VPW info nl •
2007 nummer 3
Kwartaalblad van VPW Nederland Beroepsvereniging van r.-k.pastores Palestrinastraat 1b, 3533 EH Utrecht • T 030 293 33 15 E
[email protected] • W www.vpwinfo.nl
Pastoraal beleid, bestuur en beheer
Spelregels in het parochiepastoraat
VPW Nederland Beroepsvereniging van r.- k. pastores
colofon
•
VPWinfo.nl is het kwartaalblad van VPW Nederland, Beroepsvereniging van r.-k.pastores. ISSN 1574-9916. Nr. 3, oktober 2007.
VPWinfo.nl
Genoeg inhoud De afgelopen drie jaar hebben wij ons ingezet om tot een gesprek met de bisschoppen te komen. Op diocesaan niveau lukt dat met wisselend succes, maar landelijk heerst er in onze kerk een groot zwijgen. Het gesprek komt niet opgang. Vanwege alle gevoeligheden heeft het bestuur zich de afgelopen jaren voorzichtig uitgelaten over wat wij vinden. Sommige leden missen het uitspreken waar de VPW voor staat. Dat is niet goed en wij hebben wat te zeggen, dat de moeite waard is om gehoord te worden en dat zullen we gaan doen. Het risico is wel dat we weer terug bij af zijn: het wisselen van meningen over grote afstand zonder dat er ook maar iets van gezamenlijkheid ontstaat. Die is meer dan ooit nodig: de kerk is al teveel een eiland aan het worden zonder oeververbinding met het vaste land van de samenleving. We hebben genoeg inhoud om te weten wat we te zeggen hebben, maar we hebben nog geen manieren gevonden om het zo te zeggen dat het gehoord wordt en tot een gemeende reactie leidt. Er komen van verschillende kanten initiatieven die stroken met ons voornemen, maar waar het bestuur de aarzeling heeft of het niet teveel terug gaat naar 8 mei 1985 en die dag is geweest. Wij hebben nog een hoop te bedenken, maar een ding is zeker: wij gaan van ons laten horen.
• Redactie VPWinfo.nl M. Bijleveld (redactiesecretaris), N. Bulter (hoofdredacteur), D. Gies, N. Morpey, J. van Lente (ontwerper). • Redactiesecretaris Marije Bijleveld, Postduifstraat 7, 6227 AZ Maastricht, T 043 - 361 89 03, E
[email protected] • Secretariaat Palestrinastraat 1b, 3533 EH Utrecht, T 030 - 293 33 15, E
[email protected] W www.vpwinfo.nl
• Grafisch ontwerp en opmaak, fotografie en illustraties Jeroen van Lente Grafisch ontwerper, Kattenbosch 15, 5243 SE Rosmalen, T 073 522 98 55, E
[email protected] Foto’s door de auteurs aangeleverd: pagina 5, 8, 10 en 21. • Druk Drukkerij BiblovanGerwen, Den Bosch.
Organisatie VPW Nederland • Secretariaat VPW Nederland N. Bulter (beleidsmedewerker) L. Westerveld (secretaresse) Palestrinastraat 1b, 3533 EH Utrecht, T 030 - 293 33 15. • Dagelijks bestuur R. Braakhuis, Kenyadreef 2, 3564 CM Utrecht, 030 - 273 12 06(w), 030 - 261 14 34 (pr), T. Beugelsdijk, Wolfslaar 36, 4907 LV Oosterhout, 0162 - 453 085, L. Epskamp, Vossenberg 9, 4847 AT Teteringen, 076 - 581 03 31, P. Gabriël, Zwolse Anjer 8, 2631 SR Nootdorp, 015 - 310 89 36. • Bestuur C. van Beek, T. Beugelsdijk, R. Braakhuis, E. Claassens-Wanders, E.J. van Dijl, L. Epskamp, P. Gabriël, M. Th. v.d. Loo, L. Mesman, W. Paassen, N. Ploegmakers, J. van Rooij, J. Siemons, K. Tolboom. • Bureau Arbeidsverhoudingen (BAV) M. Bruijns, N. Bulter, H. Paulissen. • Bolwerk Advocaten Mw. mr. J.M.A.P. van Pul. • Financiële administratie H. Kroon. • Landelijke Commissie Pastoraat en Opleiding (LCPO) L. Epskamp, J. Lamberts, D.Mulder, J. Rens. • Landelijke Kommissie Rechtspositie (LKR) N. Bulter, J. Deckers, S. van Diepen, S. Draisma, G. Kester, T. van de Rijken, wko, P. van Schagen. • Tuchtcollege W. Blezer-van der Walle, R.J. Bunnik (secr), R.G.W. Huysmans, A.P.H. Meijers (vz), J.W. Nibbelke, Chr. Nolet, K.W. Walf. • Website H. Fleurke, webmaster.
Roel Braakhuis, voorzitter
Verzoek aan onze leden! Als er iets verandert in uw gegevens wilt u
Diocesane VPW’s VPW Den Bosch • Secretariaat VPW Nederland Palestrinastraat 1b, 3533 EH Utrecht, T 030 - 293 33 15. • Coördinatiegroep J. van Duijnhoven, J. Rens, M. Rijpkema, J. van Rooij, J. Siemons. VPW Breda • Secretariaat F.M. Vermeulen, Flora Hove 24, 4702 EZ Roosendaal, 0165 - 53 45 06. • Werkgroep Arbeidsverhoudingen F. Vermeulen, Flora-hove 24, 4702 EZ Roosendaal, T 0165-534506. VPW Groningen-Leeuwarden • Secretariaat N.G. ten Wolde, Túnkerij 56, 8501 TK Joure, 0513 - 41 95 66 (w), 0513 - 41 42 92 (pr), www.vpw-groningen.nl. • Werkgroep Arbeidsverhoudingen W. van Harmelen, p/a Adm. Helfrichstraat 74, 9801 GJ Zuidhorn, T 058 - 266 03 01. VPW Haarlem • Secretariaat J.C.J. Verbruggen, Meerkoet 6, 1745 HJ Spanbroek, 0226 - 351 951. • Werkgroep Arbeidsverhoudingen M. Bruijns, Snuiverstraat 2, 1561 HD Krommenie, T 075 - 628 12 08. VPW Limburg • Secretariaat E. Claassens-Wanders, St. Franciscusweg 43, 6416 ET Heerlen, T 045 - 572 08 74. VPW Rotterdam • Secretariaat M.Th. van de Loo, J.C. Lansstraat 36, 2551 HN Den Haag, T 070 - 404 20 01. • Kommissie Arbeidsverhoudingen P. van Schagen, Sterzegge 5, 2318 ZG Leiden, T 010 - 418 10 41. VPW Utrecht • Secretariaat T. Copier, Uilvlinder 2, 3822 AC Amersfoort, T 033 - 455 04 59. • Commissie Rechtspositie L. Geurts, Lorentzstraat 9, 7316 GJ Apeldoorn, T 055 - 521 94 24.
dan zo vriendelijk zijn dit door te geven aan
i nh o u d Iedere parochie heeft een bestuur nodig. Een bestuur dat handelt volgens de spelregels van besturen. Het ene bestuur is daar goed toe in staat, het andere bestuur heeft er weinig kaas van gegeten, heeft begeleiding nodig. Voor de pastor is de kernvraag: hoe kan ik de pastoraal-inhoudelijke visie zo overbrengen dat deze vertaald wordt in beleid en jaarprogramma’s? Het bestuur, dat faciliterend en adviserend is inzake de pastorale inhoud, en de pastor, die pastoraal gezien de leiding heeft, dienen wel samen op te trekken, er samen uit te komen, tot gezamenlijk handelen te komen. Lukt dat? Twee praktijkverhalen geven een kijkje in de keuken van het pastorale leiderschap. Petra Stassen reflecteert op beide verhalen en legt de lat hoog: besturen is meer dan management, vertrekt vanuit visie. Besturen is een vak, dat geleerd moet worden, door bestuursleden én pastores. Er is nog een lange weg te gaan. De Wet Poortwachter heeft de werkgevers direct verantwoordelijk gesteld voor de bestrijding van het ziekteverzuim. Ook van de werknemers wordt een actieve opstelling verwacht. Onder invloed daarvan wordt sinds 2005 in meerdere bisdommen gewerkt met een ziekteverzuimprotocol. We zetten de feiten op een rij en geven een impressie van de ervaringen tot nu toe.
De Praktijk 4 Pastoraal beleid, bestuur en beheer paragraaf 4.1.3 uit het Beroepsprofiel Parochiepastor 4 Pastoraal beleid aan de boorden van de Oude IJssel André Monninkhof
8 Pastor met beleid Hans Harmsen
De Rubrieken 7 Gelezen Geloven in het publieke domein Piet van Hooijdonk
13 Beroepsethiek Wees voorzichtig met de beroepscode! Lysbeth Minnema
14 Nieuws uit de VPW’s De Reflectie 10
Besturen is een vak dat geleerd moet worden mr. Petra M.M. Stassen
16
Ziek zijn om te herstellen In meerdere bisdommen is sinds enige tijd een ziekteverzuimprotocol van kracht. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Nico Bulter
23 Een beroep in ontwikkeling Pastoraal werk(st)ers in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
Nico Bulter
15 Onze rechtspositie Nico Bulter
21 Pastor en internet Hoe lang leeft de monoloog nog ? Matthé Bruijns
22 Permanent leren Een selectie uit het scholingsaanbod voor pastores Paul van Gerven
32 Bert van Kooten Van oude mensen en dingen, die voorbijgaan
Ton Beugelsdijk
24 Ambt en wijding in kerkjuridisch perspectief Dr. A.P.H. Meijers
26 Over de schutting kijken De inleidingen van Ton van Eijk en Ton Meijers tijdens de Algemene Ledenvergadering van 7 juni j.l. geven een actueel beeld van de ambtsdiscussie in binnen- en buitenland.
Dr. A.H.C van Eijk
Inleidingen gehouden tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VPW Nederland op 7 juni 2007.
ons secretariaat: Postbus 8579, 3503 RN Utrecht of
[email protected]. Denk daarbij aan: • Adresgegevens • Verandering van werkkring of werksoort • Arbeidsduurverandering (bijvoorbeeld van full-time naar half-time) • Het overgaan van studentlid naar werkend lid.
VPWinfo.nl • oktober 2007
3
Pastoraal beleid, bestuur en beheer Het Beroepsprofiel Parochiepastor - geen last maar een lust om mee te werken - is een richtsnoer voor het pastoraal handelen. De bijdragen in deze aflevering geven een concrete uitwerking aan paragraaf 4.1.3. ‘Zorg dragen voor pastoraal beleid, bestuur en beheer’. 4.1.3 Zorg dragen voor pastoraal beleid, bestuur en beheer De parochiepastor verricht taken (vooral inhoudelijke advisering) ten behoeve van het pastoraal beleid, het bestuur en het beheer van de geloofsgemeenschap, zowel op het niveau van de visieontwikkeling als op het niveau van de beleidsontwikkeling. Hij draagt daarbij zorg voor openheid naar de andere geloofsgemeenschappen in het parochieverband, in het dekenaat of vicariaat, en in bisdom en wereldkerk. Deze taak omvat met name de volgende activiteiten: • het ontwikkelen van een inhoudelijke visie: verwoorden van de roeping en zending van de geloofsgemeenschap. • bijdragen aan en stimuleren tot gelovige bezinning en uitwisseling binnen beleidsgroepen. • het helpen vertalen van de visie in plaatselijk beleid • helpen bij het stellen van prioriteiten. • helpen bij het opstellen van een meerjarenplan en jaarplannen. • meedenken over knelpunten en verbetermomenten • contact onderhouden met critici en hun stem binnen brengen. • zich verdiepen in en bekendheid geven aan ontwikkelingen die gaande zijn in het grotere verband en deze vertalen naar en betrekken op de situatie ter plaatse.
4
VPWinfo.nl • oktober 2007
Pastoraal beleid aan de boorden van de Oude IJssel In een verband van meerdere parochies moet er ruimte zijn om te overleggen met besturen en werkgroepen. Dat voorkomt te snel genomen beslissingen en creëert een vertrouwensbasis en een gezamenlijk draagvlak. Op verzoek van de redactie wil ik in dit artikel proberen een antwoord te geven op de vraag: ‘Lukt het je als parochiepastor om zorg te dragen voor pastoraal beleid, bestuur en beheer, en met het oog hierop een goede afstemming te vinden tussen de specifieke rol van de pastor en die van het bestuur ?’ Hiertoe zal ik ingaan op het liturgisch beleid in ons parochieverband (paragraaf 2); op de verhouding met de besturen (paragraaf 3) en op het beleidsplan (paragraaf 4). Ik zal me moeten beperken tot de hoofdzaken. Situatieschets Voordat ik kan ingaan op de vraag of het me lukt om als parochiepastor zorg te dragen voor pastoraal beleid, bestuur en beheer wil ik mijzelf eerst nader voorstellen en U ook de situatie schetsen waarin ik samen met mijn collega’s werk. Ik ben sinds 1994 werkzaam in het pastoraat en sinds 1999 als pastoor werkzaam in de Achterhoek. Op dit moment werk ik in een team met 3 collega’s: een pastor en twee pastoraal werkers. Dit team is in de loop van 2006 en 2007 nieuw geformeerd. Als pastoraal team zijn wij werkzaam in
het parochieverband IJsselgrens. Dit parochieverband is een samenvoeging van de twee oude parochieverbanden Ulft en Gendringen; de parochie van Silvolde is hieraan toegevoegd. Ons parochieverband IJsselgrens bestaat uit elf geloofsgemeenschappen: vier grotere kernen (verstedelijkt platteland) en zeven dorpen met ieder hun eigen kerk. Ons parochieverband is officieel van start gegaan op 9 september 2006. Bestuurlijk zijn er op dit moment een dagelijks bestuur en een Stuurgroep. Deze Stuurgroep bestaat uit de vice-voorzitters van de parochiebesturen met een onafhankelijk voorzitter, die tevens voorzitter is van het geheel. Daarnaast heeft elk van de parochies nog zijn eigen parochiebestuur. Op projectbasis worden met name de bestuurlijke organen binnen ons parochieverband begeleid door een diaken. Eucharistie en liturgie Zoals U wel bekend zal zijn kwam het Aartsbisdom Utrecht in het voorjaar van 2006 met een nota over de centrale plaats van de Eucharistie in de viering van de zondagsliturgie. Deze nota was voor ons pastoraal team aanleiding om in het nieuwe parochieverband, dat op het punt stond om officieel van start te gaan, een ‘pilot’ te proberen met betrekking tot de Eucharistieviering. De bedoeling van deze ‘pilot’ was, om in het eerste liturgische rooster van het nieuwe parochieverband zoveel mogelijk Eucharistievieringen in te plannen, hierbij ook gebruik makend van de diensten van vitale emeriti-priesters. Aan de voorgangers in Woord- en Communievieringen zou gevraagd worden om deze Eucharistievieringen mee voor te bereiden en zich ook te verdiepen in andersoortige vieringen. Op een avond in juli 2006 hebben wij als pastoraal team vertegenwoordigers van besturen en liturgiegroepen uit ons parochieverband over onze plannen ingelicht; in september en oktober 2006 is deze ‘pilot’ gaan lopen. Achteraf gezien moeten we stellen dat de invoering van dit beleid rondom Eucharistievieringen te vlug is gegaan. Er had meer ruimte moeten zijn voor overleg met besturen en liturgiegroepen.
Daarom maken wij als pastoraal team nu een ‘pas op de plaats’. Deze ‘pas op de plaats’ houdt in, dat wij met besturen en werkgroepen overleggen over de plek van de Eucharistieviering binnen de zondagsliturgie in ons parochieverband en ook over het behoud van de ervaring
‘Ruimte maken om
‘met koele hoofden en warme harten’ met elkaar te praten.’ en deskundigheid van de parochiële voorgangers in Woord- en Communievieringen. In het voorjaar van 2007 hebben hier al enige avonden over plaatsgevonden onder leiding van onze nieuwe collega pastoraal werkster. Door deze avonden zijn we met elkaar op dit onderwerp in een wat rustiger vaarwater gekomen. Dit rustige vaarwater geeft ons de ruimte om ‘met koele hoofden en warme harten’ met elkaar te praten over het liturgisch beleid binnen ons parochieverband. Daarbij krijgt de Eucharistie de aandacht, die zij verdient, maar we kijken ook naar de structuur van de Woord- en Communieviering als zijnde een eigensoortige viering. Waar het kan, vieren we nu de Eucharistie; waar dit nodig is, worden ook Woord- en Communievieringen gehouden; hetzij onder leiding van een pastoraal werker; hetzij onder leiding van toegewijde paro-
André Monninkhof 46 jaar, pastoor in parochieverband IJsselgrens
De Praktijk
VPWinfo.nl • oktober 2007
5
chianen. In het liturgisch rooster heeft op deze manier een ieder - de priesters uit het team, emeriti-priesters, pastoraal werkers en parochianen – zijn of haar eigen plek. Andere beleidspunten zijn nog het ontwikkelen van andersoortige vieringen (hiermee is een voorzichtig begin gemaakt) en het opleiden van parochianen om (alleen of samen met een lid van het pastoraal team) voor te gaan in uitvaartdiensten. De relatie met de besturen Uitgangspunt in de relatie pastoraal team-besturen is, dat de eindverantwoordelijkheid voor het pastoraal beleid in ons parochieverband berust bij het pastoraal team. Hiertoe formuleert het pastoraal team beleidsvoorstellen, overlegt hierover met besturen en andere belanghebbenden en neemt vervolgens een eindbeslissing. De rol van de besturen met betrekking tot het pastoraal beleid bestaat hierin, dat zij ons als pastoraal team adviseren met betrekking tot het pastoraal beleid en dit beleid en de uit‘Het creëren voering hiervan ook faciliteren. Deze werkwijze met betrekking tot de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het pastoraal beleid is conform de map ‘Op weg naar missionaire geloofsgemeenschappen’. Deze map vormt de basis van het pastoraal beleid in ons Aartsbisdom Utrecht. Natuurlijk was en is het voor de besturen wennen dat het accent, voor wat betreft de verantwoordelijkheid voor het pastoraal beleid, is komen te liggen bij het pastoraal team. Vroeger, toen alle parochies nog zelfstandig waren, namen de besturen zelf beslissingen over mistijden, samen dopen of apart dopen en andere pastorale aangelegenheden. Ook omwille van de eenheid van het pastoraal beleid in een samenwerkingsverband van elf geloofsgemeenschappen liggen deze beslissingen nu bij het pastoraal team. Onze ervaring als pastoraal team leert, dat de besturen naarmate je als team zaken betreffende het pastoraal beleid goed met hen overlegt, zich deze nieuwe manier van totstandkoming van
het pastoraal beleid steeds meer eigen maken. Om de besturen nog beter te betrekken bij de voortgang van ons parochieverband en het pastoraal beleid, hebben wij in ons parochieverband een beleidsgroep. Onze projectbegeleider, pastoraal werkster en deken denken hierin samen met een vertegenwoordiging vanuit de besturen na over prioriteiten die we willen stellen op onze weg naar missionaire geloofsgemeenschappen. Concreet wordt er op dit moment bijvoorbeeld nagedacht over de vorming van pastoraatsgroepen en over het vormen van een aantal clusters binnen ons grote parochieverband, waardoor de samenwerking met betrekking tot sommige pastorale zaken (dopen, vormen, huwelijksvoorbereiding, liturgiegroepen) wat beter uitvoerbaar wordt. Een veel gehoord geluid is wel: zorg ervoor dat de vergaderingen doelmatig zijn en ook concrete zaken opleveren. Soms zijn er wel eens
vertrouwensbasis en een gezamenlijk draagvlak...’
6
VPWinfo.nl • oktober 2007
van een
spanningen of verschillen van inzicht, maar over het algemeen mogen we zeggen dat de relatie van ons als pastoraal team met de besturen goed te noemen is. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de uitgebreide aandacht die door de besturen gegeven is aan het hersteltraject van de priesters uit ons team, die beiden met ziekte te kampen hebben (gehad). Ook noem ik in dit verband graag de vele uren die de bestuurders steken in het bestuurswerk: het is allemaal vrijwilligerswerk maar soms hebben de bestuurders er een dagtaak aan; en het gebeurt toch allemaal maar ! Beleidsplan Binnen ons team werkt sinds kort een pastoraal werkster. Zij was dienstverlener catechese en liturgie bij het dekenaat, maar is nu binnen ons pastoraal team werkzaam als pastoraal werkster binnen het
profiel gemeenschapsopbouw. Tevens is zij teamleider. Met de steun van de projectleider en in overleg met de overige leden van het pastoraal team en de beleidsgroep binnen ons parochieverband legt zij op dit moment de basis voor een beleidsplan, waarin per profiel (pastoraal werkveld) de prioriteiten komen te staan met betrekking tot het pastoraal beleid. Als nieuw pastoraal team zijn we afgelopen najaar (2006) begonnen met het houden van ‘heidagen’, waarin wij eerst afspraken hebben gemaakt over een aantal praktische zaken, zoals het doopbeleid en wel of niet meegaan naar het crematorium. Vervolgens hebben we ‘speerpunten’ geformuleerd, zoals het veelvuldig bezoeken van de vergaderingen van parochiebesturen en werkgroepen; dit mede met het oog op het creëren van een vertrouwensbasis en een gezamenlijk draagvlak. Inmiddels zijn we toe aan het (per pastoraal profiel) formuleren van prioriteiten en werkplannen. Vanuit de besturen wordt er sterk de nadruk op gelegd, dat de te formuleren prioriteiten ook haalbaar moeten zijn binnen de mogelijkheden van het pastoraal team op dit moment. Ons ambitieniveau als pastoraal team is hoog, maar we moeten ook roeien met de riemen die we hebben. Om een idee te geven: als pastoraal team hebben we uitgerekend (en ook met de besturen besproken) dat er binnen ons parochieverband werk is voor 6,4 pastores; de formatie bedraagt op dit moment echter 4 full-time pastores (4 fte’s), waarvan door ziekte op dit moment slechts 3,2 fte’s daadwerkelijk ingevuld kunnen worden. We hopen nog op een nieuwe collega, maar dit hangt af van de beschikbare financiën en het aanbod aan pastorale beroepskrachten; hiertoe zijn we ook in nauw overleg met het bisdom. Voorop staat, dat zowel het pastoraal team als de besturen er naar streven, om het pastoraal project ‘parochieverband IJsselgrens’ te laten slagen.
Gelezen Een boek uit de stapel
door Piet van Hooijdonk
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
Geloven in het publieke domein Amsterdam University Press, 2006, 512 pagina’s.
Een pastoraal beleid dat de huidige belangstelling voor religie definieert als een opleving en een verlangen naar terugkeer van de kerk en het ritueel van het verleden, gaat de verkeerde weg op. Maar ook een beleid dat uitgaat van godsdienst als een randverschijnsel slaat de plank mis. Deze conclusies trek ik uit het rapport: Geloven in het publieke domein. Godsdienst is nog steeds belangrijk, maar niet per se gekoppeld aan de kerk. Als kerk worden wij uitgedaagd in te spelen op wat genoemd wordt “een leefstijlmaatschappij”: in zijn behoefte aan zingeving laat de kritische mens zich leiden door persoonlijke voorkeuren en treft een markt van mogelijkheden aan. Op die markt wordt de kerk ook beoordeeld naar wat zij aan zingeving te bieden heeft, temidden van vele andere zingevende instanties.
Kerkelijke reorganisatie vraagt veel tijd en energie, maar een fundamenteel inhoudelijke transformatie raakt op de achtergrond. Het rapport geeft een handreiking: God is niet verdwenen uit de samenleving maar verborgen. Kenosis, ontlediging van God is het hart van moderniteit. Een oude bijbelse gedachte, levend in Jezus van Nazareth: ontlediging van Almacht, van Sterkte, en toch hoop waar het hopeloos is, door Zijn sterven heen. Na de verzuiling aan ons de taak naar buiten te treden in een levensbeschouwelijke competitieve samenleving. Ons verhaal dient de verborgen God ter sprake te brengen: door lijden en dood heen uitzicht op de verrijzenis.
m
n VPWinfo.nl VPWinfo.nl •• oktober oktober 2007 2007
77
Pastor met beleid In de verschillende groepen binnen een parochie kan de pastor een verbindende en inspirerende persoon zijn. Spreken over geloofsvisie en bezinning gaat niet overal even gemakkelijk. Echter de aanhouder wint. Sinds 1998 ben ik pastoraal werker in de Johannes de Doper / Bernardusparochie in Utrecht. Met twee andere parochies delen wij een priester, die voor 10% in onze parochie werkt. De stad Utrecht is verdeeld in twee parochieverbanden. In september 2005 startte het pastorale team van het parochieverband Utrecht-Zuidoost. Afgelopen juni hebben de parochiebesturen van dit verband een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Pastoraatsgroep Bij pastoraal beleid denk ik in eerste instantie aan de pastoraatsgroep in onze parochie. Het bisdom propageert een pastoraatsgroep-nieuwe-stijl: een groep parochianen die in plaats van de in teamverband werkende pastor de spin in het web en de ogen en oren van de parochie zijn. In mijn parochie functioneert al jaren een pastoraatsgroep-oude-stijl, bestaande uit een diaken, een pastoraal medewerkster en mijzelf. Ik prijs mij heel gelukkig met deze pastoraatsgroep. Deze groep is voor de leden een thuisbasis. Daar leggen we onze ervaringen en vragen neer en daar zetten we pastorale beleidslijnen uit. Alle drie zijn we pastoraal actief en kijken we met pastorale ogen naar de parochie. Dat verbindt ons met elkaar. Parochiebestuur en parochievergadering Daarnaast kent de parochie een parochiebestuur en een parochievergadering. Deze beide vergaderen samen. De diaken en ik maken deel uit van deze gecombineerde ‘Raad van Elf’. De pastoor is vrijwel nooit bij deze vergaderingen aanwezig. Dat betekent dat de zorg voor het pasto8
VPWinfo.nl • oktober 2007
rale beleid allereerst op mij neerkomt, met de diaken als secondant. Pastorale vragen worden vaak (voor)besproken in de pastoraatsgroep. Het parochiebestuur behandelt met de parochievergadering op kundige wijze bestuurlijke en technische zaken, maar ook daar hebben leden oog voor de pastorale kant en de achterliggende geloofsvisie. We delen met elkaar de overtuiging dat het waardevol is dat in onze wijken een geloofsgemeenschap bestaat die bijeenkomt om te vieren en om afscheid te nemen, om te leren en te dienen, om elkaar van dienst te zijn en een hand uit te steken naar mensen in nood. Mijn inbreng Katholieken praten niet zo gemakkelijk over hun geloof. Dat blijkt op onze jaarlijkse oecumenische themamiddag en dat blijkt ook in het parochiebestuur. Bestuursleden zijn vaak pragmatische doeners met een grote inzet, die graag hun gemeenschap overeind houden. Elke vergadering van het parochiebestuur en de parochievergadering begint met een gebed of een bezinnende tekst. Daar heb ik een tijd lang achteraan moeten zitten, maar nu is zo’n opening vanzelfsprekend. Deze wordt om de beurt verzorgd door een van de leden. Als ik in het parochiebestuur merk dat de benadering eenzijdig technisch wordt, probeer ik aan te geven hoe
Hans Harmsen 56 jaar, pastoraal werker in de
ik daar als pastor tegen aankijk. Regelmatig wordt mij ook gevraagd: “Hans, hoe kijk jij daar als pastor tegen aan?” Mijn uitgangspunt daarbij is: “Met jullie ben ik gelovige, voor jullie ben ik pastor.” Een voorbeeld: de inschrijving en benadering van nieuwe parochianen. Bestuurlijk-technisch is de vraag hoe een parochie een goede administratie opzet, maar daarachter zit de vraag: Wat voor een gemeenschap willen we zijn? Wie horen er wel en wie niet bij? Hoe gaan we om met de heel verschillende betrokkenheid bij de kerk onder de parochianen? Schrijven we mensen die een aantal jaren niet meedoen met Kerkbalans helemaal af (en uit)? Ander voorbeeld: Blijven we werken met jonge misdienaars of schakelen we over op volwassen acolieten? Daarbij heb ik opgemerkt dat het voor mij wezenlijk is dat kinderen na de eerste communie welkom zijn om hun eigen bijdrage te leveren en dat zij vertrouwen krijgen, ook als het niet allemaal perfect gaat. Hoe ongastvrij zou het zijn om als parochie na de eerste communie tegen jongeren te zeggen: “Verder mogen jullie pas weer volop meedoen met het vormsel.”! Ook vind ik het belangrijk om ervaringen vanuit andere parochies in te brengen en om te benadrukken dat wij als parochie geen eiland zijn, maar deel uitmaken van een dekenaat, een bisdom en ‘Wat voor een een wereldkerk. Mijn bijdrage aan de geloofsvisie en de bezinning binnen het beleid van de parochie speelt zich niet alleen binnen de bestuursvergaderingen af, maar ook in individuele gesprekken met bestuursleden en in vieringen waarin ik voorga. Zo klinkt in een bestuursvergadering nog wel eens een verwijzing naar wat ik in een gesprek of in een viering gezegd heb.
De Praktijk
ONS SAMENKOMEN Wij nodigen mensen uit om mee te doen, maar we voeren geen gladde wervingscampagne. Wij schakelen vrijwilligers in, maar wij zijn geen uitzendbureau. Wij maken het gezellig voor mensen, maar we zijn geen pretpark. Wij maken ons gebouw schoon, maar we willen geen steriele ruimte. Wij houden onze plek in goede staat, maar we willen geen showroom. Wij houden ons ledenbestand bij, maar we zijn geen administratiekantoor. Wij geven een geldelijke bijdrage, maar we streven niet naar maximaal rendement. Wij verhuren onze ruimte, maar we zijn geen verhuurbedrijf. Wij zijn mensen die in deze kerk samenkomen voor het aangezicht van God, om daar ons geloof, onze hoop en onze liefde te delen en te laten voeden en vandaaruit terug te gaan naar onze eigen plek. Dat is onze ‘missie’, onze reden om samen te willen wij zijn?’ komen in deze kerk.
gemeenschap
Johannes de Doper / Bernardusparochie in Utrecht.
tekst, die ook is opgenomen in onze parochiegids:
Onze parochie Af en toe maak ik voor een vergadering van het parochiebestuur een eigen opening, toegespitst op de situatie in mijn parochie. Zoals de volgende
Daarvoor nodigen wij mensen uit om mee te doen, schakelen wij vrijwilligers in, maken wij het gezellig voor mensen, maken wij ons gebouw schoon, houden we onze plek in goede staat, houden wij ons ledenbestand bij, geven wij een geldelijke bijdrage en verhuren wij onze ruimte.
n VPWinfo.nl • oktober 2007
9
Besturen is een vak dat geleerd moet worden
De idyllische oude tijden van besturen zijn voorbij en de harde werkelijkheid is
daarvoor in de plaats gekomen. Het vergt veel tijd en inzicht voordat ieder zijn rol, taak en verantwoordelijkheid kent in de organisatie van een parochie. Soms moeten er harde conclusies
Van hoog tot laag en van links tot rechts is er in de RK Kerk in Nederland weinig aandacht voor het besturen van een kerkelijke organisatie. Dit staat in schril contrast tot datgene dat de RK Kerk ook tekent: een indrukwekkend Wetboek van kerkelijk recht en aanverwante regels. De parochie is voor velen op de eerste plaats een geloofsgemeenschap, die draaiende wordt gehouden door goedwillende
worden getrokken.
De Reflectie
mr. Petra M.M. Stassen 48 jaar, hoofd juridische zaken Adviesbureau RK Kerk.
10
VPWinfo.nl • oktober 2007
vrijwilligers met een pastor die naarstig op zoek is naar zijn of haar eigen rol. Bij deze ‘parochie van onze jeugd’ voelen we ons het meeste thuis. Bestuurders die zakelijker zijn ingesteld vinden we eng, om maar te zwijgen van de regels die gelden. Die kent men vaak niet en als men ze kent, vindt men ze spoedig saai en sust men zichzelf met de gedachte dat het in een kerk toch vooral om geloof gaat. En zo komt het dat velen in de katholieke kerk hard werken, met bedroevend weinig rendement. Het blijkt ontzettend moeilijk om nieuw pastoraal beleid van de grond te krijgen (inhoud), daarbij lopen we op tegen weerstand (emotie) en formaliteiten (structuur). In de kern komt het erop neer dat we processen niet van A naar B kunnen brengen en verder, totdat doelstellingen zijn bereikt. Als het fout gaat klampen we ons ineens vast aan eigen gelijk of formele regeltjes. Dan
blijkt weer niet zozeer de intentie te tellen en zijn regels van doorslaggevende betekenis. Regels worden zo vanzelf niet erg populair en bevestigd wordt wat velen al vermoeden: de regels zitten de Geest in de weg! Hoe het was Nog niet zo lang geleden was het besturen van een parochie een eenvoudige zaak. De pastoor was de baas, notabelen zaten in het bestuur en zorgden voor geld en gebouwen en parochianen waren niet alleen bekend, ze gedroegen zich voorspelbaar. De parochie was geen eiland maar de buitenwereld deed nog niet zo naar als nu. Uitzonderingen op het gebied van wet- en regelgeving waren voor de kerk vanzelfsprekend. Onder het genot van een sigaar deden pastoor en burgemeester zaken en de belastingdienst was nauwelijks geïnteresseerd in het reilen en zeilen van een parochie, want ‘dat zit bij de kerk wel goed’. Deze idyllische tijden zijn voorbij en ingeruild voor een tijd waarin kerken hun bestaansrecht moeten bewijzen, er sprake is van tekorten op allerlei fronten en in wet- en regelgeving weinig uitzondering meer wordt gemaakt voor kerken. Alles is veranderd en dat lijkt soms geheel aan besturen en pastores voorbij te zijn gegaan, althans, als we het hebben over het thema van dit nummer van VPWinfo: besturen. Hoe het zou moeten Wat is besturen nu eigenlijk? Een be-
stuurder draagt er zorg voor dat de taamt staan er taken, bevoegdheden rechtspersoon die hij/zij bestuurt haar en verantwoordelijkheden in, zodat doelstellingen bereikt. In deze ombesluitvorming langs die lijnen plaats schrijving zit het element ‘zorg dragen kan vinden. Echter, ongeveer de helft voor’, hetgeen niet betekent dat men van de bestuurders van parochies en alles zelf doet of moet doen. De term waarschijnlijk een vergelijkbaar aantal ‘rechtspersoon’ betekent dat sprake is pastorale beroepskrachten kent het van een bepaald kader en van ‘doelreglement niet, of vaag. Te saai en stellingen’, hetgeen veronderstelt dat we weten ‘Veranderingen lijken soms geheel waartoe we bezig zijn. Besturen heeft te maken met verantwoordelijkheid dragen, de regie hebben en niet de baas spelen, macht en status. Besturen is dienen en dienstig zijn, aan elkaar, aan de gemeenschap. Dit vooronderstelt visie en het vermogen om middelen en nutteloos. Dat leidt al spoedig tot ondoelen aan elkaar te koppelen, planduidelijkheid en het gevoel dat invesnen kunnen maken en die omzetten in teringen niet opleveren wat we ervan realiteit. Een bestuurder geeft aan wat verwachten. Het besturen van een orer moet gebeuren en onderscheidt ganisatie zonder dat men kennis heeft zich daarmee van de manager die genomen van de (spel)regels is als het zorgt dat de dingen feitelijk inderdaad deelnemen aan het verkeer zonder gebeuren. De bestuurder werkt dat in zich te verdiepen in verkeersregels. een bepaald kader, voor de parochie Een andere groep bestuurders, en ook is dat primair het Algemeen Reglement pastorale beroepskrachten, kent de voor het bestuur van een parochie, inregels wel en wijkt er gewoon graag houdelijk het beleid van het bisdom vanaf. Dat is hetzelfde als deelnemen en feitelijk met de mogelijkheden van aan het verkeer en weten dat rechts de specifieke organisatie. voorrang heeft maar je daar niets van aantrekken. Twee richtingen Het Algemeen Reglement voor het beEén medaille – twee kanten stuur van een parochie geeft in beHet bestuur van een parochie wordt stuurlijk juridische zin aan hoe de pagevormd door de pastoor en enkele rochie als organisatie zou moeten parochianen. De pastoor draagt forwerken. Zoals het een reglement bemeel eindverantwoordelijkheid op
voorbij te zijn gegaan aan besturen en pastores.’
VPWinfo.nl • oktober 2007
11
pastoraal terrein en op materieel terrein is hij een collegiaal bestuurder, gewoon samen met de andere bestuursleden. In dit hele formele verhaal komt de pastoraal werker niet voor. Hij of zij is een werknemer van de parochie en dat heeft in eerste instantie weinig met besturen te maken. In de praktijk wordt soms – met de beste bedoelingen – hardnekkig geprobeerd de bestaande formele werkelijkheid te vergeten. Dat is jammer, omdat ieder een eigen volwaardige rol heeft in het geheel en als we het spel meer spelen zoals het bedoeld is dient dat onze geloofsgemeenschap en onze boodschap aan de wereld. Dat de pastoor formeel een bepaalde rol heeft, maakt hem nog geen beter of slechter mens dan zijn collegae in het pastoraat. Bestuur en pastoraat zijn twee kanten van dezelfde medaille en zij moeten bij elkaar gebracht worden, in het bestuur, met de pastoor (formeel) en/of het pastoraal team. Het bijeenbrengen van deze twee aspecten van de parochie gebeurt idealiter in beleidsplannen die inderdaad worden uitgevoerd. Er is sprake van een collectief gebeuren waarin diverse betrokkenen een eigen rol hebben. Betekent het voorgaande dat bij het formuleren van beleid verder niemand te pas komt? Neen! De pastoor wordt gevoed door het pastoraal team, en die weer door de pastoraatgroep of andere groepen die een bijdrage kunnen leveren. Ook hier geldt: dat men een bepaalde verantwoordelijkheid heeft, wil niet zeg12
VPWinfo.nl • oktober 2007
gen dat men alles zelf moet of kan doen. De pastoor moet het pastoraal beleid als kerkrechtelijk aangewezen eindverantwoordelijke wel kunnen dragen, en verdedigen. Het bestuur zal dat beleid faciliteren, financieel en organisatorisch, door een organisatie te creëren waarbinnen iedereen weet wat er van hem/haar wordt verwacht en op welk moment. Dat vergt veel van mensen en om daarbij behulpzaam te zijn is het Handboek voor parochiebesturen* geschreven. Wat nu? De bijdragen van Hans Harmsen en André Monninkhof aan het thema zijn illustratief en representatief voor het door mij aangereikte. Enerzijds zeer veel inhoudelijke deskundigheid en een grote motivatie, anderzijds niet merkbaar werkend in het gegeven bestuurlijk kader. Met grote gevolgen. Zo bewandelt het parochieverband IJsselgrens een enigszins onbegrijpelijke route om vervolgens vast te stellen dat het zo niet werkt. Dat is ernstig. Wat ook goed uit de bijdragen blijkt, is dat pastorale beroepskrachten ervaren dat men de verschillende taken samen met het bestuur moet vervullen en dat niet zo duidelijk is hoe dat moet. Een bekend verschijnsel, waarbij het beroepsprofiel bepaald geen uitkomst biedt. De hier genoemde ‘parochiepastor’ draagt een zo veelomvattende en vaag beschreven taak dat men daar weinig mee kan. Het is het profiel van de oude dorpspastoor, echter zonder aan te
sluiten bij het Algemeen Reglement. Bij deze stand van zaken hoeft het niet te verbazen dat velen die werkzaam zijn in het pastoraat gefrustreerd raken, het gevoel hebben dat ze regelneven zijn geworden die niet meer toekomen aan datgene waar hun hart naar uitgaat, het pastoraat zelf, geestelijk leiderschap. Tot slot In de toelichting op het thema wordt gesteld dat kundige bestuurders vaak bedrijfsmatig zijn ingesteld en een beperkte horizon hebben. Is dit waar? Is dit erg? Nog belangrijker: wat is de oplossing? Tevreden zijn met niet zo kundige bestuurders? En kan de pastor kritische vragen wel aan? Is hij of zij bereid tot werkelijk gesprek? Weet de pastor eigenlijk wel precies wat er van hem/haar wordt verwacht, en kan hij/zij daarnaar handelen? Niet alle theologen zijn ook direct (goede) bestuurders en dat hoeft ook niet. Wat wel moet is respect te hebben voor diverse rollen en ze ook serieus nemen. Dat vereist nogal wat en ik heb de indruk dat we in de hele Nederlandse Kerkprovincie wat dit betreft nog maar net het wankele pad op zijn gegaan.
b
* Stassen, mr. P.M.M. en Van der Helm, dr. A.J.M., Handboek voor parochiebesturen Uitgeverij Abdij van Berne, 2007, ISBN 978 90 76242 83 5.
Beroepsethiek Pastoraal handelen en de Beroepscode
door Lysbeth Minnema
Wees voorzichtig met de Beroepscode! ‘Heb je het al gehoord? Jan is ziek, het kan nog wel een flinke tijd duren.’ ‘Ach, wat erg…’ ‘Ja, we zagen het wel een beetje aankomen; hij had zich al zo lang ingehouden tegenover zijn collega Marietje. Dat kon niet goed gaan. Maar toch, het is wel schrikken. Na Oscar en Sofie is hij nu al de derde pastor in korte tijd die het even niet meer bolwerkt. Zelf beleef ik ook steeds minder vreugde aan mijn pastor zijn. In één van de parochies is er altijd gezeur en geruzie als ik kom. Ik vraag me wel eens af of ik dit nu echt wil. Maar zomaar ergens anders heengaan kan ook niet. Ik moet rekening houden met mijn gezin.’ Zomaar een telefoontje op zomaar een woensdagmorgen van een dierbare collega die ik erg waardeer. Hoe kan het dat zoveel pastores worstelen om het hoofd boven water te houden? Hoe kan het dat ik ook zelf zorgen heb over hoe ik gezond kan blijven als pastor? Voor mijn gevoel handelen de zieke collega’s professioneel. Ze besteden voortdurende zorg aan de groei in spiritualiteit en het op peil houden van de vakkennis en de vaardigheden, die noodzakelijk zijn voor kwalitatief goed pastoraat (artikel 2.1). Ze houden zich op de hoogte van de algemene ontwikkelingen in kerk en samenleving en van wat er leeft onder de mensen, voor wie ze zijn aangesteld (arti-
kel 2.2). Ze stellen zich zorgvuldig op en zijn betrouwbaar (artikel 2.3). Ze gaan de verantwoordelijkheid niet uit de weg (artikel 2.4). Ze zetten zich in voor werkzaamheden, die indirect met het pastoraat samenhangen, zoals deelname aan overlegorganen op het niveau van dekenaat, bisdom of beroepsvereniging (artikel 2.7). Kortom, het zijn goede collega’s die met verstand van zaken hun werk doen en bereid zijn om zich te blijven verdiepen op allerlei terreinen. Vraagt de Beroepscode dan te veel van ons? Worden we ziek door pastoraat te bedrijven naar de maatstaven van de Beroepscode van de VPW Nederland? Artikel 4.8 vraagt elke pastor zich naar vermogen in te zetten voor het welzijn en de belangen van de eigen beroepsgroep, en steun te betuigen aan hen die daarvoor verantwoordelijkheid op zich nemen. Wat vraagt het welzijn van de beroepsgroep op dit moment van ons? De eisen van de Beroepscode zijn hoog, maar dat lijkt me terecht. Mensen mogen verwachten dat wij goede en professionele pastores zijn, die weten wat ze doen en die oog hebben voor de mensen en organisaties die ze dienen. Toch zijn pastores ook gewoon mensen; mensen met kwetsbare kanten, mensen die fouten kunnen
maken, mensen die soms uit de slof schieten, mensen die door hun hoge idealen soms de werkelijkheid uit het oog verliezen en over hun eigen grenzen heen stappen. We zijn mensen die in conflicten verzeild kunnen raken met een collega, met een parochiaan, met een leidinggevende binnen een instelling. We zijn mensen die vermoeid kunnen raken door het werken in een steeds krimpende organisatie waarin de spankracht van vrijwilligers afneemt. Het valt me op dat er in de Beroepscode geen aandacht is voor de kwetsbaarheid van de pastor. In hoofdstuk 6 over de verhouding tussen beroepsuitoefening en persoonlijk leven zou best een artikel mogen komen dat de pastor uitnodigt goed voor zich zelf te zorgen, te luisteren naar de signalen van het lichaam, omdat onze persoon het instrument is waarmee we ons werk doen. Ik mis ook een artikel over het professioneel omgaan met conflicten, want een conflict blijkt vaak de druppel die het laatste restje veerkracht en energie uit de pastor perst. Wees daarom voorzichtig met de Beroepscode en blijf barmhartig voor jezelf!
d VPWinfo.nl • oktober 2007
13
Nieuws uit de VPW-en n VPW Den Bosch
In de ledenvergadering van 20 september stond de vraag centraal: hoe vertaal je het Beroepsprofiel Parochiepastor naar de concrete praktijk in het parochiepastoraat? De leden hebben zich gebogen over een nieuw reglement voor de eigen vereniging. n VPW Rotterdam
In het najaar komt de bisdomleiding met het plan 25 parochieverbanden te gaan creëren. In maart j.l. zijn daartoe gesprekken gehouden met alle pastores. Van de pastores wordt een open bereidheid gevraagd in deze ontwikkeling van schaalvergroting (en schaalverfijning) te gaan staan. Van hen wordt een andere wijze van werken gevraagd. Achten de pastores zich daartoe in staat? Dat zal het onderwerp zijn van de ledenvergadering op woensdag 14 november van 13.30 – 16.30 uur te Leidschendam (Tso’ar). n VPW Haarlem
Het bestuur bespreekt de resultaten van de ledenvergadering van 17 april rond personeelsbeleid en Human 14
VPWinfo.nl • oktober 2007
Resources Managament met het bisdombestuur. Het bestuur gaat ook in gesprek met de drie dekens inzake het personeelsbeleid. Is er een heldere procedure inzake personeelsbeleid? Hoe is de taakverdeling bisdomleiding en dekens? Het bestuur hecht belang aan het thema ‘eerstaanspreekbare’ vanwege de liturgische zichtbaarheid. Ook het thema ‘gezondheid’ acht het van belang. Deze thema’s en daarnaast de conceptstatuten worden voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering op dinsdag 13 november om 14.00 uur. Als bestuursleden zijn toegetreden José van Sante en Jan Verbruggen. n VPW Groningen-
Leeuwarden Op 13 september was het thema van de Algemene Ledenvergadering de oprichting van de Stichting Arbeidsrechtelijke Dienstverlening in het bisdom. Inleiders waren Siem van Diepen (voorzitter) en Jan van Diepen (bestuurslid) van de VPW Haarlem, die in hun bisdom ook een dergelijke koepelconstructie van één werkgever voor alle pastoraal werk(st)ers
kennen. Ook de concepttekst van de nieuwe statuten staat op de agenda. Het bestuur maakt zich zorgen over de overspannen (jonge) priesters en over de ziekte van enkele pastoraal werk(st)ers. n VPW Limburg
Het bestuur maakt zich zorgen over het aantal leden dat het lidmaatschap opzegt. Bestuursleden zullen ieder persoonlijk benaderen. Duidelijk is wel dat veel leden werkzaam zijn in de zorgsector, die in de VGVZ een eigen vereniging hebben. De bisdomleiding heeft de overeenkomst met Fontys (Sittard) inzake de opleiding tot pastoraal werk(st)er opgezegd. Men start nu een opleiding in eigen beheer. De nieuwe statuten hebben de notaris gepasseerd. Het bestuur stelt een jaarprogramma op. n VPW Breda
De Algemene Ledenvergadering vindt plaats op donderdag 4 oktober. n Op adem komen
Onder deze titel vindt er in het zuiden (locatie en datum zijn ‘onderweg’) voor de leden van
de VPW Breda/Limburg/den Bosch een programma plaats van 24 uur. Aankomst ’s middags 13.00 uur, vertrek de volgende dag 14.00 uur. Even 24 uur eruit, om met collega’s samen op te trekken, even weg naar een andere plek, een ander kader. Met zingen /wandelen / lichaamswerk / vieren / een inspirerende inleiding / aandacht voor jezelf / in contact met de adem van God. Nader bericht volgt. Let op uw email, en zie www.vpwinfo.nl n Geroepen om voor te
gaan Onder deze titel en met de ondertitel ‘Ambten en functies in liturgie en kerk’ organiseert het Genootschap voor Liturgiestudie i.s.m. de Liturgische Kring een symposium. Het thema heeft een samenhang met de inleidingen van onze ALV op 7 juni j.l. (zie elders in deze aflevering). De laatste decennia is het exclusief ambtelijk karakter van de liturgische vieringen doorbroken en zien we dat in toenemende mate verschillende functies en taken in de liturgie aan meer personen worden toevertrouwd. Hierdoor heeft het begrip voorganger zich verbreed. Inleiders: Evert de Jong, Bram van de Beek, Angela Berlis en Ton van Eijk. Donderdag 8 no-
Onze rechtspositie Berichten voor pastoraal werk(st)ers, vanuit de Landelijke Kommissie Rechtspositie Berichten voor Priesters en Diakens, vanuit de Commissie Honorering Priesters en Diakens
n Landelijke Raadpleging
LKR Een keer per jaar hebben pastoraal werk(st)ers de kans in overleg te treden met de vertegenwoordigers in het arbeidsvoorwaardenoverleg, de Landelijke Kommissie Rechtspositie (LKR). De komende Landelijke Raadpleging vindt plaats op donderdag 8 november van 15.00 tot 17.00 uur, Palestrinastraat 1b te Utrecht. Stiekem gratis advies: combineer dat met een leuk dagje ‘Utrecht’.
op 46 (boven de 50 jaar 45) weken met gemiddeld 40 uur, dus op 1840 (1800) uur. Het spreken over normjaartaak geeft aan dat er drukke en minder drukke tijden (kunnen) zijn. Het overleg met de kerkenraad is niet bedoeld als controle maar als ijkpunt om samen te bezien of werklast en werktijd nog in de pas blijven. n Offerte rechtsbijstands-
Bij de berekening van de werklast wordt voortaan bij de predikanten uitgegaan van een normjaartaak. Deze is bepaald
verzekering Veel leden denken dat het lidmaatschap van de VPW ook inhoudt dat je een rechtsbijstandsverzekering hebt. Dat is niet het geval. Als leden juridische bijstand nodig hebben, kunnen zij op grond van een samenwerkingsovereenkomst
vervolg Nieuws
n LCPO
n Normjaartaak
vember, Zalencentrum De Akker, Melkpad te Hilversum. Kosten: € 20,- Opgave en informatie: L. van Tongeren, T 013 5443020; E
[email protected]
Na een jaar afwezigheid is de Landelijke Commissie Pastoraat en Opleiding weer actief geworden. Gestreefd wordt om in samenwerking met het bestuur tot een nieuwe heldere opdracht te komen. Waar liggen de knelpunten voor de komende jaren? Werken in een
door Nico Bulter
terecht bij Bolwerk Advocaten te Arnhem voor het uurtarief van € 110,– excl. BTW. Het bestuur heeft Donatus verzocht een offerte uit te brengen voor een collectieve verzekering voor alle leden. Donatus heeft inmiddels een offerte uitgebracht. Het gaat om rechtsbijstand bij een arbeidsrechtelijk geschil, en bij geschillen die voortvloeien uit deelname aan het verkeer in de ruimste zin van het woord. De prijs voor deze collectieve verzekering bedraagt € 30.000,– per jaar exclusief poliskosten en assurantiebelasting. We hebben het dan over € 2,61 per maand per lid, pakweg € 30,– op jaarbasis. De bijstand bestaat uit advies / conceptbrie-
ven / komen tot een minnelijke regeling / het voeren van een procedure. Deze collectieve regeling, te verstaan als het organiseren van solidariteit, biedt een aantrekkelijk aanbod. Verkeersrechtsbijstand kost alleen al € 50,– of € 60,– Arbeidsrecht is alleen verzekerbaar in een beperkt pakket voor gezinnen van € 120,–, of een meer volledig pakket van € 180,– tot € 220,– In vergelijking daarmee is de offerte van pakweg € 30,– per jaar per lid een mooi bod. De besturen van de diocesane VPW-en gaan de offerte voorleggen aan hun leden en met hen bespreken.
samenwerkingsverband van parochies vraagt om een nieuwe wijze van werken, een andere aanpak. Met wie en voor wie werken wij binnen de nieuwe ruimte van de samenwerkingsverbanden van parochies? De opdracht om te werken in teamverband is voor de pastores, die komen uit een in-
dividuele arbeidscultuur, een enorme omschakeling. Hoe kunnen opleiding en nascholing daarop inspelen? Welke zinvolle bijdrage kunnen wij vanuit de VPW formuleren?
n
n VPWinfo.nl • oktober 2007
15
Ziek zijn om te herstellen Nico Bulter
In meerdere bisdommen is sinds enige tijd een ziekteverzuimpro-
Een eerste rondgang brengt aan het licht dat er een ziekteverzuimprotocol is in de bisdommen Breda (2005), Utrecht (2006) en GroningenLeeuwarden (2006). De teksten lijken sterk op elkaar. De tekst van Utrecht bevat een afzonderlijk protocol voor
de pastoraal werk(st)ers naast dat voor de priesters en diakens. In de andere bisdommen is het protocol gelijk. Hoewel ondergetekende geen teksten heeft gezien, is een dergelijk protocol merkbaar ook aanwezig in de bisdommen Haarlem en Rotterdam. De Wet Verbetering Poortwachter van 2004 is de directe aanleiding tot de invoering van deze protocollen. De Wet scherpt de verplichtingen van de werkgever om ziekteverzuim te voorkomen aan, de aansprakelijkheid van de werkgever is erdoor toegenomen. Alle partijen dienen te streven naar een spoedige hervatting van het werk. Het protocol dient als een instrument voor alle betrokken partijen zodat
tocol van kracht. Het bisdom Breda begon
Goed uitgelijnd, op
ermee in 2005, andere
elk moment helder
bisdommen volgden.
‘Het eerste gesprek met de bedrijfsarts was verkenning en analyse. Wat is er aan de hand? Het ontwarren van de knopen: lichamelijk ziek, geestelijk ziek, een arbeidsconflict in het geding of op de loer? De boodschap was: wees ziek om te herstellen. Je enige taak is dan herstel en genezing. Ziek zijn, dat moet je goed doen. Het tweede gesprek ging meteen over uitzicht, verwachtingen. De afspraak is immers dat er na zes weken een plan
Wat zijn de ervaringen tot nu toe?
16
VPWinfo.nl • oktober 2007
van aanpak ligt. Dus: Wat ga je doen? Waar wil je aan werken? Geen vrijblijvend gesprek dus. De bedrijfsarts doet verslag aan de werkgever met een kopie naar mij. Als ik niet op de afspraak kan komen meld ik dat bij de werkgever. De werkgever is verplicht er alles aan te doen om mij weer beter te krijgen, moet dat ook laten zien. Ook ik als werknemer moet natuurlijk meewerken. Na een tijd kon ik weer half aan het werk, en na enige tijd volledig. Ik heb een positief gevoel bij de begeleiding door de bedrijfsarts: goed uitgelijnd, op elk moment helder’.
men weet wat te doen bij ziektebegeleiding en herstel. Ziekteverzuim dient voorkomen te worden, dient zo kort mogelijk gehouden te worden. Daartoe is vereist dat alle partijen samenwerken in een open en constructieve communicatie. En: ‘In het bijzonder moet worden onderkend dat conflictueuze werksituaties niet langs de weg van ziekteverzuim tot een oplossing geraken’. Ziekmakend werk? De algehele indruk is niet dat het pastoraat als zodanig ziekmakend is. Het is niet zo dat het aantal ziektegevallen extreem hoog is in vergelijking met andere werksoorten. Het boek Verterend Vuur – Over burnout in het pastoraat – (2007) bevat een grootschalig survey-onderzoek onder alle katholieke basispastores in Nederland. De conclusie: de mate van burnout is niet alarmerend. Maar de combinatie van de hoge werkdruk en de emotionele belasting enerzijds en persoonlijke kenmerken als instabiliteit en machteloosheid bij conflicten anderzijds kan wel degelijk leiden tot ziekte en zelfs burnout. Stressvolle arbeidsomstandigheden kunnen er ontstaan als de werkdruk hoog is, het werk emotioneel belastend is, als conflicten met collega’s en tegengestelde verwachtingen van parochianen een rol gaan spelen, en als men verantwoordelijk wordt gesteld voor zaken waar men geen invloed op heeft. Deze mix van factoren kan leiden tot een ziekmakend arbeidsklimaat.
Werkdruk Werkdruk wordt in de wetenschappelijke literatuur nog het meest genoemd als oorzakelijke factor voor burnout. Veel pastores zullen dit van binnen uit beamen. Men kan onderscheid maken tussen werkdruk (veel werk moeten verrichten in beperkte tijd) en emotionele belasting (sterk beroep van de pastorant op de pastor). Verterend Vuur bevestigt in zijn onderzoek dat de werkdruk groot is. Zie de tabel hieronder. Ook voor priesters en diakens En de priesters en diakens dan? Die
vallen nu onder hetzelfde regiem als de pastoraal werk(st)ers. Dat is nieuw en even wennen. Het lijkt erop alsof priesters en diakens een stukje opschuiven richting werknemer. Eerst kijken priesters en diakens zo te horen de kat uit de boom. Maar als ze van collega’s horen dat het contact met de bedrijfsarts werkt, komen ook anderen over de brug. Goede ervaringen halen anderen over de streep. Waar de pastoraal werk(st)ers wettelijk gezien ‘moeten’, geldt deze plicht niet voor priesters en diakens. Ook besturen moeten ermee leren omgaan. Het bestuur dient een casemanager op te
Werkdruk Zelden
Regelmatig Meestal
Onverwachte gebeurtenissen doorkruisen voortdurend mijn planning.
19%
64%
17%
Er speelt in mijn werk zoveel dat ik nauwelijks vrije tijd heb.
36%
47%
17%
Er blijft steeds werk liggen dat al af had moeten zijn.
35%
52%
13%
Mijn werk als pastor laat zich moeilijk combineren met mijn huishoudelijke verplichtingen.
56%
31%
13%
Ik kan mijn werk zo organiseren dat ik tijd overhoud.
54%
37%
9%
Mijn werk is zo gefragmenteerd dat ik mijn taken slechts gedeeltelijk kan voorbereiden.
55%
38%
7%
VPWinfo.nl • oktober 2007
17
Ziekteverzuimprotocol in het kort * Dag 1 • Ziekmelding door zieke werknemer • Persoonlijk contact leidinggevende / zieke werknemer (dit contact blijft gedurende de ziekteperiode) • Informeren salarisadministratie / Arbo-dienst (voortgangsbewaking / signalering / aanmelding UWV) Dag 3 • Arbo-dienst zendt zogenaamde Eigen Verklaring toe, invullen en retourneren. Week 1 • Zieke werknemer treft alle maatregelen – in overleg met huisarts – om herstel te bevorderen. • Aanleg reïntegratiedossier casemanager (= direct leidinggevende). Casemanager heeft wekelijks contact. Week 8 • Opstellen plan van aanpak reïntegratie door casemanager / zieke werknemer (doel is reïntegratie, welke stappen worden gezet om dat doel te behalen en wie is verantwoordelijk voor het nakomen van afspraken, op welke momenten vinden voortgangsgesprekken plaats?) Week 6 • Probleemanalyse door de Arbo-dienst. • Advies aan werkgever m.b.t. is wel / niet werken mogelijk? Week 13 Ziekmelding door de Arbo-dienst bij het UWV. Bisdom meldt arbeidsongeschiktheid priester / diaken aan bij het PNB in verband met mogelijke aanvraag arbeidsongeschiktheidspensioen. Maand 9 (priesters en diakens) • Schriftelijk verzoek bij het PNB in verband met arbeidsongeschikt-heidspensioen na 52 weken. 1 Jaar en 8 maanden (pastoraal werk(st)ers) (indien van toepassing) Arbo-dienst start WAO-procedure op.
*
18
Regeling ziekteverzuimbegeleiding Bisdom Breda 2005 / Bisdom Groningen-Leeuwarden 2006 / Aartsbisdom Utrecht 2006
VPWinfo.nl • oktober 2007
stellen, die zorgvuldig te werk gaat. Het ligt voor de hand bij teams om daarvoor de teamleider op te stellen, op voorwaarde dat hij of zij zelf niet een rol speelt bij de ziektegeschiedenis. Alle betrokkenen moeten leren werken met stappen in de tijd, zoals het protocol dat neerzet. Meerdere keren worden de tijdstippen nog niet gehaald, zo blijkt. Voor priester s en diakens – bij hen geldt de loondoorbetalingsplicht van 1 jaar, bij pastoraal werk(st)ers van 2 jaar – is de oude WAZ-regeling nu vervallen. Daarvoor in de plaats is een voorziening inzake arbeidsongeschiktheidspensioen gekomen bij het PNB. Dat blijkt te werken tot tevredenheid van partijen. Helderheid Wat doe je als je even griep hebt? ‘Een week griep, dat meld ik niet. De parochie neemt wat over, met collega’s pak je het onderling op. Maar ik moet toegeven, het is tegelijk ook onhelder’, aldus een pastoraal werker. Met name priesters zijn er goed in om te schipperen: onhelder te zijn voor zichzelf (ziek of niet?), daarmee ook voor anderen, en dat leidt weer tot onhelderheid inzake verwachtingen en afspraken. En als de betreffende priester nog eens op de pastorie woont, dan kan het heel ingewikkeld worden. Eigenlijk zou hij even elders moeten gaan verblijven om te kunnen herstellen. Uit mijn veldverkenning blijkt dat je er ook op een andere manier tegen aan kunt kijken. Men kan ook zeggen: je
bent ziek en je verricht tevens enig werk op maat, een viering, een artikel, een uitvaart, en blijft op die manier actief in het werk staan, in de kring. Dat is belangrijk: in verbinding blijven met je werk, met je collega’s, je bestuur. Voorwaarde is wel dat de afspraken wat wel en niet duidelijk gemaakt moeten zijn, en bekend voor allen. Het blijkt lastig – ook en zelfs in teamverband – om goede afspraken te maken. Een collega, die ziek is, belast zijn collega’s met meer werk, waar zij echt niet om zitten te springen. En dan komt het voor dat een team ongezegd druk gaat uitoefenen, en eigenlijk geen ruimte heeft voor een zieke (of voor een parttimer) die maar beperkt werk kan doen. Liever een fulltimer dan een half teamlid. Het is dus goud waard als een zieke pastor in de kring van het werk blijft, een beperkte taak verricht, en dat dat mogelijk wordt gemaakt door de collega’s in het team. Aandacht geven De filosofie van het protocol is gericht op: niet met rust laten, maar aandacht geven, in contact blijven. Wel ziek zijn, er even tussen uit, maar niet te lang. Als het mogelijk is liefst morgen nog een gesprek met de bedrijfsarts, en volgende week weer een afspraak. Als er niet meteen snel gehandeld wordt, is er het risico dat iemand eruit raakt, gaat zitten piekeren, dat er allerlei beelden, ook valse beelden ontstaan en mogelijk ook schuldgevoelens. De last wordt alleen maar erger
in dat geval. Het is dus zaak om actief aandacht te geven. Dat werkt, en het werkt deëscalerend. Pastores hebben het gevoel dat er iets aan gedaan wordt. Een bedrijfsarts zegt: ‘Jullie zijn te voorzichtige werkgevers. Je zegt niet waar het op staat, en dan blijft het allemaal hangen. Als je namelijk niks zegt, gebeurt er ook niets. In jullie werkcultuur blijven teveel zaken ongezegd’. De oorzaak van ziekteverzuim is dus eerder te vinden in de werkcultuur dan in de werksoort als zodanig, zou je zeggen. Breda Het bisdom Breda heeft naar mijn indruk ‘Filosofie van het protocol: de zaken het beste op orde. Het ziekteverniet met rust laten, zuimprotocol werpt zijn vruchten af. Het ziektevermaar zuim, dat ooit 17% was en later 11%, schommelt nu tussen 2 en 4%. Dat is een prestatie. Wat er over blijft, dat zijn de ‘zware gevallen’. een een overzicht heeft van de verEr wordt gewerkt met één bedrijfsarts, schillende trajecten. Als een parochiedie snel werkt. Als er een ziekmelding bestuur volgens het protocol een stap binnen komt, heeft de zieke meteen moet zetten, neemt hij contact met een oproep voor de volgende dag. Om hen op. Het gaat dus om een monitode 6 weken tot 2 maanden vindt er ringssysteem, waarbij alle betrokkeeen gesprek plaats op het bisdomkannen gevolgd en indien nodig ook getoor met de personeelsverantwoordewaarschuwd kunnen worden. lijke, de bedrijfsarts, en de casemanaHet ziekteverzuimprotocol is zo langgers zijn daarbij welkom. Men zamerhand in de meeste bisdommen bespreekt de ziektegevallen en zet ingevoerd. Bekend zijn de protocolroutes uit. Een andere succesfactor is teksten van Groningen-Leeuwarden, dat iemand van de financiële afdeling, Utrecht en Breda. Maar ik merk dat die kan inloggen bij Maetis-arbo, met-
aandacht geven, in contact blijven.’
VPWinfo.nl • oktober 2007
19
zelfde werkwijze inmiddels ook gehanteerd wordt in de bisdommen Haarlem en Rotterdam, hoewel ik daar geen teksten van heb gezien. Mij zijn geen gegevens bekend van de bisdommen Den Bosch en Roermond. 55+ De meeste pastores zijn intussen ouder dan 55 jaar. De meesten van hen zijn naar mijn indruk nog steeds met plezier aan het werk, hoewel de werkorganisatie het hen niet gemakkelijk maakt. Waar het in andere werksoorten een logische gang is om van uitvoerend werk door te groeien naar taken in de sfeer van coaching, planning en beleidsontwikkeling, is die stap voor de meesten in onze werksoort niet weggelegd. Onze werkorganisatie maakt die ontwikkeling in taken en functies niet of nauwelijks mogelijk. Dat maakt het er voor de betrokken pastores niet gemakkelijker op. Het risico van uitval door ziekte is daardoor extra groot. De ervaring wijst uit dat die momenten van uitval er wel degelijk zijn. Dan is het zaak, aldus een personeelsverantwoordelijke, om de betrokken pastor zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Immers, een periode van langdurige uitval ligt zo op de loer. Dat moet kost wat kost voorkomen worden. Er moet alles aan gedaan worden zodat de betrokken pastor nog enige jaren vruchtbaar kan werken en met plezier bij 65-jarige leeftijd het werk neer kan leggen.
20
VPWinfo.nl • oktober 2007
Pastor en internet Verterend vuur Over burnout in het basispastoraat luidt de ondertitel. Onder reactie van Anke Bisschops, Jos Pieper en Willem Putman. ISBN 978 90 211 4144 2. 2007 Uitgeverij Meinema, Zoetermeer (204 blz.). Veel pastores branden van ijver voor hun pastorale werk. Maar al te grote ijver kan een valkuil zijn. Er raken ook pastores overwerkt en zelfs burnout. Dit boek start met een analyse van het voorkómen en de oorzaken van burnout in het basispastoraat. Vertrekpunt is empirisch onderzoek onder rooms-katholieke en protestantse basispastores. Dit wordt aangevuld met analyses vanuit (pastoraal) theologisch en sociologisch perspectief. Zowel persoonskenmerken (zoals emotionele instabiliteit, idealisme en conflicthantering) als werkgerelateerde
Vraag De meeste lezers van deze tekst behoren tot de 55+ers. Wat mij nu interesseert is de vraag: hoe zorg jij ervoor dat je gezond en met plezier aan het werk bent? Wat doe of laat jij om vruchtbaar te kunnen blijven werken? Ik nodig lezers uit om mij daarover te berichten en te schrijven. Een bloem-
aspecten (waaronder werkdruk, emotionele belasting, rolonduidelijkheid en sociale steun) krijgen aandacht. Er wordt ook gewezen op de noodzaak van energieschenkende activiteiten. In het tweede deel van het boek staat het voorkómen van burnout centraal. Psychologische inzichten over weerbaarheid en een gezonde manier van omgaan met stress komen aan de orde. Verder wordt betoogd dat voor pastores contact met hun spirituele bronnen en aandacht voor spirituele groei beschermend en helend kunnen werken. Tot slot volgen er aanbevelingen voor het verbeteren van de communicatie tussen de basispastores en de kerkelijke leiding. Dat laatste geschiedt in een artikel van de hand van Nico Bulter, geschreven vanuit de ervaringen binnen de VPW Nederland in het kader van de individuele belangenbehartiging van onze leden.
lezing daaruit verschijnt in de volgende aflevering. Email:
[email protected]. Adres: VPW Nederland, Palestrinastraat 1b, 3533 EH Utrecht.
s
Op zoek naar inspiratiebronnen op het wereldwijde web
door Matthé Bruijns
Hoe lang leeft de monoloog nog? Helaas hoor ik tegenwoordig mensen geen verantwoording meer afleggen waarom ze niet meer (zo vaak) naar de kerk komen. Er zaten prachtige tussen: •> ‘Ik heb zo’n hekel aan die vaste plaatsen in de kerk en dat je daarom soms de hele tijd achterin moet staan’ ••• ‘Meneer, wij hebben tegenwoordig zelfs ligplaatsen’. •> ‘Als ik God wil zoeken, ga ik liever naar het bos op zondagmorgen.’ ••• ‘Daarom staan er zondagmorgen vroeg altijd van die files richting Natuurmonumenten?’. •> ‘Ik zou wel naar de kerk willen, maar jullie beginnen ’s morgens altijd zo vroeg’. ••• ‘Pardon, vroeg? De viering is hier om 11 uur.’ •> ‘Oh, is het dan niet meer om 7 uur?’. Deze is ook ijzersterk: •> ‘Ik zou wel willen geloven, maar dan moet ik wel zeker weten dat er een God bestaat’. En de laatste: •> ‘Ik vind het altijd zo’n éénrichtingverkeer in de kerk.’ ••• ‘U bedoelt dat God niet direct iets terugzegt?’ •> ‘Nee, dat je altijd maar moet aannemen wat de voorganger zegt. Ze zouden eens een microfoon in het middenpad moeten zetten net als in de Tweede Kamer, dat je kunt interpelleren, dan zou het weer druk worden in de kerk’. Ik dacht: Gelukkig is daar theologisch geen draagvlak voor. Naast herder, priester en profeet zouden we dan ook het ambt van de voorzitter-gespreksleider krijgen. Zelfs al zou er een pastoraal theologisch fundament zijn, de clerus zou het nooit willen, de Heilige Geest zou eens
aan het Woord kunnen komen. Internet wordt als een platform gezien waar deze dialogen wel gevoerd kunnen worden. Toch ben ik nog geen parochie tegengekomen die gebruik maakt van deze wijze van communicatie. Dan bedoel ik meer dan een gastenboek alleen (mocht ik niet goed gezocht hebben, graag reactie). De website van Rorate, www.rorate .com, gaf tot voor kort gelegenheid aan aangemelde en ingelogde leden op het dagelijkse overzicht van kerkelijk nieuws te reageren. Stichting Rorate wil een platform en een klankbord bieden voor hen die zich verwant voelen met de Roomskatholieke kerk. Helaas was de discussie niet altijd van niveau. Elkaar de maat nemen en het vaststellen van elkanders orthodoxie leek bij veel deelnemers hoofddoel te zijn. Eind augustus heeft de redactie besloten om de mogelijkheid te reageren op dat wat op RKnieuws.net verschijnt voor onbepaalde tijd te sluiten vanwege vele klachten over kwetsende en schokkende bijdragen van leden. Men kon ook onvoldoende menskracht vrijmaken om een goede controle uit te voeren op het naleven van de regels. De anonimiteit nodigt een aantal mensen blijkbaar uit tot een andere vorm van communicatie dan wanneer die van aangezicht tot aangezicht zou gebeuren. Misschien is dat
ook de reden dat parochies huiverig staan tegenover het aanbieden van deze open vorm van hedendaagse communicatie. Het vraagt een voortdurende controle over de waardigheid en voortgang van het gesprek. Een ander initiatief wil www.rk-kerkplein.org zijn. Ze gebruikt het beeld van het kerkplein. De plaats waar na afloop van de ‘monologe’ liturgie het gesprek weer gevoerd wordt over alledaagse beslommeringen tot zaken van leven en dood. De website wil kritische rooms-katholieken een platform bieden waarop hun stem weer gehoord kan worden. Men heeft bewust gekozen om niet te werken met een forum om bovengenoemde problemen te voorkomen. Thema’s en artikelen worden becommentarieerd. Lezers kunnen reageren met een e-mail aan de redactie, die de toegezonden bijdrage kan plaatsen op de site. Onderwerpen zijn: Tussen begin en einde: het debat over leven, ziekten en doodgaan, Samenleving, Internationaal, R.K. Kerk, Religie en levensbeschouwingen en Cultuur. Daarom vind ik het nu zo jammer dat niemand zich meer excuseert over zijn kerkgang. Ik zou zo graag eens willen horen dat er gezegd werd: ‘Ik zit liever thuis achter de pc, dan kan ik direct chatten met Onze Lieve Heer.’
a VPWinfo.nl • oktober 2007
21
Permanent leren Een selectie uit het scholingsaanbod voor pastores (zie ook onze website voor actuele koppelingen en een uitgebreider aanbod)
n Luce/Centrum voor Religieuze Communicatie Luce/CRC heeft tot taak het verzorgen van postinitieel onderwijs en theologische vorming ten dienste van pastores en andere beroepskrachten
n Radboud Universiteit Nijmegen
Conferentie Religion and Sustainable Development (Congres) Datum en tijd 28 september 2007, 9.00-18.00
door Drs. Paul van Gerven
• Cursus morele counseling en moreel beraad Wanneer 29 t/m 31 oktober 2007, 26 t/m 28 mei 2008 (reservedatum: 27 t/m 29 okt. 2008).
die in hun werk in aanraking komen met vragen
(facultatief: Diner 18.00-21.00).
over geloof, zingeving en ethiek.
Plaats De Holthurnse Hof, Zevenheuvelenweg 48a, Berg en Dal.
• Introductieweek Geestelijke Verzorging en Organisatie
• Leergangen en cursussen voor pastorale professionals
Organisatie Centre for Sustainable Management
Kosten € 650,-
• Begeleiden van stervenden en rouwenden
Contactpersoon mw drs. D. te Boekhorst
• De dienst van de bemiddeling (Diaconaal Werk)
E-mail
[email protected]
• Voortgezette cursus morele counseling
• De kunst van het mogelijke (Kerkelijk
Telefoon 024 3652091
Kosten € 300,-
opbouwwerk)
of Resources.
Kosten € 75 (incl. documentatie en lunch)
• De ontmoeting met de Levende (Liturgie)
Website www.ru.nl/csmr/actueel/agenda/confe-
Website www.umcn.nl/professional/
• De weg van het leren (Parochiecatechese)
rentie_religion/
Informatie Secretariaat van het Centrum voor Klinische Pastorale Vorming
• Klinische Pastorale Vorming
Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat
• Geestelijke leiding aan ouderen • Pastorale zorg aan geweldgetroffenen
n UMC St. Radboud
Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen, T: 024-
• Opleiding Pastorale Supervisie
In de vormgeving van haar cursussen wil het
3613320
Centrum trouw blijven aan de psycho-dynamische
Mw. S. Ebbeng en Mw. J. Maes-Janssen
• Cursussen op verzoek
traditie van de KPV sinds de oprichting ervan door
E:
[email protected]
• Existentiële zielzorg
Boisen. Tegelijk wordt via de samenwerking met de
Voor de cursus Moreel beraad en morele
• Begeleiden van stervenden en rouwenden
Faculteit Theologie aangesloten bij actuele ontwik-
counseling:
• Werken aan de spirituele dimensie in de
kelingen op het terrein van praktische theologie,
Jack de Groot, UMC St Radboud, DGVP huispost
geestelijke verzorging, supervisie en didactiek.
20, postbus 9101, 6500 HB Nijmegen, T: 024-
palliatieve zorg
3613320, email:
[email protected]
• Leiderschap en omgaan met conflicten • Loopbaancounseling en coaching
• KPV-training gebroken
• Individuele en Groepssupervisie
Wanneer Voorjaar 2008 en 2009.
• Oud maar niet af
2 x 12 maandagen en dinsdagen, verspreid over twee kalenderjaren.
Correspondentie-adres Postbus 80101, 3508 TC
• KPV-training
Telefoon (030) 253 18 82 / 29 28 Fax (030)
Drie maanden aaneengesloten.
253 36 65 E-mail
[email protected]
Kosten € 5400,-
22
VPWinfo.nl • oktober 2007
Najaarsprogramma
Een kort verslag van een onderzoek onder pastoraal werk(st)ers in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. In Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland vervullen de zgn. ‘PastoralreferentInnen’ soortgelijke functies als in ons land de pastoraal werk(st)ers. Het gaat om lekentheologen, werkzaam in kerkelijke beroepen en belast met pastorale taken. In 2006 deed het ‘instituut voor praktische theologie’ van de Universiteit van Wenen een grootschalig onderzoek onder deze werkers. Professor Paul Zulehner had de supervisie. Ruim 2286 personen in de drie landen werden aangeschreven. Er kwamen 1393 bruikbare reacties terug, een hoge respons. De resultaten werden aanleiding tot een symposium in maart 2007, waar verantwoordelijken voor de opleiding, personeelsfunctionarissen van bisdommen, enkele bisschoppen en vertegenwoordigers van de beroepsgroep aan deelnamen. Zij onderstreepten in een slotverklaring de noodzaak van lekentheologen in pastorale beroepen en deden een dringende oproep aan de leiding van de kerk tot een verdere ontwikkeling van verscheidene kerkelijke ambten en diensten.
Voor het najaarsprogramma van het Ignatiushuis,
Utrecht. Bezoekadres Heidelberglaan 2, Utrecht
Website www.uvt.nl/faculteiten/fkt/luce-crc/
n Ignatiushuis
Een beroep in ontwikkeling
zie www.ignatiushuis.nl
Zelfbeeld Kort een paar gegevens uit het onderzoek. De PastoralreferentInnen – een lastig woord, maar ze heten zo – worden territo-
Ton Beugelsdijk
riaal en categoriaal aangesteld. Voor de territoriale werkers liggen de belangrijkste taken op het gebied van de liturgie, de sacramentenpastoraal, de begeleiding van vrijwilligers, groepswerk of jongerenpastoraat; de categoriale werkers vervullen taken in het ziekenhuispastoraat of bij de vorming en toerusting. Het zelfbeeld is primair dat van een op personen betrokken zielzorger; het beeld van de mystagoog scoort hoog. Op de tweede plaats komt de oriëntatie op de geloofsgemeenschap en haar opbouw; 50% beschouwt zich als ‘verantwoordelijk voor het parochieleven’, 70% als ‘toeruster van de vrijwilligers’. Dit laatste wordt door veel PastoralreferentInnen als een van hun voornaamste taken beschouwd. ‘De vrijwilligers kunnen niet zonder ons.’ Een minderheid ziet de kern van hun werk vooral liggen bij niet-parochiële pastorale projecten. Leek of priester Een interessant punt in het onderzoek betreft de wijze waarop de PastoralreferentInnen zich positioneren t.o.v. de priesters. Meer dan de helft beschouwt zich als leken in het pastoraat; anderen (43%) positioneren zich dichter in de buurt van de priester. Binnen elke groep zijn nuanceringen te zien, mede afhankelijk van de vraag of priesterlijke taken alleen gewenst worden of ook reëel overgenomen. Tot de
priesterlijke taken worden dan gerekend: dopen, trouwen, begraven, preken en leiding geven aan de parochie. Ruim 36% beantwoordde de vraag of zij priester zouden willen worden, positief. Vooral voor de territoriale werkers is de zuigkracht van de priesterlijke functies soms groot. Voldoening Over het algemeen blijken de ondervraagden tevreden te zijn in hun werk; 85% geeft dat zonder meer aan. En 72% zou er opnieuw voor kiezen, als dat besluit aan de orde was. Men ervaart ook knelpunten. Voor sommigen liggen die in de spirituele zwakte van de huidige cultuur en kerk, voor anderen is de kerkpolitiek een oorzaak van vervreemding of de weinig liberale stellingname van de officiële kerk. Het beroepsbeeld is voor velen diffuus. Soms wordt een seculiere baan overwogen. Kwesties De deelnemers aan het symposium benoemden n.a.v. het onderzoek een aantal kwesties die voor de ontwikkeling van het beroep grotere helderheid behoeven: de vraag naar de eigen plek van PastoralreferentInnen in een gedifferentieerde pastoraal en de principiële erkenning ervan; de vraag naar de coöperatie met de priester in de leiding van de geloofsgemeenschap; de vraag van hun woordverkondiging; en de vraag naar hun competentie op het terrein van de sacramenten. Herkenningspunten ook voor ons in Nederland. Zie www.pastoral.univie.ac.at/umfragen
r VPWinfo.nl • oktober 2007
23
Ambt en wijding in kerkjuridisch perspectief Deze inleiding wil de discussie openen en oproepen, heeft niet de pretentie oplossingen aan te reiken. De belangrijkste begrippen worden op een rij gezet en toegelicht. Incardinatie en zending zijn mogelijke ankers voor het ambt van pastoraal werk(st)er.
Inleiding gehouden tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VPW Nederland op 7 juni 2007, door
Dr. A.P.H. Meijers Universitair hoofddocent canoniek recht aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg.
In deze inleiding spreken we over wijding, incardinatie, kerkelijk amt en arbeidsovereenkomst vanuit kerkrechtelijk perspectief. Wijding De wijding is een sacrament, dat wil zeggen een genadegave. De gewijde bedienaar onderscheidt zich van de overige christengelovigen, doordat hij in de persoon van Christus ’t Hoofd (in persona Christi capitis) spreekt en handelt. Het Tweede Vaticaans Concilie benadrukt wat de bisschop en de priester betreft het herdersambt. Binnen de katholieke kerk worden drie grondambten onderscheiden: de paus (universele kerk), de diocesane bisschop (bisdom) en de pastoor (parochie). Paus, diocesane bisschop en pastoor zijn de kerkelijke leidinggevende ambten in de bediening van woord, sacrament en bestuur. Wat het bestuur betreft zijn het de decisionmakers. De herders bekleden in kerkrechtelijke zin een kerkelijk ambt. Naast de herdersambten bestaan er ook nog andere kerkelijke ambten. De wijding van priester en bisschop is een sacerdotale wijding: deze gewijde bedienaren zijn de voorgangers in de eucharistie en daarmee verbonden de bedienaren van het sacrament van de verzoening (de biecht). Zij zijn de pastores van de kerk.
24
VPWinfo.nl • oktober 2007
Van belang is ook de apostolische successie. In een concept-schema over de kerk van het Eerste Vaticaans Concilie wordt de zending van de bisschoppen als opvolgers van de apostelen getypeerd als magisterium (leergezag) en ministerium (bediening van de sacramenten) en regimen (bestuur). Vanuit deze achtergrond is het wellicht begrijpelijk, de pastoraal werk(st)er niet als een bediening (ministerium) te typeren (zie: Meewerken in het pastoraat). Het begrip ministerium heeft in deze samenhang de betekenis van bevoegdheid (geschiktheid en bekwaamheid) om de sacramenten te bedienen, hetgeen de pastoraal werk(st)er niet toekomt. Echter in 1972 regelde paus Paulus VI in Ministeria Quaedam het lectoraat en acolitaat als bedieningen die aan (mannelijke) lekengelovigen kunnen worden toevertrouwd. Het huidige kerkelijk wetboek is echter terughoudend, wanneer het gaat om de term bediening in samenhang met kerkelijke taken die door lekengelovigen kunnen worden uitgeoefend. Incardinatie De incardinatie is als het ware de kerkelijke rechtspositieregeling van clerici (van priesters en diakens). Het betekent een levenslange inscharniering in een bisdom ten behoeve waarvan de clerici hun pastoraal dienstwerk verrichten. Op basis van
de incardinatie bestaat een gezagsverhouding tussen de clericus en de diocesane bisschop. De clericus is gehoorzaamheid (canonieke gehoorzaamheid) verschuldigd aan de diocesane bisschop. Hij dient de door de bisschop toegewezen pastorale taak te aanvaarden en getrouw te vervullen. Op basis hiervan geniet de clericus het recht, dat in zijn levensonderhoud wordt voorzien. De diocesane bisschop van zijn kant, is gehouden de clericus een kerkelijke functie aan te bieden en te zorgen voor het levensonderhoud van de clericus, dat wil zeggen de zorg voor een vergoeding aan de clericus voor het pastorale dienstwerk (inkomen) en de sociale bijstand (zorg voor de clericus bij ziekte, invaliditeit en ouderdom). Kerkelijk ambt Het kerkelijk ambt naar canoniek recht is de kerkelijke regeling van geestelijke taak (of functie). Het kerkelijke ambt heeft op zichzelf een duurzaam karakter. Het kerkelijk ambt wordt door degene die het ambt bekleed, uitgeoefend. In Meewerken in het pastoraat wordt de pastoraal werk(st)er getypeerd als een kerkelijk ambt (in kerkrechtelijke zin) getypeerd. Aldus regelt het kerkelijk ambtsrecht (a) de met het ambt verbonden taken en bevoegdheden, (b) de hoedanigheden waaraan de ambtsdrager dient te voldoen, (c) de benoeming (zgn. provisio canonica, die afhankelijk van het ambt meerdere elementen kan omvatten (verkiezing, benoeming, installatie) en (d) de ontheffing uit
het ambt (op verzoek of opgelegd). Opmerkelijk is, dat het kerkelijke ambtsrecht niet de bezoldiging regelt. Dat dient apart te gebeuren. Van oudsher was met het kerkelijk ambt een beneficie, dat wil zeggen goederen en rechten, verbonden, waaruit de ambtsdrager werd bezoldigd. De bezoldiging van kerkelijke ambtsdragers vindt op verschillende wijzen plaats, zo worden in België de bedienaren van de eredienst door de burgerlijke overheid bezoldigd en in Duitsland de kerkelijke ambtsdragers door het bisdom betaald. In Nederland worden de kerkelijke ambtsdrager vooral door de parochies bezoldigd ten behoeve waarvan de pastorale zorg wordt verricht. In deze samenhang is van belang om op een recente ontwikkeling te wijzen, die in enkele Nederlandse bisdommen plaatsvinden, waarbij voor de bezoldiging en tewerkstelling van pastoraal werk(st)ers een aparte kerkelijke rechtspersoon wordt ondergebracht. Wat betekent dit voor de pastoraal werk(st)er? Arbeidsovereenkomst Ook de arbeidsovereenkomst is de regeling van een functie. Wanneer de kerk voor het regelen van pastorale taken gebruik maakt van de arbeidsovereenkomst , dient men zich te realiseren, dat het burgerlijk arbeidsrecht in zeer belangrijke mate dwingend recht is, waarvan niet afgeweken kan worden. Dat kan voor partijen ten voordele en ten nadele werken. Een andere factor is, dat het burgerlijk arbeidsrecht wordt gewijzigd en dat daarmee de kerk de ontwikkelingen in het arbeidsrecht min of meer ‘wordt opgelegd’ (versoepeling
ontslag, non discriminatie regelingen). De arbeidsovereenkomst is vanuit kerkelijke perspectief een wijze om naast de functie het inkomen van kerkelijke ambtsdragers te regelen. In de arbeidsovereenkomst, dient dan het kerkelijke karakter van de functie gewaarborgd te zijn. Zoals bijvoorbeeld in de rechtspositiereglement van de pastoraal wer(st)ers gebeurt. Tenslotte Meewerken in het pastoraat typeert de pastoraal werk(st)er als een kerkelijk ambt. De implicaties van deze positieve waardering dienen nog nader te worden uitgewerkt, zoals onder meer het rechtspositiereglement. Een vraag is, of door het bundelen van de pastoraal werk(st)ers op niveau van het bisdom, de rechtspositie van de pastoraal werk(st)er niet het karakter van een incardinatie krijgt. In deze context kan gewezen worden op het proefschrift van Ad van der Helm. Van betekenis is ook de vorig jaar opgerichte Diocesane Kring van pastoraal werk(st)ers in het Aartsbisdom Utrecht. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de positie van de pastoraal werk(st)er binnen de katholieke kerk? Tenslotte dient de betekenis van de bisschoppelijke zending nader te worden uitgediept. De vraag is dan wat deze zending betekent niet alleen voor de pastoraal werk(st)er, maar ook in relatie tot de zendende bisschop en de geloofsgemeenschap.
t
VPWinfo.nl • oktober 2007
25
Over de schutting kijken Een blik over de schutting: de kerkelijk werker in de PKN, de PraedikantInnen in de lutherse kerken in Duitsland, de reader in de Church of England. Er zijn overeenkomsten en verschillen met ‘onze’ pastoraal werk(st)ers. In het tweede deel volgt een systematisch-theologische reflectie over wijding en met wijding verbonden taken.
Inleiding gehouden tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VPW Nederland op 7 juni 2007, door
Dr. A.H.C van Eijk Docent systematische theologie aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg.
26
VPWinfo.nl • oktober 2007
U had Anton Houtepen gevraagd om eens vanuit zijn expertise op het terrein van de oecumene te kijken naar de vragen die u de laatste jaren (met en sinds het verschijnen van Ambachtelijkheid en toewijding) hebben beziggehouden. Ik zal dat ook doen, maar waarschijnlijk vanuit een andere invalshoek dan die hij in gedachte had, het rapport over het ambt dat binnen de Raad van Kerken in Nederland in bespreking is. Ik versta de oecumenische benadering van de zaak vandaag zo, dat ik u uitnodig eens over de schutting van het eigen, rooms-katholieke erf heen te kijken. Mijn plan is u te laten zien dat en hoe de vragen die u zich stelt met betrekking tot ambt, wijding, functies en taken ook spelen in andere kerken. Ik wil u laten zien dat die vragen en tot op zekere hoogte ook de manier waarop ze worden beantwoord niet specifiek zijn voor de rooms-katholieke kerk. Het gaat hier bovendien om kerken die voor de toelating tot ordinatie of wijding geen criteria hanteren die betrekking hebben op burgerlijke staat of sekse van de te wijden c.q. ordineren personen. Het eerste deel van mijn betoog gaat daarover (1.1-2). De bedoeling ervan is de discussie binnen onze kerk(provincie) in een bredere context te plaatsen. In een tweede zal ik ingaan op wijding, sacrament(-aliteit), ambt, functies en taken en de wijze waarop die zich tot elkaar verhouden (2.12).
Kerkelijk werker PKN Een maand geleden waren Ton Meijers en ik gevraagd bij te dragen aan een symposium van het Centrum voor Kerk en Recht van de VU; dat was gewijd aan de positie van wat in de Protestantse Kerk(en) de kerkelijk werker en in de RKK de pastoraal werker genoemd wordt. Aanleiding was het rapport Werken in de wijngaard dat voorwerp van bespreking was in de laatst gehouden synode van de PKN. Dat was een herschreven versie van het rapport dat vorig jaar door de synode was besproken (Pastores in beweging). Het is de discussie over wat in de pers de HBO-predikant werd genoemd. Ik heb op dat symposium pas goed begrepen wat de theologische draagwijdte van die discussie is. In de gangbare opvatting, die het ook na deze synode gehouden heeft, moet de predikant zijn theologische opleiding hebben gevolgd en voltooid op academisch niveau. Die impliceert namelijk voldoende kennis van de grondtalen van de Bijbel; die moet de predikant als Dienaar van het Goddelijk Woord (VDM) beheersen. Die vereiste hangt dus duidelijk samen met wat voor het ambt van predikant wezenlijk is. Pleiten voor een predikant die ‘slechts’ een HBO-opleiding heeft is tornen aan die vereiste. Een synodale meerderheid vond dat iemand met een HBO-opleiding alleen kerkelijk werker en geen predikant kan worden. Binnen onze kerk speelt het niveau van de genoten opleiding geen rol van betekenis.
Een van de redenen voor de sluiting van de seminaries eind jaren ’60 van de vorige eeuw was, dat de bisschoppen voor hun middenkader een academische vorming passend achtten gezien het stijgend ontwikkelingsniveau van de bevolking. Zij zijn daar intussen stilzwijgend al lang van teruggekomen. De taleneis heeft in de RKK nooit zo zwaar gewogen; de relevante documenten laten zien wat voor de RKK wel zwaar weegt: het Latijn als de taal van de Kerk van het Westen. Overeenkomst en verschil Behalve dit opmerkelijk verschil vertoonde de discussie over de kerkelijk werker in de PKN ook enkele overeenkomsten met die over de pastoraal werker binnen de RKK. Op de eerste plaats worstelt men ook in de PKN met de terminologie. Bij ons is pastoraal werk(st)er een ambt (officium), maar mag het van de Instructie geen ministerium (bediening) heten; maar in de kerkorde van de PKN wordt een onderscheid gemaakt tussen ambten enerzijds en bedieningen of diensten anderzijds (KO art.V, vooral 1 en 6). Ambten zijn er maar drie, namelijk die van predikant, ouderling en diaken. Dit drietal geldt als even onaantastbaar als in de kerken van het katholieke type het zogenaamde drievoudig ambt van bisschop, presbyter (‘priester’) en diaken – dat zijn in deze traditie ambten die slechts op grond van wijding kunnen worden uitgeoefend. Van wijding wordt in het gereformeerd protestantisme niet gesproken. Maar in een ambt wordt men bevestigd, terwijl men in een bediening of dienst wordt gesteld of ingeleid. Naar het woord ‘leek’ zoekt men overigens
in Kerkorde en Ordinanties van de PKN vergeefs. Competenties Op de tweede plaats is er een vergelijkbare strijd om de competenties. Noch de protestantse kerkelijk werker noch de roomskatholieke pastoraal werk(st)er ontlenen hun bestaansrecht aan het ontbreken of het tekort aan bevestigde casu quo gewijde ambtsdragers. Het zijn ook los van die conjuncturele factor erkende posities in de kerk. Maar zoals in onze kerk bevoegdheden van geordineerden worden afgebakend van die van leken (de Romeinse Instructie, Meewerken in het pastoraat van de Nederlandse bisschoppen), zo doen KO en Ordinanties (Ord.3 art.12) van de PKN dat met betrekking tot de bevoegdheden van de ambtsdragers enerzijds en die van de kerkelijk werker anderzijds. Meer dan eens was de afgelopen jaren ter synode de vraag aan de orde, of de kerkelijk werker in de kleine gemeenten die geen eigen predikant meer kunnen betalen niet ook de sacramentsbediening voor zijn/haar rekening zou mogen nemen. Het woord bedient hij/zij toch ook al – al mag dat eigenlijk niet zo heten: hij/zij ‘spreekt een stichtelijk woord’. En ook dat is voor ons herkenbaar: de pastoraal werk(st)er mag in de eucharistie niet de homilie houden, waar dit toch gebeurde moest het anders heten (‘schriftuitleg’, ‘getuigenis geven’) nu wil men van die dubbelzinnige situatie helemaal af: zie omroepparochie. Bij beide geloofsgemeenschappen zit de bedoeling voor woord en sacrament bijeen te houden. Opmerkelijk is, dat de bediening van de doop blijft voorbehouden aan de predi-
kant, de kerkelijk werker is daartoe niet bevoegd – de ouderling en de diaken trouwens evenmin. Ik kreeg uit de discussie die in 2000 ter synode gevoerd is over de sacramentsbediening door de kerkelijk werker de indruk dat men eerder het Avondmaal dan de doop in het vizier had. De RKK daarentegen is ten aanzien van de bedienaar van de eucharistie streng, ten aanzien van de doop vergeleken met andere kerken (ook de Orthodoxie) mild – of laks. Lutherse PraedikantInnen Ik richt de blik vervolgens niet alleen over de schutting van het roomse erf, maar ook over de landsgrenzen, en wel naar de VELKD, het verband van lutherse kerken in Duitsland. De bisschoppenconferentie van deze kerken schreef in 2006 een advies (Empfehlung) inzake de roeping tot verkondiging van het woord en bediening van de sacramenten naar evangelische opvatting. Hierin wordt een stap gezet die de PKN vooralsnog niet heeft willen zetten. De aanleiding is dezelfde: vanwege het teruglopen van inkomsten uit de kerkbelasting kunnen kleinere gemeenten geen eigen pastor meer betalen. Reeds bestond in die kerken het instituut van de predikanten (m/v); die hebben zoals hun naam aangeeft preekbevoegdheid, maar hebben een mindere theologische opleiding genoten dan de pastores (PfarrerInnen); deze laatste waren geordineerd, de PraedikantInnen niet. Het advies van de bisschoppen aan de Landeskirchen is nu, dat er in de toekomst behalve geordineerde (ordinierte) ambtsdragers (de PfarrerInnen), die een onbeperkte opdracht hebben, ook anVPWinfo.nl • oktober 2007
27
dere zullen zijn met een in tijd en ruimte beperkte opdracht; die opdracht houdt evenwel behalve de ambtelijke verkondiging ook de bediening van de sacramenten in. De genoemde PraedikantInnen mogen dus voortaan ook dopen en het Avondmaal bedienen, wat ze blijkbaar feitelijk hier en daar toch al deden. Dit duidt erop dat de bisschoppen met hun advies een ontwikkeling die zich in de praktijk heeft voorgedaan legitimeren. Merk op dat ook hier het criterium voor het onderscheid tussen beide categorieën gelegen is in het niveau van de gevolgde opleiding. Geen oecumenische stellingname De lutherse bisschoppen zijn zich er wel van bewust dat gereformeerde, lutherse en geünieerde kerken zich er in oecumenische teksten toe hebben verplicht dat het Avondmaal alleen door geordineerden zou worden bediend. Het verwijt dat zij zich daar met hun advies niet aan houden, pareren zij met de opmerking dat zij dat wel doen, want zij zien de ordelijke overdracht (zo wordt rite vocatus uit CA XIV vertaald) als het overkoepelend begrip dat zowel het ordineren als het verlenen van een opdracht omvat (zie n.52). Het advies heeft nogal wat kritiek gekregen, niet alleen binnen de eigen kerken (onder andere van de voorzitter van de commissie die het advies heeft voorbereid, D.Wendebourg), maar ook van rooms-katholieke zijde (kardinaal Kasper, W. Thönissen). Laatsten zijn van oordeel dat het advies ten achter blijft bij wat Lutheranen en rooms-katholieken in hun internationale dialoog over het ambt samen daarover hadden geformuleerd. Waarop de luthera28
VPWinfo.nl • oktober 2007
nen repliceren: het resultaat van die dialoog is toch van rooms-katholieke zijde nooit formeel gerecipieerd? – en hebben jullie met je door niet- geordineerden geleide woord-en-communiediensten niet hetzelfde probleem? Ordinatie en Beauftragung Ik teken hierbij tenslotte nog aan, dat de tekst de indruk wekt, dat ook de Beauftragung als tweede vorm van ordelijke overdracht van het ambt geschiedt in een liturgische viering met handoplegging en gebed. Het is mij niet duidelijk geworden waarin de liturgie van de ordinatie van die van de Beauftragung verschilt. Wel wordt het begrip ‘ordinatie’ afgebakend van wat wij katholieken ‘wijding’ noemen; er is geen essentieel verschil (contrasteer met LG 10) tussen wie geordineerd en wie dat niet is. Wat de geordineerde doet, doet hij/zij op grond van zijn/haar doopsel; de ordinatie verleent geen specifieke genade, laat staan een merkteken. Ik realiseerde me bij lezing van deze tekst weer, dat ‘wijding’ een katholieke term is – en alleen in Germaanse talen de ‘vertaling’ van ordinatio. Church of England: reader De blik over de schutting richt zich nu westwaarts, over zee, naar de anglicaanse Church of England. Ik wijs er om te beginnen op, dat de rooms-katholieke kerk met de kerken van de anglicaanse gemeenschap (waarvan de Church of England deel uitmaakt) in hun internationale dialoog (ARCIC) zowel inzake de eucharistie als inzake het ambt (ministry) een hoge mate van overeenstemming hebben bereikt.
Behalve de ambten van bisschop, priester en diaken die slechts op grond van wijding kunnen worden uitgeoefend (alle door beide seksen en gehuwd of ongehuwd!), kent men de functie van reader. Aan de site van Church of England ontleen ik de volgende omschrijving van dit ambt. Readers are lay people in the Church of England, from all walks of life, who are called by God, theologically trained and licensed by the Church to preach, teach, lead worship and assist in pastoral, evangelistic and liturgical work. Taken Het gaat dus om een lekenambt, dat echter naast een beroep of een andere bezigheid en onbetaald wordt bekleed. Daarmee zijn een overeenkomst en een, overigens niet-theologisch, onderscheid met de pastoraal werk(st)er gegeven. Tot de taken van een reader behoren onder andere: • het [publiek] lezen uit de Schrift en preken • het leiden van diensten, behalve die welke door het recht zijn uitgesloten • de gaven van het volk ontvangen en naar het altaar brengen (bij eucharistie of communion) • het uitdelen van de communie • de communie aan de zieken brengen • werkzaamheden in de pastorale en educatieve sfeer; Speciale toestemming van de bisschop is nodig om: • voor te gaan (officiate) bij woord- en communiediensten (Communion by Extension services)
• voor te gaan bij uitvaarten • regelmatig uitnodigingen te aanvaarden om deel te nemen aan diensten in een kerk van een andere denominatie. Drie dingen mogen readers niet: • dopen, behalve in geval van nood, wanneer iedere leek dat mag • een huwelijksdienst leiden • absolveren en zegenen, behalve met een goedgekeurde alternatieve formule. Nadruk op priesterwijding Evenals onze kerk trekt de anglicaanse grenzen tussen wat gewijde bedienaren en leken mogen en bakent ze bevoegdheden af. Ze kent echter niet zoiets als suppletie, waardoor leken bij het huwelijk kunnen assisteren en zelfs dopen. Op dat punt zijn de anglicanen strenger dan de rooms-katholieken. Vanaf de jaren 70 rees in de Church of England en in andere kerken binnen de anglicaanse gemeenschap periodiek de vraag of de bediening van woord en sacrament niet incidenteel of zelfs structureel kan worden waargenomen door andere ambtsdragers (ouderlingen, diakens) of leken (in het laatste geval werd in de pers gesproken van een DIY eucharist). De bisschoppen hebben op deze vraag negatief geantwoord en hun stellingname in een doorwrocht rapport beargumenteerd (Eucharistic Presidency, 1997). Ten aanzien van een eventueel voorgangerschap van leken werd het belang van de priesterwijding benadrukt. De anglicaanse benadering van ordination ligt duidelijk dichter bij de rooms-katholieke dan die van de lutheranen in de besproken lutherse Empfehlung.
Wijding en taken In het eerste punt is het woord wijding casu quo ordinatie al verschillende malen gevallen. Ik wil in dit tweede punt vanuit systematisch-theologisch standpunt iets zeggen over wijding en met wijding verbonden taken. In persoon een teken Door wijding wordt een persoon in staat gesteld op cruciale momenten van het Kerk-zijn te betekenen dat zij wat zij zegt en doet niet uit zichzelf zegt of doet, maar namens haar Heer. Juist op de momenten waarop de Kerk zichzelf ontvangt is er iemand nodig die dat in zijn persoon betekent. Hij is in zijn persoon een teken; in principe niet altijd en overal, maar alleen dan wanneer hij in zijn handelen de Kerk engageert. (Dat legt dan vervolgens in tweede instantie beslag op zijn hele leven en levensstijl: hij houdt er een bepaalde levensstijl op na, die in RKK het celibaat inhoudt, maar dat pas in tweede instantie!). Tot de cruciale momenten van kerk of kerkelijkheid behoren de sacramenten (als een van de taken van de gewijde bedienaren). De logica van het sacrament vraagt erom dat het bediend wordt door een persoon die zelf sacramenteel betekent wat hij in Christus’ naam (in persona Christi) doet, en dat kan alleen op grond van een sacramentele wijding. Alleen zo kan hij betekenen dat wat hij bedient hem niet toebehoort. Dat de Kerk de sacramenten niet bezit, maar door de sacramenten wordt opgebouwd en aldus zich ontvangt, wordt op deze wijze zichtbaar gemaakt en gesymboliseerd. Het mag wel een paradox
heten dat de Kerk op een moment waarop zij macht lijkt uit te oefenen in een persoon die zelf een symbool is te kennen geeft dat zij niet uit zichzelf handelt. De rol van de gewijde bedienaar bij de bediening van de sacramenten bestaat erin te verwijzen naar Christus; zijn optreden moet transparant zijn naar díe Ander, die in de handeling het initiatief heeft en er de oorsprong van is. Men moet dan ook niet spreken van plaatsvervanging, maar van plaatsbekleding, en wel in een symbolische, sacramentele zin die erop neerkomt, dat de gewijde bedienaar niet de plaats van Christus inneemt, maar diens ‘lege plaats’ als de blijvende oorsprong van zijn Kerk en zijn sacramenten open houdt. Daarom heeft men wel gezegd dat wijding teken is van een niet-macht (non-pouvoir). Zichtbaarheid Symboliek en sacramentaliteit hebben alles te maken met wat zich laat zien, met zichtbaarheid. Zo kan men begrijpen dat de sacramentaliteit van (vooral) het presbyteraat onder druk komt te staan, wanneer bepaalde taken daarvan bij wijze van suppletie worden waargenomen door iemand die niet langs de weg van een symbolisch/sacramenteel ritueel (de wijding) tot die positie geordineerd is. Om deze reden vind ik het te verdedigen met het verlenen van verlof tot dopen en het optreden als kerkelijk getuige bij een huwelijk aan pastoraal werk(st)ers terughoudend te zijn, en wat mij betreft met het eerste meer dan met het laatste. Ik zou willen stellen dat handelingen eerder aan gewijde bedienaren voorbehouden moeten zijn naarmate ze de Kerk meer committeren. VPWinfo.nl • oktober 2007
29
Dat is met de doop eerder het geval dan met de huwelijkssluiting. (Beide komen overigens voor in de opsomming van taken die leken kunnen waarnemen [zie boven, 1.1]). Het is belangrijk dat de bediening van een sacrament, waarvan de kerkelijke dimensie zo belangrijk is, geschiedt door een persoon die krachtens zijn wijding Christus en de Kerk symbolisch kan representeren. In de woorden van de liturgist Paul De Clerck: ‘De kerkelijke kwalificatie van de bedienaar moet overeenkomen met de kerkelijkheid van de sacramentele handelingen die hij stelt.’ 1 Mijn collega Ruud Huysmans heeft zich in zijn commentaar op de nota MihP de vraag gesteld waarom iets wat kennelijk soms (in geval van nood) kan, denk met name aan het doopverlof, tot uitzonderlijke situaties beperkt zou moeten blijven. Het kan soms, waarom zou het in andere omstandigheden dan niet mogen?2 Uit wat ik nu net inzake de relatie van bepaalde functies tot wijding heb gezegd, kunt u afleiden dat dit weliswaar kerkjuridisch en theologisch mogelijk is en pastoraal geboden kan zijn, maar toch theologisch niet wenselijk is. Kijk over de schutting naar de praktijk van PKN en Church of England. Een vierde trap Ik maak tenslotte enkele opmerkingen die deze uitweiding over ambt, wijding en sacramentaliteit nog in een enigszins ander licht plaatsen. De geschiedenis van het wijdingssacrament laat zien dat de reikwijdte van het sacrament van de wijding ruimer of beperkter kan worden opgevat. Onder het 30
VPWinfo.nl • oktober 2007
sacrament van de wijding kunnen blijkbaar meer of minder functies worden begrepen. Vanaf de 5e eeuw maakten functies als lector, acoliet, portier en exorcist deel uit van de carrière van een clericus, een hele reeks van wijdingen die in het bisschopsambt culmineerde. Theologen als Thomas en Bonaventura beschouwden ze zelfs als deel van het sacrament van de Ordo. Toch werden ze in 1972 door Paulus VI afgeschaft.
‘Een
Presbyteraat: een fonds Als men inderdaad een vierde trap van het wijdingssacrament zou willen invoeren, dan moet dit wel van de bestaande drie ambten onderscheiden zijn. Als men de pastoraal werk(st)er die feitelijk de leiding van een parochie heeft zou willen wijden, verschilt zijn ambt nauwelijks van dat van de presbyter. Overigens, helemaal adequaat, dat wil zeggen zonder overlap van taken, hoeft dat onderscheid niet te zijn,
vierde trap van het wijdingssacrament zou zich wel van de bestaande drie ambten moeten onderscheiden.’
Vermeldenswaard is, dat de katholieke kerk op het concilie van Trente dit soort ingrepen in de sacramentele orde gelegitimeerd heeft. De Kerk, zo zegt dit concilie, heeft de bevoegdheid om al naar gelang van de omstandigheden aan de sacramenten een en ander te veranderen zolang ze het wezen (substantia) ervan maar onverlet laat (DH 1728). Op zich zou de kerk dus aan de functies van pastoraal werk(st)er of catechist/leraar een wijding kunnen verbinden. Laten we er overigens rekening mee houden dat het Limarapport de kerken het zogenaamde drievoudig ambt (bisschop – presbyter – diaken) aanbeveelt aan de kerken die dat niet hebben bewaard.
want dat is met de ambten van bisschop, presbyter en diaken evenmin het geval. Vaticanum II benaderde zoals we zagen het ambt van bisschop en presbyter als een geheel van taken. Ideaal is dat dit geheel zo veel mogelijk intact blijft. Maar in tijd van nood kunnen niet-gewijden toch heel wat taken ‘bij wijze van suppletie’ waarnemen. De indruk dringt zich op dat het presbyteraat een soort fonds is waar men al naar gelang de omstandigheden (die van het gebrek aan priesters bijvoorbeeld) functies bij dan wel afdoet. Helemaal uitputten kan men dat fonds evenwel niet; er zijn grenzen aan. Zo wordt in de opsomming in de beleidsnota de homilie tijdens de eucharistie uitdrukkelijk
uitgezonderd; hetzelfde geldt voor het voorzitten van de eucharistie en de bediening van het sacrament van boete en verzoening. Dan dreigt voor het presbyteraat toch weer de reductie tot wat er in het uiterste geval van overblijft, de bevoegdheid om te consacreren en te absolveren (potestas consecrandi et absolvendi), een reductie waarvan Vaticanum II het ambt nu juist wilde bevrijden door het als een geheel van onderling nauw samenhangende taken te presenteren. Sacramentaliteit Tenslotte, ik heb de laatste tien minuten veel over de wijding als een van de zeven sacramenten gesproken. De afbakening van deze sacramenten in strikte zin en de beperking van het aantal tot zeven is van betrekkelijk late datum. Sacramentaliteit is weliswaar in het zevental sacramenten geconcentreerd of verdicht, maar heeft ook, en historisch gezien op de eerste plaats, een ruimere, meer diffuse betekenis. Niet alles wat in en aan de kerk sacramenteel mag worden genoemd gaat in het zevental op. Zo kent de kerk sacramentaliën als een bredere ‘sfeer’ van sacramentaliteit. Daarom kan ook aan het optreden van een pastoraal werk(st)er een zekere sacramentaliteit worden toegekend. Daarover heeft Henk Witte op uw vorige jaarvergadering gesproken. Sacramentaliteit ligt altijd op het niveau van wat voor allen zichtbaar, betekenis-vol en heilsbemiddelend is. Dat is wat veel mensen in de kerk zien en, nog belangrijker, ervaren. Aan de sacramentele structuur van de kerk, die men bedreigd ziet door pastoraal werk(st)ers die teveel in de
presbyterrol worden gemanoeuvreerd, wordt geen afbreuk gedaan; er wordt alleen een ander accent gelegd: het ligt minder op het sacrament van de Ordo, meer op dat van de doop en op een breder begrip van sacramentaliteit.
t
1 Il y a donc adéquation nécessaire entre l’ecclésialité des actes sacramentels et la qualification ecclésiale du ministre qui les célèbre. (Des laïcs ministres des sacrements ? in La Maison-Dieu 194, 1993/2, 27-45 [43]). 2 Kontaktblad Federatie VPW Nederland 2000/5, 12-13 [13].
Actie Steunfonds 2007 De VPW Nederland kent een STEUNFONDS. Dit wordt gebruikt om een diocesane VPW te ondersteunen, als de eigen middelen te kort schieten, of om gemakkelijker een project van gezamenlijk belang te kunnen starten of realiseren.
Het STEUNFONDS wordt gevoed door de eigen leden. Vandaar dat ik als penningmeester uw aandacht vraag voor de actie steunfonds 2007. Met uw bijdrage worden de mogelijkheden van het steunfonds voor de VPW vergroot. Elk bedrag is welkom.
Doet u mee? Maak dan dit najaar uw bijdrage over op giro 42 31 970 t.a.v. Penningmeester VPW Nederland te Haarlem, o.v.v. ‘bijdrage steunfonds 2007’. Hartelijke dank.
Ton Beugelsdijk, penningmeester VPW Nederland
VPWinfo.nl • oktober 2007
31
...
B er t v a n K o o t e n
Van oude mensen en dingen, die voorbijgaan “Als je naar de lezenaar loopt om het openingslied te gaan aankondigen, moet je onderweg eerst buigen naar het tabernakel.” Er was al enige spanning voelbaar geweest bij de bijeenkomst van de lectoren. Een wervingsactie onder ouders van dopelingen had een half jaar geleden negen nieuwe lectoren opgeleverd. En die waren nu voor het eerst ook aanwezig bij de jaarlijkse vergadering. Voorzichtig had een van de nieuwen naar voren gebracht, dat ze tot nu toe weinig ruimte had ervaren om een beetje op een eigen manier invulling te geven aan haar lector-zijn. Ze had het gevoel dat ze geduwd werd in een oud stramien, dat haar niet in alle opzichten paste. En nu was daar die stellige opmerking van een van de ouderen over het buigen naar het tabernakel. Moest dat echt? Vragende blikken in de richting van de pastor. Wat vond die ervan? De pastor reageerde. Ze gaf aan, dat er verschillende belevingen zijn en dat het goed is om recht te doen aan die verscheidenheid. “Sommigen hechten zoveel waarde aan het brood, dat door de consecratie is geheiligd tot ‘lichaam van Christus’, dat ze uit eerbied altijd een buiging maken naar de plek waar het geheiligde brood bewaard wordt. Voor anderen ligt het accent bij de kerkdienst er vooral
op, dat we geroepen worden tot gezamenlijkheid. Voor hen is niet zozeer het brood ‘lichaam van Christus’, maar zouden de gelovigen samen ‘lichaam van Christus’ moeten zijn. Het gebroken en gedeelde brood is daarvan dan een symbool”. “Maar de pastor zelf? Hoe denkt die er over?”. Gelukkig is er niemand, die daarnaar vraagt. Zo kan de pastor in het midden blijven en aan ieder recht doen. “Een beetje laf, pastor! Waarom zeg je niet zoals sommige van je jongere priestercollega’s hoe het is, hoe het hoort?“ Gelukkig is er niemand, die dat vraagt. De pastor denkt het wel zelf, na afloop van de bijeenkomst. Toch vindt zij ook bij nader inzien, dat haar inbreng niet verkeerd was. Ze heeft gedaan, waar zij in gelooft: ruimte laten voor de diverse eigen belevingen van gelovige mensen anno 2007. Want de situatie anno 2007 is er een van overgang. Ook de pastor weet niet welke kant het op zal gaan. Zij weet wel, wie de mensen zijn die nu meedoen. En dat die niet geschoffeerd hoeven te worden in hun eigen gelovig aanvoelen en beleven. En dat er dus ruimte mag zijn zowel voor de jongere garde, die de toekomst van het kerk-zijn vorm gaat geven (hoopt zij), als voor de oudere generatie met haar eucharistische vroomheid, die voorbij gaat (verwacht zij).
Of ligt het toch anders? Zou het misschien toch eerder de oudere generatie zijn, die de toekomst van kerk-zijn vorm gaat geven? Haar eigen opdracht om mede leiding te geven aan het opbouwen van kerk, ervaart de pastor als een soort spagaat: missionair kerk-zijn met de nadruk op de eucharistie als bron en als hart van het kerkelijk leven. Haar ervaring is, dat de nieuwe generatie, die onder het enthousiasmerende vaandel van het ‘missionair kerk-zijn’ moet worden aangesproken met het bevrijdende verhaal van Jezus van Nazareth, nu juist niet de mensen zijn, die zich thuis voelen bij de meer en meer traditioneel vormgegeven eucharistie. En de mensen in wier geloofsbeleving het deelnemen aan de eucharistie een centrale plaats heeft, zijn nu net niet de mensen, die enthousiast mee zullen helpen zoeken naar nieuwe wegen om het evangelie ingang te doen vinden in een van kerk losrakende wereld. Hoe moet dat dan? De pastor weet het niet. Ze weet wel, dat ze een beetje bang is, dat de nieuwe lectoren gaan afhaken. Een enkeling had daarop al gezinspeeld. Diep in haar hart zou ze helemaal de kant van de jongere garde willen kiezen. Maar ze vreest, dat het niet de oude dingen zijn, die voorbijgaan ...
...