Werkboek Het verbeteren en uitbreiden van sociale contacten voor ouderen met een psychiatrische aandoenning Lies Korevaar Irma Dekker
Werkboek Het verbeteren en uitbreiden van sociale contacten voor ouderen met een psychiatrische aandoening
Voor cliënten en hun begeleiders of ondersteuners
Lies Korevaar Irma Dekker
Dit werkboek is vervaardigd met gebruikmaking van materiaal dat afkomstig is uit de Psychiatric Rehabilitation Training Technology Packages door M. Cohen, M.Farkas, B.Cohen, K.Danley, P.Nemec e.a. Center for Psychiatric Rehabilitation, Boston University, 730 Commonwealth Avenue, Boston MA 02215, USA. Het oorspronkelijke materiaal is vertaald en in Nederland geïntroduceerd door de Stichting Rehabilitatie ‟92 te Utrecht. Daarnaast is gebruik gemaakt van publicaties over de sociale netwerkbenadering door Baars, H. & Uffing, J. & Dekkers, G. 1990. Sociale netwerkstrategieën in de sociale psychiatrie; een handleiding voor de geestelijke gezondheidszorg. Houten/Antwerpen, Bohn Stafleu Van Loghum. Bewerking en redactie: 1e versie Jos Dröes, Adriane Keldenich en Monique Geuze , mei 2007 2e versie Lies Korevaar en Irma Dekker, juni 2011
Een uitgave van: Stichting Rehabilitatie ‟92, Mgr. Van de Weteringstraat 132b, 3581EN Utrecht, 030-2145002
[email protected]
© R‟92 / BU 2
Voorwoord Ouderen met een psychiatrische aandoening vormen een risicogroep voor sociaal isolement. Als gevolg van de aandoening en door lichamelijke achteruitgang zijn het sociale netwerk en de familierelaties uitgedund, welke vervolgens de kwetsbaarheid voor depressie en middelenmisbruik verhogen. Het verbeteren van sociale contacten van ouderen binnen de psychiatrie blijkt echter onvoldoende gestimuleerd te worden. Het aanwezige aanbod is onvoldoende toegesneden op de doelgroep en er wordt weinig gebruik gemaakt van het aanbod dat er is. Bovendien blijkt de kwaliteit van het aanbod op het gebied van sociale contacten aanzienlijk minder positief beoordeeld te worden door instellingen die geestelijke gezondheidszorg bieden aan ouderen dan op andere gebieden zoals wonen en dagbesteding. De methodiek ‘het verbeteren en uitbreiden van sociale contacten voor ouderen met een psychiatrische aandoening’, die in dit werkboek wordt beschreven, is gericht op het bevorderen van sociale contacten bij ouderen met een psychiatrische aandoening. De methodiek is gebaseerd op de Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB). Hoewel ontwikkeld voor ouderen met een psychiatrische aandoening, is de methodiek ook te gebruiken voor ouderen zonder psychiatrische aandoening, die in een sociaal isolement verkeren. Het werkboek is ontwikkeld in het kader van het project „Sociale Participatie door Rehabilitatie voor ouderen met een psychiatrische aandoening‟. Het project is gefinancierd door ZonMw in het kader van het „Zorg voor Beter-programma‟ en uitgevoerd door Stichting Rehabilitatie ‟92, in samenwerking met de zorginstellingen: Bavo Europoort / Rehabilitatiecentrum voor ouderen te Hoogvliet Mensana RIBW Noord en Midden Limburg SBWU te Utrecht Dijk & Duin / Ouderenpsychiatrie te Castricum RIWIS Zorg & Welzijn te Apeldoorn Aan het project hebben verder meegewerkt: Trimbos-instituut / Ouderen te Utrecht Kenniscentrum Phrenos te Utrecht De methodiek ‟Verbeteren en uitbreiden van sociale contacten‟ is bedoeld voor ouderen met een psychiatrische aandoening met klachten over eenzaamheid, gebrek aan vriendschap en intimiteit of met problemen bij het verdiepen of onderhouden van bestaande contacten. De module is opgezet vanuit de IRB, en kan het best samen met een directe begeleider of ondersteuner,met ervaring met de IRB, worden doorgenomen. De methodiek is bruikbaar voor het verkennen, kiezen, verkrijgen, behouden en beëindigen van door u zelf gewilde sociale relaties. Dit zijn tevens de fasen van de interventie, die door middel van verscheidene instrumenten doorlopen kunnen worden. Om te beginnen brengt u uw sociale netwerk in kaart met behulp van het instrument 'netwerk in beeld'. Hierin inventariseert u hoe uw netwerk is samengesteld, hoe vaak u iemand ziet of spreekt en hoe intens en belangrijk elk afzonderlijk contact is. In de interpretatiefase wordt geleidelijk duidelijk of en welk type sociaal contact u tekort komt en of u wensen tot verandering heeft en of wensen om bestaande contacten te behouden en te verbeteren. In de interventie wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen wensen en doelen. Wensen zijn dingen die u graag wilt, doelen zijn situaties in de toekomst die u op een gerichte manier kunt bereiken. Om een wens te realiseren moet u concrete doelen stellen die de beste kans geven dat de wens uitkomt. U brengt vervolgens in kaart welke activiteiten, vaardigheden en hulpbronnen u nodig heeft om het doel te bereiken. Ten slotte werkt u aan het leren van vaardigheden die u nodig heeft en het verkrijgen en gebruiken van de benodigde hulpbronnen.
© R‟92 / BU 3
© R‟92 / BU 4
Inhoudsopgave Introductie methodiek
7
Beslisboom proces „Verbeteren en uitbreiden van sociale contacten‟
9
Hoofdstuk 1. Het scheppen van een band
11
Hoofdstuk 2. Netwerk in beeld
15
Hoofdstuk 3. Interpretatie Netwerk in beeld
27
Hoofdstuk 4. Prioriteiten, terrein en doeltype
35
Hoofdstuk 5. Zoekt u een nieuwe persoon
37
Hoofdstuk 6. Zoekt u een nieuwe groep of vereniging?
39
Hoofdstuk 7. Bestaande contacten verbeteren
65
Hoofdstuk 8. Activiteiten om doelen te bereiken en te behouden
69
Hoofdstuk 9. Vaardigheden leren en leren toepassen
81
Hoofdstuk 10. Afscheid nemen
87
Bijlage 1; lijst met waarden
91
Bijlage 2; lijst met interesses
92
Bijlage 3: begrippenlijst
93
© R‟92 / BU 5
© R‟92 / BU 6
Introductie methodiek De methodiek “verbeteren en uitbreiden van sociale contacten voor ouderen met een psychiatrische aandoening” is ontworpen om ouderen op individuele basis te helpen hun persoonlijke netwerk te verbeteren. Dat kan betekenen dat nieuwe contacten worden gelegd of dat oude banden worden verstevigd. Dit werkboek kan gebruikt worden wanneer u klachten hebt over eenzaamheid, over gebrek aan vriendschap en intimiteit of over problemen bij het verdiepen of onderhouden van uw bestaande contacten. Dit boek is opgezet vanuit de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). Maar anders dan bij andere IRB-modules gaat het in dit pakket om een handleiding en werkbladen die direct door de cliënt zelf gebruikt kunnen worden. De praktijk wijst uit dat begeleiding gewenst is van iemand die scholing heeft gehad in deze IRB-module. Voor achtergrondinformatie verwijzen wij u naar het „Handboek Rehabilitatie voor zorg en welzijn‟ geschreven door Lies Korevaar en Jos Dröes. ISBN: 9789062834556. 2008, 1e druk. Met name hoofdstuk 13; Sociale contacten en familierelaties en hoofdstuk 19; Zorg voor zelfstandigheid: rehabilitatie in de ouderenzorg. Wanneer in de tekst gesproken wordt van “u” wordt daarmee steeds de cliënt, degene die wil werken aan zijn of haar sociale netwerk, bedoeld. De ervaring leert wel dat een cliënt dit werkboek het gemakkelijkst samen met zijn of haar begeleider (of een andere ondersteuner) kan doornemen. De redenen daarvan zijn: Uw sociale netwerk in kaart brengen is soms confronterend. Het is voor de meeste mensen prettig om de emoties die het oproept met iemand te kunnen delen. Er staan soms hulpverleners-woorden en -begrippen in de tekst (bijvoorbeeld: persoonlijke criteria, veranderdoel) die om uitleg vragen en Veel stappen krijgen vorm via een gesprek (bijvoorbeeld: uw wensen onder woorden brengen). Voor een gesprek heeft u een gesprekspartner nodig. De methodiek is alleen bruikbaar voor het verkennen, kiezen, verkrijgen, behouden en beëindigen (dit zijn de “fasen” van het proces) van door een persoon zelf gewilde sociale relaties. Om de fasen van het proces door te maken worden een aantal instrumenten gebruikt. In de verschillende fasen worden verschillende instrumenten gebruikt, zoals hier onder is aangegeven. In grote lijnen is de module als volgt samen te vatten: Fase Verkennen
Kiezen Verkrijgen
Instrumenten Scheppen van een band Sociale netwerk analyse Verkennen van een wens op het gebied van sociale contacten Stellen van een doel op het gebied van sociale contacten
Behouden
Activiteiten benoemen om doel te bereiken en te behouden Achterhalen van onmisbare vaardigheden en hulpbronnen Vaardigheids- en hulpbroninterventies Alle modules, naar behoefte
Beëindigen
Afscheid nemen
© R‟92 / BU 7
De stappen van de methodiek zijn opgedeeld in hoofdstukken. Per hoofdstuk worden de stappen ingeleid en uitgelegd. Hoofdstuk 1; Bij alle stappen van het uitbreiden en verbeteren van uw sociale netwerk is het scheppen van een band of het aangaan van een relatie met andere mensen erg belangrijk. In dit hoofdstuk onderzoekt u wat het beste bij u past. In hoofdstuk 2 en 3 brengt u uw netwerk in kaart en kunt u uit de verkregen informatie conclusies verbinden. In hoofdstuk 4 gaat u uw wensen, die u uit hoofdstuk 2 en 3 heeft geïnventariseerd, opschrijven in de volgorde waarin u deze wensen wilt aanpakken. Tevens geeft u hier aan om wat voor soort wens het gaat. Dit bepaald namelijk of u hierna met hoofdstuk 5, 6 of 7 verder gaat. U gaat met hoofdstuk 5 verder als u een nieuw persoon zoekt Met hoofdstuk 6 als u een nieuwe groep of vereniging zoekt Met hoofdstuk 7 als u bestaande contacten wilt verbeteren. Hoofdstuk 8 is bedoeld om te onderzoeken welke vaardigheden en hulpbronnen/steun u kunnen helpen om uw doel te bereiken en te behouden. Hoofdstuk 9 geeft informatie over hoe u deze vaardigheden kunt leren of hoe u kunt leren om ze in de praktijk toe te passen. Hoofdstuk 10 gaat over afscheid. Een goede manier van afscheid nemen is belangrijk om op een positieve manier op de relatie terug te kunnen kijken.
Het proces van het verbeteren of uitbreiden van uw sociale netwerk Het proces van het verbeteren of uitbreiden van uw sociale netwerk kan op twee manieren beginnen. Het kan zijn dat u al een duidelijk doel voor ogen hebt en dat u zoekt naar een persoon (vriend, vriendin, partner, maatje), een groep of clubje (een informeel verband van mensen waar u iets mee samen doet zoals samen eten, koffie drinken, praatje maken, biljarten of kaarten), een vereniging (een formeel verband waarin u dingen met anderen samen doet; u betaalt contributie en u moet u officieel aanmelden om lid te worden). duidelijke doelen kunnen ook zijn dat u je relatie met een bepaalde persoon, groep of vereniging wilt verbeteren. Wanneer u al een duidelijk doel hebt kunt in principe meteen door naar hoofdstuk 5, 6 of 7; welk van deze delen is afhankelijk van wat u zoekt en of u uw doel al helemaal duidelijk geformuleerd hebt. We raden u toch aan om eerst de voorgaande hoofdstukken door te lezen en uw sociale netwerk eens goed in kaart te brengen. Wie weet brengt het bekijken van uw netwerk wensen naar voren waar u zich niet meteen van bewust was.
© R‟92 / BU 8
Beslisboom proces ‘verbeteren en uitbreiden van sociale contacten’ Waarom: U kunt uitzoeken bij welk onderdeel u het beste kunt beginnen of verder gaan in uw proces. Aanwijzingen: Volg het stroomschema.
Lees H.1 (Het scheppen van een band) en bespreek dit eventueel met uw begeleider
Is uw wens op het gebied van sociale contacten duidelijk?
nee
U kunt beginnen met uw netwerkanalyse, de interpretatie, prioriteiten stellen en terrein bepalen = H.2, 3 en 4
ja
Zoekt u een nieuw persoon: ga naar H. 5 Zoekt u een nieuwe groep of vereniging: ga naar H.6 Wilt u bestaande contacten verbeteren: ga naar H.7
Zijn er onderdelen in het verkennen die maken dat het voor u lastig is om een doel te stellen: Bespreek met uw begeleider hoe u deze onderdelen samen aan kunt pakken.
Bepaal uw doel op het gebied van sociale contacten (rol, tijd, plaats)
Om uw doel te kunnen bereiken en te behouden heeft u misschien nog vaardigheden of hulpbronnen/steun nodig: ga naar H.8
Nu heeft u duidelijk welke vaardigheden voor u een probleem zouden kunnen zijn of zouden kunnen worden. En welke hulpbronnen u kunnen ondersteunen bij het bereiken en behouden van uw rehabilitatiedoel. Hoe u deze vaardigheden kunt leren of leren toepassen: Ga naar H. 9
Afscheid nemen is een belangrijk onderwerp als het om sociale contacten gaat. Over afscheid nemen: Ga naar H.10
© R‟92 / BU 9
Hulpbronnen realiseren
© R‟92 / BU 10
Hoofdstuk 1 Het scheppen van een band
© R‟92 / BU 11
© R‟92 / BU 12
Hoofdstuk 1. Het scheppen van een band Bij het verbeteren en uitbreiden van uw sociale contacten zijn de vaardigheden van “het scheppen van een band” heel belangrijk. Een band scheppen betekent dat u u in het contact zo gedraagt dat er een prettige sfeer ontstaat waardoor u en de ander zich kunnen verheugen op een volgende keer. Hebt u ervaring met “een band scheppen”? Wat zijn belangrijke onderdelen ervan? Bespreek de eigen ervaringen en die van de begeleider of ondersteuner ermee. Suggesties: Fysieke activiteiten Dingen samen doen Uitgaan Eten Klaverjassen Bezoeken soos
Sporten Wandelen TV kijken Biljarten Bezoeken club
Verstandelijke activiteiten Gemeenschappelijke interesses achterhalen Praten over algemene onderwerpen, bv. het nieuws Emotionele activiteiten Kennismaken Iets over uzelf vertellen Zeggen als iets u niet bevalt Zeggen hoe u wilt dat iets gaat U instellen op de gespreksstijl en omgangsvormen van de ander
Luisteren en begrijpen Vragen stellen Uw grenzen aangeven Reageren op kritiek
Leerpunt:
* Een prettig contact komt van twee kanten * Bijna iedereen vindt een of meer van de genoemde activiteiten moeilijk * In het contact met de ene persoon zijn vaak ander dingen moeilijk dan in het contact met de andere persoon.
Vraag u af:
Welke van de bovengenoemde activiteiten vindt u in het algemeen moeilijk? Welke activiteiten vindt u moeilijk als u met iemand alleen bent? Welke activiteiten vindt u moeilijk als er anderen bij zijn?
Bespreek uw antwoorden desgewenst met uw begeleider. U weet niet van tevoren of de dingen die U moeilijk vindt zich in de praktijk ook echt zullen voordoen. We komen hierop in hoofdstuk 8 en 9 terug wanneer u preciezer heeft bepaald wat u precies wilt gaan doen om uw sociale contacten te verbeteren of uit te bereiden.
© R‟92 / BU 13
© R‟92 / BU 14
Hoofdstuk 2 Netwerk in beeld
© R‟92 / BU 15
© R‟92 / BU 16
Hoofdstuk 2. Netwerk in beeld Het kan zijn dat u nog geen duidelijke keuzen gemaakt hebt. U wilt bijvoorbeeld wel iets doen aan uw eenzaamheid, maar u weet nog niet precies wat. Of u wilt eigenlijk een partner maar zoekt om te beginnen naar een activiteit waar u meer mensen kunt ontmoeten (zodat uw kans om een partner te vinden groter wordt). Als u nog niet zo‟n duidelijk plan hebt begint u in hoofdstuk 2 met een analyse van uw sociale netwerk. Dat doet u in deze handleiding met behulp van een instrument dat aangepast is overgenomen uit de “sociale netwerkbenadering” (SNB). Dit instrument hebben we “netwerk in beeld” genoemd. Eerst inventariseert u hoe uw huidige netwerk, op dit moment, is samengesteld. Uw netwerk bestaat uit mensen (bv familie, vrienden, verenigingsleden, (oud)collega‟s, buren, lotgenoten) maar de vorm van uw netwerk wordt ook bepaald door hoe vaak u die mensen ziet/spreekt/schrijft, hoe intens het contact is en hoe belangrijk ze voor u zijn. U kunt als hulpmiddel ook een genogram maken waarin u uzelf eerst op papier tekent. Dit kan door middel van een cirkel of door het tekenen van een poppetje. Hierna tekent u alle belangrijke anderen om u heen, u kunt de meest belangrijke mensen dichtbij u tekenen, daarna de overige contacten die u heeft. U kunt bepaalde contacten een kleur geven; bijvoorbeeld: iedereen die u vaak ziet rood, etc. U kunt de lijnen verschillend tekenen; dikke lijn = veel contact, gewone lijn = gemiddeld contact, stippellijn = weinig contact, zig-zag lijn= moeilijk contact. U kunt ook mensen dichtbij u plaatsen of juist veraf. U kunt met pijltjes aangeven van wie het contact uit gaat. Noteer op werkblad 2 ook sociale verbanden die voor u erg belangrijk zijn, zoals een vereniging, een kerk, een café, een soos of een klaverjas- of biljartclub.
© R‟92 / BU 17
© R‟92 / BU 18
Werkblad netwerk in beeld (1a) Netwerk in beeld (persoonlijke gegevens) Naam
Beroep
Leeftijd
Opleiding(en)
Adres
Begeleider
Interesses/Hobby‟s
Maand/jaar
© R‟92 / BU 19
Werkblad netwerk in beeld (1b)
Deel 1: Familie Bij familierelatie kunt u denken aan vader/moeder, broer/zus, partner, zoon/dochter, schoonfamilie etc. Relatie
Naam
Leeftijd
M/V
Beroep/ Opleiding
Burgerlijke Staat
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
© R‟92 / BU 20
Woonsituatie
Frequentie Duur v/h contact
Relatie
Initiatief
Activiteit/ aansluiting
Plaats
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
© R‟92 / BU 21
Gevoel in woorden of (- +/- +)
Bijzonderheden
Werkblad netwerk in beeld (2) Deel 2: Vrienden/kennissen/(ex)collega’s/buren/medecliënten etc. Relatie
Naam
Leeftijd
M/V Beroep/ Opleiding
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
© R‟92 / BU 22
Burgerlijke staat
Woonsituatie Frequentie Duur v/h contact
Relatie
Ontmoet waar/wanneer
Initiatief
Activiteit/ Plaats aansluiting
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
© R‟92 / BU 23
Gevoel in woorden of (- +/- +)
Bijzonderheden
Werkblad netwerk in beeld (3) Deel 3: docenten, werkgevers, hulpverleners, begeleiders, maatschappelijke diensten, e.d.
Relatie
Naam
Frequentie
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
© R‟92 / BU 24
Duur
Initiatief
Relatie
Gevoel
Aansluiting
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32 .
33.
34.
35.
36.
© R‟92 / BU 25
Bijzonderheden
© R‟92 / BU 26
Hoofdstuk 3 Interpretatie netwerk in beeld
© R‟92 / BU 27
© R‟92 / BU 28
Hoofdstuk 3. Interpretatie netwerk in beeld Uit dit onderzoek van uw netwerk wordt in de interpretatiefase geleidelijk aan duidelijk welk type sociaal contact u tekort komt en of u wens(en) tot verandering hebt of wensen om bestaande contacten te behouden en te verbeteren. U bent dan met andere woorden op het punt aangekomen dat het voor uzelf duidelijk is of u een nieuwe persoon, groep of vereniging zoekt, of dat u het contact dat u al hebt met een persoon, groep of vereniging wilt verbeteren. Uw wens is dan dus duidelijk geworden
Werkblad interpretatie netwerk in beeld (1) Aanwijzingen: Vul op dit werkblad de antwoorden in op de vragen die u in uw situatie belangrijk vindt. Schrijf waar dat kan vooral op wat u zo wilt houden en wat u wilt veranderen. Beantwoord de laatste vragen van elk onderdeel (onder conclusie interpretatie) altijd. De begeleider of ondersteuner kan kanttekeningen toevoegen. Vragen Algemene vragen -Hoe vond u het om uw netwerk zo op papier te zetten? -Als u het resultaat ziet, wat vindt u daar dan van? -Valt u iets op wat u niet had verwacht? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
-Zijn er bepaalde contacten of relaties die u in het dagelijks leven mist? Antwoord cliënt
Kanttekening begeleider
Deel 1: familie - Leeftijd ouders? - Verschil van leeftijd met broers/zussen? - Enig kind? - Enige van uw sekse in het gezin? Of alleen maar jongens of meisjes? Antwoorden cliënt
© R‟92 / BU 29
Kanttekening begeleider
- Beroepen/opleidingen van de familie? - Burgerlijke staat van de familie? - Woonsituatie van de familie? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
- Contacten met uw familieleden opvallend lang/kort? - Opvallend veel of weinig contacten? - Initiatief afwisselend bij u en bij uw familielid? - Speciaal aansluiting bij iemand? - Contacten op wisselende plekken? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
- Heeft u voor één of een paar personen een bijzonder gevoel; heel aardig, verbonden, etc.? Welke personen zijn dat? - Is één(of zijn een paar) van de contacten opvallend (belangrijk, goed, slecht). Welke zijn dat? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
Conclusie interpretatie netwerk werkblad 1 - Zijn er contacten die u zou willen uitbreiden? - Zijn er contacten die u wilt verbeteren? - Mits u bepaalde contacten met familie? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
© R‟92 / BU 30
Werkblad interpretatie netwerk in beeld (2) Deel 2: vrienden, kennissen - Uit verschillende leeftijdsgroepen? - Uit uw eigen leeftijdsgroep? Of juist niet? - Opvallend veel vrienden/kennissen van een bepaalde sekse? De uwe of juist de andere? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
- Beroepen gevarieerd? Veel zonder werk? - Opleidingsniveau gevarieerd? - Het zelfde opleidingsniveau als u? Of juist niet? - Burgerlijke staat van uw vrienden/kennissen gevarieerd? - Vaak dezelfde burgerlijke staat als u? Of juist niet? - Woonsituatie van gevarieerd? - Vaak hetzelfde als u? Of juist niet? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
Ziet u uw vrienden/kennissen opvallend veel/weinig? Contacten opvallend lang, of kort? Heeft u op verschillende plekken mensen ontmoet? Of opvallend veel op telkens dezelfde plek? Heeft u in verschillende perioden in uw leven mensen ontmoet? Of juist veel in een bepaalde periode? - Zijn er contacten die al heel lang duren? Of zijn het allemaal contacten van de laatste twee jaar? Antwoorden cliënt -
Kanttekening begeleider
© R‟92 / BU 31
- Initiatief voor contact afwisselend door jou en door de ander? Of vaak van één kant? - Onderneem u met verschillende mensen ook verschillende activiteiten? - Wat zijn contacten waarin u een goede aansluiting vindt? Wat is de reden daarvan? Zijn dat verschillende redenen of vaak dezelfde? - Contacten op verschillende plekken? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
- Bij één of een paar contacten een bijzonder goed gevoel? - Bepaalde contacten opvallend goed of belangrijk? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
Conclusie interpretatie netwerk werkblad 2 - Zijn er contacten die u zou willen uitbreiden? - Zijn er contacten die u zou willen verbeteren? - Mist u bepaalde contacten of vormen van vriendschap? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
© R‟92 / BU 32
Werkblad interpretatie netwerk in beeld (3) Deel 3: hulpverleners, maatschappelijke diensten e.d. - Hoeveel hulpverlenerscontacten? - Hoe vaak contact? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
- Gaat het dan vaker om lange contacten of om korte? Hoe lang? - Zijn bepaalde contacten opvallend goed of slecht (aansluiting, gevoel)? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
- Heeft u veel contacten met diensten zoals sociale dienst uitkeringsinstantie, sociaal raadsman, advocaat? - Zijn bepaalde contacten opvallend goed of opvallend slecht (aansluiting, gevoel, effect)? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
Conclusie interpretatie netwerk werkblad 3 - Zijn er contacten met hulp- of dienstverleners die u wilt verbeteren? - Zijn er contacten met hulp- of dienstverleners die u wilt uitbreiden? - Mist u bepaalde contacten of vormen van hulp- of dienstverlening? Antwoorden cliënt
Kanttekening begeleider
© R‟92 / BU 33
© R‟92 / BU 34
Hoofdstuk 4 Prioriteiten, terrein en doeltype
© R‟92 / BU 35
© R‟92 / BU 36
Hoofdstuk 4. Prioriteiten, terrein en doeltype Wensen en doelen Juist bij het verbeteren of uitbreiden van uw sociale contacten is het erg belangrijk om een onderscheid te maken tussen wensen en doelen. Wensen zijn dingen die u graag wilt. Een wens zegt niets over de uitvoerbaarheid of de realiteit. U kunt wensen dat u miljonair wordt of dat u een prachtig huis of een fantastische reis maken die u nooit, of voorlopig niet, kunt bereiken. Wensen kunnen bereikbaar zijn, maar dat hoeft niet. Sommige wensen blijken onbereikbaar. Doelen zijn situaties in de toekomst die u op een gerichte manier kunt bereiken. Een doel kan in principe bereikt worden. Als u u ten doel stelt om veel geld te verdienen en het is een echt, praktisch doel dan zegt u daarmee dat gaat uitzoeken hoe u dat wilt gaan doen en vervolgens gaat u het doen. We geven hieronder voorbeelden van wensen en doelen op het gebied van sociale contacten. “Ik wil een levenspartner van mijn eigen leeftijd met een vriendelijk karakter” is een wens. Iedereen weet dat er geen vaste procedure bestaat om aan zo‟n levenspartner te komen. Het kan zijn dat uw wens wordt vervuld, maar het kan ook zijn dat dat niet gebeurt. Om uw wens te verwerkelijken kunt u wel iets doen. Bijvoorbeeld een relatiebemiddelingsbureau inschakelen: dat zoekt direct naar een levenspartner die voldoet aan de criteria die u hebt opgegeven. Maar toch is “een levenspartner willen met een vriendelijk karakter” een wens, geen doel. U hebt de verwerkelijking ervan niet helemaal in de hand. Ook het willen vinden van vrienden, vriendinnen en maatjes zijn wensen, geen doelen. “Ik wil de komende maanden als lid van wandelvereniging X vier wandelingen meemaken om nieuwe mensen te leren kennen” is een doel. Iedereen weet dat u dit voornemen kunt uitvoeren. U hoopt misschien dat de nieuwe mensen die u leert kennen aardig zijn en dat er misschien iemand tussen zit waar u wat meer mee krijgt. Maar dat is dan weer een wens, geen doel. “Ik wil mijn relatie met mijn buurvrouw verdiepen” is een wens, want het bereiken ervan is afhankelijk van de reactie van uw buurvrouw op uw optreden. U kunt wel doelen stellen om deze wens te verwerkelijken. Bijvoorbeeld: u kunt u voornemen om tegen de buurvrouw te zeggen dat u haar vaker zou willen zien en -als zij dat van haar kant ook wil - als gezamenlijk doel stellen om bijvoorbeeld geregeld samen koffie te drinken. Samen koffie drinken is een doel – dat kunt u doen zoals u het u hebt voorgenomen. Kortom: wensen kunt u wel verduidelijken en uitwerken, maar om een wens te verwerkelijken moet u doelen stellen die de beste kans geven dat uw wensen uitkomen. Om hier een begin mee te maken stelt u in dit hoofdstuk uw prioriteiten, doelterrein en wenstypen vast. U heeft in hoofdstuk 3 aangegeven welke contacten u wilt uitbreiden en welke contacten of vormen van relatie u mist. Mogelijk heeft u meerdere wensen tegelijk. Als dit zo is stelt u in dit hoofdstuk uw prioriteiten.
© R‟92 / BU 37
Werkblad prioriteiten, terrein en doeltype Mijn wensen zijn
Haalbaar- Urgentie heid
Motivatie
Steun Totaal
-
-
-
-
Mijn wens met de hoogste prioriteit is:
Mijn wens is een wens tot verandering of een wens tot behoud:
Geef elke wens een cijfer tussen 1 en 5 op haalbaarheid, urgentie, motivatie en steun. 5 is veel/groot, 1 is weinig/klein. Tel de scores van elke wens op en vergelijk de totalen om te zien welke wens u prioriteit heeft. Controleer bij uzelf of de uitkomst gevoelsmatig klopt. Zo niet, vraag u dan af welke score u misschien moet herzien.
Verklaring van woorden: Haalbaarheid geeft aan hoe gemakkelijk uw wens te vervullen is. Urgentie geeft aan hoe snel u uw wens wilt verwezenlijken. Motivatie geeft aan hoeveel energie en moeite u erin wilt steken. Steun geeft aan hoeveel hulp en aanmoediging u verwacht van anderen.
Bij een veranderwens gaat u verder met hoofdstuk 5 (u zoekt een persoon), 6 (u zoekt een groep of vereniging). Bij een behouden-wens gaat u naar hoofdstuk 7 (bestaande contacten verbeteren).
© R‟92 / BU 38
Hoofdstuk 5 Zoekt u een nieuwe persoon?
© R‟92 / BU 39
© R‟92 / BU 40
Hoofdstuk 5. Zoekt u nieuwe persoon? U zoekt een nieuwe persoon Het is van belang om te onthouden dat het zoeken van een nieuw persoon met bepaalde eigenschappen een wens is en geen doel. Maar dat betekent niet dat u er niets in kunt ondernemen. Om een partner, vriend, vriendin of maatje met bepaalde eigenschappen te vinden kunt u drie dingen doen. In de eerste plaats maakt u een lijstje met uw persoonlijke criteria ten aanzien van de persoon die u zoekt. Deze term wordt verderop in dit boek uitgelegd. Het lijstje persoonlijke criteria is uw “verlanglijstje” van de ideale partner, vriend, vriendin of maatje. Als u in het vervolg een voor u geschikte persoon tegenkomt heeft u, wanneer u zo‟n verlanglijstje hebt gemaakt, meer kans om hem of haar ook te herkennen als een geschikt persoon. In de tweede plaats kunt u gebruik maken van bemiddelende instanties die zich richten op ouderen, bijvoorbeeld een relatiebemiddelingsbureau, contactadvertenties, een internetsite of een vriendendienst. U gaat dan precies informeren over hoe de bemiddeling werkt, een bepaald bureau, initiatief of website uitkiezen en dan kijken of u beschikt over alle vaardigheden en hulpbronnen om van de bemiddeling gebruik te maken. Als u moet opgeven wat voor iemand u zoekt gebruikt u uw “verlanglijstje” met persoonlijke criteria. Via bemiddeling zoekt u eigenlijk direct naar een persoon. Als u contact met iemand krijgt aangeboden kun u uw verlanglijstje weer nalopen om te zien of de persoon aan uw persoonlijke criteria voldoet. Maar denk eraan: uiteindelijk vallen mensen dikwijls op heel andere types dan zij van tevoren denken. In de derde plaats kunt u besluiten dat u aansluiting zoekt bij een groep of vereniging in de hoop dat u daar iemand tegen komt die de door u gewenste eigenschappen heeft en met wie het bovendien klikt. Dit wordt behandeld in hoofdstuk 6.
Persoonlijke criteria opsporen betekent dat u een lijstje maakt waarop de ideale eigenschappen staan het bemiddelingsbureau dat u zoekt. (werkbladen Persoonlijke criteria 1 en 2) Om tot deze criteria te komen kunt u gebruik maken van de lijst van waarden en interesses in de bijlage. U kunt ook vanuit vroegere ervaringen halen wat u juist wel graag wilt of juist niet en dit dan positief „herformuleren‟. U kunt ook nadenken over uw toekomstwensen en deze omzetten naar criteria. Als u niet zeker bent of u gebruik wilt maken van bemiddeling dan kunt u het beste de werkbladen „Wilt u bemiddeling; Verkennen 1,2 en 3 -‟ uitwerken. Het komen tot een keuze van welke bemiddeling u gebruik wilt gaan maken doet u door de werkbladen „Het stellen van een doel 1 en 2‟ in te vullen.
© R‟92 / BU 41
Werkblad zoekt u nieuwe persoon? Persoonlijke criteria 1 Eigenschappen die ik belangrijk vind waar een bemiddelingsbureau rekening mee houdt : Bijvoorbeeld: Ondersteuning bij het maken van een profiel van een juiste persoon voor mij (zoals gemeenschappelijke interesses, leeftijd, geslacht, woonomgeving, uiterlijk, karaktereigenschappen die u belangrijk vindt, hobby‟s die u prettig zou vinden als iemand die heeft, iemands achtergrond, opvoeding, geloof) De kosten die berekend worden, het slagingspercentage, overzichtelijke wachttijd, welk publiek/welke doelgroepen bezoeken de site/lezen die krant, begrip voor mijn situatie, werken ze snel, zorgvuldig etc.
© R‟92 / BU 42
Werkblad zoekt u een nieuwe persoon? Persoonlijke criteria 2 De gewenste kenmerken van de vorige bladzijde zet u om in persoonlijke criteria; wat u persoonlijk belangrijk vindt aan het bemiddelingsbureau waar u contact mee wilt. De „ideale‟ persoon zal in de praktijk bijna niet te vinden zijn maar het helpt u om straks een goede keuze te kunnen maken.
Mijn persoonlijke criteria van een bemiddelingsbureau die ik zoek zijn: (denk aan: bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
© R‟92 / BU 43
Werkblad wilt u bemiddeling; verkennen (1) A: Noodzaak, B: Inzet, C: Identiteitsbesef, D: Omgevingsbesef, E: Begeleidingsbehoefte
A: Noodzaak: Hoe ontevreden bent u over de huidige situatie? Is bemiddeling volgens u een noodzakelijke stap?
B: Inzet: Verlangen naar bemiddeling:
Positieve gevolgen van bemiddeling:
Geloof in eigen kunnen:
Steun van anderen:
© R‟92 / BU 44
Werkblad wilt u bemiddeling; verkennen (2) C: Identiteitsbesef: Waarden: (zie bijlage 1 voor een lijst met waarden die als hulpmiddel kunnen dienen bij het bepalen van uw eigen waarden)
Interesses: (zie bijlage 2 voor een lijst met interesses die als hulpmiddel kunnen dienen bij het bepalen van uw eigen interesses)
Heeft u wel eens eerder gebruik gemaakt van bemiddeling?
Kent u andere mensen die wel eens gebruik hebben gemaakt van bemiddeling? Hoe was uw indruk ervan?
D: Omgevingsbesef Waar kunt u bemiddeling vinden?
Hoe pakt u het aan?
© R‟92 / BU 45
E: Begeleidingsbehoefte -
Praktische steun/hulp
-
Verstandelijke steun/hulp
-
Emotionele steun/hulp
-
Levensbeschouwelijke steun/hulp
-
Van wie kunt u deze steun/hulp krijgen?
-
Van wie wilt u deze steun/hulp krijgen?
© R‟92 / BU 46
Werkblad wilt u bemiddeling; verkennen (3) Voorbeeld van scores omgezet in het profiel : 5 4 3 2 1
-------------------------------------------noodzaak
---------------inzet
--------------id.besef
A: Noodzaak
Onderdelen van Verkennen in kaart gebracht: 5 = veel/groot 1 = weinig/klein Zet bij elk onderdeel een kruisje of een lijn achter het cijfer dat voor u van toepassing is.
omg. besef
5 4 3 2 1
Onderdelen van Verkennen ontwikkelen als ik een onderdeel lager scoor dan 2,5: Geen noodzaak: geen traject
Weinig inzet: voorbeelden van herstel en rehabilitatie, steun activeren
Weinig identiteitsbesef: doel stellen, veel aandacht voor persoonlijke criteria
Weinig omgevingsbesef: doel stellen, veel aandacht voor alternatieve omgevingen
Weinig begeleidingsbehoefte: bespreken op welke punten u wel begeleiding wilt, band versterken
© R‟92 / BU 47
B: Inzet
begel. behoefte
C: Identiteits besef
D: Omgevings besef
E: Begeleidings behoefte
Werkblad wilt u bemiddeling? Het stellen van een doel (1) (Mogelijkheid; bemiddelingbureaus, contactadvertenties, internetsites etc.)
Mogelijkheid: Vragen die ik wil stellen 1.
Antwoorden die ik heb gekregen
2. 3. 4. 5.
Mogelijkheid: Vragen die ik wil stellen 1.
Antwoorden die ik heb gekregen
2. 3. 4. 5.
Mogelijkheid: Vragen die ik wil stellen 1.
Antwoorden die ik heb gekregen
2. 3. 4. 5.
© R‟92 / BU 48
Werkblad wilt u bemiddeling? Het stellen van een doel (2) (PC: Zie blz. 26; Gewicht = van 1 t/m 10; Score = van 1(=weinig/klein) t/m 5(=veel/groot))
Persoonlijke criteria (pc) 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Gewicht van pc
Mogelijkheid 1:
Mogelijkheid 2:
Mogelijkheid 3:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Totaal gewicht x score:
De mogelijkheid met het hoogste aantal punten (alle uitkomsten van gewicht x score bij elkaar opgeteld) voldoet het beste aan uw persoonlijke criteria.
© R‟92 / BU 49
Formuleer uw doel volgens de regels van de doelformulering:
Ik wil als (rol) deelnemen aan/lid worden van (bemiddelingsbureau) in (plaats) vanaf (streefdatum).
Mijn doel op het gebied van sociale contacten:
© R‟92 / BU 50
Hoofdstuk 6 Zoekt u een nieuwe groep of vereniging?
© R‟92 / BU 51
© R‟92 / BU 52
Hoofdstuk 6. Zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Hoe u een nieuwe groep of vereniging zoekt is het onderwerp van hoofdstuk 6. Het kan zijn dat u een nieuwe groep of vereniging zoekt omdat u mensen wilt leren kennen om een bepaalde activiteit samen mee te doen (bijvoorbeeld activiteiten) of omdat u op bepaalde tijden ergens heen wilt kunnen (bijvoorbeeld elke woensdagavond) of omdat u specifiek zoekt naar een partner, vriend, vriendin of maatje en u hoopt zo‟n persoon daar tegen te komen. In al deze gevallen wordt uw doel: “Ik wil lid worden van (groep/vereniging) in (plaats) per (tijdstip).” Eerst onderzoekt u de onderdelen uit de Verkenningsfase, om uit te zoeken of u er aan toe bent om een goede keuze te kunnen maken en een concreet veranderdoel te kunnen stellen. Iemand kan dit als hij of zij: Ontevreden is over de toestand zoals die nu is Het gevoel heeft er iets aan te kunnen doen Weet wat hij of zij belangrijk vindt Weet wat er voor mogelijkheden zijn Weet wat voor hulp hij of zij erbij wil hebben Deze punten gaat u een voor een na in de werkbladen „Verkennen 1,2 en 3‟. Soms komen hieruit zaken naar voren die eerst aangepakt moeten worden (doelvaardigheid ontwikkelen). Bijvoorbeeld: het blijkt dat u helemaal niet gelooft dat mensen zoals u lid van een vereniging kunnen worden. Een gesprek met iemand die in hetzelfde schuitje heeft gezeten en die nu wel lid is van een vereniging, kan die overtuiging misschien veranderen. Dit is een voorbeeld van het ontwikkelen van een onderdeel van het verkennen. Vervolgens stelt u een doel. Het is belangrijk om uiteindelijk doelen te formuleren waarin uw rol (partner, vriend, groepslid, verenigingslid), de andere partij (groep of vereniging), de tijdsperiode (bv.: de komende maanden, of een streefdatum) en een plaats (bij u thuis, afwisselend bij u en anderen, in het verenigingsgebouw) zijn vastgelegd. Voorbeelden zijn: “Ik wil als lid van biljartvereniging “Ons Genoegen” (uw rol) contacten maken met andere leden (de andere partij) in het buurthuis (plaats) in de komende 3 maanden (tijd). “Ik wil met het wandelclubje van mijn neef (andere partij) de komende maanden op zondagen (tijd) als groepslid (rol) mee gaan wandelen waar ze afspreken (plaats). Dit doet u door eerst te kijken welke elementen van de doelformulering u al heeft. (Werkblad „Stellen van een doel 1‟). De ontbrekende elementen vergen nog enige actie. Om persoonlijke criteria op te sporen, dit betekent dat u een lijstje maakt waarop de ideale kenmerken van de groep of vereniging die u zoekt. (werkblad „Stellen van een doel 2‟) Om tot deze criteria te komen kunt u gebruik maken van de lijst van waarden en interesses in de bijlage. U kunt ook vanuit vroegere ervaringen halen wat u juist wel graag wilt of juist niet en dit dan positief „herformuleren‟. U kunt ook nadenken over uw toekomstwensen en deze omzetten naar criteria. Om tot een concreet doel te komen vult u de werkbladen „Het stellen van een doel 3 en 4‟ in.
© R‟92 / BU 53
Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Verkennen (1) A: Noodzaak, B: Inzet, C: Identiteitsbesef, D: Omgevingsbesef, E: Begeleidingsbehoefte
A: Noodzaak: Hoe ontevreden bent u over de huidige situatie
U mist (type contact met groep/vereniging)
B: Inzet: Verlangen naar verandering:
Positieve gevolgen van verandering:
Geloof in eigen kunnen:
Steun van anderen:
© R‟92 / BU 54
Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Verkennen (2) C: Identiteitsbesef: Waarden: (zie bijlage 1 voor een lijst met waarden die als hulpmiddel kunnen dienen bij het bepalen van uw eigen waarden)
Interesses: (zie bijlage 2 voor een lijst met interesses die als hulpmiddel kunnen dienen bij het bepalen van uw eigen interesses)
Vroegere ervaringen met contact maken:
Vroegere ervaringen met contact onderhouden:
D: Omgevingsbesef Waar vindt u een groep of vereniging?
Hoe pakt u het aan om u aan te melden?
© R‟92 / BU 55
E: Begeleidingsbehoefte -
Praktische steun/hulp
-
Verstandelijke steun/hulp
-
Emotionele steun/hulp
-
Levensbeschouwelijke steun/hulp
-
Van wie kunt u deze steun/hulp krijgen?
-
Van wie wilt u deze steun/hulp krijgen?
© R‟92 / BU 56
Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? verkennen (3) Voorbeeld van scores omgezet in het profiel : 5 4 3 2 1
-------------------------------------------noodzaak
---------------inzet
--------------id.besef
A: Noodzaak
Onderdelen van Verkennen in kaart gebracht: 5 = veel/groot 1 = weinig/klein Zet bij elk onderdeel een kruisje of een lijn achter het cijfer dat voor u van toepassing is.
omg. besef
5 4 3 2 1
Onderdelen van Verkennen ontwikkelen als ik een onderdeel lager scoor dan 2,5: Geen noodzaak: geen traject
Weinig inzet: voorbeelden van herstel en rehabilitatie, steun activeren
Weinig identiteitsbesef: doel stellen, veel aandacht voor persoonlijke criteria
Weinig omgevingsbesef: doel stellen, veel aandacht voor alternatieve omgevingen
Weinig begeleidingsbehoefte: bespreken op welke punten u wel begeleiding wilt, band versterken
© R‟92 / BU 57
B: Inzet
begel. behoefte
C: Identiteits besef
D: Omgevings besef
E: Begeleidings behoefte
Zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Stellen van een doel (1)
Welke elementen van de doelformulering heeft u al? (omgeving/plaats, rol, tijd) Omgeving/plaats?
Rol?
Tijdsmoment of tijdsperiode?
Groep of vereniging?
© R‟92 / BU 58
Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Stellen van een doel (2) Kenmerken die ik belangrijk vind bij een groep, of vereniging: De meest ideale groep of vereniging is voor mij een groep of vereniging waar mensen komen die:
De meest ideale groep of vereniging is voor mij een groep of vereniging waar ze deze activiteiten doen:
De meest ideale groep of vereniging is voor mij een groep of vereniging waar ik:
De meest ideale groep of vereniging is voor mij een groep of vereniging die voldoet aan het volgende wat betreft gebouw, plek, grootte, ligging, begeleiders etc.:
Interesses die ik er terug moet kunnen vinden bij groepsgenoten/deelnemers:
Ideale leeftijd/geslacht van groepsgenoten/deelnemers:
Karaktereigenschappen die ik terug wil vinden in groepsgenoten/deelnemers:
Achtergrond/opvoeding/geloof van groepsgenoten/deelnemers:
© R‟92 / BU 59
Mijn persoonlijke criteria voor de groep of vereniging die ik zoek zijn (denk aan: bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord): De gewenste kenmerken van de vorige bladzijde zet u om in persoonlijke criteria; wat u persoonlijk belangrijk vindt aan de groep/vereniging waar u aan deel wilt nemen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
© R‟92 / BU 60
Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Stellen van een doel (3) Ik zoek:
Zoektermen (bv. Het gebied waarbinnen u zoekt, dat wat er voor u zeker aanwezig moet zijn) 1. 5.
2.
6.
3.
7.
4.
8.
Schrijf mogelijke groepen of verenigingen op die voor u in aanmerking zouden kunnen komen. (Kruis aan welke u wilt onderzoeken) 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Naam groep(en) of vereniging(en):
© R‟92 / BU 61
Kenmerken waarover u iets wilt weten 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Kopieer dit werkblad en gebruik voor het onderzoeken van elke groep/vereniging een nieuw vel Naam groep of vereniging: Kenmerken omzetten naar vragen + andere vragen die u wilt stellen 1.
Wie, hoe, wanneer
2.
3.
4.
5.
6.
© R‟92 / BU 62
Antwoorden
Werkblad zoekt u een nieuwe groep of vereniging? Stellen van een doel (4) (PC: Zie blz. 41; Gewicht = van 1 t/m 10; Score = van 1(=weinig/klein) t/m 5(=veel/groot))
Persoonlijke criteria (pc) 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Gewicht van pc
Mogelijkheid 1:
Mogelijkheid 2:
Mogelijkheid 3:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Score:
Score:
Score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Gewicht x score:
Totaal gewicht x score:
De mogelijkheid met het hoogste aantal punten (alle uitkomsten van gewicht x score bij elkaar opgeteld) voldoet het beste aan uw persoonlijke criteria.
© R‟92 / BU 63
Formuleer uw doel volgens de regels van de doelformulering:
Ik wil als (rol) deelnemen aan/lid worden van (groepsactiviteit/vereniging) in (plaats) vanaf (streefdatum).
Mijn doel op het gebied van sociale contacten:
© R‟92 / BU 64
Hoofdstuk 7 Bestaande contacten verbeteren
© R‟92 / BU 65
© R‟92 / BU 66
Hoofdstuk 7. Bestaande contacten verbeteren? In veel gevallen ontdekken mensen tijdens het onderzoeken van hun sociale netwerk dat zij bestaande contacten met een persoon, een groep of een vereniging willen verbeteren. Ze hebben dan een “behouden-doel”. Het verbeteren van bestaande contacten is altijd te formuleren als een doel met een rol, een persoon, groep of vereniging, een tijdstermijn en een of meer omgevingen. Voorbeelden zijn:
“Ik wil het vriendschappelijke contact (rol) met Jan het komende jaar (tijdstermijn) aanhouden door hem twee keer per week (tijd) te bellen (omgeving: thuis) en eenmaal per maand (tijd) op bezoek te gaan (omgeving: Jan‟s huis).”
“Ik wil gedurende het komende jaar (tijd)mijn vriendschap(rol) met mijn buurvrouw (persoon)verdiepen door haar af en toe bij mij thuis (plaats) te eten uit te nodigen.”
“Ik wil in het komende jaar (tijdstermijn) beter functioneren als lid (rol) van de klaverjasclub in het buurthuis (omgeving).”
“Ik wil als opa (rol) de relatie met mijn kleinzoon intensiveren. Ik streef ernaar dat we elkaar de komende maanden (tijdstermijn) afwisselend opzoeken (omgeving) en dat we af en toe samen uit eten gaan (omgeving).”
Behouden-doelen kunnen meestal snel worden gesteld omdat rol, andere partij, plaats en omgeving al bekend zijn. Heeft u een wens om iets te behouden formuleer dan het “behoudendoel” volgens de regels en ga snel verder met het achterhalen van de onmisbare vaardigheden in hoofdstuk 8.
Werkblad bestaande contacten verbeteren? Stellen van een behoudendoel Formuleer uw behouden-doel volgens de regels van de doelformulering: Ik wil als (rol) in de komende (tijdsperiode) mijn relatie met (andere partij) verbeteren. Dat zal vooral gebeuren op/in (plaats).
Mijn behouden-doel:
© R‟92 / BU 67
© R‟92 / BU 68
Hoofdstuk 8 Activiteiten om doelen te bereiken en te behouden
© R‟92 / BU 69
© R‟92 / BU 70
Hoofdstuk 8. Activiteiten om doelen te bereiken en te behouden Achterhalen onmisbare vaardigheden en hulpbronnen Wanneer uw doel is geformuleerd, brengt u samen met uw begeleider in kaart welke activiteiten, vaardigheden en hulpbronnen u nodig hebt om dat doel te bereiken of te behouden. Het kan gaan om praktische, fysieke, verstandelijke of emotionele vaardigheden. Voorbeelden zijn: “OV-chipkaart gebruiken”, nodig om uw vriend of familielid te kunnen opzoeken (fysieke vaardigheid), “Een menu samenstellen”, nodig als u iemand te eten wilt vragen (verstandelijke vaardigheid), “Praten over persoonlijke onderwerpen”, nodig om een persoonlijk contact met iemand op te bouwen (emotionele vaardigheid). Zoals u uit de voorbeelden kunt opmaken zijn er heel veel vaardigheden die u voor het verbeteren en uitbreiden van uw sociale contacten nodig hebt. De meeste mensen beheersen de meeste vaardigheden die zij nodig hebben wel; meestal zijn er maar een paar vaardigheden die iemand moeilijk vindt of echt niet beheerst. Tegelijkertijd met de vaardigheden brengt u in kaart welke hulpbronnen u nodig hebt. Hulpbronnen zijn mensen, plaatsen, activiteiten of dingen die u nodig hebt om u doel te bereiken of te behouden. Voorbeelden:
Geld om te reizen (ding), Kookgerei, servies en bestek (dingen), Iemand die u helpt om het voeren van een gesprek over persoonlijke onderwerpen te oefenen (mens).
Om er achter te komen welke activiteiten, vaardigheden en hulpbronnen voor u belangrijk zijn om uw doel te bereiken of te behouden gaat u eerst onderzoeken wat uw (toekomstige) omgeving van u verwacht. Dit doet u door de werkbladen „Achterhalen onmisbare vaardigheden 1-omgevingseisen‟ in te vullen. Beperk u tot de omgevingseisen waar u misschien moeilijk aan kunt voldoen. Hierna onderzoekt u wat u persoonlijk nog belangrijk vindt om aan te pakken zodat u zich minder gespannen, gemakkelijker of rustiger kunt voelen. Dit doet u door de werkbladen van „Achterhalen onmisbare vaardigheden 2-persoonlijk belangrijk gedrag‟ in te vullen. Het werkblad „Achterhalen onmisbare vaardigheden 3‟ gebruikt u om de informatie uit de voorgaande werkbladen van dit hoofdstuk samen te vatten en om te zetten naar concrete praktische vaardigheden zodat u samen met uw begeleider kunt kijken welke vaardigheden nog aandacht nodig hebben. Met het werkblad „Hulpbronnen‟ onderzoekt u waar bij het bereiken of behouden van uw doel hulp of steun nodig is. Dit kunnen mensen, dingen, plaatsen en activiteiten zijn. Als u uw vaardigheden en hulpbronnen in kaart heeft gebracht kunt u naar Hoofdstuk 9.
© R‟92 / BU 71
Werkblad Achterhalen onmisbare vaardigheden 1 – Omgevingseisen Mijn doel op het gebied van sociale contacten:
Mijn doel heeft te maken met: een persoon/groep/vereniging (omcirkelen wat van toepassing is)
De persoon of omgeving die ik wil behouden stelt de volgende omgevingseisen: -
-
-
-
-
Manieren waarop ik het lijstje omgevingseisen ga aanvullen: -
-
-
-
© R‟92 / BU 72
Omgevingseisen die ik erbij heb gevonden: -
-
-
-
-
-
Definitief lijstje met belangrijke omgevingseisen waar ik het moeilijk mee zou kunnen hebben: -
-
-
-
-
-
© R‟92 / BU 73
Werkblad achterhalen onmisbare vaardigheden 2 – Persoonlijk belangrijk gedrag Mijn doel op het gebied van sociale contacten:
Mijn doel heeft te maken met: een persoon/groep/vereniging (omcirkelen wat van toepassing is)
Bij de persoon of de omgeving die ik wil behouden, is persoonlijk belangrijk gedrag voor mij: -
-
-
-
-
© R‟92 / BU 74
Bij het behouden van het doel dat ik me gesteld hebt zouden zich de volgende mogelijke onprettige situaties kunnen voordoen: -
-
-
-
Ik heb al eens in dezelfde omstandigheden verkeerd en toen heb ik de volgende dingen meegemaakt die ik nu liever niet zou willen meemaken: -
-
-
-
© R‟92 / BU 75
Kopieer dit werkblad en gebruik voor de beschrijving van elke onprettige ervaring een nieuw vel Persoonlijk belangrijke gedragingen benoemen Recente onprettige ervaring (wie, Brainstormen over uw wat, waar, wanneer, intensiteit) + feitelijke reactie en andere oorzaak en afloop mogelijke reacties E
© R‟92 / BU 76
Persoonlijk Belangrijke Gedragingen H
Werkblad achterhalen van onmisbare vaardigheden 3Omgevingseisen en persoonlijk belangrijke gedragingen
Activiteiten en handelingen die u moet verrichten voor de omgevinseis of het persoonlijk belangrijke gedrag
1. 2. 3. -
© R‟92 / BU 77
Vaardigheden die u mist of niet helemaal goed kan gebruiken
Werkblad hulpbronnen Mijn doel op het gebied van sociale contacten:
Mijn doel heeft te maken met: een persoon/groep/vereniging (omcirkelen wat van toepassing is)
Om mijn doel te bereiken moet ik de volgende activiteiten ontplooien: -
-
-
-
Per activiteit wil ik nu de onmisbare hulpbronnen achterhalen. Activiteiten
Hulpbronnen
© R‟92 / BU 78
Hulpbronnen uitgebreider opgeschreven Hulpbron:
Hulp bij verkrijgen of gebruiken:
© R‟92 / BU 79
Hulp gegeven door:
© R‟92 / BU 80
Hoofdstuk 9 Vaardigheden leren en leren toepassen
© R‟92 / BU 81
© R‟92 / BU 82
Hoofdstuk 9. Vaardigheden leren en leren toepassen Vaardigheden leren en hulpbronnen gebruiken De volgende stap is dat u de vaardigheden die u nodig heeft leert of oefent, en dat u de hulpbronnen die u nodig heeft verkrijgt en gebruikt. De stappen die zijn behandeld (vaardigheden in kaart brengen, leren en oefenen, hulpbronnen in kaart brengen, verkrijgen en gebruiken) herhaalt u zo vaak als nodig. Dikwijls doen zich in uw persoonlijke relaties ontwikkelingen voor die ineens nieuwe eisen aan u stellen. Dan moet u opnieuw kijken welke vaardigheden en hulpbronnen u nodig hebt om aan die eisen te voldoen. Vaardigheden leren Op het Werkblad Vaardigheden achterhalen hebt u opgeschreven welke vaardigheden u mist. Ga nu eerst met hulp van iemand anders (bijvoorbeeld een begeleider) na welk van deze vaardigheden u echt helemaal niet hebt en welke vaardigheden u wel hebt maar niet (altijd) op het goede moment of in de goede situatie gebruikt. Vaardigheden die u niet hebt moet u leren. Vaardigheden die u niet goed gebruikt moet u leren toepassen. Bespreek met uw begeleider welke vaardigheid u het eerste gaat leren of leren toepassen. Vraag u begeleider een lesplan of toepassingsplan te maken, in overleg met u. U kunt niet zelf een lesplan maken voor een vaardigheid die u niet kent, of een toepassingsplan voor een vaardigheid die u niet kunt toepassen. Juist omdat u hier niet vaardig in bent is het belangrijk dat uw begeleider u hierin begeleidt. Om u toch een idee te geven van hoe een lesplan en een toepassingsplan er uit zien staat op de bladzijde hiernaast een lesplan afgedrukt. Hieronder leggen we uit hoe een vaardigheidsles werkt. Degene die u de vaardigheid leert (de trainer) zal eerst met u onderzoeken wat u al van de vaardigheid af weet, of u er ooit mee te maken hebt gehad, of u hem ooit bij anderen hebt gezien etc. Daarna zal hij met u praten over het nut van de vaardigheid. Waarom zou u juist deze vaardigheid leren? Vervolgens zal hij u vertellen uit welke deelvaardigheden de vaardigheid bestaat. Tenslotte zal hij met u praten over de omstandigheden waarin u de vaardigheid moet toepassen. Dan leert uw trainer u de deelvaardigheden (nooit meer dan vier) één voor één uitvoeren. Een deelvaardigheid bestaat dikwijls uit kleine stappen. Bijvoorbeeld: “Een activiteit kiezen” kan bestaan uit de stappen: een lijstje maken van dingen die ik leuk vind, een lijstje maken van wat de ander leuk vindt, de geschiktste activiteit kiezen die u allebei leuk vindt. Het leren van een deelvaardigheid gebeurt zelf ook in stappen, namelijk: uitleg met voorbeelden en een oefening. Uw trainer moet van tevoren deze voorbeelden en oefeningen bedenken. Wanneer u alle deelvaardigheden hebt geleerd doet u een oefening met de hele vaardigheid. Alle oefeningen worden nabesproken en uzelf zowel als de trainer zeggen wat u vond dat goed ging en wat u de volgende keer anders gaat doen. En tenslotte spreekt u af de vaardigheid in het echt te gaan gebruiken. U maakt in elk geval een afspraak om dit nog na te bespreken.
© R‟92 / BU 83
Voorbeeld vaardigheidsles In de volgende vet afgedrukte tekst staat steeds tussen haken (niet vet) het voorbeeld van een bepaalde vaardigheid uitgewerkt. Dit is het deel dat de trainer bij elke vaardigheid opnieuw moet invullen. Voorbeelden en oefeningen moeten vooraf door de trainer worden bedacht. Het gaat om een voorbeeld en een oefening van de gehele vaardigheid en van elke deelvaardigheid. Aanwijzingen voor de trainer zijn vet en cursief afgedrukt. De tekst is te gebruiken bij elke vaardigheidsles. U gaat nu een vaardigheid leren, namelijk de vaardigheid (iemand mee uit vragen). (Iemand mee uit vragen) betekent (dat je aan iemand anders voorstelt om samen met jou buitenshuis iets leuks te gaan doen. (Iemand mee uit vragen) heeft als nut (dat je iemand op een prettige manier een goed doordacht voorstel doet. (Iemand mee uit vragen) bestaat uit de volgende onderdelen: - Bedenken dat u die persoon uit wilt vragen - Een activiteit kiezen die u allebei leuk vindt - Deze activiteit aan de ander voorstellen U gebruikt de vaardigheid (Iemand mee uit vragen) (wanneer u iemand leert kennen met wie u iets samen zou willen doen). Ik laat u nu een voorbeeld zien van (Iemand mee uit vragen). Heeft u vragen of zijn er nog dingen onduidelijk? We gaan nu de eerste deelvaardigheid leren namelijk (bedenken dat je die persoon wilt uitvragen). Ik laat u eerst een voorbeeld zien van (iemand die bedenkt dat hij iemand anders mee uit wil vragen). Is het voorbeeld helemaal duidelijk? Of heeft u nog vragen? We gaan nu de eerste deelvaardigheid (bedenken dat je iemand mee uit wilt vragen) oefenen. Herhaal de oefening zo vaak als nodig. Herhaal deze procedure voor elke deelvaardigheid. We gaan nu de hele vaardigheid (Iemand mee uit vragen) oefenen. Herhaal de oefening zo vaak als nodig. U heeft nu de vaardigheid (Iemand mee uit vragen) geleerd. Denkt u dat u de vaardigheid ook echt zult gaan gebruiken? Laten we afspreken dat we de eerste tijd bijhouden hoe het gaat. Het gebruiksdoel is: (Als u de komende maand iemand tegenkomt met wie u wel eens iets samen zou willen doen dan vraagt u die persoon mee uit).
© R‟92 / BU 84
Stappenplan vaardigheidstoepassing maken Soms hebben mensen een bepaalde vaardigheid wel, maar gebruiken ze hem niet goed. Ze gebruiken de vaardigheid bijvoorbeeld niet (altijd) op de momenten of in de situaties dat het nodig is. Welke situaties kenT U waarin U bepaalde vaardigheden die U wel hebt niet goed kan gebruiken? Bespreek de antwoorden desgewenst met uw trainer. Suggesties Voorbeelden van situaties waarin je vaardigheden die je wel hebt moeilijk gebruikt (dit is natuurlijk heel persoonlijk): - Situaties waarin je bang of zenuwachtig bent, bv spreken in het openbaar - Situaties waarin belangrijke mensen op je letten, bv examensituaties - Situaties die je erg aangrijpen, bv een begrafenis - Situaties die je overvallen, bv iemand deelt je plots mee een andere baan te hebben. Welke redenen zorgen er bij u voor dat u in bepaalde situaties een vaardigheid die u wel hebt, niet gebruikt. Het stappenplan vaardigheidstoepassing begint ermee dat u samen met uw trainer achterhaalt waarom u een bepaalde vaardigheid in een bepaalde situatie niet of te weinig gebruikt. U bedenkt dan wat u er aan kunt doen. Dikwijls zijn er verschillende redenen tegelijk en moet u dus ook verschillende dingen eraan doen. Vervolgens maakt de trainer eerst een schema van grote stappen. In het voorbeeld is dat: “Voor het eerst een praatje maken in aanwezigheid van een kennis” en “Voor het eerst een praatje maken als je er alleen bent”. Daarna bedenkt de trainer tussenstappen om de grote stappen te oefenen of voor te bereiden. Bij elke stap wordt er ruimte gemaakt om te bespreken hoe het is gegaan en zijn er ook “beloningen” die de trainer of uzelf aan u uitdelen. Het is gebleken dat uzelf belonen heel belangrijk is bij het overwinnen van dingen die u moeilijk vindt.
© R‟92 / BU 85
Voorbeeld stappenplan toepassing Redenen waarom mensen hun vaardigheden niet gebruiken en wat daaraan te doen Onwetendheid Onvermogen Onkunde Onbruik Onwil Onzekerheid Onnadenkendheid
Uitleggen Hulpbron Vaardigheidsles Oefenen Erover praten Kleine successen Voorbereiden
Naar: Lies Korevaar, 2005
Vaak zijn er natuurlijk meer redenen tegelijk. Bv. onwil berust op onzekerheid. Een stappenplan toepassing is een manier om de bovenstaande hindernissen te overwinnen. Stappenplan toepassing
Stappen Vaardigheid benoemen
Voorbeeld Praatje maken met vreemden
Hindernissen benoemen
Onzekerheid, Gebrek aan zelfvertrouwen
Wat er aan te doen Grote stap: te bereiken door:
Kleine successen behalen Eerste keer praatje op kaartclub Oefenen met begeleider. Compliment maken
Kleine stap, aanmoediging Kleine stap, aanmoediging Grote stap: te bereiken door:
Eerste keer op kaartclub met een kennis. Tijd om te bespreken hoe het ging Tweede keer praatje op kaartclub
Kleine stap, aanmoediging
Moeilijk punt oefenen. Complimenten maken.
Kleine stap, aanmoediging
Tweede keer alleen op kaartclub. Koffie met gebak na.
Het stappenplan is een manier om u in kleine stappen over uw hindernis heen te helpen zodat u een vaardigheid die u wel heeft kunt gaan gebruiken.
© R‟92 / BU 86
Hoofdstuk 10 Afscheid nemen
© R‟92 / BU 87
© R‟92 / BU 88
Hoofdstuk10. Afscheid nemen Relaties kunnen om verschillende redenen worden beëindigd: door verhuizing of overlijden van een van de partners, doordat een van de partners of beide partners “er genoeg van hebben”, doordat er ruzie of onenigheid ontstaat, doordat een van de partners grote veranderingen in zijn of haar leven meemaakt die het handhaven van het contact te zeer bemoeilijken (bv. huwelijk, ziekte). In alle gevallen is op een goede manier afscheid nemen erg belangrijk. Dat zorgt ervoor dat u op een positieve manier op de relatie kunt terugzien. Hun werkkring, opleiding of verenigingsactiviteit is voor veel mensen een belangrijk onderdeel van hun sociale netwerk Ook die relaties kunnen om allerlei redenen beëindigd worden. Ook dan is goed afscheid nemen belangrijk.
Werkblad afscheid nemen Uw vertrek organiseren Hoe gaat u weg? A. Maak duidelijk dat u weggaat Kondig aan dat u weggaat. (Zeg het zelf tegen mensen die het moeten weten) Bepaal de datum Formuleer voor uzelf een reden voor vertrek. Zeg daarin waarom u weggaat, maar ook welke reden uw vertrek heeft in verband met uw toekomst. B. Zorg voor genoeg ondersteuning Maak een lijstje van hulpbronnen die u nodig heeft Vraag mensen om u te helpen Zorg voor materiële dingen die u nodig hebt C. Voer de vertrek-handelingen uit Maak een lijstje taken Maak een planning Kijk of u alles volgens plan doet D. Neem persoonlijk afscheid Breng uw gevoel onder woorden Bedenk wat u wilt zeggen tegen de ander(en) over uw gevoel en over de reden voor uw vertrek (zie A) Kies een afscheidsritueel
© R‟92 / BU 89
Gedaan?
Spreek u uit Wat heeft u ervan geleerd? Wat heeft het u gebracht? A. Nieuwe competenties Nieuwe vaardigheden Nieuwe kennis B. Nieuwe hulpbronnen Mensen Plaatsen Dingen Activiteiten C. Nieuwe kwalificaties Voor in uw CV In uw persoonlijke verhaal Contact houden met personen A. Bepaal met wie u contact wilt houden Persoonlijk Professioneel B. Welke doelstellingen heeft de relatie in de toekomst? Doelstelling formuleren Mogelijke activiteiten beschrijven Voorstel frequentie van contact formuleren C. Een voorstel doen Tijd afspreken Manier afspreken
© R‟92 / BU 90
Bijlage 1
Lijst met waarden
Aanwijzingen: Gebruik deze pagina als hulpmiddel bij "Waarden". Omcirkel ongeveer vijf waarden die voor u belangrijk zijn. Schrijf deze vijf waarden op bij het kopje "Waarden" in het werkboek. Waarom: Om een keuze te kunnen maken moet u van uzelf weten wat u belangrijk vindt. Op basis daarvan kunt u afwegingen maken waarom u voor de ene of de andere mogelijkheid zou kiezen. Deze lijst kan u extra ideeën geven van waarden die voor u belangrijk zijn met betrekking tot sociale contacten. Geef ook telkens aan waarom u de betreffende waarden hebt gekozen en wat die waarde voor u betekent.
Prestatie
Privacy
Schoonheid
Geloof
Troost
Geld
Controle
Kennis
Gelijkheid
Opwindendheid
Vrijheid
Groei
Vriendschap
Geluk
Harmonie
Hulpvaardigheid
Eerlijkheid
Orde
Onafhankelijkheid
Liefde
Vrede
Loyaliteit
Erkenning
Status
Verantwoordelijkheid
Wijsheid
Familie
Zekerheid
(Zelf-)respect
Geduld
Succes
Bezit
Macht
Bezig zijn
Gezelligheid
Humor
Verwantschap
Voldoening
Uiterlijk
Gezondheid
Communicatie
Opleiding
Ruimte
Rust
Uitdaging
© R‟92 / BU 91
Bijlage 2
Lijst met interesses
Aanwijzingen: Gebruik deze pagina als hulpmiddel bij "Interesses". Zet achter elk van de interesses in de tabel of u hier in sterk, matig of niet geïnteresseerd bent. Het gaat er om of u het interessant vindt, dus niet of u het momenteel doet of kunt . Schrijf de vijf belangrijkste interesses op bij het kopje "Interesses" in het werkboek. Waarom: Deze lijst is om na te gaan in hoeverre u van uzelf weet in welke mate u ergens wel of juist niet in geïnteresseerd bent en waarom. Voor het kiezen van een bepaalde mogelijkheid voor sociaal contact is het nodig dat u van uzelf weet waar uw interesses naar uit gaan, dat u weet wat u wel of niet leuk vindt, waar u u wel of niet prettig bij voelt.
In hoeverre bent u hier in geïnteresseerd? 1. Tuinieren 2. Uitstapjes maken 3. Schaken of dammen 4. Talen 5. Iemand iets uitleggen 6. Natuur 7. Spelletjes doen 8. Auto‟s 9. Schrijven 10. Filosofie 11. Administratie 12. Voetbal 13. Muziek 14. Wetenschap 15. Dieren 16. Film 17. Lezingen 18. Zwemmen 19. Bingo 20. Visite ontvangen/gaan 21. Tafeltennis 22. Barbecuen 23. Lezen 24. Reizen 25. Computers 26. Winkelen 27. Fietsen 28. Concert bezoeken 29. Tekenen of schilderen 30. Uit eten gaan
S
M
N
sterk
matig
niet
In hoeverre bent u hier in geïnteresseerd? 31. Feestjes 32. Toneel spelen 33. (Vrijwilligers-)werk 34. T.V. kijken 35. Wandelen 36. Techniek 37. Terras/cafébezoek 38. Andere culturen 39. Huishouden 40. Yoga 41. Kunst 42. Voeding 43. Klussen 44. Godsdienst/spiritualiteit 45. Teamsporten 46. Cursus volgen 47. Voeding 48. Museum bezoeken 49. Mensen helpen 50. Koken 51. Geschiedenis 52. Fotografie 53. Waterrecreatie 54. Mode/kleding 55. Ambachtelijk werk 56. Politiek 57. Uiterlijke verzorging 58. Radio 59. Kinderen 60. Biljarten
© R‟92 / BU 92
S
M
N
sterk
matig
niet
Bijlage 3
Begrippenlijst (door u of uw begeleider aan te vullen)
Deze verklarende begrippenlijst omschrijft de begrippen die in de tekst zijn opgenomen en sommige gewone woorden die een speciale betekenis hebben wanneer ze in de rehabilitatie worden gebruikt. Er is niet gepoogd om alle betekenissen te beschrijven die buiten de tekst worden gebruikt. Voor andere betekenissen van begrippen en woorden wordt verwezen naar woordenboeken en encyclopedieën. Begeleidingsbehoefte inschatten Het inschatten van de mate waarin u een band voelt met de hulpverlener Bondgenootschap sluiten Een werkzame relatie opbouwen en onderhouden u en uw begeleider, zodat u beide uw persoonlijke en essentiële inspanningen kunnen leveren aan een wederzijds acceptabele rehabilitatie-uitkomst. Doelvaardigheid beoordelen Doelvaardigheid beoordelen is iemands huidige niveau van interesse vaststellen in het stellen en bereiken van zelfgekozen rehabilitatiedoelen. Doelvaardigheid ontwikkelen Doelvaardigheid ontwikkelen betekent het arrangeren van leerervaringen, die bij bespreking en verwerking door de persoon diens bereidheid tot actieve deelname aan rehabilitatie waarschijnlijk zullen doen toenemen. Expliciete gedragseisen Gedragingen die door de omgeving openlijk van u worden gevraagd (bijvoorbeeld in een gesprek, een reglement of voorschriften). Functionele diagnostiek Is het ontwikkelen van inzicht en begrip omtrent het functioneren van de persoon, met name op het gebied van de praktische vaardigheden die hij/zij in een bepaalde omgeving nodig heeft om daarin met succes en naar tevredenheid te kunnen werken. Hulpbronnendiagnostiek Hulpbronnendiagnostiek is het ontwikkelen van inzicht en begrip met betrekking tot de mensen, plaatsen, activiteiten of dingen die u nodig heeft om met succes en naar tevredenheid u rehabilitatiedoel te bereiken. Hulpbronnen interventies Hulpbronnen interventies zijn de activiteiten van de hulpverlener die u ondersteunen bij het creëren, verkrijgen en gebruiken van specifieke hulpbronnen. Impliciete gedragseisen Gedragingen die de mensen in de omgeving wel van u willen zien, maar die ze niet openlijk van u vragen. Meestal wordt er kritiek geuit op u wanneer u deze gedragingen niet ten toon spreidt; soms wordt u geprezen wanneer u ze wél laat zien. Identiteitsbesef taxeren Een idee krijgen hoeveel kennis u heeft van uw eigen functioneren.
© R‟92 / BU 93
Inzet taxeren Een indruk krijgen of u van plan bent om uw functioneren te verbeteren of te eranderen. Noodzaak vaststellen Een idee krijgen van de indruk die u, vanuit zichzelf en vanuit de omgeving, ervaart om een rehabilitatiedoel te stellen. Omgevingsbesef taxeren Een idee krijgen hoeveel kennis u heeft van vroegere en huidige omgevingen. Persoonlijk belangrijk gedrag preciseren Betekent in het kort een recente onaangename of onbevredigende belevenis beschrijven (dat wil zeggen: Wie? Wat? Wanneer? Waar?), en de intensiteit van de gevoelens van de werknemer noteren. Persoonlijke criteria opsporen Betekent het benoemen van de maatstaven waarmee u alternatieve omgevingen beoordeelt. Persoonlijke criteria opsporen maakt duidelijk welke eigenschappen van een omgeving u wenselijk acht. Rehabilitatie Rehabilitatie is mensen met beperkingen ondersteunen bij het verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden van hun eigen doelen zodat zij tevreden en succesvol zijn met betrekking tot hun activiteiten en hun deelname aan de samenleving. Rehabilitatieplanning Rehabilitatieplanning is het kiezen van de specifieke rehabilitatie-interventies voor ontwikkeling van onmisbare vaardigheden en hulpbronnen met de hoogste prioriteit. Rehabilitatiedoel Een door de u zelf gekozen omgeving waarin u sociale contacten wilt hebben tussen 6 en 18 maanden van heden. Sociale Netwerkbenadering De Sociale Netwerkbenadering is een methode van hulpverlening gericht op verbetering of herstel van de maatschappelijke integratie van mensen met beperkingen. De centrale doelstelling van de sociale netwerkbenadering is versterking en opbouw van het persoonlijke sociale netwerk van mensen met beperkingen om daarmee maatschappelijke participatie en sociale integratie bevorderen. Stellen van een rehabilitatiedoel Stellen van een rehabilitatiedoel is het kiezen van een voorkeursomgeving waarin u van plan bent gezelligheid / sociale contacten te zoeken binnen de komende zes tot vierentwintig maanden. Vaardigheidsles Een proces waarin de hulpverlener u door een systematisch opgebouwde reeks activiteiten leidt, hetgeen resulteert in competent gebruik van nieuw gedrag door u.
© R‟92 / BU 94