Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
“Zonder omwegen” een kwalitatief onderzoek naar het bereik van Nederlandstalige cursisten voor ‘taal’ en ‘rekenen’.
rapportage bevraging
1
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Inleiding
rapportage bevraging
2
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Voorwoord
De cursist van het Centrum voor Basiseducatie. In Vlaanderen zijn 29 Centra voor Basiseducatie actief. Zij verstrekken onderwijs aan laaggeschoolde volwassenen. Zo'n 15 à 18% van de volwassen Vlaamse bevolking (700 000 à 850 000 volwassenen) heeft vandaag moeite om mee te kunnen in onze maatschappij. Laaggeletterdheid en laaggecijferdheid zorgen er voor dat de kenniskloof en de digitale kloof groot is. De Centra voor Basiseducatie bestaan vijftien jaar. Ze hebben de opdracht om deze kloof te verkleinen. Daarom bieden ze diverse opleidingen aan: taal, rekenen, ICT en maatschappijoriëntatie. Cursisten worden er begeleid door gespecialiseerde lesgevers. Er is tijd en aandacht voor extra ondersteuning. Er zijn cursussen op verschillende niveaus, zowel overdag als 's avonds. De cursussen bieden ook doorstroommogelijkheden naar verdere studie of beroepsopleiding. De centra werken hiervoor nauw samen met andere opleidingsverstrekkers. Tijdens deze cursussen leren en verbeteren de Centra voor Basiseducatie die basiscompetenties die elementair zijn om te functioneren in de brede leef- en maatschappelijke wereld. In dit traject staat de cursist centraal en verhoogt men de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van de cursist. Elke cursist wordt begeleid vanuit zijn reële mogelijkheden naar een maximaal leerresultaat.
De bereikbaarheid van de cursist. De drempel om een cursus ‘taal’ of een cursus ‘rekenen’ te volgen bij een Centrum voor Basiseducatie is hoog. Daarvoor moet een Nederlandstalige volwassene immers van zichzelf erkennen dat hij laaggeschoold is en dat ook nog eens durven benoemen. Zo leert de ervaring in de werking van de Centra voor Basiseducatie. rapportage bevraging
3
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Het is dus een hele uitdaging om deze 15 tot 18% van de volwassen Vlaamse bevolking te bereiken. Hoe ze beter bereikt kunnen worden, is voorwerp van dit onderzoek. Om dit onderzoek te realiseren, staken de Centra voor Basiseducatie in de provincie Antwerpen de handen in elkaar. Zes centra werkten aan dit onderzoek mee: Open School Antwerpen Open School - Noord-Antwerpen Open School - Centrum voor Basiseducatie Heist o/d Berg–Lier-Mechelen Centrum voor Basiseducatie - Noorderkempen Centrum voor Basiseducatie - Zuiderkempen Centrum voor Basiseducatie - Klein-Brabant - Rupelstreek – Vaartland Deze centra waren al een hele tijd erg benieuwd naar het beeld van cursisten op hun organisatie en naar wat hen de drempel deed overstappen om bij hen in te schrijven. Door huidige cursisten hierover te bevragen wilden de centra twee resultaten bereiken. In hun hunker naar kwaliteitsverbetering, willen ze de bemerkingen van de cursisten omzetten naar een verbeterde marketing- en communicatieaanpak en naar een verbeterd onthaal en begeleiding. Bovendien willen de centra hun collega’s van de welzijnsdiensten en het sociaalcultureel veld, maximaal kunnen laten profiteren van de resultaten van dit onderzoek. Ook deze organisaties onthalen en begeleiden deze doelgroep, ambiëren evenzeer een kwaliteitsverhoging van hun werk en zijn doorverwijzers voor de opleidingen van de centra.
Ontvanger – boodschap – zender. De kernvraag van dit onderzoek is hoe potentiële cursisten voor de cursus ‘taal’ en ‘rekenen’ kunnen bereikt worden. In feite gaat dit over communicatie. In communicatie staan drie peilers centraal: de zender, de boodschap en de ontvanger. In de dagdagelijkse werking van de centra is er rapportage bevraging
4
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
sprake van een voortdurende wisselwerking tussen de cursist-ontvanger, het centrumde zender en de boodschap. Met de feedback van de ontvanger past de zender zich weer aan en vice versa. Heel wat minder evident is het om effectieve communicatie te voeren met de onbekende potentiële cursist. Deze potentiële Nederlandstalige cursist is ‘de ontvanger’ van de communicatie over het cursusaanbod en de centra. En in een zekere zin is de tussenpersoon die de cursist in contact brengt met de centra ook een ontvanger. De Centra voor Basiseducatie, de zenders, communiceren geregeld over hun aanbod. De zender en/of de boodschap zijn voorlopig evenwel onvoldoende om een groot bereik van de laaggeschoolde Vlaming te verkrijgen, althans voor de lessen taal en rekenen. In dit onderzoek werd vooral gepeild naar de klant en zijn of haar beleving, drive of integendeel de hinderpalen om zich in te schrijven voor twee specifiek omschreven cursussen. Het ging om een klantbevraging, geen aanbodsevaluatie of tevredenheidsanalyse. Het aanbod, de twee cursussen bestaan en zullen niet geschrapt worden uit het aanbod. De manier waarop Basiseducatie en de cursussen gepresenteerd worden of de manier waarop toegeleid wordt naar dit aanbod kunnen veranderen. Dat was dus wel voorwerp van de bevraging. Om de potentiële cursist beter te leren kennen, wordt een bevraging bij de huidige cursisten opgezet. Het onderzoek wil nagaan hoe de ontvanger, de potentiële cursist, zijn wereld beleeft. Welke drempel hij ervaart om een cursus taal of rekenen te starten. Deze analyse kan conclusies opleveren die leiden tot aanbevelingen om de boodschap of om de zender aan te passen. Het onderzoek gaat er immers van uit dat niet de ontvanger maar de zender (en zijn boodschap) verantwoordelijk is voor het resultaat van de communicatie. De analyse van de ontvanger is deel 1 van het onderzoek. De communicatieboodschap gaat over de promotie die de Centra voor Basiseducatie voert. Dit tweede deel van het onderzoek wordt opgedeeld in drie delen. De ’plaats’ van de communicatie; het communicatie’middel’ en de communicatie‘inhoud’. Daar waar eerder onderzoek zich uitspreekt over het communicatiemiddel en de inhoud, is dit onderzoek gericht op de belevingswereld van de cursist en de bevindingen die kunnen leiden tot een verbetering van de boodschap en de centra.
rapportage bevraging
5
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
In deel 3 van het onderzoek gaan we na wat eventueel verbeterd kan worden aan de zender: het aanbod en de werking van de Centra voor Basiseducatie zelf. Wat kan veranderd worden om een goede werving en informatie op te zetten voor die klantgroepen die de centra meer en beter willen bedienen. Voor we van start gaan met de drie peilers ontvanger-boodschap-zender, beschrijft dit rapport eerst het verloop en de aanpak van het onderzoek. Aan het einde van het rapport blikken we terug op het opzet om het bereik voor de cursussen taal en rekenen in kaart te brengen. In het besluit vatten we alle bevindingen samen. Een aantal aanbevelingen maken de overslag van ‘beschouwen’ naar de ‘praktijk’ terug. We nemen ze graag mee naar onze praktijk en geven ze spontaan door aan al wie hier ook iets mee aan kan. Veel leesgenot!
rapportage bevraging
6
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Situatieschets
In de sector van de Vlaamse basiseducatiecentra leefde de wens om een ruime bevraging van hun cursisten op een professionele manier op te zetten. Op dat ogenblik was er niet echt ervaring, know how of materiaal voor handen om zulke bevraging op te zetten. Tijdens twee trainingsdagen, kregen de centra handvaten aangereikt om zelf een bevraging van hun gebruikers te kunnen uitvoeren. Ze gingen naar huis met achtergrond en tips voor een degelijke voorbereiding, de uitvoering, verwerking en terugkoppeling naar de bevraagde klantgroep. De zes centra voor basiseducatie in de provincie Antwerpen, wilden graag een stap verder zetten. Samen. Samen een bevraging uitwerken, afzonderlijk uitvoeren en terug samen verwerken. Ze dienden een project in bij het Provinciebestuur van Antwerpen en kregen met de goedkeuring subsidies waarmee ze het project konden financieren. We vonden het immers niet zo makkelijk om te weten hoe we cursisten konden bereiken. Zeker de autochtone cursisten bij wie de taal- en rekenvaardigheden ontbreken om hun mannetje te staan in de samenleving. We wisten wel hoe moeilijk het voor hen was om de stap te zetten naar een cursus, maar de precieze triggers en de aantrekkingskracht van dit soort cursus, wilden we meer onder de loupe nemen. De andere cursussen met andere klantgroepen, die trekken met relatief weinig promotie voldoende klanten aan. Met een stuurgroep van zes mensen en een externe deskundige gingen we aan de slag. We wilden weten hoe we het aanbod NT1 en Rekenen beter bekend konden maken. Welke promotieboodschap, welke kanalen en welke middelen het meest succes zouden boeken.
rapportage bevraging
7
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
En we wilden graag kennis over klantenbevraging in huis halen zodat we ’t in de toekomst zelf opnieuw konden organiseren over andere items en met andere klantgroepen. We waren ook benieuwd naar de gemeenschappelijke kenmerken en de verschillen tussen de centra. Wij denken dat een provinciale aanpak, dit wil zeggen, een werkgroep met medewerkers uit de verschillende centra basiseducatie van de provincie Antwerpen een meerwaarde betekent: meer overleg, leren van de verscheidenheid van de regio’s, meer ‘gedragen’ en verspreide deskundigheid. Uit gesprekken met cursisten, uit publicaties over promotie voor moeilijk bereikbare doelgroepen, wisten we dat de klantgroep zelf heel wat informatie kan leveren om promotieacties beter te laten verlopen. Als ervaringsdeskundigen weten zij het best hoe iemand van de doelgroep benaderd moet worden, zij weten welke argumenten nodig zijn om iemand te overtuigen om een cursus te volgen, … Met andere woorden, zij dringen het best door in de klantgroep waar leden van een andere sociale klasse geen toegang toe krijgen. We wilden daarom onze klantgroep bevragen over hun informatiebehoeften, mediagebruik en communicatieproducten- en strategieën. Dat kon ons bijzonder nuttige informatie opleveren. De verkregen informatie na de bevraging wilden we bundelen in een rapport. Dat brengt de kennis over het proces en de resultaten gebundeld en overzichtelijk samen. Dat rapport willen we gebruiken in onze centra en aan collega’s bezorgen die met een zelfde klantgroep of aanbod werken. We dachten dat veel van deze informatie van nut zou zijn voor openbare besturen en andere instanties, ook zij ervaren moeite om verdoken doelgroepen te bereiken met klassieke informatiekanalen. We zullen niet nalaten onze resultaten en kennis met hen te delen door een brochure met nuttige tips aan hen aan te bieden.
rapportage bevraging
8
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Verloop en aanpak van het onderzoek.
Een stuurgroep en medewerkers. Heel het bevragingsproces werd gestuurd door zes vertegenwoordigers van elk van de Centra voor Basiseducatie uit de provincie Antwerpen. Deze stuurgroep formuleerde de uitgangsvragen voor het onderzoek, werkte de voorbereiding van de bevraging uit, coördineerde de bevraging ter plekke, rapporteerde en besprak de bevindingen en las het rapport en aanbevelingen grondig na. Zij zijn de dragers van het onderzoek. Elke vertegenwoordiger rapporteerde aan het eigen centrum of nam bedenkingen, feedback of vragen van het centrum mee naar de stuurgroep. Een externe deskundige begeleidde deze stuurgroep van bij de startvraag tot het rapport. Op 17 februari ‘05 kwamen we een eerste keer samen. Daarna volgden drie intensieve samenkomsten om heel de bevraging op te zetten en drie samenkomsten om de verwerking, bevindingen en aanbevelingen te bespreken. In een aantal centra werden collega’s betrokken bij dit proces, in andere centra werkten ze alleen mee aan de uitvoering van de bevraging en nog elders werkte de coördinator de bevraging alleen uit. Tussen elke samenkomst werkten de stuurgroepleden afgesproken opdrachten uit. Daar waar er feedback van medewerkers werd gevraagd, werd die meegenomen naar de volgende samenkomst of tussenin per mail of telefonisch uitgewisseld. Waar nodig werd de bevraging bijgestuurd.
rapportage bevraging
9
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Vooraf ingebouwde thematisering en verwerkingscategorieën. Het onderzoek is gebaseerd op een bevraging van cursisten. Om de verwerking van deze bevraging te vergemakkelijken, maakte de stuurgroep vooraf een indeling in thema’s en categorieën. Op basis van een format voor een marketing- en communicatieplan, bekeken we welke thema’s relevant waren om een beeld te krijgen van een beter bereik van de potentiële cursist. Hier legden we de onderwerpen van bestaand onderzoek naar communicatie-inhoud en -middelen naast. Daar waar we informatie misten of daar waar we de relevantie voor deze bevraging noodzakelijk vonden selecteerden we de bevragingsonderwerpen. We gingen de stappen na van een potentiële cursist zodat we alle elementen die van invloed zijn op inschrijfgedrag in rekening konden nemen. Ook zijn interne processen en zijn sociaal gedrag werd daardoor mee onderwerp van bevraging. We konden hierbij vooronderstellen omdat we deze klantgroep al jaren kennen. We verdeelden de taken en elk centrum brainstormde over mogelijke vragen voor één bepaald onderdeel. Het geheel werd voorgelegd en doorgekauwd tot een eerste versie toonbaar was. We hadden nu een bevraging voorliggen met vooraf ingebouwde thematisering en verwerkingscategorieën.
Een kwalitatieve bevraging In dit onderzoek wordt nagegaan wat een potentiële Nederlandstalige cursist nodig heeft om zich in te schrijven voor een cursus taal of rekenen. Hiervoor wordt doorgevraagd naar feiten maar evenzeer naar belevingsaspecten. Er werd nadrukkelijk gekozen voor een kwalitatief onderzoek. We kozen er voor om cursisten persoonlijk en open te bevragen. We gaan de stappen van de cursist na van voor hij zich inschrijft tot na de lessen, van zijn innerlijke processen tot zijn uiterlijk sociaal gedrag. We hebben er heel bewust voor gekozen om heel verscheiden om te gaan met de modaliteiten voor de bevraging, zolang dezelfde inhoud en verwerking gehanteerd zou worden. Zo kwam rapportage bevraging
10
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
ieder centrum met de eigen mogelijkheden tot zijn recht. En zo konden we nadien ook de voors en tegens en de ervaringen uitwisselen. Omdat de onbereikte potentiële cursist moeilijk kan meewerken aan dit onderzoek, werden bestaande cursisten van de cursussen ‘rekenen’ en ‘Nederlands moedertaal’ bevraagd. Elk centrum zocht naar een zo groot mogelijke representativiteit en trachtte zo veel mogelijk bevraging te organiseren. In totaal kregen 115 cursisten van ‘rekenen’ en ‘Nederlands eerste taal’ een diepteinterview. Dit onderzoek is niet gericht op kwantitatieve gegevens, wel op een kwalitatieve bevraging. In dit rapport worden opvallende tendensen beschreven. Gedetailleerde cijfergegevens waren geen doel van dit onderzoek. De bevraagde klantgroep werd per centrum afgebakend. Elk centrum besliste hoeveel cursisten bevraagd konden worden, maar met een minimum van 10. In totaal werden 115 cursisten bevraagd. In een kwalitatief onderzoek is de rol van de interviewer van invloed op de antwoorden. De gegevens in dit onderzoek zijn gekleurd door een aantal aspecten die onlosmakelijk samenhangen met de interviewer. Een coördinator die verder van een cursist af staat zal andere antwoorden krijgen dan de lesgever van dezelfde cursist. We bespraken daarom wie de interviews best afnam: de cursusbegeleider heeft als voordeel dat hij de groep kent en er vertrouwen is. De coördinator heeft als voordeel dat hij en de cursist wat van een afstand kan kijken en de cursist ervaart meer het belang van zijn bijdrage voor Basiseducatie. Elk centrum kreeg de vrije keuze over de interviewer. De persoonlijkheid en de communicatievaardigheden van de interviewer zijn eveneens van invloed. Omgaan met open vragen is niet evident. Het spreekt de interviewer aan op zijn vermogen om door te durven doorvragen. Een aantal geschreven tips bij elke vraag en uitwijkmogelijkheden naar meerkeuzevragen, vingen de moeilijke momenten voor de interviewer voor een deel op. Sommigen houden zich sec aan de vragenlijst, anderen durven doorvragen ook wanneer een onderwerp gevoelig lag of stellen gerichte bijvragen om meer interessante informatie te bekomen. Elke interviewer gaat anders om met de open en persoonlijke vragen die de stuurgroep vooropstelde. Ze confronteren de interviewer met de mate waarin we interne processen van cursisten durven laten benoemen en emoties of vooroordelen kunnen opvangen. rapportage bevraging
11
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
We zagen dat niet iedereen daar even ver in wou of kon gaan en merkten dat dit evenzeer geldt voor de begeleidingen van een cursus. We besloten om iedereen te laten interviewen zoals hij zich als interviewer het best voelt. Bijna alle bevragingen gebeurden mondeling, soms werd na het gesprek samen de bevraging ingevuld, soms deed een cursist dat zelf of soms deed de bevrager het voor de cursist aan de hand van zijn notities. Tot slot besliste de stuurgroep om per centrum na te gaan welke meerwaarde een bevraging in groep dan wel individueel zou hebben. Sommige bevragingen gebeurden volledig in groep of volledig individueel, andere bevragers verkozen een combinatie van de twee omwille van de aard van de vragen. turnhout geel willebroek kapellen mechelen antwerpen totaal
bevraging in groep
%
11
15
11
6
18
13
74 64,35
individueel
16
16
0
9
0
0
41 35,65
totaal
27
31
11
15
18
13
115
100
Ook de cursist en de thematiek kleuren de resultaten van het onderzoek. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp is het antwoord vervormd. De persoonlijkheid van de cursist, de persoonlijke dan wel groepsbenadering tijdens het interview, het intermenselijk contact met de interviewer bepalen mee de antwoorden van de cursist.
De plaats van de cursist in het onderzoek Toen de eerste bevragingsversie voor ons lag, hebben we ons bezonnen over de manier waarop we vragen stellen en de bevraging presenteren aan de cursist. We merkten dat we ongewild de cursist tot lijdend voorwerp van de bevraging hadden gemaakt terwijl we de eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van een cursist hoog in het vaandel schreven. De vragen werden opnieuw bekeken en aangepast, vanuit de ogen van een klant die ons iets te leren had. En we voegden per onderdeel toe hoe we open en evenwaardig konden presenteren wat we wilden weten en waarom we iets vroegen. Een voorbeeld: we wilden weten op welk plaatsen we best promotie voerden over de cursussen. In de eerste versie vroegen we zonder meer “Waar voel je je goed, thuis, op rapportage bevraging
12
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
je gemak? En hoe geraakte je op die plek?”. Na bespreking kreeg de interviewer de instructie “Leidt dit thema in door te zeggen waarom je dit soort vragen gaat stellen. Je wil zicht krijgen op alle kanalen (plaatsen)) die ZIJ geschikt vinden om reclame te maken. Dat houdt in dat je meer kanalen zal oplijsten dan degene die zij geschikt vinden (bvb. kan het zijn dat ze in de voetbalclub helemaal geen reclame van basiseducatie willen zien en daar goede redenen voor aandragen). Je wil ook zicht krijgen op de middelen (media). Daarvoor wil je graag weten hoe ze zich zelfstandig informeren. De vraag werd dan: “Zijn er plaatsen waar je graag komt? Waar? Wie komt daar zoal? Hoe heb je die plek leren kennen? Komen daar mensen die misschien ook een cursus bij ons willen volgen? Zou je dit goed vinden? Naar welke plaatsen ga je alleen naar toe?”
Verwerking. Elke bevraging werd individueel ingevuld en nadien gebundeld per cursusgroep en per centrum. De gegevens werden anoniem verwerkt. De input gebeurde in een vooraf opgemaakt verwerkingsformat bestaande uit objectieve gegevens van de bevraging(sgroep) en de afgebakende deelonderwerpen. De bevrager voegde per onderdeel zijn of haar bevindingen of opmerkingen toe: over het gesprek, over de resultaten en over de manier waarop bevraagd werd. Deze bundels werden samengebracht in één document, de eerste versie van het rapport. Op deze manier konden we verschillen per subgroep bekijken, net zoals de regionale verschillen. Maar het was ook mogelijk om algemene tendensen te kunnen zien. De bevindingen van de interviewers werden in elk centrum besproken. Verslag van dit gesprek werd toegevoegd aan de notities in de verwerkingsformats. Naast de feitelijke antwoorden, konden we daarom vrij efficiënt voor elk onderdeel de bevindingen toevoegen. Dat maakte ook de stap naar aanbevelingen makkelijker. Alle ingrediënten voor werving en promotie voor NT1 en rekenen worden afzonderlijk behandeld in een drieledige rapportagestructuur: de ontvanger, de boodschap en de zender. Per item zal duidelijk aangegeven worden waar het verschil ligt per deeldoelgroep. Daar waar verschillen per centrum merkbaar zijn, worden die afzonderlijk weergegeven. rapportage bevraging
13
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De potentiële cursist ‘de ontvanger’ 1. Sociotype van de promotiegroep 2. Over de drempel gestapt 3. Intermediaire partners van de huidige cursisten 4. Potentiële intermediaire partners -
Personen die volgens cursisten het meest geschikt zijn als verwijzer.
-
Personen waarmee de cursist over de cursus praat of aan wie hij raad vraagt bij beslissingen.
-
De cursist als doorverwijzer
rapportage bevraging
14
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De eerste peiler van dit onderzoek zet de potentiële cursist centraal. Hij is de ontvanger van de communicatie over het aanbod en de werking van de Centra voor Basiseducatie. De kenmerken van de ontvangers zijn verschillend, want persoonsgebonden. Beschouwen we de groep cursisten, zijn er zeker ook gelijkende kenmerken te vinden. Deze kenmerken beschrijven we in dit deel van het rapport. Ze geven indicaties over hoe de boodschap en de zender bijgestuurd kunnen worden. Eerst beschrijft dit rapport het sociotype van de promotiegroep. Vervolgens geeft het een analyse weer van de drempel die een potentiële cursist te overschrijden heeft om zich in te schrijven voor een cursus. Ten derde wordt de intermediaire partner in de kijker gezet. Hij is degene die de potentiële cursist over de drempel helpt. De intermediaire partner is bijgevolg mede ‘ontvanger’ van de communicatie over aanbod en werking.
1. Sociotype van de promotiegroep turnhout geel willebroek kapellen mechelen antwerpen
totaal
%
9
7,83
bevraagde doelgroep
rekenen laag
5
2
2
0
0
0
hoog
2
4
2
4
6
5
23 20,00
NT1 laag
3
10
5
5
5
5
33 28,70
NT1 hoog
17
15
2
6
7
3
50 43,48
totaal
27
31
11
15
18
13
mannen
7
4
6
3
8
2
30 26,55
vrouwen
20
27
5
12
10
9
83 73,45
totaal
27
31
11
15
18
11
rekenen
rapportage bevraging
115
113
100
100
15
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
< 21j
0
0
0
0
0
0
21-40j
7
1
3
3
11
3
28 24,78
40-65j
20
28
8
9
7
7
79 69,91
0
2
0
3
0
1
6
5,31
27
31
11
15
18
11
113
100
>65j totaal
0
0,00
In deze bevraging kwamen meer dan twee derde cursisten uit de cursus Nederlands moedertaal, autochtone cursisten die onvoldoende vlot kunnen lezen en schrijven. Bijna één derde van de bevraagden komt uit de rekencursus.
Eén vierde van de ondervraagde cursisten is van het mannelijke geslacht. Drie vierde van de bevraagden is ouder dan 40 jaar. We bakenden samen de instapniveaus van de cursussen af: er bleek immers een verschillende interpretatie te bestaan over een hoog en een laag instapniveau van rekenen of van lezen/schrijven. De cursussen hebben naargelang het centrum ook verschillende namen en soms ook instapniveaus. We hanteerden volgende indeling: rekenen met een laag niveau zijn cursisten die bewerkingen tot het getal 100 kunnen uitvoeren. Cursisten met een hoog niveau rekenen kunnen boven het getal 100 rekenen. Cursisten Nederlands moedertaal met een laag niveau zijn cursisten die niet zelfstandig kunnen lezen of schrijven, hoog niveau zijn cursisten die wel zelfstandig lezen en schrijven. Twee derde van de bevraagde cursisten situeert zich op een hoog niveau rekenen of taal, één derde op een laag niveau.
Bevindingen. We maakten vooraf een aantal indelingen. Zo wilden we een zo groot mogelijke representativiteit verkrijgen. Tegelijk wilden we hiermee de verwerking van de bevraging vooraf al ordenen. We verwerkten de antwoorden per cursusgroep en per rapportage bevraging
16
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
instapniveau. Zo konden we opmerkelijke verschillen benoemen in de promotiegroepen en tussen de verschillende centra. Er zijn opvallend veel gelijkenissen tussen centra onderling. Voor de gehanteerde indelingen is er geen onderscheid te vermelden. Enkel voor een aantal specifieke onderdelen is een geografisch onderscheid te maken zoals bvb. de gefrequenteerde plaatsen en de voorkeuren voor mediakanalen. Leeftijdscategorieën, gender en de cursus spelen in de resultaten van deze bevraging nauwelijks een rol. Naarmate het onderzoek vorderde werd een zeer duidelijke differentiatie merkbaar in het instapniveau van de bevraagde doelgroepen: een laag instapniveau van rekenen of een laag instapniveau in taal antwoordt opmerkelijk anders dan de cursisten uit een hoog instapniveau. Dat verschil beschrijven we hier. Het zal van groot belang worden voor een gedifferentieerde promotiebenadering. De autochtone groep cursisten voor rekenen en taal splitst zich in twee duidelijk te onderscheiden groepen op. Wanneer gevraagd werd naar hun beleving voordat ze zich in een cursus inschreven, waren de antwoorden verschillend naargelang het instapniveau. De bevraging zelf verliep ook heel anders bij cursisten met een laag dan wel hoog instapniveau. Wanneer portretten werden voorgelegd van de huidige promotiecampagne en hun mening werd gevraagd, reageerden hoog en laag instapniveau anders. De ‘laag’ instapniveau cursisten uit rekenen en taal hebben de bevraging emotioneel beleefd. Zij ervaren hun vaardigheidstekort als een ‘probleem’. Het zijn gekwetste mensen met een laag zelfbeeld. Ze hebben schrik om bekenden tegen te komen, om uitgelachen te worden, om opnieuw te falen. Deze cursisten blijven meestal met schaamte en angst zitten, ook na vele jaren, ook na het volgen van de lessen, ook na een doorstroom naar een hoger niveau. De ‘hoog’ instapniveau cursisten hebben veel minder schroom en angst. Hun zelfbeeld is duidelijk hoger. Ze ervaren hun vaardigheidstekort als een functioneel tekort en de bevragingen verliepen in een meer ontspannen sfeer.
rapportage bevraging
17
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
2. Over de drempel gestapt Vragen en feiten Om na te gaan wat potentiële cursisten over de drempel haalt, vroegen we hen onder andere naar hun interne processen, voor ze zich effectief inschreven. Het kwam in de beschrijving van de lage en hoge instapniveaus al ter sprake. Het gespreksonderwerp en de vragen waren: •
Wat houdt mensen tegen om in te schrijven of wat doet mensen toch die stap zetten. Hier willen we een goed zicht op krijgen. (De interviewer vraagt door op het zelfbeeld van de cursist)
• •
Heb je je meteen ingeschreven of heb je er eerst een tijdje over nagedacht? Heb je geaarzeld? Mag ik je vragen wat je deed twijfelen? Zou je ons kunnen helpen door te zeggen waarom sommige mensen blijven twijfelen en zich niet echt inschrijven volgens u?
•
Wat was dan de belangrijkste reden voor u om u in te schrijven? Wat zou dat voor u betekenen in uw leven toen?
•
Wat was het laatste zetje waardoor je je inschreef: iets dat je tegen jezelf zei? Of iemand die je aanmoedigde? Weet je wat anderen over de streep zou kunnen halen?
•
Wat was eigenlijk uw drive om u in te schrijven, wat zou er in uw leven gaan verbeteren?
Bijna alle cursisten waren betrokken bij dit onderwerp. Ze waren blij dat ze er over konden praten tijdens het interview en meestal ging dat spontaan. Het onderwerp blijft echter gevoelig liggen: het ontbreken van essentiële vaardigheden om zich te handhaven in de samenleving weegt. De meeste laag-niveau cursisten dachten dat ze alleen stonden met hun probleem. Veel van deze cursisten verwoorden gevoelens van angst, schrik, beschaamdheid. De angst en beschaamdheid richt zich in de eerste plaats naar de buitenwereld “ze zullen
rapportage bevraging
18
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
met me lachen”. Alle leugens zijn daarom goed om hun onkunde te verdoezelen. Sommigen durven daarom soms zelfs geen folders meenemen. Evenzeer is er beschaamdheid en schuldgevoel tegenover zichzelf. Hun laag zelfbeeld is en blijft erg hardnekkig. De angst en schaamte belemmeren hen om er over te praten. Het houdt hen tegen om een stap te zetten. Die eerste stap zetten, kost velen nog steeds veel moeite en emotie. De verhalen hoe moeilijk het is om de stap te zetten, kwamen onmiddellijk boven. “Wanneer cursisten voor de eerste keer aan onze deur aanbelden (omdat ze een af een afspraak voor een intake hebben) ervoeren ze dit opnieuw als een serieuze drempel. Ze keren soms op hun schreden terug als ze aan de deur staan.“
Bevindingen Een aantal interne processen loopt gelijk voor alle cursisten, maar het is opmerkelijk dat de drempel lager ligt voor cursisten met een hoog instapniveau dan voor hen met een laag instapniveau. Bij de meeste cursisten van een hoog instapniveau verloopt de stap om zich in te schrijven sneller, met minder twijfel en angst. Een cursist met laag instapniveau heeft er meestal meer moeite mee. Hij wacht veel langer, soms doet hij er jaren over om zich in te schrijven. De beleving van de drempel, de schaamte of angst is erg groot bij deze groep. Onvoldoende vaardig zijn in rekenen en taal is een nog steeds een taboe dat weegt. Cursisten geven zelf de argumenten aan die hen de drempel helpen overschrijden: ze wensen een persoonlijke benadering zonder omwegen en een positief maar duidelijk beeld van de opbrengst van de cursus. In het rapport wordt hierop verder doorgegaan onder het deel waarin de communicatie-inhoud wordt beschreven. •
Persoonlijk en zonder omwegen aangesproken worden over hun lees- en schrijfprobleem door iemand uit hun omgeving, ervoeren ze als positief.
•
De grootste opbrengst voor cursisten is het verhoogd zelfvertrouwen. Dat geldt zowel voor hoog als voor laag instapniveau.
rapportage bevraging
19
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
•
Cursisten uit het lager instapniveau zeggen zich vooral aangesproken te voelen door concrete resultaten en vooruitgang te zien bij anderen. Hun belangrijkste motieven om deel te nemen zijn: zelfstandiger worden, minder afhankelijk.
•
Cursisten uit een hoger instapniveau geven als belangrijkste motief ‘iets bijleren’ aan. Voor velen is het zelfs gelijk wat. Zij vinden het aspect van ‘gratis
•
cursussen’ belangrijk. 45plussers kunnen zeggen dat ze ’t vroeger niet geleerd hebben, dat vergemakkelijkt de eerste stap. Degenen die jonger zijn kunnen dat niet zeggen.
3. Intermediaire partners van de huidige cursisten De eerste stap via de intermediaire partners van de cursist. Een belangrijk onderdeel van de bevraging was te weten wie of wat hen de stap naar Basiseducatie deed zetten. We vroegen het hen en peilden onder andere naar hun intermediaire partners. Deze partners zijn in de eerste plaats partners van de potentiële cursist, zij die in hun netwerk vertoeven. Voor Basiseducatie zijn zij de personen bij uitstek om de potentiële cursist te kunnen bereiken. •
•
Je volgt cursus X. Ben je opzoek gegaan naar een organisatie die zo’n cursus gaf. Of hoorde je of las je over deze cursus en dacht je: dat is wat ik zoek? Hoe heb je cursus X leren kennen? Hoe heb je Basiseducatie leren kennen? (Weet je nog wat er over cursus X gezegd/ geschreven stond?)
•
Iemand vertelde mij over deze cursus of over basiseducatie -
buurtwerk:....
-
stadsdienst:.....
-
werkgever: ….
-
mutualiteiten:....
-
iemand van de VDAB: ….
-
OCMW:....
-
dokter:....
-
Familie, kennissen:.....
rapportage bevraging
20
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
-
Andere nl. : ......
Deze persoon kende Basiseducatie / cursus X van … / Ik weet niet hoe deze persoon Basiseducatie/cursus X kent. Deze persoon heeft mij voldoende informatie gegeven over basiseducatie/cursus X. Hij/zij vertelde mij het volgende: ....... Heeft niet veel verteld maar een folder/artikel/ … (schrappen wat niet past of invullen) laten lezen of meegegeven. Hij/zij vertelde mij het volgende: .......
Cijfers en bevindingen. 90% van de cursisten zette de stap naar een cursus in Basiseducatie nadat ze aangesproken werden door een intermediaire partner. Opvallend weinig cursisten gaan zelf actief op zoek gaan naar een middel of naar informatie om zich te bekwamen. Deze 10% gaat zowel over cursisten met een laag als met een hoog instapniveau. Op de vraag of ze de stap zetten via mediapromotie dan wel via een tussenpersoon, antwoordt 60% (en soms meer dan 90%) dat ze zich inschreven omdat een intermediaire partner hen doorverwees. 10% tot 60% maakt bovendien nog eens gebruik van visuele promotie. De bevragers stipten aan dat de intermediaire kring van een aantal cursisten bijzonder klein is. Behalve de familie, de buurvrouw en de winkel hadden sommigen nauwelijks menselijk contact. Het Centrum voor Basiseducatie was voor deze cursisten de enige uitbreiding van hun beperkt netwerk. In de bevraging is geen verschil merkbaar tussen cursisten die op een laag niveau of een hoog niveau instappen. Beiden groepen worden evenzeer gestimuleerd door intermediaire partners. Er is ook geen verschil tussen de soorten intermediaire partners naargelang het instapniveau. Vandaar wordt het totaaloverzicht gepresenteerd. 72% van de cursisten benoemden de intermediaire partners die hen over de drempel hielpen naar een cursus in Basiseducatie.
rapportage bevraging
21
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
intermediaire partners totaal per turnhout geel willebroek kapellen mechelen antwerpen
intermedi
air
%
familie en directe kennissen
8
16
5
5
VDAB
3
5
2
1
werkgever
1
1
11 13 4
2
4
5
6
7
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2 2
stadsdienst
41 49
8 10
vocans OCMW
5
1
ACW: leerwijzer,
1
2
2
1
1
1
politie
1
Openbaar
Psychiatrisch Ziekenhuis buurtwerk
1
tweede kans onderwijs
mutualiteiten
2
1
3
4
1
1
3
4
1
1
2
2
1
1
1
3
1
4
5
16
29
1
dokter
1
andere cursist van CBE
1
1
mensen van CBE die op de markt stonden een andere cursus op CBE totaal aantal
antwoorden: rapportage bevraging
10
9
10
9
83 100 22
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Bijna de helft van de cursisten zet de stap naar basiseducatie door het duwtje in de rug van de eigen vertrouwde kring van familieleden en kennissen. De intermediaire partners die met ‘werk’ te maken hebben, waren voor bijna een derde van de cursisten een opstap naar basiseducatie. Het is opmerkelijk dat diensten en organisaties die geregeld in contact komen met potentiële cursisten zoals sociale diensten van de overheid, buurtwerk, tweede kansonderwijs … toch maar 16% van de cursisten toeleiden naar Basiseducatie. De medische sector (mutualiteit en dokter) wordt ook vermeld als intermediaire partner. Tot slot is de intermediaire partner ook in Basiseducatie zelf aanwezig: andere cursisten, begeleiders, goede ervaringen in een andere cursus van het centrum. De cijfers ‘andere cursisten’ zullen in de praktijk hoger liggen: hier werden ze enkel genoteerd wanneer ze afzonderlijk werden vermeld in de bevraging. In toelichtingen echter merk je dat cursisten via een andere intermediaire partner werden doorverwezen maar dat die partner zelf cursist was of is.
4. Potentiële intermediaire partners. Vragen naar wie hen het laatste zetje gaf om zich in te schrijven, geeft al een goed beeld welke intermediaire partners een belangrijke rol spelen. We wilden graag een uitgebreid en zo volledig mogelijk beeld krijgen van deze intermediaire groep. Daarom vroegen we de cursisten waar en bij wie ze zich thuis voelen. Onder de titel ‘Je thuis voelen’ stelden we hierover een aantal vragen. In dit rapport rangschikken we thematisch. Nadien formuleren we de bevindingen voor de potentiële intermediaire partners.
rapportage bevraging
23
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Personen die volgens cursisten het meest geschikt zijn als verwijzer. Wat zijn volgens jou goede doorverwijzers naar Basiseducatie? Wie zouden voor jou goede doorverwijzers kunnen zijn? -
Bij wie voel jij je het meeste op je gemak? Bij wie kan jij jezelf zijn?
-
Met wie kan je het beste praten?
-
Waar ben je het liefste? Waar ben jij op je gemak?
-
Hoe denk je dat dit komt?
-
Noem eens 3 redenen totaal Gezin en familie Partner
7
De kinderen
3
Thuis, het gezin
4
Familie of een familielid
12
Werkgerelateerde diensten Werkgever, op het werk, ploegbaas,
%
26
20
21
16
16
12
15
11
6
personeelschef, mensen van beschutte werkplaats Vocans
1
VDAB, ArbeidsTrajectBegeleiding, werkwinkel,
9
werkwijzers van VDAB, Vitamine W RVA
1
vakbond
4
Basiseducatie en hun cursisten Andere (of ex-) cursisten
7
In de cursus, in Basiseducatie, bij de
9
begeleider(s) Vriend of vriendin
rapportage bevraging
15
24
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Medische sector: huisarts, dokter
11
apotheker
1
Onderwijs een psycholoog of psychiater (mogelijk via school)
12
9
11
8
18
14
3
de juf/school van de kinderen
5
Leerwijzer, Tweede Kans Onderw, andere
3
lesgevers Sociale diensten OCMW
11
sociale dienst mutualiteiten, Begeleid
8
wonen, vluchthuis, sociale verenigingen, JAC, buurthuis, ombudsdienst sociale huisvesting handelaars
5
4
5
4
3
2
1
1
Café, kapper, wereldwinkels, winkels, Krantenwinkel Informatieve diensten organisaties die informatie geven, baliepersoneel in de post, in de bank, in de bib, in ‘t gemeentehuis
verenigingen Hobby club, KWB, jeugdbewegingen buren Totaal aantal verwijzers
rapportage bevraging
1
133
100
25
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Ook bij deze vraag is het duidelijk dat het gezin, de familie en de directe kennissen de belangrijkste intermediaire partners zouden kunnen zijn, het gaat alles samen over 31% aan wie men vertrouwen geeft. Zoals bij de effectieve verwijzers voor de bevraagde cursisten, komen de werkgerelateerde diensten op de tweede plaats met 16%. Mensen in een zelfde situatie zoals andere cursisten zijn goed voor 12%. De cursisten geven verschillende redenen op om deze intermediaire partners in vertrouwen te nemen. Net zoals bij de partners die hen effectief doorverwezen, nemen ze deze mensen vooral in vertrouwen omdat ze zich thuis voelen, appreciatie en motivering krijgen, respect en begrip opbrengen en omdat ze over ervaringen van anderen (of zichzelf) kunnen vertellen. -
Omdat ik ze goed ken en vertrouw, geborgen voel, veilig
-
Omdat ik me op mijn gemak voel bij hen
-
Omdat ik hier volledig mezelf kan zijn, doen en laten wat ik wil
-
Omdat ze me kennen, kennen mijn karakter, kennen mijn achtergrond:
-
Omdat we weten wat we aan elkaar hebben, goed overeenkomen score 22
-
omdat ze me kunnen verder helpen
-
omdat ik er mee over mijn probleem kan praten en ze dat begrijpen
-
Omdat ik me begrepen voel
-
omdat het in ’t voordeel van mijn kind op school is
-
omdat ze tijd hebben voor mij
-
omdat ze me kunnen troosten
-
omdat ze dezelfde problemen hebben (lezen&schrijven, eenzaamheid)
-
omdat het van hetzelfde niveau is
-
Omdat we op dezelfde golflengte zitten
-
omdat ze gewoon doen
-
omdat er al eens gelachen wordt
-
Omdat ik me niet moet schamen
rapportage bevraging
score 12
score 9
26
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Personen waarmee de cursist over de cursus praat of aan wie hij raad vraagt bij beslissingen. Zijn dit ook de mensen die jou het meeste kunnen helpen als je een beslissing moet nemen? -
Heb je deze mensen verteld dat je bij ons les ging volgen?
-
Wie weet er nog meer dat je bij ons les volgt?
-
Met wie praat je over basiseducatie? Met wie niet? Hoe komt dat, denk je?
-
Vraag je bvb. aan je dokter iets dat niet echt met uw gezondheid heeft te maken? totaal % Vriend of vriendin
16
13
Iedereen of veel mensen
14
11
(iemand van de) familie
14
11
Partner en/of kinderen
13
10
Niet met de dokter
13
10
dokter
11
9
(iemand op het) werk
8
6
niemand
7
6
OCMW
6
5
Andere cursisten
4
3
Hun doorverwijzer
4
3
buur
4
3
vereniging
2
2
Niet mijn schoonouders
2
2
Niet in de vereniging
2
2
Niet met de buren
2
2
Niet de baas
1
1
Niet met vrienden
1
1
Niet de school v de
1
1
0
0
kinderen De school van de kinderen
125 100
rapportage bevraging
27
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
77% van de bevraagde cursisten praat over zijn bijscholing of bespreekt moeilijke beslissingen met anderen. 23% praat er met niemand over, een vierde van de cursisten heeft dus geen gesprekspartner voor deze onderwerpen. Vrienden, familieleden, partners en kinderen, directe kennissen scoren ook hier weer het hoogst als intermediaire partner. Wanneer we een opdeling maken naar intermediairen met wie de cursist wél of juist niet praat over de bijscholing of moeilijke kwesties, maakt de directe kring van de cursist bijna de helft uit van degenen met wie ze praten.
Aantal positieve indicaties
Aantal negatieve indicaties totaal %
Iedereen of veel mensen
14
totaal % 15 <-- niemand
7 24
> (iemand op het) werk
8
8 <-- Niet de baas
1
3
> Partner en/of kinderen
13
14
0
(iemand van de) familie
14
15 <-- Niet mijn schoonouders
2
7
Vriend of vriendin
16
17 <-- Niet met vrienden
1
3
dokter
11
11 <-- Niet met de dokter
> > >
13 45
Andere cursisten
4
4
0
Hun doorverwijzer
4
4
0
OCMW
6
6
0
De school van de kinderen
0
0 <-- Niet de school v de
1
3
2
7
2
7
> kinderen vereniging
2
2 <-- Niet in de vereniging >
buur
4
4 <-- Niet met de buren >
96 100
rapportage bevraging
29 100
28
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Op het werk zullen meer cursisten wel of net niet over de cursus praten of raad vragen, terwijl de dokter vaak genoemd wordt als gesprekspartner maar in meer antwoorden negatief scoort om de bijscholing te bespreken of om raad te vragen over niet medische thema’s. We vroegen ons af wat er voor zorgt dat een cursist er met intermediairen over praat en wat hen tegenhoudt. De cursist praat er (met hen) over wanneer ze op een positieve geïnteresseerde manier benaderd worden. Als de intermediaire partner hen vragen stelt, interesse betoont en luistert. “Als ik daar complimenten over krijg geeft dat weer moed om verder te gaan”. Het persoonlijke en vertrouwelijke van het gesprek is ook belangrijk “ik praat er over als zij ook over zichzelf praten”. De cursist is gevoelig voor een gelijkwaardige benadering die ze aanvoelen “als ze respect hebben voor wie ik ben” en “het niet hoog in hun bol hebben”. Tot slot legt de cursist nadruk op zijn eigen beslissingsrecht “ik vraag raad, maar ik beslis wel zelf” en “ik praat er over omdat ik fier ben op mezelf”. Er worden heel wat redenen aangehaald waarom er niet over gesproken wordt, vooral door die groep die er met niemand over praat. De hoofdreden is dat ze “bang zijn om uitgelachen te worden” en “omdat ik beschaamd ben over mijn lees- en schrijfproblemen”. Er wordt ook een niveauverschil ervaren door de cursist wat hem een gevoel van onbegrip geeft “ze zijn slimmer, hebben gestudeerd en kunnen me dus niet begrijpen”. Andere redenen liggen in dezelfde lijn: “omdat dat mensen afschrikt als ze dat weten”, “omdat ik me dan minder waard voel dan zij”, “omdat ik bang ben dat er over mij geroddeld wordt”, “omdat hen dat niet interesseert”.
De cursist als doorverwijzer •
Spreek jij zelf andere mensen aan om bij ons les te volgen?
-
Zo ja, wat vertel je hen dan als eerste? Hoe overtuig je hen om de stap te zetten?
-
Zo niet, wat houdt je tegen?
-
Maak je wel eens reclame voor basiseducatie? Hoe dan? Bij wie?
-
Nee? Hoe zou je dat kunnen doen?
rapportage bevraging
29
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
•
Zou je zelf een doorverwijzer kunnen zijn.
-
Zou je willen reclame maken voor Basiseducatie of mensen doorverwijzen?
-
Wat heb je nodig om dat te doen?
Een kleine 30% wil niet mee werken aan de promotie van basiseducatie. Bijna altijd heeft dit te maken met hun zelfbeeld en het beeld van anderen op hen: ze hebben schrik van de reacties bvb. “ik denk dat ze negatief zouden reageren”, “…dat ik uitgelachen word”, “dat er geroddeld wordt” of “anders lachen ze mijn kind uit op zijn school”. Of nog: “Het is gevoelig is, iedereen reageert anders, het moet fatsoenlijk uitgelegd worden”. Velen zeggen angstig en beschaamd te zijn. Ze voelen zich ‘anders’. “In mijn leefwereld ben ik een buitenbeentje”, “neen, mijn vrienden zijn geleerd”, “het zijn hooggeschoolde mensen”. Tot slot zijn er cursisten die geen promotie wensen te maken gewoon omdat ze weinig of geen sociale contacten hebben “ik ken niet echt mensen”, “ik kom nergens”. Ruim 70% van de cursisten wil graag promotie maken voor basiseducatie. Van deze groep zegt een derde overal promotie te willen maken. De anderen differentiëren de groepen bij wie ze dat wensen te doen. Bijna een vierde wenst promotie te voeren bij collega’s en op het werk, een vijfde bij vrienden en kennissen. Ongeveer 10% zou basiseducatie bij familie en evenveel bij de buren willen promoten. De voorkeur gaat uit naar een gesprek als promotiemiddel. Daarvoor, zeggen ze, hebben ze drie zaken nodig: informatie, hun verhalen en hun ervaring. De vraag naar de aanleiding tot een promotiegesprek, levert de volgende gegevens op. Ruim een derde promoot basiseducatie en vertelt over de eigen ervaring wanneer ze merken dat “anderen het ook een beetje moeilijk hebben”. Wanneer het gesprek toevallig in die richting gaat, wanneer de cursist ervaart dat de ander interesse in hem betoont, wanneer de cursist de ander al wat kent en zich er goed bij voelt zijn ook valabele aanleidingen, goed voor 10% elk. Maar ook zonder enige aanleiding uitkomen voor zijn opleiding, gebeurt in 10% van de situaties. School of bijscholing, eigen ziekte, problemen van de gesprekspartner, het Wablieftkrantje kunnen ook wel eens aanleiding geven tot een gesprek over de eigen bijscholing.
rapportage bevraging
30
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Enkele cursisten stellen voor om een voordracht of infodag te geven waar zij eventueel vanuit hun ervaring kunnen en praten over basiseducatie en het reilen en zeilen van de lessen kunnen toelichten. Gedrukt promotiemateriaal mag bij een gesprek of een voordracht absoluut niet ontbreken. Ze verkiezen bijna allen een folder. Slechts één cursist denkt dat een folder niet werkt. Sporadisch vermelden cursisten een affiche als promotiemiddel, ze wensen die thuis op te hangen of net niet thuis maar op andere plaatsen. Een cursist stelt voor om kaartjes van het centrum met het telefoonnummer te gebruiken als promotiemiddel, een andere om bedrukte balpennen te gebruiken. De inhoud en vorm van de boodschap worden verder in dit rapport besproken.
Bevindingen De intermediaire partners zijn erg gevarieerd. Een aantal tendenzen zijn erg duidelijk: de directe kring van cursisten en personen uit de ‘werk’sfeer scoren het hoogst. Hulpverleners met een werkgericht of inkomensgericht doel scoren ook erg goed. Daarnaast valt het op dat bijna één vierde van de cursisten nauwelijks een netwerk of vertrouwenspersoon heeft. Het gesprek is het belangrijkste promotiemiddel voor cursisten. Het eigen gezin, de familie en directe kennissen of vrienden zijn de belangrijkste intermediaire partners die een potentiële cursist naar basiseducatie verwijzen. 31% noemt hen de beste verwijzers. Deze directe kring van de cursist zijn in 50% ook degenen met wie ze over hun cursus praten, bij wie ze zich thuis voelen en aan wie ze moelijke beslissingen voorleggen. Niemand zegt dat deze groep niet aanspreekbaar is of zou zijn, terwijl er voor andere intermediairen ook wel tegenindicaties genoemd worden. Een aantal bevragers hebben de indruk dat de kinderen van cursisten potentiëel goede verwijzers zijn. Als cursisten zelf zouden verwijzen, zegt één derde dat ze dat vooral in de eigen kring van kennissen, buren, vrienden en familie wil doen. Vergelijken we deze cijfers met de eigenlijke verwijzer van de bevraagde cursist, dan scoort de vertrouwde kring van familieleden en kennissen bijna de helft. rapportage bevraging
31
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Op de tweede plaats komen werkgerelateerde diensten als beste doorverwijzers, ze zijn goed voor 16%. 8% van de cursisten praat over de eigen bijscholing op het werk of vraagt hen om raad. Als cursisten zelf zouden verwijzen zou bijna één vierde dat via zijn werk willen doen. Nochtans is bijna één derde van de bevraagde cursisten zelf in basiseducatie terecht gekomen via werkgerelateerde intermediaire partners. In het Centrum voor Basiseducatie en bij andere cursisten voelt men zich ook thuis. Ze worden met 12% aangestipt als beste doorverwijzers voor potentiële cursisten. De bevraagde cursisten vermeldden dat zijzelf in 8% van de gevallen, in de betrokken cursus terecht kwamen na verwijzing door een begeleider, andere cursus of een cursist. In werkelijkheid zal het cijfer hoger liggen, her en der wordt er in gesprekken naar verwezen, maar de cijfers voor ‘andere cursisten’ werden niet systematisch genoteerd. 77% van de bevraagde cursisten praat over zijn bijscholing of bespreekt moeilijke beslissingen met anderen. 70% van de cursisten wil zelfs actief ingezet worden om mensen door te verwijzen. De bevragers bevestigden dit: ze merkten op dat cursisten met een hoog instapniveau weinig of geen bezwaar maakten om promotie te voeren. Cursisten met een laag instapniveau hebben het er moeilijker mee, willen dit eventueel wel, maar liefst niet alleen, wel in groep. Als slechts 8% via basiseducatie of andere cursisten verwezen wordt naar de taal- of rekenlessen en 70% actief wil werven, ligt hier een verder te exploreren promotiekanaal. Sociale diensten hebben 16% van de bevraagde cursisten toegeleid naar basiseducatie. En in 14% zou de cursist deze diensten inderdaad ook aanraden als verwijzer. Vooral het OCMW wordt in beide situaties genoemd. Als een cursist praat over zijn opleiding of raad vraagt doet hij dat slechts in 6% van de situaties met een sociale dienst, er wordt zelfs geen andere dienst dan het OCMW vernoemd. De medische sector, en dan vooral de huisarts, is in 9% van de situaties de beste verwijzer volgens de bevraagden. Zelf zijn ze in 5% van de gevallen terechtgekomen in de lessen via de medische sector, maar bijna uitsluitend via de mutualiteit. Zij die met vertrouwenspersonen over de lessen of over moeilijke beslissingen praten, vermelden de huisarts 11 keer op honderd. Evenveel cursisten geven echter aan dat ze liefst niet rapportage bevraging
32
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
met hun huisarts vertrouwelijk praten. Wanneer hen gevraagd wordt wie ze zeker niet zouden aanspreken, wordt de huisarts in 45% van de gevallen genoemd. Dit cijfer is misschien wat vertekend omdat de ‘huisarts’ expliciet in de vragen werd vermeld. Onderwijsinstellingen scoren even hoog als de medische sector (8%) wanneer we de beste verwijzers vragen. Zelf werden cursisten maar in 4% van de gevallen doorverwezen via onderwijs met name via tweede kans onderwijs. Als ze zelf verwijzen is onderwijs en bijscholing een goed forum, zeggen cursisten. Niet alle cursisten hebben zulke vertrouwenspartners. Eén vierde van de cursisten (23%) praat met niemand over zijn bijscholing of over moeilijke beslissingen. De hoofdreden is dat hun zelfbeeld erg laag is. Dat vinden we ook terug in het aantal cursisten dat anderen wil aanspreken om de lessen te volgen. Een kleine 30% wil niet meewerken aan de promotie van basiseducatie. Ook hier geven cursisten argumenten aan die te maken hebben met hun zelfbeeld en het beeld van anderen op hen. Een aantal zeggen weinig of geen sociale contacten te hebben. 70% wil dat net wel graag doen en vinden zichzelf daar geschikt voor vanuit hun achtergrond en ervaring. De bevragers geven aan dat heel wat cursisten geen taboe meer hebben, dat ze fier zijn omdat ze les volgen en de lessen als een verrijking zien naast hun andere hobby’s. Een bevinding van de bevragers zelf is dat cursisten met een hoger instapniveau sneller geneigd zijn zelf te willen optreden als verwijzer. “Zij zullen er sneller over praten, omdat hun schaamte en frustraties lager liggen dat bij cursisten met een laag instapniveau”. De voorkeur gaat uit naar een gesprek als promotiemiddel. Maar een gedrukt document zoals een folder is in een groot deel van de situaties een welkom bijkomend hulpmiddel. Ook hier weer hebben de bevragers de indruk dat een gesprek het enige promotiemiddel wordt naarmate het instapniveau van de cursist lager is: “niveau 1 cursisten zullen niet afgaan op folders of affiches, enkel op een gesprek”. Vertrouwensrelaties zijn gebaseerd op een aantal expliciete waarden en gedragingen van de intermediaire partner. Wanneer vertrouwen aanwezig is krijgt de intermediaire
rapportage bevraging
33
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
partner validiteit als doorverwijzer en kan de cursist openlijk over moeilijke situaties of over zijn bijscholing praten. Of ze nu zelf doorverwezen werden, de ‘betere verwijzers’ benoemen of zichzelf als verwijzer omschrijven, het komt altijd neer op dezelfde waarden en gedragingen. Vertrouwensvolle partners geven hen het gevoel zichzelf te mogen zijn, geven hen appreciatie voor wat ze kunnen of doen, tonen interesse, brengen respect en begrip op en brengen met een zekere kwetsbaarheid een zelfde ervaring in beeld. Dat uit zich in een houding van de vertrouwenspersoon én in de gespreksinhoud. Daarop wordt verder doorgegaan in dit rapport wanneer we het hebben over de communicatieboodschap.
rapportage bevraging
34
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De promotieboodschap voor de lessen rekenen en taal. 1. Promotie plaats 2. Promotie vorm en middel 3. Promotie inhoud
rapportage bevraging
35
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
In het eerste deel, onderzochten we de beleving van de cursist. Wat hem tegenhoudt of stimuleert om de stap te zetten naar een cursus taal of rekenen. Het werd duidelijk dat niet enkel de cursist maar ook een aantal prominent aanwezige intermediaire partners belangrijke medeontvangers van communicatie zijn. Het zijn zij die in de meeste gevallen het laatste duwtje geven om zich in te schrijven. In het tweede deel onderzoeken we de promotieboodschap zelf. We weten al dat herkenning en respect in de boodschap van belang zijn, we weten ook dat een gesprek het meest effectieve promotiemiddel is en dat drukwerk ondersteunend werkt. Daarom gaan we in dit deel na: -
wat de meest geschikte omstandigheid of plaats is waar de communicatie plaats vindt
-
welke vorm en middelen aanspreken
-
welke inhoud het meest effect heeft
1. Promotie plaats
Uit het vorig deel kunnen we concluderen dat intermediaire partners het promotiekanaal bij uitstek zijn. De plaatsen waar potentiële cursisten en hun intermediaire partners elkaar ontmoeten, zijn erg geschikt voor promotie. Toch wilden we graag een volledig beeld krijgen van alle mogelijke promotiekanalen. We wilden de ontmoetingsplaatsen van cursisten leren kennen, plaatsen waar ze zich thuis voelen en dus de juiste sfeer aanwezig is om lessen rekenen en taal ter sprake te brengen. Of net niet. Want we wilden zicht krijgen op alle plaatsen die ZIJ geschikt vinden om reclame te maken. In een deel van het interview vroegen we naar deze promotieplaatsen.
rapportage bevraging
36
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
•
•
•
Zijn er plaatsen waar je graag komt? -
Waar?
-
Wie komt daar zoal?
-
Hoe heb je die plek leren kennen?
-
Komen daar mensen die misschien ook een cursus bij ons willen volgen?
-
Zou je dit goed vinden?
-
Naar welke plaatsen ga je alleen naar toe?
Heb je een hobby? -
Komen mensen met deze hobby soms ergens samen?
-
Ga je daar naartoe? Waarom wel? Waarom niet?
-
Is dat leuk?
-
Zoek je soms informatie op over je hobby?
-
Probeer volledig te zijn: waar en wat?
-
Krijg je daarbij hulp of doe je dat alleen?
-
Zitten er in die hobbyclub soms mensen die basiseducatie niet kennen?
Wat doen je kinderen, je partner, vriend of vriendin zoal in hun vrije tijd? -
Ga je soms mee? Doe je soms mee? Help je soms mee?
-
Lees je soms iets over hun bezigheden? Wat, wanneer en waarom?
-
Zoeken jij of je partner of je kinderen er soms iets over op?
-
Denk je reclame over basiseducatie via de vrije tijd van familie of vrienden kan helpen?
•
•
Zijn er plaatsen waar je sowieso af en toe MOET komen? -
Wat ga je daar doen?
-
Neem je soms informatie mee?
-
Wat neem je zoal mee?
-
Waarom neem je het mee?
Zegt er soms iemand: ‘hé dat moet je eens lezen’ of ‘hé daar moet je eens naar toe gaan’? Wie en waarover?
•
Je krijgt 500 folders van basiseducatie. Waar zou je die in je gemeente leggen?
•
Waar neem jij folders mee?
rapportage bevraging
37
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Waar cursisten graag komen Op de vraag waar cursisten graag komen, komt een uitgebreid spectrum aan plaatsen in beeld: winkels, plaatsen waar onderwezen wordt, dorpshoreca, hobby- en sportclubs… Plaatsen waar de hobby en vrije tijd in groepsverband plaats vindt, scoort met 30% zeer hoog. Ook winkels zijn gegeerde plaatsen met 19%. In Geel wordt de kringloopwinkel meermaals genoemd. Opvallend veel cursisten zijn met sport bezig namelijk 17%. Cafés en horecazaken scoren ook hoog met 11%. En tot slot vallen plaatsen met een feestelijke sfeer op: feestmarkten, danscafés … zijn goed voor 8%. Cursisten vertoeven graag op plaatsen waar ze anoniem kunnen zijn. 54% van de genoemde plaatsen biedt die anonimiteit. Vooral winkels en winkelstraten scoren goed. De topper in deze lijst zijn markten, rommelmarkten en feestmarkten. In de andere helft (46%) van de genoemde plaatsen zoekt de cursist bekenden op. Sportclubs, hobbyclubs, cafés en dorpshoreca en andere ontmoetings- en vooral verenigingsplaatsen worden in 2/3 van de antwoorden opgesomd. Daarop volgen plaatsen die een leeromgeving bieden zoals school, tweedekansonderwijs, bloemschiklessen, lessen in een cultureel centrum. Een enkeling antwoordt “bij vrienden thuis”, “kinderen” of “familie”, deze antwoorden komen enkel in Geel en Turnhout voor. In Turnhout spreken enkelen het eigen isolement uit: “ik voel me alleen in mijn eigen huis goed” komt daar in de antwoorden voor, net zoals “ik kom nergens graag”. Er is een opvallende afwezigheid van sociale en culturele diensten, enkel het cultureel centrum wordt in Geel, Antwerpen en Turnhout vermeld en het buurtwerk wordt één maal vernoemd.
Wanneer gevraagd wordt waarom cursisten precies daar graag zijn, benadrukt 39% de verscheidenheid aan publiek. 16% zegt daar graag te komen omdat de eigen familie en
rapportage bevraging
38
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
vriendenkring aanwezig is. Slechts 11% geeft aan dat ze daar graag komen omdat ze er mensen met een zelfde nood als zijzelf ontmoeten.
Cursisten leerden deze plaatsen kennen door mondelinge promotie (75%) en door schriftelijke reclame (25%). De mondelinge promotie is voor 59% door familie, vrienden en kennissen gebeurd. Cursisten denken dat deze plaatsen ook door andere –potentiële- cursisten gefrequenteerd worden. ja
72
misschien
16
neen
13 100
Ze zeggen allemaal dat ze het positief zouden vinden dat deze potentiële cursisten lessen taal of rekenen zouden komen volgen. Slechts één cursist nuanceert dit door te zeggen dat “die persoon dan wel best in een andere lesgroep zit”. Dus: volgens dit bevragingsonderdeel zouden drie plaatsen in aanmerking komen voor promotie: plaatsen voor hobby, vrije tijd en sport; winkels en markten; cafés en horecazaken. Eventueel kan ook gedacht worden aan plaatsen met een leeromgeving.
Waar cursisten in hun eentje naar toe gaan. hobby
26
winkels en markt
18 enkel in Antwerpen, NT1 laag
nergens
15 niveau
dokter
9
overal
9
bib
3
gemeentehuis
3
rommelmarkt
3
rapportage bevraging
39
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
scholen
3
terrasje
3
wandelen met hond
3
werk
3
ziekenkas
3 100
Net zoals de lijst van plaatsen waar cursisten graag komen, scoren plaatsen voor hobby en vrijetijdsbeoefening het hoogst in plaatsen waar ze alleen naar toe gaan. Winkels als tweede plaats heeft een zelfde gelijkenis. Vervolgens zeggen cursisten alleen op stap te gaan naar plaatsen die maar zelden overeen komen met plaatsen waar ze graag komen. Opvallend is de hoge score (15%) van het antwoord “ ik ga nergens alleen naar toe”, een antwoord dat enkel gegeven wordt in Antwerpen, én door cursisten met een laag instapniveau voor de taallessen. Dus: ook hier zouden we kunnen concluderen dat promotie best gevoerd wordt op plaatsen voor hobby, vrije tijd en sport en in winkels en op markten. Eventueel kan ook de dokterswachtzaal aangewend worden.
Meer informatie over de hobby’s van cursisten. Hobby’s en vrije tijdsbesteding scoren tot nu hoog in de reeks plaatsen waar cursisten graag komen en alleen naar toe gaan. We vroegen dus verder door op de hobby’s die ze hebben. (Samen) fietsen; wandelen (met de hond/zoon) scoort het hoogst. Net zoals vissen, zwemmen en handwerk. Op een tweede plaats komt motorrijden, paardrijden, sporten, fitness en voetbal. Bijna alle respondenten zeggen een hobby te hebben, ook de enkelen met een zeer beperkt netwerk. 48% van de hobby’s is sport. Cursisten houden er van om in groep of clubverband met elkaar om te gaan, want sport en andere hobby’s zijn voor 61% in club of verenigingsverband. 20% van de genoemde hobby's zijn solitair. In werkelijkheid ligt rapportage bevraging
40
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
het percentage lager aangezien meerdere solitaire hobby's door eenzelfde respondent werden genoemd. Sport en hobby’s in groepsverband bevestigt de resultaten van plaatsen waar ze graag komen. Een nieuw resultaat in deze deelbevraging is dat 32% van de genoemde hobby's in de natuur zijn.
Cursisten zullen actief op zoek gaan naar informatie die met hun hobby te maken heeft. 84% bevestigt dit, 16% zegt geen informatie te zoeken over zijn hobby. Internet scoort opvallend hoog als informatiemiddel. 31% gebruikt het internet, slechts 3% daarvan vraagt daarvoor hulp (van familie). Deze internetgebruikers zitten voor 2/3 in de rekenlessen, meestal met een hoog instapniveau. De overige 1/3 zit in de taallessen, evenredig over de instapniveaus verdeeld. Even hoog als internet, namelijk 31%, scoort de mondelinge hulpvraag aan anderen. Ook hier worden vooral vrienden en familieleden aangesproken. De intermediaire groep breidt uit wanneer het om informatieve hulpvragen gaat: collega’s op het werk en opleidingscentra doen het even goed als de directe kring. Tijdschriften zoals Libelle en Humo, handwerktijdschriften, de koopjeskrant en lidmaatschapboekjes zullen in 14% van de situaties gebruikt worden om hobbyinformatie op te zoeken. Boeken worden in 11% van de situaties als informatiemiddel gebruikt voor de hobby.
Dus: Cursisten hebben voor twee derde een vrije tijdsbesteding in groep. Vooral sportzalen en clubs lijken een geschikt communicatiekanaal te zijn. Mondelinge informatie blijft het beste communicatiemiddel, maar internet wint terrein.
rapportage bevraging
41
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Vrije tijdsplaatsen van familie en vrienden. Ook de plaatsen waar familieleden en vrienden hun vrije tijd doorbrengen zijn mogelijk geschikte promotieplaatsen. 5% van de respondenten zegt dat ze geen familie en vrienden hebben en nog eens 5% zegt dat hun familie en vrienden geen hobby’s uitoefenen. De overige 90% geeft nauwkeurig de hobby’s van hun netwerk weer. Opvallend is ook hier het groot aantal sport beoefenaars. Waar de cursisten zelf voor 48% aan sport doen, zullen hun vrienden en familieleden voor 67% sport beoefenen. De voorliefde voor de natuur en de buitenlucht valt ook bij hun vrienden en familieleden op. Waar 32% van de cursisten zelf de natuur in gaat, is 26% van de vrije tijdsbesteding van vrienden gerelateerd aan de buitenlucht: fietsen, vissen, wandelen, uitstapjes naar zee en St. Anna (voor Antwerpse cursisten). Bijna de helft van de cursisten gaat mee naar de hobby’s van hun directe omgeving. Slechts 15% gaat nooit mee met hun familie of vrienden naar dit soort zaken. We vroegen de cursisten zelf of ze vonden dat reclame over basiseducatie via de vrije tijd van familie of vrienden kan helpen. 80% zegt volmondig ja op deze vraag “vrienden kunnen je echt meetrekken en overtuigen”, ook op deze vrije tijdsplaatsen “sport kan door iedereen beoefend worden, daar moet je niet voor geleerd hebben”. 5% van de respondenten twijfelt en 15% zegt dat promotie via vrienden en familie niet zou werken, “mensen die naar basiseducatie kunnen komen, zijn overal te vinden”. De respondenten geven de suggesties om vooral met mondelinge promotie te werken (63%). Daarnaast zijn er enkele voorstellen zoals op de vrije tijdsplaatsen affiches aan de toiletdeuren te hangen of een leuke activiteit verzinnen.
Dus: de vrijetijdsbesteding van familie en vrienden kunnen geschikte promotiekanalen zijn. Ook hier scoort sport zeer hoog.
rapportage bevraging
42
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Plaatsen waar een cursist sowieso af en toe MOET komen. dokter
14
winkel
12
bank
11
ziekenfonds
9
apotheker
8
bakker
6
werk
5
vakbond
4
gemeentehuis
4
ziekenhuis
3
post
3
OCMW
3
vereniging
3
bibliotheek
2
stempellokaal
2
voetbal
1
school
1
lessen
1
turnen
1
tandarts
1
mijn kinderen
1
kapper
1
familie
1
dierenarts
1
VDAB
1
sollicitaties
1 100
De top vier van plaatsen waar een cursist ‘moet’ komen is de dokter, de winkel, de bank en de ziekenfonds. Deze top vier verschilt van de plaatsen waar ze graag komen. De wachtzaal van de dokter scoort het hoogst. De winkels in deze lijst zijn voor de dagdagelijkse levensbehoeften, de bevragers hoorden vooral de bakker, de frituur en de beenhouwer vermelden. rapportage bevraging
43
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Samengevat hebben 36% van de verplichte plaatsen met gezondheid te maken: dokter, ziekenfonds, apotheker…. Daarop volgen met 29%, de plaatsen die te maken hebben met inkomen en geld. De derde plaats gaat met 18% naar voeding. Plaatsen met een wat formeler karakter, waar cursisten zich informeren, zoals het gemeentehuis, bibliotheek, bank, post maken ongeveer 1/3 van de verplicht bezochte plaatsen uit.
Op al deze plaatsen nemen 63% van de cursisten informatiefolders mee. 10% leest de informatie enkel ter plaatse. De overige 27% zegt geen folders mee te nemen. De gegeerde folders zijn voor 26% “alles wat me interesseert”, een verdere omschrijving is er niet. Wat duidelijk wel wordt gespecificeerd zijn folders die plaatselijke activiteiten en nieuws brengen. Zij worden het meest gelezen en meegenomen, namelijk 23%. Folders over gezondheid komen op de tweede plaats met 16%. Daarna scoren vakantiefolders en folders over opleidingen met elk 10%. Nieuwsgierigheid en tijdverdrijf zijn de belangrijkste redenen voor de respondenten om een folder mee te nemen.
86% van de cursisten krijgt een duwtje in de rug om een folder te lezen of om ergens naar toe te gaan. 14% zegt dat ze nauwelijks gestimuleerd worden door anderen om iets te lezen of te ondernemen. Zulke stimulansen komen vooral van vrienden en kennissen en van familieleden met resp. 42% en 33%. Ook de collega’s op het werk geven hen een duwtje in de rug, ze scoren 11%. Tot slot zijn het lesgevers en cursisten van basiseducatie die hen, met 6%, informeren en stimuleren. De meeste stimuli gaan over educatie: een boek of een opleiding komt in 36% van de situaties voor. Lesgevers en cursisten van basiseducatie, het bibpersoneel en familie zullen dit aanraden, in minder mate vrienden. Activiteiten in de vrijetijdssfeer worden in 33% ter sprake gebracht, vooral door collega’s en familie, vrienden en kennissen. 27% van de stimuli gaan over culturele activiteiten: een concert, films, Tv-
rapportage bevraging
44
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
programma’s, toneelvoorstellingen en festivals. Vooral de vrienden en kennissen van de cursisten zijn daar goed in.
Dus: Handelaars en medewerkers van formele diensten worden niet als intermediaire partner vermeld, maar de cursist ziet hen geregeld. Wachtzalen van dokters, winkels, de bank en het ziekenfonds worden vaak gefrequenteerd door cursisten. Hoewel ze daar niet bepaald graag komen, het ‘moet’ wel en ze hebben daar dikwijls met een wachttijd te maken. Plaatsen die met gezondheid te maken hebben, met inkomen en plaatsen met een meer formeel karakter worden vaak bezocht, meestal met een wachttijd ter plaatse voor de cursist. Misschien net daarom dat cursisten er vaak een folder doornemen. Ze lezen het liefst folders van plaatselijke activiteiten, folders over gezondheid, over vakantie en over opleidingen. Daar waar tot nu de stem opging om vooral veel mondelinge promotie te doen, zijn deze kanalen het meest geschikt voor gedrukte promotie. Het zijn vooral plaatsen waar je moet wachten of waar je moet schrijven die interessant zijn. Respondenten vernoemen ook andere stimuli om iets te lezen of ergens naar toe te gaan. Dat soort duwtje in de rug komt vooral van vrienden en familie. Ze informeren en stimuleren hen over educatie, vrije tijd en cultuur.
2. Promotie vorm en middelen
Mondelinge promotie werkt het best. Folders en ander drukwerk worden als extra ondersteuning gebruikt. Uit het vorig deel wordt duidelijk dat een aantal specifieke plaatsen actief benut kunnen worden om promotie te voeren. Op de meeste van deze plaatsen werkt mondelinge promotie en ondersteunend drukwerk inderdaad het best. Een aantal plaatsen echter kunnen effectief werken met louter drukwerk. In een volgend deel gaan we na of drukwerk in andere vormen en op andere plaatsen toch ook zijn nut zou kunnen hebben. rapportage bevraging
45
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Mediapromotie bij de eerste stap naar Basiseducatie. In het interview praatten we over de eerste stap om zich in te schrijven voor de rekenof taallessen. We vroegen niet alleen ‘wie’ de cursist een duwtje in de rug gaf om zich in te schrijven maar ook welke media of visibiliteit daartoe bijdroegen. Bovendien wilden we graag weten hoe cursisten zich zelfstandig informeren. •
•
Je volgt cursus X. Ben je opzoek gegaan naar een organisatie die zo’n cursus gaf. Of hoorde je of las je over deze cursus en dacht je: dat is wat ik zoek? Hoe heb je cursus X leren kennen? Hoe heb je Basiseducatie leren kennen? (Weet je nog wat er over cursus X gezegd/ geschreven stond?)
•
Ik heb er iets over gelezen/ gehoord in: -
Krant: ….
-
Huis- aan huisblad: ...
-
Folder: ....
-
Affiche: ....
-
TV: .....
-
andere: ...
Weet je nog wat er in dat artikel/folder/uitzending/advertentie over de Basiseducatie/cursus X gezegd werd?
10% tot 60% van de potentiële cursisten leest, hoort of ziet iets over Basiseducatie of de taal- en rekenlessen voor ze de stap naar Basiseducatie zetten. In 10% van de gevallen is dat voldoende om zich in te schrijven. In 90% van alle inschrijvingen is toch het gesprek met een intermediaire partner noodzakelijk. 50% van de cursisten gaven aan via welke mediakanalen ze Basiseducatie vooraf leerden kennen. We presenteren de opstap van de cursist via mediaruimte in de volgende opdeling: •
Eigen mediaruimte van Basiseducatie
•
Mediaruimte bij partners
•
Onafhankelijke pers
•
Acties en events
•
Algemene visibiliteit
rapportage bevraging
46
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
We bevroegen de cursisten over de eerste drie mediaruimten namelijk de eigen mediaruimte van Basiseducatie, de mediaruimte bij partners en de onafhankelijke pers. Spontane opmerkingen over acties en events of over algemene visibiliteit voegen we toe aan de verwerking.
totaal turnhout geel willebroek kapellen mechelen antwerpen
per
kanaal
%
5
9
3
5
3
5
1
2
7
12
1
2
1
2
1
2
12
21
1
2
1
3
5
1
4
7
4
7
1
2
Eigen mediaruimte
algemeen Affiche brochure CBE
2 1
1
1
1
2
gedrukt krantje van CBE
3
digitaal Partnermediaruimte
elektronisch TV
1
lokale TV
4
radio
2
1
vrije radio liplezen
1
1 1
brochures Folder
8
folder van
buurtwerk
3
1
1
periodieken Huis- aan huisblad
2
infoblad van de gemeente Visie (ACW) ‘Zoeklicht’ (GVJ)
rapportage bevraging
2 1
1 1
1 2
47
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Onafhankelijke pers
Nationale pers Krant
1
1
2
4
1
1
2
4
7
2
4
1
2
1
1
2
6
57
100
Lokale pers ‘Postiljon’ ‘De Streekkrant’ ‘Passe-partout’
4 2
Tijdschriften Acties en events mensen van CBE die op de markt stonden
1
Algemene visibiliteit het gebouw van CBE
totaal:
7
24
1
7
12
Bijna 4/5 van de mediapromotie bereikt de cursist via gedrukt materiaal. Radio en Tv zijn goed voor de overige 1/5. De eigen media van Basiseducatie zijn belangrijk: bijna één vijfde van de cursisten heeft eigen drukwerk van Basiseducatie in handen gehad voor ze zich inschreven. De bevragers stippen aan dat ook affiches van Basiseducatie goed werken. Dit deel van het onderzoek is beperkt gehouden. In het verleden werd immers onderzoek gedaan naar mediaruimte en het bereik van cursisten. Daarvoor verwijzen we graag naar het rapport van Memori, www.vocb.be (Kathy De Winter) of www.memori.be
rapportage bevraging
48
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Promotie via mediaruimte van derden en via onafhankelijke pers. Het hoogste promotiebereik ligt echter bij de partners: hun gedrukte mediaruimte zorgt voor twee derde van het klantbereik. Promotie via de onafhankelijke pers bereikt één vijfde van de potentiële cursist.
•
…Welke folders of blaadjes neem je daar dan mee? Bvb. stads- en gemeente-informatie, blaadjes van de ziekenkas, informatieve blaadjes
•
Ben jij al eens naar een rommelmarkt, opendeurdag, tentoonstelling ( of iets anders ) geweest omdat je een aankondiging zag staan? Zag je dat op een affiche of in een folder? Weet je nog waar je die affiche voor de eerste keer zag? of: Weet je nog hoe je aan die folder bent gekomen? Waar je die gelezen hebt?
•
Wanneer staat bij jou de T.V. op? -
Altijd
-
’s avonds van ….. tot ……
-
alleen als ik een programma kies ( welke programma’s )
-
Kijk je veel TV? Wat is veel? Hoeveel uur per dag?
•
Je -
•
Ik -
0 0 0
Welk zijn je favoriete zenders? Doorvragen (regionale, kabelkrant op ATV,
teletekst…) Je favoriete programma’s? doorvragen Wat vind je er leuk/goed aan? In welke programma’s of zenders zou reclame van basiseducatie goed passen? neemt reclame uit je brievenbus. Wat doe je daar mee? Je gooit alles ineens weg 0 Je bekijkt een aantal dingen 0 Welke reclame lees je zeker en vast? lees tijdschriften omdat wij thuis een abonnement hebben
rapportage bevraging
49
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
-
als ik moet wachten bij de dokter, kapper, dierenarts en er veel tijdschriften liggen
-
mijn lievelingstijdschriften zijn …..
-
zou reclame in tijdschriften gezien worden? Bij welke rubriek?
TV en het nieuws op TV zijn voor cursisten een goede bron om zich te informeren. De bekeken posten zijn zeer verscheiden: VTM, K2, VT4, VRT en de regionale zenders. RTV is de topper voor cursisten van regio Kempen. Soaps spreken erg aan, er wordt over de soapfiguren op café gepraat. Folders zijn een goed promotiemiddel op plaatsen waar cursisten moeten wachten. Dat kwam al eerder naar voor. Ook in dit deel van het onderzoek werd duidelijk dat folders over plaatselijke activiteiten, over vakantie en over opleidingen gelezen worden. Opnieuw wordt hier bevestigd dat vooral folders over gezondheid zeer gegeerd zijn bij de cursisten. Het valt de bevragers op dat mensen met een lager instapniveau moeilijker te bereiken zijn met folders. “Mensen in levende lijve hebben meer impact. Soms durven deze cursisten geen folders meenemen.” Andere cursisten, zeker die van een hoger instapniveau nemen juist wel veel folders mee. Folders, maar ook ander streekgebonden drukwerk blijkt populair te zijn. Veel van dit drukwerk is gratis te verkrijgen of wordt aan huis geleverd. Cursisten vermelden vooral de Streekkrant, Zone 03, buurthuiskrantjes, reclame en reclameblaadjes. “Soms worden reclameblaadjes volledig uitgepluisd”. Dag Allemaal en Kwik zijn de meest gelezen tijdschriften. Een aantal gedrukte blaadjes worden ervaren als een bron van informatie en zijn zeer populair: de zondagkrant, het infoblad van de gemeente en Visie (tijdschrift van ACW en CM). “Iedereen leest de zondagkrant en het gemeentelijk informatieblad, het is gratis, maar wel een krant, dus je kan er informatie uithalen. Ook reclame van goedkope winkels wordt er in nagekeken.”
rapportage bevraging
50
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Dus: 10 tot 60% van de cursisten worden via mediapromotie aangetrokken tot inschrijven voor de lessen rekenen en taal. 10% van de cursisten zet uitsluitend door deze informatie de stap naar de lessen. De investering in mediapromotie is voor eigen drukwerk vooral via gericht verspreide folders effectief. De belangrijkste externe mediakanalen voor Basiseducatie zijn de informatieve folders over gezondheid en de gedrukte pers Zondagkrant, Visie en gemeentelijke informatiebladen.
3. De inhoud van de promotieboodschap.
Verschillende onderdelen van de bevraging handelden over de boodschapontwikkeling van het cursusaanbod. We vroegen naar de beleving van het aanbod, naar het imago en naar het beeld van de cursisten. We vroegen hen om bestaande namen en inhouden van de cursussen kritisch te evalueren en we vroegen hen op de plaats van de reclameman te staan en de promotieboodschap op een wervende manier te benoemen. Al deze antwoorden gaven ons indicaties over de promotie-inhoud van deze cursussen. In dit deel wordt deze onderzoeksinformatie gebundeld. Al verschilt de vraag en de situatie, er is een zekere lijn aanwezig in de antwoorden. We kozen er voor om u de verwerking telkens vanuit een andere uitgangsvraag te presenteren, maar met een zelfde boodschapindeling.
Inhoud die bijblijft voordat cursisten zich inschrijven. Als we de respondenten vroegen wat ze precies onthielden van de mediapromotie, voor ze zich inschreven, gaven ze vier belangrijke zaken aan: •
exacte informatie
•
appreciatie en positieve output
rapportage bevraging
51
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
•
eigen ervaringen
•
daden
Cursisten vinden exacte informatie over de lessen van belang. Ze zien graag het volledig aanbod en de specifieke taal en rekenlessen aan bod komen. “Er was een programma over kinderen die moeilijk konden lezen, op het einde van die uitzending werd er vermeld dat er ook cursussen bestonden voor volwassenen met lees- en schrijfproblemen”. “Ik onthield vooral de cursussen” “Ik las over Basiseducatie en over de verschillende opleidingen” “dat het cursussen zijn voor mensen zonder diploma, alles over computer, kom op voor jezelf”, “Het ging over leren lezen en schrijven zonder fouten”. De naam ‘Nederlands opfrissen’ werd door verschillende respondenten onthouden en gesmaakt. Het viel de bevragers op dat cursisten de promotieboodschap letterlijk konden verwoorden. Promotie voor specifieke cursussen wordt ook beter onthouden en spreekt meer aan dan algemene communicatie over Basiseducatie en haar aanbod. Een aantal respondenten onthield daarnaast ook een aantal praktische gegevens: de adressen van de centra, het telefoonnummer, en het feit dat de lessen gratis zijn. Appreciatie en een positieve output door de stap te zetten, blijft in het geheugen hangen. “Ik zag op TV dat er iets aan te doen was”, “dit was de oplossing voor mijn probleem”, “het is een 2de kans”. Cursisten worden aangetrokken door ervaringen van deelgenoten “Ik zag een vrouw die door de cursus te volgen had leren lezen en schrijven” Tot slot blijft de daad bij het woord voegen erg in het geheugen van de cursist gegrift “20 jaar geleden heb ik gehoord op de radio dat er lessen waren, toen durfde ik niet, jaren later hoorde ik weer iets op RTV en toen heb ik gebeld want toen moest het gebeuren”, “Op RTV kwam het, mijn man heeft toen stiekem het telefoonnummer opgeschreven en toen ik er de volgende dag iets over zei heeft hij het nummer gegeven.”
rapportage bevraging
52
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De bevragers stippen aan dat een groot deel van de cursisten zich het promotiebeeld van voor de inschrijving niet kunnen herinneren. Ze kunnen wel het beeld weergeven dat ze nu hebben. De cursisten geven als antwoord op deze vraag vooral hun interne processen van toen weer, hun persoonlijke beleving van hun probleem. Wellicht kan geconcludeerd worden dat dit belevingsaspect het dichtst bij hen staat en best verwerkt zit in de promotieboodschap voor NT1 en rekenen. Een aantal bevragers legden de huidige folders van Basiseducatie met de nieuwe beelden voor: de beelden zijn voor de cursisten heel herkenbaar en geslaagd.
Wat zeg je als je zelf verwijst? Ook in deze situatie zal de cursist nadruk leggen op exacte informatie, appreciatie en positieve output, op eigen ervaringen. Maar er is meer. In deze situatie legt de cursist ook veel nadruk op de emotionele beleving van de potentiële cursist: hij wil hem gerust stellen. De aanpak wordt meer toegelicht, vaak ook om de ander gerust te stellen. Praktische zaken krijgen ook meer aandacht. De appreciatie en positieve output wordt het meest benadrukt. "Je leert er veel: stilstaan is achteruitgaan”, “je kunt altijd wat bijleren”, “je kunt al eens meepraten”, “je kan dan zelf naar de post en bank gaan”, “dat ik in ’t begin niets kon en nu veel bijgeleerd heb”, “dat uw manier van praten verbetert”, “een nieuwe start”. De geruststelling, de aanpak en de prijs (het is gratis) zijn volgens de respondenten quasi even belangrijk in de boodschap. Ze omschrijven de geruststelling als volgt: “Het is gezellig”, “plezant”, “tof”, “gemoedelijk”, “je voelt je er goed bij”. Er wordt vaak gesproken over de goede aanpak “niet moeilijk”, “toegankelijk”, “rustig tempo”, “geduldige lesgevers”, “niet schools”, “van ons niveau”. Over de exacte informatie zijn er verschillende meningen bij de cursist-verwijzer: een aantal zeggen gewoon welke cursussen er gegeven worden, anderen spreken niet over ‘lezen en schrijven’ maar over de computercursus of over ‘zonder fouten schrijven’.
rapportage bevraging
53
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Tot slot geven cursisten praktische informatie door te zeggen waar ze terechtkunnen met vragen. Enkele cursisten laten hun cursus zien om het effect van de promotie te verhogen. We vroegen hen ook welke argumenten ze zouden gebruiken om iemand te doen inschrijven. Een aantal cursisten overtuigt de ander niet, ze vinden dat te bedreigend voor de ander, wenst er voorzichtig mee om te springen of geeft aan dat hij “hem toch niet bij het handje kan nemen”. Meestal overtuigen cursisten door te zeggen dat ze zelf blij zijn dat ze de cursus volgen of gevolgd hebben of geven informatie over hun verleden. Volgens hen geven deze uitspraken een gevoel van begrip bij de ander. Net zoals bij hun eigen verwijzing, wordt dikwijls de daad bij het woord gevoegd. Ze voegen er vaak aan toe dat de ander gewoon kan proberen “baat het niet dan schaadt het niet”. Ze raden aan meteen te bellen, nodigen uit om te komen, raden aan iemand mee te nemen, nemen ze zelf mee, zeggen dat ze niet bang moeten zijn. De cursist vindt ook dat diegene die doorverwijst, mee moet komen.
De informatie van de intermediaire partner. Als we vroegen wat de intermediaire partner hen precies vertelde, werden exacte informatie, appreciatie en motivering en ervaringen van anderen (of zichzelf) genoemd. De partners vertelden meestal wat de cursus inhield. Soms gaven ze er een folder bij, maar het gebeurde ook dat een partner gewoon een folder gaf en aanraadde die eens te bekijken. Sommigen gaven algemeen aan dat er ook andere cursussen te volgen waren en een enkeling gaf praktische informatie. De appreciatie en positieve output werd vooral benoemd als “interessant”, “je leert er veel”, “je gaat vrij snel kunnen bijleren”. “Dat is iets voor u” en “dat zou jij ook nodig hebben” gaf een extra duwtje. Sommigen stelden de potentiële cursist gerust met de woorden “het is er heel goed”, “het is een goede school” en “je kan er werken op je eigen tempo en niveau”. rapportage bevraging
54
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De partners vertelden over hun eigen ervaringen of over ervaringen van anderen uit hun kennissenkring. Dat stelde de potentiële cursist gerust. “Ik ken iemand die op die plaats op een half jaar behoorlijk goed heeft leren lezen”. De intermediaire partner voegt de daad bij het woord. “Ze hebben gebeld” hoor je regelmatig terugkomen.
Dus: kijken we terug naar de beschrijving van de intermediaire partner die hen ooit over de drempel hielp, dan weten we dat de promotiegroep de stap makkelijker zet wanneer ze persoonlijk benaderd worden, zonder omwegen en een positief maar duidelijk beeld van de opbrengst van de cursus krijgen. Die opbrengst bestaat uit het verhoogd zelfvertrouwen. Een lager instapniveau wenst bovendien concrete resultaten en vooruitgang te zien bij anderen zodat ze weten dat de cursus hen minder afhankelijk maakt. Een hoger instapniveau wordt bovendien aangesproken door het ‘bijleren’ an sich. De gratis prijs van de cursussen is voor hen belangrijk.
rapportage bevraging
55
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De zender: Het Centrum voor Basiseducatie. 1. Basiseducatie en haar aanbod 2. Interne public relations
rapportage bevraging
56
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
In dit derde deel van het onderzoek gaan we na wat eventueel verbeterd kan worden aan de zender: het aanbod en de werking van de Centra voor Basiseducatie zelf. De uitgangsvraag was: “Wat kan veranderd worden om een goede werving en informatie op te zetten voor die klantgroepen die de centra meer en beter willen bedienen, namelijk voor potentiële cursisten van de taal- en rekenlessen.” Achtereenvolgens worden twee aspecten belicht. Een eerste is het beeld op de klantgroep van Basiseducatie in ’t algemeen en op de cursussen ‘NT1’ en ‘Rekenen’ en hun klantgroep in ’t bijzonder. Het tweede aspect gaat over de interne public relations, namelijk de relaties tussen de lesgevers en cursisten en tussen cursisten onderling.
1. Basiseducatie en haar aanbod
Tijdens de interviews noteerden we zorgvuldig de uitspraken die ons iets konden leren over de beleving van het merk ‘basiseducatie’ en van het cursusaanbod. In de verschillende gespreksonderdelen waren vragen over Basiseducatie en het aanbod opgenomen.
Bekendheid De huidige cursisten kenden Basiseducatie vooraf weinig of niet. Tot een intermediaire partner hen er op attent maakte of tot ze een folder in handen kregen. Dat laatste gebeurde bij bijna 1/5 van de respondenten. Ook de bevragers ervoeren de lage bekendheid van Basiseducatie. “Alsof ze de reclame en affiches niet zagen. Wat moeten die cursisten een lange weg afleggen voor ze zich inschrijven!”
rapportage bevraging
57
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De vrije tijdsbesteding van de cursisten vindt voor een groot deel in groepsverband of in een club plaats. Volgens de respondenten kent deze groep in 60% van de gevallen het Centrum Basiseducatie niet. 25% van de antwoorden is positief “ze kennen Basiseducatie wel, maar dat is omdat ik er over spreek”. 15% van de respondenten zegt niet te weten of iemand Basiseducatie kent en voegt er aan toe er zelf niet over te praten uit angst of onder druk van de partner.
Beeld We stelden de vraag welk beeld de respondenten nu hebben op Basiseducatie en haar klantgroep. “Welke mensen komen er volgens u hier naar deze lessen”. Op deze vraag wordt zeer uiteenlopend geantwoord. Het viel de bevragers op hoe sommige cursisten het eigen negatief zelfbeeld projecteren op Basiseducatie: voor dommeriken, mensen met weinig kansen, gefaalde mensen, mensen met problemen, onzekere mensen. Cursisten uit de hogere instapniveaus vertellen wel eens het tegendeel: dappere mensen, doelgerichte mensen. Een deel van de bevraagden antwoordde: voor iedereen, voor alle lagen van de bevolking.
Het bestaand aanbod ‘computerlessen’ In een tijd waarin ICT veelvuldig wordt gebruikt en hoog aangeschreven staat, kent deze cursus een veel lagere drempel. Vooral de cursisten met een profiel ‘hoog instapniveau NT1’, voelen zich hier voor aangesproken. Zij zijn immers meer gericht op een functionele opbrengst. Cursisten met een lager instapniveau menen dat ze zoiets niet aankunnen. Tijdens het onderzoek melden bevragers ook dat sommige cursisten de buitenwereld vertelden dat ze naar de computerlessen gaan. “’t Is toch waar, we werken elke les een half uur aan de computer!” Deze klantgroep zou graag hebben dat de lees- en rapportage bevraging
58
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
rekenlessen anders zouden noemen. Anderen vonden dat het toch een cursus lezen en schrijven blijft, dus moet je het maar zo noemen.
2. Interne public relations
Doorheen de bevraging kregen we een goed beeld van de noodzaak van goede interne public relations. De band tussen medewerkers en cursisten is een belangrijk item in de werving en promotie. Net zoals de band tussen cursisten onderling. Vandaar namen we hierover een aantal vragen op bij de interviews of we noteerden wat cursisten hierover aanbrachten tijdens het gesprek.
Het is duidelijk dat de meeste cursisten Basiseducatie vooraf niet kenden. Eens ze binnen zijn is de tevredenheid erg hoog bij de respondenten: de cursussen, de begeleiders en het onthaal. De volgende appreciatie wordt spontaan tussendoor in de bevraging uitgesproken: •
aandacht voor iedereen
•
op ieders niveau, op ieders tempo
•
toffe lesgevers, vriendelijk personeel
•
voelen ons op ons gemak
•
rustig tempo, niet te snel
•
waardering, respect
•
leuk leren, plezierig
•
aandacht voor problemen
rapportage bevraging
59
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Eerder werd ook duidelijk dat de begeleiders van het centrum en de andere cursisten een belangrijke rol spelen in het vertrouwen en de veiligheid voor cursisten. Het is een groep waar ze zich thuis voelen.
Het onthaal De beleving van cursisten over de aankomst, de eerste blik en woord, de eerste stem aan de telefoon … leren ons heel wat over de verbetering van ons onthaal. “Wanneer cursisten voor de eerste keer aan onze deur aanbelden (omdat ze een afspraak voor een intake hebben) ervoeren ze dit opnieuw als een serieuze drempel. De manier waarop open gedaan wordt, waarop ze onthaald worden en het eerste gesprek staat vers in hun geheugen gegrift”. “Het is opmerkelijk hoe belangrijk het eerste intakegesprek voor cursisten is, zij herinneren er zich alles van, tot in de kleinste details”. Het eerste contact, het onthaal en de intake zijn van cruciaal belang. Potentiële cursisten van een lager instapniveau zijn er nog veel gevoeliger voor dan anderen. Het belang wordt nog eens onderstreept als je weet dat dit wel eens het enige contact met de potentiële cursist zou kunnen zijn.
De groep De groepssfeer en wie er in de groep zit speelt ook een belangrijke rol voor de meeste cursisten. •
“mensen die goed in de groep liggen, die slimmer zijn, soms gebruiken ze woorden die ik niet ken en dan kan ik niet volgen”
•
“Als ik graag Frans wil leren, maar de groep staat me niet aan, stop ik er mee”.
•
“Het bleek dat twee mensen vroeger al in Basiseducatie waren geweest maar toen afhaakten omwille van de groep: de sfeer was niet goed.”
•
“Een cursist die oorspronkelijk anderstalig is heeft iemand aangesproken om les te komen volgen. Die persoon verwachtte van bij elkaar te zitten, dit was echter niet het geval, daardoor is die persoon niet meer terug gekomen.”
rapportage bevraging
60
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De groep is doorslaggevend om te blijven. De samenstelling van de groep, de begeleiding van de groep die bijdraagt tot een goede sfeer, de verstandhouding tussen de cursisten … spelen een zeer grote rol, blijkt uit de bevraging.
rapportage bevraging
61
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Besluit
rapportage bevraging
62
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De kernvraag van dit onderzoek was hoe potentiële cursisten voor de cursus ‘taal’ en ‘rekenen’ kunnen bereikt worden door een Centrum voor Basiseducatie. De drempel om deze cursussen te volgen is hoog. De huidige promotie of communicatie heeft niet het verhoopt effect. Met dit onderzoek werden antwoorden gezocht bij de ontvanger van de communicatie, de potentiële cursist. Door de huidige cursisten te bevragen wil het onderzoek nagaan hoe de cursist zijn wereld beleeft en de stap zet naar Basiseducatie. Dat is deel 1 van het onderzoek. De communicatieboodschap kreeg hiermee de nodige aanwijzingen. De ’plaats’ van de communicatie; het communicatie’middel’ en de communicatie‘inhoud’ werd aan een kritische blik van de cursist onderworpen. Er werd vooral gepeild naar de ervaringswereld van de cursist om zo, samen met de respondent, belangrijke indicaties voor een aangepaste promotieboodschap te verkrijgen. In deel 3 van het onderzoek werd nagegaan wat eventueel verbeterd kon worden aan de zender: het aanbod en de werking van de Centra voor Basiseducatie zelf. Wat kan veranderd worden om een goede werving en informatie op te zetten voor die klantgroepen die de centra meer en beter willen bedienen.
Conclusies over de ontvanger
De promotie voor de lessen ‘rekenen’ en ‘taal’ richt zich naar de Nederlandstalige volwassene die met zijn lage scholing onvoldoende mee kan in de samenleving. In de huidige lespraktijk is deze groep divers maar vrouwen boven de veertig worden het meest bereikt. Een laag dan wel een hoog instapniveau verdeelt de promotiegroep in twee: er is duidelijk een verschillende beleving en perceptie van hun vaardigheidstekort. Het taboe, de schaamte en de angst is sterk aanwezig bij het lage rapportage bevraging
63
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
niveau, zo sterk soms dat het niet verdwijnt na het volgen van een cursus. Naarmate het instapniveau verhoogt, ligt het zelfbeeld ook hoger. Een cursus ‘taal’ of ‘rekenen’ krijgt voor hen een zekere functionaliteit. De stap om zich in te schrijven verloopt dan iets sneller. De promotiegroep zet de stap om zich in te schrijven makkelijker wanneer ze persoonlijk benaderd worden, zonder omwegen en een positief maar duidelijk beeld van de opbrengst van de cursus krijgen. Die opbrengst bestaat uit het verhoogd zelfvertrouwen. Een lager instapniveau wenst bovendien concrete resultaten en vooruitgang te zien bij anderen zodat ze weten dat de cursus hen minder afhankelijk maakt. Een hoger instapniveau wordt bovendien aangesproken door het ‘bijleren’ an sich. De gratis prijs van de cursussen is zeer belangrijk. 90% van de cursisten zette de stap naar een cursus in Basiseducatie nadat ze aangesproken werden door een intermediaire partner. Ook visuele promotie speelt een rol, in mindere mate (tot 60%) en meestal ondersteunend aan het gesprek. Daar waar Basiseducatie zich tot nu vooral op de potentiële cursist richtte, heeft ze de promotiegroep te verruimen met de belangrijke intermediaire partners. Deze partners verschillen niet naargelang het instapniveau. Wel heeft een deel van de promotiegroep nauwelijks een netwerk en bijna een vierde praat niet snel over moeilijke beslissingen. De eigen vertrouwde kring van familieleden en kennissen is de intermediaire partner bij uitstek, gevolgd door arbeidsgebonden contactpersonen. Sociale diensten verwijzen in verhouding weinig door, dat zou systematisch kunnen uitgewerkt worden. Cursisten en begeleiders van Basiseducatie zijn goede verwijzers en 70% van de huidige cursisten wil zelf graag promotie voeren maar dit promotiekanaal wordt te weinig systematisch benut. Intermediaire partners die de promotiegroep de opstap naar een cursus helpen maken, hebben met elkaar gemeen dat ze vertrouwen geven. De promotiegroep ervaart bij hen een open eerlijke relatie gebaseerd op interesse, respect, appreciatie en begrip. De intermediaire partner kan zich kwetsbaar opstellen en praat over gelijkaardige ervaringen van anderen of zichzelf. Naast de directe kring en werkgerelateerde contacten is de cursist als ervaringsdeskundige een verwijspartner bij uitstek. rapportage bevraging
64
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Conclusies over de promotieboodschap
Promotie kanaal Plaatsen waar cursisten veel en graag komen, zijn promotieplaatsen bij uitstek. Boven aan de lijst staan plaatsen waar de cursist zijn hobby, vrije tijd en sport uitoefent. Voor twee derde doet hij dat in groep. De directe kring van de promotiegroep heeft een zelfde voorkeur voor vrijetijdsbesteding. Het is dus aangewezen om sportzalen, clubs en specifieke ontmoetingzalen te gaan uitwerken als dé promotieplaats.Tegelijk geven een aantal cursisten aan dat ze binnen deze context liever niet als een 'cursist basiseducatie' worden gezien. Hier komt opnieuw de schaamte en de schroom naar boven. Winkels en markten; cafés en horecazaken scoren ook hoog als plaatsen waar de promotiegroep graag vertoeft. Een aantal winkels ‘moet’ geregeld bezocht worden volgens de promotiegroep: de bakker, de beenhouwer en de frituur. Ze moeten er soms wachten en dat stimuleert om een folder of affiche te bekijken. Het hoger instapniveau komt bovendien graag op plaatsen met een leeromgeving, waar ze interessante cursussen kunnen volgen. Een derde categorie bij de geschikte promotieplaatsen. Formele diensten zoals de bank, het ziekenfonds, de VDAB en plaatsen waar gezondheid primeert zoals bij de dokter en het ziekenfonds worden niet vermeld als intermediaire partner of als plaats waar men graag komt. Toch zijn dit dé plaatsen waar de cursist erg vaak komt. En hij heeft daar bijna altijd wachttijd waardoor de kans dat hij een folder kan doornemen groot is.
rapportage bevraging
65
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Promotie middel 10% tot 60% van de potentiële cursisten leest, hoort of ziet iets over Basiseducatie of de taal- en rekenlessen voor ze de stap naar Basiseducatie zetten. In 10% van de gevallen is dat voldoende om zich in te schrijven. In 90% van alle inschrijvingen is toch het gesprek met een intermediaire partner noodzakelijk. De voorkeur gaat uit naar een gesprek als promotiemiddel. Hoe lager het instapniveau hoe meer dit geldt. Een gedrukt document zoals een folder is een welkome ondersteunig van dit gesprek. De plaatsen waar het aangenaam vertoeven is voor de cursist en voor zijn intermediaire partners, zijn aangewezen om met gesprek en folders te benaderen. Plaatsen waar de potentiële cursist veel komt en wacht, worden beter van gedrukt promotiemateriaal voorzien. Promotiemateriaal hoeft niet bij voorrang eigen mediaruimte te zijn. Bijna één vijfde van de cursisten heeft eigen drukwerk van Basiseducatie in handen gehad voor ze zich inschreven. Mediaruimte van andere partners wordt –voor zover ze gratis zijn- veel meer spontaan gelezen en is goed voor twee derde van het klantbereik. Promotie via de onafhankelijke pers bereikt één vijfde van de potentiële cursist. De promotiegroep leest in wachtzalen vooral het drukwerk over plaatselijke activiteiten, folders over gezondheid, over vakantie en over opleidingen. De belangrijkste externe mediakanalen voor Basiseducatie zijn de informatieve folders over gezondheid en de gedrukte pers Zondagkrant, Visie en gemeentelijke informatiebladen. Ook internet wint terrein als communicatiemiddel, vooral de sites die de promotiegroep bezoekt om zich te informeren over zijn hobby’s en vrije tijdsactiviteiten. Vrienden en familie sporen hen aan informatie op te zoeken of te lezen over educatie, vrije tijd en cultuur.
Promotie inhoud Inhoud van de boodschap en de houding van de verwijzer is onlosmakelijk met elkaar verbonden. De promotiedoelgroep voelt zich het meest aangesproken om zich in te schrijven, wanneer ze vier inhouden terug vinden: exacte informatie over de lesinhoud, rapportage bevraging
66
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
contactadres en de gratis prijs; een appreciatieve uitspraak en de opbrengst van hun mogelijke inspanning (verschillend naargelang het instapniveau); gelijkaardige ervaringen en een aanzet tot actie. Zelf zouden ze de inhoud uitbreiden door nadruk te leggen op geruststelling die ze in de lessen zullen ervaren door de gelijkwaardigheidrelatie en door een aanpak op maat. De intermediaire partner die hen ooit doorverwees voegde de daad bij het woord en zette mee de stap naar een inschrijving. Zoals eerder beschreven, wordt best zonder omwegen gesproken over de problematiek maar met een positief en duidelijk beeld van de opbrengst van de cursus namelijk een verhoogd zelfvertrouwen. Voor een lager instapniveau moeten ook concrete resultaten en vooruitgang getoond worden, voor een hoger instapniveau is het beeld op ‘bijleren’ van belang.
Conclusies over de zender.
Basiseducatie is weinig bekend bij de promotiegroep, slechts 20% van de cursisten wist er iets van toen ze zich inschreven. De directe vriendenkring kent Basiseducatie evenmin erg goed. Er zijn zeer gerichte promotieacties nodig. In het Centrum voor Basiseducatie voelt de cursist zich thuis: zowel de begeleiders als de cursisten zorgen daar met hun respectvolle en open houding voor. Het eerste contact, het onthaal en de intake zijn van cruciaal belang. De drempel is op dat ogenblik weerom hoog voor de cursist (en nog meer voor het lage instapniveau) en het kan het enige contact zijn dat het centrum heeft. De zorg door één contactpersoon kan voor sommige cursisten erg belangrijk zijn.
rapportage bevraging
67
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De samenstelling van de groep, de begeleiding van de groep die bijdraagt tot een goede sfeer, de verstandhouding tussen de cursisten … zijn drie cruciale factoren die een zeer grote rol spelen en dikwijls de belangrijkste motivatie zijn om te blijven.
Conclusies over het onderzoek
De kennis en ervaring met deze promotiegroep is in feite aanwezig in de centra. Dit onderzoek is in grote mate een bevestiging van wat men al wist. Toch is het goed om de gegevens systematisch te verzamelen en te presenteren. Het maakt het makkelijker om datgene wat soms intuïtief aangevoeld wordt, daadwerkelijk ook te kunnen benoemen. Het rapport maakt de gegevens tot een instrument om mee aan de slag te gaan. Het rapport verduidelijkt en benoemt de aandachtspunten voor de interne werking van het Centrum voor Basiseducatie. Er zijn duidelijke richtlijnen te deduceren voor meer efficiënte en effectieve promotie, en het rapport is bruikbaar voor de netwerkpartners van het centrum voor Basiseducatie. Het onderzoek vormt een goede vertrekbasis voor een meer effectieve en efficiënte promotie voor de cursussen ‘taal’ en ‘rekenen’. Het is een ruim opgezet onderzoek waarin veel aspecten belicht worden. Een aantal bevindingen nodigen uit om verder onderzoek te doen. Dat kan weer een extra steentje bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van de eigen werking van het Centrum voor Basiseducatie en aan andere organisaties en het beleid in de sectoren van welzijn en sociaal-cultureel of cultureel werk.
rapportage bevraging
68
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Aanbevelingen
rapportage bevraging
69
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Intermediaire partners
Huidige netwerkpartners van het Centrum voor Basiseducatie Voorafgaand aan de bevraging zijn de externe relaties van de centra niet in kaart gebracht. De centra lijsten best hun huidige externe public relations op. De promotie van Basiseducatie verloopt vandaag hoofdzakelijk via deze kanalen. Deze lijst is een vertrekpunt om een kritische reflectie te maken over de mate waarin deze organisaties bezocht worden door potentiële cursisten en deze partners de promotiegroep kunnen bereiken. Als deze lijst gelegd kan worden naast de lijst van de intermediaire partners die cursisten zelf aanbrengen, kan een rangorde gemaakt worden van zinvolle investeringen door het Centrum. Er kan geschrapt worden in investeringen van minder belangrijke netwerkpartners en een aantal andere relaties zullen opgezet of aangehaald moeten worden. Elk Centrum kan nagaan in welke mate en op welke manier ze deze relaties willen en kunnen benaderen.
De intermediaire partners van de promotiegroep De vertrouwde kring van familieleden en kennissen is de meest belangrijke intermediaire partner van de promotiegroep én een nieuwe uitdaging voor het Centrum voor Basiseducatie. Plaatsen waar ze kunnen bereikt worden geven de weg aan voor een gerichte promotievoering. Vooral voor het lager instapniveau speelt de nabije familie en vriendenkring een cruciale rol in de doorverwijzing. Als je weet dat een derde door hen verwezen wordt, is het belangrijk om te zoeken hoe je hen kan bereiken. Brainstorm hier over en gebruik uw promotieboodschap en de plaatsen als opstap voor deze intermediaire groep.
Arbeidsgebonden contactpersonen zouden meer ingezet kunnen worden. Breng ze in kaart met de gegevens uit het rapport en met een aanvullende brainstorm van de
rapportage bevraging
70
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
lesgevers van diverse centra. Deze intermediaire partners zouden een even intensieve promotie moeten krijgen als de directe omgeving van de klantgroep.
Sociale diensten verwijzen in verhouding weinig door. Veel cursisten frequenteren het OCMW of een buurtgerichte werking, meer dan dat er verwijzingen van die kant komen. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Is er onvoldoende samenwerking, is de bekendheid van het Centrum voor Basiseducatie te laag, zijn de contactpersonen te weinig bekend met een goede benadering van de doelgroep? De bevraging doet vermoeden dat op al deze vlakken verbeteringen mogelijk zijn. Een goede samenwerking met organisaties en begeleiders die met deze klantgroep in contact komen zal de werving en promotie erg ondersteunen. Een inventaris kan meer opbrengen dan die organisaties die spontaan voor de geest verschijnen. Samenwerking kan verder gaan dan het hebben van een goed promotiekanaal. Het is een interessant denkspoor om verder te ontwikkelen.
De bevraagde cursisten spreken zeer positief en tevreden over de basiseducatie en de lessen die ze volgen. Deze tevreden klanten zou Basiseducatie veel meer bewust moeten inzetten. Cursisten en ex-cursisten zijn effectieve en efficiënte verwijzers. 70% van de bevraagde cursisten is bereid om actief mee te werken aan de promotie van deze cursussen. Houd hierbij rekening met het instapniveau. Het hoog instapniveau maakt er geen enkel bezwaar tegen. Het laag instapniveau wil dit eventueel wel, maar liefst niet alleen, in groep wel. Brainstorm waar en waarvoor je hen kan inzetten. Ga na of en hoe je een lesgroep samen kan inzetten om promotie te voeren. Bevraag cursisten over hun participatie bij wervingsaktiviteiten. Laat hen actief meewerken!
rapportage bevraging
71
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Promotie plaatsen en middelen Besteed vooral aandacht aan vier plaatsen: clubs en ontmoetingsruimten voor hobby, vrije tijd en sport; winkels en markten, cafés en horecazaken; leeromgevingen; formele diensten en plaatsen die met gezondheid te maken hebben. Maak een onderscheid tussen eigen gedrukt promotiemateriaal en mediaruimte bij partners of in de onafhankelijke pers. Een algemene aanbeveling is om de inhoud van een eigen folder te verbinden met de aard van de promotieplaats. Zo krijgt de potentiële cursist die informatie die hij daar verwacht. -
Bij de dokter of apotheek kan je iets over welzijn leggen. Leg geen verband met een psychische ziekte, wel met lichamelijk ongemak.
-
Op een informatieve plaats zoals het gemeentehuis kan je materiaal leggen dat nadruk legt op meer en beter informeren.
-
Op de bank en de Post moet gerekend worden.
-
Op de plaatsen die met werk te maken hebben, iets over vooruitgang op werkvlak
-
in onderwijs- en vormingsomgevingen materiaal dat in het teken staat van levenslang leren
Een folder van basiseducatie werkt niet op onverwachte ‘speelse plaatsen’, in sportverenigingen of in de hobby club bijvoorbeeld. De potentiële cursist verwacht dat daar niet en ziet die dus niet liggen. Een uitzondering zijn de handelaars: algemene informatie van basiseducatie kan op deze veel gefrequenteerde plaatsen aangeboden worden: een algemene folder, een affiche, een aankondiging van een nieuwe cursusreeks. Bevraag cursisten eventueel verder over de meest gefrequenteerde handelaars in de regio. Bezoek de publiekswerkers van de promotieplaatsen persoonlijk. Geef toelichting en vraag of je promotiemateriaal mag achterlaten. Organiseer misschien een bezoek in rapportage bevraging
72
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
duo met een cursist, als je de werking van Basiseducatie en het cursusaanbod NT1 en rekenen toelicht. Investeer voor wachtzalen van dokters, apothekers en ziekenfondsen vooral in gedrukt promotiemateriaal. Maak gebruik van de mediaruimte van derden. In tijdschriften als Dag Allemaal, Kwik, ... zou je interviews met cursisten kunnen plaatsen. Stuur lezersbrieven aan deze tijdschriften. Zet reclameboodschappen over basiseducatie in een folder over gezondheid. Gebruik de borden met ‘zoekertjes’ in de kleinhandel en de supermarkten om promotie te maken voor een cursus. Beperk de inhoud niet tot een artikel over basiseducatie, maar gebruik ook hun activiteiten- of evenementenkalender om de startdata van cursussen aan te kondigen. Vraag hen of uw aankondigingen mee verstuurd kunnen worden bij hun verzending naar hun databank of bij hun persnieuwsbrieven Hoewel internet nog niet veel gebruikt wordt, af en toe zie je ’t terugkomen in de antwoorden, het kan stilaan evolueren. Gebruik de sites voor de genoemde hobby’s en vrije tijdsbesteding van de cursist om links e leggen. 30% van de cursisten bezoekt zulke sites. Vraag ook artikels en een link op de websites van de gemeente/stad, mutualiteit, VDAB, …Zorg er voor dat de contactpersonen voor de klantgroep zeer goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden van uw centrum. Gebruik hiervoor de website van hun werkgever nl. mutualiteit, gemeente … en hun elektronische nieuwsbrieven en – personeelsbladen.
Promotie inhoud Vermits het taboe, de angst en de schaamte voor een deel van de doelgroep groot zijn, is het van belang om in de boodschapontwikkeling te laten blijken dat Basiseducatie er geen doekjes om windt, hen begrijpt en een sfeer van een open en eerlijk gesprek zal laten. Het taboe kan mee doorbroken worden door de openheid voor deze problematiek in de samenleving te vergroten. We willen nagaan wat binnen onze mogelijkheden ligt om de rapportage bevraging
73
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
problematiek geaccepteerd te krijgen via de media: figuur in een soapserie, ruchtbaarheid geven aan onderzoeken, interviews met cursisten in de tijdschriften en kranten die deze klantgroep leest. Een aantal cursisten gaven zelf aan om een figuur met taal of rekenproblemen in een soapserie te doen voorkomen. Ze wilden zo de beeldvorming positief kunnen beïnvloeden.
Niet alleen In de boodschap zou aangegeven moeten worden dat ze niet alleen zijn met dat probleem, er zijn er nog. Getuigenissen van mensen met dezelfde problematiek wordt door bijna iedereen als een belangrijke promotie-inhoud aangeduid. Ook lezersbrieven waarin ervaringen met lezen en schrijven aan bod komen zijn een goed middel. Vooral de lagere instapniveaus geven deze aanbeveling. De verwijzer zou steeds moeten kunnen aangeven dat hij mensen kent die in basiseducatie al veel bijgeleerd hebben, en eventueel concreet de resultaten benoemen.
Positieve boodschap Uit de bevraging blijkt duidelijk dat de negatieve benadering, de probleembenadering, negatief werkt. De klantgroep wenst over ’t algemeen wel met de feiten geconfronteerd te worden, maar dan liefst positief benadrukt. Gebruik dus: •
veel meer positieve slogans! Benadruk het ‘leren’, het ‘bijleren’
•
Stel het ‘leren in basiseducatie’ positief voor.
•
Sluit aan bij een professioneel beeld van leren door volwassenen. Doorbreek het beeld dat ze in een ‘klas’ zitten en dus ‘bij kinderen’.
•
Gebruik termen als ‘opfris’!
Eigen ‘kunnen’ benadrukken Benadruk dat ‘leren’ niet ‘een overdracht is van kennis door de slimme naar de domme’. Gebruik de fierheid van de mensen, het zijn zij die al heel wat geleerd hebben in het dagdagelijks leven en zich daar hier verder in kunnen bekwamen. 'Benoem liever wat we al wel kennen, dan datgene wat we nog niet kennen!' rapportage bevraging
74
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Belangrijk is ook dat doorverwijzers duidelijk hun geloof in het kunnen bijleren uitdrukken “ik geloof in je” is een zin die bijblijft. Spreek hen aan op hun bestaande zelfstandigheid in het leven: het is net die zelfstandigheid die al deze cursisten als grootste opbrengst van deze cursussen zien. Door te benadrukken dat ze die al hebben, lijkt ‘leren’ een versterking van wat ze zelf al kunnen. Bovendien vormt deze benadering een tegenwicht voor het schaamtegevoel tegenover de buitenwereld en zichzelf.
Onderscheid tussen een hoog en kaag instapniveau Maak onderscheid tussen cursisten met een laag en een hoog instapniveau bij de inhoud-overdracht. Een doordachte en aangepaste boodschap is noodzakelijk. Deze inhoud hangt samen met de opbrengst van de cursus die beide groepen verwachten. Breng ze daarom ook gediversifieerd in beeld. Cursisten met een laag niveau hebben behoefte aan zelfstandigheid en zich kunnen handhaven. Cursisten met een hoger niveau worden vooral door de functionele opbrengst aangesproken. Daarom zijn de cursussen om met de PC om te gaan, een goede opstap voor deze klantgroep. Uit het onderzoek blijkt de grootste opbrengst voor cursisten zich gezien en gekend voelen in de samenleving. Waar beide groepen naar streven is uiteindelijk de zelfrealisatie. Verhoogd zelfvertrouwen als opbrengst, geldt voor iedereen. Cursisten met een hoger profiel zullen zich meer aangesproken voelen door een functionele opbrengst: bijleren, meer sociaal contact, specifieke realisaties die bepaalde vaardigheden vereisen. Het effect, het resultaat kan over de inhoud van de cursus gaan. Dan gebruik je concrete voorbeelden van resultaten. Naargelang de beoogde klantgroep (hoog instapniveau, laag instapniveau) differentieer je in de boodschap “ik heb x en x gedaan”. De boodschap kan te hoog gegrepen overkomen en reacties opwekken als “ga ik dat wel kunnen?’, anderzijds werkt een te laag geprofileerd effect het bestaande taboe in de hand. Zoek een goede middenweg. Wil je een klantgroep met een lager instapniveau bereiken benoem dan vooral concrete resultaten, de geboekte rapportage bevraging
75
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
vooruitgang bij anderen. Zij voelen zich daardoor het meest aangesproken. Cursisten van een hoger instapniveau benader je door het functionele in de verf te zetten: ‘bijleren’, ‘grotere efficiëntie in het dagelijks leven’. Benadruk voor beide klantgroepen niet alleen de inhoud en het effect van de cursusinhoud, maar breng de opbrengst voor hun persoonlijke ontwikkeling of vaardigheden in beeld. Benoem expliciet het emancipatorisch effect. Voor beide groepen is dat het verhoogd zelfvertrouwen. Voor de klantgroep met een hoger instapniveau breng je het sociaal contact in beeld, voor hen met een lager instapniveau de zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Om het zelfbeeld te verhogen, de meest gegeerde opbrengst voor beide klantgroepen, gebruik je best het ‘publiek actieterrein’ als uitgangspunt. Dit actieterrein is in feite alles wat een mens doet in zijn leven vanuit een bepaalde rol. Dat houdt een zekere verantwoordelijkheid in: bvb. een job, engagement, vrijwilligerswerk, partnerschap, ouderschap, relaties,… In de boodschap zou je het actieterrein van de beoogde klantgroep in beeld kunnen brengen en de versterking van hun positie (of uitbreiding van actieterrein) als opbrengst kunnen benadrukken. Denk er ook eens over om voor een bepaalde klantgroep ‘stress op het werk’ of ‘computervaardigheid’ als ingangspoort te gebruiken.
Klantbenadering (intermediaire partners en in centrum)
Persoonlijke rechtstreekse boodschap Vraag uw verwijzers of ze zeer persoonlijk willen verwijzen. Geef hen de tips door die ook jij gebruikt bij een onthaal of de tips over de boodschapontwikkeling. Bezorg ze de inhoud van dit rapport. Vertel hen wat cursisten wat cursisten waarderen bij de toeleiding. Spreek zelf ook op een open en directe wijze over het probleem. De meeste cursisten vinden dat ze/we er zoveel als mogelijk moeten over praten. Doe dat dan ook, eens de rapportage bevraging
76
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
cursisten over de drempel zijn: bij het onthaal én bij de verdere begeleiding van de cursist. Het zal hen helpen in het verwerken en –samen met het aanleren van de vaardigheden - versterken in het handhaven in de samenleving. Lesgevers pakken best de koe bij de horens, bijvoorbeeld door direct een afspraak te maken voor een intake, de juiste begeleider erbij roepen. Het zal de interne werving, zoals dat heet, succesvoller maken.
Tussenpersonen Zorg er voor dat er zo weinig mogelijk tussenpersonen zijn. De klant heeft bijna altijd eerst al een contact met een intermediaire figuur. Dan komt hij aan het onthaal van het Centrum voor Basiseducatie en daarna pas, als hij zich inschrijft, bij de lesgever. Je zou er kunnen over denken om de lesgever meteen bij het onthaal en de intake te betrekken. Leg bij het onthaal de boodschap uit zoals eerder geformuleerd. Benadruk op wat bijgeleerd wordt. Het stigma is voor sommige mensen groot. Besteed veel zorg aan het onthaal. Dat begint al aan de telefoon, maar gaat verder tot in de groep en tot aan het einde van de cursus zelfs. Beloon ze omdat ze de stap gezet hebben, de stap is soms zeer groot.
Een open vertrouwensvolle communicatie Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat de aanmoediging van vertrouwenspersonen in de omgeving cruciaal is in de promotie. Vooral wanneer op een open, rechtstreekse manier gecommuniceerd wordt over de noodzaak om zich te bekwamen in Nederlands lezen en schrijven en in rekenen. Belangrijk is dat doorverwijzers hen discreet maar vrij rechtstreeks over hun lees- en schrijfprobleem aanspreken Cursisten kunnen het werkveld heel wat leren over een juiste benadering: begrip, respect, een gelijkwaardige attitude, zichzelf kwetsbaar opstellen en gelijkaardige ervaringen benadrukken zijn belangrijke elementen. Betrek cursisten bij het promotiewerk naar derden.
rapportage bevraging
77
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Bij het opstellen van de bevraging en in de afhandeling van de gesprekken waren er indicaties dat de neiging blijft bestaan om een betuttelende houding aan te nemen. Het is aangewezen om in het eigen centrum daar expliciet aandacht aan te besteden in het team. Er zou kunnen nagegaan worden in welke mate een vormingsaanbod kan gedaan worden voor partnerorganisaties.
Actie Belangrijk is ook dat de verwijzers zo snel mogelijk een concrete actie koppelen aan hun informatie: bv. “Zal ik een afspraak voor je maken”, “ik blijf naast je staan terwijl je belt”. Bij één cursist kwam zijn partner met een boekentas en pennenzak thuis. Zo mogelijk zou de verwijzer samen met cursist tot aan de deur moeten komen als de eerste intake plaats vindt.
Probeer een reclamebureau te vinden dat bereid is een promotiecampagne te ontwikkelen voor de sector. Nogal wat bureaus zijn best bereid dit bij wijze van sponsoring te doen. Kijk bvb. naar de promotiecampagnes voor Amnesty International en Sensoa. Zij leverden een bevraging van de promotiedoelgroep aan en de bureaus ontwikkelden voor hen een campagne.
Aanbod voor een laag instapniveau
Cursisten met een laag instapniveau hebben baat bij een extra intensieve inspanning voor werving en promotie. De weg naar de inschrijving is voor hen moeilijk. Ook het centrum heeft veel minder promotiekanalen omdat het netwerk van deze klantgroep soms erg beperkt is. Het is raadzaam om extra na te gaan hoe deze groep bereikt kan worden.
rapportage bevraging
78
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Cursisten met een laag instapniveau stromen soms snel, soms moeizaam (of helemaal niet) door naar een hoger instapniveau. Het is opvallend dat deze cursisten hun laag zelfbeeld met zich mee blijven slepen, ondanks hun ontwikkelde vaardigheden. Dit zelfbeeld blijft hen dan verhinderen om normaal te functioneren in de samenleving. De vraag is of ze enkel gebaat zijn bij een cursus rekenen of taal, ze hebben heel wat meer nodig. De sector zou zich moeten buigen over de vraag wat ze dan precies nodig hebben om te versterken en te functioneren in onze samenleving. Het antwoord kan liggen in de extra zorg voor persoonlijkheidsvorming tijdens de cursus of in het aanbieden van een andere vorm van begeleiding of cursusinhoud. De sector heeft dan te beslissen of zij dit antwoord zelf kunnen bieden, dan wel hoe en met wie een goede samenwerking of doorverwijzing georganiseerd kan worden. Het onderzoek geeft meermaals aan dat vooral de laagst geschoolde cursisten zelfstandigheid en onafhankelijkheid zoeken door een cursus NT1 en rekenen te volgen. Het is echter juist het ontbreken er van (en het lage zelfbeeld) dat hen tegenhoudt zich in te schrijven. Bovendien blijkt dat dit laag zelfbeeld hardnekkig blijft bestaan, zelfs na opmerkelijke verbetering van hun lees-, schrijf- of rekenvaardigheden. Er valt wat voor te zeggen om gelijktijdig met de taallessen een cursus aan te bieden die hen versterkt.
Computerlessen De samenleving en de cursisten ervaren computerlessen als een positieve bijscholing. Computerlessen zijn daarom een goed wervingsmiddel voor potentiële cursisten met een profiel ‘hoog instapniveau NT1’ omdat deze cursisten veel meer gericht zijn op het functionele dan cursisten met een lager instapniveau. Computerlessen vormen ook binnen het centrum een wervingsmiddel dat meer benut moet worden. De interne doorstroom wordt dan een belangrijk aandachtspunt. Dat houdt in dat de lesgever van computerlessen in staat is om een lees- en schrijfproblematiek te detecteren en de vaardigheid heeft cursisten door te verwijzen. Een andere aanpak zou zijn dat lesgevers rapportage bevraging
79
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
van NT1 of rekenen, deelnemen als begeleider tijdens de computerlessen en zo de cursisten aantrekken naar hun lessen. Een korte screening vooraf aan de computerlessen is ook een aangewezen middel. Er kan nagegaan worden of een cursist meteen voor beide cursussen kan inschrijven of beter de ene na de andere volgt. Centra voor Basiseducatie werken hoofdzakelijk met gedrukt trainingsmateriaal. Het zou zinvol kunnen zijn om didactisch materiaal digitaal aan te bieden. De cursus wordt dan niet meer gepresenteerd als een cursus om te leren lezen, schrijven of rekenen, maar als een cursus om via computer te leren. Wellicht zal hiervoor ook vooral een hoger instapniveau worden aangesproken.
Interne promotie Besteed in het team van onthaalmedewerkers en lesgevers voldoende aandacht aan ‘goed onthalen’. Praat dit door in de groep, organiseer hiervoor desgewenst vorming en stel een aantal gedragsregels of een procedure op. Gebruik de vertrouwensrelatie met de begeleider voor interne promotie. Verwijs als begeleider intern door, doe direct een intake of schrijf cursisten onmiddellijk in! Ga na in uw team van lesgevers hoe je als centrum en als lesgever kan bijdragen tot een goede sfeer in de groep. Vraag je af wat een goede sfeer kan inhouden, hoe je kan bijdragen tot openheid en vertrouwen. Maak tijd en ruimte in Basiseducatie om in de groep van lesgevers zelf, openheid en vertrouwen te creëren om de eigen attitude en vaardigheden bespreekbaar te maken. Intervisie bvb. kan leiden tot een kritisch en constructief zelfbeeld en tot verbetering van de eigen vaardigheiden in het begeleiden van groepen.
rapportage bevraging
80
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Draag zorg voor een goede samenstelling van de lesgroepen, heb oog voor cursisten die hier gevoelig voor zijn. Maak dit bespreekbaar, zelfs al bij het onthaal. Het zou aan te raden zijn om verder onderzoek te doen naar 'wat is een goede groep en goede sfeer en hoe bevorder ik die'.
De bevraging als proces, als methodiek
De meeste cursisten vonden het leuk om mee te werken aan de bevraging. Ook de bevragers hebben er vooral positieve ervaringen aan overgehouden. Basiseducatie zou hun klantengroep meer kunnen bevragen over allerlei thema’s. De cursisten blijven de belangrijkste klantengroep van een centrum. Een bevraging zorgt voor betrokkenheid langs beide kanten, zowel voor de bevrager als de bevraagde. Wij vonden het belangrijk om de cursist niet in de positie van ‘lijdend voorwerp’ te zetten maar wel in de rol van participant. Een bevraging is daarom een uitstekende manier om cursisten te betrekken bij de werking van het centrum. Een bevraging opzetten vraagt deskundigheid en een goede voorbereiding met het hele team: wat wil je te weten komen?, wat ga je doen met de resultaten?, hoe en wie ga je bevragen?, welke vragen en welke vorm?, hoe ga je verwerken?, wat gebeurt er met de resultaten? Wij vonden het daarom belangrijk om bij het hele proces, wat in feite een experiment was, een externe begeleider te betrekken. Deze begeleider stond in voor de begeleiding van de stuurgroep, bracht deskundigheid in de groep over bevragingen opzetten, verwerkte de bevragingen en schreef het rapport.
rapportage bevraging
81
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Omdat elk centrum op een eigen manier is omgegaan met de bevraging, de deelname aan de stuurgroep en de verwerking, was het niet altijd gemakkelijk en mogelijk om een correcte verwerking te maken. Hier zullen we in de toekomst betere afspraken moeten maken. We leerden ook dat een bevraging opzetten en verwerken heel wat tijd in beslag neemt. Een realistische planning en timing opmaken, is daarom essentieel. Meer informatie kan je bekomen bij de centra basiseducatie van de provincie Antwerpen, zie www.basiseducatie.be , bij
[email protected] en bij Goele Leyder
[email protected]
rapportage bevraging
82
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Inhoudstafel “Zonder omwegen” een kwalitatief onderzoek naar
het bereik van Nederlandstalige cursisten voor taal en rekenen.
Inleiding............................................................................................................................................2 Voorwoord....................................................................................................................3 De cursist van het Centrum voor Basiseducatie............................................... 3 De bereikbaarheid van de cursist......................................................................3 Ontvanger – boodschap – zender......................................................................4 Situatieschets................................................................................................................ 7 Verloop en aanpak van het onderzoek..........................................................................9 De potentiële cursist....................................................................................................................... 14 ‘de ontvanger’ 1.Sociotype van de promotiegroep............................................................................. 15 2. Over de drempel gestapt......................................................................................... 18 3. Intermediaire partners van de huidige cursisten..................................................... 20 4. Potentiële intermediaire partners............................................................................ 23 De promotieboodschap................................................................................................................... 35 1.Promotie plaats........................................................................................................ 36 2.Promotie vorm en middelen.................................................................................... 45 3.De inhoud van de promotieboodschap.................................................................... 51
rapportage bevraging
83
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De zender:.......................................................................................................................................56 1.Basiseducatie en haar aanbod.................................................................................. 57 2.Interne public relations............................................................................................ 59 Besluit............................................................................................................................................. 62 Aanbevelingen................................................................................................................................ 69 Inhoudstafel.................................................................................................................................... 83 Bijlage: vragenlijsten...................................................................................................................... 85
rapportage bevraging
84
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Bijlage: vragenlijsten
rapportage bevraging
85
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Bevraging cursisten in basiseducatie versie Bevragers ________________________________________________________________
Inleiding Bevraagde cursisten zijn uw kompanen. Tijdens de vorige sessie werd duidelijk gekozen voor een evenwaardige benadering van de bevraagde doelgroep. Vragen worden zo gesteld dat de partner mee met jou nadenkt en kan nieuw materiaal aanreiken. Vragen die geen zichtbaar verband lijken te hebben met het doel van de bevraging worden altijd eerst gesitueerd. Als jij degene bent die noteert, doe je dat zo dat de cursist kan zien wat je schrijft. Aantal en keuze van cursisten. • Iedere organisatie zorgt voor min. 15 volledig ingevulde bevragingen • De bevragingen worden verdeeld over twee soorten NT1-groepen en Rekenen. • De representativiteit binnen deze groepen (leeftijd, geslacht, nationaliteit) bepaalt elke organisatie zelf. In groep of individueel – mondeling of schriftelijk. • De vragen zijn gegroepeerd: sommige thema’s lenen zich perfect voor een bevraging in (een bestaande) groep. Dat gaat sneller en werkt ook bevorderlijk voor de groep zelf. Een aantal thema’s gaat diep in op persoonlijke belevingen. Ook dat kan zeer verrijkend zijn voor de groep, maar kan je maar doen wanneer de cultuur van de organisatie en de betreffende groep dit toelaat. Anders doe je die vragen individueel. Als je groeps- en individuele interviews combineert, doe dan sowieso eerst de groepsgesprekken. Dan kan je het gedeeltelijk ingevuld formulier makkelijker vervolledigen met de cursist, ook over zaken die al gezegd zijn in groep. • Bij voorkeur bevragen we mondeling omdat er dan meer informatie kan komen en de cursist meer 'partner' van je is. Heb je toch weinig tijd en denk je dat een cursist dit schriftelijk kan op zijn eentje, geef dan toch de ruimte om het samen te overlopen, mondeling. Als je in gesprek gaat, in groep of individueel, laat je de cursist best zelf noteren. Lijkt je dat niet de goede manier voor die cursist(en), zorg er dan voor dat je genoeg kan noteren (zeker als het in groep gebeurt). Laat altijd zien wat je geschreven hebt. De bevrager. • Beslis per organisatie wie de bevraging doet: de coördinator of de begeleider van een groep. Beiden hebben voor- en nadelen. Het meest voor de hand liggend is een combinatie van de twee, indien je onderscheid in bevragingsthema’s maakt. Zo kan de coördinator de algemene thema’s bevragen en de begeleider de meer persoonsgebonden.
rapportage bevraging
86
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Informatie vooraf. Het is interessant om per bevraagde cursist vooraf gegevens uit Alfi door te nemen, zodat je meer gerichte vragen kan stellen. • reeds cursist? • voor welk programma? • hoe lang al in het centrum? • via welke weg bij ons gekomen? • ...? Speel hier open kaart over als je individuele gesprekken voert: uw cursist is uw partner en deskundige, en stiekem gegevens inkijken van cursisten die jij niet begeleidt komt erg respectloos over. Lay out. Stel zelf uw bevragingsformulier samen met de onderstaande vragen. Maak uw bevragingsformulier per cursist op een gepaste manier op: logo van basiseducatie, benaming van uw centrum, voldoende antwoordplaats en wat afbeeldingen eventueel.
De Bevraging zelf: Hier gaan we: Basiseducatie wil graag weten wat je denkt van de manier waarop cursisten hen leren kennen. Zou je samen met ons mee willen nadenken over de volgende vragen? Wat jij een goede aanpak vindt om mensen aan te spreken, zullen we blijven doen. Waar je kritiek op hebt of tips om het beter te doen, daar zullen we over nadenken en verbeteringen doorvoeren. Met al uw tips en bedenkingen zorgen we er voor dat meer mensen de weg naar Basiseducatie vinden. Naam cursist: Leeftijd: Cursus: Lesgever: Naam bevrager:
rapportage bevraging
87
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De eerste stap. ___________________________________________________________________________ 1. Je volgt cursus X. Ben je opzoek gegaan naar een organisatie die zo’n cursus gaf. Of hoorde je of las je over deze cursus en dacht je: dat is wat ik zoek? 1. Hoe heb je cursus X leren kennen? Hoe heb je Basiseducatie leren kennen? (Weet je nog wat er over cursus X gezegd/ geschreven stond?) Eventueel vervolledig je vraag 2 met de volgende multiple choice versie (Zet een kruisje of vul aan. Er mag méér dan één antwoord zijn.) 2.1. Iemand vertelde mij over deze cursus of over basiseducatie • buurtwerk:.... • stadsdienst:..... • werkgever: …. • mutualiteiten:.... • iemand van de VDAB: …. • OCMW:.... • dokter:.... • Familie, kennissen:..... • Andere nl. : ...... Deze persoon • kende Basiseducatie / cursus X van …..... • Ik weet niet hoe deze persoon Basiseducatie/cursus X kent. Deze persoon • heeft mij voldoende informatie gegeven over basiseducatie/cursus X Hij/zij vertelde mij het volgende: ....... • heeft niet veel verteld maar een folder/artikel/ … (schrappen wat niet past of invullen) laten lezen of meegegeven. Hij/zij vertelde mij het volgende: ....... 2.2. Ik heb er iets over gelezen/ gehoord in: Krant: …. Huis- aan huisblad: ... Folder: .... Affiche: .... TV: ..... andere: ... Weet je nog wat er in dat artikel/folder/uitzending/advertentie over de Basiseducatie/cursus X gezegd werd? rapportage bevraging
88
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
2. Wanneer heb je Basiseducatie/ cursus X leren kennen?
3. Wat houdt mensen tegen om in te schrijven of wat doet mensen toch die stap zetten. Hier willen we een goed zicht op krijgen. Vraag door op het zelfbeeld van de cursist •
Heb je je meteen ingeschreven of heb je er eerst een tijdje over nagedacht?
•
Heb je geaarzeld? Mag ik je vragen wat je deed twijfelen? Zou je ons kunnen helpen door te zeggen waarom sommige mensen blijven twijfelen en zich niet echt inschrijven volgens u?
•
Wat was dan de belangrijkste reden voor u om u in te schrijven? Wat zou dat voor u betekenen in uw leven toen?
•
Wat was het laatste zetje waardoor je je inschreef: iets dat je tegen jezelf zei? Of iemand die je aanmoedigde? Weet je wat anderen over de streep zou kunnen halen?
•
Wat was eigenlijk uw drive om u in te schrijven, wat zou er in uw leven gaan verbeteren?
Uw idee over basiseducatie ___________________________________________________________________________
1. Welke mensen komen er volgens jou in Basiseducatie cursus volgen ? Of: Geef een metafoor (een beeld of symbool) voor de mensen die naar Basiseducatie komen. Er is een kans dat je met deze vraag ergernissen naar boven laat komen. Laat daar ruimte voor maar stuur wel goed bij in functie van uw bevraging.
2. Welk beeld heb je op de cursussen ‘NT1’ en ‘Rekenen’? Hoe schrijven we best over deze cursussen zodat laaggeschoolden zich aangesproken voelen en de hooggeschoolden niet.
rapportage bevraging
89
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
3. Wat dacht jij toen je voor ’t eerst hoorde over Basiseducatie. Zijn er dingen die je moeilijk vindt in het beeld dat mensen over Basiseducatie hebben?
4. Wat komt er het eerste in u op als je zegt: “Hier in Basiseducatie heb ik geleerd …”? Of: bekijk de volgende slogans/folders/6 beelden en zeg welke je best op een affiche zet (en waarom)
5. Verzin een goede, leuke, treffende naam voor de cursus die je zelf volgt. Of: als jij het voor ’t zeggen had, hoe zou jij dan reclame maken (voor basiseducatie en) voor de cursussen NT1 en rekenen?
Plaatsen waar we best reclame maken en folders of blaadjes waarin we best reclame maken. ___________________________________________________________________________ Leid dit thema in door te zeggen waarom je dit soort vragen gaat stellen. - Je wil zicht krijgen op alle kanalen (plaatsen)) die ZIJ geschikt vinden om reclame te maken. Dat houdt in dat je meer kanalen zal oplijsten dan degene die zij geschikt vinden (bvb. kan het zijn dat ze in de voetbalclub helemaal geen reclame van basiseducatie willen zien en daar goede redenen voor aandragen) - Je wil ook zicht krijgen op de middelen (media). Daarvoor wil je graag weten hoe ze zich zelfstandig informeren.
1. • • • • •
•
Zijn er plaatsen waar je graag komt? Waar? Wie komt daar zoal? Hoe heb je die plek leren kennen? Komen daar mensen die misschien ook een cursus bij ons willen volgen? Zou je dit goed vinden? Naar welke plaatsen ga je alleen naar toe?
rapportage bevraging
90
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
2. • • • • • • •
Heb je een hobby? Komen mensen met deze hobby soms ergens samen? Ga je daar naartoe? Waarom wel? Waarom niet? Is dat leuk? Zoek je soms informatie op over je hobby? Probeer volledig te zijn: waar en wat? Krijg je daarbij hulp of doe je dat alleen? Zitten er in die hobbyclub soms mensen die basiseducatie niet kennen?
3. • • • •
Wat doen je kinderen, je partner, vriend of vriendin zoal in hun vrije tijd? Ga je soms mee? Doe je soms mee? Help je soms mee? Lees je soms iets over hun bezigheden? Wat, wanneer en waarom? Zoeken jij of je partner of je kinderen er soms iets over op? Denk je reclame over basiseducatie via de vrije tijd van familie of vrienden kan helpen?
4. • • • •
Zijn er plaatsen waar je sowieso af en toe MOET komen? Wat ga je daar doen? Neem je soms informatie mee? Wat neem je zoal mee? Waarom neem je het mee?
5. Zegt er soms iemand: ‘hé dat moet je eens lezen’ of ‘hé daar moet je eens naar toe gaan’? Wie en waarover?
rapportage bevraging
91
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Je thuis voelen, ook in Basiseducatie ___________________________________________________________________________ Inleidend zeg je “de cursisten van Basiseducatie komen bijna altijd omdat iemand anders ze doorverwezen heeft. 85% van de cursisten krijgen een zetje van een persoon. Daarom willen we vragen stellen om te weten wie we ook best informatie over Basiseducatie geven. 1. Wat zijn volgens jou goede doorverwijzers naar Basiseducatie? Wie zouden voor jou goede doorverwijzers kunnen zijn? • Bij wie voel jij je het meeste op je gemak? Bij wie kan jij jezelf zijn? • Met wie kan je het beste praten? • Waar ben je het liefste? Waar ben jij op je gemak? • Hoe denk je dat dit komt? • Noem eens 3 redenen
2. Zijn dit ook de mensen die jou het meeste kunnen helpen als je een beslissing moet nemen? • Heb je deze mensen verteld dat je bij ons les ging volgen? • Wie weet er nog meer dat je bij ons les volgt? • Met wie praat je over basiseducatie? Met wie niet? Hoe komt dat, denk je? • Vraag je bvb. aan je dokter iets dat niet echt met uw gezondheid heeft te maken?
3. Spreek jij zelf andere mensen aan om bij ons les te volgen? Dit zijn vragen naar ‘feiten’. • Zo ja, wat vertel je hen dan als eerste? Hoe overtuig je hen om de stap te zetten? • Zo niet, wat houdt je tegen? • Maak je wel eens reclame voor basiseducatie? Hoe dan? Bij wie? • Nee? Hoe zou je dat kunnen doen?
4. Zou je zelf een doorverwijzer kunnen zijn. Zou je willen reclame maken voor Basiseducatie of mensen doorverwijzen? Wat heb je nodig om dat te doen? En dit zijn meer de vragen naar de ‘beleving’
rapportage bevraging
92
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Reclame maken ___________________________________________________________________________
1. Je krijgt 500 folders van basiseducatie. Waar zou je die in je gemeente leggen?
2. Waar neem jij folders mee? En welke folders of blaadjes neem je dan mee? Bvb. stads- en gemeente-informatie, blaadjes van de ziekenkas, informatieve blaadjes
3. Ben jij al eens naar een rommelmarkt , opendeurdag, tentoonstelling ( of iets anders ) geweest omdat je een aankondiging zag staan? Zag je dat op een affiche of in een folder? Weet je nog waar je die affiche voor de eerste keer zag ? of: Weet je nog hoe je aan die folder bent gekomen ? Waar je die gelezen hebt ?
4. Wanneer staat bij jou de T.V. op ? • Altijd 0 • ’s avonds van ….. tot …… • alleen als ik een programma kies ( welke programma’s ) •
0 0
•
Kijk je veel TV? Wat is veel? Hoeveel uur per dag? Welk zijn je favoriete zenders? Doorvragen (regionale, kabelkrant op ATV, teletekst…) Je favoriete programma’s? doorvragen Wat vind je er leuk/goed aan?
•
In welke programma’s of zenders zou reclame van basiseducatie goed passen?
• •
5. Je neemt reclame uit je brievenbus. Wat doe je daar mee? • Je gooit alles ineens weg 0 • Je bekijkt een aantal dingen 0 •
Welke reclame lees je zeker en vast?
rapportage bevraging
93
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
6. Ik lees tijdschriften • omdat wij thuis een abonnement hebben • als ik moet wachten bij de dokter, kapper , dierenarts en er veel tijdschriften liggen •
mijn lievelingstijdschriften zijn …..
•
zou reclame in tijdschriften gezien worden? Bij welke rubriek?
Dank je wel! We laten je dan en op deze manier weten wat er van de bevraging gekomen is. Het team van Basiseducatie.
rapportage bevraging
94
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Bevraging cursisten in basiseducatie versie cursisten
____________________________________________________ Hier gaan we:
Basiseducatie wil graag weten wat je denkt van de manier waarop cursisten hen leren kennen. Zou je samen met ons mee willen nadenken over de volgende vragen? Wat jij een goede aanpak vindt om mensen aan te spreken, zullen we blijven doen. Waar je kritiek op hebt of tips om het beter te doen, daar zullen we over nadenken en verbeteringen doorvoeren. Met al uw tips en bedenkingen zorgen we er voor dat meer mensen de weg naar Basiseducatie vinden. Naam cursist: Leeftijd: Cursus: Lesgever:
rapportage bevraging
95
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
De eerste stap. ___________________________________________________________________________ 1. Je volgt cursus X. Ben je op zoek gegaan naar een organisatie die zo’n cursus gaf. Of hoorde je of las je over deze cursus en dacht je: dat is wat ik zoek?
2. Hoe heb je cursus X leren kennen? Hoe heb je Basiseducatie leren kennen? (Weet je nog wat er over cursus X gezegd/ geschreven stond?)
Eventueel vervolledig je vraag 2 met de volgende multiple choice versie
(Zet een kruisje of vul aan. Er mag méér dan één antwoord zijn.) 2.1. Iemand vertelde mij over deze cursus of over basiseducatie
buurtwerk:.... stadsdienst:..... werkgever: …. mutualiteiten:.... iemand van de VDAB: …. OCMW:.... dokter:.... Familie, kennissen:..... Andere nl. : ......
Deze persoon rapportage bevraging
96
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
kende Basiseducatie / cursus X van …..... Ik weet niet hoe deze persoon Basiseducatie/cursus X kent.
Deze persoon
heeft mij voldoende informatie gegeven over basiseducatie/cursus X Hij/zij vertelde mij het volgende: .......
heeft niet veel verteld maar een folder/artikel/ … (schrappen wat niet past of invullen) laten lezen of meegegeven. Hij/zij vertelde mij het volgende: .......
2.2. Ik heb er iets over gelezen/ gehoord in: Krant: …. Huis- aan huisblad: ... Folder: .... Affiche: .... TV: ..... andere: ... Weet je nog wat er in dat artikel/folder/uitzending/advertentie over de Basiseducatie/cursus X gezegd werd? Zo ja, wat dan?
3. Wanneer heb je Basiseducatie/ cursus X leren kennen? Weet je de periode nog?
rapportage bevraging
97
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
4. Wat houdt mensen tegen om in te schrijven of wat doet mensen toch die stap zetten. Hier willen we een goed zicht op krijgen. ●
Heb je je meteen ingeschreven of heb je er eerst een tijdje over nagedacht?
Heb je geaarzeld? Mag ik je vragen wat je deed twijfelen? Zou je ons kunnen helpen door te zeggen waarom sommige mensen blijven twijfelen en zich niet echt inschrijven volgens u?
Wat was dan de belangrijkste reden voor u om u in te schrijven? Wat was op dat moment de aanleiding om in te schrijven?
Wat was het laatste zetje waardoor je je inschreef: iets dat je tegen jezelf zei? Of iemand die je aanmoedigde? Weet je wat anderen over de streep zou kunnen halen?
Wat was eigenlijk uw drive om u in te schrijven, wat zou er in uw leven gaan verbeteren? Wat was je doel?
rapportage bevraging
98
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Uw idee over basiseducatie ___________________________________________________________________________ 1. Welke mensen komen er volgens jou bij Basiseducatie cursus volgen ?
2. Welk beeld heb je op de cursussen ‘lezen en schrijven’ en ‘Rekenen’? Hoe schrijven we volgens jou best over deze cursussen?
3. Wat dacht jij toen je voor ’t eerst hoorde over Basiseducatie. Welk beeld had je van Basiseducatie?
4. Wat komt er het eerste in u op als je zegt: “Hier in Basiseducatie heb ik geleerd …”?
5.
Verzin een goede, leuke, treffende naam voor de cursus die je zelf volgt. Of: als jij het voor ’t zeggen had, hoe zou jij dan reclame maken (voor basiseducatie en) voor de cursussen lezen en schrijven en rekenen?
rapportage bevraging
99
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Plaatsen waar we best reclame maken en folders of blaadjes waarin we best reclame maken. ___________________________________________________________________________ We willen en zicht krijgen op de plaatsen die jullie geschikt vinden om reclame over Basiseducatie te maken. We willen ook weten op welke manier jullie je informeren over van alles en nog wat.
1. Zijn er plaatsen waar je graag komt? Waar?
Wie komt daar zoal?
Hoe heb je die plek leren kennen?
Komen daar mensen die misschien ook een cursus bij ons willen volgen?
Zou je dit goed vinden?
Naar welke plaatsen ga je alleen naar toe?
2. Heb je een hobby? Komen mensen met deze hobby soms ergens samen?
Ga je daar naartoe? Waarom wel? Waarom niet?
Is dat leuk?
Zoek je soms informatie op over je hobby?
rapportage bevraging
100
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Probeer volledig te zijn: waar en wat?
Krijg je daarbij hulp of doe je dat alleen?
Zitten er in die hobbyclub soms mensen die basiseducatie niet kennen?
3. Wat doen je kinderen, je partner, vriend of vriendin zoal in hun vrije tijd? Ga je soms mee? Doe je soms mee? Help je soms mee?
Lees je soms iets over hun bezigheden? Wat, wanneer en waarom?
Zoeken jij of je partner of je kinderen er soms iets over op?
Denk je reclame over basiseducatie via de vrije tijd van familie of vrienden kan helpen?
4.
Zijn er plaatsen waar je sowieso af en toe MOET komen?
Wat ga je daar doen?
Neem je soms informatie mee?
Wat neem je zoal mee?
Waarom neem je het mee?
rapportage bevraging
101
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
5.
Zegt er soms iemand: ‘hé dat moet je eens lezen’ of ‘hé daar moet je eens naar toe gaan’? Wie en waarover?
rapportage bevraging
102
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Je thuis voelen, ook in Basiseducatie
___________________________________________________________________________ De cursisten van Basiseducatie komen bijna altijd omdat iemand anders ze doorverwezen heeft. 85% van de cursisten krijgen een zetje van een persoon. Daarom willen we vragen stellen om te weten wie we best informatie over Basiseducatie geven.
1.
Wat zijn volgens jou goede doorverwijzers naar Basiseducatie? Wie zouden voor jou goede doorverwijzers kunnen zijn?
Bij wie voel jij je het meeste op je gemak? Bij wie kan jij jezelf zijn?
Met wie kan je het beste praten?
Waar ben je het liefste? Waar ben jij op je gemak?
Hoe denk je dat dit komt?
Noem eens 3 redenen
2. Zijn dit ook de mensen die jou het meeste kunnen helpen als je een beslissing moet nemen? Heb je deze mensen verteld dat je bij ons les ging volgen?
Wie weet er nog meer dat je bij ons les volgt?
Met wie praat je over basiseducatie? Met wie niet? Hoe komt dat, denk je?
rapportage bevraging
103
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Vraag je bvb. aan je dokter iets dat niet echt met uw gezondheid heeft te maken?
3. Spreek jij zelf andere mensen aan om bij ons les te volgen? Zo ja, wat vertel je hen dan als eerste? Hoe overtuig je hen om de stap te zetten?
Zo niet, wat houdt je tegen?
Maak je wel eens reclame voor basiseducatie? Hoe dan? Bij wie?
Nee? Hoe zou je dat kunnen doen?
4. Zou je zelf een doorverwijzer kunnen zijn. Zou je willen reclame maken voor Basiseducatie of mensen doorverwijzen? Wat heb je nodig om dat te doen?
rapportage bevraging
104
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
Reclame maken ___________________________________________________________________________ 1. Je krijgt 500 folders van basiseducatie. Waar zou je die in jouw gemeente leggen? 2. Waar neem jij zelf folders mee? En welke folders of blaadjes neem je dan mee? Bvb. stads- en gemeente-informatie, blaadjes van de ziekenkas, informatieve blaadjes
3. Ben jij al eens naar een rommelmarkt , opendeurdag, tentoonstelling ( of iets anders ) geweest omdat je een aankondiging zag staan? Zag je dat op een affiche of in een folder? Weet je nog waar je die affiche voor de eerste keer zag ? of: Weet je nog hoe je aan die folder bent gekomen ? Waar je die gelezen hebt ?
4. Wanneer staat bij jou de T.V. op ? Altijd 0 ’s avonds van ….. tot …… 0 alleen als ik een programma kies ( welke programma’s )
0
Kijk je veel TV? Wat is veel? Hoeveel uur per dag?
Welk zijn je favoriete zenders? (regionale, kabelkrant op ATV, teletekst…)
Je favoriete programma’s?
Wat vind je er leuk/goed aan?
In welke programma’s of zenders zou reclame van basiseducatie goed passen?
rapportage bevraging
105
Werving en promotie voor rekenen en NT1 CBE provincie Antwerpen
5. Je neemt reclame uit je brievenbus. Wat doe je daar mee? Je gooit alles ineens weg 0 Je bekijkt een aantal dingen 0
Welke reclame lees je zeker en vast?
Ik lees tijdschriften
omdat wij thuis een abonnement hebben 0 als ik moet wachten bij de dokter, kapper , dierenarts en er veel tijdschriften liggen 0
mijn lievelingstijdschriften zijn …..
zou reclame van Basiseducatie in tijdschriften gezien worden? Bij welke rubriek?
Dank je wel voor je medewerking!
Als de bevraging verwerkt is, laten we je weten wat de resultaten zijn en wat we ermee gaan doen. Dit is gepland in het najaar.
Het team van Basiseducatie. rapportage bevraging
106