ZET BEWEEGT Deze Gazetta is een uitgave van Zet, het Brabantse Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Zet levert expertise op gebied van toegankelijkheid, leefbaarheid, participatie en sociale zorg.
GaZet Special 2012 |
Sportplan 2016 Sport levert winnaars op. In meerdere opzichten. Voor de hand ligt het om daarbij te denken aan de sporters die een wedstrijd of kampioenschap winnen. Maar er is meer, bij het sporten wint eigenlijk heel Brabant. De sporters omdat sporten plezier en vriendschappen oplevert en een goede gezondheid. Sporten verenigt ook mensen die niet actief sporten maar die wel actief zijn in hun vereniging en zo een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale samenhang in Brabant. Sport is een belangrijke economische factor, zeker als het om topsport gaat. Bij een belangrijke wedstrijd of kampioenschap komen de supporters naar Brabant om het evenement bij te wonen en hun kampioen of team aan te moedigen. Ondertussen leren ze Brabant kennen, boeken een hotelkamer en eten een hapje. Daar levert de optelsom van vele kleinere en grotere bestedingen een bijdrage aan onze economie. Sport maakt van Brabant ook in internationaal opzicht een winnaar, het levert een bijdrage aan het imago van onze provincie. Brabantse topsporters zijn in dat opzicht onze ambassadeurs, van Gianni Romme, Anky van Grunsven, Pieter van den Hoogenband tot al die anderen die zich met hart en ziel inzetten. Juist dit alles maakt dat de provincie investeert in sport. Zodat het sportklimaat in Brabant goed blijft, de Brabanders fit en actief kunnen sporten. Recentelijk hebben Provinciale Staten van Brabant het Sportplan aangenomen als een investering in een sportieve toekomst. Wim B.H.J. van de Donk, Commissaris van de Koningin Foto Erik van der Burgt
Op Zet kun je bouwen!
Bouwkundigen aan het werk bij Zet
Eén van de bouwkundigen bij Zet is Arjan van Peer. Dat hij bouwkundige zou worden was al vroeg bekend. Als kind hield hij al van Lego. Opbouwen, afbreken en weer opbouwen. De basis voor de opleiding Bouwkunde werd vroeg gelegd.
Fotos johan wouters
Zet is een Centrum voor Maatschappelijke ontwikkeling. Niet echt een organisatie waar je een bouwkundige verwacht. Dus, wat doet een bouwkundige bij Zet? ‘We toetsen zowel gebouwen als hun omgeving op bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid. Daarbij moet je denken aan nieuwbouw, bestaande gebouwen, maar ook de omgeving (haltes, routes, natuurpaden).’ De bouwkundigen van Zet toetsten de afgelopen jaren allerlei voorzieningen: multifunctionele accommodaties, theaters, bibliotheken, recreatieve voorzieningen en ook sportaccommodaties. ‘Zwemclub PSV, RBC Roosendaal en Hockeyclub Den Bosch.’, somt Arjan op. ‘Niet alleen kijken we naar wat we kunnen doen voor mensen met een beperking als het gaat om de fysieke toegankelijkheid van de accommodatie, we hebben ook vrijwilligers getraind in de omgang met mensen met een beperking en gekeken naar de informatievoorziening, bijvoorbeeld de website. De organisatie krijgt voorstellen voor verbetering op de drie pijlers van toegankelijkheid’, vertelt Arjan. Arjan is ook gek van sport, zoals hij zelf zegt: ‘Je moet ook interesse hebben in sport om enthousiast binnen dit project te blij-
Zet en toegankelijkheid De drie pijlers integrale toegankelijkheid Fysieke toegankelijkheid Kan ik er komen, kan ik er in, kan ik er gebruik van maken en kan ik er veilig uit. Sociale toegankelijkheid Bejegening van mensen met een beperking. Informatievoorziening Toegankelijke informatie.
ven. Dat heeft zijn weerslag op het contact.’, meent hij. ‘Er ontstaat hierdoor een leuk gesprek, waarin je meer informatie krijgt dan tijdens het formele contact.’ Hij vindt het heerlijk om werk en zijn interesse in sport op deze manier te kunnen combineren. Voor meer informatie over integrale toegankelijkheid zie zetopen.nl of mail naar
[email protected].
‘We checken, we doen voorstellen voor verbetering en we trainen stewards’ | GaZet Special 2012
Maatschappelijk betrokken wereldtopper Marianne Vos
Het is goed dat we hier te maken hebben met een echte doorbijter met passie, want het is nog een lange weg die ze moet afleggen. Het fietsen op hoog niveau is meer dan alleen hard kunnen trappen.’ Sportplan Brabant Ze fietst zelf over de hele wereld en heeft aan volgers geen gebrek. Veel fans komen naar de veldritten in Nederland en aanpalende landen. Bij de grotere wedstrijden verder weg moet men het doen met televisiebeelden. Door de provincie Noord-Brabant is er via het Sportplan een impuls aan het ontstaan om grotere evenementen naar haar eigen woongebied te halen. ‘Geweldig, niet alleen kunnen dan veel meer mensen ons live in actie zien, het is ook een geweldige stimulans voor deze mensen om zelf in beweging te komen. Naast deze insteek op evenementen, is het van groot belang dat afgezien van topsport ook veel geïnvesteerd wordt in de breedtesport. Via de breedtesport komt er dan ongetwijfeld nieuw talent naar boven. Andersom vergeten ze ook niet om nu al de toppers te helpen, zodat die weer als voorbeeld kunnen fungeren voor de aanstormende talenten.’
rol die ze vervult, is in haar geval geen kunstje. ‘Nee, als je dit doet omdat het je vanuit een ploeg of sponsor opgedragen wordt, dan kun je het beter laten. Wij kijken binnen onze ploeg wat het beste bij iemand past en daarna wordt het ingepast in ons programma.’
De in het West-Brabantse Meeuwen woonachtige Marianne Vos is niet alleen binnen de sport de beste ambassadeur voor NoordBrabant. De vrouw die zich honderd procent inzet op de fiets, neemt ook haar rol als aanjager van maatschappelijke activiteiten serieus. Tussen het rijden (en meestal winnen) van koersen neemt ze de tijd om vooral op scholen de passie te preken. ‘Ja, daar gaat het om. Ik vind het geweldig om bij voorkeur op basisscholen mijn eigen passie voor de sport over te brengen op de kinderen. Iedereen heeft talenten. Ik maak ze duidelijk dat als je die wilt ontwikkelen, je moet beschikken over doorzettingsvermogen. Natuurlijk gaat het ook wel over gezondheid en goede voeding, maar toch al-
tijd ondergeschikt aan het belangrijkste thema, je passie voor iets ontwikkelen. Het is vooral zo leuk, omdat de kinderen daarna met bergen vragen komen over mijn leven als topsporter. Ik geef dan aan dat ook ik ooit op de lagere school er achter kwam dat ik hard kon fietsen, en door dit talent te ontwikkelen nu bekers win.’ De maatschappelijke
Doorbijter Op een heel ander vlak zet Marianne zich ook in om de passie van een ander te ondersteunen. Eind 2011 werd bekend dat haar ploeg versterkt zal worden met Monique van der Vorst. Deze sportvrouw zat vanaf haar 13e in een rolstoel, sportte in een handbike en won twee zilveren medailles tijdens de Paralympics in Beijing. Na een autocrash kreeg ze het gevoel terug in haar benen. Na wat minder geslaagde pogingen om hard te lopen, koos ze voor het wielrennen. ‘Ja, een geweldig verhaal. Ik kende Monique niet persoonlijk, maar we sporten wel samen binnen de KNWU, waar het handbiken is ondergebracht. Onze ploeg zal er alles aan doen om haar te ondersteunen in haar doelstelling om ook op de fiets de top te halen.
Aan de vooravond van een ongetwijfeld mooi wielerjaar blikt ze heel kort terug op het ‘missen’ van de trofee van Sportvrouw van het jaar. Heel sportief merkt ze op dat alle kandidaten goed gepresteerd hadden in het sportjaar 2011. ‘Daarnaast heb ik al twee van die beeldjes in mijn woonkamer staan. Dit jaar moet het vooral gaan gebeuren in Londen. Niet op de Olympische baan, maar op de weg. Ik ga voor het hoogste op zowel de wegwedstrijd als het tijdrijden. Ik heb na het zware seizoen van verleden jaar een prachtige wereldreis gemaakt, ben weer goed in vorm aan het komen en ga me na het WK veldrijden volledig focussen op de Spelen.’ Wie weet staat ze eind 2012 zomaar voor de groep 8 van een basisschool te vertellen over passie met twee gouden plakken om haar nek.
ZET, MVO en de BRABANTSE TOPSPORT In 2009 heeft Zet een onderzoek verricht naar de maatschappelijke activiteiten van de negen Brabantse Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s). De uitkomst was zeer positief. Allen zetten zich meer dan gemiddeld in op dit front. In 2011 is daarna een soortgelijk onderzoek verricht binnen de overige vertegenwoordigers van de Brabantse topsport. Aangevuld met tafeltennis, basketball en het
fieldlab aangepast sporten werden de zeven kernsporten (atletiek, turnen, zwemmen, paardensport, hockey, judo en wielrennen) bezocht. Ook binnen deze sporten werd duidelijk dat er veel tijd besteed wordt aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). De rapporten zijn bij Zet in te zien. Contactpersoon van deze projecten ‘Langs de Lijn’ is Wouter Schelvis,
[email protected]
Samen naar goud Zet en Sportservice Noord-Brabant Sportservice Noord-Brabant voert al vele jaren diverse projecten uit in bijna alle gemeenten in Noord-Brabant. Daarbij valt te denken aan advies aan verenigingen: thema-avonden voor sportclubs, maar ook één-op-één trajecten met sportverenigingen. SSNB werkt ook aan sportstimulering, van gehandicaptensport tot buurtactiviteiten. En SSNB is betrokken bij initiatieven om onze provincie op olympisch niveau te brengen.
Ambitie 1 t/m 8
Ambitie 1 t/m 8
Ambitie 1 t/m 5
Ambitie 4
Ambitie 3,5,6
Ambitie 6,7
Ambitie 6,7
Ambitie 1 t/m 4
Ambitie 8
Iedere alliantiepartner draagt vanuit de eigen maatschappelijke rol bij aan het realiseren van de ambities van het Olympisch Plan 2028 Sportplan Brabant 2016, bestuursakkoord Tien voor Brabant
Sport, ruimtelijk, economisch, evenementenbeleid, etc.
Ontwikkelen van kennis, innovatie, bewegingsonderwijs, begeleiding, etc.
Sport als middel, preventie, gezondheid, welzijn
Bijdrage vestigingsklimaat
Afstemming infrastructuur, goed leefklimaat, voldoende sportaccommodaties
Versterken vestigingsklimaat, economie, arbeidsparticipatie
Gezonde leefstijl, Welzjn, (top)sportvriendelijke faciliteiten, sociale cohesie
Rijk media-aanbod in breedte en diepte
De Sport Sport als doel en middel (sportverenigingen, -bonden, etc.)
Provinciale Overheid Provincie Noord-Brabant
Lokale Overheden Brabantse Gemeenten
Onderwijs & Wetenschap (van PO tot WO, TNO, Innosport, Mulier instituut, etc.)
Zorgsector (eerste, tweedelijnszorg, SMC’s, paramedische sector, etc.)
Cultuur-en Vrijetijdssector (Culturele Hoofdstad, Vrijetijdshuis, Routebureau Brabant, etc.)
Planologische sector Ruimte, landschap, infrastructuur (woningcorporaties, bouwbedrijven, etc.)
Economische sector Bedrijfsleven (SER, BZW, Topsport Brabant, etc.)
Maatschappelijke sector Organisaties die zich inzetten voor de sport (vrijwilligers, bedrijfsleven, etc.)
Mediasector Schrijvende, beeldende en digitale media (Brabants Dagblad, Omroep Brabant, etc.)
SSNB is een motor achter het Olympisch Netwerk Brabant en het Sportplan 2016, het plan om van Noord-Brabant dé sportprovincie voor 2016 te maken! Over het sportplan meer elders in deze krant. Wilt u meer weten over SSNB, bel dan 0135349027 of kijk op
[email protected].
Ambitie 1 t/m 8
Sportbeoefening, sportbeleving, leefbaarheid, gezonde leefstijl, etc.
Olympisch vuur brandt in Brabant
Ambitie 1 t/m 8
Sportorganisaties Sport als doel en middel (Sportservice NoordBrabant, Sportservicepunten, etc.)
Sportservice Noord-Brabant maakt deel uit van het Olympisch Vuur en vormt samen met andere partners het Olympisch Netwerk Brabant. Samen zetten zij zich in voor de verbetering en professionalisering van de sport. SSNB ontwikkelde een model om de saamhorigheid kracht bij te zetten en te laten zien welke ambitie bij welke
Het Olympisch Vuur gaat echter niet alleen over topsport, maar ook over breedtesport. Breedtesport legt de basis om toptalent te ontwikkelen. Daarvoor zijn goede en toegankelijke voorzieningen belangrijk. Sportservice Noord-Brabant zet zich ervoor in dat iedereen kan sporten en bewegen. Of je nu jong bent of oud, met of zonder beperkingen, of je sport voor de lol of op topniveau: sporten is leuk!
Missie Olympisch Vuur Brabant / Olympisch Netwerk Brabant Het Olympisch Netwerk Brabant creëert en onderhoudt allianties tussen lokale, provinciale en landelijke partners, ter realisatie van de belangrijkste nationale en provinciale sportambities en de regionale ambities van de partners. Daarmee levert ONB een wezenlijke bijdrage aan het OP 2028.
Sportstimulering, topsportbegeleiding, organisatie evenementen
Enthousiaste reacties In Nederland wordt vol enthousiasme gereageerd op het Olympisch Plan 2028. Begin 2009 gingen NOC/NSF en het kabinet al akkoord. Andere partijen volgden in rap tempo en zo werd het Olympisch Vuur geboren, de landelijke alliantie voor het Olympisch Plan 2028. In het verlengde daarvan volgde een Brabantse alliantie: het Olympisch Netwerk Brabant.
partner hoort. Het schema toont alle partijen die het Olympisch Netwerk Brabant vormen en zo het Olympisch Vuur aanwakkeren.
GaZet Special 2012 |
Gedeputeerde Brigite van Haaften blij met steun voor Sportplan Brabant
Kracht maken we met elkaar Op 15 december, een dikke week voor Kerstmis, is formeel een start gemaakt met het provinciale Sportplan Brabant 2016. Een week eerder sprak een meerderheid van Provinciale Staten zich in positieve zin uit over dit ambitieuze project met een totaalbegroting van 40 miljoen euro. Op de dag dat de subsidieregeling van kracht wordt schuift de redactie van deze GaZetta aan bij de vrouw die vol vuur de sport in onze provincie een oppepper gaat geven. Brigite van Haaften staat pal achter haar sportplan, maar wil om te beginnen eerst met ons kwartetten. ‘Het is van belang dat de mensen in Brabant begrijpen dat dit niet alleen een impuls is voor de georganiseerde topsport. Ook, of misschien wel juist, de gewone Brabander gaan de positieve effecten van dit plan merken. Laten we eerst even de vier sporen van dit plan op een rijtje zetten. Met dit kwartet aan plannen in de hand wordt dan duidelijk dat we over de hele breedte van de sport samenwerkingsverbanden tot stand gaan brengen. Niet verwonderlijk, want in het bijeen brengen van mensen zijn wij als provincie erg goed.’ De zelf ook sportieve gedeputeerde geeft daarnaast aan dat de provincie met dit plan veel meer wil zijn dan een verdeelstation voor subsidiegeld. ‘Absoluut, we beseffen dat veel sportbonden en verenigingen in de rij zullen gaan staan om gebruik te maken van deze financiële impuls. We hebben in onze subsidieregeling strakke criteria opgesteld waaraan voldaan moet worden. Ons doel is niet om als een provinciale flappentapper te fungeren, maar om Brabant in beweging te krijgen!’ Studio Sport Na deze belangrijke introductie somt ze met speels gemak de vier sporen van het plan op. ‘Op de eerste plaats is er ons accommodatiebeleid. Hierin wordt een groot, zo niet het grootste deel van het budget gestoken. We willen met goede sportvoorzieningen scoren als Brabant. Er worden
kunnen daar een belangrijke rol in vervullen, maar ook met de sportopleidingen van Fontys worden voor 2012 afspraken gemaakt om hun studenten stage te laten lopen binnen het basisonderwijs. Het betreft hier sportopleidingen in combinatie met ‘gewone’ opleidingen zoals de LOOT-scholen (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport) en de Regionale Trainings Centra (TRC). We gaan dit vier jaar lang doen, zodat we een goed beeld krijgen van het terugdringen van het aantal kinderen met overgewicht. Uit onderzoek is al gebleken dat sport en bewegen het leervermogen van kinderen positief beïnvloedt, ook dat willen we graag proefondervindelijk bewijzen in Brabant.’
Foto wim Roefs
bestaande accommodaties opgeplust en er zullen nieuwe sportvoorzieningen gebouwd worden. Niet alleen te gebruiken voor de topsport, maar ook voor de breedtesport. Door een goed netwerk van regionale topaccommodaties versterken we ook direct het leef- en vestigingsklimaat in onze provincie. Als tweede spoor zetten we sterk in op evenementen. We willen Brabant nog beter op de kaart zetten, bijvoorbeeld bij Studio Sport. Onze eigen toppers zoals bijvoorbeeld Marianne Vos geven aan dat ze het geweldig vinden als de fans hun idool ook gewoon in de eigen provincie kunnen toejuichen. Met grote evenementen zoals de wereldbeker veldrijden kan dit. Dit is tevens zeer
‘besmettelijk’ voor niet-sporters om zelf ook in beweging te komen!’ Jong en oud Het derde spoor is dat van de talentontwikkeling. Hier zit een mooie verknoping met het onderwijs in opgesloten. ‘Klopt, het is in de eerste plaats bedoeld voor sportverenigingen om beter oog te krijgen voor talenten, maar we willen ook een provinciedekkend netwerk van opleidingsinstituten. Schoolsport kunnen wij niet dwingend opleggen, maar we kunnen het onderwijs wel triggeren om bewegen een belangrijk onderdeel van de opleiding te laten worden. Combinatiefunctionarissen
Toegankelijkheidstoets Het vierde en laatste spoor van het omvangrijke sportplan zet in op breedtesport en gehandicaptensport. ‘Het was vanaf het begin al duidelijk dat we stevig gaan inzetten op gehandicaptensport. Bij ieder nieuw bouwplan is afgesproken dat er een toegankelijkheidstoets plaatsvindt. Of dat altijd door Zet gedaan zal worden kan ik niet toezeggen, maar gelet op de expertise van Zet lijkt me dit wel een slimme zet. De Staten hebben overigens ook aandacht gevraagd voor een ander aspect: anti-discriminatie. Dat speelt niet zo zeer in de fysieke toegankelijkheid, maar meer op het andere terrein van toegankelijkheid, de sociale. Zij willen dat er onder meer aandacht komt voor het nog steeds spelende probleem van homodiscriminatie binnen de sport. Met ons sportplan bereiken we de ruim 5000 sportverenigingen in Brabant. Onze belangrijkste doelstelling op dat gebied is om via netwerkbijeenkomsten de vele vrijwilligers bijeen te brengen. Niet alleen binnen een bepaalde tak van sport, maar juist ook via ontmoetingen van mensen uit verschillende sportsectoren. Dit gaat dan ook breder dan alleen de vertegenwoordigers van onze zeven benoemde kernsporten. Het bieden van ontmoetingsmogelijkheden (met een kop koffie) voor de zo essentiële vrijwilligers is opnieuw een uiting van hoe wij dit plan zover mogelijk willen vertakken door Brabant. Kracht maken we met elkaar!’ Na de opmerking dat binnen de Brabantse kernsporten ook het voetbal kan meeprofiteren door het initiëren van het vrouwenvoetbal is er in een klein uurtje heel veel duidelijkheid gegeven door de gedeputeerde. Bij het afscheid gebeurt er nog iets vreemds. De redacteuren van de GaZetta kijken elkaar even vragend aan. Zagen zij het juist of is het een illusie zo net voor de kerst. Boven het hoofd van Brigite van Haaften leek even een aureooltje zichtbaar. Geen glimmende ronde ring, maar heel eventjes was er sprake van een glimp van een vijftal gekleurde Olympische ringen.
(ingezonden mededeling)
Postbus 83 – 4730 AB Oudenbosch Havendijk 21 – 4731 TA Oudenbosch Tel. (0165) 31 53 00 Fax. (0165) 31 79 80 e-mail:
[email protected] website: www.stabagpcp.nl
| GaZet Special 2012
Ook voor rolstoel gebruikende sporters maken wij het sportleven toegankelijker. Dit kan met mobiele, meeneembare opritten, en met op maat gemaakte permanent geplaatste opritten.
Maikel Scheffers krijgt iedereen in beweging Stel dat rolstoeltennisser Maikel Scheffers het karakter van Louis van Gaal zou hebben. Dan zou hij op het dorpsplein van zijn woonplaats Dorst een menigte fans kunnen toespreken met de woorden: ‘Ik ben de beste van Dorst, ik ben de beste van Nederland, ik ben de beste van Europa’ en dan na een mooie korte pauze afsluiten met ‘en ik ben de beste van de wereld!’ Gelukkig zit de sympathieke Brabander anders in elkaar. Wellicht droomt hij nog eerder van een hossende menigte in blauw-witte tenues gestoken voetbalfans tijdens de promotie van zijn cluppie FC Den Bosch.
Fotos johan wouters
‘Kabang’, een bal met ruim honderd kilometer per uur slaat tegen de boarding van het Topsportcentrum Rotterdam. De bal afkomstig van Maikel Scheffers werd gemist door zijn trainingsmaatje Esther Vergeer. Samen sparren ze tijdens de warming-up voor de Masters. Samen treuren ze ook een beetje over het mislopen van de prijs van Gehandicapte sporter 2011. Deze trofee ging nu naar zeiler Thierry Schmitter. ‘Het deed ons wel goed om alle collega tennissers hun verbazing hierover te horen uitspreken’, vertelt Scheffers direct na zijn trainingspotje. Hij hield er wel een mooie afspraak aan over. Lachend: ‘Ja, ik ga binnenkort op de koffie bij Emile Roemer. Hij reikte deze prijs uit. Hij deed dat met zo een mooie sneer naar de NOS over het ontbreken van gehandicaptensport op TV dat ik hem nadien ben gaan opzoeken. Hij was direct bereid om over dit onderwerp met mij verder te willen praten. Toevallig hoorde ik dat er dit jaar in ieder geval veel meer te zien zal zijn op Studio Sport tijdens de Paralympics. Ik vind dat we ook naast deze topwedstrijden vaker de buis zouden moeten halen!’
Van den Udenhout is goud Scheffers, goed voor brons in Beijing tijdens de vorige Paralympics blijkt een prima ambassadeur voor de sport. Maar meer nog dan dat is hij ook een aanjager van een verfrissende mentaliteit van ‘gewoon doen’. ‘Dat zit er al 29 jaar in. Ik hou van overleven. Na mijn schooltijd ben ik gewoon mijn eigen weg gegaan. De sport was daar een heel belangrijk onderdeel van. Mijn ouders stelden me in staat om me te ontwikkelen. Vanaf mijn elfde tennis ik. Begonnen met wat andere rolstoeltennissers bij Thadia in Sint Michielsgestel ben ik daarna al snel op landelijk niveau gaan spelen. Daarna ging het snel. Door goede trainers, aparte conditietrainingen samen met Esther en mijn eigen drive bereikte ik de top-10 van de wereld. Tot dat moment werkte ik 24 uur per week bij mijn belangrijkste sponsor Autobedrijf Van den Udenhout. De samenwerking is zo uniek dat ik van hen twee jaar lang de vrijheid kreeg om alleen maar te tennissen. Naast een auto kreeg ik ook een salaris als aanvulling op mijn inmiddels toegekend stipendium van het NOC*NSF. Na mijn brons in 2008
zet wil drempels lager
Maikel Scheffers en Esther Vergeer hebben als topsporter weinig problemen met ontoegankelijke accommodaties. Voor hen zijn hotels, sportcentra en vervoer prima geregeld. In Noord-Brabant zijn er voor de beginnende rolstoeltennissers nog wel behoorlijk wat fysieke obstakels. Zet gaat in de komende jaren vanuit het Sportplan 2016 deze drempels verlagen. Daarmee wordt de weg vrij gemaakt voor de opvolgers van deze toptennissers. Wouter Schelvis en Arjan van Peer van Zet zijn trots dat ze Maikel Scheffers en Esther Vergeer, de nummers één van de wereld in hun sport, mogen interviewen. ga ik nu voor het goud in Londen. Als dit lukt, is mijn baan bij Van den Udenhout goud waard.’ Toegankelijkheid Inmiddels reist hij over de hele wereld en komt hij tussen de andere tennisgrootheden uit op Grand Slams en ATP-toernooien. Vliegen levert hem met zijn rolstoel weinig problemen op. ‘Het scheelt wel een hoop of je met de KLM vliegt of met Ryan Air. De laatste rekent belachelijke bedragen voor het meenemen van een extra rolstoel. De bejegening aan boord is bij de KLM en Delta prima. Ik straal zelf iets uit van ‘dat regel ik zelf wel’, zodat ik niet constant goedbedoelde hulp hoef af te slaan. In Nederland geef ik inmiddels veel clinics. Het leukste dat er is! Als het zou passen in mijn speelschema zou ik er wel drie op een dag willen geven. Ik heb zoveel aan de sport te danken dat ik graag iets terug wil geven. Met name het activeren van kinderen vind ik geweldig. Mijn leukste ‘overwinning’ was dan ook niet Wimbledon, maar het aan de praat krijgen van een leerling die nog nooit
mee had kunnen doen met de gymles. Voorlopig blijf ik topsport beoefenen, maar ik ben ook al bezig met mijn nieuwe foundation, juist om kinderen te helpen die door bijvoorbeeld het ontbreken van vervoer niet kunnen sporten. Waar ik ook aan meewerk tijdens clinics is het verbeteren van de toegankelijkheid van accommodaties. Meestal is dat overigens best wel goed geregeld, maar als dit niet zo is, dan roep ik gewoon de aanwezige wethouder op om hier snel verbeteringen aan te gaan brengen. Dat werkt prima!’ Na het interview met de GaZetta redactie blijkt hoe goed geïntegreerd de rolstoeltennissers zijn binnen de sportwereld. Diverse media staan al te wachten om met de beste spelers ter wereld (Scheffers en Vergeer) een item te maken. Maar ook het dollen met onder meer Thiemo de Bakker is een duidelijke aanwijzing dat er geen andere tak van sport zo goed is opgenomen in de moedersport als het voor de kijkers o zo dynamische rolstoeltennis.
GaZet Special 2012 |
Peter Notten heeft baat bij zijn basketballcarrière
Foto johan wouters
Hij staat aan het hoofd van één van de grootste kinderopvangorganisaties. Zijn Korein biedt werkgelegenheid aan 1700 mensen. De 18.000 kinderen die zij bedienen zijn de kernklanten van deze organisatie. Naast aspecten als het meegeven van een actieve en gezonde leefstijl is het thema sport niet leidend. Voor sportman Peter Notten geen probleem. Na een leven vol (top)sport en vele beroepsmatige banen in de sportwereld gedijt hij prima in zijn rol als voorzitter van het bestuur van Korein. ‘Ik ben net als veel andere kinderen begonnen met het afwerken van een heel rijtje sporten. Via turnen, zwemmen en hockey ben ik op de middelbare school in aanraking gekomen met basketball. Dat was in de tijd dat er op onze school geen enkele sportvoorziening was. Met de leerlingen hebben we toen gezorgd dat er baskets kwamen en daarna werd het onze belangrijkste dagbesteding. We hebben ook een eigen veldje van de gemeente geadopteerd en van ons zakgeld echte netten gekocht. Daarna ging het snel. Via de jeugd van EBC Pirates, het latere PSV, kwam ik snel in het eerste. Ik herinner me uit die tijd nog een paar mooie wedstrijden. Met mijn Eindhovense ploeg speelden we de bekerfinale tegen Levi Flamingo’s. In dat team, maar niet echt opvallend, speelde toen ook Mart Smeets. Een overwinning
met het universiteitsteam van Amsterdam, waar ik bewegingswetenschappen studeerde, vergeet ik ook niet meer. We speelden in de Martinihal in Groningen en wonnen in de heksenketel van deze sfeervolle zaal van het sterkere Groningen. Daarna heb ik twee jaar topbasketball gespeeld in België. Mijn werk vanaf 1979 bij Sportservice NoordBrabant en mijn bijbaan als reporter bij Omroep Brabant namen steeds meer tijd in beslag. Ik ben daarna tot mijn veertigste recreatief blijven ballen, tot het moment dat ik mijn kruisband afscheurde. Op dat moment werkte ik al bij de Nederlandse Basketball Bond.’ Brabant in Beweging De jaren daarvoor heeft Notten veel betekend voor de stimulering van het Brabantse sporten. In
zijn periode bij Sportservice Noord-Brabant kwam zijn liefde voor het bewegen (ook voor de breedtesport) goed tot uiting. Een belangrijk project in de jaren tachtig was het initiatief om meer mensen aan het sporten te krijgen. Deze Brabant in Beweging actie was mede dankzij Notten zeer succesvol. Gehandicaptensport kreeg onder zijn leiding vanaf 1983 een ferme impuls in Brabant. Ook Notten zelf kwam in beweging. Hij vertrok uit Brabant en ging achtereenvolgens werken bij de KNLTB (tennisbond) en de NBB (Basketballbond). Open houding Inmiddels is hij weer terug onder de Moerdijk en runt hij zoals al gemeld een organisatie waar het woord sport niet in is terug te vinden. ‘Hier merk ik dat ik veel heb meegekregen uit mijn sportloopbaan. Waar veel niet-sporters na een tegenslag met initiatieven stoppen, zoek ik de reden van deze tegenslag bij mij zelf. Tegenslag, of verlies zo je wilt, is namelijk onontkoombaar. Zelfs de beste teams verliezen. Ik heb verlies altijd veel leerzamer gevonden dan een overwinning. Waar anderen boos of teleurgesteld reageren, veelal in de richting van bijvoorbeeld een scheidsrechter, ging ik direct op zoek naar de oorzaak waar ik zelf verantwoordelijk voor was. Daarvan te leren maakt je beter. Dat geldt voor de sport, maar daar heb ik in deze functie ook ontzettend veel profijt van. Ook het nemen van risico’s is iets wat ik heb
overgehouden aan mijn sportcarrière. Niet dat ik extreme zaken voorstel binnen Korein, maar in deze omgeving is er vanuit pedagogisch oogpunt een meer beschermende opstelling. Ik prefereer een meer open houding zoals ik gewend was binnen het basketball.’ Marathon Naast zijn verantwoordelijkheden voor Korein met een begroting van 60 miljoen euro is hij sinds vijf jaar ook voorzitter van de Marathon Eindhoven. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dit topsportevenement, waar in 2011 een wereldtijd van 2 uur 5 minuten werd gerealiseerd, staat op 14 oktober op de kalender. Ingebed in deze marathon zit niet alleen het Nederlands kampioenschap maar ook een mini-marathon over drie kilometer. ‘Wij als Korein sponsoren deze run. Het is een evenement bedoeld voor zowel de kinderen als hun ouders. In de voorbereiding geven we diverse clinics waardoor er een mooie match ontstaat tussen onze medewerkers en de deelnemende ouders en kinderen. Wij zijn een rolmodel voor deze groep. Vergeet niet dat wij de kinderen soms 11 uur per dag onder onze hoede hebben. Dan kun je kids heel wat meer beïnvloeden dan met landelijke campagnes. Dat zijn vaak kunstjes die niet meer zijn dan een leuk dagje. Niet toevallig gebruiken wij met de marathon toch weer de sport om een actieve en gezonde leefstijl aan te leren.’
Zwemmer Harold Matla in en buiten Steeds meer sportverenigingen in Nederland merken het. De toeloop van jeugdleden neemt sterk af. Naast het gegeven dat er minder jeugdigen zijn, is ook de keuzemogelijkheid voor jongeren enorm vergroot. Werd er vroeger bijna vanzelfsprekend gekozen voor sport, tegenwoordig zijn er legio andere aantrekkelijke activiteiten voor kinderen. Een heel ander beeld ontstaat binnen de sportwereld met het fenomeen masters. Zwemmer en organisator Harold Matla (43) geeft een kijkje in de keuken van het masterzwemmen. Net zelf gekroond tot masterzwemmer van 2011 vanwege zijn goede prestaties op het EK in Yalta neemt hij ons mee terug in de tijd. ‘Binnen diverse sportbonden zie je de tendens om competities voor 45-plus op te zetten. Dit jaar
| GaZet Special 2012
zijn zowel de voetbalbond (KNVB) als de zwembond (KNZB) hiermee gestart. Wij hebben bij het masterzwemmen gekozen voor een veel jongere ondergrens. Internationaal ben je in de zwemwereld master als je 25 wordt. In Nederland zijn we
Masters de groeibriljant van de sport in Nederland daar nog vijf jaar onder gaan zitten. Vanaf je 20e, ja, dat klopt, in feite net geen junior meer, mag je al meedoen. Dat is heel bewust zo gedaan omdat je in het verleden op pakweg je 22e in de zwemsport al als oud werd betiteld. Het was ook de leeftijd dat veel sporters afhaakten vanwege studie of maatschappelijke carrières. Door het masterzwemmen zien we dat vooral veel jonge vrouwen nu binnen onze sport actief blijven. In Nederland waren de eerste activiteiten voor
Lars en Mathieu van der Poel
Brabantse toptalenten In het uiterste westen van de provincie ontmoet de redactie van de GaZetta twee talentvolle sporters. Begeleid door hun vaders komen Lars (15) en Mathieu (16) van der Poel keurig op tijd op de afgesproken plek in Ossendrecht. De sportieve neven hebben er net een training opzitten. Niet verwonderlijk, want hun leven bestaat grotendeels uit sporten. Om in de voetsporen van hun vaders te treden zal nog veel trainingsarbeid verricht moeten worden, maar duidelijk is wel dat zij uit hetzelfde hout zijn gesneden als de voormalige beroepsrenners Jacques en Adrie van der Poel. Mathieu is het meest uitgesproken. De jonge wielrenner die maar zelden een wedstrijd verliest formuleert het als volgt: ‘Vanzelfsprekend heb ik veel van mijn vader geërfd. Het zit duidelijk in de familie. Toch was het fietsen mijn eigen keus na een aantal andere sporten, waarbij ik met name bij het voetbal erg goed mee kon komen. Op het moment dat ik begon met fietsen bleek
ik al goed mee te kunnen en streed ik jaarlijks al tegen oudere tegenstanders. Inmiddels fiets ik internationaal ook al voorin mee en kijk ik al uit naar het WK veldrijden dit jaar in Koksijde.’ De één jaar jongere Lars zit zelden op de fiets. ‘Heel af en toe, maar het voegt niets toe aan mijn hardlooptrainingen om sneller te worden op de 800 en de 1500 meter. Ook ik heb vroeger gevoetbald
bij METO in Bergen op Zoom, maar ben vier jaar geleden teruggekeerd bij Spado. Als vijfjarige was ik daar al lid geweest. Dat was in de periode dat je alle atletieknummers nog moest doen. Nu heb ik definitief gekozen voor het lopen, ‘s winters crossen en in de zomer op de baan. Heel af en toe pak ik een wedstrijd steeple-chase mee. Mijn doel is om over twee jaar de 1500 meter binnen de vier minuten af te leggen.’ Goede opleiding Beide neven zijn weliswaar vaak in hun sportkleding te zien, maar zijn ook op hoog niveau aan het werken aan hun maatschappelijke toekomst. Mathieu, woonachtig in het Belgische Kapellen, bezoekt een Vlaamse variant van het Gymnasium. ‘Maar dan gelukkig wel zonder latijn en met begrip voor mijn sportbeoefening. Als wij met de Nederlandse ploeg naar een wereldbekerwedstrijd gaan, vertrekken we al op vrijdag. Mijn Lars en Mathieu van der Poel
Foto johan wouters
zet en de ontwikkeling van talent
Topsporters worden overal geboren. Omdat Zet samen met Sportservice Noord-Brabant graag ziet dat er overal goede faciliteiten ontstaan voor nieuw talent, wordt in het Sportplan 2016 extra veel aandacht geschonken aan het verbeteren van de sportfaciliteiten in iedere Brabantse gemeente. Vanzelfsprekend wordt dan meteen gekeken of deze faciliteiten ook geschikt zijn voor aankomend Paralympisch talent. coach vraagt dan een extra dag vrij en dat is nooit een probleem. Nu in de examenperiode is het wat lastiger, maar ook dat gaat geen problemen opleveren.’ Lars zit in Bergen op Zoom op ‘t Rijks. ‘Mijn school is een LOOT-school, dat staat voor Landelijk Overleg Over Topsport. Dat houdt in dat ik vrijstelling heb voor sommige vakken op het VWO. In die tijd mag ik dan in de mediatheek mijn huiswerk gaan maken. Dat stelt mij in staat om na schooltijd volledig met trainingen bezig te zijn. Trainingen die ik overigens vaak samen met mijn vader uitvoer.’ Dromen De talentvolle sporters doen veel voor hun sport, maar laten er nog veel meer voor. Uitgaan is er niet bij. ‘Ik kijk net zo lief een mooie film op mijn bed dan dat ik de stad inga’, meldt Mathieu. ‘We hebben met onze trainingen ook meer rust nodig’, vult Lars aan. Beiden zijn ook heel nauwgezet met hun voeding bezig. ‘We eten geen ongezonde voeding, wij moeten ook slank blijven. Het moet op termijn mijn job worden en dat lijkt me heel wat plezanter dan een kantoorbaan. Oké, we eten iedere zondag wel een bord friet.’ Voor Lars worden zelfs voedingsschema’s samengesteld. Een onderdeel van de regionale aanpak van bondscoach Jack Wouters. ‘Bij ons in Hoogerheide eten we gewoon ook gezond. Er wordt bij ons tijdens het eten overigens bijna niet over sport gesproken.’ De goede prestaties van de jeugdige wielrenner en zijn hardlopende neef maken de vraag naar hun ‘droomwedstrijd’ op termijn een legitieme. ‘Ik zou vanzelfsprekend een keer willen winnen op een WK. Dat mag veldrijden zijn, maar het kan ook het WK op de weg zijn’, lacht Mathieu. Lars is nog niet zo bezig met WK’s. ‘Nee, over twee jaar wil ik wel deelnemen aan het Europees Jeugd Olympisch Festival (EJOF). Als ik daar dan tegen die tijd de vier minutengrens heb doorbroken dan kan ik daar wellicht een goede klassering scoren.’
het bad een enthousiast aanjager het masterzwemmen in 1983. Vanaf 1986 zijn er iedere twee jaar wereldkampioenschappen voor deze groep. In de jaren er tussen in wordt gestreden om Europese medailles.’ Massale deelname Vanaf 1998 is in Eindhoven de afdeling masters actief binnen PSV. Vijf jaar daarvoor zwom Matla zelf al in het Duitse Sindelfingen mee op de EK. De talentvolle zwemmer, ooit deel uitmakend van de Nederlandse jeugdploeg en van estafetteteams met collega’s als Pieter van den Hoogenband, was toen al onder de indruk van de massale opkomst. ‘In Duitsland werd een toernooi nog in drie dagen afgewerkt. Dat was een bijna nonstop verhaal van starts. Nu, vele toernooien later, is de gemiddelde toernooilengte al vijf dagen. In het Spaanse Cadiz moesten in die periode 4000 mensen hun nummers zwemmen. Wij organiseren in 2013 de Europese Kampioenschappen in
zet, oudereN en toegankelijkheid Zet werkt aan de verbetering van de mobiliteit en toegankelijkheid voor iedereen. De belangrijkste profijtgroepen zijn gehandicapten en ouderen. In de sport zijn de meeste masters nog zeer kwiek, maar in de oudste leeftijdsgroepen hebben zij absoluut baat bij de verbeterde toegankelijkheid van sportaccommodaties in Noord-Brabant.
Eindhoven, waarschijnlijk in zes toernooidagen. Stiekem denk ik dat wij door onze gunstige ligging tussen grote zwemlanden in rekening moeten houden met 5000 zwemmers. Overigens staan er ook synchroonzwemmen, schoonspringen en een elders te houden open water wedstrijd over 3000 meter op het programma. Ons pluspunt is dat we de disciplines langebaanzwemmen, synchroonzwemmen en schoonspringen op dezelfde toplocatie kunnen organiseren.’
Toegankelijk evenement Met het EK van 2013 haalt Noord-Brabant opnieuw een belangrijk topevenement binnen in de aanloop naar de Olympische Spelen. ‘We gaan vanzelfsprekend veel aandacht besteden aan dit toernooi. Het valt samen met de 125e verjaardag van de KNZB en we hopen op een prachtig sportfeest met veel oud-zwemmers langs het bad en veel nieuwe masters er in. Gelet op de oudere categorieën zwemmers, over de grens van 90
jaar, verwachten wij ook media-aandacht van bijvoorbeeld omroep MAX. Samen met de gemeente Eindhoven gaan we er een evenement van maken waarbij de uitstraling voor zowel het masterzwemmen als de gemeente ons een nieuwe impuls voor de toekomst zal geven. Het zal een in alle opzichten toegankelijk evenement worden. Niet alleen vanwege de vele goede voorzieningen in het Pieter van den Hoogenband zwemstadion, maar ook vanwege de sfeer die wij er in gaan leggen. Het sporten door masters heeft absoluut toekomst. Wij zijn bij PSV al met 200 actieve leden, waaruit ook steeds nieuw kader voortkomt. Naast het samen met anderen organiseren van dit EK zal ik toch zelf ook nog extra trainingen inplannen. In 2013 kom ik in een nieuwe leeftijdsgroep en kan ik wellicht mijn bronzen medaille van het laatste EK overtreffen.’
GaZet Special 2012 |
Voetbalclub PSV scoort ook buiten de lijnen
‘We halen de wijk naar binnen!’ Hij noemt zich inmiddels ‘stadionbaas’ van het Philips stadion in Eindhoven. Een meer dan fulltime job voor Frank Wijnveld. Wie denkt dat er bij voetbalclub PSV slechts voetbal op het menu staat vergist zich. Wijnveld, vele jaren nauw betrokken bij veiligheid en maatschappelijke activiteiten, schetst in no time een enorm overzicht van maatschappelijk verantwoorde activiteiten van zijn club ‘Je ziet ons letterlijk en figuurlijk overal. Het stadion is het middelpunt van deze wijk en wij halen de wijk graag naar binnen. Deels als compensatie voor de door onze evenementen veroorzaakte overlast, maar ook omdat wij midden in de maatschappij willen staan. Niet voor niets heet onze afdeling maatschappelijke activiteiten ‘PSV in the community’. In de hele regio vervullen wij een rol als maatschappelijk partner, maar het meest duidelijk wordt dit in de directe omgeving. Als er in het verleden een buurtfeest werd georganiseerd was dat altijd buiten de muren van ons imposante gebouw. Inmiddels nodigen we de buurt uit binnen de hekken, zetten een barbecue weg, plaatsen daar wat fustjes bier omheen en geven een gezamenlijk buurtfeest. Op de website van deze buurt staat sinds kort naast de eigen buurtinformatie ook onze informatie. Mede daardoor komen er steeds meer jongeren uit de buurt hier naar binnen.’ Als manager van het stadion is hij blij met de goede contacten met de buren. Diverse stewards zijn inmiddels gerekruteerd uit de wijk. ‘Meestal wat oudere mensen die na hun werkzame leven graag nog een leuke job vervullen binnen hun club. Heel belangrijk voor ons, maar nog belangrijker is onze rol in de richting van de jeugd. In de directe omgeving zijn wij het centrum voor het naschools bijspijkeren van kinderen die even wat achter dreigen te raken. We doen dit met ons project ‘Playing for success’, we zullen er even een kijkje gaan nemen.’ Stoeltjes tellen Na een korte wandeling door het vijf verdiepingen tellende Philipsstadion wordt de ruimte van dit project bereikt. Achter een soort kantine met
bar en tafelvoetbal is een prachtig leslokaal gesitueerd. ‘Hier komen dagelijks groepen kinderen uit de omgeving die samen met ons werken aan een toekomst. Door gespecialiseerde docenten wordt hen een lesprogramma geboden. Ook onze spelersgroep helpt hierbij. Een topvoetballer als Zakarya Labyad is hier vaak te vinden. De kinderen leren hier respectvol met elkaar omgaan en krijgen soms heel praktische onderwijsvormen. Als er rekenproblemen zijn, gaan we de tribune op en leren ze beter rekenen door middel van sommetjes die gemaakt worden met onze tribunestoeltjes. Ook worden ze geschoold in het belang van goede voeding. Als ze hier geweest zijn is het ondenkbaar dat ze later zonder ontbijt van huis zullen gaan. Het is voor ons een net zo serieuze zaak als het voetbal zelf. We hebben daar ook een serieus budget voor over. In Nederland zijn we volgens mij de Betaald Voetbal Organisatie (BVO) die het meeste investeert in thema’s die niet direct met profvoetbal te maken hebben.’ Hoezo crisis? In zijn functie als stadionmanager is Wijnveld ook belast met de inkomstenkant van de verhuur van zijn accommodatie. Dat geldt zowel voor het hele stadion bij megaconcerten van Guus Meeuwis als voor de verhuur van bijvoorbeeld de ‘Willy van der Kuijlen zaal’ voor een klein gezelschap. ‘De komende periode gaan we de eerste verdieping van het stadion net zo mooi inrichten als onze tweede ring. Ondanks dat het op sommige punten wat oud oogt, hebben we niet te klagen over de verhuur van onze zalen. We merken in dat opzicht niets van de economische crisis en scoorden dit jaar een omzetverhoging van 17 procent.
Heeft u een plan maar nog geen geld? Informeer eens bij ZetPlus! www.zetplus.nl of neem contact op met Zet 013 54 41 440,
[email protected]
Foto johan wouters
Dat moeten we natuurlijk wel vast zien te houden. Mensen willen graag bijeenkomsten bijwonen waarbij ze echt het gevoel krijgen in het stadion te zijn. Ons stadion met alle faciliteiten is goed
Het RBC-model is nog springlevend In 2010 en 2011 heeft Zet bij voetbalclub RBC Roosendaal een geslaagde pilot uitgevoerd rond het thema toegankelijk voetbal. Naast een scan van de accommodatie in Roosendaal werden ook trainingen aan het personeel gegeven. In deze krant staat een verslag van de training van de suppoosten. Ook werd het begrip toegankelijkheid met medewerking van gedeputeerde Van Haaften onder de aandacht gebracht van zowel deze Betaald Voetbal Organisatie als haar sponsoren. Veel media was aanwezig tijdens de Week van de Toegankelijkheid in 2010. Tijdens de thuiswedstrijd tegen Fortuna Sittard werden blinde supporters via een ingenieus systeem in staat gesteld de wedstrijd te ‘zien’. Zij kozen daarna de man of the match. Deze activiteiten leverden RBC en Zet de zogenaamde Groene Bal op van de stichting Meer dan Voetbal. RBC is na het faillissement van 2011 weer aan het terugkeren binnen de voetbalwereld. Het naar de pilot genoemde RBC-model is voor Zet een prima ingang bij andere BVO’s om ook daar te werken aan het verbeteren van de integrale toegankelijkheid van het voetbal in Nederland.
Geld ... Wie kent ze niet: de scholieren die aan de deur komen met de vraag of je ze wilt sponsoren voor de sponsorloop die wordt georganiseerd door hun school ten bate van een goed doel. Vaak zal het gaan om de Unicef Loop, net als de Nationale Zwemvierdaagse al veertig jaar een sportieve actie waarin kinderen iets kunnen betekenen voor leeftijdgenoten in ontwikkelingslanden. De afgelopen 23 jaar was de binnenstad van Utrecht het toneel van de jaarlijkse Amnesty International Sponsorloop en dit jaar organiseerde de Rabobank Rijnstreek voor de achttiende keer de sponsorfietstocht, waarmee het verenigingsleven in de regio wordt ondersteund. In de nacht van zaterdag 29 oktober op zondag
| GaZet Special 2012
ingericht op groepen ouderen, waarbij er ook alle voorzieningen zijn voor bezoekers met een handicap. PSV is in alle opzichten een zeer toegankelijke club!’
30 oktober vond de eerste Wintertijd Challenge plaats in de Genneper Parken in Eindhoven. Deelnemers schaatsten, liepen hard of zwommen om 02.00 uur, bij de overgang van zomer- naar wintertijd voor het goede doel: mensen met een spierziekte. Vrijdag 2 december jl. werd in de Heineken Music
Kent u dat gevoel?
Ik kan het zelf beter
We kennen allemaal voorbeelden van de openbare groene ruimte waarin steeds makkelijker te onderhouden planten staan. Niet altijd even fraai, maar voor de gemeente wel nuttig om de beheerskosten zo laag mogelijk te houden. Bewoners zijn vaak zelf bereid om eigen (mooiere) planten neer te zetten en deze ook nog te onderhouden. Een ander voorbeeld kreeg ik onlangs aangereikt. In een wijk met afvalproblemen. Hier stonden ambtenaren voor de grote vraag hoe dat opgelost moest worden. De reguliere afvalophaaldiensten wisten geen raad met het hinderlijke zwerfafval. Totdat leerlingen van een ROC de uitdaging aangingen om dit probleem te verkennen. Het lumineuze idee ontstond om een wedstrijd te organiseren ‘wie de meeste afvalbakken kan vullen!’. Natuurlijk waren de afvalbakken verstopt in eenvoudig te fabriceren goals. Ook baskets met geluid maakten het leuk om op sportieve wijze afval te verzamelen. Een dergelijk ‘Holle Bolle Gijs’ principe heeft een belangrijk kenmerk, wat vinden we leuk met elkaar? We vinden het leuk om aandacht te krijgen, om anderen blij te maken, om ons te bewegen in een gebied waar het aangenaam is om te zijn. In vakjargon zeggen we een gebied moet ‘schoon, heel en veilig’ zijn. Hoe heerlijk is het om kinderen onbevangen op straat te laten spelen. Hoe fijn is het om een ‘ommetje’ te maken in de buurt en op een bankje terug te denken aan vroeger, toen buitenspelen ook altijd het prettigste moment van de dag was. Houden beleidsmakers nog rekening met deze wensen? Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) wil bewoners eigen verantwoordelijkheid
laten nemen door ze zelf de wijk te laten inrichten. Negen gemeenten worden geholpen om de openbare ruimte weer aantrekkelijk te maken voor de eigen buurt en dan met een focus op beweegvriendelijkheid. Dat is niet alleen de stoep recht leggen, een bankje neerzetten en misschien wel een beweegtoestel plaatsen. Het is ook die jongeren uit de wijk mobiliseren, die voor overlast of een onveilig gevoel zorgen. Coach Actief ®is een voorbeeld van een (bewezen) project van NISB waarbij dit soort jongeren zakgeld verdienen en activiteiten organiseren voor weer anderen uit de buurt. Twee vliegen in één klap? Nou nee, drie vliegen! Foto NISB
De ervaring leert dat juist deze jongeren geïnspireerd raken door hun rol als coach in de wijk. Ze pakken de school weer op of gaan op zoek naar echt betaald werk om een startkwalificatie te verkrijgen. Het brengt hun ontwikkeling weer een stapje verder met alle zakelijke voordelen van dien. Denken aan bewegen is beweging in denken. Door aandacht voor de kwesties die zich voordoen. Dit kan variëren van eenzaamheid, computer- of TV verslaafdheid, of dat mensen zelf niet meer de boodschappen kunnen doen. Het kan ook gaan om het missen van vriendjes om mee op straat te spelen. Geen grote investeringen zijn nodig; het antwoord ligt vaak in de buurt. Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen beoogt
effectieve maatregelen te delen met u of u verder te helpen met het ontwikkelen van een slimme aanpak. Heeft u vragen over hoe u in uw eigen buurt sport en bewegen stimuleert of sport en
bewegen kunt gebruiken om de toegankelijkheid en beweegvriendelijkheid te vergroten, dan kunt u terecht bij Marielle Dijkers,
[email protected], 0318 49 09 00.
ZET en gezond bewegen Vanaf 2012 gaan NISB en Zet samenwerken op een aantal thema’s. Beide organisaties hebben op hun eigen vakgebied enorm veel kennis in huis. Gebleken is dat rond thema’s als leefbaarheid, zorg en toegankelijkheid er ook veel uitgewisseld kan worden om tot een nog sterker gezamenlijk product te komen. Activiteiten waarmee Zet en NISB naar buiten zullen treden in Noord-Brabant en de rest van Nederland, zijn projecten die insteken op een gezonde wijk, waar bewegen in een toegankelijke omgeving mogelijk gemaakt gaat worden.
... moet hollen Foto Jan schartman
Hall in Amsterdam het scholenproject Dance4Life afgesloten. Ruim 15.000 leerlingen van 30 middelbare scholen zamelden de afgelopen maanden 173.398 euro in door onder meer dansmarathons te organiseren. Het geld is bedoeld voor hiv-preventieprogramma’s van STOP AIDS NOW!, vooral bedoeld voor jongeren in Afrika. Zomaar een paar voorbeelden van sportieve activiteiten die een goed doel dienen. Een fenomeen van meer recente datum is de Alpe d’HuZes, een actie waarbij fietsers (alleen of in een team) geld bijeen fietsen waarmee ze een bijdrage leveren aan de strijd voor de overwinning op kanker. Op één dag wordt de legendarische Alpe d’Huez tot zes keer toe beklommen onder het motto ‘Opgeven is geen optie’. Rian Hoeijmans,
werkzaam bij Zet, fietste in 2010 mee en zamelde samen met haar team bijna € 50.000 in. Rian: ‘Dit sportieve evenement is voor mij één van de meest bijzondere ervaringen van mijn leven. Kanker is alom tegenwoordig. Iedereen maakt van dichtbij mee hoe levens drastisch beïnvloed en verwoest worden. Kanker lijkt te evolueren van een dodelijke ziekte naar een chronische ziekte. Ik sta daarom nog steeds achter de missie van Alpe d’HuZes: Anderen faciliteren en inspireren om Goed, Gelukkig en Gezond te leven met kanker.’ Rob van Asten liep dit jaar voor de 21e keer mee in de Vierdaagse van Nijmegen. Een bijzondere vierdaagse, want wegens ziekte (ziekte van Kahler) moest Rob in 2010 dit evenement aan zich voorbij
laten gaan. Twee stamceltransplantaties kwamen daarvoor in de plaats. Reden genoeg om zich in 2011 door collega’s van Zet, familie en vrienden te laten sponsoren. Dit leverde bijna 1.000 euro op voor de Stamceldonorbank in Nijmegen. Al met al een uitzonderlijke prestatie! Jaarlijks vraagt Frank Kemper ons als collega’s hem ten bate van Stichting Gast te sponsoren tijdens de Zevenheuvelenloop. Stichting Gast helpt asielzoekers in nood in Nijmegen en omgeving, die nog kans maken op een verblijfsvergunning maar die van overheidswege geen opvang meer krijgen. ‘Het vluchtelingenbeleid draait nog maar om één ding: hoe komen we van ze af. Het leven van een asielzoeker is echt niets waard in Nederland. Ik
vind dat verbijsterend en wil daar iets aan doen. Zo’n sportevenement is dan een mooie aanleiding en de reacties zijn hartverwarmend’, aldus Frank. Denk daarnaast nog aan bijvoorbeeld de Fietstocht Brabant Tour(t) voor Oyugis Integrated Project in Kenia. De Sponsorfietstocht Heart for Women ten bate van de Nederlandse Hartstichting. De Roparun, een estafetteloop van 520 kilometer van Parijs naar Rotterdam, voor mensen met kanker. De Leontien Ladies Ride, met als doel vrouwen meer te laten bewegen en tegelijkertijd Pink Ribbon te steunen. De MTB-challenge voor kinderen met Duchenne (700 km, 7 dagen, 4 landen, 1 doel) en je hebt een aardig beeld van allerlei mogelijkheden om op sportieve wijze een goed doel te steunen. Doe je mee?
GaZet Special 2012 |
Roger Schouwenaar scoort provinciaal En mondiaal Dat voetbal een grote economische waarde heeft is voor Roger Schouwenaar zo klaar als een klontje. In een niet eens zo ver verleden was het in ieder geval het middel om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Als profvoetballer bij onder meer Haarlem, FC Den Bosch, Vitesse, het Belgische Beerschot en AZ kwam hij tot in de selectie van Jong Oranje. De scheenbeschermers zijn inmiddels afgelegd, maar het trainingspak wordt nog vaak gebruikt. Niet op de momenten dat hij op het provinciehuis werkzaam is, maar wel als hij zijn internationale werkzaamheden voor de KNVB oppakt. ‘De provincie is een fijne werkgever voor mij. Ze geven me volop ruimte om over de hele wereld mijn andere baan te kunnen uitvoeren. Het levert de provincie overigens ook weer veel op, want het inzetten van sport is het beste middel om te komen tot een goed leef- en vestigingsklimaat. Het versterken van de economie door sport is inmiddels een kerntaak van de provincie geworden’, aldus Schouwenaar. Buitengewoon tevreden is hij verder met de totstandkoming van een heel sportteam binnen de provincie. ‘Vanuit mijn voetballoopbaan, meer specifiek mijn rol als opleider van coaches, ben ik benaderd door mensen van Bureau Cultuur van de provincie. In die periode was het thema sport nog niet echt terug te vinden in het provinciale beleid. We hebben met een paar man sport echt op de kaart weten te zetten. We konden heerlijk meeliften op de ‘Agenda van Brabant’ en beschikken inmiddels over een heus projectteam sport. Zelf was ik medeverantwoordelijk voor het investeringsvoorstel voor sport in Noord-Brabant. Inmiddels is dit omgezet in het Sportplan 2016. Samen met onze gedeputeerde Brigite van Haaften zetten we hoog in en geven wij bijvoorbeeld medewerking aan ca. 10 topsportevenementen in de provincie. In
gen in gepresteerd, kun je merken dat dit continent er aan zit te komen. Onze projecten gaan verder dan het spelletje alleen. Op de meeste plaatsen zit er ook een sterk vormend karakter aan de opleiding. Via het voetbal worden zaken als bestrijding HIV, voorkoming misdaad en verslaving en aspecten rond goede voeding doorgegeven. In India is het project Mumbai Magic Bus een goed voorbeeld. Kinderen uit de sloppenwijken willen graag voetballen. Ze worden door deze bus op-
gehaald en naar sportvelden gebracht, waar ze naast lekker voetballen ook naar school gaan. Voetbal is een belangrijk middel om maatschappelijke activiteiten te verspreiden. Samen met mensen van PSV vertrek ik binnenkort weer voor twee weken naar Zuid-Afrika. Ben ik weer net op tijd terug voor de wereldbeker veldrijden in Hoogerheide, één van onze provinciale topevenementen.’
de aanloop van de spelen van Londen willen we een zogenaamd ‘uitzwaaievenement’ opzetten. Vroeger kwamen de olympiërs allemaal samen op het provinciehuis. Nu is het de bedoeling om bij de sporters langs te gaan voordat ze naar de Olympische Spelen of de Paralympics gaan. Op 13 augustus organiseert de gemeente ’s-Hertogenbosch dan ook nog het landelijke ‘Welkom Thuis event’. We zijn gewoon de beste sportprovincie van Nederland!’ Vietnam, India, Suriname of Zuid-Afrika Naast de vele sportactiviteiten tussen grofweg Maastricht en Groningen is hij als docent opleidingen Nederland van de KNVB over de hele wereld actief. ‘Ja, dat is wél een trainingspakkenjob. Nederland heeft vijf man die over de hele wereld coaches gaan opleiden in de verwachting dat deze nieuw opgeleide mensen weer in staat zijn om ter plekke weer anderen te gaan scholen. Je moet hiervoor een enorm improvisatievermogen hebben. Je merkt overigens wel, of het nu in Suriname of Vietnam is, dat iedereen erg leergierig is. Inmiddels heb ik zo’n 1500 mensen geschoold. In Afrika zien we nu ook echt al de effecten van deze opleiding. Hoewel het wat teleurstellend was hoe er in 2010 in Zuid-Afrika door de Afrikaanse ploe-
Moving the Goalposts (MTG) nodigt meisjes in Kenia uit om te voetballen. Naast de lol van het spel is dit om leiderschapsrollen op zich te nemen. Ook is het van belang om hun eigen activiteiten te organiseren en om allerlei zaken met elkaar te bespreken die belangrijk zijn voor meisjes die opgroeien in een omgeving waar de rol van vrouwen nog veelal een dienende is. In Kilifi (Kenia) heeft Moving the Goalposts wekelijks meer dan 2500 meisjes aan het voetballen gekregen. Het motto van Moving the Goalposts is ‘Tunaweza’ (‘We can do it’) wat betekent dat meisjes met en zonder handicap capabel zijn zowel op het veld als in de maatschappij. Voor meer informatie kunt u kijken op www.mtgk.org of mailen met Cocky van Dam (
[email protected])
‘Hier groeit een Brabantse Sporter’ Pieter van den Hoogenband zwemstadion, maar op de eigen lokale voetbal- of zwemclub. En niet iedere sporter groeit uiteindelijk uit tot een bekende Brabander. Daarom focussen we bij ons project niet alleen op de topsportaccommodaties, maar kijken we ook naar de sportvoorzieningen in buurten en wijken. Want sporten betekent meedoen in de samenleving en mensen ontmoeten.
Illustratie harrie remie
‘In 2016 is Brabant de meest toegankelijke Sportprovincie van Nederland.’ Een gewaagde uitspraak, maar Francis Meulendijks, projectleider bij Zet van het project Sportplan Brabant Toegankelijk durft hem wel te doen. In opdracht van de provincie Noord-Brabant gaan Zet en Sportservice Noord-Brabant samen aan de slag om Brabantse sportaccommodaties toegankelijk te maken en Brabanders met en zonder beperking te stimuleren om te gaan sporten. ‘De aanleiding van dit project is de ambitie om de Olympische en Paralympische Spelen in 2028 naar Nederland te halen. ‘Nederland Sportland 2016’ is de eerste mijlpaal in het Olympisch Plan. De Nederlandse samenleving moet dan op olympisch
10 | GaZet Special 2012
niveau zijn gebracht. Vandaar dat wij ook hebben gekozen voor 2016 als eindpunt van ons project.’, aldus Meulendijks. Een topsportcarrière begint meestal niet meteen op de voetbalvelden van NAC Breda of in het
Francis legt uit wat Brabant de komende jaren kan verwachten. ‘Het project wordt uitgerold over drie sporen. Het eerste spoor bevat het toegankelijk maken van Brabantse sportaccommodaties. Van 400 sporthallen, tennis-, golf- en atletiekbanen en andere sportfaciliteiten zal de komende vier jaar de toegankelijkheid in kaart gebracht worden. Ook worden de medewerkers getraind in het omgaan met mensen met een beperking (sociale toegankelijkheid) én wordt er bekendheid gegeven aan de toegankelijkheid van de accommodaties.’ Geïnteresseerde eigenaren of uitbaters van sportaccommodaties kunnen zich nu al aanmelden voor deze gratis toegankelijkheidscheck via de bon elders in deze krant. ‘We gaan ook in kaart brengen wat het effect van toegankelijkheid is in relatie tot sportdeelname van mensen met en zonder beperking.’, vertelt de enthousiaste projectleider verder. ‘Begin 2012 wordt gestart met een nulmeting en in 2014 zal een tussentijdse meting gedaan worden. In 2016 kunnen we bij de effectmeting uiteindelijk zien
in hoeverre er daadwerkelijk een relatie is. Wat ik verwacht van de uitkomsten?’, Francis lacht. ‘Je moet nooit op de zaken vooruitlopen, maar ik denk dat door mensen beter te informeren over toegankelijkheid, de figuurlijke drempels worden weggenomen en dat het mensen stimuleert om toch te gaan sporten. Het derde en laatste spoor is de campagne ‘Hier groeit een Brabantse sporter!’ Met deze campagne worden gemeenten, accommodaties en verenigingen gestimuleerd om met een toegankelijke bril naar sporten te kijken. Uiteraard draagt de campagne ook bij aan het imago van Brabant als sportprovincie. Wat we precies gaan doen, blijft nog even een verrassing. Maar binnenkort horen jullie hier ongetwijfeld meer over!’ Op de vraag wat er gebeurt als de Olympische Spelen niet naar Nederland komen antwoordt Francis: ‘Dan is Brabant in 2016 nog steeds de meest toegankelijke sportprovincie met heel veel actieve sporters. Ieder op zijn of haar eigen niveau. En wie weet, draagt ons project er wel aan bij, dat we in de toekomst weer nieuwe Brabantse topsporters kunnen toejuichen.’ Wilt u meer informatie over dit project? Neem dan contact op met Francis Meulendijks,
[email protected] of 013 54 41 440
Nationale Special Olympics op 1, 2 en 3 juni in ’s-Hertogenbosch Als een sportieve spin in het web is Fleur van de Laar (34) bezig met de voorbereidingen van één van de grootste sportevenementen in Nederland dit jaar. Het eerste weekend van juni zal ’s-Hertogenbosch worden ‘ingenomen’ door 2500 sporters met een verstandelijke beperking en nog eens 1000 begeleiders tijdens de Nationale Special Olympics. ‘Waar ik wakker van lig? Eigenlijk van niets na onze geslaagde test afgelopen oktober met de regionale editie. Hoewel, het klinkt tegenstrijdig, ik lig soms wakker van het slapen van de 3500 gasten. We herbergen iedereen in de Brabanthallen en dat wordt spannend. We bouwen een heel olympisch dorp waar iedereen moet eten, slapen en tussen de bedrijven door ook entertainment geserveerd zal krijgen. Het is een enorme uitdaging vooral omdat onze sporters meer begeleiding nodig hebben. Eén begeleider op drie sporters. We hebben draaiboeken gehad van de vorige editie van dit evenement in Venlo. Daar waren de sporters en begeleiders ondergebracht in huisjes van een recreatiepark. Wij kiezen voor een centralere accommodatie die middenin het gebied ligt waar de 16 takken van sport zullen plaatsvinden’, aldus de gedreven coördinator. Kleur In de Brabanthallen zal vanzelfsprekend goed rekening gehouden worden met de toegankelijkheid. De accommodatie zelf is al bijzonder geschikt voor bezoekers met een beperking. Een unieke extra aanpassing wordt door de organi-
satie van deze nationale Special Olympics doorgevoerd. ‘We gaan werken met kleuren. Iedere groep krijgt een vaste kleur. De sporters weten dan bij welke kleur hun slaapzaal en eetruimte is en dit kunnen we doortrekken tot aan het vervoer toe. Het vervoer is naast het slapen in één ruimte, een ander aandachtspunt. Hiermee zijn we op dit moment nog druk bezig. Dit soort grote evenementen valt of staat ook bij de inzet van goede vrijwilligers. Gelukkig beschikken wij over een enorme groep mensen die dit op kunnen pakken. Het is tevens een prima moment om bedrijven te activeren om iets maatschappelijks te doen. Wij vragen deelnemende bedrijven om een groep vrijwilligers te leveren. Deze groep gaat dan samen aan de slag met een bepaalde activiteit. Dit stuurt veel beter aan dan allerlei losse verbanden van verschillende vrijwilligers. We gaan ook in andere opzichten voor de kwaliteit. Om maar iets te noemen, we gaan de sporters niet neerleggen op veldbedjes. We zijn met leveranciers bezig die ons kunnen helpen aan goede bedden. Dat geldt ook voor leveranciers van vloertegels. Daar hebben we er nogal wat van nodig, vooral omdat we ook hier met verschillende kleuren willen werken.’
Media Vanzelfsprekend hoopt de organisatie op veel aandacht van de media en duizenden toeschouwers. Fleur van de Laar is wel helder in wie ze wel en niet langs de lijn wil zien. We mikken op de bewuste toeschouwer. We gaan deze mensen ook opzoeken door een aantal takken van sport in het centrum te laten plaatsvinden. Roeien en wielrennen zijn prachtige kijksporten en zullen flink in de kijker worden gezet middenin ’s-Hertogenbosch. Met Omroep Brabant, het Brabants Dagblad en de landelijke media wordt tevens gewerkt aan voorlichting over dit evenement naar lezers en kijkers. In de voorfase zijn we al heel actief met een evenementenkalender, posters, flyers en onze onvolprezen veters. Al heel veel sporters in mijn omgeving hebben deze prachtige
rode veters gekocht om ons evenement letterlijk zichtbaar en financieel te steunen. De sport voor mensen met een verstandelijke beperking leeft als nooit tevoren. In 2010 hebben we geconstateerd dat er in ’s-Hertogenbosch 10 clubs actief waren, inmiddels kun je al op 22 plaatsen terecht! Niet voor niets hebben we in Brussel een onderscheiding gekregen. Niet wij als organisatie, maar wij als gemeente ‘s-Hertogenbosch, want we zijn gekozen tot Europese stad van de sport 2012. Wij doen er deze zomer alles aan om dit waar te maken. Voor mij zijn deze Special Olympics allereerst geslaagd als de sporters tevreden zijn en er sprake is van een dekkende begroting. Maar daarnaast willen we natuurlijk dat de gehandicaptensport in en om ’s-Hertogenbosch mede door dit evenement een permanente boost krijgt. Tussen haakjes, heb jij al veters gekocht?’
Doelstellingen Special Olympics Nederland en Zet identiek Mensen moeten gewoon mee kunnen draaien in de maatschappij. Fleur van de Laar ziet daarom ook kansen tot samenwerking tussen beide organisaties. ‘Voor het evenement in ’s-Hertogenbosch zitten we al op koers en zullen we niet veel samenwerkingslijnen meer leggen. Hoewel we het trainingsaanbod van Zet voor vrijwilligers rondom bejegening wel interessant vinden. Na deze driedaagse werken we verder aan het binnenhalen van de internationale Spelen. Mocht dit lukken, dan weten we Zet te vinden ook op het gebied van de fysieke toegankelijkheid. We werken overigens al prima samen, want via Zet wordt onze publiciteit goed doorgespeeld in de provincie!’
Fleur van de Laar geniet van de sporters
Foto prive fleur van de laar
GaZet Special 2012 | 11
Gastvrijheid voor gehandicapte supporters
Trainer Marjolein Duif van ZetWijs had begin 2011 een primeur. Na vele tientallen trainingen aan buschauffeurs en personeel van gemeenschapshuizen gaf zij haar eerste training binnen een Betaald Voetbal Organisatie (BVO). Het werd een succes. Hieronder haar belevenissen in het voetbalstadion van RBC Roosendaal. Op de koude avond van 11 januari ligt het stadion van RBC Roosendaal er wat donker bij. Binnen wachten ons een kleine 20 suppoosten van de voetbalclub. Sommige betaald, anderen al sinds jaar en dag op vrijwillige basis. De suppoosten zijn het visitekaartje van de club: Ze kennen het stadion op hun duimpje en zijn met elkaar verantwoordelijk voor een zeer belangrijke taak: de veiligheid van de bezoekers tijdens een wedstrijd of evenement. Bij het binnenkomen merk je direct op: een voetbalstadion is meer dan een gebouw waar je binnengaat om een wedstrijd te zien. Dit valt enerzijds op vanwege de professioneel ingerichte zalen, op de avond dat wij er waren werd er gekaart door een grote groep inwoners van de stad. Anderzijds valt het op omdat er een sfeer van gezelligheid en gastvrijheid hangt: het is er goed toeven. De suppoosten ontvangen de bezoekers tijdens hun werk, en krijgen in die rol te maken met allerlei mensen. Jong, oud, goed ter been of met een beperking. Soms vraagt dit om improviseren, want hoe zorg je ervoor dat iemand die een handicap heeft toch op zijn of haar plekje in het stadion terecht komt.
Vervolgens krijgen de suppoosten een setje kaarten met op iedere kaart een praktische tip. Bijvoorbeeld: ‘Laat uw klant uitpraten, ook al duurt dit langer’ en ‘Maak uzelf bekend aan een blinde of slechtziende’ Opdracht: prioriteer voor jezelf, welke tips vind je het belangrijkst. En dan is het oefenen geblazen: In twee groepen wordt er door het gebouw gelopen en gerold. Rolstoel en krukken zijn beschikbaar voor de ene groep, blindenstokken en ooglapjes voor de andere groep. Blindelings weten de suppoosten hun weg te vinden in de gangen van het stadion. Ook de tribune en de gang rond het veld worden beproefd. ‘Nooit geweten dat die leuning zo vervelend is als je niets ziet’ zei een van de deelnemers. ‘Toch lastiger dan ik dacht, met een rolstoel bij die speciale tribune komen’ was een andere opmerking. Na het oefenen sluiten we af door opnieuw te prioriteren in de tips. Met stip op de eerste plaats kwam nu: ‘Stem af voordat u bijspringt’. De training wordt daarna doorgesproken. ‘Geweldig, we hebben een erg leuke, maar ook nuttige avond gehad’, meldde de man die tijdens de rondgang met overgebleven donderslagen nog letterlijk voor vuurwerk zorgde. Zijn mening werd door alle andere aanwezigen gedeeld. ‘Hier zouden andere voetbalclubs ook hun voordeel mee kunnen doen. Als ik jullie was bracht ik dit onder de aandacht van de KNVB’, was de uitsmijter van de coördinator van deze nog gastvrijere RBC-suppoosten.
Foto edwin wiekens
De cursus Welkome Gasten is juist daar op gericht: Hoe ga je om met mensen met een beperking vanuit je rol als gastheer of -vrouw. We beginnen de cursus met een opwarmer: een dynamische quiz met vragen over het thema Toegankelijkheid. Hoeveel mensen in Nederland hebben een beperking? Hoeveel procent daarvan zit in een rolstoel? De suppoosten zijn direct actief: er wordt druk overlegd en gespeculeerd.
Daarna duiken we in het onderwerp: wat voor type beperkingen kom je zoal tegen, en wat vraagt dit van je als suppoost? Op welke manier bied je ondersteuning, zonder dat je het overneemt van de bezoeker?
ZET en het betaalde voetbal In 2012 gaat Zet in samenwerking met 22 MEE-organisaties de toegankelijkheid van het voetbal in Nederland verbeteren. Naast het landelijke project Dutch Career Cup, om werkzoekenden via de relaties van de voetbalclubs aan een betaalde baan te helpen, wordt ook ingezet op de onderwerpen fysieke en sociale toegankelijkheid. Een voorbeeld van sociale toegankelijkheid is de training voor suppoosten en andere medewerkers. De training zoals toegepast vanuit het RBC-model in Roosendaal kan prima worden gegeven bij de 36 BVO’s in Nederland.
Gratis
check op uw toegankelijkheid
Kan iedereen bij u naar binnen en meedoen? Met onze check weet u hoe het staat met uw toegankelijkheid. Gratis en zonder verplichtingen. Waar kom je dat nog tegen vandaag de dag? Naam Vereniging Adres Telefoonnummer
E-mail
Stuur de coupon naar Zet, Antwoordnummer 60510, 5000 WB Tilburg, mail naar Francis Meulendijks (
[email protected]) of ga naar zetopen.nl
12 | GaZet Special 2012
Colofon GaZet Special is een uitgave van Zet Tekst Wouter Schelvis, Arjan van Peer, Marjolein Duif, Francis Meulendijks, Frank Kemper, Arda van der Velde, Mariëlle Dijkers-Damman NISB Vormgeving Harrie Remie
Zet Postbus 271 5000 AG Tilburg 013 54 41 440
[email protected] www.zet-brabant.nl www.zetopen.nl www.zetwijs.nl www.zetplus.nl