Jaarlijkse publicatie Jaargang 14
V.u.: Simonne Daems Kameinestraat 35 2440 Geel 014/588456
NIEUWSBRIEF 2013
[email protected]
Voorwoord 2013 is weer al even voorbij maar een terugblik kan nooit kwaad. Vandaar deze zoveelste nieuwsbrief. Zoals in 2012 deed het ICT gebeuren verder zijn opmars (en iedereen marcheerde mee of moest wel). Het heeft zeker op verschillende vlakken zijn meerwaarde; denken we maar aan het registreren van van alles en nog wat. Ook de eenvormigheid die we zo toch wel meer krijgen over de organisatie heen, is zeker belangrijk. Verder dachten wij ons toch stilaan te moeten voorbereiden op de integrale jeugdhulp. We volgden studiedagen. We bekeken de dossiers van het comité voor bijzondere jeugdzorg om na te gaan of er al dan niet maatschappelijke noodzaak aanwezig was met als gevolg dat er al dan niet nog een consulent het dossier zou volgen. We vulden de moduledatabank in…. En nu het zover is zijn er nog heel wat zaken die nog niet duidelijk zijn of nog niet lopen zoals zou moeten. Dus dit zal in 2014 nog heel wat verdere opvolging vragen.
In dit nummer: De Waaiburg
1
Werking van de bestuursorganen in 2013
2
Residentieel algemeen
4
De Leeuwerik
5
‘t Spoor
6
Pitstop
8
Dagcentra algemeen
10
Dagcentrum Parkoers
11
Dagcentrum Jan Rap
12
Dagcentrum Kameleon
13
Thuisbegeleiding
14
Ook hadden we het EMK (experimenteel modulair kader) vanaf 01/01/13. Dit bracht voor ons niet zo een grote omwenteling teweeg wat de organisatie betreft. Financieel moeten we het nog even verder bekijken na de afsluiting van het boekjaar. Verder hebben we veel nagedacht hoe we met de organisatie toch nog meer multifunctioneel kunnen werken. We hebben al een plan maar de uitvoering vraagt meer dan alleen maar een plan op papier. Volgend jaar meer hierover. Reageren op dit werkingsverslag kan altijd via
[email protected] of telefonisch 014/588456
DE WAAIBURG VZW
Elektronisch dossier.. (voor de ‘believers’ onder ons) of hoe we minder willen schrijven maar efficiënter, hoe we meer registreren maar efficiënter, hoe we een dossier in elke afdeling of werkvorm op dezelfde manier opbouwen dus efficiënter en het zo ook makkelijker kunnen doorgeven aan een andere afdeling wanneer dit nodig is dus efficiënter…. Een lange titel om maar te zeggen dat we heel wat voordelen zien aan een elektronisch dossier . Toch zijn er ook wel verzuchtingen. Niet elke werkvorm vindt het even bruikbaar. Niet elke afdeling is er even handig in om het te gebruiken en houden toch nog bijvoorbeeld een papieren agenda bij (wat natuurlijk geen probleem is). Sommige afdelingen vinden het dubbel werk omdat ze tijdens een contextbegeleiding toch nog hun ‘schrift’ meenemen (wat natuurlijk ook geen probleem is). Bij evaluaties zijn er al heel wat aanpassingen gebeurd en dit blijven we ook opvolgen. Heel het ICT gebeuren vraagt niet alleen een inspanning van de medewerkers maar ook op financieel vlak vraagt dit de nodige middelen en dat is niet altijd evident. Maar dat blijven we ook opvolgen…..
Ra a d Va n B e s tu u r
Pagina 2
Werking van de bestuursorganen in 2013 De Raad van Bestuur vergaderde 9 maal in 2013 en hield twee werkvergaderingen over het masterplan “infrastructuur”. (29 feb en 27 nov) De Algemene Vergadering vergaderde in april. Elke vergadering van de Raad van Bestuur begint met de opvolging van de vorige vergadering. Telkens komen ook personeelszaken aan bod: landingsbanen, vervangingen, geplande aanwervingen, evaluatie van de sollicitatiegesprekken en toelichting bij de weerhouden kandidaten. Hier volgt een overzicht van de andere belangrijke besprekingen van de Raad van Bestuur: 15 januari 2013 De RvB evalueert de afhandeling van de erfenis van mevrouw Jeanne Verbist. 19 februari 2013
18 juni 2013 De RvB beslist dat de verenigingen die nog lokalen van het schooltje gebruiken worden opgezegd. Overleg met de Geelse Huisvestingsmaatschappij die interesse heeft in samenwerking in een bouwproject aan de Kameinestraat. 13 augustus 2013 Voorbereiding van het gesprek met Jules Boven over het masterplan. Bezettingsgraad van het 2de kwartaal besproken. 17 september 2013 De Rvb wordt volledig gewijd aan het definiëren van de prioriteiten die een rol spelen bij het opmaken van een masterplan.
Ingrid Baeyens licht het gebruik toe van het elektronisch dossier dat sinds 1 januari in gebruik is genomen; dit is een redelijk gebruiksvriendelijk elektronisch dossier.
22 oktober 2013
De RvB bespreekt uitvoerig de praktische infrastructuur-problemen op de Waaiburg.
17 december 2013
26 maart 2013
De nieuwe regeling voor overheidsopdrachten voor vzw’s wordt toegelicht.
We bespreken een stappenplan om architect aan te duiden.
Voorbereiding van de algemene vergadering met toelichting over het financieel verslag door Lief Tielemans.
De algemene vergadering vergaderde op
21 mei 2013
Werkingsverslag 2012
We hebben een uur besteed aan overleg met een architectenbureau over de mogelijkheden en problemen in verband met het masterplan.
Financieel verslag 2012
De RvB evalueert het nieuwe financieringssysteem dat vanaf 1 januari is ingevoerd in de organisaties voor jeugdzorg. Simonne geeft toelichting bij het dossier “Integrale jeugdhulp”.
16 april 2013.
Algemene vergadering verleent kwijting aan de leden van de raad van bestuur voor activiteiten en verrichtingen van 2012.
Pagina 3
Algemeen voor de Waaiburg
Signs of safety – de implementatie van een denkkader
Het oplossingsgericht werken, het thema veilig‐ heid in gezinnen, signs of safety, vanuit verschil‐ lende hoeken kwamen ideeën, methodieken, soorten vragen en nog zoveel meer op ons af. Iedereen was er op zijn of haar manier mee aan de slag en in 2012 stond het maandelijks op de agenda van de NPW, een interne werkgroep.
én tegelijk kordaat omgaan met veiligheidsaspec‐ ten. We maakten de keuze om voor heel de organisa‐ e in te ze en op de implementa e omdat we van mening zijn dat het denkkader helemaal aan‐ sluit bij onze manier van werken met kinderen, ouders en gezinnen en we dus helemaal niet van 0 Vanuit zowat alle afdelingen kwam de vraag naar op de schaal van 0 tot 10 star en. Het sluit name‐ meer en we besloten om intern een driedaagse lijk perfect aan bij wat we zien als onze grootste vorming te organiseren. Medewerkers van vzw kracht, namelijk verbinding maken met cliënten Sporen brachten in september – oktober de drie‐ vanuit oprechte interesse, aandacht voor het po‐ daagse training ‘Opgroeien in veiligheid’ voor een si eve en een open communica e in een ver‐ aantal medewerkers uit alle afdelingen. Hierna staanbare taal. volgde voor al onze medewerkers een introduc e en momenteel zijn we in de fase van het oefenen. Wat levert het ons op ? Het brengt samenhang en We zien het als een leerproces; de kunst is klein structuur in onze manier van werken, gelijkvor‐ beginnen en het dan uitbreiden en vooral : heel migheid in dossiers en een gemeenschappelijke veel oefenen ! taal over de werkvormen en afdelingen heen. Ver‐ Signs of safety gaat om een benaderingswijze, der zijn we voorstander van transparant werken geen methode. De basis is een rela e tot stand en dwingt het model ons nog meer om te praten krijgen. En dat doe je niet wanneer je binnen‐ mét cliënten in plaats van over cliënten. komt in de rol van expert. Wel : door vragen te We plaatsen ons momenteel op een 6,5—7 op de stellen, die mensen aan het denken zet. Of zoals schaal en hopen volgende nieuwsbrief op 10 te Wim Braemse het op een studiedag verwoordde : staan ! Wat is daarvoor nodig ? Oefenen, heel Signs of safety gaat over partnerschap opbouwen veel oefenen.
Mijn vriend en ik gingen er met ge‐ mengde gevoelens naartoe. Ik ver‐ wach e veel te veel in zijn opzicht en hij verwach e veel te weinig in mijn opzicht :‐)
Ik voelde me week na week beter in men lijf en sterker worden.
Na het persoonlijke onderhoud was ik toch lichtjes geschrokken van de uit‐ slag van de vragenlijst die we voor‐ Na de 1ste sessie werd het al snel dien hadden moeten invullen. Ik leun‐ duidelijk dat wij niet de enigen waren de aan bij ZEER depressief en mijn met problemen in huis. Het deed in vriend had nog alles onder controle. zekere zin deugd te horen dat men Achteraf gezien was het ook zo dat Sinds 2008 gaat er 2 keer per jaar een dochter al bij al nog best meeviel met voor de sessies begonnen ik er ook groepsprogramma triple p door. In haar grillen en weerspannigheid ten helemaal doorzat. het voorjaar voor ouders van jonge opzichte van ons. kinderen, in het najaar voor ouders van eners. 6 sessies later zijn ik en men vriend als Al snel begon ik jdens de eerste ses‐ koppel er sterker uitgekomen en we‐ sie zo bekende anekdotes te horen en ten we ons mannetje te staan als men We vroegen aan de ouders of ze voor noteerde met een glimlach alle ps en dochter a omt met moeilijke vra‐ ons een getuigenis wilden schrijven. trics die de ouders boven hadden ge‐ gen. Triple P is een echte aanrader haald om het in de hand te houden. voor elk gezin, jong of oud, 5 of 1 Week na week keek ik zo uit naar kind, alleenstaande of nog getrouwd. woensdag om weer verschillende din‐ Niet twijfelen gewoon inschrijven. gen te horen te krijgen en deze dan ook thuis uit te proberen. Het werkte Yves en Vanessa dan ook nog eens! :‐)
Residentieel Algemeen
Pagina 4
Ervaringsleren Sedert meerdere jaren is het ervaringsleren binnen uiteenlopende werkdomeinen een sterke opmars aan het maken. We denken maar aan de talloze mogelijkheden rond teambuilding en outdoor training. Binnen de huidige trend van het ervaren is er ook binnen de bijzondere jeugdzorg veel initiatief om hier verder mee aan de slag te gaan. En wordt dit ingezet in de begeleiding van kwetsbare jongeren en hun omgeving. In bepaalde voorzieningen waaronder de gemeenschapsinstelling van Mol is het één van pijlers binnen hun werking. Het heeft daar vaak al zijn meerwaarde bewezen. Begin 2012 ontstond ook binnen De Waaiburg een nieuwe werkgroep omtrent ervaringsleren. De bedoeling van deze werkgroep was te bekijken hoe we binnen de organisatie reeds zaken doen rond ervaringsleren, ideeën uit te wisselen en te bekijken waar we het binnen onze mogelijkheden nog meer kunnen inzetten om dit verder uit te bouwen. We zitten hierbij nog in het beginstadia maar we merken op dat we door het aanbieden van ervaringsgerichte activiteiten, het voor jongeren gemakkelijker is om los te komen uit hun veilige en gekende omgeving. Het maakt het mogelijk om vervolgens met uiteenlopende thema’s aan de slag te gaan.
Ervaring: E igenaar worden van het geleerde. R ekening houden met eigen mogelijkheden en beperkingen. V ertrouwen opbouwen. A nders zijn, maar daarom niet minder. R aad op mensenmaat I edereen bepaalt, heeft zelf in de hand hoeveel men uit de ervaring halen wil N og meer van dat. G roeizone na comfortzone
Bezettingscijfers 2013 120 100 80 %
60 40 20 0
jan
feb
maa
apr
mei
leeuwerik 85,33
90,9
90,9
90,9
93,5
spoor
90,9
87,3
91,9
95,45
91,1
pitstop
80,64
77,7
84,9
84,61
96
totaal
85,62
85,3
juni
aug
sept
okt
nov
dec
92,42 96,77
89,4
81,8
81,8
84,8
90,9
91,06 95,45
96
95,5
91,8
91,9
81,7
110
103
92,3
104
100
89,23 90,32 93,53 94,49
juli
100 97,4
98,46 93,43 88,63 93,56
89,6 87,4
Pagina 5
De Leeuwerik
RESIDENTIEEL
Ervaringsleren in een afdeling voor jonge kinderen en hun gezin In De Leeuwerik besloten we om het ervaringsleren in de ruime zin van de betekenis extra te gaan inzetten. Het was iets nieuws dat momenteel bij ons nog binnen een experimenteel kader zit. Maar uit ervaring blijkt; “al doende leert men.” Ervaringsleren; “leren door te ervaren”. Iedereen kan er zich wel een voorstelling van maken wat dit allemaal zou kunnen inhouden. Het kan heel ruim bekeken worden en een zeer brede invulling krijgen. Wat voor de ene ervaringsleren is, kan het voor de andere weer net niet zijn. Ervaringsleren gaat verder dan gewoon samen iets doen. Al kan samen iets doen ook al een ervaring op zich zijn als het een bewustmakingsproces op gang brengt. Het ervaringsleren werd maandelijks als punt geagendeerd gedurende de wekelijkse teamvergadering van De Leeuwerik. Het was de bedoeling om te kijken waar naar de groep toe, individueel naar de jongeren of in bepaalde gezinnen het ervaringsleren kon worden ingezet. Tijdens de wekelijks groepsactiviteiten en de sociale vaardigheidstraining werd het ervaringsleren bewust en doelgericht ingezet. Zo werd het o.a. gebruikt om groepssfeer bevorderend te werken. We zochten naar een ervaringsgerichte dialoog om elkaar beter te begrijpen, respectvoller en verdraagzamer met elkaar om te gaan. Een onderdeel binnen het ervaringsleren is de reflectie, de transfer naar alledaagse en herkenbare situaties. Wat ik door te ervaren geleerd heb, waar kan ik dit meer gaan inzetten in het dagdagelijkse leven. Deze reflectie, transfer gebeurde in de leefgroep aan de hand van de methodiek axenroos, maar ook al doende door de kinderen en jongeren zich creatief te laten uiten door bijvoorbeeld iets te maken. Ook voor ons jaarlijks kamp zochten we naar ervaringsgerichte activiteiten. Het ervaringsleren wordt vaak geassocieerd met outdooractiviteiten zoals klimmen, staptochten roeien,… enz. maar het dient niet steeds in deze vorm plaats te vinden. In de leeuwerik startten we met het moestuin tuinieren. Hier konden elementen gelinkt worden met het ervaringsleren. Dit zal in het komende voorjaar en de zomer ook worden verder gezet. Het ervaringsleren pasten we ook toe binnen een gezinscontext. Het voornaamste doel was de betrokkenen positieve ervaringen te laten opdoen en “broerversterkend” te werken. Concreet kreeg dit vorm door gerichte activiteiten te doen in thema’s die de betrokkenen aanspraken. Dit gebeurde telkens op locatie en op vaste momenten waarbij men op een gepaste manier werd uitgedaagd. Het slagen van de opdracht, het positieve gevoel, kortom een succeservaring was voor de betrokkenen vaak al een beloning op zich. Men werd vragende partij naar meer van dat. Men mag dit zeker niet zien als een groots iets. Het zat vaak in kleine zaken en het proces dat de jongeren doormaakten. Hulpverlenen is ook vertrouwen opbouwen en zo stelselmatig iets in beweging krijgen en verder op zoek gaan naar uitdagingen. Nog maar kort geleden zijn we gestart met de ouders om de andere kinderen in het samengestelde gezin er geleidelijk aan ook in te betrekken. Dit gebeurt via kleine gerichte activiteiten en opdrachten om de gezinscohesie te bevorderen. Door een aangepaste sfeer te creëren, hen samen iets te laten doen en te komen tot een gezamenlijk doel ontstaat er een positiever “wij gevoel”. Vervolgens worden er dan linken gelegd naar de thuisomgeving.
In 2014 gaan we het ervaringsleren trachten verder vorm te geven, uit te diepen en te verfijnen. We gaan op zoek naar nieuwe initiatieven en bouwen het bestaande verder methodisch uit om er nog meer uit te halen. Ideeën en voorstellen zijn altijd welkom. Laat het ons maar weten. In september 2013 kwamen we met personen uit verschillende voorzieningen en organisaties samen voor een intervisie dag rond ervaringsleren. Het was boeiend om de diverse initiatieven en ervaringen uit te wisselen. Een belangrijk aspect draaide rond veiligheid. We maakten zelf ook kennis met een hoogte parkoers voor rolstoelgebruikers. Het was een leerrijke ervaring en een mogelijkheid om met jongeren en hun gezinnen ook te ondernemen. In september 2014 komen we terug samen om verder informatie uit te wisselen over het ervaringsleren. Spreuken, levenswijsheden omtrent ervaring, Om even bij stil te staan. Kostbaar is de wijsheid die door ervaring wordt verkregen. (R. Ascham) Iets dat deel uit is gaan maken van onze ervaring is nooit weg. (William Ellery Channing, Amerikaans minister 1780-1842) Ervaring doet men meestal op uit onervarenheid. (Johan Goudsblom, Nederlands socioloog 1932) Ervaring is niet wat een mens overkomt. Het is wat een mens doet met wat hem overkomt. (Aldous Huxley, Engels schrijver 1894-1963) Ervaring is wat je bezit, kort nadat je het nodig had. (R. Vervoort) De mens heeft drie wegen om verstandig te handelen: ten eerste door na te denken, ten tweede door te imiteren en ten derde door ervaring. De laatste is het pijnlijkst. (Kong-Foe-Tse)
Pagina 6
‘t Spoor
RESIDENTIEEL
Groepsraad “Liefste begeleiding, pfff…alweer ne maandagavond, wééral tijd voor een leuke activiteit ?! Karting, neen, te duur zekers… ‘Bowlen’ HA oersaai…. of wér ne cinéma? NEEN liever niet, da hemme we al gehad” “Beste jongeren, jullie hebben gelijk… onze activiteiten zitten op hun gat! Oftewel zijn jullie best verwend, veruit van content of geen nieuwigheidje meer gewend? Maar de komende periode zullen we samen bezinnen en nieuwe activiteiten verzinnen. Iets maatschappelijks, ervaringsgericht en goedkoop,… lijken ideaal om mee te beginnen.”“Seg begeleidster!” Leg is uit! als’t niks’ke mag gaan kosten, hoe wilde da dan realiseren” Ahha… om met onze groep... onder één groot thema… van alles gaan uit te proberen! Een mix van ontspannen, oefenen, ervaren, beleven en reflecteren. Om er in het beste geval nog iets voor jezelf uit te leren. “Wilt da nu zegge da we niks leuk nie meer gaan doen?” “Integendeel mannekes… de groep wordt dikke fun!!! En bijkomend… in uw voordeel…krijg je voor de activiteiten in het netwerk nu nog aparte poen. .
…En zo kreeg ons activiteitenaanbod in de leefgroep het voorbije jaar een centrale rol. We vonden trouwens allemaal dat onze activiteiten wat vernieuwing konden gebruiken. Dat de activiteiten wekelijks op maandagavond zouden doorgaan was geweten, maar ons aanbod zouden we in een geheel nieuw jasje steken. Overenthousiast dat we hieraan zijn begonnen, konden we niet anders dan het jasje helemaal binnenste buiten te keren. De wildste ideeën, de strafste theorieën, SMART doelstellingen, … niets mag en zou ontbreken in ons vernieuwd concept… Ambitieus zoals we zijn, willen we onze activiteiten een tikkeltje ervaringsgericht, het is ontspannend, leerrijk … en de jongeren zien eveneens dat zo’n activiteit niet persé veel moet kosten! Als het kan brengen we hun iets bij over zichzelf en hun bredere omgeving, de maatschappij, tijdens een groepsraad hoort hun inspraak en mening er dan zeker bij !!! “Jullie verlangen wel veel ineens...?” reageerden enkele studenten uit Hasselt toen ze beseften dat dit idee (=projectvraag) hun uitdaging van ‘t jaar ging worden. Gelukkig werkte ons enthousiasme zo aanstekelijk dat een tof studentengroepje (VSPW Hasselt) geprikkeld geraakte om het nieuw concept theoretisch mee te onderbouwden en tot actie over te gaan. Des-al-niette min willen we ook alle andere afdelingen van de
Waaiburg even bedanken, waar we tot op heden steeds beroep op mogen doen om interessante ideeën mee te pikken. Hoewel de opstart van ons concept nog niet zo ver achter ons ligt, kunnen we al tevreden terugblikken op enkele succesverhalen. Ik hoor onze jongeren o.m. nog napraten over de avond dat we hen aan levende lijve armoede lieten ervaren; op hun bord niet meer als een droge boterham, geen douche want het sanitair is afgesloten, enkel een fiets als vervoer, …enz. Ter compensatie werden ze de avond nadien overdreven verwend als rijkeluiskindjes… tot butlers die de wc-deur gingen open doen. Een ex-stagiaire die met z’n tarotkaarten de toekomst van de jongeren kwam voorspellen, een foto-zoektocht naar de kinderfoto’s van hun begeleiding, een ‘live’ blik op ieders persoonlijke toekomst adhv nieuwe multimedia, enz. zijn andere hoogtepunten onder het thema ‘voeger en nu’. Een gevarieerd aanbod van activiteiten staat dus onder één groot hoofdthema (Low-budget, Multimedia, Vroeger en nu,…) dat we gedurende een langere periode aanhouden als rode draad.
Pagina 7
‘t Spoor (2)
RESIDENTIEEL
ontvangen door de twee bewoners. De oude schuur werd omgebouwd tot slaapruimte en fietsen 27 augustus 2013, 8u30u ... het begin van een drie- op stal gezet. Een verfrissende duik in het zwemdaags avontuur! bad, ontspannen in de jacuzzi, waterspelletjes à volonté, een ritje op de tractor, lekker eten, ... KortAangezien het succes van de fietstocht in 2011, om, alles om onze batterijen terug volledig op te besloten we de uitdaging opnieuw aan te gaan. We gingen van start met een fotozoektocht te fiets laden! doorheen Geel. Zo kreeg iedereen rustig de kans Met een groep gemotiveerde en enthousiaste jonom kennis te maken met zijn beste geren fietsten we, gedurende drie dagen, doorheen vriend (vijand?) voor de komende Kempen. Deze tocht verliep niet altijd de drie dagen, de fiets! Al snel vlekkeloos: spierpijn, kwetsuren, bleek dat dit niet zo vanzelfverloren rijden, .. we maakten het sprekend was ... Na ongeveer allemaal mee! Maar met een grote anderhalfuur was de eerste dosis doorzettingsvermogen, sakapotte fiets een feit. Gelukkig konden we rekenen op menwerking en plezier haalden we de goede service van het de 150 km. fietsenatelier, zodat we met goede moed onze tocht konden verder zetten. Vanuit Geel fietsten we, langs Kasterlee, door tot in Retie. Zo kwamen we uiteindelijk aan op onze bestemming, een oude boerderij, waar we hartelijk werden
Fietstocht zomer 2013
Het team in de kijker In september 2013 stelden we de vraag aan VSPW Hasselt om een teamdag voor ons in elkaar te steken die ons als team een boost kon geven. Na enkele samenkomsten in Hasselt mocht het resultaat gezien worden en hebben we een positieve, ontspannende en leerrijke teamdag mogen beleven. Het programma zag er als volgt uit : 9.00h : De teamleden van ’t Spoor worden opgehaald in de voorziening 10.00h : Aankomst in natuurdomein De Liereman en vertrek wandeling AI, eerste methodiek vanuit de visie van Appreciative Inquiry (AI). In kleine groepjes kregen we opdrachten en vragen mbt gehaalde doelen, hoogtepunten in je werk, droomvragen,..
12.00h : Aankomst wandeling en pannenkoeken in plaatselijk scoutslokaal 13.00h : Reflectie AI: Op zoek naar de succesfactor. Onze succesfactor was : Passie 15.00h : MBTI (Meyers Briggs Type Indicator): Met MBTI krijg je inzicht in je eigen voorkeuren (types) en die van je team. We wisselden t.o.v. elkaar uit wat het ene type nodig had van het andere type om goed te functioneren . 17.15h : Tarotkaarten : Dat sluit zowel aan op de AI als op de MBTI en geeft het project een ludieke toets. 18.00h : Afsluiting van de dag met korte evaluatie van een zeer geslaagde teamdag. De studenten rondden het project af met een projectwerk waarin alle methodieken en de volledige uitwerking van de teamdag terug te vinden zijn; een aanrader voor alle teams !!!
Pitstop
RESIDENTIEEL
Pagina 8
CBAW’ers aan het woord : Even voor alle duidelijkheid : de bena-
moeite mee gehad want toen ik in de Pit-
ming BZW (begeleid zelfstandig wo-
stop zat, had ik wekelijks genoeg geld over
nen) bestaat officieel niet meer.
We
en kon ik het dus aan het andere dingen
spreken nu over CBAW, wat staat voor
uitgeven, maar nu dat ik alleen woon is dat
contextbegeleiding autonoom wonen.
dus niet het geval.
In de Pitstop werden afgelopen jaar 10
De begeleiding in de Pitstop was aan het
jongeren in CBAW begeleid, allemaal +18-jarigen. We vroegen aan hen of ze een artikeltje wilden schrijven voor onze nieuwsbrief en enkelen van hen voegden de daad bij het woord.
begin even wennen. Ik kreeg wel een warm welkom en aan het begin kookte de begeleiding met me samen, ze leerden mij sparen en lekker koken en ook wekelijks herinnerde zij mij aan om schoon te maken.
Ik ben R., ik ben 19 jaar en heb anderhalf
Ik had na de Pitstop een appartement aan-
jaar in de Pitstop gezeten. Ik ben nu sinds
geboden gekregen via een sociaal bouw-
4 maanden in BZW. Ik word begeleid door Bieke en het gaat allemaal goed en wel. Natuurlijk sprak mij dit helemaal niet aan in het begin, tot ik uiteindelijk een
maatschappij en die heb ik ook aangenomen. Mooi appartement heb ik nu dankzij familie van mijn beste vriend die mij gehol-
duwtje in de rug kreeg en toen ging het
pen hebben. Kort na dat ik alleen woonde
wel. Hetgeen met alleen wonen waar je
ben ik samen met Bieke, Carolien en men-
komt voor te staan, is dat je natuurlijk he-
sen die ik goed kende en dierbaar voor me
lemaal verantwoordelijk bent voor je eigen kosten, kook, poets, enz… en aan het begin is dit niet simpel, maar eens dat je eraan begint dan valt dit dik mee. Financieel heb ik zelf aan het begin heel veel
zijn samen gaan zitten en heb van hun sindsdien ook heel veel hulp gekregen. Ze hebben me goed geholpen en het alleen wonen is nu gemakkelijker geworden.
Om te beginnen wil ik zeggen dat mensen niet te snel moeten zeggen 'ik wil alleen gaan wonen'. Het is zeker zwaarder dan verwacht. Zeker in combinatie met school. Langs de andere kant ben ik wel blij dat ik het overwogen heb. Het is een kwestie van sterk te blijven en goed te plannen. Wat doe ik dan en wat doe ik dan niet. Je moet het zeker zelf willen anders gaat het vanzelfsprekend niet lukken. Zelfstandigheid is een vereiste. Iedereen kan het, leren 'alleen wonen' is de boodschap!
Pitstop(2)
RESIDENTIEEL
Pagina 9
Geweldloos verzet als interventie Eind 2012 hadden we een interne vorming Geweldloos verzet door Jan Hoet van Leren Overleven. Geweldloos verzet (Non Violent Resistance of NVR) is een benadering geïnspireerd door methoden en principes van geweldloos verzet in de sociaal-politieke arena. Deze benadering ondersteunt ouders, hulpverleners en de samenleving in het weerstaan van agressief, gewelddadig en zelfdestructief gedrag van jongeren.
de escalatiecirkels en machtsstrijd te stappen en hoe kunnen we ouders daarin meekrijgen ? Enkele zaken die ons hierbij helpen :
We benoemen elke vorm van agressie en geweld. Dan doen we namelijk al iets anders dan wat gezinnen vaak zelf doen (niets doen, zwijgen, geweld met geweld beantwoorden,…).
Hulpbronnen zijn noodzakelijk. We zeggen aan ouders : je kunt het niet alleen.
In het werken met jongeren en hun gezinnen op de Pitstop ervaren we soms dat relaties (jongere – ouders maar ook jongere – be- geleiders) ontaarden in escalaties en machtsstrijd. Complementaire en symmetrische escalaties wisselen elkaar af. De actie van de een roept een gelijksoortige reactie van de ander op (symmetrisch), anderzijds leiden bedreigingen en eisen van jongeren soms tot toegeeflijkheid wat het eisend en dreigend gedrag van de jongere weer doet toenemen (complementair). Wanneer jongeren naar de Pitstop komen is er vaak al heel wat vooraf gegaan. Wanneer we in escalatiecirkels terecht komen, niemand nog een uitweg ziet, iedereen voornamelijk onmacht ervaart geeft dit vaak aanleiding tot discussies binnen het team over de aanpak. Ouders en begeleiders schommelen tussen ex- treme posities, raken opgesplitst in 2 kampen : de zachte lijn waarin men gedrag probeert te begrijpen en te verklaren vs de harde lijn waarbij de roep klinkt van discipline, sancties en negatieve gevolgen. En nog vaker wisselt onze ‘lijn’ van week tot week. Hoe kunnen de principes van geweldloos verzet ons helpen om uit
langer deel te nemen aan de gekende destructieve escalatiecirkels. M.a.w. we gaan aan de slag met ouders, we gaan van ouders een engagement vragen.
Verzoeningsgebaren zijn belangrijk. Soms kiezen ouders ervoor geen contact meer te hebben met hun zoon of dochter. We proberen de deur op een kier te houden.
Momenteel zijn we bij 2 jongeren (en hun netwerk) aan de slag met Geweldloos Verzet. De ervaring Haim Omer : ‘het is niet leert dat ouders het aanvankelijk belangrijk om te winnen, het is belangrijk om vol te vreemd vinden dat de focus in de houden’. Hij gaat in tegen begeleiding ligt op hun houding de gedachte dat er maar 2 en zelfcontrole, dat we van hen mogelijkheden zijn; winnen een engagement vragen. Het zoeken naar een passende manier of verliezen; het gaat om om aanwezig te zijn in het leven volhouden. van hun kind is wat aansluit bij de vraag van ouders. Wat we zelf nog als moeilijk ervaren is het installeren van een steunend netwerk bij ouders.
We gaan op zoek met ouders naar een manier om passend aanwezig te zijn in het leven van hun kind. We vragen ouders om zelf geen geweld te gebruiken, in welke vorm ook. De focus ligt op zelfcontrole : je kan het gedrag van de jongere niet controleren, je kan alleen je eigen gedrag bepalen en zelf als ouder/ begeleider besluiten niet
Verder is er de ervaring dat voor een goede implementatie van belang is dat we een manier vinden om het gedachtegoed levendig te houden. Zoals Jan Hoet het verwoordde : we zijn allemaal nog opgevoed in de oude autoriteit, het vraagt van ons een andere wijze van kijken en denken dan wat we gewoon zijn.
“ Het is niet belangrijk om te winnen, het is belangrijk om vol te houden” Haim Omer
Dagcentra Algemeen
Pagina 10
Dagbegeleiding in groep; wat moet het minimaal zijn? Het zijn woelige tijden in het landschap van de bijzon‐ dere jeugdzorg! Het afgelopen jaar werden we klaar‐ gestoomd voor de integrale jeugdhulp, gingen we van start binnen het experimenteel modulair kader, regi‐ streerden we allerlei zaken (waarvan het nut mis‐ schien nog moet blijken?, …). Eén ding leverde dit re‐ gistreren echter op: een debat over “Wat is er mini‐ maal nodig om te kunnen spreken van dagbegeleiding in groep?” Het debat hierrond werd geopend naar aanleiding van de benuttingscijfers van de dagcentra. Wat blijkt uit al het registreren? De bezettingsgraad binnen de dagcentra ligt hoog, maar het aantal aan‐ wezigheden (= benutting) in de groep scoort maar gemiddeld. Ook wij, vanuit de Waaiburg, zitten in de‐ ze tendens. Vanuit het Vlaams Samenwerkingsverband van de Dagcentra (VSD) kwam er een oproep om hierover in gesprek te gaan en ideeën uit te wisselen, om tot een minimale definitie te komen. De meningen bleken echter verdeeld en heel wat discussiepunten bleven onbeantwoord:
Moeten jongeren bij de start 5 dagen komen? Of kan er hier van afgeweken worden? En met welke reden dan?
Kan ‘dagbegeleiding in groep’ ook het inzetten van enkele deelfacetten zijn (bv.: enkel komen voor huiswerkbegeleiding? Enkel komen voor IB?)?
Zorg op maat is een hot item; maar wat is net zorg op maat? Hoe ver kan hier in gegaan wor‐ den binnen de dagbegeleiding? Gaat dit dan ten koste van de groepswerking?
…
Het VSD hee zich echter geëngageerd om alle menin‐ gen en bedenkingen te verzamelen en te bundelen. Deze inbreng zullen ze meenemen in het formuleren van een geactualiseerde visietekst over ‘dagbegeleiding in groep’. Over één punt was er echter beduidend een gelijkge‐ stemdheid: dagbegeleiding in groep biedt echt wel zijn meerwaarde. Jongeren zien groeien, leren samenwer‐ ken met anderen, sociale vaardigheden zien ontwikke‐ len is onlosmakelijk verbonden met de kracht van dag‐ begeleiding. Is dit geen sterkte die we moeten behou‐ den en blijven op maliseren op ieders maat?
Bezettingscijfers 2013 120 100
%
80 60 40 20 0
jan feb ma apr mei juni juli aug sep okt nov dec
parkoers
91,7 87,8 86,3 100 100 100 94,9 91,7 98,9 91,7 95,6 99,2
jan rap
61,3 75
83
85
87
85 83,9 94
87 96,5 100 106
kameleon 92,3 90,9 79,7 86,9 84,6 91,5 88,6 85,4 96,2 88,6 92,8 83,6 totaal
81,8 84,6 83 90,6 90,5 92,2 89,1 90,4 94 92,3 96,1 96,3
De beze ng voor de drie dagcentra in 2013 ziet er als volgt uit: voor Parkoers gemiddeld 94,8%, voor Jan Rap gemiddeld 87% en voor Kameleon gemiddeld 88,4%. Voor de drie dagcentra samen betekent dit een gemiddelde beze ng van 90%. Dit ligt iets hoger dan het cijfer in 2012.
Dagcentrum Parkoers - Geel
DAGCENTRA
Parkoers in cijfers ?! 2013 was het jaar van vele cijfers. Aantonen wat je als begeleider met cliënten doet, hoe je dit doet, hoe vaak en hoe lang je dit doet… We streven als begeleider alle‐ maal naar een kwalita eve en effec eve hulpverlening en dit zelfs zo efficiënt mogelijk. Maar hoe kan je dit allemaal aantonen door middel van cijfers? We hebben er als team vaak over gediscussieerd… Vanuit onze organisa e kregen we bovendien de op‐ dracht om een bepaald aspect van onze hulpverlening te gaan meten en vervolgens van naderbij te bekijken. Als team besloten we om voor onszelf na te gaan op welke manier en hoe vaak we onze jongeren betrekken in de contextbegeleiding. We registreerden van augus‐ tus tot en met december via een zelf ontworpen excel document en kwamen tot de volgende vaststellingen: We betrekken elke jongere zeer gericht in iedere contextbegeleiding. De intensiteit ervan is meestal a ankelijk van de begeleidingsdoelen en is voor iede‐ re jongere anders. We betrekken de jongeren op verschillende manie‐ ren in de contextbegeleiding: individuele gesprekken met de jongere op het dagcentrum of in de thuiscon‐ text, gezamenlijke gesprekken tussen de ouder(s) en de jongere, overlegmomenten met de school waar op vraag van ons de jongere bij aan‐ wezig is indien dit belangrijk is, overlegmomenten met de consu‐ lent waar iedere jongere in elke begeleiding een duidelijke rol
Pagina 11
hee en tot slot bieden we in onze groepsbegelei‐ ding d.m.v. dagdagelijkse bezigheden of een specifiek aan‐ bod kansen aan jongeren om zich verder te kunnen ont‐ plooien. De meest ingeze e methodieken die we hiervoor ge‐ bruikten zijn: verbale gesprekken, duplo‐methodiek, vi‐ deohometraining, spelmethodieken, ervaringsleren metho‐ diek, werkboeken, internet en intensieve huiswerkbegelei‐ ding. Bij het begin van iedere begeleiding wordt er met de jongere een kwaliteitenspel ge‐ speeld om krachten en werkpun‐ ten in kaart te brengen. Dit wordt ook geregeld geëvalu‐ eerd. Ook vinden wij als dagcentrum Parkoers onze groepsbege‐ leiding erg belangrijk om jongeren en hun gezin iets te leren en persoonlijke groei van de betrokken par jen te s mule‐ ren. We steken veel energie in onze groepsbegeleiding en proberen voor iedere jongere het aanbod aantrekkelijk te maken. Het afgelopen jaar hebben wij ondermeer d.m.v. themaweken gewerkt om een aantal maatschappelijke the‐ ma’s aan te raken. Zo deden we met de jongeren allerlei ac viteiten jdens de week van pesten, kregen de ouders speciale bedankjes jdens de week van de opvoeding en deden we ac viteiten met de ouders en de jongeren jdens de week van de armoede. Verder hebben ook de jongeren de handen uit de mouwen moeten steken en creëerden we samen een groentetuintje dat vervolgens voor inspira e zorgde jdens het budgetkoken (de jongeren die jdens va‐ kan eperiodes samen budgetvriendelijk leren koken).
Wist je dat de begeleiders en de jongeren op Parkoers helemaal in de ban waren van de Rode Duivels?
Wist je dat onze jongeren een pronos ek mochten invullen om de uitsla‐ gen van de verschillende wedstrijden te voorspellen?
Wist je dat de winnaar van elke pronos ek ook een mooie prijs kon win‐
nen?
Wist je dat het team van Parkoers ondertussen ervaren is in het organise‐ ren van halloween‐tochten?
Wist je dat een aantal jongeren en begeleiders van Parkoers echte survival‐specialisten zijn?
Wist je dat de meeste begeleid(st)ers van Parkoers niet kunnen leven zonder een GPS?
Dagcentrum Jan Rap - Mol
Pagina 12
Het structuurbord Elke avond konden we ons bij aan‐ komst van de kinderen aan dezelfde vragenreeks verwachten: “Welke begeleidsters zijn er vandaag?” ”En morgen?” “En wie komt er vandaag?” “Is het waar dat zij morgen niet moet komen?” … Een kapo e grammofoon was er niets tegen! Toch moesten wij bekennen dat wij als begeleiders ook op onze uurrooster moesten kijken om te weten met welke collega we op dienst zouden zijn. Waarom zouden we de jongeren dan niet zo’n rooster geven?
D AG C E NT R A
Dit alles hee geleid tot het intreden van ons structuurbord. Dit bord gee een overzicht over heel de week. De jongeren kunnen zien welke begeleiding aanwezig is op welke dag, hoe de structuur van de dag eruit ziet, welke jongeren er aanwe‐ zig zijn en welk taakje ze hebben. Daarnaast wordt IB of be‐ paalde ac viteiten zoals ervaringsleren en ‘Komen Eten’ ver‐ meld op dit bord. De naamkaartjes hebben we al snel vervan‐ gen door foto’s: wat duidelijker en kleuriger is. Als de dagwij‐ zer nog op de vorige dag hangt of er springt ineens een bege‐ leidster binnen die niet op het bord Activiteit hangt, wijzen de kinderen ons hierop. Ook nieuwe kinderen die een rondleiding krijgen in ons dagcentrum houden halt bij het bord. Voor ons hét bewijs dat dit bord zijn nut hee .
Werken en begeleid worden binnen het EMK, of het Experimenteel Modulair Kader….. Wij weten er (bijna) alles van…… Als dagcentrum kunnen we de module ‘contextbegeleiding’ en module ‘dagbegeleiding in groep’ inze en. Maar in 2013 hebben we dankzij een vlo e samenwerking met de andere afdelingen van de Waaiburg gebruik kunnen maken van de andere modules, die wij als dagcentrum niet zelf kunnen aanbieden. Zo konden jongeren, die wegens verschillende omstandigheden een korte periode niet meer thuis konden wonen, jde‐ lijk opgevangen worden in een residen ële afdeling. Anderzijds boden we ook dagopvang voor kinderen die door de thuisbegeleidingsdienst begeleid werden en waarbij omwille van gezinsomstandigheden jdelijke dagopvang van de kin‐ deren aangewezen was. Nog een andere situa e was dat de contextbegeleiding door de thuisbegeleidingsdienst bleef gebeuren, ook al was de begeleiding naar het dagcentrum overgeschakeld. Onze ervaringen met deze manier van werken zijn zeker posi ef. We ervaren echter dat gebruik maken van deze moge‐ lijkheden een zekere flexibiliteit en ruimdenkendheid van mensen vraagt; zowel van de begeleiders als van de gezinnen die begeleid worden. Het is immers niet zo evident om gedurende een korte periode een deel van een begeleidingspak‐ ket over te nemen. Toch is het grote voordeel dat in dergelijke situa es niet steeds moet gewisseld worden van context‐ begeleider. Voor alle duidelijkheid: wij zijn zeker voorstanders van deze manier van werken!
Komen spelen? Neen, komen eten! Af en toe kregen we wel eens op‐ merkingen waaruit bleek dat kin‐ deren het dagcentrum soms zien als “komen spelen”. Hier moesten we natuurlijk een mouw aan pas‐ sen! Ervaringsleren leek ons hier‐ voor de oplossing. “Al doende leert men” is een goede defini e voor ervaringsleren. We willen de kin‐ deren, spelender‐ wijs, zelf ervarin‐ gen laten opdoen waardoor ze iets leren. Vanaf 1 juli
2013 hebben we dagelijks cijfers bijgehouden om nadien te conclu‐ deren hoe vaak we dit gedaan hebben. Aan de cijfers merkten we dat dit vaak niet is doorgegaan omwille van onvoorziene afwezig‐ heden van kinderen, huiswerk dat lang duurde, individuele gesprek‐ ken die voorrang kregen, enz. De intrede van “Komen Eten” in de herfstvakan e was dan ook een schot in de roos. Alleen of per twee stelden de kinderen een me‐ nu samen, gingen ze winkelen voor de ingrediënten en bereid‐ den hun maal jd voor de rest van de groep en begeleiding. Naast het leren en plezier van koken ontdekken, kregen de kinderen er nog een heleboel complimenten
bovenop: complimenten zoals “origineel gerecht” of “mmmmmm”. Een leuke ervaring! Toch viel Komen Eten bijna in het water in de kerstvakan e door veel afwezigheden van de kinderen. We konden dit voorkomen door “Komen Eten” een nieuw leven in te blazen: in plaats van te koken voor de groep, mochten twee kinderen koken voor hun eigen gezin. En alweer met suc‐ ces! Het bleek op deze manier een fijn middel te zijn om te werken aan verbinding! Ons voornemen voor 2014 is dan ook om meer in te ze en op ‘ervaringsleren’ en dit in al zijn moge‐ lijkheden.
DAG C ENT R A
Dagcentrum Kameleon - Herentals
Pagina 13
Een moeder over haar ervaring met Kameleon... Thuisbegeleiding had niet veel soe‐ laas gebracht in onze thuissitua e en daarom gingen we van start met be‐ geleiding door dagcentrum Kamele‐ on. Eerste opvallend feit was de ruim‐ te ‐ le erlijk en figuurlijk ‐ die er kwam voor mij als alleenstaande ou‐ der: thuiskomen na een drukke en hec sche dag en niet direct een e‐ nerdochter rondom je hebben die op allerlei manieren je aandacht opeiste. Het was een goede zaak om even op je posi even te komen en rus g de
overgang te kunnen maken van je werk‐ naar je thuissitua e. Het bijna wekelijk‐ se gesprek met de begeleidster was po‐ si ef op verschillende gebieden: niet alleen kan je op dat moment je verhaal doen maar samen kan je proberen op verschillende manieren naar zaken te kijken. Want met twee weet je immers meer dan alleen! We hadden niet al jd dezelfde mening over bepaalde zaken maar dat hoe ook niet. Gedurende onze begeleidingsperiode bleek echter op een bepaald moment dat ook deze
vorm van begeleiding niet voldoende was om de thuissitua e te verbeteren. Het was wel een grote stap in de goe‐ de rich ng om onze situa e te veran‐ deren. Het is een periode met veel ups en downs geweest maar één die boei‐ end en leerrijk voor mij is ge‐ weest, bedankt Kameleon!
Registreren; het is me wat! We zijn gestart met het in kaart brengen van de studiebegeleiding aan de hand van een registra‐ elijst met als doel om studiebegeleiding bewus‐ ter in te ze en. We merkten immers dat we stu‐ die meestal overnemen op het dagcentrum en ouders weinig betrekken. Tegen het afronden van de begeleiding maken we wel de transfer naar de context. We willen de studie meer doelgericht in de contextbegeleiding inze en. Inmiddels komen we tot de conclusie dat de over‐ grote meerderheid van de jongeren nog steeds zijn huiswerk op het dag‐
centrum maakt. Het registreren hee onvoldoen‐ de verandering gebracht maar ons wel alert ge‐ houden en gemaakt dat we zijn blijven nadenken hoe we studie meer kunnen delen met de con‐ text. Mogelijke ac es : ‐ Studie en verwach ngen kri scher bekijken bij de intake fase, ‐ Ouders meer betrekken bij de studie op het dag‐ centrum, ‐ Jongeren die thuis studie maken vroeger laten vertrekken, ‐ Studiemomenten verdelen tussen thuis en dc met als doel zicht krijgen op en trainen van ou‐ derlijke vaardigheden.
De ervaringstocht naar de Biesbosch (natuurreservaat in Nederland) voor het 2e jaar op rij doorging. Deze keer werd het een succesvolle samenwerking tussen Par‐ koers, De Leeuwerik en Kameleon. We begin november opnieuw een dienstenoverleg organiseerden. We kregen veel reac e op onze uitnodiging en mochten een ental samenwerkingspartners verwelkomen. We na vele jaren onze coördinator, maar vooral onze fijne collega Ingrid zagen vertrekken naar de centrale, om daar vanaf nu de taak van administra ef mede‐ werker op zich te nemen. Maar, we zijn maar wat blij dat we haar nog regelma g tegen het lijf lopen. We na 1,5 jaar afscheid moesten nemen van Jasmine, die nu het team van Parkoers hee versterkt! Charlo e in 2013 haar Video‐hometraining (VHT) succesvol hee afgerond, en er nu op Waaiburg‐niveau een heuse VHT‐werkgroep is ontstaan. We ook in 2013 weer elke vakan e een super geslaagde gezinsac viteit hebben georganiseerd: van een smake‐ lijke barbecue tot een leuke bingo!
Thuisbegeleiding
Pagina 14
Ter inleiding 2013: het laatste jaar zonder echte toegangspoort, het laatste volledige jaar met een comité voor bijzondere jeugdbijstand, of was het –zorg, het laatste jaar waarin we zeker waren dat er altijd een consulent achter ons zou staan als we hem nodig hadden. Ook een jaar waar er wel of niet moest “gebinct” worden, een jaar waarin er wel of niet een geharmoniseerd kwaliteitsdecreet zou komen, een jaar waarin we eindelijk het effect van thuisbegeleiding zouden kennen, een jaar waarin we ons volop gingen voorbereiden op de komst van de toegangspoort: moesten we nu wel of niet onze modules uitschrijven, moesten we nu wel of niet kiezen voor rechtstreeks toegankelijk thuisbegeleiding; excuseer; mobiele begeleiding of neen contextbegeleiding moesten we vanaf 2013 zeggen. Het minste dat je kan zeggen is dat er eindelijk beweging in de zaak begon te komen. Misschien gaat het er in 2014 echt wel van komen. Eerlijk gezegd: ze zouden al met stevige plannen moeten komen om ons nog te kunnen overtuigen dat er nu op de werkvloer echt iets gaat veranderen. Maar ze hebben ons overtuigd en misschien geloven we er ondertussen ook in. En dan begint het natuurlijk spannend te worden voor 2014: gaan we nu verplicht rechtstreeks toegankelijk moeten werken, hoe zit het met dat A en M-document, zijn niet al onze tussenkomsten maatschappelijk noodzakelijk, kunnen we nog eens uitbreiding krijgen, hoe past dit alles nog in de MFC-principes, waar we zo voor gevochten hebben, wat nu met de wachtlijsten, ...???? Dus veel bezorgdheden, onzekerheden, maar ook geloof in mogelijkheden. Misschien maar best dat we onze bijdrage in deze nieuwsbrief maar bij het vertrouwde houden. Veilige bakens zijn voor iedereen belangrijk, ook voor ons. 2014 lijkt in ieder geval een jaar om naar uit te kijken, een jaar waarvan we later van zullen zeggen: wij waren er bij en hebben het mee vorm gegeven.
Tevredenheidsmeting Naar goede gewoonte hebben we ook het voorbije jaar weer aandacht besteed aan de tevredenheid over onze thuisbegeleidingsdienst.
Zo blijkt dat de gezinnen volgende zaken als positief ervaren: inspraak van de gezinsleden, ondersteuning bij contacten met andere diensten en het gevoel dat ze steeds kunnen rekenen op de dienst.
Om een beeld te krijgen van wat gezinnen als goede en minder goede zaken in de begeleiding ervaren, hebben we verschillende manieren om onze gezinnen te bevragen. Zo is er de jaarlijkse participatieraad waarop we ouders en jongeren uitnodigen om aan de hand van stellingen hun mening te geven. Vragen die dan gesteld worden gaan over onze manier van werken, de bereikbaarheid, de verslagen enzovoort. Een andere bevraging wordt door de stagiaire georganiseerd. Zo is Rebecca het voorbije jaar bij vier gezinnen waar de begeleiding gestopt is, terug op bezoek geweest. De gezinnen vertelden dan over hun ervaringen. Een laatste manier om aan
tevredenheidsmeting te doen is via vragenlijsten die we opsturen in het begin van de begeleiding en op het einde . Aan de hand van deze verschillende manieren verzamelen we heel wat informatie. Zo blijkt dat de gezinnen volgende zaken als positief ervaren: inspraak van de gezinsleden, ondersteuning bij contacten met andere diensten en het gevoel dat ze steeds kunnen rekenen op de dienst. Zo werd er verteld dat de begeleiders rekening proberen te houden met het hele gezin en goed toelichten wat er in de begeleiding zal gebeuren of waarrond er gewerkt wordt. Daarnaast zijn er ook enkele aandachtpunten waarbij gezinnen aangeven dat er verbetering mogelijk is. Een voorbeeld hiervan is dat er werd aangehaald dat het niet altijd even duidelijk is wat de rol van de cobegeleider is. Ook is het
voor de gezinnen vaak moeilijk dat de begeleiding stopt: ze willen graag dat dit geleidelijk aan gebeurt en dat er nazorg voorzien wordt. Een ander punt waar de begeleiders ook rekening mee kunnen houden is dat gezinnen aangeven dat er meer dingen samen gedaan mogen worden in plaats van steeds gesprekken te organiseren. Het algemene beeld dat wij uit deze tevredenheidsmetingen opmaken is dat de meeste gezinnen tevreden zijn over de werking van de thuisbegeleidingsdienst. Op de werkpunten die werden meegegeven trachten we dan ook zeker het komende jaar extra in te zetten. Op deze manier willen we er toe bijdragen dat we van een positieve samenwerking met de gezinnen kunnen spreken!
THUISBEGELEDIING Pagina 15
Werken rond communicatie met jongeren Een nieuw jaar, een nieuw concept. Het leek ons een goed idee om een concreet pakket uit te werken rond communicatie tussen ouders en jongeren. Meer en meer kregen we aanmeldingen van dossiers waar het op dit gebied serieus mis liep. We hadden veel ideeën en een aantal methodieken in ons achterhoofd, maar het dan nog op papier krijgen was een andere zaak. Het uiteindelijke resultaat is een ‘uitgewerkt’ pakket waarin we stapsgewijs werken aan het verbete-
ren van de communicatie tussen ouders en jongeren. De rode draad binnen elke begeleiding : “Ouders en hun tiener kunnen zelfstandig afspraken maken en onderhandelen met elkaar”. In 3 stappen werken we rond dit thema. Allereerst gaan we samen met de ouders en jongere bepalen rond welk thema we gaan werken. Daarna gaan we door middel van concrete methodieken en oefeningen leren afspraken maken met elkaar. Het gebruik van video, oefeningen rond het trainen in het luisteren naar elkaar, het geven van IKboodschappen, zijn een klei-
ne opsomming van gebruikte methodieken. Als laatste is het de bedoeling dat ze zelfstandig afspraken kunnen maken met elkaar. Dit alles moet afgewerkt worden binnen de 6 maanden. Het is voor ons ook een andere manier van werken, maar de ervaring zal ons leren of dit goede resultaten oplevert of niet. We houden jullie op de hoogte!
Kids skills
Centraal staat één heel belangrijk idee: kinderen kunnen praktisch alle problemen overwinnen door nieuwe vaardigheden aan te leren.
In 2013 maken we kennis met Kids’ Skills. Deze oplossingsgerichte methodiek is ontwikkeld door de Finse psychiater Ben Furman en is bedoeld voor kinderen tot 12 jaar.
Vervolgens vragen we een aantal mensen om te supporteren voor het kind en plannen we samen hoe we het gaan vieren wanneer het kind de vaardigheid beheerst.
Hoewel het werken met Kids’ Skills nog relatief nieuw is binnen Aandacht, konden we toch al een aantal succesverhalen optekenen. Bijvoorbeeld:
Centraal staat één heel belangrijk idee: kinderen kunnen praktisch alle problemen overwinnen door nieuwe vaardigheden aan te leren.
En dan is het oefenen geblazen: we bekijken samen hoe, waar, wanneer en met wie het kind de vaardigheid gaat oefenen.
Lady-cool’, waardoor ze minder lang discussieert met haar moeder en de leerkracht.
Als eerste van 15 achtereenvolgende stappen gaan we na welke vaardigheid het kind moet leren om het probleem te overwinnen. Verder bekijken we samen de voordelen van het leren van deze vaardigheid en geven we ze een naam.
We staan tevens stil bij mogelijke tegenslag: we vragen het kind zelf hoe het wil dat anderen reageren als het zijn vaardigheid eventjes vergeet. Tot slot vieren we dat het gelukt is en denken we al eens na over de volgende vaardigheid die het kind op deze manier gaat leren!
We leerden een kind ‘de
Een andere jongere leerde zich op een kwartier klaarmaken om te gaan slapen.
T H U I S B E G E L E ID I N G
Pagina 16
De cijfers Het moet ons even van het hart. Voor de eerste keer in het bestaan van deze nieuwsbrief moeten we in gebreke blijven met het weergeven van cijfers. We kunnen enkel de meest basale cijfers geven en die vind je hieronder terug. Andere jaren slaagden we er echter in om de cijfers van het voorbije jaar meer gedetailleerd weer te geven. Dit jaar is ons dat niet gelukt. Heeft dit te maken met aftakeling van verwerkingscapaciteit van de coördinator of zijn er nog andere factoren die mogelijks een rol spelen? De coördinator denkt in ieder geval dat laatste . De tendens om steeds meer cijfers te genereren en de drang om steeds meer aantoonbaarheid te vragen van het werk, is op papier een zeer verdedigbaar beleid. Echter, als dat op geen enkele manier gecompenseerd wordt met extra mankracht, kan dit alleen maar waargemaakt worden door ander werk niet te doen of in minder tijd te doen. En dit soort keuzes maken, impliceert ook steeds inboeten ogv kwaliteit. Of dat beleid dan nog zo verdedigbaar is, willen we betwijfelen. Om aan te tonen dat we toch niet zo kort door de bocht gaan door dit te stellen:
We werden een hele tijd geleden uitgenodigd/verplicht om mee te werken aan een effectstudie. We hebben daarvoor allerlei extra werk geleverd, maar de return was bijzonder pover. Wat was nu eigenlijk de conclusie?
Brussel vraagt om aan te tonen hoeveel uren per week wij aan contextbegeleiding doen. Een zeer relevante vraag, maar ten koste van wat gaat de tijd die we daaraan moeten besteden? Allicht ten koste van uren contextbegeleiding.
Een degelijke kwaliteitswerking vraagt dat we met effectindicatoren te werken, meetbare effecten. Geweldig boeiend en leerrijk, maar opnieuw: ten koste van wat gaat dit en wat levert het ons finaal op?
Een elektronisch dossier is DE hype van de afgelopen jaren. Maar voor thuisbegeleiding voelt dit alleen maar aan als dubbel en zuiver bijkomend werk. Is de kwaliteit daarmee verbeterd? Voor beleidsmakers wel, voor gezinnen allicht niet.
We durven amper vooruit kijken naar het extra administratief werk dat onze richting uitkomt door de toegangspoort (A en M-documenten), maar opnieuw krijgen we daar geen extra middelen voor. Maar ondanks alles: toch enkele cijfers: bezettingsgraad 100
bezettingspercentage
90 80
In 2013 hebben we in totaal 53 gezinnen begeleid, waarvan 21 kortdurende begeleidingen en 32 integrale begeleidingen. Integrale begeleidingen We hebben 10 begeleidingen afgesloten.
70
We hebben 16 begeleidingen opgestart.
60 50
We hebben 11 gezinnen een heel jaar lang begeleid; dus noch opgestart noch afgesloten in 2013 Kortdurende begeleidingen
40 30 20
We hebben 12 begeleidingen afgesloten
10 0
maanden
We hebben 15 begeleidingen opgestart
Wist je dat??
Filemaker, cloud, presa (uurregistratie),… hebben ondertussen geen geheimen meer voor ons. Ons team evolueert stilaan van ‘potlood-generatie’ naar ‘pc-generatie’!
Het afgelopen jaar hadden we een zomerse én constructieve teamdag waarin we een heel aantal overkoepelende thema’s besproken hebben.
Onze collega Lien ons vorig jaar tijdelijk heeft verlaten om een andere collega in ziekteverlof te vervangen. We hopen dat ze ons team snel terug vervoegt!
We toch wel met ietwat knikkende knieën uitkijken naar de hervormingen binnen de integrale jeugdhulp die vanaf maart zullen ingaan.