RAADSVOORSTEL raadsvergadering: onderwerp: bijlage: datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.:
9/16 december 2009 Hondenbeleid ontwerp-besluit
Aan de gemeenteraad, Inleiding In het voorjaar van dit jaar is een nota met een voorstel voor een gemeentelijke hondenbeleid ambtelijk voorbereid. Bij de afwegingen die het college heeft moeten maken om de gestelde bezuinigingen voor de komende jaren te kunnen halen heeft zij vooralsnog gemeend om op financiële gronden het invoeren van een gemeentelijk hondenbeleid voorlopig uit te moeten stellen. In de raadsvergadering van 25 juni jl. heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de Jaarrekening 2008 (1e budgetrapportage en tussenstand begroting 2010) in een motie, ondertekend door de fracties van de VVD, PvdA, Leefbaar Hilversum en CDA, het college echter opgedragen om het hondenbeleid in Hilversum vorm te geven en daartoe in de begroting van 2010 de benodigde, financiële middelen te vinden. Het hondenbeleid dient daarbij gekoppeld te worden aan een uitbreiding van afvalbakken in Hilversum. De achterliggende gedachte hierbij is dat de gemeenteraad, als één van haar speerpunten, de wens heeft om een schone gemeente te zijn en daarnaast de overlast als gevolg van hondenpoep al jarenlang ergernis nr. 1 is bij de inwoners van Hilversum. Verder is de raad van mening dat het hondenbeleid prima gekoppeld kan worden aan het tegelijkertijd uitbreiden van de afvalbakken in Hilversum omdat naar haar mening dit tot een schonere gemeente kan leiden. In het uitvoeringsplan hondenbeleid wordt een dergelijke uitbreiding meegenomen. De extra afvalbakken die geplaatst gaan worden zijn de standaard afvalbakken die geschikt zijn voor alle vormen van klein afval. In een eerder stadium had het college reeds in het kader van de bezuinigingen een bedrag van € 40.000,- bezuinigd op het gebruik van de hondenpoepzuiger in de komende jaren. In de praktijk is gebleken dat de inzet van de hondenpoepzuiger bij het schoonhouden van de openbare ruimte beperkt kan worden tot ongeveer de helft. In de eerste kostenopzet voor een hondenbeleid was reeds rekening gehouden met een vermindering van de inzet van de hondenpoepzuiger. De dekking van deze kosten daalt dan ook van € 75.000,- naar € 35.000,- in 2010 e.v. (zie hiervoor ook het kostenoverzicht in dit raadsvoorstel)
Voorstel voor een gemeentelijk hondenbeleid Algemeen In heel Nederland komen er bij de gemeenten regelmatig klachten binnen van overlast als gevolg van hondenpoep en het los laten lopen van honden. De gemeente Hilversum vormt hier geen uitzondering op. Hondenpoep is steevast één van de meest geuite klachten van bewoners wanneer gevraagd wordt wat hen in de woonomgeving het meest ergert. De gemeente Hilversum wil deze grote maatschappelijke ergernis gestructureerd aan gaan pakken door een beleid vast te stellen dat voor iedere burger de nodige helderheid verschaft. De verwachting is dat hierdoor het aantal klachten over de overlast minder zal worden. De aanpak van het probleem vergt veelal een mentaliteitsverandering en het doorbreken van een gedragspatroon bij de hondenbezitters. Daarom wil de gemeente vanuit haar zorg en verantwoordelijkheid voor de woonomgeving en de leefbaarheid zowel de niet-hondenbezitters als de hondenbezitters een passend beleid met passende voorzieningen aanbieden. Dit laatste door middel van regelgeving en door handhaving grenzen te stellen aan wat toelaatbaar en niet toelaatbaar is. 1
In het voorjaar van 2008 is door de gemeente aan een groep studenten van de Bestuursacademie Amsterdam de opdracht gegeven om in het kader van hun opleiding tot Adviseur Lokale Overheid het hondenpoepprobleem voor de gemeente Hilversum helder in beeld te brengen. Deze opdracht hield in, een discussienota te formuleren en richtingen te duiden voor een mogelijk te kiezen hondenbeleid. Aan de hand van de ervaringen bij andere gemeenten en het reeds bij de gemeente Hilversum opgebouwde dossier over dit onderwerp, heeft de werkgroep enkele scenario´s onderzocht waarbij vier belangrijke factoren een rol spelen, namelijk: 1. regelgeving, 2. communicatie, 3. aanwijzen/aanleggen van voorzieningen, 4. handhaving. In dit voorstel zal achtereenvolgens aandacht besteed worden aan de huidige situatie in Hilversum, de resultaten van het onderzoek door de werkgroep van de Bestuursacademie, het meest gebruikte model voor een hondenbeleid en de diverse aspecten om tot een zo breed mogelijk gedragen en haalbaar hondenbeleid te kunnen komen. Hierbij moet gedacht worden aan aspecten zoals: - regelgeving APV, - verbeteren continue registratie van (aantal) honden, - aanlijn- en ruimplicht, - uitlaat- en uitren-/losloopgebieden, - inzet hondenpoepzuiger, - ruimmiddelen, afvalbakken, bebording, e.d., - handhaving, - kosten, - voorlichting en communicatie naar/overleg met de hondenbezitters en de overige burgers Doel De opzet is om aan de hand van dit voorstel te komen tot de vaststelling van een model voor een gericht en haalbaar hondenbeleid voor de gemeente Hilversum. Dat hondenbeleid zal dan zowel voor de inwoners, hondenbezitters, overige burgers, bedrijven en verenigingen als voor het gemeentebestuur acceptabel moeten zijn. Situatie in de gemeente Hilversum. De gemeente heeft in de afgelopen jaren diverse, lokale activiteiten ondernomen, om de overlast als gevolg van honden en hondenpoep zoveel mogelijk te beperken. Er zijn met wisselend succes diverse hondenuitlaatveldjes zoals o.a. aan de Neuweg aangelegd. Lang niet alle hondenbezitters willen hier gebruik van maken omdat deze te klein zijn, niet voldoende onderhouden worden, net iets te ver voor de hond zijn of (stank-) overlast voor de direct omwonenden opleveren. Verder zijn er in 2005 naar aanleiding van een door de PvdA uitgeschreven prijsvraag lokaal een aantal pilots uitgevoerd rondom de Kastanjevijver, het Jac.P. Thijsseplein en de Laan van de Heelmeesters. Hier werden o.a. borden en extra hondenpoepbakken (depodogs) geplaatst, regelmatig onderhoud gepleegd en naast het actief betrekken van de bewoners bij deze pilots werd ook extra handhaving ingezet. Deze projecten leken aanvankelijk succesvol te zijn maar door de invoering van hondenpoepvrije zones verplaatste het probleem zich deels naar de omliggende wijken. Ook door het ontbreken van een dragend en helder gemeentelijk beleid met interactieve samenwerking en toezicht vanuit de gemeente zijn deze initiatieven weer verwaterd. Hierdoor is ook de motivatie bij de hondenbezitters afgenomen en verviel men al weer gauw tot het voordien vertoonde, gemakzuchtige gedrag. Dit leverde opnieuw overlast op. Het resultaat is dat het hondenpoepprobleem op dit moment nog steeds ervaren wordt en dat de klachten over hondenpoep hoog op de lijst staat van “irritaties”.
2
In het centrum van Hilversum is een algemeen hondenverbod volgens het huidige APV van kracht en dient de hondenbezitter daar te beschikken over een vergunning. Met uitzondering van de ´pilot´gebieden wordt elders in Hilversum gebruik gemaakt van een hondenpoepzuiger die er echter acht weken over doet om de complete ronde door Hilversum te rijden. Dit is te gering om de overlast voor de burgers voldoende te kunnen beperken. Bij een mogelijke intensivering van zuigrondes blijft het probleem bestaan. Andere initiatieven zoals het plaatsen van bakken met zakjes (depodogs) zijn mislukt omdat de zakjes door diefstal en/of vandalisme verdwenen of in slierten tot zwerfvuil vervielen. Ook al zou de hondenbezitter mee willen werken, dan nog werden mede hierdoor, de bakken onvoldoende gebruikt. Er geldt in de gemeente Hilversum een algemeen aanlijngebod. Overtreding kan met € 60,- worden beboet. Een effectieve controle op de naleving van het aanlijngebod heeft in de afgelopen jaren niet structureel plaats gevonden. Ondanks dit voor burger en bestuur onbevredigende resultaat bij de bestrijding van de overlast worden er door de gemeente op jaarbasis aanzienlijke bedragen voor het onderhoud uitgegeven. Deze onderhoudskosten worden vanuit de algemene middelen bekostigd. Gelden afkomstig uit het heffen van de hondenbelasting vormen geen doelbelasting maar vloeien rechtstreeks naar de algemene middelen. Uitgangspunten voor de keuze van een hondenbeleid: Zoals gesteld in de aanbevelingen van de studenten van de Bestuursacademie steunt een goed hondenbeleid op vier hoofdpijlers, te weten: 1. -regelgeving 2. -communicatie 3. -aanleg en onderhoud van voorzieningen 4. -handhaving Grofweg zijn er drie beleidslijnen te onderkennen, namelijk: A B C
- Verboden uitvaardigen en strikt handhaven, - Voorzieningen aanbrengen, - Een combinatie van de beleidslijnen A en B.
A - Verboden uitvaardigen en strikt handhaven Bij deze meest repressieve (bestraffende) beleidslijn wordt de hondenbezitter gedwongen om zelf de overlast te beperken. Dit vereist een onvoorwaardelijke medewerking van de hondenbezitter op straffe van een boete bij het niet nakomen daarvan. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij wordt gevormd door een intensieve, effectieve handhaving en dit vergt dan ook het nodige aan toezicht en controle om deze naleving af te dwingen. B - Alleen voorzieningen aanbrengen Dit is de meest preventieve insteek en legt bij het aanbieden van faciliteiten het zwaartepunt en de verantwoordelijkheid bij de hondenbezitter. Enerzijds door de hondenbezitter in staat te stellen de hond uit te laten in een gebied waar de kans op overlast gering is en anderzijds door het aanbieden van opruimmogelijkheden. Dit vereist een welwillende medewerking van de hondenbezitter. De consequentie is dan dat er veel tijd, geld en energie moet worden besteed aan een effectieve mentaliteitsverandering bij de hondenbezitter. Verder kan er niet op gehandhaafd worden omdat sancties ontbreken. C Deze beleidslijn is een combinatie van de beleidslijnen A en B. Naast de plicht tot aanlijnen en opruimen worden er ook extra voorzieningen getroffen in de vorm van bebording waar de uitlaat- en losloopgebieden zijn en worden er extra prullenbakken geplaatst. Voor alle vormen van een beleidslijn dient er een intensieve communicatie met de burgers gevoerd te worden zodat voor iedereen duidelijk is wat de beleidslijn van de gemeente is en wat dit beleid betekent voor de hondenbezitters.
3
Voorstel voor de keuze van een beleidslijn: Uit het onderzoek door de studenten van de Bestuursacademie blijkt dat de ervaring van andere gemeenten in het land, die inmiddels een hondenbeleid hebben vastgesteld, is om vrijwel unaniem te kiezen voor een model dat zowel elementen bevat van repressieve als van preventieve aard. Alleen verboden uitvaardigen en handhaven is geen samenlevingsgericht geaccepteerde oplossing die de hondenbezitter er toe moet brengen om bereidwillig mee te willen werken. Ook het treffen van uitsluitend voorzieningen is geen oplossing. Nog afgezien van de hoge kosten voor de gemeente bij deze oplossing gaat er door het ontbreken van sancties nauwelijks een sturend effect van uit die de hondenbezitter er toe moet bewegen om van deze voorzieningen gebruik te maken of elders de poep op te ruimen/de hond aan te lijnen. Het voorstel voor het opstellen van een hondenbeleid in Hilversum is dan ook om deze beide, algemene elementen in een beleidslijn uit te werken en te gaan investeren in zowel het treffen van voorzieningen als het handhaven van de uitvoeringsregels. (optie C) Om voldoende draagvlak te krijgen is het tevens van belang dat in dit proces van beleidvorming intensief gecommuniceerd wordt met burgers en met hondenbezitters. Voor iedereen moet duidelijk zijn wat de door de gemeente Hilversum voorgestelde spelregels zijn van wat waar mag en wat waar niet mag. In de buitenruimte moet door markering/borden worden aangegeven waar honden verboden zijn, wat de uitlaat-/uitrengebieden, wandelroutes en losloopzones zijn. Verder moeten er door de gehele gemeente voldoende afvalbakken (bij-)geplaatst worden om aan de opruimplicht te kunnen voldoen. Ruimmiddelen, zoals plastic zakjes, worden ter introductie eenmalig gratis verstrekt. Daarna is het een verplichting van de hondenbezitter om deze bij zich te hebben. Speel-/trap- en sportvelden, kinderspeelplaatsen en schoolpleinen zijn en blijven in principe verboden gebied voor honden. Ook centrum- en winkelgebieden zijn verboden voor honden. Hierna zullen nog puntsgewijs de diverse aspecten voor de totstandkoming van een sluitend hondenbeleid nader worden toegelicht: - Regelgeving via de APV. Duidelijke regels voor alle burgers geven een goede basis omdat dan iedereen weet wat de bedoeling is. Sociale controle draagt er toe bij dat de regels beter gevolgd zullen worden. Het primaat en de verantwoordelijkheid ligt bij de hondenbezitter. Daarom zal de regelgeving in het APV worden aangepast. In heel Hilversum zal in principe een aanlijngebod en opruimplicht gelden. Bij controle door een BOA (Bijzonder Opsporings Ambtenaar) dient de hondenbezitter te kunnen aantonen dat hij over opruimmiddelen zoals een poepzakje, schepje, e.d. beschikt. De handhaving wordt verscherpt door een meer gerichte inzet van controleurs die in eerste instantie (maximaal twee maanden) coulant maar na een gewenningsperiode verbaliserend zullen gaan optreden. Voordelen van deze eenduidige regelgeving zijn een toename van het veiligheidsgevoel voor kinderen en volwassenen (bang voor honden) maar ook voor passanten zoals fietsers en joggers. Ook zal het een bijdrage leveren aan de verbetering van de verkeersveiligheid, betere lokalisering van de hondenpoep (zodat het ruimen vergemakkelijkt wordt) en voor de handhavers is duidelijk wie verantwoordelijk is voor (het gedrag van) de hond. Een nadeel van de strengere aangescherpte regelgeving en handhaving is dat honden die wél goed onder appèl staan binnen de gemeentegrenzen nu ook moeten worden aangelijnd. - Projectleider hondenbeleid. Het is van belang dat de gemeente iemand verantwoordelijk stelt voor het hondenbeleid en voor alle aspecten die daarmee samenhangen als een centraal aanspreekpunt kan fungeren. Hier kunnen bewoners en hondenbezitters terecht met vragen, klachten en voorstellen voor verbeteringen over het gevoerde beleid. De projectleider draagt er zorg voor dat alle aspecten inzake de regelgeving, handhaving en voorzieningen, bij de uitvoerende instanties voldoende aandacht krijgen.
4
Hij/zij zorgt ervoor dat er regelmatig evaluatie en wellicht bijstelling van het beleid plaatsvindt, de voorlichting en de handhaving op peil blijven, kortom dat het hondenbeleid in de gemeente naar tevredenheid functioneert. - Voorzieningen. Uitren-/losloopgebieden en uitlaatstroken: De liefde (voor dieren) moet van twee kanten komen. Alleen verbieden en handhaven is niet voldoende. Daarom zal de gemeente uitrengebieden of losloopzones instellen waar de hond zijn energie kwijt kan en er geen ruimplicht geldt. Ook kunnen er op locaties die daarvoor geschikt zijn zogenaamde uitlaatstroken worden aangewezen. Door middel van borden of andere wat meer omgevingsvriendelijke aanduidingen, zoals bijvoorbeeld houten paaltjes met opschrift, wordt dit aan de hondenbezitter en overige bewoners duidelijk gemaakt. Omdat binnen de gemeentegrenzen naar onze mening weinig geschikte terreinen aanwezig zijn als losloop- of uitrengebied zullen er binnen de bebouwde kom geen uitlaatstroken komen. Deze gebieden beperken zich wat ons betreft uitsluitend tot de heide- en bosgebieden rondom de bebouwde kom en de groengordel in de Hilversumse Meent. Hier is overwegend sprake van een minder intensief belopen en wat ruiger groengebied waar de overlast van hondenpoep door o.a. het hogere gras en de aanwezige struiken als minder bezwaarlijk wordt ervaren. - Hondenpoepzuiger: Voor het gebruik van de aangewezen voorzieningen is regelmatig en goed onderhoud een eerste vereiste, anders wordt er al gauw geen gebruik meer van gemaakt en schiet de gemeente voor wat betreft haar preventieve taak tekort. Voor het onderhoud van de eventueel aangewezen uitlaatstroken zal het eerste jaar nog zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van hondenpoepzuigers. Gemiddeld dient een strook minimaal eens in de drie tot vier weken gereinigd te worden. De verzamelde hondenpoep wordt op daartoe aan te wijzen plaatsen in het openbare, gemeentelijke vuilwaterriool gestort. Momenteel wordt de hondenpoepzuiger ingezet middels een besteksverplichting en zit in het bestek van SBS. Omdat de jaarlijkse kosten van een dergelijke zuiger vrij hoog liggen is de gemeente van plan om dit na verloop van tijd te gaan afbouwen. Daaraan voorafgaand zal eerst het ingevoerde hondenbeleid worden geëvalueerd. - Bebording, afvalbakken, ruimingsmiddelen, e.d. De uitren-/losloopgebieden moeten door bebording duidelijk worden aangegeven. De tekst op het bord dient voor een ieder helder te zijn en niet voor meerdere of andere uitleg vatbaar. Omdat er van een algemene opruimplicht sprake is zullen er bij de diverse stroken groen in de gemeente waar honden uitgelaten worden voldoende afvalbakken moeten staan. Deze dienen ook met een vaste regelmaat geleegd te worden. Hiervoor worden de normale, openbare afsluitbare prullenbakken gebruikt die goed in het straatbeeld passen. De ruimingsmiddelen, zoals plastic zakjes, worden bijvoorbeeld het eerste jaar of eenmalig gratis verstrekt via vaste locaties zoals bijvoorbeeld wijkcentra of gemeentehuis. Daarna dient de hondenbezitter deze zakjes zelf aan te schaffen en bij zich te hebben. Andere (luxere) ruimingsmiddelen zoals schepjes, grijpers e.d. zijn eventueel door de hondenbezitter zelf aan te schaffen bij dierenwinkels en/of supermarkten. - Handhaving Een goed hondenbeleid kan niet zonder handhaving. Zodra de regels voor het hondenbeleid zijn vastgesteld, zal er door middel van handhaving op moeten worden toegezien dat de hondenbezitter zich ook daadwerkelijk houdt aan de gezamenlijk en op democratische wijze vastgestelde regels. De APV geeft hiervoor houvast en om het beleid voldoende vorm te geven is het nodig dat er voldoende handhavers/BOA´s voor de controle zijn. Deze handhavers dienen getraind te worden, over een gerichte taakinstructie te beschikken, weten om te gaan met conflictsituaties en ´last but not least´ niet bang te zijn voor honden. Het handhaven vindt niet alleen plaats bij de uitlaatstroken maar ook elders waar een algemeen hondenverbod geldt (centrum) en de controle op aanlijnen en opruimen buiten de uitlaatstroken. 5
Controles zouden (minimaal steekproefsgewijs) ook ´s avonds en in de weekeinden moeten plaatsvinden. Indien de gemeente er niet voldoende in slaagt om deze BOA´s intern of extern te werven is te overwegen om hiervoor controleurs van buiten in te huren. Na verloop van tijd zal aan de hand van een evaluatie zonodig het hondenbeleid op punten bijgesteld kunnen worden. Op dit moment vallen de Boa´s nog onder de afdeling Beheer Openbare Ruimte van de dienst Stad maar in de toekomst zullen zowel de projectleider hondenbeleid als de BOA´s onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Vergunning en Handhaving van de dienst Inwoners gaan vallen. - Communicatie. Communicatie en overleg met de hondenbezitters en de overige burgers zijn noodzakelijk om tot een gezamenlijk beleid te komen dat door alle partijen als redelijk en noodzakelijk wordt gevonden. Hiermee kan ook de minder bereidwillige hondenbezitter zodanig beïnvloed worden dat deze zijn uitlaatpatroon aanpast en mee gaat werken om zijn gedrag te veranderen. Deze communicatie kan zo breed mogelijk ingestoken worden door gebruik te maken van folders (hierbij valt te denken aan gebruikmaking van huis-aan-huis folders en/of via dierenwinkels, gemeentehuis, scholen en andere openbare gebouwen), locale pers, Gooi & Eemlander, billboards, spandoeken. Ook kunnen hierbij hondenclubs, buurtverenigingen, asiels en de locale televisie ingeschakeld worden. Kortom een scala van mogelijkheden waardoor niemand meer in het ongewisse hoeft te blijven van het nieuwe hondenbeleid in de gemeente Hilversum. Zoals met alle reclame, is dit een proces dat in verband met de leefbaarheid en beleving van de woonomgeving continu herhaald moet worden om dit bij iedere burger onder de aandacht te houden. In overleg met de afdeling communicatie zal een communicatieplan worden opgesteld waarmee het nieuwe hondenbeleid zal worden geïntroduceerd. Uitvoering van het hondenbeleid betekent in concreto: - instemmen met het opstellen van een gemeentelijk hondenbeleid dat gebaseerd is op elementen van zowel repressieve als preventieve aard zoals in dit voorstel is verwoord, - de APV uitbreiden met sluitende regelgeving inzake het hondenbeleid, - zorgdragen voor voldoende handhaving door scholing en opleiding van controleambtenaren, - adequate voorzieningen als uitrengebieden en uitlaatstroken aanwijzen met de bijbehorende bebording en afvalbakken, - aanstellen van een projectleider ´hondenbeleid´, - structureel een extra formatieplaats BOA-handhaving toewijzen, - in overleg met de afdeling Communicatie van de dienst Bestuur een communicatieplan opstellen. - Inkomsten. De hondenbelasting zoals deze momenteel door de gemeente wordt geheven vloeit rechtstreeks in de algemene middelen. De gemeentelijke hondenbelasting wordt in 2009 geraamd op € 365.000,Onlangs heeft er een verscherpte controle plaatsgevonden van het hondenbestand in de Gemeente. Dit heeft een verhoging van het aantal geregistreerde honden opgeleverd tot een totaal van 5.000 honden. Het structurele effect na deze verscherpte controle is daarmee gestegen met € 77.000,- (reeds opgenomen in de te verwachten inkomsten hondenbelasting). Wanneer het hondenbeleid is ingevoerd zullen na een gewenningsperiode de handhavende ambtenaren ook bekeuringen gaan uitschrijven. Vooralsnog wordt uitgegaan van een bedrag van circa € 18.000,dit zijn 300 bekeuringen/jaar van € 60,-/stuk. - Kosten. Het zal duidelijk zijn dat de invoering van een hondenbeleid de nodige energie en inspanning van de gemeente vergt en daarmee ook incidentele en structurele kosten met zich mee zal brengen. Naast de centrale projectleider en fysieke inzet van de handhavers komen ook de kosten voor de aanleg en het onderhoud van de voorzieningen met bebording, prullenbakken, de inzet en huur van een hondenpoepzuiger, het verstrekken van poepzakjes, e.d. 6
Verder zal geld vrijgemaakt moeten worden voor het starten van een algemene voorlichtingscampagne door middel van het drukken en verspreiden van folders, aanschrijven van hondenbezitters, beleggen van voorlichtingsavonden en /of het houden van inspraak. Dit al naargelang de mate en omvang waarin de gemeente dit proces wenst op te starten. Kostenraming (zie tabel). Behalve door verschuivingen in tijd van dit voorstel is ook door het aanbrengen van enkele versoberingen de kostenopzet aangepast. Hierdoor zijn de jaarlijkse kosten voor het invoeren van een hondenbeleid omlaag gebracht. - Zo wordt de projectleider, die in januari 2010 begint, niet voor twee maar voor één jaar ingehuurd. Verwacht wordt dat na ongeveer 1 jaar geen afzonderlijke projectleider nodig meer is. Na een evaluatie van het eerste jaar zal bekeken worden hoe de coördinatie en aansturing van het hondenbeleid binnen de bestaande organisatie kan worden opgevangen. - Vanaf 2010 zal er een extra BOA (Buitengewoon OpsporingsAmbtenaar) worden aangetrokken die voornamelijk ingezet zal worden bij de uitvoering van het hondenbeleid. - Met de uitbreiding van het aantal afvalbakken en de plaatsing van borden wordt in 2010 begonnen. Gezien de grote aantallen van 350 afvalbakken en 50 borden zal de plaatsing gefaseerd in 2010 gaan plaatsvinden. Hierdoor zijn de kosten voor het ledigen in 2010 maar voor 60% opgevoerd. - De aanvankelijk opgevoerde kosten voor scholingstrajecten zoals omgaan met agressie en klantgericht handelen zullen vanuit de organisatie zelf worden opgepakt. - De communicatie blijft gehandhaafd maar beperkt zich tot het publiceren in kranten en op internet. - De poepzuiger zal met ingang van 2010 minder worden ingezet om redenen zoals hiervoor reeds zijn aangegeven. Er vindt in twee jaar een afbouw plaats tot een basisniveau van ca. € 20.000,- op jaarbasis. Eénmalige kosten: - Aanschaf en plaatsing 350 afvalbakken met klep, geraamde kosten ± € 140.000,- , - Leveren en aanbrengen 50 bordjes, geraamde kosten ± € 7.500,-. Deze kosten ad. € 147.500,- worden gemeld via de tweede Budgetrapportage. Na een jaar zullen het hondenbeleid en de daarmee gemoeide kosten worden geëvalueerd.
Aangepaste kostenraming (indicatie van de kosten) Structurele kosten op jaarbasis: Projectleider inhuur BOA Kapitaallasten investeringen Afvalbakken – Ledigen, vervangen -en tijdelijk verwijderen Vervangen bordjes Communicatie Huur poepzuiger
2009
2010
2011
2012 e.v.
-
58.320 51.824 21.240
-
(60%) 57.600
96.000
96.000
Ledigen: frequentie 2 maal per week, 2x/jaar schoonmaak/reparatie, verwijderen kerst/jaarwisseling
75.000
500 4.000 40.000
750 4.000 20.000
750 4.000 20.000
Cyclus ±10 jaar Jaarlijks doorlopend Afbouw in twee jaar tot een niveau van € 20.000,- op jaarbasis
75.000
233.484
184.240
184.240
Dekking kosten hondenpoepzuiger in huidige begroting Totaal structurele kosten op jaarbasis
- 75.000
- 35.000
- 35.000
-35.000
198.484
149.240
149.240
Eénmalige investeringskosten:
147.500
Totaal
pm pm (±80%) 42.250 (±80%) 42.250 21.240 21.240
Opmerkingen: G.A 9 G.A 8
Afvalbakken/borden
7
Door het college is in de begroting voor 2010 ter dekking van de structurele kosten een bedrag opgenomen van € 177.000,- (€ 177.000,- t.l.v. subfunctie 140.2 – handhaving) en de kapitaallasten ad. € 21.240,- komen t.l.v. post 210.2 straatreiniging. Ook in de daaropvolgende jaren zijn structureel gelden gereserveerd ad. € 128.000,- om het hondenbeleid uit te kunnen blijven voeren (€ 128.000,- t.l.v. subfunctie 140.2 – handhaving en € 21.240,- t.l.v. 210.2 – straatreiniging).
Vervolgtraject Reeds in 2009 wordt een begin gemaakt met de uitvoering van een hondenbeleid door het gaan werven van een tijdelijke projectleider en met ingang van 2010 een extra BOA, het bestellen van extra afvalbakken en borden en het opstarten van de communicatie over het nieuwe hondenbeleid richting burgers van Hilversum. Voorstel: Het hondenbeleid, zoals verwoord in het raadsvoorstel, vaststellen en uit gaan voeren.
Burgemeester en wethouders van Hilversum, de secretaris, de burgemeester,
I.C. de Vries
E.C. Bakker
8
RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 september 2009; BESLUIT: Het hondenbeleid zoals verwoord in het raadsvoorstel vast te stellen en met ingang van 2010 tot uitvoering over te gaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9/16 december 2009, de griffier, de voorzitter,
K.E. Driehuijs
E.C. Bakker
9