Na de ramp ...
ACHTERGROND
Bijna driehonderd slachtoffers. 298 levens – in één klap weggevaagd. Na de schok en het ongeloof over het neerhalen van vlucht MH17 moesten ook veel Nederlandse verzekeraars hun rampendraaiboek uit de kast trekken. ‘Natuurlijk is een verzekering niet het eerste waar je aan denkt bij zo’n tragedie, maar uit ervaring weten we hoe belangrijk het is om snel duidelijkheid te geven.’
Ongeloof. Verbijstering. Boosheid. Verdriet. De hele wereld ging door een achtbaan van emoties, toen op 17 juli het vliegtuig van Malaysian Airlines werd neergehaald. Toen duidelijk werd hoeveel Nederlanders bij de ramp betrokken waren, kwamen veel partijen in actie: het kabinet, ministeries, hulpverleningsorganisaties en, noodgedwongen, ook verzekeraars. ‘Een verzekering is niet het eerste waar je aan denkt bij een drama van deze omvang, maar in het verleden – denk aan Tripoli en de vuurwerkramp in Enschede – hebben we gemerkt hoe belangrijk het is om snel duidelijkheid te geven’, aldus Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond. ‘Het klinkt wrang, maar naast het verdriet hebben nabestaanden ook te maken met heel praktische consequenties. Denk aan broers, zussen of ouders van de slachtoffers, die op vakantie waren en zo snel mogelijk terug naar Nederland wilden: betaalt en regelt de reisverzekeraar dat? Andere belangrijke vragen komen pas later: hoe moet het verder met de hypotheek of een levensverzekering waar ouders of kinderen een beroep op willen doen? Voor al die situaties gold dat we zo snel mogelijk helder wilden hebben hoe we er als branche mee omgaan.’
fotografie: Amrit Hoeba--
Passagierslijst
Op de avond van de ramp berichtten de grote nieuwsstations al dat de ramp ‘zeer waarschijnlijk’ was veroorzaakt door een luchtdoelraket. Weurding: ‘Dat zou betekenen dat er sprake is van (groot) molest of terrorisme. Beide zijn in het algemeen uitgesloten op de verzekeringsdekking (zie ook het kader op pagina 28), maar in overleg met onze leden is besloten dat verzekeraars er in deze situatie voor de particuliere risico’s geen beroep op doen. Bij dit soort gebeurtenissen moeten verzekeraars doen waarvoor ze zijn opgericht: zekerheid bieden als mensen in de kou komen te staan. Gelukkig was dat voor iedere verzekeraar een vol- ➤
nummer 3, oktober 2014
VERZEKERD!
27
Waarom molest? Burgeroorlogen, opstanden, gewapende conflicten, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij: zo wordt “groot molest” omschreven. Molest is vaak uitgesloten, omdat het risico zo onvoorspelbaar is en de schade dusdanig kan cumuleren, dat een verzekeraar er simpelweg niet garant voor kan staan. Naast groot molest is er ook klein molest (eveneens uitgesloten), zoals sabotage, werkstakingen, rellen en terrorisme. De historie van het al dan niet verzekeren van molest gaat eigenlijk terug naar het ontstaan van het particuliere verzekeringswezen zelf. Pas in de Eerste Wereldoorlog grijpt de overheid in, als in 1915 de Oorlogsmolestverzekeringswet van kracht wordt. Molest wordt dan gedekt en de staat treedt op als herverzekeraar, om te voorkomen dat de economie stilvalt. De wet vervalt alweer in 1920, maar wordt weer actueel als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. In 1939 wordt een Zee- en Luchtvaartverzekeringswet aangenomen. Transportverzekeraars mogen het risico dekken en de staat geeft aanvullende dekking. Voor alle overige verzekeringen zijn (schade)verzekeraars terughoudend met het dekken van molest en dat blijft sinds de Tweede Wereldoorlog zo. In 1993 wordt dekking van groot molest zelfs bij wet verboden: in de Wet toezicht verzekeringsbedrijf staat dat schadeverzekeraars ‘geen schaden mogen verzekeren die zijn veroorzaakt door groot molest’. Als op 11 september 2001 twee vliegtuigen de Twin Towers in New York doorboren, komt klein molest ter discussie te staan. Voor terrorisme wordt op 15 augustus 2003 een aparte pool (de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden) in het leven geroepen, waarin verzekeraars, herverzekeraars en de overheid samen garant staan voor een dekking tot één miljard euro. Groot molest blijft een terugkerend issue, zoals bij de rellen in Haren in 2012, waarbij verzekeraars besluiten er geen beroep op te doen. Uiteindelijk wordt de Wet op het financieel toezicht aangepast. In artikel 3:38 staat nu dat schadeverzekeraars schaden door groot molest niet mogen dekken als die zich in Nederland voordoen. In zee-, transport-, luchtvaart- en reisverzekeringen is het in het buitenland wél toegestaan risico’s van molest te verzekeren in de algemeen gebruikelijke molestclausules, zolang De Nederlandsche Bank daar geen bezwaar tegen heeft. Voor levensverzekeringen bestaat in het algemeen geen molestuitsluiting. Wel kan in een oorlogssituatie worden overgegaan tot beperking van de uitkering. Uitzondering op de regel Op het verbod om molest te dekken, bestaat binnen Nederland een uitzondering. Zo heeft OOM Verzekeringen zich gespecialiseerd in het molestrisico. ‘Het verzekeren van oorlogen is alleen toegestaan aan maatschappijen die op onderlinge basis (zonder winstoogmerk) werken; wij doen dat al sinds de Tweede Wereldoorlog’, aldus algemeen directeur Marga Purvis. De molestverzekering van OOM wordt aanvullend op een opstalverzekering gesloten. ‘De verzekering wordt het meest afgesloten door bedrijven die zakendoen met risicovolle landen, zoals banken, hotels en ambassades in Nederland. Daarnaast is molest een vast onderdeel van onze internationale ziektekostenverzekering. Zo voorkomen we dat verzekerden die in risicogebieden met molest te maken krijgen, tussen wal en schip vallen’, aldus Purvis.
28 VERZEKERD!
nummer 3, oktober 2014
➤ strekt logisch standpunt. Overwegingen die meespeelden, waren vooral dat we snel duidelijkheid wilden bieden. En hoewel er nog weinig duidelijk was over de toedracht van de ramp, concludeerden we dat deze niet de kern van de molestbepalingen raakt (namelijk: de continuïteit van de verzekeringsbranche waarborgen).’ Door dat branchebrede standpunt, dat later in andere landen werd gevolgd, konden verzekeraars in actie komen. De coördinerend alarmcentrale Eurocross Assistance, die namens reisverzekeraars hulpverlening biedt, coördineerde de terugvluchten naar Nederland van nabestaanden (zie ook het artikel op pagina 30). Levens- en schadeverzekeraars hadden nog wel te maken met een aantal dilemma’s. ‘Normaal gesproken kan een levensverzekeraar pas uitkeren als er een getekende overlijdensverklaring is. Die kon in dit geval natuurlijk nog niet worden afgegeven’, aldus Weurding. ‘Veel verzekeraars wisten aanvankelijk niet of er verzekerden van hen in het vliegtuig zaten. Daarom hebben we het ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagd of wij een verrijkte passagierslijst (met namen en adressen) konden ontvangen – uiteraard onder de voorwaarde dat verzekeraars daar uiterst zorgvuldig mee zouden omgaan en ze enkel en alleen zouden gebruiken om de hulp aan nabestaanden te versnellen.’ Betrouwbaar
Buitenlandse Zaken ging akkoord en het Verbond adviseerde zijn leden de passagierslijst als overlijdensverklaring te beschouwen. Volgens Liesbeth Pecht, coördinator calamiteiten bij a.s.r., heeft dat het in gang zetten van een zorgvuldige hulpverlening enorm vergemakkelijkt. ‘Van Tripoli herinner ik me dat zo’n lijst er niet was en we op allerlei andere manieren aan passagiersgegevens moesten zien te komen. Dat kostte veel tijd en bovendien wisten we niet hoe betrouwbaar de gegevens waren. Dat laatste is ontzettend belangrijk, zeker als je door verschillende vertegenwoordigers van één slachtoffer wordt benaderd. Je wilt te allen tijde voorkomen dat je gegevens met een verkeerde persoon of partij uitwisselt.’
Premie van tientallen miljoenen De tragische ramp met de MH17 roept de vraag op hoe grote luchtvaartmaatschappijen zijn verzekerd. Ze hebben immers met kostbare mensenlevens te maken en vliegen met peperduur materiaal. Hoe zit dat?
Nationale-Nederlanden beaamt dat. ‘Bij dit soort calamiteiten moet je heel zorgvuldig te werk gaan en heb je vaak met veel papierwerk – en dus lange procedures – te maken. Het was goed om nu zo snel te kunnen handelen’, aldus Jack Ruben, kenniscoördinator Strategie & Klantbeleving van de Leven-divisie. Terughoudend
Een aantal verzekeraars besloot, na overleg met Slachtofferhulp Nederland, in bepaalde situaties op een gepaste manier contact te zoeken met nabestaanden; zowel a.s.r. als Nationale-Nederlanden deed dat niet. Pecht: ‘We hebben kort na de ramp ons calamiteitenteam bij elkaar geroepen, uitgezocht wie bij ons verzekerd was en vier mensen achter de telefoon gezet die de hele dag beschikbaar waren voor vragen. We zijn mensen niet actief gaan benaderen. Je moet nabestaanden eerst de gelegenheid geven om te rouwen. Hoe het verder moet met de hypotheek of de autoverzekering, is volstrekt onbelangrijk. Als mensen eraan toe zijn om dat soort zaken te regelen, melden ze zich vanzelf en dan hebben wij alvast nagedacht over een mogelijke oplossing.’ Nationale-Nederlanden volgde eenzelfde lijn. Ruben: ‘Normaal gesproken hoor je pas van een overlijden als nabestaanden contact opnemen; nu hadden we voorinformatie. Dat zorgde voor een dilemma, want wat moet je met die informatie doen? We hebben daar bij het Verbond met andere verzekeraars over gesproken. Al snel besloten we niet voor een actieve benadering te kiezen, maar wel te zorgen dat áls nabestaanden zouden bellen, ze meteen de juiste persoon aan de lijn zouden krijgen en niet eerst hun hele verhaal hoefden te doen.’
Luchtvaartmaatschappijen hebben allerlei verzekeringen. De belangrijkste bieden dekking tegen materiële schade aan het vliegtuig (Hull) en aansprakelijkheid (Liability), vertelt Hugo Kidston van Allianz Global Corporate & Specialty. ‘In de verzekeringswereld worden ze samen vaak een all risk-verzekering genoemd, omdat ze als een gecombineerde polis worden afgesloten.’ De aansprakelijkheidsverzekering dekt niet alleen schade van passagiers, maar ook die van derden. Bijvoorbeeld wanneer een vliegtuig neerstort en er ook slachtoffers op de grond zijn of gebouwen worden verwoest. Daarnaast hebben luchtvaartmaatschappijen een verzekering tegen materiële schade aan het toestel die het gevolg is van oorlog of terrorisme (Hull war). De schade bij een ramp met een vliegtuig kan zo groot zijn, dat vrijwel geen enkele verzekeraar het risico helemaal alleen kan dragen. Bij het verzekeren van een luchtvaartmaatschappij zijn daarom meerdere verzekeraars betrokken die elk een deel van het risico dragen. Kidston: ‘Dat gebeurt op basis van co-assurantie. Eén verzekeraar is de leidende partij is en de andere volgen. Er kunnen tot wel twintig volgende verzekeraars zijn.’ Allianz was de leidende verzekeraar voor de all risk-verzekering van Maylasia Airlines. Dekking tegen oorlog (Hull war) had de maatschappij lopen bij de Britse verzekeraar Atrium, die deel uitmaakt van de verzekeringsmarkt Lloyd’s. Ook bij die polis zijn meerdere verzekeraars betrokken. De materiële schade lijkt vooralsnog gedekt bij Atrium. De verzekeraar maakte kort na de ramp bekend uit te keren als het toestel inderdaad is neergeschoten. Alleen al de Boeing 777 van Malaysia Airlines zou verzekerd zijn voor zo’n honderd miljoen dollar (ruim zeventig miljoen euro). De premies die grote luchtvaartmaatschappijen betalen, lopen in de tientallen miljoenen euro’s per jaar. Elk jaar worden premies opnieuw vastgesteld op basis van de activiteiten van de maatschappij, legt Kidston uit. ‘Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de vloot en de vliegroutes en het aantal passagiers dat op een vlucht mee kan.’ Na een forse stijging van de premies in de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001, zijn deze de laatste jaren gedaald. Aan die dalende trend komt nu waarschijnlijk een einde; mede door de ramp met MH17. Vooral de premies voor verzekeringen die dekking tegen oorlogsrisico bieden, kunnen flink stijgen.
Les voor de toekomst
Achter de schermen werd nog een aantal procesmatige zaken in gang gezet. ‘Wij hebben meteen de automatische incasso’s gestopt; je wilt natuurlijk niet dat nabestaanden een aanmaningsbrief ontvangen of, nog erger, dat polissen worden geroyeerd wegens wanbetaling’, aldus ➤ Pecht. nummer 3, oktober 2014
VERZEKERD!
29
‘ ➤ Toch kon a.s.r. niet alles ondervangen. ‘Toen een van de slachtoffers die bij ons was verzekerd, werd geïdentificeerd, is de normale wettelijke procedure in gang gezet. Dat betekent dat er een officiële overlijdensverklaring wordt afgegeven, die automatisch in de Gemeentelijke Basisadministratie wordt geregistreerd. In ons pensioensysteem krijgen wij daar vervolgens een melding van, en wordt er een brief naar de partner gestuurd – dat is ook in dit geval gebeurd, terwijl de partner zelf ook in het vliegtuig zat. Gelukkig is het goed uitgesproken met de nabestaanden, maar dit voorval heeft me wel weer doen inzien hoeveel processen in onze branche volautomatisch verlopen en hoe voorzichtig we daarmee moeten zijn. Voor ons is dit een les voor de toekomst.’
‘Een emotionele achtbaan’ Janna Kriek weet nog precies waar ze was toen ze het telefoontje kreeg. ‘Ik was op een barbecue en werd gebeld door een collega. De melding was rond vijf uur ’s middags via een nieuwssite bij onze alarmcentrale binnengekomen en we hadden al snel door dat het groot zou zijn.’
Luisterend oor De uitzonderlijke situatie van de ramp met de MH17 wordt het calamiteitenteam al snel duidelijk. ‘Vanzelfsprekend hebben wij meteen het overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken gestart, die van het begin af aan de lead had. Het ministerie heeft nog diezelfde avond een apart telefoonnummer bekendgemaakt. Onze rol als alarmcentrale was daardoor anders dan anders, maar de verhalen aan de telefoon waren voor ons wel herkenbaar. Mensen wilden hun verhaal kwijt.’ In de eerste dagen kan Eurocross niet veel meer doen dan een luisterend oor bieden en informatie verzamelen. ‘Daarnaast is voor ongeveer 65 nabestaanden de terugreis geregeld. Het overgrote deel van de nabestaanden die in het buitenland waren, wilde zo snel mogelijk naar huis. De een liet zijn caravan staan in Frankrijk, terwijl een ander vanuit Kuala Lumpur terug wilde.’ Zowel in de eerste dagen als daarna, als de lijst met slachtoffers bekend wordt gemaakt, is Eurocross met verschillende vragen bezig. ‘Mensen vroegen zich allemaal af waar ze terecht konden voor meer informatie of hoe ze zo snel mogelijk terug naar Nederland konden.’
De ontreddering in ons land is groot. Nog steeds. Op een site van nabestaanden valt te lezen dat “deze tragedie in alles anders is dan welke dan ook”. Kriek kan zich daar wel in vinden. ‘Iedereen kent wel iemand die getroffen is. Dat maakt deze calamiteit zo uitzonderlijk. Onze hulpverleners zijn gewend om hulp te verlenen en een luisterend oor te bieden. Dat kunnen ze ook, maar dit was een emotionele achtbaan.’
30 VERZEKERD!
nummer 3, oktober 2014
Molest
fotografie: ivar pel
Kriek, calamiteitencoördinator bij Eurocross Assistance, had die avond dienst. Ze spoedde zich naar het kantoor in Leiden en haar eerste actie was om de andere alarmcentrales te informeren. ‘Dat is niet meer dan een korte mededeling geweest, zodat de alarmcentrales wisten dat wij ermee aan de slag zouden gaan.’ Eurocross is dit jaar de coördinerend alarmcentrale en dat houdt in dat zij van 1 april dit jaar tot 1 april volgend jaar de hulpverlening aan Nederlandse reizigers bij calamiteiten in het buitenland coördineert. Na de melding aan de andere vier centrales gaat Kriek het calamiteitenoverleg in. Een intern overleg, met een stuk of acht personen dat volgens haar rustig en goed verliep. ‘Iedereen schoot meteen in de werkmodus en het protocol trad in werking.’ Dit zogenoemde calamiteitenprotocol treedt in werking als er bij een calamiteit in het buitenland acht of meer Nederlanders zijn betrokken. Het komt er in de praktijk op neer dat de coördinerend alarmcentrale bij een calamiteit zo snel mogelijk informatie moet verzamelen. Een van de eerste acties van Kriek is dat ze een groep hulpverleners apart zet. ‘De eerste avond kregen we zo’n 250 telefoontjes van familie, vrienden, buren en kennissen waarin we vooral een luisterend oor moesten bieden.’
Los van de praktische dilemma’s kwam branche breed het begrip molest weer ter discussie te staan. ‘Te gek voor woorden dat we bij dit soort zaken in eerste instantie in een Pavlov-reactie schieten: is het terreur? Is het molest?’, reageert Freek Wansink, vicevoorzitter van het Verbond en bestuurslid van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT). ‘We moeten niet in definities denken, maar ons afvragen wat we beogen te verzekeren en wat niet. Molest is ooit in het leven geroepen voor rampen die zó groot zijn, dat verzekeraars er zelf aan onderdoor zouden gaan als ze moeten uitkeren. Zolang een bedrijfstak niet omvalt, moet je er in mijn ogen gewoon staan als verzekeraar.’ Dit najaar gaan verzekeraars een discussie voeren over de molest-definitie. Wansink: ‘De ramp met de MH17 is niet de directe aanleiding, maar bevestigt ons in de opvatting dat de huidige definitie van molest niet meer van deze tijd is. Als je ziet wat er momenteel in de Gazastrook en Irak gebeurt, waar complete steden worden gebombardeerd, dan kun je je voorstellen dat dat de dekking van verzekeraars te boven gaat. In Nederland hebben we echter vooral te maken met incidenten die volgens de letter wellicht onder molest of terreur zouden kunnen vallen, maar waarbij de continuïteit van de bedrijfstak niet in het geding komt en verzekeraars besluiten toch uit te keren. Neem de rellen in Haren of de beschietingen in het winkelcentrum in Alphen aan den Rijn.’ Wansink vindt dan ook dat goed moet worden gekeken naar molest in relatie tot terreur. ‘Een gewapend conflict valt onder molest, maar zodra de dader er iets ideologisch bij roept, is het ineens terrorisme. Het is raar dat de afzender bepaalt of het om terreur of molest gaat; een nabestaande heeft daar geen enkele boodschap aan.’
<