Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Cörüz, Bouchibti, Dibi en Agema over het bericht dat managers de jeugdzorg tonnen kosten. (2070823440, 2070823430, 2070823340, 2070823440, 2070823430,, 2070823450) 2070823440 Vragen van het lid Çörüz (CDA) aan de minister voor Jeugd en Gezin over het bericht dat incompetente managers de jeugdzorg tonnen kosten. (Ingezonden 24 juni 2008) Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van het bericht 'enorme bedragen managers jeugdzorg'? 1) Antwoord 1 Ja Vraag 2 Kunt u uitleggen waarom de sector jeugdzorg zo’n behoefte heeft aan duurbetaalde interimmanagers? Kan de sector niet voorzien in deze vacatures middels reguliere banen? Antwoord 2 Het personeelsbeleid is een verantwoordelijkheid van de instellingen, de achterliggende redenen van elke inhuur van een interim-manager zijn mij niet bekend. Ook in instellingen in de jeugdzorg is de continuïteit van de dienstverlening een zodanige zware factor van belang dat het in tal van gevallen bezwaarlijk is om te wachten totdat een vacature kan worden ingevuld met een regulier dienstverband. Bovendien is het soms doelmatig om een tijdelijke manager de gelegenheid te geven om veranderingen in de organisatie aan te brengen opdat zijn/haar opvolger de zaak zonder belasting met de emoties die veranderingsprocessen met zich brengen, de zaak verder kan leiden. Vraag 3 Herinnert u zich het punt dat het CDA maakte bij één van de laatste AO’s over jeugdzorg, waarbij werd gewezen op de hoge overheadkosten bij Bureaus Jeugdzorg en uw mondelinge en schriftelijke beantwoording dat hierop actie zou worden ondernomen? Hoe verhouden deze betalingen, een onderdeel van overhead, zich tot de voorgenomen reductie van overheadkosten? (van iedere euro moet een zo groot mogelijk deel bij de hulpbehoevende jongere komen) Antwoord 3 In het Algemeen Overleg van 13 november 2007 heb ik in mijn reactie op uw vragen aangegeven dat met de invoering van de nieuwe financieringssystematiek ook ingezet wordt op het verhogen van doelmatigheid. Onderdeel daarvan is het reduceren van onnodige bureaucratie. De inhuur van interim-managers leidt niet per definitie tot een toename van de overheadkosten, bijvoorbeeld indien deze interim-managers een doelmatiger organisatie creëren. Ik zal de provincies en grootstedelijke regio’s er nogmaals op aanspreken dat naast de rechtmatigheid ook de doelmatigheid wordt gewaarborgd met het toezicht dat zij op hun instellingen uitoefenen. Vraag 4 De provincies en grootstedelijke regio’s zijn verantwoordelijk voor Bureaus Jeugdzorg en daarmee ook voor de betalingen aan (interim-)managers. Kan de minister aangeven of zij deze betalingen hebben goedgekeurd? Kan er worden geconcludeerd dat de constante vragen om rijksmiddelen vanuit provincies mede wordt veroorzaakt door de dure inhuur van interims. Antwoord 4 Het is mij niet bekend of provincies en grootstedelijke regio’s vooraf goedkeuring hebben gegeven aan kosten voor interim-managers. Het toezicht op de doelmatige uitvoering behoort echter wel tot de taken van de provincies en grootstedelijke regio’s. Er is niet een directe relatie te leggen tussen de inhuur van interim-personeel en benodigde middelen, zie verder antwoord 2.
Vraag 5 Kunt u een overzicht geven van het aantal managers respectievelijk interim-managers werkzaam zijn bij Bureaus Jeugdzorg en welk percentage van het budget van deze bureaus opgaat aan hun beloning? Antwoord 5 Nee, deze gegevens zijn niet beschikbaar. 1) RTL nieuws, 19 juni 2008, 19.30 uur en Teletekst, 19 juni 2008 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Agema (PVV), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070823330), van het lid Dibi (GroenLinks), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070822340) en van het lid Bouchibti (PvdA), ingezonden 24 juni 2008 (vraagnummer 2070823430) 2070823430 Vragen van het lid Bouchibti (PvdA) aan de minister voor Jeugd en Gezin over de topsalarissen in de jeugdzorg. (Ingezonden 24 juni 2008) Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van het artikel “Managers kosten jeugdzorg tonnen”? 1) Antwoord 1 Ja Vraag 2 Is het waar dat Bureau Jeugdzorg Amsterdam de afgelopen jaren 825 duizend euro heeft betaald aan afkoopsommen? Zo ja, deelt u de mening dat deze bedragen in de jeugdzorg ongepast zijn? Antwoord 2 De Stadsregio Amsterdam heeft mij bevestigd dat in de afgelopen 9 jaar aan in totaal 9 mensen € 825.000 aan afkoopsommen is betaald door Bureau Jeugdzorg Amsterdam. De Stadsregio Amsterdam heeft de afkoopsommen beoordeeld en is van mening dat de bedragen niet onredelijk zijn. Vraag 3 Is de bewering waar dat dure interim-managers ingehuurd zijn bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam? Zo ja, heeft u inzicht in de redenen waarom zoveel managers het veld moesten ruimen en vervangen werden door interim-managers die meestal veel duurder zijn? Antwoord 3 De Stadsregio Amsterdam heeft mij aangegeven dat er in 2007 een regiodirecteur voor beperkte tijd is ingehuurd. Inmiddels is in de vacature voorzien. Vraag 4 Speelt het probleem van dure interim-managers alleen in Amsterdam of worden er ook bij andere Bureaus Jeugdzorg dure interim-managers aangesteld? Kunt u een volledig overzicht geven van alle bij de Bureaus Jeugdzorg werkende functionarissen (vast en interim) die meer verdienen dan de Balkenende-norm? Antwoord 4 Voor zover nu bekend worden interim-managers soms ook bij andere Bureaus Jeugdzorg ingehuurd. Van interim-managers is alleen bekend welke omzet ze voor hun bureau genereren. Ik zal u nader informeren over de vraag of vaste krachten meer dan 130% van een ministerssalaris
(commissie Dijkstal) verdienen. Voor interim-managers is een vergelijking met de norm van 130% niet mogelijk. Vraag 5 Welke gevolgen hebben de dure interim-managers en de hoge afkoopsommen op het budget dat beschikbaar is voor kinderen met problemen? Antwoord 5 Zie antwoorden 2 en 4 aan Kamerlid Cörüz (CDA, 2070823440) Vraag 6 Kunt u aangeven hoe de salarissen zich hebben ontwikkeld sinds de invoering van de Wet op de Jeugdzorg? Antwoord 6 Ik zal u later een overzicht doen toekomen van de ontwikkeling van de CAO-salarissen. 1) de Volkskrant, “managers kosten jeugdzorg tonnen”, 18 juni 2008 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Agema (PVV), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070823330) en van het lid Dibi (GroenLinks), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070822340) 2070823340 Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minster voor Jeugd en Gezin over managers die de jeugdzorg tonnen kosten. (Ingezonden 19 juni 2008) Vraag 1 Deelt u de mening dat het budget in de jeugdzorg voornamelijk besteed moet worden aan de directe hulp aan jongeren? Zo ja, hoe gaat u dat bevorderen? Zo neen, waarom niet? Antwoord 1 Zoals ik aangegeven heb in mijn brief van 19 juni 2008 ben ik actief in gesprek met de provincies en grootstedelijke regio’s over doelmatige besteding van middelen in de jeugdzorg. Ik zal dit punt daarbij betrekken. Vraag 2 Vindt u het onwenselijk dat Bureau Jeugdzorg geld oppot dat eigenlijk bedoeld is voor hulpverlening aan jongeren? Bestaat er een maximaal bedrag aan het mogen opbouwen van reserves? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe en wanneer gaat u dat regelen? Antwoord 2 Provincies en grootstedelijke regio’s mogen zelf de regels vaststellen voor het vormen van egalisatiereserves door gesubsidieerde instellingen. Meestal wordt daar een maximum aan gesteld van 10% van de instellingssubsidie. Binnen provincies en grootstedelijke regio’s moet verantwoording worden afgelegd aan de Provinciale Staten of het Dagelijks Bestuur van de grootstedelijke regio. Zie verder antwoord 5 aan Kamerlid Agema (PVV, 2070823450) Vraag 3 Deelt u de mening dat mismanagement niet mag worden beloond met een ontslagbonus? Zo ja, wat bent u van plan om dat in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen? Antwoord 3 De afronding van een dienstverband van medewerkers (ook die van instellingen in de jeugdzorg) is een zaak tussen de werkgever en werknemer. Veelal wordt dat ingekaderd door CAO-
bepalingen, maar in ieder geval gelden daarvoor de regels die in het ontslagrecht zijn opgenomen. Bij verschil van mening tussen beide partijen is de kantonrechter de bevoegde instantie om daarover als arbiter bindende uitspraken te doen. Ik ga er vanuit dat de werkgevers, ook de werkgevers in de semi-publieke sector, daarbij een doelmatige variant van afscheid nemen kiezen opdat er zoveel mogelijk budget besteed kan worden aan het primaire proces. Vraag 4 Bent u het met de Amsterdamse wethouder Asscher eens, dat het onderzoek dat in Amsterdam is gedaan naar de organisatie van het jeugdbeleid landelijk moet worden uitgevoerd? Zo ja, wanneer informeert u de Kamer over een dergelijk onderzoek? Zo neen, waarom niet? Antwoord 4 Het onderzoek in Amsterdam betreft de gemeente Amsterdam. Als aan een dergelijk onderzoek behoefte bestaat bij andere gemeenten kunnen ze hier zelf initiatief toe nemen. Vraag 5 Bent u bereid bovenstaande vragen te beantwoorden vóór 26 juni, gezien het geplande AO over de jeugdzorg? Antwoord 5 Ja 1) www.volkskrant.nl, 18 juni 2008 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Agema (PVV), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070823330) 2070823330 Vragen van het lid Agema (PVV) aan de minister voor Jeugd en Gezin over het bericht dat incompetente managers de jeugdzorg tonnen kosten. (Ingezonden 19 juni 2008) Vraag 1 Bent u bekend met het bericht “Managers kosten Jeugdzorg tonnen”? 1) Antwoord 1 Ja Vraag 2 Wat is uw reactie op het feit dat Bureau Jeugdzorg Amsterdam de afgelopen jaren 825 duizend euro heeft uitbetaald aan afkoopsommen van incompetente managers, en dat er daardoor minder budget beschikbaar was voor hulp aan jongeren in problemen? Vraag 3 Hoeveel kinderen kregen als gevolg van dit wanbeleid geen zorg, terwijl ze het wel nodig hadden? Antwoorden 2 en 3 De afronding van een dienstverband van medewerkers (ook die van instellingen in de jeugdzorg) is een zaak tussen de werkgever en werknemer. Veelal wordt dat ingekaderd door CAObepalingen, maar in ieder geval gelden daarvoor de regels die in het ontslagrecht zijn opgenomen. Bij verschil van mening tussen beide partijen is de kantonrechter de bevoegde instantie om daarover als arbiter bindende uitspraken te doen. Ik ga er vanuit dat de werkgevers, ook de werkgevers in de semi-publieke sector, daarbij een doelmatige variant van afscheid nemen kiezen opdat er zoveel mogelijk budget besteed kan worden aan het primaire proces.
De Stadsregio Amsterdam heeft mij bevestigd dat in de afgelopen 9 jaar aan in totaal 9 mensen € 825.000 aan afkoopsommen is betaald door Bureau Jeugdzorg Amsterdam. De Stadsregio Amsterdam heeft de afkoopsommen beoordeeld en is van mening dat de bedragen niet onredelijk zijn. Vraag 4 Deelt u de mening dat - zoals aangegeven in het bericht - het een goed idee is om nu eindelijk eens in kaart te brengen waaraan de vele miljoenen die landelijk in de jeugdzorg worden gepompt nou eigenlijk precies worden besteed? Antwoord 4 Het systeem van verantwoording over de besteding van het geld is vastgelegd in de Wet op de jeugdzorg. Uit de jaarlijkse verantwoording van de provincies en grootstedelijke regio’s aan het Rijk blijkt waar het beschikbaar gestelde geld aan is besteed. Vraag 5 Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg van 26 juni aanstaande? Antwoord 5 Ja 1) de Volkskrant, 18 juni 2008, ‘Managers kosten jeugdzorg tonnen’ 2070823450 Vragen van het lid Agema (PVV) aan de minister voor Jeugd en Gezin over het bericht dat tientallen managers in de jeugdzorg 20.000 tot 30.000 euro per maand verdienen. (Ingezonden 24 juni 2008) Vraag 1 Wat is uw reactie op het bericht “Interim-managers jeugdzorg peperduur”? 1) Vraag 2 Is het waar dat tientallen managers in de jeugdzorg 20.000 tot 30.000 euro verdienen? Zo ja, wat vindt u daarvan? Antwoord 1 en 2 De verantwoordelijkheid voor de inhuur van interim-managers ligt bij zorgaanbieders en Bureaus Jeugdzorg. De provincies en grootstedelijke regio’s oefenen toezicht uit op deze instellingen. Zie verder de antwoorden 2 en 4 aan Kamerlid Cörüz (CDA, 2070823440) Vraag 3 Is het waar dat falende managers vaak tonnen aan afkoopsommen en vertrekpremies meekrijgen? Zo ja, wat vindt u daarvan? Antwoord 3 De afronding van een dienstverband van medewerkers (ook die van instellingen in de jeugdzorg) is een zaak tussen de werkgever en werknemer. Veelal wordt dat ingekaderd door CAObepalingen, maar in ieder geval gelden daarvoor de regels die in het ontslagrecht zijn opgenomen. Bij verschil van mening tussen beide partijen is de kantonrechter de bevoegde instantie om daarover als arbiter bindende uitspraken te doen. Ik ga er vanuit dat de werkgevers, ook de werkgevers in de semi-publieke sector, daarbij een doelmatige variant van afscheid nemen kiezen opdat er zoveel mogelijk budget besteed kan worden aan het primaire proces. Vraag 4 Deelt u de mening dat het onbestaanbaar is dat dit gebeurt terwijl er duizenden kinderen wachten op zorg?
Antwoord 4 Het is mij niet bekend of provincies en grootstedelijke regio’s vooraf goedkeuring hebben gegeven aan kosten voor interim-managers. Het toezicht op de doelmatige uitvoering behoort echter wel tot de taken van de provincies en grootstedelijke regio’s. Er is niet een directe relatie te leggen tussen de inhuur van interim-personeel en benodigde middelen. Vraag 5 Deelt u de mening dat het hoog tijd wordt de hele sector van jeugdzorg van macro tot micro door te kammen en uit te vinden wat er met de jeugdzorgmiljoenen gebeurt en is gebeurd? Zo ja, wanneer kunnen we de uitkomsten van dat onderzoek verwachten? Antwoord 5 Het systeem van verantwoording over de besteding van het geld is vastgelegd in de Wet op de jeugdzorg. Uit de jaarlijkse verantwoording van de provincies en grootstedelijke regio’s aan het Rijk blijkt waar het beschikbaar gestelde geld aan is besteed. Vraag 6 Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg van 26 juni? Antwoord 6 Ja 1) Telegraaf.nl, Interim-managers jeugdzorg peperduur, 20 juni 2008 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Agema (PVV), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070823330), van het lid Dibi (GroenLinks), ingezonden 19 juni 2008 (vraagnummer 2070822340), van het lid Bouchibti (PvdA), ingezonden 24 juni 2008 (vraagnummer 2070823430) en van het lid Çörüz (CDA) ingezonden 24 juni 2008 (vraagnummer 2070823440)