Working Paper #14 INFORMATIEMANAGEMENT: EEN REDUCTIE IN DE ONTWERPKOSTEN VAN INFRASTRUCTUUR M. van den Berg
[email protected]
COPYRIGHT © 2012
VISICO Center, University of Twente
[email protected]
Informatiemanagement: Een reductie in de ontwerpkosten van infrastructuur
GIS en BIM, de toekomst van informatiemanagement in de infra
Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2011
1, Revisie 0
Verantwoording
Titel
:
Informatiemanagement: Een reductie in de ontwerpkosten van infrastructuur
Subtitel
:
GIS en BIM, de toekomst van informatiemanagement in de infra
Datum
:
9 november 2011
Auteur
:
M. van den Berg
E-mail adres
:
[email protected]
Begeleider Universiteit Twente :
Dr. T. Hartmann
Tweede begeleider UT
:
Dr. Ir. M.J. Booij
Begeleider Grontmij
:
Ir. H. Veldhuis
Contact
:
Grontmij Nederland B.V. De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl
1, Revisie 0 Pagina 2 van 49
Voorwoord
Voor u ligt mijn Bachelor thesis naar aanleiding van onderzoek dat is uitgevoerd binnen Grontmij. In mijn zoektocht naar een afstudeeropdracht was ik al eerder geïnteresseerd geraakt in de mogelijkheden van BIM (Bouw Informatie Model). Een populair thema, zodat ik na drie sollicitaties opeens de keuze over drie verschillende afstudeeropdrachten met een BIM onderwerp had, bij drie verschillende bedrijven. Uiteindelijk heb ik gekozen voor Grontmij doordat het een meer procesmatige opdracht betrof in plaats van een softwaretechnische. Daarnaast kreeg ik een goed gevoel over de begeleiding, het doel van de opdracht en het bedrijf Grontmij zelf. De keuze is me uiteindelijk zeer goed bevallen. Daarbij spreekt vooral het gemak waarmee ik als student in contact kwam met een groot aantal medewerkers, die in alle behulpzaamheid tijd voor mij vrijmaakten, mij erg aan. Ik heb het erg naar mijn zin gehad bij Grontmij en het is vooral een zeer leerzame ervaring van de echte praktijk geweest. Met dit afstudeeronderzoek rond ik de bachelorfase van mijn studie Civiele Techniek af en bezit ik een Bachelor diploma. Ik wil graag een aantal mensen bedanken die mij bij mijn afstudeeronderzoek hebben geholpen. Uiteraard ben ik veel dank verschuldigd aan mijn begeleiders Henri Veldhuis vanuit Grontmij en Timo Hartmann vanuit Universiteit Twente voor hun kritische blik en leerzame adviezen. Ik ben Henri Veldhuis daarnaast ook dankbaar voor het voorzien van een afstudeeropdracht met de bijhorende voorzieningen bij Grontmij. Ook wil ik Tiny Heijmans, de projectleider van de ‘N23 Westfrisiaweg’, bedanken voor zijn inzet en steun bij het uitvoeren van mijn case study binnen zijn project. Jan van Malenstein wil ik bedanken voor het wegwijs maken binnen Grontmij en de deur die daarvoor altijd open stond. Als laatst wil ik nog de tientallen personen bedanken met wie ik interviews of soms gewoon informele gesprekken heb gevoerd. Het onderzoek was niet mogelijk geweest zonder hun welwillende medewerking en kennis. Enschede, 15 oktober 2011 Marijn van den Berg
1, Revisie 0 Pagina 3 van 49
Management Summary
Bij lifecycle asset management van infrastructuur is informatiemanagement van groot belang. Belangrijke informatie van deze infrastructuur en zijn omgeving moeten vanuit de voorgaande lifecycle fasen beschikbaar zijn. Echter, deze informatie ontbreekt veelal, is niet compleet of niet meer actueel. Hierdoor worden onnodige kosten gemaakt. Er zijn belangrijke ontwikkelingen in de ICT ter bevordering van informatiemanagement, zoals het gebruik van Bouw Informatie Modellen (BIM), Document Management Systemen (DMS) of het toepassen van Geografische Informatie Systemen (GIS). Hierdoor kan er minder informatie verloren gaan en informatie moet beter vindbaar en uitwisselbaar worden. Binnen het team Asset Software van Grontmij is door mij onderzoek gedaan naar de kosten die voorkomen kunnen worden in de ontwerpfase van de vernieuwing van infrastructuur door het toepassen van BIM, DMS en GIS binnen het informatiemanagement over de levenscyclus van het project. Het onderzoek is uitgevoerd als een casestudy binnen het vernieuwingsproject: ‘N23 Westfrisiaweg’. Uit het onderzoek is gebleken dat 5 tot 6% van de totale kosten in de ontwerpfase kunnen worden voorkomen door te besparen op faalkosten in het ontwerpproces, veldonderzoek en tijdsbesteding aan informatievergaring bij externe overheden. Binnen deze 5 tot 6% zijn er twee informatiesoorten te onderscheiden waarbinnen de besparingen te behalen zijn:
• Projectspecifieke informatie, die met behulp van een BIM en een DMS in een informatiedossier up-to-date aan het object worden bijgehouden. Hiermee wordt vooral bespaard op veldonderzoek naar de huidige situatie.
• Omgevingsspecifieke informatie uit GIS datasets, deze kunnen in een planfase voorafgaand aan de ontwerpfase, worden ontsloten in een GISviewer. Hiermee kan vooral worden bespaard op faalkosten in het ontwerpproces en op kosten aan veldonderzoek en in mindere mate aan tijdsbesteding aan informatievergaring bij externe overheden. Voor beide informatiesoorten is in het onderzoek vervolgens een kosten-batenanalyse uitgevoerd. Uit de kosten-batenanalyse blijkt dat beide informatiesoorten een kostenreductie kunnen opleveren. Met betrekking tot BIM is een blijvende bijhouding gedurende de gehele levenscyclus niet realistisch gebleken, maar blijkt een periodieke aanpak met daarbij een koppeling naar Asset Management Software (AMS) wel tot een geringe kostenreductie te leiden. Er zijn echter een aantal kwalitatieve baten en baten gedurende de onderhouds- en gebruikersfase niet meegenomen in de kosten-batenanalyse wat het resultaat nog positief zou kunnen beïnvloeden. De geringe positieve uitkomst betekent nog maar een zeer gering verbeterde kostenefficiëntie die daardoor nog te risicovol is om als investeringsargument te dienen. Nader onderzoek naar de overige baten valt aan te raden om de nauwkeurigheid van de kosten-batenanalyse te vergroten om zo een minder risicovolle investeringsoverweging te kunnen maken. Met betrekking tot het gebruik van GIS blijken de baten sterk op te wegen tegen de kosten. Het gebruik van GIS valt dan ook sterk aan te raden vanwege de verbeterde kostenefficiëntie. Vanuit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat investeren in informatiemanagement tot een kostenreductie in het ontwerpen van infrastructuur zal leiden; vooral GIS zal op dat gebied een grote invloed hebben. Ook BIM geeft een positief resultaat, maar echter gering, hier zal nog verder onderzoek voor benodigd zijn voor een nauwkeuriger resultaat waardoor de investeringsrisico’s kleiner worden.
1, Revisie 0 Pagina 4 van 49
Inhoudsopgave
Voorwoord ..................................................................................................................................... 3 Management Summary ................................................................................................................. 4 1
Inleiding......................................................................................................................... 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Probleemanalyse .......................................................................................................... 8 Projectspecifieke informatie (informatiedossier) ........................................................... 8 Omgevingsspecifieke informatie ................................................................................... 9 Probleemstelling ......................................................................................................... 11 Doelstelling.................................................................................................................. 11 Theoretisch vertrekpunt .............................................................................................. 11
3 3.1 3.2
Onderzoeksmodel....................................................................................................... 13 Onderzoeksvragen...................................................................................................... 13 Schematisatie onderzoek............................................................................................ 13
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Onderzoeksmethodiek ................................................................................................ 15 Case............................................................................................................................ 15 Case study .................................................................................................................. 17 Verantwoording case study......................................................................................... 20 Onderzoeksmethode................................................................................................... 21
5 5.1 5.2 5.3
Onderzoeksdata.......................................................................................................... 23 Te voorkomen kosten ontwerpfase vernieuwing ‘N23 Westfrisiaweg’ (baten) ........... 23 Extra kosten BIM......................................................................................................... 29 Extra kosten GIS ......................................................................................................... 31
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Data analyse ............................................................................................................... 33 Totale baten tijdens ontwerpfase vernieuwing ‘N23 Westfrisiaweg’........................... 33 Kosten-baten informatiedossier over levenscyclus..................................................... 36 Kosten-baten gebruik GIS tijdens vernieuwingsfase .................................................. 38 Algemene verwachting van de baten.......................................................................... 39
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Conclusies................................................................................................................... 41 Informatiedossier ........................................................................................................ 41 GIS .............................................................................................................................. 42 Kwalitatieve baten ....................................................................................................... 42 Vergelijking met algemene verwachting van de baten ............................................... 42
8 8.1
Aanbevelingen ............................................................................................................ 43 Aanbeveling voor verder onderzoek ........................................................................... 43
9
Literatuur ..................................................................................................................... 44
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Bijlage ......................................................................................................................... 45 BIM.............................................................................................................................. 45 Interviews .................................................................................................................... 46 Stramien interviews baten binnen onderdelen projectteam........................................ 47 Stramien interviews extra kosten BIM en DMS in informatiedossier .......................... 48 Stramien interviews extra kosten GIS......................................................................... 49
1, Revisie 0 Pagina 5 van 49
Figuurlijst
Figuur 1 - Lifecycle information management ............................................................................... 7 Figuur 2 - Informatiemanagement over levenscyclus ................................................................... 8 Figuur 3 - Ontwerpomgeving bij infrastructuur ............................................................................ 10 Figuur 4 - Ontwerpproces............................................................................................................ 11 Figuur 5 - NPV (Kosten - Baten) ................................................................................................. 12 Figuur 6 - Onderzoeksmodel....................................................................................................... 13 Figuur 7 - N23 Westfrisiaweg ...................................................................................................... 15 Figuur 8 - Projectstructuur 'N23 Westfrisiaweg' .......................................................................... 16 Figuur 9 - Gewenste toepassing van informatie als input voor vernieuwingsfase ...................... 17 Figuur 10 - Toepassing informatiedossier over de levenscyclus ................................................ 18 Figuur 11 - Toepassing regionale informatie over de vernieuwingsfase..................................... 19
Tabellenlijst
Tabel 1 - Investeringsbeoordeling a.d.h.v. NPV.......................................................................... 12 Tabel 2 - Kostenposten BIM scenario 1 ...................................................................................... 29 Tabel 3 - Kostenposten BIM scenario 2 ...................................................................................... 30 Tabel 4 - Kostenposten GIS ........................................................................................................ 32 Tabel 5 - Baten per ontwerp- en adviesonderdeel ...................................................................... 33 Tabel 6 - Baten per onderdeel verdeeld naar medium ............................................................... 34 Tabel 7 - Baten per onderdeel verdeeld naar soort besparing ................................................... 34 Tabel 8 - Soorten baten verdeeld naar medium.......................................................................... 35 Tabel 9 - Kosten-batenanalyse BIM kostenscenario 1................................................................ 36 Tabel 10 - Kosten-batenanalyse BIM kostenscenario 2 ............................................................. 36 Tabel 11 - Kosten-batenanalyse GIS .......................................................................................... 38 Tabel 12 - Verwachte baten ........................................................................................................ 39 Tabel 13 - Interviews ................................................................................................................... 46
1, Revisie 0 Pagina 6 van 49
1
Inleiding
Lifecycle asset management betreft het ontwerp, de realisatie, het onderhoud en de optimalisatie van kapitaalgoederen zoals infrastructuur (weg, rail en water). Hier gaan in Nederland jaarlijks vele miljarden in om. Overdracht van informatie tussen de verschillende fasen in de levenscyclus en de relatie tussen de activiteiten van de bedrijfsvoering moeten op elkaar zijn afgestemd voor het optimaal functioneren van deze infrastructuur. De infrasector staat voor een belangrijke uitdaging om informatie tussen de verschillende fases van het lifecycle asset management proces beter op elkaar af te stemmen, zoals in Figuur 1 is weergegeven. Omdat het vaak ontbreekt aan een goede afstemming tussen de verschillende fases gaat nog vaak waardevolle informatie verloren. Dit leidt tot onnodige faalkosten en vertragingen in infrastructurele projecten.
Figuur 1 - Lifecycle information management
Om de informatieoverdracht over de levenscyclus beter af te stemmen wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van een Bouw Informatie Model (BIM), Document Management Systeem (DMS) en een Geografisch Informatie Systeem (GIS). Met behulp van deze technieken kan verschillende informatie digitaal, uitwisselbaar en centraal bereikbaar opgeslagen worden. Zodoende moet worden voorkomen dat waardevolle informatie verloren gaat. Dit onderzoeksrapport geeft inzicht in de mogelijke baten die te behalen zijn door met BIM, DMS en GIS een betere informatieoverdracht over de levenscyclus te bereiken. Door daartegenover de extra kosten aan informatiemanagement te onderzoeken, kan bekeken worden of het een verbetering van het lifecycle asset management betekend. Allereerst wordt in dit document in een probleemanalyse de huidige problemen op het gebied van informatiemanagement en de mogelijke oplossingen nader beschreven, wat zal resulteren in een probleemstelling voor mijn onderzoek. Vervolgens wordt het onderzoeksmodel en de uitgevoerde onderzoeksmethodiek beschreven, waarna de onderzoeksdata wordt gepresenteerd en de resultaten van het onderzoek worden geanalyseerd. Tot slot wordt er een eindconclusie samengesteld met de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek en een aanbeveling gedaan over het investeren in informatiemanagement met BIM, DMS en GIS.
1, Revisie 0 Pagina 7 van 49
2
Probleemanalyse
1
Informatie als input voor een infrastructureel vernieuwingsproject is nog vaak gebrekkig aanwezig of wordt gebrekkig beschikbaar gesteld. Zo gaat benodigde projectspecifieke en omgevingsspecifieke informatie nog vaak verloren, is onvindbaar of wordt op een inefficiënte manier in het ontwerpproces toegepast. Informatiemanagement blijkt vaak nog een ondergewaardeerd aspect voor vooral eigenaren van infrastructurele objecten, maar ook binnen projectteams van infrastructurele projecten en beheerders van omgevingsinformatie. Er zijn op het moment echter grote ontwikkelingen in de infra die te maken hebben met het verbeteren van informatiemanagement. BIM (Bouw Informatie Model) en GIS (Geografisch InformatieSysteem) zijn twee van die ontwikkelingen waardoor informatiemanagement beter op orde kan worden gehouden, wat uiteindelijk zal moeten leiden tot kostenreductie. Deze kostenreductie valt voornamelijk in de vernieuwingsfase te behalen door te kunnen beschikken over reeds aanwezige informatie. Benodigde informatie als input in de vernieuwingsfase van infrastructurele projecten kunnen worden onderverdeeld in twee soorten. Enerzijds is de projectspecifieke informatie van belang en anderzijds is de omgevingsspecifieke informatie bij infra van belang. BIM en DMS (Document Management Systeem) zijn twee technologieën die projectspecifieke informatie kunnen ontsluiten en bijhouden. GIS is een technologie die vooral de omgevingsspecifieke informatie kan ontsluiten en bijhouden. Daarnaast kan GIS ook de koppeling met de projectspecifieke informatie maken. Hieronder worden de problemen bij projectspecifieke en omgevingsspecifieke informatie nader behandeld en de toepassing van BIM en GIS als verbetering daarbij, verder uitgewerkt. 2.1
Projectspecifieke informatie (informatiedossier)
2.1.1 Probleem Het ‘lifecycle information management’ van infrastructurele objecten is nog vaak niet goed op orde. In de huidige praktijk heeft elke fase van de levenscyclus namelijk eigen informatiemanagement systemen die nog onafhankelijk en geïsoleerd werken. Het systeem voorziet alleen in zijn eigen functioneren en is niet in staat om belangrijke informatie en data te delen en te integreren. (Qing-Hua, 2002) Informatie wordt vaak niet volledig overgedragen aan de volgende beherende partij. Oorspronkelijk aanwezige informatie Figuur 2 - Informatiemanagement over levenscyclus (BIR, 2010) wordt zodoende vaak in meerdere fasen van de levenscyclus opnieuw verzameld of onderzocht om het betreffende informatiemanagement systeem te voorzien. Zoals in Figuur 2 is te zien ontstaat daardoor in de huidige praktijk een erg gefragmenteerd informatiemanagement met naar elke nieuwe fase een verlies van belangrijke informatie als gevolg. In een ideale situatie zou geen verlies van belangrijke informatie ontstaan (BIR, 2010). 1
Vernieuwingsproject: Een vernieuwing, herinrichting en eventuele uitbreiding van bestaande infrastructuur. Zodoende niet overeenkomstig met klein- of grootonderhoud waar alleen onderdelen worden bijgewerkt of vervangen.
1, Revisie 0 Pagina 8 van 49
Probleemanalyse
Zodoende ontstaat er een gebrekkig informatiedossier waarin belangrijke informatie ontbreekt of het informatiedossier bevat verouderde informatie. Als gevolg wordt er ook in de vernieuwingsfase nader onderzoek gedaan naar de huidige situatie van het infrastructureel object. In de vernieuwingsfase gebeurt dit echter vaak op grote schaal door de omvang van het project, wat hoge kosten met zich mee brengt. 2.1.2 Oplossing In de afgelopen jaren is in de bouw het Bouw Informatie Model (BIM) in opkomst. Dit is een nog gaande ontwikkeling die de problemen gerelateerd aan uitwisseling van informatie en informatie-integratie over de gehele levenscyclus van een bouwwerk moet verbeteren. (AGC, 2005) ‘Building Information Modeling’ (in het Nederlands ook wel BIMmen genoemd) is het proces van het opbouwen en managen van het virtuele model van het betreffende bouwwerk. Het virtuele model is opgebouwd vanuit objecten waar zowel alle fysieke alsook functionele eigenschappen aan kunnen worden gekoppeld. (BuildingSMART alliance, 2011) Voor een uitgebreidere uitleg over BIM zie bijlage 10.1. BIM voor infrastructuur is nog in ontwikkeling en nog zeker geen doorgaans gebruikt ontwerpproces. In de huidige BIM-praktijk worden ook zeker nog niet alle aspecten van het concept BIM toegepast, maar technisch is het wel haalbaar. Het is een kwestie van het concept dat nog moet worden omarmd door de praktijk en de verschillende softwareleveranciers. In het vervolg wordt uitgegaan van het totale concept dat BIM inhoud, juist om te onderzoeken of het omarmen van de ontwikkeling naar het totale BIM-concept van nut is voor de infrasector op het gebied van informatiemanagement. Doordat in een BIM de belangrijkste informatie over een bouwwerk gedurende de gehele levenscyclus kan worden ontsloten in één centraal en digitaal model zal er minder belangrijke informatie verloren gaan. Daarnaast kan een BIM ook worden bijgehouden zodat het model altijd virtueel up-to-date blijft aan de huidige situatie waarbij de historie ook blijft opgeslagen. Zodoende claimt BIM de ideale situatie uit Figuur 2 te benaderen (Eastman et al., 2008). Daarnaast zijn Document Management Systemen (DMS) steeds meer in gebruik en belangrijker door de groeiende hoeveelheid informatie. Dit systeem zorgt voor een goede archivering van digitale documenten. In een DMS zijn belangrijke documenten te ontsluiten met daarin belangrijke informatie naast de ontsloten informatie in een BIM. In de huidige praktijk zijn er ook nog vele papieren archieven waarin documenten moeilijker op te zoeken zijn en waarin makkelijker documenten kwijt raken. Deze twee systemen zorgen ervoor dat tijdens een vernieuwingsfase een volledig informatiedossier aanwezig is met de benodigde informatie. Zodoende hoeft er in tegenstelling tot de huidige praktijk geen intensief onderzoek meer gedaan te worden naar de huidige situatie van het infrastructureel project. Hoge kostenposten kunnen zodoende worden voorkomen. Het is echter niet algemeen bekend wat dit voor baten oplevert over de gehele levenscyclus van een infrastructureel object waarbij ook de extra kosten van BIM ten op zichtte van de huidige situatie worden meegenomen. Dit vraagt nader onderzoek.
2.2
Omgevingsspecifieke informatie
2.2.1 Probleem Bij het ontwerpen van infrastructuur speelt omgevingsspecifieke informatie over het projectgebied en zijn omgeving een grote rol (Figuur 3 geeft een voorbeeldweergave van een ontwerpomgeving bij infrastructuur). Deze regionale informatie is vaak in beheer bij besturende overheden binnen het projectgebied. Veel van deze informatie is moeilijk verkrijgbaar. Zo kan het bijvoorbeeld lang duren voordat de benodigde informatie wordt overgedragen, of is de informatie nog niet in een geschikt digitaal formaat beschikbaar. Daarnaast gaat er ook veel informatie verloren of is bij verschillende partijen aanwezig waardoor het moeilijk of niet meer wordt terug gevonden. Zodoende ontstaat informatieverlies en tijdsverlies door het zoeken naar informatie en het maken van een vertaalslag om de informatie in een bruikbaar formaat te krijgen. Hierdoor duurt het ook langer voordat het advies van het betreffende onderdeel gegeven kan worden en komen veel knelpunten vanuit de projectomgeving te laat naar voren in het ontwerpproces. In het huidige ontwerpproces wordt er vanuit een globaal onderzocht voorkeursalternatief tegelijk begonnen met het ontwerp van de weg alsook al grotendeels met de adviesonderdelen
1, Revisie 0 Pagina 9 van 49
Probleemanalyse
binnen het ontwerpproces. Doordat knelpunten zodoende te laat zichtbaar worden, terwijl het tracé of zelfs al een gedetailleerd ontwerp deels vast liggen, ontstaan er ook regelmatig faalkosten door onder andere ontwerpaanpassingen en daaruit volgende kosten.
Figuur 3 - Ontwerpomgeving bij infrastructuur (Drunen, 2011) 2.2.2 Oplossing De laatste jaren is er echter bij overheden een grote ontwikkeling gaande op het gebied van het opslaan en beschikbaar stellen van hun informatie in een GIS formaat. GIS koppelt data uit verschillende bronnen en formaten op basis van een geografische component (X-, Y- en Zcoördinaten). Dat levert aansprekend en herkenbaar geografisch beeldmateriaal op in de vorm van kaarten. Het eenduidig onderbrengen van benodigde informatie via een geografische component in één GIS-systeem maakt data snel vindbaar, uitwisselbaar én in een oogopslag herkenbaar vanwege de ruimtelijke weergave. (ESRI NL, 2011) Met het door overheden ontsluiten van regionale informatie in centrale GIS datasets zou het verkrijgen van de informatie daardoor eenvoudiger moeten worden en zou er minder informatie verloren moeten gaan. Informatie is zodoende niet meer in vele documenten en vaak bij verschillende actoren opgeslagen waardoor informatie ook vaak onvindbaar raakt. Zodoende zou er minder veldonderzoek nodig kunnen zijn om verloren informatie opnieuw in te winnen. Daarnaast kan er tijd worden bespaard aan het zoeken naar informatie. Door vervolgens de benodigde GIS datasets met omgevingsspecifieke informatie voor het projectteam te ontsluiten in één centrale GISviewer ontstaan naar verwachting grote baten in de ontwerpfasen van de realisatie en vernieuwing van een infrastructureel object. Zodoende zou er namelijk een efficiënter ontwerpproces moeten ontstaan die is opgezet als in Figuur 4, waarbij de nadruk van het ontwerpproces in een vroeger stadium moet komen te liggen. Dit heeft als voordeel dat in een vroeg stadium makkelijker wijzigingen zijn door te voeren en dat daarnaast de wijzigingen ook nog minder hoge kosten met zich mee brengen dan in een later stadium. In dat vroege stadium moet er eerst in een planfase met de beschikbare informatie uit de GIS datasets, afbakeningen worden gemaakt om de mogelijkheden voor een haalbaar ontwerp (tracé) te bekijken. Met behulp van een GISviewer kan in een planfase meer en makkelijker vooronder-
1, Revisie 0 Pagina 10 van 49
Probleemanalyse
zoek gedaan worden en zodoende beter haalbare alternatieven worden opgesteld. In het vooronderzoek werken alle onderdelen middels een GISviewer ook al integraal samen waardoor niet te afhankelijk van elkaar van start wordt gegaan in het ontwerpproces. Zo komen knelpunten vanuit de projectomgeving in een vroeger stadium zichtbaar waardoor hoge faalkosten kunnen worden voorkomen.
Figuur 4 - Ontwerpproces (Autodesk, 2011)
Het gebruik van GIS claimt grote baten op te leveren. Het is echter niet algemeen bekend hoe groot die baten zouden kunnen zijn, wanneer daarbij ook de extra kosten die er tegenover staan worden meegewogen. Dit vraagt nader onderzoek. 2.3 Probleemstelling BIM en DMS claimen te voorzien in kostenreductie aan de hand van een betere ‘lifecycle infomation management’. GIS claimt kostenreductie door het beter ontsluiten en uitwisselbaar maken van omgevingsinformatie en daarnaast ook aan de hand van een meer integrale aanpak van het ontwerpproces met behulp van een GISviewer. Het is echter nog niet bekend hoe de kostenreductie in de praktijk zal uitwerken, hoeveel er kan worden bespaard, wat valt toe schrijven aan een up-to-date informatiedossier en wat aan een verbeterd gebruik van omgevingsspecifieke informatie en welke extra kosten daartegenover staan. 2.4 Doelstelling Het uitgangspunt van het onderzoek is om middels een kosten-batenanalyse inzicht te krijgen in de kostenefficiëntie van het gebruik van BIM en DMS, om te beschikken over een up-to-date informatiedossier, en het gebruik van GIS om omgevingsspecifieke informatie op een effectieve manier in het ontwerpproces te gebruiken. 2.5 Theoretisch vertrekpunt Een kosten-batenanalyse (KBA) is een afwegingsmiddel om de kostinefficiënties van verschillende alternatieven te vergelijken waarbij alle bedragen via een rentevoet worden teruggerekend naar het jaar nul (NPV = Net Present Value). Zo kan bekeken worden of een investeringsalternatief een verbetering is ten opzichte van een nulalternatief. In dit onderzoek zal er gebruik worden gemaakt van een kosten-batenanalyse zoals beschreven door Boardman (2006). De kosten-batenanalyse zal de volgende stappen doorlopen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Specificeer de te onderzoeken alternatieven Beslis van wie de kosten en baten meetellen Catalogiseer de impacten en selecteer de meetindicatoren Voorspel de impacten kwantitatief over de levenscyclus van het project Monetariseer de impacten Disconteer de kosten en baten naar Present Values (PV) Bereken de Net Present Value (NPV) van elk alternatief Voer een gevoeligheidsanalyse uit Maak een aanbeveling
Voor het berekenen van punt 6 en 7 gecombineerd wordt de formule uit Figuur 5 gebruikt.
1, Revisie 0 Pagina 11 van 49
Probleemanalyse
Figuur 5 - NPV (Kosten - Baten) (Relationship-economy, 2011)
Voor de kosten en baten, die geen macro-economische risico kennen (zoals investeringskosten), is een disconteringsvoet (rentevoet) van reëel 4% gehanteerd. Dit is in overeenkomst met gebruikte waarden door Rijkswaterstaat. [12] Macro-economisch risico’s zijn bijvoorbeeld inkomsten als zijnde van baten die tegenvallen door aan de economische situatie onderhevig te zijn. Met investeringskosten of te voorkomen investeringskosten is dit niet het geval. Beoordeling van de uitkomst van de kosten-batenanalyse om een aanbeveling te kunnen geven gebeurd volgens Tabel 1: Tabel 1 - Investeringsbeoordeling a.d.h.v. NPV (Wikipedia, 2011)
If...
It means...
NPV the investment would >0 add value to the firm
Then... the project may be accepted
the investment would NPV subtract value from the the project should be rejected <0 firm the investment would NPV neither gain nor lose =0 value for the firm
We should be indifferent in the decision whether to accept or reject the project. This project adds no monetary value. Decision should be based on other criteria, e.g. strategic positioning or other factors not explicitly included in the calculation.
1, Revisie 0 Pagina 12 van 49
3
Onderzoeksmodel
Om de doelstelling te bereiken is er een onderzoeksmodel opgezet. Het onderzoeksmodel is in dit hoofdstuk uiteengezet. Allereerst zijn er drie onderzoeksvragen opgesteld waarna er een schematisatie van het verloop van het onderzoek wordt weergegeven en beschreven. 3.1 Onderzoeksvragen 1. Welke baten ontstaan in de ontwerpfase, tijdens de vernieuwing van een infrastructureel object, door het beschikbaar hebben van de benodigde informatie over de huidige situatie en historie van het object en zijn omgeving met behulp van BIM, DMS en GIS? 2. Wat zijn over de levenscyclus de kosten-baten van het beschikken over een informatiedossier van een infrastructureel object waarin de projectspecifieke informatie met behulp van BIM en DMS up-to-date wordt gehouden aan de huidige situatie? 3. Wat zijn de kosten-baten van het, gedurende de vernieuwingsfase van een infrastructureel object, kunnen beschikken over een vooraf opgezette GISviewer met daarin de benodigde actuele omgevingsspecifieke informatie ontsloten? 3.2
Schematisatie onderzoek
Figuur 6 - Onderzoeksmodel LCI = LifeCycle Infomation Informatie die in meerdere fasen van de levenscyclus benodigd is en zodoende moet worden blijven opgeslagen en beheert. LCIM = LifeCycle Information Management Het opslaan en beheren van LifeCycle Information gedurende de gehele levenscyclus. Het onderzoek volgens het onderzoeksmodel bestaat uit de onderstaand opvolgende fasen:
1, Revisie 0 Pagina 13 van 49
Onderzoeksmodel
1. Afbakening LCIM en inventariseren benodigde LCI De fasen binnen de ‘lifecycle information management’ van infrastructuur zijn in dit onderzoek vereenvoudigd tot: • Realisatiefase (waarbinnen een ontwerp- en uitvoeringsfase) • Onderhoudsfase (waarbinnen de gebruiks- en onderhoudsfasen) • Vernieuwingsfase (waarbinnen een ontwerp- en uitvoeringsfase) Na de vernieuwingsfase zal een cyclus ontstaan met alleen nog afwisselend onderhoudsfases met vernieuwingsfases. Dit gaat door tot eventueel wordt besloten tot sloop zonder vervanging. Dit gedeelte blijft buiten beschouwing in het onderzoek. Er wordt alleen gekeken naar het afleggen van de bovenstaande eerste drie fases. Binnen deze eerste cyclus wordt onderzocht wat er voor informatie als input benodigd is voor de vernieuwingsfase van een infrastructureel object. De informatiesoorten worden onderscheiden als projectspecifieke of omgevingsspecifieke informatie. 2. Inventarisatie van de gebreken in het huidige LCIM In deze fase van het onderzoek wordt onderzocht wat de gebreken zijn binnen het ‘lifecycle information management’ van infrastructuur in de huidige praktijk. Deze gebreken zijn ontstaan door projectspecifieke of omgevingsspecifieke informatie en worden hierover onderverdeeld. 3. Voorleggen conceptueel LCIM met BIM, DMS en GIS Vanuit de theorie en eventuele introductie-interviews is een conceptueel ‘lifecycle information management’ voor infrastructuur opgesteld met behulp van BIM, DMS en GIS. Dit concept kan zodoende in interviews worden voorgelegd zodat in de volgende stap de vergelijking kan worden gemaakt. 4. Opstellen te voorkomen kosten (baten vernieuwingsfasen) In deze fase worden de gebreken in het huidige ‘lifecycle information management’ vergeleken met de mogelijkheden van het gebruik van BIM, DMS en GIS binnen het ‘lifecycle information management’. Hieruit kan worden bepaald welke gebreken voorkomen hadden kunnen worden. Door te onderzoeken welke extra kosten gepaard gaan met het compenseren van de gebreken valt op te stellen wat de te voorkomen kosten in de ontwerpfase van de vernieuwingsfase zijn. Doordat de gebreken eerder al zijn verdeeld over projectspecifieke of omgevingsspecifieke informatie kunnen ook de te voorkomen kosten daarover worden verdeeld. 5. Beantwoording onderzoeksvraag 1 Vanuit de vorige fase zijn alle te voorkomen kosten al opgesteld. Door deze bij elkaar op te tellen kan in de eerste onderzoeksvraag worden beantwoord wat de totale baten zijn in de ontwerpfase van de vernieuwingsfase. 6. Beantwoording onderzoeksvraag 2 Vanuit de totale baten zijn ook de baten van BIM en DMS te halen en zodoende de totale baten van een volledig en up-to-date informatiedossier op te stellen. Daartegenover moeten nog de kosten worden opgesteld. De kosten van BIM en DMS worden in deze fase onderzocht. Hiermee kan vervolgens ook een kosten-batenanalyse worden opgesteld om de kostenefficiëntie van het gebruik van BIM en DMS in een informatiedossier te onderzoeken. 7. Beantwoording onderzoeksvraag 3 Vanuit de totale baten zijn ook de baten van GIS op te stellen. Daartegenover moeten nog de kosten worden opgesteld. De kosten van GIS worden in deze fase onderzocht. Hiermee kan vervolgens ook een kosten-batenanalyse worden opgesteld om de kostenefficiëntie van het gebruik van GIS in de vernieuwingsfase te onderzoeken. 8. Opstellen van een analyse, conclusie en aanbeveling In de laatste fase worden de uitkomsten geanalyseerd en de conclusies en aanbevelingen opgesteld.
1, Revisie 0 Pagina 14 van 49
4
Onderzoeksmethodiek
Om te onderzoeken welke kostenreductie er in een vernieuwingsfase van een infrastructureel project mogelijk worden geacht, is er een case study binnen een huidig vernieuwingsproject uitgevoerd, namelijk de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’. Daarbinnen is er een kostenbatenanalyse uitgevoerd naar de kostenefficiëntie van een informatiedossier en het gebruik van GIS over de benodigde gebruiksperiode van de betreffende technologie. Hieronder zal eerst de betreffende case worden beschreven waarna de case study zal worden uiteengezet en verantwoord. Vervolgens zal als laatst de gebruikte methoden binnen de case study nader worden beschreven. 4.1 Case De ontwerpfase van de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’ is in het onderzoek gebruikt als case. De ‘N23 Westfrisiaweg’ is het Noord-Hollandse deel van de gewenste verkeersverbinding N23 tussen Alkmaar en Zwolle. In Figuur 7 is globaal te zien hoe de N23 van Alkmaar naar Enkhuizen door Noord-Holland loopt. Er is zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van bestaande wegen en het kan zodoende grotendeels gezien worden als een vernieuwingsproject van bestaande weginfrastructuur. Er is een deel van de wegen en kunstwerken geschikt voor langer gebruik, een deel van het traject wordt vernieuwd en daarnaast zijn er over het traject een aantal uitbreidingen. Een klein deel van het project bestaat uit een nieuw tracé.
Figuur 7 - N23 Westfrisiaweg (Projectbureau ‘N23 Westfrisiaweg’, 2011)
4.1.1 De vernieuwde verbinding De vernieuwde verbinding komt er op de vijf punten, te zien in Figuur 7, als volgt uit te zien (Projectbureau ‘N23 Westfrisiaweg’, 2011):
1. 2.
3. 4. 5.
Er komt een nieuwe wegverbinding, met 2x1 rijstroken (80 km/uur) ten noorden van Heerhugowaard. De bestaande verbinding tussen Heerhugowaard en Hoorn wordt een 80 km-weg met 2x1 rijstroken. De kruisingen worden gelijkvloers met rotondes óf rijstroken voor elke (afslaande) richting. Daarnaast komt er een parallelweg voor langzaam verkeer. Het gedeelte tussen de Braken en de A7 (Jaagweg) wordt opgewaardeerd naar 2x2 rijstroken (80 km/uur). De provinciale weg tussen de A7 en de Markerwaardweg wordt een 100 km-weg met 2x2 rijstroken; alle kruisingen worden ongelijkvloers. De nieuwe verbinding tussen de Markerwaardweg en de Raadhuislaan wordt een 100 km-weg met 2x2 rijstroken.
1, Revisie 0 Pagina 15 van 49
Onderzoeksmethodiek
4.1.2 Projectdetails Het traject loopt door 8 verschillende gemeenten; allen binnen de provincie Noord-Holland. • • •
Traject: Kosten ontwerpfase: Huidige status project:
30 km (waarvan 22 km bestaande weg) Rond de 21.000.000 euro Voorbereiding uitvoering - Aanbesteding en contractering - Grondverwerving - Vergunningen
4.1.3 Projectteam De case study is uitgevoerd binnen het ontwerpteam van Grontmij, verantwoordelijk voor het ontwerp van de vernieuwde ‘N23 Westfrisiaweg’. Het ontwerpteam is onder te verdelen in drie ontwerponderdelen: Het wegontwerp, de kunstwerken en de disciplines bestaande uit dertien adviserende onderdelen. Boven de drie ontwerponderdelen staat de projectleider die het ontwerpproces aanstuurt. Voor een schematisatie, zie Figuur 8. Het onderzoek naar de mogelijke baten van de aanwezigheid van BIM, DMS en GIS binnen dit project is gedaan aan de hand van interviews met alle verantwoordelijke medewerkers van alle onderdelen met eventuele aanvullingen van de projectleider. Voor een overzicht van de geïnterviewden per onderdeel zie bijlage 10.2.
Figuur 8 - Projectstructuur 'N23 Westfrisiaweg'
1, Revisie 0 Pagina 16 van 49
Onderzoeksmethodiek
4.2
Case study
4.2.1 Baten ontwerpfase vernieuwing (onderzoeksvraag 1) In de case study is door middel van interviews per ontwerp- en adviesonderdeel gekeken naar de benodigde informatie als input voor dat onderdeel. Hierbij zijn de gebreken in het huidige informatiemanagement onderzocht en de daardoor gemaakte extra kosten. Vervolgens is de huidige situatie vergeleken met een intensief analyserende planfase aan het begin van het ontwerpproces (Figuur 4) waarin de benodigde informatie-input zal worden toegepast zoals in Figuur 9. Aan de hand van de vergelijking is bepaald welke gebreken er zodoende voorkomen hadden kunnen worden, door respectievelijk een Bouw Informatie Model (BIM), Document Management Systeem (DMS) of Geografisch Informatie Systeem (GIS). Nadat de te voorkomen gebreken zijn vastgesteld, is er zo goed mogelijk geschat welke besparing daarmee gepaard gaat. Zodoende zijn door een optelsom de totale baten bekend.
Figuur 9 - Gewenste toepassing van informatie als input voor vernieuwingsfase
Vooraf opgestelde categorieën van de soorten te constateren baten: Om de vele te behalen baten te kunnen onderverdelen in een overzichtelijker en kleiner aantal soorten baten zijn vooraf een aantal categorieën opgesteld waarbinnen vanuit de theorie en introductie-interviews baten worden verwacht. Dit geeft daarnaast ook meer structuur binnen de interviews om via de vraagstelling op zoek te gaan naar mogelijke baten binnen het onderdeel. De volgende categorieën zijn opgesteld: • Benodigde extra veldonderzoeken Deze categorie betreft de onderzoeken die benodigd zijn in het veld naar de huidige staat van het infrastructurele object of zijn omgeving doordat de eerder aanwezig zijnde informatie verloren is gegaan of niet up-to-date is. Wanneer dit met het gebruik van BIM, DMS of GIS binnen het informatiemanagement over de levenscyclus van infrastructuur te voorkomen was geweest behoren de kosten aan het veldonderzoek tot de baten. • Benodigde extra tijdsbestedingen aan het vergaren van informatie Deze categorie betreft de tijdsbestedingen aan het zoeken naar informatie vanuit grote (papieren/digitale) archieven of naar informatie waarvan niet meer bekend is waar het is opgeslagen en tijdsbestedingen aan het omzetten van informatie dat in een verkeerd formaat aanwezig is. Wanneer dit met het gebruik van BIM, DMS of GIS binnen het informatiemanagement over de levenscyclus van infrastructuur te voorkomen was geweest behoren de kosten aan de extra tijdsbesteding tot de baten. Dit kan zowel intern als extern aan de projectorganisatie plaatsvinden. Echter intern is zeer moeilijk te constateren doordat het hier over vele eventuele korte tijdsbestedingen gaat. Bij extern gaat het vaker over grote tijdsbestedingen en deze categorie is daarom ook opgenomen. In
1, Revisie 0 Pagina 17 van 49
Onderzoeksmethodiek
het vervolg zal de categorie daarom ook wel genoemd worden als: Benodigde extra tijdsbestedingen aan het vergaren van informatie bij externen. • Te voorkomen faalkosten Onder deze categorie vallen kosten die zijn ontstaan door menselijke of organisationele fouten die voorkomen hadden kunnen worden aan de hand van het gebruik van BIM, DMS of GIS binnen het informatiemanagement over de levenscyclus van infrastructuur. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om aanvullende ontwerpkosten en kosten aan aanvullend onderzoek aan de hand van ontwerpaanpassingen door een onhaalbare tracékeuze. • Eventuele overige kwalitatieve baten Er zijn een aantal baten te noemen die waarschijnlijk ook zorgen voor een kostenbesparing maar die erg moeilijk zijn in te schatten en zodoende niet gemonetariseerd kunnen worden voor de kosten-batenanalyse. Deze dienen echter wel de aandacht te krijgen en zullen daarom wel worden benoemd. 4.2.2 Kosten-batenanalyse informatiedossier (onderzoeksvraag 2) Vanuit de reeds onderzochte baten in de ontwerpfase van de vernieuwing zijn ook de baten van een informatiedossier met BIM en DMS te halen. Een volledig en up-to-date informatiedossier bijhouden aan de hand van BIM en DMS brengt ook extra kosten met zich mee. Deze kosten zijn ook onderzocht. Zodoende kan worden onderzocht of het gebruik van BIM en DMS ook over de gehele levenscyclus kostenefficiënt is. De toepassing van een informatiedossier is eenvoudige weergegeven in Figuur 10. In het onderzoek is gekeken naar de extra kosten gedurende de levenscyclus waarbinnen BIM en DMS wordt gebruikt. Beginnende met de overdracht van informatie vanuit de realisatiefase en eindigende met de overdracht van informatie naar de vernieuwingsfase. Met de onderzochte baten en kosten kan vervolgens een kosten-batenberekening worden uitgevoerd. Te constateren extra kosten informatiedossier: De soorten te constateren extra kosten zijn niet vooraf opgesteld maar aan de hand van de experts in verschillende kostenposten onderverdeeld waarna vervolgens de hoogte van de kostenpost is geschat.
Figuur 10 - Toepassing informatiedossier over de levenscyclus
1, Revisie 0 Pagina 18 van 49
Onderzoeksmethodiek
4.2.3 Kosten-batenanalyse GIS (onderzoeksvraag 3) Vanuit de reeds onderzochte baten in de ontwerpfase van de vernieuwing zijn ook de baten van GIS te halen. Om GISdatabases bij te houden gedurende de gehele levenscyclus en om een GISviewer op te zetten en bij te houden brengt ook extra kosten met zich mee. Echter, GISdatabases met regionale informatie zijn onder beheer bij overheden extern aan het infrastructuurproject. Deze regionale informatie is aan continue verandering onderhevig en zal constant moeten worden bijgehouden. Dit is in de huidige praktijk echter ook al het geval en ook de omschakeling naar GIS is bij overheden al in volle gang. Doordat het continue bijhouden van regionale informatie in GISdatabases dus al realiteit aan het worden is in de huidige praktijk, worden deze kosten in dit onderzoek niet gerekend tot de extra kosten van GIS; ook omdat deze kosten bij externen buiten het infrastructurele project worden gemaakt. Zodoende worden er geen extra kosten en vanzelfsprekend ook geen baten gedurende de gebruiks- en onderhoudsfase gemaakt. Alleen de kosten en baten in elke ontwerp- en uitvoeringsfasen blijven over; zowel voor de realisatiefase als voor de vernieuwingsfasen. Maar doordat binnen de levenscyclus elke realisatiefase en elke vernieuwingsfasen weer een nieuw opgestarte GISviewer-project betreft wordt het onderzoek vereenvoudigd door enkel naar één fase te kijken; de vernieuwingsfase waarvan ook de baten zijn onderzocht. In deze fase zouden de baten van een GISviewer met datasets het grootst moeten zijn doordat de GISdatabases meer informatie bezitten, zoals bodemonderzoeken die in de realisatiefase al zijn uitgevoerd. De toepassing van omgevingsinformatie in GIS binnen een infrastructureel project is in een eenvoudige weergave te zien in Figuur 11. In tegenstelling tot de kosten van het onderhouden van de GISdatabases gedurende de gehele levenscyclus zijn de extra kosten door het opzetten en bijhouden van de GISviewer en zijn datasets gedurende de vernieuwingsfase wel onderzocht. Middels een kosten-batenberekening kan worden onderzocht of het gebruik van een GISviewer over de gehele vernieuwingsfase kostenefficiënt is. Zodoende kan worden getoets of het bestaan van up-to-date GISdatabases gedurende de levenscyclus middels een GISviewer met datasets een verbetering brengt in vergelijking met de huidige input van regionale informatie vanuit de voorgaande levenscyclus. Te constateren extra kosten GIS: De soorten te constateren extra kosten zijn niet vooraf opgesteld maar aan de hand van de experts in verschillende kostenposten onderverdeeld waarna vervolgens de hoogte van de kostenpost is geschat.
Figuur 11 - Toepassing regionale informatie over de vernieuwingsfase
1, Revisie 0 Pagina 19 van 49
Onderzoeksmethodiek
4.3 Verantwoording case study Er is gekozen om een case study uit te voeren doordat zo op een empirische wijze een tot nog toe conceptueel informatiemanagement met BIM, DMS en GIS kan worden onderzocht binnen de context van een huidig project en zo dus ook kan worden vergeleken met de huidige situatie. Het onderzoeken van de resultaten van het implementeren van het conceptueel informatiemanagement binnen de context van een huidig project is zodoende gebaseerd op reële data uit de praktijk en is daarom een goede voorspelling van de werkelijke uitwerking. Voor het onderzoek is voor een ´embedded single case study´ gekozen (Yin, 2003). Dit houdt in dat er een case study wordt uitgevoerd binnen één project waarbinnen zich meerdere onderdelen bevinden waarbij onderzoek wordt uitgevoerd (Yin, 2003). In deze case study wordt de data binnen de verschillende ontwerp- en adviesonderdelen van het project vergaard. Daarnaast wordt de data vergeleken met een algemene verwachting voor het project, met zijn organisatie als geheel, aan de hand van expertise van zeer ervaren projectleiders. Het is een single case study op basis van het principe van een representatief project (Yin, 2003). De ‘N23 Westfrisiaweg’ is een project waarbij een traject van een provinciale weg opnieuw wordt ingericht, vervangen en eventueel zelfs uitgebreid. Dit gebeurd in Nederland veelvuldig en zal in de toekomst zelfs steeds vaker benodigd zijn. Nederland heeft reeds een zeer dicht wegennetwerk en veel nieuwe wegen komen er niet bij vanwege het gebrek aan ruimte en maatschappelijke tegenstand. Daarentegen heeft Nederland wel te maken met een groeiende druk op het wegennetwerk waardoor er vaak onderhoud of eventuele uitbreidingen aan bestaande wegen benodigd zijn. Binnen Nederland zijn er voor onderhoud en uitbreidingen aan provinciale en landelijke infrastructuur grotendeels dezelfde procedures die gevolg dienen te worden waardoor de ‘N23 Westfrisiaweg’ gezien kan worden als een representatief project waarbij een provinciale weg opnieuw wordt ontworpen. De casestudy zou zodoende voor provinciale en landelijke infrastructuur een globaal inzicht kunnen geven. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te waarborgen is er rekening gehouden met een aantal criteria om aan de benodigde kwaliteit te voldoen. Daarbij zijn de volgende door Yin (2003) opgestelde criteria in ogenschouw gehouden: Construct validity, external validity en reliabilty. Construct validity betreft een onderzoek dat valide is opgezet. In het onderzoek moeten de resultaten overeenkomen met vooraf opgestelde criteria. Om dit te bewerkstelligen is gebruik gemaakt van meerdere bronnen per onderdeel om de data te laten beoordelen op zijn juistheid en validiteit. Hierbij is in het onderzoek vooral een belangrijke taak weggelegd voor de projectleider die de data van elk onderdeel heeft gecontroleerd op de correctheid en de haalbaarheid met betrekking tot het conceptuele informatiemanagement. Daarnaast is het belangrijk om een ‘chain of evidence’ vast te leggen. De verkregen data is zo uitgebreid mogelijk onderbouwd en terug geleidt naar de theorie. Daarbij is het onderzoek ook onder toezicht van een begeleider vanuit de Universiteit Twente en vanuit Grontmij uitgevoerd. External validity betreft de scope waarop het onderzoek betrekking heeft. Aangezien het een single case study betreft zullen de uitkomsten alleen in combinatie met de vooraf opgestelde probleemanalyse kunnen worden toegepast op een bredere scope dan alleen het betreffende project. De uitkomsten zeggen zodoende bij overeenkomsten automatisch ook wat over provinciale en landelijke infrastructuur. Reliability betreft de betrouwbaarheid van een onderzoek waarin fouten en vooroordelen zijn voorkomen. Het onderzoek zou nogmaals uitgevoerd moeten kunnen worden met dezelfde uitkomsten als gevolg. Om dit te bewerkstelligen is er een case study protocol opgezet vanuit de research proposal met het onderzoeksmodel als leidraad en is er een case study database bijgehouden waarin alle interviews zijn uitgewerkt en waarin alle data collectie is opgeslagen.
1, Revisie 0 Pagina 20 van 49
Onderzoeksmethodiek
4.4 Onderzoeksmethode Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van interviews en archival records waarmee de data is verkregen (Yin, 2003). Er is gebruik gemaakt van zogenoemde ‘targeted-focused interviews’ (Yin, 2003). Het ‘targeted-focused interview’ is een kort interview van 1 a 1,5 uur die is opgebouwd volgens een vast stramien om de data te verkrijgen ter beantwoording van de onderzoeksvragen. Daarnaast zijn er ook archival records gebruikt om onder andere aantallen, hoeveelheden en gemaakte kosten binnen het project te verkrijgen. Hiervoor is gebruik gemaakt van ‘organizational records’, ‘maps and charts’ en ‘lists’ (Yin, 2003). 4.4.1 Baten ontwerpfase vernieuwing (onderzoeksvraag 1) Voor de baten in de ontwerpfase van een vernieuwingsfase zijn zowel interviews als archival records gebruikt. In bijlage 10.3 is een voorbeeld gegeven van het gevolgde stramien van een interview onder de verschillende onderdelen binnen het projectteam. De interviews zijn gehouden met de leidinggevende werknemer van elk onderdeel en daarnaast zijn per onderdeel de interviews gereflecteerd met de projectleider. Voor een overzicht van de geïnterviewden zie bijlage 10.2. Er zijn ook archival records gebruikt om de te voorkomen kosten (baten) te bepalen. 4.4.2 Kosten-batenanalyse informatiedossier en GIS (onderzoeksvraag 2 en 3) Voor de extra kosten van BIM en GIS is alleen de expertise, van experts op het gebied van ICT, lifecycle asset management, wegontwerpen en GIS gebruikt door middel van een interview, aangezien het hier schattingen betreft. Voor een overzicht van de geïnterviewden zie bijlage 10.2. In bijlage 10.4 is een voorbeeld gegeven van het gevolgde stramien van een interview voor de kosten van BIM en DMS en in bijlage 10.5 voor de kosten van GIS. De te volgen stappen van de kosten-batenanalyse zijn als volgt op de casestudy toegepast: 1. Specificeer de te onderzoeken alternatieven: • Het nulalternatief: De geconstateerde huidige situatie. • Het conceptuele Lifecycle Information Management met BIM en DMS ofwel met GIS. 2. Beslis van wie de kosten en baten meetellen: • De baten en kosten van de beheerder (eigenaar) van het infrastructurele object worden alleen meegenomen. Dit betreffen bijvoorbeeld ook kosten die middels een ingenieursbureau uiteindelijk zullen worden doorgerekend. 3. Catalogiseer de impacten en selecteer de meetindicatoren: • De impacten en meetindicatoren zijn in de casestudy beschrijving in paragraaf 4.2 beschreven. 4. Voorspel de impacten kwantitatief over de levenscyclus van het project 5. Monetariseer de impacten • De punten 4 en 5 zijn opgesteld in het hoofdstuk onderzoeksdata 6. Disconteer de kosten en baten naar Present Values (PV) 7. Bereken de Net Present Value (NPV) van elk alternatief • De punten 6 en 7 worden berekend in de data analyse
1, Revisie 0 Pagina 21 van 49
Onderzoeksmethodiek
8. Voer een gevoeligheidsanalyse uit: • Als gevoeligheidsanalyse zijn de uitkomsten uit de casestudy vergeleken met de algemene verwachtingen, van een aantal zeer ervaren projectleiders, over de baten van het gebruik van GIS en BIM binnen het informatiemanagement. In de case study is namelijk alleen gekeken naar de kostenreductie per advies- en ontwerponderdeel binnen het ontwerpproces. De optelsom daarvan is de totale kostenreductie. Mogelijk zijn er meer (of eventueel minder) baten te behalen als wordt gekeken naar het ontwerpproces als geheel, wat niet in de casestudy naar voren is gekomen. Zodoende kan worden bekeken of de casestudy overeenkomt met de algemene verwachting van ervaren projectleiders en welke verschillen er zijn. Hieruit zouden ook eventuele punten kunnen voortkomen die nader zullen moeten worden onderzocht. Maar bovenal dient dit als gevoeligheidscontrole om te kijken of de uitkomst en verwachtingen niet te ver uit elkaar liggen en ook in de praktijk mogelijk worden geacht. Dit is echter een kleine en zeer eenvoudige controle over het geheel, waarbij niet zoals in een officiële gevoeligheidsanalyse per kosten en baten de onzekerheidsspreiding wordt nagegaan. Dit werd echter niet mogelijk geacht binnen de beschikbare onderzoekstijd en dient zo dus ook nader onderzocht te worden om de gevoeligheidsanalyse te verbeteren. 9. Maak een aanbeveling • In de conclusie worden de uitkomsten uit de kosten-batenanalyses besproken van waaruit aanbevelingen zijn ontstaat.
1, Revisie 0 Pagina 22 van 49
5
Onderzoeksdata
Om de drie onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden zijn achtereenvolgens drie aspecten onderzocht. Allereerst zijn de te voorkomen kosten in de ontwerpfase van de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’ onderzocht. Zodoende kan worden bekeken welke besparingen er in een dergelijke ontwerpfase kunnen worden behaald. Daarnaast levert het de baten als input voor de kosten-batenanalyses. Vervolgens zijn de extra kosten van BIM (Bouw Informatie Model) over de levenscyclus onderzocht om een kosten-batenanalyse voor een informatiedossier met BIM en DMS (Document Management Systeem) uit te kunnen voeren. Als laatst zijn de extra kosten van GIS (Geografisch Informatie Systeem) over een vernieuwingsfase onderzocht om een kosten-batenanalyse voor GIS uit te kunnen voeren. 5.1
Te voorkomen kosten ontwerpfase vernieuwing ‘N23 Westfrisiaweg’ (baten)
Bij onderstaande projectonderdelen zijn er de volgende mogelijke verbeteringen op het gebied van informatiemanagement geconstateerd met de daarbij behorende kosten die voorkomen kunnen worden. Dit is vastgesteld aan de hand van interviews met de verantwoordelijken voor de betreffende onderdelen en de projectleider. Wegontwerp De huidige inrichting van het projectgebied is niet geheel bekend en zal nader moeten worden onderzocht door het gebied in te meten. Het inmeten is gedaan door het gebied via een vliegtuigvlucht in te vliegen met een hoog detailniveau. Zodoende is de huidige situatie van de weg en de openbare ruimte daaromheen bekend. Het inmeten kostte 100.000 euro. In een BIM kan de situatie van het wegontwerp geografisch worden bijgehouden en daarnaast kan ook de bijbehorende informatie van de objecten worden bijgehouden. Zodoende zou volgens de wegontwerper niet hoeven worden ingemeten wat er waar aanwezig is. Van de zodoende totaal te besparen 100.000 euro is 50.000 euro toegewezen aan het inmeten van het huidig wegontwerp en 50.000 euro is toegewezen aan het inmeten van de openbare ruimte voor het onderdeel landschap. Ook het vooraf beschikbaar hebben van alle regionale informatie in een GISviewer heeft een aantal voordelen op het ontwerpproces van het tracé met zijn wegontwerp. Zo worden bij voorbaat regionale knelpunten vastgesteld waardoor er haalbaardere alternatieven kunnen worden opgesteld en wordt er voorkomen dat er te laat in het proces knelpunten worden ontdekt. Nu komen er nog te vaak te laat knelpunten naar boven wanneer het ontwerp op die locatie al (deels) vastligt. Waardoor zo vaak kleine of grote ontwerpaanpassingen benodigd zijn die een langere doorlooptijd en extra ontwerpkosten in het ontwerpproces opleveren. Doordat een GISviewer, volgens de wegontwerper en de projectleider, veel van deze knelpunten kan voorkomen is door hen geschat dat 150.000 euro van de totale ontwerpkosten voor het wegontwerp zodoende hadden kunnen worden bespaard. Door een optredend knelpunt ontwerpaanpassingen moeten maken en het daarbij ontstaan van een langere doorlooptijd in het wegontwerp kan worden geschaard onder faalkosten. Daarnaast kunnen er ook betere ontwerpafwegingen worden gemaakt tussen alternatieven door de afweging te kunnen baseren op meer en nuttigere informatie. Een ander voordeel is dat waarschijnlijk het ontwerpproces efficiënter zal verlopen. Er zal binnen het hele projectteam veel tijd bespaard worden aan het vergaren van informatie onderling tussen de onderdelen in doordat de informatie via GIS in één centraal bereikbare GISviewer kan worden ontsloten. Dit zijn aspecten die moeilijke in bedragen uit te drukken zijn maar toch gezien kunnen worden als zwaarwegende kwalitatieve voordelen.
1, Revisie 0 Pagina 23 van 49
Onderzoeksdata
Te voorkomen kosten - 50.000 euro besparing aan inmeten wegontwerp (veldonderzoek) - 150.000 euro besparing aan wegontwerp kosten (faalkosten) Kwalitatief voordeel - Bij voorbaat de knelpunten in kaart hebben - Kunnen opstellen van beter haalbare alternatieven - Betere ontwerpafwegingen kunnen maken door meer en nuttigere informatie beschikbaar te hebben - Efficiënter ontwerpproces door minder tijd kwijt te zijn aan vergaren van informatie - Behalen van een snellere doorlooptijd in totale ontwerpproces
Informatiesoort - Projectspecifiek
Medium - BIM
- Regiospecifiek Informatiesoort - Regiospecifiek - Regiospecifiek - Regiospecifiek
- GIS Medium - GIS - GIS - GIS
- Regiospecifiek
- GIS
- Regiospecifiek
- GIS
Verkeerskundig onderzoek Van elke regio in Nederland zijn bij de overheden verkeersmodellen voorhanden. Deze worden ook bijgehouden met daarbij de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen erin verwerkt. Daarbij wordt het verkeersmodel ook periodiek geijkt aan de hand van verkeerstellingen. Zodoende wordt bijgehouden waar de verkeerscapaciteiten overschreden worden en dus waar gewenst om in te grijpen. Het bijhouden van de verkeersmodellen gebeurt echter niet even nauwkeurig bij elk verkeersmodel. Om het verkeersmodel te gebruiken bij het vernieuwingsproject de ‘N23 Westfrisiaweg’ moet eerst worden gecontroleerd of de huidige situatie overeenkomt inclusief toekomstige ontwikkelingen. Vooraf zijn er nieuwe tellingen gedaan doordat er gedurende de levenscyclus van de weg te weinig tellingen gedaan zijn of bewaard zijn gebleven; deze kunnen eenvoudig in een GIS dataset worden ontsloten. Volgens de projectleider had er zo’n 10.000 euro aan nieuwe verkeerstellingen voorkomen kunnen worden. Daarnaast zat er een fout in de toekomstige ontwikkelingen in het verkeersmodel die bij de controle van het verkeersmodel niet is opgemerkt. Een nog te ontwikkelen bedrijventerrein zat een factor tien te groot in het verkeersmodel. Zodoende zijn de verkeersberekeningen gestart met een foutief verkeersmodel. De fouten kunnen, via een vooraf opgezette GISviewer met de benodigde GIS data erin ontsloten, beter worden vergeleken en vooral eerder worden ontdekt. Zo had, volgens de projectleider, kunnen worden voorkomen dat er een nieuw verkeerstechnische berekening (30.000 euro), een nieuw geluidsonderzoek (70.000 euro), een nieuw luchtonderzoek (20.000 euro) en een nieuw externe veiligheidsonderzoek (15.000 euro) moest worden uitgevoerd. Daarnaast heeft deze fout in het verkeersmodel ook geleid tot vertraging van de ruimtelijke procedure en zodoende geleid tot een vertraging van de ontwerpfase. Dit is echter moeilijk in geld uit te drukken, maar de mogelijkheid tot het voorkomen van deze vertraging is een zwaarwegende kwalitatieve baat. Te voorkomen kosten - 10.000 euro besparing aan nieuwe verkeerstellingen (veldonderzoek) - 30.000 euro aan nieuwe verkeerstechnische berekeningen (faalkosten) - 70.000 euro aan nieuw geluidsonderzoek (faalkosten) - 20.000 euro aan nieuw luchtonderzoek (faalkosten) - 15.000 euro aan nieuw externe veiligheidsonderzoek (faalkosten) Kwalitatief voordeel - Voorkomen vertraging van de ontwerpfase
Informatiesoort - Regiospecifiek
Medium - GIS
- Regiospecifiek
- GIS
- Regiospecifiek - Regiospecifiek - Regiospecifiek Informatiesoort - Regiospecifiek
- GIS - GIS - GIS Medium -GIS
Kunstwerken Van de kunstwerken blijken niet altijd alle tekeningen en berekeningen bewaard te zijn gebleven. Deze gegevens zijn mede nodig om de restlevensduur van een kunstwerk vast te stellen en zodoende te bepalen of de kunstwerken nog lang genoeg mee kunnen en eventueel kunnen worden verlengd of dat ze moeten worden vervangen. Volgens de kunstwerkenspecialist zijn gemiddeld van ongeveer 30% van de kunstwerken de tekeningen en berekeningen verloren gegaan. Hierdoor zal opnieuw moeten worden onderzocht welke afmetingen het kunstwerk en
1, Revisie 0 Pagina 24 van 49
Onderzoeksdata
de wapening hebben, hoeveel wapening er in het kunstwerk aanwezig is en van welke materiaalsoort het kunstwerk en de wapening zijn. Volgens een inschatting van de kunstwerkenspecialist zal dit onderzoek per kunstwerk gemiddeld 40.000 euro kosten. Enerzijds aan onderzoek aan het kunstwerk en anderzijds aan het terugrekenen van het kunstwerk naar de gehanteerde belastingen, normen en veiligheidsfactoren. In het traject van de ‘N23 Westfrisiaweg’ zitten 22 kunstwerken wat over het algemeen allemaal duikers zijn. 10 daarvan kunnen eventueel worden hergebruikt. Hiervan moet dus onderzocht worden of de duiker ook de toekomstige verkeersbelasting aan blijft kunnen binnen de gestelde normen. Hiervoor zijn dus de ontwerptekeningen en berekeningen nodig. Van 30% van die 10, oftewel 3 duikers, zijn deze niet meer beschikbaar en is zodoende nader onderzoek nodig. De kosten hiervoor bedragen zodoende 120.000 euro. Dit onderzoek is te voorkomen door aan de ene kant de berekeningen beter vindbaar dan wel langer op te slaan aan de hand van een Document Management Systeem (DMS). Aan de andere kant is de huidige situatie van het kunstwerk met daarin alle afmetingen, eigenschappen en materialen eenvoudig uit een BIM te halen. Te voorkomen kosten - 60.000 euro aan onderzoek naar ontwerp kunstwerken (veldonderzoek) - 60.000 euro aan terugrekenen van kunstwerken (veldonderzoek)
Informatiesoort -Projectspecifiek
Medium - BIM
-Projectspecifiek
- DMS
Openbare verlichting De bestaande openbare verlichting (OVL) is ontworpen op het bestaande aantal rijbanen en de breedte van de weg via een stralingshoek. Dus wanneer er aanpassingen aan de weg plaatsvinden, moet er opnieuw naar de openbare verlichting gekeken worden hoe dit aan te passen. Daarnaast moet gekeken worden naar het jaar van aanleg en de technische levensduur van alle openbare verlichting om de keuze te kunnen maken tot vervanging of langer gebruik van de huidige aanwezige openbare verlichting. Deze informatie was niet bekend. Zodoende is er een inventarisatie benodigd naar de aanwezige openbare verlichting en de staat van alle onderdelen om tot die keuze te komen. De huidige Westfrisiaweg heeft grotendeels alleen openbare verlichting bij de kruispunten staan. Zodoende is er volgens de projectleider een kleine inventarisatie van rond de 5.000 euro benodigd om de aanwezige openbare verlichting te inventariseren. Deze informatie is gemakkelijk uit een bijgehouden BIM te halen doordat alle openbare verlichting met de nog resterende levensduur van alle onderdelen eenvoudig valt te bepalen aan de hand van het aanlegjaar en de totale levensduur. Zodoende kan volgens de expert op het bebied van openbare verlichting de inventarisatie van 5.000 euro worden bespaard. Bij volledig verlichte wegen kunnen de bedragen veel hoger uitvallen. Te voorkomen kosten - 5.000 euro besparing aan inventarisatie OVL (veldonderzoek)
Informatiesoort - Projectspecifiek
Medium - BIM
Archeologie Voordat het traject van de ‘N23 Westfrisiaweg’ gerealiseerd kan worden moest er archeologisch onderzoek worden gedaan zodat het gebied kan worden vrijgegeven. Het onderzoek wordt van grof naar fijn uitgevoerd; van een bureauonderzoek naar een veldonderzoek. Voor dit veldonderzoek zijn veel bodemonderzoeken gedaan die er in het verleden waarschijnlijk deels ook al zijn gedaan maar niet bewaard zijn gebleven. De verwachting van de projectleider is dat hierdoor van de ruim 1.200.000 euro aan gezamenlijk bodemonderzoek door bodem en archeologie, 250.000 euro aan archeologisch en milieukundig bodemonderzoek voorkomen had kunnen worden. Hiervan is, zoals bij het onderdeel bodem wordt beschreven, 75.000 euro aan besparing van archeologische bodemonderzoeken toegewezen. Alle bodemonderzoeken kunnen via een volledig en up-to-date beschikbaar GIS systeem voor archeologische bodemonderzoeken blijven opgeslagen. Te voorkomen kosten - 75.000 euro besparing aan bodemonderzoeken (veldonderzoek)
Informatiesoort - Regiospecifiek
Medium - GIS
1, Revisie 0 Pagina 25 van 49
Onderzoeksdata
Monumenten Er zijn meerdere soorten beschermde monumenten en deze mogen niet verloren gaan. Ze vormen zo dus een knelpunt voor het tracé van een infrastructureel object. Hier zal dus van tevoren mee rekening gehouden moeten worden. Zodoende is het nuttig om hier eenvoudig een geografische weergave van te krijgen waar deze knelpunten zich bevinden. Dit zou eenvoudig in een GISviewer kunnen worden ontsloten. Nu moest het nog per straat en huisnummer uit een dik papieren dossier worden gehaald. Zodoende is er een monumentenstatus over het hoofd gezien en is er op die plek een nieuw verkeersknooppunt gesitueerd. Zodoende is het pand ook aangekocht om te slopen waarna bleek dat dit niet mogelijk bleek te zijn vanwege de monumentenstatus. De aankoop bedroeg 600.000 euro en het tracé moest worden verlegd. Het verlies op het monument dat zal worden geleden en de kosten als gevolg van de ontwerpaanpassing bedragen volgens een schatting van de projectleider samen ongeveer 200.000 euro. Dit had eenvoudig kunnen worden voorkomen door een volledig en beschikbaar GIS dataset voor monumenten van tevoren in een GISviewer te ontsluiten. Te voorkomen kosten - 200.000 euro besparing aan voorkomen van faalkosten
Informatiesoort - Regiospecifiek
Medium - GIS
Lucht, geluid, externe veiligheid Bij een nieuwe weg of uitbreiding van een weg moet er verplicht onderzoek gedaan worden naar de gevolgen op de luchtkwaliteit, geluidsbelasting en het gevaar dat ontstaat op het gebied van externe veiligheid, oftewel vervoer van gevaarlijk stoffen. Voor alle drie zijn onder andere de socio-economische gegevens, bestemmingsplannen en toekomstige ontwikkelingen van de omliggende gemeente benodigd. Daarnaast zijn ook de huidige verkeersgegevens benodigd. Veel van deze informatie bleek lastig te verkrijgen bij sommige gemeenten. Voor geluid zijn ook de hogere waarden woningen uit 1986 benodigd. Dit zijn woningen die in 1986 een te hoge geluidsbelasting hadden en die moeten alsnog naar dat jaar terug worden gesaneerd. Zodoende zijn ook de verkeersituatie met bijhorende verkeersgegevens uit 1986 benodigd. Deze zouden opgeslagen horen te zijn maar over het algemeen niet aanwezig bij gemeenten. Daarom zijn hiervoor aannames gemaakt. Los van het zoeken naar de ontbrekende informatie levert het nemen van aannames niet met zekerheid extra kosten op. De betrouwbaarheid van de juistheid van de genomen maatregelen komt het niet ten goede. Er ging tijd zitten in het achterhalen van alle benodigde informatie door een medewerker alle verschillende gemeenten langs te laten gaan. Door de informatie via een GIS te ontsluiten en beschikbaar te stellen had het voor de drie adviesonderdelen samen, naar verwachting van de medewerker die verantwoordelijk was voor de informatievergaring, zes dagen werk gescheeld. Dit komt volgens de projectleider overeen met een bedrag van rond de 5.000 euro. Te voorkomen kosten - 5.000 euro besparing aan vergaren informatie
Informatiesoort - Regiospecifiek
Medium - GIS
Bodem Voordat het traject van de ‘N23 Westfrisiaweg’ gerealiseerd kan worden moet er bodemonderzoek worden gedaan naar de bodemverontreiniging. Overal wordt bodemonderzoeken gedaan maar er is een verschil in strategie op de verschillende locaties. Op verdachte locaties wordt namelijk een intensievere onderzoeksstrategie gehanteerd. Om verdachte locaties aan te wijzen is eerst een vooronderzoek gedaan met 50.000 euro aan kosten. In het vooronderzoek wordt aan de hand van informatie uit archieven van de gemeentes onderzocht waar zich verdachte locaties bevingen. Deze informatie bevat de beschikbare bodemdata met daarin informatie over eerder uitgevoerde bodemonderzoeken en activiteiten die hebben plaatsgevonden die de bodemkwaliteit kunnen hebben beïnvloed met als voorbeeld het tankenbestand en de afgegeven milieuvergunningen. Deze informatie is op het moment nog niet goed digitaal op een centrale manier ontsloten. Hierdoor moest bij elke gemeente in het archief worden uitgezocht wat er aan informatie beschikbaar was en ook bij andere eigenaren van bodemonderzoek worden langsgegaan om de informatie te verkrijgen. De verwachting is dat er veel tijd bespaard kan worden wanneer in ieder geval alle bodemdata en eventueel de informatie over de van invloed zijnde activiteiten in een GIS worden beschikbaar gesteld. Wanneer de GIS goed wordt bijge-
1, Revisie 0 Pagina 26 van 49
Onderzoeksdata
houden en dus volledig is weet je meteen wat er aan informatie aanwezig is. Zodoende ben je niet naar informatie op zoek die er niet is en is vanuit de aanwezige informatie gemakkelijk de benodigde informatie eruit te filteren en te verkrijgen. Op deze manier zou volgens de bodemspecialist van de 50.000 euro van het vooronderzoek 20.000 euro kunnen worden bespaard. Daarnaast zouden waarschijnlijk minder uitgevoerde bodemonderzoeken onbekend zijn of niet meer vindbaar zijn. Zodoende zouden meer eventuele verdachte locaties minder intensief hoeven worden onderzocht doordat de onzekerheid wordt verkleind door de beschikbare informatie. Daarnaast zijn uitgevoerde bodemonderzoeken 5 jaar geldig en zouden er zodoende meer bruikbare bodemonderzoeken uit de afgelopen 5 jaar worden teruggevonden waardoor er op die locatie minder nieuwe bodemonderzoeken hoeven worden uitgevoerd. Zodoende is de verwachting van de projectleider dat er van de ruim 1.200.000 euro aan gezamenlijk bodemonderzoek door bodem en archeologie, voor 250.000 euro kan worden bespaard aan milieukundige en archeologische bodemonderzoeken. Aangezien drie keer zoveel milieukundige bodemonderzoeken zijn verricht is geschat dat rond de 75% van de besparing aan het onderdeel bodem toekomt. Zodoende is, via een volledig en up-to-date beschikbare GIS dataset voor milieukundige bodemonderzoeken, een besparing van 175.000 euro geschat. Te voorkomen kosten - 20.000 euro besparing aan vergaren informatie - 175.000 euro aan bodemonderzoek (veldonderzoek)
Informatiesoort - Regiospecifiek - Regiospecifiek
Medium - GIS - GIS
Landschap Om het ontwerp van de weg in de omgeving in te passen en om de openbare ruimte binnen het projectgebied in te richten is veel informatie over de huidige situatie van de weg en informatie vanuit de omgeving nodig. Zoals bij het onderdeel wegontwerp al is beschreven is de huidige situatie van de weg en zijn projectgebied ingemeten via een vliegtuigvlucht. Van de te voorkomen 100.000 euro aan het invliegen is 50.000 euro aan het onderdeel landschap toegewezen. In een BIM is namelijk de huidige situatie van de openbare ruimte geografisch bij te houden en daarnaast kan ook de bijbehorende informatie van de objecten worden bijgehouden. Zodoende hoeft niet te worden ingemeten wat er waar aanwezig is. Dit levert voor landschap een besparing op van 50.000 euro. Te voorkomen kosten - 50.000 euro besparing aan inmeten OR (veldonderzoek)
Informatiesoort - Projectspecifiek
Medium - BIM
Verharding Er was nauwelijks informatie aanwezig over de huidige opbouw van de verhardingen en het zandbed. Zodoende is ook niet bekend welke laagdiktes en hoeveelheden asfalt er in de weg aanwezig zijn. Daarnaast was ook niet bekend welke soorten asfalt met welke milieukwaliteit er in de weg aanwezig zijn. Deze projectspecifieke informatie was klaarblijkelijk niet opgeslagen en bijgehouden gedurende de levenscyclus. De milieukwaliteit is erg belangrijk doordat er in het verleden veel asfalt is gebruikt waarin een schadelijk teer verwerkt blijkt te zitten. Hierdoor zijn er strenge eisen aan het afvoeren van gebruikt asfalt. Eerst zal daarom de milieukwaliteit aangetoond moeten worden. Doordat het soort asfalt in de weg, met daarin de gebruikte materialen, niet bekend is moet er een intensief onderzoek gedaan worden om teerhoudend asfalt op te sporen om het vervolgens te kunnen reinigen. Zodoende wordt er alleen ‘schoon’ asfalt hergebruikt. Het milieukwaliteitonderzoek heeft in totaal 150.000 euro gekost. Daarin zitten de uitvoer van de boringen, wegafzetting en de analyse van de boorresultaten. De huidige wegopbouw kan constant bijgehouden worden in het BIM door na de uitvoering van de aangelegde opbouw van de weg, het ontwerp te reviseren en vervolgens de gehele levenscyclus elke revisie van de aanpassing aan de wegopbouw in het BIM bij te werken. Doordat het BIM informatie aan een object (bijvoorbeeld de toplaag) kan koppelen is eenvoudig bij te houden wat voor soorten asfalt er op dat moment in de weg aanwezig zijn. Op deze manier kan volgens de verhardingsspecialist het milieukwaliteitonderzoek van 150.000 euro voorkomen worden. Naast de kosten die daardoor bespaard kunnen worden hoeft er ook geen wegdeel afgezet te worden voor onderzoek, wat weer maatschappelijke kosten met zich mee brengt. Daarnaast kan er ook worden geleerd van de geleverde prestaties van de verschillende soorten asfalt. Dit is in de
1, Revisie 0 Pagina 27 van 49
Onderzoeksdata
toekomst ook nuttig voor het hergebruiken van asfalt. Dit zijn aspecten die moeilijk in geld kunnen worden uitgedrukt maar kunnen worden gezien als kwalitatieve voordelen. Te voorkomen kosten - 150.000 euro aan milieukwaliteitonderzoek van de verhardingen (veldonderzoek) Kwalitatief voordeel - Lering kunnen trekken uit geleverde prestaties asfalt - Geen infrastructuur afsluiten voor onderzoek - Duurzaamheid asfalt in kaart voor hergebruik
Informatiesoort - Projectspecifiek
Medium - BIM
Informatiesoort - Projectspecifiek - Projectspecifiek - Projectspecifiek
Medium - BIM - BIM - BIM
Geotechniek Op de delen waar al geruime tijd een weg ligt, die daarnaast waarschijnlijk ook al een keer is opgehoogd, behoefd vaak geen uitgebreid grondonderzoek meer. De draagkracht voldoet om ook de nieuwe belasting van de weg te dragen. Waar echter de weg bijvoorbeeld wordt verbreedt of iets wordt omgelegd moet de draagkracht van de ‘magere’ (nog relatief onbelaste) ondergrond van de weg bekend zijn om een verhardingsadvies te kunnen geven. Voor de uitbreidingen van de weg zijn grondboringen en sonderingen uitgevoerd van rond de 75.000 euro. Deze zijn volgens de geotechnisch specialist te voorkomen wanneer het geotechnisch grondonderzoek tijdens het ontwerp van de huidige weg in de ontwerpfase beschikbaar was gebleven voor in de vernieuwingsfase. De samenstelling en draagkracht van de ondergrond veranderd gedurende de ongeveer 40 jaar levenscyclus van een weg nauwelijks. De ernaast uitgevoerde grondonderzoeken kunnen zo worden hergebruikt. Wanneer er nog steekproefsgewijs een aantal sonderingen en grondboringen worden uitgevoerd is er juist meer over de draagkracht van de ondergrond te weten te komen doordat er kan worden vergeleken tussen de ‘magere’ ondergrond en de huidige belaste situatie van de ondergrond onder de weg. Zodoende is de reactie van de ondergrond bekend en kan een nauwkeuriger voorspeld geotechnisch advies worden gegeven over de zakking van de ondergrond bij een uitbreiding van de weg. De kosten voor het steekproefsgewijs aantal extra grondonderzoeken wordt op deze manier zeer waarschijnlijk helemaal gecompenseerd door de uitkomst van een beter ontwerp. Daarom wordt de gehele 75.000 euro aan grondonderzoek ter plekke van de bestaande wegen gezien als besparing, door het eerdere geotechnisch grondonderzoek opgeslagen te houden met behulp van Document Management Systeem. De grondonderzoeken zouden daarnaast overigens ook in een centrale GIS database kunnen worden opgeslagen voor algemeen gebruik. Te voorkomen kosten - 75.000 euro besparing aan grondonderzoek (veldonderzoek)
Informatiesoort - Projectspecifiek
Medium - DMS
Explosieven onderzoek Bij de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’ is een explosieven onderzoek uitgevoerd. Uiteindelijk bleek alleen een inventarisatie vanuit bureauonderzoek benodigd en is van daaruit het gebied vrijgegeven. De inventarisatie van een explosieven onderzoek is blijvend geldend. Dus deze hoeft zodoende voor dat gebied niet nog eens uitgevoerd te worden. Voor de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’ is een explosieven onderzoek uitgevoerd terwijl de kans groot is dat deze tijdens de aanleg ook al heeft plaatsgevonden. Maar nu wordt nog vaak het explosieven onderzoek niet opgeslagen of blijft het bij het uitvoerende bedrijf achter zonder dat dit jaren later nog bekend is. Het explosieven onderzoek kostte rond de 20.000 euro. Door alle inventarisaties in een GIS op te slaan wordt dubbel onderzoek voorkomen. Zodoende kan volgens de expert op het gebied van explosieven onderzoek de volledige 20.000 euro bespaard worden. Te voorkomen kosten - 20.000 euro besparing aan explosieven onderzoek (veldonderzoek)
Informatiesoort - Regiospecifiek
Medium - GIS
1, Revisie 0 Pagina 28 van 49
Onderzoeksdata
5.2 Extra kosten BIM Voor de extra kosten aan informatiemanagement over de levenscyclus door het gebruik van BIM zijn twee verschillende kostenscenario’s onderzocht. Er is daarbij een levenscyclus van 40 jaar gekozen aan de hand van de levensduur van de weg en openbare verlichting. Voor het gebruik van DMS zijn geen extra kosten opgenomen; er wordt aangenomen dat dit systeem in vergelijking met eerdere gehanteerde manieren van archivering geen extra kosten met zich meebrengt. Hieronder worden de geschatte kostenposten van de twee verschillende kostenscenario’s beredeneerd. Het opzetten van een BIM wordt niet meegenomen doordat het binnen de realisatiefase als ontwerp dient en het geen informatiemanagement over de verschillende fasen van de levenscyclus betreft. 5.2.1 Kostenscenario 1: BIM continu up-to-date houden In het eerste scenario wordt zowel het BIM als het DMS operationeel gehouden. De beherende partij is vervolgens verantwoordelijk dat het BIM volledig up-to-date blijft gedurende de onderhoudsfase. Om alle wijzigingen bij te houden moet er zodoende ook een informatiedossier manager aangesteld worden die verantwoordelijk is voor het up-to-date houden van het informatiedossier. Voordeel hierbij is dat te allen tijde belanghebbenden het BIM kunnen raadplegen voor informatie. Voor een uiteenzetting van de kostenraming zie Tabel 2. Tabel 2 - Kostenposten BIM scenario 1 Jaar Activiteit Na realisatie (jaar 0) Geografische nacontrole / revisie projectgebied Gehele onderhoudsfase (jaar 1 tot 40)
Bijhoudingskosten Informatiedossier manager
Kosten € 9.000
€ 9.000
€4.000 p/j €2.250 p/j Totaal
€ 156.000 € 87.750 € 252.750
Redenering extra kosten eerste BIM scenario, Tabel 2: Geografische nacontrole / revisie projectgebied Na de realisatiefase wordt het informatiedossier overgedragen aan de beherende partij van het infrastructureel object. Hierbij is het belangrijk voor de controlerende partij om een nacontrole van het projectgebied uit te voeren om te vergelijken met het BIM en eventuele verschillen te reviseren. Dit kan door het gebied globaal te laten inmeten met daarbij een controle van de gekoppelde informatie in het BIM. Volgens een medewerker met ervaring met landmetingen kan er 2 kilometer op 1 dag worden ingemeten wat in totaal ongeveer dus 11 dagen had gekost om de bestaande 22km weg in te meten. Dit komt overeen met ongeveer 9.000 euro. Bijhoudingskosten Het BIM moet continue centraal online beschikbaar staan voor alle betrokken actoren die een nieuw ontwerp van een wijziging aan het projectgebied moeten maken, de actoren die de wijzigingen moeten realiseren of de actoren die de simpele aanpassing in het projectgebied moeten doorvoeren. De coördinatie hiervoor ligt bij een informatiedossier manager. De hostingkosten zijn op basis van de ervaring van experts van vergelijkbare ICT programma’s die gehost moeten worden, beredeneerd. De software is daarbij al aanwezig. De bijhoudingskosten zijn geschat op 4.000 euro per jaar. Informatiedossier manager De coördinatie van het bijhouden van het informatiedossier ligt bij een informatiedossier manager. Deze kan er grotendeels zelf voor opgeleid zijn voor het aanpassen van een BIM of het werk uitbesteden. In de schatting is in het algemeen gekeken naar de tijd die periodiek en uiteindelijk jaarlijks nodig is om alle wijzigingen in het project door te voeren. Er is aan de hand van schattingen van een wegontwerper en AMS en ICT experts, gemiddeld 1 dag per maand aan arbeidsuren geschat om het BIM gedurende de hele levenscyclus up-to-date te houden. Dit komt overeen met gemiddeld 0,05 fte per jaar. Voor een informatiemanager is geschat dat dit overeenkomt met 2250 euro per jaar.
1, Revisie 0 Pagina 29 van 49
Onderzoeksdata
5.2.2 Kostenscenario 2: BIM alleen bij grote wijzigingen updaten Het continu actueel houden van een BIM is kostbaar en grootschalige wijzigingen vinden maar een aantal keer (geschat op drie keer) over de levenscyclus van 40 jaar aan de infrastructuur plaats. Zodoende is er ook onderzoek gedaan naar een tweede kostenscenario. In het tweede kostenscenario wordt uitgegaan van een opgezette koppeling naar de Asset Management Software (AMS) dat wordt gebruikt door beherende partijen ten behoeve van het lifecycle asset management. Beherende partijen gebruiken AMS binnen de onderhoudsfase om meerjarige onderhoudsplannen en –ramingen op te stellen op netwerkniveau (anders dan een BIM dan op projectniveau). De benodigde informatie is een meer globale en andersoortige informatie dan in een BIM. Voor het succes van de koppeling zal gebruik moeten worden gemaakt van overeenstemmende informatie en definities. BIM en AMS worden door de koppeling niet (deels) naast elkaar gebruikt waarbij informatie dubbel wordt gebruikt of zelfs opnieuw wordt onderzocht. Doordat het mogelijk is om informatie uit te wisselen tussen de software wordt de informatie eenmalig en eenduidig gebruikt. Dit kan ook voor baten zorgen binnen het lifecycle asset management, deze zijn in dit onderzoek echter buiten beschouwing gelaten. Wel zijn er extra kosten verbonden aan het opzetten en afstemmen van de koppeling en het uitwisselen van de informatie tussen de software. Daarnaast is het nodig om structureel meer informatie vast te leggen in de AMS zodat deze overeenkomt met de gedetailleerdere informatie in een BIM. Dit zorgt wel jaarlijks voor extra kosten. In het tweede kostenscenario wordt zo geen groen uit de openbare ruimte (OR) en geen wegmeubilair bijgehouden in het BIM doordat hierin veel vaker wijzigingen optreden. Dit maakt het inefficiënt om in het BIM model bij te blijven houden. Deze taak wordt compleet overgenomen door het AMS. Er is vanuit gegaan dat er al Asset Management Software aanwezig is. Er worden dan ook geen aanschafkosten of het opzetten van een Asset Management Systeem meegerekend. Voor uiteenzetting van de kostenraming zie Tabel 3. Tabel 3 - Kostenposten BIM scenario 2 Jaar Activiteit Na realisatie (jaar 0) Geografische nacontrole / revisie projectgebied Afstemmen en inrichten connectie BIM -> AMS
Kosten € 9.000 € 7.500
€ 9.000 € 7.500
(groot) Onderhoud in jaar 12, 20 en 24
Uitwisselen AMS > BIM Uitwisselen BIM > AMS
3x € 4.000 3x € 4.000
€ 12.000 € 12.000
Gehele onderhoudsfase (jaar 1 tot 40)
Structureel vastleggen extra informatie in AMS
€ 2.500 p/j
€ 97.500
Jaar 40
Uitwisselen AMS > BIM
€ 4.000 Totaal
€ 4.000 € 142.000
Redenering extra kosten eerste BIM scenario, Tabel 3: Geografische nacontrole / revisie projectgebied Hier geldt hetzelfde als in het eerste scenario: kosten bedragen 9.000 euro. Afstemmen en inrichten connectie BIM -> AMS Eenmalig moet er een koppeling tussen het BIM en de AMS worden opgezet. Dit betreft de afstemming, het vastleggen van de te hanteren definities en de connectie beschrijven, testen en operationaliseren. Door een expert op het gebied van AMS is geschat dat dit tussen de 5.000 en 10.000 euro zal liggen. Daarom is het gemiddelde van 7.500 euro genomen.
1, Revisie 0 Pagina 30 van 49
Onderzoeksdata
Uitwisselen AMS > BIM en BIM > AMS Doordat gedurende de gebruiksfase de wijzigingen vanuit klein onderhoud allemaal worden bijgehouden in AMS en de wijzigingen na het grootonderhoud ook weer moeten worden teruggekoppeld naar het AMS zullen er twee informatie uitwisselingsstromen ontstaan. Vooraf aan grootonderhoud de benodigde informatie vanuit het AMS naar het BIM en achteraf de wijzigingen vanuit het BIM naar het AMS. Er is gekozen voor het gemiddeld drie keer plaatsvinden van grootonderhoud aan de hand van de onderstaande globale levensduren van de weg, OVL, geluidsschermen en de kunstwerken. Grootonderhoud zou dan theoretisch, aan de hand van onderstaande globale levensduren, in jaar 12, 20 en 24 plaatsvinden met als eind van de levenscyclus jaar 40. Op jaar 40 is een extra uitwisseling om in de planfase het BIM weer up-to-date te maken met de informatie uit het AMS. Dit geldt vooral voor het wegmeubilair en de openbare ruimte mocht dit van belang zijn. De kosten aan uitwisseling van de informatie is, aan de hand van een AMS expert, geschat tussen de 2.500 en de 5.000 euro. Zodoende is een gemiddeld bedrag van 4.000 euro aangenomen. Globale levensduren: • Weg: o 12 jaar toplaag vervangen o Jaar 24 top- en tussenlaag vervangen o Uiterlijk jaar 40 weg vervangen • Openbare verlichting (OVL) o Jaar 20 armatuur vervangen o Jaar 40 mast en technische installaties vervangen • Geluidsschermen o Jaar 20 vervangen • Kunstwerken o Jaar 40 grootonderhoud Structureel vastleggen extra informatie in AMS Doordat een BIM een hoger detailniveau en meer informatie bevat zal de informatie moeten worden afgestemd om de informatie-uitwisseling mogelijk te maken. Om geen informatie te verliezen zal het AMS zodoende meer informatie moeten opnemen. Daarnaast zal de informatie gestructureerd moeten worden aangeleverd om het bijhouden van de informatie en de uitwisseling ervan zo soepel mogelijk te maken. Dit zal jaarlijks extra kosten vergen, wat door een AMS expert wordt geschat tussen de 1.500 en 2.500 euro per jaar. Voor de zekerheid, om het risico van een soms wat gebrekkig aanlevering van informatie mee te nemen, is hier gekozen om 2.500 euro per jaar aan te nemen. 5.3 Extra kosten GIS In het onderzoek is gekeken naar de kosten gedurende de vernieuwingsfase. De vernieuwingsfase is opgedeeld in een ontwerpfase van 6 jaar (inclusief voorafgaand planfase) en een uitvoeringsfase van 4 jaar. In de kosten worden geen aanschafkosten van de software, trainingen en andere opstartkosten meegenomen. Alleen wordt gekeken naar de extra operationele kosten in vergelijking met het huidig geconstateerde informatiemanagement. 2 De extra kosten die ontstaan door het gebruik van GIS zijn het inrichten, bijhouden en hosten van de GISviewer en zijn datasets. Daarnaast moeten de uitgevoerde bodemonderzoeken weer in de centrale GIS dataset voor die bodemonderzoeken worden bijgevoegd. In Tabel 4 zijn de kostenposten en totale kosten weergegeven.
2
Hosting: Het huren van een GISviewer met bijbehorende fysieke ruimte op een webserver. Zodoende kan de GISviewer inclusief zijn datasets door alle belanghebbenden centraal online gebruikt worden.
1, Revisie 0 Pagina 31 van 49
Onderzoeksdata
Tabel 4 - Kostenposten GIS Jaar Activiteit Planfase jaar 0 Inrichten GISviewer met ongeveer 15 datasets
Kosten € 12.000
€ 12.000
Ontwerpfase Jaar 1 t/m 6
Bijhouden GIS datasets Hosting GISviewer
€ 9.600 p/j € 24.000 p/j
€ 57.600 € 144.000
Jaar 6
Uploaden nieuwe bodemonderzoeken in GIS database
€ 19.000
€ 19.000
€ 9.600 p/j € 24.000 p/j Totaal
€ 38.400 € 96.000 € 367.000
Uitvoeringsfase Bijhouden GIS datasets Jaar 7 t/m 10 Hosting GISviewer
Redenering extra kosten gebruik van GIS, Tabel 4: Inrichten GISviewer met ongeveer 15 datasets In de planfase moet er een GISviewer worden opgezet en worden ingericht. Vanuit verschillende GIS databases bij verschillende overheden moeten datasets gehaald worden over de grootte van het projectgebied. Daarbij is aangenomen dat er gebruik wordt gemaakt van 15 verschillende soorten datasets zoals monumenten, kabels en leidingen, bestemmingsplannen en ecologische hoofdstructuren. De kosten zijn geschat aan de hand van een GIS expert. Voor het inrichten is er een dag per dataset aangenomen, wat neerkomt op 120 uur. Gerekend met 100 euro per uur komt dit neer op 12.000 euro. Bijhouden GIS datasets Daarnaast moeten de GIS datasets ook gedurende de vernieuwingsfase worden bijgehouden aangezien de GIS databases aan voortdurende verandering onderhevig kunnen zijn. Hiervoor is door een GIS expert 1 dag per maand aangehouden, wat neer komt op 96 uur per jaar. Gerekend met 100 euro per uur komt dit neer op 9.600 euro. Hosting GISviewer De hostingskosten van een GISviewer zijn vergeleken met de GISviewer Geoweb van Grontmij. Dit komt neer op 2.000 euro per maand, overeenkomend 24.000 euro per jaar. Hierbij vind er overigens geen aanschaf van software plaats. Hiervoor is gekozen omdat het opzetten en bijhouden van een GISviewer nog grotendeels een specialistisch vakgebied betreft buiten de medewerkers in de realisatie van infrastructuur. Zodoende wordt het GIS werk dus uitbesteed. Mochten hier specialisten voor in huis zijn kunnen de operationele kosten eventueel lager uitvallen door de aanschaf van de software. Uploaden nieuwe bodemonderzoeken in GIS database Omdat het gebruik van GIS staat met de aanwezigheid van GIS datasets die volledig en up-todate zijn is het in vergelijking met de huidige situatie vooral belangrijk om de uitgevoerde bodemonderzoeken meteen weer te in te voeren in de daarvoor betreffende database. Dit brengt wel wat extra kosten met zich mee. Voor de ‘N23 Westfriaweg’ zijn er 300 sonderingen, 2300 milieuboringen en 800 archeologieboringen uitgevoerd. In totaal zijn er zo rond de 3000 nieuwe boorlocaties met daarbij drie verschillende rapporten in te voeren. Er is door een GIS expert 5 minuten per boring geschat, wat overeenkomt met 250 uur werk in totaal. Gerekend met 75 euro per uur komt dit overeen met ongeveer 19.000 euro.
1, Revisie 0 Pagina 32 van 49
6
Data analyse
In de analyse wordt de onderzoeksdata met resultaten uit de case study geanalyseerd. In de eerste paragraaf worden de totale baten opgesteld en verdeeld naar informatiesoort, medium en soort besparing. Vervolgens worden er twee kosten-batenanalyses uitgevoerd. In de tweede paragraaf wordt gekeken naar de kostenefficiëntie van een informatiedossier met behulp van BIM en DMS en in de derde paragraaf wordt gekeken naar de kostenefficiëntie van het gebruik van GIS. In de laatste paragraaf worden de uitkomsten van de case study vergeleken met de algemene verwachtingen van een aantal ervaren projectleiders. 6.1
Totale baten tijdens ontwerpfase vernieuwing ‘N23 Westfrisiaweg’
Tabel 5 geeft een overzicht van alle geconstateerde besparingen per ontwerp- en adviesonder-
deel bij elkaar opgeteld, het bijbehorende percentage van het geheel en de totale besparing in de ontwerpfase van de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’. Tabel 5 - Baten per ontwerp- en adviesonderdeel
Onderdeel Baten % Monumenten € 200.000 Wegontwerp € 200.000 Bodem € 195.000 Verharding € 150.000 Verkeerskundig onderzoek € 145.000 Kunstwerken € 120.000 Archeologie € 75.000 Geotechniek € 75.000 Landschap € 50.000 Explosieven onderzoek € 20.000 Openbare verlichting € 5.000 Geluid, lucht en externe veiligheid € 5.000 Waterhuishouding €0 Kabels leidingen €0 Ecologie €0 Totaal € 1.240.000
16,1 16,1 15,7 12,1 11,7 9,7 6,0 6,0 4,0 1,6 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 100
De totale kosten van de ontwerpfase bedragen circa 21 miljoen euro. Zoals uit het onderzoek is gebleken zou daarvan ongeveer 1,2 miljoen euro kunnen worden bespaard. Dit is een besparing van 5 tot 6% van het totaalbedrag.
1, Revisie 0 Pagina 33 van 49
Data analyse
In Tabel 6 zijn de besparingen per onderdeel onderverdeeld naar het medium waarmee de besparing wordt behaald, namelijk BIM, DMS of GIS. Tabel 6 - Baten per onderdeel verdeeld naar medium
Baten Projectspecifiek / Informatiedossier Omgevingsspecifiek Onderdeel BIM DMS GIS Monumenten € 200.000 Wegontwerp € 50.000 € 150.000 Bodem € 195.000 Verharding € 150.000 Verkeerskundig onderzoek € 145.000 Kunstwerken € 60.000 € 60.000 Archeologie € 75.000 Geotechniek € 75.000 Landschap € 50.000 Explosieven onderzoek € 20.000 Openbare verlichting € 5.000 Geluid, lucht en externe veiligheid € 5.000 Waterhuishouding Kabels leidingen Ecologie Totaal € 315.000 € 135.000 € 790.000 Uit de resultaten wordt duidelijk dat 450.000 euro hadden kunnen worden bespaard aan de hand van een volledig en up-to-date informatiedossier van de ‘N23 Westfrisiaweg’. Dit komt overeen met 36% van de totale 1,2 miljoen aan besparing. Daarnaast had 790.000 euro kunnen worden bespaard door het gebruik van GIS. Dit komt overeen met 64% van de totale besparing. De besparingen per onderdeel kunnen ook worden onderverdeeld naar het soort besparing. In het onderzoek zijn er een drietal algemene soorten besparingen onder te verdelen. Dit zijn besparingen op veldonderzoek, tijdsbesteding aan het verkrijgen van de benodigde informatie van derden en faalkosten die ontstaan zijn binnen het ontwerpproces. In Tabel 7 is de verdeling per onderdeel over de drie soorten te zien. Tabel 7 - Baten per onderdeel verdeeld naar soort besparing
Tijdsbesteding aan verkrijgen Faalkosten in Onderdeel Veldonderzoek van informatie bij externen ontwerpproces Monumenten € 200.000 Wegontwerp € 50.000 € 150.000 Bodem € 175.000 € 20.000 Verharding € 150.000 Verkeerskundig onderzoek € 10.000 € 135.000 Kunstwerken € 120.000 Archeologie € 75.000 Geotechniek € 75.000 Landschap € 50.000 Explosieven onderzoek € 20.000 Openbare verlichting € 5.000 Geluid, lucht en externe veiligheid € 5.000 Waterhuishouding Kabels leidingen Ecologie Totaal € 730.000 € 25.000 € 485.000
1, Revisie 0 Pagina 34 van 49
Data analyse
Een groot deel van de totale besparing valt te behalen door het voorkomen van veldonderzoek. Aan veldonderzoek kan namelijk 730.000 euro worden bespaard, wat overeenkomt met 59% van de totale besparing. Daarnaast is het voorkomen van hoge faalkosten een belangrijke besparing; dit betreft circa 485.000 euro. Dit is 39% van de totale besparing. Hierbij wordt vooral voorkomen dat er nog grote faalkosten ontstaan. De kans op faalkosten zal altijd blijven bestaan maar de gevolgen worden kleiner naarmate er meer informatie bekend is. In dit onderzoek zijn de grote faalkosten bekend maar het kan zijn dat er meerdere kleinere faalkosten onopgemerkt gebleven zijn. Dit zou nader moeten worden onderzocht. Tijdsbesteding aan het verkrijgen van informatie van derden, vaak overheden, heeft bij twee onderdelen veel tijd gekost waardoor een kleine besparing kan worden bereikt. Het gaat om 25.000 euro wat overeenkomt met 2% van de totale besparing. Tijdsbesteding aan informatievergaring zou misschien nog veel vaker opgetreden kunnen zijn maar dan in kortere tijdsbestedingen. Deze zijn alleen moeilijk aanwijsbaar voor de geïnterviewden binnen het onderzoek. Dit zou nader moeten worden onderzocht. De besparingen zijn aan het soort medium en het soort besparing te koppelen. Zodoende kan ook bekeken worden welk medium welke soort besparing oplevert, te zien in Tabel 8. Tabel 8 - Soorten baten verdeeld naar medium
Soorten baten Veldonderzoek Tijdsbesteding aan verkrijgen informatie bij externen Faalkosten in ontwerpproces Totaal
BIM
DMS
GIS
€ 315.000
€ 135.000
€0
€0
€0 € 315.000
€0 € 135.000
Totaal
€ 280.000 € 730.000 € 25.000 € 25.000 € 485.000 € 485.000 € 790.000
Zo valt uit Tabel 8 te concluderen dat een volledig en up-to-date informatiedossier alleen bespaard op veldonderzoek. GIS bespaart zowel op veldonderzoek, tijdsbesteding aan het verkrijgen van informatie bij derden alsook op faalkosten in het ontwerpproces. 6.1.1 Conclusie In de ontwerpfase van de vernieuwing van weginfrastructuur valt in deze case study circa 5 à 6% te besparen. Van deze 5 à 6% valt 64% toe te schrijven aan een verbetering in het gebruik van omgevingsspecifieke informatie door middel van het toepassen van GIS. De overige 36% van de totale besparing is te behalen door het bijhouden van een volledig en up-to-date informatiedossier met behulp van BIM en DMS. De besparing is voor 59% behaald door het voorkomen van veldonderzoek, voor 39% door het voorkomen van faalkosten en voor 2% door het verminderen van de tijdsbesteding aan het verkrijgen van informatie bij derden. Een volledig en up-to-date informatiedossier bespaart alleen op veldonderzoek. GIS bespaart zowel op veldonderzoek, tijdsbesteding aan het verkrijgen van informatie bij derden alsook op faalkosten in het ontwerpproces.
1, Revisie 0 Pagina 35 van 49
Data analyse
6.2 Kosten-baten informatiedossier over levenscyclus Met de resultaten uit de casestudy zijn voor BIM vervolgens twee kosten-batenanalyses uitgevoerd. Er is daarbij voor een levenscyclus van 40 jaar gekozen aan de hand van de uiterste levensduur van de weg en openbare verlichting. In beide kosten-batenanalyses wordt de investering in informatiemanagement met BIM en DMS vergeleken met het nulscenario, de huidige situatie. Aangezien de baten (als kostenreductie) van dit investeringsscenario pas 40 jaar later worden behaald en de extra kosten over de vele jaren daarvoor zitten verspreid is het nodig om een kosten-batenanalyse aan de hand van Net Present Values uit te voeren. In 40 jaar wordt geld namelijk meer waard door de rente die erover te verkrijgen is; Omgekeerd geldt dus ook dat kosten die 40 jaar later gemaakt worden relatief minder waard zijn dan kosten die in jaar nul worden gemaakt. Daarom moet ook hier worden getoetst of het investeringsscenario werkelijk kostenefficiënt is en een verbetering in vergelijking met de huidige situatie (het nulscenario). 6.2.1 KBA kostenscenario 1: BIM constant up-to-date houden Als de kosten van 252.750 euro tegenover de baten van 450.000 euro worden gezet, zou er een absolute kostenreductie behaald kunnen worden van 197.250 euro. Om te toetsen of dit over de 40 jaar ook daadwerkelijk een verbeterde kostenefficiëntie oplevert is een kosten-batenanalyse uitgevoerd, te zien in Tabel 9. Hieruit blijkt uit het negatieve getal dat dit scenario te maken heeft met te hoge kosten voorafgaand aan de te behalen baten. Het eerste scenario is dus niet kostenefficiënt. Zodoende wordt er over de 40 jaar heen geen kostenreductie behaald en is dit geen verbetering met de huidige situatie. Tabel 9 - Kosten-batenanalyse BIM kostenscenario 1
Kosten € 9.000 Levenscyclus jaar 0 Baten €0 KBA (kosten - baten)
€ 243.750 jaar 1 tot 40 €0
€ 0 NPV 40 jaar 0 € 450.000 NPV
€ 131.403 i = 4% € 93.730
-€ 37.673
6.2.2 KBA Kostenscenario 2: BIM alleen bij grote wijzigingen updaten Als de kosten van 142.000 euro tegenover de baten van 450.000 euro worden gezet, zou er een absolute kostenreductie behaald kunnen worden van 308.000 euro. Om te toetsen of dit over de 40 jaar ook daadwerkelijk een verbeterde kostenefficiëntie oplevert is een kosten-batenanalyse uitgevoerd, te zien in Tabel 10. Daarin zijn aan de jaren 12, 20 en 24 de kosten voor de uitwisseling van data toegewezen (zie paragraaf 5.2.2.). Uit de positieve kosten-batenanalyse blijkt dat dit een kostenefficiënt kostenscenario betreft. Zodoende wordt er over de 40 jaar heen een kostenreductie behaald en is dit een verbetering met de huidige situatie. Tabel 10 - Kosten-batenanalyse BIM kostenscenario 2
Kosten € 16.500 Levenscyclus jaar 0 Baten €0 KBA (kosten - baten)
€ 121.500 jaar 1 tot 40 €0
€ 4.000 NPV 40 jaar 0 € 450.000 NPV
€ 69.063 i = 4% € 93.730
€ 24.667
6.2.3 Randvoorwaarden / Risico Een randvoorwaarde om de kostenreductie ook daadwerkelijke te behalen is dat het informatiedossier door de beherende partij goed wordt bijgehouden aan de huidige situatie zodat het dossier volledig en up-to-date is. Uitvoeringen zullen daarom ook altijd goed moeten worden gecontroleerd en gereviseerd. Wanneer dit niet gebeurd is er een groot risico dat er van verkeerde informatie wordt uitgegaan in de vernieuwingsfase wat juist kan leiden tot meer kosten. Zodoende zouden de faalkosten juist hoger kunnen worden of moet er alsnog ook veldonderzoek gedaan worden.
1, Revisie 0 Pagina 36 van 49
Data analyse
Het is ook belangrijk dat de eigenaar bij het afgeven voor gebruik van de informatie de verantwoordelijkheid voor de informatie op zich neemt. Dit stimuleert enerzijds de controle op de juistheid van de informatie en anderzijds het gedisciplineerd bijhouden van de informatie. Daarnaast, wanneer er geen verantwoordelijkheid voor de informatie wordt genomen bestaat de kans dat ontwerpteams of aannemers er toch voor kiezen om veldonderzoek uit te voeren om de risico’s uit te sluiten. Met als gevolg dat er uiteindelijk (deels) geen kostenreductie in de vernieuwingsfase wordt behaald. Zodoende zouden de extra kosten aan informatiemanagement juist tot een kostenverhoging leiden. Er is in het onderzoek vanuit gegaan dat informatie-uitwisseling tussen verschillende software eenvoudig kan worden toegepast. Technisch moet het mogelijk zijn en ook binnen de opensource gedachten van BIM moet dit de realiteit gaan worden. 6.2.4 Conclusie Hoewel met beide kostenscenario’s een absolute kostenreductie wordt behaald blijkt alleen het tweede kostenscenario kostenefficiënt over de gehele levenscyclus. Zodoende is theoretisch alleen een informatiedossier, waarin het BIM alleen wordt geüpdate bij grote wijzigingen aan het infrastructurele object, een kleine verbetering met de huidige situatie. De kosten-batenanalyse geeft echter een lage positieve uitkomst. Dit maakt de overtuigendheid van de verbeterde kostenefficiëntie minder groot en de keuze om te investeren risicovol. Dit komt vooral door de lange doorlooptijd die verstreken moet worden eer de baten worden bereikt. Daarbij is het echter wel zo dat alleen de baten in de ontwerpfase van de vernieuwingsfase zijn bekeken en er weldegelijk ook baten te verwachten zijn in de levenscyclus daarvoor en bij een koppeling ook in het lifecycle asset management. Daarnaast zijn er ook grote kwalitatieve baten genoemd die niet in geld waren uit te drukken maar zeker een grote positieve invloed kunnen hebben. Een eventuele grotere positieve uitkomst valt dan te verwachten. Hier zou eerst nader onderzoek naar moeten worden gedaan om de kosten-batenanalyse nauwkeuriger te maken en om een minder risicovol investeringsbesluit te kunnen maken. Belangrijk om een positief resultaat te behalen is wel dat het informatiemanagement serieus wordt benaderd en het informatiedossier goed wordt bijgehouden. Zodoende kan er ook zonder onverantwoordelijke risico’s verantwoordelijkheid worden genomen voor de informatie. Beide zijn cruciaal om de kostenreductie te behalen. Naast de kostenreductie zijn er nog andere voordelen naar voren gekomen die in dit onderzoek niet meteen in kwantitatieve baten uit te drukken waren, maar wel genoemd dienen te worden: • • •
•
Zoals reeds eerder genoemd kan het koppelen van informatie uit het BIM aan de AMS binnen het lifecycle asset management besparingen opleveren aan informatievergaring. Het voorkomen van veldonderzoek geeft naast directe kostenbesparing ook een maatschappelijke kostenbesparing doordat er geen infrastructuur hoeft te worden afgesloten. Het beschikken over een uitgebreid informatiedossier geeft de mogelijkheid om structureel de kwaliteit van materialen of technieken te toetsen aan de geleverde prestatie. Door hier lering uit te trekken kunnen in de toekomst kwalitatief betere materialen en technieken worden toegepast. De milieukwaliteit van het gebruikte asfalt is in beeld waardoor mogelijke schadelijke materialen (wat pas later naar voren is gekomen) die zijn gebruikt in asfalt eenvoudig kunnen worden opgespoord. Daarnaast is het handig voor het hergebruik van asfalt om de duurzaamheid in kaart te hebben.
1, Revisie 0 Pagina 37 van 49
Data analyse
6.3 Kosten-baten gebruik GIS tijdens vernieuwingsfase Met de resultaten uit de casestudy is vervolgens ook voor GIS een kosten-batenanalyse uitgevoerd. In dit onderzoek wordt de investering in informatiemanagement met GIS vergeleken met het nulscenario, de huidige situatie waarin dit nog niet gebeurd. De kosten en baten verspreiden zich in dit scenario over een vernieuwingsfase van 10 jaar. Daarom moet ook hier worden getoetst of het investeringsscenario werkelijk kostenefficiënt is aan de hand van Net Present Values waarna een oordeel gegeven kan worden over de verbetering in vergelijking met de huidige situatie (het nulscenario). 6.3.1 Kosten-batenanalyse Als de kosten van 367.000 euro tegenover de baten van 790.000 euro worden gezet, zou er een absolute kostenreductie behaald kunnen worden van 423.000 euro. Om te toetsen of dit over de 10 jaar ook daadwerkelijk een verbeterde kostenefficiëntie oplevert is een kosten-batenanalyse uitgevoerd, te zien in Tabel 11. Uit de positieve kosten-batenanalyse blijkt dat het gebruik van GIS kostenefficiënt werkt. Zodoende wordt er over de 10 jaar heen een kostenreductie behaald en is dit een duidelijke verbetering met de huidige situatie. Tabel 11 - Kosten-batenanalyse GIS
Kosten € 12.000 Levenscyclus jaar 0 Baten €0 KBA (kosten - baten)
€ 201.600 jaar 1 t/m 6 € 750.000 € 355.725
€ 19.000 jaar 6 €0
€ 134.400 NPV jaar 7 t/m 10 jaar 0 € 0 NPV
€ 299.542 i = 4% € 655.267
6.3.2 Randvoorwaarden Een randvoorwaarden voor het succesvol toepassen van GIS in een GISviewer is de aanwezigheid van centrale GIS datasets die zo volledig mogelijk worden gehouden en up-to-date zijn. Deze GIS datasets zullen grotendeels landelijk of regionaal in beheer zijn bij overheden en moeten voor projecten ook eenvoudig beschikbaar kunnen worden gesteld. 6.3.3 Conclusie De kosten-batenanalyse geeft duidelijk aan dat het gebruik van GIS kostenefficiënt is en er wordt zodoende een kostenreductie behaald over de vernieuwingsfase. Daarmee is het gebruik van GIS een verbetering van het huidige informatiemanagement. Belangrijk daarbij is dat de GISviewer in een planfase voorafgaand aan het ontwerpen wordt opgezet zodat de benodigde informatie en knelpunten vooraf bekend zijn. Daarnaast geeft dit de mogelijkheid vanaf de start van het ontwerpproces integraal samen te werken met voor ieder de beschikbaarheid over dezelfde informatie. Zodoende wordt vooral de kans op grote faalkosten verminderd. Voor het toepassen van een GISviewer in een ontwerpproces is het overigens van belang dat er centrale GIS datasets bestaan waarin regionale informatie wordt ontsloten. Naast de kostenreductie zijn er nog andere voordelen naar voren gekomen die in dit onderzoek niet meteen in kwantitatieve baten uit te drukken waren, maar wel genoemd dienen te worden: • Door bij voorbaat knelpunten in kaart te hebben kunnen alternatieven worden opgesteld die beter haalbaar zijn; • Betere ontwerpafwegingen maken door van het begin af aan meer en nuttigere informatie beschikbaar te hebben; • Efficiënter ontwerpproces door minder tijd kwijt te zijn aan vergaren of uitwisselen van informatie onderling; • Behalen van een snellere doorlooptijd in ontwerpproces.
1, Revisie 0 Pagina 38 van 49
Data analyse
6.4 Algemene verwachting van de baten Als controlemiddel is de expertise van een aantal ervaren projectleiders aangewend om de algemene verwachtingen van de baten van het gebruik van GIS en BIM binnen het informatiemanagement in te schatten. Zodoende wordt bekeken of de casestudy overeenkomt met de algemene verwachting van ervaren projectleiders en welke verschillen er bestaan. 6.4.1 Baten In een brainstormsessie met vier ervaren projectleiders zijn verschillende soorten baten opgesteld en gewaardeerd naar hun mate van invloed op het ontwerpproces of daarbuiten. De waardering loopt van 1 (geen) tot 5 (hoog). In Tabel 12 staan de 9 baten opgesteld die naar verwachting een middelmatige tot hoge invloed zullen hebben. Tabel 12 - Verwachte baten # Verwachting baten informatiemanagement met BIM en GIS 1 Lagere kosten informatievergaring 2 Kleiner gevolg van faalkosten in uitvoeringsfase 3 Lagere veldonderzoekskosten 4 Efficiënter ontwerpproces (minder faalkosten in ontwerpfase) 5 Kortere doorlooptijd ontwerpproces 6 Haalbaardere alternatieven opstellen 7 Efficiëntere lifecycle assetmanagement 8 Achteraf kunnen leren van de prestaties van bepaalde materialen en technieken 9 Betere ontwerpafwegingen kunnen maken
Waarde 4,75 4,25 4 4 4 4 4
Baat Hoog Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk
4 Redelijk 3,25 Middelmatig
Daarnaast zou volgens een globale schatting van de projectleiders ongeveer 5 tot 10% van de totale kosten in de ontwerpfase bespaard kunnen worden, wanneer door een beter informatiemanagement meer informatie aanwezig is of de informatie beter wordt gebruikt. De 5 tot 6% van de case study komt aan de lage kant uit in vergelijking met de globale schatting. Als de baten uit de algemene verwachting uit Tabel 12 vergeleken worden met de kwantitatieve baten uit de case study staan deze op nummer 1, 3 en 4. Nummer 2 is zodoende dus een grote baat die in de casestudy niet is opgemerkt. Daarbij is baat nummer 1 als belangrijkste baat gewaardeerd terwijl deze in de case study een erg kleine baat vormt. Dit is waarschijnlijk toe te wijzen aan het feit dat bij de baten in de algemene verwachting ook de constante onderlinge informatie-uitwisseling is meegenomen i.p.v. alleen met derden zoals in de case study het geval is. En daarnaast zijn er dus ook meer baten in de algemene verwachting dan in het kwantitatieve deel van de case study naar voren gekomen die van invloed zijn. Vandaar dat de case study hoogst waarschijnlijk aan de lage kant uitkomt in vergelijking met de globale schatting van de ervaren projectleiders. Naar de overige baten zal nader onderzoek moeten worden verricht om de nauwkeurigheid van de globale schatting te onderzoeken. De drie gemeten baten uit de casestudy komen in ieder geval wel overeen met drie van de belangrijkste baten uit de algemene verwachting. De overige algemene baten worden in een andere fase behaald of waren niet op te merken of niet in kwantitatieve baten uit te drukken. Dat de verwachtingen grotendeels met de casestudy overeenkomen zegt zodoende ook dat de ‘N23 Westfrisiaweg’ als een doorsnee infra project kan worden gezien en gelden de uitkomsten waarschijnlijk voor de meeste provinciale en landelijke infrastructuur projecten.
1, Revisie 0 Pagina 39 van 49
Data analyse
6.4.2 Risico’s Er zijn tijdens de brainstormsessie drie risico’s voor het gebruik van BIM en GIS aangegeven: • Betrouwbaarheid van de informatie is niet voldoende. De controle op informatie en het goed bijhouden van de informatie zijn van groot belang; • Teveel informatie verlaagt juist weer de efficiëntie van het ontwerpproces. Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de afbakening en detailniveau van de informatie; • Medewerkers kunnen nog niet met de nieuwe technieken omgaan. Er zullen trainingen nodig zijn om medewerkers met de nieuwe technieken te kunnen laten werken. 6.4.3 Conclusie De belangrijkste baten van de case study komen overeen met de belangrijkste baten uit de algemene verwachting. De case study kan ook gezien worden als een doorsnee infrastructuurproject. Volgens een globale schatting van de projectleider van de ‘N23 Westfrisiaweg’ zou ongeveer 5 tot 10% van de totale kosten in de ontwerpfase bespaard kunnen worden. De 5 tot 6% van de case study komt dan nog laag uit in vergelijking met de globale schatting. Dit zou kunnen komen doordat in de algemene verwachting nog meer baten naar voren komen die in de case study onopgemerkt bleven of niet waren te kwantificeren. Daarnaast wordt informatievergaring in de algemene verwachting hoger gewaardeerd dan in de case study naar voren komt. Dit is waarschijnlijk toe te wijzen aan het feit dat bij de baten in de algemene verwachting ook de constante onderlinge informatie-uitwisseling is meegenomen in plaats van alleen met derden zoals in de case study het geval is. Naar deze extra baten zou nader onderzoek verricht moeten worden. Er moeten echter wel drie risico’s worden uitgesloten om het toepassen van BIM en GIS te kunnen bereiken: Informatie moet betrouwbaar zijn, er moet niet teveel informatie ontstaan en de medewerkers moeten met de technieken leren werken.
1, Revisie 0 Pagina 40 van 49
7
Conclusies
Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat het gebruik van BIM (Bouw Informatie Model) en GIS (Geografisch InformatieSysteem) in de vernieuwingsfase van weginfrastructuur zal zorgen voor een kostenreductie. Op de korte termijn zullen extra investeringen in informatiemanagement nodig zijn maar op de lange termijn zal dit grotere kostenreducties opleveren. Uit dit onderzoek is gebleken dat aan de hand van GIS en een volledig en up-to-date informatiedossier, met BIM en DMS (Document Management Systemen), in een project, zoals de vernieuwing van de ‘N23 Westfrisiaweg’, 5 tot 6% van de totale kosten in de ontwerpfase kunnen worden voorkomen. Van deze 5 a 6% valt 36% aan een volledig en up-to-date informatiedossier en 64% aan GIS toe te schrijven. Een volledig en up-to-date informatiedossier bespaart alleen op veldonderzoek. GIS bespaart zowel op veldonderzoek, tijdsbesteding aan het verkrijgen van informatie bij derden alsook op faalkosten in het ontwerpproces. Door ook te kijken naar de extra kosten aan informatiemanagement die gepaard gaan met het bijhouden van een informatiedossier alsook met het gebruik van GIS is er voor beide een kostebatenanalyse uitkomst verkregen. 7.1 Informatiedossier Voor het informatiedossier zijn twee kostenscenario’s bekeken. De eerste waarin het BIM continu wordt bijgehouden aan de huidige situatie. De tweede waarin het BIM alleen bij grote wijzigingen wordt bijgehouden en in de tussentijd wordt bijgehouden door de AMS (Asset Management Software). Dit wordt mogelijk gemaakt door een koppeling op te zetten tussen het BIM en de AMS. Uit het onderzoek is gebleken dat met beide kostenscenario’s een absolute kostenreductie wordt behaald, maar alleen het tweede kostenscenario blijkt kostenefficiënt over de gehele levenscyclus. Dit komt doordat de kosten over de levenscyclus en zo ook de bijbehorende ‘Present Value’ in het tweede kostenscenario een stuk lager zijn. Zodoende kan geconcludeerd worden dat het gebruik van BIM in combinatie met AMS over de gehele levenscyclus leidt tot een verbeterde kostenefficiëntie in vergelijking met de huidige situatie. De kosten-batenanalyse geeft echter een zeer geringe positieve uitkomst. Dit maakt de overtuigendheid van de verbeterde kostenefficiëntie minder groot en de keuze om te investeren risicovol. Dit komt vooral door de lange doorlooptijd die verstreken moet worden eer de baten worden bereikt. Daarbij is het echter wel zo dat alleen de baten in de ontwerpfase van de vernieuwingsfase zijn bekeken en er weldegelijk ook baten te verwachten zijn in de levenscyclus daarvoor en bij een koppeling ook in het lifecycle asset management. Daarnaast zijn er ook grote kwalitatieve baten genoemd die niet in geld waren uit te drukken maar zeker een grote positieve invloed kunnen hebben. Een eventuele grotere positieve uitkomst valt dan te verwachten. Hier zou eerst nader onderzoek naar moeten worden gedaan om de kosten-batenanalyse nauwkeuriger te maken en om een minder risicovol investeringsbesluit te kunnen maken. Belangrijk is wel dat het informatiemanagement serieus wordt benaderd en zodoende het informatiedossier altijd goed wordt bijgehouden. Zodoende kan er ook zonder onverantwoordelijke risico’s verantwoordelijkheid worden genomen voor de informatie. Beide zijn cruciaal om daadwerkelijk de kostenreductie te behalen.
1, Revisie 0 Pagina 41 van 49
Conclusies
7.2 GIS De kosten-batenanalyse geeft duidelijk aan dat het gebruik van GIS kostenefficiënt is gebleken en er wordt zodoende een absolute kostenreductie behaald over de vernieuwingsfase. Daarmee is het gebruik van GIS een verbetering met het huidige informatiemanagement. Belangrijk daarbij is dat de GISviewer in een planfase voorafgaand aan het ontwerpen wordt opgezet zodat de benodigde informatie en knelpunten bekend zijn. Daarnaast geeft dit de mogelijkheid vanaf de start van het ontwerpproces integraal samen te werken met voor ieder de beschikbaarheid over dezelfde informatie. Zodoende wordt de kans op grote faalkosten in het ontwerpproces verminderd. Voor het toepassen van een GISviewer in een ontwerpproces is het overigens van belang dat er centrale GIS datasets bestaan waarin regionale informatie wordt ontsloten. 7.3 Kwalitatieve baten Naast de geconstateerde kostenreductie die er te behalen vallen, zijn er nog andere voordelen naar voren gekomen die in dit onderzoek niet meteen in kwantitatieve baten uit te drukken waren, maar wel genoemd dienen te worden. Kwalitatieve baten als gevolg van een informatiedossier met BIM en Document management: • Het koppelen van informatie uit het BIM aan de AMS kan binnen het lifecycle asset management besparingen opleveren aan de informatievergaring; • Het voorkomen van veldonderzoek geeft naast directe kostenbesparing ook een maatschappelijke kostenbesparing doordat er geen infrastructuur hoeft te worden afgesloten; • Het beschikken over een uitgebreid informatiedossier geeft de mogelijkheid om structureel de kwaliteit van materialen of technieken te toetsen aan de geleverde prestatie. Door hier lering uit te trekken kunnen in de toekomst kwalitatief betere materialen en technieken worden toegepast; • De milieukwaliteit van het gebruikte asfalt is in beeld waardoor mogelijke schadelijke materialen (wat pas later naar voren is gekomen) die zijn gebruikt in asfalt eenvoudig kunnen worden opgespoord. Daarnaast is het handig voor het hergebruik van asfalt om de duurzaamheid in kaart te hebben. Kwalitatieve baten als gevolg van het gebruik van GIS: • Door bij voorbaat knelpunten in kaart te hebben kunnen alternatieven worden opgesteld die beter haalbaar zijn; • Betere ontwerpafwegingen kunnen maken door van het begin af aan meer en nuttigere informatie beschikbaar te hebben; • Efficiënter ontwerpproces door minder tijd kwijt te zijn aan vergaren of uitwisselen van informatie onderling; • Behalen van een snellere doorlooptijd in ontwerpproces. 7.4 Vergelijking met algemene verwachting van de baten De uitkomsten van het onderzoek zijn vergeleken met de algemene verwachtingen van een aantal ervaren projectleiders. De belangrijkste baten van de case study komen overeen met de belangrijkste baten uit de algemene verwachting. De algemene verwachting is zelfs dat er nog meer baten zullen bestaan dan dat er in het kwantitatieve deel van de case study aan baten naar voren zijn gekomen. Dit komt overeen met het feit dat de 5 tot 6% besparing uit de case study aan de lage kant valt in vergelijking met de globale schatting van de projectleider, een verwachte besparing van 5 tot 10% in de ontwerpfase. Er moeten volgens hen echter wel drie risico’s worden uitgesloten om het toepassen van BIM en GIS te kunnen bereiken: Informatie moet betrouwbaar zijn, er moet niet teveel informatie ontstaan en de medewerkers moeten met de technieken leren werken. Belangrijkste conclusie is dat er door een investering in GIS een beter informatiemanagement ontstaat in de vernieuwingsfase van infrastructuur wat uiteindelijk sterk kostenefficiënter is dan de huidige aanpak. Voor een informatiedossier met BIM en DMS lijken de eerste aanwijzingen ook positief uit te vallen. De verbeterde kostenefficientie kwam in dit onderzoek echter nog erg laag uit waardoor, om onzekerheden te verminderen, nader onderzoek benodigd zal zijn.
1, Revisie 0 Pagina 42 van 49
8
Aanbevelingen
Vanuit dit onderzoek valt het aan te bevelen om bij het ontwerpen van infrastructuur een Geografisch Informatie Systeem (GIS) in te zetten ter ondersteuning van het ontwerpproces. Het gebruik van een GISviewer zal een kostenreductie opleveren. Om de maximale kostenreductie te behalen zal de, vanuit de overheid gestimuleerde, ontwikkeling van centrale GISdatabases moeten worden doorgezet. Vooral het opzetten van een centrale GISdatabase voor bodemonderzoeken kan nog veel besparingen opleveren. Enkele eerste aanzetten hiervoor zijn al gaande; dit onderzoek kan een stimulans betekenen om deze aanzetten verder uit te werken. Daarnaast valt vanuit dit onderzoek aan te bevelen om de kosten-baten van het gebruik van een Bouw Informatie Model (BIM) binnen het informatiemanagement over de levenscycus verder te onderzoeken. De uitkomst van de kosten-batenanalyse is in dit onderzoek laag uitgevallen. Daarbij is echter maar een deel van de baten binnen de levenscyclus onderzocht. Toch zal de lage uitkomst nu nog een te risicovolle investeringsoverweging zijn. Maar na nader onderzoek zal een nauwkeurigere uitkomst minder risico kunnen opleveren en kan de uitkomst eventueel hoger uitvallen. Dit zou als gevolg weer een eventuele stimulans kunnen betekenen ter ontwikkeling van het toepassen van een Bouw Informatie Model (BIM) binnen het informatiemanagement over de levenscyclus van infrastructuur. Voorwaarde is wel dat het volledige BIMconcept wordt ontwikkeld en ook in de praktijk van het lifecycle asset management zal kunnen worden toegepast. Wanneer het BIMconcept bijvoorbeeld maar deels wordt bereikt is er een kans dat het niet kostenefficiënt is om BIM ook binnen het lifecycle asset management te gebruiken. Infrastructuur beheerders zouden daarom de ontwikkeling moeten stimuleren; dit zou kunnen door bij de aanbesteding te eisen een BIM overgedragen te krijgen volgens de wensen van de beheerders. Ook het gebruik van een Document Management Systeem (DMS) kan worden aanbevolen om de archivering van documenten beter te structureren. Vele bedrijven zijn hier inmiddels al op overgestapt. 8.1 Aanbeveling voor verder onderzoek Vanuit dit onderzoek zijn er enkele aanbevelingen voor verder onderzoek ontstaan: • • • • • •
Er zal nader onderzoek moeten worden verricht naar de baten van BIM in de eerdere fasen (gebruiksfasen en onderhoudsfasen) van de levenscyclus. Er zal nader onderzoek gedaan moeten worden naar de kwalitatieve baten van BIM om ook deze mee te kunnen nemen in een kosten-batenanalyse. Er zal nader onderzoek moeten worden verricht naar de baten van GIS in de uitvoeringsfase. Er zal nader onderzoek moeten worden verricht naar de kwalitatieve baten van GIS om ook deze in de kosten-batenanalyse mee te nemen. Er zouden meer casestudies kunnen worden uitgevoerd om de betrouwbaarheid van de uitkomsten van deze single casestudy nog te vergroten. Gevoeligheidsanalyse in kosten-batenanalyse verbeteren door hier nader onderzoek naar te doen
1, Revisie 0 Pagina 43 van 49
9
Literatuur
AGC (The associated general constructors of America) (2005). AGC Contractors' Guide to BIM, verkregen 20 april 2011 via http://www.agcnebuilders.com/documents/BIMGuide.pdf Autodesk (2011). Presentatie bij Grontmij op 9 maart 2011 Boardman, E., Greenberg, H., Vining, R. & Weimer, L. (2006). Cost-Benefit Analysis, Concepts and Practice. Pearson Prentice Hall. ISBN 0-13-143583-3 BIR (Bouw Informatie Raad) (2010). Seminar BIM omgeving, verkregen 20 april 2011 via http://www.bouwinformatieraad.nl/upload/documents/seminar/Henk320Schaap%20BIM%20omg eving%2019nov10.pdf BuildingSMART alliance (2011). What is a BIM?, verkregen 20 april 2011 via http://www.buildingsmartalliance.org/index.php/nbims/faq/ Drunen, Martijn van (2011). BIM suite. Grontmij Eastman, C., Teicholz, P., Sacks, R. & Liston, K. ( 2008). BIM Handbook, A Guide to Building Information Modeling. John Wiley & Sons lnc. ISBN 978-0-470-78528-5. ESRI Nederland (2011). Downloads, verkregen op 23 april 2011 via http://www.esri.nl/leads/downloads/Kostenreductie-dankzij-integrale-aanpak.pdf Hazewinkel, W (2009). Introductie van het 3D bouwwerk informatie model BIM. Hazewinkel consult. Projectbureau N23 Westfrisiaweg (2011). Hoofdlijnen N23 Westfrisiaweg, verkregen 26 april 2011 via http://www.n23westfrisiaweg.nl/ Qing-Hua, H. (2002). Life cycle integrated management information system (LMIS) of construction project. Advances in building technology, 2 (2002). Relationship-economy (2011) What is a cost benefit analyses, verkregen op 31 mei via www.relationship-economy.com Rijkswaterstaat (2011). Maatschappelijke kosten-batenanalyse Westerschelde Containerterminal verkregen 30 mei 2011 via http://www.rijkswaterstaat.nl/images/Maatschappelijke%20kostenbatenanalyse%20van%20de%20Westerschelde%20Containerterminal%20so_tcm174288882.pdf Wikipedia (2011) Net Present Value, verkregen op 31 mei via www.wikipedia.org Yin, R.K. (2003). Case Study Research, Design and Methods. Sage Publications, Inc. ISBN 07619-2553-8
1, Revisie 0 Pagina 44 van 49
10
Bijlage
10.1 BIM BIM staat voor Bouw Informatie Model. In het boek, ‘’Introductie van het 3D bouwwerk informatie model BIM’’, van Wubbo Hazewinkel staat een goede omschrijving van het BIM. Hieruit zijn hieronder een aantal alinea’s geciteerd om het BIM nader te beschrijven. (Hazewinkel, 2009) Een BIM omvat de verzamelde data van een bouwproject vanaf het allereerste initiatief tot en met het in exploitatie zijn, op zo’n wijze geordend en opgeslagen, dat iedere betrokkene bij het project de voor zijn activiteit relevante data kan betrekken en gebruiken. Een BIM bestaat daartoe uit een ruimtelijk in drie dimensies afgebeeld model, met daaraan gekoppelde databases waarin de informatie is opgeslagen. Daarom is het dan ook beter om, ter voorkoming van begripsverwarring met andere vormen van dataopslag,te spreken van een 3D BIM. BIM is bedoeld om informatie op te slaan van alle disciplines die bij een bouwproject betrokken of ingeschakeld zijn gedurende de hele levenscyclus van een bouwproject. BIM data worden beschreven op twee niveaus, namelijk: • Data definitie: Het vastleggen van objecten, eigenschappen en relaties op een eenduidige wijze; • Data representatie: Het fysiek opslaan van de data met behulp van een bepaald medium (file, database, etc) overeenkomstig de definitie. De 3D vorm beschrijving van een bouwwerk maakt onderdeel uit van de totale BIM data. Het BIM is een digitale voorstelling van het bouwwerk in al zijn fasen, op een manier die de fysieke werkelijkheid zeer dicht benadert. Het BIM biedt daarnaast de toegang voor berekeningen op alle facetten en niveaus die voor het project noodzakelijk zijn. Dit kunnen berekeningen zijn op gebied van: • toetsing aan regelgeving en normering; • berekeningen op gebied van condities en prestaties van het project in zijn geheel; • calculaties op gebied van realisatiekosten en exploitatiekosten; • tijdsaspecten op gebied van realisatieplanning, simulaties in uitvoeringslogistiek, exploitatiemodellen en levensloop simulaties. BIM gaat dus over data. BIM bevat data van een project, die door mensen wordt ingebracht. BIM is geen wondermiddel dat oplossingen aanreikt. Voor oplossingen is kennis nodig, en kennis zit in mensen. Het zijn de mensen die de data moeten ordenen, opslaan, managen, en weer gebruiken om, na het toevoegen van of bewerken met hun eigen kennis, de bewerkte data aan het BIM toe te voegen. BIM zal dus nooit het werk van een discipline kunnen overnemen, maar wel zorgen dat de informatie die deze discipline nodig heeft voor zijn eigen rol, op de juiste wijze beschikbaar is.
1, Revisie 0 Pagina 45 van 49
Bijlage
10.2 Interviews Om de onderzoeksdata te vergaren zijn bij de volgende personen interviews afgenomen, te zien in Tabel 13. Tabel 13 - Interviews
Onderdeel Alle onderdelen
Naam T. Heijmans
Functie (Grontmij) Projectleider, infraprojecten
Wegontwerp / Verkeerskundig onderzoek
B. Nijzink B. van Velzen
Engineer / Ontwerper, infraprojecten noord Teamleider Modellen, modellen
Kunstwerken
E. Schuijtvlot
Adviseur, kunstwerken
Openbare verlichting
R. van Beek
2 Technicus, energietechniek
Waterhuishouding
F. Wit
Adviesmedewerker, watermanagement Randstad
Archeologie / Monumenten
H. Jansen
Adviseur, bodem noord
Geluid en Lucht
D. van Bunnik S. van Engelen
Adviseur, risico en veiligheid Adviesmedewerker, omgevingsmanagement
Ecologie
S. Roodzand
Junior Adviseur Ecoloog, regionale planning
Bodem
A. Nijdam
Adviseur, bodem noord
Landschap
M. Hooiveld
Junior Adviseur Groene Ruimte, ontwerp
Externe veiligheid
D. van Bunnik
Adviseur, risico en veiligheid
Verharding
B. Meen
Adviseur, asset management
Geotechniek
R. Kuijten
Adviseur, ondergronds bouwen
Explosieven onderzoek
T. Kleuters
Verantwoordelijke explosieve onderzoek (ECG-group)
Kabels en leidingen
P. Kooistra
Adviseur, omgevinsgmanagement
Kosten GIS
R. van Lanen H. Veldhuis
Adviseur, GIS Teamleider Asset Software, asset software
Kosten BIM
B. Nijzink J. Farla H. Veldhuis
Engineer / Ontwerper, infraprojecten noord Projectleider, asset software Teamleider Asset Software, asset software
Algemene verwachting (gezamenlijke brainstorm)
T. Heijmans A. van der Velden J. vreugdenhil B. Nijzink R. van Lanen
Projectleider, infraprojecten Teamleider Infraprojecten Zuid en Noord, infraprojecten Projectleider, infraprojecten noord Engineer / Ontwerper, infraprojecten noord Adviseur, GIS
e
1, Revisie 0 Pagina 46 van 49
Bijlage
10.3 Naam: Functie:
Stramien interviews baten binnen onderdelen projectteam …………… ……………
Kort introduceren • Mezelf • Het afstudeeronderzoek o Lifecycle information management o Onderzoek naar informatie-input per onderdeel 1. Wat zijn de werkzaamheden van uw onderdeel binnen dit project? 2. Welke (externe) informatie is allemaal benodigd als input voor jullie onderdeel om jullie werkzaamheden uit te voeren? 3. Zijn daarbij nog gebreken opgetreden in de informatievoorziening? Zo ja, bij welke informatie? Introduceren - BIM, DMS en GIS - Daarbij behorende conceptuele informatiemanagement 4. Zijn er aan de hand van deze manier gebreken die hadden kunnen worden voorkomen of verminderd? Zo ja, bij welke informatie en met welk medium? 5. Zijn er op deze manier nog verbeteringen te verwachten in de voorziening van jullie informatie-input? Zo ja, bij welke informatie en met welk medium? 6. Welke kosten hadden zodoende, ten gevolgen van het gehanteerde conceptuele informatiemangement, per geconstateerd informatiesoort voorkomen kunnen worden binnen uw onderdeel? Nalopen resultaten
Uitwerking met resultaten ook doornemen met de projectleider
1, Revisie 0 Pagina 47 van 49
Bijlage
10.4
Stramien interviews extra kosten BIM en DMS in informatiedossier
Naam: Functie:
…………… ……………
Kort introduceren • Mezelf • Het afstudeeronderzoek o LifeCycle Information Management (LCIM) o Onderzoek naar informatie-input per onderdeel 1. Voorleggen huidig LCIM vanuit theorie en geconstateerd vanuit introductie-interviews en de casestudy interviews 2.
Voorlegen conceptueel LCIM met daarbinnen de toepassing van BIM en DMS
3. Wat zijn bij vergelijking de extra kostenposten die ontstaan voor de beheerder van de infrastructuur door het gebruik van BIM en DMS binnen het LCIM? 4. Wat is de frequentie en de hoogte van elke kostenpost? Nalopen resultaten
1, Revisie 0 Pagina 48 van 49
Bijlage
10.5
Stramien interviews extra kosten GIS
Naam: Functie:
…………… ……………
Kort introduceren • Mezelf • Het afstudeeronderzoek o LifeCycle Information Management (LCIM) o Onderzoek naar informatie-input per onderdeel 5. Voorleggen huidig LCIM vanuit theorie en geconstateerd vanuit introductie-interviews en de casestudy interviews 6.
• •
Voorlegen conceptueel LCIM met daarbinnen de toepassing van GIS GISdatabases over de lifecycle GISviewer binnen de vernieuwingsfase
7. Wat zijn bij vergelijking de extra kostenposten die ontstaan voor de beheerder van de infrastructuur door het gebruik van GIS? 8. Wat is de frequentie en de hoogte van elke kostenpost? Nalopen resultaten
1, Revisie 0 Pagina 49 van 49