3.# U
werk aan uw leefomgeving
De verantwoordingsplicht in de praktijk Eindverslag van project AMvB04 Verantwoording Groepsrisico
de verant woordingsplicht in de praktijk
De verantwoordingsplicht in de praktijk Eindverslag van project AMvB04 Verantwoording Groepsrisico
de verant woordingsplicht in de praktijk
inhoudsopgave
1
i nl e i din g
1.1 Doelstelling
7
1.2 Leeswijzer
7
1.3 Groepsrisico in het kort
8
1.4 Casusbeschrijvingen
9
1.4.1 casus bestemmingsplan nabij een risicovolle inrichting
9
1.4.2 casus milieuvergunning LPG-tankstation
10
1.4.3 casus transport: ruimtelijke ontwikkeling nabij het spoor
11
2 s ta p 0 in d e p r aktijk
2.1 Inleiding
12
2.2 Stap 0
12
2.2.1 kwetsbaar en beperkt kwetsbaar
12
2.2.2 PR en casussen
12
3 s ta p 1 v e r k e nn e n d o n d e rzoe k
3.1 Wanneer is er een verantwoordingsplicht?
13
3.1.1 algemeen
13
3.1.2 nieuwbouw
14
3.1.3 wijziging bestemming of uitbreiding gebouw met een besluit
14
3.1.4 wijziging zonder besluit
14
3.2 Uitgebreid verantwoorden of direct oordeel?
14
3.3 Stap 1 in de casussen
15
3.3.1 casus bestemmingsplan
15
3.3.2 casus milieuvergunning
17
3.3.3 casus transport
18
4 s ta p 2 n a d e r o n d e rzoe k
4.1 De deelstappen
19
4.2 Deelstap a; toets groepsrisico
19
4.2.1 casus milieuvergunning
19
4.2.2 casus transport
20
4.3 Deelstap b; aanvaardbaarheid uitgangsituatie
21
4.3.1 casus milieuvergunning
21
4.3.2 casus transport
24
4.4 Deelstap c: optimaliseringsmogelijkheden
26
4.4.1 casus milieuvergunning
26
4.4.2 casus transport
27
4.5 Deelstap d: effect op de fN-curve
27
4.5.1 casus milieuvergunning
28
4.5.2 casus transport
28
4.6 Deelstap e: effect op de aanvaardbaarheid
28
4.6.1 casus milieuvergunning
28
4.6.2 casus transport
28
4.7 Deelstap f: confrontatie fN-curve en aanvaardbaarheidscriteria
28
4.7.1 casus milieuvergunning
29
4.7.2 casus transport
29
5 s ta p 3 d e v e r an t woo r din g
5.1 Verantwoording
30
5.2 De waarde van het groepsrisico
30
5.3 Het brandweeradvies
31
5.3.1 algemeen
31
5.3.2 aanleiding brandweeradvies
31
5.3.3 inhoud brandweeradvies
32
5.3.4 wettelijke eisen aan het hanteren van adviezen
33
5.3.5 procedure
34
5.4 De bestuurlijke afweging
35
5.5 Risicocommunicatie in de veiligheidsparagraaf
36
Literatuurlijst
38
Bijlage 1 Indelingen objecten
39
Bijlage 2 Stroomschema verantwoording groepsrisico
40
Afkortingenlijst
41
de verant woordingsplicht in de praktijk
1
inleiding
1.1
Doelstelling
sico” zijn drie pilots uitgevoerd waarbij de Handreiking is uitgeprobeerd. De pilots
Het Ministerie van VROM heeft in 2004 de
handelen over het verantwoorden van het
subsidieregeling Programmafinanciering
groepsrisico in een bestemmingsplan in het
Extern veiligheidsbeleid voor andere overhe-
invloedsgebied van een inrichting, over een
den opgesteld. De provincie Noord-Brabant
Wm-vergunning en over een bestemmings-
heeft van deze subsidie gebruik gemaakt
plan langs een transportroute gevaarlijke
door het programma ‘Brabant Veiliger 2004-
stoffen. Ze zijn kort en oppervlakkig beschre-
2006’ op te stellen. Dit programma bevat 23
ven en ter verduidelijking voorzien van een
projecten die moeten bijdragen aan de kwa-
illustratie. In dit eindverslag worden vooral
liteitsimpuls voor de uitvoering van externe
de ervaringen beschreven. Dat houdt in in-
veiligheid binnen de provincie. Het project
zicht in de overwegingen tijdens het proces,
AMvB04 “Verantwoording groepsrisico” is één
de valkuilen die zijn aangetroffen en tips en
van de projecten uit dit programma.
trucs om deze problemen te voorkomen. De drie casusbeschrijvingen zijn geanonimiseerd
Brabant Veiliger
en dienen als kapstok om ervaringen aan te
Een belangrijk doel van het project Brabant
koppelen.
Veiliger is om de samenwerking tussen overheden te versterken. De projectgroep bestaat
Doelgroep
uit medewerkers van gemeenten, milieu-
Dit eindverslag is bestemd voor u, de ruim-
diensten, provincie en de regionale brand-
telijke ontwikkelaar en de milieuvergun-
weer die werkzaam zijn in het werkveld van
ningverlener die in zijn werkzaamheden te
de ruimtelijke ordening, milieubeheer en
maken krijgt met de verantwoordingsplicht.
rampenbestrijding. Omdat de brandweer
De projectgroep veronderstelt dat u, de
een eigen verantwoordelijkheid heeft in de
gebruiker van dit document de Handreiking
advisering rondom het groepsrisico, wordt
kent. Dit eindverslag kan als toelichting
in paragraaf 5.3 aangegeven hoe het bevoegd
en aanvulling op de Handreiking worden
gezag met een brandweeradvies om zou kun-
gebruikt.
nen gaan.
Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico
1.2
Leeswijzer
De verantwoordingsplicht groepsrisico is nieuw. Het Ministerie van VROM heeft in
De opbouw van dit eindverslag is als volgt:
augustus 2004 een (concept-) Handreiking
Allereerst wordt kort weergegeven wat het
Verantwoordingsplicht Groepsrisico
groepsrisico is en de door de werkgroepen
(hierna Handreiking) opgesteld. Echter, de
gevolgde stappen. Hoofdstuk 2 bevat de
Handreiking bleek niet de duidelijkheid te
beschrijvingen van de casussen. In dit hoofd-
scheppen die in de praktijk gewenst was.
stuk wordt de Handreiking toegepast. De
Verder is er weinig ervaring met het uitvoe-
Handreiking werkt met een drietrapsraket.
ren van de verantwoordingsplicht groepsri-
Deze wordt van begin tot eind gevolgd voor
sico in de praktijk.
de drie casus. Tussen de praktijkervaringen staan tips en trucs om u te helpen bij het ver-
Project “Verantwoording groepsrisico”
antwoorden van het groepsrisico.
In het project “Verantwoording groepsri-
de verant woordingsplicht in de praktijk
1.3
Groepsrisico in het kort
De verantwoordingsplicht GR is met de
Het groepsrisico (GR) is een maat om de kans
komst van het Bevi wettelijk geregeld voor
weer te geven dat een incident met dodelijke
het bevoegd gezag. Het Bevi regelt dat de nor-
slachtoffers voorkomt: Het geeft het risico
men voor PR worden gehanteerd met betrek-
weer op een ramp. Het GR is volgens het Bevi
king tot inrichtingen bij:
gedefinieerd als de:
• Vergunningverlening in het kader van de
Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks
Wet Milieubeheer (Wm) • Ruimtelijke planvorming Wet Ruimtelijke
gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied
Ordening (WRO)
van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrok-
Met de komst van de verantwoordingsplicht
ken is. (Bevi, artikel 1, lid 1).
geeft het GR niet alleen inzicht in het aantal dodelijke slachtoffers. Het geeft tevens
Het GR kan niet, zoals het plaatsgebonden
inzicht in de maatschappelijke gevolgen van
risico (PR), in een contour worden weerge-
een calamiteit. Het GR is daarmee een instru-
geven. Het GR wordt weergegeven in een
ment om de mogelijke effecten en de kans op
grafiek. De groepsgrootte van aantallen
die effecten te toetsen aan het maatschappe-
slachtoffers staat uitgezet op de x-as. De
lijk nut van een activiteit.
cumulatieve (=samengevoegde) kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een
De verantwoordingsplicht is geregeld in arti-
ongeval op de y-as. De kans dat (een groep)
kelen 12 (voor Wm) en 13 (voor WRO) van het
slachtoffers vallen wordt weergegeven met de
Bevi. Om het bevoegd gezag te ondersteunen
fN-curve. Het verloop van de curve geeft het
bij de invulling van de verantwoordings-
beeld van het GR. Naarmate de groep slacht-
plicht heeft het Ministerie van VROM de
offers groter is, moet de kans dat een ongeval
Handreiking Verantwoordingsplicht GR gepu-
met dodelijke slachtoffers plaatsvindt, kwa-
bliceerd. Deze Handreiking is in dit project
dratisch kleiner zijn.
getoetst aan de praktijk.
figuur 1 voorbeeld van een fn-curve risico/jaar (f) 1.0E-04 1.0E-05 1.0E-06 1.0E-07 1.0E-08 1.0E-09
oriëntatiewaarde groepsrisico-curve
1.0E-10 1
10
100
1000
aantal slachtoffers (n)
Bij de beschrijving van de casussen is de
• Onmisbare aspecten: dit zijn het nut en de
Handreiking als uitgangspunt genomen. De
noodzaak van de ontwikkeling en het
Handreiking beschrijft een beoordelingska-
tijdsaspect;
der voor GR. Het beoordelingskader bestaat
• Indien relevant: ontwrichting van de economie
uit 3 hoofdstappen:
en samenleving, handhaafbaarheid, potentiële
1. aanleiding (verkennend onderzoek)
gewonden en uitgestelde slachtoffers.
2. nader onderzoek 3. verantwoording
In de Handreiking worden de bovenstaande
Deze stappen zijn in dit project zoveel moge-
aspecten ingedeeld in 6 te nemen deelstappen.
lijk gevolgd.
Een beschrijving van deze deelstappen treft u aan in paragraaf 4.1. Deze deelstappen worden
Voorafgaand aan stap 1 wordt beoordeeld
gehanteerd bij de beschrijving van de pilots.
of aan de normen voor het plaatsgebonden risico kan worden voldaan. Deze stap wordt
Stap 3 volgt op de aanleiding of het nader
niet in de Handreiking genoemd en is gemaks-
onderzoek: de feitelijke verantwoording. In
halve stap 0 gedoopt. De toetsing van het PR
stap 3 legt u de verantwoording vast in het
is een voorwaarde om een ontwikkeling met
besluit. De checklist uit de Handreiking is
eventuele gevolgen voor het groepsrisico
een hulpmiddel (hoofdstuk 8) wat u kunt
toe te kunnen staan. Alhoewel stap 0 geen
gebruiken om te controleren of u de verant-
directe invloed op de verantwoording van
woording compleet in beeld heeft gebracht.
het GR heeft, wordt stap 0 in dit project wel benoemd. Voor uitleg over stap 0 kunt u gebruik maken van de Handleiding Externe
1.4 Casusbeschrijvingen
Veiligheid Inrichtingen (Hevi). In deze paragraaf worden de drie verantwoorStap 1 is bedoeld om een snelle verkenning
dingen beschreven van de casussen. Het gaat
uit te voeren. In sommige gevallen is een
om een verantwoording van een besluit voor
nader onderzoek niet nodig. Dit is het geval
de vaststelling van een bestemmingsplan
wanneer geconstateerd wordt dat er geen of
in het invloedsgebied van een risicovolle
slechts marginale gevolgen zijn voor het GR.
inrichting, het besluit voor de vaststelling van het voorontwerpbestemmingsplan in de
Indien nader onderzoek noodzakelijk is, volgt
nabijheid van een risicovolle transportas en
stap 2. In deze stap onderzoekt u de werke-
het ontwerpbesluit voor een milieu-vergun-
lijke GRsituatie met alle daarbij behorende
ningaanvraag.
aspecten. De Handreiking maakt een onderscheid in: • Verplichte aspecten: dit zijn de onderwerpen
1.4.1 Casus bestemmingsplan nabij een risicovolle inrichting
genoemd in het Bevi. Zoals aanwezige
Vlak bij het centrum van een stad ligt het ter-
dichtheid van personen in het invloeds-
rein van een inmiddels gesloten fabriek. Het
gebied (nulsituatie en uitgangssituatie),
terrein is circa 4 hectare groot, wordt omslo-
toename van het GR ten opzichte van de
ten door woonwijken en ligt vlak bij een
nulsituatie, mogelijkheden tot zelfred-
spoorlijn. Aan de overzijde van de spoorlijn
zaamheid en de mogelijkheden voor de
ligt een groot industrieterrein.
hulpverlening;
Het gemeentebestuur heeft in 2000 besloten
de verant woordingsplicht in de praktijk
om dit voormalige fabrieksterrein te her-
van LPG was echter niet vergund in een
inrichten met voornamelijk woonfunctie.
milieubeheervergunning. De gemeente heeft
Het plan bestaat uit 330 woningen (waarvan
uiteindelijk in 2001 de verkoop van LPG met
240 appartementen), enkele kantoren, een
handhavend optreden beëindigd.
(bestaand) hotel en een openbare parkeergarage. De pomphouder heeft in 2003 een milieuverHet herziene bestemmingsplan is in decem-
gunningaanvraag bij de gemeente ingediend.
ber 2004 vastgesteld door het College van
Deze vergunningaanvraag voorziet in het
Burgemeester en Wethouders. Het Bevi was
realiseren van een ondergronds LPG-reservoir
toen net twee maanden van kracht. Dit
op enige afstand van het tankstation en in
bestemmingsplan kan gezien worden als één
een ondergrondse toevoerleiding naar het
van de eerste bestemmingsplannen dat is vast-
tankstation. Het LPG-reservoir en vulpunt
gesteld met inachtneming van het Bevi. Het
zijn gepland op een perceel dat eigendom is
invloedsgebied van het industrieterrein loopt
van de inrichtinghouder.
casus bestemingsplan
casus milieuvergunning
Z K
plangebied
Z vulpunt en tank K afleverstation
dwars over het plangebied. Daarom is in het
De gemeente heeft de vergunningaanvraag
bestemmingsplan een veiligheidsparagraaf
in 2004 afgewezen omdat niet voldaan kon
toegevoegd waarin het GR is verantwoord.
worden aan de normen voor het plaatsgebonden risico zoals opgenomen in het
1.4.2 Casus milieuvergunning: LPG-tankstation
ontwerp-Bevi. De normen voor het plaats-
In de kern van een kleine plaats ligt een
van het Bevi gewijzigd. Door deze wetswijzi-
tankstation. Het tankstation bestaat al vele
ging kon de inrichting wel aan de normen
jaren op deze locatie en heeft vanaf de jaren
voldoen. De voorzitter van de Afdeling
’80 LPG opgeslagen en verkocht. De verkoop
Bestuursrechtspraak van de Raad van State
10
gebonden risico zijn echter met de komst
heeft daarop het weigeringsbesluit van de
sproken om dit gebied te herontwikkelen. Het
gemeente vernietigd en de gemeente opge-
moet een aantrekkelijke mix van functies wor-
dragen een besluit te nemen waarin het GR
den van een hoge kwaliteit met deftige allure.
gemotiveerd moet worden.
Hierbij vormt de nieuwe openbaar vervoersterminal het hart van de herontwikkeling.
Het bestemmingsplan staat het afleveren van
In totaal zal een programma van 190.000 m2
LPG op het perceel in de dorpskern niet in
worden gerealiseerd, te verdelen in:
de weg. Het perceel waarop het ondergronds
• 50.000 m2 wonen;
reservoir en vulpunt wordt gevestigd heeft
• 80.000 m2 werken;
momenteel een agrarische bestemming. Deze
• 20.000 m2 flexibiliteit (met een voorkeur
bestemming moet worden gewijzigd om de
wonen);
vestiging van een ondergronds reservoir met
• 40.000 m2 voorzieningen.
vulpunt mogelijk te maken.
De ontwikkelingsplannen van het spoorgebied zijn onderdeel van een groter plan.
casus transport
plangebied
1.4.3 Casus transport: ruimtelijke ontwikkeling nabij het spoor
Hiervan maken enkele wijken en bedrijven-
In het centrum van een grote stad ligt het
globaal uiteengezet in een Masterplan. Het
stationsgebied. Dit gebied bestaat grotendeels
spoorgebied is momenteel onderwerp van
uit rangeerterreinen, een stationsgebouw
een voorontwerp bestemmingsplan.
terreinen deel uit. Deze deelplannen zijn
en een busstation aan de zuidzijde van het station. Verder is er binnen het gebied een beperkte hoeveelheid (circa 10.000 m2) bedrijfsbebouwing aanwezig. Het gemeentebestuur heeft de wens uitge-
11
de verant woordingsplicht in de praktijk
2 2.1
s t a p 0 i n d e p r a k t i j k Inleiding
2.2.2 PR en casussen
In de hierna volgende hoofdstukken loopt
In alle casussen kan worden voldaan aan de
u stapsgewijs de verantwoording door aan
PR-grenswaarde 10-6. Om deze reden wordt
de hand van voorbeelden, tips en trucs. De
hier verder geen aandacht meer aan besteed.
eerste stap die daarbij gezet moet worden is bepalen of wel wordt voldaan aan de normen voor het PR. Als het te nemen besluit voldoet aan deze norm, kunt u verder met de volgende stappen.
2.2 Stap 0 2.2.1 Kwetsbaar en beperkt kwetsbaar Voor stap 0 is het belangrijk een duidelijk onderscheid te maken tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Een uitgebreide toelichting van beide begrippen is opgenomen in bijlage 1. Voor kwetsbare objecten geldt een PR-norm van 10-6. Dit is een grenswaarde die in acht genomen moet worden in situaties waarbij sprake is van een nieuwe situatie. Dat houdt in een nieuwe of gewijzigde vergunning met een grotere PR-contour of gewijzigd bestemmingsplan met nieuwe mogelijkheden voor vestiging van kwetsbare objecten. Voor beperkt kwetsbare objecten is de beoordeling ingewikkelder. Hiervoor geldt een richtwaarde waarmee rekening moet worden gehouden. Wanneer niet wordt voldaan de richtwaarde voor het PR, dan kan een milieuvergunning of ruimtelijk besluit niet worden vastgesteld. Alleen met gewichtige redenen kan van deze richtwaarden worden afgeweken. Bij een afwijking van de 10-5 wordt in het Hevi wordt zelfs gesproken van een zware motiveringsplicht. Het Bevi biedt geen aanknopingspunten wat elementen van deze gewichtige redenen of zware motiveringsplicht kunnen zijn.
12
3 3.1
s t a p 1 v e r k e n n e n d o n d e r z o e k Wanneer is er een verantwoordingsplicht?
inrichtingen kan een nadelige wijziging van de PR-afstand (grotere afstand) afgelezen worden uit de tabellen uit bijlage 1 van het Revi.
3.1.1 Algemeen In artikelen 4, 5, 12 en 13 van het Bevi wordt
Daarnaast kan een toename van activiteiten
aangegeven wanneer verantwoording van het
‘gevoelsmatig’ leiden tot een verslechtering
GR verplicht is bij respectievelijk een milieu-
van het PR, ook al is dat uit de tabellen van
beheervergunningprocedure of een ruimte-
bijlage 1 van het Revi niet op te maken. Een
lijk besluit.
voorbeeld hiervan is een toename van de doorzet van een LPG-tankstation dat valt bin-
Vanuit de Wet milieubeheer geldt de verant-
nen de bandbreedte waarvoor een PR-afstand
woordingsplicht van het GR alleen bij vergun-
in het Revi is opgenomen2. Omdat op grond
ningprocedures op verzoek van de aanvrager.
van het Bevi voor categoriale inrichtingen
Dit zijn oprichtings-, veranderings- of revisie-
gebruik moet worden gemaakt van vastge-
vergunningen, voor zover sprake is van een
stelde PR-afstanden, lijkt deze ‘gevoelsmatige’
nadelige verandering van het plaatsgebonden
verslechtering geen juiste uitleg van het
risico.
begrip ‘nadelige gevolgen voor het PR’. Of de rechter deze uitleg zal volgen zal de toe-
T IP De verantwoordingsplicht bij een besluit over
komst ons leren.
een milieubeheervergunningaanvraag is alleen van toepassing indien sprake is van een oprich-
T IP Verantwoording bij een milieubeheervergun-
tings,- veranderings of revisievergunning voor een
ning van een categoriale inrichting hoeft alleen
inrichting die onder de werkingssfeer van het Bevi
plaats te vinden wanneer sprake is van een nade-
valt. Voor besluiten op basis van artikel 19 Wm of
lige verandering van de vastgestelde PR-afstand (zie
meldingsplichtige bedrijven op grond van artikel
opmerking hierboven).
8.41 Wm geldt geen verantwoordingsplicht. T IP Het Revi noemt enkele uitsluitingsgronden Voor een verantwoordingsplicht bij een
voor het gebruik van tabellen. Een voorbeeld is dat
milieuvergunningprocedure moet boven-
het stikstofgehalte van de opgeslagen brandbare
dien sprake zijn van ‘nadelige gevolgen voor
stoffen in een opslagplaats voor gevaarlijke stoffen
de PR’1. In het Bevi wordt niet toegelicht
niet hoger mag zijn dan 1,5% van de totale hoeveel-
wat nadelige gevolgen voor het PR precies
heid gevaarlijke stoffen3. Is het stikstofpercentage
inhoudt. Bij een niet-categoriale inrichting is
hoger, dan dient een QRA uitsluitsel te geven over
een wijziging van het PR met nadelige gevol-
het PR en GR. Let erop dat een milieubeheervergun-
gen alleen te beoordelen na het uitvoeren
ningaanvraag alle informatie moet bieden waaruit
van een Kwantitatieve Risico Analyse (QRA
op te maken is of gebruik gemaakt mag worden
oftewel risicoberekening). Bij categoriale
van de tabellen.
Bevi, artikel 4 lid 3 en 4. In artikel 12 lid 1 wordt verwezen naar een besluit zoals genoemd in artikel 4 lid 1 t/m 5; Revi, Bijlage 1 tabel 1: er zijn verschillende PR-afstanden gegeven voor respectievelijk tankstations met een doorzet tot 1000 m3 per jaar en tankstations met een doorzet tussen de 1000 m3 en 1500 m3 per jaar. Een wijziging van de doorzet van een LPG-tankstation van 600 m3 naar 900 m3 valt binnen de bandbreedte van de PR-afstand die behoort bij een doorzet tot 1000m3. De kans dat een calamiteit optreedt neemt toe naarmate de doorzet groter wordt omdat er frequenter LPG wordt gelost door een tankwagen en vaker LPG wordt afgeleverd aan de pomp. Deze verslechtering van het plaatsgebonden risico komt echter niet naar voren in de afstanden die genoemd worden in tabel 1, bijlage 1 van het Revi. Ook het invloedsgebied van het GR zal niet groter worden omdat dit in het Revi is vastgesteld op 150 meter vanaf het vulpunt. 3 Bevi, artikel 4, lid 5b sub1 1 2
13
de verant woordingsplicht in de praktijk
De verantwoordingsplicht voor ruimtelijke
voor de nieuwbouw van objecten maar ook op
besluiten is beperkt tot de besluiten die wor-
wijzigingen in de aard (mate van zelfredzaamheid)
den genoemd in artikel 5, lid 1 en 2 van het
en omvang (toename personen) van objecten in het
Bevi.
invloedsgebied.
Voor deze besluiten geldt de verantwoor-
3.1.4 Wijziging zonder besluit
dingsplicht alleen als het besluit de bouw
In veel gevallen zal een wijziging zonder
of vestiging van (beperkt) kwetsbare objec-
ruimtelijk besluit mogelijk zijn. Bijvoorbeeld
ten mogelijk maakt. In het Bevi wordt niet
bij de bouw van een kantoorgedeelte in een
vermeld dat er uitsluitend sprake moet zijn
bestaand bedrijfsgebouw. Een kantoorgebouw
van nieuwbouw. De begrippen ‘bouw’ en
wordt als kwetsbaar object beschouwd maar
‘vestiging’ kunnen op de volgende manieren
kan veelal toch binnen de globale bestem-
worden geïnterpreteerd:
mingen zoals “bedrijfsdoeleinden” worden gerealiseerd. Een ander voorbeeld is de ver-
3.1.2 Nieuwbouw
koop van een gedeelte van een inrichting,
De verwijzing met “bouw of vestiging” impli-
waardoor dat gedeelte (beperkt) kwetsbaar kan
ceert dat bij een ruimtelijk besluit voor de
worden voor de oorspronkelijke inrichting.
nieuwbouw van een (beperkt) kwetsbaar object, verantwoording van het GR moet
T IP Screen de bestemmingsplannen nabij risico-
plaatsvinden.
volle inrichtingen op mogelijkheden om met vrijstellingen meer of minder kwetsbare groepen
3.1.3 Wijziging bestemming of uitbreiding gebouw met een besluit
personen toe te laten. Actualiseer desgewenst deze
Bouw of vestiging kan ook uitgelegd worden
gelijkheden worden beperkt. Een tijdige screening
als het ‘verbouwen’ of ‘vestiging in’ en ‘uit-
voorkomt veel toekomstig ongemak en mogelijke
breiding van bestaande gebouwen’. Bij deze
schadeclaims
bestemmingsplannen waardoor de vrijstellingsmo-
uitleg is sprake van een besluit tot ontheffing of wijziging van een bestemming. Hierbij wordt uitbreiding van dezelfde functie of wijziging van de functie mogelijk gemaakt.
3.2 Uitgebreid verantwoorden of direct oordeel?
Denk bijvoorbeeld aan de wijziging van een bedrijfsbestemming naar een bestemming
In een aantal gevallen is het effect dat een
“maatschappelijke doeleinden”. Door deze
besluit op het GRsituatie heeft zo beperkt dat
wijziging kan er sprake zijn van een toename
het niet zinvol is om nader onderzoek uit te
van het aantal personen dat wordt blootge-
voeren. In dat geval kan worden volstaan met
steld aan risico’s. Tevens kan sprake zijn van
een direct oordeel. In de Handreiking worden
een verslechtering van de zelfredzaamheid
de volgende situaties genoemd;
van deze personen of van de mogelijkheden
• een enkel (kwetsbaar) object komt te
om de gevolgen van een calamiteit te bestrijden. In een dergelijk geval verantwoording van het GR wenselijk.
liggen binnen de invloedssfeer van een bedrijf in een maagdelijke omgeving; • een enkel (kwetsbaar) object komt te liggen in een omgeving waarover inmiddels
T IP Om te kijken of verantwoording nodig is, is
is aangegeven dat het gebied eigenlijk
het goed om niet alleen te letten op mogelijkheden
‘vol’ zit.
14
In deze gevallen zal het besluit over het
Bepalend voor de ruimtelijke plannen is de
GR geen nadelige gevolgen hebben voor de
aanwezigheid van drie risicovolle activiteiten
beheersbaarheid en hulpverlening bij een
in de omgeving van het plangebied:
ramp. Hierover dient aan de regionale brand-
1. Een BRZO-bedrijf met drie CPR15-2 lood-
weer advies te worden gevraagd.
sen en een ammoniakkoelinstallatie met 17.000 liter ammoniak;
Bij besluiten omtrent een milieubeheer-
2. Een inrichting met een opslagloods
vergunning bij een categoriale inrichting
gevaarlijke stoffen (400 m3, beschermings-
kan ook sprake zijn van wijziging van
niveau 3) en een ammoniakkoelinstallatie
het PR zonder dat de omvang van het invloedsgebied wijzigt. Omdat het aantal
(<10 ton); 3. Vervoer van gevaarlijke stoffen over het
personen binnen het invloedsgebied niet
spoor (80 meter van de rand van het plan-
toeneemt, wijzigt de omvang van het GR
gebied).
bij het gebruik van de tabellen uit bijlage 1 van het Revi niet. In dit geval kan (in de
Uit de voor het BRZO-bedrijf uitgevoerde
meeste gevallen) eveneens volstaan worden
risico-analyse blijkt dat de ammoniakkoel-
met een direct oordeel. Bijvoorbeeld als de
installatie maatgevend is voor het risico.
doorzet van een LPG-tankstation toeneemt
Het invloedsgebied van deze koelinstallatie
van 600 m3 LPG per jaar naar 1.200 m3 LPG
is bepaald op 500 meter, de afstand tot het
per jaar. Voor het vulpunt gelden nu nieuwe
plangebied bedraagt 450 meter. Het invloeds-
PR-afstanden terwijl het invloedsgebied het-
gebied beslaat slechts een klein gedeelte van
zelfde blijft.
het plangebied. Dit gedeelte is in het plangebied deels als groenzone aangemerkt.
Aangezien sprake is van een verantwoordingsplicht en het Bevi minimumeisen stelt aan deze verantwoording, moeten bij een
invloedsgebied risicovol bedrijf
direct oordeel alle aspecten van artikel 12 of 13 van het Bevi aan bod komen. Wel kan de motivatie van deze aspecten beknopter worden beschreven dan bij een uitgebreide verantwoording. Daarnaast zal de nadruk liggen op een kwalitatieve benadering.
3.3 Stap 1 in de casussen 3.3.1 Casus bestemmingsplan Het gaat in deze casus om een art. 11 WRObesluit. Op de tekening van het bestemmingsplan is het bouwblok en de maximale bouwhoogte van de woningen en kantoorgebouwen aangegeven. Ook is te zien om welk type woning het gaat.
invloedsgebeid
15
de verant woordingsplicht in de praktijk
De invloedsgebieden van de tweede ammo-
plangebied valt binnen het invloedsgebied
niakkoelinstallatie en de opslagloods voor
van een risicovolle inrichting. In dit deel van
gevaarlijke stoffen zijn bepaald op basis van
het plangebied zullen weinig personen geves-
tabellen uit het Revi. Volgens het Revi is het
tigd worden. Daarnaast zijn in het invloeds-
invloedsgebied van de opslagloods 520 meter
gebied van de inrichting al veel personen
(afstand tot plangebied 450 meter) en van de
aanwezig. Daarom is geconcludeerd dat de
ammoniakkoelinstallatie 310 meter. Een deel
wijziging van het GR niet significant is. Dit
van het plangebied ligt dus in het invloeds-
wil zeggen dat u de wijziging van het GR niet
gebied van de opslagloods voor gevaarlijke
in de fN-curve zult terugvinden. Er is om die
stoffen.
reden geen QRA uitgevoerd.
De informatie over het vervoer van gevaarlij-
In dit geval heeft de gemeenteraad besloten
ke stoffen over het spoor is afkomstig uit de
om een direct oordeel over het GR te geven.
Beleidsvrije Marktprognose. Deze is opgesteld
In de veiligheidsparagraaf zijn alle elementen
door ProRail en verspreid door de minister
van de verantwoordingsplicht beschreven.
van Verkeer en Waterstaat . De Beleidsvrije
Daarbij is oppervlakkig beschreven welke
Marktprognose wordt momenteel als meest
maatregelen het plan bevat die leiden tot
recent en geaccepteerd inzicht gezien. Het
optimalisatie van de veiligheid. Zo is door het
ministerie van Verkeer en Waterschap werkt
stratenpatroon in het gebied een snelle
ook aan het Basisnet. Dit is de vaststelling
evacuatie mogelijk. Ook werkt de alarmering
van maximale transportgegevens over de
in het gebied adequaat en wordt de vergun-
transportassen. Hiermee moet rekening wor-
ning van het nabijgelegen risicovolle bedrijf
den gehouden in bestemmingsplannen. Deze
in de toekomst verder ingeperkt. Verder
ontwikkeling kan ingrijpende gevolgen heb-
neemt het vervoer van gevaarlijke stoffen over
ben voor toekomstige ruimtelijke plannen
het nabij gelegen spoor af na realisatie van de
nabij het spoor.
Betuweroute. Specifieke maatregelen voor het
4
plangebied worden niet voorgesteld. Dit mede T RUC Het GR kan worden verkleind door in de
omdat het gebied onderdeel uitmaakt van
ontwerpfase rekening te houden met functies bin-
een veel groter woon- en werkgebied.
nen het gebied. T IP Het is wenselijk om de afweging van maatreT IP In het bestemmingsplan kunt u het aantal
gelen niet op deelplannen te baseren. Het is beter
personen begrenzen door het aanbrengen van
om de maatregelen van een compleet gebied te
een maximale vloeroppervlakte, beperking van
overzien en afweging van maatregelen in het gro-
de bouwhoogte, het beperken van het aantal
ter geheel te beschouwen.
woningen en het bepalen van het type woningen. Daarnaast is het mogelijk de personendichtheid
T IP Om versnippering van GRverantwoordingen
direct vast te leggen in het bestemmingsplan.
te voorkomen, kunt u een structuurvisie externe veiligheid voor de gehele gemeente opstellen. Met
Uit stap 1 volgt dat het ruimtelijke besluit de
deze structuurvisie geeft u voor de gehele gemeente
vestiging van kwetsbare objecten mogelijk
aan hoe u denkt over de beheersing van GR’s. Het
maakt. Slechts een klein gedeelte van het
is dan niet meer noodzakelijk om voor elk bestem-
Prognose vervoer gevaarlijke stoffen per spoor, Beleidsvrije marktprognose, rapportnr. V1.0 051203, ProRail december 2003
4
16
mingsplan een afzonderlijke bestuurlijke afweging
Voor de bepaling van het invloedsgebied van
omtrent het GR te nemen. Een structuurvisie voor-
een LPG-tankstation wordt gebruik gemaakt
komt adhoc beslissingen en maatregelen. U kunt
van tabel 1 van bijlage 2 van het Revi. Voor
met een structuurvisie zoeken naar de meest effec-
het gebruik van deze tabellen is inzicht in de
tieve maatregelen voor een gebied als geheel.
maximale te vergunnen doorzet noodzakelijk. In onze casus is de vergunning aangevraagd
3.3.2 Casus milieubeheervergunning
voordat het Bevi van kracht werd. De maxima-
Het betreft hier een besluit op basis van arti-
le doorzet van LPG is daarom niet expliciet in
kel 8.1a van de Wet milieubeheer, oftewel een
de aanvraag vastgelegd. Deze kan wel worden
oprichtingsvergunning. Het PR neemt door
berekend op basis van de aanvraag.
deze nieuwe activiteit toe. Omdat sprake is van nadelige gevolgen voor de PR volgt dat
Deze berekening is als volgt:
het GR uitgebreid moet worden verantwoord.
1. in de aanvraag wordt vermeld dat de bevoorrading van LPG éénmaal per 14 dagen
invloedsgebied lpg-tankstation
plaatsvindt; dus maximaal 26 keer per jaar; 2. op de tekening bij de aanvraag staat dat de inhoud van de tankauto 20 m3 bedraagt; 3. uit het aanvraagformulier en de bijbehorende tekening blijkt dat de inhoud van het LPG-reservoir 20 m3 is; 4. het Besluit LPG-tankstations heeft bepaald dat het reservoir voor maximaal 90% mag
Z
worden gevuld; 5. berekening: 26 bevoorradingen x 20 m3 inhoud x 90% vulgraad = maximaal 468 m3 per jaar (opmerking: bij LPG-berekeningen
K
wordt uitgegaan van 33%, 66% en 100% vullingsgraad, dus in de praktijk zal de tankauto niet altijd met 20 kuub geladen zijn).
Z vulpunt en tank K afleverstation
TRUC Indien de maximale doorzet van LPG niet expliciet in de aanvraag is vastgelegd, probeer deze dan op basis van de aanvraaggegevens te bereke-
T IP Bij oprichting van een Bevi-bedrijf is altijd
nen.
sprake van nadelige gevolgen voor het PR. Er is dus in principe ook altijd sprake van een verantwoor-
TRUC LPG-tankstations dragen precario-gelden af
dingsplicht van het GR. Uitzondering op deze regel
aan de gemeente. De hoogte hiervan is afhankelijk
is dat voor een aantal kleinere categoriale inrich-
van het aantal transportbewegingen of doorzet.
tingen (o.a. ammoniakkoelinstallaties) in bijlage
Indien u kunt beschikken over deze informatie, dan
2 van het Revi geen invloedsgebied is gegeven. Dit
krijgt u een redelijke betrouwbaar beeld van de
betekent dat het GR voor deze inrichtingen niet
doorzet en bespaart u zich veel tijd met het opvra-
relevant is en niet hoeft te worden verantwoord.
gen van deze gegevens.
17
de verant woordingsplicht in de praktijk
T IP Leg de - op basis van de aanvraaggegevens
den eerdere prognoses ruimschoots. Hierdoor
berekende - maximale doorzet expliciet vast in de
worden ontwikkelingsmogelijkheden voor
vergunningsvoorschriften. Dan kan het plaatsge-
veel gemeenten aan het spoor beperkt.
bonden risico niet ‘ongemerkt’ toenemen. Indien
Met de Tweede Kamer is afgesproken dat
de doorzet niet wordt vastgelegd in de Wm-vergun-
eerst overleg met provincies, gemeenten en
ning, is de ruimtelijke impact van het tankstation
bedrijfsleven plaats zal vinden voordat een
onduidelijk (want u kunt geen gebruik maken van
nieuwe concept RVGS naar de Tweede Kamer
de tabellen uit het Revi).
wordt gestuurd.
De aangevraagde maximale doorzet van LPG
T IP Het meest recente inzicht dat door de Tweede
is berekend op 468 kuub LPG per jaar. De
Kamer is gezien, is verwoord in de Beleidsvrije
tabellen van het Revi zijn daarom in eerste
Marktprognoses (op 26 april 2004 door de minster
instantie van toepassing op deze inrichting.
van V&W aan de Tweede Kamer gestuurd). Deze
Het invloedsgebied van een nieuw LPG-tank-
transportgegevens kunnen bij het maken van QRA’s
station met een doorzet van maximaal 1.500
worden gebruikt.
m per jaar is in het Revi vastgesteld op 150 3
meter vanaf het vulpunt. Het invloedsgebied
In het plangebied ligt eveneens een hoge
in onze casus valt gedeeltelijk over bebouwd
druk aardgastransportleiding met een ont-
gebied, voornamelijk woningen.
werpdruk van 25 bar, een diameter van 12’’ en een wanddikte van 7 mm. Op hoge
Conclusie: Uit stap 1 blijkt dat er sprake is van
druk aardgasbuisleidingen is de ‘Circulaire
een relevante toename van het GR. Het GR
Zonering langs hoge druk aardgasleidingen
moet daarom uitgebreid worden verantwoord.
uit 1984’ van toepassing. Deze circulaire geeft een “bebouwings- oftewel veiligheidsaf-
3.3.3 Casus transport
stand” van 14 meter voor deze buisleiding.
Het betreft hier een besluit op grond van artikel 10 WRO. De spoorlijn waarover vervoer
Uit stap 1 blijkt de invloedsgebieden van
van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, doorsnijdt
meerdere risicovolle activiteiten grotendeels
het plangebied. Voor de risicobeoordeling
overlapt met het plangebied. Er is sprake van
van deze transportas is de Circulaire
nieuwbouw en vestiging van (beperkt) kwets-
Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen
bare objecten. De omvang van de wijziging is
uit 2004 gebruikt. Uit beoordeling van het
dermate dat het een relevante invloed op het
invloedsgebied blijkt dat in deze situatie een
GR kan hebben. Nader onderzoek is nodig
vaste afstand van 200 meter gehanteerd moet
om het GR te verantwoorden.
worden. In 2005 is er een Conceptnota Vervoer Gevaarlijke Stoffen gepubliceerd. Met deze nota heeft de Tweede Kamer niet ingestemd. De conceptregeling Vervoer Gevaarlijke Stoffen per Spoor, die onder deze Nota hangt is vervolgens door de minister van V&W teruggetrokken. De prognoses die in deze conceptregeling zijn opgenomen overschrij-
18
4
s t a p 2 n a d e r o n d e r z o e k
4.1 De deelstappen
4.2 Deelstap a; toets groepsrisico
Het nader onderzoek bestaat uit zes deelstap-
De nulsituatie is de actuele situatie zonder
pen. Deze deelstappen worden hier besproken
de te beoordelen ontwikkelingen. De uit-
en toegepast op twee casussen, transport en
gangssituatie is inclusief de te beoordelen
milieubeheervergunning. De casus bestem-
ontwikkelingen, maar zonder het effect van
mingsplan in het invloedsgebied van een risi-
eventuele verbeteropties. In deze deelstap
covolle inrichting is geëindigd met een direct
wordt het verschil tussen de nulsituatie en
oordeel. Nader onderzoek is voor deze casus
uitgangssituatie verduidelijkt.
niet meer nodig.
4.2.1 Casus milieuvergunning a. toets GR: de nulsituatie en de uitgangs-
nulsituatie: De actuele situatie bestaat uit een
situatie van de nieuwe ontwikkeling;
benzinetankstation in de kern van een kleine
b. de aanvaardbaarheid van de uitgangs-
plaats. Er is geen plaatsgebonden risico en
geen invloedsgebied.
situatie
A. ligging GR ten opzichte van de oriëntatiewaarde;
uitgangssituatie inclusief nieuwe ontwikkelingen:
B. toename van GR ten opzichte van de
Door de komst van een opslagreservoir voor
LPG, een vulpunt en afleverzuil ontstaat een
nulsituatie;
C. mogelijkheden van zelfredzaamheid van de bevolking;
invloedsgebied voor het GR. Dit invloedsgebied is door het Revi (voor een doorzet tot
D. mogelijkheden van de hulpverlening;
maximaal 1.500 m3) vastgesteld op 150 meter.
E. nut en noodzaak van de ontwikkeling;
Het invloedsgebied heeft een oppervlakte
F. het tijdsaspect;
van 7,07 hectare (zie figuur ‘invloedsgebied
c. optimaliseringsmogelijkheden;
LPG tankstation’). Het oppervlak binnen de
d. effect op de fN-curve;
PR-contour (10-6) wordt niet meegeteld bij de
e. effect op de aanvaardbaarheid;
bepaling van het oppervlak van het invloeds-
f. confrontatie fN-curve en aanvaardbaar-
gebied en de persoonsdichtheid: immers
heidscriteria.
wanneer een kwetsbaar object binnen de 10-6-contour aanwezig is, zou de vergunning
Doel van deze stappen is om voldoende infor-
geweigerd moeten worden of een saneringssi-
matie te verzamelen waarmee een bestuur-
tuatie ontstaan. Een GRbeoordeling is in dat
lijke keuze gemaakt kan worden.
geval niet meer nodig.
In de casusbeschrijvingen die hierna worden
TRUC Berekening invloedsgebied
uitgewerkt komen ook de ‘onmisbare’ en
(straal invloedsgebied2 * π) – (straal PR (10-6)2 * π)
‘indien relevante’ aspecten aan bod. Deze aspecten worden (voor zover niet hierboven
Uit onze berekening van de doorzet blijkt
genoemd) toegevoegd aan deelstap b; de aan-
dat deze kleiner is dan 500 kuub per jaar.
vaardbaarheid van de uitgangssituatie.
Volgens het Revi (bijlage 2, tabel 1) bedraagt de PR-10-6-contour 45 meter. Uit de bereke-
19
de verant woordingsplicht in de praktijk
ning volgt dat het invloedsgebied 6,43 ha is.
TRUC Op www.groepsrisico.nl staat een supple-
Binnen het invloedsgebied liggen uitsluitend
ment Handreiking verantwoording groepsrisico.
woningen. Het aantal personen binnen het
Dit supplement is speciaal bedoeld voor LPG-tank-
invloedsgebied is bepaald door de woningen
stations. Het supplement geeft meer inzicht hoe de
te tellen en te vermenigvuldigen met het ken-
spreiding van bebouwing van invloed is op het GR.
tal voor woningen. Er zijn 56 woningen bin-
Dit supplement kan in de meeste gevallen worden
nen het invloedsgebied gelegen. Uitgaande
gebruikt om in te schatten of het GR de oriëntatie-
van 2,4 inwoners per woning, zijn er 134,4
waarde zal overschrijden.
personen binnen het invloedsgebied aanwezig. De personendichtheid komt daardoor op
T IP In de concept-Handreiking zijn tabellen opge-
(137 personen / 6,43 hectare =) 21,3 personen
nomen met correctiefactoren voor verblijfsduur.
per hectare.
Omdat het gebruik van deze correctiefactoren lastig is, worden deze correctiefactoren op termijn verwij-
T IP Bij een besluit omtrent een milieuvergun-
derd. In de update van de Handreiking verantwoor-
ning is de feitelijke dichtheid van personen op het
dingsplicht groepsrisico (deze wordt in het voorjaar
moment van het besluit relevant. Op grond van
van 2006 verwacht) zal dit worden toegelicht.
artikel 8.8 lid 1c van de Wm dient u bij een besluit ook de toekomstige situatie te betrekken. Volgens de
T IP Het is mogelijk voor categoriale inrichtingen
gangbare milieujurisprudentie moet er sprake zijn
een risicoanalyse (QRA) te laten maken. Dit is
van een vaststaande ontwikkeling. Op grond van
nodig indien de tabellen uit het Revi niet tot een
het Bevi dient u rekening te houden met de gepro-
betrouwbaar beeld van het GR leiden. Het laten
jecteerde objecten. Dit begrip wordt op pagina 68
uitvoeren van een QRA voor een eenvoudig LPG-
van de toelichting van het Bevi verduidelijkt. In
tankstation bij een gespecialiseerd adviesbureau
de toelichting wordt vermeld dat uitsluitend de
kost tussen de 800 en 1600 euro.
toekenning van gebruiks- of bebouwingsmogelijkheden onvoldoende grond is voor weigering van
4.2.2 Casus transport
een milieuvergunning. Er moet sprake zijn van
Voor zowel de nulsituatie als de uitgangssitu-
een ontwikkeling waarvan de doorgang voldoende
atie is het GR met behulp van QRA’s vastge-
aannemelijk is. Het verdient echter aanbeveling om
steld. De persoonsdichtheid is vastgelegd in
zoveel mogelijk uit te gaan van de capaciteit van
een personendichtheidsregister.
het bestemmingsplan. Dit omdat deze capaciteit de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden bepaalt
T IP Wanneer de verwachting is dat regelmatig
zonder dat hiervoor een afzonderlijk verantwoor-
informatie over de personendichtheid geraadpleegd
dingsbesluit nodig is. Door uit te gaan van de
moet worden, kan het maken van een personen-
capaciteit wordt voorkomen dat saneringssituaties
dichtheidregister voordelen hebben. Gebruik hier-
kunnen ontstaan.
voor een raster van 50 bij 50 meter of 25 x 25 meter. Dit register kunt u als toetsingskader gebruiken bij
T IP Kentallen voor woningen, kantoren etc. kunt
uw milieubeleid en ruimtelijke plannen.
u vinden in de Handreiking verantwoording GR, hoofdstuk 16 of in de CPR 18, het Paarse Boek. Wees
nulsituatie: De actuele situatie bestaat voor
voorzichtig met het gebruik van generalistische
een groot deel uit braakliggend terrein,
kengetallen. Hierin worden zaken als bestemmings-
rangeerterreinen, een stationsgebouw, een
plancapaciteit en correctie van verblijfstijd niet
busstation en een kleine hoeveelheid bedrijfs-
meegenomen.
gebouwen. Dit gebied valt grotendeels onder
20
het invloedsgebied van het transport gevaar-
4.3.1 casus milieuvergunning
lijke stoffen over het spoor en een hoge druk
Bepaling en beoordeling groepsrisico
aardgasleiding.
De oriëntatiewaarde van het GR is voor categoriale inrichtingen verwoord in een getal.
uitgangssituatie: Het bestemmingsplan voor-
Dit getal komt overeen met de maximale
ziet in de bouw van woningen, kantoren en
personendichtheid per hectare waarbij de
voorzieningen.
oriëntatiewaarde net niet wordt overschreden. Voor LPG tankstations is dit getal bepaald op
T IP Gegevens over aantal aanwezige personen zijn
17 personen per hectare.
veelal in de gemeentelijke basisadministratie te vinden. Soms is het mogelijk deze gegevens te koppelen
Dit getal geldt voor situaties waarbij er sprake
in een geografisch informatiesysteem (GIS) aan een
is van een uniforme personendichtheid in
kaart. Wees erop bedacht dat deze gegevens kun-
het invloedsgebied en slechts één functie bin-
nen afwijken van de bestemmingsplancapaciteit.
nen het invloedsgebied (in dit geval wonen). In dit geval mag er een correctie van de
T IP Alternatief voor het gebruik van gegevens uit de
richtwaarde vanwege de verblijfstijd worden
gemeentelijke basisadministratie is het handmatig
toegepast. Deze correctie is afhankelijk van
inventariseren of gebruik te maken van de kentallen
de aanwezige functie. Hiertoe is in de hand-
voor personendichtheden. Deze staan in hoofdstuk 16
reiking (paragraaf 15.3) een verblijfstijden-
van de Handreiking verantwoordingsplicht.
tabel opgenomen. Voor wonen is deze factor 1,1. Een en ander leidt tot een verhoging van het aantal men-
4.3 Deelstap b; aanvaardbaarheid uitgangsituatie
sen dat in het invloedsgebied aanwezig mag zijn van 17 x 1,1 = 18,7 personen per hectare. Bij een oppervlakte van 6,43 hectare mogen
De fN-curve is één van de beoordelingscrite-
er (18,7 x 5,43 =) 120 personen aanwezig zijn
ria. De totale verantwoordingsplicht omvat
om nog juist de oriëntatiewaarde niet te over-
meerdere criteria. Deelstap b brengt deze
schrijden.
in beeld. Het uitgangspunt van de nieuwe ontwikkeling is het referentiepunt. Dit uit-
De tabellen die in het Revi en de Handreiking
gangspunt wordt beoordeeld op de verplichte
zijn opgenomen gaan uit van een gestandaar-
punten uit het Bevi. Het gaat hierbij om zes
diseerde situatie. In deze standaardsituatie is
aspecten (ligging GR ten opzichte van de
sprake van:
oriëntatiewaarde, toename van GR ten opzich-
• Een uniforme personendichtheid, oftewel
te van de nulsituatie, mogelijkheden van zelfredzaamheid van de bevolking, mogelijkheden van de hulpverlening, nut en noodzaak van de ontwikkeling en het tijdsaspect). Daarnaast staat het Bevi toe om andere aspecten bij de beoordeling te betrekken. Bijvoorbeeld ontwrichting van de samenleving of economie, de handhaafbaarheid, het aantal potentiële
een evenwichtige spreiding van personen over het invloedsgebied; • Er is slechts één functie in het invloedsgebied aanwezig; • Het betreft een LPG-tankstation met gebruikelijke activiteiten; • De inhoud van de LPG-tankwagen is circa 65 m3.
gewonden en de uitgestelde slachtoffers. Het gaat hierbij om een kwalitatief totaaloordeel.
21
de verant woordingsplicht in de praktijk
Het tankstation in de casus voldoet niet
blijkt dat het berekende GR onder de oriënta-
aan deze gestandaardiseerde situatie. Het
tiewaarde ligt.
invloedsgebied bevat weliswaar slechts één functie (wonen), maar de woningen zijn
Om het vulpunt te bereiken moet de tank-
niet evenwichtig gespreid. Deze bevinden
wagen door een gedeelte van de bebouwde
zich geheel aan één zijde van het vulpunt,
kom rijden. De oprit naar het vulpunt ligt
aan de buitenzijde van het invloedsgebied.
tussen twee woonhuizen ingeklemd. Door de
Daarnaast is door de splitsing van vulpunt/
smalle toegang zal de tankwagen op de open-
LPG-tank en het afleverpunt voor LPG geen
bare weg moeten manoeuvreren. Deze vorm
sprake van een LPG-tankstation met gebrui-
van weggebruik vormt een veiligheidsrisico,
kelijke activiteiten. De activiteiten bij het
maar komt niet terug in risicoberekeningen.
vulpunt betreffen uitsluitend het vullen van
Dit omdat er geen kengetallen (faalkansen)
de LPG-tank. Ook de inhoud van de tank-
zijn voor aanrijdingen op de openbare weg.
wagen is niet conform de standaardsituatie. De inhoud is volgens de vergunningaanvraag
In de nulsituatie bestond geen GR. De toena-
beperkt tot 20m .
me ten opzichte van de nulsituatie is nadruk-
3
kelijk zichtbaar in de tabel. Wanneer in deze situatie de tabellen uit het Revi gehanteerd zouden worden, zou de uit-
Beoordeling zelfredzaamheid
slag van de berekening een zeer onnauwkeu-
De gemeente heeft de regionale brandweer
rig beeld van het GR laten zien. Op grond van
om advies gevraagd in deze casus. De regio-
het Bevi en Revi is het berekenen van het GR
nale brandweer richt haar advies op de effec-
mogelijk5. Om deze reden is een risicobereke-
ten van een worstcase scenario. In deze casus
ning opgesteld voor deze specifieke situatie.
is het worst-case scenario een brand, gevolgd
Uit de conclusie van deze risicoberekening
door de explosie van de tankwagen (warme
figuur 2 groepsrisico lpg-tankstation voor een doorzet van 468 m3/jr cumulatieve frequentie (/jr) 1.0E-04 oriëntatie waarde
1.0E-05 1.0E-06 1.0E-07 1.0E-08 1.0E-09
alleen LPG-systeem alle oorzaken
1.0E-10 1
10
100
1.000
10.000
aantal slachtoffers
De PR-afstand en het invloedsgebied daarentegen zijn in het Revi vastgesteld en kunnen niet worden berekend.
5
22
BLEVE). Deze explosie zal leiden tot een grote
wezig is. Dit gebouw bezwijkt bij een explosie
drukgolf met rondvliegend glas tot op 700
waardoor circa eenderde van het dorp van
meter. Dit is het effectgebied voor gewonden.
elektriciteit verstoken is. Dit bemoeilijkt de
Daarnaast zal de warmtegolf tot spontane
hulpverlening aanzienlijk.
branden leiden.
Beoordeling nut en noodzaak van de ontwikkeling De omwonenden in het invloedsgebied
Bij de beoordeling van nut en noodzaak van
hebben een behoorlijke mate van zelfred-
de ontwikkeling kijkt u naar de samenhang
zaamheid. De brandweer verwacht dat de
van de risicovolle inrichting in zijn omgeving.
zelfredzaamheid van de dorpsgemeenschap
Een belangrijke vraag is: wat is de meer-
groter is dan de zelfredzaamheid van een
waarde van de ontwikkeling? Bij ruimtelijke
stedelijke gemeenschap. Dit omdat de inwo-
besluiten luidt de vraag: waarom is voor deze
ners elkaar beter kennen. De verwachting is
locatie gekozen? In beide gevallen is de vol-
dat ze elkaar daardoor beter kunnen helpen of
gende vraag: zijn er alternatieven of alterna-
waarschuwen bij een (dreigende) calamiteit.
tieve locaties voor deze ontwikkelingen?
Punt van zorg voor de zelfredzaamheid is een
In deze casus zijn positieve en negatieve argu-
verzorgingstehuis. Dit verzorgingstehuis ligt
menten afgewogen.
niet in het invloedsgebied. Het ligt wel in het effectgebied voor gewonden van een explosie.
Positieve argumenten:
In het geval van een calamiteit is de hulpver-
• Een extra LPG-verkooppunt draagt bij aan
lening niet in staat deze en andere mensen binnen een straal van 700 meter vanaf het vulpunt tijdig te evacueren. De tijd tussen het uitbreken van een brand en de daaropvol-
de concurrentiepositie tussen de reeds aanwezige LPG-tankstations; • LPG is een schone brandstof (luchtkwaliteit) en moet goed beschikbaar zijn.
gende explosie is zeer beperkt, ongeveer 10 tot 30 minuten.
Negatieve argumenten: • In de omgeving zijn voldoende mogelijk-
Beoordeling hulpverleningsmogelijkheden
heden om LPG te tanken. Er zijn al 2 LPG-
De regionale brandweer heeft de effecten
tankstations aanwezig in de omgeving van
‘gewonden’ en ‘uitgestelde slachtoffers’ zelf
deze kleine gemeenschap;
berekend omdat dit niet in de QRA berekend
• De winst die de ondernemer zal maken bij
is. Binnen het effectgebied dat reikt tot circa
een doorzet van 468 m3 LPG en verhoogde
700 meter vanaf het vulpunt, wonen circa
omzet van de shop is beperkt. Deze winst
850 mensen. De hulpverleningsdiensten heb-
weegt niet op tegen eventuele kosten als
ben onvoldoende capaciteit om de mensen in
gevolg van een calamiteit en de voorberei-
dit gebied adequate zorg te bieden, kort na een calamiteit. Een eventuele brand is zeer slecht te bestrijden. Dit omdat het vulpunt met de opge-
ding ervan; • Gelet op de aangevraagde doorzet is de noodzaak voor deze nieuwe activiteit laag; • Uit het NMP4 blijkt dat de overheid terug-
stelde tankwagen zeer slecht bereikbaar is,
houdend is met het vergunnen van LPG-
namelijk slechts via één zeer smalle toe-
tankstations in de bebouwde kom.
gangsweg. Bestrijding van de brand kan dus maar van één kant plaatsvinden. Binnen het
T IP De nut- en noodzaakvraag is met name een
invloedsgebied is een transformatorhuis aan-
vraag voor de ruimtelijke ontwikkeling. U kunt de
23
de verant woordingsplicht in de praktijk
vraag echter ook gebruiken bij een milieuvergun-
Een calamiteit zal hierdoor de samenleving
ningaanvraag. Dan luidt de vraag of een hoger
danig ontwrichten.
GR op een bepaalde plaats geaccepteerd kan worden. Het antwoord op die vraag mag echter
Beoordeling handhaafbaarheid
niet doorslaggevend zijn bij een weigering van de
De doorzet is voldoende handhaafbaar. De
milieuvergunningaanvraag. Een weigering van de
aanvraag bevat informatie over het volume
milieuvergunning-aanvraag dient te worden geno-
van de LPG-tank, het aantal vulmomenten
men op milieugronden.
per jaar en de omvang van de tankwagen. De aanvraag maakt onderdeel uit van de Wm-
Beoordeling tijdsaspect
vergunning. De rijroute van de tankauto naar
Bij het tijdsaspect houdt u rekening met toe-
het vulpunt is echter niet vastgelegd. Ook
komstige ontwikkelingen van het plangebied
het transport en de daaruit volgende risico’s
of de risicobron. In deze casus is het conve-
vallen niet onder de werkingssfeer van de
nant tussen het Ministerie van VROM en de
milieuvergunning en zijn daardoor onvol-
Vereniging Technische Commissie Vloeibaar
doende handhaafbaar.
Gas van belang. Dit convenant, afgesloten op 22 juni 2005, legt diverse afspraken vast voor
T IP Leg de doorzet expliciet vast in de vergun-
het verbeteren van de veiligheid op en rond
ningvoorschriften. De doorzet is dan te handhaven
LPG-tankstations. Door onderzoek naar ver-
middels afleverbonnen uit de administratie van de
beterde vulslangen en hittewerende coating
inrichting.
op tankwagens is het mogelijk om de risimoeten alle LPG-tankstations voldoen aan de
Beoordeling potentiële gewonden en uitgestelde slachtoffers
nieuwe veiligheidsnormen. Door de verbe-
Het Bevi gaat uitsluitend uit van het aantal
terde vulslang wordt de kans op een brand
dodelijke slachtoffers na een calamiteit. Het
veel kleiner, het effect blijft echter hetzelfde.
Bevi rekent alleen met de dodelijke slachtof-
Door de hittewerende coating heeft de brand-
fers die binnen 72 uur na het incident over-
weer meer tijd om te blussen.
lijden binnen dit invloedsgebied. Slachtoffers
De overweging bij het tankstation is dat de
die na 72 uur overlijden, worden gerekend
uitkomst van het convenant nog onzeker is.
tot de uitgestelde slachtoffers. Deze slachtof-
Bovendien ligt het tankstation niet ver van
fers en gewonden kunnen ook vallen buiten
de landsgrens. Hierdoor kan niet worden
het invloedsgebied.
cocontouren te verkleinen. Uiterlijk in 2010
uitgesloten dat het tankstation wordt bevoorraad door LPG-tankwagens uit het buiten-
Uit het gestandaardiseerde berekening die in
land. De mogelijkheid bestaat dat deze niet
het brandweeradvies is overgenomen blijkt
zijn voorzien van een hittewerende coating of
dat bij een BLEVE 5 doden zullen vallen en
een verbeterde vulslang.
daarnaast 50 gewonden. Het is onduidelijk hoeveel uitgestelde slachtoffers in deze casus
Beoordeling ontwrichting samenleving
zouden zijn te betreuren.
Het berekende effectgebied van 700 meter beslaat een groot deel van de kern in deze
4.3.2 Casus transport
kleine dorpsgemeenschap. De bewoners
Bepaling en beoordeling groepsrisico
hebben hechte onderlinge banden door het
Het GR in het spoorgebied is alleen via risi-
dorpse karakter van de woongemeenschap
coberekeningen te bepalen. De nulsituatie is
24
bepaald door de transportgegevens van 1998
kwetsbare objecten als buffer tussen de bron
en de huidige personendichtheid in risico-
en de kwetsbare objecten in het invloedsgebied.
berekeningen mee te nemen. Het GR van de
Daarnaast kunt u de zelfredzaamheid vergroten
uitgangssituatie is berekend aan de hand
door vluchtroutes aan te leggen haaks op de bron,
van de prognoses van ProRail en de nieuwe
zodat mensen van het rampgebied kunnen weg-
bebouwing.
vluchten.
Uit de berekening volgt dat het GR in de nulsituatie licht wordt overschreden. Deze
T IP Om de zelfredzaamheid te vergroten is snel-
lichte overschrijding wordt veroorzaakt door
heid cruciaal. Een snelle detectie, een snelle alarme-
het transport van LPG. Uit de berekeningen
ring van de hulpverleningsdiensten, snel handelen
van de uitgangssituatie volgt dat het GR rond
van deze diensten en het snel beschikbaar hebben
de oriëntatiewaarde uitkomt. Dit ondanks
van de benodigde middelen is een vereiste. Deze
de nieuwvestiging van vele personen in het
zaken zijn echter niet in het voorontwerp of bestem-
invloedsgebied. De reden dat er geen toe-
mingsplan te regelen. Dit dient u te regelen in
name te zien is, is dat veel van de risicovolle
bijvoorbeeld het bedrijfsnoodplan van de risicovolle
transporten na 2007 over de Betuweroute
activiteiten, het regionale rampenbestrijdingsplan
worden geleid.
of in uitvoeringsovereenkomsten met de planont-
Het GR zal ten opzichte van de nulsituatie
wikkelaars en bouwers.
verbeteren, van lichte overschrijding naar de
Geef in de verantwoording aan in hoeverre deze
oriëntatiewaarde.
maatregelen kunnen worden geregeld en of de maatregelen bepalend zijn om een acceptabel
T IP De oriëntatiewaarde van het GR langs trans-
veiligheidsrisico te creëren.
portassen is een factor 10 kleiner dan bij inrichtingen. Deze waarden zijn langs transportassen:
Beoordeling hulpverleningsmogelijkheden
10 slachtoffers 10-4 per jaar, 100 slachtoffers 10-6 per
De regionale brandweer is intensief betrok-
jaar en 1000 slachtoffers 10 per jaar.
ken geweest bij de voorbereiding en vorming
-8
van het masterplan en voorontwerpbestem-
Beoordeling zelfredzaamheid
mingsplan. Hierdoor is een gedetailleerde
De zelfredzaamheid in het spoorgebied is
planning van de rampenbestrijdingsmaat-
geoptimaliseerd door in de stedenbouw-
regelen opgenomen, zoals:
kundige opzet van het plan rekening te
• Het reserveren van opstellocaties voor
houden met externe veiligheid. Dicht bij het spoor wordt een eerstelijns bebouwing van
hulpverleningsvoertuigen, • Het realiseren van afzonderlijke brand-
kantoren (beperkt kwetsbaar) gerealiseerd.
weeringangen, waardoor de ontruimings-
Deze kantoren fungeren als een buffer voor
route voor het publiek de aanvalsroute
kwetsbare objecten door hun afschermende werking. Ontruiming van een kantoor in
van de brandweer niet belemmert, • De aanleg van een primaire bluswatervoor-
het algemeen is gemakkelijker te realiseren,
ziening met een hoge aansluitcapaciteit
omdat kantoorpersoneel in de regel redelijk
en aansluitpunten om de 80 meter,
zelfredzaam is.
• Het plaatsen van vluchtwegen, zodanig dat de totale ontruimingstijd wordt
T IP U kunt de zelfredzaamheid bevorderen door
beperkt tot 15 minuten.
hier in de stedenbouwkundige opzet rekening
Door deze maatregelen is de hulpverlening
mee te houden. Plaats bijvoorbeeld niet of beperkt
geoptimaliseerd.
25
de verant woordingsplicht in de praktijk
Beoordeling nut en noodzaak van de ontwikkeling
T IP Leg op de plankaart de benaderingsroutes
De provincie streeft in haar ruimtelijk beleid
van de risicobronnen voor brandweer en hulpverle-
naar zuinig ruimtegebruik. De mogelijkhe-
ningsdiensten vast. Dit kan bijvoorbeeld door een
den voor ontwikkeling dienen bij voorkeur
groenstrook de dubbelbestemming opstelplaats voor
plaats te vinden binnen de bestaande kom.
de brandweer te geven en te verwijzen naar de eisen
Het stadsbestuur heeft daarop haar voorkeur
die aan een dergelijke opstelplaats worden gesteld.
uitgesproken voor verdere stedelijke verdichstationsgebied voldoet aan deze stedelijke
Beoordeling potentiële gewonden en uitgestelde slachtoffers
verdichting. Een dusdanig grootschalige
Dit aspect, in het geval van een calamiteit, is
nieuwbouw is elders niet mogelijk binnen
in deze casus niet expliciet beschreven. Het is
de bebouwde kom. Het bouwen nabij het
echter zeer waarschijnlijk dat zowel binnen
spoor verbetert de leefbaarheid van de
het invloedsgebied als daarbuiten een rede-
(binnen)stad.
lijk aantal gewonden en uitgestelde slachtof-
ting van het bestaand stedelijk gebied. Het
fers te betreuren valt.
Beoordeling tijdsaspect Bij het tijdsaspect kunt u rekening houden met toekomstige ontwikkelingen van het plangebied of de risicobron. In deze casus is
4.4 Deelstap c: optimaliserings mogelijkheden
de ingebruikname van de Betuweroute van belang. Door de Betuweroute zal het trans-
In deze deelstap wordt onderzocht welke
port van gevaarlijke stoffen over de het spoor
risicoreducerende maatregelen haalbaar zijn.
door de stad aanzienlijk verminderen.
Deze maatregelen worden vervolgens betrokken bij de verdere oordeelsvorming. De haal-
Beoordeling ontwrichting economie/samenleving
baarheid van de diverse keuzes hangt o.a. af
Dit aspect is in deze casus niet expliciet
van een kosten-baten-analyse, ALARA-BBT etc.
beschreven. Het is evenwel waarschijnlijk dat een eventuele calamiteit in de dichtbebouw-
4.4.1 Casus milieuvergunning
de spoorzone tot een grote ontwrichting van
De milieuvergunningaanvraag is ingediend
de samenleving en economie leidt.
voor het inwerkingtreden van het Bevi en zonder vooroverleg tussen aanvrager,
Beoordeling handhaafbaarheid
gemeente en/of brandweer. Hierdoor zijn
De handhaafbaarheid richt zich op de
geen specifieke risicoreducerende maatre-
beheersing van de risicobron en beperking
gelen of alternatieven in de aanvraag voor-
van de personen-dichtheid in de omgeving
gesteld. Het projectteam heeft echter enkele
van de risicobron.
maatregelen afgewogen:
In deze casus zijn in het bestemmingsplan de
• Het verplaatsen van het vulpunt en tank,
vierkante meterfuncties per bebouwingsvlak
zodat de afstand tot de woningen groter
vastgelegd, waaruit de gemiddelde bezet-
wordt. Dit is echter niet mogelijk in ver-
tingsgraad kan worden afgeleid. Daarnaast
band met de lengte van de leiding naar
zijn de benaderingsroutes voor brandweer
het tankstation, de eigendomsverhouding
en hulpverleningsdiensten op de plankaart
van nabijgelegen percelen en het feit dat
aangegeven.
bij een calamiteit toch nog een groot aantal slachtoffers zal vallen;
26
• Het plaatsen van een betonnen muur om
regel’ komt van ProRail, die heeft aangege-
de druk en warmteontwikkeling naar de
ven dat de meeste vervoersbewegingen van
woningen tegen te houden;
gevaarlijke stoffen na ingebruikname van de
• Het plaatsen van een sprinklerinstallatie.
Betuweroute verdwijnen.
Alle risicoreducerende maatregelen die zijn overwogen kunnen niet als voorschrift in
T IP Let bij de verantwoording van maatregelen
de milieuvergunning worden opgenomen,
op de haalbaarheid en voldoende concreet zijn.
omdat de grondslag van de aanvraag daarbij
Voldoen de maatregelen niet aan deze vereisten,
wordt verlaten. De beoogde maatregelen zijn
dan is de ruimtelijke onderbouwing onvoldoende
te ingrijpend voor een tankstation met een
(zie uitspraak Rechtbank Maastricht, AWB 05 /
doorzet van maximaal 468 m3.
1850 WRO VV, 27 oktober 2005).
Een andere maatregel die is overwogen
T IP Het afwegen van maatregelen komt overeen
betreft het aanpassen van de levertijden van
met het voortdurend beantwoorden van de vraag
de tankwagen. Deze maatregel kan in de
welke risico’s maatschappelijk geaccepteerd worden
vergunning worden opgenomen, maar biedt
tegen welke kosten. Realiseer daarbij dat een abso-
in een woonomgeving onvoldoende risicore-
luut veilige leefomgeving niet bestaat en er altijd
ductie.
restrisico’s blijven bestaan.
T IP Indien u de regionale brandweer in een zo
TRUC Werk bij complexe situaties meerdere sce-
vroeg mogelijk stadium betrekt bij de nieuwe ont-
nario’s uit (of laat dit doen). Door de risicoreductie
wikkelingen, heeft het vinden van risicoreducerende
in de verschillende scenario’s af te zetten tegen de
maatregelen een grotere kans van slagen.
extra kosten, wordt de keuze voor bepaalde maatregelen vereenvoudigd.
4.4.2 Casus transport Risicoreducerende maatregelen zijn zowel maatregelen die de kans op een ramp verkleinen (bronmaatregelen) als maatregelen
4.5 Deelstap d: Effect op de fN-curve
die het effect verkleinen (effectmaatregelen). Bronmaatregelen hebben de voorkeur boven
In deze deelstap worden de risicoreducerende
effectgerichte maatregelen.
maatregelen meegenomen in de fN-curve. Het effect van de risicoreducerende maatre-
In deze casus heeft de gemeente weinig
gelen is te bepalen door deze te vergelijken
invloed op de risicobron, het vervoer van
met de uitgangssituatie.
gevaarlijke stoffen. In de QRA zijn 14 maatregelvarianten meegenomen. Deze maatregelen
T IP Soms is het niet mogelijk om het effect van
variëren van snelheidsaanpassingen op het
risicoreducerende maatregelen met een rekenmodel
spoor, verlaging van het aantal transportbe-
inzichtelijk te maken. Bijvoorbeeld omdat er geen
wegingen tot het inrichtingen van de open-
ervaringsgegevens van die maatregel bekend zijn.
baar vervoerterminal. Hierdoor is een snelle
In dergelijke situaties kunt u contact opnemen met
ontruiming mogelijk en kan de brandweer
de VROM-inspectie en het RIVM om een correctiefac-
het spoorgebied optimaal bereiken. Veel
tor op de faalkans vast te stellen.
maatregelen komen voort uit de Integrale ketenstudies. De meest ingrijpende ‘maat-
27
de verant woordingsplicht in de praktijk
4.5.1 Casus milieuvergunning
4.6.1 Casus milieuvergunning
In deze casus is het niet mogelijk om risicore-
Omdat geen risicoreducerende maatregelen
ducerende maatregelen toe te passen. De fN-
mogelijk zijn, is het niet nodig een nieuw
curve is daarom niet opnieuw berekend.
kwalitatief oordeel te vellen over de aanvaardbaarheid.
4.5.2 Casus transport De maatregelenvarianten zijn in de QRA´s
4.6.2 Casus transport
doorgerekend. De fN-curve komt in het opti-
In het bestemmingsplan zijn diverse risico-
male maatregelenpakket uit op de oriëntatie-
reducerende maatregelen opgenomen. Door
waarde. De fN-curve daalt dan ten opzichte
het treffen van deze maatregelen (vooral
van de huidige situatie.
rondom de OV-terminal) en de toekomstige
figuur 3 fn-curve frequentie 1.0E-03 1.0E-04 1.0E-05 1.0E-06 oriënterende waarde hoge snelheid lage snelheid lage snelheid tussen 24.00 en 6.00 rest hoge snelheid
1.0E-07 1.0E-08 1.0E-09 1.0E-10 1
10
100
1.000
10.000
aantal slachtoffers
4.6 Deelstap e: effect op de aanvaardbaarheid
vermindering van het aantal transportbewegingen met gevaarlijke stoffen wordt het uiteindelijke GR aanvaardbaar geacht.
In deze deelstap worden de zes eerder beoordeelde aspecten opnieuw beoordeeld. De wijzigingen in de beoordeling moeten goed worden gemotiveerd. Ook in deze stap
4.7 Deelstap f: confrontatie fN-curve en aanvaardbaarheidscriteria
moet een kwalitatief totaaloordeel worden gemaakt.
In deze deelstap wordt beoordeeld of de toename van het GR aanvaardbaar is. Kort
T IP Het nemen van risicoreducerende maatregelen
gezegd: zet de mate van toename af tegen de
kost tijd. Deze tijd kan ook in de beoordeling van
aanvaardbaarheidscriteria van deelstap b en e.
de aanvaardbaarheid worden meegenomen.
28
4.7.1 Casus milieuvergunning
4.7.2 Casus transport
Het GR neemt toe door de komst van een
Het GR in de casus zal op termijn dalen naar
vulpunt en opslagtank voor LPG. Dit GR is
de oriëntatiewaarde. In het voorontwerpbe-
gelet op de aanvaardbaarheidscriteria niet
stemmingsplan zijn veiligheidsverhogende
wenselijk.
maatregelen. Op basis hiervan wordt het GR in deze situatie door het gemeentebestuur
totale kwalitatieve beoordeling lpg-tankstation casus aspecten
kwalitatief oordeel
A
ligging GR tov oriëntatiewaarde
++
B
toename van GR tov nulsituatie
-
C
mogelijkheden van zelfredzaamheid
+/-
d
mogelijkheden van de hulpverlening
-
nut en noodzaak van de ontwikkeling
--
F
tijdsaspect
+/-
G
ontwrichting economie/ samenleving
--
H
handhaafbaarheid
+
I J
E
aanvaardbaar gevonden.
totale kwalitatieve beoordeling ontwikkeling in spoorgebied aspecten
kwalitatief oordeel
A
ligging GR tov oriëntatiewaarde
+/-
B
toename van GR tov nulsituatie
+
C
mogelijkheden van zelfredzaamheid
+
D
mogelijkheden van de hulpverlening
+
E
nut en noodzaak van de ontwikkeling
+
F
tijdsaspect
+
potentiële gewonden
G
ontwrichting economie/ samenleving
uitgestelde slachtoffers
H
handhaafbaarheid
I
potentiële gewonden
J
uitgestelde slachtoffers
+
T IP In het Bevi wordt het GR niet expliciet als weigeringsgrond genoemd. Een milieubeheervergunning kunt u wel weigeren op grond van artikel 8.8 van de Wet milieubeheer. Hierin staat namelijk dat een vergunning “in het belang van het milieu” geweigerd kan worden. In de Handreiking is aangehaald, dat het aan het bevoegd is gezag “om ‘maat’ te geven aan een passend beschermingsniveau, afgestemd op de lokale situatie.” Voor de omgang met het GR wordt dit gemotiveerd door middel van de verantwoordingsplicht.
29
de verant woordingsplicht in de praktijk
5 5.1
s t a p 3 d e v e r a n t w o o r d i n g
Verantwoording
van onvoldoende betrokkenheid van direct betrokkenen voor de verbetering van de
Het directe oordeel (stap 1) of het nader
veiligheidssituatie. Verder is het begrip GR
onderzoek (stap 2) levert een beeld op van het
te technocratisch en lastig te begrijpen;
GR waar-over het college van burgemeester
• Het GR geeft geen compleet beeld van de
en wethouders of gedeputeerde staten keu-
gevolgen omdat er alleen gekeken wordt
zes moet maken. Een verantwoording van
naar dodelijke effecten (beperkt gedefini-
de bestuurlijke keuzes wordt in een veiligheidsparagraaf van een bestemmingsplan of
eerd); • Het toepassen van één vaste oriëntatie-
milieubeheervergunning opgenomen.
waarde kan ertoe leiden dat opvulling van het risico tot de oriëntatiewaarde accepta-
In de Handreiking wordt onderscheid
bel wordt gevonden in de ene situatie. In
gemaakt tussen een direct oordeel en een
een andere situatie echter zou het onmo-
oordeel dat uit het nader onderzoek volgt.
gelijk zijn (en daarmee onaanvaardbaar)
Beide moeten worden verantwoord en in
om aan de norm te voldoen.
beide gevallen moet de regionale brandweer in de gelegenheid worden gesteld om advies
Deze bevindingen hebben ertoe geleid dat
uit te brengen.
in het Bevi (maar ook in de ‘Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stof-
Tijdens de uitwerking van de casussen zijn
fen’ en straks de circulaire buisleidingen) de
enkele vraagstukken naar voren gekomen.
oriëntatiewaarde niet als wettelijke norm is
Deze vraagstukken worden in de volgende
opgenomen. Daarentegen heeft het bevoegd
paragrafen behandeld. Daarnaast worden tips
gezag een nieuwe beoordelingsvrijheid
en trucs gegeven om de bestuurlijke verant-
gekregen in de vorm van een plicht om het
woording en het schrijven van de veiligheids-
GR te verantwoorden. In deze verantwoording
paragraaf te vereenvoudigen.
vormt de hoogte van het GR een ijkpunt. In het Bevi wordt de vergelijking gemaakt met een “piketpaaltje”7.
5.2 De waarde van het groepsrisico T IP Focus niet te veel op de hoogte van het GR Voor de komst van het Bevi werd de oriënta-
en de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde zegt
tiewaarde van het GR gehanteerd als (niet-
niets over de bestuurlijke aanvaardbaarheid van
wettelijke) harde norm. De wetgever had
een ontwikkeling. Dit laatste is juist de kern van
de oriëntatiewaarde als wettelijke norm in
de verantwoordingsplicht.
het Bevi kunnen opnemen, maar heeft dit bewust niet gedaan. Uit een studie van het
In deze benadering van het GR biedt de
Ministerie VROM6 naar de manier waarop
oriëntatiewaarde weinig houvast. Voor het
het GR werd gehanteerd blijkt dat de gehan-
bevoegd gezag ligt de uitdaging om de veilig-
teerde benadering van het GR niet goed func-
heidssituatie in een breed kader te beoorde-
tioneerde. Oorzaken waren:
len en bestuurlijke af te wegen. Vragen als:
• Er is een kloof tussen het instrument fN-
hoe is het momenteel gesteld met de veilig-
curve en de werkelijkheid. Zo is er sprake
heid en welke maatregelen dragen bij aan de
Ministerie VROM, GR als bouwsteen voor veiligheidsbeleid, 8 september 2003; Bevi toelichting pagina 47;
6 7
30
optimalisatie van de veiligheid spelen bij het
Artikel 13 lid 3 van het Bevi (artikel 12 lid 3
nader onderzoek en overleg met de brand-
heeft eenzelfde inhoud):
weer en betrokken partijen een rol.
“Voorafgaand aan vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid stelt het bevoegd gezag,
T IP Realiseert u zich dat de hoogte van het GR
bedoeld in het eerste lid, het bestuur van de regi-
weinig zegt over de veiligheidssituatie. Het is beter
onale brandweer in wier gebied de inrichting ligt
de aandacht tijdens het nader onderzoek te richten
waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegen-
op de mogelijkheden om de veiligheid te verbeteren.
heid advies uit te brengen over het GR en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en
T RUC : De GRverantwoording bestaat uit
beperking van de omvang van een ramp of zwaar
meerdere elementen en uit nog veel meer argu-
ongeval”.
menten. Houd de verschillende elementen van de
De regionale brandweer heeft in het Bevi een
verantwoordingsplicht en de beoordelingscriteria
afzonderlijke, wettelijke adviestaak gekre-
overzichtelijk. Een hulpmiddel hiervoor is de multi-
gen. De regionale brandweer is daarmee als
criteria-analysetabel.
extern adviseur aangewezen. De specifieke deskundigheid van de regionale brandweer
T IP gebruik de checklist in hoofdstuk 8 van de
ligt op het gebied van fysieke veiligheids-
Handreiking als hulpmiddel.
risico’s en de coördinatie in de rampenbestrijding. De lokale brandweer maakt deel uit van de gemeentelijke organisatie en moet als
5.3 Het brandweeradvies
interne adviseur worden gerekend. De lokale brandweer is primair verantwoordelijk voor
5.3.1 Algemeen
de advisering betreffende brandpreventie
In de pilots is gebleken dat het nieuwe brand-
bij bouwwerken in milieu- en bouwvergun-
weeradvies in het kader van het Bevi veel
ningen. In de meeste gemeenten zijn proce-
vragen oproept. Dit nieuwe brandweeradvies
durele afspraken gemaakt met de lokale
betekent dat u vaker dan voorheen te maken
brandweer omtrent de advisering hierbij.
krijgt met de regionale brandweer. Hierna wordt beschreven hoe de adviesrol van de
T IP Alleen wanneer u het GR moet verantwoorden
brandweer tot op heden vorm heeft gekregen,
bent u het verplicht om de regionale brandweer
welke zaken u rondom deze veranderde advi-
advies te vragen. Deze verantwoordingsplicht geldt
sering kunt verwachten en hoe u om dient te
echter zowel bij een uitgebreide verantwoording als
gaan met dit nieuwe brandweeradvies.
wanneer er een direct oordeel wordt geveld.
5.3.2 Aanleiding brandweeradvies
T IP Vraag de lokale brandweeradviseur overeen-
In artikelen 12 en 13 van het Bevi is de
komstig de (bestaande) ‘interne’ afspraken om een
verplichting opgenomen om de regionale
advies voor de brandpreventie. Doe dit ook wan-
brandweer om advies te vragen bij de verant-
neer de regionale brandweer om advies gevraagd
woordingsplicht van het GR. In het Bevi is dit
moet worden ten aanzien van het GR.
als volgt geformuleerd: Omdat in dit verslag de advisering rondom het GR aan de orde is, wordt uitsluitend ingegaan op de adviesrol van de regionale brandweer (hierna: de brandweer).
31
de verant woordingsplicht in de praktijk
5.3.3 Inhoud brandweeradvies
• Daarnaast adviseert de brandweer over
In het Bevi wordt globaal vermeld waar het
risicoreducerende maatregelen. De selectie
brandweeradvies betrekking op moet hebben.
van de maatregelen is relevant voor het te
Verdere afbakening en invulling heeft plaats-
nemen besluit. Veel maatregelen kunnen
gevonden in ondermeer het project AMvB05
niet in een milieuvergunning of bestem-
in het kader van het provinciebrede program-
mingsplan kunnen worden opgenomen
ma “Brabant Veiliger” en de handreiking
omdat de bevoegdheden van het bevoegd
‘Preadvies Externe Veiligheid en Brandweer’ van de NVBR.
gezag in deze besluiten is beperkt. 2. Er ontstaat snel verwarring over de defi-
Het brandweeradvies wordt opgebouwd vol-
nities van begrippen tussen de brandweer
gens de stappen in de veiligheidsketen. Dit
en het bevoegd gezag. Begrippen zoals
wil zeggen dat het advies ingaat op alle fasen
invloedsgebied en effectgebied worden in
van de veiligheidsketen.
het overleg met de brandweer, de adviezen
De volgende elementen komen in het brand-
of zelfs de verantwoordingsparagraaf mak-
weeradvies aan bod:
kelijk door elkaar gebruikt.
• PR en hoogte GR;
3. De brandweer hanteert in haar adviezen een
• Bepaling van scenario’s;
effectbenadering terwijl het bevoegd gezag
• Bepaling van effecten;
in haar besluiten uit dient te gaan van een
• Risicoreducerende maatregelen;
risicobenadering. Deze risicobenadering
• Zelfredzaamheid;
komt voort uit het Bevi waarin de normen
• Restrisico.
gebaseerd zijn op de jaarlijkse kans op een bepaald gevolg. De brandweer gaat bij een
In de praktijk blijkt dat het advies van de
effectbenadering uit van het ‘worst-case’
brandweer niet altijd aansluit op de ver-
scenario om zodoende inzicht te krijgen in
wachtingen van medewerkers van de afde-
de eventuele gevolgen van een ramp en de
lingen RO of milieu van het bevoegd gezag.
benodigde hulpverleningscapaciteit. In dit
Dit ondanks een betere afbakening van het
scenario wordt geen rekening gehouden met
brandweeradvies. Voorbeelden zijn:
de kans dat een calamiteit optreedt10.
1. Het brandweeradvies heeft betrekking
4. De brandweer heeft niet de bevoegdheid
op zaken die buiten het bereik van een
gekregen om over de aanvaardbaarheid
milieuvergunning of ruimtelijk besluit
van het GR te oordelen maar mag wel een
liggen:
waardeoordeel geven over de hulpverle-
• Zo beperkt de verantwoordingsplicht GR
ningscapaciteit ten tijde van een ramp. In
zich primair tot het invloedsgebied van
de praktijk leidt dit vaak tot een ‘negatief’
een risicovolle activiteit of inrichting. De
advies van de brandweer, ook wanneer het
scope van het brandweeradvies is uitge-
oordeel van het bestuur dat een besluit
breid met het (veel grotere) gebied waar-
moet nemen positief is over de ontwikke-
binnen gewonden kunnen vallen .
ling van het GR.
8
9
8 Dit gebied is het gebied waarbinnen minimaal 1% van de aanwezigen personen komt te overlijden bij een calamiteit (bij LPG-tankstations is dit 100% van de aanwezige personen). 9 In het project Adviestaak regionale brandweer, is uitgesproken dat de brandweeradviezen die betrekking hebben op maatregelen zich beperken tot maatregelen in het invloedsgebied; 10 Bij de uiteindelijke advisering kan het worst-case scenario worden genuanceerd door de waarschijnlijkheid mee te nemen en de effecten van risicoreducerende maatregelen. Adviestaak regionale brandweer pagina 23.
32
5. De brandweer vraagt het bevoegd gezag om informatie over het bedrijf dat niet in
nuancering kan dit tot een sterk negatief beeld bij de lezer leiden.
de vergunningaanvraag is opgenomen. T IP Controleer altijd de uitgangspunten van het T IP Let op het gebruik van definities en begrippen,
brandweeradvies en kijk of u het advies begrijpt
zowel bij de brandweer als bij uzelf. Verduide-lijk
en het goed geformuleerd en onderbouwd is. Mocht
zonodig samen met de brandweer de begrippen
hiervan geen sprake zijn, neem dan contact op met
waarnaar wordt verwezen in uw besluit en in het
de brandweer.
brandweeradvies. Het bevoegd gezag heeft ook een verantwoorT IP Gebruik het overleg met de brandweer om
delijkheid met betrekking tot de inhoud van
erachter te komen welke informatie zij nodig
het advies. Artikel 3:9 van de Awb stelt dat
heb-ben om tot een advies te komen. In het kader
een advies pas aan een besluit ten grondslag
van het project Adviesrol van de brandweer zijn
mag worden gelegd nadat het bestuurs-
bruikbare checklisten ontwikkeld die bij de ontvan-
orgaan zich ervan heeft vergewist dat het
kelijkheidbeoordeling van een milieuvergun-ning-
daarvoor verrichte onderzoek op zorgvuldige
aanvraag kunnen worden gebruikt.
wijze heeft plaatsgevonden. Bij twijfel over de juistheid van een advies of de deskundigheid
5.3.4 Wettelijke eisen aan het hanteren van adviezen
van een adviseur dient eerst terugkoppeling
Om te bepalen hoe u om kunt gaan met
nadere advies te worden gevraagd (ABRS 14
bovenstaande zaken in het brandweeradvies,
april 1989 (AB 1990, 73)).
is gekeken naar de wettelijke bepalingen ten
Deze ‘vergewisverplichting’ houdt ook in dat
aanzien van het hanteren van adviezen.
het bevoegd gezag moet kunnen beoordelen
Een belangrijk uitgangspunt bij het hanteren
of het advies op juiste feiten is gebaseerd
naar de adviseur plaats te vinden en om
van wettelijke adviezen is het zorgvuldigheids-
(ABRS 11 december 2002 (JB 2003, 37). Dit kan
beginsel. Dit is geregeld in afdeling 3:2 en 3:46
uiteraard alleen wanneer het advies voldoen-
e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
de onderbouwd is.
In het kader van zorgvuldig handelen is het in ieder geval noodzakelijk om een samenvat-
T IP Vraag (gemotiveerd) de brandweer om aanvul-
ting van het advies in het besluit op te nemen.
ling van het advies wanneer het brandweeradvies
Dit samen met een reactie van het bevoegd
onvoldoende onderbouwd is of er twijfels zijn aan
gezag. Indien de motivering van het advies
de juistheid ervan.
voldoende is, hoeft het brandweeradvies niet ter inzage worden gelegd.
In artikel 3:50 Awb is de verplichting voor het
U kunt ervoor kiezen om het hele advies als
bevoegd gezag opgenomen om het afwijken
bijlage bij het besluit te voegen. Dan dient in
van wettelijke adviezen te motiveren. Het
het besluit een verwijzing te worden opgeno-
afwijken van een advies wordt moeilijker
men naar de bijlage alsmede een reactie op
indien het advies als deskundigenadvies
die bijlage. Dit verkort de motivering van het
moet worden aangemerkt. Naarmate de des-
besluit. Een nadeel hiervan is dat het brand-
kundigheid specifieker is kan het bevoegd
weeradvies de maximale gevolgen van een
gezag het advies inhoudelijk waarschijnlijk
ramp expliciet beschrijft. Zonder een goede
minder goed beoordelen.
33
de verant woordingsplicht in de praktijk
Ondanks het feit dat de brandweer natuurlijk
T IP Geef in de overwegingen van een besluit de
specifieke deskundigheid heeft op het terrein
bevoegdheidsverdeling van de brandweer en het
van externe veiligheid, is een zekere des-
bevoegd gezag aan;
kundigheid ook wel degelijk bij het bevoegd gezag aanwezig. Dit versoepelt de motive-
5.3.5 Procedure
ringsplicht bij het afwijken van het advies
Milieubeheervergunning
enigszins. Wel moet in verband met het zorg-
De ontwerpbeschikking is het eerste docu-
vuldigheidsbeginsel worden aangetoond op
ment dat ter inzage wordt gelegd. Hier wordt
welke gronden en met welke deskundigheid
een ieder in staat gesteld om zienswijzen in
de gemeente van het advies afwijkt.
te dienen. Tevens is dit het moment dat wettelijke adviseurs, waar-onder de brandweer,
Een beroep op de eigen deskundigheid kan
hun zegje mogen doen.
zich ook voordoen wanneer de regionale
Het advies van de regionale brandweer
brandweer wel verzocht is, maar géén advies
maakt onderdeel uit van de motivering
uitbrengt ten aanzien van het GR. Deze
van het besluit (zoals bijvoorbeeld de zelf-
situatie komt momenteel geregeld voor bij
redzaamheid). Daarom is het noodzakelijk
een aantal regionale brandweerkorpsen die
dat de brandweer een preadvies uitbrengt.
onvoldoende capaciteit hebben de adviesver-
Informatie uit dit preadvies kan zo worden
zoeken op grond van het Bevi te verwerken.
verwerkt in het ontwerpbesluit van het
Het bevoegd gezag zal dan zelf een complete
bevoegd gezag.
beoordeling van het GR moeten uitvoeren (waaronder de rampenbestrijdingsmogelijk-
T IP Vraag daarbij aan de brandweer welke vei-
heden en zelfredzaamheid).
ligheidsaspecten momenteel en met de (globale) ontwikkelingen in het vooruitzicht voor verbetering
T IP Neem bij complexe situaties) zo vroeg mogelijk
vatbaar zijn. Dit voorkomt het te laat informeren
contact op met de regionale brandweer om afspra-
van de brandweer bij ontwikkelingen en signaleert
ken te maken over de procedure en adviestermijn.
mogelijke veiligheidsknelpunten van een besluit in een vroegtijdig stadium.
T IP Bij het uitblijven van een advies kan (wanneer het advies noodzakelijk is voor de besluitvorming)
T IP Stel een volledig informatiepakket samen voor
de lokale brandweer en eventueel brandtechnische
de brandweer waarmee u hen in staat stelt om snel
adviesbureaus worden verzocht om advies uit te
en efficiënt advies te geven. Let er bij de ontvan-
brengen t.a.v. het GR. Vergewis u dat deze instan-
kelijkheidbeoordeling van een milieuvergunning-
ties voldoende deskundigheid hebben om hierover
aanvraag op dat de specifieke informatie die de
te adviseren.
brandweer nodig voor haar advies, in de aan-vraag wordt vermeld.
Belangrijk is het om te signaleren dat de brandweer adviseert over enkele aspecten die
Bestemmingsplan
bij de besluitvorming door het bevoegd gezag
Ook de regionale brandweer moet in de
moeten worden betrokken. Naast het aspect
gelegenheid worden gesteld om advies uit te
waarover de brandweer adviseert, zijn er
brengen. Dit in het kader van het door het
nog andere aspecten die in het kader van de
Besluit ruimtelijke ordening voorgeschreven
verantwoordingsplicht in het besluit moeten
vooroverleg. Het vooroverleg vindt plaats
worden vermeld.
voordat het voorontwerp bestemmingsplan
34
ter inzage wordt gelegd. Het brandweer-
Het GR is een complex en moeilijk communi-
advies kan dus hierin worden verwerkt.
ceerbaar begrip. De kennis hierover is slechts bij enkele ambtenaren van het bevoegd gezag
De gegevens ter onderbouwing van het
aanwezig. Deze ambtenaren (waaronder
besluit (zoals de mogelijkheden tot voorbe-
mogelijk u zelf) bereiden de uiteindelijke
reiding van bestrijding en beperking van
bestuursbeslissing voor en kunnen het
de omvang van een ramp of zwaar ongeval)
besluit van het bestuur sterk beïnvloeden.
zullen echter al eerder aan de orde komen.
Door onduidelijkheid in definities (wat is GR,
Namelijk bij het verzamelen van de relevante
invloedsgebied, effectgebied etc) ontstaat er
feiten ten behoeve van de advisering aan het
snel spraakverwarring. Daarnaast kan door
bestuur. Gelet op het verdere proces lijkt het
het (al dan niet bewust) weglaten van argu-
logisch om in deze fase te beschikken over
menten een keuze sterk worden gestuurd.
een preadvies van de brandweer.
Om een goede bestuurlijke afweging te maken moet het bestuur het begrip GR
In het geval van een verzoek om vrijstelling
begrijpen. Bovendien moeten zij alle rele-
zal de raad en/of het college van B&W een
vante argumenten en beoordelingscriteria op
principebesluit moeten nemen over de vraag
een zorgvuldige wijze aangeboden krijgen.
of toepassing wordt gegeven aan art. 19a,
Een voorstel voor een besluit, waarin beknopt
vierde lid WRO (voor-bereiding van besluit
de situatie beschreven wordt en de argu-
omtrent vrijstelling). Op dit moment moe-
menten worden gepresenteerd, voldoet niet
ten alle relevante gegevens zoals genoemd
altijd aan deze eisen. Het verdient veelal de
in artikel 13 van het Bevi bekend zijn. Een
aanbeveling om het bestuur tijdens het pro-
preadvies van de brandweer kan dan als on-
ces (resultaten QRA, brandweeradvies etc.) te
derbouwing van het besluit dienen. Nadat
informeren en het besluit met de portefeuil-
dit beginselbesluit is genomen, wordt de
lehouder voor te bespreken. In het gesprek
aanvraag ter inzage gelegd. Dit is wellicht het
kunt u tevens beoordelen of het bestuur vol-
moment waarop formeel het advies van de
doende informatie heeft om op goede gron-
brandweer wordt gevraagd .
den een afweging te maken.
11
Het bestuur dient besluitvorming zorgvuldig
5.4 De bestuurlijke afweging
voor te bereiden en willekeur in besluitvorming zoveel mogelijk te vermijden. Om
In de toelichting bij het Bevi12 wordt vermeld
ad-hoc beslissingen ten aanzien van het GR
dat ‘bij de beoordeling van risico’s onder
te voorkomen, is het aan te bevelen een struc-
andere de vraag aan de orde is welke omvang
tuurvisie externe veiligheid op te stellen en
van een ramp, gegeven de kans daarop, aan-
deze door het bestuur te laten accorderen.
vaardbaar is’. Het gaat daarbij uiteindelijk
In deze structuurvisie kunnen bijvoorbeeld
om een politieke afweging van de risico’s
(gebiedsgerichte) beoordelingscriteria en pro-
tegen de maatschappelijke baten en kosten
cedurele afspraken worden vastgelegd.
van een risicovolle activiteit. De aanvaarbaar-
Een speciaal aandachtspunt is de besluit-
heid van het GR is een bestuurlijke keuze.
vorming bij de Provincie. De provincie is
Hetzelfde moment (ter inzage legging tijdens voorbereidingsprocedure) als bij de beslissing op een aanvraag om een milieuvergunning. Besluit externe veiligheid inrichtingen, 27 mei 2004, toelichting pagina 72;
11
12
35
de verant woordingsplicht in de praktijk
bevoegd gezag voor veel inrichtingen waarbij het GR relevant is. Hierdoor is het GR in veel
5.5 Risicocommunicatie in de veiligheidsparagraaf
gevallen een hamerstuk. Dit lijkt in strijd met het Bevi waarin is bepaald dat de aan-
Door de motivatie van het GR in een besluit
vaardbaarheid van het GR een bestuurlijke
op te nemen legt het bestuur verantwoording
afweging is.
af aan burgers en bedrijven. Aangezien deze
Wanneer het provinciaal bestuur een besluit
besluiten openbaar zijn is het noodzakelijk
over het GR van een inrichting neemt, heeft
om na te gaan hoe met name burgers reage-
dit directe gevolgen voor de inwoners van
ren op informatie over risico’s in hun leef-
een gemeente. Het gemeentebestuur is in
omgeving. In de werkgroep is gediscussieerd
dat geval niet bevoegd om over de aanvaard-
over de vraag hoe je burgers het beste inzicht
baarheid van GR een besluit te nemen. Zij is
kan geven over de veelal ernstige gevolgen
wel verantwoordelijk voor het waarborgen
van een ramp. Over dit onderwerp handelt
van een bepaalde mate van veiligheid in de
risicocommunicatie.
gemeente. Dit pleit voor een nauwe samenwerking tussen de provincie en de gemeente
Risicocommunicatie is het informeren van
in de voorbereiding van een besluit.
betrokkenen over de mogelijke gevolgen voordat een ramp of ongeval zich voordoet.
T IP Overleg in een vroegtijdig stadium tussen
Eén van de doelen van risicocommunicatie
gemeente en provincie is belangrijk wanneer de
is burgers kennis en bewustwording bijbren-
provincie een milieuvergunning afgeeft die waarin
gen zodat ze adequaat kunnen reageren op
veiligheidsrisico’s voor omwonenden worden geno-
crisissituaties. Door te beseffen dat de leef-
men.
omgeving niet vrij van risico’s is, kan een subjectief gevoel van onveiligheid bestaan.
Het gemeentebestuur heeft een geheel eigen
Niet de zeer kleine kans op een risico maar
verantwoordelijkheid en mag, als zij zich niet
de mogelijkheid dat een ramp zich kan voor-
kan verenigen me de keuze van het provinci-
doen staat dan voorop. Dit subjectieve gevoel
aal bestuur, bezwaar en beroep aantekenen
kan worden versterkt door recente (met de
tegen het (ont-werp)besluit.
ramp te vergelijken) gebeurtenissen. Onderzoek heeft uitgewezen dat burgers
T IP Zorg ervoor dat uw gemeentebestuur geïn-
behoefte hebben aan volledige en objec-
formeerd wordt over de keuzes die het provinciaal
tieve informatie. Dit impliceert dat in een
bestuur maakt ten aanzien van het GR.
risicoparagraaf uitgelegd moet worden dat bij een ernstige ramp vele tientallen doden
T IP Het Bevi legt veel verantwoordelijkheid bij het
en gewonden kunnen vallen. Een dergelijke
bestuur: het bestuur verantwoordt het GR. In veel
uitleg zegt meer dan een verwijzing naar de
provincies zijn vergunningen echter een hamerstuk.
lastig communiceerbare begrippen GR en
Leg daarom in een structuurvisie externe veiligheid
oriëntatiewaarde.
vast bij welke over- of onderschrijding van het GR
In de projectgroep bestaat het besef dat het
het bestuur daadwerkelijk stilstaat bij het besluit
wenselijk is om op deze manier over effecten
en hier een weloverwogen besluit neemt.
te praten. Aan de andere kant bestaat er een grote drempel om de gevolgen van een ramp
36
expliciet in de motivering van een besluit te
T IP Een goede communicatie over risico’s tussen
vermelden omdat dit bij groepen burgers het
de gemeente, provincie en burgers is zeer belang-
subjectieve gevoel van onveiligheid versterkt.
rijk. De Handreiking risicocommunicatie biedt een
Het gevaar bestaat dat de angst bij groepen
helpende hand bij het betrekken van omwonenden
burgers zo groot wordt dat zij niet meer open
en instanties.
staan voor nuanceringen.
Deze Handreiking is te vinden op: www.rampenbeheersing.nl
In de risicoparagraaf moet het duidelijk
of op de website van Slagen voor veiligheid:
worden gemaakt dat geen enkele activiteit
www.slagenvoorveiligheid.nl
risicovrij is. De burgers moeten beseffen dat veiligheidsrisico’s (zeker in een stedelijke omgeving) bij de huidige manier van leven horen. Door het onderwerp breed te benaderen (dus zowel de effecten als de risicoreducerende maatregelen) met een duidelijke toelichting op de kans op effecten, wordt meer recht gedaan aan de wens van de burger voor openheid. Waak echter voor het bagatelliseren of minimaliseren van de gevolgen. T IP Het is belangrijk om in de verantwoording de risico’s te relativeren. Waak ervoor dat de risico’s of gevolgen van een ramp niet gebagatelliseerd of geminimaliseerd worden. Het gevoel van onveiligheid neemt af wanneer burgers een handelingsperspectief hebben. Alhoewel in de risicoparagraaf geen concrete tips voor burgers thuishoren, is het aan te bevelen te beschrijven hoe burgers over een mogelijke ramp worden geïnformeerd (bijvoorbeeld sirenes) en welke maatregelen worden getroffen om de zelfredzaamheid te vergroten (bijvoorbeeld een goede ontsluiting van een wijk). T IP Benadruk de mogelijkheden waarmee burgers in geval van een calamiteit de zelfredzaamheid kunnen vergroten. Dit verlaagt het gevoel van onveiligheid.
37
de verant woordingsplicht in de praktijk
liter atuurlijst Adviestaak regionale brandweer inzake de Wet milieubeheer/Wet ruimtelijke ordening, oktober 2005, uitgave i.k.v. programma Brabant Veiliger Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi), 27 oktober 2004 Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen, V&W/VROM/BZK, augustus 2004 Groepsrisico als bouwsteen voor veiligheidsbeleid, VROM, september 2003 Handleiding Externe Veiligheid Inrichtingen (Hevi), Infomil, 2004 Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen Handreiking risicocommunicatie, BZK, december 2003 Handreiking Saneringsprogramma externe veiligheid, VROM, maart 2005 Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico (concept), VROM, augustus 2004 Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico supplement LPG, VROM, augustus 2005 Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, aangepaste GR-tabellen, www.groepsrisico.nl Hoofdrapport Ketenstudies Ammoniak, chloor en LPG, VROM, december 2004 Kabinetsstandpunt Ketenstudies Leidraad risicovolle situaties, Overijssel ism Gelderland, VNG en VROM-I, maart 2003 Ontwerp-Registratiebesluit, staatscourant 27 april 2005 Preadvies Externe Veiligheid en Brandweer, NVBR 17 maart 2005 Prognose vervoer gevaarlijke stoffen per spoor, Beleidsvrije marktprognose, ProRail 5 december 2003 Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (Revi), 23 september 2004
Jurisprudentie Groepsrisico Gemeente Loenen, 200506977/2, AB Raad van State, 14 september 2004; Gemeente Rijsbergen, 200400427/1, AB Raad van State, 22 december 2004 Gemeente Spijkenisse, 200506832/1, AB Raad van State, 29 augustus 2005 Gemeente Heerlen, AWB 05 / 1850-1854-1887 WRO VV, 26 oktober 2005
38
b i j l a g e 1 i n d e l i n g e n o b j e c t e n kwetsbare objecten zijn objectsoort
nadere detaillering
woningen
dichtheid minimaal 2 woningen per hectare
gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten
gebouwen waarin zich voornamelijk niet-zelfredzame personen bevinden, bijvoorbeeld ziekenhuizen, bejaardenhuizen, scholen, kinderdagverblijven, dagopvang voor minderjarigen
gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn
bruto vloeroppervlak meer dan 1.500 m2 OF meer dan 50 personen aanwezig bijvoorbeeld kantoorgebouwen of hotels/restaurants, winkelcomplexen met meer dan 5 winkels en een gezamenlijk bruto vloeroppervlak van meer dan 1.000 m2 en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2, voor zover het gaat om supermarkt, hypermarkt of warenhuis.
kampeer- en andere recreatieterreinen
verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen
beperkt kwetsbare objecten zijn objectsoort
nadere detaillering
verspreid liggende woningen van derden
dichtheid maximaal 2 woningen per hectare
dienst- en bedrijfswoningen van derden kantoorgebouwen
bruto vloeroppervlak minder dan 1.500 m2 per object OF aantal aanwezige personen kleiner dan 50
hotels en restaurants
bruto vloeroppervlak minder dan 1.500 m2 per object OF aantal aanwezige personen kleiner dan 50
winkels
complexen waarin minder dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak minder dan 1.000 m2 bedraagt
sporthallen, zwembaden en speeltuinen sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden
bestemd voor verblijf van minder dan 50 personen
bedrijfsgebouwen
kantoorgebouwen voor zover het bruto vloeroppervlak minder dan 1.500 m2 per object OF aantal aanwezige personen kleiner dan 50.
objecten die gelijkgesteld kunnen worden met bovengenoemde objecten
op basis van de gemiddelde tijd per dag dat personen in het object verblijven, het aantal personen dat doorgaans in het object aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval (voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn).
objecten met een hoge infrastructurele waarde
denk bijvoorbeeld aan telefoon- of electriciteitscentrales of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur. Voor zover deze objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval vrij kunnen komen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
39
de verant woordingsplicht in de praktijk
b i j l a g e 2 stroomschema verant woording groepsrisico
Besluit op grond van Wm art. 8.1 lid 1a, 1b, 8.4
nee
Nadelige gevolgen voor de PR (Bij oprichtings vergunning GR relevant)
nee
ja
geen verant woording
ja
nee
ja
nee
direct uitgebreide
40
verant woording
nee
Maakt het besluit bouw of vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk
ja
oordeel
ja
Binnen invloedsgebied van een Bevi-inrichting, hogedrukaardgasleiding of transportas
ja
nee
Marginale gevolgen
Besluit op grond van WRO art. 10, 11.1, 15.1, 17.1, 19.1 t/m 19,3, 39b, 40.1 en Woningwet art 11
ja
nee
Marginale gevolgen
afkortingenlijst
Bevi
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen
BLEVE
Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion
GR
Groepsrisico
Hevi
Handleiding Externe Veiligheid Inrichtingen
PR
Plaatsgebonden risico
Revi
Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen
QRA
Kwantitatieve Risico Analyse
WM
Wet milieubeheer
WRO
Wet Ruimtelijke Ordening
41
de verant woordingsplicht in de praktijk
colofon Eindredactie Vincent van Erp, Gretha Brakel Fotografie Vincent van Erp Ontwerp en DTP ter Haar Romeny & Ketel, Nijmegen Deze uitgave is gerealiseerd in het kader van het provinciale programma ‘Brabant Veiliger’.
projectgroep Vincent van Erp (RMB) projectleider Arjan Straathof (Gemeente Oss) Gretha Brakel (Provincie Noord-Brabant), redactie Harry Killaars (Regionale Brandweer Midden- en West-Brabant) Ignace Cichy (SRE) Jeanette van Dijken (gemeente Heusden) John Bakker (gemeente Breda) Joop de Kort (RMB) Kees Aarts (RMD) Scato Molkenboer (gemeente Uden)
met dank aan Bas Dikmans (Provincie Noord-Brabant) Chris Vleer (gemeente Tilburg) Dènes Jansen (RMB) Dina Bloutis Gemeente Breda Frank Peperrak (RMB) Heidy Heuvelsland (RMB) Jeroen Eskens (Adviesbureau Oranjewoud) Johan Merkx (RMD) Joop Verheijen (gemeente Zundert) Hans van Vastenhoven (Provincie Noord-Brabant)
42
43
RMB Gildekamp 8 | Postbus 88 | 5430 AB Cuijk T (0485) 33 83 00 | F (0485) 33 83 09 E
[email protected] | I www.rmb.nl