Water verbindt en geeft kleur aan je stad Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Water verbindt en geeft kleur aan je stad Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 2
Inhoudsopgave
Voorwoord
Waterhuishouding duurzaam en robuust in 2015
Hoofdstuk 1
Inleiding
Plannen met ruimte Hoofdstuk 2
12
Doelen
Duurzaam, robuust, schoon en aansprekend Hoofdstuk 4
6
Inspiratie
Cultuurhistorische onderlegger Hoofdstuk 3
5
20
Strategie en visie
Ruimte voor water
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
26
Pagina 3
Hoofdstuk 5
Het watersysteem
Kwantiteit en kwaliteit in Rijnland en Delfland Hoofdstuk 6
Maatregelen
Een schat aan ideeën Hoofdstuk 7
Bijlage
46
Effecten
Bijdrage aan de drie hoofddoelen Hoofdstuk 8
34
56
Uitvoeringsprogramma
Synergie
58
Maatregelentabel
64
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 4
Voorwoord
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 5
Waterhuishouding duurzaam en robuust in 2015 Dit is het Waterplan van Leidschendam-Voorburg. In dit plan staat hoe wij denken over het water in de stad en wat wij moeten doen om in de toekomst het watervraagstuk goed onder controle te houden en te krijgen. Het plan verraadt een brede kijk op water en heeft oog voor de economische, ecologische en maatschappelijke waarde van water. Dit Waterplan is een coproductie van de gemeente Leidschendam-Voorburg, het hoogheemraadschap van Delfland, het hoogheemraadschap van Rijnland, tientallen wijkbewoners en de leden van de klankbordgroep, projectgroep en stuurgroep. Door samen te werken aan dit plan kwamen wij elkaar geregeld tegen in beleid en uitvoering en ondervonden wij dat samenwerken betere plannen oplevert. De eerste voorbereidingen voor het opstellen van dit plan startten in 2004. Het resultaat ligt nu voor u. Formeel is dit document nog een ontwerp Waterplan, waarop reacties welkom zijn. Het waterbeleid raakt aan veel belangen en functies, zoals wonen, recreëren, natuur en toerisme. Daarom horen wij graag de mening van inwoners en andere betrokkenen over dit ontwerp Waterplan. In het voorjaar van 2007 nemen de gemeenteraad en de algemene besturen van Delfland en Rijnland de reacties die binnenkomen mee in hun afwegingen bij het vaststellen van het waterplan. Ons Waterplan gaat ervan uit dat het watersysteem in 2015 zo veel water kan bergen dat wij wateroverlast en verdroging kunnen voorkomen. Bovendien moet het water dan schoon en ecologisch gezond zijn en bijdragen aan een prettige leefomgeving. Om de ambitieuze doelen van het Waterplan te realiseren moet water een integraal onderdeel zijn van alle strategische en ruimtelijke plannen. Het Waterplan blijkt een goed instrument te zijn om water ook in andere beleidssectoren op de agenda te krijgen. In dit Waterplan besteden we veel aandacht aan waterberging, omdat op dit punt de komende decennia grote veranderingen op stapel staan, bijvoorbeeld door veranderingen in het klimaat. Wij willen voorbereid zijn op deze veranderingen. Met dit Waterplan gaan wij het waterbeheer inhoudelijk en procesmatig verbeteren, met voortdurende aandacht voor duurzaamheid. De visie in het Waterplan is de leidraad voor ons denken en doen bij het beheren van de openbare ruimte en het stedelijk water. Het Waterplan Leidschendam-Voorburg is een duidelijk beleidskader, waaraan wij ons voor de komende jaren verbinden. Wij nemen de verantwoordelijkheid voor het uitvoeringsprogramma op ons en gaan gedreven aan het werk om de doelen uit het Waterplan te realiseren.
Mr. M.A. Houtzager, loco-burgemeester van de gemeente Leidschendam-Voorburg Ir. M.A.W. Rosendal, hoogheemraad bij het hoogheemraadschap van Rijnland A.G. Wiegman, hoogheemraad bij het hoogheemraadschap van Delfland
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 6
Hoofdstuk 1 Inleiding
Plannen met ruimte Meer dan een verplichting Door klimaatverandering, zeespiegelrijzing, bodemdaling en verstedelijking verandert de waterproblematiek en is nieuw beleid nodig. In 2003 ondertekenden de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg en het Rijk het Nationaal Bestuursakkoord Water, kortweg NBW. Daarin staat hoe wij ons watersysteem technisch en ruimtelijk op orde moeten brengen en dat wij een lokaal waterplan moeten opstellen. Ook de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), die streeft naar een natuurlijker watersysteem, drukt een duidelijk stempel op het huidige waterbeheer. Een waterplan is een goede manier om maatregelen te treffen om de waterkwaliteit te verbeteren. Maar ons Waterplan is meer dan een verplichting uit het NBW of de KRW. Het is een bouwsteen voor de planvorming en uitvoering van de ruimtelijke ordening en is dus ook een ruimtelijk plan. Het maakt duidelijk waar extra water nodig is en hoe we de potenties van het watersysteem kunnen benutten om een prettige leefomgeving te creëren.
Toekomst In het Waterplan Leidschendam-Voorburg staat het stedelijk gebied en de toekomst van het gebied centraal. Het gaat om het huidige bebouwde gebied en gebieden die tussen nu en 2015 veranderen in bebouwd gebied. In het Raamplan Herinrichting Leidschendam staat al een integrale toekomstvisie voor het buitengebied. Projecten, die hieronder vallen, zijn de functiewijziging van de Nieuwe Driemanspolder en omgeving ten behoeve van waterberging, natuur en recreatie en de Gebiedsgerichte Aanpak Den Haag-Katwijk. In deze projectplannen komt duurzaam waterbeheer al voldoende aan de orde, zodat we in dit Waterplan kunnen volstaan met alle ontwikkelingen en het water in de stad zelf. Projectorganisatie Het Waterplan is een plan van drie partijen: de gemeente Leidschendam-Voorburg, het hoogheemraadschap van Rijnland en het hoogheemraadschap van Delfland. Om te zorgen voor heldere afspraken over verantwoordelijkheid en samenwerking tussen de drie organisaties is een projectorganisatie geformeerd met een stuurgroep, projectgroep en een klankbordgroep. In de stuurgroep is elke partij bestuurlijk vertegenwoordigd. De projectgroep bestaat uit de projectleiders uit de ambtelijke organisaties. In de klankbordgroep zitten leden van wijkplatforms, bewonerscommissies, de hengelsportvereniging en natuurorganisaties. Proces Het ontwikkelen van dit Waterplan is gestructureerd en gefaseerd aangepakt. Het plan doorliep de fase van initiatief, visieontwikkeling en planontwikkeling. De initiatieffase is afgerond met een startnotitie. Toen we helder voor ogen hadden wat we met het Waterplan wilden en hoe we het wilden afbakenen, gingen we aan het werk met het ontwikkelen van de visie. In maart 2005 gaven bestuurders samen met leerlingen van basisschool de Driemaster bij molen De Vlieger hiervoor de aftrap. Vervolgens verscheen een ‘groeidocument’ met daarin onze visie op het toekomstig watersysteem. In de visiefase maakten
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 7
we vooral gebruik van de kennis van het watersysteem en de ruimtelijke ordening binnen de gemeente en beide hoogheemraadschappen. In deze fase hebben we de waterproblematiek in de gemeente verkend. Nadat we de kansen en knelpunten in het watersysteem hadden geïnventariseerd, kozen we globale oplossingsrichtingen die we vertaalden in een ruimtelijke visie op het stedelijk waterbeheer. In de visie hebben we de ambities voor het water beschreven aan de hand van verschillende thema’s: voor waterkwantiteit, waterkwaliteit en beleving. Deze ambities zijn samengevat in drie basisprincipes die de visie dragen: het verbinden van regionale en lokale netwerken, wijken met karakter, en avontuur en parels. De visie is besproken in de colleges van gemeente en waterschappen. Vervolgens kon het ontwikkelen van het ontwerp Waterplan en uitvoeringsprogramma van start gaan. In deze fase hebben bewoners en belangenorganisaties hun kennis over het gebied gedeeld en hebben zij meegedacht en meegepraat over de knelpunten en kansen in hun wijk. Op twee bijeenkomsten brachten zij vol enthousiasme en betrokkenheid hun kennis over hun wijk in. De uitwerkingen zijn vervolgens besproken met de klankbordgroep en verwerkt tot een ontwerp Waterplan. Bij het denken over maatregelen is steeds geanticipeerd op de structuurvisie en het stedelijk vernieuwingsprogramma van de gemeente. Als het ontwerp Waterplan is vastgesteld, begint het echte werk. Daarom besteden we in dit plan ook aandacht aan de manier waarop we het plan gaan uitvoeren. Dit proces leidde tot het Waterplan dat nu voor u ligt. Onderzoek Parallel aan het ontwikkelen van het Waterplan hebben we een onderzoeksspoor ingezet, met onderzoek op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit. Om input te hebben voor het ontwikkelen van de visie en de maatregelen hebben we het watersysteem globaal kwantitatief doorgerekend. De waterschappen hebben polder- en boezemstudies uitgevoerd om definitief te kunnen bepalen wat nodig is om het watersysteem op orde te maken. Dit noemen we de wateropgave. In Rijnland is de waterkwaliteit op dertien locaties een jaar lang gemonitord, waardoor een beeld ontstond van de waterkwaliteit in het Rijnlandse deel van het stedelijk gebied. In Delfland zijn waterkwaliteitsgegevens afkomstig van twee onderzoeken. In de periode 2001-2004 is de waterkwaliteit gemonitord in heel Delfland. Naast meten en monitoren kun je ook met modellen van het watersysteem uitspraken doen over de waterkwaliteit. Deze werkwijze is bijvoorbeeld geschikt om het effect van rioleringsmaatregelen te bepalen. Voor het Delflandse deel van de gemeente zijn zo in 2002 rioleringsmaatregelen en aanvullende watersysteemmaatregelen bepaald. Voor het Rijnlandse deel van de gemeente wordt momenteel in samenwerking met Rijnland een soortgelijke berekening uitgevoerd. Samenwerken met het omliggende gebied Water houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Wat wij in onze gemeente doen, kan bijdragen aan wateroverlast en -verontreiniging op andere plekken en vice versa. Afstemming met de gemeenten om ons heen is daarom geboden. In de zone langs de spoorlijn Den Haag – Leiden slingert de gemeentegrens tussen Leidschendam-Voorburg en Den Haag. Beide gemeenten vinden het belangrijk dat daar een groene zone komt met veel water. We hebben overlegd met de gemeente Den Haag en afgesproken dat we daar gezamenlijk aan gaan werken.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 8
Horizon Het Waterplan loopt tot 2015 en geeft een overzicht van maatregelen die de komende acht jaar wenselijk zijn. Er is een gedetailleerd uitvoeringprogramma opgesteld voor de periode 2007-2010. Voor de periode 2011-2015 is dit programma globaler gehouden. Want de ontwikkelingen op het gebied van water gaan snel, waardoor het plan snel verouderd kan raken. Het is de bedoeling het Waterplan regelmatig te evalueren en bij te stellen. Reikwijdte Water in de stad was lang een vergeten onderdeel. Waterbeheer in stedelijke gebieden was gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van het water en had een sterk civieltechnische inslag. De ruimtelijke, recreatieve en ecologische potenties van het stedelijke watersysteem kwamen niet uit de verf. Door water te benaderen vanuit de invalshoek van de leefomgeving kunnen we vroegere zwaktes ombuigen naar sterktes en knelpunten omzetten in kansen en mogelijkheden. De lezer van het Waterplan krijgt inzicht in de visie die aan het beleid en aan de aanpak ten grondslag ligt, de knelpunten waar ons watersysteem mee te kampen heeft, de manier waarop we deze knelpunten kunnen omzetten in kansen en de richtingen waarin we de oplossingen moeten zoeken.
Hoofdstuk 1
Inleiding
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 9
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Marcel Houtzager Wethouder ruimtelijke ordening, waaronder waterbeheer, landinrichting, cultuurhistorie, monumenten en archeologie gemeente Leidschendam-Voorburg ‘Water is een levensvoorwaarde. Mens en natuur hebben water nodig om te leven en te groeien. Het Waterplan geeft aanknopingspunten om bij bouwplannen water te integreren in de planvorming. Dat maakt alle plannen leuker en interessanter. Je bent niet alleen bezig met het stapelen van stenen, maar met het opwaarderen van de omgeving. Als het CBS straks weg is, gaan we water daar een prominente plek geven door het bouwen van woningen te combineren met het aanleggen van water. Door water goed in te zetten kunnen we toerisme en recreatie in onze gemeente een impuls geven. In het gemeentelijk actieprogramma recreatie en toerisme staat dat de Vliet, als recreatieve waterader tussen de twee historische kernen en het landelijk gebied, versterking verdient. De Vlietvaart is in dit opzicht een goed initiatief. Recreanten kunnen op een authentiek open schip over de Vliet varen tussen onze gemeente en Den Haag. In het Sijtwendepark hebben we niet alleen ruimte gemaakt voor wonen en werken en ruimte voor hulpdiensten, maar ook voor recreatie. Daar komt een grote waterpartij met een paar eilandjes erin, zoals een pirateneiland voor kinderen. Maar ook senioren vinden water fijn, dus leggen we ook voor deze leeftijdsgroep een eilandje aan in het park. Ik zie het Waterplan ook als een kans om watereducatie in onze gemeente nog sterker te benadrukken. En dat is belangrijk, want alles wat we doen, doen we voor onze kinderen. Bij molen De Vlieger kunnen kinderen (en volwassenen natuurlijk) met eigen ogen zien hoe een polderlandschap in elkaar zit en hoe het droogmalen van een polder in z’n werk gaat. Het is goed kinderen bewust te maken van de waarde van water. Verder hecht ik veel belang aan de verbindende kwaliteit van water. Water kan delen van de stad met elkaar verbinden, zodat je meer eenheid en meer ruimte ervaart. In onze gemeente is het water sterk verbonden met de geschiedenis; het heeft een hoge cultuurhistorische waarde, bijvoorbeeld hier bij de Broeksloot. Het gemaal, waar ik nu voor sta, mag dan een monument zijn, het is nog steeds operationeel.’
Pagina 12
Hoofdstuk 2 Inspiratie
Cultuurhistorische onderlegger Bij het ontwikkelen van onze visie hebben we ons laten inspireren door het verleden. Parels zijn vaak cultuurhistorische erfenissen, die we met gerichte maatregelen nog beter tot hun recht kunnen laten komen. Maar kunnen we ook eigentijdse nieuwe parels creëren? Hoe kunnen we de relatie tussen de Vliet en het bebouwde gebied versterken? Welke mogelijkheden biedt dit voor wonen aan het water? Tijdens de zoektocht naar antwoorden op deze vragen hebben we bekeken in hoeverre de geologische ontstaansgeschiedenis nog zichtbaar is in de huidige opbouw van het watersysteem van Leidschendam-Voorburg.
We vonden aanknopingspunten in: c de ligging van het boezemland op de strandwal; c de diepte van de polders: ondiep op de strandvlakte en diep waar het moeras- en veengebied ontgonnen is; c de structuur van de watergangen, parallel aan de kust en watergangen die daar loodrecht op staan. De ondergrond van Leidschendam-Voorburg Leidschendam-Voorburg ligt op de meest oostelijke strandwal die zich na de laatste ijstijd vormde. De stijging van de zeespiegel belemmerde de afwatering van het gebied en achter de strandwallen ontstonden moerassen en veen. Naarmate de zeespiegel steeg, nam de invloed van de zee toe. Het achterland overstroomde regelmatig en er werden pakketten zand en zeeklei afgezet. Het zand zette zich af op strandwallen en de lichtere kleidelen werden verder van de kust afgezet. Nadat de strandwallen een vrijwel gesloten rij vormden, werd het gebied opnieuw nat en werd opnieuw veen gevormd. De geologiekaart, hiernaast, geeft de geologische ondergrond van Leidschendam-Voorburg weer bestaande uit zand, klei en veenpakketten in een patroon parallel aan de kust. De ligging van het hoge boezemland De strandwallen waren met hun relatief hoge en droge ligging en makkelijk te bewerken grond een goede vestigingsplaats voor de mens. In de Romeinse tijd is direct achter de laatste strandwal de Gracht van Corbulo gegraven, die de Oude Rijn met de Maas verbond. De oude strandwal lag van origine tot vier meter boven NAP. Door het afgraven van zand ten behoeve van grondverbetering en weg- en dijkophoging zijn de zandruggen teruggebracht tot ongeveer NAP-niveau. Vandaag de dag is de oude strandwal van Leidschendam-Voorburg nog herkenbaar door de ligging van het boezemland. Dit ligt ten noordwesten van de Vliet en loopt globaal tot aan de lijn Broeksloot, Noordsingel en Veursestraatweg meer naar het noorden toe. Boezemland is vaak het oude historische gebied. De landgoederen, maar ook een aantal nieuwe wijken liggen in het boezemland, bijvoorbeeld ‘t Lien. Onder bruggen door en via doorvaarbare duikers kun je vanuit ‘t Lien de Vliet bereiken.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 13
Geologie
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 14
Ondiepe polders op de voormalige strandvlakte Langs de gehele strandwal leidden deze ontwikkelingen tot de aanleg van diverse grotere en kleinere polders. Langs de Vliet, oostelijk van de strandwal, vinden we de Rietvinkpolder en meer noordelijk de Oostboschpolder en Knippolder. Westelijk van het boezemland is de oude strandvlakte herkenbaar in de relatief grote en ondiepe polders: de Veen- en Binckhorstpolder, de Zijdepolder en meer noordwestelijk de Duivenvoordse- en Veenzijdse Polder. De strandwallen met veengronden zijn nu ondiepe polders (tot 2,0 meter onder NAP). De dieper gelegen polders Het moerasgebied ten oosten van het strandwallenlandschap raakte al voor de jaartelling bewoond. Vanaf de hoger gelegen oeverwallen van kreken en rivieren werd rondom Stompwijk en Wilsveen het moeras ontgonnen en voor akkerbouw en veeteelt gebruikt. In de late Middeleeuwen kwam de ontginning van dit gebied goed op gang en werd ook via veenriviertjes en gegraven watergangen het gebied ontgonnen. Door deze ontginningen klonk het veen in en daalde het niveau van het maaiveld en ontstonden de lager gelegen gebieden tegen de strandwal. In de Zwet- en Groote Blankaartpolder en de Groote Westeindsche Polder rondom Stompwijk is de verkaveling uit die tijd grotendeels bewaard gebleven. Vanaf de 13e eeuw werden dijken aangelegd om het land te beschermen. Vanaf de 14e eeuw nam met de opkomst van de steden de vraag naar turf als brandstof toe. In het gebied is op grote schaal turf gestoken, waardoor waterrijke gebieden en plassen ontstonden. Dit werd een steeds grotere bedreiging voor het omringende land. Bij slecht weer sloegen stukken van de oevers, waardoor de plassen nog groter werden. Het moerasgebied ten oosten van het strandwallenlandschap is herkenbaar aan de diepe polders en de kernen Wilsveen en Stompwijk op de oude ontginningslinten. De maaiveldhoogtekaart toont het maaiveld van Leidschendam-Voorburg. Op en rond het nivo van NAP ligt het boezemland, de ondiepe polders tot twee meter onder NAP liggen ten noordwesten en de diepe polders lager dan vier meter onder NAP ten zuidoosten van dit boezemland. Droogmakerijen In de 16e eeuw wordt de windmolen ingezet om gebieden droog te leggen. In 1614 wordt het Zoetermeerse Meer omgevormd tot polder. Daarna werden vele andere gebieden ingepolderd. De Tedingerbroekpolder volgde als laatste (1871). De polders, die hierdoor ontstonden met dieptes vanaf 4,0 meter onder NAP en omgeven door dijken en boezemwater, werden droogmakerijen genoemd. Het gebied tussen de Vliet en de diepe polders is een soort overgangsgebied. Tegen de Vliet aan ligt de bebouwing hoog. Meer naar de A4 toe ligt het gebied op het peil van de diepe polders. Dit hoogteverschil zie je als je door Leidschendam-Zuid loopt. Als je met water aan de slag gaat in dit gebied dient de vraag zich aan hoe we gebruik gaan maken van het hoogteverschil. Kunnen we daar iets spannends doen? Maken we van stuwen in watergangen een blikvanger in de openbare ruimte of kiezen we voor bodeminfiltratie van regenwater met behulp van wadi’s tegen de Vliet aan en directe afvoer naar een sloot tegen de A4 aan? De structuur van de watergangen Parallel aan de kust lopen verschillende watergangen, zoals de Vliet, de Broeksloot en de Dobbewetering en loodrecht daarop een aantal dwarsvertakkingen. Ook binnen de Zijdepolder en de Veen- en Binckhorstpolder zien we dit basispatroon. Park ‘t Loo is een duidelijke as die dwars op de Vliet staat. Het is een oude zichtas van Huis ten Bosch naar Vreugd en Rust aan de Vliet. Het toevoegen van water is een kans om die zichtlijnen te versterken. Water verbindt. In het verleden was de Vliet een belangrijke transportroute en dat is het nog steeds. Daarnaast is de Vliet onderdeel van de boezem, een regionaal netwerk dat zorgt voor de afvoer van water naar zee via Katwijk en Scheveningen. De dwarstakken op de Vliet zijn op een aantal plaatsen gedempt of overkluisd.
Hoofdstuk 2
inspiratie
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 15
Maaiveldhoogte
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 16
Bij herinrichting van gebieden is het de bedoeling dit in de oude staat terug te brengen. Een markante dijk is de Landscheiding, die loopt vanaf de duinen bij Wassenaar via de dam in de Vliet naar Zoetermeer en Nootdorp. De eeuwenoude Landscheiding fungeert nog steeds als waterscheiding. Het is de grens tussen de hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland. Rijnlands water wordt in noordelijke richting afgevoerd naar zee, naar de sluizen bij Katwijk en Delflands water in zuidelijke richting, naar het gemaal bij Scheveningen. De historie gebruiken in het Waterplan Het verschil tussen boezemland en polders is historisch en landschappelijk interessant voor het Waterplan vanwege een paar redenen. In het stedelijk gebied zijn de meeste watergangen dus kunstmatig aangelegd of sterk veranderd tijdens de bouw van de wijken. Niet alleen omdat men dat mooi vond of omdat er ruimte gemaakt moest worden voor de huizen, ook om het water goed te beheersen. Het hoge boezemland (de oude strandwal) wordt al van oudsher bewoond. De historische bebouwing van Voorburg, Leidschendam, Stompwijk en de landgoederen liggen dan ook in boezemland. De polders zijn pas bebouwd toen de technieken beschikbaar kwamen om het land droog genoeg te maken voor bebouwing. Een goede leefomgeving vraagt immers om genoeg ”drooglegging”. Genoeg drooglegging bereik je door het waterpeil naar beneden te brengen (of de grond op te hogen). Vanaf het begin van de vorige eeuw vond de eerste bebouwing in de polders in Leidschendam-Voorburg plaats. De watergangen in boezem en polders kregen op deze manier het “stedenbouwkundig” karakter van hun tijd. Hydrologisch is het boezemland ook heel anders dan de polders. In natte tijden ontvangt de polder via de poldergemalen het water uit de polder. In droge tijden voorziet de boezem de polder van water. Daarnaast is er het boezemland zelf waar het overtollige water direct naar de boezem stroomt (de Vliet, de Broeksloot of de Dobbewetering). Het maaiveld en de waterpeilen in de polders liggen laag. Als er veel regen valt, moet het water uit de polders worden gepompt op de boezem. Deze gemalen hebben een beperkte capaciteit. Ook de boezem heeft een beperkte capaciteit. Het duurt even voordat al het water naar zee kan worden gepompt. Bovendien mag het peil in de boezem niet te hoog worden omdat de boezemkades dan verzwakt worden. Dit systeem heeft altijd goed voldaan, maar door de klimaatsverandering en de toegenomen verharding in de polders is de capaciteit niet meer voldoende. Het regenwater stroomt nu veel sneller de sloten in en deze dreigen vaker over te lopen. Waterberging in de polder aanleggen is daarom belangrijk en dicht bij de bron van het probleem. Waterberging in de vorm van open water biedt ruimte. De peilstijgingen bij heftige buien blijven beperkt. Maar ook in boezemland kan en moet berging worden gerealiseerd. Daarvan profiteert in eerste instantie het boezemland zelf, maar gedeeltelijk ook de polders, die immers hun water uitslaan op de boezem. De waterberging die we aanleggen in de Nieuwe Driemanspolder is dan ook van belang voor zowel Stompwijk, Leidschendam als Voorburg. Conclusie Wij trekken de conclusie dat de relatie tussen de ondergrond en het watersysteem in Leidschendam-Voorburg nog nadrukkelijk aanwezig is en dat het goed mogelijk is de structuur van de stad en de herkenbaarheid van de wijken te versterken door gebruik te maken van de mogelijkheden die water biedt. In het Waterplan hebben we deze relatie gebruikt bij het zoeken van oplossingen voor waterberging, bij het verbeteren van de waterbeleving en het versterken van het historisch en landschappelijk karakter van de wijk. Dit is de basis voor de centrale visie in dit Waterplan.
Hoofdstuk 2
inspiratie
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 17
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Aad Wiegman Hoogheemraad financiën en belastingen hoogheemraadschap van Delfland ‘Dwars door Leidschendam-Voorburg ligt de grens tussen Rijnland en Delfland, grofweg tussen hoog en laag. Die grens ligt daar natuurlijk niet toevallig. Dat heeft de natuur gedaan. Mooi om te zien hoe in dit Waterplan het denken over de toekomst van het water voortborduurt op dat wat de natuur aanreikt. Het Waterplan van Leidschendam-Voorburg is op meerdere fronten een voorbeeld van vruchtbaar samenwerken tussen bestuurders, ambtenaren en bewoners; allemaal mensen die echt iets willen en daar ook voor gaan. Alle overleggen vinden plaats in een plezierige sfeer. Bij de start heeft de gemeente aan inwoners gevraagd wat hun ideeën zijn. Zij weten als geen ander hoe mensen de openbare ruimte gebruiken en hoe je de veelzijdigheid van water daarin kunt benutten. Die betrokkenheid is goed voor het draagvlak: zo krijgen inwoners inzicht in het hoe en waarom van de maatregelen die we gaan nemen. Je kunt merken dat deze gemeente eraan gewend is inwoners te betrekken bij het beleid en ook oprecht geïnteresseerd is in de mening van de gebruikers van een gebied. Dit Waterplan doet recht aan alle potenties van water en ademt een integrale visie op water. Om te beginnen is er natuurlijk het bekende droge-voetenverhaal. Dankzij de steeds grotere pieken in de neerslag moeten onze watersystemen in korte tijd veel water verwerken. Tel daarbij de toenemende verharding op en dan weet je dat je creatief moet zijn in het bedenken van innovatieve voorzieningen om hemelwater tijdelijk op te vangen. Deze gemeente staat open voor een onorthodoxe aanpak. Neem de ondergrondse waterberging onder de Bolder. Nu ligt er een bouwweg bovenop en straks een speelplaats; een schoolvoorbeeld van meervoudig intensief ruimtegebruik. Verder is het zaak de verschillende watergangen op elkaar te laten aansluiten en de bottle necks eruit te halen. Hoe je dat precies doet, moet je per situatie bekijken, je moet zoeken naar oplossingen op maat. Daarnaast heeft dit Waterplan aandacht voor de kwaliteit van het water. Het mes van betere doorstroming snijdt overigens aan twee kanten. Het verhoogt de bergingscapaciteit en de ecologische kwaliteit van het water. Tenslotte kan de aansprekende werking van water dankzij dit plan steeds beter uit de verf komen. Door water te zien als integraal onderdeel van ruimtelijke plannen en de potenties van water te benutten, kunnen we de leefomgeving aantrekkelijker maken.’
Pagina 20
Hoofdstuk 3 Doelen
Duurzaam, robuust, schoon en aansprekend Het Waterplan van Leidschendam-Voorburg heeft drie hoofddoelen. Deze liggen op de gebieden kwantiteit, kwaliteit en ruimtelijke potentie. Het watersysteem is duurzaam en robuust. Het watersysteem kan zo veel water bergen dat wij wateroverlast en verdroging kunnen voorkomen. Het water is schoon. Ecologisch gezond water stroomt, ruikt fris, is helder, diep genoeg en kent een rijke flora en fauna. Schoon water ontstaat dankzij een watersysteem dat biologisch goed functioneert. Het water is aansprekend. Door water te zien als integraal onderdeel in alle ruimtelijke plannen en de potenties van water te benutten, kunnen we de leefomgeving aantrekkelijker maken.
Duurzaam en robuust Water beheren: te veel en te weinig water Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt, de bodem daalt en Nederland verstedelijkt. Grote hoeveelheden neerslag in korte tijd leiden in de toekomst sneller tot overlast. Al in 2001 waren de betrokken overheden het er over eens dat het watervraagstuk vroeg om een nieuwe aanpak. Uitgangspunt is dat we eventuele wateroverlast op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau brengen. Dat betekent zorgen voor droge straten, waterpeilen beheren en water adequaat bergen en afvoeren. De commissie Waterbeheer 21ste eeuw introduceerde nieuw beleid met de trits vasthouden, bergen en afvoeren. Vasthouden heeft de voorkeur, maar maatregelen, gericht op bergen en afvoeren, zijn ook nodig. Op basis van dit advies sloten het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in 2001 de Startovereenkomst Waterbeleid 21ste eeuw, als prelude voor het Nationaal Bestuursakkoord Water. Het devies was: combineer de uitvoering van het waterbeleid met de wensen op andere beleidsterreinen, zoals de reconstructie van het landelijk gebied, de aanleg van de ecologische hoofdstructuur, landinrichting, woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen. Zoals afgesproken in het Nationaal Bestuursakkoord Water toetsen alle waterbeheerders hun regionale oppervlaktewatersystemen aan werknormen voor regionale wateroverlast. Ook hebben waterbeheerders aangegeven welke ruimtelijke, technische en financiële inspanningen nodig zijn om in 2015 aan deze normen te voldoen.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 21
Het hoogheemraadschap van Delfland is in 1999 gestart met het project ABC Delfland naar aanleiding van wateroverlast in 1998. Eerst is het boezemsysteem van Delfland onderzocht. Daarvoor is in 2001 een uitgebreid pakket verbeteringsmaatregelen vastgesteld. Dit wordt momenteel uitgevoerd. In 2001 is bovendien gestart met het onderzoek ABC-Polders, waarbij steeds ongeveer vijf polders tegelijk getoetst worden aan de afvoer- en bergingsnormen van Delfland. Binnen het Rijnlandse beheersgebied wordt de toetsing van het watersysteem op wateroverlast uitgevoerd in de studie Toekomstig waterbezwaar. Fase 1 van deze studie heeft geleid tot een duidelijke beleidslijn om in het boezemstelsel “waterneutraal” te bouwen. Dit betekent dat het watersysteem niet mag verslechteren bij nieuwe ontwikkelingen. Hoe dat concreet moet is vastgelegd in de Notitie Waterneutraal Bouwen. Centraal daarin staat de reeks vasthouden – bergen – afvoeren. De poldersystemen worden momenteel getoetst. Dit is fase 2 van de studie Toekomstig waterbezwaar. De droogte van 2003 heeft aangetoond dat niet alleen wateroverlast aandacht verdient, maar dat ook tekort aan water soms een probleem is. Dit vraagstuk heeft twee kanten: een tekort aan water in absolute zin waardoor het peil in de sloten niet te handhaven is en het tekort aan water voor het besproeien van gewassen en beplantingen. De andere kant van het probleem is dat het water dat nog wel beschikbaar is, niet meer van voldoende kwaliteit is om met name de landbouw te voorzien. Het water is bijvoorbeeld te zout. Op basis van de Regionale Zoetwaterverkenning Midden West-Nederland werken de hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland het beleid uit voor het eigen gebied. In dit Waterplan bekijken we lokaal of er knelpunten zijn met droogte in het stedelijk gebied en of we deze binnen het kader van dit Waterplan kunnen oplossen. Water keren Waterkeringen zijn bedoeld om het achterland, meestal een lager gelegen polder, veilig en droog te houden en te beschermen tegen hogere waterstanden. Voor Leidschendam-Voorburg zijn de boezemwaterkeringen, de polderkaden en de Landscheiding tussen Delfland en Rijnland belangrijk en deze keringen worden dus in stand gehouden. Momenteel speelt de discussie over het aanpassen van de normeringen. Waterbeheerders moeten een veiligheidstoets uitvoeren voor alle waterkeringen en zijn verplicht afdoende maatregelen te treffen om de veiligheid te kunnen waarborgen. Waterbeheerders streven ernaar rond 2012 klaar te zijn met de veiligheidstoets. In 2015 moet alles ‘op hoogte’ zijn. Tot die tijd voeren we met name voor de Landscheidingen een conserverend beleid, wat wil zeggen dat we bestaande waterkeringen intact laten. Voor de regionale waterkeringen hebben de hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland specifieke beleidsregels opgesteld waaraan alle activiteiten in en op de keringen worden getoetst. Voor het omgaan met veendijken heeft Delfland apart beleid geformuleerd.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 22
Schoon Schoon, helder water maakt een omgeving aangenaam. Mensen kunnen genieten van de natuur die rondom het water ontstaat, jonge eendjes en zwanen zien zwemmen in het voorjaar, een broedende meerkoet gadeslaan, op een bankje aan het water zitten en onthaasten. Schoon water kunnen we bereiken door water dat (nog) schoon is zo lang mogelijk schoon te houden en water dat niet schoon is, schoner te maken door het goed te beheren. Schoon water betekent water dat voldoet aan de waterkwaliteitswensen en –eisen die vanuit een toegekende waterhuishoudkundige functie voor het betreffende water gelden. De kwaliteit van het water is op veel plekken in Leidschendam-Voorburg voor verbetering vatbaar. Baggerbeheer, rioolbeheer en een uitgekiend oeverbeheer zijn instrumenten om de waterkwaliteit verbeteren. Sinds eind 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze richtlijn brengt uniformiteit in Europa in de inspanningen voor ecologisch goed functionerende watersystemen. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en het grondwater in 2015. Die doelstelling is verplicht, maar de weg er naartoe wordt niet centraal gestuurd. Die mogen de lidstaten zelf invullen, mits ze er alles aan doen om de doelen te bereiken. Hoewel de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk is voor de implementatie ligt hier ook voor gemeenten en waterschappen een ‘schone’ maar pittige taak. In 2015 moet het oppervlaktewater voldoen aan normen voor chemische stoffen en ecologische doelstellingen. Voor het grondwater gelden aparte normen voor chemische stoffen. Voor prioritaire stoffen stelt de EU de normen vast. De lidstaten mogen zelf de ecologische doelstellingen voor het oppervlaktewater vaststellen. Ook moet de grondwatervoorraad stabiel zijn en mogen natuurgebieden niet verdrogen door een te lage grondwaterstand. Aansprekend Water brengt eigenheid, levendigheid en sfeer. In Leidschendam-Voorburg is het water sterk verbonden met de geschiedenis en heeft een hoge cultuurhistorische waarde. Voorbeelden van historisch waardevol water en aan water verbonden elementen zijn de Landscheiding, de ligging van de waterlopen, de Gracht van Corbulo en de molens. Door de potenties van water te benutten kunnen we de identiteit van Leidschendam-Voorburg en de afzonderlijke wijken versterken. Door het benutten van de ecologische, recreatieve en ruimtelijke mogelijkheden kunnen we onze omgeving aangenamer maken. Synergie Doelen op het gebied van kwantiteit, kwaliteit en leefomgeving kunnen elkaar versterken. Door ruimte te maken voor water wordt het water schoner. Een bredere en diepere sloot is meestal helderder, kan calamiteiten beter opvangen en de waterbodem en oever kunnen zich natuurlijker ontwikkelen. De gemeente wordt blauwer en groener en de kwaliteit van de leefomgeving gaat omhoog. In die visie gaat waterbeheer hand in hand met duurzame ontwikkeling. Duurzaam beleid wil zeggen dat we onze eigen problemen aanpakken in het hier en nu, zonder nadelige effecten op het gebied om ons heen en zonder problemen door te schuiven naar toekomstige generaties. Duurzaamheidprincipes op het gebied van waterberging zijn eerst vasthouden, dan bergen en dan pas afvoeren. Ook waterneutraal bouwen draagt bij aan duurzame ontwikkeling.
Hoofdstuk 3
doelen
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 23
Duurzaam water is schoon water. Dit bereiken we door: c schoon water, zoals regenwater, zo lang mogelijk schoon te houden, bijvoorbeeld door meer oppervlaktewater te realiseren en door regenwater, zo mogelijk via bodeminfiltratie, af te voeren naar het oppervlaktewater; c vervuiling bij de bron aan te pakken, bijvoorbeeld door bouwmaterialen te gebruiken die niet uitlogen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen te vermijden; c verspreiding van vervuiling te voorkomen door overstorten vanuit de riolering te beperken en door regelmatig te baggeren; c water te laten stromen door voldoende diepe watergangen en door smalle en lange duikers te vervangen door bruggen; c het zelfreinigend vermogen van het watersysteem te benutten door bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers te realiseren en watergangen te verbreden en te verdiepen.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Ton de Bruijn Medewerker planvorming, peilbesluiten en vergunningen hoogheemraadschap van Rijnland ‘Een Waterplan is een goed instrument om het watersysteem in een gemeente op orde te krijgen. In Leidschendam-Voorburg hebben gemeentebestuur en waterschappen afspraken gemaakt over beheer, onderhoud, natuur, ecologie, stedenbouwkundige aspecten en over recreatie. Nu is duidelijk wat betrokkenen van elkaar verwachten en wie wat betaalt. In het Waterplan is het patroon van de strandwallen herkenbaar. Evenwijdig aan de zee vertoont het landschap een golfpatroon. De gemeentebodem is opgebouwd volgens dit patroon. Het polderland laag, het boezemgebied hoog. Zo heeft de natuur de bodem aangelegd en het Waterplan respecteert deze spelingen van de natuur. Belangrijk in dit plan zijn de ‘waterparels’ die zijn benoemd. Dit zijn bijzondere plekken in de gemeente waar water een prominente plek heeft en bijdraagt aan de kwaliteit van de omgeving, terwijl ze tegelijkertijd een bijdrage leveren aan een beter watersysteem . Als je zo met water omgaat, gaat het niet meer alleen over de wettelijk vastgestelde normen, maar ook over de kansen die water biedt; een inspirerende manier om tegen water aan te kijken. Als de uitvoering van het plan op stoom is, wordt de kans op natte voeten vrijwel nihil, denk ik. We gaan straks straks veel extra waterberging realiseren, vooral in de spoorzone. Daarmee gaan we de normen van het NBW wel halen.’
Pagina 26
Hoodstuk 4 Strategie en visie
Ruimte voor water Het waterbeleid van de gemeente Leidschendam-Voorburg stoelt op een aantal basisprincipes. Water komt goed tot zijn recht als we regionale en lokale netwerken met elkaar verbinden, ruimte laten voor avontuur en oog hebben voor parels. We kunnen het karakter van de wijken versterken door de potenties van water optimaal te benutten.
Regionale en lokale netwerken verbinden Structuurdragers Het watersysteem in Leidschendam-Voorburg draagt de structuur van de gemeente. We onderscheiden verschillende zones. Dit zijn: c de oude strandvlakte met relatief grote en ondiepe polders zoals de Zijdepolder en de Veen- en Binckhorstpolder; c het boezemland op de oude strandwal, geflankeerd door kleine polders zoals de Rietvinkpolder; c de diepe polders ten zuidoosten van de Vliet, ontstaan na de ontginning van het moerasgebied, met de kernen Wilsveen en Stompwijk op de oude ontginningslinten; c de grotere boezemwatergangen als de Vliet en de Broeksloot en de watergangen die loodrecht op de Vliet staan. Structuurdragers van zuidwest naar noordoost zijn: c de Vliet met de parken die er aan liggen; c de watergangen die loodrecht op de Vliet staan; c de Broeksloot met de aanliggende sportparken en groenzones en meer noordelijk de groenblauwe zone langs de Noordsingel; c het lint Schenkstrook-Zijdesingel–Dobbewetering. Structuurdragers van zuidoost naar noordwest zijn de Machinesloot, Park ‘t Loo en Duivenvoorde.
Voortbouwen op natuurlijke structuren Dit Waterplan bouwt voort op deze natuurlijke structuren en gaat uit van het verbinden en verbeteren van bestaande blauwe en groene assen. De visiekaart ‘verbinden van netwerken’ geeft dit weer. Het versterken van het groenblauwe netwerk heeft veel voordelen. Doodlopende watergangen verdwijnen waardoor het water bij forse regenbuien naar verschillende kanten weg kan en de kwaliteit verbetert. We zorgen voor robuuste verbindingen, die voldoende capaciteit hebben. Nu zitten er nog versmallingen in het watersysteem, maar door deze te verbreden of duikers te vervangen door open water en een brug, kunnen we deze ‘knelpunten’ opheffen. Natuurlijke doorstroming en uitwisseling van water dragen bij aan de ecologie van het water. Planten en dieren kunnen zich verplaatsen en verspreiden. Meer leven in het systeem vergroot het natuurlijke zelfreinigende vermogen van het water en maakt het watersysteem minder kwetsbaar voor lokale calamiteiten.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 27
Verbinden van netwerken
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 28
Overgangen creëren Het groenblauwe netwerk kan ook overgangen creëren tussen het stedelijk en landelijk gebied en de harde grens tussen stad en land verzachten. Water kan de routes vanuit het stedelijk gebied naar het buitengebied begeleiden, naar de strandwallen bij Wassenaar en naar het Groene Hart. Zo ligt het bedrijventerrein De Star op de rand van de bebouwde kom en vormt een harde overgang naar het landelijk gebied. Door water toe te voegen en stuwen te verplaatsen kunnen we de grens met het landelijk gebied naar het noorden opschuiven. Zo kan het water de overgang tussen stad en land gaan markeren. In de overgang tussen het stedelijk gebied en de Duivenvoordecorridor kan de Dobbewetering een belangrijke rol gaan vervullen. Met de aanleg van natuurvriendelijke oevers ontstaat een aantrekkelijke watergang die de langzaam verkeerroute vanuit Schakenbosch naar de landgoederenzone begeleidt. Rust binnenhalen We kunnen de rust van natuurgebieden de stad inhalen door overgangszones van stad en platteland opnieuw vorm te geven en kansen te benutten in de vorm van nieuwe ontwikkelingen langs de A4. Door de A4 gedeeltelijk af te schermen en ‘in te pakken’ ontstaat er een relatie met de Nieuwe Driemanspolder; het waterbergings- en recreatiegebied dat aan de andere kant van de A4 wordt ontwikkeld. Bij de uitbreiding van Stompwijk moet het accent liggen op water en natuur en niet op de bebouwde sfeer van het huidige dorp. Innovatieve oplossingen voor het wonen in natte natuur zijn hier op hun plaats. Avontuur en parels Creatief waterbeheer betekent ruimte voor avontuur en oog voor parels. De Vliet is een kroonjuweel met zijn steeds wisselende karakter, zijn buitenplaatsen, het sluiscomplex, de bruggen en houtzaagmolen De Salamander. Ook molen De Vlieger en zijn polderomgeving zijn echte waterparels. Maar het is de bedoeling ook nieuwe parels te creëren door water meer zichtbaar, beleefbaar en avontuurlijk te maken, bijvoorbeeld door het aanleggen van prominent aanwezige vegetatiedaken en waterspeeltuinen. Daarmee laten we zien dat Leidschendam-Voorburg een avontuurlijke en flexibele stad is. In zo’n stad spelen innovatie en creativiteit een hoofdrol. Diversiteit en dynamiek honoreren We zoeken de innovatie in nieuwe onorthodoxe oplossingen voor het bergen van water, zoals de berging onder het toekomstige speelveld bij de Bolder in het historisch Centrum van Leidschendam, berging onder wegen of het realiseren van vegetatiedaken. In Essesteijn pakken we in overleg met bewoners de buitenruimte aan met veel ruimte voor water. Potenties benutten Kruisingen van waterpartijen, parken en opvallende groenzones zijn plekken waarmee we iets bijzonders kunnen doen en nieuwe parels kunnen creëren. Zo kunnen we de kruising van Park ‘Loo met de Broeksloot als aanleiding gebruiken om een landmark te maken. In het kassengebied bij Stompwijk kunnen we een bijzondere kanoroute aanleggen. Water moet je beleven Van de zone langs het spoor maken we een bijzonder leefgebied voor planten en dieren en een avontuurlijk verblijfgebied voor de inwoners van de stad. Ter hoogte van de Van Alphenstraat realiseren we watereilanden waar gespeeld (maar ook geparkeerd) kan worden. Op sommige plekken is vernatting mogelijk. Daar mogen meer moerasachtige gebiedjes komen, een bredere watergang, plekken om te vissen en met schepnetjes in de weer te zijn, hutten te bouwen en te wandelen. Het mag een plek worden waar vissen, amfibieën en watervogels zich thuis voelen. In de Prinsenhof maken we een waterspeelplek waar we regenwater vanaf de verharding via goten en stuwtjes naar de nieuwe waterpartij leiden. In de Leidschendammerhout mag je vieze voeten krijgen. Bij de slootjes kun je kijken naar kikkers en libelles en met je schepnet kun je vissen uit het water halen.
Hoofdstuk 4
Strategie en visie
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 29
Water ervaren De Veen- en Binckhorstpolder en de Zijdepolder zijn de twee grootste polders in het stedelijk gebied. Het grootste deel van de Veen- en Binckhorstpolder is ontwikkeld vlak voor en na de oorlog. Bij de aanleg van deze wijken is veel water onder de grond verdwenen, waardoor je de waterstructuur niet ervaart. Er liggen bijvoorbeeld duikers van tientallen meters lang. In de toekomst gaan we de waterstructuur weer zichtbaar maken door duikers te vervangen door open water en nieuwe watergangen te combineren met langzaam verkeerroutes. Karakter van woonwijken versterken Water kan het karakter van wijken versterken en ze een eigen identiteit geven. Daarvoor is een nieuwe manier van inrichten nodig, bijvoorbeeld door te werken met bruggen in plaats van duikers, met natuurlijke oevers in plaats van beschoeiing, maar ook door het aanleggen van harde stenen kades of steigertjes en terrassen op plaatsen waar het stadsbeeld daarom vraagt. Met de kindvriendelijkheid en veiligheid van maatregelen wordt bij de uitvoering rekening gehouden. De waterschappen hebben richtlijnen en advies voor inrichting van bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers. De potentie van water Water kan op veel terreinen iets betekenen, bijvoorbeeld op het gebied van ontspanning en recreatie. Water dicht bij huis zorgt dat mensen langs het water kunnen wandelen, varen, vissen en schaatsen. Daarom gaan we wandelpaden langs het water aanleggen met af en toe een extra brug en bruggen in plaats van duikers zodat je in je bootje of schaatsend je omgeving vanaf het water kunt verkennen. Verder kan water iets betekenen in winkelgebieden. De vijver van Leidsenhage met zijn terrassen laat zien welke levendigheid water kan brengen in een winkelgebied. En tenslotte kan water ‘het goede woongevoel’ ondersteunen. Mensen wonen graag aan het water, dus moeten we water een rol laten spelen in het creëren van aantrekkelijke woonmilieus; een ambitie uit de structuurvisie. Voor het typeren van de wijken onderscheiden we wijken met: c wonen in het blauw en groen met ruimte voor ontspannen, spelen en onthaasten; c wonen in de stad met stadse levendigheid met terrassen, winkels en gezellige drukte; c wonen in de overgangszones aan de randen van de stad met uitzicht op het buitengebied of het water. Woonmilieus Iedere wijk heeft een eigen bouwperiode, eigen bouwstijlen en eigen woonmilieus. In deze paragraaf staat welke woonmilieus we onderscheiden en hoe water dit onderscheid kan benadrukken. In de ideale situatie ervaar je het watersysteem als een eenheid. Water en oevers passen bij elkaar en betekenen iets voor de omgeving. We onderscheiden: De Vliet en de historische dorpskernen Uitgangspunt is dat het karakter van de historische dorpskernen Oud Voorburg en Leidschendam behouden moet blijven. Het water heeft hier een stedelijk karakter. De sluis is een echt waterpareltje. In de vele herinrichtingsplannen is al veel aandacht voor de kansen die water biedt, bijvoorbeeld voor wonen aan het water; aan de Vliet of aan zijsloten van de Vliet. In de loop van de tijd zijn veel zijtakken van de Vliet verdwenen. Bij toekomstige sloop- en nieuwbouwplannen gaan we de relatie met de Vliet versterken door bijvoorbeeld overkluisde zijtakken te vervangen door open water.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 30
De Broeksloot In Voorburg bepaalt de Broeksloot het beeld. Door de flauwe taluds is er ruimte om natuurvriendelijke oevers te creëren. Bij de inrichting van de oevers moet de sfeer uit de jaren dertig behouden blijven. Veel mensen vinden het plezierig om langs de Broeksloot te fietsen. Langs de Broeksloot een ommetje maken is ook populair. Het water kan schoner, de oever van de Broeksloot kan mooier en met een extra brug zijn er nog wat meer doorsteekjes op de route mogelijk. Daar waar de Vliet een verbindende en recreatieve functie vervult op regionaal niveau heeft de Broeksloot die op lokaal niveau. Door meer natuur langs de Broeksloot te creëren en dit te combineren met een route voor fietsers en voetgangers kan de beleving van de Broeksloot verbeterd worden. Daarnaast is een goede verbinding tussen de Vliet en de Broeksloot van groot belang voor een goede watersysteemkwaliteit en draagt het ook bij aan waterberging en beleving. De vooroorlogse uitbreidingen Voorburg West en Raadhuiskwartier Voorburg West en het Raadhuiskwartier rond het gemeentehuis van Leidschendam zijn vooroorlogse stedelijke uitbreidingen. Singels en vijvers zijn beeldbepalend in de openbare ruimte. Kenmerkend zijn de kademuren van metselwerk op de kop van een waterpartij of bij een brug. Het gebied rondom het gemeentehuis stamt grotendeels uit de jaren dertig. Het watersysteem bestaat uit klassiek ingerichte singels met hier en daar een kademuur. De sfeer is parkachtig met bomen, treurwilgen langs het water en rozenperkjes. Technische maatregelen zijn nodig om het watersysteem te verbeteren en verder is het vooral zaak het huidige watersysteem te behouden door zorgvuldig beheer. Veen- en Binckhorstpolder De Veen- en Binckhorstpolder is een sterk verstedelijkte polder. Veel watergangen zijn met elkaar verbonden door lange duikers. Het deel van de polder langs de Utrechtsebaan is vrijwel geheel verhard met weinig groen. Het groen dat er is wordt gebruikt als park. Essesteijn is meer open van karakter met brede bermen en groenstroken. Park ‘t Loo is het belangrijkste park in de polder en scheidt de twee delen. In Essesteijn is weinig over van het oorspronkelijke slotenpatroon. Zelfs een dertien meter brede tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog is gedempt bij de aanleg van de wijk. Alleen kleine stukjes van deze tankgracht zijn ingepast in de waterpartijen de Elzendreef en bij de Mgr. Van Steelaan. Bewoners zien het groen in de wijk als een parel. Het groen kan natuurlijker door ook oevers natuurvriendelijker te maken. Het water is nu nog op veel plekken verstopt. Duikers open graven en bruggen aanleggen voor langzaam verkeer maken water meer zichtbaar in Essesteijn. Verder liggen er kansen in het water verbinden tussen Essesteijn en de zone van het spoor Den Haag-Amsterdam waar meer ruimte is. Een deel ervan valt binnen de zogenaamde Schenkstrook en vormt een deel van de Haagse ecologische hoofdstructuur. Zijdepolder De Zijdepolder is een uitbreidingsgebied met bebouwing uit de jaren zestig. Er staan flats en doorzonwoningen en er zijn veel wijkvoorzieningen, zoals kleinschalige winkelcentra. De wijk is ruim opgezet met brede grasstroken langs wegen en watergangen. Het groen en de oevers zijn saai en kleurloos en er gebeurt weinig. Wel zijn er mooie lange zichtlijnen, helaas ook vaak onderbroken door wegen op een dam met een duiker eronder, waardoor je de watergang ervaart als een geïsoleerde waterpartij en niet als doorlopende watergang. In de Zijdepolder is veel ruimte om extra water te creëren. Er zijn veel grote openbare ruimtes, zoals het binnenterrein van de Prinsenhof, de Heuvel, het Groot Zijdepark, de zone langs de Noordsingel en het groen langs de spoorzone.
Hoofdstuk 4
Strategie en visie
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 31
Prinsenhof De Prinsenhof is een hoogbouwwijk, die volop wordt herontwikkeld. In de nieuwe inrichting is plaats voor een speelse waterpartij; een waterspeelplaats met behulp van regenwater. De groene singels langs de watergangen blijven, maar we gaan meer variatie aanbrengen. Natuurlijke oevers gaan dienst doen als speelse begrenzing van de rechte watergang. Dit mes snijdt aan twee kanten. Het beeld wordt levendiger, de bergingscapaciteit wordt groter en de waterkwaliteit gaat vooruit. Natuurlijke oevers betekenen meer planten, meer dieren, meer variatie en dat verbetert de ecologische en chemische waterkwaliteit. Door het vervangen van duikers door bruggen maken we de waterstructuur hier beter zichtbaar. Fluitpolderplein en de Heuvel Tot op heden ontbreekt een logische verbinding voor langzaam verkeer vanuit de Prinsenhof, via het Fluitpolderplein en de Heuvel naar Leidsenhage. Water zou die route extra aantrekkelijk kunnen maken. In de plannen voor het Fluitpolderplein wordt die wens meegenomen en gezocht naar mogelijkheden. De Heuvel heeft net als de Prinsenhof een stedenbouwkundige opzet waar water de ruimte kan krijgen. De huidige natuurvriendelijke oevers zijn de eerste pareltjes in de wijk. Door duikers open te graven en koppen van flats in het water te plaatsen, kan de wijk een heel ander gezicht krijgen. De Heuvel is een aandachtsgebied voor stedelijke vernieuwing en in 2007 wordt een integrale visie op de wijk gemaakt. Dan zal ook water zijn plek krijgen in de plannen. Groot Zijdepark Ook het Groot Zijdepark heeft potenties voor meer variatie en avontuur, vergelijkbaar met de spoorzone. Het graven van een nieuwe watergang naar Leidsenhage zorgt voor een betere verbinding met de vijver in het winkelgebied. Rietvinkpolder De Rietvink is een woonwijk die is gebouwd in een polder direct tegen de Vliet aan en op het boezemland. We vinden er veel open verbindingen met de Vliet, dus ook aanlegsteigers en hoge bruggetjes. Met het plan De Werf zal het laatste deel van de wijk worden bebouwd. Door verhoging van de brug naar de Vliet en de aanleg van insteekhaventjes wordt de relatie met de Vliet verder versterkt. ‘t Lien ‘t Lien is een wijk uit de jaren tachtig. Het water bestaat uit een aantal dwarstakken van de Vliet, die met elkaar zijn verbonden. Omdat er veel bruggen zijn aangelegd en doorvaarbare duikers kun je vanuit ‘t Lien nog steeds naar de Vliet varen. De houten beschoeiingen, waarmee de oevers zijn afgewerkt, hebben door hun hoogte en strakke vormgeving iets weg van kademuren. Het thema ‘verbinden’ zit al in de opzet van de wijk. Dit levert ook avontuur op, bijvoorbeeld varen naar de Vliet en schaatsen. De potentie van boezemland is dus goed benut. Het is zaak te zorgen dat die verbindingen blijven bestaan.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Wouter van de Wiel Stedenbouwkundige gemeente Leidschendam-Voorburg ‘De aanwezigheid van oppervlaktewater is een verrijking van de leefomgeving en van de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit Waterplan benadrukt de plaats die water behoort te hebben binnen de ruimtelijke ordening. De watertoets bijvoorbeeld biedt ons mogelijkheden om een goede ruimtelijke kwaliteit binnen projecten te behalen. Een groot voordeel is dat we nu afspraken hebben gemaakt over hoe om te gaan met water binnen de gemeente. Nu we weten dat we in bepaalde deelgebieden meer bergingscapaciteit nodig hebben, kunnen we daar met onze ruimtelijke plannen op anticiperen. Bijvoorbeeld door het opnemen van vegetatiedaken in een plan of door af te spreken dat we op een bepaalde plek kunnen ‘spelen’ met het verticale waterpeil als dat nodig is om piekbuien op te vangen. Op sommige plekken kun je best minder afpompen en het waterpeil tijdelijk laten stijgen. Als je dat maar in overleg doet met de gebruikers van een gebied, bijvoorbeeld de eigenaren van volkstuintjes die aan dat water liggen. In het grensgebied tussen Leidschendam-Voorburg en Den Haag ter hoogte van de Nicolaas Beetslaan kan de uitbreiding van de bergingscapaciteit op deze plaats gecombineerd worden met het versterken van de recreatieve en ecologische waarden. Dit is een plek waar je met water de leefomgeving kunt versterken.’
Pagina 34
Hoofdstuk 5 Het watersysteem
Kwantiteit en kwaliteit in Rijnland en Delfland De gemeente Leidschendam-Voorburg ligt in de beheersgebieden van twee waterbeheerders, de hoogheemraadschappen van Delfland en van Rijnland. In beide beheersgebieden is de Vliet de doorgaande watergang, verantwoordelijk voor een groot deel van de afvoer van water. De grens ligt door het centrum van de kern Leidschendam en wordt in de Vliet gemarkeerd door de sluis. De Vliet is niet alleen van belang voor de aan- en afvoer van water, maar ook voor de scheepvaart en de recreatievaart. De overzichtskaart, hiernaast, laat het watersysteem van Leidschendam-Voorburg zien in regionaal perspectief met de belangrijkste watergangen en de landscheiding.
Het watersysteem in Rijnland bestaat uit hoger gelegen boezemland, dat rechtstreeks afwatert op de Vliet. Verder liggen er in het stedelijk gebied van de kern Leidschendam vier polders, die via een gemaal afwateren op het boezemstelsel. Het betreft de Rietvinkpolder, de Zijdepolder (beide ten westen van de Vliet), de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder en de polder Klein Starrevaart, beide ten oosten van de Vliet. Deze polders hebben meerdere peilvakken en gemalen. Het watersysteem in Stompwijk bestaat uit een centraal gelegen boezemwatergang, de Stompwijksevaart, en de woonwijken liggen in de aangrenzende Drooggemaakte Grote Polder. In het gebied van het hoogheemraadschap van Delfland liggen ten noordwesten van de Broeksloot de Veen- en Binckhorstpolder (Voorburg) en ten zuidwesten van de Vliet de Tedingerbroekpolder en Polder Leidschenveen. Leidschendam Centrum ligt in de voormalige Klein Plaspoelpolder, waarin nagenoeg geen oppervlaktewater aanwezig is. Tussen de Vliet en de Broeksloot bevindt zich boezemland, dat vrij afwatert op de Vliet. De Veen- en Binckhorstpolder bestaat voornamelijk uit dicht bebouwd stedelijk gebied ten zuiden van het spoor Utrecht-Den Haag dat de polder doorkruist. Ten noorden van de spoorlijn naar Zoetermeer ligt de wijk Essesteijn, die een wat opener karakter heeft. De Zeeheldenwijk ligt in Polder Leidschenveen. De wijk ligt in een peilvak dat afwatert op het hoofdpeilvak van Polder Leidschenveen. Park Leeuwenbergh ligt in de Tedingerbroekpolder ten zuiden van de Vliet. In dit gebied staan enkele stuwen om het water ook in het steeds hoger wordende maaiveld vast te houden. Waterhuishoudkundige knelpunten zijn er niet, maar in dit gebied vinden we misschien wel mogelijkheden om extra water vast te houden. In het boezemland tussen de Broeksloot en de Vliet ligt een aantal doodlopende dwarsgangen. De Vliet en de Broeksloot lopen evenwijdig aan de strandwallen en worden niet met elkaar verbonden. De Broeksloot heeft voornamelijk een afwaterende functie voor de Veen- en Binckhorstpolder en heeft ecologische potenties. De boezem- en polderkaart, op pagina 37, geeft de ligging van de boezem en de polder in leidschendam-Voorburg weer. De watersysteemkaart, op pagina 39, toont het watersysteem met haar watergangen, gemalen en kunstwerken. Waterkwantiteit Delfland Boezemland Voor het bergingstekort van het boezemland geldt dat bij uitvoering van alle ABC-maatregelen het watersysteem voldoende functioneert en voldoende beschermingsniveau biedt tegen wateroverlast. Extra bergingsmaatregelen zijn dan ook alleen nodig als door planontwikkelingen de verharding substantieel toeneemt of het beschermingsniveau door functieverandering wijzigt.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 35
Overzichtskaart
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 36
Het boezemland tussen de Broeksloot en de Vliet heeft veel doodlopende takken, die haaks op de beide boezemkanalen staan. De Broeksloot is een watergang met ecologisch potentieel, maar heeft ook te kampen met een uitstroom van polderwater en overstorten. Daarbij komt dat zij aan de noordoostzijde een doodlopende watergang is, waar het relatief vuile water zich ophoopt. Dit is voor de ecologie en waterkwaliteit een groot knelpunt. Dit kan opgelost worden door de Broeksloot met de Vliet te verbinden ter hoogte van Sijtwende. Op die manier vindt meer doorstroming plaats wat de waterkwaliteit ten goede komt. Veen en Binckhorstpolder De Veen- en Binckhorstpolder als totaal (Leidschendam-Voorburg en Den Haag) heeft nu een bergingscapaciteit van 50.121 m3 en kent volgens de oude normen geen historisch bergingstekort. Het bergingstekort volgens de ABC-werknormen bedraagt 42.000 m3 voor de gehele polder, op voorwaarde dat de toelaatbare peilstijging kan worden verhoogd naar 60 cm. Hiernaar is onderzoek uitgevoerd door Delfland. De waterbergingsopgave voor het Voorburgse deel (360 ha) bedraagt 36.000 m3, dit komt overeen met 6 ha bij 60 cm. peilstijging. De grootste knelpunten in de Veen- en Binckhorstpolder zijn: c een huidige toelaatbare peilstijging van slechts 30 cm., bepaald door een gebied met geringe drooglegging. Wanneer 60 cm. peilstijging gerealiseerd kan worden is er nog een bergingstekort van 42.000 m3 voor de gehele polder volgens de werknormen ABC-Polders. Voor het Voorburgse deel is dat 36.000 m3 (6 ha). c een klein aantal opstuwende duikers; c slechte afwatering van bedrijventerrein de Binckhorst (Haags grondgebied) naar het gemaal (Voorburg). Deze afwatering vindt plaats door een groot aantal lange duikers die onder de Utrechtsebaan en het spoor doorlopen. Dit maakt het systeem niet robuust. Een belangrijk aandachtspunt voor de Binckhorst is de bodemverontreiniging. Deze mag geen bedreiging vormen voor het water in de rest van de polder of de boezem; c slechte waterkwaliteit van het afstromend regenwater langs de Utrechtsebaan. Voor het oplossen van deze knelpunten zijn voorkeursmaatregelen door het Algemeen Bestuur van Delfland vastgesteld in 2005. Deze maatregelen staan in dit Waterplan concreet uitgewerkt. Tedingerbroekpolder en Polder Leidschenveen De Zeeheldenwijk in Leidschendam-Zuid lag vroeger in de Tedingerbroekpolder, maar tegenwoordig in Polder Leidschenveen. Met de ontwikkelingen in Leidschenveen is een nieuwe polder ontstaan met een aparte afwatering van de Tedingerbroekpolder. De Zeeheldenwijk vormt een gestuwd peilvak, dat afwatert op Leidschenveen. Er zijn geen knelpunten geconstateerd in het watersysteem. Wel is er een bergingstekort voor het peilvak. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd door het bergingsoverschot in Leidschenveen. Park Leeuwenbergh is nog wel onderdeel van de Tedingerbroekpolder en is een gestuwd gebied in één van de peilvakken van de polder. Er zijn voor dit gebied geen knelpunten geconstateerd en ook is er geen bergingstekort volgens de ABC-werknormen van Delfland. Er zijn wel mogelijkheden voor het vasthouden van water voor extra veiligheid. Voormalige Klein Plaspoelpolder Dit is het gebied rond Damcentrum. Dit is onderdeel van boezemland, maar was vroeger een aparte polder. Door weinig aanwezig oppervlaktewater en het relatief hoge boezempeil treden hier knelpunten op, zowel in berging als in de afvoer. Bij de herontwikkeling van het Damcentrum is er voor gekozen het oorspronkelijke polderwatersysteem met de daar omheen gelegen boezemkaden weer terug te brengen.
Hoofdstuk 5
Het watersysteem
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 37
Boezem- en polderkaart
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 38
Waterkwantiteit Rijnland Als het Rijnlandse beleid om waterneutraal te bouwen wordt gecombineerd met de maatregelen, die het hoogheemraadschap van Rijnland zelf neemt, zal het boezemsysteem voldoende bestand zijn tegen de verwachte klimatologische ontwikkelingen. Rijnland zelf zorgt voor het uitbreiden van gemaalcapaciteit op gemaal Katwijk en het realiseren van enkele grootschalige waterbergingslocaties, onder meer in de Nieuwe Driemanspolder tussen Leidschendam en Zoetermeer. De definitieve resultaten van de toetsing van de poldersystemen door Rijnland worden verwacht begin 2007. In dit Waterplan werken we met de concept berekeningsresultaten van november 2006. Rijnland heeft bekeken welke gebieden onder water komen te staan als de neerslag toeneemt zoals de klimaatscenario’s voorspellen. Met die gegevens is vervolgens een wateropgave berekend. Deze gegevens zijn verwerkt in onderstaande tabel. Deze resultaten geven aan dat met name in de Zijdepolder de wateropgave veel kleiner is dan we dachten tijdens de inventarisatiefase van het waterplan. Bij deze laatste berekeningsresultaten is wel gebleken dat er nog twee laaggelegen locaties zijn in de Zijdepolder, waarmee onvoldoende rekening is gehouden. De gevolgen daarvan worden nog verder uitgezocht. Mogelijk leidt dit nog tot wijzigingen. Vooralsnog zijn alle maatregelen voor vergroting van de waterberging in de Zijdepolder gehandhaafd in het Waterplan. In februari-maart 2007 zal definitief blijken welke maatregelen nodig zijn om de Zijdepolder veilig en droog te houden. De wateropgave De ABC-polderstudie van Delfland en de studie waterbezwaar fase twee van Rijnland geven de wateropgave per polder. In onderstaande tabel is het bergingstekort weergegeven. Beide waterschappen hanteren op basis van landelijke en provinciale uitgangspunten hun eigen berekeningswijze. Dit verklaart de verschillende eenheden in de tabel. De landelijke norm is dat in stedelijk gebied het risico op wateroverlast door te hoge peilstijgingen maximaal eens in de honderd jaar bedraagt. Het bergingstekort is uitgedrukt in benodigd extra oppervlak aan water. De norm van Delfland is een volumenorm, uitgedrukt in kubieke meters per hectare. Dit betekent dat wanneer er veel peilstijging (boven streefpeil) kan optreden in een gebied, er minder wateroppervlak nodig is, dan wanneer een kleine peilstijging toelaatbaar is (bepaald door de hoogte van het maaiveld). Bij de Veen- en Binckhorstpolder is een verhoging van de toelaatbare peilstijging tot 60 cm. mogelijk, mits aandacht wordt gegeven aan enkele gevoelige gebieden. Rijnland kijkt in zijn berekeningen naar het moment dat inundatie (overstroming) op het maaiveld optreedt. Er moet voldoende oppervlaktewater in een polder zijn, zodat er statistisch niet vaker dan 1x in de 100 jaar inundatie optreedt.
Hoofdstuk 5
Het watersysteem
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 39
Watersysteemkaart
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 40
Tabel Bergingstekort in de stedelijke polders van Rijnland Deelgebieden waterpeil (m+NAP)
laagste maaiveld (m+NAP)
Poldergegevens open water (%)
Bergingstekort
oppervlakte (ha) 22 20 166 10 5 28 13 11
-1,40 -1,60 -1,95 -5,6 -1,35 -1,20 -4,85 -4,5
-0,30 -0,53 -0,66 -4,47 -0,32 -0,67 -4,12 -3,69
7 6 4 7 5 5 3 4
0 0 0 0 0,12 0,52 0,1 0
Tabel Bergingstekort in de stedelijke polders van Delfland Deelgebieden oppervlakte (ha)
toelaatbare peilstijging (m)
Poldergegevens open water (%)
Bergingstekort
waterpeil (m+NAP) -1,80 -1,38 -1,93 -2,00 -4,75
0,60 0,60 0,40 0,30 0,30
3 1 4 3 3
0,35 5,70 0 0,73 1,07
Zijdepolder (Leidsenhage en Zijdepark) Zijdepolder (Park Veursehout) Zijdepolder (overig) Meeslouwerpolder (Stompwijk) Rietvinkpolder (Park Rozenrust e.o.) Rietvinkpolder (overig) Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder Kleine Starrevaartpolder
Veen- en Binckhorstpolder (Sportpark ‘t Loo) Veen- en Binckhorstpolder (overig) Tedingerbroekpolder (Park Leeuwenbergh)1) Tedingerbroekpolder (Zeeheldenwijk) Tedingerbroekpolder (Leidschendam-Zuid) 1)
Voor Park Leeuwenbergh is alleen het oppervlak van het Leidschendam-Voorburgse deel opgenomen, maar de overige getallen (berging en overschot) gelden voor het gehele peilvak (peilvak VIII van de Tedingerbroekpolder).
Hoofdstuk 5
Het watersysteem
8 361 15 12 17
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
(ha)
(ha)
Pagina 41
Stedelijke vernieuwing In het kader van stedelijke vernieuwing zijn ten aanzien van de wateropgave prestaties opgenomen. In de Zijdepolder zal met de projecten De Prinsenhof en De Heuvel 1,2 ha en in de Rietvinkpolder met het project Leidschendam Centrum 0,2 ha extra open water worden aangelegd. In Leidschendam-Zuid staat eveneens het vergroten van de hoeveelheid oppervlaktewater op het programma in combinatie met het vernieuwen van de waterstructuur. Op basis van deze cijfers lijkt het grootste knelpunt de Rietvinkpolder, zeker gelet op het feit dat het een relatief kleine en sterk verstedelijkte polder is. Er zijn echter een aantal ontwikkelingen in deze polder waarmee extra water gerealiseerd kan worden, zodat naar verwachting aan de opgave kan worden voldaan. De Veen- en Binckhorstpolder overschrijdt de gemeentegrens en ligt deels op Haags grondgebied. Voor het Voorburgse deel geldt de bovengenoemde waterbergingsopgave van zes ha extra (waarvan 0,3 ha in het peilvak van Sportpark ‘t Loo). Conclusies kwantiteit De wateropgave vraagt een forse inspanning in de Veen- en Binckhorstpolder. In de overige polders is de wateropgave makkelijker in te passen. Er is zowel ruimte in de openbare gebieden als ook bij te verwachten nieuwe ontwikkelingen. Waterkwaliteit In het Rijnlandse deel (Leidschendam en Stompwijk) is ten behoeve van het Waterplan in 2004 waterkwaliteitsonderzoek uitgevoerd op fysisch-chemisch en ecologisch gebied. In het Delflandse deel (voornamelijk Voorburg) is de waterkwaliteit iedere vier jaar fysisch-chemisch en ecologisch beoordeeld. De meest recente beoordeling vond plaats in 2004. Fysisch-chemische waterkwaliteit Uit het onderzoek blijkt, dat de waterkwaliteit in het stedelijk gebied van Leidschendam matig tot slecht is. De problematiek spitst zich toe op lage zuurstofgehalten met daaraan gekoppeld hoge fosfor en ammoniumcijfers. Dit naast de natuurlijke situatie dat in het Rijnlandse poldergebied ook kwel aanwezig is, waarmee eveneens stikstof en fosfaat wordt aangevoerd. Uit de wateranalyses en uit de resultaten van het onderzoek aan de waterbodem blijkt dat onder meer de zware metalen, echter in relatief lage concentraties, worden aangetroffen. De fysisch-chemische waterkwaliteit in het stedelijk gebied van Voorburg is ook matig tot slecht. Er worden regelmatig lage tot zeer lage zuurstofgehalten aangetroffen en te hoge gehalten aan nutriënten (stikstof en fosfaat). Vooral de fosfaatgehalten zijn extreem hoog (5 tot 10 maal de norm). Evenals in Leidschendam, worden in Voorburg ook regelmatig verhoogde gehalten aan ammonium aangetroffen. De lage zuurstofgehalten zijn voor een deel gerelateerd aan kroosgroei op de singels. Kroosgroei wordt bevorderd door hoge nutriëntengehalten. Zware metalen worden veelal in lage concentraties gemeten, met incidenteel licht verhoogde waarden voor koper en zink. In de waterbodem komen wel duidelijk verhoogde gehalten aan zink voor. Van de onderzochte singels waar sterk verontreinigd (klasse 4) bagger is aangetroffen, is zink ook de klassenbepalende parameter. De kwaliteit van het water in de Vliet ten zuidwesten van de sluis in Leidschendam is veelal beter dan in het stedelijk gebied van Voorburg. De zuurstofgehalten zijn hoger en de nutriëntengehalten zijn duidelijk lager. Vooral fosfaat is een factor twee tot drie lager dan in het stedelijk gebied van Voorburg. De gehalten aan zware metalen liggen veelal beneden de normen.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 42
Ecologische kwaliteit In Leidschendam wordt de ecologie van de oever over het algemeen als zeer slecht beoordeeld en die van het water van zeer slecht tot voldoende. In Voorburg is de situatie niet veel anders. Ook hier is de ecologie van oever en water slecht tot voldoende. De ecologie van het water van de Broeksloot is goed, maar die van de oever is slecht. In de Leidsche Vliet is de ecologie van de oever ook slecht. Bladval van bomen en zwerfvuil hebben een negatieve invloed op de waterkwaliteit. De aangetroffen flora en fauna duiden op nutriëntrijke omstandigheden. Op veel locaties wordt kroos aangetroffen. De ecologische waterkwaliteit in de Veen- en Binckhorstpolder is zeer slecht. Er zijn weinig natuurvriendelijke oevers aanwezig. In Essesteijn is relatief veel open water en ruimte voor natuurvriendelijke oevers. Daarnaast zijn Park ‘t Loo en de Machinesloot als groene aders aangeduid op de potentiële waardenkaart van Delfland. Hierin is Park ‘t Loo aangemerkt als watertype ‘natuursloot’ en de Machinesloot als watertype ‘kanaal’. Park ‘t Loo maakt deel uit van een ader die vanaf de Vliet doorloopt richting Haagse Bos. Dit park is zeer geschikt voor extra waterberging en voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Daarmee zal het bergingstekort afnemen en daarnaast de ecologische kwaliteit in de Veen- en Binckhorstpolder verbeteren. Conclusies kwaliteit Fysisch-chemische waterkwaliteit De potentie van het watersysteem in Leidschendam is gunstig met de aanwezige basiskwaliteit. We moeten de aandacht richten op het verbeteren van de zuurstofhuishouding. Voor de diverse locaties bestaat dit uit een mix van maatregelen, zoals het verbeteren van de lichtinval, vergroten van het volume, verbeteren van de groeiomstandigheden van planten door herinrichting van de oever of verwijderen van de sliblaag en het verbeteren van de natuurlijke beluchting van het water. Ook het terugdringen van de kwel door aanpassing van het peil en daardoor beperking van de aanvoer van stikstof, fosfaat en bicarbonaat zal een positieve invloed op de kwaliteit hebben. In Voorburg moet de fysisch-chemische kwaliteit van het water duidelijk verbeteren. De maatregelen moeten gericht zijn op het verder terugdringen van de emissies van vooral nutriënten en zink. Ecologisch gezond water Een goede biologische en ecologische waterkwaliteit bereiken we eerder als we het watersysteem goed inrichten en goed ecologisch beheren. Gewenste maatregelen zijn baggeren en het water op voldoende diepte houden. Ook een ecologisch beheerde oever draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit. In een goed onderhouden watersysteem met natuurvriendelijke oevers is een gradiënt aanwezig zodat verschillende planten en dieren tot ontwikkeling kunnen komen; een stevige bodem waarin waterplanten kunnen wortelen, paaiplaatsen voor vis, verstopplaatsen voor het kleine waterleven en diepe plekken om te kunnen overwinteren. Open water in plaats van duikerverbindingen laten het licht vrij intreden. Op deze plaatsen kan de flora en fauna zich ontwikkelen en de migratie naar het achterliggende gebied wordt minder belemmerd. De leefomstandigheden zijn door het grotere volume aan water minder onderhevig aan schommelingen, bijvoorbeeld in temperatuur. De nutriënten worden door de planten opgenomen. De zuurstofproductie en de zuurstofvraag zijn in evenwicht. Eenzijdigheid, botulisme en stankoverlast worden voorkomen. De belevingswaarde neemt toe. Natuurvriendelijke oevers kunnen bijna overal worden gerealiseerd. Ook in stedelijke situaties langs singels en grachten, onder voorwaarde dat bij de inrichting voldoende rekening wordt gehouden met het karakter van het water. Zo kunnen in een gracht of langs een andere steile, harde of hoge oever zogenoemde ‘floatlands’, drijvende oevers, worden aangebracht. De waterkwaliteit kan omhoog dankzij het reinigend vermogen van veel waterplanten. Vooral het scheppen van een habitat voor kleinere en grotere waterorganismen leidt tot ecologisch gezond water. De resultaten hangen sterk af van de maaifrequentie, de maaiperiode en of het maaisel en snoeisel (grotendeels) wordt weggehaald.
Hoofdstuk 5
Het watersysteem
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 43
Afvalwater en afkoppelen regenwater Basisinspanning en waterkwaliteitsspoor Leidschendam-Voorburg heeft een gemengd rioolstelsel. Als het regent, komt het regenwater via de straatputten in hetzelfde riool terecht als het afvalwater uit de woningen. Regenwater en afvalwater worden dus gemengd afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Als het extreem hard regent, kan het riool de hoeveelheid regen die in korte tijd valt niet verwerken. Dan stroomt het riool over en loopt ongezuiverd water rechtstreeks de sloot of gracht in. Dit verschijnsel heet een overstort en komt een aantal keren per jaar voor. Landelijk beleid stelt dat gemeenten de vervuiling via overstorten tot een bepaald niveau moeten terugbrengen. Hiervoor moet de gemeente maatregelen treffen. Dit heet de basisinspanning. Als aan de basisinspanning is voldaan, zijn nog niet alle overstorten verdwenen. Daarom is gekeken naar het effect van de resterende overstorten op de plaatselijke waterkwaliteit. Dit heet het waterkwaliteitsspoor. Niet alleen regenwater komt ongewenst bij de zuivering terecht. Ook grondwater of drainagewater komt soms het riool binnen, bijvoorbeeld via een lek. Dit noemen we rioolvreemd water. Hoe minder rioolvreemd water, hoe beter het zuiveringsproces kan verlopen. Flexibel peilbeheer Bij langdurige droogte neemt de waterkwaliteit van Delflands boezem en Rijnlands boezem af door een ophoping van zout kwelwater vanuit de diepe polders. Onder normale omstandigheden laat Delfland zoet water in vanuit het Brielse Meer. Via de boezem wordt dit water verdeeld over het gehele beheersgebied. Ook kan water uit Rijnland worden ingelaten via het gemaal Dolk in Leidschendam-Voorburg. Vanuit waterkwaliteitsoverwegingen verdient de inlaat vanuit het Brielse Meer de voorkeur. Bij extreme droogte zoals in 2003 worden de Kleinschalige Wateraanvoervoorzieningen Midden-Holland toegepast. Dit is een set van beheersafspraken, geënt op de landelijke verdringingsreeks om bij zeer lage Rijnafvoeren en toenemende verzilting het gebied zo goed mogelijk van zoet water te voorzien. Het is mogelijk het reguliere peilbeheer zo aan te passen dat we zuiniger omgaan met het beschikbare water door middel van flexibel peilbeheer. Er wordt een hoger peil toegestaan om goed water niet direct weg te pompen en een lager peil om het betrekken van water van elders zo lang mogelijk uit te stellen. In principe is er dan geen zomer- of winterpeil meer, maar wordt het peil tussen een boven- en ondergrens bepaald door neerslag en verdamping. Er zijn beperkingen aan flexibel peilbeheer. Een lager peil mag geen ontoelaatbare gevolgen hebben voor niet onderheide funderingen, beplantingen en waterkwaliteit. Als er in een gebied een bergingstekort is, dan is er geen ruimte om water te conserveren door het peil hoog te houden. Dit gaat dan namelijk ten koste van de beschikbare berging.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Bram Zonderop Lid klankbordgroep Waterplan en molenaar van molen De Vlieger ‘Als molenaar heb je natuurlijk iets met water, omdat je meewerkt aan het beheersen van het waterpeil in een gebied. Het zit in mijn genen, want mijn grootvader was ook al molenaar van deze molen. Die stond toen nog middenin de polder aan de kant van de Broeksloot, waarmee de molen met een ongeveer 100 meter lange molensloot was verbonden. De molen heeft enige eeuwen zijn werk gedaan en is op een goed moment omgedoopt in molen De Vlieger. Bij de ruimtelijke ontwikkelingen rondom de molen werd echter geen rekening gehouden met de windvang, waardoor het malen steeds lastiger werd. In de jaren vijftig en zestig was de molen zo ingebouwd dat er stemmen opgingen om hem dan maar af te breken. Gelukkig is dat niet gebeurd en is hij in z’n geheel verplaatst naar deze plek, de polder Essesteijn. Water geeft rust, het laat je onthaasten, je kunt lekker zitten vissen aan de waterkant of naar de watervogels kijken. Op deze plek is het water meteen toegankelijk. Je stapt zo vanuit een stedelijke omgeving van steen en beton de polder binnen. Hier kun je goed zien hoe het systeem werkt; hoe de molen met het scheprad het water uit de polderslootjes naar de Broeksloot, de boezemvaart, maalt. Er zijn plannen om de sloten in dit gebied breder te maken, zodat we hier straks meer water kunnen bergen. De molen is maalvaardig, maar vangt ook hier onvoldoende wind. Ik heb mijn hoop gevestigd op het ‘Molenbiotoopplan’ van de provincie Zuid-Holland. In dat plan staat bijvoorbeeld dat er in een omtrek van 100 meter geen bebouwing mag staan. Wie weet, gaat er dan hier ook weer een frisse wind waaien.’
Pagina 46
Hoofdstuk 6 Maatregelen
Een schat aan ideeën Het maatregelenpakket is een combinatie van de resultaten van interne werkbijeenkomsten en ideeën uit de wijkbijeenkomsten. Alle ideeën zijn gebundeld tot een pakket hoofdmaatregelen. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van deze hoofdmaatregelen.
Maatregelen per gebied We kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak. De grens tussen deze waterschappen zorgt voor een logisch indeling van het gebied. Een poldersysteem werkt anders dan een systeem in een boezemland. Daarom maken we in dit hoofdstuk onderscheid tussen het boezemsysteem en de polders van Delfland en Rijnland. De maatregelen zijn genummerd in de tekst en met deze nummers weergegeven op kaarten. De maatregelen zijn uitgebreid beschreven in de maatregelentabel van het uitvoeringsprogramma, zie bijlage.
Delflandse polders Veen- en Binckhorstpolder In de Veen- en Binckhorstpolder zijn maatregelen voor het realiseren van extra open water een essentieel onderdeel van het maatregelenpakket. Om in de toekomst wateroverlastsituaties te voorkomen is 5,7 ha extra open water nodig. Het realiseren van extra open water richt zich vooral op het verbinden en verbreden van bestaande watergangen, zodat er naast meer waterberging ook een robuuster watersysteem ontstaat. Daarnaast gaan we ervan uit dat de inrichting een positieve bijdrage levert aan de waterkwaliteit en de beleving van het water in de wijk. Voor het realiseren van extra waterberging is in eerste instantie gekeken naar waterberging in de hoogte: door het maximaal toegestane peil te verhogen van 30 naar 60 cm. wordt meer waterberging gecreëerd met het bestaande wateroppervlak. Om overlast door tijdelijk hogere peilen te beperken moet onderzocht worden of maatregelen nodig zijn, onder meer in het gebied bij het volkstuincomplex (9). Mogelijke maatregelen om schade te voorkomen en te beperken zijn het realiseren van kleine keringen of dijken of het afgraven van het gebied om mee te doen in waterberging. Het grondwaterpeil is overigens afhankelijk van bodemopbouw, de afstand tussen drainagemiddelen en het normale slootpeil. Een incidentele peilstijging bij extreme neerslag zal daarom geen significant effect hebben op de bestaande grondwatersituatie. Graven van extra open water is mogelijk in de zone langs de spoorlijn Leiden-Den Haag. Er is ruimte op het grondgebied van zowel Den Haag als Leidschendam-Voorburg. We werken deze maatregel uit samen met gemeente Den Haag. De zone langs het park richten we zo in dat een ‘waterspoorpark’ ontstaat (3). In het park kun je wandelen en vissen en voor een deel kan het park een avontuurlijke plek binnen de stad worden. Het CBS-terrein wordt na verhuizing van het CBS waterpositief ontwikkeld (7). Op en rondom het terrein van het CBS is ruimte voor meer waterberging. Langs de Utrechtsebaan (1 en 2) , Randstadrail (3) en de begraafplaats (13) worden waterpartijen aangelegd, verbreed en verbonden, de Machinesloot wordt breder (4). De open ruimte bij molen De Vlieger is een parel die extra glans kan krijgen door het aanleggen en inrichten van extra open water (14). Bij het uitwerken van extra open water in het terrein rondom molen De Vlieger kunnen we ook koersen op extra waterberging in combinatie met de weilandjes.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 47
Het Corbulopark kan worden verbonden met de Machinesloot (2) in de zone langs de A12. Dit versterkt de beleving en er ontstaat een afvoerroute rechtstreeks naar de Machinesloot. Omwonenden vinden de waterpartijen in de Appelgaarde en de Kersengaarde nu al mooi. Maar door in de Gaardenwijk duikers te vervangen door bruggen kunnen ze nog mooier worden (12). Ook in de overige delen van Essesteijn (11, 12, 13) liggen veel duikers. Door de duikers, behalve die onder de toegangswegen, te vervangen door open water en eventueel een langzaam verkeerbrug wordt de beleving van de waterpartijen nog beter, ook de waterberging en doorstroming worden verbeterd. Natuurlijk wordt er bij al dit soort maatregelen goed rekening gehouden met degenen die het gaan gebruiken en met hun veiligheid. Kinderen kunnen er veilig spelen en wandelaars kunnen een rondje lopen. Binnen de polder is Park ‘t Loo een bijzonder element, dat door de beschermde cultuurhistorische waarde nog lang open en groen blijft. Het karakter van Park ‘t Loo kan worden versterkt door middel van parallelle watergangen (6). Voor natuurvriendelijke inrichting zijn de oevers langs de watergang aan de Holwerdalaan (8), de bestaande waterpartij in Park ‘t Loo (5) en de Broeksloot (16) geschikte locaties. Samengevat nemen we in de Veen- en Binckhorstpolder de volgende maatregelen: c mogelijk maken hogere toelaatbare peilstijging (9) c aanleggen waterspoorpark (3) c verbinden waterspoorpark met Corbulopark (1) c verbinden Corbulopark met Machinesloot (2) c verbreden Machinesloot (4) c realiseren parallelle watergangen in Park ‘t Loo (6) c realiseren natuurvriendelijke oevers in Park ‘t Loo (5) c realiseren extra open water CBS-terrein (7) c verbeteren afvoercapaciteit Essesteijn (10) c vervangen duikers in Essesteijn (11 en 12) c verbreden watergangen langs begraafplaats (13) c verbreden watergangen bij molen De Vlieger (14) c natuurvriendelijke inrichting Holwerdalaan (8) Overzicht maatregelen Veen- en Binckhorstpolder
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 48
Klein Plaspoelpolder, Tedingerbroekpolder en polder Leidschenveen De Kein Plaspoelpolder is in het verleden opgehoogd waardoor het oorspronkelijke polderwatersysteem is verdwenen. Bij de herontwikkeling van het Damcentrum wordt de polder met de daar omheen gelegen boezemkaden in ere hersteld (41). In de nieuwe polder wordt naast oppervlaktewater een waterberging ingericht aan de Bolder, zodat de Klein Plaspoelpolder aan de wateropgave voldoet. De waterberging is opgebouwd uit holle kunststof koepels. De waterberging staat meestal droog, maar bij een forse peilstijging stromen de holle kunststof koepels vol. Is het peil van het open water weer voldoende gedaald, stroomt de berging weer leeg. De constructie is voldoende sterk dat de ruimte op de waterberging gebruikt kan worden als bouwweg en later als speelveld. Deze oplossing is een innovatieve maatregel die voor West-Nederland uniek is. De Zeeheldenwijk en de gebieden rond Overgoo en Oude Bleijk in Leidschendam-Zuid liggen in Polder Leidschenveen. Deze polder is ontstaan met de ontwikkeling van Leidschenveen als woningbouwlocatie. Er is een bergingstekort in Leidschendam-Zuid, dat echter ruimschoots gecompenseerd wordt door het bergingsoverschot in Leidschenveen. Er zijn kansen om de waterkwaliteit en -beleving te verbeteren. Dit kan door water in het gebied vast te houden en hierbij gebruik te maken van de aanwezige hoogteverschillen. Bij stedelijke vernieuwing in Leidschendam-Zuid benutten we deze kansen door water integraal mee te nemen bij planontwikkelingen in het gebied (40). Park Leeuwenbergh is onderdeel van de Tedingerbroekpolder. Hier zijn geen maatregelen voorzien. Samengevat nemen we in deze polders de volgende maatregelen: c herstellen van de Klein Plaspoelpolder (41) c waterpositief bouwen in Leidschendam-Zuid (40)
Overzicht maatregelen Tedingerbroekpolder, Polder Leidschenveen en Klein Plaspoelpolder
Hoofdstuk 6
maatregelen
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 49
Boezemland In het Boezemland neemt de Vliet een belangrijke plaats in. De sluis in de Vliet is de grens tussen het watersysteem van Delfland en het watersysteem van Rijnland. Delflands boezemland Voor heel de Delflandse boezem en het boezemland worden maatregelen uitgevoerd in het kader van het programma ABC Delfland. Het gaat om vergroting van gemalen en aanleg van regionale bergingen. Na uitvoering van deze maatregelen in combinatie met maatregelen in de polder zal het watersysteem voldoende functioneren en voldoende beschermingsniveau bieden. Extra bergingsmaatregelen in het boezemland zijn dan niet langer noodzakelijk. De Broeksloot is een parel. Om deze te behouden is een goede verbinding met de Vliet nodig. De doorstroming van de Broeksloot naar de Vliet zal verbeteren door vergroting van de duiker onder het Oosteinde (33). Samen met rioleringsmaatregelen, onder meer de aanleg van bergbezinkvoorzieningen, zal de waterkwaliteit in de Broeksloot verbeteren. Tevens bestaan er kansen om de beleving van de Broeksloot te vergroten door in dit gebied meer kansen voor natuur te creëren (32). Een mogelijkheid voor het verder verbeteren van de waterhuishouding is het vervangen van de verharding op het Stationsplein door een (semi) onverharde bestrating waar regenwater kan infiltreren (31). In de zijwatergangen van de Vliet hoopt zich slib op, dat wordt opgewerveld door grote, passerende schepen in de Vliet. Het slib kan een negatief effect hebben op de waterkwaliteit en de doorvaarbaarheid. Dit vormt een punt van aandacht bij het beheer (34). Samengevat nemen we in het boezemland van Delfland de volgende maatregelen: c natuurvriendelijke inrichting Broeksloot (32) c vergroten duiker onder Oosteinde (33) c vervangen verharding op het Stationsplein door (semi) onverharde bestrating; c beheersvisie ontwikkelen dwarssloten van de Vliet (34) Rijnlands boezemland In Leidschendam bestaat geen lokale wateropgave voor het Rijnlands boezemland. Pas wanneer er onverhard gebied wordt omgezet in nieuwe verharding dan dient hiervoor extra water gerealiseerd te worden. Wel kan het boezemwatersysteem in Leidschendam-Voorburg verbeterd en vereenvoudigd worden (37). Te denken valt aan de situatie rondom de Oude Trambaan en de technische constructies onder de boezemwatergangen die de peilvakken van de Rietvinkpolder verbinden. Hiervoor is nader onderzoek vereist. Dit wordt meegenomen in het Watergebiedsplan Zuidgeest. Verder worden er plannen gemaakt voor het gebied Schakenbosch. We zetten ons er voor in dat er in de toekomst meer water wordt gegraven binnen dit gebied (39).
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 50
In het verleden is een verbinding gerealiseerd tussen de Vliet en de Dobbewetering. Deze is aangelegd met als doel verbetering van de waterkwaliteit van het Dobbestelsel. In het waterplan is een maatregel opgenomen om het afwateringsstelsel te onderzoeken of dit voldoende functioneert (38). In het Watergebiedsplan Zuidgeest wordt bekeken of de beoogde doelen van de verbinding ook daadwerkelijk behaald worden. Samengevat nemen we in het boezemland van Rijnland de volgende maatregelen: c verbeteren en vereenvoudigen boezemwatersysteem (37); c uitbreiden oppervlak aan open water in het Schakenbosch (39); c evalueren verbinding Vliet en Dobbewetering (38).
Overzicht maatregelen in boezemland
Rijnlandse polders Zijdepolder Het Zijdepark en de groene wijken De Prinsenhof en De Heuvel zijn kenmerkend voor deze polder. In de Zijdepolder is het watersysteem al op orde om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Wel zijn maatregelen nodig om de waterkwaliteit en ecologie te verbeteren. Bewoners geven aan dat het water zo’n twintig jaar geleden helderder was en dat ze meer vissen zagen dan tegenwoordig. Om de kwaliteit van destijds weer te kunnen bereiken zetten we in op het verbinden van water en de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Ook in de Zijdepolder is er aandacht voor de veiligheid van kinderen en voor alle andere inwoners die wandelen en fietsen langs het groen en het water. Zo verbeteren we de route naar het gemaal van de Zijdepolder en verbinden we de waterpartijen van Sijtwende met de vijver bij Leidsenhage (18). Er worden op verschillende locaties verbeteringen voorgesteld aan duikerverbindingen en aanpassing van de inrichting, waarbij zowel de waterkwantiteit als de kwaliteit kansen krijgen om te verbeteren. De duiker van de kanovijver naar Cartouche wordt vergroot, waardoor de afvoercapaciteit toeneemt (19). Ook de krappe duiker in de Valkhof wordt vergroot (26). Ten slotte worden ook de duikers in Prinsenhof vervangen en verruimd (27). Het verbinden van watergangen wordt mogelijk als de keerlus van de tram overbodig wordt (29).
Hoofdstuk 6
maatregelen
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 51
Natuurvriendelijke oevers en andere inrichtingsmaatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit en de ecologie zijn mogelijk in het aanwezige water in de wijken De Heuvel (21) en de Prinsenhof (27), langs de Dillenburgsingel (28), langs de Noordsingel (23) en langs de Heuvelweg (22). Voor het versterken van de waterbeleving zijn er mogelijkheden in het Zijdepark, waardoor het water in het park ook beter zichtbaar wordt (18). Door de watergangen langs de Prinsensingel te verbreden komt het accent meer op water te liggen (25). Ter plaatse van het Fluitpolderplein liggen kansen voor een langzaam verkeerroute gecombineerd met het versterken van de waterbeleving (24). Naast de aanpassing van de inrichting van water speelt goed onderhoud en baggeren een rol bij het verbeteren van de waterkwaliteit. Op de bewonersavond waren de aanwezigen het meest enthousiast over de maatregel om in de spoorzone een waterpark te realiseren. Daarin kunnen we avontuur en waterbeleving combineren en door meer water te realiseren de bergingscapaciteit vergroten (17). Meer water past goed in de huidige functie en inrichting en het is relatief eenvoudig te realiseren. Bij het aanleggen van extra water moeten we de bereikbaarheid van de spoorbaan voor de hulpdiensten blijven garanderen. Het waterspoorpark verbinden we met het water in de wijk. Het waterspoorpark krijgt een uitloper langs de Kastelenring, Gravin Marialaan tot aan de Johanna van Polanenlaan (30). Qua beleving sluit dit gedeelte aan bij het Delflandse deel van het waterspoorpark.
Overzicht maatregelen Zijdepolder
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Samengevat nemen we in de Zijdepolder de volgende maatregelen: c het verbinden van de waterpartijen van Sijtwende met de vijver bij Leidsenhage (18) c het vergroten van de duiker van de kanovijver naar Sportcomplex Duivesteyn (19) c het vergroten van de duiker in de Valkhof (26) c het vervangen en vergroten van duikers in de Prinsenhof (27). c Het verbinden van de watersystemen bij de keerlus van tramlijn 6 (29) c Het realiseren van natuurvriendelijke oevers in de wijken De Heuvel (21) en de Prinsenhof (27), langs de Dillenburgsingel (28), langs de Noordsingel (23) en langs de Heuvelweg (22) c Het realiseren van meer water in het Groot Zijdepark (18). c Het verbreden van de watergangen langs de Prinsensingel (25). c Het aanleggen van water in combinatie met een langzaam verkeerroute (24). c Het aanleggen van het waterspoorpark (17) c Het verbinden van het waterspoorpark met het water in Duivenvoorde (30)
Pagina 52
Kleine Starrevaartpolder, Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder en Rietvinkpolder In de Rietvinkpolder ligt een wateropgave van ongeveer 0,6 ha. Bij ontwikkelingen als De Werf en het Leidschendam Centrum zijn vergroting van de berging, natuurlijke oevers en andere aspecten van duurzaam waterbeheer al zoveel mogelijk meegenomen. Bij de ontwikkeling van de Duivenvoordecorridor wordt gestreefd naar het bewaren of het herstellen van de oorspronkelijke slotenpatronen in de Oostboschpolder (44). In Leidschendam-Zuid worden de kansen benut om extra waterberging te creëren (45). Zo verbeteren we in De Tol de waterkwaliteit door het verruimen van de waterpartijen en het aanpassen van de pomp, zodat het water van de Kleine Starrevaartpolder beter kan circuleren. Bij het bedrijvengebied de Star wordt eveneens ingespeeld op mogelijkheden die herontwikkeling biedt. Stompwijk is een speciaal gebied met een mooie landelijke uitstraling. Dit biedt mogelijkheden om de recreatieve functie van het water in Stompwijk te vergroten door de aanleg van een kanoroute (46). Er zijn voor de Rietvinkpolder al maatregelen opgesteld om het beschermingsniveau tegen wateroverlast tot het gewenste niveau te brengen (43). Samengevat nemen we in de Rijnlandse polders de volgende maatregelen: c benutten lopende ontwikkelingen Leidschendam-Centrum en De Werf (43) c herstellen oorspronkelijke slotenstructuur en realiseren extra bergingscapaciteit in de Duivenvoordecorridor (44) c benutten kansen om extra waterberging te creëren in LeidschendamZuid (45) c aanleggen van een kanoroute (46)
Overzicht maatregelen Kleine Starrevaartpolder, Gecombineerde Starrevaarten Damhouderpolder, Rietvinkpolder, Oostboschpolder en Meeslouwerpolder.
Hoofdstuk 6
maatregelen
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 53
Gemeentebrede maatregelen Afvalwater en afkoppelen Rioleringsbeleid In het rioleringsbeleid staat hoe de gemeente omgaat met hemelwater en huishoudelijk afvalwater. Gemeenten hebben een zorgplicht om afvalwater in te zamelen. In het gemeentelijke rioleringsplan voor de periode 2004 t/m 2008 staan doelen en maatregelen om aan deze verplichting te voldoen. In het buitengebied legt de gemeente drukriolering aan. Op 28 panden na krijgt het hele buitengebied een aansluiting op de riolering. Voor deze panden heeft de provincie de gemeente een ontheffing verleend van de zorgplicht. De eigenaren van deze panden zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleggen van een IBA, een voorziening die het water lokaal zuivert. In het Leidschendamse deel worden de maatregelen in het kader van de basisinspanning gerealiseerd. Bij het Prins Hendrikplein, in de wijk Prinsenhof en in Leidschendam-Zuid worden bergbezinkvoorzieningen gemaakt. De overstorten langs de spoorzone worden zoveel mogelijk gesaneerd. Om de aanvullende maatregelen in het kader van het waterkwaliteitspoor in beeld te brengen, voor zover deze nog niet in de basisinspanning zijn meegenomen, wordt een watersysteemberekening uitgevoerd. In het Voorburgse deel worden zowel maatregelen in het kader van de basisinspanning als het waterkwaliteitsspoor gerealiseerd. Deze komen voort uit de Watersysteemberekeningen Den Haag en randgemeenten, een regionale studie waarin de optimale maatregelen voor de laagst maatschappelijke kosten zijn bepaald, zonder beperkt te worden door de gemeentegrenzen. Voor Voorburg zijn de volgende maatregelen uit de studie opgenomen in het rioleringsplan. Langs de Schenk worden op Haags grondgebied twee bergbezinkvoorzieningen gerealiseerd en in Voorburg wordt een bergbezinkvoorziening ter hoogte van het Burgemeester Noteboompark gerealiseerd. Ook het verbinden van de Broeksloot met de Vliet is aangemerkt als een noodzakelijke maatregel in het kader van het waterkwaliteitsspoor. Hemelwater Om de inzameling van afvalwater duurzaam te garanderen volgens de eisen die hiervoor gelden, gaat de gemeente circa elf kilometer veelal gemengd rioleringstelsel vervangen door gescheiden rioolstelsel. De verharde oppervlakten worden zoveel mogelijk afgekoppeld. Dit vermindert de hoeveelheid relatief schone neerslag die naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties wordt afgevoerd en bevordert de waterkwaliteit in de watergangen. Afkoppelen van verharde oppervlakten gebeurt ook bij stedelijke vernieuwingsprojecten.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Corry van Leeuwen Lid klankbordgroep Waterplan namens De Groene Basis ‘Ik houd al mijn hele leven van water. Als watergids bij het I.V.N. verzorg ik natuurwandelingen en als vrijwilliger bij ‘De Groene Basis’ natuurexcursies met schoolkinderen uit Leidschendam-Voorburg. Namens beide organsiarties zit ik in de klankbordgroep. Mijn kennis over water en natuur heb ik ingebracht in dit platform en die kwam daar goed van pas. Ik doe al enige tijd mee met een project van de gemeente, gericht op het monitoren van oevers. Dat betekent dat ik op twee plekken het aantal vlinders en libellen inventariseer. De ene plek is een natuurvriendelijke oever, de andere een steile, hardbeschoeide oever. Daar ga ik wekelijks heen als het buiten warmer is dan 17 graden. Dan loop ik een afstand van 100 meter langs een oever terwijl ik alle vlinders en libellen - soorten en aantallen - noteer. Wat je bijvoorbeeld merkt, is dat je veel vlinders ziet op plekken waar weinig wordt gemaaid. Als er natuurvriendelijke oevers aangelegd worden, vind ik het belangrijk dat daar plekken gemaakt worden, waar kinderen kunnen spelen. Dat moet je bijvoorbeeld geen brede rietkragen aanleggen. Ik zie het op deze plek. Kinderen zitten hier lekker te kledderen aan de waterkant, ze varen met bootjes en zijn in de weer met schepnetjes en emmertjes. Zo maak je kinderen vertrouwd met de wereld in en om het water en breng je ze liefde bij voor de natuur. Daar kan dit Waterplan wel bij helpen. Maar we zijn er nog niet. Het beleid staat mooi op papier, maar nu begint het pas. Ik heb er steeds op gehamerd dat de kosten voor onderhoud meegenomen moeten worden in de planvorming. Niet alleen de eenmalige kosten voor de aanleg maar vooral ook het structureel onderhoud van die plekken gaat geld kosten, bijvoorbeeld voor het verwijderen van drijfvuil en het op tijd uitbaggeren. We moeten voorkomen dat er straks geen budgetten zijn om deze onderhoudskosten te dekken. Mijn devies is dus: neem de onderhoudskosten nu mee in het opstellen van de budgetten, die bij het plan horen.’
Pagina 56
Hoofdstuk 7 Effecten
Bijdrage aan de drie hoofddoelen Dit hoofdstuk geeft antwoord op de vraag wat de maatregelen uit dit Waterplan concreet opleveren en in hoeverre ze bijdragen aan het realiseren van de drie hoofddoelstellingen van dit plan. Deze hoofddoelen zijn: Het watersysteem is duurzaam en robuust. Het watersysteem kan zo veel water bergen dat wij wateroverlast en verdroging kunnen voorkomen. Het water is schoon. Ecologisch gezond water stroomt, ruikt fris, is helder, diep genoeg en kent een rijke flora en fauna. Schoon water ontstaat dankzij een watersysteem dat biologisch goed functioneert. Het water is aansprekend. Door water te zien als integraal onderdeel in alle ruimtelijke plannen en de potenties van water te benutten, kunnen we de leefomgeving aantrekkelijker maken.
Dragen de Waterplanmaatregelen bij aan het voorkomen van wateroverlast? Voor het boezemland van Leidschendam-Voorburg nemen Delfland en Rijnland maatregelen in hun hele beheersgebied. De boezem is in de toekomst dan ook op orde. Voor Leidschendam-Voorburg is de opgave om extra water te realiseren beperkt tot haar polders. Het Waterplan voorziet in de benodigde hoeveelheid extra open water. In de ene polder is de ruimte voor extra water makkelijker te vinden dan in de andere polder. Zo kan in de Zijdepolder ruimschoots de hoeveelheid open water gevonden worden, terwijl in de Veen- en Binckhorstpolder de rekensom precies klopt. Een deel van de wateropgave van de Rietvinkpolder wordt gerealiseerd in de Oostboschpolder. Met extra pompcapaciteit in de Rietvinkpolder is de polder zo toch op orde. Door verder systematisch in te zetten op het verbinden van water worden de routes van het water naar het gemaal beter. Zo kan in tijden van extreme regenval makkelijker uit de polder worden gepompt. Een aantal verbindende watergangen worden aangelegd en duikers vergroot. Daar waar voet- en fietsroutes het water kruisen, worden de duikers in de meeste gevallen vervangen door bruggen. Met deze maatregelen anticiperen we zo goed mogelijk op de verwachte klimaatsveranderingen en de grotere hoosbuien die worden voorzien. We geven echter geen garantie dat er in Leidschendam-Voorburg nooit meer water op straat komt te staan. De inwoners van Leidschendam-Voorburg zullen er, net als alle andere Nederlanders, rekening mee moeten houden dat riolering en watergangen bij de extreemste buien de grote hoeveelheid water die in een korte tijd valt, niet meteen kunnen verwerken. Waterschappen en gemeente streven wel naar het optimaal beperken van overlast en schade.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 57
Verbeteren de Waterplanmaatregelen de waterkwaliteit? De waterkwaliteit in Leidschendam-Voorburg is matig tot slecht. De problematiek spitst zich toe op lage zuurstofgehaltes. In 2004 werd op geen enkel meetpunt aan de zuurstofnorm voldaan. Het Waterplan bevat maatregelen die bijdragen aan een betere zuurstofhuishouding. Het volume water neemt toe, de doorstroming verbetert en er verschijnen natuurvriendelijke oevers. Beheermaatregelen, zoals baggeren en rioleringsmaatregelen, zullen ook een positief effect hebben. Op die plaatsen waar we een mix aan maatregelen nemen, zal in de toekomst het zuurstofgehalte verbeteren. Daarentegen zullen veel watergangen in 2015 nog een harde oever hebben of omzoomd zijn door grote bomen. Op die plaatsen zal naar verwachting de verbetering van de waterkwaliteit achterblijven. Wat betekent dit Waterplan voor het woonklimaat van de stad? Tijdens de wijkavonden benoemden deelnemers de pareltjes in hun wijk. Zij noemden de singel waar ze dagelijks langs liepen, een waterpartij op een bijzondere plek, zoals op de kop van de Machinesloot ter hoogte van de Nicolaas Beetslaan, orchideeën in de oever, een gespotte ijsvogel. Dankzij de maatregelen uit het Waterplan zullen mensen straks nog meer parels kunnen aanwijzen. Waar water eerst verstopt was, kun je het opeens beleven en versterkt het water het groen-blauwe karakter van de wijk.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 58
Hoofdstuk 8 Uitvoeringsprogramma
Synergie Samenwerken Uitgangspunt voor het Waterplan Leidschendam-Voorburg is samenwerking. Het plan is gemeenschappelijk opgesteld en zal ook eendrachtig worden uitgevoerd. Dit betekent dat de gemeente en de beide hoogheemraadschappen in de toekomst tijd en geld zullen vrijmaken voor uitvoering van het plan. Aan het Waterplan is een apart uitvoeringsprogramma gekoppeld. In dit uitvoeringsprogramma staat wat we de komende planperiode concreet gaan doen en hoe deze maatregelen bijdragen aan de doelstellingen van het Waterplan.
Opzet van het uitvoeringsprogramma Het uitvoeringsprogramma bestaat uit een maatregelentabel (zie bijlage) en een maatregelenkaart, zie hiernaast. In het uitvoeringsprogramma staan de ongeveer vijftig hoofdmaatregelen, zoals beschreven in hoofdstuk 6. De maatregelen zijn beschreven per deelgebied: de boezem van Delfland, de boezem van Rijnland en de verschillende polders. Het resultaat is gekwantificeerd in termen als hoeveelheid extra oppervlaktewater en aantal vervallen duikers, aantal meters aangelegde natuurvriendelijke oever. Op basis van kengetallen is een inschatting van de kosten gemaakt. De drie partners hebben de kosten onderling verdeeld. Waar mogelijke andere partijen bij kunnen dragen is dit aangegeven(1). Tenslotte is aangegeven of er al budgetten voor maatregelen aanwezig zijn. Prioritering en planning In de kolom prioriteit is met ++, +, o en – aan gegeven welke maatregelen prioriteit hebben. Hierbij hebben de volgende criteria een rol gespeeld: c kan er meegelift worden met reeds lopende of geplande ontwikkelingen (werk met werk maken); c draagt de maatregel bij aan meerdere doelen; c is de maatregel gecompliceerd, of makkelijk uit te voeren. Communicatie Duurzaam, robuust, schoon, gezond en aansprekend zijn positief geladen termen die nauw verbonden zijn met het Waterplan. Immers, met het oplossen van knelpunten in de waterhuishouding voegt het Waterplan iets toe aan de woon- en leefomgeving. Verbindingen tussen waternetwerken, karakter aan wijken, avontuur en parels. De open opstelling, creatieve inzet en betrokkenheid van inwoners en belanghebbenden tijdens het interactieve proces dat heeft geleid tot het Waterplan hebben bijgedragen aan die positieve lading. Deze lijn in de communicatie trekken we door bij de uitvoering.
(1)
In de tekst en de tabel van het Ontwerp Waterplan zoals het in de inspraak wordt gelegd. zijn de kostenramingen niet opgenomen. De kostenramingen moeten nog verder worden uitgewerkt. De ramingen en de volledige begroting wordt in de definitieve versie opgenomen en dan verder ter besluitvorming voorgelegd aan de drie betrokken besturen.
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 59
Maatregelenkaart
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 60
De communicatie blijft zich richten op het bereiken en vasthouden van de betrokkenheid en het enthousiasme onder medewerkers, bestuurders en externe doelgroepen. De communicatiedoelen die bij de watervisie zijn gesteld blijven onverkort van kracht: c draagvlak bevorderen bij de doelgroepen voor de maatregelen die voortvloeien uit het Waterplan Leidschendam-Voorburg; c doelgroepen weten tijdig wat wanneer gaat veranderen en wat het effect van het Waterplan Leidschendam-Voorburg is. Hierbij ligt de nadruk op kansen en mogelijkheden. c de hoogheemraadschappen en de gemeente laten zich zien als maatschappelijk betrokken, kansen scheppend en weloverwogen handelend en streven naar integraal en duurzaam waterbeheer tegen aanvaardbaar maatschappelijke kosten. De titel van het Waterplan ‘Water verbindt en geeft kleur aan je stad’ geeft de boodschap voor de communicatie over het Waterplan weer. Door vanuit deze boodschap te werken, laten de gemeente en de hoogheemraadschappen zien dat: c zij streven naar integraal en duurzaam waterbeheer; c zij zelf concreet aan het werk gaan voor beter water; c de leefomgeving veiliger en mooier wordt door water; c water een belangrijke plaats heeft in wijken, Rijnland en Delfland; c zij de inwoners van Leidschendam-Voorburg nodig hebben om te werken aan beter water en daarbij rekening houden met de veiligheid, belangen en wensen; c zij zichtbaar maken wat bewoners zelf kunnen doen en wat hun belang is; c de hoeveelheid water belangrijk is: niet teveel en niet te weinig; c het Waterplan mogelijk kansen schept voor toerisme, recreatie en dergelijke. Tijdens de uitvoeringsfase van het Waterplan ligt een wijkgerichte aanpak van de communicatie voor de hand. Immers, de fysieke werkzaamheden worden voornamelijk op wijkniveau ervaren en de concrete veranderingen in de leefomgeving worden hier ook het eerst zichtbaar. Zodra er duidelijkheid is over het uitvoeringsschema en de prioriteiten worden de communicatieactiviteiten per wijk nader uitgewerkt. Bij de daadwerkelijke uitvoering wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van projectborden waaruit blijkt dat ‘Dit project voortvloeit uit het Waterplan Leidschendam-Voorburg, een gemeenschappelijk plan van de gemeente Leidschendam-Voorburg en de hoogheemraadschappen van Delfland en van Rijnland’. In de uitvoeringsfase zal de communicatie zich ook richten op de concrete maatregelen die inwoners zelf kunnen treffen om een bijdrage te leveren aan de strijd tegen de wateroverlast, zoals het toepassen van open of minder verharding in de tuin of het aanschaffen van een regenton. Verantwoordelijkheden en organisatie De uitvoering van dit Waterplan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de waterschappen en gemeente. Uiteraard is iedere organisatie verantwoordelijk voor haar eigen taken, zoals wettelijk omschreven. Voor een succesvolle uitvoering van het Waterplan moet binnen de drie organisaties structureel tijd beschikbaar zijn. Er wordt een projectgroep voor de uitvoering samengesteld waarin vanuit de drie organisaties een proces- of watercoördinator deelneemt. Deze persoon vervult binnen de eigen organisatie een rol als spil rondom het Waterplan en ondersteunt de projectleiders voor de deelprojecten op dit vlak. De projectgroep bewaakt de integrale samenhang en uitvoering van de diverse uitvoeringsprojecten en rapporteert hierover aan de besturen.
Hoofdstuk 8
Uitvoeringsprogramma
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 61
De verschillende uitvoeringsmaatregelen krijgen allemaal een projectleider binnen de gemeente of het waterschap. Wanneer de trekkersrol van een maatregel bij een waterschap ligt zal de projectleider het voortouw nemen en in samenspraak met de projectleider van de gemeente de betreffende gemeentemedewerkers betrekken. Wanneer de gemeente de trekkende rol in een maatregel heeft zal de projectleider bij het waterschap aanspreekpunt zijn voor de uitvoering van de specifieke maatregel om de juiste medewerkers van het waterschap te betrekken.. Bij de gemeente Leidschendam-Voorburg wordt de taak proces- of watercoördinator neergelegd bij zowel de directie Stad als de directie Wijkzaken. Bij de waterbeheerders wordt deze rol vervuld door een medewerker van de sector Beleid en Onderzoek van de afdeling Waterbeheer en bij Rijnland door een medewerker van de afdeling Plannen en Projecten. Financiering en kostenverdeling De kostenverdeling voor het waterplan is gebaseerd op de verdeling van wettelijke taken en verantwoordelijkheden tussen de gemeente en de waterschappen en op het principe van gedeeld belang en samenwerking. Het NBW vormt het algemene vertrekpunt voor verdeling voor kosten voor het realiseren van de wateropgave. Een belangrijke afspraak is dat partijen een waterplan opstellen en daarin uitwerken hoe zij het lokale watersysteem op orde brengen. Met dit waterplan wordt deze afspraak ingevuld. In 2006 ondertekenden de Haaglandengemeenten, Delfland, stadsgewest Haaglanden en de provincie Zuid-Holland het Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden. Hierin maakten de partijen een aantal afspraken als aanvulling op de landelijke afspraken. Wat betreft de financiering is afgesproken om in waterplanverband te komen tot concrete afspraken tussen de overheden. Bovendien spannen partijen zich in om private partijen te laten meedenken, meewerken en meebetalen aan maatregelen. Uitgangspunten voor de kostenverdeling zijn: c De gemeente brengt waar mogelijk de grond om niet in en de waterbeheerders dragen de inrichtingskosten. Daarbij is een extra bijdrage van gemeente gerechtvaardigd waar het gaat om bijzondere stedebouwkundige of functionele eisen. c Kosten voor onderzoek of verdere planvorming worden op basis van wettelijke taken verdeeld en in geval van gedeeld belang gelijkelijk verdeeld tussen gemeente en waterbeheerder. c Ten aanzien van grondwater geldt de regelgeving dat de perceeleigenaar verantwoordelijk is voor de ontwatering van het eigen terrein, de gemeente is verantwoordelijk voor de ontwatering daarbuiten en het waterschap voor het op orde hebben van de afwatering; c Het aanleggen en beheren van natuurvriendelijke oevers is de verantwoordelijkheid van de oeverbeheerder, veelal de gemeente. Waterbeheerders kunnen bijdragen vanuit het belang van waterkwaliteit . c Maatregelen in het kader van riolering (en afkoppelen) vallen onder verantwoordelijkheid van de gemeente. De bijdrageregelingen van de waterbeheerders kunnen hier worden ingezet. c Financiering van communicatie op waterplanniveau wordt omgeslagen over de partners. Partijen werken samen in de communicatie. Communicatie rond specifieke maatregelen wordt op projectniveau afgesproken. c De waterbeheerder is verantwoordelijk voor monitoring van het watersysteem.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 62
Monitoring en evaluatie Worden de doelen uit het Waterplan ook werkelijk behaald? Deze vraag kunnen we alleen beantwoorden als we activiteiten en effecten over meerdere jaren bijhouden. Wat betreft bergingscapaciteit is de hoeveelheid extra open water ten opzichte van het jaar 2006 een goede maat om het risico op wateroverlast in te schatten. Maar zo eenvoudig ligt het niet voor de waterkwaliteit. Om een beeld te geven of we op koers zitten met het verbeteren van de waterkwaliteit is daarom een apart monitoringsprogramma nodig. De monitoring door Rijnland uit 2004 fungeert als nulmeting. In 2010 monitoort Rijnland opnieuw en kunnen we de resultaten vergelijken met de nulsituatie. Delfland monitoort jaarlijks maar op een beperkt aantal meetpunten. Bij monitoring betrekken we ook inwoners. Zo loopt er sinds 2003 het project ‘Libellen- en vlindermonitoring’ van het platform duurzaam LeidschendamVoorburg en de gemeente. Vrijwilligers lopen eenmaal per twee weken een aantal routes langs waterkanten en tellen libellen en vlinders. De resultaten worden verwerkt in het landelijke Meetnet Libellen en Vlinders van de Vlinderstichting en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De resultaten van Leidschendam-Voorburg worden ook vergeleken met voorgaande jaren. Dat is interessant, want libellen zijn een goede indicator om een uitspraak te kunnen doen over de kwaliteit van water en oevers. Libellen zijn immers gebonden aan water en sterk afhankelijk van de waterkwaliteit, het water- en oeverbeheer en de inrichting van de oevers. Zo kunnen we in Leidschendam-Voorburg ook onze eigen vragen beantwoorden, die zich richten op de invloed van de oeverinrichting en het beheer ervan. En we bereiken op deze manier dat inwoners zelf ervaren wat de maatregelen uit het Waterplan voor hun leefomgeving betekenen. In het uitvoeringsprogramma staat welke maatregelen wanneer worden uitgevoerd en hoeveel middelen hiervoor beschikbaar zijn. Het uitvoeringsplan kent ook een meetbare beschrijving van de resultaten, zoals de hoeveelheid berging of de lengte aangelegde natuurvriendelijke oevers. Dit uitvoeringsprogramma biedt daarmee de basis voor een jaarlijkse verantwoording aan het bestuur binnen de reguliere planning- & controlcyclus van de drie organisaties. Zo maken de partijen jaarlijks de balans op of de geplande maatregelen zijn uitgevoerd en de resultaten zijn geboekt. In 2009 is het moment om de balans over de eerste jaren op te maken. Dit komt voort uit de opzet van het uitvoeringsprogramma. Voor 2007, 2008 en 2009 staan in het uitvoeringsprogramma de activiteiten per jaar weergegeven. In 2009 stellen we zonodig de maatregelen bij en maken we de planning voor de periode 2010 – 2015 concreet. Dit resulteert in een aangepast uitvoeringssprogramma voor de resterende looptijd van het waterplan. Een evaluatiemoment in 2009 maakt het ook mogelijk om de uitvoering van het waterplan bij te stellen op basis van de besluitvorming over de Kaderrichtlijn water. Conform de landelijke aanpak van de KRW zijn in 2007 de maatregelen voor het gebied Rijn-west bekend. Uiterlijk in 2008 nemen de partijen hierover een besluit. Bij de evaluatie van het waterplan kunnen we de uitkomsten van de besluitvorming over de Kaderrichtlijn Water zonodig verwerken in het uitvoeringsprogramma 2010-2015.
Hoofdstuk 8
Uitvoeringsprogramma
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pagina 63
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Pagina 64
Bijlage
Maatregelentabel
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid Nr.
Omschrijving
Prioriteit
Doel
++ + 0 -
Waterberging
Verbeteren vergroten
Verbinden waterkwaliteit
Pijlers Parel
Wijken met karakter
Veen- en Binckhorstpolder 1
Corbulopark verbinden met waterspoorpark
0
x
x
x
2
Grotendeels open verbinden waterpartijen Corbulopark met Machinesloot (deels via bestaande duiker Van Pabstlaan)
0
x
x
x
3
Waterspoorpark aanleggen in Veen- en Binckhorstpolder
++
x
x
x
Verbreden en vervangen van schuine duiker (duiker 1) door open water ter plekke van Nicolaas Beetslaan/Laan van Nieuw Oosteinde Verbreden en (deels) vervangen duikers (duiker 2 en 3) in Van Alphenstraat door open water Verbreding spoorsloten langs driehoek sporen en RandstadRail Extra open water bij hoek Schipholboog Kantoren Tennetlocatie in water situeren
++
x
x
++ ++ ++ +
x
x
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
x x
x
x
Pagina 65
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr.
Planning
Natuurvriendelijke oevers
Veen- en Binckhorstpolder 1
2
3
Verbinden van de waterpartijen in het Corbulopark met de doodlopende waterpartijen langs het spoor Den Haag-Leiden. De waterpartijen zijn momenteel verbonden met twee lange duikers onder de Utrechtsebaan. Waterpartij langs spoorlijn Den Haag-Leiden loopt ‘dood’ bij kruising Van Alphenstraat-Koningin Wilhelminalaan. De waterpartijen Corbulopark kunnen op termijn dienst doen voor berging van afgekoppeld regenwater. Maken nieuwe watergang aan oostzijde van Utrechtsebaan (A12). Voormalige spoorsloot weer opengraven. Minimale breedte voor redelijk doorstroomprofiel gemiddeld 6 meter op de waterlijn. De doorstroming en daarmee de waterkwaliteit verbetert. Veel ruimte voor waterberging. Verbeterde waterkwaliteit door het open maken van de afvoer van water en het verbinden van waterpartijen in dit deel van de polder. Kansen voor extra water, verbeteren waterkwaliteit en opheffen knelpunten in afvoerroutes van de wijk Essesteijn. Bijzondere plek is de vijverpartij op kop van Machinesloot. Er zijn meer kansen voor parels door water op bijzondere plekken vorm te geven. Over hele traject langs spoorlijn Amsterdam-Den Haag (van Utrechtsebaan tot NORAH) waterpartij verbreden tot gemiddeld 5 meter. Deels meer dan 5 meter mogelijk. Kansrijke plekken door bewoners genoemd zijn achter flat richting tunnel en achter Peugeot dealer. Deels minder, rekening houdend met wens bewoners om afschermende bosschages tussen bebouwing en spoor te handhaven. Maatregel is incusief aanleg natuurvriendelijke oevers daar waar mogelijk en vervangen aantal duikers. Duiker in afvoerroute van Essesteijn zorgt voor opstuwing.
6.268 m3
Herstructurering Binckhorst (Den Haag), herinrichting parkeerterrein station Laan van NOI, herinrichting Van Alphenstraat. Samen met Den Haag (verbinding loopt deels via Haagsgrondgebied). Deels in eigendom van NS.
4.500 m3
Aanleg geluidscherm A12
Duiker in afvoerroute van Essesteijn zorgt voor opstuwing. T.h.v. Spinozalaan noordzijde Schenkstrook
1.500 m3 1.324 m3 1.350 m3 2.000 m3
Extra open water
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
6.000 m3
900 m3
1.500 m Stedelijk vernieuwingsprogramma 2005 - 2009.
Aanleg parkeerterrein NS bij station Laan van NOI.
Herontwikkelen Tennetlocatie, herontwikkeling Binckhorst.
> 2010
2009
2008
2007 2007 > 2010 > 2010 2008
Pagina 66
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid
Prioriteit
Doel
++ + 0 -
Waterberging
Verbeteren vergroten
++
x
x
Verlagen oevers Machinesloot buiten Park De Werve
+
x
x
5
Natuurvriendelijke oevers Park ‘t Loo
+
x
6
Versterken Park ‘t Loo d.m.v. twee parallelle watergangen
+
x
7
Extra open water op en rondom het CBS-terrein bij herinrichting
0
x
x
8
Natuurvriendelijke inrichting Holwerdalaan
+
x
x
9
Verhogen toelaatbare peilstijging tot 60 cm. (Schipholboog) Verhogen toelaatbare peilstijging tot 60 cm. (Louis Couperusstraat)
10
Verbeteren afvoercapaciteit Essesteijn
Nr.
Omschrijving
4
Verbreden Machinesloot t.h.v. Park De Werve
bijlage
x
x
x
x
Parel
Wijken met karakter
x
++ ++
+
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Pijlers Verbinden waterkwaliteit
x
x
Pagina 67
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr. 4
5
6
7
8 9
10
Deze maatregel biedt mogelijkheden voor waterberging en verbetering van de waterkwaliteit bij natuurvriendelijke inrichting. De Machinesloot wordt hier totaal gemiddeld 5 meter breder, met natuurvriendelijke inrichting. Deze maatregel biedt mogelijkheden voor waterberging. Bij inrichting hondenuitlaatstrook hoger situeren. Wanneer over de hele lengte een flauw talud wordt aangelegd: 1.500 meter flauwe oever, breedte gemiddeld 2 meter. De bestaande waterpartijen worden uitgerust met natuurvriendelijke oevers, er is ruimte voor extra water bij het parkeerterrein. Zo is er meer ruimte voor water en verbetert de waterkwaliteit. De bestaande watergangen worden gemiddeld 2 meter breder. Extra ruimte voor waterberging in de nieuwe watergangen. Door de oevers natuurvriendelijk in te richten kan ook de waterkwaliteit verbeteren. Naast de bestaande waterpartijen is het doel van deze maatregel twee aanvullende parallelle watergangen over de lengte van het park. Extra waterberging. Lengte watergangen circa 1.500 meter, breedte op de waterlijn gemiddeld 8 meter. Waterberging van 1,1 ha binnen het plangebied rondom het CBS-terrein. Verbeteren naastgeleden drassige speelveld en avontuurlijker voor hond.
Door het verbreden van de watergang en een natuurvriendelijke inrichting waterberging en betere waterkwaliteit. Onderzoeken gevolgen hogere peilstijging voor volkstuincomplex bij Schipholboog. Aandachtspunt vormt het teruglopen van singelwater door de bestaande afwateringsvoorzieningen. Gezamenlijk met de particuliere eigenaren zal naar een oplossing hiervoor worden gezocht. Hydraulisch zijn er geen knelpunten in Essesteijn. Verbetering van de afwatering door verbreden watergangen. Vervangen van duikers door bruggen levert waterkwaliteitsverbetering en extra berging. Extra berging door natuurvriendelijke inrichting waar het kan. Verbreden watergangen, vervangen duikers onder kleine wegen door bruggen. Goed onderhoud om doorstroming op peil te houden. Vertragen afvoer van neerslag door open verharding parkeerterrein.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Planning
Natuurvriendelijke oevers
270 m3
> 2010
1.800 m3
> 2010
2.678 m3
1.500 m Uitwerking Structuurvisie.
9.000 m3
> 2010
6.840 m3
900 m3
> 2010
Met VROM en Domeinen is in 2006 een intentieovereenkomst gesloten waar waterpositief bouwen in de uitgangspunten is vastgelegd. Ambitie: 1 ha aan extra open water realiseren in (de omgeving van) het plangebied. 1.500 m
2008 2008
2007
1.350 m3
2008
Pagina 68
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid
Prioriteit
Doel Waterberging
Verbinden waterkwaliteit
Parel
++ + 0 -
Verbeteren vergroten
x
x
Nr.
Omschrijving
11
Duikers vervangen door open water in Essesteijn (Dreven)
+
x
x
12
Duikers vervangen door open water in Essesteijn (Gaarden)
+
x
x
13
Verbreden watergangen langs begraafplaats
+
x
14
Verbreden watergangen bij molen De Vlieger
+
x
+
x
Pijlers Wijken met karakter
x
Zijdepolder 17
Waterspoorpark aanleggen in Zijdepolder
Natuurvriendelijke oevers aanleggen in waterspoorpark Onderzoek naar zelfvoorzienend maken watersysteem Zijdepolder in combinatie met flexibel peilbeheer Extra waterpartij op grasveld voor flat Spechtlaan, verbinden onder Roerdomplaan Vervangen duikers door bruggen
bijlage
x
x
x
x
x
x
+ +
x
++
x
Duiker Spechtlaan (Roerdomplaan) vervangen door brug
0
x
Duiker vervangen door waterpartij tussen Duivenvoorde en Roerdomplaan en richting spoorzone verbinden
0
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
x
x
x
Pagina 69
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr. 11
12 13 14
Grote duikers toegangswegen bij voorkeur niet vervangen i.v.m. kosten kabels en leidingen. Onderhoud verbeteren om verstopping tegen te gaan. Wel vervangen van kleinere duikers in de wijk door fietsbruggen. Waterkwaliteit, doorstroming en visstand verbeteren. Bewoners vinden vijverpartij Dreven ook nu al een parel. Watergang gemiddeld 8 meter breed maken o.a. bij vijverpartij en langs wandelpad door de Dreven. Door vervangen duikers door open water en bruggen is er meer ruimte voor waterberging en verbetert de waterkwaliteit. Er is ruimte voor mooie waterpartijen Verbreding aan de wegzijde tot aan Sijtwende (aan de zijde van de begraafplaats is geen ruimte). Totale gemiddelde verbreding 8 meter. Verbreding watergangen met gemiddeld 2 meter zonder aantasting landschappelijke waarden. Hierdoor ontstaat waterberging. De polder rondom molen De Vlieger is een parel.
Planning
Natuurvriendelijke oevers
1.814 m3
2008
1.000 m3
2008
950 m3
2007
1.200 m3
> 2010
0,93 ha
> 2010
Zijdepolder 17
Gerealiseerd wordt een waterrijk park, gericht op beleving en recreatie. Toename waterberging en verbetering waterkwaliteit. Kans om van deze strook een parel te maken waar je water beleeft, zoals vanaf de brug bij Kastelenring t.h.v. Doornenburg waar je mooi zicht hebt op eilandje. Gemiddeld verbreden van de watergang tot 10 meter, aanleg vlonders en moerasgebiedjes. Natuurvriendelijk inrichten watergangen. De strook is hemelsbreed 1.760 meter lang. Netto betreft het ca. 1.250 meter watergang. Betreft ca. 1.250 meter. Gelet op potenties polder, verder kijken dan wateropgave: waterbalans opstellen en bezien in hoeverre Zijdepolder (deels) zelfvoorzienend kan zijn. Bestaande watergang tussen Roerdomplaan en Duivenvoorde uitbreiden naar grasveld vóór flat van Spechtlaan en verbinden met waterspoorpark. Ten behoeve van de waterkwaliteitsverbetering van zeven duikers in zone tussen spoor en Zijdesingel tot Kastelenring er vijf verwijderen en vervangen door drie voetgangersbruggen. Hergebruik duikers 800 x 1200 voor vervangen duikers rond 800. Verder nog geld voor een loopvlonder of trekpontje (spelen met water). Deze autobrug komt over water spoorzone met aan te leggen waterpartij voor flat Spechtlaan. Winst is een nieuw watercircuit (doorstroming). Autobrug of als alternatief doorvaarbare duiker (doorvaarhoogte 1,25 meter)
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
1.250 m
0,01 ha
Planontwikkeling Woonoord Duivenvoorde.
Pagina 70
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid
Prioriteit
Doel
++ + 0 -
Waterberging
Verbeteren vergroten
++ ++
x
Vijver Zijdepark levendiger door aanleg eilanden, fontein of waterorgel Verruimen & vervangen duikers t.h.v. Groot Zijdepark
+ 0
x
De Heuvel Extra waterberging onder andere door natuurvriendelijke inrichting watergangen De Heuvel
+ +
x x
++
x
Nr.
Omschrijving
18
Verbeteren watersysteem Zijdepark Open waterverbinding tussen grote vijver Leidsenhage (Groot Zijdepark) en Sijtwende (Via Verdi)
19
21
Vervangen duikers De Heuvel: kruisingen Dobbelaan met Burgemeester Velthuijsenlaan en Burgemeester Kolfschotenlaan
Extra open water langs Heuvelweg
0
x
23
Waterpartijen vergroten en herprofileren langs Noordsingel (incl. uitgraven duikers)
0
x
24
Versterken waterbeleving langs langzaam verkeerroute Water De Prinsenhof en De Heuvel verbinden
+ +
x x
Duiker Burgemeester Kolfschotenlaan (naar waterpartij aan Noordsingel) vervangen door open water
+
x
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Parel
x
x
22
bijlage
Pijlers Verbinden waterkwaliteit
x
x
Wijken met karakter
Pagina 71
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr. 18
19
Vijver heeft 3 verbindingen met watersysteem waarvan 2 duikers met een lengte van meer dan 200 meter (duiker onder parkeerterrein richting Heuvelweg, Veursehout en duiker onder Leidsenhage). Kwaliteitsimpuls Zijdepark en Sijtwende (nog waterrijker). Vijf meter brede watergang met aan beide zijden een natuurvriendelijke oever van circa 3 meter. Eén dam vervangen door voetgangersbrug. Aanvullend nog een voetgangersbrug aanleggen. Mogelijkheden bekijken om het water te laten circuleren. Vijver Groot Zijdepark. O.a. te krappe duiker onder Noordsingel van waterpartijen Sijtwende naar sportvelden (Cartouche). Heeft positief effect op de waterkwaliteit. Wordt meegelift met lopende ontwikkeling.
0,3 ha
22
23
Huidige natuurvriendelijke oevers (President Kennedyplein) zijn mooi en er kan nog meer in De Heuvel. Natuurvriendelijke oevers hebben positief effect op de waterkwaliteit; tevens (beperkte) toename waterberging. De duikers (3) onder kruisingen Dobbelaan met Burgemeester Velthuijsenlaan en Burgemeester Kolfschotenlaan zijn zinkduikers en een knelpunt in doorstroming. Drie zinkduikers verwijderen en vervangen door open water. Daarnaast 4 duikers vervangen door voet/fietsbrug. Heeft een positief effect op doorstroming en de waterkwaliteit. Extra open water maken om te spelen, ter hoogte waar kerken weggaan in De Heuvel. Veel rijstroken, als niet allemaal nodig dan mogeljk ruimte voor water. Onderzoek naar verkeersstroom Heuvelweg nodig. 700 meter lengte met gemiddeld 2 meter verbreden. Kans om watersysteem te verbeteren. Levert extra water op: 650 meter lengte 2 meter verbreden.
Deze verbinding sluit aan op de waterpartij die Sijtwende in 2006 maakt. Schetsontwerp afgestemd op gebruik Groot Zijdepark.
Tramlijn 19 (verlenging duiker nodig, deel duiker kan vergroot worden).
21
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
2007 2007
2007 2008
Wijkontwikkelingsplan De Heuvel opstellen. 220 m Wijkontwikkelingsplan De Heuvel opstellen.
> 2010 > 2010
Wijkontwikkelingsplan De Heuvel opstellen, uitvoering na 2010.
2008
0,14 ha
Fluitpolderplein.
0,13 ha
Te ontwikkelen visie zone aan zuidoostkant van de Noordsingel(uitwerking structuurvisie). Aansluiten op transformatie vanwerken naar wonen in strook tussen Noordsingel en Veurse Achterweg.
0,04 ha
Planontwikkeling Fluitpolderplein.
24 Versterken waterbeleving langs langzaam verkeerroute naar Leidsenhage. Extra waterverbinding als aanvulling op waterpartij Noordsingel die belangrijke functie heeft, omdat het voor berging zorgt vlak voor het gemaal.
Planning
Natuurvriendelijke oevers
> 2010
2008 2008
Pagina 72
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid Nr.
Omschrijving
25
Prinsensingel Verbreden waterpartij Prinsensingel
26 27
Prioriteit
Doel
++ + 0 -
Waterberging
Verbeteren vergroten
0
x
+ ++
x x
Duiker voor gemaal vergroten: van kom aan Prinsensingel naar waterpartij Noordsingel
++
x
Duiker voor gemaal vergroten: onder Noordsingel Duikers vervangen door open water en brug in Valkhof De Prinsenhof, mijn park De Prinsenhof, aanleg waterpartij middenterrein
++ 0
De Prinsenhof, verwijderen hard beschoeide oevers, aanleg harde oever met plasberm en één natuurvriendelijke oever De Prinsenhof, verwijderen duikers
Wijken met karakter
x
++
x x x
x x
x x
++
x
x
x
++
x
x
x
++
x
x
x
x
x
28
Oeverinrichting Dillenburgsingel
+
29
Verbinden watergangen als keerlus tram overbodig wordt
0
30
Kastelenring/Gravin Marialaan, Johanna van Polanenlaan, mogelijke uitbreiding spoorzonepark
+
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
Parel
x
Duiker Prinsensingel-Graaf Willem de Rijkelaan vergroten. Duiker voor gemaal vergroten: Gravin Juliana van Stolberglaan
Flat Dillenburgsingel, deel duiker tussen waterpartij in middenterrein en Dillenburgsingel vervangen door open water
bijlage
Pijlers Verbinden waterkwaliteit
x x
x
Pagina 73
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr.
Planning
Natuurvriendelijke oevers
25
26 27
28 29 30
Oever is mooi en natuurlijk, mag nog speelser, voetpad erlangs. Verbreden betekent toename waterberging. Beleving kan verbeteren. Versterken waterbeleving door verbreden van de waterpartij met 2 meter. De watergang is 350 meter lang. Doorstroming verbeteren. Knelpunt opheffen: opstuwing 22 mm. (norm is 5 mm.). Duiker rond 800 vervangen door 100 x 100. Knelpunt opheffen: opstuwing 22 mm. (norm is 5 mm.). Duiker rond 800 vervangen door 100 x 100. Duiker rond 800 vervangen door 225 x 125 Doodlopende watergang, duiker ligt te hoog. Project draagt bij aan wateropgave, waterkwaliteit en beleving. Project draagt bij aan wateropgave, waterkwaliteit en beleving. In het middengebied wordt 8.700 m2 extra waterberging gecreëerd. Project draagt bij aan wateropgave, waterkwaliteit en beleving. In totaal 20 meter aan duiker wordt verwijderd. Eén duiker wordt vervangen door een brug. Een ander door een brugduiker (diameter 120 x 80) of groter als wenselijk. Het project Dillenburgsingel zorgt voor ongeveer 260 m2 extra berging. De parkeervoorziening op de kop van het gebouw wordt in de nieuwe situatie open water. Het gebouw komt in deze waterpartij te staan, waarbij het gebouw zelf één zijde van de waterpartij vormt (kademuur). Watersysteemverbetering door verbreding waterpartij en aanleg speeloevers. Lengte is 350 meter. Doodlopende watergangen bij keerlus worden verbonden, verbetering doorstroming en waterkwaliteit. Maximaal 200 meter. Kans om parel spoorzone uit te breiden. Waterpartij wordt nu ook al als parel wijk beschouwd. Extra waterberging door verbreding en verlagen maaiveld.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
0,07 ha
> 2010
Reconstructie Prinsensingel.
2007 2007
Reconstructie Prinsensingel.
2007
Reconstructie Prinsensingel. 30 m2
> 2010 > 2010
0,87 ha
2007 2007 2007
260 m2
Bouwplan Dillenburgsingel, ontwikkelaar betaalt kademuur. In budget openbare ruimte Prinsenhof is hier niet in voorzien.
350 m
2008
2009 Groenstrook Graaf Willem de Rijkelaan tussen globaal ziekenhuis en keerlus tram.
> 2010 > 2010
Pagina 74
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid Nr.
Omschrijving
Prioriteit
Doel
++ + 0 -
Waterberging
Verbeteren vergroten
0 0
++
Pijlers Verbinden waterkwaliteit
Parel
x x
x
x
x
x
Wijken met karakter
Boezem Delfland 31 32
Verharding vervangen door semi-onverharde bestrating op het Stationsplein Natuurvriendelijke inrichting Broeksloot
33
Vergroten duiker onder Oosteinde
34
Beheersvisie dwarssloten van de Vliet
0
x
Boezem Rijnland 37
Vereenvoudigen watersysteem Rijnlands boezem
+
38
Evaluatie verbinding Vliet-Dobbewetering
+
39
Kansen waterberging in nieuw watersysteem Schakenbosch
+
x
x
x x
x
Leidschendam Zuid en Damcentrum 40
Waterpositief ontwerpen in Leidschendam-Zuid (Overgoo, Oude Bleijk, Nieuwstraat e.o)
+
41
Klein Plaspoelpolder watersysteem WB21 proof maken
+
bijlage
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
x
x
Pagina 75
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr.
Planning
Natuurvriendelijke oevers
Boezem Delfland 31 32
33 34
Innovatief. Watersysteemverbetering door verbreding van doorstroomprofiel en verbetering van de waterkwaliteit door natuurvriendelijke inrichting, ook het stukje bij het spoor. Aanleg van een aantal bergbezinkbassins verkleint risico overstorten. Beheer en onderhoud aandachtspunt. Verbinding tussen Broeksloot en Vliet belangrijk voor doorstroming. Park Sijtwende betekent al flinke verbetering. Deze maatregel sluit hier op aan. Slib hoopt zich op in zijwatergangen door scheepvaart in de Vliet.
> 2010 > 2010
2.300 m3
2007 2007
Boezem Rijnland 37
38 39
Rijnlands boezem bestaat uit kleine versnipperde watergangen met veel duikers en andere technische voorzieningen. In het Watergebiedsplan wordt bekeken of er inrichtings maatregelen getroffen kunnen worden om het systeem eenvoudiger te maken en daarmee zichtbaarder, en beter te beheren. Onderzoeksvraag: Vliet en Dobbewetering met elkaar verbonden, heeft dit het gewenste effect? Waterbergingsvraag: Rietvinkpolder deels afgevoerd op boezem; verruiming boezem of beperking afvoer ander gebied nodig? Er zijn mogelijkheden door oude slotenpatronen weer te herstellen. Er is ruimte voor extra water.
Betreft planvorming en in latere fase ook uitvoering (via Watergebiedsplan).
> 2010
Wordt meegenomen in het Watergebiedsplan.
2006
In voorontwerp bestemmingsplan Duivenvoordecorridor (augustus 2006) opgenomen: 1,5 ha compensatie voor Rietvinkpolder. Vormt toetsingskader voor plannen ontwikkelaar.
2008
Stedelijk vernieuwingsprogramma 2005 - 2009, herstructurering Leidschendam-Zuid, plannen afhankelijk van particuliere initiatieven.
2009
Leidschendam Zuid en Damcentrum 40
41
Er is een bergingstekort in dit peilvak van de polder Leidschenveen, dat echter gecompenseerd wordt door het bergingsoverschot in Leidschenveen. Er zijn kansen om de waterkwaliteit en -beleving te verbeteren. Waterpositief ontwerpen om waterkwaliteit te verbeteren kan door water in het gebied vast te houden en gebruik te maken van de aanwezige hoogteverschillen. Verbeteren waterhuishouding Klein Plaspoelpolder.
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
Historisch Centrum Leidschendam: Fase I gerealiseerd (o.a. berging aan de Bolder). Maatregelen fase II door Delfland.
Pagina 76
Maatregelen per waterstaatkundige eenheid Nr.
Omschrijving
42
Aanleg berging onder speelveld
Graven water terrein BiZa Maken duiker tussen polderberging Bolder en BiZa-terrein Maken beweegbare stuw met besturing Maken van nieuw gemaal
Prioriteit
Doel
++ + 0 -
Waterberging
Verbeteren vergroten
+ + + +
x x x x
Pijlers Verbinden waterkwaliteit
Parel
Wijken met karakter
Rietvinkpolder en Oostboschpolder 43
Maatregelen Damcentrum, De Werf, Schoorwijck
++
x
44
Herstel waterstructuur Oostboschpolder bij herinrichting
++
x
x
Watermaatregelen Leidschendam-Zuid
+
x
x
De Tol: verruimen waterpartijen, aanleg natuurvriendelijke oevers en vervangen duikers
+
De Star en ‘t Hert: verbinden watergangen
+
De Star: waterberging maken op overgang naar landelijk gebied en verplaatsen van stuwen
+
Kleine Starrevaartpolder, Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder 45
x
x
x
x
x x
Meeslouwerpolder 46
bijlage
Kanoroute Stompwijk
+
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
x
Pagina 77
Toelichting maatregel
Resultaat Aansluiten bij Berging
Nr. 42
Oplossen knelpunten op o.a. Damplein. Berging met tunnelelementen onder speelveld aan Bolder. Gerealiseerd in 2006. In extreme gevallen (1x per 100 jaar) fungeert speelveld zelf ook als berging. Bestaand water van 3.500 m2 uitbreiden met 1.200 m2. Duikerverbinding Dokter Van Zeelandstraat met stuw en eindgemaal. Watersysteemverbetering. Watersysteemverbetering.
Planning
Natuurvriendelijke oevers
365 m3
Historisch Centrum Leidschendam: fase I.
2006
365 m3 duiker stuw gemaal
Historisch Centrum Leidschendam: fase II. Historisch Centrum Leidschendam: fase II. Historisch Centrum Leidschendam: fase II. Historisch Centrum Leidschendam: fase II.
> 2010 2009 2009 2009
Rietvinkpolder en Oostboschpolder 43
Extra berging (500 m2) zorgt voor 7% open water in Damcentrum. Bij De Werf wordt een deel plangebied boezem. Maatregelen Schoorwijck integraal mee-ontwerpen.
44
Oorspronkelijke waterstructuur gedempt, weinig open water meer in Oostboschpolder. Open graven van oude structuur, aanleg van kunstwerken.
Watermaatregelen Damcentrum en De Werf integraal onderdeel planvorming. Wateropgave integreren in plannen Schoorwijck.
2008
> 2010
Kleine Starrevaartpolder, Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder 45 Rondlopende watergang is slecht van kwaliteit vanwege grote hoeveelheid blad; bij herinrichting watergang verbreden en verdiepen, bladval in het water voorkomen of anders intensiveren beheer (bladvissen, frequenter baggeren). De Star heeft een aantal ‘doodlopende’ takken. Deze verbinden is positief voor waterkwaliteit. De poldergrens tussen Kleine Starrevaartpolder en Gecombineerde Starrevaartpolder loopt over het bedrijventerrein De Star. Door verplaatsen stuwen schuift poldergrens. Tezamen met realiseren waterberging ontstaat heldere begrenzing tussen stad en land.
Stedelijk vernieuwingsprogramma 2005 - 2009, Visie Leidschendam-Zuid. Stedelijk vernieuwingsprogramma 2005 - 2009, Visie Leidschendam-Zuid. 1.440 m2 1.000 m2
Stedelijk vernieuwingsprogramma 2005 - 2009, Visie Leidschendam-Zuid. Stedelijk vernieuwingsprogramma 2005 - 2009, Visie Leidschendam-Zuid.
2008 2009
2009 2009
Meeslouwerpolder 46
Onderzoeksvraag: Wat zijn mogelijkheden en behoeften voor kanoroute in Stompwijk?
Water verbindt en geeft kleur aan je stad
> 2010
Pagina 78
Colofon Uitgave
Auteurs Advies
Gemeente Leidschendam-Voorburg Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Rijnland Marian Rood, Veronique Loeffen, Hanneke Gieske, Saskia Jouwersma Nelen en Schuurmans (Fons Nelen, Liesbeth Hersbach, Michiel Schram)
Correspondentieadressen Gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus 905, 2270 AX Voorburg telefoon (070) 3009 000 www.leidschendam-voorburg.nl Hoogheemraadschap van Rijnland Postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3063 063 www.rijnland.net Hoogheemraadschap van Delfland Postbus 3061, 2601 DB Delft telefoon (015) 2608 108 www.hhdelfland.nl Redactie Kaarten Ontwerp Fotografie Druk
Anneke van den Berg, Delft Hoogheemraadschap van Delfland Gemeente Leidschendam-Voorburg Zwart op Wit, Delft Eric de Vries, Den Haag Nivo, Delft
Oplage
300
Leidschendam-Voorburg Februari 2007
Ontwerp Waterplan Leidschendam-Voorburg 2015
De gemeente Leidschendam-Voorburg en de hoogheemraadschappen van Delfland en van Rijnland hebben aan de samenstelling van deze uitgave uiterste zorg besteed. Het is evenwel niet uit te sluiten dat gegevens inmiddels zijn achterhaald of verwachtingen wekken. Aan deze publicatie kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.