1. Inleiding Locatie De Singel is een locatie voor Praktijkonderwijs. De leerlingen van De Singel hebben een overwegend orthopedagogische en orthodidactische benadering nodig. Dit vraagt voor de medewerkers van de locatie een specifieke deskundigheid om de ondersteuning te kunnen bieden die de leerlingen vragen. Dit plan beschrijft het ondersteuningsaanbod en de gewenste ontwikkeling voor de komende 4 jaren. 1.1. Het belang van zorg Sommige leerlingen hebben meer ondersteuning nodig dan anderen. Dat is onder meer afhankelijk van de aanleg, leergeschiktheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, lichamelijke mogelijkheden en de sociaal-culturele achtergrond. Het beleid van onze school is erop gericht passende maatregelen te nemen om een goede persoonlijke ontwikkeling van elke leerling mogelijk te maken. Afhankelijk van de leerling en de genoemde factoren zullen didactische en pedagogische maatregelen dus variëren van minder tot meer ingrijpend. Onze zorgverbreding heeft niet alleen betrekking op leerlingen met onderkende problemen, maar op alle leerlingen. Wij zien het zo (onze visie): Wij werken op onze locatie aan de competentiegerichte ontwikkeling van jongeren. Wij doen het zo (onze missie): Wij creëren en ontwikkelen betekenisvolle leeromgevingen binnen en buiten de school, waarin de jongere bewust gemaakt wordt van zijn eigen verantwoordelijkheid, om uit te groeien tot een zelfredzame en evenwichtige burger. Wij doen dit op een activerende en coachende manier die recht doet aan de persoonskenmerken van de jongere. 1.1.1 Waar willen we naartoe? Locatie De Singel wil komen tot een flexibele organisatie waarin de leerling centraal staat en waar actief geleerd wordt. Er wordt gewerkt in teams die gestuurd en ondersteund worden door teamleiders en de locatiedirecteur. In de school komen kenmerkende authentieke (beroeps) situaties voor waarbinnen leerlingen in onderdelen zelf keuzes kunnen maken. De vakken zijn ondersteunend bij het werken aan competenties. Zowel binnen als buiten de school worden betekenisvolle projecten ontwikkeld. De leerlingbegeleiding is preventief en geïntegreerd in ons aanbod. Curatief handelen kunnen we echter niet uitsluiten. De leraar/toa ontwikkelt zich naar coachend begeleiden. De 1e lijnszorg wordt gestuurd door de mentor. Hij/zij kan daarbij ondersteund worden door een team van specialisten (orthopedagoog, psycholoog, maatschappelijk deskundige etc.). Iedere leerling heeft een Individueel Ontwikkelingsplan (IOP). De kwaliteit daarvan heeft constant de aandacht en dient in 2016 op hoog niveau te staan. De driehoek leerling-oudersschool is verankerd in (een deel van) het IOP. Individueel maatwerk op de leerdomeinen rekenen en taal wordt steeds meer zichtbaar naast de ontwikkelingen op de algemene competenties.
1.2. Het samenwerkingsverband (SVB) Voortgezet Onderwijs. Het Voortgezet Onderwijs in de regio Oss, Uden, Veghel is georganiseerd in het samenwerkingsverband 36.0. Binnen het samenwerkingsverband functioneren de volgende scholen: Het Hooghuis, Oss Udens College, Uden Mondriaan College, Oss Fioretti College, Veghel Bernrode, Bernheze De Sonnewijser, Oss Bernadetteschool, Oss Fransiscusschool, Veghel Binnen het SVB worden afspraken gemaakt over de gewenste leerlingenondersteuning in de regio. Deze afstemmingsafspraken worden jaarlijks vastgelegd in een ondersteuningsplan. Dit is te downloaden van de website www.svb-vo.nl. Passend Onderwijs. Het nieuw op te richten samenwerkingsverband bestaat uit de volgende partijen: VO Oss Uden Veghel en VSO cluster 3 en 4. Deze partijen vormen een nieuwe rechtspersoon. Het nieuwe SVB geeft in de nabije toekomst toelaatbaarheidverklaringen af voor leerlingen die naar het VSO moeten. De beschikbare financiële middelen zijn bepalend voor het aantal toe te kennen verklaringen. De consequenties voor onze school zijn nog onduidelijk. Te verwachten is dat er leerlingen aangemeld gaan worden met een andere ondersteuningsbehoefte dan tot op heden. Het beleid rond deskundigheid en docentenondersteuning wordt daarop aangepast. 2. Niveaus van leerlingenzorg Iedere leerling verdient vanuit specifieke pedagogisch-didactische behoeften ondersteuning op eigen niveau. Wij hanteren vijf niveaus. Deze niveaus zijn binnen het hele Hooghuis afgesproken en vormen een doorgaand systeem met de gehanteerde ondersteuningsniveaus in het primair onderwijs. Niveau 1: Algemene ondersteuning in de groep (leerlingbespreking) De leerlingen in dit niveau ontvangen de gewone en alledaagse ondersteuning in de groep. In dit ondersteuningsniveau gaat het om goed onderwijs voor alle leerlingen: dus onderwijs dat is aangepast aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen (IOP). In de groep gaat de mentor/docent op een professionele manier om met de verschillen in kennis, vaardigheden, gedrag en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Afhankelijk van deze behoeften ontwerpt de docent een passend onderwijsaanbod voor de leerlingen. De docent neemt zelf beslissingen over deze algemene ondersteuning aan zijn/haar leerlingen. De verantwoordelijkheid voor deze algemene ondersteuning ligt bij de docent en de instructeur. Niveau 2: Extra ondersteuning in de groep (leerlingbespreking) In dit niveau gaat het om de extra ondersteuning die aan de leerling gegeven wordt in de groep door de docent. Het kan bij het bieden van deze extra ondersteuning gaan om individuele hulp bij een of meer vakken, om begeleiding van gedrag, de motoriek of om een combinatie van deze aandachtsgebieden. De docent zoekt in samenwerking met teamleider en zonodig
zorgcoördinator naar mogelijkheden om de lichte achterstanden/problemen van deze leerlingen te ondersteunen. De verantwoordelijkheid voor deze extra ondersteuning ligt bij de docent en de instructeur. De zorgcoördinator heeft een adviserende taak. Niveau 3: Speciale ondersteuning na intern onderzoek (via zorgadviesteam) Leerlingen in dit niveau worden door de eigen docent, door de zorgcoördinator of intern specialist van de locatie onderzocht en/of geobserveerd. Er wordt daarna door de mentor/docent/specialist een aanpassing in het Individueel Ontwikkelingsplan opgesteld waarin het probleem wordt omschreven, welke actie ondernomen wordt, wie de actie onderneemt en wanneer een evaluatie plaatsvindt. Beslissingen over de voortgang van deze speciale zorg worden op locatieniveau beheerd door de zorgcoördinator en dus niet alleen door de docent genomen en uitgevoerd. De afspraken worden ook op locatieniveau vastgelegd in het leerlingvolgsysteem (SOM). De ouders/verzorgers van de leerling moeten met inhoud en uitvoering van de extra zorg en het opgestelde plan akkoord kunnen gaan. Niveau 4: Speciale ondersteuning na extern onderzoek (via zorgadviesteam) Als in niveau drie onvoldoende hulp kan worden geboden en er over de aanpak van de leerling vragen blijven die de locatie niet kan beantwoorden kan de hulp worden ingeroepen van externe specialisten. Dit kan en mag pas gebeuren na schriftelijke toestemming van ouders/verzorgers. Op verzoek van de locatie doet de specialist een onderzoek/observatie. Naar aanleiding van die bevindingen stelt de mentor/docent in samenwerking met specialist of zorgcoördinator een begeleidingsplan op dat binnen de locatie wordt uitgevoerd. Beslissingen over de voortgang van deze speciale ondersteuning worden op locatieniveau en dus niet alleen door de docent genomen en uitgevoerd. De afspraken worden ook op locatieniveau vastgelegd in een leerlingvolgsysteem (SOM). De ouders/verzorgers van de leerling moeten met inhoud en uitvoering van de extra zorg en het opgestelde plan akkoord kunnen gaan. Niveau 5: De ondersteuning op externe locaties (via zorgadviesteam) Wanneer na onderzoek wordt geconstateerd dat voor de leerling onvoldoende hulp geboden kan worden in de niveaus 1 tot en met 4 wordt plaatsing in ander onderwijs of instelling gerealiseerd. Een externe plaatsing kan van tijdelijke aard zijn (bijvoorbeeld rebound). Na intensieve begeleiding elders wordt aan de hand van een plan en de evaluatie daarvan bezien of terugplaatsing kan plaatsvinden of definitieve doorverwijzing naar beter passend onderwijs. Externe zorg; de mogelijkheden: MEE: op gebied van begeleidingsadvies voor jongeren met een beperking. Maatschappelijk werk: voor hulp aan (probleem)gezinnen met (probleem)jongeren. Onze school betrekt de inzet van maatschappelijk werk via MEE. Deze personn vormt ook de schakel tussen de school en het casuïstiekteam van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). GGZ: voor specifieke ondersteuning op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. Leerplichtambtenaar: voor ondersteuning bij ongeoorloofd schoolverzuim. Politie: voor zaken op gebied van criminaliteit en geweld. Novadic/Kentron: voor (vermeende) problematiek rond verslaving. HALT: voor snelle aanpak van lichtere misdrijven. Bureau jeugdzorg (BJZ): voor aanpak van zware jeugd/gezinsproblematiek. Slachtofferhulp: voor opvang van slachtoffers na een misdrijf of ongeval. Raad voor de Kinderbescherming: voor hulp aan minderjarigen in een straftraject. Algemeen meldpunt kindermishandeling: voor crisis interventie in gezinnen, via BJZ.
Op onze school zijn 2 vertrouwenspersonen aanwezig. Deze kunnen het ZAT om anonieme informatie verzoeken. Alle nieuwe leerlingen ontvangen een brochure over de werkzaamheden van de vertrouwenspersoon en het zorgadviesteam (ZAT). 2.1. Werkwijze van de zorgniveaus en de leerlingbespreking. Bij toelating tot de school wordt aan iedere leerling een zorgniveau toegekend op basis van het toelatingsonderzoek. Gaandeweg de schoolloopbaan kunnen zich ontwikkelingen voordoen die het noodzakelijk maken het zorgniveau aan te passen. Aanpassing van de zorgniveaus gebeurt tijdens de leerlingbespreking of naar aanleiding van bespreking door het zorgadviesteam. Vanaf zorgniveau 2 worden er aanpassingen opgenomen in het IOP/zorg 4kant van de leerling (handelingsgerichte zaken). Tijdens de reguliere leerlingbespreking worden de zorgniveaus besproken en zonodig aangepast. Voor iedere groep zijn er jaarlijks 3 leerling-besprekingen: 1e bespreking: voortgang en evaluatie zorgniveau en IOP; beslismoment stage/vapa 2e bespreking: voortgang en evaluatie zorgniveau en IOP; beslismoment stage/vapa 3e bespreking: beslismoment voortgang volgend leerjaar en/of stageprognose
Aanwezigheid voor alle klassen: Bij de leerling-bespreking is de mentor, de zorgcoördinator en de orthopedagoog Aanwezig. Alle andere betrokkenen zijn ook welkom, maar zij leveren in ieder geval via SOM input voor de leerling-bespreking. De eindgroepen hebben 3 keer per jaar een integrale leerlingbespreking. Aanwezig: mentor, zorgcoördinator, extern betrokkenen (UWV, MEE) Voor SW kandidaten bestaat een individueel traject via de contactpersoon IBN.
Het inlichtingenformulier voor de leerlingbespreking. Als aanwezigheid bij de leerlingbespreking niet noodzakelijk is vult iedere betrokkene een digitaal inlichtingenformulier in (SOM). Op dit formulier noteert hij/zij de naam van de leerlingen waaraan hij les of instructie geeft en voorziet de mentor van de nodige informatie over de voortgang. Dit formulier wordt vóór de leerlingbespreking via de pc ingevuld. De mentor bespreekt iedere leerling aan de hand van het IOP (begeleidingsvierkant SOM), de inlichtingen van collega’s en zijn eigen bevindingen. Direct na de leerlingbespreking, wordt het plan aangepast. Dit gebeurt 3 keer per jaar. De (vernieuwde) plannen maken deel uit van de groepsmap waarin verwezen wordt naar SOM. 2.2. Leerlingbespreking en zorgadviesteam (ZAT) samenstelling en taken. Alle docenten/instructeurs kunnen via het zorgadviesteam (ZAT) verzoeken om extra ondersteuning. Extra ondersteuning dient digitaal te worden aangevraagd middels een standaard formulier. Dit aanvraagformulier wordt bij de zorgcoördinator ingeleverd. Aanvragen voor extra ondersteuning worden in het eerste ZAT overleg besproken1 en direct daarna teruggekoppeld naar de aanvrager en de mentor. De terugkoppeling bevat een wijzigingsvoorstel van het IOP en handelingsadviezen.
1
Bij calamiteiten komt het zorgadviesteam binnen één week in actie.
Iedere aanpassing dient te worden vermeld in het IOP (na de leerlingbespreking en/of na de bespreking in het ZAT). Ouders worden indien noodzakelijk van dit proces door de mentor op de hoogte gehouden. Het zorgadviesteam bestaat uit: De zorgcoördinator (voorzitter): de zorgcoördinator zit de leerling-besprekingen en de zat besprekingen voor. Hij wint informatie in en draagt zorg voor terugkoppeling naar de mentor en ondersteuningsaanvrager. Hij volgt de bijstellingen in het zorgplan en stelt de teamleider op de hoogte van hiaten in de voortgang. De zorgcoördinator onderhoud contacten met externe hulpverleners en instanties. Hij ziet toe op een adequate registratie in het IOP door mentoren en de orthopedagoog. Hij onderhoudt contacten met ouders/verzorgers. De psycholoog: de psycholoog onderzoekt de leerlingen waarvan geen adequate en recente testgegevens voorhanden zijn. Hij doet verslag aan de commissie van onderzoek (cvo) en geeft een advies over toelating tot onze locatie. Naar aanleiding van extra ondersteuningsaanvragen kan hij aanvullend onderzoek doen en handelingsadviezen formuleren. Hij onderhoudt contacten met ouders/verzorgers. De orthopedagoog: De orthopedagoog stelt de mentoren en collega’s op de hoogte van de dossiers van nieuwe leerlingen. De orthopedagoog maakt de aanzet van het IOP als een leerling is toegelaten tot onze locatie. Zij is aanwezig bij alle leerling-besprekingen en het zorgadviesteam. Zij geeft handelingsadviezen aan mentoren en aanvragers van extra ondersteuning en kan worden ingezet voor leerlingbegeleiding vanaf zorgniveau 3. Zij onderhoudt indien nodig contacten met ouders/verzorgers. De orthopedagoog is werkzaam in het dienstencentrum De locatiedirecteur of teamleider: De locatiedirecteur is adviseur en geeft mede richting aan begeleidingsadviezen. Hij is verantwoordelijk voor een herkenbaar ondersteuningssysteem op de locatie/in het team en ziet toe op een correcte uitvoering er van.
Het zorgadviesteam kan tijdelijk worden uitgebreid met: De schoolmaatschappelijk deskundige (op afroep): de schoolmaatschappelijk deskundige (de smd) bezoekt op advies van de Commissie van Onderzoek (CvO) de ouders van nieuw aangemelde leerlingen. De smd adviseert de CvO en het ZAT over externe hulpverlening en verzorgt de meldingen bij BJZ. Zij onderhoudt contacten met ouders/verzorgers en is de schakel tussen ZAT en CJG. De jeugdarts (op afroep) als het zorgadviesteam medische of fysieke problemen signaleert die extra aandacht behoeven wordt de jeugdarts van de GGD ingeschakeld (zorgniveau 4). Een stagiaire orthopedagogiek/psychologie van de universiteit (zo mogelijk). De logopedist (op afroep): de logopedist voert voornamelijk werkzaamheden uit op het gebied van taalactivering, mondelinge taalvaardigheid en sociale vaardigheidstrainingen aan individuele leerlingen en in groepsverband (niveau 1 en 2). Individuele logopedie (zorgniveau 3) houdt het uitvoeren van screeningsonderzoek en het formuleren van adviezen naar ouders/verzorgers en collega’s in. Een mentor (op afroep) De zorgmelder
Externe deskundigen (op afroep): het zorgadviesteam kan gebruik maken van deskundige ondersteuning buiten de locatie. Zie zorgniveau 4 en 5.
Ouders worden op de hoogte gebracht van bespreking van hun dochter/zoon in het ZAT. Als ouders niet akkoord gaan kan het ZAT anoniem spreken over een casus. Ouders zijn in de gelegenheid mondeling bezwaar te maken tegen adviezen/beslissingen van het ZAT. 2.3 De route voor aanvraag extra ondersteuning en tijdpad. Probleemsignalering Overleg met de mentor Aanvraag extra ondersteuning bij de zorgcoördinator (formulier) Formulering hulpvraag (door zorgmelder) en parafering mentor Bespreking zorgadviesteam Formulering van advies Terugkoppeling naar aanvrager2 en ouders Aantekening in IOP Evaluatie en bijstelling3 Afronding4
2
Begeleiding5: intern zorgniveau 3 handelingsadviezen orthopedagoog psycholoog logopedie schoolmaatschappelijk werk extern zorgniveau 4 MEE GGD BJZ maatschappelijk werk Leerplicht HALT Rebound etc…
Terugkoppeling binnen 1 week na zat bespreking of bij calamiteit binnen 1 week na aanvraag Evaluatie 3 weken na 1e advies of in eerst volgende zat bespreking 4 Afronding afhankelijk van evaluatie en begeleidingstraject 5 Afhankelijk van de problematiek kan een leerling tijdelijk of blijvend een ander zorgniveau krijgen 3
2.4 Ambulante begeleiding. Ambulant begeleiders stellen de leerling en de school centraal in hun ondersteuning. De school bepaalt de koers en deze wordt vastgelegd in een begeleidingsplan. De ambulant bewaakt de voortgang van uitvoering van het plan. Op 1-8-2014 vervalt de LGf. 3. Toelating en afwijzing. Informatie over onze school Ouders/verzorgers van nieuwe leerlingen worden in de gelegenheid gesteld zich op de hoogte te stellen van het praktijkonderwijs op het Hooghuis, locatie De Singel. In november is de informatieavond. In de periode januari t/m maart is er gelegenheid om de school te bekijken middels rondleidingen. Voor de nieuwe leerlingen wordt in maart een “PROefdag” georganiseerd met ’s avonds nogmaals een informatieavond voor ouders. Ook kunnen ouders verzoeken om een individueel gesprek. Regels voor toelating Een aanvraag voor onderzoek en toelating tot het praktijkonderwijs gebeurt door de ouders, of door een medewerker van een dienst of school namens de ouders. De aanvraag dient vóór 1 april te worden ingediend. De leerling dient voor 1 oktober minstens 12 jaar oud te zijn. Bij voorkeur is de leeftijd dan 13 jaar vanwege de stages vanaf het 3 e schooljaar. De aanvraag, d.m.v. een aanmeldingsformulier en een volledig ingevuld en ondertekent onderwijskundig rapport (model van het samenwerkingsverband 47.1), moet worden gericht aan de commissie van onderzoek, p/a Kapelaan Nausstraat 2, 5348 TH Oss. Zodra deze bescheiden zijn binnengekomen controleert de administratie deze op volledigheid. De schoolmaatschappelijk medewerker krijgt een bericht van aanmelding en kan 6 contact opnemen met de ouders/verzorgers voor het maken van een afspraak. Indien er geen gedegen psychologisch onderzoek jonger dan 2 jaar aanwezig is, krijgt de leerling die wordt aangemeld hiervoor een uitnodiging. Tevens doen alle aangemelde leerlingen mee aan het screeningsonderzoek7. De school waar de leerling op dat moment verblijft, moet samen met de ouders een onderwijskundig rapport maken. Na het onderzoek bespreekt de commissie van onderzoek of de leerling voldoet aan de wettelijke criteria voor het praktijkonderwijs. Tevens zal door de commissie een individueel ontwikkelingsplan8 worden opgesteld. Dit plan wordt door de zorgcoördinator met de ouders/verzorgers besproken en ondertekend. Vervolgens vraagt de commissie van onderzoek (cvo) via de permanente commissie leerlingenzorg (pcl) van het samenwerkingsverband (svb) een beschikking praktijkonderwijs aan de regionale verwijzingscommissie (rvc). Deze procedure duurt 12 tot 16 weken. Indien een leerling wordt afgewezen formuleert de commissie van onderzoek een advies voor beter passend onderwijs. Ouders/verzorgers worden daarvan direct op de hoogte gebracht en het dossier wordt retour gestuurd naar de aanleverende basisschool of doorgestuurd naar een andere Hooghuis locatie. 6
Indien het dossier aanleiding geeft (onduidelijk, sociaal emotionele problematiek, contact ouders-school, verzuimverleden) Een regionaal onderzoek naar intelligentie, leerachterstanden en sociaal-emotionele aspecten. 8 Het ontwikkelingsplan bevat adviezen op het gebied van aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en sociale competenties en mogelijkheden richting de arbeidsmarkt. 7
Redenen om leerlingen af te wijzen De commissie van onderzoek van locatie De Singel zal bij aanmelding het dossier beoordelen. Zorg kan niet geboden worden als blijkt dat de school onvoldoende voorzieningen kan treffen om adequaat tegemoet te komen aan specifieke hulpvragen. Dit geldt zowel voor de fysieke omgeving als voor de orthopedagogische en –didactische eisen die uit de hulpvraag voortvloeien. Dit ter beoordeling van de commissie van onderzoek. Indien er sprake is van een problematiek waardoor de veiligheid van de leerling zelf of die van medeleerlingen en/of van personeel in het geding komt, wordt de leerling niet toegelaten. Dit geldt ook voor gedrag waardoor anderen binnen de organisatie belemmerd worden in de onderwijsparticipatie. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om actingout-gedrag, problematisch gedrag ten gevolge van alcohol- of drugsverslaving of gedrag dat voortkomt uit psychiatrische problematiek waardoor een meervoudige behandeling plaats dient te vinden. Indien de school leerlingen afwijst zal zij de ouders wijzen op andere onderwijsvoorzieningen voor leerlingen met specifieke hulpvragen (arrangement op maat). Ouders/verzorgers worden in de gelegenheid gesteld tegen een afwijzing in beroep te gaan. Leerlingkenmerken Leerlingen mogen worden toegelaten als: - de totaalintelligentie tussen (55)60 en 75(80) ligt; de school hanteert bij voorkeur de wisc III9 intelligentietest - er een leerachterstand is van 3 jaar of meer op ten minste begrijpend lezen en/of inzichtelijk rekenen eventueel gecombineerd met technisch lezen en spelling - en/of het sociaal emotioneel functioneren de leerprestaties heeft beïnvloed - de leeftijd op 1 oktober in ieder geval 12 jaar of ouder is Praktijkonderwijs is een onderwijsvorm die bedoeld is voor leerlingen die niet, of nog niet, in staat zijn ander onderwijs met een diploma af te sluiten. Meestal is er wel sprake van ontwikkelingsmogelijkheden richting de arbeidsmarkt en een zelfstandig functioneren in de samenleving. Om dit alles te bereiken hebben de leerlingen praktijkgericht onderwijs nodig. De plaatsing van leerlingen op school Als blijkt dat praktijkonderwijs de meest geschikte onderwijsvorm voor deze leerling is, zal de leerling worden toegelaten en zullen de ouders/verzorgers zo spoedig mogelijk bericht ontvangen. Tevens ontvangen zij dan de nodige informatie. De route van plaatsing van leerlingen is als bijlage toegevoegd.
9
Voor toelating moet de school een vooraf door de cotan en de minister toegestaan onderzoeksinstrument gebruiken.
4. Zorg op maat De commissie van onderzoek (cvo) De commissie van onderzoek bestaat uit:
de zorgcoördinator (voorzitter) de psycholoog de orthopedagoog de schoolmaatschappelijk deskundige de jeugdarts (op afroep) een stagiaire van de universiteit de locatiedirecteur
De cvo bespreekt de aangemelde leerlingen, beoordeelt het dossier en besluit of een leerling toegelaten kan worden tot onze school. Daarnaast stelt de cvo het eerste IOP op en draagt er zorg voor dat de mentor op de hoogte wordt gesteld van dit plan. De cvo draagt tevens zorg voor een dossieronderzoek en maakt daarover afspraken met de school van herkomst van de leerling. De orthopedagoog coördineert deze dossieronderzoeken. Individuele Ontwikkelingsplannen (IOP) Voor elke leerling wordt er een IOP opgesteld. Daarvoor wordt het ondersteuningsvierkant in SOM gebruikt. De groepsmap Van iedere klas is er een groepsmap met de volgende inhoud: klassenlijst bijzonderhedenlijst lesrooster groepsafspraken en gedragsregels het zorgplan (dit plan) (verwijzing naar) IOP lege formulieren Deze groepsmap is bij de leerling-besprekingen aanwezig en is te vinden in het stamlokaal van de mentor. De speciale zorg voor leerlingen Voor elke leerling wordt een IOP opgesteld. Dit IOP wordt gedurende de schoolloopbaan van de leerling continu bewaakt en bijgesteld. Ouders/verzorgers worden door de mentor op de hoogte gehouden van dit ondersteuningstraject middels huisbezoeken en/of ouderavonden. Indien gedurende het verblijf op onze school blijkt dat er specifieke hulp geboden moet worden, dan zal dat geschieden in overleg met de ouders/ verzorgers. Binnen de school bestaat een zorgadviesteam (ZAT) dat de speciale zorg aanstuurt.
Op onze school zijn veel speciaal geschoolde medewerkers aanwezig om aan deze speciale zorg vorm te kunnen geven. De leerlingen kunnen op de volgende terreinen worden begeleid tot en met niveau 3: Orthopedagogische begeleiding (specifieke begeleiding op het gebied het zich welbevinden van de leerling) Orthodidactische begeleiding (specifieke begeleiding op onderwijsgebied) Interne begeleiding door de zorgcoördinator Mentor begeleiding Stage begeleiding Logopedische begeleiding Schoolmaatschappelijke begeleiding Psychologische begeleiding In samenwerking met MEE worden trainingen gegeven op het gebied van sociaal emotionele weerbaarheid en ontwikkeling Begeleiding op het gebied van beroepskeuze en vervolgonderwijs
van
Als de ondersteuning voor de leerlingen specifieke deskundigheid vraagt zullen wij ouders/verzorgers adviseren om ondersteuning buiten de school te zoeken (vanaf niveau 4). De school neemt initiatieven om deze externe ondersteuning te realiseren. Indien de school zware problematiek signaleert in de thuissituatie wordt een zorgmelding gedaan bij bureau jeugdzorg. Ouders/verzorgers worden daarvan op de hoogte gebracht. Spreekuren Regelmatig is er spreekuur met de politieadoptant van de gemeente Oss. Indien wenselijk is het mogelijk onze schoolmaatschappelijk deskundige te spreken. Voor het maken van een afspraak met de locatiedirectie/teamleiders kunnen ouders/verzorgers contact opnemen met de administratie van de school. Regelmatig houdt de jeugdarts van de GGD spreekuur. Leerlingen en ouders/verzorgers kunnen vooraf een afspraak maken via de schooladministratie. Coaching Met iedere leerling worden coachingsgesprekken gevoerd. De coach maakt een jaarrooster en communiceert dit met de leerling. De coaching zijn individuele gesprekken tussen de leerling en zijn/haar coach(mentor). Een coachingsgesprek duurt ongeveer 15 minuten. De leerling heeft een “Coachkaart”. Dit is een kaart die hij/zij zelf moet bewaren. Per jaar worden er 4 tot 6 gesprekken per leerling gevoerd. De coachkaart kan worden gebruikt als communicatiemiddel met de ouders. Video Incidenteel kan het voorkomen dat wij video opnames maken in de klas om ons onderwijs en de interactie met leerlingen te verbeteren. Als het hierbij gaat om individuele leerlingen wordt aan de ouders/verzorgers vooraf toestemming gevraagd. Het privacy protocol wordt strikt nageleefd. Op school is een gecertificeerde video interactie begeleider werkzaam.
Observatorium praktijkonderwijs. Onze school biedt aan scholen uit de regio een observatieperiode voor leerlingen van wie vermoedt wordt dat plaatsing in praktijkonderwijs wenselijk is. Deze observatoriumplaatsing is in een apart document (zie bijlage) beschreven en duurt maximaal 6 weken. Het samenwerkingsverband financiert 3 plaatsen per schooljaar. Gastleerlingen Regelmatig lopen leerlingen vast in hun school. Onze school biedt naast observatoriumplaatsen ook plaats aan gastleerlingen op basis van de volgende voorwaarden: - Er is plaats in klas en vakkenpakket - Er is een dossier aanwezig - Er vindt vooraf overleg plaats met de mentor en de vapa commissie - De locatiedirectie beslist of de gastleerling tijdelijk wordt geplaatst
Rots & Water. Besloten is om het Rots & Water programma in de breedte van de school te ontwikkelen en implementeren.
5. Dossiervorming: Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen Het leerlingvolgsysteem en de dossiervorming. Om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden wordt er door de mentor van de leerling een IOP (SOM) bijgehouden, eventueel in samenspraak met de locatiedirecteur en de interne zorgcoördinator. Deze gegevens, die een bundeling zijn van rapportage voor intern gebruik, kunnen tevens gebruikt worden als voorlichting naar de ouders. De dossiers met de schriftelijke gegevens van de leerlingen worden opgeborgen in een af te sluiten kast en zijn alleen toegankelijk voor derden na toestemming van de ouders/verzorgers. De ouders/verzorgers kunnen, na een schriftelijk verzoek, inzage krijgen in het dossier. Het individuele ontwikkelingsplan (IOP) Door de commissie van onderzoek wordt het eerste IOP opgesteld. In het plan wordt ten minste het volgende beschreven: de leerling-gegevens (naam, adres, woonplaats, geboortedatum en telefoonnummer). de onderzoeksresultaten (intelligentie en didactisch) overige onderzoeksgegevens handelingsadviezen algemene leerdoelen individuele leerdoelen Tijdens de schoolloopbaan worden de volgende onderdelen toegevoegd: bijgestelde leerdoelen de individuele keuzes in het vakkenpakket de stageverwachting na 2 leerjaren de uitstroomprognose de data van leerling-besprekingen de data van bespreekmomenten met ouders de adviezen van praktijkdocenten mbt de stage huisbezoeken Leerlingbespreking Locatie De Singel hanteert leerling-besprekingen met onderstaande inhoud: De algemene leerlingbespreking Drie keer per schooljaar worden alle leerlingen besproken. Tijdens deze besprekingen wordt de ontwikkeling van de leerling geëvalueerd. In het 2e leerjaar wordt de stagegeschikt besproken. Tijdens de 3e leerlingbespreking in het wordt de voortgang bepaalt en vastgesteld of de leerling voldoet aan de stagecriteria10. Daarvoor is een stagegeschiktheidsformulier beschikbaar. De bespreking in het zorgadviesteam Leerlingen van wie wordt vastgesteld dat de ontwikkeling 11 stagneert worden op voordracht van de mentor/docent besproken in het zorg advies team (zat).
10 11
Zelfstandigheid, veilig en schoon werken, kwaliteit leveren en oplossingen bieden, samenwerken, vriendelijk Zorgniveau 3 en hoger; zie 2.1. en 2.2.
Het oudergesprek. Om de ouders/verzorgers zo goed mogelijk op de hoogte te houden over de ontwikkeling van hun dochter/zoon, worden zij 2 maal per jaar schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek met de mentor. Het rapport (zo mogelijk vergezeld van certificaten) wordt besproken. Ouders worden op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen. Huisbezoeken In de periode van september tot en met december maakt de mentor een afspraak met ouders/verzorgers voor een huisbezoek. Het IOP en de leer- en gedragsontwikkelingen komen ter sprake. Ouderavonden Voor de ouders van de nieuwe leerlingen is er na de “PROefdag” een kennismakingsavond voor ouders. In het begin van het schooljaar is er een groepsouderavond voor alle klassen. De bedoeling van deze avond is om kennis te maken met de mentor van uw dochter/zoon. In april is er een informatieavond voor de ouders/ verzorgers van de leerlingen die stage gaan lopen. In april is er ook een informatieavond over het vakkenpakket en de leerlingwerkplaatsen. De informatieavond voor ouders/verzorgers en leerlingen die mee gaan doen met het project “Maak er werk van” vindt plaats als de financiering rond is. Voor de ouders/verzorgers en schoolverlaters is er in januari een voorlichtingsavond. Verschillende instanties worden hiervoor uitgenodigd om informatie te geven over de mogelijkheden van de schoolverlater en welke hulp er eventueel na de schoolperiode nog geboden kan worden. Ieder jaar kan een speciale thema ouderavond worden georganiseerd. Incidentele gesprekken Regelmatig vinden er op onze school gesprekken plaats tussen ouders/verzorgers, docenten, instructeurs, teamleiders en/of de locatie directie. Naar aanleiding van incidenten of uit interesse over het verloop van de schoolontwikkeling. De school werkt hier redelijkerwijs te allen tijde aan mee. 6.
Evaluatie en bijstelling.
Naar aanleiding van evaluatie en werkervaringen wordt het zorgplan bijgesteld.