Meesterschap Cultuureducatie in Educatief Centrum De Hoven 1
Meesterschap Cultuureducatie in Educatief Centrum De Hoven
2011
2
3
Cultuur is een verrijking Dit boekje zou het eindverslag moeten zijn van het project ‘brede school en cultuureducatie’ maar zo voelt dat voor mij niet. Het is juist het begin van een nieuwe ontwikkeling binnen Educatief Centrum De Hoven, een ontwikkeling die ik toejuich. Dankzij een subsidie van het ministerie van OC&W hebben we een mooi begin kunnen maken met cultuureducatie. We hebben een beleidsplan opgesteld dat door alle partners in ons centrum gedragen wordt, we hebben een prachtig atelier in kunnen richten dat door iedereen gebruikt wordt en overal in het gebouw zijn er mogelijkheden om kunstwerken tentoon te stellen. We hebben ervoor gezorgd dat kunst, cultuur en cultuureducatie een onderdeel is van iedere projectperiode. De interne cultuurcoördinator (ICC-er) ziet er op toe dat cultuureducatie in het leerteam een speerpunt blijft en in diverse overleggen is het een vast punt op de agenda. Zowel in de binnen- als buitenschoolse activiteiten is er veel aandacht voor de creatieve vakken. Ik juich deze ontwikkeling toe omdat we daardoor een nog beter aanbod hebben voor kinderen. Cultuur is voor sommige kinderen een manier om uit te blinken, cultuureducatie biedt kinderen de mogelijkheid talenten te ontdekken en voor alle kinderen is cultuur een verrijking. Muziek maken, tekenen, kleien of schilderen, gedichten schrijven of lezen, dansexpressie, fotografie; er is zoveel waarmee je je kunt uiten. Om evenwichtig op te groeien heb je zowel cognitieve als creatieve prikkels nodig. Uit onderzoek blijkt zelfs dat kinderen die meer creatief bezig zijn, beter presteren bij de basisvakken zoals rekenen en taal. In ons educatief centrum bieden we beiden aan zodat kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen. Anje Bechtel directeur Educatief Centrum De Hoven
Voorwoord 4
5
Inhoud 6
Voorwoord Cultuur is een verrijking Inhoud Inleiding 8 Cultuureducatie als speerpunt 9 Educatief Centrum De Hoven 10 Basisschool en kinderopvang werken samen 11 Ondernemend leren 11 Ondernemend leren in de praktijk 13 Leerteam 13 Leerlingenraad 13 Ouders en wijk 13 Cultuureducatie in de praktijk 14 Zeven disciplines 15 Het atelier 15 Kunst en cultuur hoort bij ieder project 16 Geschiedenis & cultuur 16 Natuur & cultuur 16 Een middag bij de BSO 16 In de kring bij De Ringelrupsen 18 Beeldende kunst in groep 6 18 Natuur in de peuterspeelgroep 19 Activiteit na schooltijd? Maak kennis onder schooltijd! 19 Exposities 20 Talent gezocht! 20 Culturele partners 20 Ontwikkeling van het beleidsplan cultuureducatie 22 Project ‘brede school en cultuureducatie’ 23 Samenwerking & pegagogische aanpak 23 Draagvlak creëren 24 Beleidsplan 24 Hobbels & obstakels 25 Doorlopende leerlijnen 25 Zaakvakken en cultuureducatie 25 Zelfontplooiing, talentontwikkeling en ondernemend leren 26 Leerprocessen in digitaal portfolio 26 Professionalisering medewerkers 27 Financiële middelen 27 Samenwerking Archipel en De Blokkentoren 28 Eén aanbod voor kinderen 29 Colofon 31
7
Cultuureducatie als speerpunt Dit boekje doet verslag van het project ‘brede school en cultuureducatie’. Een project dat uitgevoerd en begeleid werd door Cultuurnetwerk Nederland. Tien brede scholen deden hieraan mee, waarvan Educatief Centrum De Hoven er één was. Het doel: de rol van cultuur in een brede school verder ontwikkelen, uitbreiden, op een hoger niveau brengen en verankeren in het aanbod. Educatief Centrum De Hoven heeft gekozen voor cultuureducatie als speerpunt in het onderwijs- en activiteitenaanbod omdat het erg goed aansluit op ondernemend leren. Bij ondernemend leren worden de verschillende talenten van de kinderen zo optimaal mogelijk benut. Daarbij gaat het dus niet alleen de cognitieve maar ook om creatieve talenten. Kunst, cultuur en cultuureducatie krijgen door het project ‘brede school en cultuureducatie’ extra aandacht. Dat gebeurt op verschillende manieren: Actief: zelf kunst maken. Het (leren) omgaan met de materialen, gereedschappen en instrumenten (waaronder ook het eigen lichaam) om zo zelf kunst(zinnige) producten voort te brengen. Receptief: naar kunst kijken, ervaren. Kijken en luisteren naar tentoonstellingen, concerten, voorstellingen, vertoningen, optredens en uitvoeringen van (amateur)kunstenaars. Reflectief: kunst beschouwen, interpreteren. Het beoordelen van zowel eigen als andermans kunst(zinnige) werk, binnen een bepaalde context (persoonsgebonden, historisch, cultureel). In deel I van dit boekje leest u over Educatief Centrum De Hoven, over ondernemend leren en hoe dat er in de praktijk uitziet. In deel II laten we zien hoe cultuureducatie in de praktijk toegepast wordt. Van de inrichting van het atelier tot de kring bij de peuters, van de talenten van ouders tot beeldende kunst in groep 6 en nog veel meer. In deel III schetsen we hoe het beleidsplan cultuureducatie tot stand is gekomen. We laten zien welke hobbels en obstakels we tegenkwamen maar ook hoe we de doorlopende leerlijnen garanderen, hoe we zaakvakken met cultuureducatie verbinden, hoe zelfontplooiing, talentontwikkeling en ondernemend leren tot uitdrukking komen en hoe we deze ontwikkeling verder willen professionaliseren. We wensen u veel leesplezier!
Inleiding 8
9
Basisschool en kinderopvang werken samen
Educatief Centrum De Hoven 10
In de wijk De Hoven in Zutphen werken openbare basisschool Theo Thijssen en kinderopvang De Blokkentoren voortvarend aan de ontwikkeling van het educatief centrum. De leerkrachten van de basisschool en de pedagogisch medewerkers (leidsters) van het kinderdagverblijf en de BSO werken nauw samen om de gezamenlijke missie in praktijk te brengen. We streven naar een integraal programma met onderwijs, opvang en activiteiten waardoor kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. School en opvang wisselen elkaar af maar sluiten daarnaast zowel praktisch als inhoudelijk op elkaar aan. In het kinderdagverblijf worden kinderen opgevangen waarvan beide ouders werken of studeren. Het kinderdagverblijf kent drie groepen; een babygroep (0 tot 2 jaar), een peutergroep (2 tot 4 jaar) en een verticale groep (0 tot 4 jaar). Enkele ochtenden per week spelen de peuters van het kinderdagverblijf samen met peuters uit de wijk (waarvan de ouders niet per se beiden werken) in de peuterspeelgroep. Spelenderwijs besteden de leidsters aandacht aan taalstimulering en andere ontwikkelingsgebieden zoals de cognitieve-, motorische-, creatieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook kunnen de peuters kennismaken met de basisschool. Het programma wordt door de leidsters en de leerkrachten uit de onderbouw opgesteld. De methode en materialen worden op elkaar afgestemd, hierdoor wordt de doorgaande lijn gewaarborgd. BSO De Dassenburcht is middenin de school gehuisvest, dat maakt samenwerken gemakkelijk. Er is een dagelijkse overdracht van leerkracht naar leidster, bijvoorbeeld 11
omdat een kind gevallen is bij gym, vanwege een speciale gebeurtenis in de klas of omdat een kind verdrietig is omdat zijn konijn dood is etc. Maar ook de pedagogische aanpak en activiteiten worden op elkaar afgestemd. In ons educatief centrum werken we samen met De Muzehof, de Graafschapbibliotheken, sportclubs, kunstenaars, natuurorganisaties etc. voor activiteiten onder en na schooltijd op het gebied van sport & spel, natuur & techniek en kunst & cultuur. Ook ouders, grootouders, buurtbewoners en de wijkraad zijn belangrijk. Zij ondersteunen ons en dragen bij aan het lesprogramma of aan de activiteiten. Tot slot maken zorg en opvoedingsondersteuning deel uit van ons educatief centrum. Zo werkt er een kinderfysiotherapeut in ons gebouw die kinderen onder schooltijd behandelt. Ook is er regelmatig een dyslexiedeskundige aanwezig en, wanneer nodig, een logopedist, schoolarts of -verpleegkundige.
Ondernemend leren Educatief Centrum De Hoven kiest voor een aanpak waarin ondernemend leren centraal staat. Ondernemend leren is een visie op de ontwikkeling van mensen, namelijk dat echt leren een onderneming is en dat wie onderneemt daar veel van kan leren. Een heel leven lang, in allerlei situaties, zowel op school als daarbuiten. Veel mensen, vooral jonge kinderen, tonen zich van nature ondernemend. Bij ondernemend leren worden kinderen uitgedaagd iets concreets te realiseren; een boek maken, gasten ontvangen, een winkel openen, optredens verzorgen, de tuin inrichten etc. Ze krijgen de ruimte om initiatieven te ontplooien en daardoor inzicht in hun eigen mogelijkheden. De ondernemende aanpak vergroot het zelfvertrouwen van kinderen, het verrijkt de leeromgeving en heeft meer
motivatie en betere resultaten tot gevolg. Ondanks de ruimte voor eigen initiatief wordt er op De Hoven gewerkt volgens een duidelijke structuur en krijgen de kinderen ondersteuning wanneer ze dat nodig hebben. Ondernemend leren, als uitgangspunt in onderwijs en opvang, kenmerkt zich door: • uitdaging voor zowel kind als professional • concrete en realistische situaties • een goede ontwerpstructuur waarin de professional meehelpt bij het maken van een plan, een structuur of een onderzoek • veel aandacht voor talentontwikkeling (ontdekken van kwaliteiten en talenten van kinderen, leerkrachten en groepsleiding) • maximaal leereffect (niet alleen ‘fun’ maar écht leren) • meesterschap (wat we doen, doen we goed; je mag meesterlijk goed worden!). Voor kinderen betekent ondernemend leren onder meer: • Echt (echte mensen, echte dingen, echte situaties) • Rollen (ik ben…) • Relevantie (voor de kinderen zelf, voor de school, voor de buurt, voor de maatschappij) • Verantwoordelijkheid (niet zij, maar wij brengen het zelf tot stand) • Reflectie (zicht op kennis en kunde)
Ondernemend leren in de praktijk De school biedt de zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur & techniek, verkeer) niet langer wekelijks aan maar in blokken van zo’n acht weken achterelkaar. Het kinderdagverblijf en de BSO organiseren in dezelfde periode activiteiten rond het gemeenschappelijke thema aan. Het hele educatief centrum staat in zo’n periode in het teken van bijvoorbeeld aardrijkskunde. Aan het einde van zo’n periode presenteren de kinderen dat wat ze geleerd hebben aan elkaar, bijvoorbeeld door een boek, een krant, een (foto) tentoonstelling te maken, een optreden te verzorgen of een presentatie te geven. Ook (groot)ouders en buurtbewoners worden bij projecten betrokken, bijvoorbeeld door hun kennis in te zetten of hen uit te nodigen voor de startbijeenkomst en/of afsluiting van een project. 12
13
Leerteam Een belangrijke schakel in deze manier van werken is het leerteam. Het leerteam is een zelfsturend team wat bestaat uit een leerkracht uit de onder-, midden- en bovenbouw en een pedagogisch medewerker van de babygroep, van de peutergroep en van de BSO. In het kader van cultuureducatie maakt ook de Interne Cultuurcoördinator (ICC-er) deel uit van het leerteam. De directie maakt geen deel uit van het leerteam, zij heeft alleen een ondersteunende rol. Het leerteam is een groep van collega’s die verantwoordelijk is voor inhoudelijke veranderingen en vernieuwingen, voor inhoud, proces en uitvoering. De leden van het leerteam informeren ieder hun eigen achterban.
Leerlingenraad De kinderen zijn erg betrokken; ook zij worden om hun mening gevraagd. De school kent een leerlingenraad waar kinderen uit groep 5 tot en met 8 in vertegenwoordigd zijn. De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met de directeur. De kinderen denken mee over ondernemend leren, over cultuureducatie en andere dingen die in het educatief centrum spelen. Zo is het tevredenheidsonderzoek onderwerp van gesprek geweest. In de toekomst zal de leerlingenraad wellicht vergaderingen van het leerteam bijwonen.
Ouders en wijk De betrokkenheid van ouders is voor het educatief centrum onontbeerlijk. Ouders die in de ouderraad of medezeggenschapsraad zitten, ouders die hulp aanbieden bij activiteiten en ouders, die vanuit hun hobby of deskundigheid, één of meerdere lessen verzorgen. De wijk is de leefomgeving van de meeste kinderen die ons educatief centrum bezoeken. We betrekken daarom die directe omgeving bij het onderwijs en de activiteiten. Regelmatig wandelen de leidsters van het kinderdagverblijf door de wijk om eendjes of schaapjes te voeren. Ook van de IJssel, kenmerkend voor De Hoven, maken verschillende groepen graag gebruik. Natuurlijk neemt het Boer Kip Museum een bijzondere plaats in.
Zeven disciplines
Cultuureducatie in de praktijk 14
Het atelier
Educatief Centrum De Hoven heeft aandacht voor alle zeven disciplines binnen kunst en cultuur: muziek & zang, dans, dramatische vorming, beeldende kunst, literatuur, media-educatie en cultureel erfgoed. Door middel van projecten, uitstapjes, weeksluitingen, voorstellingen en concerten, museumbezoeken en rondleidingen komen kinderen in aanraking met verschillende kunstvormen. Er wordt veel naar muziek geluisterd, gezongen en gedanst. Muziek en rijm worden ook gekoppeld aan de taal-, schrijf- en leesontwikkeling. Zowel op school als in het dagverblijf zijn er leeshoeken ingericht. Drama vind je in de poppenhoek, in de leefhoeken, bij het regelmatig verkleden en de (poppenkast)voorstellingen. Voor beeldende vorming, muziek en tekenen wordt de schoolmethode ‘Moet je doen’ gebruikt. We werken met uiteenlopende materialen en verkopen kunst. De school maakt regelmatig gebruik van het veelzijdige culturele aanbod in Zutphen: het cultuurschoolplein Kunstmenu. Er zijn altijd dingen die je wilt verbeteren. Bijvoorbeeld de inzet van multimedia, meer aandacht voor (ge)dichten (lezen, maken, luisteren) of het luisteren naar klassieke muziek. De BSO wil ook gebruik gaan maken van de methodes ‘Moet je doen’. Het bezoek aan de Kunstuitleen, waar kinderen zelf schilderijen kiezen, willen we beter benutten maar ook het leren om (kritisch) naar kunst te kijken (reflectieve kunst) verdient meer aandacht. Nienke en Izanka (groep 7) willen graag meer drama op school. Nienke: “Het is zo leuk als kinderen grappig doen op het toneel, zelf durf ik niet zo goed.” Izanka: “Soms durf ik wel, ligt eraan hoe ik in m’n vel zit”.
15
Het atelier is een multifunctioneel lokaal dat onder schooltijd door verschillende groepen gebruikt wordt als handarbeidlokaal. Een prachtige wandkast biedt enorm veel ruimte voor het opbergen van materialen. Het is daardoor veilig ingericht zodat ook de peuters van het kinderdagverblijf erin terecht kunnen. Na schooltijd is het de thuishaven voor de 8+ kinderen van de BSO. Regelmatig zullen kunstenaars te gast zijn, die met de kinderen aan het werk gaan. Het hoeven niet altijd professionele kunstenaars te zijn die een workshop verzorgen, ook (groot)ouders met een bepaald beroep of hobby kunnen in het atelier terecht. Op zo’n moment staat het atelier bijvoorbeeld in het teken van fotografie, bloemschikken, architectuur etc. Vakleerkracht beeldende vorming Joke: “Het atelier heeft steeds een wisselend karakter. Het wordt bijvoorbeeld een aantal weken als poppenkast ingericht of als textielatelier, dan weer omgetoverd tot speksteenatelier of werkplaats voor houtbewerking etc. Op deze manier kunnen we dieper ingaan op één onderwerp of techniek. De kinderen leren daardoor omgaan met de materialen en gereedschappen die daarbij horen.” Het atelier beperkt zich echter niet tot dat ene lokaal. Ieder klaslokaal of iedere groepsruimte (of een hoekje daarvan) kan als atelier ingericht worden. Het verandert dan in een ‘werkplaats’ en wordt een bijzondere leeromgeving. Een lokaal kan veranderen in een laboratorium, een reisbureau, een poëzieatelier, een leeshoek in de peutergroep etc.
Kunst en cultuur hoort bij ieder project Kunst en cultuur is een duidelijk onderdeel van iedere projectperiode. Om dat de waarborgen maakt de interne cultuurcoördinator (ICC-er) deel uit van het leerteam. Het leerteam verspreidt de thema’s over het jaar. Per thema (of project) wordt besproken met welke aspecten iedere groep aan de gang gaat. De ICC-er denkt mee over de mogelijkheden op het gebied van kunst, cultuur en cultuurhistorie die daarbij passen. ICC-er Rinske Haverkamp: “Doordat ik een plek heb gekregen binnen het leerteam, zijn de lijnen korter en kan ik sneller handelen.”
Geschiedenis & cultuur Het thema Geschiedenis leent zich prima voor cultuurhistorie en cultureel erfgoed. Deze projectperiode is geopend met Oud Hollandsche Spelen. Door het hele gebouw werden spelletjes gedaan. In het kinderdagverblijf kon iedereen terecht voor ‘zakdoekje leggen’ en kegelen. Dit werd begeleid door vier jongens uit groep acht. De peuters hebben op hun beurt op school meegedaan met o.a. koekhappen en ‘hoedje van papier’. Vervolgens hebben alle groepen diverse aspecten van de geschiedenis onderzocht –van de prehistorie tot de Gouden Eeuw– en er prachtige werkstukken van gemaakt. Bij de peuters stond het leven van opa en oma en de rijmpjes en spelletjes van vroeger centraal. Groep 7 bouwde piramides van alle mogelijke materialen en groep 8 heeft de Gouden Eeuw bestudeerd. Groep 6 heeft de schepen van de VOC uitgebeeld en groep 5 heeft familiewapens uit de Romeinse tijd ontworpen. Groep 4 maakte ‘toneeltjes’ van tekeningen en uitgeknipte figuren uit de oertijd, kastelenen riddertijd en ook uit de tijd van het oude Egypte. Groep 3 kleide prehistorische potjes en in groep 1/2 werden kastelen gebouwd. Groep 5 heeft onder leiding van groep 7 Romeinse werken gemaakt en de BSO maakte ‘knutsels uit een ander tijdperk’.
Natuur & cultuur Tijdens de projectperiode Natuur hebben kinderen uit groep 4 prachtige tekeningen gemaakt met wasco en ecoline, naar aanleiding van een verhaal over een krokodil die jongen kreeg. Groep 3 heeft beestjes gezocht in de natuur en vervolgens zelf beestjes geknutseld. In groep 7 stond hout centraal. De kinderen hebben verschillende soorten hout verzameld en zijn aan de slag gegaan met houtverbindingen. Deze zijn toegepast in zelfgemaakte vogelhuisjes en driedimensionale tulpen, gefiguurzaagd uit hout. De BSO koos voor ‘sporen in de natuur’, onder andere door middel van ‘rubbing’. Bij rubbing krijg je een afdruk van een voorwerp door eroverheen te wrijven (leg bijvoorbeeld een munt onder een papiertje en kras er met een potlood over). De kinderen hebben boomstammen, stoeptegels, takjes, zelfs het metalen tafeltennisnetje op zo’n manier vereeuwigd. Groep 6 heeft bestaande beelden van dieren bestudeerd, vervolgens heeft iedereen zelf een dier van klei gemaakt. Het Natuurmuseum was de afsluiting van dit project. Het hele centrum stond in het teken van Natuur & Techniek en ouders, grootouders en andere belangstellenden waren in groten getale aanwezig. Iedere groep had alles wat zij geleerd of gemaakt had, tentoongesteld. Bijzondere achtbanen van groep 8, de kleidieren van groep 6, de kruidenkweekkastjes van de BSO, de IJssel van groep 4, schimmels en groenten van groep 5, de knutsels van de peuters en nog veel meer. Juf Anje loopt trots rond: “De kinderen leren van elkaar doordat ze in de hele gebouw bij elkaar gaan kijken. De grotere kinderen hebben belangstelling voor de kleintjes van het dagverblijf, andersom zie je de peuters op bezoek in kleutergroepen.”
Een middag bij de BSO Een middag bij de BSO is duidelijk anders dan een dag op school. Ook al zijn kinderen van nature nieuwsgierig, leergierig en kunnen ze bij ondernemend leren hun eigen talenten ontplooien, na schooltijd willen niets meer ‘moeten’, niets meer ‘leren’, de tijd na schooltijd is vrije
16
17
tijd. Toch is het niet zo dat ze de BSO niets leren, vertelt Simone, leidster van de BSO: “Bij de BSO leren de kinderen spelenderwijs, het gaat er minder schools aan toe. Ik zal niet gauw een ‘les’ over de dichtvorm Elfje geven. “Dat hebben we op school al gehad”, is dan al snel de reactie. Maar zijn we aan het knutselen voor bijvoorbeeld Moederdag, dan is het Elfje ineens heel populair en willen de kinderen er mee aan de slag. Zoiets gebeurt vaker: ik bereid een activiteit voor en een paar kinderen doen mee. Nieuwsgierig geworden en enthousiast volgen er dan steeds meer. Sommige kinderen willen het liefst ‘gewoon spelen’, dat mag natuurlijk ook. Bij de BSO leren kinderen ook van ‘omgaan met elkaar’: samen spelen, groot en klein, elkaar betrekken maar ook elkaar met rust laten. Soms wil een kind lekker lezen op de bank, dat vinden de anderen prima. De TV is maar heel sporadisch aan en ook de computer wordt veel minder gebruikt dan thuis: er is immers altijd wel iets te doen of iemand om mee te spelen!” Leidster Simone: “Laatst heb ik een mereleitje gevonden. Ik heb het in een mooi doosje gedaan en meegenomen naar de BSO. Ik heb de spanning een beetje opgebouwd en het eitje, aan de kinderen die er belangstelling voor hadden, laten zien. Spontaan ontstaat er dan een ‘les’ over vogels, eitjes, natuur, voorjaar etc. Ik weet zeker dat dit de kinderen bijblijft.”
In de kring bij De Ringelrupsen ’s Ochtends als de baby’s in bed liggen, begint voor de peuters van De Ringelrupsen de kring; een dagelijks terugkerend ritueel. Er worden liedjes gezongen, vaak met bijbehorende bewegingen, en ook het voorlezen van een prentenboek is vaste prik. Vaak wordt er daarna geknutseld maar nog vaker wordt er lekker (buiten) gespeeld. De liedjes, rijmpjes, de keuze voor de boeken, de activiteiten etc. worden bepaald door het project wat op dat moment in het educatief centrum actueel is. Tijdens het Geschiedenisproject gingen de peuters ‘terug in de tijd’ naar het leven van opa en oma. Rijmpjes, versjes en spelletjes van vroeger kregen een plek in de dagelijkse kring. Vandaag heeft Lieke (3 jaar) gekozen voor het boek: “Ik
vind je berelief…”, dat past prima in het thema Natuur. Leidster Mirelle vertelt het verhaal van een grote beer en een kleine beer die heel veel van elkaar houden. Allerlei elementen uit de natuur passeren de revue: hun liefde is zo hoog als de bergen, zo ver als de sterren en zo diep als de bodem van de zee. De stagiaire heeft op een supergroot vel een grote en een kleine beer getekend. Vol enthousiasme en overgave beplakken de peuters deze beren met vloeipapier, in verschillende kleuren. Voor Julia (2 jaar) is het papier scheuren nog wat lastig. Mirelle maakt een beginnetje, trots scheurt Julia zelf de rest van het papier. Tim vindt het plakken met een kwastje zeer interessant: even kijken, even proeven……nee, niet lekker! Mirelle vertelt dat ondernemend leren vooral tot uitdrukking komt in het stimuleren van de eigen ideeën van kinderen. Vandaag mocht Lieke bijvoorbeeld het prentenboek uitkiezen. Je ziet het ook terug in het stimuleren van de zelfstandigheid: “Voorheen was ik veel meer geneigd de dingen voor de kinderen te regelen, nu help ik Julia alleen een eindje op weg bij het scheuren van het papier, de rest kan ze zelf. Maar we laten kinderen ook zelf hun schoenen zoeken die ze ‘ergens’ uitgetrokken hebben. Vaak weten ze zelf precies waar ze zijn gebleven!”
Beeldende kunst in groep 6 De groep van meester Pascal zit er klaar voor! Vakleerkracht Joke verzorgt twee lessen beeldende kunst in het kader van het thema Natuur. De eerste les begint met verschillende dia’s van dieren die door kunstenaars gemaakt zijn: de bronzen gorilla van Hetty Heyster in Artis, de kat met vogel van Picasso, een giraf van ijzerdraad van James Chedburn, een haan gemaakt van blikjes van Alexander Calder. Juf Joke vertelt dat een kunstenaar een dier meestal niet precies namaakt zoals het in werkelijkheid is, vaak legt hij of zij de nadruk op iets wat ze heel karakteristiek is voor dat dier. Bijvoorbeeld een sterke kaak, een trotse houding, een hongerige blik. In veel landen hebben dieren een speciale betekenis: in het oude Egypte was de kat heilig en het luipaard is in Benin het symbool van de macht van de koning.
18
Jasper: “Ik vind de kunstlessen leuk. Ze zijn leerzaam en je leert waar de beelden vandaan komen”. Daarna gaan de kinderen in groepjes aan de slag met een afbeelding van een beeld: de ijsbeer van Francois Pompon, de wolfshond van Rik Poot of het luipaard van een kunstenaar uit Benin uit de zestiende eeuw. Ze beantwoorden vragen zoals: Van welk materiaal zou het beeld gemaakt zijn? Staat of beweegt het dier? Wat zou hij van plan zijn? Welk woord past bij hem en waarom? Hoe zou jij ‘m willen noemen? Jeroen weet precies hoe de ijsbeer moet heten: “Het moet iets met een ‘t’ zijn en met ‘trots’: Trotse Teddy!”. De tweede les begint met een afbeelding van de panda van het WNF, de opmaat om verder te praten over vier dieren die met uitsterven bedreigd worden: de olifant, neushoorn, wolf en het luipaard. Middels een werkblad zoeken de kinderen de verschillen tussen deze vier dieren. De één heeft een bol achterlijf, de ander een golf in zijn rug; de één heeft grote oren die naar beneden hangen, de ander kleine oren die omhoog staan etc.
Natuur in de peuterspeelgroep Het thema Natuur stond enkele weken lang, iedere ochtend in de kring, centraal. Aan de hand van een boekje weten de peuters nu waar de dieren wonen; een uil in de boom, vissen in het water en een beer in een hol. Ze hebben ook bijen, eendjes en rupsen geknutseld; sommigen worden tentoongesteld in het Natuurmuseum. Ze hebben ook zonnebloemzaadjes gezaaid. Heel langzaam kwamen de plantjes te voorschijn, als je ze maar goed water geeft! Ook op de speelplaats was genoeg te ontdekken; paardenbloemen, madeliefjes en kleine takjes waarvan ze vogelnestjes hebben nagemaakt. Leidster Lianne wordt 50 en trakteert op waterfluitjes: “Prachtig om de verbazing van kinderen te zien als ze erachter komen dat het geluid verandert wanneer er water in het fluitje zit. Sommige kinderen willen alleen fluiten of ‘knoeien’ met water, ook prima!”
Activiteit na schooltijd? Maak kennis onder schooltijd!
De activiteitencoördinator stelt twee keer per jaar een Een leerling merkt op: “Als een luipaard loopt, zie je zijn schouders programma samen voor naschoolse activiteiten waar iedereen op in kan schrijven, dus ook kinderen die de BSO helemaal op en neer gaan.” niet bezoeken. Ze streeft naar een mix van activiteiten op Dan volgt de opdracht: “Jullie zijn kunstenaars, het WNF het gebied van kunst & cultuur, sport & spel en natuur & heeft jullie gevraagd één van deze dieren te kleien.” Juf Joke techniek en natuurlijk voor alle leeftijden wat. Er wordt laat zien hoe je eerst de basisvorm maakt, ongeacht welk nauw samengewerkt met kunstenaars, de bibliotheek, De dier je gaat maken. Dán pas maak je het dier van je keuze Muzehof maar ook met sportclubs, koks, verenigingen en door neus, oren, staart etc. te gaan vormen. De kinderen andere aanbieders. zijn geconcentreerd aan het werk, bij de één lukt het beter Vaak vindt er eerst een kennismaking met de activiteit dan bij de ander. Juf Joke loopt rond en geeft waar nodig plaats onder schooltijd. Zijn de kinderen enthousiast, dan aanwijzingen. kunnen ze zich opgeven voor de cursus na schooltijd. Zo maakt groep 3 in de klas kennis met de cursus Op weg Juf Joke: “Denk goed aan de karakteristieken. Overdrijf wat voor naar een instrument, die na schooltijd in 12 lessen wordt jouw gevoel bijzonder is.” aangeboden. Groep 4 maakt kennis met Blokfluitles en kan na schooltijd 12 lessen volgen. De groepen 5 tot en met Een paar weken later zijn alle dieren gebakken en worden 8 krijgen in de klas een voorproefje van Streetdance en ze tentoongesteld in het Natuurmuseum. kunnen na schooltijd meedoen met een workshop van 4 lessen. Een meneer van de postzegelvereniging houdt een enthousiast verhaal in groep 4, 5 en 6 en de aanmeldingen voor de cursus stromen binnen! 19
Soms is het niet haalbaar een les onder schooltijd te organiseren en voor sommige activiteiten is het ook niet nodig: bij alle cursussen die met koken en bakken te maken hebben, loopt het storm! Wat ook stimuleert is een toelichting in de klassen; de activiteitencoördinator vertelt over de activiteiten die voor die groep geschikt zijn en hoe kinderen zich aan kunnen melden. Dat levert vaak nieuwe aanmeldingen op.
Exposities Overal vind je verschillende tentoonstellingsmogelijkheden: mooi bespannen prikborden, uitnodigende vitrinekasten en ‘vensterbanken’ die het mogelijk maken kunstwerken uit te stallen. De kunstwerken die in de projectperiode gemaakt worden, kunnen rekenen op een mooie plaats in het gebouw.
Talent gezocht! Educatief Centrum De Hoven wil niet alleen de talenten van kinderen benutten maar ook die van leerkrachten, leidsters en ouders of grootouders. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van de talenten van medewerkers wisselen leerkrachten en leidsters soms van groep.
Culturele partners Educatief Centrum De Hoven werkt al jarenlang samen met De Muzehof en de Graafschapbibliotheken. De school maakt gebruik van het Kunstmenu van het cultuurschoolplein en ook daarnaast bieden deze organisaties activiteiten aan. Zo maken het kinderdagverblijf en de kleutergroepen graag gebruik van ‘De buurt leest voor’ en groep 1 tot en met 4 brengt ieder jaar een bezoek aan de bibliotheek. In het naschoolse activiteitenprogramma biedt De Muzehof activiteiten aan op het gebied van muziek en dans. Leidster Mirelle: “Twee keer per week komen voorlezers van ‘De buurt leest voor’ naar De Ringelrupsen. De kinderen staan te trappelen om mee te mogen!” We werken steeds meer samen met kunstenaars, al dan niet uit de wijk. Het nieuw ingerichte atelier nodigt daartoe uit. Kunstenaars bieden de kinderen nieuwe werkvormen en technieken aan maar ze krijgen ook de mogelijkheid hun eigen werk te exposeren in ons centrum. De Zutphense kunstenaar Tanja Prins bijt de spits af en laat ons kennismaken met mozaïek.
Juf Karen bij houtbewerking: “Dit is niet mijn eigen groep. Ik begeleid deze groep omdat de eigen leerkracht andere talenten heeft. Dat gebeurt wel vaker, dan geeft de juf van groep 4 bijvoorbeeld begrijpend lezen in groep 6, en de juf van groep 6 een creatief vak in groep 4.” Daarnaast zijn we gestart met het samenstellen van een Gouden Gids waar de beroepen, hobby’s of andere talenten van ouders en grootouders in opgenomen zijn. De kinderen kunnen deze gids raadplegen als ze op zoek zijn naar iemand met een bepaald beroep of een bepaalde expertise. Sommige ouders bieden hun talenten ook aan voor een workshop onder of na schooltijd.
20
21
Project ‘brede school en cultuureducatie’
Ontwikkeling van het beleidsplan cultuureducatie 22
Voor het schooljaar 2010/2011 heeft Educatief Centrum De Hoven subsidie ontvangen van het ministerie van OC&W in het kader van het project ‘brede school en cultuureducatie’. Dat project werd uitgevoerd en begeleid door Cultuurnetwerk Nederland. Het doel was de rol van cultuur in een brede school verder te ontwikkelen, uit te breiden, op een hoger niveau te brengen en te verankeren in het aanbod. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, hebben we een subsidieaanvraag geschreven, met daarin de volgende doelen: • We maken een beleidsplan cultuureducatie wat door het hele centrum gedragen wordt; door school, BSO en kinderdagverblijf. • Er wordt een atelier ingericht wat voor alle leeftijdsgroepen geschikt is. Diverse thema’s met bijbehorende materialen zorgen voor een uitdagende omgeving. • Niet alleen in het atelier maar in het hele gebouw zijn er mogelijkheden om kunstwerken op te hangen en tentoon te stellen. • Bewuster dan voorheen wordt cultuur een onderdeel van iedere projectperiode. • We realiseren een doorgaande lijn van binnenen buitenschoolse activiteiten. De gekozen thema’s gelden voor het hele centrum: bij het kinderdagverblijf, in de peuterspeelgroep, op school, in de BSO en bij de naschoolse activiteiten. Er is nauwe samenwerking met de bibliotheek, De Muzehof en andere aanbieders van culturele activiteiten. • We verstevigen de ouderbetrokkenheid en relatie met de wijk. Er wordt niet alleen gekeken naar de
23
(verborgen) talenten van kinderen en medewerkers maar ook naar die van ouders, grootouders en eventueel buurtbewoners.
Samenwerking & pegagogische aanpak Bovenstaande doelstellingen kun je alleen maar behalen als de samenwerking tussen de verschillende partners binnen het educatief centrum goed is. Van ‘oudsher’ zijn onderwijs en kinderopvang twee gescheiden werelden die niet vanzelfsprekend met elkaar samenwerken. Vanaf het begin is er veel energie gestoken in kennismaking en onderlinge communicatie. We hebben veel informele ontmoetingsmomenten georganiseerd, zodat het onderlinge contact vanzelfsprekend werd. Daar plukken we nu de vruchten van. Natuurlijk zijn ook de overlegstructuren veranderd waardoor er vergaderingen en andere overlegmomenten zijn waarbij zowel leerkrachten als leidsters aanwezig zijn. Vrijwel op hetzelfde moment dat er besloten is samen te werken, is er ook een gezamenlijke werkwijze gekozen, namelijk ‘ondernemend leren’ (zie pag11). Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over een eenduidige pedagogische aanpak, zoals bijvoorbeeld dezelfde manier van kinderen aanspreken of het gebruik van hetzelfde stilteteken. Voor kinderen voelt het daardoor in het hele centrum vertrouwd en een veilige omgeving komt het leren ten goede. Ook in de dagelijkse overdracht is veel verbeterd. Leerkrachten vertellen leidsters van de BSO bijvoorbeeld over een voorval in de klas, een zieke oma of andere dingen die op kinderen van invloed kunnen zijn.
Draagvlak creëren Bij de start van het project lag er een (verouderd) beleidsplan cultuureducatie van de school; daarin werd nog geen rekening gehouden met de samenwerking met de kinderopvang en ondernemend leren als werkwijze. Daarom is er een nieuw beleidsplan gemaakt waarin deze aspecten zijn geïntegreerd. Tijdens de eerste gezamenlijke studiedag stonden de volgende vragen centraal: Wat verstaan we eigenlijk onder cultuur? Wat doen we al aan cultuureducatie op school en in de kinderopvang? Wat willen en kunnen we nog meer? De antwoorden daarop zijn de contouren van het nieuwe beleidsplan. Deze bijeenkomst was erg belangrijk voor de medewerkers. Op grote flappen kon iedereen zijn/haar mening kwijt; al pratende werden ideeën geopperd en meteen al vond er uitwisseling plaats. Het gaf een gevoel van saamhorigheid en het versterkte het enthousiasme. Ook ontstond er begrip voor de verschillen tussen school en kinderopvang. > Bepaal bij de start gezamenlijk wat iedereen onder het begrip cultuureducatie verstaat en waar je als brede school naar toe wilt werken. De centrale vraag tijdens de tweede studiemiddag was: “Hoe wordt cultuur een onderdeel van je les- en activiteitenprogramma?” Miranda Siemelink van EduArt startte met een eenvoudige opdracht: met klei werd in no-time gezamenlijk een zeker tien meter lange, slingerende rivier uitgebeeld, compleet met vogels, vissen en schelpdieren. Een opdracht die je stimuleert ‘out of the box’ te denken en die ook zeer geschikt is voor in de groep of klas. Daarna werd besproken hoe cultuur een plek kan krijgen in het thema ‘Natuur’, dat op dat moment van start ging. Natuur en cultuur lijken elkaars tegenpolen maar een combinatie blijkt verrassend goed mogelijk! Enkele voorbeelden: Actief: je kunt van alles maken met diverse materialen uit de natuur (hout, steen, zand, klei etc.), gedichten schrijven over de natuur, fotografie, schilderen, dans en bewegen, zelfs koken.
Reflectief/receptief: gedichten lezen over de natuur, klassieke muziek met natuur als thema (Vier Jaargetijden van Vivaldi), schilderkunst, beeldende kunst, architectuur (Jugendstil), ballet of moderne dans.
Beleidsplan De basis van het beleidsplan is gelegd tijdens de eerste gezamenlijke studiebijeenkomst. Daarbij was er hulp van zowel Inschool als Edu-Art. Inschool is een organisatie die scholen op diverse gebieden ondersteunt en al eerder bij Educatief Centrum De Hoven betrokken is geweest, namelijk bij de keuze voor ondernemend leren. Nu gaf Inschool ondersteuning bij de invoering van cultuureducatie, juist omdat het zo’n belangrijk onderdeel van ondernemend leren is. Ook de contouren van het beleidsplan heeft Inschool vanuit deze optiek geschetst. Edu-Art is een specialist in cultuur en cultuureducatie en adviseert scholen in de provincie Gelderland. Edu-Art heeft o.a. een inhoudelijke bijdrage geleverd aan de twee studiebijeenkomsten. > Het is belangrijk dat de schrijver van het beleidsplan gevoed wordt door de werkvloer. Het uiteindelijke beleidsplan is van de hand van directeur Anje Bechtel en ICC-er Rinske Haverkamp. De contouren die Inschool heeft geschetst, zijn geconcretiseerd. Belangrijk is het hoofdstuk waarin de zes aspecten, die belangrijk zijn bij het werken vanuit ondernemend leren, centraal staan: • het pedagogisch klimaat van de school, kinderdagopvang en BSO • de inrichting van de leer- en leefomgeving • de samenwerkingspartners • het eindprofiel van kinderen • de kwaliteit van de leerkracht/leidster • het vieren van hoogtepunten Per aspect staat duidelijk aangegeven welke ambities en acties het educatief centrum met betrekking tot cultuureducatie voor ogen heeft. Ook de tactische en strategische doelstellingen die hieruit volgen, staan
24
vermeld. Belangrijk zijn ook de bijlagen waarin de taken en competenties van de ICC-er en de medewerkers zijn opgenomen. Het beleidsplan cultuureducatie is als apart document beschikbaar. > Een goede taakomschrijving van zowel de ICC-er als andere medewerkers geeft veel duidelijkheid en houvast.
Hobbels & obstakels Iedere verandering brengt hobbels en obstakels met zich mee en roept van tijd tot tijd weerstand op, zo ook in Educatief Centrum De Hoven bij de invoering van ondernemend leren en – later – cultuureducatie. Toen ondernemend leren als werkwijze werd gekozen, was de rol van het leerteam (zie pagina13) niet meteen duidelijk. Het duurde even en het kostte een aantal gesprekken voordat een en ander uitgekristalliseerd was. Voor cultuureducatie geldt hetzelfde. Soms is het enthousiasme van de eerste studiedag even zoek; leerkrachten en leidsters weten niet goed hoe ze een en ander in praktijk moeten brengen of ze ervaren het als ‘extra’ terwijl ze toch al zoveel werk hebben. Het basisonderwijs staat immers onder druk; regelmatig lees je in de krant over tegenvallende resultaten op het gebied van taal en rekenen. Leerkrachten werken daarom hard aan die basisvakken en ervaren andere vakken soms als ‘extra’. De enthousiasmerende rol van de ICC-er is dan belangrijk. Maar als de ICC-er veel weerstand van collega’s ondervindt, wordt het ook voor haar moeilijk. Dan moet de directeur ingrijpen. Zodra medewerkers het nut van cultuureducatie inzien en enthousiast worden, dan ervaren ze het niet als extra maar als een manier van leren, een manier van leren die uitstekend past binnen ondernemend leren. Uiteindelijk werkt het enthousiasme van de kinderen en de complimenten van ouders het meest motiverend (maar dat is vaak pas aan het einde van een projectperiode)! > Zorg ervoor dat alle medewerkers betrokken blijven. Gaat het voor sommigen te snel, doe dan een paar stappen terug en neem iets meer tijd.
25
Stimulans: cultuur ontwikkelt beide hersenhelften* Uit onderzoek blijkt dat cultuureducatie een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van zowel de linker- als de rechterhersenhelft. Door zelf creatief bezig te zijn, dus zelf muziek maken, dansen, schilderen etc. worden verbindingen gelegd tussen gebieden in de hersenen die anders niet met elkaar verbonden zijn. Daardoor wordt niet alleen de rechterhersenhelft, verantwoordelijk voor spel, intuïtie en creativiteit, gestimuleerd maar ook de linkerhersenhelft, die zorgt voor het efficiënte, rationele denken. Cultuureducatie stimuleert dus niet alleen creatieve vermogens maar het draagt ook bij aan de verbetering van de prestaties op het gebied van taal en rekenen. Deze wetenschap stimuleert de inzet van cultuureducatie enorm!
Doorlopende leerlijnen Binnen de school is er een doorlopende leerlijn, tussen de leerjaren. Om de lijn tussen kinderdagverblijf en onderbouw vorm te geven, hebben de onderbouwcoördinator en peuterleidster eens in de maand een overleg: Wat doe jij? Waar sluiten we aan? Er worden ideeën uitgewisseld en doelen bepaald. Voor de kleuterjuf is het belangrijk te weten hoe zelfstandig de peuters al zijn, daar houdt zij rekening mee. Bij de planning van de projectweken (zaakvakken) over het schooljaar wordt rekening gehouden met de thema’s van ‘Schatkist’ van de kleuters. Voor de invulling van de projectweken heeft het leerteam ieder onderwerp dat in de schoolcarrière van ieder kind behandeld moet zijn, op papier gezet. Vervolgens is er gekeken in welke groep deze onderwerpen aan de orde komen. Het leerteam zorgt er ook voor dat niet alle ‘impopulaire’ onderwerpen in groep 8 belanden. Het team heeft het voorstel van het leerteam goedgekeurd.
Zaakvakken en cultuureducatie ‘Bewuster dan voorheen wordt cultuur een onderdeel van iedere projectperiode’, is één van de doelstellingen van het project cultuureducatie. Dit voornemen alleen is
niet genoeg. Daarom heeft de ICC-er voortaan een vaste plaats in het leerteam zodat zij ervoor kan zorgen dat cultuureducatie een speerpunt blijft. Daarnaast staat iedere projectperiode op de agenda van de teamvergadering en de teamoverleggen, met speciale aandacht voor de plannen op het gebied van cultuur van iedere groep. > Een goed ingewerkte ICC-er die vanaf het begin een soepele verbinding kan leggen tussen het beleid en de uitvoering in de praktijk, is essentieel. Nieuw is een speciale button op de website: iedere groep vertelt welke plannen zij heeft rondom het thema van dat moment. Dat geeft zowel collega’s als ouders een goed overzicht maar het kan hen ook inspireren. Iedereen die een ondernemend of cultureel idee heeft dat past bij het thema, kan dat melden bij de betreffende groep. De leerkrachten blijven de methodes voor aardrijkskunde, geschiedenis of natuur gebruiken omdat het een goede, informatieve basis is. Ook de methode voor beeldende vorming ‘Moet je doen’ wordt positief gewaardeerd; het brengt kinderen op ideeën én het overstijgt het knutselniveau. Ook de BSO wil met deze methode gaan werken. Tot slot kiest Educatief Centrum De Hoven duidelijk voor de link met de omgeving en de maatschappij. Zeker voor de kinderen van het dagverblijf is de wijk hun leefwereld: wandelen naar het dierenweitje, schaapjes brood geven en veldbloemen zoeken in de buurt. Worden de kinderen ouder, dan vraagt ook de actualiteit hun aandacht, bijvoorbeeld natuurrampen of problemen met voeding (EHEC-bacterie). De methode voor begrijpend lezen die de school hanteert, kiest ook veel thema’s uit de actualiteit.
Zelfontplooiing, talentontwikkeling en ondernemend leren In het kinderdagverblijf, bij de BSO of op school leren kinderen iedere dag, ze krijgen wat mee, ze worden geprikkeld. Heeft een onderwerp de belangstelling van een kind gewekt, dan kan hij daar zelf verder mee. Heb je in de
projectperiode Natuur & Techniek planten gedetermineerd, de techniek achter de achtbaan onderzocht of in de projectperiode Geschiedenis verschillende bouwstijlen bestudeerd, dan zit je nooit meer ‘gewoon’ in een achtbaan en bekijk je op vakantie oude kerken met andere ogen. Soms zie je als professional dat een kind het niet weet, dat het worstelt met een opdracht, dat het zijn eigen talent niet kent. Dan ga je als leerkracht of leidster met het kind in gesprek. Het is belangrijk erachter te komen waardoor het kind geprikkeld wordt; heeft hij voor een bepaald onderwerp speciale belangstelling, heeft hij een hobby, wat vond hij het leukst in het museum wat je bezocht hebt? Soms zien klasgenootjes de kwaliteiten van een ander kind vrij goed, zeker in de bovenbouw. Geschiedenis, cultuur én ondernemend leren Tijdens de projectperiode Geschiedenis stond in groep 4 de stamboom centraal. De kinderen hebben een stamboom getekend en er foto’s van ouders, grootouders en overgrootouders ingeplakt. Daaruit voortvloeiend is het “Oude Dingen Museum” ontstaan. De kinderen hebben voorwerpen uit grootmoeders en zelfs overgrootmoeders tijd verzameld, ze hebben zelf de informatiekaartjes bij de voorwerpen geschreven en voor de uitnodigingen gezorgd. Er is een entreeprijs voor volwassenen en voor kinderen vastgesteld en er is zelfs aan een verrassing voor de kleintjes gedacht. Het museum is goed bezocht; de klassenspaarpot is weer gespekt!
Leerprocessen in digitaal portfolio Sinds jaar en dag kent het onderwijs het rapport waarin de (studie)resultaten van het kind genoteerd worden. In het kinderdagverblijf en bij de BSO vinden regelmatig observaties plaats naar het welbevinden van kinderen. Zowel op school als bij de kinderopvang worden ouders in 10-minutengesprekken over de bevindingen geïnformeerd. Toch wil Educatief Centrum De Hoven graag vastleggen wat een kind geleerd heeft, juist op het gebied van cultuur. Een begin is gemaakt doordat er nu al ieder jaar één kunstwerk aan het rapport wordt toegevoegd.
26
De vraag is hoe je het leerproces vastlegt: wat heeft de leerkracht of leidster aangeboden, wat heeft het kind ermee gedaan, uitgezocht, ervan geleerd? Mondeling overdragen is niet voldoende, je moet dat vastleggen. Er zijn plannen om het leerproces zichtbaar te maken, ook voor ouders, door voor ieder kind een digitaal portfolio in het leerlingvolgsysteem ParnasSys aan te maken. Leerkrachten en leidsters maken korte verslagen bij (een foto van) het kunstwerk. Kinderen, bijvoorbeeld vanaf groep 4, zouden zelf hun portfolio bij kunnen houden (ondernemend leren). Er kunnen ook groepswerken in geplaatst worden. De technische mogelijkheden zijn er maar de praktische uitwerking is nog toekomstmuziek.
Professionalisering medewerkers Bij iedere vernieuwing of project is het van belang dat het ingebed wordt in de normale werkwijze, dat het niet verwatert op het moment dat de extra aandacht ervoor voorbij is. In Educatief Centrum De Hoven staat cultuureducatie daarom structureel op de agenda van diverse overleggen en krijgt de ICC-er een duidelijker rol. Daarnaast is het belangrijk de medewerkers te blijven enthousiasmeren en hen te laten inzien dat cultuureducatie belangrijk is (denk aan de rechter- en linkerhersenhelft) en dat het niet ‘extra’ is maar een andere manier van leren. Natuurlijk is het leuk om kunstenaars in huis te halen of op werkbezoek te gaan bij andere brede scholen die al verder zijn. Toch kan dat soms ook averechts werken; het kan juist het gevoel versterken dat we er nog lang niet zijn en dat er nog zoveel moet. Wij werken in ons eigen tempo en bedden, stap voor stap, cultuureducatie in in onze werkwijze.
Financiële middelen Door het project ‘brede school en cultuureducatie’ was er extra geld beschikbaar maar dat is niet structureel. Als we onvoldoende middelen hebben om gastdocenten uit te nodigen, vragen we bijvoorbeeld kunstenaars uit onze wijk die pro Deo hun diensten aanbieden. Daarnaast herbergt onze Gouden Gids een schat aan deskundige, muzikale, creatieve ouders en grootouders, die graag hun diensten aanbieden. Natuurlijk moet de kwaliteit goed zijn, daarom is een goede evaluatie belangrijk. Als dat wat er geboden wordt niet overeenkomt met de verwachting, dan moet je dat kunnen zeggen. Vergeet niet: op een ingehuurde professional is ook weleens kritiek. Toch is er soms geld nodig om iets te organiseren. De kinderen zijn vaak erg creatief / ondernemend in het bijeen brengen van geld. Ook de school organiseert soms activiteiten die geld opleveren, zoals een sponsorloop. Als er een duidelijk doel is, dragen ouders, grootouders en buurtbewoners vaak iets bij.
> Maak gebruik van de talenten die je in huis hebt. Laat bijvoorbeeld een medewerker een creatieve workshop verzorgen voor collega’s.
* zie ook: www.cultuurcoordinator.nl/artikelen/kunst-houdt-desamenleving-jong
27
Eén aanbod voor kinderen Ouders hebben steeds meer behoefte aan samenhang tussen verschillende voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Meer samenwerking tussen kinderdagverblijf en school bijvoorbeeld of tussen school en buitenschoolse opvang (BSO). Dat levert praktische voordelen op maar biedt ook meer ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen en op pedagogisch gebied meer rust en stabiliteit. Archipel en De Blokkentoren hebben het voortouw genomen als het gaat om het doorbreken van de scheiding tussen onderwijs en kinderopvang. Samen ontwikkelen zij een integraal programma voor onderwijs, opvang en ontwikkeling. In een pilotproject zijn de eerste stappen gezet in de richting van wat wij het educatief centrum noemen. Na de pilotperiode zitten we nu in een nieuwe fase waarin de samenwerking geïntensiveerd en bestendigd wordt. Hierbij hebben we voor ogen dat we één gezicht naar ouders en één aanbod voor kinderen realiseren, waarbij we aan een gemeenschappelijke toekomstvisie werken.
Samenwerking Archipel en De Blokkentoren 28
In Educatief Centrum De Hoven hanteren we de volgende uitgangspunten: • Talentontwikkeling stellen we centraal; we willen de sterke kanten van ieder kind ontdekken en hem/haar uitdagen en prikkelen het beste uit zichzelf te halen. • Basisvaardigheden zoals taal, lezen, rekenen en sociale vaardigheden plaatsen we in het hart van het educatief centrum; niet alleen op school maar ook in het kinderdagverblijf en op de peuterspeelzaal wordt spelenderwijs aan deze vaardigheden gewerkt. • Met ouderbetrokkenheid willen we bereiken dat de
29
• •
•
•
opvoedingsaanpak thuis en in het educatief centrum beter op elkaar afgestemd wordt. Opvoeden is niet altijd makkelijk, we bieden opvoedingsondersteuning aan. Dagarrangementen bieden een samenhangend aanbod van onderwijs, opvang en activiteiten: leuk voor kinderen en prettig voor ouders. In een educatief centrum werken verschillende partners met dezelfde kinderen; een gezamenlijke pedagogische visie en een doorgaande, pedagogische lijn zorgen voor daadwerkelijke samenhang. Voor kinderen die om welke reden dan ook extra zorg of een andere aanpak nodig hebben, creëert het educatief centrum een passend aanbod. Maatwerk voor ieder kind! Leerkrachten en leidsters zijn niet alleen professionals op hun vakgebied maar bovenal ‘medewerker van het educatief centrum’.
De instrumenten in de organisatie zijn: • één leidende educatieve en pedagogische visie • een integraal programma voor onderwijs en ontwikkeling (onderwijs, kinderopvang, BSO, naschoolse activiteiten en vrije tijd) • één dagprogramma • een herkenbare en stimulerende leiding • een gezamenlijk plan voor deskundigheidsbevordering • afspraken over (gezamenlijke) interne en externe communicatie • vastleggen van de te behalen (onderwijs)resultaten • structureel overleg tussen de organisaties van het netwerk • er is een gezamenlijke vastgestelde agenda
OBS Theo Thijssen Mulderskamp 164 7205 BZ Zutphen 0575 - 512 230 www.theothijssen-zutphen.nl Meesterschap is een onderdeel van het project ‘brede school en cultuureducatie’, gecoördineerd door Cultuurnetwerk Nederland en gesubsidieerd door het ministerie van OC & W.
Stichting Archipel Postbus 4091 7200 BB Zutphen 0575 - 596 120 www.archipelprimair.nl
Aan deze uitgave werkten mee Directie, vestigingsmanager, leerkrachten, pedagogisch medewerkers en kinderen van Educatief Centrum De Hoven
De Blokkentoren Postbus 203 7200 AE Zutphen 0575 - 525 100 www.blokkentoren.nl
Tekst, fotografie en vormgeving: Coppes & Communicatie, Zutphen
OBS Theo Thijssen is onderdeel van Stichting Archipel, schoolbestuur voor openbaar primair onderwijs in de regio Zutphen, Brummen en Voorst. De Blokkentoren verzorgt diverse vormen van kinderopvang in de regio’s Zutphen, Lochem en Barneveld. Achtergrondinformatie Educatief Centrum: www.educatief-centrum.nl
Educatief Centrum De Hoven Directeur: Anje Bechtel Mulderskamp 164 7205 BZ Zutphen telefoon: 0575 - 512 230 www.theothijssen-zutphen.nl
[email protected] Zutphen, september 2011
30
31
Colofon
32