voorkom ondoordachte bezuinigingen in de ggz 23 mei 2013
> resultaten van de meldactie gehouden onder cliënten en familieleden & lidorganisaties van het Landelijk Platform GGz <
2
> Inhoudsopgave
Voorwoord
5
Toelichting op de meldactie
7
Samenvatting en belangrijkste conclusies
9
Uitkomsten van de meldactie per 15 mei 2013 A Meldactie Cliënten/familie B Meldactie Cliënten-/familieorganisaties
13 35
Citaten
39
Afkortingen en colofon
41
Bijlagen met Vragenlijsten en uitkomsten A Meldformulier Cliënten en familie per 14 mei 2013 B Meldformulier Cliënten- en familieorganisaties per 14 mei 2013
43 67
Colofon
75
3 3
4
> Voorwoord ‘Gewoon kunnen leven’ voor mensen met psychische aandoeningen valt of staat met een sluitend kader van zorg, ondersteuning en maatschappelijke participatiemogelijkheden. Het is immers bekend dat veel aandoeningen niet genezen, maar levensbreed en levenslang impact hebben op cliënten en familie. Het vergt onnoemelijk veel inspanningen om met een psychische aandoening op je eigen manier te kunnen meedoen in de samenleving. Daarbij worden mensen gehinderd door zaken die lastig te beïnvloeden zijn, zoals vooroordelen, intolerantie, feitelijke belemmeringen in wet- en regelgeving op het gebied van zorgverzekering, arbeid en inkomen en andere maatschappelijke hindernissen. Mensen zijn bereid om daarover openhartig te schrijven. Dit biedt een indrukwekkend doorkijkje in hun persoonlijke situaties, waarin soms veel verborgen leed doorschemert. Ik realiseer mij dat mensen dit willen doen, omdat ze de hoop hebben dat wij er wat mee doen. Des te meer opmerkelijk dus, hoeveel mensen bereid blijken om constructief mee te denken om de zorg te verbeteren. Met als resultaat een overweldigend aantal zinvolle suggesties en creatieve oplossingen om de route te stroomlijnen van ziek en uitgerangeerd, naar een samenleving waar ieder een eigen waardevolle plek heeft. Met je eigen ervaringen de weg voor anderen wijzen. Dat getuigt van lef en schept een verwachting. De ervaringsverhalen van cliënten en familieleden zijn van onschatbare waarde. Uit de verhalen blijkt dat cliënten en familieleden te lang op een behandeling moeten wachten waardoor de problemen verergerd zijn. Zodanig verergerd dat ze te maken hebben gekregen met langdurige arbeidsuitval en niet meer meedoen in het maatschappelijke proces. Uit de ervaringsverhalen blijkt dat veel cliënten en familieleden te maken hebben met onterechte (door)verwijzingen, dubbele handelingen, onterecht medicijngebruik of juist een te lange opname in een instelling. De ervaringsverhalen vertellen ons dat cliënten en familieleden de huisarts als een belangrijke poortwachtersfunctie ziet. Maar zij vertellen ons dat huisartsen over het algemeen veel te weinig expertise van de ggz hebben. Ervaringsverhalen vertellen ons dat er meer zorg aan huis geboden moet kunnen worden. Maar dat het vangnet in de wijk en in de directe omgeving niet op orde is. Ervaringsverhalen vertellen ons tenslotte dat er op het gebied van preventie wel voornemens zijn, maar dat de uitvoering achterloopt. Kortom: er moet nog veel gebeuren om het zorgsysteem te verbeteren!
Marjan ter Avest Directeur Landelijk Platform GGz
4 5
6
> Toelichting op de Meldactie Gezamenlijke Meldactie met koepels Het Landelijk Platform GGz heeft gezamenlijk met de CG-Raad, NPCF en Platform VG in gesprek met de minister (6 maart 2013) toegezegd om een inventarisatie te houden onder de cliënten, familie en hun organisaties. Daarop is een vragenlijst ontwikkeld en een meldactie gestart. De algemene vragen zijn voor alle koepels hetzelfde, maar omdat er in de ggz een andere startsituatie geldt, heeft Landelijk Platform GGz ervoor gekozen om aanvullend een eigen inventarisatie uit te voeren met specifiek op ggz gerichte vragen. Aparte Meldactie voor de ggz Reden daarvoor ligt met name in het feit dat er in het Bestuurlijk Akkoord ggz al concrete afspraken zijn gemaakt tussen VWS en veldpartijen over zaken die betrekking hebben op de inhoud en de organisatie van de zorg en tevens zijn daarin investeringen en besparingen afgesproken. Als gevolg van dit akkoord ‘levert de ggz-sector’ al een fors aandeel in de door de minister gevraagde alternatieve pakketvoorstellen. Denk bijvoorbeeld aan de basis-ggz, waardoor veel meer mensen in de eerste lijn geholpen zullen worden, de ambulantisering, e-mental health, zelfmanagement, stepped care, etc. In de ggz hebben we naast langdurige curatieve ggz in de zin van geneesmiddelen (psychofarmaca) en therapieën, ook te maken met DBC’s-ggz die behandeling, begeleiding en verblijf omvatten gedurende de eerste 365 dagen. Overigens vindt het merendeel van die behandelingen (ca. 900.000 p. jaar) ambulant plaats. Daarin verschilt de ggz van andere sectoren. In deze uitgangssituatie heeft het Landelijk Platform GGz zich bereid verklaard om mee te denken over alternatieve pakketmaatregelen, echter niet in de zin van het schrappen van verstrekkingen uit het basispakket. De ‘winst’ in de ggz valt veeleer te behalen door in te zetten op die verbetersuggesties die blijken uit de ervaringspraktijk van cliënten en familie. Zij weten heel goed hoe de zorg beter kan. Daarnaast is het –volgens berichtgeving in de media- de vraag of de minister van VWS en het CvZ bij de voorgenomen (pakket) maatregelen zich laten leiden door de correctie cijfers waaruit de forse groei van de uitgaven in de ggz zouden blijken. Kortom, in de optiek van het Landelijk Platform GGz is een bredere scope nodig, dan alleen kijken naar verspilling, om de minister van goed advies te voorzien. Het Landelijk Platform GGz heeft met de minister afgesproken om vóór de zomer met een formeel voorstel te komen over hoe wij denken dat er in de ggz goede zorg kan worden aangeboden voor mogelijk lagere kosten waarbij meer gezondheidswinst kan worden behaald. De uitkomsten van de meldactie zullen daarin worden meegenomen. Uitgangspunten voor de koers van de meldactie Het Landelijk Platform GGz wil een breed basispakket; dit voorkomt risicoselectie en is voor de mensen die op zorg aangewezen zijn, ook de meest betaalbare wijze om zorg (vergoed) te krijgen. LPGGz vindt het belangrijk dat overschrijdingen van gemaakte afspraken die niet gemotiveerd kunnen worden, niet bij de patiënt/cliënt terug worden gehaald of dat groepen worden uitgesloten van zorg. Er valt nog veel ‘winst’ te behalen door de zorg efficiënter en klantgerichter te maken. Vervolgens zijn cliënten, familie en hun organisaties uitgenodigd om hardop mee te denken. De meldactie ging op 18 maart van start.
5 7
> Uitvoeringsfase Meldactie Oproep: Voorkom ondoordachte bezuinigingen en denk mee! Minister Schippers heeft de opdracht om extra te bezuinigen in de zorgsector. In het tv-programma 'Buitenhof' riep zij het veld op om daarover mee te denken. Het Landelijk Platform GGz wil voorkomen dat de minister maatregelen neemt die veel ggz-cliënten en familieleden nadelig gaan treffen. Daarom vragen we u om mee te denken hoe de zorg beter en efficiënter georganiseerd kan worden. Doe mee en zorg dat uw stem gehoord wordt! Melden individuele ervaringen U kunt uw eigen ervaringen - of die van uw naasten - melden via de onderstaande link. U kunt aangeven wat er nu niet goed gaat in de zorg. Maar u kunt ook suggesties aandragen voor verbeteringen, hoe u beter geholpen zou zijn en welke kostenbesparingen u ziet. Link naar Individuele meldactie Meldactie patiënten- en familieorganisaties We zijn uiteraard zeer benieuwd naar de meningen en ervaringen van de bij ons aangesloten patiënten- en familieorganisaties. Waar kunnen kosten worden bespaard en hoe kan de zorg tegelijkertijd worden verbeterd? Link naar Meld uw ervaringen als patiënten- en familieorganisatie Met bovengenoemde opdracht is de meldactie uitgezet. Verspreiding van de oproep In eerste instantie is de oproep voor de meldactie gedaan door middel van een aankondiging in Dagblad De Telegraaf en een online oproep en met persberichten naar landelijke media. Het Landelijk Platform GGz heeft de oproep als volgt bekend gemaakt: Via een mailing naar 4.000 relaties (eind maart) Opname in de nieuwsbrief de Izzuez (begin april) Opname in Ledennieuwsbrief van GGZ Nederland en GGZ Connect (website/interactief deel) (begin april) e Twitterbericht (1 week april) Mailbericht aan directeuren/voorzitters/bestuur van de lidorganisaties met het verzoek om de oproep op hun website/nieuwsbrief te plaatsen en via hun netwerk te verspreiden e (1 week april) Maibericht aan de Regiokamer van Regionale Cliënten Organisaties (RCO’s) met het verzoek om er binnen hun netwerk bekendheid aan te geven en oproep om mee te doen e (2 week april) Bericht op de website Ervaringswijzer en een email naar netwerk Ervaringswijzer e e (2 /3 week april). Artikel/ interview met Marjan ter Avest in Dagblad Trouw d.d. 17 mei 2013
6 8
> Samenvatting en belangrijkste conclusies In dit rapport zijn de uitkomsten samengevat van de inventarisatie die werd gehouden onder cliënten, familie en cliënten-/familieorganisaties in de ggz. De meldactie werd uitgevoerd in samenwerking met CG-Raad, NPCF en Platform VG, maar de onderwerpen die specifiek betrekking hebben op de ggz worden (alleen) in dit rapport uitgelicht. Medio mei zijn er reacties van 14 cliënten-/familieorganisaties en van 130 cliënten en familieleden die het afgelopen jaar gebruik hebben gemaakt van zorg. Overbodige zorg door inefficiëntie; perverse prikkels in het systeem (marktwerking) Het blijkt dat opvallend vaak overbodige zorg wordt geboden. Bijna 70% van de mensen geeft dit aan. Hun ervaringen betreffen vooral onnodige (dure) medicijnen en behandelingen, maar ook te lange opname of verkeerde verwijzingen. Ook opvallend is het aantal signalen over geldverspilling: bijzonder hoge rekeningen, inzet van (te) duur personeel terwijl het ook door andere hulpverleners gedaan had kunnen worden. Cliënten, familie, maar ook hulpverleners geven het signaal af dat de manier waarop de ggz is georganiseerd en wordt bekostigd wel moet leiden tot oplopende kosten. Instellingen en hulpverleners hebben er immers profijt van om een zo groot mogelijk marktaandeel te verwerven en om de omzetten te verhogen. Dat velen gericht zijn op het bieden van goede zorg staat buiten kijf, maar het is duidelijk dat dit niet altijd optimaal is voor cliënten en familie. Het leidt nl. niet altijd tot betere samenwerking, tijdige adequate behandeling en snelle diagnostiek of doorverwijzing als dat nodig is. Er is dan ook veel kritiek op het systeem van DBC’s en ZZP’s. Het duurt te lang voordat mensen met psychische problemen de zorg krijgen die nodig is Bijna driekwart (71%) vindt dat het vaak te lang duurt voordat kinderen of volwassenen met psychische problemen de zorg krijgen die nodig is. 59% noteert dat de kosten oplopen doordat mensen worden over- of onderbehandeld! Die cijfers liegen er niet om. Gelukkig maken de mensen zich er niet vanaf met alleen het melden van de knelpunten. 68% geeft bruikbare suggesties om de zorg sneller bij de mensen te krijgen en 72% geeft suggesties om over- en onderbehandeling te voorkomen. Huisarts poortwachterfunctie maar nog te weinig expertise Tweederde (65%) vindt dat de huisarts de eerste schakel moet zijn om terecht te kunnen met psychische problemen en zorgen om een naaste, mits deze voldoende expertise op het gebied van de ggz kan inroepen. Want dit wordt als onvoldoende ervaren. Men signaleert een groot aantal knelpunten in de huisartsenpraktijk, maar ook bij de instroom in de ggz branche (met name in de gespecialiseerde ggz). Vervolgens geeft 67% verbetersuggesties om de laagdrempeligheid te bevorderen. Familie nog te weinig betrokken bij de zorg van de cliënt Nog te vaak wordt familie onvoldoende betrokken bij de zorg (68%), terwijl dit wel de kans op herstel zou versterken en versnellen. Behandeling/opname kan korter duren als cliënt meer regie heeft en kwaliteit kan verbeteren Het accent moet meer komen te liggen op eigen regie en verantwoordelijkheid: 64% vindt dat de behandeling en/of opname korter kan duren als cliënten zelf hun behandeling sturen, uiteraard onder de voorwaarde dat zij de risico’s kennen. Bovendien vindt vier vijfde (80%) het een ‘must’ dat aan cliënten wordt gevraagd wat zij vinden van de kwaliteit van de zorg tijdens het hulpverleningsproces. Kortom, cliënten en familie zijn kritisch op de eigen consumentenrol, maar vinden dat er veel beter geluisterd moet worden door hulpverleners. En dat er wat met de uitkomsten van kwaliteitsmeting gedaan moet worden; het is gratis feedback. Zorg moet meer zijn gericht op herstel Driekwart (75%) van de mensen vindt dat zorg (behandeling, begeleiding en opname) in de ggz altijd gericht moet zijn op herstel, zodat cliënten (weer) op hun eigen wijze meedoen in de samenleving. Te veel mensen met psychische kwetsbaarheid blijven ook na hun behandeling maatschappelijk aan de kant staan en zijn lang niet altijd voldoende ‘maatschappelijk’ hersteld om te participeren in bijvoorbeeld werk en sociale verbanden. Daar is nog een wereld te winnen. Mensen geven daarbij goede voorbeelden en praktische tips.
7 9
Hier worden overigens ook (maatschappij)kritische kanttekeningen gemaakt. Er wordt een grote kloof gesignaleerd tussen wat in de zorg gebeurt en wat er in nodig is in de samenleving. Niet alleen is de zorg nog sterk gericht op medisch herstel, daarnaast beschikt de zorg niet over de juiste instrumenten en doorzettingsmacht om uitbehandelde cliënten een zinvolle rol in het maatschappelijk domein te bieden. Velen wijzen erop dat behandeling in de ggz onaf is, wanneer die niet leidt tot persoonlijk en sociaal herstel. Daarnaast wijst men erop (12%) dat het voor bepaalde cliënten(groepen) altijd nodig zal zijn dat zij levenslang en levensbreed zorg en ondersteuning krijgen, in een beschermde omgeving met permanent toezicht. Dit heeft enerzijds te maken met de ernst van de aandoening, maar natuurlijk ook met krachten in de samenleving. Als zorg thuis voor meer cliënten mogelijk gemaakt moet worden, dan moet het zeker beter gefaciliteerd worden dan momenteel het geval is. Veel mensen wijzen erop dat meer zorg aan huis geboden moet kunnen worden, naast ambulante zorg waarbij de cliënt naar de instelling toe moet gaan. Echter, om dat te realiseren is nog heel veel nodig, want men geeft aan dat vangnet en preventie niet voldoende functioneren. Bijna tweederde (62%) vindt dat de crisiszorg en –opvang niet goed is geregeld voor cliënten met een chronische aandoening. Zij kunnen bij een terugval onvoldoende een beroep doen op adequate zorg. Bijna de helft (46%) vindt dat er onvoldoende preventieve middelen inzetbaar zijn voor mensen of gezinnen waar beginnende psychische klachten aan de orde zijn. Toch vindt meer dan driekwart (77%) dat cliënten het beste (zo lang mogelijk) in hun eigen (woon)omgeving blijven, mits ze de juiste methodieken hebben om adequaat met hun psychische aandoening om te gaan en dat ze weten op welk moment ze professionele hulp in moeten roepen. Zo geven mensen laagdrempelige suggesties voor laagdrempelige crisisondersteuning. Men is ervan overtuigd dat (betere) preventie veel leed kan voorkomen en goedkoper is dan curatieve zorg. 15% geeft aansprekende voorbeelden van preventieve activiteiten die in een behoefte voorzien. Ook is er een lange lijst voorbeelden en methoden van zelfmanagement die het zelfhelpende vermogen van cliënten kan verbeteren, bijvoorbeeld cliëntgestuurde initiatieven die zich bevinden op het snijvlak van zorg en samenleving. Ook is er een groep mensen die aangeeft dat het soms juist beter is voor genezing door uit de eigen situatie te komen; 6% vindt dat het herstel dan sneller kan met intensieve zorg die alleen met opname mogelijk is. De effectiviteit van de sociale context is met ‘mitsen’ en maren’ omgeven. Kortweg: als zorg thuis voor meer cliënten mogelijk gemaakt moet worden, dan moet het zeker beter gefaciliteerd worden dan momenteel het geval is. Zoals gezegd is het kostenbewustzijn toegenomen, zowel bij cliënten, familie als bij hulpverleners. Mensen kijken zorgvuldiger naar de noodzaak van behandelingen, opnames en interventies en geven veel tips en aanbevelingen voor gepast gebruik van zorg en melden tientallen knelpunten die vergezeld gaan van suggesties ter verbetering. Daarbij is merkbaar dat hulpverleners gedreven en gemotiveerd zijn en vooral willen (kunnen) doen waar zij goed in zijn. Dat blijkt uit de inspirerende ideeën om het vakmanschap te verdiepen en het werkklimaat te laten sprankelen. Tot slot vinden mensen het van belang dat het streven naar herstel centraal blijft staan, en dat de inspanningen gericht op zelfmanagement en destigmatisering niet voortkomen uit bezuiningsmotieven, maar uit de oprechte wens dat mensen op hun eigen wijze kunnen blijven meedoen in de samenleving. Een beter stelsel van betaling van zorg Mede gezien de discussie die is ontstaan over de juistheid van de uitgaven in de ggz past het niet om te bezuinigen op basis van speculaties over mogelijke oorzaken van de groei. Mensen zijn nagegaan waar in de praktijk aanknopingspunten zijn om de betaling van zorg slimmer te organiseren en verspilling en zorgfraude tegen te gaan:
8 10
Verbeter de transparantie Begrijpelijke transparante nota’s voor zorgkosten naar de cliënt. Neem in de voorwaarden voor zorgcontractering op dat zorgaanbieders verplicht zijn om voorafgaand aan eventuele behandeling informatie te bieden over de zorg die zij (willen of moeten) gaan bieden. Stel verplicht dat zorgverzekeraars duidelijke en tijdige informatie over vergoedingen verstrekken voorafgaand aan eventuele behandeling. Versterk de controle Meer toetsing op rechtmatigheid van declaraties door zorgverzekeraars om het aantal oneigenlijke betalingen terug te dringen; daarnaast een laagdrempelig meldpunt voor zorgverleners om misstanden te melden (klokkenluiders regeling). Investeer in de opsporing van fraude via cliëntenkoepels; zij kunnen als geen ander de cliënt en familie helpen om na te gaan of nota’s correct zijn en hen helpen om het aan te kaarten bij instanties wanneer er vermoedens van fraude zijn. Biedt daarnaast ook een vangnetregeling zodat mensen die in een afhankelijke positie verkeren e.e.a. ‘veilig’ kunnen melden; Maak de zorg passend Maak ‘informed consent’ standaard; start een eventuele behandeling alleen dán, wanneer de cliënt, en zo mogelijk de familie, daarmee instemmen en zij van de risico’s en alternatieven op de hoogte zijn. Maak afspraken over de behandeling, leg het vast in een plan in het patiëntdossier, evalueer dit tussentijds en spreek de cliënt aan op de eigen verantwoordelijkheid. Laat de cliënt zoveel mogelijk zelf regie hebben over zijn behandelplan en dossier. School alle hulpverleners in het omgaan met familie en naastbetrokkenen. Evalueer jaarlijks het familiebeleid in ggz-instellingen samen met de cliëntenraad. Stel een innovatiefonds in voor initiatieven die preventieve activiteiten ontwikkelen zodat een beroep op duurdere ggz-zorg kan worden voorkomen, gecombineerd met een wetenschappelijk onderzoeksprogramma waarin de effectiviteit van dergelijke programma’s wordt onderzocht. Neem in de richtlijnen/zorgstandaarden heldere criteria op wanneer er voor opname of voor ambulante behandeling gekozen moet worden en richtlijnen voor de duur van de behandeling; deze criteria moeten evidence based zijn, d.w.z. tot stand komen op basis van onderzoeken naar praktijkvariatie in relatie tot effectiviteit/kwaliteit (ROM). Hervorm het GVS; maak als landelijke overheid dwingendere afspraken over het Geneesmiddelen Verstrekkingen Systeem met de farmaceutische industrie over inkoop. Houdt strenger toezicht op prijsafspraken en leg sancties op. Verstrek daarnaast medicatie in kleinere hoeveelheden. Zet ervaringsdeskundigen in bij elke behandeling in de periode dat het accent van medische behandeling verschuift naar persoonlijk en sociaal herstel. Maak de ‘crisiskaart’ en de ‘triadekaart’ onderdeel van elke behandeling en opname. Versterk de inzet van teams voor intensieve thuisbehandeling d.m.v. een stimuleringsregeling en zorg voor adequate financiering van (F)ACT teams, waarbij zowel de interventies gericht op medisch herstel worden betaald als de interventies gericht op maatschappelijke reintegratie.
9 11
12
> Uitkomsten meldactie besparingen in de zorg - cliënten & familie - A Algemeen De meldactie is gestart op 18 maart. Op 15 mei zijn er 130 reacties van cliënten/familieleden en 18 reacties van cliënten-/familieorganisaties in de ggz. (LPGGz heeft 20 lidorganisaties). De uitkomsten zijn weergegeven aan de hand van de vragen in het meldformulier. 1. Heeft u zelf of een naaste het afgelopen jaar gebruik gemaakt van zorg of ondersteuning? Twee derde geeft aan dat zij zelf en/of hun naaste gebruik hebben gemaakt van zorg, ongeveer een derde is hulpverlener. Antwoord Ikzelf Een naaste (partner, ouder, kind) Ikzelf en een naaste Geen gebruik van zorg Ik ben hulpverlener Aantal keer beantwoord: Aantal keer overgeslagen:
Aantal keer 48 19 18 3 41 129 1
Percentage 37% 15% 14% 2% 32% 99% 1%
1
2. Hoeveel gebruik maakt u zelf van de gezondheidszorg? De mate waarin mensen hulp krijgen varieert sterk; bijna een derde (30%) krijgt wekelijks en ruim een derde minder dan eens per maand. De overigen daar tussen in. Antwoord Veel (wekelijks) Regelmatig (zeker eens per maand) Weinig (minder dan eens per maand) Nooit Weet ik niet Aantal keer beantwoord: Aantal keer overgeslagen:
Aantal keer 39 29 47 8 3 126 4
Percentage 30% 22% 36% 6% 2% 97% 3%
3. Heeft u of een naaste het afgelopen jaar ervaring met diensten of handelingen in de zorg of ondersteuning die niet nodig waren? Bijna 70% van de mensen heeft daarmee ervaring. Onnodige medicijnen scoren daarbij het hoogst (25%). Antwoord Dubbele handelingen (herhaling van onderzoek of foto's) Onnodig terug moeten komen bij een zorgverlener Verkeerde verwijzing Onnodige verwijzing Medicijnen die niet zijn gebruikt Medicijnen die veel duurder waren dan nodig Onnodig of te duur hulpmiddel Onnodig lang verblijf in een zorginstelling 1
Aantal keer
Percentage
15
12%
19
15%
9 4 29 17 5 8
7% 3% 22% 13% 4% 6%
Met ‘u’ wordt verder steeds bedoeld: uzelf, uw naaste of degene aan wie u hulp verleent. 10 13
Anders, namelijk Geen ervaring met onnodige zorg of handelingen Aantal keer beantwoord: Aantal keer overgeslagen:
33
25%
40
31%
120 10
92% 8%
4. U kunt hier uw ervaring met onnodige kosten in de zorg melden. Uit de vele opmerkingen en voorbeelden die mensen geven blijkt, dat er nog veel valt te verbeteren. Per onderwerp een toelichting. Medicijnen die niet zijn gebruikt (22%) Als mensen een nieuw (of ander) medicijn krijgen voorgeschreven, wordt er meteen voor een maand (of meer dan nodig is) voorgeschreven. Soms is het medicijn een 'probeersel' om een diagnose te valideren, soms hoeft iemand het helmaal geen maand te slikken. Verschillende instellingen verstrekken verschillende medicatie. Bijv. iemand ging binnen een jaar naar zes verschillende instellingen (ziekenhuizen, revalidatiecentra) en iedere zorgverlener deelde alleen eigen medicatie uit. Zo moest een familielid een vuilniszak vol medicatie laten vernietigen. Benzodiazepines worden veelvuldig voorgeschreven terwijl er geen noodzaak voor is. 1,25 miljoen recepten op jaarbasis! Ongebruikte medicatie mag niet terug naar de apotheek. Ongeopende zalfubes moeten worden weggegooid. Suggestie: Ziekenhuisapotheken voor chronische medicatie buitenspel zetten. Onnodig terug moeten komen bij een zorgverlener (15%) Onnodige behandeling in de verslavingszorg zonder resultaat en zonder dat mensen dit willen. Bijv. iemand die zes jaar intensief behandeld is (PsyQ) in een luxe omgeving, terwijl dat niet echt heeft geholpen. Administratieve inschrijvingen. Mensen signaleren dat zij in zorg worden gehouden om administratieve redenen. Bijv. zij moeten terugkomen op de poli psychiatrie op een moment dat dat niet nodig was, alleen om uitschrijving te voorkomen. Ze worden anders weer op een wachtlijst gezet bij hernieuwde aanmelding. Of bijv. iemand gebruikt medicijnen die levenslang nodig zijn maar moet wel elke drie maanden een nieuw recept halen. Dit betekent dus kosten voor zowel arts als apotheker, terwijl de medicijnen 3 á 4 jaar houdbaar zijn. Psychotherapeuten die ervoor kiezen om mensen nóg een keer extra te laten komen, omdat dat ene gesprek maar liefst € 3.000,- extra oplevert. Medicijnen die veel duurder zijn dan nodig (13%) Medicijnen voor de bijwerkingen van andere medicijnen, die weer bijwerkingen hebben waarvoor je weer medicijnen krijgt. Bijv. iemand slikt een maagbeschermer en Akineton tegen beweeglijkheid n.a.v. gebruik van bepaalde psychofarmaca. Er gaat ongelofelijk veel geld om in de farmaceutische industrie: medicatie wordt door fabrikanten kunstmatig duurder gehouden dan nodig is. Dit vormt een significante onnodige kostenpost. Patenten worden met trucs verlengd om (prijsdrukkende) concurrentie tegen te gaan, de prijs wordt door de verzekeraar en uiteindelijk de burger betaald (en de fabrikanten profiteren hiervan). Artsen worden met snoepreisjes en andere cadeaus gepaaid om de medicatie van een bepaald merk voor te schrijven. Hoogste tijd voor streng toezicht, strenge sancties en complete transparantie. Dubbele handelingen zoals herhaling van onderzoek of foto's (12%) Slechte overdacht door verschillende zorginstellingen zodat intakes overgedaan worden. Bijv. een langdurig onderzoek overdoen omdat de instelling de cliëntgegevens niet heeft gekregen van de andere instelling i.p.v. aan de cliënt toestemming vragen om gegevens op te vragen. Dit gebeurt ook bij onderlinge verwijzing. Bijv. als de eerstelijns zorg concludeert dat er specialistische zorg nodig is, is de indicatie voor tweedelijns zorg toch al gesteld?
11 14
Verkeerde verwijzing (7%) Foute diagnoses stellen, waardoor iemand jarenlang onnodig veel diagnostiek heeft ondergaan in plaats van behandeling gekregen. Bijv. iemand die al lang gezond had kunnen zijn en daardoor in staat was om sociaalmaatschappelijk te functioneren, te gaan werken/studeren/moeder te worden etc. . Onnodig lang verblijf in een zorginstelling (6%) Voorbeelden van opname in zorginstellingen terwijl dit met ambulante hulp thuis was op te vangen. Bijv. opname gedurende negen maanden, terwijl dit ook met ambulante hulp thuis op te lossen was geweest. Maar de betreffende thuiszorginstantie was een andere instelling en onderling communiceerden deze organisaties niet. Mensen vinden dat ‘zorg in natura’ soms te veel uit gaat van klassieke psychiatrische denkbeelden waarbij gesteld wordt dat iemand beter af is in een ggz-instelling, zonder duidelijk aanwijsbaar resultaat. Een opname van vijf maanden voor een manische periode bij een psychose omdat de huisarts het verzoek om antipsychotica te verstrekken niet honoreerde. Onnodig lange opname omdat de zorg ‘verstopt’ zit. Bijv. iemand die vanwege zijn afkomst de Nederlandse taal gebrekkig beheerst, cognitieve stoornissen ervaart ( vanwege Korsakow) en nu al anderhalf jaar niet doorgeplaatst wordt wegens gebrek aan samenwerking tussen verschillende instanties en professionals. Medisch model. Er kan nog veel meer een beroep gedaan worden op het herstelvermogen van mensen i.p.v. ze weg te zetten als cliënten. De vragen waar de meeste mensen mee zitten zijn generiek. De klachten die ze daardoor ontwikkelen niet. Kortom: stel optimaal functioneren centraal i.p.v. ziektes en klachten. Deze kaders zijn er ten behoeve van artsen en dragen niet noodzakelijkerwijs bij aan het inzicht wat mensen zelf al hebben ontwikkeld. Onnodige doorverwijzing (4%) Bijv. mensen worden doorverwezen en komen vervolgens op een wachtlijst te staan, waarbij de instelling soms niets van zich liet horen. Vervolgens blijkt het niet de aangewezen instelling te zijn voor passende hulp. Het niet goed luisteren/afstemmen bij een intake leidde tot onnodige doorverwijzing naar ineffectieve zorg. Dit betekent niet alleen tijd- en energieverlies (waardoor klachten toenamen) maar ook een extra hoge drempel bij een nieuwe zoeken toch naar passende hulp. Dit gaf onnodige stress. Onnodig of te duur hulpmiddel (3%) Bekend zijn de vele achtergebleven rollators bij verzorgingstehuizen na het vertrek van cliënten. Veel uitleenartikelen uit de AWBZ worden door de thuiszorg aan huis bezorgd. Dit levert extra geld op voor de uitleenorganisatie. Eerst gold dit alleen voor hoog-laagbedden, rolstoelen en matrassen; nu kunnen er ook loopkrukken, bedklossen voor thuisbevalling etc. bezorgd te worden. Dit compenseert het feit dat afhaalpunten/winkels zijn verminderd, maar levert wel een kostenverhoging op. Onnodig gebruik/chauffeurs die moeten spullen moeten afleveren wordt zo in de hand gewerkt. Wie een dergelijk hulpmiddel nodig kan deze best zelf eerst (laten) halen. Ook een eigenbijdrage is niet onredelijk. Het hoeft niet gratis. Anders, namelijk (25%) Hier worden opvallende punten benoemd zoals geldverspilling, personele bezetting in de zorg, organisatie van zorg(personeel), administratieve handelingen, samenwerking tussen instellingen, rol van de familie en de kloof tussen zorg en samenleving. Geldverspilling Zorgkosten. Bijvoorbeeld een ggz-instelling biedt iemand met schizofrenie viereneenhalve maand zorg, behandeling en verblijf en declareert € 62.000,- bij de ziektenkostenverzekeraar, terwijl het jaarbudget voor 12 maanden zorg, behandeling en verblijf in dezelfde situatie óók € 62.000,- is. Overhead. Men vindt dat er te veel overhead is; er is een grote versnippering van hulpverleners; er zijn honderden bedrijven die allemaal een directie, managers ICT e.d. hebben. Deze kostenposten moeten allemaal wel betaald worden. Zij verdienen allemaal 12 15
meer dan een modaal inkomen. Bijv. een ggz-instelling waar directie en interim directie pp. € 250.000,- per half jaar verdienden/ontvingen. Extra instellingszorg. Mensen signaleren dat ze in de instelling zorg krijgen die al door anderen werd (of wordt) geleverd en die veel duurder is. Bijv. er is goed regulier zorgaanbod via het ziekenhuis (internist en diabetesverpleegkundige) maar de instelling zet er een eigen arts en diabetesverpleegkundige naast. Bijv. de instelling vraagt intramurale cliënten die gebruik maken van hun eigen pedicure (waarvan ze de kosten zelf voorschieten en de declaratie naar de zorgverzekeraar sturen) of ze de pedicure van de instelling willen gebruiken en voortaan de rekening naar de administratie van de instelling willen sturen. In de brief staat dat men een verhoging van het zorgzwaartepakket heeft. Hier rijst de vraag of dit correct is. Dure personele inzet in de zorg Dure zorg. Artsen/psychiaters besteden (dure) tijd aan taken die ook door verpleegkundig specialisten gedaan kunnen worden. Deze worden nog onvoldoende ingezet (taakherschikking) omdat dit niet zou mogen van zorgverzekeraars. Compensatie. De compensatie voor personeel op 5 mei en Koninginnedag in de zorg. Vele bedrijven zijn open met deze dagen, maar de mensen die in de zorg werken, krijgen voor deze dagen compensatie. Is dat nog van deze tijd? Onderhoudscontracten. Mensen die (soms) jarenlang een zgn. ‘onderhoudscontact’ hebben met de psychiater en/of met de SPV-er. In plaats van de SPV-er zou er een keus geboden kunnen worden om dit telefonisch of per internet te doen als dit mogelijk is. Ook de tijd kan worden beperkt tot 10 minuten per keer mits er geen bijzonderheden zijn. Personeelsgebrek. Men signaleert dat personeelgebrek opgelost wordt door de inzet van vrijwilligers en herintreders. Dit is enerzijds positief omdat het leidt tot arbeidsparticipatie, maar anderzijds zet men vraagtekens bij de kwaliteit en de verantwoordelijkheidsverdeling. Bijv. een stagiaire die merkt dat de bedrijfsvoering van een dagactiviteitencentrum grotendeels op haar schouders terecht komt. Of het beheren van een centrum door een werkzoekende met een WW-uitkering die dit op vrijwillige basis doet; dit roept vraagtekens op over de continuïteit van de zorg. Organisatie van zorg(personeel) Arbeidsmotivatie van medewerkers in de zorg. Vaak wordt genoemd dat de inzet van hulpverleners wordt belemmerd door protocollen en verantwoordingsregels. Bijv. verpleegkundigen kunnen onvoldoende in een klimaat van zelfsturing en verantwoordelijkheid werken, omdat er teveel status ontleend wordt aan protocollen. Dat leidt tot schijnveiligheid. Effectieve tijd/’handen aan het bed’ in de intramurale zorg. Men ervaart bijv. dat hulpverleners zich afzonderen onder werktijd, waarmee voor de cliënt de kans afneemt om te reflecteren op het eigen gedrag en de mogelijkheden om dit bij te sturen. Dit zet vraagtekens bij het vermogen van organisaties om met een kwaliteitssysteem te werken. Cliëntervaringen en klachtenopvang. Er wordt bijv. gemeld dat klachten van cliënten worden gebagatelliseerd, en dat medewerkers onvoldoende kennis hebben van technieken voor omgaan met agressie. Men vindt het van belang dat hulpverleners meer open staan voor onvrede en kritiek en die aangrijpen om na te gaan wat verbeterd kan worden. Vrijwilligersinzet en scholing. Men signaleert dat er soms meer ongeschoold dan geschoold personeel is. En dat instellingen vrijwilligers inzetten, waar dat niet kan. Bijv. wanneer de activiteiten structuur of pedagogische methodiek vereisen waarover de vrijwilliger niet beschikt. Ziekteverzuim. Men signaleert dat ziekteverzuim herstel belemmert. Bijv. iemand wiens hulpverlener heel vaak ziek is, zodat hij weinig aan deze hulpverlener heeft gehad. Overbodige administratieve handelingen DBC-structuur: bijv. dagstaten bijhouden met alle DBC-codes die daaraan verbonden zijn t.b.v. de zorgverzekeraar. Protocollering of maatwerk. Mensen vinden dat te veel zaken worden in regels en protocollen gevangen, waardoor de wens van cliënten niet adequaat kan worden bereikt. Bijv. iemands zoon is jarenlang van het kastje naar de muur gestuurd vanwege zijn diagnose aan autisme verwante stoornis MCDD. Jarenlang onderzoek op onderzoeken medicatie zonder te luisteren naar de uitwerking hiervan.
13 16
Dossiervorming. Mensen signaleren dat dit tot kosten kan leiden als dit niet op orde is. Bijv. een verkeerde dosering van de medicatie en hulpverleners die niet op de hoogte zijn van belangrijke feiten. ROM- onderzoek in psychiatrie wordt soms ook ervaren als onnodige kostenverhogen. Slechte samenwerking tussen instellingen Er zijn soms veel instanties en mensen bezig met één persoon in crisis. De informatie die al bekend is, wordt onvoldoende gedeeld door ggz-instelling, psychiatrisch ziekenhuis en familie, politie, GGD en forensische psychiatrie. Bijv. iemand waarbij de herkenning van een 1e psychose te laat plaatsvond en waarbij signalen en observaties door de ggz niet meegenomen werden in de diagnose en in de beoordeling voor IBS en RM. Kloof tussen zorg en maatschappij Het gat tussen zorg en samenleving blijkt ook groot. In de zorg wordt gekeken naar zorgbudgetten en beperkingen, alle empowermentgedachten ten spijt. Op de arbeidsmarkt moeten mensen meteen ‘vol aan de bak’, anders komen ze er niet tussen. De overgang tussen de twee gebieden is slecht geregeld. Daardoor lukt het veel cliënten maar moeilijk deze overgang te maken, zelfs als ze daar wel de capaciteiten voor hebben. Integratie gaat niet vanzelf. Ook wat de financiering betreft is er een soort kloof. Bijv. op een DAC is een toneelproject met cliënten en buurtbewoners. Iedereen is wildenthousiast. De cliënten betalen deze activiteit uit hun indicatiebudget, voor de buurtbewoners is er een subsidie geregeld. Waarom? Dit geeft precies het probleem aan. Als buurtbewoners geen eigen bijdrage willen geven aan een activiteit met cliënten, dan is de integratie in de samenleving van deze twee groepen juist verder weg dan ooit. Als het niet zonder subsidie lukt, zal het dan ooit lukken? Marginalisering. Mensen die na jaren behandeling voldoende hersteld zijn om weer een baan te kunnen aanvaarden, blijven (in de marge) aan de kant staan. Omdat de zorg geen doorzettingsmacht heeft op de arbeidsmarkt. Bijv. iemand die als stagiair de rol van adjunctmanager van het DAC invult. Het is nog maar de vraag of het DAC gaat zorgen voor een baan, zodat deze kennis en ervaringsdeskundigheid behouden blijft. Zo niet, dan houdt het dus een beetje op met de integratie. Veel hulpverleners die betrokken zijn bij arbeidsrehabilitatie hebben geen/ weinig effectieve middelen tot hun beschikking om iemand een baan te bezorgen. Bekostiging De indicatie belemmert cliëntgestuurd werken. In situaties waarbij de zorg is gericht op herstel en ontwikkeling, zoals in dagactiviteitencentra, mogen cliënten alleen deelnemen aan activiteiten voor zover de indicatie dat toelaat. Maar omdat er aan de activiteiten verschillende prijskaartjes hangen, kan er niet worden ingespeeld op zorgbehoefte. Het kan bijv. niet meer dat cliënten te weinig of teveel uren gebruiken, terwijl dat in de fase van hun herstel wel nodig kan zijn. Juist het bijsturen van functionele stoornissen (in gedrag, communicatie etc.) en het herstel van zinvol functioneren, vereist flexibiliteit in zorg. Bij een indicatie dagbesteding zou een knipkaartsysteem ingevoerd kunnen worden zodat de cliënt weet aan hoeveel activiteiten hij/zij mee kan doen die maand. Men zou ook verschillende tarieven kunnen hanteren op basis van de kosten van de betreffende activiteiten. Indirecte kosten. Door de grote hoeveelheden rapportages wordt teveel geld uitgegeven aan verantwoording van de zorggelden. Dit is weliswaar nodig maar het is doorgeschoten. Hierdoor blijft er steeds minder geld voor de eigenlijke zorg over. Informatievoorziening Informatiegebrek. Er zijn signalen dat instellingen geen informatie bieden aan cliënten die opgenomen zijn en/of behandeld worden. Bijv. ook geen folders voor kinderen als één van de ouders, een broertje of een zusje ziek is. Informatiemogelijkheden. Mensen melden dat cliënten in de intramurale instelling geen toegang hebben tot internet; er is ook geen digitale informatie over de instelling beschikbaar na de opname. Bijv. ook ontbreekt informatie over de verstrekte medicatie (en/of de bijwerkingen).
14 17
5. Voor welke soort zorg of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing? Antwoord Alle zorg Verpleeg en verzorgingshuizen Thuiszorg Mantelzorg Zorg in ziekenhuizen (opname, specialist) Zorg bij de huisarts Ggz-zorg Onderzoeken Hulpmiddelen Medicijnen Vervoer Revalidatiezorg Fysiotherapie Anders, namelijk Aantal keer beantwoord: Aantal keer overgeslagen:
Aantal keer 28 9 10 9 21 13 59 8 11 42 8 1 4 18 125 5
Percentage totaal 22% 7% 8% 7% 16% 10% 45% 6% 8% 32% 6% 1% 3% 14% 96% 4%
Vervolgens werden 11 onderwerpen over de ggz voorgelegd met de vraag hoe zij denken dat er kosten kunnen worden bespaard en tot slot gaven zij zelf nog suggesties: 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Laagdrempeligheid Tijdigheid Over- of onderbehandeling De rol van familie Eigen regie en verantwoordelijkheid Effectiviteit en kwaliteit Hersteloriëntatie Vangnet Preventie Zelfmanagement Initiatieven voor ‘gepast gebruik’ Overige suggesties
6. Laagdrempeligheid Bijna tweederde (65%) onderschrijft de stelling: ‘Ik kan altijd met psychische problemen terecht bij de huisarts en die verwijst mij door als dat nodig is’. Het zou zo moeten zijn dat de huisarts de eerste schakel is om hierover te praten. Velen (67%) geven suggesties ter verbetering van de knelpunten die men daarbij signaleert. Bij de huisarts Men signaleert vaak knelpunten bij de huisarts: Het zou zo moeten zijn dat de huisarts de eerste schakel is om hierover te praten. Maar huisartsen hebben onvoldoende tijd per consult, de praktijken zijn te groot, ze hebben onvoldoende expertise en men kan niet altijd terecht bij de eigen huisarts en krijgt dan een vervanger of arts-in-opleiding. Er zijn psychische problemen die niet door een huisarts verholpen kunnen worden vanwege een tekort aan kennis. Datzelfde geldt voor de huisartsenpost. Suggesties: De inzet van een praktijkpsycholoog of een praktijk-verpleegkundig specialist is nodig, een SPV-er of de huisarts moet over het specialisme SPH beschikken. Het zou efficiënt zijn om naast de huisarts een eerstelijns-coach of een ‘verwijzer’ te creëren. 15 18
De huisarts zou direct een psychiater moeten kunnen inschakelen om mee te kijken, te adviseren en aanmelding binnen de ggz te bespoedigen. Een inloopspreekuur bij de ggz lijkt logischer en ook goedkoper omdat er niet doorverwezen hoeft te worden. De cliënt is dan al waar hij moet zijn. Méér mogelijkheden bieden om in de eerstelijn intakes te doen en visites te laten afleggen door een psychiatrisch-verpleegkundige. De huisarts niet inzetten bij mensen met chronische ggz-aandoeningen waarbij de diagnose al bekend is en die na een goede periode weer terugvallen en zorg nodig hebben of herhaaldelijk in een acute situatie terecht komen. Deze chronische cliënten zouden direct (terug) moeten kunnen naar de behandelaar zonder tussenkomst van de huisarts. De cliënt moet zelf weten wat er moet gebeuren (eigen verantwoordelijkheid). Als het gaat om patiënten bij wie ziekte-inzicht ontbreekt, kan de huisarts de ggz inschakelen zodra de familie alarm slaat. De ggz-behandelaar zou dan contact met het gezinslid moeten houden. Bij de ggz-branche Knelpunten bij de ggz-branche: Te lange wachttijden, tekort aan ggz-specialisten en teveel personele wisselingen. De ggz-branche is teveel gericht op de eigen toolkits. Men zou meer uit moeten gaan van de vraag van de cliënt i.p.v. de diagnose. Ook in situaties waar partijen wel expertise hebben, loopt de verwijzing soms slecht. Voor jeugdigen wordt de suggestie gegeven dat er bij diagnose een rechtstreekse hulplijn beschikbaar zou moeten zijn en betere begeleiding voor ouders van kinderen met een ggzdiagnose. Een cliënt stelt de vraag of laagdrempeligheid altijd nodig is. Wanneer er meteen met een psycholoog gesproken moet worden, zorgt dat ook voor een ‘stempel’. Dat is niet altijd nodig. Andere mogelijkheden Er wordt ook gewezen op andere mogelijkheden dan de huisarts of de ggz-branche zoals: Dichter in de buurt hulp mogelijk maken, laagdrempelige inloop, samenwerking met de sector welzijn verbeteren. Directe samenwerking tussen huisarts en maatschappelijk werk / psychosociale hulpverlening. In alternatieve kringen is men sneller bereid te luisteren en te helpen waar nodig; daar is hulpvaardigheid op alle fronten groter. 7. Tijdigheid Bijna driekwart (71%) vindt dat het vaak te lang duurt voordat kinderen of volwassenen met psychische problemen de zorg krijgen die nodig is. 68% geeft suggesties ter verbetering. Suggesties om de instroom sneller en zuiniger te maken: De samenwerking tussen organisaties moet beter, minder bureaucratie (zowel administratieve als organisatorische zaken en bij intake) en betere communicatie tussen organisaties (vooral aanmeldbureaus). Minder kijken vanuit regels en criteria en meer naar wat het beste is voor de patiënt. Meer preventie; zo vroeg mogelijk ingrijpen: als we pathologie laten 'sudderen' worden de problematiek en de kosten alleen maar exponentieel groter. Daarom: preventieve zorg en zo vroeg mogelijk ingrijpen. Een ggz-aanspreekpunt zou gewoon normaal moeten zijn, die signalerend maar ook uitwisselend deel uit maakt van bijvoorbeeld school/werk. Door vooronderzoek te verrichten (bv. vragenlijst) door de ggz-verpleegkundigen kan de psychiater ontlast worden. Kijken wat de cliënt zelf wil, niet standaardbehandelingen uitvoeren; die zijn duurder en vaak minder effectief. Avondspreekuur instellen. Intake verbeteren: intake laten doen door iemand die ervaren is en direct door kan verwijzen naar wat nodig is. Meer tijd uittrekken om echt te kijken wat er speelt. Ook de voorgeschiedenis binnen de zorgbranche meenemen. Verwijzing en intake versnellen: snelle diagnostiek en eerste behandelcontact. Door meteen aan te melden op de geïndiceerde afdeling en daar meteen intake aanbieden die binnen twee weken plaats vind. Op tijd doorverwijzen, niet een huisarts eerst zelf laten dokteren. 16 19
De bekostiging zó regelen dat er minder instellingen/hulpverleners aan kunnen verdienen (mensen worden soms lang in de eerste lijn behandeld worden terwijl ze soms beter gebaat zijn bij een snellere verwijzing of een andere behandelvorm). Minder lang afwachten en effectiever behandelen bij 'binnenkomst'. Vlugger begeleiden, niet wachten tot het fout gaat: anders is de schade (bij kind en omgeving) gigantisch. Heldere toegankelijke sociale kaart. Wie kan waarbij het beste helpen en vanuit welke methodiek? Visie en informatie over wat wanneer en onder welke voorwaarden door wie vergoed wordt, verbetert de effectieve keuze voor zowel hulpverleners als cliënten en naasten. Bij jongeren in de Jeugdzorg direct onderzoeken of het psychiatrische problematiek of gedragsproblematiek betreft. Bij het afsluiten van contracten met zorgverzekeraar afspraken maken over doorstroomsnelheid. Efficiëntie belonen, traagheid ontmoedigen. Als er een wachtlijst is: vervangende mogelijkheid tot opbouw dagstructuur, dagbesteding in woonomgeving aanbieden. Oplossing is PGB zodat men zelf waar dan ook zorg kan inkopen. Het aantal zorglijnen binnen de ggz is te beperkt. Als je niet ‘past’ binnen die zorglijn, word je van kastje etc. gestuurd, of naar de grootste regionale zorgaanbieder verwezen. Meer mogelijkheden voor de thuiszorg om ondersteuning te bieden met andere middelen dan nu ingezet worden. Juiste aanspreekpunt/contactpersoon: minder gesprekken met verschillende personen. Vertrouwensband is belangrijk dus indien mogelijk zoveel en zo vaak dezelfde arts/begeleider. Wijk- en buurtgericht werken, huisarts is de schakel met daaromheen een gezondheidscentrum met verschillende disciplines en korte lijnen. Model overnemen zoals ‘Open Dialogue’ (uit Finland) die de Stichting Soteria Nederland wil gaan toepassen. Zo nodig binnen 24 uur starten met ambulante behandeling aan huis. 8. Over- of onderbehandeling 59% vindt dat de zorgkosten oplopen omdat mensen vaak te lichte of te zware zorg krijgen. 72% geeft verbetersuggesties. Suggesties (geciteerd) om over- en onderbehandeling te voorkomen: De maatschappij is te sterk gericht op meteen een snelle en perfecte oplossing willen hebben. Maar mensen zijn geen computers die je kunt herinstalleren. Als iemand overbehandeld wordt maar deze behandeling heeft overduidelijk geen baat, is verdere diagnostiek belangrijk. Maar als iemand langzaam en vanzelf tot rust komt en daardoor verbeterd, wat is er dan erg aan als het even wat minder gaat? Psychisch en medisch moeten geen wiskunde worden. Meer alertheid en openheid in de kinder- en puberjaren zou heel wat onder-/overbehandeling kunnen schelen. Niet je ogen dicht doen en dan verwachten dat de ggz het wel opknapt. Goede diagnostiek en goed vragen wat de cliënt zelf wil. Niet iedereen wil standaard uit het boek behandeld worden, ik vind vooral creatieve therapie en PMT héél effectief en vind het sneu dat er hierop wordt bezuinigd terwijl deze therapieën méér helpen als al dat gepraat, niet bij mij maar bij veel mensen. Hele systematiek van DBC en ZZP afschaffen. De kwaliteit van de zorgverlener en opname wordt het hoogst beloond met geld zodat dit een perverse prikkel is. Niet zozeer overbehandeling, meer dat mensen binnen de ggz en MO teveel uit handen wordt genomen door niet passende kwaliteitseisen vanuit de overheid. Voorbeeld: bewoners binnen een opvang mogen niet zelf koken omdat er wordt voldaan aan HACCP-veiligheidseisen. Gevolg: kok wordt betaald om te koken, dagbesteding wordt betaald om klant dagbesteding te geven, bewoner wordt geïnvalideerd omdat hij niet mag koken. Verander bv kwaliteitseisen van voedselbereiding zodat mensen zelf de regie kunnen houden en (binnen grenzen) fouten kunnen maken. Thuiszorg via huisarts laten lopen, kleiner team bij huisarts in plaats van verschillende organisaties met managers en kantoren. Ook: betere afstemming tussen instellingen. Regelmatig met cliënt en zorgsysteem evalueren en deze bijstellen. Samen een (be)handelplan opzetten met resultaat-omschrijving; wat heb je nodig aan gevoelens, hoe te bereiken, wat daarvoor te doen? Regelmatig de zorg kritisch beoordelen op noodzaak
17 20
en resultaat. Indicaties korter afgeven voor woonzorg (bijv. maximaal 3 jaar) en dan opnieuw beoordelen. Luister naar de familie: wat vinden zij nodig, sluit aan op hun wensen en mogelijkheden, stimuleer creatieve oplossingen. Maatschappelijk probleem: men zou tot een afweging moeten komen op ernst van psychisch lijden. Dit behoort tot het mensenleven dat in de grond gekenmerkt wordt door beperkingen. Hulpverleners voorlichten over onnodige zorg (awareness). Meer verdiepen in de patiënt en zijn leefomstandigheden en niet alleen uitgaan van een beslisboom. Niet alle situaties en mensen zijn hetzelfde; ieder heeft een andere behoefte in een bepaalde situatie. Dus niet zomaar klakkeloos een behandeling volgen omdat men dat gewend is maar goed kijken naar de mogelijkheden. . Meer verpleegkundigen-niveau 5 en verpleegkundige specialisten inzetten die een spilfunctie in de wijk krijgen binnen teams met verschillende disciplines waarin ook mantelzorgers opereren. (i.p.v. niveau 3 en 2). Er is teveel aandacht voor overbehandeling. Wanneer artsen minder druk van zorgverzekeraars en de bezuinigingen voelen, zullen ze wellicht weer meer gaan doorverwijzen zonder bang te zijn op de vingers getikt te worden. Er is juist onderbehandeling door bezuinigingen. Werk preventiever en werk met zelfhulpgroepen samen. 9. De rol van familie 68% vindt dat de kans op herstel wordt versterkt én versneld wanneer familie vaker bij de zorg wordt betrokken. Heeft u voorbeelden van het benutten van de ervaring van familieleden waardoor de behandeling of opname beter verliep en/of deze kostenbesparender maakte? Men geeft ‘negatieve’ ervaringen doordat het niet gebeurt om het belang van de betrokkenheid te illustreren. Enkele positieve voorbeelden (5%): D.D. Kliniek van Dijk en Duin, CIP/Lentis in Groningen, www.blogboek.com Het methodisch betrekken van familie bij een behandeling bijv. door gebruik van de triade kaart. Toch geven velen (53%) hierbij ook ‘mitsen’ en ‘maren’ aan, zoals: Er kan niet in zijn algemeenheid gesteld worden dat de inzet van familie altijd kostenbesparend werkt. Soms kan familie worden ingezet bij oplossingen, maar dat is lang niet altijd goed of wenselijk. Vaak is de familie deel van het probleem. Maar kan eraan gewerkt worden om het weer te herstellen. Of: de familie 'pampert' vaak, dat belemmert herstel. Familie kan de basis worden van een goed functionerend maatschappelijk steunsysteem. Voorwaarde is wel dat ze daarin begeleid worden. Grote inzet door familie heeft vaak ook negatieve bijwerkingen op andere familieleden. Er is niet altijd familie beschikbaar of familie die wil of kan komen. Familie moet er eigenlijk wel meer bij betrokken worden, maar niet elke patiënt wil dit (wellicht juist door zijn/haar ziektebeeld of bepaalde ervaringen). Bovendien bestaat juist de kans op meer kosten omdat familieleden het niet altijd aankunnen. Bijv. de familie heeft zelf ook gezondheids- of psychische/psychosociale problematiek waardoor situatie problematischer wordt. Daardoor hebben ook zij uiteindelijk behoefte aan (bijvoorbeeld psychologische) ondersteuning. Altijd een goede heteroanamnese afnemen bij familieleden. Dat voorkomt frustratie bij alle partijen en maak behandeling doelgerichter en doeltreffender. Dus: eerst goed kijken of de familie behulpzaam kan zijn. Mantelzorgers moeten betrokken worden bij de behandeling van naasten voor wie zij zorgen. Maar met name mantelzorgers in de ggz is de zwaarst belaste groep van mantelzorgers, zo blijkt uit onderzoek. Om hen nóg zwaarder te belasten is eigenlijk niet te doen. Het herstel is relatief in de ggz.
18 21
Wanneer cliënten in het kader van recht op privacy het contact tussen hulpverleners en familie/ouders blokkeren, is het van belang dat de hulpverleners professioneel beoordelen of dit een adequate behandeling blokkeert. De familie ‘buiten spel’ zetten kan leiden tot langdurige onnodige behandeling. 10. Eigen regie en verantwoordelijkheid 64% vindt dat behandeling en/of opname korter kunnen duren als cliënten zelf hun behandeling sturen, onder voorwaarde dat zij de risico's kennen. Evenzoveel mensen geven een toelichting. Ook geeft men voorbeelden van eigen regie waardoor het (gewenste of beoogde) resultaat van de behandeling of opname sneller werd bereikt (11%). Cliënt werd serieus genomen naar eigen idee, er werd naar de cliënt geluisterd, individuele rehabilitatie benadering (IRB). Goed opgezette projecten met ervaringsdeskundigen die anderen helpen laten regelmatig goede resultaten zien. Door bij patiënten met een opiaatverslaving goede voorlichting te geven over de voor- en nadelen van methadon. Acties die in overleg met het Centrum Integrale Psychiatrie zijn opgezet. Jongeren die stoppen met drugs omdat er een beroep wordt gedaan op hun eigen regie door middel van het inzetten van een EKC. Werken met IDDT waarbij de cliënt zoveel mogelijk wordt betrokken en gevraagd wordt mee te denken. Verder geeft men geen voorbeelden waarbij de eigen regie leidde tot sneller behandeling/opname. Hier ook juist weer negatieve voorbeelden, waar het niet goed gaat. De voorstanders van deze gedachtegang: Het aanspreken van cliënten op eigen verantwoordelijkheid is goed inzichtgevend voor het proces van de cliënt zelf. Eigen verantwoordelijkheid nemen, stimuleert herstel. Belangrijk is dat patiënten goed geïnformeerd worden en dat ze uitgenodigd worden om mee te denken over wat goede oplossingen zouden kunnen zijn. Patiënten moeten geïnformeerd worden over de risico's. Patiënten moeten bij uitzonderingssituaties (gedwongen opname) instemmen met de behandeling en geïnformeerd worden over de risico’s. Het is vaak wel goed voor therapietrouw/motivatie/kans van slagen dat de patiënt zelf mee kan denken in wat hij/zij denkt nodig te hebben en dat de arts uitlegt wat de mogelijkheden zijn en wat de arts adviseert en dat er op die manier een behandelplan gemaakt wordt. Van wat ik gezien heb binnen de zorg is dat ook in de praktijk de gang van zaken. Bij adolescenten is nog vaak zoveel onderzoek nodig om tot juiste diagnostiek te komen. Indien mensen actief meedenken is dat welkom. Maar regie overnemen lijkt een lastige zaak worden. Dat duurt vaak jaren voordat iemand dit kan. De behandelaar moet luisteren naar zijn/haar cliënt! Luisteren in de zin van: wat wil hij/zij van de behandelaar, wat verwacht hij/zij v. d. behandeling, wat is zijn/haar ‘toekomstbeeld’. Niet pushen, cliënt moet eigen tempo bepalen. Men vindt wel dat de cliënt de risico's goed moet kennen, en dat bijv. niet ineens die risico's anders benoemd moeten worden zodra de cliënt stabiel is. Dus goed de risico’s kennen is een voorwaarde. Het tweede wat nodig is, is zelfinzicht. Dit kan niet meteen komen. Iemand heeft bijv. een noodplan gemaakt, met hulp van de SPV-er. Dit is meerdere malen opnieuw gemaakt en verfijnd. Dit heeft er voor gezorgd dat mijn manieën minder scherp en diep geworden zijn (is nu meer hypomaan). Ik heb de laatste keer zelf de SPV-er gekozen. Zij een hele goede keuze, omdat ze scherp doorvraagt tot we het allebei begrijpen. Tegenstanders (12%) van de stelling Er zijn mensen die dit onzin vinden. Het doel is duidelijk dat genezing te lang duurt, niet omdat het te lang duurt, maar omdat het te duur is. Je kunt van een kleuter ook geen hoge CITOscore verwachten! Alsof mensen met een rotverleden meteen de omvang en het effect van hun problemen kunnen uitleggen bij een intake. 19 22
Sommige cliënten en hebben een behoorlijke zelfkennis en weten waartoe ze in staat zijn om de behandeling sneller te laten verlopen. Maar: DE patiënt heeft vaak geen inzicht in zijn herstel. Patiënten zijn mensen die ziek zijn. Over het algemeen zijn deze mensen minder in staat om een consumentenrol goed te benutten. Dit gebeurt daarom in de praktijk ook. Patiënten zijn echter zorg/hulpbehoevende mensen en zijn daarom vaak niet in staat om een sterke consumentenrol te spelen, omdat de expertise toch echt bij de behandelaren ligt. Cliënten die geen regie kúnnen nemen, zouden moeten kunnen vertrouwen op de juiste behandeling. Wel in samenspraak; aansturen op eigen regie, autonomie en eigen verhaal teneinde de vicieuze cirkel (die een psychiatrische behandeling snel wordt) te voorkomen. 11. Effectiviteit 80% vindt het een ‘must’ dat aan cliënten wordt gevraagd wat zij vinden van de kwaliteit van de zorg tijdens het hulpverleningsproces. 11% noemt voorbeelden van kwaliteitsmeting tijdens de behandeling of opname waardoor het hulpverleningsproces verbeterde. 13% geeft voorbeelden van kwaliteitsmeting tijdens de behandeling of opname waardoor het hulpverleningsproces verbeterde: ROM wordt veel genoemd. ROPI onderzoek. Een onderzoekscommissie over een slecht functionerende medewerker. Onze organisatie heeft een jaarlijks kwaliteitssysteem ontwikkeld waarbij de cliënt centraal staat en niet de administratie. NSM-meting, Mansa-vragenlijst, Ned. Empowerment Vragenlijst (NEL), ICQ, GAT-scores over populatie. Kritische kanttekeningen over kwaliteitsmeting (zowel door voor- als tegenstanders): Als het duidelijk is voordat de zorg start, dat er achteraf wordt gevraagd naar inspraak van de cliënt, bejegening, en effect van de hulpverlening, wordt de zorg vaak al bewuster ingezet, en daarmee ook effectiever. Een cliënt die voelt zich gehoord, en wil sneller mee werken aan het zorgproces. Maar dan echt aan de patiënt en de familie vragen. NIET een meetinstrument gebruiken waarin gevraagd wordt wat de zorgverzekeraar belangrijk vindt. En echt wat doen met de uitkomsten. Cliënten gaan meer nadenken over waar ze staan in de maatschappij en waar ze nog aan willen werken en wat geen prioriteit heeft. Ook acceptatie van beperkingen kan hieruit de aandacht van de cliënt krijgen. Wat echter niet gemeten wordt is wat hulpverleners doen (of juist nalaten). Check zou moeten zijn of cliënt krijgt wat hij nodig heeft. Dit gebeurt nu ambulant wel en dat maakt behandeling veel effectiever. Output moet m.i. zijn: thuis handvatten hebben om moeilijke episodes te keren. En om goede (empowerment) te bevorderen, herhaalbaar te maken. Alleen om te bepalen of de behandeldoelen zijn bereikt en hoe de cliënt deze heeft ervaren. Tegenstanders (5%): Geen mens is hetzelfde en aan de uitkomst kun je daarom niet per se zien of de behandeling goed was. Kwaliteitsmetingen op basis van uitkomstmaten zijn daarom lastig en potentieel misleidend. Men denkt niet dat patiënten over de inhoud van de zorg goed kunnen oordelen. Doordat de inhoudelijke kennis bij de behandelaren zelf ligt, kun je als niet-medisch geschoolde weinig inzicht krijgen over de inhoudelijke goede zorg. Natuurlijk zijn er wel andere factoren die wel gemeten kunnen worden, zoals communicatie, duur van wachtlijsten en patiëntvriendelijkheid. Daarvan zou het zeker goed zijn om de cliënten om hun mening te vragen. Wat is kwaliteit? Is dat een kwalitatief goede staf en afdeling waar ik ook kan stagneren of is dat dus niet mogelijk? Hoe meet je dat? Wat zegt het? Onzinnig. Hooguit kwaliteit of je veilig
20 23
bent (van medepatiënten en/of machtsmisbruik) en lijfelijk goede omstandigheden (hygiëne/voeding) maar meer ook niet. Men voelt zich gedwongen tests in te vullen met antwoorden die al voorgeformuleerd zijn. Ik vind dit dus niet objectief. Staat ter discussie bij mensen met psychische aandoeningen: iemand met angstklachten zal zijn behandeling mogelijk niet plezierig vinden doch wel baat en kwaliteit ervaren maar pas veel later. Dat vertroebelt dan een meting. Bijv. bij het afsluiten van een behandeling voor borderline zal de cliënt een slechte meting invullen omdat hij bang is voor verlating. De kwaliteit bij afsluiting zal geen hoge waardering krijgen, terwijl de behandeling wel succesvol kan zijn. Men ‘wantrouwt’ deze metingen, omdat ze vaak voor de zorgverzekeringen zijn bedoeld en gericht zijn op beheersbaarheid. De 'metingen' die thans plaatsvinden zijn te veel gericht op korte termijn effect=goedkoop. Maar dit is uiteindelijk duurkoop door recidive. Men zou moeten kijken of het met de patiënt duurzamer beter gaat per behandeling. Het moet geen ‘must’ zijn, want verplichte enquêtes kosten geld om uit te werken en dat wil ik liever in de zorg besteed hebben. Ik vind wel dat de hulpverlener er altijd open voor moet staan. 12. Hersteloriëntatie Driekwart (75%) vindt dat zorg (behandeling, begeleiding en opname) in de ggz altijd gericht moet zijn op herstel zodat cliënten (weer) op hun eigen wijze kunnen meedoen in de samenleving. 12% vindt dat niet. 17% geeft voorbeelden: Individuele Rehabilitatie Benadering. Inzetten van ervaringsdeskundigen. Een menselijk benadering en door niet alleen op de specifieke psychische problematiek te richten maar ook op de bijkomende problemen (zoals: schulden, isolement, huisvesting etc.) Persoonlijk Toekomst Plan, samenwerken met familie, naastbetrokkenen, triadekaart. Meedenken of hulp op maat aanbieden, bijvoorbeeld een tijdje een PIT aan huis, daarna een coach die meekijkt naar maatschappelijke mogelijkheden. Dagbesteding zoeken op maat, die aansluit op de wens van de cliënt, ook buiten de gebaande paden en liefst in de gewone maatschappij om beter te kunnen gaan functioneren. Psycho-educatie, cliënten laten meedoen aan cursussen die gericht zijn op HEE! Vooral veel voorlichting op het niveau van de cliënt. Tips/suggesties voor herstelgericht werken Door te luisteren naar de cliënt om gericht te (helpen), verhelderen wat levensdoelen zijn voor de cliënt en wat waarde voor hem heeft, zodat dat centraal komt te staan in de hersteloriëntatie en behandeldoelen- en plan. Het is nodig dat hulp en begeleiding praktischer worden gemaakt, door programma's meer vertaalbaar te maken naar de dagelijkse praktijk. Ondersteuning bieden aan cliënt en naasten. Meehelpen zoeken naar mogelijkheden die passen bij cliënt. Al tijdens de opname aan werken. Bij opname begint de ontslagstrategie: hoe kunnen we ervoor zorgen dat de in directe woonomgeving voorwaarden worden gecreëerd die hem/haar blijvend kunnen steunen Binnen een week contact met de oorspronkelijke werkgever. Eén uurtje in de week werken aan CV/ vaardigheden/ loopbaanbegeleiding, dit moet al best snel kunnen. Ontwikkelen van `vangnet`-lotgenootgroepscontacten. Maak de patiënt leidend en ondersteun hem of haar hierin, maar laat de behandelaars op hun ´handen´ gaan zitten. De patiënt zal terug de maatschappij ingaan. Wees niet betuttelend, het gaat om mensen, niet om kinderen. Boor de eigen kracht aan. Laat iemand zo lang mogelijk thuis (eventueel begeleid) wonen. Zorg voor ambulante ggz-teams (F)ACT. Het is wenselijk een maatschappelijke discussie te starten over de economisering van onze samenleving waarin de mens steeds minder collectiviteit ervaart en steeds meer eenzaamheid. We mogen dit vraagstuk niet overlaten aan behandelaars en instellingen. Het wil niet zeggen dat er in een andere maatschappij geen psychiatrische stoornissen 21 24
worden geconstateerd. Maar we zullen op z´n minst met z´n allen stil moeten gaan staan hoe we onze maatschappij hebben ingericht in de breedste zin van het woord en hoe het komt dat de ggz-cijfers omhoog vliegen. Kritische kanttekeningen: Hersteloriëntatie beklijft niet altijd, omdat cliënten het toch zelf moeten doen. Het is de harde realiteit dat de aandoening niet overgaat maar de zorg wel eindigt. Dat is bitter. Zeker als men weet dat dit in andere landen wel kan, op maat begeleiding-op-afstand. Bij ontslag uit instelling moeten er woningen en een follow-up traject beschikbaar zijn. Ook in verband met banen zodat zij niet tussen wal en schip raken. Daarbij is ook genoemd: communicatie tussen instellingen (geen 'pakketjes' overdragen). Niet uit het oog verliezen dat cliënten (soms blijvend) niet kunnen voldoen aan de mogelijkheden die de maatschappij biedt of wenselijk acht. Er zou dus meer ‘mogelijk’ moeten zijn, ook voor de mensen die niet aan dit plaatje kunnen voeldoen. Herstelgerichte zorg is een prachtige term, maar zolang de maatschappij afwijkend gedrag niet accepteert en (ex) cliënten uitstoot zal er voor een bepaalde groep toch altijd een ondersteuning nodig blijven. Waarschuwing: ook al is herstel (meedoen in maatschappij) niet mogelijk, dan blijft behandeling/begeleiding toch van levensbelang. Om nog verder afglijden of crisis te voorkómen. Indien herstel niet mogelijk is, dan zoeken naar beste individuele oplossing. Herstel betekent dan omgaan met beperking, belastbaarheid en aan te gane belasting. Empowerment. 13. Vangnet 38% vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn voor cliënten met een chronische maar stabiele psychische aandoening om een beroep te doen op adequate zorg in het geval er een terugval is. 35% vindt dat niet. Knelpunten Men signaleert knelpunten in de maatschappelijke vangnetten: Tekort aan crisisbedden. Er zijn onvoldoende mogelijkheid om mensen direct kort op te nemen. Men moet te vaak 'nee' verkopen omdat de afdelingen vol zijn. Cliënten lopen dan onnodig lang door, waardoor de situatie kan verslechteren. Alternatieven bij crisis. Bijv. In crisissituaties wordt er door gebrek aan beddencapaciteit geprobeerd om cliënten bij vrienden onder te brengen, terwijl deze geen hulpverlenersrol willen of kunnen aannemen. De zorg die nodig is, hoeft niet per se een opname te zijn, maar een gesprek of bezoek van de crisisdienst of SPV kan een prima begin zijn. Niet nabij en niet passend. Men moet nu bijv. eerst de spoedeisendehulp bellen, dan ver rijden om vervolgens met een vreemde persoon te praten die het zelf anders inschat dan de situatie is. 14. Preventie (voorkomen van erger) 46% vindt dat er onvoldoende preventieve middelen inzetbaar zijn voor mensen of gezinnen waar beginnende psychische klachten zijn ter voorkoming van klachtentoename of escalatie. Mensen zijn ervan overtuigd dat (betere) preventie veel leed kan voorkomen en goedkoper is dan curatieve zorg. 15% geeft voorbeelden van preventie die in de behoefte voorzien. Als meest belangrijke voorwaarde geven mensen aan dat de zorg zich niet alleen op de psychische aandoening moet concentreren maar ook op maatschappelijk en sociaal herstel. Dat is zuiniger en werpt op de lange termijn vruchten af. De zorg moet mensen ook leren leven met de gevolgen van dit 'extra' trauma en voldoende handvatten bieden aan de cliënt en diens omgeving. Men geeft de volgende suggesties om de zorg bij crisis of terugval beter en zuiniger te organiseren: Betere nazorg. Na de intramurale behandeling en opname bijv. korte tijd méér woonbegeleiding bieden in de eigen situatie en een casemanager aanstellen om opname te voorkomen. FACT inzetten. Assertive Community Treatment (FACT) aanbieden. 22 25
Bed-op-recept. Noodplannen welke meer passend zijn bij de cliënt en die flexibeler zijn in zorg. Voorbeeld als een patiënt hervalt in alcoholmisbruik mag hij geen gebruik meer maken van zijn bed-op-recept. Crisiskaart. Vaker crisis(preventie)plannen opstellen samen met cliënten en naasten die het vertrouwen genieten; alleen het bestaan ervan werkt al preventief. Tussenopvang regelen. Naast crisisopvang zijn er nu niet veel andere opties voor cliënten. Hier en daar zijn initiatieven voor zogenoemde 'rustplekken', vaak met ondersteuning van ervaringsdeskundigen. Dat zijn goedkopere en vaak ook betere oplossingen om crisisopname te voorkomen. Deze plekken kunnen ook worden ingezet om weer terug te gaan richting maatschappij vanuit de crisisopname. Alternatieve opvanglocaties. Meer andere organisaties met crisisbedden dan alleen de grote instellingen. Het moet mogelijk zijn om een veilige omgeving op andere manier dan gehospitaliseerd op te zetten en te vergoeden. Bijv. standaard opvanglocaties. Laagdrempelige faciliteiten. Meer logeermogelijkheden (time-out) als het even thuis niet gaat. Continuïteit in de begeleiding. Door de inzet van deeltijdbehandeling en ambulante zorgvormen zodat terugval voorkomen kan worden met maatregelen en interventies die stabiliteit bevorderen. Bijv. continuïteit in contact regelen, zodat de lijnen korter kunnen zijn bij opname en het niet zover uit de hand hoeft te lopen. Outreachende preventie. Maak hulp in een preventief kader of vroege fase van terugval/crisisontwikkeling, bereikbaar en (financieel) haalbaar, zodat (hogere) kosten door langdurige/gedwongen opname worden teruggedrongen. Specifiek het preventief werken in de thuissituatie wordt genoemd, inclusief voorlichting geven. Effectiviteit van crisisopvang. Maak bijv. crisisondersteuning minder omslachtig, dat voorkomt vaak escalatie. Betrek het hele gezin erbij, zeker in geval van jongeren. Houd nauw contact met eerder betrokken hulpverlening. Zorg aan huis beschikbaar houden. Bijv. patiënten met chronische problematiek worden vaak uitgeschreven omdat ze te weinig contacten hebben als ze in een goede en stabiele periode zijn. Terug aanmelden duurt dan te lang en de achteruitgang van de patiënt is daardoor onnodig groot. Maak het mogelijk dat patiënten tijdens een goede fase maar twee keer per jaar contact hebben. Laagdrempelige oplossingen. Bijv. wanneer er een bepaalde tijd geen contact meer is geweest, af en toe leun en steuncontacten in te voeren waardoor de cliënt gevolgd blijft en eventuele hulp weer sneller ingezet kan worden. Met een tijdelijk gesprekje empathisch te luisteren met de daarbij behorende kennis en niet alsmaar medicijnen geven. Ervaringsdeskundigheid van naastbetrokkenen beter benutten. Eerstelijn versterken, zodat snelle interventie mogelijk is als dat nodig is. De huisarts kan hier een regierol vervullen, samen met een ggz-medewerker. Voorbeelden van preventie die in de behoefte voorzien: Basispakket uitbreiden. Bijv. de relatie- en gezinstherapie en de behandeling van aanpassingsstoornissen weer vergoeden. Psycho-educatie. Trainingen gericht op het omgaan met stress en spanningen zoals Grip op je dip, Rots en water, voorlichtingsavonden, trainingen mindfulness. VIP teams Training van cognitieve vaardigheden op de basisscholen gericht op weerbaarheid, zoals Marietje Kessel projecten etc. Internettherapie. Men vindt dit nuttig voor het omgaan met vraagstukken, het leren wat te doen of denken, maar ook voor het 'sec' herkennen van ernstiger symptomen. Men vindt ook dat e-mental-health beter bekend gemaakt moet worden. En uitgebreid: niet alleen voor depressieve, ook voor psychotische aandoeningen kan het een waardevolle aanvulling zijn. Bariatrie, gezinsbehandeling, specialistenteams die klacht- en behandelingsgerichte nazorg bieden. Libermann training, overweginggroep. PE cursussen, ondersteuning gezin of partner. Netwerkondersteuning bij vragen of twijfels, door coaching of counseling in de thuissituatie. Aandacht voor jeugd. Vooral ook zorg voor het gezin in de buurt realiseren; inspelen op jeugd ggz en niet meteen medicaliseren, maar eerder signaleren en aandacht geven. Risicojongeren hebben alleen al baat bij langdurig één-op-één-contact. Maatschappelijk werker weer terug in de wijk. Ervaringsdeskundigen & Lotgenotencontactgroepen. 23 26
Bezig blijven in projecten waar een zinvolle invulling van de dag en sociaal contact mogelijk zijn. Dit voorkomt psychische terugval en eenzaamheid. 15. Zelfmanagement 77% vindt dat cliënten het beste (zo lang mogelijk) in hun eigen (woon)omgeving kunnen blijven, mits zij de juiste methodieken hebben om adequaat met hun psychische aandoening om te gaan en mits zij weten op welk moment er professionele hulp moet worden ingeschakeld. 6% vindt dat niet. Soms is het juist beter uit de eigen omgeving te gaan. Men herstelt sneller met de intensieve zorg die bij opname wordt geboden. 13% geeft voorbeelden of methoden van zelfmanagement die het zelfhelpende vermogen van cliënten dusdanig verbeteren dat het kosten kan besparen. Het is niet eenvoudig om staande te blijven in een veeleisende samenleving. Belangrijke doelstellingen daarbij zijn dat mensen hulp kunnen en willen vragen, (leren) de eigen grenzen te bewaken en ‘nee’ durven (leren) zeggen. Hierbij wordt de opmerking gemaakt dat in situaties waar het zelfhelpende vermogen beperkt en kwetsbaar is, zelfmanagement alleen kan aanslaan bij patiënten met een helder idee over hun ziekte, ook als ze weer terugvallen. Dit is bij schizofreniepatiënten welhaast onmogelijk. Familie kan wel de helpende hand bieden, mits zij daartoe in staat zijn via informatievoorziening en ondersteuning om deze rol te kunnen vervullen. Men waarschuwt ook dat zorg dan neerkomt op overbelaste mantelzorgers. De voorbeelden die worden genoemd hebben allemaal betrekking op het bevorderen van persoonlijk inzicht en groei: Zelfhulpgroepen (DRA). IPT RIBW 12-stappen programma's zoals AA, NA, CODA, Al-Anon (naast therapie). Ervaringsdeskundigen die elkaar begrijpen. Lotgenotencontacten en het bouwen van een netwerk van vertrouwde mensen met wie intensief mailcontact opgezet is. IRB inzetten om mensen inzicht te laten krijgen in hun sterke en minder sterke kanten. Er kunnen zo vaardigheden aangeleerd worden waardoor de minder sterke kanten van iemand sterker gemaakt kunnen worden. WRAP. Deze uit Amerika overgekomen methode laat vooralsnog goede resultaten zien. Empowerment projecten om het zelfoplossend vermogen van cliënten te stimuleren. SRH-methodiek, waarbij er uitgegaan wordt van de krachten van de cliënt. Chat-contact. Met een hulpverlener via internet, mail of telefoon of regelmatige korte contactmomenten aan de hand van een in overleg met cliënt vastgestelde checklist bespreken hoe het gaat, om zo tijdig een terugval/crisis/andere hulpvraag m.b.t. de zelfredzaamheid, te signaleren en 'er te zijn' op het moment dat meer hulp noodzakelijk is. Rehabilitatie. De herstelvisie vertellen aan patiënten, herstel op de kaart zetten bij hulpverleners. Aandacht en bij de cliënt over de vloer komen. Cursus Herstellen doe je zelf. Ontmoetingsmogelijkheden in directe woonomgeving, bij voorkeur met andere wijkbewoners. Kwaliteiten aanboren i.p.v. focus leggen op de beperkingen van de stoornis. Integrale, holistische psychiatrie met aandacht voor wonen, sociale relaties, inrichting, inspannings- en ontspanningstechnieken en communicatietechnieken e.d. Camerazorg op afstand. Alternatieven. Gebruik maken van liefdevolle alternatieve methodes, zoals wandelen, sporten, mediteren, muziek, geen kosten hoeven maken om toch anderen te ontmoeten en blijven ontmoeten. Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR/MBCT) RET HEE groepen E-health via ervaringswijzers, cliëntgestuurde projecten die opgezet zijn vanuit cliëntenperspectief. Actief blijven. Bijv. op een zorgboerderij. 24 27
16. Initiatieven voor ‘gepast gebruik’ 59% vindt dat cliënten zelf veel kunnen doen om ‘gepast gebruik’ van de zorg te verbeteren. 8% geeft voorbeelden waarbij cliënten, familie, behandelaars, instellingen of zorgverzekeringen gepast gebruik stimuleren en waarmee kosten zijn bespaard. Voorbeelden: Het PGB wordt hier vaak genoemd. Mensen geven aan dat zij hierdoor kosten besparen. Bijv. ouders die aangeven dat zij de kosten van een gesloten opname besparen door hun zoon thuis te laten behandelen, nadat de instelling had aangegeven dit niet te kunnen doen voor dit bedrag. SMS-alert (of mail) sturen om mensen aan de afspraak te herinneren; dit voorkomt no-show. Downgraden. Mensen die nu van een FACT- team zorg ontvangen, maar met wie het eigenlijk goed gaat, voorstellen om bijvoorbeeld alleen nog poliklinisch een psychiater te bezoeken. FACT Centra in combinatie met FACT- teams leiden tot kortere opnames. Kostenbewustwording. Ik denk dat mensen te veel van zorg gebruik maken. Als een incentive voor gepast gebruik is als cliënten zélf voelen dat ze er zuinig mee om moeten gaan. Informed consent standaard invoeren. Dan kunnen cliënten echt kiezen, zijn ze niet meer aan de zorg overgeleverd waar de hulpverlening onbeperkt beschikbaar is. Cliënten moeten zich minder laten 'pamperen'. Zorg-/behandelplannen hanteren. Door middel van een goed behandelplan kan al worden vastgesteld hoe lang de zorg gaat duren, door evaluaties kan bekeken worden of het doel eerder behaald is, of dat het nog iets langer gaat duren dan gedacht. EKC. Zorg tijdig afsluiten. Wanneer de hulpverlener merkt dat het duidelijk beter gaat met de cliënt, kan hij voorstellen dat de cliënt het weer zelf gaat proberen. Aangepast werk als therapie, naar vermogen vooral maatschappelijk actief blijven. Het dossier kan voor de zekerheid nog een aantal weken open blijven zodat de cliënt nog de mogelijkheid heeft een nieuwe afspraak te maken. Maakt de cliënt geen afspraak meer, dan kan het dossier na een bepaalde termijn gesloten worden. Psycho-educatie en de cliënt stimuleren uit te proberen wat goed/beter bij hem of haar past. Lichtere problemen in de eerstelijn behandelen.
Opvallend zijn ook de voorbeelden van mensen die zelf, tevergeefs, om minder zorg vragen: Zelfbewustzijn. Mensen die aangeven wat zij precies nodig hebben. Bijv. iemand geeft aan dat dit haar niet in dank werd afgenomen en dat veel professionals wilden doorbehandelen. Coaching zoeken. Bijv. iemand die zelf een coach zocht en betaalde die de rol van behandelaar op zich nam. Zij had vooral behoefte aan een echt luisterend oor in plaats van hulpverleners. Dagbehandeling. Door toepassing van dagbehandeling werd intensievere begeleiding voorkomen, door de krachten van de thuissituatie en de kracht van het individu centraal te stellen. Gezonde omgeving. Voorbeeld van een antroposofische instelling die medicatie zoveel mogelijk vermeed, mensen fysieke arbeid in gezonde omgeving liet verrichten waardoor niet alleen aan psychische gezondheid werd gewerkt en cliënten gezond te eten kregen. Bij ontslag hoefden de cliënten niet (ook) nog af te kicken van medicatie, hadden een goede fysieke conditie en een gezond leefpatroon. Bovendien werd creativiteit gestimuleerd zodat men ook beter met vrije tijd om kon gaan. 17. Overige suggesties 44% vindt dat organisaties in de ggz meer mensen helpen voor hetzelfde geld en met hetzelfde resultaat. 18% geeft aan op welke manier er kosten in de gezondheidszorg kunnen worden gespaard. De suggesties en aanbevelingen zijn gerubriceerd in een aantal thema’s.
25 28
Bekostiging en kostenbewustzijn DBC-registratie gekoppeld aan betalen in staffels loslaten en per gesprek betalen zoals voorheen. Bijv. psychotherapeuten zijn minimaal 20% meer gaan verdienen vanwege deze vorm van bekostiging gekoppeld aan DBC’s, dus dat levert evenzoveel besparing op binnen de specialistische ggz. Marktwerking in combinatie met DBC systeem. Elke organisatie wil zo sterk mogelijk op de markt komen, daarom toelating aan strengere normen binden. DBC-systeem herzien. Biedt bv. in de eerstelijns-ggz 10 sessies in plaats van 5. Dat voorkomt dat mensen in de duurdere tweede lijn behandeld worden. Vervolgens mag een DBC bijv. alleen maar gebruikt worden voor meer dan 10 sessies. Dat zou veel geld besparen. Overbodige kosten zitten in het financieren van systemen die controle beogen op de geldstroom. De winst terughalen bij zorgverzekeraars. Het kan niet zo zijn dat in de zorg bespaard moet worden en dat zorgverzekeraars een winst van 1.4 miljard euro maken. Hier kan dus bespaard worden. Eigen bijdrage vs. geen financiële drempels voor cliënten. Hoe meer mensen in een vroeg stadium goede hulp kunnen krijgen, hoe meer mensen uiteindelijk aan hun maatschappelijke 'plicht' kunnen voldoen en een bijdrage kunnen leveren aan onze samenleving. Wegnemen van de drempel om een hulpvraag te stellen door geen eigen bijdrage meer te vragen. Meer begeleiding in de post-behandelfase bieden. Vermindering van administratieve lasten (deze zijn alleen maar toegenomen in de afgelopen jaren). Dit biedt meer ruimte en tijd om het vakmanschap van professionals te optimaliseren. Minder organisatielagen in instellingen door cliënten en zorgverzekeraars etc. er bewust van te maken hoeveel geld dit kost en hoe ze na kunnen gaan hoe het bij hun zorgverleners geregeld is. Het PGB een nieuwe/betere kans geven, vooral voor mensen die daarmee in staat zijn om familieleden zelf te verzorgen in plaats van uit huis te plaatsen. Bijv. bij langdurige zorg als al gebleken is dat het hoe dan ook veel gaat kosten. Pleidooi voor afschaffen van ZZP’s. Het is juist de individualisering door de indicaties waardoor de AWBZ onbetaalbaar is geworden. AWBZ-geld is collectief geld wat ook collectief ingezet moet worden. Wanneer organisaties weer gewoon een x bedrag voor een x aantal cliënten krijgen, zal de zorg betaalbaar kunnen blijven. Regelgeving eenvoudiger maken en minder lagen bij de financiering betrekken. Er zijn nu teveel beleidsregels en instanties vanuit de overheid die zich bezighouden met de zorg. Onnodig behandelen Melden van misstanden. Biedt de mogelijkheid dat (veel) goede gemotiveerde hulpverleners onwenselijk gedrag of fouten van collega’s ‘blamefree’ kunnen melden en bespreken, zodat tijdig correctie mogelijk is. Bijv. ook als het gaat om een kleine groep die de eigen zakken wil vullen. Dit is lastig binnen maatschappen, gezien de (financiële en relationele) consequenties, maar toch… Werkklimaat Mensen vinden dat binnen de beroepsgroep mogelijkheden liggen om de zorg om op inhoud beter/efficiënter te maken en daarmee ook goedkoper. Er worden wel ideeën aangedragen om de hulpverleners in hun werk te verrijken: Mindfulness voor medewerkers in de lunchpauze. Dit project loopt in een psychiatrisch verpleeghuis en wordt mogelijk verbreed naar andere ggz-instellingen. De toename van het welzijn van de medewerkers wordt met onderzoek bewezen. Daarna wordt dit ingezet voor PR en wordt het concept verkocht aan ziekenhuizen, scholen en bedrijven. Inspraak. Alle medewerkers worden uitgenodigd om na te denken over wat zij zelf kunnen bijdragen aan het welzijn van medewerkers en patiënten en middelen daartoe worden tot beschikking gesteld. Terugdringen tijdverspilling door gerichter e-mail gebruik. Gebruiksregels voor effectief e-mail verkeer en gerichte keuze voor face-to-face-overleg over de inhoudelijke zaken. Sociale kaart & smoelenboek. Elke medewerker krijgt een A4 met de sociale kaart van zijn partners met de verwijsindicatie en contactmogelijkheid, naast een smoelenboek van alle medewerkers. Beweging. De instelling geeft medewerkers de ruimte om rondom werktijd te bewegen. 26 29
Gezond eten. De instelling geeft medewerkers de mogelijkheid om gezonder te eten, onder andere door eten aan te bieden die uit een door patiënten beheerde moestuin komt. Creatieve ontspanningsruimte. De instelling maakt een gezamenlijke creatieve ruimte waar alle medewerkers altijd welkom zijn om te genieten, op te laden en goede ideeën te krijgen. Deze ruimte wordt door de medewerkers zelf vormgegeven en de patiënten worden daarin betrokken. Gebouwenoptimalisatie. Optimaliseren van de gebouwen van de instelling aan de hand van de laatste inzichten over de invloed van gebouwen op het welzijn van medewerkers en patiënten. Dat optimaliseren wordt vervolgens zoveel mogelijk door de medewerkers en patiënten zelf gedaan. Subsidies binnenhalen voor innovatie in de zorg. Kwaliteit van zorg CCE consultatie. In geval van complexe zorgvragen een CCE behandeltraject starten. Behandeling monitoren. Controle op het effect van ingezette behandeling (te beginnen kort na de behandeling), nulmetingen en ook het effect van medicatie te kunnen monitoren. Dit impliceert ook de bereidheid om te zoeken naar andere mogelijkheden als de eigen instelling niet de juiste behandeling kan geven. Zelfredzaamheid bevorderen. Kwaliteit van zorg mag niet ten koste gaan van eigen regie en ontwikkeling/behoud van vaardigheden. Bijv. cliënten in intramurale voorziening mogen niet zelf hun maaltijden bereiden, vanwege hygiëneregels. Dat leidt tot verlies van zelfredzaamheid. Daarom zouden kwaliteitscriteria (een goede maaltijd) moeten worden afgewogen of ze niet contraproductief zijn op een ander kwaliteitscriterium (eigen regie en vaardigheden vergroten). Ditzelfde geldt voor het schoonmaken van woonvoorzieningen, voor de administratie etc. Hier is een wereld te winnen van kosten, kwaliteit en zelfwaardering. Integrale aanpak van problemen van een cliënt. Een pleidooi om cliënten niet op te delen in een psychisch stuk, een somatisch stuik en een uitkerings-/werkstuk. Mensen leven hun leven als een geheel; niet in de hokjes. Dit maakt het nodig dat ggz-instellingen de muren verwijden en verwijderen, meer samenwerken met anderen gericht op de hele persoon. Meer controle op zorgtrajecten, hoe lang deze duren en welke acties genomen zijn. Voorkeur voor externe controleurs. Zachte zorg. Naast de aandacht voor wetenschappelijkheid en harde feiten aandacht is voor de zorgkant van de zorg (de zachte kant). Niet de technische zorg maar het werkelijk verplegen in de zin van de alledaagse dingen zo goed mogelijk doen. De zorg zó mogen uitvoeren dat een patiënt, hulpvrager, cliënt op dat moment zo goed mogelijk in zijn vel komt te zitten. Mensvisie in zorgorganisaties Samenredzaamheid als groeimodel. Werken vanuit de vraag in plaats van het antwoord en niet te snel denken dat de patiënt 'het wel niet zal kunnen'. Bijv. in de instelling (niet bij klinische zorg, wel bij bv RIBW's, GGz instellingen en MO voorzieningen) de harde scheiding opheffen tussen cliënt en professional, maar de organisatie zo inrichten dat cliënten vanuit eigen kracht, kunde en mogelijkheden, maximaal kunnen bijdragen aan de organisatie zelf en aan de hulpverlening c.q. ondersteuning aan elkaar. Mensen anders helpen; meer gericht op eigen kracht, meer op autonomie, meer zelfstandig begeleid wonen e.d. De zorg vanuit de omgeving zal belangrijk gaan worden, daarom is het zinvol om (meer) maatschappijkritisch te worden over hoe de samenleving nu is ingericht. De economisering zou wel eens tot meer in plaats van minder kosten in de gezondheidszorg kunnen leiden. Maatschappelijke voorwaarden Veilig thuis. Zorgen voor passende veilige huisvesting, geen wachtlijsten. Bijv. door het ontbreken van passende huisvesting is behandeling in een andere regio bijna onmogelijk. Vooral in het geval van huiselijk geweld, systeemproblematiek, etc. Normaal leven laten doorgaan. De zorg zo inrichten dat deelname aan de maatschappij, zoals werk, vrijwilligerswerk, hobby's, zoveel mogelijk door kan gaan; niet als verplichting (extra druk zal het herstelproces vertragen) maar als mogelijkheid en uitgangspunt van de behandeling; tevens deelname aan maatschappij tot aandachtspunt binnen de zorg/behandeling maken, naast de andere aandachtsgebieden. 27 30
Ambulante woonzorg biedt onvoldoende bescherming en toezicht voor cliënten met ernstige dubbel-diagnose-problematiek. Bij bijv. paranoïde schizofrenie gecombineerd met verslavingsproblematiek, kunnen risico’s van uitbuiting en misbruik niet worden beheerst. Destigmatisering. Wat vermoedelijk wel maatschappelijke, zorgeconomisch en menselijke baten heeft, is bijv. een succesvol 'antistigma' programma inzetten en zo de drempel naar geestelijke gezondheidszorg te verlagen opdat het tot meer tijdige hulp leidt en minder 'in de marge leven'. Niet bezuinigen op dagbesteding, want dagbesteding werkt preventief. Wel zou de inzet van vrijwilligers daar uitgebreid kunnen. Dit is niet alleen goed voor cliënten zelf, maar ook voor de mantelzorgers. Mensen kunnen dan thuis blijven en mantelzorgers worden ontlast en houden het langer vol. Dingen recyclen en vragen buiten de instelling om verschillende dingen gratis te kunnen bekomen, bijv. door een inzameling hiervoor op touw te zetten. Ook voor creatief gebruik door cliënten, om gezamenlijk ergens hier iets mee te doen. Alles kan bruikbaar zijn en het kan bindend werken. Versterken cliëntpositie en -bewustzijn Empowerment. Door dagbesteding, zelfhulpgroepen, samenwerken met familie (Triadekaart), vrienden, de buurt, een positieve benadering, uitgaan van herstel en opleiding familieervaringsdeskundigheid etc. Infomatie en kennis delen. Symposia e.d. niet alleen voor deskundigen, maar met en voor cliëntenvertegenwoordigers, familie-ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, pastoraal werkers etc. (voor hen gratis). Meer investeren in zelfhulpinitiatieven, zowel financieel en faciliteren (bijv. ruimte beschikbaar stellen) als op het gebied van kennis, training etc. (bevorderen ervaringsdeskundigheid). Machteloosheid versus coping. Mensen signaleren dat de maatschappij zo veeleisend is dat het voor sommigen ziekmakend is. Sommigen trekken zich de roep om efficiency persoonlijk aan. Het versterkt mensen die al zo min mogelijk zorg proberen te vragen in het idee dat zij blijkbaar een grote last voor deze maatschappij zijn. Enkele mensen laten dan ook weten dat zij niet willen meedeken over besparing. Gezondheidsbewustzijn begin(t) al op de basisschool: bij gymnastiek en 'lichamelijke opvoeding’, kinderen van kleins af aan leren hoe je met respect voor je eigen lichaam (en gezondheid) om kunt/mag/moet gaan. Kinderen zijn zeer leergierig en willen graag weten en snappen hoe hun lichaam werkt etc. 44% vindt dat Regionaliseren/opschalen Thuiszorg fuseren en bij elkaar voegen in plaats van vele verschillende aanbieders handhaven die allemaal in dezelfde wijk werken. Dit kost onnodig veel reistijd, gebouwenbeheer- en onderhoudskosten. Omdat thuiszorgpersoneel geen administratietijd meer schrijft moet dat hetzij in de eigen tijd, hetzij het gaat van de tijd van de cliënt af. Kleinschaligheid. Anderzijds wordt voor w.b. specialistische ggz ook wel aangegeven dat kleinschaliger werken zorgt voor een minder hiërarchisch systeem, meer keuzemogelijkheden voor cliënten en minder bureaucratie. Sommigen bepleiten juist een grotere toegankelijkheid voor betaalde zorg door kleinere organisaties (of ZZP-ers). Deze kunnen vaak efficiënter werken, maar worden beperkt in toegankelijkheid van de markt. Dagbesteding handhaven. Niet bezuinigen op dagbesteding, want is preventief. Wel zou de inzet van vrijwilligers daar uitgebreid kunnen. Cliëntsturing en communicatie Samen zoeken. Laat de cliënt (al dan niet in samenwerking met een hulpverlener) goed uitzoeken wat precies de problemen zijn, hoe die zijn ontstaan en wat er voor mogelijkheden zijn in de verschillende behandelingen. Dan uitzoeken wat het beste aansluit bij de cliënt, samen naar de kosten kijken en dan behandeling bieden. Medezeggenschap. Goed communiceren tussen professionals, waarbij de mening van de cliënt naar de voorgrond komt en deze zich serieus genomen voelt en er een goed zorgplan kan worden aangeboden waar de cliënt achter kan staan en dat niet op voorhand is ingevuld door professionals want dit zal het doel voorbij schieten en stelt de cliënt niet centraal. Door van goede communicatie en klantgerichtheid uit te gaan worden de lijnen korter, is de cliënt tevreden en kunnen de kosten omlaag doordat er wordt aangesloten bij de wens van de cliënt. 28 31
Versterken laagdrempelige zorg Succesen delen. Er is veel aandacht voor preventie de laatste jaren. Vooral op gebied van roken, drinken, eten en bewegen. Interessant om te onderzoeken is wat de chronisch zieken succesvol doen om zo goed mogelijk op de been te blijven. Deze informatie kan weer worden gebruikt voor preventiemaatregelen. Dan krijgen die meer praktische waarde. Farmacie Veiligheidsregels werken soms inefficiëntie in de hand. Wanneer de niet verstrekte ‘halve tabletten’ weer retour gezonden worden naar de apotheek omdat ze niet gebruikt mogen worden, zou er bijv. meer druk uitgeoefend mogen worden naar de farmaceutische industrie om die vorm te produceren. Farmaceutische industrie aanpakken. De farmaceutische industrie onder de loep te nemen en afdwingbaar te maken dat daar de prijzen van medicijnen niet kunstmatig hoog worden gehouden, concurrentie te ondermijnen en huisartsen snoepreisjes en cadeaus aan te bieden. Deze bezuinigingsmaatregel gaat niet ten koste gaat van goede zorg voor de cliënt. Pleidooi voor strenger toezicht en sancties en volledige transparantie in de farmaceutische industrie. Alternatieven. Sommigen stellen voor om de medicijnontwikkeling uit handen van winstgevende industrie te geven in onafhankelijke handen. Anderen pleiten voor een nationaal inkoopmodel als in Nieuw-Zeeland wordt gebruikt. Specifieke groepen Aandacht voor preventie bij hoogbegaafdheid. Statistisch gezien heeft 2% van de bevolking een IQ boven de 130. Bij deze groep komen relatief hoge percentage burn-out en andere psychiatrische klachten voor. Juiste diagnostiek, preventie en bekendheid bij de naastbetrokkenen heeft gunstig effect op ziekteverzuim, medische consumptie en minder werkloosheid. Onderscheid houden tussen gedrags- en psychiatrische problematiek bij jeugd. Niet alles kan met dezelfde aanpak, hetzelfde instrumentarium en door hulpverleners met dezelfde kwaliteiten worden opgepakt. Dat geldt ook voor aandoeningen met een neuro-biologische component; daarbij is inzet nodig van andere disciplines en bevoegdheden nodig. Sociale omgeving Investeren in het netwerk en ondersteunen van mantelzorgers. Ook door mensen kennis aan te reiken over hun aandoening. Investeren in buurtnetwerken, woongroepen met vrijwilligers en het opleiden van vrijwilligers. Opzetten van gespecialiseerde vrijwilligersbanken voor cliënten ggz, zodat ze zingeving en waardering kunnen krijgen.
29 32
18. In welke provincie woont u? Antwoord Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland Aantal keer beantwoord: Aantal keer overgeslagen:
Percentage totaal 4% 2% 2% 8% 2% 7% 22% 17% 7% 12% 1% 15% 98% 2%
30 33
34
> Hoofdpunten besparingen in de zorg cliënten- en familieorganisaties - B Ook de cliënten- en familieorganisaties deden mee aan de inventarisatie. Zij beantwoordden de volgende vragen over overbodige kosten in de zorg: 1. Met welke soort(en) zorg hebben de leden of achterban van uw organisatie te maken? 2. Heeft u voorbeelden van onnodige kosten in de zorg waar met name uw achterban of leden mee te maken hebben? 3. Voor welke soort zorg en/of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing? 4. Op welke manier denkt u dat er kosten in de gezondheidszorg kunnen worden bespaard? Naam van de organisatie, functionaris en werkgebied Er deden 14 organisaties mee waarvan 5 familieorganisaties, 6 cliëntenorganisaties, 1 familieraad, en 2 cliëntenraden. De vragenlijsten werden ingevuld door bestuursleden, betaalde medewerkers of vrijwilligers van de organisaties. Meer dan driekwart van de organisaties (77%) werkt regionaal; bijna een kwart (23%) werkt landelijk (waaronder een koepel van regionale cliëntenorganisaties). Antwoord Landelijk Alleen in provincie of regio, namelijk
Percentage totaal 23% 77%
1. Met welke soort(en) zorg hebben de leden of achterban van uw organisatie te maken? De leden van bijna alle organisaties hebben te maken met ggz zorg, mantelzorg en thuiszorg. Een vijfde heeft ook te maken met leden die medicijnen gebruiken. Antwoord Percentage * Verpleeg en verzorgingshuizen 7% Thuiszorg 14% Mantelzorg 36% Zorg in ziekenhuizen 7% Zorg bij de huisarts 7% GGZ zorg 86% Hulpmiddelen 7% Medicijnen 21% Vervoer 7% Fysiotherapie 7% Anders, namelijk 29% Totaal 228% *Meerdere antwoorden kunnen ingevuld worden
2. Heeft u voorbeelden van onnodige kosten in de zorg waar met name uw achterban of leden mee te maken hebben? Bijna alle organisaties (94%) noemen voorbeelden; men benoemt verschillende situaties. Reorganisaties/fusies en kosten management en personeel Bijna een vijfde (18%) geeft aan dat de kosten hoog oplopen door de vele reorganisaties en de interim managers. Soms halen instellingen hun productie niet en raken ze in financiële problemen. Bijv. een instelling die bijna faillissement aanvroeg, maar door nieuwe bestuurders en Raad van Toezicht weer uit het slop is gekomen. Dit leidt ook tot verlies van goede zorg ‘op de werkvloer’. Men verwacht dat dit beeld zich voortzet, omdat het zorgkantoor ieder jaar minder geld betaalt en de personele kosten hoger worden (oudere medewerkers met veel dienstjaren). Dit moet ergens uit worden betaald; uit de ZZP budgetten?
31 35
Inzet van personeel en kwaliteit van zorg Anderzijds signaleert ook 18% dat de organisatie van de zorg leidt tot onnodige kosten. Voorbeelden worden genoemd van werkdruk, vakanties en ziekte van medewerkers waardoor de opnameperiode onnodig lang duurt. Daarnaast wordt zorg in natura vanuit de instelling vaak geboden op tijden dat het niet nodig is en niet op tijden dat het wél nodig is. Een ander voorbeeld betreft ernstig zieke patiënten (schizofrenie) die met een RM (rechterlijke machtiging) of IBS opgenomen zijn, ontsnappen uit een gesloten afdeling, omdat het toezicht daar niet goed geregeld is. Dit vraagt extra inzet van politie en justitie (bv verbod om in de straat van ouders te komen). Weer anderen melden dat verplegend personeel veel van hun werktijd op kantoor doorbrengt om administratie te doen. Men ziet een oorzaak in het feit dat zaken/beslissingen langs teveel kanalen moeten (verwijzing, goedkeuring. rapportage, overleg etc.) waardoor medewerkers minder tijd hebben voor de cliënten. De begeleiding en ondersteuning zijn daardoor onder de maat en dit werkt weer kosten verhogend omdat dan weer zwaardere zorg ingezet moet worden. Ontbreken van laagdrempelige voorzieningen Door het wegbezuinigen van een familieorganisatie die gespreksgroepen biedt voor ouders van verslaafde kinderen, zal de druk op de ambulante hulpverlening toenemen. Juist het laagdrempelige lotgenotencontact vergroot de weerbaarheid en zorgt er preventief voor, dat ouders niet zelf in psychische nood raken. 3. Voor welk soort zorg en/of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing? Antwoord Alle zorg Thuiszorg Mantelzorg GGZ zorg Onderzoeken Medicijnen Vervoer Anders, namelijk Totaal *Meerdere antwoorden mogelijk
Percentage* 8% 8% 17% 75% 8% 8% 17% 17% 153%
4. Op welke manier denkt u dat er kosten in de gezondheidszorg kunnen worden bespaard? Men noemt verschillende manieren om kosten in de gezondheidszorg te besparen. De meeste suggesties hebben betrekking op betaling, inzet van personeel en de rol van mantelzorgers. Bekostiging en personele inzet Men stelt voor om de DBC-bekostiging anders in te richten. Hierbij worden de volgende suggesties genoemd: DBC tarieven differentiëren voor vaktherapeuten (psychomotorisch, creatief, muziek, etc.). Vaktherapie ook in basis-ggz ruim inzetten, dit zijn de betaalbare behandelaren in de ggz. Zo krijg je ruime expertise uit specialistische ggz beschikbaar in basis-ggz. De zorg laten uitvoeren door de betaalbaarste krachten. Betaling niet meer afhankelijk maken van betrokkenheid psychiaters of psychologen (verlengde arm). Kwaliteitszorg met psychiaters en psychologen in stand houden. Psychiaters alleen inzetten voor diagnose, medicatie en stabilisatie (met een maximumduur) en al het andere door andere hulpverleners laten uitvoeren. Door 3-maandelijkse meting van psychisch welzijn en bepalen of er opgeschaald (intensievere zorg) of afgeschaald kan worden (naar vaktherapeuten, naar vrijgevestigden, naar POH-ggz, naar lotgenotengroep). Hiermee evidence based informatie over zorgtrajecten creëren (in plaats van gemiddelde over groep met zelfde diagnose).
32 36
Alle specialisten in loondienst omdat maatschappen leiden tot oneigenlijke financiële belangen, afleiden van patiëntenzorg en soms leiden soms tot schadelijke ruzies tussen vennoten. Inzetten van PGB’s om afspraken te maken die nodig zijn. Momenteel worden binnen thuiszorg en ggz zorg die zorg gedeclareerd waarvoor een indicatie is; in de praktijk betekent dit dat er méér uren worden gedeclareerd dan er feitelijk worden ingezet. Wanneer de zorg meer d.m.v. PGB’s wordt verstrekt, dat bespaart dit geld, ook op het macrobudget. De kosten van een chronische opname in de ggz is vele malen hoger dan het maximale PGB. Daarbij waarschuwt men wel dat mantelzorgers niet worden overbelast en dat dit niet mogelijk is bij ernstige calamiteiten. Sociaal netwerk, familie en mantelzorg Aan het verbeteren hiervan moet worden gewerkt vanuit twee kanten: vanuit de hulpverleners en vanuit de naastbetrokkenen. Genoemd worden: Cursus Familie als bondgenoot. De instelling betrekt de familie vanaf het begin. Iedere hulpverlener/medewerker die met familie te maken krijgt, moet de Cursus Familie als Bondgenoot volgen. Door de implementatie van deze cursus in de praktijk, blijkt de verhouding tot familie te verbeteren, de familie blijkt dan graag een steentje bij te dragen en er ontstaat er een win-winsituatie. Die kan er weer toe leiden dat de opnames en behandelingen substantieel bekort gaan worden. Versterken van mantelzorg en lotgenotencontact (=zelfhulpgroep) door verzorgen van huisvesting en training van lotgenotencontact en het contact tussen mantelzorg, lotgenotengroepen en huisarts structureel inbouwen. Inzetten op preventie, empowerment en eigen regie Zorgen voor voldoende laagdrempelige voorzieningen, zoals dagactiviteiten, inloopvoorzieningen en maatjesactiviteiten. Hierbij worden goede voorbeelden benoemd die de maatschappij geld besparen; met name op de lange termijn. Deze initiatieven werken vanuit het perspectief van de maatschappij als geheel én dat van de cliënt. Deze initiatieven zijn véél goedkoper dan intramurale zorg (<11%) en kunnen aangestuurd worden door cliënten zelf, zij maken gebruik van vrijwilligers uit de samenleving (of de doelgroep) en bevorderen de maatschappelijke participatie. Initiatieven voor herstelgedachte, de cliëntregie, empowerment en emancipatie van cliënten(organisaties). Subsidiëren van gespreksgroepen voor ouders en verwanten van drugsverslaafden. Doorstroming en adequate verwijzing Mensen pleiten ervoor dat de juiste/gepaste hulp zo snel mogelijk op de juiste plek is op geleide van de hulpvraag. Te verbeteren vallen: Intake, zo snel mogelijk. Zo mogelijk verwijzen naar eerstelijnszorg. Korte wegen, eenvoudige trajecten, mensen niet onnodig laten terugkomen. Luisteren naar wat die cliënt/patiënt en omgeving zeggen. Men vindt dat veel hulpverleners dit verleerd hebben en al oplossingen bieden voordat ze geluisterd hebben. Vervoer Bij vervoer wordt gemeld dat het op tijd rijden ook kosten kan besparen. Tijdigheid zou een strenge aanbestedingseis moeten zijn. Medicijnen De aanbeveling is om kleinere verpakkingen en herhalingsrecepten automatisch te verstrekken.
33 37
38
> Citaten Ouder: ‘Niemand maakt té gemakkelijk gebruik van crisisopvang. Het is juist te omslachtig. Geloof mij, vóórdat ouders hun kind laten opnemen, ben je al naar de hel geweest en terug. Dan heeft iedereen schade opgelopen’. Over geldverspilling: ‘Er blijft veel te veel geld hangen bij topsalarissen van overbodige managers en onnodige verantwoording. Dát geld is juist nodig voor bekostiging van het primaire proces. De Balkenendenorm maar strak handhaven.’ Over personele inzet: ‘Er draaien hele afdelingen op stagiaires. Beter een paar goede duurdere krachten aannemen, daardoor kun je betere zorg bieden en kan hoeft er minder terug te worden gepakt op de professionele zorg.’ Over bekostiging. ‘Doen wat bij de hulpvraag past, lijkt niet mogelijk binnen de ggz. Alles gaat via een DBC, dat maakt ggz star en beperkt. Het geld is ‘vastgeplakt’ aan verrichtingen vanuit het klinische denken. Dat zou wat meer flexibel moeten zijn, zodat er de hulp kan komen die relevant is en de mens bekijkt vanuit het geheel.’ Over preventie: ‘De zorg is niet ingericht op preventie; er werken teveel mensen langs elkaar heen. Er zijn vaak wel preventieve middelen (terugvalpreventie) voorhanden, maar helaas worden die niet standaard ingezet. Sommige huisartsenpraktijken hebben een eigen maatschappelijk werker rondlopen die ééns per week een cliënt kan spreken. Dit voorkomt gelijk dat cliënten naar een ggz worden verwezen. Het zou goed zijn om daarop in te zetten, niet pas bij ontslag, maar van meet af aan.’ Over de kloof tussen zorg en samenleving. ‘Geen werk hebben bijvoorbeeld is de crime van deze tijd. Het is erg moeilijk om dit zomaar op te lossen. Het leven bestaat uit lege dagen en het betekent bovendien een extra stigma. Er is veel vindingrijkheid nodig om er toch bij te horen in de maatschappij.’ Irritatie over verbetervoorstellen: ‘Is het doel dat het kosten bespaart of is het doel dat iemand zichzelf helpt? Zelfmanagement is niet zwart-wit. Sommige mensen hebben dít nodig, anderen dát. Het lijkt wel te gaan om dubbele agenda's waar het belang van het individu onderaan staat of van de lijst is afgevallen. Het moet bij de cliënt passen en dat moet objectief vastgesteld worden.’ Over bekostiging: ‘Door de marktwerking in de zorg moeten hulpverleners eerst denken aan de eigen marktpo-sitie, waarbij uiteraard alles gedaan wordt aan de zorg van de patiënt. Ik denk dat de zorg daardoor duurder zal gaan worden. Een voor beeld: er zijn veel mensen die vragen om een MRI-scan. Als de arts die gewoon geeft dan hij daar meer aan verdienen dan de tijd die het kost om de patiënt uit te leggen waarom het niet nodig is. Bovendien loopt dan het spreekuur uit, de andere patiënten vinden het vervelend dat ze lang moeten wachten en de arts verdient meer met het even snel aanvragen van een MRI. En die DBC’s in de ggz werken dit soort ‘productie’ in de hand.’ Hulpverlener over gepast gebruik: ‘Geloof in de eigen kracht van de cliënt, help de hulpvraag helder en gericht te verwoorden en blijf daar dan bij. Sta wel open voor wijziging, verbreding, verandering van hulpvraag, en check dit regelmatig, maar ga niet elke keer zelf van alles signaleren en behandelen zonder dat cliënt daarom heeft gevraagd of erin gekend is. Dat is zo frustrerend; doe dat gewoon niet.’ Kostenbewustzijn: ‘Ik ben blij dat wij als professionals kritischer geworden zijn als het gaat wel of een opname. Acht jaar geleden was het: u vraagt wij draaien. Tegenwoordig wordt er veel zorgvuldiger gekeken of dat een opname ook echt de beste zorg is.’ Over efficiëntie: ‘Daar gaat het niet over. Het gaat ook niet meer om de mensen, of te kijken naar wat hen helpt; het gaat alleen om de poen. De marge van wat normaal is, is een flinterdunne lijn geworden waar je makkelijk vanaf valt en als dat gebeurt, wordt je dat persoonlijk aangerekend. Ondertussen hebben ouders geen tijd om op te voeden want het leven is zo duur dat er 80 uur per week gewerkt moet worden en iedereen wel een iPad moet hebben als ze naar Thailand gaan met de meivakantie. Dat cliënten teveel zorg vragen/krijgen is niet het probleem, maar de maatschappij wil alleen nog productie en efficiëntie in een tempo wat veel mensen niet bij kunnen houden.” Over herstelgericht werken: ‘Ik heb nu 13 jaar deze diagnose, en ik kan er aardig mee rondkomen. Ik heb het gevoel dat dat laatste wel iets sneller had kunnen gaan. Wat geholpen had, is als ik met een beter zelfbeeld uit de kliniek gekomen was. Waar ik lang mee gezeten heb, is dat ik dacht dat ik allerlei zaken niet zou kunnen, omdat ik psychiatrisch patiënt was. Ook was ik er niet mee bezig, hoe ik een leuk leven zou kunnen leiden. Ik was vnl. bezig om mijn oude verworvenheden (werk, partner, sociale relaties) terug te krijgen. Dat werkte ook niet helemaal en het duurde weer een paar jaar voor ik daar achter was. Het zijn deels problemen, die ik anders ook tegengekomen was, maar bepaalde zaken, zoals dat zelfstigma, had voorkomen kunnen worden.’ Over de kloof tussen zorg en samenleving: Laten we een ´samen´maatschappij creëren in plaats van ieder voor zich. Dat is op langere termijn veel beter, gezonder en waarschijnlijk ook één met meer respect voor elkaar.” Over kostenbewustzijn: ‘Niet door te bezuinigen op ggz. Wel door te bezuinigen op andere gebieden. Zo vind ik dat er bewust gekozen risico's een prijskaartje zit (sporten, vakanties). Er zou meer gevraagd kunnen worden aan patiënten wat deze als mogelijke behandeling ziet, mits verantwoord. Er kan bijvoorbeeld een alternatief circuit betrokken worden die minder duur is als specialistische ziekenhuiszorg.‘ Hulpverlener over bezuinigingen: ‘Ik denk dat meer transparantie in de uitkomsten van zorg van belang is Maar, zoals wij als hulpverleners veel meer in gesprek moeten gaan met de patiënten omtrent de beste zorg voor hen zo zou ik het ook graag zien dat de overheid en zorgverzekeraars met hulpverleners en zorgverleners omgaan. Nu horen we het bedrag dat bezuinigd moet worden en dat wordt vervolgens opgelegd door de overheid. Waarom niet aan de zorgverleners eerst duidelijk maken hoeveel er bezuinigd moet worden. En ons de kans geven dit zorgvuldig te doen?’ Over kostenbewustzijn: ‘Zelf ben ik voor een vergoeding bij de huisarts. Als je ziet hoe druk het daar op maandag altijd is dan twijfel ik aan de klachten van sommige mensen. Als je er een kleine bijdrage voor zou vragen dan reduceer je hiermee het aantal aan cliënten. Begrijp me niet verkeerd want ik begrijp ook dat hier tegenstanders voor zijn maar nu heb ik het idee dat er mensen bij zijn die wel heel snel bij de huisarts zitten om maar niet naar het werk te hoeven.’ Stagiaire over kwaliteit: ‘Doordat de begeleiders ook werkelijk aandacht besteden aan de cliënt en deze serieus te nemen. Door respect te tonen voor het "anders" zijn van de cliënt (andere beleving). Begeleiders zijn te weinig zichtbaar aan het werk met de cliënten om samen iets te doen. Men zit vaak bij elkaar in een kantoor en is te weinig in direct contact met de cliënten. Daardoor leren zij de cliënten te weinig kennen en gaan deze zich eenzaam voelen. Dit is niet positief voor het herstel.’
35 39
40
> Afkortingen AA ACT Al-Anon CCE CG-Raad CIP CODA CvZ DAC DBC DRA EKC FACT GAT GGD GVS HACCP HEE IBS ICQ IDDT IPT IRB Mansa-vragenlijst MBCT MBSR MO Model van de Open Dialogue NA NEL-vragenlijst NPCF NSM PE PGB PIT Platform VG PMT RET RM ROM ROPI SMS-alert SPH SPV-er SRH Triade VIP-team WRAP WW-uitkering ZZP
Anonieme Alcoholisten Acceptance and Commitment Therapy Twaalfstappenprogramma voor partners, familie, vrienden en kinderen van alcoholisten Centrum voor Consultatie en Expertise Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad Centrum Integrale Psychiatrie Co-Dependents Anonymous, Anonieme medeafhankelijken: is een twaalfstappenprogramma waarvan de deelnemers streven naar gezonde relaties College voor Zorgverzekeringen Dag Activiteiten Centrum Diagnose Behandeling Combinatie Dual Recovery Anonymous, zelfhulpgroep bij verslaving Eigen Kracht Conferentie Functie Assertive Community Treatment (actieve zorg in de wijk) General Achievement Test (test van algemene kennis en Vaardigheden) Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geneesmiddelen Verstrekkingen Systeem Hazard Analysis and Critical Control Point, norm voor voedselveiligheid Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid In bewaringstelling Chatprogramma Dual Disorder Treatment, Geïntegreerde dubbele Diagnosebehandeling Interpersoonlijke psychotherapie Individuele Rehabilitatie Benadering De MANSA is een multidimensionale vragenlijst ontwikkeld met het doel de kwaliteit van het leven vast te stellen. De vragen verwijzen naar tevredenheid over baan/woning/algehele gezondheid. Mindfulness Based Cognitive Therapy Mindfulness-Based Stress Reduction Maatschappelijke Opvang Open Dialoog is een vorm van behandeling afkomstig uit Finland Narcotics Anonymous (Anonieme Verslaafden) De Nederlandse Empowerment – Vragenlijst Nederlandse Patiënten- Consumenten Federatie Het Neuman Systems Model, er wordt uitgegaan van de kracht (empowerment) van de cliënt Psycho Educatie Persoonsgebonden Budget Psychiatrische intensieve thuiszorg Platform voor collectieve belangenbehartiging van mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en vertegenwoordigers Psychomotorische therapie Rationeel-emotieve therapie Rechterlijke Machtiging Routine Outcome Measurement, ROM is een methode om de geleverde zorg inzichtelijk te maken, te evalueren en te verbeteren Recovery Oriented Practices Index, instrument waarmee getoetst kan worden in hoeverre instellingen herstelondersteunende zorg bieden en waar de verbetermogelijkheden liggen herinnering aan een afspraak via SMS Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen Triade, cliënt, hulpverlener en naaste Vroege Interventie Psychose-team Wellness Recovery Action Plan, een in Amerika ontwikkeld zelfhulpinstrument. Werkloosheids-uitkering Zorgzwaarte Pakket
34 41
42
BIJLAGE A
Meldformulier besparingen in de zorg: cliënten en familie
36 43
37 44
Meldformulier besparingen in de zorg cliënten en familie - A Periode:
Van 21-03-2013 (10:52) t/m 13-05-2013 (18:57)
Aantal resultaten:
130
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 5. 6. 8. 10. 12. 14. 16. 18. 20. 22. 24.
26. 28. 30. 32.
Heeft u zelf of een naaste het afgelopen jaar gebruik gemaakt van zorg of ondersteuning? Hoeveel gebruik maakt u zelf van de gezondheidszorg? Heeft u of een naaste het afgelopen jaar ervaring met diensten of handelingen in de zorg of ondersteuning die niet nodig waren? Voor welke soort zorg of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing? Stelling: Ik kan altijd met psychische problemen terecht bij de huisarts en die verwijst mij door als dat nodig is. Stelling: Het duurt vaak te lang voordat kinderen of volwassenen met psychische problemen de zorg rijgen die nodig is. Stelling: De zorgkosten lopen op omdat mensen vaak te lichte of te zware zorg krijgen Stelling: Als familie vaker wordt betrokken bij de zorg dan versterkt en versnelt dit de kans op herstel. Stelling: Behandeling en/of opname kunnen korter duren als cliënten zelf hun behandeling sturen, onder voorwaarde dat zij de risico's kennen. Stelling: Het is een ‘must’ dat aan cliënten wordt gevraagd wat zij vinden van de kwaliteit van de zorg tijdens het hulpverleningsproces. Stelling: Zorg (behandeling, begeleiding en opname) in de ggz moet altijd gericht zijn op herstel zodat cliënten (weer) op hun eigen wijze meedoen in de samenleving. Stelling: Er zijn voldoende mogelijkheden voor cliënten met een chronische maar stabiele psychische aandoening om een beroep te doen op adequate zorg in het geval er een terugval is. Stelling: Voor mensen of gezinnen waar beginnende psychische klachten spelen, zijn er voldoende preventieve middelen inzetbaar om te voorkomen dat deze klachten toenemen of escaleren. Cliënten kunnen het beste (zo lang mogelijk) in hun eigen (woon)omgeving blijven, mist zij de juiste methodieken hebben om adequaat met hun psychische aandoening om te gaan en dat ze weten op welk moment ze professionele hulp in moeten roepen. Stelling: Cliënten kunnen zelf veel doen om ‘gepast gebruik’ van de zorg te verbeteren. Stelling:In de ggz kunnen organisaties meer mensen helpen voor hetzelfde geld en met hetzelfde resultaat. Bent u een man of een vrouw? In welke provincie woont u?
38 45
46
1. Heeft u zelf of een naaste het afgelopen jaar gebruik gemaakt van zorg of ondersteuning? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Ikzelf
48
37%
37%
Een naaste (partner, ouder, kind)
19
15%
15%
Ikzelf en een naaste
18
14%
14%
Geen gebruik van zorg
3
2%
2%
Ik ben hulpverlener
41
32%
32%
Aantal keer beantwoord:
129
99%
Aantal keer overgeslagen:
1
1%
39 47
2. Hoeveel gebruik maakt u zelf van de gezondheidszorg? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag Percentage totaal
Veel (wekelijks)
39
31%
30%
Regelmatig (zeker eens per maand)
29
23%
22%
Weinig (minder dan eens per maand)
47
37%
36%
Nooit
8
6%
6%
Weet ik niet
3
2%
2%
Aantal keer beantwoord:
126
97%
Aantal keer overgeslagen:
4
3%
40 48
3. Heeft u of een naaste het afgelopen jaar ervaring met diensten of handelingen in de zorg of ondersteuning die niet nodig waren?
Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Dubbele handelingen (herhaling van onderzoek of foto's)
15
13%
12%
Onnodig terug moeten komen bij een zorgverlener
19
16%
15%
Verkeerde verwijzing
9
8%
7%
Onnodige verwijzing
4
3%
3%
Medicijnen die niet zijn gebruikt
29
24%
22%
Medicijnen die veel duurder waren dan nodig
17
14%
13%
Onnodig of te duur hulpmiddel
5
4%
4%
Onnodig lang verblijf in een zorginstelling
8
7%
6%
Anders, namelijk
33
28%
25%
Geen ervaring met onnodige zorg of handelingen
40
33%
31%
Aantal keer beantwoord:
120
92%
Aantal keer overgeslagen:
10
8%
41 49
5. Voor welke soort zorg of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing?
Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Alle zorg
28
22%
22%
Verpleeg en verzorgingshuizen
9
7%
7%
Thuiszorg
10
8%
8%
Mantelzorg
9
7%
7%
Zorg in ziekenhuizen (opname, specialist)
21
17%
16%
Zorg bij de huisarts
13
10%
10%
GGZ zorg
59
47%
45%
Onderzoeken
8
6%
6%
42 50
Hulpmiddelen
11
9%
8%
Medicijnen
42
34%
32%
Vervoer
8
6%
6%
Revalidatiezorg
1
1%
1%
Fysiotherapie
4
3%
3%
Anders, namelijk
18
14%
14%
Aantal keer beantwoord:
125
96%
Aantal keer overgeslagen:
5
4%
43 51
6. Stelling: Ik kan altijd met psychische problemen terecht bij de huisarts en die verwijst mij door als dat nodig is. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
85
69%
65%
mee oneens
21
17%
16%
niet van toepassing/weet niet
18
15%
14%
Aantal keer beantwoord:
124
95%
Aantal keer overgeslagen:
6
5%
44 52
8. Stelling: Het duurt vaak te lang voordat kinderen of volwassenen met psychische problemen de zorg krijgen die nodig is. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
92
77%
71%
mee oneens
9
8%
7%
niet van toepassing/weet niet
18
15%
14%
Aantal keer beantwoord:
119
92%
Aantal keer overgeslagen:
11
8%
45 53
10. Stelling: De zorgkosten lopen op omdat mensen vaak te lichte of te zware zorg krijgen Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
77
65%
59%
mee oneens
19
16%
15%
niet van toepassing/weet niet
23
19%
18%
Aantal keer beantwoord:
119
92%
Aantal keer overgeslagen:
11
8%
46 54
12. Stelling: Als familie vaker wordt betrokken bij de zorg dan versterkt en versnelt dit de kans op herstel. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
89
74%
68%
mee oneens
16
13%
12%
niet van toepassing/weet niet
15
13%
12%
Aantal keer beantwoord:
120
92%
Aantal keer overgeslagen:
10
8%
47 55
14. Stelling: Behandeling en/of opname kunnen korter duren als cliënten zelf hun behandeling sturen, onder voorwaarde dat zij de risico's kennen. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
83
70%
64%
mee oneens
16
13%
12%
niet van toepassing/weet niet
20
17%
15%
Aantal keer beantwoord:
119
92%
Aantal keer overgeslagen:
11
8%
48 56
16. Stelling: Het is een ‘must’ dat aan cliënten wordt gevraagd wat zij vinden van de kwaliteit van de zorg tijdens het hulpverleningsproces. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
104
90%
80%
mee oneens
6
5%
5%
niet van toepassing/weet niet
6
5%
5%
Aantal keer beantwoord:
116
89%
Aantal keer overgeslagen:
14
11%
49 57
18. Stelling: Zorg (behandeling, begeleiding en opname) in de ggz moet altijd gericht zijn op herstel zodat cliënten (weer) op hun eigen wijze meedoen in de samenleving. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
97
82%
75%
mee oneens
15
13%
12%
niet van toepassing/weet niet
6
5%
5%
Aantal keer beantwoord:
118
91%
Aantal keer overgeslagen:
12
9%
50 58
20. Stelling: Er zijn voldoende mogelijkheden voor cliënten met een chronische maar stabiele psychische aandoening om een beroep te doen op adequate zorg in het geval er een terugval is. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
50
43%
38%
mee oneens
46
40%
35%
niet van toepassing/weet niet
20
17%
15%
Aantal keer beantwoord:
116
89%
Aantal keer overgeslagen:
14
11%
51 59
22. Stelling: Voor mensen of gezinnen waar beginnende psychische klachten spelen, zijn er voldoende preventieve middelen inzetbaar om te voorkomen dat deze klachten toenemen of escaleren. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
25
22%
19%
mee oneens
60
52%
46%
niet van toepassing/weet niet
30
26%
23%
Aantal keer beantwoord:
115
88%
Aantal keer overgeslagen:
15
12%
52 60
24. Cliënten kunnen het beste (zo lang mogelijk) in hun eigen (woon)omgeving blijven, mist zij de juiste methodieken hebben om adequaat met hun psychische aandoening om te gaan en dat ze weten op welk moment ze professionele hulp in moeten roepen. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
100
88%
77%
mee oneens
7
6%
5%
niet van toepassing/weet niet
7
6%
5%
Aantal keer beantwoord:
114
88%
Aantal keer overgeslagen:
16
12%
53 61
26. Stelling: Cliënten kunnen zelf veel doen om ‘gepast gebruik’ van de zorg te verbeteren. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
77
68%
59%
mee oneens
22
19%
17%
niet van toepassing/weet niet
15
13%
12%
Aantal keer beantwoord:
114
88%
Aantal keer overgeslagen:
16
12%
54 62
28. Stelling:In de ggz kunnen organisaties meer mensen helpen voor hetzelfde geld en met hetzelfde resultaat. Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
mee eens
57
50%
44%
mee oneens
22
19%
17%
niet van toepassing/weet niet
36
31%
28%
Aantal keer beantwoord:
115
88%
Aantal keer overgeslagen:
15
12%
55 63
30. Bent u een man of een vrouw? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Vrouw
89
68%
68%
Man
41
32%
32%
Aantal keer beantwoord:
130
100%
Aantal keer overgeslagen:
0
0%
32. In welke provincie woont u? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Drenthe
5
4%
4%
Flevoland
2
2%
2%
Friesland
3
2%
2%
Gelderland
10
8%
8%
Groningen
2
2%
2%
56 64
Limburg
9
7%
7%
Noord-Brabant
28
22%
22%
Noord-Holland
22
17%
17%
Overijssel
9
7%
7%
Utrecht
16
13%
12%
Zeeland
1
1%
1%
Zuid-Holland
20
16%
15%
Aantal keer beantwoord:
127
98%
Aantal keer overgeslagen:
3
2%
57 65
58 66
BIJLAGE B
Meldformulier besparingen in de zorg – cliënten en familieorganisaties
59 67
68
Meldformulier besparingen in de zorg cliënten- en familieorganisaties - B Periode:
Van 21-03-2013 (10:52) t/m 07-05-2013 (18:29)
Aantal resultaten:
18
Inhoudsopgave 1. Met welke soort(en) zorg hebben de leden of achterban van uw organisatie te maken? 3. Voor welke soort zorg en/of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing? 5. Wat is de naam van uw organisatie? 6. Wat is uw functie bij de organisatie? 7. Werkt uw organisatie landelijk of alleen in een bepaalde provincie of regio?
1. Met welke soort(en) zorg hebben de leden of achterban van uw organisatie te maken? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Alle zorg
0
0%
0%
Verpleeg en verzorgingshuizen
1
7%
6%
Thuiszorg
2
14%
11%
Mantelzorg
5
36%
28%
Zorg in ziekenhuizen
1
7%
6%
Zorg bij de huisarts
1
7%
6%
GGZ zorg
12
86%
67%
Onderzoeken
0
0%
0%
Hulpmiddelen
1
7%
6%
Medicijnen
3
21%
17%
Vervoer
1
7%
6%
Revalidatiezorg
0
0%
0%
60 69
Fysiotherapie
1
7%
6%
Anders, namelijk
4
29%
22%
Aantal keer beantwoord:
14
78%
Aantal keer overgeslagen:
4
22%
61 70
3. Voor welke soort zorg en/of ondersteuning heeft u ideeën voor besparing? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Alle zorg
1
8%
6%
Verpleeg en verzorgingshuizen
0
0%
0%
Thuiszorg
1
8%
6%
Mantelzorg
2
17%
11%
Zorg in ziekenhuizen
0
0%
0%
Zorg bij de huisarts
0
0%
0%
GGZ zorg
9
75%
50%
Onderzoeken
1
8%
6%
Hulpmiddelen
0
0%
0%
Medicijnen
1
8%
6%
Vervoer
2
17%
11%
Revalidatiezorg
0
0%
0%
Fysiotherapie
0
0%
0%
Anders, namelijk
2
17%
11%
Aantal keer beantwoord:
12
67%
Aantal keer overgeslagen:
6
33%
62 71
5. Wat is de naam van uw organisatie? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
GGZ Friesland
1
8%
6%
Psychomotorische therapie Op den Buys
1
8%
6%
YPSILON
1
8%
6%
afdelingsvoorzitter geestdrift
1
8%
6%
GGZ Delfland
1
8%
6%
B. Teunissen, advies en begeleiding
1
8%
6%
Labyrint~In Perspectief Eindhoven e.o.
1
8%
6%
Ypsilon Limburg
1
8%
6%
clientenraad
1
8%
6%
63 72
Lentis- Welnis
1
8%
6%
Onafhankelijke clienten participatie
1
8%
6%
LSOVD
1
8%
6%
Aantal keer beantwoord:
12
67%
Aantal keer overgeslagen:
6
33%
6. Wat is uw functie bij de organisatie? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Betaald medewerker
2
14%
11%
Vrijwilliger
8
57%
44%
Bestuurslid
4
29%
22%
Anders, namelijk
3
21%
17%
Aantal keer beantwoord:
14
78%
Aantal keer overgeslagen:
4
22%
64 73
7. Werkt uw organisatie landelijk of alleen in een bepaalde provincie of regio? Antwoord
Aantal keer
Percentage vraag
Percentage totaal
Landelijk
3
23%
17%
Alleen in provincie of regio, namelijk
10
77%
56%
Anders, namelijk
0
0%
0%
Aantal keer beantwoord:
13
72%
Aantal keer overgeslagen:
5
28%
65 74
Colofon
Mei 2013 Debora Korporaal Gerda van Ittersum Mirjam Drost Ellis van de Bilt
Beleid Meld je Zorg PR en communicatie PR en communicatie
Landelijk Platform GGz, Maliebaan 87, 3581 CG Utrecht www.platformggz.nl
66 75