Chirurgie
Werking galblaas
Inhoudsopgave De algemene werking van de galblaas�����������������������������������4 Wat doet de galvloeistof?��������������������������������������������������������6 Galzouten���������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 6 Bilirubine of galkleurstof�������������������������������������������������������������������������������������� 6 Cholesterol�������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 6
Hoe ontstaan galstenen?����������������������������������������������������������7 Wanneer geven galstenen klachten?��������������������������������������8 Hoe kan de diagnose worden gesteld?���������������������������������9 Welke behandelingen zijn er mogelijk?������������������������������ 10 Laparoscopische verwijdering van de galblaas ������������������������������������������� 10 Conventionele galblaasverwijdering���������������������������������������������������������������� 11 Endoscopisch met behulp van een ERCP����������������������������������������������������� 12 Medicijnen������������������������������������������������������������������������������������������������������������ 12
Vragen�������������������������������������������������������������������������������������� 13
3
De algemene werking van de galblaas De galblaas is een 8 tot 10 centimeter lang, en maximaal 3 centimeter breed, peervormig zakje. In de galblaas kan 30 - 60 ml gal opgeslagen worden. De galblaas ligt rechtsboven in de buikholte tegen de voorkant van de lever aan.
Figuur 1:
Schematische weergave van de lever, de galblaas en de galwegen
In de lever wordt de galvloeistof aangemaakt en via het galwegsysteem getransporteerd naar de galblaas. In de galblaas wordt de galvloeistof iets ingedikt. Zolang er geen gal nodig is voor de vertering, blijft de galvloeistof in de galblaas bewaard. De galblaas is dus in feite alleen een opslagorgaan. Na het gebruiken van een maaltijd komt de voeding via de slokdarm en de maag in de dunne darm terecht. 4
Op dat moment krijgt de galblaas, als er vetdeeltjes in de voeding aanwezig zijn, via de hersenen en door middel van spijsverteringshormonen een seintje om gal af te geven. De galblaas knijpt zich samen, waardoor er plotseling een grote hoeveelheid galvloeistof in de dunne darm wordt geloosd.
Wat doet de galvloeistof? Gal is een tamelijk dikke geelgroenige vloeistof. Galvloeistof bevat, behalve water en slijm, een aantal belangrijke stoffen:
Galzouten Galzouten kunnen vetten in de dunne darm in hele kleine druppeltjes verdelen, dit noemen we emulgeren. Hierdoor kunnen vetverterende enzymen beter op het vet inwerken.
Bilirubine of galkleurstof Bilirubine ontstaat in de lever bij de afbraak van de rode bloedcellen. Deze galkleurstof geeft de ontlasting zijn donker bruine kleur. Als bilirubine - om wat voor reden dan ook - niet meer uit de galblaas en/of lever kan wegvloeien, dan kleurt deze stof de huid en het wit van de ogen geel. De ontlasting kan dan de grauwe kleur van stopverf krijgen.
Cholesterol In galvloeistof zit ook cholesterol, een bouwstof voor het lichaam. Een teveel aan cholesterol in het lichaam wordt via de galvloeistof uitgescheiden.
5
Een volwassen persoon produceert ongeveer 500 – 800 ml galvloeistof per dag. Omdat galvloeistof door de lever wordt aangemaakt, kan de mens goed zonder galblaas leven. De gal wordt dan niet meer opgeslagen, maar loopt continu en rechtstreeks vanuit de lever naar de dunne darm.
Hoe ontstaan galstenen? De echte oorzaak voor het ontstaan van galstenen is niet altijd bekend. Wat wel bekend is, is dat de galvloeistof iets teveel indikt. Er ontstaan dan kleine cholesterolkristallen die na verloop van tijd samenklonteren en steentjes vormen. Deze steentjes hoeven op zich geen klachten te geven. Cholesterolgalstenen ontstaan in situaties waarbij de aanmaak van cholesterol in de lever is toegenomen bijvoorbeeld door overgewicht, snel afvallen, vrouwelijke hormonen en gebruik van orale anticonceptiva. Galstenen komen bij vrouwen twee keer zo vaak voor als bij mannen.
Figuur 2: Overzicht van galblaas en galwegen met galstenen 6
Wanneer geven galstenen klachten? De galstenen kunnen in de galblaas zitten of in de galwegen terechtkomen. Zodra de galstenen in de galblaas of in de galwegen de doorstroming van galvloeistof verhinderen kan dit klachten geven. Het lichaam probeert de versperring op te heffen door samentrekkingen van de galblaas. Dit kan heftige pijnen rechts in de bovenbuik geven, ook wel kolieken genoemd. De pijn kan 1 tot 4 uur duren en ebt dan langzaam weg. Vaak treedt er misselijkheid en braken bij op. De aanvallen treden eerder na een grote vette maaltijd op. Daarnaast kan een vol gevoel, boeren, winderigheid en het niet verdragen van vet op galstenen wijzen. Galstenen kunnen een ontsteking van de galblaas veroorzaken, hierdoor kan iemand in korte tijd flink ziek worden (acute cholecystitis). Ook kunnen de klachten langduriger zijn en minder pijnlijk van aard (chronische cholecystitis). Ook kan een steen vanuit de galblaas de galweg in vallen en deze verstoppen. De gal kan dan niet wegvloeien, waardoor geelzucht ontstaat. Als gevolg van de verstopping kan er tevens een ontsteking van de galwegen optreden (cholangitis). Als een galsteen de galweg én de afvoergang van de alvleesklier tezamen afsluit kan er een ontsteking van de alvleesklier optreden (pancreatitis). Voor meer informatie, zie de paper ‘acute pancreatitis’.
7
Hoe kan de diagnose worden gesteld? De diagnose kan meestal op basis van de karakteristieke klachten (galkoliek) in combinatie met een echografie worden vastgesteld. Bij een echografie wordt gebruik gemaakt van geluidsgolven, waardoor de stenen in de galblaas zichtbaar gemaakt kunnen worden. Galstenen in de galwegen kunnen soms worden aangetoond en verwijderd met behulp van een ERCP-onderzoek. Voor meer informatie, zie de brochure ‘ERCP’
Welke behandelingen zijn er mogelijk? Een acute galkoliekaanval kan met een pijnstiller worden bestreden, die ook meteen de kramp van galblaas en de galgang opheft. Als galstenen veel klachten veroorzaken wordt meestal een operatie uitgevoerd om de galblaas te verwijderen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de laparoscopische (kijkoperatie) en de conventionele (klassieke) galblaasverwijdering (cholecystectomie).
Laparoscopische verwijdering van de galblaas Deze methode wordt ook wel kijkoperatie genoemd en verdient over het algemeen de voor keur. De kijkoperatie vindt plaats onder algehele narcose. De chirurg maakt hierbij gebruik van een videocamera en speciale instrumenten. In plaats van een grote snee maakt hij drie gaatjes in de buik. De laparoscoop is een lange stugge slang waarop een videocameraatje en een lamp is gemonteerd. Voordat de laparoscoop door één van de gaatjes in de buikholte wordt gebracht moet 8
er kooldioxide in de buik geblazen worden, waardoor de buikwand los van de organen komt. De chirurg heeft dan ook meer zicht op de galblaas en galwegen en meer ruimte om de ingreep te verrichten. Met kleine instrumenten die via de andere twee gaatjes in de buikholte worden ingevoerd, wordt de galblaas losgemaakt en door één van de gaten in de buik verwijderd. Het grote voordeel van een laparoscopie is dat er geen grote snee in de buik hoeft te worden gemaakt. Er is minder risico op trombose en op wondinfecties, men heeft minder pijn en het genezingsproces verloopt over het algemeen sneller. Doordat kooldioxide het middenrif prikkelt van waaruit een zenuwbaan richting de schouder loopt kunt u na de operatie gedurende enkele dagen een gevoelige schouder hebben. Maximaal 2 dagen na de ingreep kunt u weer naar huis, in sommige ziekenhuizen is het zelfs een dagbehandeling. Indien u vaker in de bovenbuik bent geopereerd kan het zijn dat u last hebt van verklevingen (inwendig littekenweefsel). Deze kunnen mogelijkerwijs bij een laparoscopisch onderzoek het zicht belemmeren en de kans op complicaties verhogen. In dat geval wordt over het algemeen besloten om op conventionele wijze de galblaas te verwijderen.
Conventionele galblaasverwijdering Bij deze operatie maakt de chirurg een snede van maximaal vijftien centimeter. Daarna wordt de hele galblaas weggenomen. Als ook de galwegen moeten worden geopend wordt bij het sluiten van de wond een drain (buisje) achtergelaten om de gal naar buiten te laten lopen. Hierdoor wordt een te hoge druk in de galwegen na de operatie voorkomen. 9
De opnameduur is als gevolg van de grote buikwond is langer, men heeft meer pijn en het risico op complicaties is groter dan bij een laparoscopische behandeling. Voordat u naar huis mag moet u koortsvrij zijn en moet de wond rustig zijn. De functie van de galblaas is ‘tijdelijke opslag van galvloeistof’. Na verwijdering van de galblaas gaat de galvloeistof rechtstreeks vanuit de lever naar de twaalfvingerige darm. Het lichaam heeft over het algemeen slechts een korte gewenningsperiode nodig, waarna de spijsvertering weer zonder problemen verloopt. Indien een operatie om bepaalde redenen niet mogelijk is zijn er andere mogelijkheden om de galstenen te verwijderen. Deze zijn echter niet in alle situaties toepasbaar. Deze mogelijkheden zijn:
Endoscopisch met behulp van een ERCP Een endoscoop is een flexibele slang met aan de punt een minuscuul lampje en cameraatje. Via de endoscoop kan de arts kleine instrumentjes opschuiven. De slang wordt door de mond, slokdarm en maag opgeschoven tot de twaalfvingerige darm. Daar wordt de uitmonding van de galweg opgezocht en wordt er contrastvloeistof in de galweg gespoten. Deze contrastvloeistof laat op röntgenbeelden de galwegen en galstenen zien. De arts kan nu via de slang met een heel klein grijpertje de galstenen uit de galwegen wegnemen. Voordeel van deze methode is dat er geen sprake is van een operatie. Deze behandelingsmethode is niet in alle situaties toepasbaar. Galstenen die in de galblaas zelf zitten kunnen in ieder geval niet op deze manier verwijderd worden.
10
Medicijnen In sommige gevallen wordt de voorkeur gegeven aan het toedienen van medicijnen die kleine steentjes kunnen oplossen. Dit werkt echter niet altijd en de kans is vrij groot dat de galstenen na verloop van tijd weer terugkomen.
Vragen Mocht u na het lezen van deze folder/ dit boekje nog vragen hebben, dan kunt u die voorleggen aan de assistentes van de polikliniek voor chirurgie, telefoon (0341) 463777, van 08.30 – 12.00 en van 13.30 – 16.30 uur.
Uitgave: Patiëntencommunicatie Harderwijk, februari 2013
CAZ CH 82.02.13 11
Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 3844 DG Harderwijk Postbus 138 3840 AC Harderwijk Telefoon (0341) 463911 www.stjansdal.nl