Willemijn ten Hoven Willemijn is geboren op 20 december 2001 Willy van de Vijver & Ron ten Hoven Gijs ten Hoven Bolstraat 39 3581 WT Utrecht
BULLETIN VOORJAAR 2002 Clubblad van de Fietsclub Ledig Erf
Jaargang 8, Nummer1
Bulletin voorjaar 2002......................................3 De oude redactuer en de nieuwe redactie.....................4 Ze komt echt hoor...........................................5 Een man van weinig woorden..................................6 Fantoomcol..................................................8 Voor nop (niet) naar de top................................10 Ronde van (Joost van) Vlaanderen...........................13 Straatnieuws...............................................15 “Paaltje van Leo” weer overeind............................17 Vrouwen - deel II..........................................20 Agenda seizoen 2002........................................22
Colofon Bestuur Jacob v.d. Lagemaat Michiel Galama Peter Verhallen Janine Mariën Redactie Janine Mariën Mini Kalivianakis Webmaster Michiel Galama
030 030 030 030
-
2322937 2934093 6379990 2544861
030 - 2544861 030 - 2513623
voorzitter secretaris penningmeester lid hoofdredacteur kleine reporter
DE OUDE REDACTEUR Nadat Frank Wester (hij hoort samen met Jacob van de Lagemaat en Ineke Galama tot de oprichters van de fietsclub) een begin had gemaakt met een clubblad, heb ik jarenlang de kans gekregen er iets van te maken. Met ontzettend veel plezier en natuurlijk met behulp van een aantal mensen die altijd weer bereid waren echt gebeurde verhalen op papier te zetten. Het werd tijd voor nieuw bloed in de redactie. Mag ik jullie de nieuwe redactie voorstellen: Janine en Mini, die hier zo probleemloos de Muur van Geraardsbergen beklimmen, gaan zich de komende jaren inzetten voor ons clubblad. Ze verdienen dezelfde steun die ik altijd gehad heb.
EN DE NIEUWE REDACTIE
www.ledigerf.nl
Vertrek: Iedere zondag om 13:00 uur, vanaf Café Ledig Erf. Contributie : •15,- per jaar, over te maken op gironummer 766950, t.n.v. Fietsclub Ledig Erf te Utrecht of contant te betalen aan de penningmeester. Bijdragen per floppy naar: J. Mariën, Oudwijkerveldstraat 87, 3581 JJ Utrecht. of EMAIL naar:
[email protected] Ook hebben wij een elektronische uitgave: www.ledigerf.nl Pagina- 3 Pagina 4
ZE KOMT ECHT HOOR!
EEN MAN VAN WEINIG WOORDEN
Al jaren is er binnen de fietsclub Ledig Erf een Commissie van Moorsel (CVM). Doelstelling van de CVM was Leontien van Moorsel te contracteren voor de opening van het fietsseizoen.
Er was een tijd dat er nog geen fietsclub bestond. Wel hadden enkele Ledig Ervers de gewoonte om af en toe gezamenlijk te pedaleren. Willem van Beers was er bij en Kees Vreeken. En Jacob van de Lagemaat natuurlijk. Allemaal Jongens van Jan de Witt die voor een duf stukje Lekdijk bij mooi weer hun neus ophaalden.
Op zondag 13 december 1998 had de toenmalige voorzitter van deze commissie een eerste ontmoeting met Leontien van Moorsel.In het clubblad van voorjaar 1999 werd hiervan reeds verslag gedaan. Dit voorjaar heeft onze voorzitter Jacob van de Lagemaat het initiatief naar zich toegetrokken. Hij is er in geslaagd Leontien te contracteren voor onze openingsdag. Over hoe hem dat gelukt is wil hij niets loslaten. Wel spreekt Jacob nadrukkelijk tegen dat er dit jaar naast de beroemde tosti’s en de dorstverwekkende nootjes ook Farm Frietjes op het menu van het Ledig Erf komen. Zondag 17 maart vanaf 12:30 wordt het fietsseizoen in bijzijn van Leontien feestelijk geopend. Jacob timmert een rad van fortuin waaraan hij Leontien wil laten draaien. Natuurlijk zijn er prijzen te winnen. En je hoeft er niet eens hard voor te fietsen. De loten kosten • 5.Onze Penningmeester zit vanaf 12:30 uur klaar aan de bestuurstafel om jouw bijdrage aan het welzijn van de fietsclubkas in ontvangst te nemen. Hij zal je daar persoonlijk voor bedanken en je een kop koffie en een bananengebakje aanbieden. Natuurlijk kun je ook je contributie van • 15.- overmaken op giro 766950 t.n.v. Fietsclub Ledig Erf. De openingsfoto wordt ook deze dag gemaakt!
Pagina 5
Nee, een rondje IJsselmeer bij windkracht negen, dat was het betere werk. Jacob was de ergste van allemaal. Die kwam alleen zijn bed uit als er elementen getrotseerd moesten worden. Regen, kou, het deerde hem allemaal niks. Bij elke blikseminslag schakelde hij een tandje bij. Honderd kilometer stampend op kop tegen de striemende regen in, stuurs voor zich
Pagina 6
uit kijkend. Zwoegen en zwijgen, dat was Jacob van de Lagemaat. Ik herinner mij zo’n fietstocht in de maand november van het vreselijke jaar 1987. Tsjernobyl was net ontploft, de Herald of Free Enterprise gekapseisd en het KNMI adviseerde de bevolking binnen te blijven wegens de zware storm. Wij dus op de fiets. Nou, dat
hebben we geweten. Het stormde niet alleen, het regende met bakken en de temperatuur was dicht bij het vriespunt. Bovendien hadden de boeren, die met een groeiend mestoverschot in hun maag zaten, besloten hun poep over de weg uit te strooien. Het resultaat was een strontballet. Wij zaten van kop tot kont onder de varkensdrek. Met de poep in onze oren, ogen en neus waren wij in niets te onderscheiden van een peloton varkens, aangevoerd door Jacob die tenminste van voren nog schoon was omdat hij geen spetterend achterwiel voor zich duldde. Ik reed in tweede positie en achter mij..... achter mij was niemand meer. Waarschijnlijk onderweg in een sloot gewaaid. Wij reden gewoon door, dat ging toen ook
al zo. Zelfs Jacob was dit baggerinferno te gortig, dat was duidelijk te zien. Het chagrijn straalde van hem af. Op een onverwacht moment, ergens tussen Broekhuizen en Zuylenburg, sloeg hij plotseling rechtsaf, een mij onbekende weg in. “Eh, Jacob, waar gaat deze weg heen”, riep ik, want als ik op de fiets zit wil ik dat altijd weten. “Naar huis”, zei Jacob, zonder om te kijken. Het waren de enige twee woorden die ik hem die middag heb horen zeggen. Het was Jacob ten voeten uit. Op de fiets moet je niet lullen maar fietsen en aan een fietstocht door de varkenspoep hoef je helemáál geen woorden vuil te maken. Peter Verhallen
Pagina 7
FANTOOMCOL De lucht is strakblauw. Voor het eerst van mijn leven fiets ik in de Franse Alpen, legendarisch strijdtoneel van de Tour de France. Een fantastisch gevoel. Toch moet er op die dag ook een enkele wolk boven de Alpen hebben gehangen. Een kleine zwarte onheilswolk. In de afdaling van mijn eerste col knal ik op volle snelheid in een sleuf, die dwars door de weg is gegraven. Frankrijk krijgt kabel-tv. Mijn voorwiel kan ik nog net over het gat gooien, maar mijn achterwiel krijgt een lelijke klap. Vloekend en zuchtend pak ik mijn spaaksleutel en breng het wiel weer een beetje in het gareel. Plotseling zie ik nog een wielrenner staan, een pezige Fransoos van onbestemde leeftijd. Hoewel er vrijwel geen verkeer op de weg is, heb ik hem niet horen aankomen. Een paar meter van me vandaan is hij met het zelfde klusje bezig als ik. Hij heeft een heel ouderwetse koersfiets van het merk Alcyon, en een slag in beide wielen. Even later rijden we samen verder, eenstemmig mopperend op de kabelleggers. De oude vraagt terloops of ik wel eens van de Col de Pelquetout gehoord heb.
Pagina 8
‘Le col de quoi?’. Op zijn gezicht verschijnt een sluwe grijns. ‘Ja, dat dacht ik al. Bijna niemand kent die col. Hoog is hij ook niet, maar steil... o la la! Un sacré col, mon ami’. We komen bij een onopvallend zijweggetje. ‘Hier linksaf’, knikt hij. ‘En u? Gaat u niet mee?’ Weer die grijns. ‘Mais non. Ik moet díe kant op.’ Ongemerkt ben ik de smalle weg al ingereden. Ik kijk de lange, rechte hoofdweg nog eens af, maar de oude coureur is nergens te bekennen. Opgelost in het landschap. Op het heetst van de dag rijd ik de Col de Pelquetout op, met bonkend achterwiel en bonkend hart. Bijna kruipend ga ik door de steile bochten. Het zweet gutst van mijn hoofd als ik het hoogste punt bereik. Als ik eindelijk ben uitgehijgd word ik getroffen door de verpletterende stilte. Geen geraas van auto’s in de verte, geen knerpend brommertje. Zelfs krekels laten zich niet horen. Dit achterland is compleet uit-
gestorven. Alleen een roofvogel cirkelt hoog boven mijn hoofd. Voor de zekerheid neem ik dezelfde weg terug. In de bochtige afdaling van de col worden mijn velgen zo heet dat er een merkwaardige bobbel op komt zetten in mijn voorband. Canvasbreuk. Geen idee hoe ik die dag terug ben gekomen bij mijn tent. Geen enkele fietser op de camping heeft ooit van die vreselijke Pelquetout gehoord. ‘Is je fantasie misschien met je op de loop gegaan? En wat zie je bleek, heb je soms een zonnesteek?’ Bij de plaatselijke fietsenmaker laat ik daags erna mijn fiets in orde maken. Als hij mijn relaas hoort kijkt hij me aan met onverholen wantrouwen. ‘Col de Pelquetout? Die weg er naar toe bestaat al heel lang niet meer. Dat hele gebied is in de jaren zestig aangewezen als Nationaal Park. Sindsdien worden de autowegen niet meer onderhouden. Na twee winters waren ze zowat verdwenen en nu zou alleen een archeoloog daar nog een stukje asfalt terug kunnen vinden. En die fietser, wat was dat eigenlijk voor een figuur? Dat merk fietsen is al voor de oorlog failliet gegaan.’ ‘Ik zweer het!’, zeg ik, ‘Alcyon, met zo’n krullende A.’ Op samenzweerderige toon vertelt de fietsenmaker dan dat
er lang geleden een groot kampioen uit deze streek is voortgekomen. ‘Zware bergritten won hij met speels gemak. Maar op
VOOR NOP (NIET) NAAR DE TOP (Bekentenissen van een bergfietser)
Het is 30 graden, de lucht is strak blauw en dat iedere dag. Drinkbare sloeberwijn kost slechts 4 gulden in de Casino en salade Nicoise kan je in blik kopen. Het grote zwembad hebben we bijna voor ons zelf. Bovendien zijn we in Zuid-Frankrijk en omgeven door de meest prachtige bergen. Dit is nu vakantie.
een kwaaie dag is hij spoorloos verdwenen. Nota bene tijdens een Tour-etappe met aankomst hier in het dorp. Bij doorkomst op de Col de Pelquetout lag hij vijf minuten achter op Bottechia. Die kon hij anders gemakkelijk de baas, maar hij had materiaalpech gehad. Gat in de weg, geloof ik. Hij zat in ieder geval tussen de koploper en het peloton in, daarom was er niemand van de wedstrijdleiding bij hem in de buurt. Kijk, achter in de zaak hangt nog een foto van hem.’ Joost van Waert Pagina 9
Helaas, volgens de serieuze monomane fietser (waar we bij Het Ledig Erf er nogal wat van hebben) is dit niet het geval. We moeten alle geasfalteerde bergpassen oprijden die er te vinden zijn. Bovendien dient dit te gebeuren in een keer, zonder te stoppen, anders tellen ze niet. Ik moet bekennen: we zijn bijna nergens in een keer boven gekomen en dus kan er van een geslaagde vakantie geen sprake zijn. Eigenlijk zijn we er helemaal niet geweest. Het is nog erger dan Parijs- Roubaix met mooi weer of Trondheim- Oslo met mooi weer en wind mee.... Hoe is dat zo gekomen? 1. Wegwerkzaamheden (I) en (II). Tijdens een bezoek aan de Col de Vars moeten we een half uur wachten voor een stoplicht bij de eerste tunnel. De wegwerkers zijn met behulp van dynamiet een nieuwe weg aan het opblazen en nemen er alle tijd voor. De nabijgelegen Col de Larche wordt versperd door een ket-
Pagina 10
ting, drie hekken en een rond bord met rode rand en een pictogram van een fiets er in. Toch probeer ik over de ketting en de hekken heen te klimmen. Ik word teruggestuurd door een wegdirecteur. 2. Sneeuwval van vorige seizoenen. De klim van La Bonette is onvergetelijk mooi. De kudde schapen op 2000m hoogte kunnen we nog net ontwijken en snel daarna begint het desolate hoog-alpine landschap. Het oog valt op de waarschuwingsbordjes bij de verlaten kazerne-gebouwen: “Defense de penetrer”. Dan maar niet, dan. Op het laatste stuk vals plat onder de Col de Restefond wordt er gesprint met een Zwitser, hij had de meeste vliegen en wij de meeste snelheid. De extra lus asfalt, speciaal door de megalomane Fransen aangelegd om een “pas” van boven de 2800m te verkrijgen en deze dan de “hoogste route” van Europa te noemen (!?), is ons doel. Helaas, na 20 meter al vol in
dere wollige dieren. Ik knijp in de remmen voor de steenarend. 5. Verkeerde fietsshirt en loslatende vulllingen. We hebben spontaan meegedaan aan een grote toertocht na het kopen van een goudgele bidon op de Alpe d’Huez. Deze kostte
voor het eerst sinds weken het geluid van regendruppels op de tent. Het zal wel over gaan, want het wordt weer 25 graden volgens de locale meteo. Het water komt echter met bakken uit de lucht. Frank W had zich helemaal klem ontbeten, maar verdween schielijk terug in de tent. Roos en
Sneeuwpret op de Bonette
de remmen. De berg sneeuw over de weg is zo hoog dat we noodgedwongen afstappen en er over heen moeten klimmen met de fiets op de nek. 3. Steen op lege auto. Een echtpaar stapt uit de auto onder de grote puinwand van de Casse Deserte, net onder de top van de Col d’Izoard.. Waarschijnlijk om Edelweiss te plukken of een foto te maken van het Coppi/Bobet monument. Op dat moment schuift er een steen ter grootte van een bestelbus langs de helling naar beneden en plet de auto volledig. Zelf zijn ze ongedeerd en kunnen nu “even Apeldoorn bel-
len”. Jammer genoeg zien we het niet gebeuren, maar worden we bijgepraat door de gendarme. Er stroomt gas uit de tank en van de brandweer mogen we er niet langs zolang ze nog gas ruiken. Na anderhalf uur wachten en snuiven, geven we het op en rijden terug. De volgende dag heb ik hem in mijn eentje over moeten doen. 4. Zeldzame vlinders in de berm. Op elke andere willekeurige klim worden we afgeleid door de groot geaderde witjes (uitgestorven in Nederland) en apollovlinders. Roos stopt bovendien voor marmotten en an-
Pagina 11
Een Alpenroosje op de Col de Restefond
zes tientjes. We vonden het nogal duur, maar er bleek ineens een routekaartje van een toertocht bij te zitten. Deze begon toevallig voor onze camping de dag daarop. Nu begrepen we waar al die Nederlanders vandaan kwamen! Een uur voor de start hoor ik Pagina 12
Ernst kwamen in het geheel de tent niet uit, maar dit was al eerder zo afgesproken. De rest van de Ledig Erfers begeven zich enthousiast naar de start. Daar staan enkele 1000-den fietsers klaar, het is ongelofelijk! Het is 5 graden op de Croix de
Fer en het schijnt te nattesneeuwen op mijn favoriete berg, de Galibier (2645m). Het Ledig Erf-shirt, geschikt voor warme tochten en wateropnemend als een grote spons, maakt me snel 10 kilo zwaarder en 10 graden kouder als het blijft regenen. Na 100 km meeroeien en klappertanden dreig ik mijn vullingen te verliezen, de ledematen zijn gestopt met functioneren. Gelukkig staat er een of ander tentenkamp waar ze ook nog eten uitdelen. De eigenaar van het aanpalende hotel heeft de koffie (bijna) klaar en vindt het
geweldig dat al die knotsgekke buitenlanders gaan fietsen met dit weer en er ook nog voor moeten betalen! Ik wacht drie uur op de bezembus, welke daarna met 5 km/h de Galibier overgaat, omdat de laatste achtergebleven fietser weigert in te stappen en we er achter moeten blijven. Als ik vele uren later op de camping arriveer, schijnt de zon. Ik besluit het groengele tricot van onze club alleen nog maar als poetsdoek voor mijn fiets te gebruiken, de binnen kant dan, de buitenkant is te glad. De Scharringa’tjes.
Een verzet van 42x28 of 39x26 heb je af en toe wel nodig. In het weekend van 13/14 april rijden we eigen routes van resp. 125 en 150 km door de prachtige Vlaamse Ardennen. Kortere routes zijn ook mogelijk, en voor wie de heuvels liever links laat liggen zijn er in Oost-Vlaanderen tal van uitgepijlde fietsroutes. De roemruchte kasseistroken gaan we niet echt opzoeken, maar we komen ze af en toe vanzelf wel tegen. Leg dus niet al te smalle bandjes om. Meestal zijn de kasseistroken tussen de 300 en 800 meter lang; totaal is het ongeveer vijf kilometer aan
RONDE VAN (JOOST VAN) VLAANDEREN
om al die korte en soms lastige hellingen op te zoeken.
Pagina 13
Sommige mensen vertrekken vrijdag al naar België, anderen zaterdagochtend vroeg. We treffen elkaar op de camping van Oudenaarde en stappen zaterdag om 10.00 uur op de fiets. Meer inlichtingen bij Joost van Waert, tel. (030) 2522 916.
IC Camping Vlaamse Ardennen, Kortrijkstraat 342, 9700 Oudenaarde (Bevere), tel. (00 32) 55 315 473. Op deze camping zijn ook enkele trekkershutten te huur. Oudenaarde ligt op ruim 200 km van Utrecht en is zowel per trein als per auto bereikbaar. Per trein via Brussel en Gent, per auto via Antwerpen. Dan richting Gent aanhouden (via de E17). Bij Gent even de E17 volgen richting Kortrijk en dan bij afrit 8 (‘De Pinte/Zevergem’) de N60 nemen tot aan de afslag Oudenaarde/Kortrijk/Avelgem/ Petegem. In Oudenaarde ‘Centrum’ volgen, maar dan wel richting Kortrijk/Petegem. Borden richting ‘Petegem’ volgen; daarna wordt de ICCamping aangegeven.
Op zondag 7 april rijden de profs hun Ronde van Vlaanderen. Een week later zijn wij aan de beurt! We laten de Belgische kust met zijn eindeloze wegen-met-altijd-tegenwind voor wat ie is en concentreren ons geheel op de befaamde heuvelzone van de Ronde. We beperken ons niet tot de zestien hellingen die de profs rijden, maar beklimmen er in die twee dagen ruim twee maal zoveel, alle uit de bijna negentigjarige geschiedenis van de Ronde. De routes gaan over rustige kleine wegen. Het is een en al ‘draaien en keren’
‘kalseiden’. Als toegevoegde waarde staan we ook nog even stil bij een bronzen Eddy Merckx, de kroeg van Rudy Pevenage, het supporterscafé van Peter van Petegem en het geboortehuis van schrijver Omer Wattez, bedenker van de naam ‘Vlaamse Ardennen’.
Pagina 14
STRAATNIEUWS Als redactie krijg je na de zondagse ritjes naast een biertje ook vaak van mensen een briefje toegeschoven. Dat kan een aanmelding zijn van een nieuw lid. Maar soms is het een belangrijke mededeling. Soms verdwijnen deze dingen in het niets of beter gezegd in de wasmachine. De briefjes hiernaast werden gered. Waarschijnlijk heb ik die zondag niet zo hard gefietst en is mijn fietsshirt niet natgeregend. Ik denk dat de persoon die mij de briefjes toestak ook wel tekst en uitleg gegeven heeft. Maar dat moet op weg naar huis uit mijn hoofd gewaaid zijn. Het heeft mij enig speurwerk gekost om de betekenis van deze briefjes te doorgronden. Ik plaats ze toch maar. Ik neem aan dat ingewijden de brieven begrijpen en bereid zijn ook jou in te wijden in weer een van de geheimen van de fietsclub LEDIG ERF
Pagina 15
Pagina 16
PAALTJE VAN LEOWEER OVEREIND
Een verhaal uit de rijke historie van de fietsclub Ledig Erf
Toen ik laatst zondags op het Erf meldde dat het ‘Paaltje van Leo’ weer overeind staat, knikten enkele Oude Fietsclubleden goedkeurend, maar sommige jonge leden keken mij onbegrijpend aan. “Seddu?”, leken zij te zeggen. Omdat op dat moment echter het ‘We Gaan’ klonk, bestegen wij onze rijwielen om in de snijdende kou richting Amerongen te koersen. In het huidige tijdsgewricht is er bij onze Fietsclub nauwelijks nog adem voor zowel het vertellen van een goed verhaal als het rijden van de route en zo bevonden wij ons korte tijd later in Amerongen bij het knappend haardvuur. “Vertel nog eens van dat paaltje”, vroegen twee nog jonge reporters van de Nieuwe Generatie, nogal verlegen om kopij. Het Oude Lid nipte van zijn hete koffie, trok zijn jas een stukje open en leunde achterover. “Het moet alweer een jaar of acht geleden zijn toen het idee opkwam om niet langs maar door het IJsselmeer te rijden. Voorwaar een gewaagd plan: een onbekende route, een aantal onervaren rijders naast enkele echte doortrappers, en een slechte weervoorspelling voor de namiddag: regen en harde wind tegen. Het wordt weleens vergeten, maar de rijders van toen lieten zich echter door vrijwel niets van de wijs brengen. De een na de ander fladderde eraf,
halverwege splitste de groep door verschillende inzichten over de te volgen route en op de dijk ontlaadde zich een wolkbreuk met messcherpe hagelstenen: in ieder geval het regende werkelijk lekke banden daar op die dijk. Velen namen onderweg de trein: die reden toen nog in die tijd”. “Het paaltje” vroeg de ongeduldige reporter. Hij nam een stukje van zijn appeltaart en vervolgde rustig zijn verhaal. “Al in Loenen ging het fout: een van de dames raakte in een spleet van het bruggetje aldaar en wist slechts door behendig sturen overeind te blijven. Maar dat gold niet voor Richard: zijn afdruk staat nog steeds in de heg aldaar. De dames bogen zich over deze gevallen man en besprenkelden hem ruim met jodium, waarbij hij zich werkelijk fier vermande. Verderop heb ik hem verteld dat het toch echt prikvrije jodium was, maar dat terzijde. De mannen bogen zich over zijn rijwiel dat
Pagina 17
Het paaltje van Leo
hierna weer in topkonditie verkeerde. Na deze consternatie gingen we weer op weg richting Diemen - Amsterdam” en hierbij ging er een rilling door het Oude Lid heen. De nieuwsgierig geworden serveerster draaide snel aan een knopje en het haardvuur vlamde weer op. De reporter stak de brand in haar zoveelste sigaret: een van oudsher bekend genotmiddel van deze beroepsgroep. “We reden snel over het fietspad langs het Amsterdam Rijnkanaal waar later aan een Hoge Snelheids Fietspad werd gedacht. Ik passeerde Leo. In de verte zagen we de Schellingwouderbrug opdoemen in de optrekkende
Pagina 18
ochtendmist”. “We gaan”, verbrak plotseling een wat verderop gezeten Lid, de rond het haardvuur geschaarde leden in volledige verwarring achterlatend. Snel reed men de Dijk op en de verteller bevond zich weldra ergens voorin het tweede peloton en spaarde zijn adem voor straks. Voor hem zag hij dat de kleinste reporter zich bijna onzichtbaar middenin het eerste peloton had genesteld. Het was een mooi tafereel: die twee slierten fietsers op de Dijk, de ruggen gekromd tegen de snijdende winterse westenwind. “Het paaltje!” klonk het wederom aan de stamtafel op het
Erf. Enkele diep geconcentreerde schakers achterin keken verstoord van hun borden op naar de steeds maar binnenkomende fietsers, die dampend van de gedane inspanning de geur van de die ochtend fris geboende cafévloer verdreven. De verwarming stond winters hoog. “Waar was ik? O ja, Diemen dus. We waren inmiddels al aardig warmgedraaid in de opgekomen zomerzon. Onderaan de brug aangekomen draaiden we linksaf het fietspad op langs het zwembad aldaar. Leo reed zoals gezegd achter mij. Er werd daar een hardloopwedstrijd gehouden (van die mensen zonder een fiets) en de renners liepen in zo minimaal mogelijke kleding: gewichtsbesparing naar ik vermoed. ‘Paaltje’ werd trouw geroepen en ieder zoefde sierlijk langs dit zomers sportief gebeuren. Behalve Leo. In mijn ooghoek zag ik hem met een sierlijke boog over het paaltje door de lucht vliegen. Iedereen viel stil”. Het Oude Lid nam snel een slok van zijn verse Bokbiertje dat hem door een van de jonge reporters werd aangeboden, waarbij het hem opviel dat haar jas diverse tekenen van onbedoelde kontakten met het wegdek vertoonde. “Iedereen schrok zich rot”, vervolgde hij. “ Het was een flinke smak en Leo was nog een beetje verdwaasd en hij sloeg rare taal uit: iets over sexy
dames en ongeremde aandacht; hij wankelde nogal.” “Was hij zwaar gewond?”. “Nou dat viel me eigenlijk wel mee”, hoorde men plotseling een bekende stem zeggen. Het was Leo die het café binnenkwam! “In het begin voelde ik me een beetje slap”, zei hij terwijl hij aanschoof en een aangerukt witbiertje niet afsloeg. “Maar ik heb de volgende 150 km gewoon uitgereden. Greg heeft mijn spaken rechtgebogen en daar gingen we weer. Ik heb beschutting gezocht bij een van onze eigen dames. Daar is niets mis mee”. Het Oude Lid vervolgde: “Wat een heroïek! Wat een fietsers! Dat noem ik nog eens ‘snel herstel’! Ook het paaltje was trouwens gehavend en het stond bepaald niet meer recht. Het fietspad werd weldra opgebroken en het paaltje was lange tijd buiten gebruik”. Hij liet een stilte vallen. “Maar nu staat het paaltje weer overeind! Het fietspad is - gelijk een bypass - iets verderop aangelegd en het paaltje van Leo is weer helemaal in bedrijf. Het is een waarlijk monument van Ledig Erfs fietshistorie!” En Leo? “Ik heb me de laatste tijd erg slap gevoeld maar binnenkort kan ik waarschijnlijk wel weer met jullie mee fietsen”, verklaart de stoere exzeeman monter. Een nieuwe Bok graag! Otte
Pagina 19
VROUWEN - DEEL II Onze echte fans kunnen zich ongetwijfeld de vorige editie herinneren van onze column “vrouwen”. Belangrijke thema’s die hierin aan bod kwamen waren het behouden van de topconditie en de slanke lijn. In deze editie willen we ingaan op een veelgestelde vraag van mannen: “Waarom willen vrouwen hard fietsen en zijn wij vrouwen eigenlijk wel competitief?” Eén en ander zullen wij vanuit een empirische invalshoek toelichten. Waarom zouden vrouwen hard willen fietsen? Waarom doen wij sprintjes op de Ruiterberg om als eerste boven te komen en bovenaan in het vrouwenklassement te eindigen? Waarom, waarom? Een antwoord op deze vraag ligt voor de hand: wij willen ook gewoon graag winnen. Zijn wij vrouwen dan toch competitiever ingesteld dan de meeste mannen denken? Ja inderdaad, hier een paar voorbeelden. Op het buitenblad sprintend de Amerongse berg op, hartslag 197, maagzuur in de mond, pijn in de benen. Voor
Pagina 20
meer inhoud, vroeg in het seizoen trainingsweek naar de Canarische eilanden, met name buitenblad colletjes. De hele winter het vet tussen de spieren uit spinnen. Op zaterdag stiekem een extra rondje, doordeweeks stiekem naar de baan. Strak dieet met de juiste koolhydraatpercentages en GEEN bier. Waar houdt het op? Een tweede antwoord op de vraag waarom wij vrouwen hard willen fietsen zou kunnen zijn dat we er graag mooi en slank uitzien. Een soort BBB training (Buik, Billen, Borsten) dus. Want is het niet zo dat al die snelle wielrensters op de televisie mooie benen en strakke kontjes hebben? Blijft natuurlijk de grote vraag waarom we slank willen zijn. Het antwoord is simpel: Tijdens de zomermaanden, wan-
AGENDA SEIZOEN 2002
FIGUUR 1: Het aantal complimentjes uitgezet tegen de fietssnelheid.
neer we superstrak en zonder vetrollen de blits maken aan de Noorse kusten en de Franse Côte d’Azur, krijgen we, begrijpelijk, beduidend meer aandacht van de mannen.
fietsen: ons competitieve karakter of ons slankheidssyndroom. Mannen: willen jullie een tipje van de sluier oplichten hoe dat zit met jullie beweegredenen?
Daarnaast blijkt dat het enorm stimuleert als onze collegafietsers vooraf aan het fietsen tegen ons zeggen: “Je ziet er gesoigneerd uit!”. Uit figuur 1 valt af te lezen dat onze fietssnelheid inderdaad drastisch toeneemt naarmate we meer complimentjes krijgen. Hiermee is het causale verband tussen een slanke lijn en harder fietsen proefondervindelijk aangetoond. We laten nu in het midden wat werkelijk de drijfveer voor ons vrouwen is om hard te willen
Helaas fietsen we nog lang niet hard genoeg. En uit onze plaatsen in het veelbesproken bikkelklassement blijkt ook dat we nog lang (!!!!) niet genoeg complimentjes krijgen. Complimentjes krijgen is leuk; complimentjes geven nog leuker!
17 maart
Opening van het seizoen
6 april
Ronde van Vlaanderen, 140 km of 270 km
13-14 april
Weekend Vlaanderen met Joost van Waert
28 april 5 mei
The all american flower power LSD trip ofwel de bollentocht, 180 km Fietschallenge, 150 km Aubel, voerstreek
9 mei
Limburgs Mooiste
Landgraaf, Limburg
11 mei
Waalse Pijl, 220 km
Spa, Ardennen
19 mei
Tilff-Bastogne-Tilff, 220 km
Tilff, Ardennen
9 juni
Parijs-Roubaix, 270 km
Compiègne, Frankrijk
15 juni
Les Trois Ballons
Vogezen, Frankrijk
22 juni
Rondje IJsselmeer in één dag
22-23 juni
Trondheim-Oslo, 540 km
Noorwegen
30 juni
Dolomietenmarathon
Corvara, Italië
6 juli
De Marmotte
Bourg d’Óisans, Frankrijk
14 juli
De Fausto Coppi
Cuneo, Italië
24-25 augustus
Rondje IJsselmeer in twee dagen
31 augustus
Criquelion, 176 km
La Roche en Ardenne
Liefs en kusjes, C & M half oktober feestelijke afsluiting van het seizoen Van sommige fietsevenementen zijn de data bij uitkomen van dit nummer nog niet bekend.Zo zijn er plannen voor maar liefst twee tijdritten (een vlakke rit en een klimtijdrit). Ze zullen ruim op tijd uitgeschreven worden en waarschijnlijk is er eentje in mei en eentje in het najaar.
Pagina 21
Pagina 22
Cafe-Eethuis Borre Overstraat 18 3958 BT Amerongen tel: 0343 461 291
Keuken dagelijks geopend van 12:00 tot 21:30 ‘s Maandags gesloten