1 VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN Over de grenzen van goederenrecht, erfrecht en vennootschapsrecht Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechts...
VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN Over de grenzen van goederenrecht, erfrecht en vennootschapsrecht
Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid
PROEFSCHRIFT Ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Maastricht op gezag van de Rector Magnificus Prof. mr. G.P.M.F. Mols volgens besluit van het College van Decanen in het openbaar te verdedigen op vrijdag 16 december 2005 des namiddags om 13.45 uur precies
door
Erwin Christiaan Bos
KLUWER ^pp DEVENTER - 2005
INHOUDSOPGAVE
Lijst van gebruikte afkortingen
XVII
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Onderwerp van onderzoek 1.2. Verantwoording 1.3. Plan van behandeling
1 2 2
Hoofdstuk 2 Vruchtgebruik 2.1. Het recht van vruchtgebruik 2.1.1. Plaats in het vermogensrecht 2.1.2. Definitie 2.2. Ontstaan van het vruchtgebruik 2.2.1. Vestiging 2.2.1.1. Inleiding 2.2.1.2. Titel 2.2.1.3. Beschikkingsbevoegdheid 2.2.1.4. Levering: vestiging 2.2.2. Overdracht onder voorbehoud van vruchtgebruik 2.2.3. Verjaring 2.3. Duur van het vruchtgebruik 2.3.1. Het leven van de vruchtgebruiker 2.3.2. Gezamenlijk vruchtgebruik 2.3.3. Opvolgend vruchtgebruik 2.3.4. De rechtspersoon als vruchtgebruiker 2.3.5. Einde van het vruchtgebruik 2.4. Rechten van de vruchtgebruiker 2.4.1. Recht op de vruchten 2.4.1.1. Inleiding 2.4.1.2. Verkeersopvatting 2.4.1.3. De afgesproken vrucht 2.4.1 A. Verkrijging van de vrucht 2.4.1.5. Resumerend: de burgerlijke vrucht 2.4.2. Gebruikenofverbruiken 2.4.3. Beheren
2.4.4. Beschikken 2.4.4.1. Inleiding 2.4.4.2. Vervreemden naar bestemming 2.4.4.3. Uitbreiding van de beschikkingsbevoegdheid 2.4.4.4. Vervreemden en verteren 2.4.5. Beschikken over een goed van een derde 2.5. Plichten van de vruchtgebruiker 2.5.1. 'Goed vruchtgebruikerschap'- artikel 3:207 lid 3 2.5.2. Enkele andere verplichtingen 2.5.3. 'Ernstig tekortschieten'- artikel 3:221 2.6. Substitute 2.6.1. Inleiding 2.6.2. Bevoegdelijk beschikken 2.6.3. 'behoort de hoofdgerechtigde toe' 2.6.3.1. De leer van de directe verkrijging en substitutie 2.6.3.2. Conclusie 2.6.4. 'is eveneens aan het vruchtgebruik onderworpen' 2.6.5. Financiering uit het vermogen van de vruchtgebruiker 2.6.6. Onbevoegdelijk beschikken 2.7. Conclusie
Hoofdstuk 3 Vruchtgebruik en erfrecht 3.1. Inleiding 3.2. Vruchtgebruik onder het oude erfrecht 3.2.1. Het vruchtgebruiktestament 3.2.2. Legaat van vruchtgebruik op een specifiek goed 3.3. Vruchtgebruik in het nieuwe erfrecht 3.3.1. Nieuw erfrecht 3.3.1.1. Het versterferfrecht 3.3.1.2. Het testamentair erfrecht 3.4. Het voorbehouden vruchtgebruik bij uitoefening van wilsrechten 3.4.1. De wilsrechten: inleiding 3.4.2. De goederen 3.4.3. Het voorbehouden vruchtgebruik: uitzonderingen op titel 3.8 3.4.4. Het voorbehouden vruchtgebruik op aandelen ex artikel 4:19 en 4:21 3.5. Het verzorgingsvruchtgebruik 3.5.1. Inleiding 3.5.2. De keuzevrijheid ten aanzien van de goederen 3.5.3. De verzorgingsbehoefte 3.5.4. Het verzorgingsvruchtgebruik: de artikelen 4:31 en 4:33 3.5.5. Het vruchtgebruik op aandelen ter verzorging X
3.6. Het vruchtgebruik in testamentaire beschikkingen 3.6.1. Inleiding 3.6.2. Het legaat van vruchtgebruik 3.6.3. Voorwaardelijke makingen: onder tijdsbepaling en onder voorwaarde 3.6.3.1. Making onder tijdsbepaling: conversie 3.6.3.2. Making onder voorwaarde: van overeenkomstige toepassing 3.7. Vererving van aandelen en de erfrechtelijke blokkade 3.7.1. Inleiding: de statutaire erfrechtelijke blokkade 3.7.2. Versterferfrecht: de wettelijke verdeling en het voorbehouden vruchtgebruik 3.7.3. Testamentair erfrecht 3.7.3.1. Inleiding 3.7.3.2. Erfgenaam en erfstelling 3.7.3.3. Legaat 3.7.3.4. Verzorgingsvruchtgebruik 3.7.4. Aandeelhoudende erfgenamen 3.7.4.1. Inleiding 3.7.4.2. Blokkering van aandelen en de saisine 3.7.4.3. Verzorgingsvruchtgebruik 3.8. Conclusie
Hoofdstuk 4 Vruchtgebruik op een aandeel 4.1. Inleiding 4.2. Vestiging 4.2.1. Inleiding 4.2.2. Overdracht, vestiging en levering: terminologie 4.3. Aandeel op naam in een BV 4.3.1. Inleiding 4.3.2. Vestigingshandeling: notariele akte 4.3.3. Erkenning en het aandeelhoudersregister 4.3.3.1. Erkenning van de vestiging 4.3.3.2. Procedure 4.3.4. Vestiging en blokkeringsregeling 4.4. Aandeel op naam in een beursgenoteerde NV 4.4.1. Inleiding 4.4.2. Aandeel op naam: artikel 2:86c 4.5. Aandeel aan toonder 4.5.1. Inleiding: onafwendbaar afscheid van het toonderbewijs 4.5.2. Vestiging 4.5.3. Terhandstelling: artikel 3:90 lid 1
4.5.4. Bewaargeving 4.5.4.1. Geindividualiseerde bewaargeving: traditio longa manu 4.5.4.2. Niet-gemdividualiseerde bewaargeving: hetVABEF-systeem 4.5.5. Het systeem van de Wge 4.5.5.1. De Wge: algemeen 4.5.5.2. De Wge: goederenrechtelijke aspecten ter discussie 4.5.5.3. De Wge: vestiging krachtens artikel 23 4.5.5.4. De goederenrechtelijke positie van de vruchtgebruiker op een aandeel in de Wge 4.5.5.5. De vennootschapsrechtelijke positie van de vruchtgebuiker op een aandeel in de Wge 4.6. Conclusie
89 89 90 91 91 92 93 94 95 97
Hoofdstuk 5 Vruchtgebruiker - aandeelhouder 5.1. Inleiding 5.2. Het rechtskarakter en de aard van aandeelhouderschap en aandeel 5.2.1. Inleiding 5.2.2. Vermogensaspect 5.2.3. Zeggenschapsaspect 5.2.4. Het lidmaatschap: onderscheid tussen de BV en de NV 5.2.5. Verhouding tussen vermogen en zeggenschap 5.2.6. Conclusie 5.3. De bestemming van een aandeel 5.3.1. Bestemming door de aandeelhouder 5.3.2. Verandering van bestemming 5.4. Sur place: aard en bestemming van aandeelhouderschap en aandeel 5.5. De bevoegdheden krachtens goederenrecht en erfrecht. Een reprise 5.5.1. De vrucht van een aandeel 5.5.1.1. Inleiding 5.5.1.2. Jurisprudentie 5.5.1.3. De vrucht van een aandeel nader beschouwd 5.5.2. De bevoegdheid tot gebruik, verbruik en beheer 5.5.2.1. Gebruik en verbruik 5.5.2.2. Beheer 5.5.2.3. Afsluitend 5.5.3. De bevoegdheid tot beschikking, vervreemding en vertering 5.5.3.1. Inleiding 5.5.3.2. Vervreemding naar bestemming 5.5.3.3. Uitbreiding van de beschikkingsbevoegdheid van de vruchtgebruiker 5.5.3.4. Vervreemden en verteren XII
5.5.3.5. Afsluitend 5.5.4. De beschikkingsbevoegde vruchtgebruiker 5.5.4.1. De vruchtgebruiker beschikt over een aandeel in een BV Collisie 5.5.4.2. De vruchtgebruiker beschikt over een aandeel in een NV 5.6. Conclusie
122 122 122 123 126
Hoofdstuk 6 Vruchtgebruiker - vennootschap 6.1. Inleiding 6.2. Bevoegdheden krachtens vennootschapsrecht 6.2.1. Inleiding: het stemrecht 6.2.1.1. Stemrecht van de vruchtgebruiker en de beslotenheid vandeBV 6.2.1.2. Stemrecht van de vruchtgebruiker en de NV 6.2.1.3. Uitzondering op de hoofdregel. Vruchtgebruik bij wilsrechten 6.2.1.4. Geen goedkeuring: volmacht 6.2.1.5. Overdracht of overgang van vruchtgebruik en het stemrecht 6.2.1.6. Conclusie 6.2.2. Lidmaatschapsrechten. De gelijkstelling met de bewilligd certificaathouder 6.2.2.1. Inleiding 6.2.2.2. Rechten van de certificaathouder 6.2.2.3. Gelijkschakeling op grond van artikel 2:88 en 2:197 6.3. De kring van artikel 2:8 6.3.1. Inleiding 6.3.2. Een mogelijke uitwerking van artikel 2:8 - het winstbesluit 6.3.2.1. Het winstbesluit en de aandeelhouder 6.3.2.2. Het winstbesluit en de vruchtgebruiker 6.3.3. Conclusie 6.4. De geschillenregeling 6.4.1. Inleiding 6.4.2. Uitstoting 6.4.2.1. De aandeelhouder 6.4.2.2. De vruchtgebruiker 6.4.2.3. Conclusie 6.4.3. Uittreding 6.4.4. Ontneming van stemrecht 6.4.5. Deprocedure 6.5. De uitkoopregeling
6.6. De juridische fusie en splitsing 6.6.1. Inleiding 6.6.2. Juridische fusie: substitute en inzage 6.6.3. Juridische splitsing: idem 6.6.4. Behoud van lidmaatschapsrechten bij fusie en splitsing 6.6.4.1. Inleiding 6.6.4.2. Juridische fusie en splitsing en het behoud van stemrecht 6.6.4.3. Juridische fusie en splitsing en het behoud van certificaathoudersrechten 6.7. Conclusie
155 155 156 157 158 158 158 160 160
Hoofdstuk 7 Drie laterale verkenningen 7.1. Inleiding 7.2. Economisch eigendom en vruchtgebruik 7.2.1. Inleiding 7.2.2. Economisch eigendom 7.2.3. Elementen van economisch eigendom en vruchtgebruik 7.3. Certificering en vruchtgebruik 7.3.1. Inleiding 7.3.2. Certificering van aandelen: een korte introductie 7.3.3. De rechtsverhouding met de aandeelhouder 7.3.3.1. Certificaathouder en aandeelhouder 7.3.3.2. Vruchtgebruiker en aandeelhouder 7.3.4. De rechtsverhouding aandeelhouder - vennootschap 7.3.5. De rechtsverhouding met de vennootschap 7.3.5.1. Certificaathouder en vennootschap 7.3.5.2. Vruchtgebruiker en vennootschap 7.3.6. Conclusie 7.4. De trustverhouding in het Zuid-Afrikaanse recht 7.4.1. Inleiding: de trust in het algemeen 7.4.2. De wording van de Zuid-Afrikaanse'testamentary trust' 7.4.3. De relatie tussen de trustee en de beneficiary 7.4.3.1. Algemeen 7.4.3.2. Bijzondere verplichtingen inzake aandelen in kapitaalvennootschappen 7.4.4. De vergelijking tussen trust en vruchtgebruik 7.5. Conclusie