SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B – 3000 Leuven
Vragenlijst voor de ouders Naam van het kind dat de vragenlijst mee naar huis heeft gebracht en waarover deze vragenlijst dus gaat:
etiket
Contactpersoon:
Tineke Reynders Telefoon: Fax: E-mail:
016/32.57.75 016/32.58.59
[email protected]
2004
BESTE OUDER(S), Wie moet deze vragenlijst invullen? Deze vragenlijst dient ingevuld te worden door één van de ouders van het kind. Indien de ouders niet samenleven, verdient het de voorkeur dat de vragenlijst wordt ingevuld door de ouder waar het kind het vaakst bij is of die het best op de hoogte is van het dagelijks leven van het kind. ‘Ouder’ dient hier in ruime zin te worden geïnterpreteerd: het kan ook gaan om een pleegouder, adoptie-ouder, voogd, grootouder die de ouderlijke taken heeft overgenomen, ... . In de vragenlijst wordt dan ook steeds gesproken over ‘uw kind’, ook al bent u enkel de feitelijke ouder en niet de biologische of wettelijke ouder.
Hoe de vragenlijst invullen? •
Bij de meeste vragen mag maar één antwoord worden aangekruist. U hoeft enkel een kruisje te zetten in het hokje voor het antwoord dat u kiest.
•
Bij andere vragen mogen meerdere antwoorden aangekruist worden. Indien dit het geval is, wordt dit uitdrukkelijk aangegeven.
•
Tenslotte zijn er ook ‘open’ vragen waarbij het antwoord op de stippellijn dient ingevuld te worden.
•
Wanneer u uw antwoord niet kan terugvinden in de opgegeven categorieën en de antwoordmogelijkheid ‘andere’ voorzien is, schrijft u uw antwoord op de stippellijn achter ‘andere’.
•
Sommige vragen zijn in tabelvorm. Daar worden de instructies voor het antwoorden met de vraag zelf meegegeven.
•
Gelieve op elke vraag te antwoorden, tenzij u uitdrukkelijk wordt doorverwezen naar een verdere vraag; indien de vraag niet van toepassing is op uw situatie kan u de antwoordcategorie ‘niet van toepassing’ aankruisen.
•
Het invullen van deze vragenlijst zal ongeveer een kwartier van uw tijd in beslag nemen.
Indien u deze vragenlijst invult voor twee kinderen uit hetzelfde gezin, van dezelfde ouders en uit dezelfde school, mag u voor het tweede kind bij de vragen over het gehele gezin verwijzen naar de vragenlijst van het eerste kind. Gelieve de vragen die betrekking hebben op het individuele kind (er staat telkens ‘kind’ in de titel) wel voor beide kinderen afzonderlijk in te vullen.
Hoe de vragenlijst terugsturen? Gelieve de ingevulde vragenlijst onder gesloten omslag zo snel mogelijk terug mee te geven met uw kind naar school. Gebruik hiervoor dezelfde briefomslag als die waarin de blanco vragenlijst zat. Mogen we u vragen om de vragenlijst af te geven aan de leerkracht?
Vertrouwelijkheid Het spreekt voor zich dat alles wat u invult strikt vertrouwelijk zal worden behandeld en geheel anoniem zal worden verwerkt. De gegevens die u hier invult zullen onder geen enkele vorm publiek worden gemaakt! Ook de school krijgt geen inzage in uw gegevens.
ALVAST BEDANKT VOOR UW MEDEWERKING!
- 1 -
1.
Achtergrondgegevens van het gezin en het kind
1.1
Persoonlijke gegevens van het kind
1. Wat is het geslacht van uw kind? 1. jongen 2. meisje 2. Wat is de geboortedatum van uw kind?
1.2
…… / …… / …………..(dd/mm/jjjj)
Gezondheid van het kind
3. Na hoeveel weken zwangerschap is uw kind geboren? (een normale zwangerschap duurt 40 weken)
…… weken
4. Indien uw kind ernstige fysieke (lichamelijke), psychische (mentale), ontwikkelings- of gedragsproblemen heeft, geef dan aan door wie en waarvoor het behandeld wordt (meerdere antwoorden mogelijk). 1. behandeld door de huisarts voor …… 2. behandeld door een specialist voor …… 3. behandeld door een psycholoog voor …… 4. behandeld door een psychiater voor …… 5. behandeld door een pedagoog voor …… 6. behandeld door een kinesist voor …… 7. behandeld door een logopedist voor …… 8. behandeld door iemand anders (specificeer): …… voor …… 9. niet van toepassing: mijn kind wordt niet behandeld maar ik maak mij wel zorgen, namelijk over ……. 10. niet van toepassing: mijn kind heeft geen ernstige problemen
1.3
Vroegere schoolloopbaan van het kind
5. In welk jaar ging uw kind voor het eerst regelmatig naar de kleuterschool? In het jaar…………… Dit was: 1. na de grote vakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 2. na de herfstvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 3. na de kerstvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 4. na de krokusvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud 5. na de paasvakantie: mijn kind was toen …… jaar en …… maanden oud
6. Kreeg uw kind ooit een advies om over te stappen naar het buitengewoon onderwijs?* 1. neen, mijn kind kreeg nooit een advies om over te stappen naar het buitengewoon onderwijs 2. ja, mijn kind kreeg wel een advies, dit was in het schooljaar ……….…….-……….………, in de maand (indien mogelijk) ……………………………………….………… ; en mijn kind zat toen in………………………………………..(leerjaar of kleuterklas invullen)
- 2 -
7. Kreeg uw kind ooit een advies om te blijven zitten?* 1. neen, mijn kind kreeg nooit een advies om over te blijven zitten 2. ja, mijn kind kreeg wel een advies, dit was in het schooljaar ……….…….-……….………, in de maand (indien mogelijk) ……………………………………….………… ; en mijn kind zat toen in………………………………………..(leerjaar of kleuterklas invullen)
8. Heeft uw kind ooit een jaar moeten over doen, m.a.w. is het ooit blijven zitten? 1. neen 2. ja, in de tweede kleuterklas 3. ja, in de derde kleuterklas 4. ja, in het eerste leerjaar
1.4
Gedrag en temperament van het kind
9. Geef aan in hoeverre volgende uitspraken van toepassing zijn op uw kind door het juiste cijfer op de schaal te omcirkelen. 1 = helemaal niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing
2 = niet van toepassing 3 = eerder niet van toepassing
5 = wel van toepassing 6 = helemaal van toepassing
Mijn kind 1. Vecht met andere kinderen
1
2
3
4
5
6
2. Helpt andere kinderen uit zichzelf
1
2
3
4
5
6
3. Speelt het liefst alleen
1
2
3
4
5
6
4. Kan goed met andere kinderen opschieten
1
2
3
4
5
6
5. Pest andere kinderen
1
2
3
4
5
6
6. (H)erkent andermans gevoelens, voelt mee
1
2
3
4
5
6
7. Is graag alleen
1
2
3
4
5
6
8. Is bij andere kinderen populair
1
2
3
4
5
6
9. Is agressief
1
2
3
4
5
6
10. Lijkt bezorgd wanneer andere kinderen in nood zijn of verdriet hebben
1
2
3
4
5
6
11. Houdt klasgenootjes op afstand
1
2
3
4
5
6
12. Wordt door andere kinderen gepest
1
2
3
4
5
6
13. Bedreigt andere kinderen
1
2
3
4
5
6
14. Biedt hulp of troost als anderen overstuur zijn
1
2
3
4
5
6
15. Is eenzaat
1
2
3
4
5
6
16. Heeft weinig vrienden/vriendinnen in de klas
1
2
3
4
5
6
17. Is rusteloos, loopt rond, springt op en neer, is niet stil te houden
1
2
3
4
5
6
18. Is vriendelijk tegen klasgenootjes
1
2
3
4
5
6
19. Is bezorgd, maakt zich zorgen over veel dingen
1
2
3
4
5
6
20. Is een wriemelend, zenuwachtig, gejaagd kind
1
2
3
4
5
6
21. Komt ongelukkig, gespannen over
1
2
3
4
5
6
22. Kan met andere kinderen samenwerken
1
2
3
4
5
6
23. Kan zich moeilijk concentreren of aandacht vasthouden
1
2
3
4
5
6
24. Is bang van nieuwe dingen of ongekende situaties
1
2
3
4
5
6
25. Is onoplettend, niet attent
1
2
3
4
5
6
26. Toont belangstelling voor morele kwesties (vb. eerlijkheid)
1
2
3
4
5
6
27. Huilt gemakkelijk
1
2
3
4
5
6
- 3 -
1.5
Gezinssamenstelling
10. Gelieve alle kinderen die deel uitmaken van het gezin in onderstaande tabel te noteren. Gelieve telkens hun naam (voornaam + achternaam), geboortedatum en geslacht te noteren.
Naam van kind(eren)
Geboortedatum
Geslacht (omcirkel)
1) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
2) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
3) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
4) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
5) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
6) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
7) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
8) ……
…. / …. / ………
Jongen / meisje
11. Van het kind waarvoor deze vragenlijst wordt ingevuld 1. zijn mijn huidige partner en ik de oorspronkelijke ouders: ga naar 1.6 2. ben ik de biologische moeder en maakt de wettelijke vader geen deel uit van dit gezin wegens 1. echtscheiding/relatiebreuk sinds ……………… (jaartal) → Hoeveel dagen per maand verblijft het kind bij de vader? …… 2. overlijden in ……………… (jaartal) 3. andere reden (specificeer): …… 3. ben ik de wettelijke vader en maakt de biologische moeder geen deel uit van dit gezin wegens 1. echtscheiding/relatiebreuk sinds ……………… (jaartal) → Hoeveel dagen per maand verblijft het kind bij de moeder? …… 2. overlijden in ……………… (jaartal) 3. andere reden (specificeer): …… 4. zijn ik en (eventueel) mijn partner geen van beide de oorspronkelijke ouders
12. Uw kind 1. is geadopteerd 2. verblijft in een pleeggezin 3. woont bij de grootouders of een ander familielid 4. andere (specificeer): …… 5. niet van toepassing
- 4 -
1.6
Afkomst en thuistaal
In wat volgt maken we af en toe een opsplitsing tussen de ‘moeder’ en ‘vader’ van het kind. Met ‘moeder’ bedoelen we in principe de biologische moeder van het kind. Met ‘vader’ bedoelen we de wettelijke vader. Als u om bepaalde redenen de vragen beantwoordt voor een andere persoon dan de biologische moeder of de wettelijke vader (vb. stiefvader, meemoeder, …), gelieve dit hieronder aan te kruisen en op de stippellijn in te vullen. 1. De vragen hieronder over ‘vader’ zullen niet ingevuld worden voor de wettelijke vader, maar wel voor de …….. 2. De vragen hieronder over ‘moeder’ zullen niet ingevuld worden voor de biologische moeder, maar wel voor de ……. 3. Ons gezin is een éénoudergezin. De hierna volgende vragen zullen niet worden ingevuld als het over de vader / moeder (schrap wat niet past) gaat.
Vb. 1: Indien u de vragen beantwoordt over de stiefvader van uw kind en niet de wettelijke vader, vinkt u het eerste vakje aan en vult op de stippellijntjes ‘stiefvader’ in. Vb. 2: Indien uw gezin uit één ouder bestaat, vinkt u het laatste vakje aan, en doorstreept u die ouder waarvoor de gegevens wel zullen worden ingevuld.
13. Vul in onderstaande tabel het geboorteland van kind, wettelijke ouders en grootouders in en geef verder voor de eerste drie ook de nationaliteit bij geboorte, de huidige nationaliteit (bij dubbele nationaliteit beide opgeven) en het aantal jaren dat reeds onafgebroken in België wordt verbleven (indien het geboorteland niet België is).*
Persoon
Geboorteland
Nationaliteit bij geboorte
Huidige nationaliteit
Verblijfsduur in België
Kind waarover deze vragenlijst gaat
……
……
……
…………
jaar
Moeder
……
……
……
…………
jaar
Vader
……
……
……
…………
jaar
Grootmoeder langs moeders kant
……
Grootvader langs moeders kant
……
Grootmoeder langs vaders kant
……
Grootvader langs vaders kant
……
- 5 -
14. Welke taal spreekt uw kind doorgaans met volgende personen? Met vader
Met moeder
Met broers/zussen
Met vrienden
Nederlands
Nederlands
Nederlands
Nederlands
Frans
Frans
Frans
Frans
Duits
Duits
Duits
Duits
Spaans
Spaans
Spaans
Spaans
Engels
Engels
Engels
Engels
Hebreeuws
Hebreeuws
Hebreeuws
Hebreeuws
Arabisch
Arabisch
Arabisch
Arabisch
Berbers
Berbers
Berbers
Berbers
Turks
Turks
Turks
Turks
Koerdisch
Koerdisch
Koerdisch
Koerdisch
Russisch
Russisch
Russisch
Russisch
Andere: ……
Andere : ……
Andere: ……
Andere: ……
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
15. Welke taal spreken u en uw partner doorgaans onderling? 1. Nederlands 2. Frans 3. Duits 4 Spaans 5. Engels 6. Hebreeuws 7. Arabisch 8. Berbers 9. Turks 10. Koerdisch 11. Russisch 12. Andere (specificeer): …… 13. Niet van toepassing: geen partner
- 6 -
1.7
Opleiding en tewerkstelling
16. Geef met een kruisje aan wat het hoogst behaalde diploma van de (wettelijke) ouders is. Hoogst behaalde diploma (dus niet alle diploma’s)
Moeder
Vader
Geen diploma of getuigschrift Lager onderwijs: Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs Lager secundair onderwijs: Lager beroepssecundair onderwijs Lager technisch secundair onderwijs Lager kunstsecundair onderwijs Lager algemeen vormend secundair onderwijs Lager buitengewoon secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs: Hoger beroepssecundair onderwijs Hoger technisch secundair onderwijs Hoger kunstsecundair onderwijs Hoger algemeen vormend secundair onderwijs Hoger buitengewoon secundair onderwijs Hoger onderwijs: Niet-universitair hoger onderwijs korte type Niet-universitair hoger onderwijs lange type Universitair onderwijs
17. Geef met een kruisje aan wat de arbeidssituatie is van de (wettelijke) ouders. Indien het op dit moment om bevallings- of ziekteverlof gaat, geef dan de situatie van net daarvoor weer. Arbeidssituatie Doet het huishouden, zorgt voor het gezin Verricht betaald werk Is werkloos Is gepensioneerd (ook brug- en pre-pensioen) Is arbeidsongeschikt (invaliditeit, ziekte) Heeft loopbaanonderbreking, tijdskrediet, ... Volgt volledig dagonderwijs
Moeder
Vader
- 7 -
18. Geef met een kruisje aan wat het huidig soort beroep is van de (wettelijke) ouders of welk soort beroep het laatst werd uitgeoefend. Beroep
Moeder
Vader
Arbeider: Geschoold arbeider Ongeschoold arbeider Bediende: Lagere bediende Hogere bediende Directiekader Werkzaam in het onderwijs: (onderwijzend personeel) Basis- of secundair onderwijs Hoger onderwijs of universiteit Andere loontrekkenden: ………… Zelfstandige: Landbouwer Kleine zelfstandige Ondernemingsleider Groothandelaar Vrij beroep Niet van toepassing: nooit beroep uitgeoefend
1.8
Inkomsten en bezittingen
In de volgende reeks willen we u vragen wat de inkomsten en bezittingen van uw gezin zijn. We begrijpen dat dit zeer persoonlijke vragen zijn. In het kader van ons onderzoek zijn dit evenwel zeer zinvolle vragen. Als u toch aanstoot neemt aan deze vragen, hoeft u ze niet in te vullen. 19. Over welke bronnen van inkomen beschikt uw huishouden? (meerdere antwoorden mogelijk). 1. Lonen en wedden 2. Inkomsten uit zelfstandige arbeid (inclusief landbouw) 3. Pensioen 4. Werkloosheidsuitkering 5. Leefloon, bestaansminimum 6. Ziekte- of invaliditeitsuitkering 7. Kindergeld 8. Andere bronnen (specificeer): …… 20. In welke categorie situeert zich het gezamenlijk netto-maandinkomen van het huishouden, alle mogelijke inkomsten meegerekend (nettosom van bovenstaande aangekruiste inkomensbronnen uit vraag 20)? 1. minder dan 1000 euro (40.000 Bef) 2. tussen 1000 euro (40.000 Bef) en 2000 euro (80.000 Bef) 3. tussen 2000 euro (80.000 Bef) en 3000 euro (120.000 Bef) 4. tussen 3000 euro (120.000 Bef) en 4000 euro (160.000 Bef) 5. tussen 4000 euro (160.000 Bef) en 5000 euro (200.000 Bef) 6. meer dan 5000 euro (200.000 Bef)
- 8 -
21. Bezit uw gezin eigendommen (onroerend goed)? 1. neen 2. ja: welke (meerdere antwoorden mogelijk)? 1. woning(en) / appartement(en) / studio(’s) / kamers 2. grond(en) 3. garage(s) (op zich staand, niet verbonden met een huis)
1.9
Zorgen in het gezin
22. Welke gebeurtenissen hebben zich het afgelopen jaar in uw gezin voorgedaan? (meerdere antwoorden mogelijk). 1. Werkloosheid van moeder en/of vader 2. Ernstige gezondheidsproblemen bij het kind of een ander gezinslid 3. Sterfte in de naaste omgeving 4. Overlijden van een dierbaar huisdier 5. Financiële problemen 6. Echtscheiding 7. Brand, inbraak of diefstal 8. Verhuizing 9. Andere (specificeer): …… 10. Niet van toepassing: in ons gezin hebben zich het afgelopen jaar geen ernstige problemen voorgedaan
2.
Sociale leefwereld van het gezin
23. Geef aan in hoeverre volgende uitspraken van toepassing zijn op uw gezin door het juiste cijfer op de schaal te omcirkelen. 1 = helemaal niet van toepassing 2 = niet van toepassing 3 = eerder niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing 5 = wel van toepassing 6 = helemaal van toepassing
Uitspraken 1. Familieleden komen regelmatig op bezoek
1
2
3
4
5
6
2. Wij gaan geregeld op familiebezoek
1
2
3
4
5
6
3. Ons kind gaat regelmatig bij anderen spelen
1
2
3
4
5
6
4. Wij nodigen geregeld kinderen uit om met ons kind te komen spelen
1
2
3
4
5
6
5. Wij hebben heel wat goede vrienden met wie we regelmatig contact hebben
1
2
3
4
5
6
6. Met onze buren kunnen wij het goed vinden, wij hebben geregeld contact
1
2
3
4
5
6
- 9 -
3.
Vrijetijdsbesteding en interesses van het gezin
3.1
Het gezin
24. Tot welke levensbeschouwelijke strekking rekenen u en de andere ouder zichzelf? Moeder
Vader
1. Vrijzinnig
1. Vrijzinnig
2. Christelijk Katholiek
2. Christelijk Katholiek
3. Christelijk Protestants
3. Christelijk Protestants
4. Joods
4. Joods
5. Islamitisch
5. Islamitisch
6. Ongelovig
6. Ongelovig
7. Andere: ……
7. Andere: ……
25. Geef aan in welke mate volgende uitspraken van toepassing zijn op uw gezin door het juiste cijfer op de schaal te omcirkelen. 1 = helemaal niet van toepassing 2 = niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing 5 = wel van toepassing
3 = eerder niet van toepassing
6 = helemaal van toepassing
Uitspraken 1. Met ons gezin kopen we heel wat boeken
1
2
3
4
5
6
2. In ons gezin worden veel boeken gelezen
1
2
3
4
5
6
3. Ons gezin is geabonneerd op tijdschriften en/of kranten
1
2
3
4
5
6
4. Leden uit ons gezin gaan dikwijls boeken halen in de bibliotheek
1
2
3
4
5
6
5. In ons gezin wordt regelmatig over politiek gepraat
1
2
3
4
5
6
6. Leden van ons gezin volgen politiek nieuws, vb. debatten
1
2
3
4
5
6
7. Ons gezin luistert dikwijls naar de nieuwsberichten op de radio
1
2
3
4
5
6
8. In ons gezin wordt dagelijks naar het TV-journaal gekeken
1
2
3
4
5
6
- 10 -
26. Geef aan hoe dikwijls uw kind volgende activiteiten samen met u beoefent. Omcirkel het gepaste cijfer. 1 = nooit/zelden 2 = elke week
3 = meerdere keren per week 4 = dagelijks
Hoe vaak houdt mijn kind zich samen met mij bezig met 1. Gezelschapsspelen
1
2
3
4
2. Denk- en geheugenspelletjes
1
2
3
4
3. Constructiemateriaal zoals lego en puzzels
1
2
3
4
4. Speelgoed zoals poppen, auto’s, winkeltje
1
2
3
4
5. Tekenen, schilderen of knutselen
1
2
3
4
6. Boekjes kijken/lezen of zingen
1
2
3
4
7. Het bezoeken van een dierentuin of kinderboerderij
1
2
3
4
8. Het bijwonen van een toneel- of musicalvoorstelling
1
2
3
4
9. Het bezoeken van een museum of tentoonstelling
1
2
3
4
3.2
1 = nooit
3 = meerdere keren per jaar
2 = zelden
4 = maandelijks
De ouders
27. Welke radiozenders beluistert u het liefst (meerdere antwoorden mogelijk)? 1. Radio1 2. Radio2 3. Radio3 (Klara) 4. Donna 5. Q-music 6. Studio Brussel 7. Lokale vrije zender 8. Buitenlandse zender: welke? …… 9. Andere (specificeer): …… 10. niet van toepassing: Ik luister niet naar de radio
28. Naar welke van onderstaande televisiezenders kijkt u het liefst (meerdere antwoorden mogelijk)? 1. TV1 2. Canvas 3. VTM 4. Kanaal2 5. VT4 6. Regionale televisie 7. Buitenlandse TV-zender: welke? …… 8. Vitaya 9. Andere (specificeer): …… 10. Niet van toepassing: Ik kijk geen TV
- 11 -
4. Levensvisie
4.1.
Opvattingen en doelen in het leven
29. Duidt voor onderstaande uitspraken aan hoe belangrijk u ze vindt. 1 = helemaal niet belangrijk 2 = niet belangrijk 3 = eerder niet belangrijk
4 = eerder wel belangrijk 5 = belangrijk 6 = heel belangrijk
Belangrijk in het leven is dat je … 1. … vooruitkomt in het leven
1
2
3
4
5
6
2. … altijd je uiterste best doet
1
2
3
4
5
6
3. … tevreden bent met wat je hebt
1
2
3
4
5
6
4. … maatschappelijke zekerheid hebt
1
2
3
4
5
6
5. … iets bereikt in het leven
1
2
3
4
5
6
6. … kunt doen wat je leuk vindt
1
2
3
4
5
6
7. … een goed inkomen hebt
1
2
3
4
5
6
8. … aanzien hebt
1
2
3
4
5
6
9. … goede vrienden hebt
1
2
3
4
5
6
10. … je kansen in het leven gebruikt
1
2
3
4
5
6
11. … iets voor anderen kunt betekenen
1
2
3
4
5
6
5.
De (relatie tot de) school en verwachtingen
5.1
Het kind
30. Geef aan in welke mate volgende uitspraken van toepassing zijn op uw kind door het juiste cijfer te omcirkelen op de schaal.* 1 = helemaal niet van toepassing 2 = niet van toepassing 3 = eerder niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing 5 = wel van toepassing 6 = helemaal van toepassing
Mijn kind 1. Vindt school niet leuk
1
2
3
4
5
6
2. Komt graag naar school
1
2
3
4
5
6
3. Amuseert zich op school
1
2
3
4
5
6
4. Vindt de meeste klasactiviteiten plezierig
1
2
3
4
5
6
5. Gaat met tegenzin naar school
1
2
3
4
5
6
- 12 -
5.2
De ouders
31. Geef aan in hoeverre volgende uitspraken van toepassing zijn door het juiste cijfer op de schaal te omcirkelen. 1 = helemaal niet van toepassing 2 = niet van toepassing 3 = eerder niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing 5 = wel van toepassing 6 = helemaal van toepassing
Uitspraken 1. De school geeft voldoende informatie over hoe het met ons kind gaat
1
2
3
4
5
6
2. Wij zijn het vaak niet eens met de school
1
2
3
4
5
6
3. Wij hebben als ouders een goed contact met de school
1
2
3
4
5
6
4. De school geeft voldoende informatie over haar manier van werken
1
2
3
4
5
6
5. Wij voelen ons niet echt welkom op school
1
2
3
4
5
6
6. Wij doen thuis veel om ons kind te ondersteunen op school
1
2
3
4
5
6
7. De school laat duidelijk weten wat je als ouders thuis kunt doen om je kind te helpen
1
2
3
4
5
6
8. De school luistert naar ons
1
2
3
4
5
6
9. Wij voelen ons actief betrokken bij de school
1
2
3
4
5
6
10. De school houdt te weinig rekening met de achtergrond van de kinderen
1
2
3
4
5
6
11. Wij ervaren een grote kloof tussen thuis en school
1
2
3
4
5
6
12. Wij zijn altijd aanwezig op de oudercontacten
1
2
3
4
5
6
13. Wij kunnen altijd met onze vragen en bedenkingen terecht bij de leerkracht van ons kind
1
2
3
4
5
6
5.3. Verwachtingen ten aanzien van uw kind en zijn/haar schoolloopbaan In de volgende reeks willen we u vragen om enkele inschattingen en verwachtingen t.a.v. de schoolloopbaan van uw kind te formuleren. We beseffen dat dit geen gemakkelijke opdracht is en dat dit alles nog in de verre toekomst ligt. Toch zouden we u willen verzoeken deze vragen in te vullen, omdat dit interessant is voor ons onderzoek.
32. Mijn kind situeert zich volgens mij in de klas bij de volgende categorie 1. de sterkere leerlingen 2. de gemiddelde leerlingen 3. de zwakkere leerlingen
33. Ik vermoed dat mijn kind later volgend type van secundair onderwijs zal aankunnen 1. Beroepsonderwijs (B.S.O.) 2. Technisch onderwijs (T.S.O.) 3. Kunstonderwijs (K.S.O.) 4. Algemeen onderwijs (A.S.O.)
34. De kans dat mijn kind ooit hoger onderwijs of universiteit aan zal kunnen, acht ik 1. zeer klein 2. eerder klein 3. eerder groot 4. zeer groot
- 13 -
35. De kans dat mijn kind hoogbegaafd is, acht ik 1. zeer klein 2. eerder klein 3. eerder groot 4. zeer groot
36. Dat mijn kind later naar het algemeen secundair onderwijs zal gaan, vind ik 1. zeer belangrijk 2. vrij belangrijk 3. niet zo belangrijk 4. totaal onbelangrijk
37. Dat mijn kind na het secundair onderwijs zal verder studeren, vind ik 1. zeer belangrijk 2. vrij belangrijk 3. niet zo belangrijk 4. totaal onbelangrijk
38. Geef aan in hoeverre volgende uitspraken van toepassing zijn door het gepaste cijfer op de schaal te omcirkelen.* 1 = helemaal niet van toepassing 2 = niet van toepassing 3 = eerder niet van toepassing
4 = eerder wel van toepassing 5 = wel van toepassing 6 = helemaal van toepassing
Mijn kind 1. kan moeilijk volgen op school
1
2
3
4
5
6
2. heeft duidelijk problemen met leren
1
2
3
4
5
6
3. heeft nood aan extra hulp
1
2
3
4
5
6
4. kan goed leren
1
2
3
4
5
6
5. zal in de toekomst extra zorg nodig hebben
1
2
3
4
5
6
6. Tot slot
39. Wie heeft deze vragenlijst ingevuld? de wettelijke of feitelijke moeder van het kind de wettelijke of feitelijke vader van het kind een medewerk(st)er van de instelling waar het kind verblijft andere: ……
40. Hoe lang hebt u over deze vragenlijst gedaan om hem in te vullen? ………… minuten
- 14 -
41. Indien u nog opmerkingen heeft, mag u deze hier altijd neerschrijven. ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………
Het zou kunnen dat sommige antwoorden voor ons niet helemaal duidelijk zijn. Daarom vragen we u uw naam, adres en telefoonnummer hieronder in te vullen. Ook als u dat niet doet, zijn wij u dankbaar voor de tijd die u hebt vrijgemaakt om deze vragenlijst in te vullen! Naam en achternaam: ………………………………………………………………………………………………… Adres: …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… Telefoonnummer: ………………………………………………………………………………………………………. e-mail: ……………………………………………………………………………………………………………………
Gelieve de ingevulde vragenlijst onder gesloten omslag zo snel mogelijk mee te geven met uw kind naar school. Gebruik hiervoor de briefomslag waarin de blanco vragenlijst zat.
HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!