Zelfverloochening Joke de Wolf-Roebes <31 augustus 2013>
pagina 2 v. 13 | Zelfverloochening
Inhoud
Inleiding 1. Waar zit de moeilijkheid?
3 4
Voorbeeld 1: Ik red mezelf wel. ....................................................... 4 Voorbeeld 2: Ik moet de situatie in de hand houden............................ 5 Voorbeeld 3: Ik doe het wel.. .......................................................... 5
2. Wat leren we van Jezus over zelfverloochening? 3. Hoe groei je in zelfverloochening? Studiemateriaal:
6 11 13
Inleiding We kennen de voorbeelden in de praktijk misschien wel? De man die zijn zeer hulpbehoevende vrouw zelf verzorgt, zodat zij niet naar een tehuis hoeft. Hij kan daardoor zelf nauwelijks meer ergens naar toe en moet dag en nacht beschikbaar zijn. Tijd om bezoek te ontvangen heeft hij niet. Is dat zelfopoffering? De vrouw die er elke dag weer tussen gaat staan: tussen haar man en dochter en haar overige kinderen en familie. Die ervoor zorgt dat onbegrip wordt opgelost of wordt voorkomen, want het doet zich onderling maar zo voor. Haar man heeft het syndroom van Asperger. Aan de overige gezinsleden legt ze uit hoe hij zijn reacties bedoelt. En ze probeert ruzie te voorkomen, probeert de situatie steeds zo te creëren, dat er geen ruzie ontstaat. Ze is voortdurend hoogalert. Vorig jaar kwam ze met vermoeidheidsklachten bij de arts. Komt dat door de situatie? Offert ze zichzelf teveel op? Of kun je dat niet zeggen? Jezelf wegcijferen? Zelfverloochening: is dat altijd maar jezelf wegcijferen, of niet? Altijd maar klaarstaan voor anderen? Je kunt zelfs het gevoel hebben dat mensen daar misbruik van maken, van jouw goedheid. Of dat je stank voor dank krijgt. Of dat je er doodmoe van bent, omdat je er altijd maar weer moet zijn. Dat is niet erg aantrekkelijk en leuk. En als je het voor de ander niet van harte doet, moet je je daarover dan schuldig voelen?Hoe zit dat? Zelfverloochening, het lijkt ook erg te botsen met het gevoel van onze tijd. Jezelf ontplooien, dat is het! Je mag toch ook jezelf ontwikkelen en genieten van de dingen? Zelfverloochening volgens de Bijbel Je zult deze situaties en deze vragen tegenkomen in de praktijk van de gemeente. Zelfverloochening heeft volgens de Bijbel te maken met een toewijding, om je vrijmoedig te kunnen inzetten voor het welzijn van de ander. Het is de liefde die God bedoeld wanneer hij ons opdraagt onze naaste lief te hebben als onszelf. Maar waarom voelt dat zo lastig? Het lijkt erop alsof we zelfverloochening vaak associëren met een plicht, iets dat moet. Het moet van onszelf of je denkt dat het van iemand anders moet. En we doen het maar. Maar wat bedoelt God in Filippenzen 2 precies met: …2 maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. 3 Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. 4 Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander
pagina 4 v. 13 | Zelfverloochening
We willen nagaan: 1. waar de moeilijkheid zit; 2. wat we van Jezus leren over zelfverloochening; 3. hoe je kunt groeien in zelfverloochening.
1. Waar zit de moeilijkheid? Waarom lijkt zelfverloochening of zelfopoffering meer een plicht dan een zaak van het hart? Het grootste knelpunt ligt in de kern van ons mens zijn: de ik gerichtheid van onze persoonlijkheden. Wij mensen worstelen daar voortdurend mee. We zijn meestal erg druk met onszelf. Nu is dat ook nodig: er moet brood op de plank komen en we hebben verantwoordelijkheden. Maar dat bedoel ik niet. In de kern zit er iets diepers, onze ik - gerichtheid, onze zondige persoonlijkheidsstructuur. En dat maakt het moeilijk om de ander helemaal oprecht lief te hebben. Ik geef drie voorbeelden van die ik - gerichtheid:
Voorbeeld 1: Ik red mezelf wel. Veel mensen zijn druk met zichzelf, omdat ze zichzelf willen beschermen. Ze bouwen muurtjes om zich heen. Anders redden ze het niet. Sommigen hebben slechte ervaringen met andere mensen. Ze hebben bijvoorbeeld geen liefhebbende ouders gehad. Ouders konden hun gevoelens niet uiten of ze deden het niet. Anderen zijn misbruikt, geestelijk, lichamelijk of hoe dan ook. Gepest, er buiten gezet. En als dat in je achterhoofd zit, word je heel voorzichtig naar anderen toe: je wilt niet nog eens die pijn meemaken of de pijn oproepen, die je hebt. Je gaat je een beetje verstoppen. ‘ Doe mij maar niet, ik hoop dat je mij niet vraagt.’ Met andere woorden: Ik regel mijn eigen leven wel, daarvoor heb ik niemand nodig. Ik doe de dingen op mijn manier en hulp vragen vind ik een teken van zwakte. Ik kan anderen helemaal niet helpen. Of iemand is verslaafd aan alcohol. En dat verbergt hij, omdat hij zich schaamt. Wat zullen mensen zeggen, als ze dat weten? Hij daalt vast in hun achting en waardering. Dat nooit. Hij redt het ook wel zonder anderen. Stel je voor dat anderen dat zouden weten: ze zouden het weinig christelijk vinden. En God ziet hem ook komen, die zegt vast
pagina 5 v. 13 | Zelfverloochening
dat hij zich had moeten bekeren en dat hij slecht is. Moet hij anderen helpen? Vraag hem dat niet. Dat kan hij niet en wil hij niet.
Voorbeeld 2: Ik moet de situatie in de hand houden In het pastoraat is het belangrijk te beseffen dat niet alleen verslaafden hulp nodig hebben, maar ook de mensen om hen heen. Het kan zelfs zo zijn dat zij door hun manier van reageren altijd alles maar goed hebben gevonden of niet durfden op te treden, bang voor ruzie waren. Een verslaving bijvoorbeeld kon zo in stand worden gehouden. Het is belangrijk dat onder ogen te zien. Heeft dat te maken met een te meegaand karakter? En past die persoon zich eigenlijk altijd aan aan z’n omgeving? Voelt hij zich niet machteloos in zo’n relatie? Goed om die vragen aan de orde te stellen. Er zijn mensen die zich nu eenmaal gedwongen voelen om te voldoen aan de wensen en verwachtingen van anderen. Iemand heeft een behoefte en deze mensen komen daar ogenblikkelijk aan tegemoet, ongeacht wat het kost aan tijd en energie. En dit gaat een eigen leven leiden, je kunt er niet mee stoppen, het is een gewoontepatroon. Je bent een verlengstuk van een ander. Je kent bij wijze van spreken je eigen gedachten, voorkeuren en stemmingen niet eens, omdat je altijd bezig bent om je in te leven in de wereld van die ander. Zo gaat het bij de vrouw in het voorbeeld aan het begin: ze is altijd bezig om voor de anderen in haar gezin te denken, om daarmee ruzie te voorkomen en de controle te bewaren. Daarbij zorgt ze niet goed voor zichzelf. Haar gevoelens lijken uitgeschakeld en doen er even niet toe. Als het thuis maar goed gaat. Ik moet de situatie onder controle houden! Sommigen mensen zien bovenstaande als een voorbeeld van christelijke deugd. Dit is de ander liefhebben als jezelf, de ander belangrijker achten dan je zelf. Is dit een goed voorbeeld van zelfverloochening? Betekent dit dat je jezelf daarbij helemaal aan de kant moet zetten?
Voorbeeld 3: Ik doe het wel.. Stel, je vindt jezelf waardeloos. Dat idee heb je jezelf wellicht aangepraat of je hebt dat van anderen begrepen. Meegekregen vanuit je jeugd of door de gebeurtenissen heen. Jij kon niet goed leren, jij begreep er toch niks van.. Vanuit zo’n laag zelfbeeld kun je koortsachtig op zoek zijn naar positieve bevestiging. Als je jezelf niet waardeert, moet het van iemand anders komen. Je hebt de waardering van anderen nodig om je goed te voelen. En daar ben je je hele leven druk mee. Je gaat je
pagina 6 v. 13 | Zelfverloochening
uitsloven voor anderen, je doet erg je best, in feite om te laten zien dat je wel iets kunt. Je pakt van alles aan en zegt nooit ‘nee’. Iemand moet het toch doen? Stiekem hoop je wel op een bedankje…. Vaak gaan deze dingen onbewust. In het pastoraat is het goed om op drukke mensen te letten. Waarom doen mensen dingen? Bevraag mensen op hun motieven. Probeer naar boven te krijgen wat er achter gedrag zit. Door welke gedachten laten mensen zich leiden? Is dat zelfverloochening, nooit ‘nee’ zeggen? Het kan zelfs zover komen dat deze mensen zich schuldig voelen als ze tijd en aandacht aan zichzelf besteden. Deze mensen zijn slachtoffer van hun verleden. Ze zoeken waardering in hard werken. Plicht of toewijding Zomaar een aantal voorbeelden van ik - gerichtheid. Situaties waarin zelfverloochening of zelfopoffering meer een plicht lijkt, vanuit angst geregeerd, dan een zaak van het hart, van oprechte toewijding. In je pastorale praktijk zul de voorbeelden genoeg tegenkomen, als je goed kijkt. Maar, hoe kan het dan wel, dat stukje toewijding aan God en de ander? Kun je dat leren? Ja. Jezus heeft ons het voorbeeld gegeven, namelijk zichzelf.
2. Wat leren we van Jezus over zelfverloochening? In Filippenzen 2 lezen we iets over Jezus en hoe hij zichzelf verloochende. We worden opgeroepen om die gezindheid van Jezus ook te hebben. Maar wat wordt daarmee bedoeld? Filippenzen 2: 1 Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, 2 maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. 3 Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. 4 Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. 5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. 6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. 8 En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in
pagina 7 v. 13 | Zelfverloochening
de dood – de dood aan het kruis. 9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, 10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11 en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader. Jezus heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen, dat was een heel bewuste actie. Hij heeft zich vernederd, is gehoorzaam aan de Vader geweest. Waarom? Om ons te winnen, te redden, om zo te laten zien wie God is. Hij had daarbij zijn eigen eer niet voor ogen, maar de eer van ons mensen. Hij achtte ons belangrijker dan zijn eigen status. Die had Hij namelijk al. Hij is de Zoon van God, door God geliefd. Kunnen wij dat leren? Bewust kiezen voor een nederige houding? Het belang van anderen op het oog hebben? De ander uitnemender achten dan jezelf? Ik denk dat Jezus het ons wil leren en ons erbij wil helpen. Hij was daarin een groot voorbeeld. Maar kun je dat dan maar zo? Ook gezien het voorgaande paragraafje? Wij zijn Jezus toch niet, zo hoor je in gesprekken nogal eens zeggen. Zelfverloochening en kruisdragen Eerst nog een bijbels voorbeeld uit Lucas 9: Jezus is op weg naar Jeruzalem. En hij zegt tegen zijn leerlingen: de zoon van de mensen (hijzelf) moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, de opperpriesters en de schriftgeleerden en gedood worden en op de derde dag worden opgewekt. En in dat kader begint Jezus over ‘ jezelf verloochenen’: Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen’.
Wat zegt Jezus hier nu?
Hij zegt: Wie achter mij wil komen. Jezus laat het helemaal vrij: als je wilt. Je kunt achter van alles aanlopen: de laatste mode, belangrijke mensen. Je kunt ook achter bepaalde doelen aanlopen, die je wilt bereiken. Je hebt veel keuze! En Jezus zegt dan: Als je wilt, volg Mij! Jezus begint niet zomaar over jezelf verloochen. Nee, hij begint met vrijheid: als je wilt. Het is een vrije keus. Het is geen verplichting of iets heel vervelends. En het is ook geen kwestie van: iemand moet het toch doen…
Wie achter mij aan wil komen, zegt Jezus. Dat is een uitnodiging! Leer mij kennen. Dat was bijvoorbeeld gebeurd bij Petrus. In het optrekken met Jezus, in het luisteren naar Hem, leerde hij Jezus kennen. ‘ U hebt woorden van eeuwig
pagina 8 v. 13 | Zelfverloochening
leven. U bent de Gezalfde van God. Naar wie zou ik anders gaan dan U?’, had Petrus gezegd. En dat kwam direct vanuit zijn hart. Petrus wist: bij hem ben ik goed af. Ik wil vasthouden aan hem, hem volgen. Zelfverloochening begint bij Jezus: achter hem aan, dichtbij hem willen zijn. Een relatie opbouwen met Jezus zelf, je leven toevertrouwen aan hem.
Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen Je kruis dragen was in de dagen van Jezus heel concreet: een veroordeelde misdadiger die op weg was naar zijn terechtstelling, droeg op zijn schouders zelf het kruis waaraan hij moest sterven. En terwijl hij dat kruis zelf droeg, moest hij ook nog eens meemaken dat het publiek hem uitjouwde: je hebt het verdiend. Kruisdragen was dus een verschrikkelijk vernedering: je werd uit de samenleving gestoten, weggegooid als een stuk vuil in de container. Jezus zelf heeft dit moeten meemaken. Hij gaf hierdoor het voorbeeld van zelfverloochening. En niet omdat toch iemand het moet doen. Zijn houding was niet gebaseerd op angst of zelfbescherming, maar kwam voort uit een radicale gerichtheid op zijn Vader en op de mensen om hem heen. Hij wilde dienen. Het was zijn keus.
Wat betekent kruisdragen voor ons? We associëren het vaak met lijden, met het lijden dat verschillende discipelen hebben ondergaan vanwege het evangelie bijvoorbeeld. Maar waar zien wij in ons eigen leven de realiteit van het kruisdragen terug? We zien het daar waar we heel concreet ondervinden dat geloven ook pijn doet en dat Jezus navolgen ook diep verdriet met zich meebrengt. En dat is voor ieder weer anders. Jezus spreekt dan ook niet heel algemeen over het kruis, maar hij zegt: `Wie achter mij aan wil komen,moet zijn kruis op zich nemen.'
Voor de één bestaat het kruisdragen uit de pijn die je lijdt omdat je zelf vol liefde achter Christus aangaat terwijl je man of je kind of je zus dat niet wil. Voor de ander bestaat het kruisdragen in het ervaren van heel diepe schuldgevoelens (bv vanwege verslavingen). Kruisdragen kan ook zijn: worstelen met je eigen waardeloosheid, met het idee dat niemand om je geeft.
Nu kun je dat kruisdragen ontlopen door God vaarwel te zeggen of God er niet bij te betrekken. Je kunt bijvoorbeeld je eigen schuldgevoelens wegstoppen en God buiten je gevoelswereld houden. Dan is de strijd uit je leven weg. Maar dan is wellicht ook Jezus uit je leven weg. Hij wilde ons juist
pagina 9 v. 13 | Zelfverloochening
vrijmaken van die strijd, ons verlossen van de pijn, van schuldgevoelens en van alles wat ons zo bezig kan houden. Wilde ons leren om op God en anderen gericht te zijn. Vanuit een eigen keus, niet omdat het verplicht is.
Het zit ons allemaal in het bloed: het kruis ontlopen om het niet te hoeven dragen. Het leven lijkt er gemakkelijker van te worden, maar het loopt geestelijk gezien uit op de dood. En juist dat hoeft niet omdat Christus die dood is ingegaan in onze plaats. En door zijn opstanding ontvangen wij de kracht om ons kruis te dragen en onze eigen pijn, onze angst en alles onder ogen te zien.
Kruisdragen en zelfverloochening: ze horen bij elkaar en bij het volgen van Jezus. En Jezus verbindt daar een grote belofte aan: Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. (Lukas 9: 24.) Je leven willen behouden, dat betekent dat je er hier en nu op uit bent om het je gemakkelijk te maken. Je ontloopt de strijd die geloven met zich meebrengt, je ontloopt de confrontatie met jezelf en met anderen. Je laat Jezus los en voor het oog ziet je leven er misschien mooi en leuk uit. Je denkt: laat een ander maar helpen. Maar het is allemaal maar buitenkant, leuk maar vaak leeg. Je laat je binnenkant niet zien en doet die zelfs op slot. Het is een leven dat niet vervuld is van Christus en daarom uitloopt op de eeuwige dood. Ieder die zijn aardse leven zal willen behouden, die zal het eeuwige leven verliezen.
Maar, zegt Jezus dan: wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden. Je leven verliezen, dat is niet alle kaarten zetten op het leven hier en nu, niet gericht zijn puur op jezelf, maar jezelf verloochenen en je kruis dragen om Jezus' wil. Want wie zichzelf verloochent en wie zijn kruis draagt die zal een leven vinden dat zo oneindig veel dieper en mooier en bevredigender is dan een leuk leven en dan alleen maar buitenkant. Dan alleen maar verplichtingen. Die vindt een leven dat op God is gericht, die heft het hoofd omhoog. De heilige Geest wil je hier dolgraag bij helpen. Want dat is zijn werk: jouw zo laten groeien, dat je steeds meer op Jezus lijkt. Hij wijst je steeds op Jezus.
Zelfverloochening betekent niet dat je jezelf kwijtraakt, dat je van alles moet, maar dat je jezelf in Jezus hervindt als mens zoals je door God bedoeld bent: een vrij mens, een zoon of dochter van God. Het zelfbeeld van mensen kan hierdoor totaal veranderen en daarmee ook hun zicht op de mensen om hen heen. Voor het bieden van echte hulp in pastoraat en diaconaat is dit een kerngegeven.
pagina 10 v. 13 | Zelfverloochening
pagina 11 v. 13 | Zelfverloochening
3. Hoe groei je in zelfverloochening? Als je met Jezus gaat optrekken, dan leer je wat het betekent om op God gericht te zijn. God geeft je zicht op hemzelf, maar ook op jezelf. Je gaat anders naar jezelf kijken: Wie ik ben? Waarom laat ik anderen niet bij mijn hart? Waarom ben ik zo gesloten? Waarom ben ik nog steeds kwaad op de mensen die mij hebben gebruikt en gepest? Samen met Jezus leer je geloven dat je gewenst bent, geliefd. Dat Jezus daarvoor kwam, om jou te dienen! Juist voor mensen die zichzelf denken te kunnen redden. God biedt zijn liefde aan Voor werkers in de kerk is dit liefdeaanbod van God een heel belangrijk gesprekspunt! Natuurlijk ga je (in geval iemand veel gepest is) praten over iemands pestverleden, maar het eigenlijke gesprekspunt mag gaan over de kracht van God, die alleen kan een mens veranderen. God heeft totaal en onvoorwaardelijk lief en Gods Geest geeft kracht om te vergeven en leert loslaten en leert zichzelf anders te gaan bezien. Misschien overbodig om te zeggen dat een werker in de kerk zelf ook de kracht van Gods helende Geest mag kennen!
Als je Jezus toelaat in je leven leer je ook je negatieve trekken beter kennen en herkennen. Waarom moet ik dingen in de hand houden? Of waarom doe ik wat ik doe? In het begin van het artikel passeerden 2 voorbeelden hiervan. Waarom heb ik goedkeuring van anderen nodig? Je gaat inzien waarom dat zo uitzichtloos aanvoelde, waarom je het liever ging wegstoppen. Omdat je alles zelf wilde oplossen! En waarschijnlijk ben je er doodmoe van geworden. Jezus biedt je aan om te rusten in zijn liefde, hij wil het voor je doen, hij wil samen met je je pijn dragen, hij wil je vergeven, hij wil samen met je nadenken over jezelf en over andere mensen. Verantwoordelijkheid of verantwoordelijk In pastoraat en diaconaat is het in deze gevallen goed om het omgaan met verantwoordelijkheidsgevoelens te bespreken vanuit de gedachte: wij kunnen mensen om ons heen niet veranderen, dat kan Jezus wel. Je hoeft dingen niet alleen op te lossen. Je bent niet verantwoordelijk voor de ander. Let er op: Je hebt uiteraard wel een verantwoordelijkheid (misschien een stukje goede zorg bieden en aandacht en liefde geven), maar je bent niet verantwoordelijk voor de ander. Dat is een verschil! Als iemand in jouw omgeving (bewust)
pagina 12 v. 13 | Zelfverloochening
negatief gedrag blijft vertonen, hoef jij dat niet te gaan compenseren. Het zou wel eens kunnen dat je het probleem daarmee juist in stand houdt. Groei Mensen gaan groeien als ze met God hun persoonlijke strijdpunten onder ogen willen zien. En het is niet zwak dat ze soms anders zijn dan anderen omdat ze Jezus willen volgen, dat is juist sterk. Wie zijn leven verliest, die zal het vinden. Handelen vanuit liefde, omdat je niet anders wilt. Steeds minder beheerst worden door angst, door heilig moeten, door plichten. Geen innerlijke kramp, maar meer en meer kunnen gaan genieten van een innerlijke vrijheid. Je onderwerpt je aan de Ander in plaats van aan een ander. Je leert naar anderen te kijken vanuit Gods bril. Die andere kijk is misschien best even wennen en bovenstaande is een levenslang groeiproces. Iemand kan niet in één gesprek veranderen. Hoe leert iemand om mensen wel te vertrouwen? Hoe leer je wel te spreken, daar je anders gesloten was? Hoe leert iemand ‘nee’ te zeggen, daar hij anders altijd direct iets deed? Kun je leren om je niet voor alles direct verantwoordelijk te voelen? Belangrijk is daarom om in een pastoraal gesprek na te gaan of mensen vrienden hebben die in dit proces goed kunnen ondersteunen. Belangrijk is vooral ook dat mensen zich eerlijk mogen leren uiten, zonder dat ze hun werkelijke gedachten en gevoelens direct wegstoppen. Respecteer in een gesprek die gevoelens, maar ga wel samen na waar ze vandaan komen. En daarna mag je samen negatieve gevoelens voor God brengen. Pas dan gaat er een goede basis groeien voor herstel, en later voor het jezelf verloochenen, voor een oprecht dienende houding. Zelfverloochening en kracht Zelfverloochening heeft niets te maken met een onzeker karakter, het is meer een uiting van kracht. God zegt niet dat wij iets moeten voor hem, hij vraagt een oprecht volgen van hem. Bid samen met je gesprekspartner vooral ook om kracht om de keuzes die iemand met zijn hart en verstand voor God maakt, ook met plezier te kunnen maken. God houdt van oprechte mensen. Die als ze ‘ja’ zeggen ook ‘ja’ bedoelen en niet stiekem ‘nee’ denken. Moeten we dus toch alles dan maar doen voor anderen? Nee, er moet niks, maar misschien kun je God er een plezier mee doen, zoals Jezus voor jou deed? Misschien nog wel even heel praktische tip, die je in je werk in de kerk weer kunt doorgeven: als iemand je voor iets vraagt, vraag dan altijd even een denkpauze en vraag in die tijd aan God of hij je duidelijk wil maken of je het wel of niet moet gaan doen. En hij maakt het je duidelijk. Kom je er alleen niet uit, overleg dan eerst met anderen, die jou goed kennen. Na een dag of na een paar uur
pagina 13 v. 13 | Zelfverloochening
weet je best of je het gevraagde met plezier kunt doen, of je er genoeg tijd voor hebt en of jij er de juiste persoon voor bent. Samen met God leer je namelijk steeds duidelijker welke gaven je wel en niet hebt en wat je dus wel en niet kunt inzetten. En dan kun je het ook vanuit liefde doen. Echte zelfverloochening is een daad van liefde. Heer, laat mij leren, niet om getroost te worden, maar om te troosten. Niet om begrepen te worden, maar om te begrijpen. Niet om geliefd te worden, maar om lief te hebben. Joke de Wolf Zwoll
Studiemateriaal: Neil T. Anderson, De Bevrijder, Hoornaar 1995. Nancy Groom, Van moeten naar mogen, Herstel van relaties: van gebondenheid naar verbondenheid, Navigator boeken, 2000. Philip Troost, Open lijnen , Kampen 2001 Larry Crabb, Verbondenheid , Navigator Boeken 1998 idem: Recht uit je ziel, Medema 2005 Zoek via google.nl op ‘zelfverloochening’ of op ‘zelfaanvaarding’ , daar vind je bijvoorbeeld preken over dit onderwerp Naar het begin van het artikel