VERHOOG JE HQ Inleiding Spaghetti koken als metafoor. Het koken van de spaghetti staat voor het geven van een training. Of leiding geven. Iedereen kan een training verzorgen of leiding geven. We doen dit trouwens bijna dagelijks. Vooral ouders en leraars. De saus staat voor de humor. En die zorgt voor een extra persoonlijke touch bij het lesgeven, training of leiding geven. De saus maakt het geheel ‘af’. De pasta, die staat of valt met de saus. Er zijn 4 punten van kapitaal belang bij de saus. Ten eerste: Het mag niet teveel zijn, maar zeker niet te weinig. Ten tweede: Ze mag niet te dik zijn, maar zeker niet te dun. Ten derde: Ze mag niet te warm zijn, maar zeker niet te koud. En ten vierde: ….., dat weet ik niet meer, maar dat zal zeker niet ‘te’ belangrijk geweest zijn. En dan: de ingrediënten van de saus.
Voorstelling De trainer De groep
Ik stel voor dat we onszelf kort voorstellen aan de groep. Je gaat rechtstaan, zegt je naam en vertelt wat in verband met 1. Wat was voor jou het meest humorvolle moment van je leven? 2. wat jouw belangrijkste vraag is in verband met ‘leidinggeven met humor’. 3. Wat vind jij geen goede humor
Waar ben je bang voor? Waar zijn de meeste mensen bang voor i.v.m. het thema humor? Dat hun saus gaat mislukken. Te dik, te dun, te koud, te warm, te veel, te weinig, …
Als humor verkeerd wordt toegepast: verlies van geloofwaardigheid verkeerd begrepen worden
1
verhoging van de spanning belediging van de toehoorders uit het oog verliezen van de hoofdzaken doodse stilte na de grap Waar kan een gezonde dosis humor voor zorgen: interesse wekken een band scheppen je training onvergetelijk maken spanningen wegnemen een publiek motiveren je training op een hoger niveau tillen
Ben je grappig of ben je het niet? Is het een kwestie van zijn of kan je het leren? Wel, ik heb me door een aantal gerenommeerde chef-koks laten vertellen dat iedereen saus kan leren maken. Dus hier is ontzettend goed nieuws voor jullie: !! Iedereen kan humor effectief leren toepassen !! Er is een groot verschil tussen grappig zijn en
gevoel voor humor kunnen uitdragen.
Humor is een stemming, een kwaliteit. Is creativiteit. Grappen maken is een actie. Zoals bij alles zijn er verschillende gradaties en varianten van humor. Het is echt niet noodzakelijk dat je een tweede Geert Hoste wordt, een sublieme imitatie van Woody Allen weggeeft of dat je de ‘waar blijft hij ze halen’ geniale invallen van Robin Williams hebt.
2
Het doel bij het gebruiken van humor in je trainingen/lessen is: - een aangename sfeer creëren - een glimlach oproepen Je kan een gevoel voor humor leren uitdragen, zonder dat je moppen hoeft te tappen. Waarom zou je? Het publiek geeft de voorkeur aan trainingen met humor. Ze geloven daarom niet alles wat je zegt maar stellen zich meer open voor je boodschap. Humor kan je ook zien als een vorm van communiceren. Ook hier zijn dus de drie belangrijke communicatieregels van toepassing: 1. Observeer 2. Interpreteer 3. Check je interpretatie Probeer een vorm van bewust ‘gedeelde aandacht’ te ontwikkelen wanneer je humor gebruikt: 1. wat wordt er verteld: jouw interventie – de respons (inhoud) 2. wat gebeurt er bij de andere(n) 3. wat gebeurt er bij jou
De grootste vergissing en hoe ze te vermijden. De grap die kant noch wal raakt. Gebruik humor om de hoofdzaak, het thema, aan te kaarten
herkenning
Hoe maak je humor relevant? Zorg voor een duidelijke verbinding met bepaalde aspecten van je training. Wat wil je zeggen over je onderwerp? Hergebruik van grappen:
je wisselt bij een grap/verhaal een paar onderdelen
Voorbeeld:
Het verhaal van de hemel en de hel.
Oefening:
zoek samen in kleine groepjes hoe je een bepaalde grap of verhaal kunt recycleren. Opbouw: - ga na wat je wilt duidelijk maken aan jouw doelgroep - zoek een verhaal of grap - wissel een paar onderdelen
3
De analogiemethode:
Voorbeeld: Oefening:
je vergelijkt twee verschillende dingen met elkaar en wijst op de overeenkomsten. Bij het begin publiek laten opstaan. Macht geven aan iemand. De dealer. zoek samen in kleine groepjes naar een aantal analogieën voor iets wat je al heel lang aan iemand wilt duidelijk maken
Vermijd kwetsende humor
Je zet jezelf in een kwaad daglicht en ondermijnt je geloofwaardigheid. Humor moet gebruikt worden om bruggen te slaan, niet om bestaande bruggen te verbranden. Er is dus één gouden regel:
‘Je mag alleen denigrerende grappen vertellen over jezelf of de groep waartoe jij behoort.’
De drie meest kwetsende vormen van humor: 1. racistische en seksistische humor wat telt is de opvatting van het publiek ook als je zelf deel uitmaakt van een minderheidsgroep 2. schuine grappen niet in dit ‘gemengd gezelschap’ onder elk publiek zullen er mensen zijn die je met een schuine mop kwetst 3. sarcasme stamt uit het Grieks en betekent ‘vlees uiteenrukken’ sarcasten zijn meestal mensen met een opgeblazen ego die uitgaan van hun geestelijk overwicht sarcasme verhoogt de spanning bij het publiek omdat ook zij wel eens onderwerp van het sarcasme kunnen worden De wijze waarop en de intentie van waaruit je een bepaald soort humor gebruikt zullen invloed hebben op het effect bij de toehoorders
Iedereen kan humor gebruiken
Kan je geen mop vertellen? Maak je geen zorgen. Er zijn tal van andere mogelijkheden om humor in je training te verwerken.
De persoonlijke anekdote Een persoonlijke anekdote is een verhaal dat gebaseerd is op een ‘echte’ ervaring van jou of iemand anders. Al die verhalen zijn een ware goudmijn en leveren geweldig materiaal voor een training.
4
En het mooiste is dat jij ze kan vertellen. Je vertelt ze al jaren, dus je hoeft je geen zorgen te maken of je het wel goed zult vertellen. Maar in plaats van dat je zomaar een anekdote vertelt, vertel je hem in je training met een bepaald doel, namelijk om iets duidelijk te maken.
Voorbeeld: Oefening:
‘het lookbroodje à la façon l’ Empereur’ groepjes van twee; A en B A vertel zijn/haar ergste anekdote aan B en visce versa. Wie wilt één van de grappigste anekdotes delen met de groep? A geeft aan B weer wat het ‘leerthema’ is van B’s anekdote, en andersom.
Waarom trekken anekdoten de aandacht? Ze hebben iets authentieks. De toehoorder herkent de kwaliteit, waarvan het hele verhaal doortrokken is, instinctief. Ze zijn ook geliefd vanwege het feit dat men ze van niemand anders kan horen dan van jou. Het zijn jouw persoonlijke anekdoten. Hoe meer persoonlijke anekdoten je gebruikt, hoe meer je je van andere sprekers onderscheidt.
Andere soorten bruikbare humor 1. Analogieën
Een analogie is een vergelijking tussen twee verschillende voorwerpen of begrippen. Met een grappige analogie maak je dus een grappige vergelijking. Ze zijn meestal vrij kort.
Voorbeeld:
Waarom wel alcohol en geen jointjes?Benzine en aardgas zijn twee energiebronnen, maar ze verschillen zo erg van elkaar dat je ze moeilijk met mekaar kan vergelijken.
2. Citaten
Zodra de toehoorder een beroemde naam hoort, is hij meestal extra attent.
Voorbeeld:
Over het belang van de nieuwe communicatiemiddelen zei Bram Vermeulen ooit; ‘We kunnen tegenwoordig veel sneller en makkelijker met elkaar communiceren om te melden dat we niets te zeggen hebben.’
Als je geen grappig citaat kunt vinden om in je lessen te verwerken, verzin er dan zelf een en schrijf het aan een grote naam toe. Als je het goed doet, wordt vanzelf duidelijk dat je het zelf hebt verzonnen. ‘Ik beleg, dus ik besta.’ ‘Een pas achteruit is soms beter dan een pas vooruit.’
5
(René Descartes) (Johan Cruyff)
‘Eerst vrouwen en kinderen, en daarna gaan wij door het mijnenveld’ is een eeuwenoud spreekwoord dat ik zonet zelf verzonnen heb. (Herman Van Veen) Oefening:
bedenk een citaat
3. Cartoons Je kan in je training cartoons gebruiken om je standpunt duidelijk te maken. Je kan zelfs een volledig stripverhaal in je training beschrijven – zolang het maar enige relevantie heeft.
Voorbeeld:
de cartoons van de training ‘lichaamstaal’
4. Kinderwijsheid De beste bronnen voor humorvolle opmerkingen zijn kleine kinderen. Vraag ze gewoon om een begrip te definiëren, kijk wat er gebeurt en luister.
Voorbeeld:
Ik: Margaux:
Voorbeeld: Oefening:
“Dat is te duur, Margaux!” “Weet je wat het betekent als iets duur is?” “Ja, dat betekent dat ik het niet krijg.”
Je moet maar beter leren ‘neen’ zeggen mama. wissel in kleine groepjes ‘kinderwijsheden’ uit
5. Opsommingen Telkens als je in je les of training een opsomming voorkomt, heb je de mogelijkheid aan het einde van de opsomming iets toe te voegen wat er niets mee te maken heeft. Het publiek is er niet op bedacht en zo krijg je de lachers op de hand.
Voorbeelden:
Om succes te behalen heb je drie dingen nodig: 1. hard werken 2. hard werken 3. hard werken Voor het goed kunnen trappen van een strafschop heb je nodig: 1. een doelman 2. een voetbalspeler, liefst geen Hollander 3. een voetbal 4. een penaltystip 5. een doel 6. voetbalbroekjes die niet te strak spannen Oefening:
geef een kleine toespraak waarin je, uit het vuistje, een opsomming maakt. 6
6. Observaties
Spitsvondige observaties bieden vaak een relativerende kijk op de lotgevallen van alledag. Ze zijn vaak kort maar krachtig, dus je hoeft geen heke verhalen uit je hoofd te leren.
Voorbeeld:
De man die voorstelt om jongeren te laten roken en drinken, dat zou het allemaal wat makkelijker maken. Daarna rook ik op het toilet waarom hij die interventie gedaan had. Lichaamstaal zegt alles. Mensen die een beetje voorovergebogen lopen versus mensen die een beetje achterovergebogen lopen. [laatste laat haar hond uit wandelen]
7. Voorspellingen
Door de hele geschiedenis heen treden er autoriteiten van allerlei slag op de voorgrond die even dramatisch en stoutmoedig als onjuist zijn gebleken. Ze zijn uitstekend om duidelijk te maken wat de waarde is van voorspellingen, over de toekomst of over veranderingen.
Voorbeeld:
‘Vliegende machines die zwaarder zijn dan lucht kunnen onmogelijk bestaan’ (Lord Kelvin, 1895) ‘Gevoelige en verantwoordelijke vrouwen willen helemaal geen stemrecht’ (Grover Cleveland, 1905) ‘Het is niet aannemelijk dat de mens ooit gebruik zal kunnen maken van de energie van het atoom’ (Robert Millikan, Nobelprijswinnaar, 1923)
Oefening:
doe een of meerdere voorspellingen (die te maken hebben met je werksituatie)
GROOT WORDEN DOOR JE KLEIN TE MAKEN Ronald Reagan was een meester in het bedrijven van de zelfspot Door zelfspot te gebruiken wordt de afstand tussen publiek en trainer kleiner. Het toont ook aan dat de trainer/leraar in staat is tot relativeren – dat is altijd een pluspunt. (Tenzij je een goeroe wilt zijn natuurlijk). In een wereld vol blaaskaken en egoïstische types, ben je iets bijzonder als je in staat bent de spot met jezelf te drijven. Er spreekt zelfvertrouwen en zekerheid uit. Ga niet te ver met je zelfspot. Anders lijk je wel een neuroot. Het doel blijft om de mensen op hun gemak te stellen en ze moeten er zich dus niet ongemakkelijk bij voelen.
7
Waar kun je zoal de draak mee steken? Je status als spreker De lengte van je voordracht Je vak of je beroep Imago Je ervaring met nare karweitjes De angel eruit halen
Sleutelvaardigheden Geloof dat humor altijd kan gebruikt worden, ook al kan het soort humor afhankelijk zijn van de specifieke situatie. Gebruik de mogelijkheid van een eerste, tweede en derde positie om het juiste moment, de juiste vorm,… te kiezen. Gebruik tweede positie en rapport als vaardigheden om de respons te ‘lezen’ Gebruik de aangepaste taal om je publiek te volgen en te leiden. Gebruik humor om te ankeren. Zie in zoveel mogelijk situaties de mogelijkheid om humor te gebruiken. Gebruik zowel interne referentie als externe ‘check’. Wees bereid om nu humor te gebruiken om later meer te bereiken. Gebruik geen limiterende overtuiging over je eigen mogelijkheden om grappig te zijn. Gebruik humor om positieve leermogelijkheden te creëren. Gebruik gevarieerde taalpatronen zoals metaforen, ‘sleight of mouth’ en herkaderen. Wees flexibel en klaar, om humor te gebruiken. Heb een doel met je interventie.
De vijf principes van ‘natuurlijke’ humor: 1. Probeer niet grappig te zijn – probeer gewoon wat plezier te hebben. Mensen die graag plezier hebben, zien over het algemeen de mooie dingen in de wereld. En bijgevolg dus ook het mooie in de mensen met wie ze samen werken. Ze weten alles wat bijdraagt tot humor te waarderen. En het hoeft niet noodzakelijk van zichzelf afkomstig te zijn. In wezen gebruiken ze humor om er zich voor te behoeden 8
dat ze zichzelf te serieus nemen. Hun gave ligt niet in het gegeven dat ze altijd een grap klaar hebben, maar dat ze altijd bereid zijn tot een lach. Dit soort trainer, leerkracht, teamleider, … wil jij worden: iemand die geniet van zijn ‘leerlingen’ en het leerproces. 2. Laat de teugels wat vieren. Natuurlijke humoristen verwachten niet van zichzelf dat ze perfect zijn. Ze laten mislukkingen toe. Eigenlijk geloven ze rotsvast dat mislukkingen niet bestaan. Ze gaan ervan uit dat elke situatie waarin ze zich bevinden een leermogelijkheid inhoudt. ‘Er zijn geen mislukkingen, er is alleen maar feedback’. Dit is een ontzettend bevrijdende overtuiging voor hun. Het gevolg is dat ze wat speelser kunnen worden en niet noodzakelijk met hun oordelen moeten klaarstaan. Zo krijgen ze het gevoel dat ze uit meer mogelijkheden kunnen kiezen en dat deze keuzemogelijkheden verrijkender, vernieuwender en meer ‘buiten het kader’ zijn. Het lijkt ook alsof ze het woordje ‘probleem’ niet kennen. Ze hebben het uit hun mentale woordenboek gewist en vervangen door ‘uitdagende situatie’. Op die manier nemen ze de gelegenheid te baat om deze situatie op een ontspannende wijze uit te klaren. Verwelkom alle onvoorziene situaties als mogelijkheden om, gelijktijdig, je gevoel voor humor en je creativiteit te ontwikkelen. Zo creëer je een tolerante, leervriendelijke omgeving, waarbij alle deelnemers zich gerespecteerd, vertrouwd en ondersteund voelen. Het zal tevens een context zijn waarbinnen creatief gedacht kan worden. 3. Focus naar buiten. Bijna elke stand up artiest is het ermee eens: er wordt meestal het hardst gelachen met spontane interacties tussen zichzelf en het publiek en niet met hun beste grappen. Dit is belangrijke informatie voor een stand up trainer of leidinggevende. Waarom? Het betekent dat je niet noodzakelijk een geniaal komiek moet zijn om mensen aan het lachen te brengen. Het is een feit dat de beste gelegenheden om humor te gebruiken zich voordoen tijdens uitermate interactieve situaties. De deelnemers leren zeer snel dat er zich van alles kan voordoen en dat iedereen deelneemt aan het gebeuren. Dit creëert een soort tinteling die uitnodigt tot lachen en humor. Je kan dat tintelend gevoel prikkelen en inspireren door het spotlicht genereus te delen met je deelnemers. Je kan dat op verschillende manieren bereiken:
Reageer op hun opmerkingen Nodig andere deelnemers uit om te reageren of te antwoorden op vragen van hun collega’s. Zorg voor kleine discussiegroepjes. Als je wat te vertellen hebt, prop dan niet alles vol met informatie. Laat voornamelijk ruimte voor vragen. Wees de grootste fan van jouw deelnemers! Stel evenveel, of zelfs meer, interesse in hun bijdrage dan in die van jou. Dit kan je doen door: - altijd te lachen met hun humor (behalve bij ongepaste humor)
9
-
grappige opmerkingen te herhalen voor heel de groep
-
een deelnemer die tijdens de pauze een vraag stelde of een bemerking maakte te vernoemen na de pauze
-
al het nodige te doen om het eigenaarschap van het leerproces aan de rechtmatige eigenaars over te dragen – jouw deelnemers
4. Maak positieve keuzes. Veel studies hebben uitgewezen dat zowel het cognitieve als het creatieve denken dramatisch verbeteren wanneer de mentale beelden en de daarmee gepaard gaande gevoelens positief zijn. Het is dus belangrijk om op een manier met je toehoorders te communiceren die positief aanvoelt. Dit vooronderstelt een positieve denkwijze, dewelke zich uit in: -
het gebruik van ondersteunend taalgebruik
-
te lachen met je eigen ‘bloopers’
-
een accepterende, uitnodigende houding
5. Erken de Flop. Vroeg of laat flopt iedereen. Het wordt tijd dat je dit weet en accepteert. Het goede nieuws is dat wanneer je eerlijk en elegant met een flop omgaat: - je deelnemers je nog dieper gaan respecteren - ze zien hoe ook zij kunnen omgaan met ‘mislukkingen’ Als iets niet verloopt zoals gepland: geef het dan onmiddellijk toe. Daarna kan je hun ook nog ongelooflijk bedanken dat ze lieten merken dat het niet werkte. Als je dit kan doen zonder het gevoel van mislukking te hebben, kan je er zeker van zijn, meesterlijk moppentapper of niet, dat je zal aanzien worden als iemand met een groot gevoel voor humor.
Oefeningen op de vijf principes 1. Wat zit er in?
Onderwerp: Tijd: Benodigdheden:
probeer niet om grappig te zijn 10 minuten verbeelding
Groepjes van twee. Diegene met de grootste horloge is persoon A Alle A’s nemen hun doos vanonder de stoel A houdt de doos voor B en vraagt: 1 0
‘Hallo partner, vertel mij eens welke grappige dingen er in deze doos zitten’ B haalt er onmiddellijk een denkbeeldig voorwerp uit en geeft het een naam. Er zijn geen foute antwoorden, het moet alleen maar GRAPPIG zijn! B doet verder in sneltempo verder tot zijn hersenen koken. B neemt nu de doos uit A’s handen en zegt: ‘Jouw beurt.’ En A doet nu hetzelfde als B Pauze A houdt opnieuw de doos voor zijn partner maar deze keer zegt hij: ‘Hallo partner, welke banale, vervelende en ongrappige voorwerpen zitten in de doos?’ En wissel na het koken van de hersenen.
Nabespreking Wat was het verschil tussen de eerste en de tweede keer? Welke ronde was het makkelijkst? Wanneer had je het meeste ideeën? Wat waren je gedachten tijdens de eerste ronde, toen je grappig moest zijn? o Wat zou er gebeuren als je met dezelfde interne druk om grappig te zijn voor een groep zou staan? o o o o
2. Laat de teugels wat vieren Onderwerp: Laat de teugels wat vieren Tijd: 10 minuten Benodigheden: niets Beschrijf, samen met je partner, hoe je een weerspannig die kan verleiden om te eten. Een eend, een nijlpaard, een kleine krokodil, een dino, …. Maar… Om beurten vervolledig je de zin, terwijl je maar één woord uitspreekt: “Wanneer”, “je”, “iedere”, “ooievaar”, “dikwijls”, “kleine”, “grassprietjes”, “laat”, “zien”,… Hou een regelmatig tempo aan. En wees beleefd, door het behouden van oogcontact. Ga verder tot het dier gevoed is. Stop om met mekaar na te bespreken. Moest je stoppen om een woord te vinden? Ben je je innerlijke censor tegengekomen? Ga verder met de oefening en vertrouw op het eerste woord dat je te binnen schiet.
Nabespreking o Wat gebeurde er toen je niet meer op safe speelde en het tempo wat opdreef? o Wat waren de positieve resultaten? Of waren er ook negatieve? o Heeft de Innerlijke Censor een plaats binnen het creatieve proces? o Dit was een ‘spontane’ oefening. Zou je zo ook op de werkvloer te keer gaan? 1 1
3. De demente verhalenverteller
Onderwerp: Tijd: Benodigdheden:
positieve keuzes maken 15 – 20 minuten niets
Maak paartjes. Degene die het kleurrijkst gekleed is, wordt A Persoon A vraagt aan B de titel van een verhaal dat nog nooit geschreven is. B geeft hem een ‘negatieve’ titel ( “eenzaam en alleen” of “een nacht in de gevangenis” of “hoe mijn boottochtje met mijn vader eindigde met storm op zee” ). A begint nu onvoorbereid een verhaal te vertellen, gebaseerd op de titel. Het hoeft niet grappig te zijn en niet origineel! Op sommige momenten doorheen het verhaal, stopt persoon A, kijkt persoon B aan, en zegt, “Ik weet het volgende stukje niet meer.” Persoon B vult het verhaal aan met wat er op dat moment in hem of haar opkomt, zolang het maar niet grappig is. Ga zo verder tot het verhaaltje op een logische manier kan eindigen. Nu vraagt persoon A opnieuw aan persoon B een titel, maar deze keer een ‘leuke’. B kan iets verzinnen als: “de drie vrolijke biggetjes” of “de dag dat ik de lotto won”. A begint opnieuw een verhaal te vertellen, terwijl persoon B deze keer ‘positieve’ details toevoegt. Wissel van rol
Nabespreking o Beide verhalen deden je waarschijnlijk lachen. Was er verschil in kwaliteit van lachen tussen het eerste en het tweede verhaal? o Was er verschil in ritme? o Welk verhaal duurde het langst? o Was er verschil in lichaamstaal? o Hoe is jouw focus in het echte leven? Heb je een positief of negatief perspectief? Zie je eerder mogelijkheden in moeilijke situaties of zie je eerder de hindernissen?
4.
Bronnen 1 2
The big book of humorous training games McGraw-Hill
Doni Tamblyn & Sharyn Weiss ISBN 0-07-135780-7
Laugh and Learn Amacom
Doni Tamblyn ISBN 0-8144-0745-5
Presenteren voor dummies Addison Wesley
Malcolm Kushner ISBN 90-6789-979-8
Provocatief coachen Lifetime
Hollander en Wijnberg ISBN 90-215-9930-9
www.lachvandedag.com www.humoruniversity.com www.moppen.nu www.jokes.com www.lachnu.nl Karin Van Hoorick Communicator with humor Arendstraat 12 2018 Antwerpen http://www.karinvanhoorick.be
1 3