Wegwijs in de Vennootschapsbelasting
Prof.dr. J.N. Bouwman
Twaalfde druk
Sdu Uitgevers Den Haag
Inhoudsopgave
Voorwoord bij de twaalfde druk / V Lijst van g e b r u i k t e a f k o r t i n g e n / XXIX 1
De v e n n o o t s c h a p s b e l a s t i n g in Nederland en Europa / 1
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.5
Inleiding/l Lichamen en winst / 1 Het klassieke stelsel / 2 De rechtsgrond van de VPB / 2 Andere stelsels / 3 Inleiding/3 IB-verrekeningsstelsels / 3 VPB-verrekeningsstelsels / 3 Overige stelsels / 4 Europa / 5 Inleiding/5 Positieve integratie (harmonisatie) / 5 Negatieve integratie (discriminatie en belemmering) / 7 Rechtsbronnen van de VPB / 9 De geschiedenis van de Nederlandse VPB /10
2
De subjectieve b e l a s t i n g p l i c h t / 13
Deel A / A l g e m e n e a s p e c t e n van de subjectieve b e l a s t i n g p l i c h t / 14 2A.1 2A.2 2A.2.1 2A.2.2 2A.3 2A.3.1 2A.3.2 2A.3.3 2A.3.3.1 2A.3.3.2 2A.4 2A.4.1 2A.4.2 2A.4.3 2A.4.4
Belastingplicht /14 Lichamen /14 Het begrip lichaam /14 Buitenlandse samenwerkingsverbanden /15 Nederland /17 Inleiding/17 Nederland in Europa /17 De Nederlandse exclusieve economische zone /18 De exclusieve economische zone /18 Heffingsrechten in de Nederlandse exclusieve economische zone /19 De vestigingsplaats van lichamen /19 Inleiding /19 Art. 4AWR/20 Art. 2, lid 4, Wet VPB 1969 / 22 Art. 2, lid 8, Wet VPB 1969 / 24 Inhoudsopgave
VII
Deel B / De subjectieve binnenlandse belastingplicht / 26 2B.1 2B.2 2B.2.1 2B.2.2 2B.3 2B.3.1 2B.3.2 2B.3.2.1 2B.3.2.2 2B.3.2.3 2B.3.2.4 2B.3.2.5
2B.3.9.1 2B.3.9.2 2B.3.9.3 2B.3.10 2B.4 2B.4.1 2B.4.2 2B.4.3 2B.4.4 2B.4.5
Inleiding / 26 Begin en einde van de binnenlandse belastingplicht / 27 Overzicht/27 Voorperiode / 28 De belastingplichtige lichamen / 29 Inleiding / 29 Art. 2, lid 1, onderdeel a, Wet VPB 1969 / 29 Naamloze vennootschappen / 29 Besloten vennootschappen / 30 Open commanditaire vennootschappen / 31 Andere vennootschappen op aandelen / 33 De Europese Vennootschap (SE) en de Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) / 34 Art. 2, lid 1, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 36 Coöperaties / 36 Verenigingen op coöperatieve grondslag / 37 Art. 2, lid 1, onderdeel c, Wet VPB 1969 / 38 Onderlinge waarborgmaatschappijen / 38 Verenigingen werkzaam op onderlinge grondslag / 38 Art. 2, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 39 Art. 2, lid 1, onderdeel e, Wet VPB 1969 / 39 De lichamen / 39 Indien en voor zover zij een onderneming drijven / 41 Ondernemingsvermogen bij aanvang en einde van de belastingplicht / 48 Transparence fiscale / 49 Art. 2, lid 1, onderdeel f/51 Inleiding/51 Art. 2, lid 2 / 51 Art. 2, lid 1, onderdeel g / 53 Inleiding/53 Directe overheidsbedrijven / 53 Indirecte overheidsbedrijven / 54 Vergelijking / 56 Art. 33 Wet VPB 1969 / 56 Het EESV en het wetsvoorstel rechtspersoonlijkheid openbare vennootschappen / 57 Inleiding/57 Het Europees Economisch Samenwerkingsverband / 57 Wetsvoorstel rechtspersoonlijkheid openbare vennootschappen / 58 Art. 2, lid 5, Wet VPB 1969 / 58 Art. 4 Wet VPB 1969 / 59 Inleiding / 59 Een uiterlijk daarmee overeenkomende werkzaamheid / 61 Waarmee in concurrentie wordt getreden / 61 Art. 4, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 63 Amateursportverenigingen / 64
VIII
Inhoudsopgave
2B.3.3 2B.3.3.1 2B.3.3.2 2B.3.4 2B.3.4.1 2B.3.4.2 2B.3.5 2B.3.6 2B.3.6.1 2B.3.6.2 2B.3.6.3 2B.3.6.4 2B.3.7 2B.3.7.1 2B.3.7.2 2B.3.8 2B.3.8.1 2B.3.8.2 2B.3.8.3 2B.3.8.4 2B.3.8.5 2B.3.9
Deel C / De subjectieve b u i t e n l a n d s e b e l a s t i n g p l i c h t / 66 2C.1 2C.2 2C.3 2C.3.1 2C.3.1.1 2C.3.1.2 2C.3.2 2C.3.3 2C.3.4
Inleiding/66 Begin en einde van de subjectieve buitenlandse belastingplicht / 66 Art. 3 Wet VPB 1969 / 67 Art. 3, onderdeel a, Wet VPB 1969 / 67 Rechtspersonen / 67 Verenigingen en andere rechtspersonen / 68 Art. 3, onderdeel b, Wet VPB 1969 / 68 Art. 3, onderdeel c, Wet VPB 1969 / 69 Art. 3, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 70
Deel D / Subjectieve v r i j s t e l l i n g e n / 71 2D.1 2D.2 2D.2.1 2D.2.2 2D.2.2.1 2D.2.2.2 2D.2.2.3 2D.2.2.4 2D.2.3 2D.2.4 2D.2.4.1 2D.2.4.2 2D.2.4.3 2D.2.5 2D.2.6 2D.2.7 2D.3 2D.3.1 2D.3.2 2D.3.2.1 2D.3.2.2 2D.3.2.3 2D.3.2.4 2D.3.3 2D.3.3.1 2D.3.3.2 2D.3.3.3 2D.3.3.4 2D.3.4 2D.4 2D.4.1. 2D.4.2 2D.4.2.1 2D.4.2.2 2D.4.2.3 2D.4.2.4 2D.4.2.5
Subjectieve vrijstellingen / 71 Art. 5 Wet VPB 1969 / 71 Landgoederen / 71 Invaliditeits-, ouderdoms-, weduwen- en wezenpensioenfondsen / 72 Algemeen/72 Inperking subjectieve vrijstelling / 72 Art. 3 Uitv.besl. VPB 1971 / 73 De lichamen / 74 Instellingen van weldadigheid of algemeen nut / 76 Art. 5, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 76 Lichamen werkzaam op het gebied van de landbouw / 76 Lichamen werkzaam op het gebied van de onderlinge schadeverzekering / 77 Lichamen die de verzorging van uitvaarten op zich nemen / 77 Ziekenhuisverplegingsfondsen en ziektekostenverzekeraars / 77 Uitvoerders sociale verzekeringswetten / 77 Openbare leeszalen en bibliotheken / 77 Art. 6 en 9, lid 1, onderdeel h en i. Wet VPB 1969 / 78 Inleiding/78 Art. 6 Wet VPB 1969 / 78 Inleiding/78 Algemeen maatschappelijk belang / 78 Sociaal belang / 79 Bijkomstig streven naar winst / 80 Art. 9, lid 1, onderdelen h en i, Wet VPB 1969 / 80 Inleiding/80 Art. 9, lid 1, onderdeel h, Wet VPB 1969 / 80 Art. 9, lid 1, onderdeel i. Wet VPB 1969 / 82 Cumulatie art. 9, lid 1, onderdelen h en i. Wet VPB 1969 / 83 Voorbeelden / 83 De vrijgestelde beleggingsinstelling / 84 Inleiding/84 Voorwaarden / 84 Inleiding/84 Voorwaarde 1 / 85 Voorwaarde 2 / 86 Voorwaarde 3 / 87 Voorwaarde 4 / 90
Inhoudsopgave
IX
2D.4.2.6 2D.4.2.7 2D.4.3. 2D.4.3.1 2D.4.3.2 2D.4.4 2D.4.4.1 2D.4.4.2 2D.4.4.3 2D.4.4.4 2D.4.4.5 2D.4.5. 2D.4.6.
Voorwaarde 5 / 90 Voorwaarde 6 / 90 Fiscale positie van de VBI / 91 VPB en bronheffingen op door de VBI genoten voordelen / 91 Dividendbelasting en door de VBI uitgekeerd dividend / 91 Fiscale positie van de aandeelhouder in de VBI / 92 Ondernemer/natuurlijk persoon / 92 Aan de VPB onderworpen lichaam / 92 Aanmerkelijkbelanghouder/natuurlijk persoon / 93 Box-3-aandeelhouder / 93 In het buitenland gevestigde aandeelhouders / 93 Aangifteplicht tijdens de VBI-status / 93 Statusverlies (van de VBI) / 93
3
De algemene regels van de winstbepaling bij binnenlandse belastingplichtigen / 95
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.2.1 3.3.2.2 3.3.2.3 3.3.2.4 3.3.2.5 3.3.2.6 3.3.3 3.3.3.1 3.3.3.2 3.3.3.3 3.3.3.4 3.3.4 3.3.4.1 3.3.4.2 3.3.4.3 3.3.4.4 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.2.1 3.4.2.2
Belastbaar bedrag en boekjaar / 95 Belastbaar bedrag / 95 Boekjaar/95 Functionele valuta / 96 Winstberekening voor de VPB / 98 Verwijzing naar de Wet IB 2001 / 98 Jaarwinst / 99 Kapitaalstortingen /100 Inleiding/100 Vormen van kapitaalinbreng /100 Nominaal gestort kapitaal /100 Agio /100 Informeel kapitaal/algemeen /101 Informeel kapitaal/vermogenssfeer /103 Informeel kapitaal/kosten-batensfeer /105 Het moment waarop informeel kapitaal wordt geconstateerd /112 Inbreng van kapitaal bij de oprichting van een bv of nv /114 Algemeen/114 Privaatrechtelijke opmerkingen /114 Fiscaalrechtelijke opmerkingen /115 Realiteit van de kapitaalstorting /119 Kapitaal versus geldlening /120 Rekwalificatie /120 De deelnemerschapslening /122 Bewijslast /124 Onzakelijke geldleningen in de zin van NTFR 2008/902 /125 Onttrekkingen en winstuitdelingen /125 Onttrekkingen versus kosten /125 Onttrekkingen /126 Inleiding /126 Bedrijfsvreemde uitgaven die niet opkomen in de relatie tussen aandeelhouder en vennootschap /127 3.4.3 Winstuitdelingen /129 3.4.3.1 Het begrip winstuitdeling /129 3.4.3.2 Onmiddellijke en middellijke winstuitdelingen /135 Inhoudsopgave
3.4.3.3 3.4.3.4 3.4.3.5 3.4.3.6 3.4.4 3.4.4.1 3.4.4.2 3.4.4.3 3.4.4.4 3.4.5 3.4.6 3.4.7 3.4.8 3.4.8.1 3.4.8.2 3.4.9 3.4.10 3.4.11 3.4.12 3.4.13 3.4.14 3.4.15 3.4.16 3.4.16.1 3.4.16.2 3.4.17 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.2.1 3.5.2.2 3.5.2.3 3.5.2.4 3.5.2.5 3.5.2.6 3.5.2.7 3.5.2.8 3.5.3 3.5.4 3.5.4.1 3.5.4.2 3.5.4.3 3.5.4.4 3.5.4.5 3.5.5 3.5.6 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5
Moment van de winstuitdeling /137 Omvang van de winstuitdeling /139 Terugbetaling van winstuitdelingen /140 Afwaardering van schulden /141 Voorbeelden van winstuitdelingen /143 Inleiding /143 Actueel loon, pensioenen en VUT /143 De aandeelhouder/bewoner /150 Andere voorbeelden van winstuitdelingen /151 Art. 10, lid 1, onderdeel b, Wet VPB 1969 /156 Art. 10, lid 1, onderdeel c, Wet VPB 1969 /156 Art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 /157 Art. 10, lid 1, onderdeel e, Wet VPB 1969 /157 Algemeen /157 Betalingskorting /158 Art. 10, lid 1, onderdeel f, Wet VPB 1969 /158 Art. 10, lid 1, onderdeel g, Wet VPB 1969 /158 Art. 10, lid 1, onderdeel h, Wet VPB 1969 /158 Art. 10, lid 1, onderdeel i, Wet VPB 1969 /159 Art. 10, lid 1, onderdeel j . Wet VPB 1969 /160 Art. 10, lid 1, onderdeel k. Wet VPB 1969 /164 Terugbetaling van kapitaal /164 Inkoop van eigen aandelen /166 Inleiding /166 Art. 10c Wet VPB 1969 /166 Afwaardering op een onzakelijke geldlening /171 Bijzondere regels /173 Inleiding /173 Art. 8 Wet VPB 1969 /173 Inleiding /173 Art. 8, lid 3, Wet VPB 1969 /174 Art. 8, lid 4, Wet VPB 1969 /174 Art. 8, lid 5, Wet VPB 1969 /175 Art. 8, lid 6, Wet VPB 1969 /175 Investeringsaftrek (art. 8, lid 8 tot en met 11, Wet VPB 1969) /177 Art. 8, lid 12 en 13, Wet VPB 1969 /178 Art. 8, lid 15, Wet VPB 1969 /178 Dooruitdelingsfaciliteit (art. 8a Wet VPB 1969) /179 Intercompany pricing (art. 8b Wet VPB 1969) /180 Inleiding /180 Art. 8b Wet VPB 1969 /180 At arm's length-prijsbepaling /186 Voorbeelden /187 Winstverschuivingen /191 Art. 8c Wet VPB 1969 /192 Art. 8d Wet VPB 1969 /193 Art. 9 Wet VPB 1969 /194 Inleiding /194 Art. 9, lid 1, onderdeel a, Wet VPB 1969 /194 Art. 9, lid 1, onderdeel b, Wet VPB 1969 /195 Art. 9, lid 1, onderdeel c, Wet VPB 1969 /196 Art. 9, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 /198
Inhoudsopgave
XI
3.6.6 3.6.7 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3 3.7.3.1 3.7.3.2 3.7.3.3 3.8 3.9 3.9.1 3.9.2 3.9.3
Art. 9, lid 1, onderdeel e, Wet VPB 1969 /199 Art. 9, lid 1, onderdeel f, Wet VPB 1969 / 200 Commissarisbeloning (art. 11 Wet VPB 1969) / 200 Inleiding / 200 De civielrechtelijke positie van de commissaris / 201 Art. 11 Wet VPB 1969/201 De commissaris/aanmerkelijkbelangaandeelhouder / 201 De beloning / 202 Art. 11 Wet VPB 1969 en de deelnemingsvrijstelling / 203 Het herinvesteringsreservelichaam / 204 De herbestedingsreserve / 207 Inleiding / 207 Art. 12 Wet VPB 1969 / 207 Vergelijking art. 9, lid 1, onderdeel h en art. 12 Wet VPB 1969 / 208
4
Renteaftrekbeperkingen / 211
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.2.1 4.2.2.2 4.2.2.3
4.2.2.5 4.2.2.6 4.2.3 4.2.3.1 4.2.3.2 4.2.3.3 4.2.4 4.2.4.1 4.2.4.2 4.2.4.3 4.2.5 4.2.6 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.2.1 4.3.2.2 4.3.2.3 4.3.2.4 4.3.2.5 4.3.2.6 4.3.2.7 4.3.3 4.4 4.4.1
Inleiding/211 Winstdrainage/212 Inleiding/212 Art. 10a, lid 1 en 2, Wet VPB 1969 / 213 Inleiding/213 Rente, kosten, valutaresultaten en schulden / 214 Schulden die rechtens dan wel in feite direct of indirect zijn verschuldigd aan een verbonden partij / 215 Schulden die rechtens dan wel in feite verband houden met één van de rechtshandelingen / 217 De rechtshandelingen / 221 Ontsmetting of besmetting van een lening / 226 De tegenbewijsregeling / 229 Inleiding/229 In overwegende mate zakelijke overwegingen / 229 Compenserende heffing / 236 Verbonden personen / 243 Verbonden lichamen / 243 Verbonden natuurlijke personen / 247 Art. 10a, lid 6, Wet VPB 1969 / 247 Art. 10a, lid 1, Wet VPB 1969 en het Europese recht / 247 De crediteur van een art. lOa-lening / 249 Renteloze of laagrentende concernleningen / 249 Inleiding / 249 Art. 10b, eerste volzin, Wet VPB 1969 / 250 Inleiding / 250 Geldlening / 250 Looptijd / 250 Rechtens dan wel in feite geen vergoeding / 251 Rechtens dan wel in feite een onzakelijk lage vergoeding / 252 Gelieerde partijen / 252 Geen aftrek van vergoedingen en waardemutaties / 252 Art. 10b, tweede volzin, Wet VPB 1969 / 253 Thin capitalisation (onderkapitalisatie) / 254 Inleiding / 254
XII
Inhoudsopgave
4.2.2.4
4.4.2 4.4.2.1 4.4.2.2 4.4.2.3 4.4.3 4.4.3.1 4.4.3.2 4.4.3.3 4.4.3.4 4.4.4 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.3 4.4.5 4.4.6 4.4.6.1 4.4.6.2 4.4.6.3 4.4.7
Toepassingsbereik van art. lOd Wet VPB 1969 / 255 Inleiding / 255 Art. lOd, lid 2, Wet VPB 1969/255 Art. lOd, lid 3, Wet VPB 1969 / 258 De ratio's / 258 Inleiding / 258 Het teveel aan vreemd vermogen volgens de vaste ratio / 259 Het teveel aan vreemd vermogen volgens de concernratio / 264 Bijzonderheden / 270 Omvang aftrekbeperking / 272 Inleiding / 272 Art. 10d, lid 1, Wet VPB 1969 / 272 Art. lOd, lid 3, Wet VPB 1969 / 274 De verhouding met andere wettelijke renteaftrekbeperkingen / 275 Art. lOd Wet VPB 1969 en de vaste inrichting / 275 Inleiding / 275 Art. lOd, lid 9, 10 en 11, Wet VPB 1969 / 276 Nederlandse vaste inrichtingen van buitenlandse belastingplichtigen / 277 De crediteur van een lening in de zin van art. lOd Wet VPB 1969 / 277
5
De i n n o v a t i e b o x en h e t c o ö p e r a t i e r e g i m e / 279
5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.2.1 5.2.2.2 5.2.2.3 5.2.2.4 5.2.2.5 5.2.3 5.2.3.1 5.2.3.2 5.2.3.3 5.2.3.4 5.2.3.5 5.2.3.6 5.2.3.7 5.2.4 5.2.5 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.2.1 5.3.2.2 5.3.2.3 5.3.3 5.3.3.1 5.3.3.2 5.3.3.3
Inleiding / 279 De innovatiebox / 280 Inleiding / 280 Voorwaarden / 281 Voorwaarde 1 / 281 Voorwaarde 2 / 283 Voorwaarde 3 / 284 Voorwaarde 4 / 286 Voorwaarde 5 / 286 De werking van de innovatiebox / 286 De ingroeiregeling / 286 Het vijfde en het zesde lid / 287 Negatieve voordelen / 289 Een voorbeeld / 290 Het begrip 'voortbrengingskosten' / 291 Het verwijderen van een actief uit de innovatiebox / 292 Slot / 292 Bijkomende regels / 293 Overgangsrecht / 293 Het bijzondere regime voor coöperaties / 293 Inleiding/293 Winstberekening bij coöperaties / 294 Inleiding / 294 Rente op inleggelden / 295 Afsluiting / 296 Aftrekbare uitdelingen / 297 Verlengstukwinst / 297 Vier extra eisen voor aftrek / 299 Versoepelingen van het coöperatieregime / 302
Inhoudsopgave
XIII
5.3.3.4 5.3.4 5.3.4.1 5.3.4.2 5.3.4.3
Art. 9, lid 1, onderdeel b / 303 Voorbeeld / 304 Inleiding / 304 Schema winstbepaling / 304 Het voorbeeld / 304
6
De deelnemingsvrijstelling en deelnemingsverrekening / 309
6.1 6.1.1
Inleiding / 309 De werking van de deelnemingsvrijstelling en deelnemingsverrekening / 309 6.1.2 Korte historie en rechtsgronden van de deelnemingsvrijstelling en de deelnemingsverrekening / 311 6.1.2.1 Historie/311 6.1.2.2 Rechtsgronden / 311 6.2 Het begrip deelneming/313 6.2.2 Een deelneming in een vennootschap op aandelen / 314 6.2.2.1 Algemeen / 314 6.2.2.2 Aandeelhouderschap / 314 6.2.2.3 Het5%-criterium/321 6.2.3 Een deelneming in een fonds voor gemene rekening / 324 6.2.4 Een deelneming in een coöperatie / 324 6.2.5 Een deelneming in een open commanditaire vennootschap / 325 6.2.6 Onder een deelneming begrepen bezittingen / 325 6.2.7 Fictieve deelnemingen / 326 6.2.7.1 De grens van 5% j 326 6.2.7.2 Versoepelingen van het 5%-vereiste ex art. 13, lid 2, Wet VPB 1969 / 326 6.2.7.3 Versoepeling voor deelnemerschapsvorderingen en winstbewijzen / 328 6.2.8 Een belang in een vereniging of onderlinge waarborgmaatschappij / 328 6.2.9 Aflopende deelnemingen / 329 6.2.10 Deelnemingen die als voorraad worden gehouden / 329 6.2.11 Welke lichamen kunnen een deelneming hebben? / 331 6.2.11.1 Algemeen / 331 6.2.11.2 De open cv/331 6.3 Deelnemingsvoordelen waarvoor de deelnemingsvrijstelling geldt / 332 6.3.1 Inleiding / 332 6.3.2 De waardering van een deelneming / 332 6.3.3 Uit hoofde van een deelneming / 335 6.3.3.1 Inleiding / 335 6.3.3.2 Jurisprudentie / 335 6.3.4 Dividend / 338 6.3.4.1 Meegekocht dividend / 338 6.3.4.2 Verkapt dividend / 338 6.3.4.3 Valutakoersresultaten op dividendvorderingen / 339 6.3.5 Koersresultaten / 340 6.3.5.1 Inleiding / 340 6.3.5.2 Valutakoersresultaten op deelnemingen / 340 XIV
Inhoudsopgave
6.3.5.3 6.3.6 6.3.6.1 6.3.6.2 6.3.6.3 6.3.7 6.3.7.1 6.3.7.2 6.3.7.3 6.3.8 6.3.8.1 6.3.8.2 6.3.8.3 6.3.8.4 6.3.9 6.3.10 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.2.1 6.4.2.2 6.4.2.3 6.4.2.4 6.4.3 6.4.3.1 6.4.3.2 6.4.4 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.5.4 6.5.5 6.5.5.1 6.5.5.2 6.5.5.3 6.5.5.4 6.5.5.5 6.5.5.6 6.5.5.7 6.5.6 6.5.6.1 6.5.6.2 6.5.6.3 6.5.6.4 6.5.6.5 6.5.6.6 6.5.6.7 6.5.6.8
Afwaarderingsverliezen ex art. 13ca Wet VPB 1969 (oud) / 341 Compartimentering / 341 Inleiding / 341 Jurisprudentie / 341 Art. 13h Wet VPB 1969 / 343 Opties / 345 Inleiding / 345 Callopties / 346 Putopties / 347 Earn-outregelingen, prijsaanpassingen en antispeculatiebedingen / 348 Inleiding / 348 Earn-outregelingen / 349 Prijsaanpassingen / 352 Antispeculatiebedingen / 353 Valutaresultaten op andere rechtshandelingen / 354 Voordelen uit het lidmaatschap van een coöperatie / 356 Deelnemingskosten en deelnemingsvrijstelling / 356 Inleiding / 356 Andere kosten dan aan- en verkoopkosten die verband houden met een deelneming / 357 Inleiding / 357 Deelnemingskosten andere dan aan- en verkoopkosten in historisch perspectief/ 357 Andere deelnemingskosten onder het huidige regime / 359 Overgangsregels / 359 Aankoopkosten / 361 Algemeen/361 Overgangsrecht / 365 Verkoopkosten / 366 Fiscale concernfinancieringsaspecten / 367 Inleiding / 367 Leningen / 368 Kapitaalinbreng / 368 BNB 1988/217* en art. 10, lid 1, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 369 Art. 13b Wet VPB 1969 / 369 Inleiding / 369 Art. 13b, lid 1, Wet VPB 1969 / 370 Art. 13b, lid 2, Wet VPB 1969 / 373 Het vervreemden van de onderneming uit de deelneming / 374 Art. 13b, lid 5, Wet VPB 1969 / 375 Verbonden lichamen en natuurlijke personen / 376 Slotopmerkingen / 377 Art. 13ba Wet VPB 1969 / 377 Inleiding / 377 De hoofdlijn en voorgeschiedenis van art. 13ba Wet VPB 1969 / 378 Het bereik van art. 13ba Wet VPB 1969 / 378 Art. 13ba, lid 1, Wet VPB 1969 / 380 Art. 13ba, lid 2, Wet VPB 1969 / 381 De totstandkoming van de opwaarderingsreserve / 384 Overzicht van de afnemingen van de opwaarderingsreserve / 387 De belaste afneming van lid 5 / 387
Inhoudsopgave
XV
6.5.6.9 6.5.6.10 6.5.6.11 6.5.6.12 6.5.6.13 6.5.6.14
6.7.3 6.7.4 6.7.4.1 6.7.4.2 6.7.4.3 6.7.4.4 6.7.4.5 6.7.4.6 6.7.5 6.8 6.8.1 6.8.2 6.8.2.1 6.8.2.2 6.8.2.3
De belaste afneming van lid 8 / 392 De belaste afneming van lid 9 / 393 De belaste afneming van lid 10 / 394 De belastingvrije afneming van lid 7 / 396 De belastingvrije afneming van lid 8 / 396 Het verloop van de opwaarderingsreserve bij toepassing van lid 12 / 396 Het verloop van de opwaarderingsreserve bij toepassing van lid 13/396 Zetelverplaatsing van een lichaam met een opwaarderingsreserve / 397 Overgangsrecht / 397 De opwaarderingsreserve en het opgeofferde bedrag in de zin van art. 13d, lid 2, Wet VPB 1969 / 397 Omzetting van een vaste inrichting in een deelneming waarvoor de deelnemingsvrijstelling geldt / 398 Inleiding / 398 Art. 13c, lid 1, Wet VPB 1969 / 399 Inleiding / 399 Buitenlandse onderneming / 399 Positieve voordelen / 399 Ten laste van de in Nederland belastbare winst / 400 Verlies van voor de omzetting / 400 Omzetting / 400 Nog niet verrekend vaste-inrichtingsverlies / 401 De belastingplichtige of het verbonden lichaam / 401 Art. 13c, lid 2, Wet VPB 1969/402 Art. 13c, lid 3, Wet VPB 1969 / 403 Art. 13c, lid 4, 5 en 6, Wet VPB 1969 / 403 Inleiding / 403 Art. 13c, lid 4 en 5, Wet VPB 1969 / 404 Art. 13c, lid 6, Wet VPB 1969 / 406 Overgangsregeling / 407 Het liquidatieverlies / 407 Inleiding/407 Liquidatieverliezen op buitenlandse en binnenlandse deelnemingen / 409 Ontbinding van een lichaam / 409 De berekening van het liquidatieverlies / 410 Inleiding/410 Het opgeofferde bedrag / 410 De liquidatie-uitkeringen / 419 Niet-aftrekbare liquidatieverliezen / 421 Het tijdstip waarop liquidatieverliezen in aftrek komen / 427 Vaststelling van het opgeofferde bedrag bij beschikking / 431 Fiscale veelheid / 432 De deelnemingsverrekening / 432 Inleiding / 432 De beleggingsdeelneming / 433 Inleiding / 433 Art. 13, lid 9, Wet VPB 1969 / 433 Art. 13, lid 10, Wet VPB 1969 / 435
XVI
Inhoudsopgave
6.5.6.15 6.5.6.16 6.5.6.17 6.5.6.18 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.2.1 6.6.2.2 6.6.2.3 6.6.2.4 6.6.2.5 6.6.2.6 6.6.2.7 6.6.2.8 6.6.3 6.6.4 6.6.5 6.6.5.1 6.6.5.2 6.6.5.3 6.6.5.4 6.7 6.7.1 6.7.2
6.8.3 6.8.3.1 6.8.3.2 6.8.3.3 6.8.3.4 6.8.4 6.8.4.1 6.8.4.2 6.8.4.3 6.8.5 6.8.5.1 6.8.5.2 6.8.5.3
De kwalificerende beleggingsdeelneming / 438 Inleiding / 438 Onderworpenheidstoets / 438 De bezittingentoets / 445 Afsluiting / 457 De verrekeningssystematiek / 457 Inleiding/457 Brutering / 457 Verrekening / 460 Herwaarderingsverplichting (art. 13a Wet VPB 1969) / 462 Algemeen / 462 Art. 13a, lid 1, Wet VPB 1969 / 462 Art. 13a, lid 2, Wet VPB 1969 / 463
7
Bedrijfsfusie, juridische splitsing, juridische fusie, omzetting en terugkeer / 467
Deel A / Inleiding / 468 7A.1 7A.2 7A.2.1 7A.2.2 7A.2.2.1 7A.2.2.2 7A.3 7A.4 7A.5 7A.6
Inleiding/468 Fusies / 468 Inleiding / 468 De fusie via aandelenoverdracht / 469 Algemeen/469 De aan de VPB onderworpen overdrager / 471 Afstoting of verzelfstandiging / 473 De Fusierichtlijn / 473 Omzetting / 474 Terugkeer uit de nv of bv / 474
Deel B / De bedrijfsfusie / 4 7 5 7B.1 7B.2 7B.2.1 7B.2.2 7B.2.2.1 7B.2.2.2 7B.2.2.3 7B.2.3 7B.2.3.1 7B.2.3.2 7B.2.3.3 7B.2.4 7B.2.4.1 7B.2.4.2 7B.2.4.3 7B.2.4.4 7B.2.4.5
Inleiding / 475 Art. 14 Wet VPB 1969 / 477 Inleiding / 477 De geruisloze bedrijfsfusie van art. 14, lid 1, Wet VPB 1969 / 485 Inleiding / 485 De gevolgen van een geruisloze bedrijfsfusie ex art. 14, lid 1, Wet VPB 1969 / 495 Overgang van de bezittingen van een fonds voor gemene rekening / 497 De geruisloze bedrijfsfusie van art. 14, lid 2, Wet VPB 1969 / 497 De tekst van art. 14, lid 2, Wet VPB 1969 / 497 Het verzoek van art. 14, lid 2, Wet VPB 1969 / 501 Slot/503 Standaardvoorwaarden bij art. 14, lid 2, Wet VPB 1969 / 503 Inleiding / 503 Aanhef bij de standaardvoorwaarden / 503 Voorwaarde 1 / 503 Voorwaarde 2 / 504 Voorwaarde 3/511
Inhoudsopgave
XVII
7B.2.4.6 Voorwaarde 4/511 7B.2.4.7 Voorwaarde 5/512 7B.2.4.8 Voorwaarde 6/513 7B.2.4.9 Voorwaarde 7 / 514 7B.2.4.10 Voorwaarde 8 / 516 7B.2.5 Het opgeofferde bedrag van de overdrager in de overnemer / 516 7B.3 Bijzondere onderwerpen / 517 7B.3.1 Inleiding/517 7B.3.2 Overdracht aan een nieuw opgericht in Nederland gevestigd lichaam/517 7B.3.3 Overdracht van een onderneming door een natuurlijk persoon aan een nv of bv gevolgd door overdracht aan een dochter-nv of-bv / 518 7B.3.4 Overdracht van een buitenlandse vaste inrichting / 518 7B.3.5 Overdracht van een Nederlandse vaste inrichting / 519 7B.3.6 Overdracht van art. 13b- en 13c-activa / 520 7B.3.7 Holdings en bedrijfsopvolging op de voet van art. 14 Wet VPB 1969/520 7B.3.7.1 Inleiding / 520 7B.3.7.2 Bedrijfsopvolging met toepassing van art. 14 Wet VPB 1969 / 520 7B.3.8 Verliesoverdracht rond de bedrijfsfusie / 522 7B.3.9 Samenloop bedrijfsfusie en fiscale eenheid / 523 7B.3.10 Wetsvoorstel Invoeringswet titel 7.13 BW / 523 7B.4 Voorbeeld van een bedrijfsfusie met toepassing van art. 14 Wet VPB 1969 / 524 Deel C / De j u r i d i s c h e s p l i t s i n g / 528 7C.1 7C.1.1 7C.1.2 7C.1.2.1 7C.1.2.2 7C.1.2.3 7C.2 7C.2.1 7C.2.2 7C.2.2.1 7C.2.2.2 7C.2.2.3 7C.2.3 7C.2.3.1 7C.2.3.2 7C.2.3.3 7C.2.3.4 7C.3 7C.4 7C.5 7C.6
Privaatrechtelijke aspecten van de juridische splitsing / 528 Inleiding / 528 De Nederlandse juridische splitsing / 528 Vormen van juridische splitsing / 528 Andere kenmerken van de juridische splitsing / 531 Cijfervoorbeelden / 532 VPB-gevolgen van de juridische splitsing / 534 Inleiding/534 De juridische splitsing met geruis / 535 De splitser / 535 De verkrijger / 538 Aandeelhouders en crediteuren van het splitsende lichaam / 540 Geruisloze juridische splitsing / 547 Inleiding/547 De splitser en de verkrijger / 547 Standaardvoorwaarden juridische afsplitsing / 552 Aandeelhouders en crediteuren van het splitsende lichaam / 558 De juridische splitsing en winstdrainage / 562 Samenloop juridische splitsing en fiscale eenheid / 562 Wetsvoorstel Invoeringswet titel 7.13 BW / 562 Voorbeeld van een geruisloze juridische splitsing met toepassing van art. 14a Wet VPB 1969 / 563
XVIII
Inhoudsopgave
Deel D / De j u r i d i s c h e fusie / 568 7D.1 7D.1.1 7D.1.2 7D.1.2.1 7D.1.2.2 7D.2 7D.2.1 7D.2.2 7D.2.2.1 7D.2.2.2 7D.2.2.3 7D.2.3 7D.2.3.1 7D.2.3.2 7D.2.3.3 7D.2.3.4 7D.3 7D.4 7D.5
Privaatrechtelijke aspecten van de juridische fusie / 568 Inleiding / 568 De Nederlandse juridische fusie / 568 Vormen van juridische fusie / 568 Cijfervoorbeeld / 571 VPB-gevolgen van de juridische fusie / 572 Inleiding/572 De juridische fusie met geruis / 573 De verdwijner / 573 De verkrijger / 573 Aandeelhouders en crediteuren van het fuserende lichaam / 574 Geruisloze juridische fusie / 576 Inleiding / 576 De verdwijner en de verkrijger / 576 Standaardvoorwaarden juridische fusie / 577 Aandeelhouders of leden van het fuserende lichaam / 583 De juridische fusie en winstdrainage / 585 Samenloop juridische fusie en fiscale eenheid / 585 Voorbeeld van een geruisloze juridische fusie met toepassing van art. 14b Wet VPB 1969 / 585
Deel E / O m z e t t i n g van r e c h t s p e r s o n e n / 589 7E.1 7E.2 7E.2.1 7E.2.2 7E.2.3 7E.2.3.1 7E.2.3.2 7E.2.3.3 7E.2.4 7E.2.5 7E.2.6
Algemeen / 589 Vijf omzettingen / 590 Inleiding / 590 Omzetting van een nv of bv in een coöperatie / 590 Omzetting van een coöperatie in een nv of bv / 591 Inleiding / 591 De voorwaarden / 591 Commentaar bij de voorwaarden / 592 Omzetting van een nv of bv in een stichting / 593 Omzetting van een stichting in een nv of bv / 593 Omzetting van een coöperatie in een stichting / 594
Deel F / O m z e t t i n g van een nv of bv in e e n IB-onderneming (terugkeerregeling) / 595 7F.1 7F.2 7F.2.1 7F.2.2 7F.2.2.1 7F.2.2.2
Inleiding / 595 Art. 14c Wet VPB 1969 / 596 Inleiding / 596 De vereisten voor toepassing van art. 14c Wet VPB 1969 / 596 Inleiding / 596 Vereiste 1: De bv heeft uitsluitend natuurlijke personen als aandeelhouders / 596 7F.2.2.3 Vereiste 2: De bv wordt ontbonden / 596 7F.2.2.4 Vereiste 3: De bv drijft een onderneming in materiële zin / 598 7F.2.2.5 Vereiste 4: De onderneming wordt voortgezet door de aandeelhouders / 599
Inhoudsopgave
XIX
7F.2.2.6 7F.2.2.7 7F.2.3 7F.2.3.1 7F.2.3.2 7F.2.3.3 7F.2.3.4 7F.2.3.5
7F.3.2.4 7F.3.3
Vereiste 5: Gezamenlijk verzoek / 601 Vereiste 6: Nadere voorwaarden / 602 Gevolgen toepassing art. 14c Wet VPB 1969 / 608 Inleiding / 608 Geen winst bij of als gevolg van de ontbinding / 608 Indeplaatstreding / 610 Overgang van verliezen en buitenlandse resultaten / 611 Schulden aan en vorderingen op de bv bij meerdere aandeelhouders / 613 Bijzondere aspecten / 613 Inleiding / 613 Pensioen- en lijfrenterechten / 614 De niet in Nederland gevestigde nv of bv / 616 Buitenlandse rechtspersonen / 616 IB-aspecten (terugkeerreserve) /617 Inleiding/617 De vorming van de terugkeerreserve / 617 Inleiding/617 Een niet in aanmerking genomen positief vervreemdingsvoordeel voor de aanmerkelijkbelangregeling / 617 Een niet in aanmerking genomen negatief vervreemdingsvoordeel voor de aanmerkelijkbelangregeling / 620 Overige aspecten / 621 Afsluiting / 622
8
De fiscale e e n h e i d / 625
7F.2.4 7F.2.4.1 7F.2.4.2 7F.2.4.3 7F.2.4.4 7F.3 7F.3.1 7F.3.2 7F.3.2.1 7F.3.2.2 7F.3.2.3
Deel A / Inleiding / 626 8A.1 8A.2 8A.2.1 8A.2.2 8A.3 8A.4
Art. 15 en 15a Wet VPB 1969 / 626 Het karakter van de fiscale eenheid / 627 Algemeen / 627 De positie van de dochtermaatschappijen of ledenmaatschappijen gedurende de fiscale eenheid / 629 Voor- en nadelen van een fiscale eenheid / 630 Afsluiting/631
Deel B / De fiscale eenheid van art. 15 Wet VPB 1969 / 632 8B.1 8B.2 8B.2.1 8B.2.2 8B.2.2.1 8B.2.2.2 8B.2.2.3 8B.2.3 8B.2.3.1 8B.2.3.2
XX
Inleiding / 632 De vereisten voor een fiscale eenheid ex art. 15 Wet VPB 1969 / 633 Inleiding / 633 Vereiste 1. Alleen de in art. 15, lid 3, Wet VPB 1969 genoemde lichamen kunnen een fiscale eenheid vormen / 634 Inleiding / 634 De Nederlandse rechtsvormen / 634 De naar vreemd recht opgerichte rechtsvormen / 635 Vereiste 2. De in de fiscale eenheid deelnemende maatschappijen dienen in Nederland gevestigd te zijn / 636 Wettelijke situatie / 636 Uitbreiding van de Nederlandse fiscale eenheid tot niet in Nederland belastingplichtige lichamen? / 637 Inhoudsopgave
8B.2.4 8B.2.4.1 8B.2.4.2 8B.2.4.3 8B.2.4.4 8B.2.5 8B.2.6 8B.2.7 8B.2.8 8B.2.8.1 8B.2.8.2 8B.2.9 8B.2.9.1 8B.2.9.2 8B.2.9.3 8B.2.10 8B.3 8B.3.1 8B.3.2 8B.3.3 8B.3.4 8B.3.4.1 8B.3.4.2 8B.3.4.3 8B.3.4.4 8B.3.4.5 8B.3.5 8B.3.5.1 8B.3.5.2 8B.3.5.3 8B.3.6 8B.3.7 8B.3.8 8B.3.9 8B.3.9.1 8B.3.9.2 8B.3.9.3 8B.3.9.4 8B.3.10 8B.3.11 8B.4 8B.4.1 8B.4.2
Vereiste 3. De moedermaatschappij bezit de juridische en economische eigendom van 95% van de aandelen in de dochtermaatschappij / 639 Inleiding/639 Juridische en economische eigendom / 639 De 95%-eis / 643 Rechten van derden / 646 Vereiste 4. De tijdvakken waarover de belasting wordt geheven, moeten samenvallen / 647 Vereiste 5. Voor het bepalen van de winst moeten bij alle maatschappijen dezelfde bepalingen van toepassing zijn, tenzij de minister van Financiën anders bepaalt / 648 Vereiste 6. De aandelen in een dochtermaatschappij mogen niet als voorraad worden gehouden / 649 Vereiste 7. Door de moeder- en dochtermaatschappij (en) moet een verzoek worden gedaan voor de totstandkoming van een fiscale eenheid / 650 Het verzoek / 650 De beschikking / 651 Fiscale eenheid en vaste inrichting / 651 Inleiding/651 Drie extra vereisten / 652 Het heffingsobject / 653 Kortdurende fiscale eenheden / 654 Regels rond de voeging van een fiscale eenheid / 654 Inleiding / 654 Het voegingstijdstip / 654 De vermogensopstellingen bij het begin van de fiscale eenheid / 655 Waardering van activa en passiva / 656 Algemeen/656 Fiscale reserves / 657 Opwaarderingsreserve / 658 Oprichting van een dochter binnen de fiscale eenheid / 659 Bijzondere waarderingsregels / 659 Herwaardering bij de totstandkoming van een fiscale eenheid / 659 Inleiding / 659 Art. 15ab, lid 1, Wet VPB 1969 / 659 Art. 15ab, lid 6, Wet VPB 1969 / 660 Nog niet-uitgewerkte aanspraken en voorwaardelijke verplichtingen / 663 Overbrenging saldo voortbrengingskosten innovatiebox / 663 Aankoopkosten / 663 Latente liquidatieverliezen op het voegingstijdstip / 664 Inleiding / 664 Art. 15ab, lid 2, Wet VPB 1969 / 665 Art. 15ab, lid 3, Wet VPB 1969 / 667 Art. 15ab, lid 4, Wet VPB 1969 / 668 Voorlopige aanslagen / 668 Verliesverrekening rond het voegingstijdstip / 669 Verliesverrekening rond het voegingstijdstip / 669 Inleiding / 669 De winstsplitsing / 669
Inhoudsopgave
XXI
8B.4.2.1 8B.4.2.2 8B.4.2.3 8B.4.2.4 8B.4.2.5 8B.4.2.6 8B.4.3
8B.5.9.5 8B.6 8B.6.1
Inleiding / 669 Art. 15ah, lid 1, Wet VPB 1969 / 670 Art. 15ah, lid 2, Wet VPB 1969 / 671 Art. 15ah, lid 3, Wet VPB 1969 / 673 Art. 15ah, lid 4, Wet VPB 1969 / 676 Winsttoerekening en horizontale verliesverrekening / 676 Het verloop van de verliesverrekening over het voegingstijdstip heen / 679 Inleiding / 679 Vooruitwenteling over het voegingstijdstip / 680 Terugwenteling over het voegingstijdstip / 686 Volgtijdige voeging / 686 Verliesverrekening over het voegingstijdstip en een pas opgerichte dochter / 688 Verliesverrekening over het voegingstijdstip dat in de loop van het boekjaar van een dochter valt / 689 Formele aspecten van de verliesverrekening over het voegingstijdstip / 690 Regels tijdens het bestaan van de fiscale eenheid / 690 Inleiding / 690 Art. 15ac Wet VPB 1969 / 690 Inleiding / 690 Art. 15ac, lid 1, Wet VPB 1969 / 690 Art. 15ac, lid 2, Wet VPB 1969 / 691 Art. 15ac, lid 3, Wet VPB 1969 / 694 Art. 15ac, lid 4, 5 en 6, Wet VPB 1969 / 694 Art. 15ac, lid 7, Wet VPB 1969 / 698 Art. 15ad Wet VPB 1969 / 698 Art. 10a, lid 4, onderdeel d, Wet VPB 1969 / 699 Art. 26 Wet VPB 1969/699 Regels rond de fiscale eenheid in de Invorderingswet 1990 / 699 Inleiding / 699 Art. 39IW 1990/ 700 Art. 24 IW 1990 / 701 Enkele regels uit het Besluit fiscale eenheid 2003 / 702 Art. 8 Besluit FE 2003 / 702 Art. 10 Besluit FE 2003 / 702 Het heffingsobject bij een fiscale eenheid met een vaste inrichting / 703 Inleiding / 703 Afdeling 1 / 703 Afdeling 2 / 705 Afdeling 3 / 707 Overige aangelegenheden/713 Inleiding/713 Het herleven van schulden / 713 Inhouding van dividendbelasting tijdens de fiscale eenheid / 714 De vermindering van af te dragen dividendbelasting en de fiscale eenheid / 714 De verdeling van de VPB-last tijdens de fiscale eenheid / 715 Het einde van de fiscale eenheid / 715 Inleiding/715
XXII
Inhoudsopgave
8B.4.3.1 8B.4.3.2 8B.4.3.3 8B.4.3.4 8B.4.3.5 8B.4.3.6 8B.4.3.7 8B.5 8B.5.1 8B.5.2 8B.5.2.1 8B.5.2.2 8B.5.2.3 8B.5.2.4 8B.5.2.5 8B.5.2.6 8B.5.3 8B.5.4 8B.5.5 8B.5.6 8B.5.6.1 8B.5.6.2 8B.5.6.3 8B.5.7 8B.5.7.1 8B.5.7.2 8B.5.8 8B.5.8.1 8B.5.8.2 8B.5.8.3 8B.5.8.4 8B.5.9 8B.5.9.1 8B.5.9.2 8B.5.9.3 8B.5.9.4
8B.6.2 8B.6.3 8B.6.4 8B.7
Beëindiging van een fiscale eenheid / 715 Het ontvoegingstijdstip / 717 De vermogensopstelling / 718 Materiële gevolgen van het einde van een fiscale eenheid voor de VPB / 718 8B.7.1 Inleiding / 718 8B.7.2 Art. 15aj Wet VPB 1969 / 718 8B.7.2.1 Inleiding/718 8B.7.2.2 Art. 15aj, lid 1, Wet VPB 1969 / 719 8B.7.2.3 Art. 15aj, lid 2, Wet VPB 1969 / 721 8B.7.2.4 Art. 15aj, lid 3, Wet VPB 1969 / 723 8B.7.2.5 Art. 15aj, lid 4, Wet VPB 1969 / 725 8B.7.2.6 Art. 15aj, lid 5, Wet VPB 1969 / 725 8B.7.2.7 Art. 15aj, lid 6, Wet VPB 1969 / 726 8B.7.2.8 Art. 15aj, lid 7, Wet VPB 1969 / 726 8B.7.2.9 Het opgeofferde bedrag in een ontvoegde dochtermaatschappij / 726 8B.7.2.10 Art. 16 Besluit FE 2003 / 727 8B.7.2.11 Art. 16a Besluit FE 2003 / 728 8B.7.2.12 Art. 28 Besluit FE 2003 / 728 8B.7.3 Art. 15ai Wet VPB 1969 / 728 8B.7.3.1 Inleiding / 728 8B.7.3.2 De hoofdlijn van art. 15ai Wet VPB 1969 / 730 8B.7.3.3 Art. 15ai, lid 1, Wet VPB 1969 / 730 8B.7.3.4 Art. 15ai, lid 2, Wet VPB 1969 / 736 8B.7.3.5 Art. 15ai, lid 3, Wet VPB 1969 / 737 8B.7.3.6 Art. 15ai, lid 4, Wet VPB 1969 / 739 8B.7.3.7 Art. 15ai, lid 5, Wet VPB 1969 / 740 8B.7.3.8 Art. 15ai, lid 6, Wet VPB 1969 / 740 8B.7.3.9 Art. 15ai e n art. 15aj, lid 1, W e t VPB 1969 / 740 8B.7.3.10 Slot / 740 8B.7.4 Investeringsaftrek en ontvoeging / 741 8B.8 Verrekening van verliezen over het ontvoegingstijdstip / 741 8B.8.1 Inleiding / 741 8B.8.2 Verrekening bij een dochtermaatschappij / 741 8B.8.2.1 Inleiding / 741 8B.8.2.2 Art. 15af Wet VPB 1969 / 741 8B.8.2.3 Terugwenteling van verliezen over het ontvoegingstijdstip / 745 8B.8.3 Verrekening bij een moedermaatschappij / 745 8B.8.3.1 Inleiding / 745 8B.8.3.2 Art. 15ag Wet VPB 1969 / 746 8B.8.3.3 Verrekening over het ontvoegingstijdstip en art. 20a Wet VPB 1969 / 746 8B.9 Samenloop fiscale eenheid, fusie en juridische splitsing / 747 8B.9.1 Inleiding / 747 8B.9.2 Art. 14 Besluit FE 2003 / 748 8B.9.2.1 Inleiding / 748 8B.9.2.2 Art. 14, lid 2, Besluit FE 2003 / 748 8B.9.2.3 Art. 14, lid 3 en art. 18a Besluit FE 2003 / 749 8B.9.3 Art. 17 Besluit FE 2003 / 751 8B.9.4 Art. 18 Besluit FE 2003 / 752 8B.9.5 Doorschuiving art. 15ai-claim en juridische fusie / 752 8B.10 Overgangsrecht / 754
Inhoudsopgave
XXIII
Deel C / De fiscale e e n h e i d van art. 15a Wet VPB 1969 / 757 8C.1 8C.2 8C.2.1 8C.2.2 8C.2.3 8C.2.4 8C.2.5 8C.2.6 8C.2.7 8C.2.8 8C.2.9
Inleiding / 757 De vereisten voor een fiscale eenheid ex art. 15a Wet VPB 1969 / 757 Inleiding / 757 Juridische en economische verwevenheid / 758 Gelijke heffingstijdvakken / 759 De nadere voorwaarden moeten zijn vervuld / 759 Gelijke winstregimes / 760 Geen aftrek van uitgedeelde verlengstukwinst / 760 De lichamen van art. 15a Wet VPB 1969 / 760 Tegemoetkoming ter voorkoming van dubbele belasting / 760 Het verzoek / 760
9
E m i g r a t i e v a n l i c h a m e n en e i n d a f r e k e n i n g / 763
9.1 9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.3
Inleiding / 763 Art. 15c Wet VPB 1969 / 763 Inleiding / 763 Art. 15c, lid 1, Wet VPB 1969 / 763 Art. 15c, lid 2, Wet VPB 1969/768 Art. 15d Wet VPB 1969 / 769
10
De giftenaftrek / 771
10.1 10.2 10.3 10.3.1 10.3.2 10.3.3 10.3.4 10.3.5 10.3.6 10.3.7
Inleiding / 771 Giften met een zakelijk karakter / 771 Giften zonder een zakelijk karakter (art. 16 Wet VPB 1969) / 772 Het begrip giften / 772 Het jaar van aftrek / 772 Schriftelijke bescheiden / 772 De begunstigde instellingen / 772 Giften op instigatie van de aandeelhouder / 773 Relatie tussen art. 16 en art. 9, lid 1, onderdeel h, Wet VPB 1969 / 773 Cijfervoorbeelden van de giftenaftrek / 774
11
Het object van de vennootschapsbelasting bij buitenlandse belastingplichtigen / 777
11.1 11.2 11.2.1 11.2.2 11.2.2.1 11.2.2.2 11.2.2.3 11.2.2.4 11.2.3 11.2.3.1 11.2.3.2 11.2.3.3
Inleiding / 777 Belastbare winst uit Nederlandse onderneming / 778 Inleiding / 778 Nederlandse onderneming / 778 Inleiding / 778 Vaste inrichting / 778 Vaste vertegenwoordiger / 780 Art. 17a Wet VPB 1969 / 781 Winstbepaling van vaste inrichtingen / 788 Inleiding / 788 Winstsplitsing / 789 Ondernemingssplitsing / 790
XXIV
Inhoudsopgave
11.3 11.4 11.5 11.6
Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang / 795 Belastbare winst uit een BES-vaste inrichting / 797 Het tarief/798 Afsluiting / 799
12
De v e r l i e s c o m p e n s a t i e / 801
12.1 12.2 12.3
Inleiding / 801 Historie van de verliesverrekening in de Wet VPB 1969 / 802 Het begrip verlies, termijnen van verliesverrekening en kwijtscheldingswinst / 803 Het begrip verlies / 803 Termijnen van verliesverrekening / 804 De huidige regeling / 804 Overgangsrecht / 805 Kwijtscheldingswinst en verliesverrekening / 805 Beleggingsinstelling en verliesverrekening / 805 Houdster- en concernfinancieringsmaatschappijen en verliesverrekening / 806 Inleiding / 806 De werking van art. 20, lid 4, 5 en 6, Wet VPB 1969 / 806 Inleiding/806 Houdster- of concernfinancieringsmaatschappij / 806 Houdster- ofconcernfinancieringsverliezen / 809 Verrekening van houdster- of concernfinancieringsverliezen / 809 Verrekening van gewone verliezen en houdster- en concernfinancieringsverliezen / 812 Overgangsrecht / 812 Art. 20, lid 4, Wet VPB 1969 en fiscale eenheid / 812 Formele aspecten / 813 Vaststelling van het verlies / 813 Terugwenteling / 814 Vooruitwenteling / 816 Uitsluiting van verliesverrekening (art. 20a Wet VPB 1969) / 818 Inleiding / 818 Vooruitwenteling en belangenwijziging / 819 Inleiding / 819 De hoofdregel (art. 20a, lid 1, Wet VPB 1969) / 819 Uitzonderingen op de hoofdregel / 826 Art. 20a, lid 12, Wet VPB 1969 / 837 Terugwenteling en belangenwijziging / 838 Inleiding / 838 De hoofdregel (art. 20a, lid 9, Wet VPB 1969) / 838 De uitzondering op de hoofdregel / 839 Rechtsmiddelen tegen toepassing van art. 20a, lid 9, Wet VPB 1969 / 840 Slot/840 Art. 20a en de fiscale eenheid / 840 Overgangsrecht / 840
12.3.1 12.3.2 12.3.2.1 12.3.2.2 12.3.3 12.4 12.5 12.5.1 12.5.2 12.5.2.1 12.5.2.2 12.5.2.3 12.5.2.4 12.5.2.5 12.5.3 12.5.4 12.6 12.6.1 12.6.2 12.6.3 12.7 12.7.1 12.7.2 12.7.2.1 12.7.2.2 12.7.2.3 12.7.2.4 12.7.3 12.7.3.1 12.7.3.2 12.7.3.3 12.7.3.4 12.7.3.5 12.7.4 12.7.5
Inhoudsopgave
XXV
13
Het tarief van de vennootschapsbelasting / 843
13.1 13.2 13.2.1 13.2.2
13.2.5
Het algemene tarief/ 843 Afwijkende tarieven / 844 Beleggingsinstellingen ex art. 28 Wet VPB 1969 / 844 Het ongedaan maken van een fiscaal gefacilieerde herkapitalisatie / 844 Afkoop enz. van pensioen-, VUT- en loondervingsuitkeringen / 844 Groene en sociaal-ethische instellingen en bepaalde participatiemaatschappijen / 846 Afkoop van een stamrecht / 847
14
Aanslag en aansprakelijkheid / 849
14.1 14.2 14.2.1 14.2.2 14.2.3
De aanslag / 849 De voorheffingen / 850 Inleiding / 850 Verrekening van voorheffingen / 851 Nederlandse dividend- en kansspelbelasting zonder voorheffingskarakter / 851 Inleiding / 851 Wegens de dooruitdelingsfaciliteit in de dividendbelasting niet-verrekenbare Nederlandse dividendbelasting / 852 Ten laste van een beleggingsinstelling ex art. 28 Wet VPB 1969 ingehouden dividendbelasting / 853 De antidividendstrippingbepaling / 853 De invordering / 855 De Invorderingswet / 855 Termijnen / 855 Aansprakelijkheid op basis van de Invorderingswet 1990 / 855
13.2.3 13.2.4
14.2.3.1 14.2.3.2 14.2.3.3 14.2.3.4 14.3 14.3.1 14.3.1.1 14.3.1.2 15
De beleggingsinstelling ex art. 28 Wet VPB 1969 (FBI) / 857
15.1 15.2 15.2.1 15.2.2 15.2.2.1 15.2.2.2 15.2.2.3 15.2.2.4 15.2.2.5 15.2.2.6 15.2.2.7 15.2.2.8 15.2.3 15.3 15.3.1 15.3.2
Hoofdlijnen van de regeling / 857 Voorwaarden voor statusverwerving / 857 Inleiding / 857 De voorwaarden voor statusverkrijging / 858 Voorwaarde 1 / 858 Voorwaarde 2 / 858 Voorwaarde 3 / 859 Voorwaarde 4 / 860 Voorwaarde 5 / 860 Voorwaarde 6 / 861 Voorwaarde 7 / 862 Voorwaarde 8 / 862 Statusverwerving / 862 Winstbepaling / 863 Herbeleggingsreserve / 863 Belastbaar bedrag, voor uitdeling beschikbare winst en uitdelingstekort / 863
XXVI
Inhoudsopgave
15.3.2.1 15.3.2.2 15.3.2.3 15.3.3 15.3.4 15.3.5 15.4
Inleiding / 863 Voor uitdeling beschikbare winst / 864 Uitdelingstekort / 865 Deelnemingsvrijstelling en deelnemingsverrekening / 865 De afrondingsreserve / 865 Tegemoetkomingen ter zake van bronbelasting / 866 Statusver lies / 866
16
De v e r z e k e r i n g s o n d e r n e m i n g e n / 867
16.1 16.2 16.3
Inleiding / 867 Belastingplicht voor de Wet VPB 1969 / 867 Specifieke regels voor levensverzekeraars en naturauitvaartverzekeraars / 868 Inleiding / 868 Enkele begrippen / 868 Inleiding / 868 Levensverzekeraar / 868 Levensverzekering / 868 Premie/868 Voorziening Verzekeringsverplichtingen / 869 Subjectieve vrijstelling voor natura-uitvaartverzekeraars / 869 Fiscale winstbepaling van levensverzekeraars en naturauitvaartverzekeraars / 869 Inleiding / 869 Winstuitkeringen / 869 Jaarwinstbepaling / 870 Het BWRV 2001 / 870 De egalisatiereserve voor levensverzekeraars / 872 Inleiding / 872 De jaarlijkse toevoeging / 872 Afnemingen van de egalisatiereserve / 873 Specifieke regels voor schadeverzekeraars / 874 Inleiding / 874 Voorziening Verzekeringsverplichtingen en schadereserve / 875 Voorziening Verzekeringsverplichtingen / 875 Schadereserve / 875 De subjectieve vrijstelling voor schadeverzekeraars / 875 De egalisatiereserve voor schadeverzekeraars / 875 Inleiding / 875 De jaarlijkse toevoeging / 875 Afnemingen van de egalisatiereserve / 876 De calamiteitenreserve / 877 Bijzondere regeling voor storm-, hagel-, krediet- of molestverzekeraars / 877
16.3.1 16.3.2 16.3.2.1 16.3.2.2 16.3.2.3 16.3.2.4 16.3.2.5 16.3.3 16.3.4 16.3.4.1 16.3.4.2 16.3.4.3 16.3.4.4 16.3.5 16.3.5.1 16.3.5.2 16.3.5.3 16.4 16.4.1 16.4.2 16.4.2.1 16.4.2.2 16.4.3 16.4.4 16.4.4.1 16.4.4.2 16.4.4.3 16.4.5 16.4.6
Inhoudsopgave
XXVII