaal maximaal 6 weken aangehouden. 6
3.6 Sociaal-medisch teamoverleg Gemiddeld twee keer per jaar komt het sociaal-medisch team bij elkaar voor overleg. Dit is in de regel een Beleids-SMT, dat als doel heeft het ziekteverzuimbeleid en arbobeleid te evalueren met het Centraal Bureau en de schooldirecteuren. Ook de mogelijkheden voor aangepast werk zijn onderwerp van gesprek. In principe wordt tijdens deze gesprekken geen casuïstiek behandeld. Het team bestaat uit de Algemeen Directeur, de Stafmedewerker Personeel, de bedrijfsarts en/of maatschappelijk werker en de schooldirecteuren. 3.7 Rollen Binnen het verzuimcyclus worden bij het proces (mogelijk) verschillende actoren betrokken om te komen tot een resultaat, bij voorkeur terugkeer in het eigen werk. Iedere actor heeft een andere rol in het proces. Het is dan ook belangrijk om van elkaar te weten wat ieders verantwoordelijkheid dan wel taak is: - Verzuimende: probleemeigenaar, arbeidsgeschiktheid bespreken, kansen zoeken, overleg plegen met de directeur (eigen initiatief). - Directeur: Arbeidsmogelijkheden zoeken, reïntegratiegesprekken voeren, advies vragen aan de bedrijfsarts of andere specialisten, registratie gegevens. - Casemanager (Stafmedewerker Personeel): Adviseren van het management. Managementinformatie overleggen. Faciliteren van leidinggevenden. Procesgangbewaking eerste ziektejaar. Verantwoordelijk voor reïntegratie in het 1e WIA jaar. Op de hoogte zijn van relevante wetgeving. Contactpersoon voor arbodienst, UWV, verzekeraar, behandelaar etc. - Collegae: Aandacht geven aan de zieke collega. Op de hoogte brengen van nieuwe ontwikkelingen. Collega erbij betrekken indien mogelijk. - Bedrijfsarts: Verzuimer zien als symptoom. Hervattingsadvies geven aan leidinggevende, m.b.t. “mogelijkheden”. Organisatie-advies verstrekken aan P&O. De bedrijfsarts heeft geen diagnosticerende taak. - Verzuimconsulent: verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding en de aanspreekpunt voor de zieke medewerker, de directeur en de bedrijfsarts. - Arbeidsdeskundige: adviseert en ondersteunt de klant bij vraagstukken op het gebied van dreigende en/of (vermijdbare) arbeidsongeschiktheid. Analyseert en bevordert inzetbaarheid van de individuele casuïstiek. - Bedrijfsmaatschappelijk werker: wordt ingezet als medewerkers problemen ervaren die een negatief effect hebben op het functioneren (bijv. bij problemen op het werk of privéproblemen). - Bedrijfspsycholoog: behandelt werkgerelateerde problematiek, zoals burnout en het niet kunnen omgaan met werkdruk. - Preventiemedewerker: ondersteunt de werkgever bij de zorg voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid. Heeft kennis van arbo-zaken. Door Stichting Cambium wordt dit gezien als taak en niet als functie en valt onder het takenpakket van de stafmedewerker personeel.
7
HOOFDSTUK 4.
REGISTRATIE EN ADMINISTRATIE
4.1 Inleiding Om het ziekteverzuim te kunnen sturen, evalueren en bij te stellen draagt Stichting Cambium zorg voor een nauwkeurige registratie en administratie van de afwezigheid van personeel, absentie door ziekteverzuim inbegrepen. Hiervoor maakt Stichting Cambium gebruik van een registratiesysteem van het administratiekantoor waarmee de volgende gegevens kunnen worden gegenereerd: - het ziekteverzuimpercentage per individu en per school in een bepaalde periode; - de gemiddelde ziekteverzuimduur in dagen per individu en per school in een bepaalde periode; - de ziekmeldingsfrequentie per individu en per school in een bepaalde periode; - een indeling van het ziekteverzuim per school op grond van leeftijd, geslacht, OP, OOP enzovoort; - de aard van het verzuim per individu, per school en stichtingsbreed. 4.2 Overzicht Het Centraal Bureau maakt twee keer per jaar een overzicht per school. Dit overzicht bevat algemene, geen individuele, verzuimgegevens, die in de teamvergadering van de school worden besproken. De kengetallen van de eigen school worden gespiegeld aan die van het landelijk gemiddelde. 4.3 Evaluatie Jaarlijks maakt een arbodienst een analyse van het verzuim op schoolniveau. Deze gegevens worden gebruikt bij de contractevaluatie ofwel bij aanpassing van de contractafspraken. Eenmaal per jaar voert Stichting Cambium een evaluatiegesprek met de arbodienst over de verzuimcijfers per school. 4.4. Budgettering In de jaarlijkse begroting reserveert Stichting Cambium een bedrag voor de kosten van de reguliere verzuimbegeleiding door een arbodienst. Daarnaast wordt een bedrag in de begroting opgenomen voor de kosten van inhuur van extra begeleiding bij reïntegratie.
8
PROTOCOL BIJ ZIEKTE EN REÏNTEGRATIE
Aanleiding Wanneer een werknemer ziek is treedt gelijk de wet “Wet verbetering Poortwachter” in werking. Deze lijn niet volgen, kan (grote) consequenties opleveren in de (nabije) toekomst. Op dit moment wordt een invaller bekostigd vanuit de Vervangingsfonds, maar dit zal op termijn komen te vervallen. Er zijn ook andere redenen te bedenken om toch op zeer korte termijn te beginnen met reïntegratie van de zieke, of anders gezegd, veelvuldig contact te onderhouden met als gezamenlijk doel: “reïntegreren in de huidige functie”. Denk bijvoorbeeld aan: - continuering van het onderwijsprogramma; - contacten met de ouders en kinderen; - individuele vraagstukken binnen de klas; - taakbeleid; - overbelasting van andere collegae; - bij het niet hebben van een goed reïntegratieverslag, kan het UWV besluiten om de salarisdoorbetaling te verlengen na twee jaar. Reden te meer dus om de zieke leerkracht zo snel mogelijk weer voor de klas te laten verschijnen. Doelstelling Dit protocol bij Ziekte en Reïntegratie heeft als doel: - arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen; - ziekteverzuim tot een minimum te beperken; - de wetgeving op dit gebied na te leven. Om deze doelstelling te realiseren is er door het rijk de Wet Verbetering Poortwachter in leven geroepen, om werkgevers daarin meer verantwoordelijkheid te laten nemen. Verantwoordelijkheid Stichting Cambium, de directeuren en de medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor de uitwerking van het ziekteverzuimbeleid. Bestuur en schoolleiding laten zich in hun werkzaamheden bijstaan door een arbodienst. Procedure Wet Verbetering Poortwachter Hieronder volgt een uitwerking van de Wet Verbetering Poortwachter, met daarbij extra uit te voeren activiteiten. 1e dag
6 weken
8 weken
Werknemer meldt zich ziek bij de directeur. Werkgever meldt werknemer ziek bij het AK.
Probleemanalyse op te stellen door de arbo-arts
Werkgever stelt samen met de werknemer een plan van aanpak op
9
Dertien weken Werkgever doet aangifte van ziekte van werknemer bij UWV
1e jaarsbeoordeling Evaluatie reïntegratieverloop van het eerste jaar, en bepaald eventueel toekomstige stappen
1 jaar en acht maanden Werknemer krijgt van UWV informatie over het aanvragen van een WIAuitkering. Werkgever stelt samen met werknemer een reïntegratieverslag op.
(De schuingedrukte regels zijn binnen de Wet Verbetering Poortwachter niet verplicht.) Eerste dag Werknemer meldt zich, ruim voordat de les/werkdag aanvangt, doch voor 7.30 uur (zodat er eventueel naar vervanging gezocht kan worden), ziek bij de directeur. Wanneer de directeur niet aanwezig is, neemt deze dezelfde dag nog contact op met de werknemer. Dit heeft tot doel: - interesse in de zieke; - kunnen inschatten hoe lang de zieke nog absent blijft; - grijs verzuim3 ontdekken; - kunnen bepalen wat de organisatie kan doen voor de zieke werknemer, waarmee reïntegratie bespoedigd wordt. De directeur meldt de werknemer ziek bij het administratiekantoor.
2e week De directeur meldt de werknemer ziek uiterlijk de 14e ziektedag bij de verzuimconsulent van een arbodienst en bepaalt (evt. i.o.m. de stafmedewerker personeel) de te nemen actie (geen actie is ook een actie). 3e week De werknemer komt (eventueel) bij de verzuimconsulent/bedrijfsarts/arbeidsdeskundige op bezoek. De arbeidsmogelijkheden worden besproken. In de derde week (wanneer ingeschat kan worden dat het verzuim langer zal duren) gaat de directeur eventueel met een collega op bezoek (indien gewenst) bij de zieke collega. 6e Week De directeur overlegt met de verzuimconsulent over een eventueel op te stellen probleemanalyse. Wat staat er in de probleemanalyse: - In de analyse staat waarom de werknemer niet of minder kan werken en welke beperkingen hij heeft om zijn werk te kunnen doen. Verder stelt de arts vast of, hoe en wanneer de werknemer weer aan het werk kan. - De arts geeft in zijn analyse aan of de werknemer zijn eigen werk kan gaan doen. Als dat niet zo is, onderzoekt hij of er ander werk is dat de werknemer wel kan gaan doen. Als er geen passend werk is binnen de organisatie, moet de directeur met de werknemer op zoek gaan naar werk bij een andere werkgever. - De arts geeft advies of en hoe de werknemer weer aan de slag gaat, door bijv. stap voor stap meer uren te gaan werken of door andere werktijden of een aanpassing op de werkplek. Nb. Het opstellen van een probleemanalyse kost de stichting geld. Wanneer goed is overlegd met de werknemer kan een juiste inschatting gemaakt worden hoe lang de werknemer nog ziek zal blijven. Er zijn daarbij vier keuzemogelijkheden: 1. Probleemanalyse laten opstellen door de bedrijfsarts; 2. Een beknopte probleemanalyse laten opstellen door de bedrijfsarts; 3. Een probleemanalyse laten opstellen door de verzuimconsulent; 4. Geen probleemanalyse laten opstellen. Bij twijfel kan advies ingewonnen worden bij de stafmedewerker personeel. 3
Wit verzuim: er is sprake van een aantoonbare gezondheidsproblematiek. Grijs verzuim: het is niet duidelijk of er aantoonbare gezondheidsproblemen zijn, maar diverse (werkgerelateerde) klachten leiden tot het besluit zich ziek te melden. Zwart verzuim: er is in het geheel geen sprake van gezondheidsproblemen of klachten maar andere (werkgerelateerde) factoren leiden tot ziekmelding. Bron: S. Rethmeier, 2005. 10
< 8e week De directeur stelt samen met de werknemer een plan van aanpak op. Hiervoor maakt de directeur een afspraak met de werknemer, indien mogelijk op de werkplek. In dit plan van aanpak staan de afspraken vermeld die besproken zijn bij dit gesprek, ter bevordering van een te realiseren doel. Zowel de directeur als de werknemer ondertekenen dit verslag en iedereen krijgt een exemplaar. Ook de stafmedewerker personeel ontvangt een exemplaar. Formulieren daarvoor kunnen gedownload worden op de website van het UWV. 13e week De directeur meldt de werknemer ziek bij het UWV. (Deze activiteit is door Stichting Cambium gedelegeerd aan het administratiekantoor.) Iedere zes weken De directeur evalueert samen met de werknemer iedere zes weken het plan van aanpak. Dit mag uiteraard ook vaker. Wanneer er zich wijzigingen voordoen in de situatie, kan het plan van aanpak aangepast worden. Wanneer er geen wijzigingen zijn, wordt er wel een gespreksverslag gemaakt. Zowel de directeur als de werknemer ondertekenen dit verslag en ieder (incl. stafmedewerker personeel) krijgt daarvan een exemplaar. Dit verslag wordt zowel door de directeur als door de stafmedewerker personeel gearchiveerd in het personeelsdossier. Initiatief voor deze actie ligt bij de directeur. 1e jaarsbeoordeling Voor afloop van het eerste ziektejaar is de directeur verplicht om samen met de werknemer de stappen te evalueren die in het eerste ziektejaar zijn gezet om de reïntegratie te bevorderen. Samen wordt vastgesteld of het verstandig is om het plan van aanpak bij te stellen. Deze evaluatie wordt onderdeel van het reïntegratieverslag. Initiatief van deze actie ligt bij de directeur. E.e.a. wordt wederom door beide partijen ondertekend en gearchiveerd. 1 jaar en 8 maanden De volgende activiteiten moeten worden verricht: • Actueel Oordeel: Bedrijfsarts; • Evaluatie Plan van Aanpak: directeur met werknemer; • De werknemer ontvangt van de directeur de volgende verslagen (origineel): plan van aanpak + bijstellingen, probleemanalyse, actueel oordeel (= reïntegratieverslag). • Aanvraag WIA-uitkering + Reïntegratieverslag + medische gegevens bij UWV indienen: werknemer. In overleg met de directeur kan besloten worden (eenmaal) om de aanvraag WIA uit te stellen. 2 jaar UWV beoordeelt de reïntegratie-inspanningen van de werkgever en de werknemer. NB: Wanneer er geen passend werk gevonden kan worden voor de werknemer binnen de Stichting binnen het termijn van twee jaar, zal er gezocht moeten worden naar passend werk buiten de Stichting. Activiteiten daaromtrent moeten duidelijk aangetoond worden. De werknemer is verplicht om hieraan mee te werken.
Algemene bepalingen
11
Er wordt in de eerste zes weken van het verzuim minimaal wekelijks contact gehouden. De zieke leerkracht zorgt voor zover redelijkerwijs verlangd kan worden dat de vervangende leerkracht zo spoedig mogelijk over een lesprogramma beschikt en over alle informatie die nodig is om de lessen te kunnen overnemen.
12
De werknemer dient tijdens het ziekteverzuim bereikbaar te zijn voor de directeur van de school en voor het Centraal Bureau, uiteraard voor zover de gezondheidstoestand dit toelaat. Tijdens het verzuim is niet toegestaan andere werkzaamheden te verrichten zonder toestemming van de bedrijfsarts en overleg met het Centraal Bureau of de directeur van de school. Van de werknemer wordt verwacht dat veranderingen in de situatie worden doorgegeven aan de directeur en een arbodienst. Een zieke werknemer werkt mee aan een spoedig herstel en doet er alles aan om op een zo kort mogelijke termijn het werk te hervatten. Adviezen van de bedrijfsarts moeten dus worden opgevolgd. Van de werknemer wordt verwacht met een arbodienst en directeur mee te denken over reïntegratieactiviteiten. De directeur zal alle reïntegratie-inspanningen verrichten die redelijkerwijs van hem kunnen worden verwacht om de werknemer snel weer aan het werk te helpen in de eigen organisatie. Conform het reglement van de Stichting Vf/BGZ wordt, wanneer het verzuim langer dan zes weken duurt, door een arbodienst een verklaring afgegeven waarin al dan niet wordt aangegeven dat het verzuim wordt veroorzaakt door ziekte. Wanneer de gezondheidstoestand het toelaat wordt een werknemer die langdurig verzuimt uitgenodigd om de school te bezoeken en deel te nemen aan sociale activiteiten teneinde de band met de school in stand te houden. In de WIA blijft een werknemer met minder dan 35% loonverlies in beginsel in dienst van de werkgever. Werkgever en werknemer moeten er alles aan doen om de werknemer aan het werk te houden. Lukt dat niet dan heeft de werknemer eventueel recht op WW of bijstand. De ontslagtermijn kan worden verlengd met als volgende redenen: a. met de duur van de vertraging indien de directeur de aangifte van de arbeidsongeschiktheid bij het UWV later doet dan is voorgeschreven. b. op gezamenlijk verzoek. c. indien de werkgever zonder grond zijn verplichtingen onvoldoende nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht.
Ontwikkelingsmodel P&O (verzuim bekorten)
Werkgever 1+
1
Lijn (gezond & gemotiveerd)
2+
3+
2
3
4
Controle
Advies
uitbesteden Ontwikkelings fase
zelf-regie
1
2
3
4
(verzuimer) Controleren
(verzuim-gedrag) Beïnvloeden
(arbeidsgeschiktheid) Beheersen
(inzetbaarheid) Bevorderen
verzuim% / meldingsfrequentie/jr (indicatief)
>5 % >1,5
4–5% 1,0 – 1,5
3–4% 0,8 – 1,0
<3 % < 0,8
Kernactiviteit (inhoud) Actor (trekker)
Extern legitimeren van verzuim
Intern legitimeren van verzuim
Activeren en voorkómen
Lekker werken tot je pensioen
Bedrijfsarts (P&O)
Leidinggevende bedrijfsarts P&O
Leidinggevende (BA / P&O in adviesrol)
Leidinggevende en medewerker (P&O / BA in adviesrol)
‘KLANT’ (voordeel voor)
Leidinggevende Verzuimers (P&O) bedrijfsarts
Verzuimers
Medewerkers
Afdeling
Lijn management en P&O Verzuim is een probleem en kost geld
Lijnmanagement
Lijnmanagement Medewerker
Werkbelasting en verzuim zijn gedrag (van leidinggevende)
Gezondheid is een Recht, brengt ook Plichten mee Werkgelegenheid
Criteria Kengetallen
Probleem Eigenaar Achterliggend e Visie Omgevings factoren
13
Ziekteverzuim is een Rècht
(vroegere) Collectieve sociale zekerheid
e
21 eeuw: WVP Competenties leidinggevenden
Competenties leidinggevenden Rol OR
Ontwikkelings fase Criteria INK-model Ontwikkelings fase Criteria Rollen Medewerker
leidinggevend e
1
2
3
4
(verzuimer) Controleren
(verzuim-gedrag) Beïnvloeden
(arbeidsgeschiktheid) Beheersen
(inzetbaarheid) Bevorderen
Activiteit oriëntatie
Proces oriëntatie
Systeem oriëntatie
Keten oriëntatie
1
2
3
4
(verzuimer) Controleren
(verzuim-gedrag) Beïnvloeden
(arbeidsgeschiktheid) Beheersen
(inzetbaarheid) Bevorderen
Ziek-melden ‘slachtoffer’ afwachtend
Verzuim motiveren (wat kan NIET)
Afwachtend
P&O Ontvangen /registreren bedrijfsarts
ziekmelding Uitvoeren procedures Cliënt heeft symptoom Analyse-diagnoserecept Rapportage aan P&O (spreekuurbriefje)
Gedrag Medewerker Voelt zich niet lekker en
meldt zich ziek bij receptie of administratie
Leidinggevende Neemt de ziekmelding
voor kennisgeving aan. ‘Ziek=ziek, is niet mijn probleem’
Arbeidsgeschikth. Samen ‘heft in handen’ Bespr. actief / verantwoordelijk ‘kansen’ zoeken Reïntegratieplan overleg met leidingg. Ontv verzuimmelding Mogelijkheden zoeken Samen ‘heft in handen’ moeilijkheden zien reïntegratiegesprekken actief / verantwoordelijk verzuimgesprekken ‘vraag’ aan bedrijfsarts Reïntegratieplan Begeleiden/ stimuleren Motiveren management Adviseren over toekomst Management-info Strategie P&O leidinggevende handhaven procedures faciliteren leidinggvd. faciliteren management Verzuimer = symptoom Adviseren op verzoek Gedetailleerd Hervattingadvies aan Meedenken in hervattingadvies aan ldg, ‘opbouw in overleg’ ontwikkelingen P&O en Organisatieadv aan Organisatie - gericht leidinggevende P&O Heeft klachten en meldt zich ziek bij leidinggevende.
Ontvangt ziekmelding en vraagt naar de reden. Filtert ‘gedrag’. Geeft melding door aan P&O.
P&O Ontvangt en verwerkt de Registreert en coacht ziekmelding
Bedrijfsarts Roept patiënt op na
aantal afgesproken dagen. De opbouw naar werk gaat via het volgende consult. (2 à 3 weken)
14
de leidinggevenden in het uitvoeren van de procedures Adviseert P&O i.a.a. leidinggevende. De opbouw naar werk gaat in fasen tot het volgende consult. (6 weken)
Heeft klachten en onderzoekt samen met de leidinggevende de mogelijkheden
Heeft klachten, voelt zich verantwoordelijk, denkt zelf na wat nog wel kan. Overlegt dit met leidinggevende.. Zoekt samen met de Kijkt samen met de medewerker naar medewerker naar de mogelijkheden om te inzetbaarheidmogelijkhe werken. Stelt een vraag den. Voelt zich aan de bedrijfsarts. verantwoordelijk voor de Geeft verzuim door aan inzetbaarheidgraad van P&O de afdeling Registreert en genereert Voelt zich adviseur van managementinfo. Stelt het management en stelt zich op als adviseur van zich als zodanig op. leidinggevenden Geeft antwoord op de Richt zich op gestelde vraag aan de inzetbaarheid van de leidinggevende evt. medewerker en i.a.a. P&O. adviseert de De opbouw naar werk leidinggevende op zijn gaat in overleg met de verzoek. leidinggevende. Als het niet lukt, dan een nieuwe afspraak