Kanker OKTOBER 2009
© iStockphoto
Weg met de vooroordelen
Borstkanker voorkomen, kan dat?
Naar een vaccin in de behandeling van longkanker? p. 3
Thalassemie: een erfelijke bloedziekte p. 9
vaccinatie bij Baarmoederhalskanker: zin of onzin? p.11
Kankerfoon. De Stichting tegen Kanker luistert naar u! De Stichting tegen Kanker luistert naar u.
Iedere werkdag van 9u tot 13u, op maandag van 9u tot 19u.
Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong of niet zo jong meer bent: als u medische informatie of morele steun nodig heeft, of gewoon eens uw hart wil luchten, bel dan de Kankerfoon van de Stichting tegen Kanker op het nummer 0800 15 802. Professionele hulpverleners (artsen, verpleegkundigen) luisteren er aandachtig naar u. De gratis telefonische hulplijn Kankerfoon is er voor u – gratis, discreet en anoniem.
[email protected] • www.kanker.be
Een krant gepubliceerd door Mediaplanet Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard.
p. 15
2 | KANKER
KANKER WEG MET DE VOOROORDELEN
De Stichting tegen Kanker: voor een maximale vooruitgang!
Dr. Didier Vander Steichel, medisch en wetenschappelijk directeur Stichting tegen Kanker
K
anker treft iedereen: mannen en vrouwen, rijk en arm. En dat wereldwijd. Bovendien heeft kanker een grote impact op het leven van de patiënt en zijn naasten. Toch – en dat is de positieve noot – winnen steeds meer patiënten de strijd tegen de ziekte. Vandaag hoeft kanker niet noodzakelijk meer te leiden tot overlijden. Vandaag is kanker vaak chronisch.
Of zelfs geneesbaar. Deze evolutie danken we niet alleen aan betere behandelingen en opsporingsprogramma’s, maar ook aan de inspanningen op het vlak van preventie. De Stichting tegen Kanker wil haar steentje bijdragen door zoveel mogelijk vooruitgang te boeken in de strijd tegen de ziekte. In de eerste plaats door hoogstaand wetenschappelijk onderzoek financieel te steunen. Research is immers onontbeerlijk om de overlevingskansen te vergroten en patiënten wetenschappelijk gevalideerde informatie te kunnen aanreiken. Ook in 2010 zal de Stichting opnieuw ruim tien miljoen euro toekennen aan onderzoeksprojecten. Hiermee is de Stichting inzake kankeronderzoek één van de belangrijkste privé-investeerders in ons land. Ten tweede door de levenskwaliteit van mensen te verbeteren tijdens en na kanker. Deze doelstelling is van het grootste belang omdat kanker een ziekte is met tal van gevolgen. Behalve informatie biedt de Stichting ook sociale hulp en ondersteuning voor patiënten en hun naasten, zowel tijdens als na de behandelingen. Denk aan patiëntenvervoer, psychologische bijstand, schoonheidsverzorging, financiële hulp, een gratis hulplijn, informatiebrochures, enzovoort.
En ten slotte door te streven naar een vermindering van de risico’s op kanker. Hiervoor richt de Stichting de aandacht via informatie- en preventiecampagnes op het belang van een vroege opsporing en op de gevolgen van een welbepaalde levensstijl. De Stichting zorgt voor een brede verspreiding van wetenschappelijk gevalideerde informatie, promoot een gezonde levensstijl en spoort mensen aan om deel te nemen aan opsporingsprogramma’s. Zit onze missie er dan op zodra de kansen op genezing stijgen? Absoluut niet! De bevolkingsgroei, de vergrijzing en tal van risicofactoren die te maken hebben met onze levensstijl zullen de volgende decennia opnieuw leiden tot een stijging van het aantal kankergevallen. Onze taak blijft dus belangrijk. En die kunnen we enkel tot een goed einde brengen dankzij de steun van onze donateurs, die we hierbij nogmaals van harte bedanken.
Dr. Didier Vander Steichel, medisch en wetenschappelijk directeur Stichting tegen Kanker
BORSTKANKER VOORKOMEN, KAN DAT?
NAAR EEN VACCIN IN DE BEHANDELING VAN LONGKANKER? p. 3
OKTOBER 2009
THALASSEMIE: EEN ERFELIJKE BLOEDZIEKTE p. 9
VACCINATIE BIJ BAARMOEDERHALSKANKER: ZIN OF ONZIN? p.11
p. 15
Kankerfoon. De Stichting tegen Kanker luistert naar u! De Stichting tegen Kanker luistert naar u.
Iedere werkdag van 9u tot 13u, op maandag van 9u tot 19u.
Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong of niet zo jong meer bent: als u medische informatie of morele steun nodig heeft, of gewoon eens uw hart wil luchten, bel dan de Kankerfoon van de Stichting tegen Kanker op het nummer 0800 15 802. Professionele hulpverleners (artsen, verpleegkundigen) luisteren er aandachtig naar u. De gratis telefonische hulplijn Kankerfoon is er voor u – gratis, discreet en anoniem.
[email protected] • www.kanker.be
EEN KRANT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard.
Als er één ziekte is die ons allen bezighoudt, is het kanker wel. Geen wonder, want we kennen allemaal wel een vriend, vriendin, collega of familielid die met de ziekte te maken krijgt. Gelukkig wordt er heel wat vooruitgang geboekt. Denk aan onderzoeken die de oorzaken achterhalen, doeltreffende preventie- en opsporingsprogramma’s, steeds betere behandelingen, een alsmaar hogere levenskwaliteit... Onderwerpen te over om in deze bijlage bij stil te staan.
INHOUD Borstkanker voorkomen, kan dat?
3
“Identiteitskaart” helpt onnodig agressieve behandeling vermijden
3
Hormoontherapie is geen wondermiddel
4
Hoe vroeger borstkanker wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing
5
Vermijd overbehandeling prostaatkanker
6
Zin en onzin over baarmoederhalskanker vaccinatie
7
Rookstopconsultaties voortaan terugbetaald 8 Nieuwe behandelingen van longkanker?
Wenst u meer informatie over kanker? Wie een vraag heeft over kanker, zijn verhaal wil doen of simpelweg wat emotionele steun kan gebruiken, kan terecht op de gratis telefoonlijn van de Stichting tegen Kanker via 0800 15 802. De artsen en psychologen van de Kankerfoon zijn elke werkdag bereikbaar van 9 tot 13 uur (en maandag tot 19 uur). Ook op de website van de Stichting, www.kanker.be, vindt u heel wat informatie. Zowel op medisch, sociaal als preventief vlak. Stichting tegen Kanker, Leuvensesteenweg 479 - 1030 Brussel Tel. 02 733 68 68 - Mail:
[email protected]
MEDIAPLANET PRODUCEERT, FINANCIERT EN ONTWIKKELT THEMAKRANTEN IN PERS, ONLINE EN VIA BROADCASTING. www.mediaplanet.com
9
Radiotherapie in volle evolutie
10
Pijn : de controle behouden
10
Betere behandeling garandeert normaal leven
11
Hoofd- en halskanker: stop met roken en drinken!
12
Immunotherapie in ontwikkeling voor melanomen
13
Kanker en seksualiteit: een complexe relatie! 14 Een heterogene ziekte met een complexe behandeling
KANKER - PUBLICATIES MEDIAPLANET PUBLISHING HOUSE Project Manager : Nicolas Bruyns +32 2 421 18 27 Business Developer : Christophe Demir +32 2 421 18 22 Production Manager : Léonard Daniëls +32 2 421 18 28 Graphic Design : Jérôme Huart +32 496 125 105 Redactie : Sandra Gyles, Jan H. Verbanck, Marc Steens, Bjorn Cocquyt Pictures : iStock, Johan Maertens Print : Corelio Mediaplanet is de leidinggevende Europese uitgever van themakranten in pers, online en via broadcasting. De Standaard is dus niet zelf verantwoordelijk voor de inhoud van deze uitgave. Als u zelf een idee heeft over een onderwerp, of misschien wel een heel thema, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. Mediaplanet Publishing House, Aurore Preszow, Country Manager, tel: +32 2 421 18 20 www.mediaplanet.com Gedistribueerd met De Standaard op 29 oktober 2009.
Nicolas Bruyns
15
KANKER
|
3
Borstkanker voorkomen, kan dat? Preventie loont, maar is niet zo eenvoudig. Toch kun je als vrouw maatregelen nemen om jezelf tegen borstkanker te beschermen en, in geval je met de ziekte te maken krijgt, de kans op herval te verlagen. Vroegtijdige opsporing, gezonde voeding, een beperkte alcoholconsumptie en regelmatige fysieke activiteit staan daarbij bovenaan.
N
aargelang het stadium waarin men kanker tracht te voorkomen, wordt wel eens gesproken van primaire, secundaire en tertiaire preventie. Echte (of primaire) preventie heeft als doel te voorkomen dat een bepaalde ziekte ontstaat. Vrouwen bij wie borstkanker veel in de familie voor-
langdurig borstvoeding te geven en, indien wenselijk, zwanger te worden voor het 25ste levensjaar.” De daadwerkelijke opsporing (of secundaire preventie) bestaat uit het vroegtijdig opsporen van borstkanker, voordat er klachten zijn. “Bij borstkanker zijn dat met name bevolkingsonderzoeken. Deze stellen vrouwen tussen 50 en 69 jaar voor om de twee jaar een mammografie te la-
drie uur wandelen doet het risico “opWekelijks herval met de helft dalen en de overleving op tien jaar met 6 procent toenemen ”
komt, kunnen bijvoorbeeld worden gescreend om na te gaan of er een genetisch verhoogd risico is. Afhankelijk van het resultaat volgt een intensieve controle en eventueel preventieve borstamputatie. “Een radicale maatregel”, verduidelijkt dr. Ivo Nagels. “Daarom raden we de brede bevolking aan om er gezonde levensgewoonten op na te houden,
ten nemen om hen zo te screenen op de aanwezigheid van borstkanker.” Door vroege opsporing is de kans op uitzaaiingen kleiner, de behandeling mogelijk minder ingrijpend en de overlevingskans groter.
Sommige elementen zelf in de hand Wat
men
tertiaire
preventie
Bewegen om je beter te voelen
© iStockphoto
TEKST: Sandra Gyles
Dr. Ivo Nagels, arts en wetenschappelijk medewerker Stichting tegen Kanker noemt tot slot heeft te maken met het voorkomen van de terugkeer van borstkanker, door regelmatige controles na de behandeling, of met complicaties als gevolg van deze kanker. “Hier gelden de algemene principes van preventie: gezonde voeding, een zeer beperkte alcoholconsumptie en regelmatige fysieke activiteit. Fysieke activiteit kan de vermoeidheid verminderen, een veel voorkomend probleem bij
zieken met kanker, en heeft ook op psychisch vlak een gunstig effect. Bovendien nemen de genezingskansen toe.” Zo werd bij mensen met borstkanker vastgesteld dat wekelijks drie uur wandelen het risico op herval met de helft doet dalen en de overleving op tien jaar met 6% toeneemt. Een belangrijk gegeven, want bij vrouwen die borstkanker hebben gehad, is het risico op een nieuwe borstkanker hoger.
Aangepaste fysieke activiteit is doeltreffend om vermoeidheid ten gevolge van kanker te bestrijden. Daarom heeft de Stichting tegen Kanker het bewegingsprogramma ‘Rekanto’ gelanceerd voor mensen met en na kanker. Op het programma: groepslessen aquagym, gymnastiek, yoga, enzovoort. Alle activiteiten zijn aangepast aan de fysieke conditie van de deelnemers en staan onder begeleiding van professionals. www.rekanto.be
“Identiteitskaart” helpt onnodig agressieve behandeling vermijden Tot voor kort had men alleen gegevens als de grootte van het gezwel, de invasie van de klieren of de aanwezigheid van uitzaaiingen om de therapiekeuze van borstkanker op te baseren. Maar een innovatieve diagnostische test maakt het sinds een jaar mogelijk om de behandeling af te stemmen op de patiënt. Naar verwachting moeten de uitkomsten van een studie die start in januari 2010 de terugbetaling van deze test mogelijk maken. TEKST: Sandra Gyles
“
De door ons ontwikkelde en door Ipsogen gecommercialiseerde test is gebaseerd op de DNA-chip of ‘microarray’, een soort identiteitskaart voor tumoren. Deze revolutionaire techniek maakt het mogelijk om (borst) gezwellen beter te classificeren en op basis daarvan de behandeling voor elke patiënt afzonderlijk te verfijnen”, verklaart dokter Christos Sotiriou. “Bijvoorbeeld door een lichtere behandeling voor te stellen aan vrouwen met een weinig agressieve tumor en een zwaardere behandeling aan vrouwen bij wie het gezwel genetische tekenen van agressiviteit vertoont.” Vroeger gebeurde het
namelijk regelmatig dat vrouwen die een laag risico leken te hebben toch nog een nieuw gezwel kregen, terwijl anderen met een hoog risico nooit meer met borstkanker te maken hadden. Bovendien kregen de meeste patiënten een chemokuur na het verwijderen van het gezwel, terwijl ze die zeker niet allemaal nodig hadden! “Klopt, het probleem situeerde zich met name bij gezwellen met een histologische graad 2 (tumoren met een onduidelijke uitkomst). Dankzij de genetische identiteitskaarten kunnen we nu ook voor deze groep met één enkele test bepalen welke behandeling de beste is. Resultaten tonen nu al aan dat gezwellen van genoomgraad 1 (met een goede
Dr. Christos Sotiriou, Jules Bordet Instituut Brussel
prognose) beter reageren op hormoontherapie en dat die van genoomgraad 3 (een agressieve vorm) gebaat zijn met chemotherapie.” De techniek is nog heel duur: een enkele test kost ongeveer 2 000 euro en het RIZIV betaalt dit niet terug. Routinegebruik is er dus nog niet bij. Een farmaeconomisch onderzoek geïnitieerd door het Jules Bordet Instituut moet het belang en de doeltreffendheid van de aanpak aantonen, zodat de terugbetaling van de test mogelijk wordt. De studie start in januari 2010 en omvat 150 patiënten uit zes Belgische ziekenhuizen. In de Verenigde Staten is terugbetaling voor een gelijkaardige test al het geval.
4 | KANKER
Hormoontherapie is geen wondermiddel Naast de drie klassieke behandelingswijzen van kanker (chirurgie, chemotherapie en radiotherapie) is hormoontherapie een succesrijke therapievorm. Hormoontherapie is echter geen wondermiddel, hoe onredelijk hoog de verwachtingen van sommigen misschien ook mogen zijn. tentieproblemen.” Aromataseremmers mogen alleen aan postmenopauzale vrouwen worden toegediend. Om de aanmaak van vrouwelijk hormoon bij de premenopauzale vrouwen te blokkeren, moet men overgaan tot medische (de hormoonproductie door de eierstokken stilleggen met LHRH-angonisten) of heelkundige castratie (de eierstokken wegnemen).
TEKST: Jan h. Verbanck
I
n een gesprek met professor Jacques De Grève, diensthoofd Medische Oncologie van het Oncologisch Centrum UZ Brussel kijken we even naar de huidige stand van zaken in verband met hormoontherapie.
De werking van hormoontherapie
Op www.borstkanker.net, legt Nancy Wouters van de vzw Kaboi de werking van hormoontherapie ongeveer als volgt uit. Hormonen zijn natuurlijke stoffen die het lichaam produceert en die lichaamsfuncties regelen, zoals het bloedsuikermetabolisme, de botgroei of de melkproductie in de borsten. Sommige kankersoorten (vooral borst- en prostaatkanker) hebben die hormonen nodig om te groeien. Dat betekent dat zich in die cellen plaatsen bevinden, de zogenaamde receptoren, waaraan oestrogeen of progesteron zich kan vasthechten. Er bestaan chemische substanties die sterk gelijken op oestrogeen of progesteron en die ook in de receptoren passen, maar die geen groeibevorderende werking op de kankercellen uitoefenen. Als die stoffen aan kankerpatiënten worden toegediend, kan de werking van de natuurlijke hormonen worden geblokkeerd. De stoffen nemen de plaats in van de natuurlijke hormonen (oestrogeen of progesteron), zodat ze de groei van kankercellen zullen vertragen of stoppen. De toediening van die stoffen noemt men hormoontherapie.
Beter dan Tamoxifen?
Prof. Jacques De Grève, diensthoofd Medische Oncologie van het Oncologisch Centrum UZ Brussel
Vaak de enige kankerbehandeling
Hormonen zijn dus lichaamseigen stoffen, maar de geneesmiddelen die bij hormoontherapie worden gebruikt, zijn dat niet. Ze beïnvloeden en veranderen het hormonale klimaat in het lichaam of doen het effect van de lichaamseigen stoffen teniet. “Hormoontherapie kan de aanmaak van hormonen stoppen of blokkeren, of de werking op de receptoren ervan stilleggen door analoge producten”, legt professor De Grève uit. Hormonaal ingrijpen bij borst- of prostaatkanker kan gebeuren naast andere therapievormen, maar in veel gevallen is de hormoontherapie de enige beste behandeling. “Het gaat er steeds om de balans op te maken van de schade die een behandeling veroorzaakt, in vergelijking met de voordelen die ze biedt”, aldus professor De Grève. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat hormoontherapie ook nadelen heeft.
moon blokkeren – die zelfs invaliderend kunnen zijn, of ook de afwezigheid van libido en po-
Ook osteoporose (botontkalking) is een veelvoorkomend fenomeen bij castratie of de toediening van aromataseremmers. De patiënt moet daarnaast dan weer specifieke medicatie nemen om de botafbraak tegen te gaan. Dat kan tot ingewikkelde geneesmiddelencocktails leiden... “Hormoontherapie is dus
Het bekende hormonale geneesmiddel Tamoxifen heeft een stevige reputatie opgebouwd. Wellicht ondermeer omdat het beschermt tegen osteoporose, terwijl het de borstkankercellen toch stopt. “Toch zijn de aromataseremmers qua doeltreffendheid iets beter dan Tamoxifen, ondanks de nadelige specifieke bijwerkingen ervan, zoals soms ernstige gewrichtsklachten”, voegt professor De Grève eraan toe. “De aromataseremmers verlengen na een behandeling de periode voor herval, al is een echt positief effect op het overleven moeilijk aantoonbaar.”
Hormoontherapie en vruchtbaarheid
Aromataseremmers
“Belangrijke bijwerkingen van chemotherapie (haaruitval, vermoeidheid, misselijkheid...) heeft hormoontherapie niet. Als we de aanmaak van oestrogeen echter blokkeren, krijg je wel menopauze-effecten, soms bij jonge vrouwen, die je moet opvangen. Ik denk daarbij ook aan gewrichtklachten – veroorzaakt door de aromataseremmers, die de aanmaak van vrouwelijk hor-
© iStockphoto
Daarbij houden we rekening met de mogelijke nadelen en nevenwerkingen van deze therapievorm. “Recent is er weinig nieuws ontwikkeld in de hormoontherapie”, zegt professor De Grève. “Voorlopig is de maximale efficiëntie bereikt met de aromataseremmers. De focus ligt momenteel op hoe we door combinatie met doelgerichte geneesmiddelen de hormoontherapie efficiënter kunnen maken voor die kankers die vandaag resistentie vertonen tegen hormonale manipulaties.”
lang niet zo onschuldig als het soms lijkt”, waarschuwt professor De Grève.
Tijdens de meeste hormoontherapieën is het voor vrouwen onmogelijk om zwanger te worden, al is hormoontherapie ook weer geen 100 % veilig anticonceptivum. “De eerste prioriteit bij kanker lijkt evenwel de overleving, waaraan de vruchtbaarheid ondergeschikt is”, oordeelt professor Jacques De Grève. “De onvruchtbaarheid bij hormoontherapie is niet onomkeerbaar. Na afloop van de therapie zijn er geen bezwaren meer om zwanger te worden, zij het altijd in relatie tot het individuele risicoprofiel van de patiënt in kwestie.” Naarmate de patiënte jonger is, is het effect trouwens des te omkeerbaarder.
KANKER
|
Hoe vroeger borstkanker wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing TEKST: Sandra Gyles
B
orstkanker is in Europa nog steeds de voornaamste doodsoorzaak door kanker voor vrouwen, maar gelukkig daalt de sterfte door deze kanker. Er tijdig bij zijn, is key. “En daar probeert ThinkPink een steentje aan bij te dragen”, aldus Heidi Vansevenant. “Door een gezonde levensstijl te promoten en sportieve evenementen te organiseren. En door jaarlijks een vernieuwende frisse campagne op poten te zetten om mensen bewust te maken van het belang van een tijdige controle en vrouwen te stimuleren om deel te nemen aan het gratis bevolkingsonderzoek.” Sinds de oprichting in september 2007 kan Think-Pink rekenen op de inzet van zo’n 150 vrijwilligers. Ook gaan steeds meer bedrijven achter de roze campagne staan door (een deel van) de opbrengst van hun producten te schenken aan de vzw. Denk aan de Samsung Ladyphone, de Yoplait-producten, de Veritas-horloges, het geluks-
armbandje van ICI Paris XL, de Boo!-handtas, de kalender van Lien Van de Kelder, enzovoort (actueel en volledig overzicht op www.think-pink.be). “De steun van commerciële partners en uiteraard van de mensen die de Think-Pink-producten kopen, is broodnodig voor het voortbestaan van onze campagnes”, benadrukt Heidi. “Het eerste jaar was dan ook tamelijk moeilijk: we moesten de nodige financiële middelen genereren, visibiliteit en credibiliteit creëren,…
uw borsten “ Naar laten kijken? Zeker weten! ” Nu worden het hele jaar door acties op touw gezet, met deze maand nog de start van de postkaartenactie ‘Vergeet-je-tietjenietje’. Een ander erg mooi concept is de ‘Belgium Race for The Cure®’, die we dit jaar voor het eerst in Antwerpen organiseerden. Zoveel roze zien wandelen en lopen, daar was ik echt door aangedaan. Dan besef je dat je er niet alleen voor staat!”
Waarom is een borstonderzoek een goed idee? Kleine gezwellen veroorzaken meestal geen klachten en vaak kunt u ze niet eens voelen. Daardoor weet een vrouw meestal niet dat ze een beginnende borstkanker heeft. Op een mammografie zijn kleine tumoren wel te zien. En hoe vroeger borstkanker wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing.
© Johan Maertens
Think-Pink, de permanente sensibiliseringscampagne in de strijd tegen borstkanker, staat al de hele maand oktober in de kijker. Maar borstkanker onder de aandacht brengen en houden is een werk van langere adem.
Heidi Vansevenant (47) Voorzitter Think-Pink “Een enorme vermoeidheid, dat was – achteraf bekeken – het signaal. Maar het enige wat ik deed, was vechten tegen de constante slaap. Tot een vriendin-verpleegster me aanraadde om toch eens bij de dokter langs te gaan. Uiteindelijk kreeg ik eind juni 2000 een telefoontje met het verdict: ‘een secundaire kanker waarvan we de primaire haard niet kennen.’ Hoe kan dat nu? Ik wist niet wat zeggen, vroeg alleen nog om me alles uit te leggen in mensentaal voor ik het mijn dochters, toen 11 en 13, kon vertellen. De kinderen bleven zoveel vragen stellen waar ik geen antwoord op wist: “Ga je nu dood? Gaat je haar uitvallen?” Uiteindelijk is de tumor samen met mijn schildklier succesvol verwijderd, maar de uitzaaiingen ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Om de zes maanden moet ik op controle, met laatst nog het bericht dat het volume is toegenomen. Ik weet dus perfect wat het is om te leven met het woord ‘kanker’ in je achterhoofd. En dat is wat me de motivatie gaf en geeft om me in te zetten voor Think-Pink. Want hoe vroeger (borst)kanker behandeld wordt, hoe groter de kans op genezing.” De vzw Think-Pink en haar strijd tegen borstkanker steunen kan door deel te nemen aan één van de activiteiten of door een bijdrage te storten op rekeningnummer 001-5758752-35.
Meer info op www.think-pink.be
Geef borstkanker geen kans ! Samsung en zijn retail partners slaan ook dit jaar opnieuw de handen in elkaar € /gsm in de strijd tegen wordt geschonken aan Think-Pink borstkanker. Want per verkochte GSM in Think-Pink versie schenken we 10 € aan de vzw Think-Pink.
10 steunt LIMITED EDITION
• • • •
Full Touch Screen Online & Offline Widgets 3MP Camera Full Internet Browser
Meer info: www.yoplait.be en www.runaroundtheworld.be www.samsungladyphones.be
5
6 | KANKER
Vermijd overbehandeling prostaatkanker Inzake prostaatkanker heerst nogal wat discussie over hoe zinvol vroegtijdige opsporing eigenlijk wel is. Veel mannen zijn ook bang van de gevolgen waarmee een behandeling gepaard kan gaan. We proberen klaarheid te scheppen in deze complexe materie. TEKST: Jan h. Verbanck
Een recent artikel in JAMA bijvoorbeeld vergelijkt klassieke chirurgie bij een groot aantal patiënten met robotgestuurde en laparoscopische ‘minimally invasive’ chirurgie. De bevinding is dat er – anders dan men vaak beweert – minder urinaire en seksuele complicaties zijn bij de klassieke chirurgie. De informatie moet te allen tijde ‘fair’ zijn om geen valse hoop te wekken.
De toekomst van hormoontherapie
Prof. Bertrand Tombal, uroloog, Cliniques Universitaires Saint-Luc, Brussel
“Ondanks het risico op overbehandeling mogen we toch niet uit het oog verliezen”, zo waarschuwt professor Tombal, “dat 60 tot 70 % van de gediagnosticeerde kankers een doortastende behandeling vergt, en dat 10 tot 30 % ervan agressieve vormen zijn die een multidisciplinaire benadering vergen, met inbegrip van hormoontherapie.” Vooral in combinatie met radiotherapie geeft hormoontherapie bij agressieve kankers de beste resultaten en betere overlevingskansen.
Het nut van vroegtijdige opsporing
De vraag rijst: is preventieve screening dan zinvol? Professor Bertrand Tombal, uroloog van de Cliniques Universitaires Saint-Luc in Brussel, zegt daarover: “De studie wijst uit dat het absolute voordeel relatief is. Men moet immers 1 410 mannen testen en vooral ook 48 van hen behandelen, om op tien jaar tijd één sterfgeval ten gevolge van prostaatkanker te voorkomen. Die cijfers zijn veeleer ontnuchterend.” Wat is in dat geval de te volgen denkpiste? Professor Tombal: “Gemiddeld moet men bij vier mannen een biopsie nemen om één kanker te vinden. Door prostaatkanker in een vroeger stadium op te sporen, komen zogenaamde ‘indolente prostaatkankers’, wat betekent dat het onwaarschijnlijk is dat de kanker zich zal verspreiden, aan het licht die geen invloed hebben op de overleving en die perfect op te volgen zijn zonder dat de patiënt meer risico loopt. Tussentijdse rapporten
© iStockphoto
I
n maart heeft de New England Journal of Medicine de resultaten gepubliceerd van de European Randomized Study of Screening for Prostate Cancer (ERSPC). Daaruit blijkt dat systematische screening van mannen van tussen 50 en 69 jaar het aantal overlijdens ten gevolge van prostaatkanker na tien jaar met 20 % doet dalen.
van de ERSPC wijzen uit dat 30 tot 40 % van de via screening ontdekte kankergevallen in feite geen behandeling behoeven. Het risico op overbehandeling is dus niet denkbeeldig.”
“
De impact van nevenwerkingen bij de behandeling is niet te onderschatten
”
Beloftevolle ultrasone technologie
De opsporing van prostaatkanker staat dus voor een dubbele uitdaging: het aantal negatieve biopsieën terugdringen zonder agressieve kankers over het hoofd te zien en overbehandeling vermijden. De verbetering van de beeldvormingstechnieken door middel van echografie is in dat licht beloftevol. “Histoscanning”, zegt professor Tombal, “gebruikt de rekenkracht van de hedendaagse computers om een veel beter beeld te krijgen van de prostaatweefselstructuur dan met het
menselijke oog überhaupt mogelijk is.” Het grote voordeel van die techniek is de eenvoud waarmee hij toegepast kan worden, naast de mogelijkheid om analyses te doen ‘in real time’. “Naast de echografie maken ook de magnetic resonance imaging (MRI) en de nieuwste biologische tests trouwens sprongen voorwaarts”, voegt professor Tombal eraan toe. “Zoals de urinaire dosering van het PCA3-gen, wat toelaat de agressiviteit van een tumor beter in te schatten.”
Nevenwerkingen van de behandeling
Een aantal prostaatkankerpatiënten moet hoe dan ook een behandeling ondergaan. De impact van de nevenwerkingen is in dat geval zeker niet te onderschatten. Het gaat dan vooral om problemen bij het plassen, incontinentie of hoge nood, en veranderingen in de erectiekwaliteit. Met name jongere mannen hebben met dat laatste euvel moeite, omdat het hun gevoel van mannelijkheid aantast. “Alle behandelingsvor-
men (chirurgie, radiotherapie of brachytherapie) leveren in enige mate urinaire of seksuele problemen op” ,aldus professor Tombal. “Die realiteit negeren is zonder meer een inbreuk op de eed van Hippocrates. De impact van de behandeling moet vooraf goed ingeschat worden. Men mag zeker niet alleen de voordelen in de verf zetten! In een correcte geneeskunde is er geen plaats voor publiciteit.”
Opnieuw zijn de nevenwerkingen evenwel niet te verwaarlozen. “Er is een hernieuwde interesse voor de geneesmiddelen die de androgeenreceptor in de cel blokkeren. Men kan ze alleen gebruiken om bepaalde nevenwerkingen van hormoontherapie te vermijden, of in combinatie met castratie om meer doeltreffendheid te bekomen. Vooral de vooruitzichten voor Abiraterone en MDV3100 (nog in klinische testfase) zijn goed”, besluit professor Tombal.
Leven met prostaatkanker De ideale benadering, vanaf de diagnose tot en met de behandeling, is voor artsen niet altijd vanzelfsprekend, laat staan voor de patiënt! Wie zich met de diagnose ‘kanker’ geconfronteerd ziet, bevindt zich in een uiterst kwetsbare positie. De klacht bij uitstek bij de patiënten is dat ze zich in de steek gelaten voelen. “Ze missen bevredigende en begrijpelijke informatie, en begrip voor hun toestand, hun ziekte en hun verwachtingen”, beseft professor Tombal. “Zorgverbetering is mogelijk door stil te staan bij vragen als: hoe breng je de diagnose op een serene manier over en hoe kies je de behandeling die voor de individuele patiënt in kwestie de meest gepaste is? Vervolgens verdient de patiënt alle mogelijke begeleiding tijdens het behandelingstraject.”
KANKER
|
7
Zin en onzin over baarmoederhalskankervaccinatie Onze kennis over het HPV-virus als veroorzaker van onder andere baarmoederhalskanker mag dan zijn toegenomen, daarmee zijn de misverstanden rond screening en vaccinatie de wereld nog niet uit. Prof. dr. Wiebren Tjalma ijvert voor een wijdverbreide vaccinatie. Omdat de vaccins wel degelijk veilig en effectief zijn, en in combinatie met kwalitatieve screening het HPV-virus een halt kunnen toeroepen. lijke – en in ons land frequente – types 16 en 18. Het ene vaccin beschermt daarbovenop tegen 6 en 11, verantwoordelijk voor genitale wratten. In het andere zit dan weer een hulpstof die voor meer antilichamen zorgt. Door vaccinatie kan men 4 van de 5 baarmoederhalskankers voorkomen. Het is dus belangrijk dat alle vrouwen zich laten vaccineren, ook al zijn ze reeds seksueel actief. De terugbetalingsregeling geldt voor meisjes tussen 12 en 18 jaar.
TEKST: Sandra Gyles
… Screening blijft belangrijk
O
nze kennis over het HPV-virus als veroorzaker van onder andere baarmoederhalskanker mag dan zijn toegenomen, daarmee zijn de misverstanden rond screening en vaccinatie de wereld nog niet uit. Prof. dr. Wiebren Tjalma ijvert voor een wijdverbreide vaccinatie. Omdat de vaccins wel degelijk veilig en effectief zijn, en in combinatie met kwalitatieve screening het HPV-virus een halt kunnen toeroepen.
© iStockphoto
Prof. dr. Wiebren Tjalma, UZ Antwerpen
vendien ligt het HPV-virus aan de basis van 10% van alle kankers.”
Vaccinatie: ja, maar…
Het nut van de vaccinatie is volgens Prof. dr. Tjalma een feit. Ook voor personen die al (jaren) seksueel actief zijn. “Ongeveer de helft van de mensen maakt anti-
lichamen aan nadat ze de infectie hebben opgelopen, de andere helft niet! Bovendien neemt de kwaliteit van antilichamen op termijn af en is er een kans dat je later een ander type HPV-infectie krijgt.” Er bestaan namelijk verschillende ‘families’. De twee beschikbare vaccins bieden bescherming tegen de schade-
“Regelmatig een uitstrijkje laten nemen, blijft noodzakelijk, maar heeft twee kanten: de infectie wegsnijden is heel eenvoudig en daardoor leidt ‘overscreening’ al snel tot ‘overbehandeling’ van meisjes bij wie de infectie anders mogelijk spontaan zou verdwijnen. Met alle gevolgen van dien.” Los van de stress en het ongemak is er het risico op een verzwakte baarmoederhals en dus vroeggeboorte. “Ik pleit dus voor goed georganiseerde vaccinatie rond 12 jaar (nog voor er infectie kan
HPV-virus ligt “aanHetde basis van 10% van alle kankers ” Baarmoederhalskanker is een van de weinige kankers die quasi altijd veroorzaakt worden door een virus. In dit geval het HPVvirus, dat wordt overgedragen via seksuele betrekkingen of intiem contact van huid op huid. De kans dat je een HPV-infectie oploopt tijdens je leven ligt tussen de 80 en 90%. De meeste infecties verdwijnen spontaan binnen twee jaar. Ongeveer 20% kan ons lichaam niet opruimen en uiteindelijk groeit 1% uit tot baarmoederhalskanker.” Dat lijkt weinig, maar vergis je niet: jaarlijks worden in België circa 650 nieuwe gevallen vastgesteld en overlijden 270 vrouwen ten gevolge van de ziekte. Wereldwijd sterft er elke twee minuten iemand aan. “Bo-
GSK: een bedrijf dat zich engageert in het onderzoek naar innovatieve therapeutische behandelingen tegen kanker
optreden), een afwachtende houding bij jonge meisjes en vrouwen (met alleen behandeling van infecties die niet vanzelf weggaan) en een kwalitatieve, driejaarlijkse screening vanaf 25 jaar. Overigens moet niet alleen de kwaliteit van de screening, maar ook de screeningsparticipatie omhoog. In België ligt die maar op 59%!”
Misverstanden van de baan
De beschermingsduur van de vaccins is nog niet met zekerheid vastgesteld doordat de eerste personen het vaccin nog maar enkele jaren geleden kregen toegediend. Huidige studies spreken van 7 tot 10 jaar. “Ik benadruk nogmaals dat het vaccin veilig is. Het wordt toegediend in drie stappen en de enige nevenwerkingen zijn koorts en pijn of roodheid en zwelling op de plaats van de inenting.” Deze reacties verdwijnen binnen enkele dagen. Een zeldzame uitzondering is een allergische reactie, maar dat geldt voor alle vaccins. “In combinatie met screening zijn we dankzij het vaccin nu in staat de ziekte bijna helemaal uit te roeien.”
© iStockphoto
8 | KANKER
Rookstopconsultaties voortaan terugbetaald Tegenwoordig bestaan er verschillende manieren om te stoppen met roken: groepstherapie, individuele coaching, online rookstopprogramma’s, telefonische hulp, boeken, en zelfs een rookstopprogramma voor draagbare spelcomputers. Het Nationaal Kankerplan, dat minister van volksgezondheid Onkelinx ontwikkelde in samenspraak met de sector, voorziet vanaf 1 oktober 2009 in de gedeeltelijke terugbetaling van rookstopconsultaties, als deze worden uitgevoerd door een arts of een erkend tabakoloog.
I
ndividuele rookstopbegeleiding verloopt meestal gespreid over een drietal maanden. De patiënten melden zich bij de rookstopconsulent op eigen initiatief, of na doorverwijzing door hun arts. Het intakegesprek (eerste sessie) met de
rookstopconsulent neemt meestal drie kwartier in beslag. In het individuele rookstopprogramma van het UZ Leuven gaan de rokers nadien bij de longspecialist langs. Die controleert de medische toestand en overlegt wat er mogelijk is qua medicamenteuze hulp tijdens de rookstop. Voor de volgende sessies komen de rokers
Stoppen met roken… Het kan! Wilt u stoppen met roken? De Tabak Stop Lijn is er voor u. U kunt er terecht met al uw vragen rond stoppen met roken. Artsen en psychologen met een speciale vorming in rookstopbegeleiding geven u persoonlijk advies. Met hun hulp is stoppen met roken mogelijk! U kunt gratis bij de Tabak Stop Lijn terecht: • Via de telefoon: elke werkdag van 15 tot 19 uur voor persoonlijk advies • De RookStopCoach: 24 uur op 24 voor online advies Vanaf 1 oktober 2009 worden rookstopconsultaties bij artsen en erkende tabakologen gedeeltelijk terugbetaald.
[email protected] • www.kanker.be
Nackaerts. “De drempel voor zo’n begeleiding is laag en vele rokers hebben toegang tot een computer. Door de dagdagelijkse coaching bij die programma’s kun je op elk moment perfect inspelen op wat de roker voelt of ervaart, misschien nog intensiever dan bij individuele begeleiding. Coaching is het woord en hoe je dat doet, moet je vooral laten afhangen van de roker zelf.”
terug bij de rookstopconsulent, die hen verder begeleidt door het proces. “Een doorsnee rookstopbegeleiding bestaat meestal uit zes tot acht contacten”, schetst professor Nackaerts, longspecialist aan het UZ Leuven. “Voor de eerste consultatie die wat langer duurt, is een terugbetaling van 30 euro voorzien. De tweede tot de achtste consultaties worden terugbetaald aan 20 euro. Die maatregel kan zeker een boost geven om individuele rookstopbegeleiding voor velen nog aantrekkelijker en beter bereikbaar te maken.”
De keuze ligt bij de rokers zelf
Individuele rookstopbegeleiding is echter niet voor elke roker de beste oplossing. Sommige mensen hebben moeite met de individuele aanpak en doen liever een beroep op groepstherapie, terwijl anderen dan weer zweren bij persoonlijke begeleiding. Als roker kies je dus liefst voor de therapie die jou het meest aanspreekt. De slaagcijfers bij individuele rookstopbegeleiding ogen vrij mooi. “We hebben een slaagcijfer van 35 % op het einde van de begeleiding”, onthult professor Nackaerts. “Als je het profiel van de rokers bekijkt die wij begeleiden,
Prof. Dr. Kristiaan Nackaerts, longspecialist, K.U.Leuven dan mag je daar tevreden mee zijn omdat je weet dat geen enkele methode 100% slaagkans biedt. Twee op de drie rokers houden dus niet vol of hervallen. Vaak volgt er dan later een nieuwe poging of doen ze een beroep op andere hulp. Nieuwe medicamenteuze hulpmiddelen kunnen in de toekomst de slaagkansen hopelijk verder mee helpen verhogen..”
Coaching is het sleutelwoord
Mensen die liever geen beroep doen op een arts, een psycholoog of een boek, kunnen tegenwoordig via online rookstopprogramma’s een rookstopplan volgen. “Ik kan dat alleen maar aanmoedigen”, klinkt het bij professor
In het hele rookstopproces blijft sensibilisatie natuurlijk ontzettend belangrijk. Daar ligt nog steeds een belangrijke taak weggelegd voor de overheid. Om de impact van de terugbetaling van rookstopconsultaties degelijk in te schatten, zullen we wellicht nog enkele jaren moeten wachten.
Stoppen met roken. Het kan! © iStockphoto
TEKST: Marc Steens
Voor bijkomende informatie, gratis advies en begeleiding kunt u terecht bij de Tabak Stop Lijn op het nummer 0800 111 00.
KANKER
|
9
Nieuwe behandelingen van longkanker? Jaarlijks tellen we in België rond de 7 000 nieuwe gevallen van longkanker. Bij mannen is het de tweede meest voorkomende kanker, bij vrouwen de derde. Longkanker is in ons land wel de belangrijkste doodsoorzaak ten gevolge van kanker. Amper 20% van de patiënten met longkanker geneest daadwerkelijk. Het is immers een moeilijk te behandelen vorm van kanker. Momenteel lopen er echter onderzoeken naar nieuwe behandelingen, die op termijn de genezingskansen moeten doen stijgen.
Prof. Dr. Johan Vansteenkiste, longspecialist, K.U.Leuven TEKST: Marc Steens
G
© iStockphoto
rosso modo bestaan er twee soorten van longkanker: kleincellige en niet-kleincellige longkanker. In 85 % van de gevallen gaat het om longkanker van niet-kleincellige vorm. “De meest aangewezen behandeling voor niet-kleincellige longkanker in een vroeg stadium is nog altijd chirurgie”, aldus professor Vansteenkiste, longspecialist van de K.U.Leuven. “We kunnen een onderscheid maken tussen drie grote groepen. De eerste is die waar een vroege diagnose mogelijk is en patiënten geopereerd kunnen worden. De genezingskansen daar schommelen tussen 40 à 50 %. De tweede groep is die waarbij de lokale tumor al wat groter is. Een chirurgische ingreep gebeurt daar vaak in combinatie met andere behandelingen, vooral chemotherapie. 20 à 25 % van de patiënten geneest. Ten slotte zijn er de patiënten met uitzaaiingen. Zij genezen niet. Door recente ontwikkelingen, onder andere betere chemotherapie en nieuwe biologische geneesmiddelen (“targeted agents”), kunnen we ze wel beter en langer laten leven.”
Vroege diagnose voor betere genezingskansen
Eén van de redenen waarom de genezingskansen bij longkanker lager liggen dan bij pakweg borstkanker, is dat de longen een zogenaamd stil orgaan zijn. “Iemand die een gezwel in de borst krijgt, voelt dat”, schetst professor Vansteenkiste. “Een man met een prostaatgezwel heeft problemen bij het plassen en voelt dat er iets aan de hand is. Bij longen ligt dat
anders omdat ze geen pijnbezenuwing hebben. Pas wanneer het gezwel groter wordt en gaat drukken, ontstaan er klachten van pijn en kortademigheid. Dan zit je echter al vaak in een gevorderd stadium. Met een vroege diagnose zouden de geneescijfers veel beter zijn.” Momenteel schommelen de genezingskansen voor longkankerpatiënten uit groep 1 tussen de 40 à 50 %. Uitzaaiingen zijn daar verantwoordelijk voor het merendeel van de overlijdens. Dat betekent dus dat er na de chirurgische behandeling ergens kankercellen zijn overgebleven. Dat residu probeert men uit te roeien. “De standaard aanvullende behandeling na chirurgie is chemotherapie”, vertelt professor Vansteenkiste. “Daardoor is de genezingskans met 5 à 10 % verbeterd. Een ingreep aan de longen is echter behoorlijk zwaar. Het is dan ook soms moeilijk om na de operatie de volle dosis chemo toe te dienen. Longkankerpatiënten zijn meestal oudere patiënten bij wie de levenskwaliteit in het gedrang zou komen met chemotherapie op volle kracht.”
Nieuwe behandelingen van longkanker
Er lopen onderzoeken naar alternatieve behandelingen. Eén van de veelbelovende pistes is die van de immunotherapie, waarbij men doelgericht te werk gaat tegen kankercellen die na chirurgie in het lichaam blijven. “Omdat deze therapie doelgericht te werk gaat tegen de kankercellen, krijg je ook weinig nevenwerkingen bij een behandeling. Enkel de kankercellen worden getroffen, belangrijk voor de levenskwaliteit tijdens de behandeling.” Andere pistes voor nieuwe therapieën in een vroeg stadium van de ziekte, zijn de zogenoemde “targeted therapies”, door toediening van geneesmiddelen, die gericht zijn tegen welbepaalde receptoren aan de oppervlakte van de tumorcel. Deze nieuwe behandelingen worden nu getest in wereldwijde onderzoekingen bij duizenden testpersonen.
“ Deze tekst kwam tot stand met de f inanciële steun van GlaxoSmithKline ”
10 | KANKER
Radiotherapie in volle evolutie Bij de behandeling van het merendeel van de kankers speelt radiotherapie een rol, meestal in combinatie met een chirurgische ingreep en chemotherapie. Klinische studies wijzen immers uit dat de slaagkansen groter zijn bij een combinatie van behandelingen en dat vaak ook de levenskwaliteit stijgt. Radiotherapie zorgt er bijvoorbeeld voor dat tumoren, die vroeger niet opereerbaar waren, nu wel geopereerd kunnen worden. lume met verschillende bundels uit verschillende richtingen bestraald. Tijdens het bestralen worden de bundels gemoduleerd. “Een verdere verbetering van de situatie is dat we geval per geval kunnen bekijken om de beste behandeling te bepalen, maar daar zijn we nog niet”, vertelt professor Mareel. “Je moet niet alleen bekijken of de resultaten opwegen tegen de bijwerkingen, maar ook of het financieel wel haalbaar is.”
Prof. Marc Mareel, dienst radiotherapie, UZ Gent TEKST: MARC STEENS
W
aar ook bewijzen voor bestaan, is dat de genezingscijfers stijgen wanneer de radiotherapie over een kortere periode loopt en sneller na de operatie aanvat. “Alle radiotherapie op pakweg enkele dagen tijd geven, lukt ook niet, want dat zou te veel bijwerkingen meebrengen”, schetst professor Mareel (dienst radiotherapie, UZ Gent). “Je zou wel kunnen overwegen om meer dan vijf sessies per week te voorzien, met bijvoorbeeld twee keer per dag bestralingen.”
© iStockphoto
Om het genezingscijfer te verbeteren, zijn er echter ook nog andere mogelijkheden. “Als we erin slagen te achterhalen waarom sommige patiënten niet genezen en andere wel, kunnen we daaraan werken”, aldus professor Mareel.
“Daarom pleit ik om ook tijdens de behandeling met bio imaging te werken. Nu kijken we naar de toestand van de patiënt voor de behandeling en na afloop ervan, maar tussenin gebeurt er niets op het vlak van beeldvorming. Als je na twee of drie sessies kunt nagaan hoe de tumor reageert op de behandeling kun je bijsturen waar nodig. Ook financieel is dat een haalbare kaart.”
Voor moeilijk te bereiken locaties is radiotherapie nog altijd de beste keuze. Uit cijfers blijkt echter dat hoe beter lokale behandeling werkt, hoe meer uitzaaiingen een probleem worden. “Borstkankerpatiënten overlijden bijna nooit meer aan de lokale problemen, wel aan metastasen. Bij melanomen zien we hetzelfde fenomeen”, aldus professor Mareel. In de toekomst lijkt er ook een rol
weggelegd voor hadrontherapie. Er zijn proeven die aantonen dat het effect van hadron op uitzaaiingen beter is dan dat van fotonenbundels. Hadron zou daarenboven een daling van het aantal secundaire tumoren, die door de behandeling veroorzaakt worden, met zich mee moeten brengen. Het kostenplaatje van deze nieuwe vorm van radiotherapie ligt echter vooralsnog behoorlijk hoog.
Pijn: de controle behouden
Pijn is voor kankerpatiënten zonder meer één van de meest belastende factoren inzake de levenskwaliteit. Reden genoeg dus om ze tot een voor de patiënt aanvaardbaar niveau terug te brengen. Alleen is het pijnniveau quasi onmogelijk objectief vast te stellen... TEKST: JAN H. VERBANCK
Blijvende vooruitgang
Hoewel de relatieve bijdrage van radiotherapie moeilijk te berekenen valt, blijkt duidelijk dat radiotherapie nog steeds in de lift zit. Dat uit zich niet alleen in meer toepassingsmogelijkheden, maar ook in de vooruitgang die nog altijd wordt geboekt. Zo draait IMRT (intensiteitsgemoduleerde radiotherapie) al een tijdje mee. Daar wordt het te bestralen vo-
Resultaten doortrekken
Prof. Wim Distelmans, palliatieve geneeskunden, VUB “Ik wil pijnvrij zijn, al betekent het zelfs dat ik compleet versuft en verdoofd ben.” Het is niet ongewoon voor mensen die door pijn verteerd worden, om op die quasi wanhopige manier te reageren. Ook in minder extreme gevallen moet de zorgverlener met de patiënt overleggen over wat de pijn voor de persoon in kwestie betekent en hoe die behandeld moet worden. Van buitenaf blijft dat ontzettend moeilijk te beoordelen.
Geen paternalisme
“Mijn uitgangspunt is: de patiënt heeft altijd gelijk, als het zijn eigen pijn betreft”, zegt Wim Distelmans, professor palliatieve geneeskunde aan de VUB. “Een betuttelende houding – in de zin van: ik heb hem toch dit of dat product gegeven, dus hij
kán geen pijn hebben – is uit den boze. In de praktijk is dat evenwel niet altijd even evident.” De pijn kan immers een schreeuw om aandacht zijn en die verdient alle aandacht. “Pijn is lang niet alleen een lichamelijke gewaarwording”, zegt Wim Distelmans daarover. “De pijn als sensatie in de hersenen is een ontzettend complex gegeven. We mogen de emotionele impact alleszins niet onderschatten.” Pijn na een heelkundige ingreep kan voorbijgaand zijn, maar ernstige kankerpijn is veelal chronisch en continu. Ze gaat niet weg. Ze is integendeel structureel en progressief, waardoor ze psychologisch zeer slopend kan zijn. De medicatiedosis verhogen is de enige uitweg. “De negatieve mythe rond morfine, als zou de toediening daarvan samenhangen met ‘het begin van het einde’, is in dit verband zeer betreurenswaardig”, aldus Wim Distelmans.
Tot wanhoop gedreven
De impact van pijn op de hele levenskwaliteit kan dermate groot zijn, dat mensen vanwege de pijn neiging vertonen tot suïcidaal gedrag of tot een euthanasievraag. Als zorgverlener mag je daar niet zomaar op ingaan, vindt Wim Distelmans: “In 80 % van de gevallen is de pijn binnen vierentwintig of achtenveertig uur reduceerbaar tot een voor de patiënt aanvaardbaar niveau, zo-
dat hij weer aan iets anders kan denken.” Daarvoor zijn geen ingewikkeld lijkende technieken, met pijnpompen of infusen nodig. Het kan met eenvoudige pilletjes die we langs de mond innemen. Het grote voordeel van werken met orale toediening is dat die de patiënt het gevoel geeft zelf controle te behouden. Je kunt altijd, in overleg met de behandelende arts, een pilletje meer of minder nemen, en ook als de arts niet beschikbaar is, behoud je je zelfredzaamheid.
Supportieve zorg
Naast de mythe van morfine is nog een andere associatie met doodgaan betreurenswaardig, namelijk dat palliatieve zorg pas in de terminale fase aan de orde is. “Ik gebruik de term ‘palliatief ’ eigenlijk niet graag”, zegt Wim Distelmans, “omdat die al te vaak verengd wordt tot ‘terminaal’. We kunnen iemand niet meer genezen, en dus gaat die dood.” Dat klopt niet, vindt Distelmans. “Iemand die niet te genezen is, kan nog zéér lang met zijn ziekte leven – denk maar aan traag vorderende prostaatkankers bijvoorbeeld – maar door een goede supportieve zorg in teamverband heeft de geneeskunde dergelijke patiënten op het vlak van levenskwaliteit nog heel veel te bieden. Palliatieve zorg omvat dus zowel supportieve als terminale zorg.”
KANKER
|
11
Betere behandeling garandeert normaal leven Thalassemie is een genmutatie die de productie van hemoglobine verhindert. Hemoglobine zorgt in het bloed voor het transport van zuurstof naar de verschillende organen. De aandoening, die vooral voorkomt bij mensen uit het Middellandse Zeegebied, is erfelijk en wordt al op zes maanden na de geboorte vastgesteld. Veertig jaar geleden was de levensverwachting voor patiëntjes hooguit vijf jaar. Vandaag maken nieuwe behandelingsmethodes en betere geneesmiddelen een lang en normaal leven mogelijk. © iStockphoto
TEKST: Bjorn Cocquyt
T
halassemie bestaat in twee varianten. Een minorvariant bij mensen die drager zijn, maar zelf nauwelijks ziek zijn, en een majorvariant. Mensen die drager zijn, weten dat vaak niet omdat de klachten heel algemeen zijn: vermoeidheid, weinig energie, kortademigheid. “Huisartsen denken dan snel aan ijzertekort”, weet prof. dr. Vermylen van het UCL Sint-Lucas. “Het is pas bij een grondig bloedonderzoek dat men ziet dat de rode bloedcellen kleiner zijn dan normaal en er dus sprake is van thalassemie.”
Maandelijkse bloedtransfusie
Thalassemie major stelt men echter heel snel vast, gemiddeld in de zesde maand na de geboorte. “Baby’s zijn heel erg vermoeid, ze hebben nauwelijks nog energie om te eten of te drinken. Ze stoppen met groeien en hebben een abnormaal dikke buik omdat hun lever en milt opgezwollen zijn door een opstapeling van ijzer”, somt dr. Vermylen de symptomen op. “Vroeger kon je aan het uiterlijk van een kind zien dat het thalassemie had. Het lichaam produceerde meer beenmerg om het tekort aan hemoglobine te compenseren. Patiëntjes hadden daardoor een uitzonderlijk groot hoofd, terwijl ze voor de rest heel klein waren. Ook de gezwollen buik was heel typerend. Sinds bloedtransfusies mogelijk zijn, zien de patiëntjes eruit zoals elk ander kind.” Thalassemiepatiënten moeten maandelijks een bloedtransfusie ondergaan, vanaf de leeftijd van zes maanden. “Zonder bloedtransfusies lag de levensverwach-
Prof. Dr. Vermylen, UCL Sint-Lucas ting op vier à vijf jaar”, zegt dr. Vermylen. “Maar zelfs met bloedtransfusies lag die niet hoger dan vijftien, twintig jaar.” Door het toedienen van bloed stapelde het lichaam immers een overschot op aan ijzer, dat terechtkwam in de organen. “Thalassemiepatiënten hadden ernstige problemen met de lever, de schildklier, de pancreas, de testikels en de eierstokken. Uiteindelijk begaf het hart het als eerste, door het teveel aan ijzer.”
Een normaal leven
Sinds de jaren zeventig bestaan er geneesmiddelen die het teveel aan ijzer afbreken. Aanvankelijk bracht de patiënt die zelf toe met een pompje. Thalassemie was niet langer levensbedreigend. Maar de behandeling met het pompje duurde twaalf uur per etmaal en belette een normaal sociaal leven. “De doorbraak kwam er een vijftal jaar geleden”, zegt dr. Vermylen, “toen orale medicatie op de markt kwam. Het volstaat nu ’s ochtends voor het ontbijt één pil in te nemen. De twaalf uur durende behandeling met het pompje is overbodig geworden en de levenskwaliteit van de patiënten is drastisch verbeterd. Alleen de maandelijkse bloedtransfusies blijven een noodzakelijk kwaad.” Niet alleen de levenskwaliteit
is erop vooruitgegaan. Met de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen stijgt ook de levensverwachting. “De oudste tha-
lassemiepatiënten zijn rond de vijfenveertig. Het is de eerste generatie die de vruchten plukt van de betere behandelingsmethodes
sinds de jaren zeventig. Niets wijst er op dat ze niet heel oud zouden kunnen worden”, zegt dr. Vermylen.
Een grote overwinning Graziella Soggia is voorzitter van de Belgisch-Mediterrane vereniging voor de strijd tegen thalassemie en heeft zelf een kind verloren aan de ziekte. Sinds 1981 brengt ze thalassemie en de strijd ertegen onder de aandacht van het grote publiek en de medische wereld. “De continue behandeling is bijzonder zwaar. Patiëntjes kunnen zich geen leven zonder het ziekenhuis voorstellen. De maandelijkse bloedtransfusie bepaalt het levensritme van het hele gezin”, weet Graziella. “Om zeven uur ’s avonds moest je de behandeling met het pompje starten, anders was je de dag erop niet klaar voor schooltijd. Vakanties werden ingepland tussen twee transfusies door. De ontwikkeling van orale geneesmiddelen is een echte bevrijding. Een grote overwinning die het leven van de patiënten helemaal heeft veranderd”,zegt ze enthousiast. “Een sociaal leven is niet langer uitgesloten.” Dat het geen evidentie is om je kind een normaal sociaal leven te geven, weet ze maar al te goed. “Ik heb een vrouw gekend die drie kinderen aan thalassemie had verloren. Toen het vierde zieke kind wilde leren auto rijden, bleek dat ze niet kon lezen. De moeder had haar kind nooit naar school gestuurd, uit schrik dat ze daar allerlei ziektes en infecties zou oplopen.”
Uw partner in hematologie
ONCO - OG - 10/08 - 5153
www.novartis.com
© iStockphoto
12 | KANKER
Hoofd- en halskanker: stop met roken en drinken! Van longkanker weten we allemaal dat het verband met roken dominant is. Van hoofd- en halskanker is dat wellicht minder bekend. Nochtans zijn roken en alcohol drinken dé risicofactoren voor de onder die noemer verzamelde, eerder zeldzame kankersoorten. TEKST: Jan H. Verbanck
Prof. Vincent Vander Poorten, K.U.Leuven
N
eus-, keel- en oorkanker (NKO) en bij uitbreiding hoofd- en halskanker, waar mondkanker eveneens onder valt, komt misschien minder frequent voor, maar de hele verzameling samen is toch goed voor een zesde plaats op de ranglijst van meest frequente kankersoorten. Het gaat in Vlaanderen om 1 100 nieuwe gevallen per jaar (1 200 als we schildklierkanker meetellen). De meeste van die kankers (90 %) treffen de slijmvliezen van de bovenste lucht- en spijswegen: mond, keel, neus en sinussen, slokdarm, strottenhoofd, stembanden.
De grote oorzaak
“Er is geen enkele discussie over”, zegt professor Vincent Vander
Poorten van de KU Leuven: “Zoals bij longkanker het geval is – kanker van de luchtwegen onder de stembanden – zo is het ook voor de slijmvliezen van de stembanden en daarboven; ze worden door tabaks- en alcoholgebruik aangetast. In campagnes bij het grote publiek rond die risicofactoren verdienen de mond- en keelkankers zeker ook de nodige aandacht.” Daarnaast speelt het Humaan Papilloma Virus (HPV), dat sterk met baarmoederhalskanker geassocieerd wordt, ook een rol bij amandel- en keelkanker. De associatie met roken, alcohol en HPV geldt dus niet voor alle kankersoorten in deze verzameling van hoofd- en halskankers. In het geval van schildklier- en speekselklierkanker geldt ze bijvoorbeeld niet. Oorkanker komt bijna niet voor. Kanker van de oorschelp (eigenlijk een type huidkanker) is nog het meest frequent.
Goede overlevingskansen
Globaal, voor alle kankersoorten in deze categorie samen, geneest één op de twee patiënten die in behandeling zijn, maar de onderlinge verschillen tussen de subtypes zijn groot. “Bij de slijmvliestumoren, die 90 % uitmaken van de hoofd- en halskankers, hangt de prognose erg af van waar precies in het hoofd-halsgebied de kanker voorkomt”, legt professor Vander Poorten uit. Zoals bij
veel kankers is vroegtijdige opsporing doorslaggevend. “Kanker aan de stembanden geeft onmiddellijk symptomen, zoals heesheid”, aldus professor Vander Poorten. “Als we er vroeg bij zijn, is genezing in 95 % van de gevallen mogelijk. Is de kanker twee centimeter hoger gesitueerd, aan het strotklepje bijvoorbeeld, dan kan de tumor groot worden, vooraleer er symptomen opduiken. De patiënt voelt niets en heeft geen sliklast. Een grotere tumor met eventueel uitzaaiingen naar de halsklieren geeft een veel slechtere kans op overleving.”
Impact van de behandeling
Ook qua behandeling zijn er voor deze categorie geen algemeen geldende regels. Wat de beste oplossing is, hangt sterk af van om welk type kanker het gaat en in welk gebied precies. “De slijmvliezen in de mond behandelt men meestal met chirurgie, indien nodig aangevuld met radiotherapie en/of chemotherapie”, weet professor Vander Poorten. “Voor kanker aan het strotklepje evenwel is initieel radio- of chemotherapie aangewezen. Chirurgie houdt men in dat geval achter de hand, voor wanneer de behandeling met radio- of chemotherapie niet de gewenste resultaten oplevert. Chirurgie op die plaats is immers veel mutilerender. State of the art is dat dit multidisciplinair besproken wordt.” In veel gevallen van hoofd- en
Kankerbehandeling: meer en meer orgaansparend en minder invasief De laatste jaren is in de behandeling van kanker in het algemeen, maar zeker ook voor de hoofd- en halstumoren, een enorme shift merkbaar in de richting van minder invasieve vormen van chirurgie en minder chirurgische behandelingen tout court. Orgaansparende ingrepen zijn bijvoorbeeld mogelijk dankzij transorale en endoscopische laserchirurgie. Sneden in het aangezicht of schedelopening komen veel minder voor, omdat men tegenwoordig door de neus kan opereren. Ook de gevreesde laryngectomie (wegsnijden van het strottenhoofd) is in veel gevallen vermijdbaar door performantere en gerichtere chemo- en radiotherapie en strottenhoofdsparende of -herstellende chirurgie. halskanker is de impact van de behandeling helaas groot. “Bij een klein stembandgezwel kan de impact beperkt blijven tot voorbijgaand stemverlies, maar bij een partiële tongresectie of een amandelcarcinoom kunnen er langetermijngevolgen zijn, zoals moeilijk praten en vooral een droge mond, wat uitermate belastend kan zijn voor de levenskwaliteit”, vertelt professor Vincent Vander Poorten.
Een gezonde levenswijze
Aangezien de risicofactoren bij uitstek bekend zijn, namelijk alcoholgebruik en roken, is meteen ook duidelijk waarop de focus van de preventie moet liggen bij deze kankersoorten. “Doorslaggevend
is zondermeer de matiging van het roken en het drankgebruik”, benadrukt professor Vander Poorten. Er wordt aan gewerkt, met extra opleidingen voor artsen die actief zijn in het domein en met een rookstopraadpleging. “De gedragsverandering is niet alleen belangrijk voor de primaire tumoren, maar er komen ook meer secundaire tumoren voor in het hoofd- en halsgebied bij mensen die hun risicogedrag niet hebben aangepast. Gezond leven in het algemeen, waarin ook een gezonde voeding en lichaamsbeweging kaderen, is ter preventie van alle kankersoorten trouwens belangrijk, dus ook voor die van het hoofd- en halsgebied.”
KANKER
|
13
Immunotherapie in ontwikkeling voor melanomen De laatste jaren is huidkanker aan een stevige opmars bezig in de Westerse wereld. Dat geldt ook voor melanomen, de meest agressieve vorm van huidkanker. Hoewel maar 4 procent van alle kankers een melanoom is, neemt de incidentie toe aan een tempo dat ver boven dat van alle kankers uitstijgt. In de Verenigde Staten is het percentage mensen met een melanoom de voorbije 30 jaar meer dan verdubbeld. Wereldwijd krijgen jaarlijks 132 000 mensen te horen dat ze een melanoom hebben en sterven 37 000 patiënten aan de gevolgen van de ziekte. TEKST: Marc Steens
Prof. Jean-Francois Baurain, K.U.Leuven
Verschillende factoren spelen een rol in die stijgende incidentie. Om te beginnen heeft dat te maken met onze leefgewoontes. We zoeken maar al te graag de zon op en trekken op vakantie naar warme, zuidelijke streken. Dat was vijftig jaar terug helemaal anders. Mede daardoor wordt onze huid meer blootgesteld aan de zon dan vroeger. Daarnaast zitten we met het fenomeen van een dunner wordende ozonlaag, waardoor de UVstraling krachtiger is. Ten slotte blijkt uit onderzoeken van het IARC dat zonnebanken een nefaste invloed hebben op het aantal gevallen van huidkanker. Verwacht wordt dat dit incidentiecijfer in de toekomst nog zal stijgen, want ook nu nog worden heel wat kinderen blootgesteld aan de zon zonder passende bescherming. “Eigenlijk zijn melanomen niet agressiever dan andere vormen van kanker”, stelt oncoloog professor Baurain, UCL. “Vaak
© iStockphoto
Risicogedrag als boosdoener
valt de diagnose echter laattijdig, waardoor het sterftecijfer relatief hoog ligt. Het beeld van melanoom als agressieve kanker heeft ook te maken met het feit dat er nog maar weinig doeltreffende behandelingen voor bestaan.” De meest aangewezen behandeling tegen huidkanker is chirurgie. Als de ziekte in een vroeg stadium wordt ontdekt, liggen de genezingscijfers behoorlijk hoog. Voor een melanoom van fase III
ligt dat enigszins anders: ongeveer 60 % van de patiënten overlijden aan uitzaaiingen. Momenteel bestaat er geen behandeling om een recidief of metastasen te voorkomen en dus de overlevingskansen voor melanoompatiënten van fase III te doen stijgen. De meest actieve adjuvanstherapie gebruikt een hoge dosis interferon, maar dat slaat enkel aan in een vroeg stadium van fase III en brengt aanzienlijke neveneffecten met
zich mee. Er is dus duidelijk nood aan een behandeling, die herval na chirurgie voorkomt bij deze patiënten.
Immunotherapie in ontwikkeling
Momenteel loopt er onderzoek naar nieuwe behandelingsconcepten. “Ik verwacht veel van het onderzoek naar immunotherapie”, bekent professor Baurain. “Daar wordt het afweersysteem gestimuleerd om moleculen te herkennen aan de oppervlakte van kankercellen, antigenen genaamd, en deze kankercellen te vernietigen. Uit onderzoek is immers gebleken dat drie vierde van alle melanoompatiënten een welbepaald tumorspecifiek antigen hebben. Omdat de antigenen zich uitsluitend aan de oppervlakte van kankercellen bevinden, veroorzaakt de immunotherapie weinig neveneffecten. Dat moet dus toelaten om me-
lanoompatiënten doeltreffend én gericht te behandelen.”
Ruime toepassing, geen neveneffecten
De resultaten van de eerste klinische onderzoeken oogden alvast veelbelovend: melanoompatiënten met metastasen die het vaccin kregen toegediend, zagen de uitgezaaide gezwellen afnemen of zelfs helemaal verdwijnen. In verdere klinische studies moet men nu nagaan hoe goed de immunotherapie werkt en in welke mate patiënten, bij wie het melanoom uitgezaaid is naar de lymfeklieren, het verdragen als adjuvanstherapie. Binnen drie à vier jaar verwachten we de resultaten van deze onderzoeken.
“ Deze tekst kwam tot stand met de f inanciële steun van GlaxoSmithKline ”
© iStockphoto
14 | KANKER
Kanker en seksualiteit: een complexe relatie!
Aandacht voor jezelf!
TEKST: Sandra Gyles
“
Seksualiteit is een complex fenomeen waarin zowel biologische, psychologische als socio-culturele factoren een rol spelen”, opent prof. dr. Paul Enzlin. “Ook bij een chronische ziekte als kanker spelen deze elementen mee. Bovendien kán kanker de seksualiteit verstoren. Omdat het gezwel opduikt in een regio of op een plek die van belang is voor seksualiteit. Omdat de behandeling fysieke en psychologische gevolgen heeft. Of omdat vermoeidheid en pijn het fysiek en/of psychologisch ‘goed voelen’ verstoren. En uiteraard beleeft ieder individu – en zijn of haar partner – seksualiteit en de impact van de ziekte erop anders! Omgekeerd kan de kwaliteit van de (seksuele) relatie ook een impact hebben op het ziekteverloop en de therapietrouw.” De laatste jaren wint het thema ‘kwaliteit van leven’ in de onco-
Prof. dr. Paul Enzlin, Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen (K.U.Leuven) logie meer en meer aan belang. Seksualiteit kan daaraan uiteraard een positieve bijdrage leveren en dat is meteen de reden waarom seksuele problemen en disfuncties alle aandacht verdienen in de consultatiekamer. In
de praktijk blijft het onderwerp echter te vaak onbesproken. Wat haaks staat op de huidige trend tot ‘medicalisering’ van de seksuele hulpverlening. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van orale medicatie voor erectiestoornissen
en de groeiende aandacht voor seksuele nevenwerkingen van medicijnen. “Vaak kampen artsen met een ‘onbehaaglijk gevoel’ of ‘handelingsverlegenheid’ wanneer ze het thema seksualiteit met hun patiënten (moeten) bespreken, zeker wanneer patiënten er niet naar vragen. Onderzoek bij patiënten toont dan weer aan dat zij deze vragen niet (durven) voorleggen ‘omdat de artsen daar zelf geen vragen over stellen’ of ‘omdat zij niet het gevoel hebben dat daar tijd en ruimte voor is’. Toch zijn er oplossingen.” In eerste instantie zijn dat een goede emotionele ondersteuning, gesprekstherapie of medicamenteuze behandeling, en het in stand houden van een positief zelfbeeld. “Het belangrijkste is dat de invloed van de ziekte op seksualiteit duidelijk wordt besproken en dat er samen met de mensen wordt bekeken of een behandeling nodig is en hoe deze er dan kan uitzien.”
© iStockphoto
Hoewel de behandelingen tegen kanker aanzienlijk zijn geëvolueerd, zijn de bijwerkingen niet allemaal verdwenen. Vooral niet op het vlak van seksualiteit en vruchtbaarheid, twee aspecten die maar zelden aan bod komen in een gesprek tussen arts en patiënt. Is dit nog een taboeonderwerp? Misschien wel. Daarom organiseerde de Stichting op 16 oktober jl. een symposium rond dit onderwerp. Prof. dr. Paul Enzlin beet de spits af met ‘Kanker en seksualiteit: een complexe relatie’.
Jezelf eens verwennen, helpt om je beter te voelen. Maar jammer genoeg wordt hier vaak niet voldoende aandacht aan besteed en hebben ziekenhuizen daar de middelen ook niet altijd voor. Om die lacune vooralsnog op te vangen, organiseert de Stichting tegen Kanker gespecialiseerde, individuele schoonheidsverzorging voor mensen met kanker. De schoonheidsconsulentes zijn speciaal opgeleid en bieden hun diensten gratis aan op verschillende oncologische afdelingen. Daarnaast zijn er ook wellnessdagen in samenwerking met verschillende thalassocentra. Info op www.kanker.be
Pilootproject patiëntenvervoer in Vlaanderen nu al een succes Mensen met kanker moeten zich veelvuldig verplaatsen voor radio- of chemotherapie en dat is voor velen een probleem. Daarom heeft de Stichting tegen Kanker hiervoor een netwerk van vrijwilligers in het leven geroepen. Tot voor kort enkel in Brussel en Wallonië, maar in september ging in Leuven het pilootproject voor Vlaanderen van start. Dankzij de hulp van reeds 15 vrijwilligers konden op een kleine maand tijd al 40 opdrachten worden uitgevoerd. De aanvragen blijven ondertussen binnenstromen en daarvoor zijn meer vrijwilligers nodig! Info en aanmeldingen op: 0800 15 804.
KANKER
|
15
Een heterogene ziekte met een complexe behandeling Myeolodysplasie (MDS) is een ziekte van het beenmerg, waarbij de productie van bloedcellen ernstig verstoord is. Het beenmerg maakt bij een gezond mens enkele miljoenen bloedcellen per seconde aan. Bij iemand die aan MDS lijdt, ligt het aantal gezonde cellen veel lager. “Je kunt die verminderde productie best vergelijken met een moestuin waarvan de oogst tegenvalt omdat de grond verschraald is”, zegt prof. dr. Delforge (K.U.Leuven). TEKST: Bjorn Cocquyt
diagnose is moeilijk omdat de klachten van patiënten tamelijk vaag en algemeen zijn. Pas nadat we de courante oorzaken van bloedarmoede zoals ijzertekort hebben kunnen uitsluiten, wordt een ziekte als MDS meer aannemelijk”, zegt dr. Delforge.
Prof. Dr. Michel Delforge K.U.Leuven
Beenmerg produceert zowel rode als witte bloedcellen en bloedplaatjes. “Omdat MDS een impact kan hebben op de productie van elk van de drie cellijnen, is het een heel heterogene ziekte met uiteenlopende symptomen,” aldus dr. Delforge. De symptomen van MDS zijn vaak dezelfde als die van chronische bloedarmoede (zie kadertekst). “De
Bij milde MDS zijn die klachten vaak draaglijk en kan de ziekte zich verder ontwikkelen zonder dat de patiënt iets merkt. Bij een ernstige vorm van MDS beletten ze het normale functioneren van de patiënt. Ongeveer 30 tot 40 procent van de patiënten lijdt aan die ernstige vorm van MDS en loopt een verhoogd risico dat er kwaadaardige beenmergcellen worden aangemaakt, wat kan leiden tot acute leukemie. MDS komt heel zelden voor bij twintigers en dertigers en het is dus een typische ouderdomsziekte. De precieze oorzaak is niet gekend, maar meestal gaat
Symptomen MDS Afhankelijk van de getroffen bloedcellen: Rode bloedcellen: Vermoeidheid Kortademigheid Hartkloppingen Concentratiestoornissen Emotionele klachten Witte bloedcellen: Gemakkelijk infecties oplopen Infecties genezen slecht Bloedplaatjes: Het bloed stolt moeilijk: het tandvlees blijft lang bloeden na het poetsen Blauwe plekken Spontane bloedneuzen
Consulteer uw arts indien u zou lijden aan één van de volgende symptomen
© iStockphoto
Ouderdomsziekte
het om contact met bepaalde chemische stoffen, blootstelling aan benzeen, chemo- en radiotherapie. Het gebeurt dat MDS de kop opsteekt na een eerdere behandeling tegen kanker.
Complexe behandeling
“Er bestaat niet één mirakelbehandeling tegen MDS, maar de meest efficiënte is een beenmergtransplantatie. In de vergelijking met de moestuin komt dat erop neer dat we de aarde wegscheppen en nieuwe aanvoeren”, verklaart dr. Delforge. “Bij jonge mensen gaan we onmiddellijk op zoek naar een beenmergdonor, bij oudere patiënten is een transplantatie eerder uitzonderlijk.” “Andere behandelingen zijn complex omdat ieder type, zelfs iedere fase van MDS een specifieke aanpak vereist”, verklaart dr. Delforge. Toch onderscheidt hij drie behandelingscategorieën. Een eerste bestaat uit het ondersteunen van het zwakke beenmerg om de evolutie naar acute leukemie af te remmen. De aanmaak van de getroffen bloedcellen wordt daarbij gestimuleerd. EPO is bijvoorbeeld een efficiënt middel om de aanmaak van
rode bloedcellen te bevorderen. “Als we de vergelijking met een moestuin doortrekken, komt een dergelijke behandeling neer op het bemesten van de bodem. Het heeft een tijdelijk effect, maar we kunnen de nood aan een transfusie verminderen en de levenskwaliteit van de patiënten ermee verbeteren”, zegt dr. Delforge. De tweede behandeling is een radicale aanpak met chemotherapie. Deze kan tijdelijk succesvol zijn bij patiënten in evolutie naar acute leukemie, maar zal de ziekte maar heel zelden genezen. Bovendien moet de patiënt vaak wekenlang in het ziekenhuis blijven en is die therapie vaak te zwaar voor de oudere MDS-patiënt. De derde strategie houdt het midden tussen de ondersteunende behandeling en chemotherapie. “Met medicatie beïnvloeden of moduleren we het afweersysteem om de bloedwaarden te verbeteren”, legt dr. Delforge uit. “Een belangrijke vooruitgang is ook het beïnvloeden van de zogenaamde DNA-methylatie. Medicatie zorgt daarbij voor een chemische inwerking op het DNA van de patiënt. Beenmergcellen kunnen
daardoor beter uitrijpen en de evolutie naar leukemie wordt geremd.” Deze laatste behandeling is nog nieuw en zal binnenkort terugbetaald worden aan MDSpatiënten met een hoog risico op ontwikkeling van leukemie. “Om de levenskwaliteit van de patiënten optimaal te houden, doen we de behandeling met medicatie via een daghospitalisatie”, zegt Delforge. De patiënten moeten wel intensief worden opgevolgd omdat genezen patiënten hervallen of omdat de behandeling niet het gewenste effect heeft en soms helemaal niet aanslaat. In dat laatste geval grijpen we terug naar ondersteunende maatregelen: infecties trachten te vermijden en regelmatige bloedtransfusies. Zelfs met die ondersteunende maatregelen slagen we erin de levens van onze patiënten vaak met een aantal jaren te verlengen.”
Ontijzeringstherapie
De veelvuldige bloedtransfusies zorgen er wel voor dat het lichaam overmatig veel ijzer opslaat. Zonder behandeling kan dit zware gevolgen hebben voor de lever en het hart. De patiënt moet ontijzeringstherapie ondergaan om de ijzerreserves in het lichaam terug te brengen tot het punt waarop ijzerintoxicatie geen bedreiging meer is. De patiënt neemt de zogenaamde ijzerchelatoren, die de uitscheiding van ijzer uit het lichaam stimuleren, zelf in. “Tot voor enkele jaren stonden langdurige infusies met Desferal - tot 12 uur per etmaal - een normaal sociaal leven in de weg. De komst van orale ijzerchelatoren zoals Exjade is voor de patiënten een echte bevrijding”, klinkt het bij de specialisten.
Uw partner in hematologie
ONCO - OG - 10/08 - 5153
www.novartis.com
roeping om medicijnen te ontwikkelen die zieken genezen en de levenskwaliteit van patiënten verbeteren op 7 therapeutische gebieden met, onder meer recente ontwikkelingen inzake borst-, prostaat- en longkanker. Elke dag opnieuw zet ons devies ‘life inspiring ideas’ ons aan om nieuwe wegen in te slaan, met als doel hechte en duurzame relaties uit te bouwen en bij te dragen aan eenieders ontplooiing.
life inspiring ideas 3052/10-09
Als wereldleider van de farmaceutische industrie is het onze