Whitepaper
Wat kunnen we leren van Moerdijk? Een brand zoals in januari 2011 bij chemieconcern Chemie-Pack in Moerdijk heeft enorme gevolgen. Voor de onderneming, de directie en werknemers, maar ook voor gedupeerde burgers en betrokken overheden. Dit vergt deskundige begeleiding en vaktechnische kennis.
De belangrijkste lessen: Een goede voorbereiding is het halve werk! Zorg voor een up-to-date preventiebeleid, crisis-, communicatie- en continuïteitsplannen. Zorg als overheid voor een helder vergunnings- en handhavingsbeleid en reageer op klachten en handhavingverzoeken. Analyseer uw risicoprofiel en uw risicodekking.
Inhoud: Inleiding 1
Doel
2
Probleemstelling
3
3
Vraagstelling
3
4
Antwoorden
3
4.1
Risk Management
4.1.1 Risk Control
April 2011
3
4 4
4.1.2 Crisismanagement
5
4.1.3 Continuïteitsplanning
6
4.1.4 Vergunningverlening en handhaving
7
4.2
8
Verzekeringen
4.2.1 Brand/opruiming
8
4.2.2 Aansprakelijkheid
9
Inleiding 'Dit mag nooit meer gebeuren'. Een veelgehoorde uitspraak na een grote calamiteit. Dit was zo na de vuurwerkramp in Enschede, de brand in Volendam en ook de Schipholbrand. En nu Moerdijk. Maar leren we ervan en hoe brengen we dit in praktijk? Keer op keer leiden rampen tot debatten in de Tweede Kamer en in de maatschappij. Voorts treffen deze rampen direct of indirect medewerkers, inwoners, bezoekers et cetera. Burgers verzamelden zelf honderden klachten die vrijwel allemaal gingen over gebrekkige informatievoorziening. Veiligheidsregels worden aangescherpt waardoor de druk op het bedrijfsleven enorm hoog wordt. Momenteel zijn er tientallen organisaties bekend bij de overheid die de veiligheidsregels niet naleven. Tijd voor een structurele aanpak? De voorlopige raming van toegebrachte schade aan derden ligt nu al boven de veertig miljoen euro. Dit staat nog los van de (im)materiële schade en imagoschade. De oorzaak en het verloop van de brand en brandbestrijding, zijn nog onderwerp van het onderzoek. De brand heeft, evenals de maatschappelijke en politieke discussie die hierop volgde, geresulteerd in veel vragen van bedrijven en overheden over verzekeringen, risico- en crisismanagement. Ook al zijn er nog veel feiten onbekend, toch kunnen voorzichtig de eerste lessen worden geleerd. In dit document vindt u tips en adviezen die kunnen dienen als navigatie voor, tijdens en na een dergelijke calamiteit.
Vervolgonderzoek in naar veiligheid risicovolle bedrijven De veiligheidssituatie bij 71 risicovolle bedrijven, zoals Chemie-Pack is mogelijk niet optimaal, zo blijkt uit de quick-scan, die de VROM-Inspectie heeft uitgevoerd. Staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) heeft de VROM-Inspectie inmiddels opdracht gegeven nader onderzoek te doen naar de feitelijke veiligheidssituatie bij deze bedrijven. Ook de risicovolle bedrijven waarvan nog geen informatie beschikbaar was, worden in dit vervolgonderzoek meegenomen.
Gevaarlijke stoffen In 2010 hebben gemeenten en provincies toezeggingen gedaan om de vergunningen en de handhaving op orde te brengen bij bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan (PGS-15 bedrijven). Bij dergelijke bedrijven bleek de afgelopen jaren de naleving van de hiervoor geldende regels hardnekkig achter te blijven. De VROM-inspectie heeft onderzocht of provincies en gemeenten hun toezeggingen uit 2010 zijn nagekomen. In 2010 is de VROM-inspectie daarom bij twaalf gemeenten juridische procedures gestart. In 196 andere situaties hadden gemeenten en provincies toegezegd de vergunning of de handhaving op orde te brengen. Dat blijkt nu in zeker 73 gevallen toch niet te zijn gebeurd. De VROM-inspectie zal ook hier waar nodig juridische procedures starten. (bron: www.rijksoverheid.nl | vrijdag 18 maart 2011)
2
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
1
Doel
Het doel van dit adviesdocument is het in kaart brengen hoe organisaties hun risico’s op grootschalige calamiteiten beter kunnen beheersen. En mocht er toch een ramp plaatsvinden, hoe kunnen organisaties daarmee omgaan.
2
Probleemstelling
Keer op keer worden dezelfde fouten gemaakt en vaak zijn de burgers de gedupeerden. Bijna elke ramp begint door een menselijke fout. Hierdoor lijken organisaties en overheid niet in staat om grote calamiteiten te voorkomen, of in tijde van crisis, goed te managen.
3
Vraagstelling
Bij de ramp in Moerdijk komen de volgende vraagstukken omhoog:
Bedrijf Hoe verklein ik de kans op een dergelijke ramp bij mijn organisatie? Heb ik als werkgever mijn organisatie voldoende voorbereid op dergelijke calamiteiten? Ben ik aansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit een dergelijke calamiteit? ` Hoe ben ik verzekerd? Wat staat me te wachten na een dergelijke calamiteit?
Overheid Hoe kan een overheidsorgaan (gemeente, waterschap, provincie) bijdragen aan het voorkomen van een dergelijke calamiteit? Zijn de betreffende overheidsorganen voldoende voorbereid op een dergelijke ramp? Kunnen overheidsorganen de gemaakte kosten verhalen op de schadeveroorzakende partij? Kunnen overheidsorganen zich tegen dergelijke calamiteiten verzekeren en hoe? Kan een overheidsorgaan aansprakelijk gesteld worden als gevolg van nalatigheid, gebrekkige vergunningverlening of handhaving? In dit document wordt ingegaan op essentiële aspecten die verband houden met grote calamiteiten zoals eerder zijn genoemd. Ook antwoorden op de bovenstaande vragen komen uitgebreid aan bod.
4
Antwoorden
De antwoorden bestaan uit een aantal deeloplossingen. Veel van de oplossingen moeten worden aangepast aan de organisatie om tot een passend resultaat te komen. Deskundige ondersteuning is daarbij van wezenlijk belang. Wereldwijde kennis en ervaring zijn beschikbaar en helpen bij het vinden van de juiste antwoorden.
3
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
4.1 Risk Management 4.1.1 Risk Control Zoals het Oudhollandse spreekwoord luidt: voorkomen is beter dan genezen. Het doelbewust anticiperen op risicofactoren is een onderdeel van het preventiebeleid. Kernpunten van een goed preventiebeleid zijn: Beheersing en het terugbrengen van de risico's en de totale risicokosten (Risk Control). Het onderhouden en verbeteren van de verzekerbaarheid. Afhankelijk van de specifieke risicofactoren van de organisatie of van actuele situaties, zijn bij goed preventiebeleid een aantal maatregelen cruciaal. Begeleiding en advies bij bestaande risico's zoals materiële schade, bedrijfsstilstand, vervolgschade, milieuschade en nieuwbouw. Het tijdig toepassen van Risk Control voorkomt preventie-eisen achteraf en de daarmee gepaard gaande kosten. Een tijdige evaluatie van eisen leiden tot meer kostefficiënte preventiemaatregelen. Om verrassingen te voorkomen is afstemming in een vroeg stadium met belanghebbende partijen noodzakelijk. Het verkrijgen van een vroegtijdig inzicht in de risico's en het toepassen van preventiemaatregelen zal ook de verzekerbaarheid vergroten met vaak een betere dekking en gunstigere premie. Voor een onderneming is het van groot belang het risicopreventiebeleid te definiëren en vast te leggen in een interne richtlijn. Op basis hiervan kunnen er uniforme bedrijfsinspecties plaatsvinden en, waar nodig, verbeteringen worden doorgevoerd. Een systematisch onderzoek naar de basisoorzaken van schade(s), kan een essentiële bijdrage leveren aan het terugbrengen van schadeclaims in aantal en hoogte van bedrag. Dit onderzoek is bij uitstek het middel om direct invloed uit te oefenen op de vermindering en beheersing van risicokosten.
Advies In de praktijk blijkt dat 50% van alle preventieadviezen van organisatorische aard zijn die doorgaans weinig of geen investering vergen. Eventuele aanpassingen achteraf vallen meestal duurder uit. Laat de organisatie doorlichten (nulmeting) door een deskundige door middel van een zogenoemde quickscan. Laat nieuw-/ verbouwplannen toetsen door een preventieadviseur. Deze zal vooral ook adviezen kunnen geven die bijdragen aan het beperken of voorkomen van materiële schade Voer een consequent zelfinspectieprogramma. Met behulp van een checklist zijn organisaties in staat om door de ogen van een preventieadviseur de belangrijkste (brand)veiligheidsaspecten te toetsen. Een goed beleid ten aanzien van de (brand)veiligheid heeft de meeste kans van slagen indien dit wordt gedragen door de directie of de Raad van Bestuur.
4
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
4.1.2
Crisismanagement
Tijdens een calamiteit Het is belangrijk dat een brand zoals in Moerdijk snel wordt gedetecteerd. Na detectie is de eerste actie aan de bedrijfsbrandweer. Mocht een organisatie niet over een bedrijfsbrandweer beschikken, dan is men afhankelijk van lokaal beschikbare hulpdiensten. Een goed functionerende bedrijfshulpverlening is tevens cruciaal evenals een snelle alarmering van hulpdiensten. Vervolgens is het zaak dat de brandweer de exacte locatie kent en weet welke situatie zij aantreffen. Welke chemicaliën liggen waar en hoe kan welk deel van het bedrijf het beste worden bereikt? Dit moet vastgelegd zijn in aanvalsplannen, noodplannen en/of calamiteitenplannen. Soms is er een zogenaamd rampenbestrijdingsplan aanwezig dat opgesteld is in samenwerking met de organisatie, de gemeente en hulpdiensten. Zaak is dat bedrijfsspecialisten en de brandweer zo snel mogelijk contact hebben over de situatie, de risico's kennen, de exacte locatie weten, de blustactiek hebben bepaald, het benodigde materieel klaar hebben en de benodigde capaciteit beschikbaar hebben. Het is verstandig om ook binnen een bedrijf een crisisteam te vormen. Dit team neemt bij calamiteiten de belangrijkste beslissingen over: De benodigde zorg voor eventuele slachtoffers in overleg met de hulpdiensten. Het wel of niet sluiten van het bedrijf. Het informeren van medewerkers (ook op eventuele andere locaties). De wijze van communicatie met media maar ook met klanten en leveranciers. Het eventueel verplaatsen van ontbrekende productie en/of andere werkzaamheden naar geschikte locaties. In de meest gunstige situatie is er al een crisisteam samengesteld. Bij het samenstellen van een team kunnen de volgende vragen worden gesteld: Wie zijn er onderdeel van het team? Wat is er nodig om het team te vormen? Wat is de onderlinge rolverdeling? Hoe kunnen ze worden bereikt in geval van nood?
Overheidsorganen Voor overheidsorganen zoals bijvoorbeeld waterschappen en gemeenten geldt dat zij ook 'opschalen' en crisisteams opzetten. Hierbij kan het gaan om coördinatie op locatie, in een zogenoemd 'Commando Plaats Incident' (CoPI), om afstemming op afstand die is gericht op effectbestrijding en op het ondersteuning van het CoPI (in een operationeel team) en het strategisch afstemmen binnen het beleidsteam onder leiding van de verantwoordelijke burgemeester. Indien er meerdere gemeenten bij de crisis betrokken zijn, kan er ook een regionaal beleidsteam worden opgesteld. De werelden van bedrijven en overheden moeten bij elkaar komen en samenwerken. Dit kan betekenen dat experts van het bedrijf zitting nemen in de crisisteams zoals Commando Plaats Incident (CoPI), Regionaal Operationeel Team (ROT) of Beleidsteam (BT), op verzoek van de betrokken overheden.
5
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
Nafase In de vaak lange fase na de directe brandbestrijding zijn er tal van onderwerpen die aandacht behoeven. De onderwerpen zijn afhankelijk van de specifieke situatie: zijn er gewonden? Zijn er gedeeltes van het bedrijf nog in tact? Zijn er hoge concentraties gevaarlijke stoffen vrijgekomen (hoeveel wellicht)? Hoe intensief was de media-aandacht? Zijn er internationale klanten of leveranciers bij betrokken? De ervaring leert dat het veelal gaat om een combinatie van meerdere onderwerpen.
Wat staat ons nog te wachten? Na een calamiteit dient er direct een diagnose te worden gesteld van de benodigde acties in de nafase, waarbij de bovenstaande onderwerpen kunnen worden meegenomen. Per onderwerp moet de relevantie en prioriteit worden vastgesteld. Zo ja, welke partijen zijn hierbij betrokken. Wat is de taak van het bedrijf en wat zijn andermans taken zoals van de politie, de gemeente(n), waterschap(pen), et cetera? In een plan van aanpak kan het bedrijf de benodigde activiteiten hieromtrent vastleggen. Dit helpt om snel orde in de chaos te creëren en gericht te werken aan het vaststellen en beperken van de schade.
Advies Bereid zo goed mogelijk voor op een calamiteit middels adequate crisisplannen. Zorg voor een crisisteam dat weet wat er gedaan moet worden, ook in de nafase.
4.1.3
Continuïteitsplanning
Een calamiteit kan langdurige bedrijfsstilstand als gevolg hebben. Zowel voor de direct getroffen organisatie als voor de omliggende bedrijven. Het herstarten van de organisatieactiviteiten op de getroffen locatie zal waarschijnlijk meer dan een jaar in beslag nemen. Tenminste, als er al sprake is van een herstart. Uit onderzoek blijkt dat veel bedrijven die zich vooraf niet goed hebben voorbereid op een calamiteit, niet in staat om nog te herstellen en uiteindelijk failliet gaan. Het is dan ook voor elke organisatie raadzaam om een continuïteitsplan te hebben. Voorafgaand een continuïteitsplan wordt een gedegen analyse van de risico's en kwetsbaarheden van een bedrijf in kaart gebracht. Het plan kan als navigatie fungeren om tijdens een calamiteit de activiteiten te continueren. Een ander onderdeel van het continuïteitsplan is een actieve en eerlijke communicatie met alle belangrijke partijen. Hierdoor weten ook de klanten en de leveranciers wat ze kunnen verwachten.
Advies Betrek de continuïteitsplanning niet alleen op het eigen bedrijfsterrein, maar zie ook de risico's en gevaren in de omgeving. Dit kan door eigen waarneming, maar ook door navraag te doen bij de bedrijven of overheden. Zoek in de voorbereiding zoveel mogelijk samenwerking met naburige bedrijven. Er is op het industrieterrein een gemeenschappelijk belang. Ontwikkel een duidelijke uitwijkstrategie bij het wegvallen van een belangrijke (productie)locatie. De strategie zorgt ervoor dat de activiteiten kunnen doorgaan op een minimaal acceptabel niveau. Ontwikkel een duidelijke herstelstrategie die ervoor zorgt dat de activiteiten weer zo snel mogelijk op het oude niveau worden hersteld. Test alle voorzorgsplannen regelmatig en met wisselende scenario's om zeker te zijn dat ze praktisch toepasbaar en actueel blijven.
6
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
4.1.4
Vergunningverlening en handhaving
Vergunningverlening- en handhaving Het proces van vergunningverlening, toezicht en handhaving is bedoeld om de veiligheid te bevorderen. Door naleving van wet- en regelgeving wordt gewerkt aan het voorkomen van calamiteiten en aan het voorbereiden hierop. Wetten en regels over goede verpakkingen en juiste brandwerende maatregelen, zijn hier voorbeelden van. Dit kan door organisaties worden beleefd als vooral een administratieve last en 'regeldruk'. Overheden proberen de druk te verlagen door middel van onder meer gezamenlijke inspecties in plaats van afzonderlijke inspecties die de organisatie veel kosten. Een goede veiligheidscultuur maakt dat risico's, fouten en incidenten actief intern worden gemeld en direct worden besproken. Om dit te bevorderen kunnen meldingen bijvoorbeeld worden beloond en veilig werken actief worden uitgedragen, ook – of juist - door het management. Gemeenten, provincies en waterschappen staan in de sfeer van de vergunningverlening en handhaving bloot aan behoorlijke aansprakelijkheidsrisico’s. Globaal gezien is er sprake van aansprakelijkheid van deze overheidsorganen (onrechtmatig handelen) als gevolg van fouten in de inhoud van de vergunning of de procedure tot vergunningverlening. Tot een benadeelde partij kunnen zowel de vergunninghouder als andere belanghebbenden (bijvoorbeeld getroffen derden) gerekend worden. De jurisprudentie over vergunningverlening en handhaving van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Hoge Raad laat zien dat een vernietigde vergunning per definitie als onrechtmatig handelen van de gemeente wordt aangemerkt. De reden van de vernietiging doet in beginsel niet ter zake en daarom is er in principe sprake van een risicoaansprakelijkheid. Uit jurisprudentie blijkt tevens dat de schade die is ontstaan in de periode waarin de vergunning nog niet onherroepelijk was, voor eigen risico van de vergunninghouder is. Aangezien tot in hoger beroep geprocedeerd kan worden, verstrijkt er al snel drie jaar voordat een vergunning onherroepelijk wordt. Alle investeringen en kosten van de vergunninghouder blijven in deze periode voor rekening van de vergunninghouder. Volgens de Hoge Raad ligt dit anders wanneer de vergunninghouder uit gedragingen van de gemeente mocht afleiden dat de gemeente aansprakelijkheid aanvaardt. Er is een tendens om vrij snel dergelijke gedraging aan te nemen. Ook het niet of gebrekkig handhaven kan leiden tot toegewezen aansprakelijkheidsclaims jegens een overheidsinstelling. In dit kader heeft het Gerechtshof in Den Haag in 2010 een uitspraak gedaan betreffende een schadeclaim van omwonenden die schade hebben geleden door de vuurwerkramp in Enschede. Deze uitspraak heeft uiteindelijk niet geleid tot een toegewezen aansprakelijkheidsclaim ook omdat de toezichthouder (in dit geval de gemeente Enschede) een grote mate van beleidsvrijheid heeft en de rechter slechts marginaal toetst. Uit de uitspraak blijkt echter dat het in ieder geval van groot belang is dat een overheidsinstelling adequaat reageert als er sprake is van handhavingsverzoeken van benadeelden derden (in het geval van de vuurwerkramp was er geen sprake van handhavingsverzoeken). Na een calamiteit is het noodzakelijk om snel zicht te krijgen op de vergunningverlening en de bijbehorende toezicht- en handhavingsacties. In onderzoeken die onvermijdelijk zullen volgen, gaan er dergelijke reconstructies ook plaatsvinden. Organisaties kunnen zelf een reconstructie maken zodat men weet wat er te wachten staat. Voor overheden
7
White Paper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
geldt dat een dergelijke reconstructie in een vroeg stadium inzicht geeft in de mogelijke politiekbestuurlijke consequenties. Ook leidt dit tot snelle eventuele verbeteracties in trajecten bij andere bedrijven die een vergelijkbaar risico vormen.
Advies Stel een helder vergunningen- en handhavingsbeleid op. Stel duidelijke prioriteiten met betrekking tot handhaving. Stel toetsing- en toezichtprotocollen op die voldoen aan geldende wet- en regelgeving en aan best practices. Reageer adequaat op klachten of handhavingsverzoeken van belanghebbenden.
4.2 Verzekeringen 4.2.1
Brand/ opruiming
Bedrijfsactiviteiten kunnen volledig stil komen te liggen. Dit betekent geen omzet en werknemers die werkeloos thuis zitten. Hoe snel kan een onderneming herstarten met haar activiteiten. Op welke wijze kan en mag er weer herbouwd worden? Dit heeft enorme financiële gevolgen voor het bedrijf. Een adequate brand- en bedrijfsschadeverzekering kan deze gevolgen zoveel mogelijk of zelfs geheel wegnemen. De materiele schade van de opstal en inventaris worden vaak afgewikkeld op basis van de (getaxeerde) herbouw-, vervangings- of nieuwwaarde. De bedrijfsschade is lastiger te becijferen vanwege de soms complexe factoren die daarbij een rol spelen. Een vooraf opgestelde bedrijfsschade-analyse kan deze inzichtelijk maken.
Opruimingskosten De ervaring leert dat bij een grote brand de opruimingskosten (van onder andere het bluswater) één van de grootste schadecomponenten is. Op brandverzekeringen zijn in de regel alleen opruimingskosten verzekerd van de eigen verzekerde zaken. Opruimingskosten van zaken die aan een derde toebehoren en van een ander lokatie afkomstig, zijn in de regel niet gedekt. Om opruimingskosten te verzekeren voor zaken die aan derden toebehoren, bestaat de mogelijkheid tot het afsluiten van een Milieu Schade Verzekering of een speciale verzekering voor 'opruimingskosten gevaarlijke stoffen'. Dit laatste is alleen van toepassing voor gemeenten.
Ook overheidsinstellingen ondervinden de gevolgen van grote calamiteiten In Moerdijk schat het waterschap Brabantse Delta de kosten op 11 tot 16 miljoen euro en het havenschap heeft haar kosten becijferd op 3 tot 5 miljoen euro. Voor deze kosten kunnen partijen altijd aansprakelijk gesteld worden, maar of de kosten ook verhaald kunnen worden blijft natuurlijk de vraag. Ter dekking van dit financiële risico bestaat er voor gemeenten een 'Verzekering Opruiming Verontreinigde Stoffen'.
8
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
Advies Materiele schade verzekeren op basis van actuele taxatie. Bedrijfsschadedekking op basis van een grondige bedrijfsschadeanalyse met behulp van een deskundige. Breng opruimingskosten volledig in beeld en regel zonnodig een aanvullende dekking.
4.2.2
Aansprakelijkheid
Organisaties kunnen door veel betrokken partijen aansprakelijk worden gesteld en ze zullen de geleden schade op deze onderneming willen verhalen of zelfs beslag leggen op de financiële middelen of verzekeringsuitkeringen. Voordat het tot een aansprakelijkstelling komt, zal er enige vorm van verwijtbaarheid van de zijde van de organisatie aangetoond moeten worden. Indien aansprakelijkheid is aangetoond kan de organisatie mogelijk verantwoordelijk worden gehouden voor de volgende schades: Milieuschade (emissies naar grond, water of lucht). Letselschade van eigen medewerkers en derden (zoals onderaannemers en omwonenden). Materiele en bedrijfsschade van de omliggende bedrijven. Materiele en bedrijfsschade van klanten (voorzover dit niet is uitgesloten in contracten). Vermogensschade derden door afsluiting van (vaar)wegen. Juridische kosten. In tegenstelling tot de meeste andere verzekeringsvormen dient een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven rechtstreeks ter bescherming van het vermogen en de continuïteit van de onderneming. Afhankelijk van de polisvoorwaarden zijn dergelijke schades geheel of gedeeltelijk gedekt op uw aansprakelijkheidsverzekering. Om te toetsen of uw aansprakelijkheidsverzekering zowel met betrekking tot de inhoud als ook de hoogte van de verzekerde limiet toereikend is, kan de verzekering het beste in samenwerking met een deskundige adviseur worden opgesteld.
Advies Maak aansprakelijkheidsrisico's inzichtelijk. Stel samen met een deskundige adviseur maximale schadescenario's op. Toets zowel de inhoud van de dekking als ook de verzekerde limieten aan het aansprakelijkheidsprofiel.
9
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
Milieuaansprakelijkheid Milieuschade is een van de belangrijkste schadecomponenten bij een calamiteit zoals in Moerdijk. De milieuschade bestaat uit een aantal onderdelen: De schade aan het eigen terrein als gevolg van stoffen die tijdens de brand in de bodem terecht zijn gekomen. De schade aan de directe omgeving als gevolg van het wegstromen van stoffen naar naastgelegen percelen. Denk daarbij aan de kosten van het afgraven, vervoer en verwerking van verontreinigde grond. De schade aan de gebieden die zijn verontreinigd via de lucht door bijvoorbeeld roetdeeltjes et cetera. Denk daarbij aan groenten die verontreinigd zijn. Onderzoekskosten ter vaststelling van de schade. Kosten voor rechtsbijstand. Duidelijk is dat de Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven (AVB) slechts een zeer beperkte milieudekking heeft. Tevens dient er een goede aansluiting te zijn met de opruimingskosten die op de brandverzekering gedekt zijn.
Advies Onderzoek hoe milieuschade verzekerd is en/ of aanvullende dekking gewenst is.
Aansprakelijkheid van bestuurders en/of commissarissen Bij omvangrijke calamiteiten kunnen bestuurders en/ of commissarissen ook persoonlijk aansprakelijk gesteld worden (bijvoorbeeld in geval van een faillissement, aanspraken voor aantasting van het milieu, et cetera). Als de limiet van de aansprakelijkheidsverzekering is uitgeput door een calamiteit, zal men ook sneller de bestuurders en/of commissarissen persoonlijk aanspreken. In Nederland is de hoofdregel dat degene die namens de vennootschap handelt niet aansprakelijk is voor de daardoor ontstane verplichtingen van de vennootschap. Op deze hoofdregel zijn ook uitzonderingen. Kennisneming van deze uitzonderingen is van belang. De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering geeft dekking voor de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen als gevolg van onjuiste handelingen. Daarmee wordt het privé-vermogen beschermd. Ook aansprakelijkheidsclaims richting bestuurders en/of commissarissen gaan gepaard met hoge verweerskosten. Belangrijk om te weten is dat deze verweerskosten standaard onderdeel vormen van een aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders en/of commissarissen.
Advies Bescherm het privévermogen van de directie en/of commissarissen door een aansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders en commissarissen. Stel in overleg met een deskundige een adequaat verzekerd bedrag vast. Door het hebben van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, verzekerd men zich ook van een dekking van verweerskosten.
10
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
Peter Hartman is Director Liability & Financial Lines Department. Peter heeft een ruime kennis en ervaring op het terrein van bedrijfs-, beroeps- en bestuurdersaansprakelijkheidsrisico's. Naast zijn leidinggevende activiteiten is hij ook veel betrokken bij innovatieprojecten inzake aansprakelijkheidsprodukten en diensten.
Jolande Waterschoot is Managing Consultant bij Aon Global Risk Consulting. Jolande is in haar rol als managing consultant verantwoordelijk voor de ontwikkeling van 'liability risk management' binnen AGRC. Jolande is gespecialiseerd in het uitvoeren van aansprakelijkheidsonderzoeken, zowel algemeen als gericht op specifieke aspecten, zoals bijvoorbeeld kwantificering van risico's (liability risk quantification). Zij heeft ruime ervaring in diverse bedrijfssectoren alsmede met organisaties binnen de publieke sector. Marco Zannoni is Manager Onderzoek & Advies van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, een onderdeel van Aon Nederland. Marco heeft ruime ervaring met incidentevaluaties, crisisadvies en ondersteuning in de nafase. Marco schreef het handboek ‘En nu…?’ vol met tips voor het managen van de nafase van incidenten en crisis voor bedrijven en overheden.
Contact Voor meer informatie over de inhoud van deze whitepaper en de oplossingen die Aon kan bieden, kunt u contact opnemen met: Peter Hartman
T 020 430 50 51 of E
[email protected]
Jolande Waterschoot T 010 448 89 11 of E
[email protected] Marco Zannoni
11
T 070 312 20 20 of E
[email protected]
Whitepaper Wat kunnen we leren van Moerdijk? April 2011
Over Aon Aon Nederland, toonaangevend adviseur in risicomanagement, employee benefits en verzekeringen, draagt bij aan het realiseren van de ambities van zijn cliënten. In Nederland heeft Aon 11 kantoren met 1.900 medewerkers. Het bedrijf maakt deel uit van Aon Corporation, Chicago, USA. Het wereldwijde Aon-netwerk omvat circa 500 kantoren in meer dan 120 landen en telt ruim 59.000 medewerkers. Hiermee is Aon een van de grotere financiële dienstverleners ter wereld. Aon Corporation is gespecialiseerd in financiële en verzekeringsdienstverlening en staat genoteerd aan de effectenbeurs van New York (NYSE:AON).
Meer informatie: www.aon.nl
© 2011 Aon Groep Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Aon
12
6818aa
Groep Nederland bv.