Vragen uit informatiebijeenkomsten AIAD Vraag Wat betekent de aanstelling in algemene dienst voor de medewerkers?
Antwoord De aanstelling in algemene dienst heeft geen directe consequenties voor medewerkers. In artikel 15:1:10, eerste lid, CAR-UWO, zoals dat gold tot 1 januari 2013, was al geregeld dat een medewerker verplicht is om in het belang van de dienst een andere passende functie te aanvaarden.
Vraag Wat is de definitie van een passende functie in het kader van de plaatsing in het belang van de dienst in het kader van de AIAD?
Antwoord Dat verschilt per situatie en daarom worden de elementen die daarbij van belang zijn genoemd in artikel 2:1B lid 1 CAR. De invulling van het begrip „passende functie‟ in het kader van de AIAD kan en zal in de praktijk afwijken van het begrip „passende functie‟ dat in lokale sociale plannen of statuten wordt gehanteerd. De AIAD is bedoeld om in algemene zin de mobiliteit van medewerkers te vergroten. Een sociaal plan regelt de rechtspositionele gevolgen van een reorganisatie.
Wat wordt verstaan onder ‘het belang van de dienst’? Indien op grond van artikel 2:1B lid 1 CAR een ambtenaar wordt aangewezen voor een andere functie, moet het belang van de dienst de reden zijn voor die aanwijzing. Het dienstbelang is hier geen subjectief gegeven. Het gaat er dus niet om of naar het oordeel van het bevoegd gezag een dienstbelang aanwezig is, maar of er gemeten met objectieve maatstaven van een dienstbelang sprake is.
Antwoord Het tijdelijk verrichten van niet tot de betrekking behorende werkzaamheden (op grond van artikel 2:1 lid 2 CAR) is een minder ingrijpende zaak dan het aanvaarden van een andere betrekking. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de opdracht daartoe te kunnen geven zijn dan ook minder stringent. Het dienstbelang moet – in tegenstelling tot het dienstbelang uit het eerste lid van artikel 2:1B CAR – al aanwezig worden geacht als dat naar het oordeel van het bestuursorgaan het geval is. De rechter zal slechts kunnen toetsen of het bestuursorgaan in redelijkheid tot dat oordeel is gekomen
Vraag Hoe verhouden AIAD en de boventallig-verklaring zich tot elkaar?
Antwoord Bij de AIAD gaat het om plaatsing in een ander functie „in het belang van de dienst‟. Dit kan onder meer aan de orde zijn bij de uitvoering van het mobilteits- of loopbaanbeleid van de gemeente. Herplaatsing na boventallig-verklaring is aan de orde als door werkvermindering of reorganisatie niet alle zittende medewerkers van een organisatie-onderdeel, in de nieuwe organisatie kunnen worden herplaatst.
1
Vraag Artikel 4 lid 4 van de Voorbeeldregeling is opmerkelijk. Hierin staat dat een medewerker in het kader van mobiliteit niet verplicht kan worden een passende functie te aanvaarden. Dit staat toch haaks op de doelstelling van de aanstelling in algemene dienst. Wat is de ratio hier achter en hoe verhoudt deze regel zich tot de doelstelling van de AIAD en met artikel 2 van de voorbeeldregeling (medewerkers zijn in principe inzetbaar op passende functies binnen de hele organisatie?)
Antwoord De voorbeeldregeling geeft invulling aan het met AIAD samenhangende loopbaanbeleid. Het feit dat een medewerker in algemene dienst is betekent niet dat een werkgever een medewerker alle functies dwingend kan opleggen in het kader van loopbaan-/mobiliteitsbeleid. Het zijn dus in eerste instantie twee situaties.
Vraag Kunnen wij lokaal nadere regels stellen ten aanzien van de uitwerking van de aanstelling in algemene dienst?
Antwoord Ja. Bij de LOGA-brief is een voorbeeldverordening als bijlage toegevoegd. Hoe u de aanstelling in algemene dienst verder inhoud geeft is HR-beleid, dat niet thuishoort in de cao. U kunt hierbij denken aan een mobiliteitsbeleid waarin medewerkers een maximale functieverblijftijd hebben.
Vraag Kan het college zelf beslissen om de modelregeling AIAD vast te stellen of is hiervoor instemming van het GO of de OR nodig.
Antwoord In de koptekst van bijlage 4 staat voorbeeldregeling. Het is echter een modelregeling van het LOGA. Als er sprake is van een model dat vastgesteld is door LOGA partijen dan kunnen gemeenten deze overnemen zonder dat daarvoor de tussenkomst of toestemming van het GO of de OR noodzakelijk is. Het college kan de voorbeeldregeling dus vaststellen. Dit is ook overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 lid 3 van de WOR.
Vraag Wat is de betekenis van de AIAD als een medewerker niet functioneert.
Antwoord Deze twee onderwerpen moeten niet met elkaar verward worden. In het geval waarin een medewerker niet voldoende functioneert en pogingen om daar verandering in te brengen niet tot verbetering hebben geleid, dan wordt eerst bekeken of er voor deze medewerker een andere passende functie is binnen de organisatie. Is dit laatste niet mogelijk dan kan tot ontslag worden overgegaan. Het advies is om de problematiek rond disfunctionmeren los te zien van beleid en activiteiten in het kader van de aanstelling in algemene dienst.
Vraag Wat zijn de directe voordelen van de aanstelling in algemene dienst
Antwoord Het gaat vooral om verandering van de “mindset” van medewerkers. Een gemeenteambtenaar zit niet meer 40 jaar bij dezelfde werkgever in de zelfde functie hetzelfde werk te doen. Ontwikkeling,
2
verbreding van de inzetbaarheid, mobiliteit zijn noodzakelijk vanwege de veranderende rol van de gemeente en de veranderingen op de arbeidsmarkt.
Vraag Hoe werkt de AIAD bij een gemeenschappelijke regeling?
Antwoord Als een gemeenschappelijke regeling een rechtspersoon is dan zijn medewerkers in dienst van de GR en hebben daar een aanstelling in algemene dienst.
Vraag Geldt de AIAD ook voor de vrijwilliger bij de brandweer?
Antwoord Nee, de car uwo is niet integraal van toepassing op de vrijwilligers bij de brandweer; alleen hoofdstuk 19 is van toepassing. Dit betekent dat de regels over de algemene dienst niet van toepassing zijn op de vrijwilligers.
Vraag Kan de gemeentesecretaris in algemene dienst aangesteld worden?
Antwoord Ook de gemeentesecretaris kan in algemene dienst worden aangesteld in de functie van Gemeentesecretaris
Vraag Geldt de AIAD ook voor de medewerkers van de griffie?
Antwoord. Na vaststelling van de gewijzigde arbeidsvoorwaarden door de Raad, zijn ook giffiemedewerkers in algemene dienst aangesteld, binnen het bereik van de werkorganisatie van hun werkgever (de Raad). De gemeenteraad zal de wijzigingen in de rechtspositie moeten vaststellen, alsmede de lokale regeling en zal de griffier en de griffiemedewerkers moeten informeren.
3
Vragen uit informatiebijeenkomsten ILB Vraag Geldt het individueel loopbaanbudget ook voor het beroepsbrandweerpersoneel.
Antwoord Ja, in principe wel omdat deze aanspraak niet is uitgesloten voor beroepsbrandweerpersoneel.
Vraag Hoe verhoudt het ILB zich met het tweede loopbaanbeleid.
Antwoord Het opleidingenbeleid zoals dat in het kader van het tweede loopbaanbeleid is uitgewerkt is ruimer dan het ILB. Dit valt onder de bepalingen van artikel 17:3 lid 2.
Vraag Hoe kan een zo groot mogelijke samenloop tussen het individuele loopbaanbelang (medewerker) en het collectieve mobiliteitsbelang (gemeente) worden verkregen?
Antwoord Door vanuit de gemeente (of samen met andere gemeenten) een zo breed mogelijk opleidingsaanbod te realiseren, waar medewerkers ook met hun loopbaandoelstelling terecht kunnen.
Vraag Wat moet in verband met de besteding van het ILB worden verstaan onder “loopbaangerelateerd” en “reëel loopbaanperspectief” (art.17:3 lid 3 en 4)?
Antwoord Met deze bewoordingen wordt aangegeven dat de besteding van het ILB de loopbaanperspectieven en de toekomstige inzetbaarheid van de medewerkers ten goede moet komen. Dit hoeft niet perse binnen het eigen organisatieonderdeel of de eigen gemeente te zijn en de besteding kan ook ten goede komen aan de wens van een medewerker om een wending aan zijn/haar loopbaan te geven. M.b.t. loopbaanperspectief moet niet alleen aan verticale loopbaanbewegingen worden gedacht, maar ook aan horizontale bewegingen.
Vraag Hoe moet ILB financieel geregeld worden? Voorzieningen, reserveringen mogen niet in kader van BBV.
Antwoord In het kader van het BBV ligt het voor de hand om deze aanvragen (de afspraken in het kader van het ILB) als verplichtingen op de balans op te nemen.
4
Vragen uit informatiebijeenkomsten Hoofdstuk 10d Vraag Wat is er gewijzigd in hoofdstuk 10d?
Antwoord Er is een nieuwe paragraaf over Van werk naar werk ingevoegd voor re-organisatieontslag (8:3 ontslag). Voor de andere ontslaggronden zijn er geen wijzigingen. Er zijn ook geen wijzigingen in de bepalingen over de boven- en nawettelijke uitkeringen. Wat ook niet gewijzigd is dat de bepalingen voor 8:3 ontslag alleen gelden voor medewerkers die langer dan 2 jaar in dienst zijn van de gemeente.
Vraag Wat is het effect van het nieuwe hoofdstuk 10d op al genomen Individuele besluiten?
Antwoord Deze wijzigen niet, en vallen niet onder het nieuwe hoofdstuk 10d.
Vraag Wanneer start het VWNW traject?
Antwoord De datum van de boventalligverklaring markeert de start van het van-werk-naar-werk-traject. De boventalligverklaring is een besluit dat vatbaar is voor beroep en bezwaar. Hier gaat echter geen opschortende werking van uit.
Vraag In artikel 10d:15 wordt gesproken over een gecertificeerd loopbaanadviseur? Wanneer is iemand gecertificeerd?
Antwoord Een loopbaanadviseur is gecertificeerd als deze voldoet aan de professionele kwaliteitseisen van de beroepsgroep van loopbaanbegeleiders ofwel aantoonbaar daartoe gevolgde opleidingen en/of relevante ervaring heeft. Deze persoon kan ook in dienst zijn van de gemeente.
Vraag Mag de VWNW-commissie dezelfde zijn als de bezwaar- en beroepcommissie?
Antwoord Nee, dit mag niet. Indien er echter al een commissie is met een vergelijkbaar doel als de paritaire toetsingscommissie, namelijk toezien op de uitvoering van een reorganisatie, mag deze commissie worden gehandhaafd. Wel moet deze bestaande commissie dan vergelijkbare bevoegdheden krijgen als die zijn voorzien in hoofdstuk 10d voor de paritaire toetsingscommissie
Vraag Wat moeten wij nog lokaal regelen nu hoofdstuk 10d aangepast is?
Antwoord In geval van reorganisatie moet lokaal in ieder geval nog het reorganisatieplan incl. plaatsingsvolgorde worden vastgesteld alsmede de bij de reorganisatie betrokken formatie. Ook moet
5
u lokaal de Van Werk naar Werk Commissie instellen en de kaders voor het flankerend beleid vastleggen.
Vraag Wanneer is de voorzitter van de paritaire commissie (artikel 10d:24) onafhankelijk?
Antwoord Als hij door de andere commissieleden als zodanig wordt gezien.
Vraag Hebben medewerkers met een tijdelijke aanstelling ook aanspraak op een VWNW-traject?
Antwoord Medewerkers die langer dan 2 jaar bij de gemeente in dienst zijn, hebben na boventallig-verklaring recht op het doorlopen van het VWNW-traject, voor de resterende duur van hun aanstelling (deze loopt wel van rechtswege af!)
Vraag Zijn er met de belastingdienst afspraken gemaakt over de fiscale behandeling van vergoedingen en voorzieningen die in het kader van het flankerend beleid aan (vertrekkende) medewerkers worden toegekend; bijv. in de vorm van een vertrekpremie?
Antwoord Nee daarover zijn geen afspraken gemaakt. Bij twijfel is het raadzaam om een voorgenomen voorziening aan uw Belastinginspecteur voor te leggen.
Vraag Wat moet er gebeuren als een medewerker onder het „oude regime‟ (hfdst 10d/sociaal plan) tot herplaatsingskandidaat is bestempeld, maar er nog geen ontslagbesluit is genomen?
Antwoord Het ontslagbesluit moet alsnog worden genomen op grond van het dán geldende regime.
Vraag In hoofdstuk 10d wordt gesproken over een sociaal plan. Onze gemeente heeft een sociaal statuut dat van onbeperkte duur is. In situaties van reorganisatie wordt telkens een sociaal plan overeengekomen met de vakbonden. In ons sociaal statuut staat een re-integratietermijn van 12 maanden. Moet ik er nu vanuit gaan dat bovenop hetgeen in het sociaal statuut staat wij in het sociaal plan nog een VWNW traject moeten aanbieden van twee jaar. Met andere woorden: is er sprake van “stapelen”.
Antwoord In artikel 10d:3 is de samenloop met lokale afspraken geregeld. Als er lokaal een sociaal statuut geldt met een re-integratietermijn van 12 maanden dan wordt in het GO besproken wanneer tot herziening hiervan wordt gekomen. Zolang er geen nieuwe afspraken gemaakt zijn geldt het bestaande sociaal statuut en kan er geen beroep gedaan worden op de aanspraken over VWNW uit hoofdstuk 10d.
Vraag Wat als medewerker en werkgever niet tot het maken van afspraken over het VWNW contract komen? Stelt het College deze dan eenzijdig vast?
6
Antwoord Ja, ook al is dit niet zo expliciet vastgelegd. Het college kan het dan eenzijdig vaststellen.
Vraag Kan een VWNW-commissie voor meerdere gemeenten of GR-en werken?
Antwoord Ja, dat is mogelijk en in gevallen waarin weinig geschillen worden voorzien is dit zelfs aan te bevelen. De commissie moet wel door elk van de deelnemende gemeenten / GR-en worden aangewezen..
7