VUmc-compas master geneeskunde
Excellente artsen in wording
| Voorwoord VU medisch centrum (VUmc) biedt met VUmc-
De opleiding VUmc-compas is tot stand gekomen
compas een onderwijsprogramma om excellente
door een intensieve samenwerking met partner
artsen op te kunnen leiden. Er wordt veel
ziekenhuizen, huisartsen en extramurale instel
gevraagd van artsen; ze krijgen te maken met
lingen in de regio. Bij het opleiden van genees
moeilijke situaties en ingewikkelde keuzes. Als
kundestudenten staat het belang van de patiënt
arts moet je medisch competent zijn, zelfstandig
steeds voorop. Daarom hebben studenten van
werken, omgaan met werkdruk en beslissingen
VUmc-compas vanaf de eerste dag contact
nemen onder tijdsdruk. Er wordt van VUmc-
met patiënten en horen zij hun verhaal. In de
compas artsen verwacht dat ze zelfvertrouwen
masteropleiding staat het gefaseerd de praktijk
hebben en dat ze in staat zijn om steeds naar
in gaan centraal. In masterjaar 1 zijn er vóór
hun eigen handelen te kijken en dit zo nodig te
en tijdens de leerstages veel activiteiten in het
verbeteren. Ook schromen ze niet om collega’s
klinisch trainingscentrum, hier bereiden de
aan te spreken op hun gedrag als dat nodig is.
junior coassistenten zich voor op de praktijk
De opleiding geneeskunde VUmc-compas wil
en bespreken zij hun praktijkervaringen na.
bijzondere studenten aantrekken die dit willen en
In masterjaar 2 werken de coassistenten als
kunnen leren. VUmc biedt met haar programma
lid van een behandelteam in de praktijk. In het
de beste mogelijkheden om arts te worden én te
derde masterjaar werkt de coassistent in zijn
blijven. VUmc-compas besteedt veel aandacht aan
semi-artsstage steeds zelfstandiger en heeft hij,
de landelijk vastgelegde competenties van de arts
onder rechtstreekse supervisie van een staflid,
en het verwerven van deze competenties over een
een aantal eigen patiënten onder zijn hoede.
breed gebied van kennis en vaardigheden. VUmc-
Op deze manier kunnen de studenten in alle
compas legt daarbij in het bijzonder de nadruk
drie de masterjaren met de juiste begeleiding
op professionele ontwikkeling, professioneel
optimaal leren.
gedrag en reflectie. Zo gaan de studenten goed voorbereid de praktijk in. Als enige geneeskunde
Deze brochure geeft inzicht in de opbouw en het
opleiding in Nederland heeft VUmc daarom ook
onderwijsprogramma van de masteropleiding
de witte jas ceremonie om de overgang van de
VUmc die als doel heeft om excellente artsen af
student van de grotendeels theoretische bachelor
te leveren. Zo komen we met elkaar tot optimale
opleiding naar de voornamelijk praktische master
zorg voor alle patiënten in onze regio.
opleiding te benadrukken. Tijdens de witte jas ceremonie spreken studenten een zelfgemaakte
prof. dr. Wim Stalman,
jaartekst uit over hoe ze met patiënten, collega’s
decaan en lid van de raad van bestuur
en zichzelf willen omgaan. Dat bewustzijn van alle facetten van het artsenvak typeert de VUmc-student.
2
| Opbouw masteropleiding Met VUmc-compas leiden wij studenten breed
de aansturing en de dagelijkse begeleiding plaats.
op. Naast het vergaren van kennis en het trainen
In masterjaar 2 en 3 worden de studenten voor
van vaardigheden, is er veel plaats ingeruimd
namelijk op de werkvloer begeleid.
voor communicatie, samenwerking en reflectie. De VUmc-compas arts is medisch expert, acade
De student ontwikkelt zich in de loop van de
micus, communicator, samenwerker, organisator,
masteropleiding van een junior coassistent met
gezondheidsbevorderaar, beroepsbeoefenaar en
gestructureerde taken naar een zelfstandig
reflector. Elke rol vraagt om specifieke competen
werkende semi-arts die een aantal patiënten
ties die de student professioneel kan inzetten in
onder zijn hoede heeft. De begeleiding in de
zijn werk als arts. Hij oefent deze rollen telkens in
masteropleiding VUmc-compas is afgestemd op
een medische context. VUmc leidt artsen op die
deze groei. In masterjaar 1 zijn het voornamelijk
hun werk met compassie uitvoeren. Het motto van
specialisten en artsdocenten, die studenten
het onderwijsprogramma is daarom: competent
begeleiden en feedback geven op de uitgevoerde
en met compassie.
taken. In masterjaar 2 werkt de coassistent in het behandelteam samen met en onder supervisie
Vanaf het begin van hun opleiding worden de
van aios en specialisten. In de semi-artsstage in
studenten getraind om professioneel om te gaan
masterjaar 3 werkt de student zeer zelfstandig
met patiënten, collega’s en andere zorgverleners.
onder individuele supervisie van een specialist.
Geleidelijk aan gaan de studenten steeds zelf standiger functioneren, zodat ze goed voorbereid kunnen beginnen aan hun vervolgopleiding. De masteropleiding levert artsen af die optimaal zijn
Het Raamplan artsopleiding 2009
toegerust voor de taken die hen wachten in een
VUmc-compas bestaat uit een driejarige
voortdurend veranderende samenleving.
bacheloropleiding en een driejarige masteropleiding. Bij de ontwikkeling van het
VUmc-compas is opgebouwd uit een driejarige
onderwijsprogramma is VUmc uitgegaan van
bacheloropleiding en een driejarige master
de eindtermen voor de opleiding tot arts van
opleiding. VUmc, de vier topklinische partner
het Raamplan 2009. Deze eindtermen zijn
ziekenhuizen (Medisch Centrum Alkmaar, Sint
beschreven in de vorm van competenties in de
Lucas Andreas Ziekenhuis, Spaarne Ziekenhuis
rollen waarin de arts in diverse beroepssituaties
en Kennemer Gasthuis), regionale ziekenhuizen,
moet kunnen functioneren. Het VUmc-profiel
verpleeghuizen, huisartsen uit de regio en overige
kent acht rollen: medisch expert, academicus,
extramurale instellingen werken intensief samen.
communicator, samenwerker, organisator,
Deze intensieve samenwerking heeft als doel om
gezondheidsbevorderaar, beroepsbeoefenaar
de stages zo leerzaam mogelijk te laten verlopen
en reflector. Daarnaast hanteert VUmc een
en om de student zoveel mogelijk met patiënten
lijst met klinische condities, de zogenaamde
te laten werken. In het klinisch trainingscentrum
vraagstukken rondom gezondheid en ziekte,
(KTC) van VUmc worden de studenten gedurende
die als kader dient voor de medische inhoud
masterjaar 1 grondig getraind voor hun eerste
van het onderwijsprogramma VUmc-compas.
stappen in de praktijk. In de kliniek van VUmc en de leerhuizen van de partnerziekenhuizen vinden 4
Masterjaar 1 | de junior coassistent Masterjaar 1 is een jaar waarin de transitie naar
de vijfde leerstage. Junior co’s zijn in staat om
de kliniek veel aandacht krijgt. Alles in het eerste
vanaf de vierde leerstage onder supervisie
masterjaar is erop gericht de studenten grondig
venapuncties en intramusculaire- en subcutane-
voor te bereiden op het werken in de praktijk
injecties te verrichten en blaascatheterisaties te
in de masteropleiding. De junior coassistent
doen. Vaardigheden als infuus prikken, hechten
(junior co) leert aan de hand van opdrachten
en knopen zijn voorbehouden aan masterjaar
op de werkvloer. De junior co’s werken in
2 co’s die daarvoor aan het einde van masterjaar
duo’s aan deze klinische taken. Dat vraagt een
1 of tijdens masterjaar 2 getraind worden.
andere begeleiding dan bij de bekende co-
Junior co’s wonen activiteiten bij op de afdeling,
assistent, namelijk gerichter en met een meer
zoals overdrachten, visites en multidisciplinair
gestructureerde terugkoppeling en beoordeling.
overleg en lopen mee met een spreekuur op de polikliniek. Ze kijken mee op de operatiekamers
Begeleiding
en op de verloskamers. Als ze hierbij aanwezig
In de partnerziekenhuizen vindt de begeleiding
zijn, doen ze dat met een bepaald doel. Aan de
zowel in de kliniek als in het leerhuis van het
hand van een opdracht (praktijktaak) beschrijven
betreffende ziekenhuis plaats. In VUmc verzorgen
ze bijvoorbeeld hoe een overdracht is verlopen.
de betrokken afdelingen de begeleiding van de junior co’s. Kennis en vaardigheden
‘Tijdens de junior coschappen leer je aan
De junior co’s hebben allemaal hun bachelor
de hand van patiënten. Na de anamnese met
diploma behaald. In de bachelor zijn zij vooral
een patiënt werk je de casus uit en presenteer
theoretisch geschoold, echter zij hebben
je deze aan de rest van de groep. Ook het
ook praktisch geoefend en enkele praktijk
onderwijs wat gegeven wordt is vaak aan de
ervaringen opgedaan in verpleeghuizen en bij
hand van patiëntcasussen. Deze combinatie
een huisartsenpraktijk. Bij de start van het eerste
van patiëntcontact en leren aan de hand van
masterjaar volgen de studenten een voorbereiden
de patiëntcasus spreekt mij erg aan.’
de training van twee weken, waarin zij kennis
vergaren en leren toepassen in anamnese en
Victor van Bochove,
algemeen lichamelijk onderzoek. In de eerste
student masteropleiding geneeskunde
week van elke leerstage trainen ze dit nog eens, maar dan specifiek gericht op de betreffende discipline van de leerstage. Wat doet een junior co? De junior co’s voeren hun praktijktaken (anamnese/lichamelijk onderzoek) uit tijdens dagdiensten. De junior co’s mogen het volledig lichamelijk onderzoek uitvoeren zodra ze in de kliniek starten, het rectaal toucher vanaf de tweede leerstage en het vaginaal toucher vanaf 6
Masterjaar 1 | kenmerken leerstage Opbouw
onderwijs getoetst worden. Aan het einde van
Masterjaar 1 begint met twee weken voorberei
de overige leerstages krijgen de studenten een
dend onderwijs in het klinisch trainingscentrum
(digitale) stage klinisch redeneren- en kennis
(KTC) van VUmc. Daarna volgen zes leerstages
toets. Tevens heeft iedere leerstage een toets
van elk zes weken, voorafgegaan door een
KTC waarin wordt getoetst op aanwezigheid en
week specifieke training. Elke week komen
inzet tijdens het KTC onderwijs en in sommige
de studenten een dag terug in het KTC voor
leerstages ook op kennis en vaardigheden.
trainingen, werkcolleges, nabesprekingen en
Daarnaast doen studenten mee aan de landelijke
zelfstudie.
voortgangstoetsen. Op de ziekenhuisafdelingen of andere zorginstellingen beoordelen docenten
Organisatie
en supervisoren het functioneren van de
Elke drie weken beginnen circa vierentwintig
studenten op basis van praktijktaken. Ook geven
studenten aan een nieuwe leerstage. Ze worden
ze een oordeel over het professionele gedrag.
verdeeld over de deelnemende ziekenhuizen. De
Vóór de laatste leerstage vindt er wederom een
eindverantwoordelijkheid voor de begeleiding
stationstoets plaats, waarin de vaardigheden die
van de studenten ligt bij de medisch specialisten
zijn geleerd tijdens de voorgaande leerstages,
van het betreffende ziekenhuis. Deze nemen de
worden getoetst. Gedurende de opleiding houden
begeleiding veelal zelf ter hand, maar kunnen ook
de masterstudenten een portfolio bij van hun
delegeren aan anderen zoals (arts-)docenten en
vorderingen. Bewustwording van de integratie van
arts-assistenten. In de partnerziekenhuizen zijn
kennis, vaardigheiden en houding, gekoppeld aan
leerhuizen ingericht van waaruit een groot deel
casuïstiek uit de praktijk, wordt vormgegeven in
van de begeleiding van de studenten plaatsvindt.
de training professionele ontwikkeling.
Werkvormen Masterjaar 1 kent verschillende werkvormen. In het klinisch trainingscentrum vinden vooral
‘In het klinisch trainingscentrum (KTC) worden
werkcolleges, trainingen en practica plaats.
studenten voorbereid op het contact met
Klinische docenten en docenten van het KTC
de patiënten. Ze leren vaardigheden die ze
doceren, begeleiden en toetsen deze activiteiten.
nodig hebben in de verschillende disciplines
Op de stageplek staat in het eerste masterjaar
en bespreken hun ervaringen in de stages.
het uitvoeren van gestructureerde praktijktaken
Ze kunnen naar eigen behoefte specifieke
centraal. De studenten volgen bedside teaching,
vaardigheden nog een keer oefenen. De
worden geobserveerd tijdens patiëntcontact in
training in het KTC zorgt dat studenten goed
de vorm van anamnese en lichamelijk onderzoek,
voorbereid op de werkvloer komen.’
kijken mee in de (poli)kliniek en studeren en oefenen in de leerhuizen.
drs. Marianne Kooiman, arts en jaarcoördinator masterjaar 1
Toetsing De voorbereidende leerstage wordt afgesloten met een stationstoets, waarin de diverse vaardig heden die aan bod zijn gekomen tijdens het 8
Masterjaar 2 | de coassistent In masterjaar 2 ligt de nadruk op leren en onder
verdiept zich in de behandeling van de patiënt.
supervisie werken in de praktijk. De coassistent
Ook presenteert hij een patiënt tijdens een multi
maakt deel uit van het behandelteam op de afde
disciplinair overleg en refereert hij aan weten
ling of in de huisartsenpraktijk. De coassistent
schappelijke literatuur rondom een specifieke
wordt frequent en systematisch geobserveerd
patiëntcasus. De coassistent neemt deel aan alle
en ontvangt op basis hiervan gerichte feedback.
programmaonderdelen van een klinische afdeling,
Daarmee is de toetsing transparant; de
zoals de ochtend- en weekendoverdracht, de zaal
coassistent weet aan welke eisen is voldaan, maar
visites, etc. Op deze manier went de coassistent
ook op welke punten nog verbetering nodig is.
snel aan het werken op een klinische afdeling en levert hij een bijdrage aan de patiëntenzorg.
Begeleiding Arts-assistenten, specialisten van verschillende
Coassistenten zien zelfstandig patiënten onder strikte supervisie van artsen. De coassistenten
disciplines en huisartsen begeleiden de
verrichten handelingen waar specifieke vaardig
coassistenten. Als geen ander kunnen zij het
heden voor nodig zijn zoals infuus prikken,
werk van de coassistent beoordelen en gerichte
arteriepuncties en hechten onder supervisie van
feedback geven. Zij zijn bovendien belangrijke
een specialist, arts-assistent of verpleegkundige.
rolmodellen voor de toekomstige artsen.
In principe draait de coassistent mee tijdens de dagdiensten; in beperkte mate zijn er ook avond-,
Kennis en vaardigheden
weekend- en nachtdiensten.
Door de gerichte voorbereiding in masterjaar
De coassistent oefent met de competenties van
1 mag van deze coassistenten zelfstandigheid
de VUmc-arts. De rol van medisch expert blijft
worden verwacht. Masterjaar 2 co’s hebben al
onverminderd belangrijk, maar ook de andere
in de praktijk gezien hoe een klinische afdeling
rollen krijgen veel aandacht -ook in de feedback
werkt; ze hebben in de leerstages geoefend met
en toetsing.
anamnese en lichamelijk onderzoek, het maken van een differentiaal diagnose en het maken van een farmacotherapie behandelplan. Bovendien is het klinisch redeneren ontwikkeld. De studenten
‘Het mooiste van de coschappen is voor mij
hebben alle toetsen van masterjaar 1 met goed
dat je deel uitmaakt van een team van artsen,
gevolg afgelegd.
verpleegkundigen en paramedici die allemaal hetzelfde doel hebben: de patiënt beter maken.
Wat doet een coassistent?
Je kunt eindelijk je steentje bijdragen.’
De coassistent draait mee in het ziekenhuis, in de huisartsenpraktijk of extramurale instelling
Kamar Belghazi,
en wordt gesuperviseerd door een van de artsen
studente masteropleiding geneeskunde
of arts-assistenten. Hij neemt bij patiënten een anamnese af en verricht zelfstandig het lichame lijk onderzoek. De coassistent bespreekt zijn bevindingen met de begeleider en verwerkt deze in de status. Hij maakt een differentiaal diagnose, doet voorstellen voor aanvullend onderzoek en 10
Masterjaar 2 | kenmerken werkstage Opbouw
plaats aan de hand van situaties die een arts
Masterjaar 2 omvat twee werkstages van elk
dagelijks meemaakt. Dit zijn bijv. het afnemen
negen weken, vier werkstages van vier weken,
van een anamnese bij een patiënt, het verrichten
en een werkstage van zes weken. De stages zijn
van lichamelijk onderzoek of het uitvoeren van
gestructureerd door praktijkwerk en klinische
een specifieke vaardigheid zoals bijv. infuus
beoordelingen, gekoppeld aan beroepssituaties,
prikken. Ook patiëntpresentaties, referaten of
zoals bijvoorbeeld een eerste poliklinisch consult
de patiëntenstatus kunnen worden beoordeeld.
of opname van een klinische patiënt. Er zijn
Coassistenten worden hierop gestructureerd
gedurende masterjaar 2 op regelmatige basis
beoordeeld en ontvangen feedback zodat ze
(maandelijks) terugkomdagen in het klinisch
kunnen groeien in hun ontwikkeling. Er is
trainingscentrum van VUmc. Intervisie is een vast
specifieke aandacht voor de ontwikkeling van het
onderdeel van de terugkomdagen in masterjaar 2.
professioneel gedrag gedurende de masterstages. De eindbeoordelingen worden gedaan door
Organisatie
huisartsen en medisch specialisten.
Elke week starten er coassistenten met een nieuwe werkstage. Zij worden verdeeld over de deelnemende ziekenhuizen en huisartspraktijken. Bij de werkstages ligt de eindverantwoordelijkheid
‘In masterjaar 2 is de coassistent echt lid van het
voor de begeleiding van de studenten bij de
behandelteam. Hij doet mee aan alle activiteiten
medisch specialisten en huisartsen. Zij zullen
van artsen op de afdeling en krijgt hierdoor
deels zelf begeleiden en deels delegeren aan
heel veel leermomenten. Daarnaast helpt het de
anderen (voornamelijk arts-assistenten).
coassistent een goed beeld van de betreffende discipline te krijgen zodat hij een weloverwogen
Werkvormen
loopbaankeuze kan maken.’
Naast het werkend leren in de kliniek vindt er plenair onderwijs plaats, zoals bedside teaching.
dr. Hester Daelmans,
Sommige afdelingen geven specifiek coassisten
hoofd KTC en programmaleider master opleiding
tenonderwijs naast het terugkomonderwijs. Ook houden coassistenten tijdens elke stage een referaat over een patiëntprobleem of een wetenschappelijk artikel. Toetsing Klinische beoordelingen vormen de basis van de toetsing van masterjaar 2. De studenten ontvangen voor aanvang van iedere werkstage een beoordelingsboekje waarin de eisen, gesteld aan de student tijdens de stage, zijn opgenomen alsook gestructureerde beoordelingsformulieren. Dit beoordelingsboekje loodst de student door de werkstages. De klinische beoordelingen vinden 12
Masterjaar 3 | Masterjaar 3 bestaat uit een stage sociale genees
van wetenschappelijk onderzoek in de master
kunde, een semi-artsstage, een wetenschappelijke
opleiding. De wetenschappelijke stage duurt
stage en keuzeonderwijs. Het is een jaar waarin
veertien weken, maar kan verlengd worden
de student zelf de invulling van de stages kan
met tien weken keuzeonderwijs. VUmc biedt
kiezen. Het is aan de student om keuzes te
de studenten de unieke mogelijkheid om de
maken in welke discipline, in welk ziekenhuis,
masteropleiding te starten of juist af te sluiten
binnen Nederland of erbuiten, hij stage wil lopen.
met wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek
Masterjaar 3 biedt daarbij volop de gelegenheid
kan variëren van toegepast patiëntgebonden
om kennis te maken met disciplines die niet in
onderzoek tot fundamenteel laboratorium
het reguliere programma zijn opgenomen zoals
onderzoek binnen een door de student gekozen
b.v. radiotherapie of anesthesiologie. Mocht
discipline en in een door de student gekozen
de student al weten welke kant hij op wil na de
universiteit of andere onderzoeksinstelling in
geneeskundestudie dan kan hij zich op één of
binnen- of buitenland. De wetenschappelijke
meerdere masterjaar 3-stages profileren. Tijdens
stage is hèt onderdeel van VUmc-compas
het derde masterjaar nemen de studenten
waarin nagenoeg alle competenties van de rol
deel aan twee symposia die speciaal voor hen
academicus uitgebreid aan bod komen. Onder
georganiseerd worden rondom actuele thema’s in
supervisie schrijft de student na uitvoering van
de gezondheidszorg en met nadruk op integratie
een literatuuronderzoek een onderzoeksvoorstel
van competenties. Daarnaast zijn er 3 dagdelen
over het zelfgekozen aspect van de genees
intervisie in masterjaar 3.
kundige wetenschap. Na goedkeuring van de stagelocatie en het onderzoeksvoorstel door de
Bij voldoende resultaat op alle onderdelen behaalt
beoordelingscommissie, kan de stage starten en
de student zijn masterdiploma. Daarna kan
voert de student onder begeleiding het onderzoek
hij solliciteren naar een plaats op een vervolg
uit, analyseert de resultaten en rapporteert de
opleiding bijvoorbeeld als specialist of huisarts.
onderzoekgegevens mondeling en schriftelijk. De
De opleidingen sluiten uitstekend op elkaar aan.
toetsing is enerzijds gebaseerd op de beoordeling door de stagebegeleider van de werkzaamheden
Stage sociale geneeskunde
tijdens de stage, het verslag en de mondelinge
Deze stage omvat 2 weken en heeft een voor
presentatie van de onderzoeksresultaten en
bereidende en afsluitende dag in VUmc. De
anderzijds door toetsing van het verslag door
praktijkstage wordt onder meer doorgebracht bij
de beoordelingscommissie. Jaarlijks wordt de
de jeugdgezondheidszorg, bedrijfsgeneeskunde
StudentenOnderzoeksPrijs VUmc uitgereikt
of verzekeringsgeneeskunde. Tijdens de stage
aan de student die de beste wetenschappelijke
vindt een kennismaking plaats met het sociaal
stage heeft gedaan. Door een abstract van hun
geneeskundig beroepsveld en worden sociaal
onderzoek in te dienen kunnen studenten in
geneeskundige vaardigheden geoefend.
aanmerking komen voor deze aanmoedigende geldprijs te besteden aan een studiedoel.
Wetenschappelijke stage In de bacheloropleiding is de student door
Keuzeonderwijs
middel van het onderwijs academische
Het keuzeonderwijs beslaat tien weken. Deze
vorming goed voorbereid op het uitvoeren
weken kunnen besteed worden aan verbreding en
14
verdieping in een of meerdere disciplines die de student kiest (b.v. radiologie en revalidatie geneeskunde of interne geneeskunde). Er is een uitgebreid aanbod van keuzestages in VUmc en partnerziekenhuizen beschikbaar. De student heeft ook de mogelijkheid zelf een stage te organiseren. Stages in het buitenland zoals een stage tropengeneeskunde of een stage bij defensie zijn mogelijk mits ze aan vooraf gedefinieerde kwaliteitseisen voldoen en verdieping bieden binnen één van de competenties van de VUmc-basisarts. De toetsing bestaat uit een stagebeoordeling inclusief een beoordeling van professioneel gedrag. Waar relevant wordt dit uitgebreid met een specifiek eindproduct zoals een verslag over het in het keuzeonderwijs uitgevoerde werk.
‘In masterjaar drie is alles gericht op wat je na je opleiding wil gaan doen. Je krijgt veel vrijheid om zelf te kiezen wat je wil en ook waar je dat wil doen. Ik heb bijvoorbeeld een e-learningprogramma voor gynaecologie ontwikkeld bij VUmc. Na mijn wetenschappelijk onderzoek en een congres in Las Vegas, heb ik uiteindelijk mijn semi-artsstage bij dermatologie gelopen. Inmiddels weet ik het zeker: ik wil dermatoloog worden.’ Henk Jan Flinterman, student masteropleiding geneeskunde
Masterjaar 3 | kenmerken semi-artsstage Semi-artsstage
op het geïntegreerd toepassen van competenties
De semi-artsstage duurt zestien weken. De semi-
als bijvoorbeeld organisator, samenwerker en
arts werkt zelfstandig onder directe supervisie
beroepsbeoefenaar in werksituaties.
van een staflid en heeft een eigen zaal met patiënten of doet eigen spreekuren. De semi-
Wat doet een semi-arts?
artsstage kan gedaan worden in allerlei klinische
De semi-arts heeft meer verantwoordelijkheid dan
en poliklinische specialismen, in de huisarts
de (junior) coassistent in masterjaren 1 en 2. Hij is
geneeskunde en extramuraal zoals in de ouderen
het eerste aanspreekpunt voor de patiënt en zijn
geneeskunde. De semi-arts ervaart aan den lijve
familie van het begin van het arts-patiëntcontact tot
hoe het is om de zorg over eigen patiënten te
het ontslag uit het ziekenhuis. Ook heeft hij meer
hebben. Hij maakt het proces met de patiënt en
contacten met bijvoorbeeld verpleegkundigen dan
zijn familie vanaf het begin van de opname of het
in de andere masterjaren. Hij voert voorbehouden
eerste poliklinische consult actief mee tot aan
handelingen alleen zelfstandig uit in opdracht van
het einde van de behandeling en zelfs het vervolg
een arts en mits hij hierin bekwaam is. Er wordt van
in de polikliniek. Het accent van onderwijs en
hem verwacht dat hij de grenzen van zijn kennis
toetsing ligt op integratie van alle competenties
en vaardigheden kent, weet te hanteren en te
van de arts. Hoe goed is de semi-arts in staat deze
vergroten, maar niet overschrijdt.
competenties in de praktijk te ontplooien en op elkaar aan te laten sluiten? En in welke mate kan hij zijn eigen handelen bekritiseren en corrigeren? ‘De semi-arts stage (SAS) in masterjaar 3 vormt De semi-arts wordt gedurende de stage wekelijks
de parel in de kroon voor de medische student.
beoordeeld met toetsen die ook in de vervolg
Hier komen de vijf voorgaande jaren samen: alle
opleidingen gehanteerd worden. Voorbeelden zijn
kennis en vaardigheden moeten nu geïntegreerd
KPB’s1 en OSATS2. Verder maakt de semi-arts een
worden toegepast wanneer de semi-arts voor
persoonlijk ontwikkelplan bij aanvang van de
het eerst echt gaat “dokteren”. De kern van de
semi-artsstage en blikt hij met zijn begeleider aan
SAS bestaat eruit dat de semi-arts gedurende
het einde van de semi-artsstage terug op dit
zestien weken zelf verantwoordelijk is voor
ontwikkelplan en stelt het bij. Hiermee heeft de
diagnostiek en behandeling van een aantal
student zijn aandachtspunten voor de vervolg
patiënten (in de kliniek, op een polikliniek,
opleiding geformuleerd.
in een huisartsenpraktijk of in een verpleeghuis) die hij longitudinaal volgt. In feite fungeert hij als
Kennis en vaardigheden
een aios (arts in opleiding tot specialist), zij het
De semi-arts heeft masterjaar 1 en 2 met goed
met iets minder patiënten. Hij neemt ook deel aan
gevolg afgelegd. Hij is getraind in werken onder
dezelfde opleidingsmomenten. De semi-artsstage
tijdsdruk en heeft gewerkt aan een breed scala
kan bij talloze disciplines en op talloze plaatsen,
van vraagstukken rondom gezondheid en ziekte.
in binnen- en buitenland, gelopen worden.’
In masterjaar 3 wordt expliciet een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de semi-arts alsmede
prof. dr. Sven Danner, internist en coördinator semi-artsstage
1 KPB = korte praktijkbeoordeling 2 Osat = objective, structured assessment of a technical skill
16
| Een bredere blik Stages in het buitenland
de medisch inhoudelijke kant, ook de
In masterjaar 2 en masterjaar 3 is er volop
verschillende competenties die bij de behandeling
gelegenheid stages in het buitenland te lopen. In
van de patiënt een rol spelen. In leerlijnen
masterjaar 2 zijn er voor alle werkstages (m.u.v.
wordt de integratie van competenties nog meer
psychiatrie) mogelijkheden in het buitenland.
gekoppeld aan de dagelijkse praktijk van de
Momenteel worden deze masterjaar 2 stages
toekomstig arts. Een leerlijn bevat een thema
aangeboden op de vaste locaties Aruba, Sint
dat de student als arts ook zal tegenkomen
Maarten, België en Zuid-Afrika. Daarnaast
(bijv. leerlijn patiëntveiligheid met nadruk op
kunnen ook de wetenschappelijke stage en
samenwerking, organisatie en veilig werken in
het keuzeonderwijs in het buitenland gevolgd
een team als academicus). Een onderdeel van
worden. Ook zijn er enkele plaatsen voor de
de professionele ontwikkeling is ook de leerlijn
semi-artsstage in het buitenland. De student
professioneel gedrag. Professioneel gedrag wordt
wordt geadviseerd om ongeveer een jaar van
beoordeeld op basis van waarneembaar gedrag
tevoren met de voorbereidingen voor een buiten
van de student met betrekking tot drie situaties:
landse stage te beginnen en een en ander in
omgaan met werk en taken, omgaan met anderen
samenspraak te doen met bureau internationale
en omgaan met zichzelf. In VUmc-compas is hier
samenwerking (BIS) en met de coördinator van de
nadrukkelijk aandacht voor.
betreffende stage in VUmc. BIS en de coördinator geven informatie over de mogelijkheden en de
Farmacotherapie
aanpak. Hun aandacht ligt bij de kwaliteit van
De lijn farmacotherapie loopt eveneens als
het onderwijs en de veiligheid op de stageplek.
een rode draad door het masterprogramma. In
Er is voor alle studenten die in het buitenland
jaar 1 zijn er per leerstage praktijktaken die de
een stage gaan volgen een verplicht dagdeel
studenten uitvoeren in de stage. Daarnaast is
ter voorbereiding waarin aandacht wordt
er in het KTC voorbereidend onderwijs en ook
besteed aan veiligheid op de werkplek en in het
een nabespreking per leerstage. Hierin wordt
desbetreffende land. Studenten die reeds terug
verder geoefend met nieuwe casus en wordt
zijn van een buitenlandstage hebben een actieve
de eigen casus nabesproken. In masterjaar 2
rol in deze dagdeel ter voorbereiding. Tevens is
is er bij de patiëntcontacten expliciet aandacht
er de cursus ‘studeren in het buitenland’ die de
voor farmacotherapeutisch handelen. Het
student informatie en advies geeft.
farmacotherapeutisch consult is opgenomen in de toetsing tijdens de werkstages. In de semi-
Professionele ontwikkeling
artsstage wordt deze lijn afgerond.
Specifiek voor de onderwijslijn professionele ontwikkeling is de aandacht voor de integratie van competenties van de arts in de praktijksituatie vanaf masterjaar 1 t/m masterjaar 3. In de lijn training professionele ontwikkeling oefent de student en krijgt hij feedback op voor de arts noodzakelijke competenties en persoonlijke groei. Studenten brengen een eigen patiëntcasus in en bespreken, naast 18
Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend
‘Als arts moet je beschikken over gespecialiseerde kennis, vaardigheden en attitude. Dit moet je kunnen toepassen binnen de regels opgesteld door de professie, de organisatie, de maatschappij en de overheid. VUmc leidt op tot een arts die naast medisch expert ook vaardig is in samenwerken, organiseren, communiceren, reflecteren. Een arts die ook wetenschappelijk kan denken, maatschappelijk kan handelen en professioneel is. Deze competenties doen studenten op door uitgebreide training, studie en ervaring: de lijn professionele ontwikkeling. Dat maakt de VUmc-student tot de medisch professional van de toekomst.’ dr. Saskia Peerdeman, neurochirurg en examinator professionele ontwikkeling
| Ontwerp Edenspiekermann | Druk DeltaHage
Fotografie DigiDaan | Eindredactie Marijke van der Eijk
juli 2012
Informatie masteropleiding geneeskunde
uitgave VUmc
Annet van den Berg en Renée Teunissen
Postbus 7057
020 444 6236 | 444 6237
1007 MB Amsterdam
[email protected] |
[email protected]
www.med.vu.nl VUmc Instituut voor onderwijs en opleiden Klinisch Trainingscentrum KTC 5-002 Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam