SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B – 3000 Leuven
Vragenlijst voor de ouders (mondelinge afname) Naam en gegevens van het kind waarover deze vragenlijst gaat:
Contactpersoon:
Tineke Reynders Telefoon: Fax: E-mail:
Meer info over SiBO:
016/32.57.75 016/32.58.59
[email protected]
www.steunpuntloopbanen.be
2004
Wie moet deze vragenlijst invullen? Deze vragenlijst dient ingevuld te worden door één van de ouders van het kind. Indien de ouders niet samenleven, verdient het de voorkeur dat de vragenlijst wordt ingevuld door de ouder waar het kind het vaakst bij is of die het best op de hoogte is van het dagelijks leven van het kind. ‘Ouder’ dient hier in ruime zin te worden geïnterpreteerd: het kan ook gaan om een pleegouder, adoptie-ouder, voogd, grootouder die de ouderlijke taken heeft overgenomen, ... . In de vragenlijst wordt dan ook steeds gesproken over ‘uw kind’, ook al bent u enkel de feitelijke ouder en niet de biologische of wettelijke ouder.
Hoe de vragenlijst invullen? •
Bij de meeste vragen mag maar één antwoord worden aangekruist. U hoeft enkel een kruisje te zetten in het hokje voor het antwoord dat u kiest.
•
Bij andere vragen mogen meerdere antwoorden aangekruist worden. Indien dit het geval is, wordt dit uitdrukkelijk aangegeven.
•
Tenslotte zijn er ook ‘open’ vragen waarbij het antwoord op de stippellijn dient ingevuld te worden.
•
Wanneer u uw antwoord niet kan terugvinden in de opgegeven categorieën en de antwoordmogelijkheid ‘andere’ voorzien is, schrijft u uw antwoord op de stippellijn achter ‘andere’.
•
Sommige vragen zijn in tabelvorm. Daar worden de instructies voor het antwoorden met de vraag zelf meegegeven.
•
Gelieve op elke vraag te antwoorden, tenzij u uitdrukkelijk wordt doorverwezen naar een verdere vraag; indien de vraag niet van toepassing is op uw situatie kan u de antwoordcategorie ‘niet van toepassing’ aankruisen.
Indien u deze vragenlijst invult voor twee kinderen uit hetzelfde gezin, van dezelfde ouders en uit dezelfde school, mag u voor het tweede kind bij de vragen over het gehele gezin verwijzen naar de vragenlijst van het eerste kind. Gelieve de vragen die betrekking hebben op het individuele kind (er staat telkens ‘kind’ in de titel) wel voor beide kinderen afzonderlijk in te vullen.
Vertrouwelijkheid Het spreekt voor zich dat alles wat u invult strikt vertrouwelijk zal worden behandeld en geheel anoniem zal worden verwerkt. De gegevens die u hier invult zullen onder geen enkele vorm publiek worden gemaakt! Ook de school krijgt geen inzage in uw gegevens.
Opgelet ! De vragen in deze vragenlijst zijn niet op zulk een manier opgesteld dat men ze direct kan voorlezen aan de telefoon. Lees dus eerst aandachtig de vragenlijst door alvorens te telefoneren.
Voor de telefonische inleiding: zie apart document belscenario
- 1 -
1.
Achtergrondgegevens van het gezin en het kind
1.1
Persoonlijke gegevens van het kind
1. Wat is het geslacht van uw kind? 1. jongen 2. meisje 2. Wat is de geboortedatum van uw kind?
1.2
…… / …… / …………..(dd/mm/jjjj)
Gezondheid van het kind
3. Na hoeveel weken zwangerschap is uw kind geboren? (een normale zwangerschap duurt 40 weken)
…… weken
4. Indien uw kind ernstige fysieke (lichamelijke), psychische (mentale), ontwikkelings- of gedragsproblemen heeft, geef dan aan door wie en waarvoor het behandeld wordt (meerdere antwoorden mogelijk). 1. behandeld door de huisarts voor …… 2. behandeld door een specialist voor …… 3. behandeld door een psycholoog voor …… 4. behandeld door een psychiater voor …… 5. behandeld door een pedagoog voor …… 6. behandeld door een kinesist voor …… 7. behandeld door een logopedist voor …… 8. behandeld door iemand anders (specificeer): …………………………….. voor ……………………… 9. niet van toepassing: mijn kind wordt niet behandeld maar ik maak mij wel zorgen, namelijk over ……. 10. niet van toepassing: mijn kind heeft geen ernstige problemen
1.3
Vroegere schoolloopbaan van het kind
5. In welk jaar ging uw kind voor het eerst regelmatig naar de kleuterschool? In het jaar…………… Dit was: 1. na de grote vakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 2. na de herfstvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 3. na de kerstvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 4. na de krokusvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 5. na de paasvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud
6. Kreeg uw kind ooit een advies om over te stappen naar het buitengewoon onderwijs? 1. neen, mijn kind kreeg nooit een advies om over te stappen naar het buitengewoon onderwijs 2. ja, mijn kind kreeg wel een advies, dit was in het schooljaar ……….…….-……….………, in de maand (indien mogelijk) ……………………………………….………… ; en mijn kind zat toen in………………………………………..(leerjaar of kleuterklas invullen)
- 2 -
7. Kreeg uw kind ooit een advies om te blijven zitten? 1. neen, mijn kind kreeg nooit een advies om over te blijven zitten 2. ja, mijn kind kreeg wel een advies, dit was in het schooljaar ……….…….-……….………, in de maand (indien mogelijk) ……………………………………….………… ; en mijn kind zat toen in………………………………………..(leerjaar of kleuterklas invullen)
8. Heeft uw kind ooit een jaar moeten over doen, m.a.w. is het ooit blijven zitten? 1. neen 2. ja, in de tweede kleuterklas 3. ja, in de derde kleuterklas 4. ja, in het eerste leerjaar
1.4
Gezinssamenstelling
9. Gelieve alle kinderen die deel uitmaken van het gezin in onderstaande tabel te noteren. Gelieve telkens hun naam (voornaam + achternaam), geboortedatum en geslacht te noteren.
Naam van kind(eren)
Geboortedatum
Geslacht (omcirkel)
1) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
2) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
3) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
4) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
5) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
6) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
7) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
8) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
10. Van het kind waarvoor deze vragenlijst wordt ingevuld 1. zijn mijn huidige partner en ik de oorspronkelijke ouders: ga naar 1.5 2. ben ik de biologische moeder en maakt de wettelijke vader geen deel uit van dit gezin wegens 1. echtscheiding/relatiebreuk sinds ……………… (jaartal) → Hoeveel dagen per maand verblijft het kind bij de vader? …… 2. overlijden in ……………… (jaartal) 3. andere reden (specificeer): …… 3. ben ik de wettelijke vader en maakt de biologische moeder geen deel uit van dit gezin wegens 1. echtscheiding/relatiebreuk sinds ……………… (jaartal) → Hoeveel dagen per maand verblijft het kind bij de moeder? …… 2. overlijden in ……………… (jaartal) 3. andere reden (specificeer): …… 4. zijn ik en (eventueel) mijn partner geen van beide de oorspronkelijke ouders
- 3 -
11. Uw kind 1. is geadopteerd 2. verblijft in een pleeggezin 3. woont bij de grootouders of een ander familielid 4. andere (specificeer): …… 5. niet van toepassing
1.5
Afkomst en thuistaal
In wat volgt maken we af en toe een opsplitsing tussen de ‘moeder’ en ‘vader’ van het kind. Met ‘moeder’ bedoelen we in principe de biologische moeder van het kind. Met ‘vader’ bedoelen we de wettelijke vader. Als u om bepaalde redenen de vragen beantwoordt voor een andere persoon dan de biologische moeder of de wettelijke vader (vb. stiefvader, meemoeder, …), gelieve dit hieronder aan te kruisen en op de stippellijn in te vullen. 1. De vragen hieronder over ‘vader’ zullen niet ingevuld worden voor de wettelijke vader, maar wel voor de …….. 2. De vragen hieronder over ‘moeder’ zullen niet ingevuld worden voor de biologische moeder, maar wel voor de ……. 3. Ons gezin is een éénoudergezin. De hierna volgende vragen zullen niet worden ingevuld als het over de vader / moeder (schrap wat niet past) gaat.
Vb. 1: Indien u de vragen beantwoordt over de stiefvader van uw kind en niet de wettelijke vader, vinkt u het eerste vakje aan en vult op de stippellijntjes ‘stiefvader’ in. Vb. 2: Indien uw gezin uit één ouder bestaat, vinkt u het laatste vakje aan, en doorstreept u die ouder waarvoor de gegevens wel zullen worden ingevuld.
12. Vul in onderstaande tabel het geboorteland van kind, wettelijke ouders en grootouders in en geef verder voor de eerste drie ook de nationaliteit bij geboorte, de huidige nationaliteit (bij dubbele nationaliteit beide opgeven) en het aantal jaren dat reeds onafgebroken in België wordt verbleven (indien het geboorteland niet België is).
Persoon
Geboorteland
Nationaliteit bij geboorte
Huidige nationaliteit
Verblijfsduur in België
Kind waarover deze vragenlijst gaat
……
……
……
…………
jaar
Moeder
……
……
……
…………
jaar
Vader
……
……
……
…………
jaar
Grootmoeder langs moeders kant
……
Grootvader langs moeders kant
……
Grootmoeder langs vaders kant
……
Grootvader langs vaders kant
……
- 4 -
13. Welke taal spreekt uw kind doorgaans met volgende personen? Met vader
Met moeder
Met broers/zussen
Met vrienden
Nederlands
Nederlands
Nederlands
Nederlands
Frans
Frans
Frans
Frans
Duits
Duits
Duits
Duits
Spaans
Spaans
Spaans
Spaans
Engels
Engels
Engels
Engels
Hebreeuws
Hebreeuws
Hebreeuws
Hebreeuws
Arabisch
Arabisch
Arabisch
Arabisch
Berbers
Berbers
Berbers
Berbers
Turks
Turks
Turks
Turks
Koerdisch
Koerdisch
Koerdisch
Koerdisch
Russisch
Russisch
Russisch
Russisch
Andere: ……
Andere : ……
Andere: ……
Andere: ……
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
14. Welke taal spreken u en uw partner doorgaans onderling? 1. Nederlands 2. Frans 3. Duits 4 Spaans 5. Engels 6. Hebreeuws 7. Arabisch 8. Berbers 9. Turks 10. Koerdisch 11. Russisch 12. Andere (specificeer): …… 13. Niet van toepassing: geen partner
- 5 -
1.6
Opleiding en tewerkstelling
15. Geef met een kruisje aan wat het hoogst behaalde diploma van de (wettelijke) ouders is. Hoogst behaalde diploma (dus niet alle diploma’s)
Moeder
Vader
Geen diploma of getuigschrift Lager onderwijs: Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs Lager secundair onderwijs: Lager beroepssecundair onderwijs Lager technisch secundair onderwijs Lager kunstsecundair onderwijs Lager algemeen vormend secundair onderwijs Lager buitengewoon secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs: Hoger beroepssecundair onderwijs Hoger technisch secundair onderwijs Hoger kunstsecundair onderwijs Hoger algemeen vormend secundair onderwijs Hoger buitengewoon secundair onderwijs Hoger onderwijs: Niet-universitair hoger onderwijs korte type Niet-universitair hoger onderwijs lange type Universitair onderwijs
16. Geef met een kruisje aan wat de arbeidssituatie is van de (wettelijke) ouders. Indien het op dit moment om bevallings- of ziekteverlof gaat, geef dan de situatie van net daarvoor weer. Arbeidssituatie
Moeder
Vader
Doet het huishouden, zorgt voor het gezin Verricht voltijds betaald werk Verricht deeltijds betaald werk: hoeveel % Is werkloos Is gepensioneerd (ook brug- en pre-pensioen) Is arbeidsongeschikt (invaliditeit, ziekte) Heeft loopbaanonderbreking, tijdskrediet, ... Volgt volledig dagonderwijs
………………….%
………………….%
- 6 -
17a. Geef met een kruisje aan wat het huidig soort beroep is van de (wettelijke) ouders of welk soort beroep het laatst werd uitgeoefend. Beroep
Moeder
Vader
Arbeider: Geschoold arbeider Ongeschoold arbeider Bediende: Lagere bediende Hogere bediende Directiekader Werkzaam in het onderwijs: (onderwijzend personeel) Basis- of secundair onderwijs Hoger onderwijs of universiteit Andere loontrekkenden: ………… Zelfstandige: Landbouwer Kleine zelfstandige Ondernemingsleider Groothandelaar Vrij beroep Niet van toepassing: nooit beroep uitgeoefend
17b. Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk het huidige of laatst uitgeoefende beroep van de moeder: Functie-/beroepsomschrijving: …………………………………………………………………………… Taken:……………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………….. Sector: ……………………………………………………………………………………………………… Betaald personeel onder uw leiding? Schrap wat niet past: Neen / Ja: hoeveel personeelsleden? …….
17c. Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk het huidige of laatst uitgeoefende beroep van de vader: Functie-/beroepsomschrijving: …………………………………………………………………………. Taken: …………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………… Sector: …………………………………………………………………………………………………. Betaald personeel onder uw leiding? Schrap wat niet past: Neen / Ja: hoeveel personeelsleden? …….
- 7 -
1.7
Inkomsten en bezittingen
In de volgende reeks willen we u vragen wat de inkomsten en bezittingen van uw gezin zijn. We begrijpen dat dit zeer persoonlijke vragen zijn. In het kader van ons onderzoek zijn dit evenwel zeer zinvolle vragen. Als u toch aanstoot neemt aan deze vragen, hoeft u ze niet in te vullen.
18. Over welke bronnen van inkomen beschikt uw huishouden? (meerdere antwoorden mogelijk). 1. Lonen en wedden 2. Inkomsten uit zelfstandige arbeid (inclusief landbouw) 3. Pensioen 4. Werkloosheidsuitkering 5. Leefloon, bestaansminimum 6. Ziekte- of invaliditeitsuitkering 7. Kindergeld 8. Andere bronnen (specificeer): ……
19. In welke categorie situeert zich het gezamenlijk netto-maandinkomen van het huishouden, alle mogelijke inkomsten meegerekend (nettosom van bovenstaande aangekruiste inkomensbronnen uit vraag 18)? 1. minder dan 1000 euro (40.000 Bef) 2. tussen 1000 euro (40.000 Bef) en 2000 euro (80.000 Bef) 3. tussen 2000 euro (80.000 Bef) en 3000 euro (120.000 Bef) 4. tussen 3000 euro (120.000 Bef) en 4000 euro (160.000 Bef) 5. tussen 4000 euro (160.000 Bef) en 5000 euro (200.000 Bef) 6. meer dan 5000 euro (200.000 Bef)
20. Bezit uw gezin eigendommen (onroerend goed)? 1. neen 2. ja: welke (meerdere antwoorden mogelijk)? 1. woning(en) / appartement(en) / studio(’s) / kamers 2. grond(en) 3. garage(s) (op zich staand, niet verbonden met een huis)
1.8
Zorgen in het gezin
21. Welke gebeurtenissen hebben zich het afgelopen jaar in uw gezin voorgedaan? (meerdere antwoorden mogelijk). 1. Werkloosheid van moeder en/of vader 2. Ernstige gezondheidsproblemen bij het kind of een ander gezinslid 3. Sterfte in de naaste omgeving 4. Overlijden van een dierbaar huisdier 5. Financiële problemen 6. Echtscheiding 7. Brand, inbraak of diefstal 8. Verhuizing 9. Andere (specificeer): …… 10. Niet van toepassing: in ons gezin hebben zich het afgelopen jaar geen ernstige problemen voorgedaan
- 8 -
2. Verwachtingen ten aanzien van uw kind en zijn/haar schoolloopbaan
In de volgende reeks willen we u vragen om enkele inschattingen en verwachtingen t.a.v. de schoolloopbaan van uw kind te formuleren. We beseffen dat dit geen gemakkelijke opdracht is en dat dit alles nog in de verre toekomst ligt. Toch zouden we u willen verzoeken deze vragen in te vullen, omdat dit interessant is voor ons onderzoek.
22. Mijn kind situeert zich volgens mij in de klas bij de volgende categorie 1. de sterkere leerlingen 2. de gemiddelde leerlingen 3. de zwakkere leerlingen
23. Ik vermoed dat mijn kind later volgend type van secundair onderwijs zal aankunnen 1. Beroepsonderwijs (B.S.O.) 2. Technisch onderwijs (T.S.O.) 3. Kunstonderwijs (K.S.O.) 4. Algemeen onderwijs (A.S.O.)
24. De kans dat mijn kind ooit hoger onderwijs of universiteit aan zal kunnen, acht ik 1. zeer klein 2. eerder klein 3. eerder groot 4. zeer groot
25. De kans dat mijn kind hoogbegaafd is, acht ik 1. zeer klein 2. eerder klein 3. eerder groot 4. zeer groot
26. Dat mijn kind later naar het algemeen secundair onderwijs zal gaan, vind ik 1. zeer belangrijk 2. vrij belangrijk 3. niet zo belangrijk 4. totaal onbelangrijk
27. Dat mijn kind na het secundair onderwijs zal verder studeren, vind ik 1. zeer belangrijk 2. vrij belangrijk 3. niet zo belangrijk 4. totaal onbelangrijk
- 9 -
28. Geef aan in hoeverre volgende uitspraken van toepassing zijn door het gepaste cijfer op de schaal te omcirkelen. 1 = helemaal niet van toepassing 2 = niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing 5 = wel van toepassing
3 = eerder niet van toepassing
6 = helemaal van toepassing
Mijn kind 1. kan moeilijk volgen op school
1
2
3
4
5
6
2. heeft duidelijk problemen met leren
1
2
3
4
5
6
3. heeft nood aan extra hulp
1
2
3
4
5
6
4. kan goed leren
1
2
3
4
5
6
5. zal in de toekomst extra zorg nodig hebben
1
2
3
4
5
6
3. Tot slot
29. Wie heeft deze vragenlijst ingevuld? de wettelijke of feitelijke moeder van het kind de wettelijke of feitelijke vader van het kind een medewerk(st)er van de instelling waar het kind verblijft andere: ……
30a. Naar welke school en leerjaar ging uw kind vorig schooljaar (2003-2004)? Naam van de school: …………………………………………………………………………………………………………... Adres: ……………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………. Leerjaar van uw kind het vorige schooljaar: ……………………………………………………………………………….
30b. Gaat uw kind dit schooljaar (2004-2005) naar diezelfde school en welk leerjaar volgt het nu? Naam van de (nieuwe) school: ……………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………. Leerjaar van uw kind dit schooljaar: ……………………………………………………………………………….
HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!