VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2015 VluchtelingenWerk Nederland brengt jaarlijks de publicatie ‘Vluchtelingen in getallen’ uit. De publicatie geeft een actueel overzicht van de en belangrijkste cijfers over vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, Europa en wereldwijd. Een overzicht van belangrijke en opvallende cijfers uit deze Vluchtelingen in getallen: • • •
•
•
60 miljoen mensen op de vlucht Nooit eerder waren er zo veel mensen op de vlucht voor oorlog en geweld: eind 2014 bijna 60 miljoen mensen, 8,3 miljoen meer dan vorig jaar. 4 miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht Ruim 4 miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht, nog eens 7,6 miljoen zijn ontheemd. 90% van de Syrische vluchtelingen wordt opgevangen in Turkije, Libanon of Jordanië. Drama’s op de Middellandse Zee Vanaf Noord-Afrika wagen veel vluchtelingen uit Syrië, Eritrea en Afghanistan de levensgevaarlijke oversteek naar Europa. 137.000 mensen in de eerste helft van dit jaar. Bijna 2.000 mensen overleven de overtocht niet. Veel Eritreeërs in korte tijd In 2014 is er in april en mei een kortstondige piek van Eritrese vluchtelingen die asiel aanvragen in Nederland. Ook in mei en juni van dit jaar zijn er opvallend veel Eritrese asielzoekers: 1.076 en 1.248 personen. Veel Kosovaren vragen asiel in EU in eerste maanden 2015 In de eerste drie maanden van 2015 ontvluchten bijna 50.00 Kosovaren de armoede en werkloosheid in hun land. Dat is een kwart van het totaal aantal asielaanvragen in die periode.
Cijfers zijn mensen! Bedenk bij de cijfers in deze publicatie dat elk getal gaat over een persoon, elk met zijn eigen verhaal: vluchtelingen in getallen. Voor deze publicatie geldt de disclaimer van de website van VluchtelingenWerk Nederland (www.vluchtelingenwerk.nl). Vragen en opmerkingen over deze publicatie kunnen worden gemaild naar
[email protected]. Journalisten kunnen contact opnemen met
[email protected]. © VluchtelingenWerk Nederland, 14 juli 2015
Inhoudsopgave
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: landen van herkomst Asielaanvragen Beslissingen Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Uitgenodigde vluchtelingen Opvang Huisvesting Terugkeer
3 5 10 12 14 15 17 18
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Asielaanvragen naar landen van herkomst Beslissingen Uitgenodigde vluchtelingen
20 22 24 30
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Vluchtelingen naar belangrijkste land van herkomst Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Uitgenodigde vluchtelingen
31 33 34 35
2
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: landen van herkomst Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Wie je meetelt hangt af van de gebruikte definitie. UNHCR gaat uit van 82.494 vluchtelingen en 6.940 asielzoekers (december 2014) Eind 2013 waren dat 74.707 vluchtelingen en 10.042 asielzoekers. De VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR gaat daarbij uit van de volgende definities: -
-
Vluchtelingen (82.494) Personen met een vluchtelingenstatus (a-grond) en personen die aanvullende vormen van bescherming krijgen (b-, c- en d-grond; zie uitleg onder Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000, p. 10). Personen die asiel hebben aangevraagd en een andere verblijfsvergunning hebben gekregen (bijvoorbeeld pardon of medisch) en alleenstaande minderjarigen tellen niet mee. Asielzoekers (6.940) Personen die een asielaanvraag hebben gedaan en in afwachting zijn van een beslissing op hun asielverzoek.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaat uit van 200.000-250.000 vluchtelingen Deze schatting is gebaseerd op personen die zijn geboren in landen waar veel vluchtelingen vandaan komen. Het gaat daarbij deels om personen die om een andere reden dan asiel naar Nederland zijn gekomen. Ook de tweede generatie en gezinsherenigers worden meegeteld. De grootste groepen vluchtelingen zijn afkomstig uit Irak, Afghanistan, Iran en Somalië. In totaal gaat het om ruim 170.000 personen.
Figuur A.1 toont het aantal vreemdelingen in Nederland naar land van herkomst. Alleen landen waarvan bekend is dat asiel (bescherming) een belangrijk migratiemotief is, zijn opgenomen. Uit Afghanistan, Somalië en Irak komen vrijwel uitsluitend vluchtelingen en hun gezinsleden, uit andere landen (Turkije, China) komen veel migranten met andere ‘migratiemotieven’ zoals arbeid of studie. Hoewel het bij vluchtelingen niet logisch is om te spreken van een tweede generatie, zijn in figuur A.1 - analoog aan andere groepen vreemdelingen - ook de cijfers voor die groep opgenomen.
Figuur A.1: Vreemdelingen in Nederland (eerste en tweede generatie) naar land van herkomst (stand 1 januari 2013 en 2014) 2013 Eerste Tweede Totaal generatie generatie Afghanistan 42.348 32.820 9.528 Angola 8.575 5.355 3.220 Armenië 810 798 12 Azerbeidzjan 680 676 4 Burundi 3.281 2.335 946 China 61.890 43.487 18.403 Colombia 14.069 8.392 5.677 DR Congo 8.134 4.665 3.469 Egypte 21.783 12.209 9.574 Eritrea 2.133 1.705 428 Ethiopië 12.270 7.897 4.373 Guinee 3.948 2.534 1.414 Irak 53.731 40.509 13.222 Iran 35.395 27.754 7.641 Ivoorkust 1.848 1.216 632 Myanmar 1.220 1.026 194 Nepal 1.708 1.409 299 Nigeria 11.466 6.153 5.313 Rwanda 1.525 1.050 475 Sierra Leone 6.008 4.217 1.791 Soedan 6.268 4.302 1.966 Somalië 34.631 24.597 10.034 Sri Lanka 11.389 6.877 4.512 Syrië 11.665 7.642 4.023 Togo 1.835 1.164 671 Turkije 395.302 196.203 199.099 Vietnam 20.295 12.335 7.960 Vml. Joegoslavië 81.498 52.375 29.123 Vml. Sovjet-Unie 69.182 51.725 17.457 Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), Statline
2014 Totaal 43.183 8.495 854 718 3.275 64.097 14.759 8.297 22.205 2.595 12.596 4.111 54.159 36.561 1.832 1.282 1.794 11.766 1.547 5.977 6.317 37.432 11.703 13.744 1.847 396.414 20.603 82.290 72.203
Eerste generatie 33.085 5.171 832 713 2.261 44.915 8.724 4.734 12.481 2.103 8.013 2.549 40.408 28.513 1.174 1.076 1.452 6.214 1.045 4.133 4.306 26.502 6.925 9.465 1.144 194.759 12.415 52.371 53.663
Tweede generatie 10.098 3.324 22 5 1.014 19.182 6.035 3.563 9.724 492 4.583 1.562 13.751 8.048 658 206 342 5.552 502 1.844 2.011 10.930 4.778 4.279 703 201.655 8.188 29.919 18.540
4
Asielaanvragen elaanvragen Ontwikkeling van de asielaanvragen: verklaringen voor pieken en dalen In de afgelopen decennia liep het aantal asielaanvragen per jaar sterk uiteen. In 1994 werden ruim 50.000 asielaanvragen gedaan en tot 2001 lag het aantal asielaanvragen voortdurend boven de 20.000. In de jaren daarna schommelt het aantal tussen de 10.000 en 15.000 per jaar. - 1992: door de oorlog in voormalig Joegoslavië slaan veel mensen op de vlucht. - 1994: De aanscherping van het asielbeleid in Duitsland leidt tot een sterke daling van het aantal asielaanvragen en een toename in de omliggende landen. - Vanaf 1997: Stijging van het aantal asielaanvragen door onrust in Afghanistan, Irak en de oorlog in Kosovo. - 2001: Invoering Nieuwe Vreemdelingenwet (Vw2000). - Het aantal asielaanvragen neemt af doordat minder mensen uit Afghanistan, voormalige Sovjetrepublieken en voormalig Joegoslavië in Nederland bescherming zoeken. - 2008: Oplaaiend geweld in Somalië en met name Irak leidt tot stijging van het aantal asielaanvragen. - Het categoriaal beleid voor Zuid- en Centraal-Irak is per 22 november 2008 afgeschaft. Asielzoekers uit deze regio’s krijgen dus niet meer automatisch een vergunning. - 2009: Per 19 mei 2009 is het categoriaal beleid voor Centraal- en Zuid-Somalië afgeschaft. Het aantal asielverzoeken van Somaliërs daalt in de daaropvolgende jaren sterk: van 5.889 in 2009 naar 877 in 2012. - 2013-2015: Door de aanhoudende chaos en burgeroorlog zoeken meer Syriërs bescherming in Nederland. Het aantal asielaanvragen stijgt van 2.232 in 2013 tot 8.748 in 2014. - In april en mei van 2014 komen er opvallend veel Eritreeërs naar Nederland: bijna 3.000, drie kwart van het totaal aantal Eritreeërs dat in 2014 asiel aanvraagt (3.833). Ook in mei en juni 2015 vragen opvallend veel Eritreërs asiel aan (1.076 en 1.284 asielaanvragen). Een eenduidige verklaring voor deze plotse pieken is niet te geven. Bronnen: Rechtspleging en civiel bestuur, WODC, Par. 8.3 Asiel, Sprangers en Nicolaas (2010) en Migratie naar en vanuit Nederland, WODC (2009), IND Asylum Trends.
Figuur A.2: Asielaanvragen (eerste en vervolg) in Nederland (1993 t/m 2014) 60.000 52.576
50.000
45.217 42.729
40.000
43.895
34.443
35.399
29.891
32.579
30.000 29.258 22.857
20.000
16.163 16.724 14.465 15.275 14.631 13.402 15.148 13.170 12.347 9.731 9.782
18.667 10.000
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0
Bron: IND Asylum Trends Om een langere reeks te kunnen maken is voor alle jaren het totaal aantal asielaanvragen genomen (vóór 2006 werd geen onderscheid gemaakt tussen eerste en vervolgaanvragen). Voor 2013 en 2014 zijn ook de nareizigers (gezinsherenigers) meegeteld; zij werden in eerdere jaren meegeteld bij de eerste asielaanvragen (zie uitleg volgende pagina).
5
Nieuwe telwijze bij IND: nareis telt niet langer mee als eerste asielverzoek De Immigratie- & Naturalisatiedienst (IND) gebruikt vanaf januari 2015 het nieuwe datawarehouse METIS. Wat zijn de veranderingen voor de cijfers over asielaanvragen en beslissingen? Nareis (gezinshereniging) telt niet meer mee bij asielaanvragen In METIS wordt onderscheid gemaakt tussen • • •
eerste asielaanvragen; herhaalde asielaanvragen (vervolgaanvragen); nareis/gezinshereniging: gezinsleden die binnen de nareistermijn van drie maanden zijn herenigd met de houder van een asielvergunning.
Voorheen werden de nareizigers meegeteld bij de eerste asielaanvragen. De nieuwe cijfers laten zien dat in 2013 en 2014 een aanzienlijk deel van de asielaanvragen volgens de oude telling nareis betrof (rond de 20%). Ook in de beslissingen werden nareizigers meegeteld. Omdat nareizigers standaard een positieve beslissing krijgen, leidt dit tot een hoger toekenningspercentage (het aandeel positieve beslissingen op asielverzoeken). In het verslag van het Algemeen Overleg van 7 augustus 2013 (Kamerstuk 19637, nr. 1874) zegt Staatssecretaris Teeven dat van de 61% positieve beslissingen 31% bestaat uit gezinshereniging. Omdat andere EU-landen de nareizigers niet meetelden was het niet goed mogelijk om de asielaanvragen en beslissingen van Nederland met andere EU-landen te vergelijken. Met de nieuwe cijfers kan dat wel. Oude en nieuwe cijfers zijn niet meer vergelijkbaar De nieuwe manier van tellen is met terugwerkende kracht ook voor 2013 en 2014 doorgevoerd in IND Asylum Trends en Eurostat (zowel voor asielaanvragen als beslissingen). Voor eerdere jaren moet dit nog gebeuren, zodat kloppende lange reeksen te maken zijn met goed vergelijkbare cijfers. Vóór 2006 kan overigens geen onderscheid worden gemaakt tussen eerste asielaanvragen en vervolgaanvragen, omdat dat niet geregistreerd werd. Los van het nieuwe onderscheid tussen asielaanvragen en nareis zijn de cijfers opgeschoond en zijn er correcties doorgevoerd. Hierdoor zijn de oude cijfers niet meer te vergelijken met de nieuwe. De som van eerste aanvragen, vervolgaanvragen en nareizigers volgens de nieuwe telling komt niet overeen met de som van de eerste aanvragen (inclusief nareizigers) en vervolgaanvragen volgens de oude telling. Om in deze Vluchtelingen in Getallen toch langere reeksen te kunnen maken, worden in sommige figuren oude én nieuwe cijfers gebruikt. Dat staat per figuur aangegeven. Hoewel de cijfers niet exact vergelijkbaar zijn, geven ze wel een redelijke indicatie van de ontwikkelingen.
6
Figuur A.3: Asielaanvragen in Nederland: eerste aanvragen, vervolgaanvragen en nareis Aandeel Eerste Vervolg Nareis totaal Syrië 2232 33 356 2.621 16% 85% 1% 14% Somalië 965 248 1.971 3.184 19% 30% 8% 62% Eritrea 851 69 134 1.054 6% 81% 7% 13% Iran 596 422 62 1.080 6% 55% 39% 6% Irak 534 420 456 1.410 8% 38% 30% 32% Afghanistan 453 912 155 1.520 9% 30% 60% 10% Staatloos 273 17 20 310 2% 88% 5% 6% Mongolië 102 15 0 117 1% 87% 13% 0% Oekraïne 33 0 5 37 0% 89% 0% 14% Overig 3.799 1.121 470 5.391 32% 70% 21% 9% Totaal 9.838 3.257 3.629 16.724 100% 59% 19% 22% Aandeel 2014 Eerste Vervolg Nareis Totaal Eerste Vervolg Nareis totaal Syrië 8.748 41 2.806 11.595 39% 75% 0% 24% Eritrea 3.833 75 192 4.100 14% 93% 2% 5% Staatloos 2.704 17 324 3.045 10% 89% 1% 11% Irak 616 706 248 1.570 5% 39% 45% 16% Iran 505 162 79 746 2% 68% 22% 11% Afghanistan 452 427 98 977 3% 46% 44% 10% Mongolië 445 0 0 445 1% 100% 0% 0% Somalië 349 247 931 1.527 5% 23% 16% 61% Oekraïne 249 15 7 271 1% 92% 6% 3% Overig 3.910 1.033 672 5.615 19% 70% 18% 12% Totaal 21.811 2.723 5.357 29.891 100% 73% 9% 18% Jan-jun Aandeel Eerste Vervolg Nareis Totaal Eerste Vervolg Nareis 2015 totaal Eritrea 2.817 23 229 3.069 21% 92% 1% 7% Syrië 2.123 28 3.126 5.277 36% 40% 1% 59% Staatloos 362 15 685 1062 7% 34% 1% 65% Oekraïne 268 10 5 288 2% 93% 3% 2% Irak 240 136 69 445 3% 54% 31% 16% Afghanistan 236 195 51 482 3% 49% 40% 11% Mongolië 235 236 2% 100% 0% 0% Iran 184 73 24 281 2% 65% 26% 9% Somalië 97 100 239 436 3% 22% 23% 55% Overig 2.180 455 259 2.888 20% 75% 16% 9% Totaal 8.742 1035 4.687 14.464 100% 60% 7% 32% Bron: IND Asylum Trends, aangevuld met Eurostat (Oekraïne 2015). De ‘top 9’ van eerste aanvragen naar herkomst is alleen voor januari-juni 2015 de daadwerkelijke top 9; voor 2013 en 2014 zijn ook de landen uit de top 9 van 2015 gebruikt omdat alleen voor die landen de complete gegevens beschikbaar zijn. Het kan dus zijn dat in 2013 en 2014 uit een ander land meer aanvragen en nareizigers afkomstig zijn dan een van de landen in het overzicht. 2013
Eerste
Vervolg Nareis
Totaal
7
Wat zijn eerste en vervolgaanvragen? Wanneer de eerste asielaanvraag wordt afgewezen kunnen asielzoekers in sommige gevallen een nieuwe aanvraag indienen. Bijvoorbeeld wanneer er nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die relevant zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag of wanneer de situatie in het land van herkomst is veranderd. Pas sinds augustus 2006 wordt in de administratie onderscheid gemaakt tussen eerste en vervolgaanvragen. Figuur A.6 toont de ontwikkeling in het aandeel eerste en vervolgaanvragen. Er zijn grote verschillen in het aandeel vervolgaanvragen naar nationaliteit. In 2014 bestaat 44% van alle aanvragen van Afghanen en bijna 45% van die van Irakezen uit vervolgaanvragen. Van de Syriërs is dat 0%. Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.4: Eerste asielaanvragen in Nederland (2007 t/m 2014) 30.000 26.168 25.000 20.000 14.905
15.000
13.333
13.399
13.467
11.590
10.000
9.714
7.102 5.000 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: IND Asylum Trends - NB: Om tot een logische reeks te komen is voor 2013 en 2014 het aantal asielaanvragen plus nareizigers opgenomen (nieuwe telwijze). In de jaren vóór 2013 (oude telwijze) zijn de nareizigers meegeteld bij de eerste asielaanvragen.
Figuur A.5: Eerste asielaanvragen per maand, zes herkomstlanden (januari 2014-juni 2015) 2.000 1.800 1.600 1.400
Syrië
1.200
Eritrea
1.000
Staatloos
800
Irak
600
Overig
400 200 jun-15
mei-15
apr-15
mrt-15
feb-15
jan-15
dec-14
nov-14
okt-14
sep-14
aug-14
jul-14
jun-14
mei-14
apr-14
mrt-14
feb-14
jan-14
0
Bron: IND Asylum Trends - nieuwe telling, excl. nareis/gezinshereniging
8
Figuur A.6: Ontwikkeling in aandeel eerste en vervolgaanvragen per maand 3.500 3.000 2.500 2.000
Eerste
1.500
Vervolg
1.000 500
jan-15
jul-14
jan-14
jul-13
jan-13
jul-12
jan-12
jul-11
jan-11
jul-10
jan-10
jul-09
jan-09
jul-08
jan-08
jul-07
jan-07
0
Bron: IND Asylum Trends - Vanaf 2014 zijn nareizigers niet meer meegeteld bij eerste asielaanvragen
9
Beslissingen Figuur A.7: Verleende asielstatussen naar toewijzingsgrond, en afwijzingen 2014
33,3%
2013
51,1%
2012
59,7%
2011
a-grond b-grond
56,8%
c/d-grond
2010
54,5%
2009
53,1%
2008 0%
Afw ijzingen
48,0% 20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Eurostat – 2013-14: nieuwe telling, excl. nareizigers/gezinshereniging Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000 In de Vreemdelingenwet 2000 (Vw2000) worden verschillende beschermingsgronden onderscheiden: - a-grond: vluchtelingschap Iemand voldoet aan de voorwaarden van het Vluchtelingenverdrag. - b-grond: subsidiaire bescherming Iemand loopt bij uitzetting risico op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. - c-grond: humanitaire gronden Er zijn klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit eigen land (met name trauma’s vanwege eerdere vervolging). - d-grond: humanitaire gronden De algehele situatie in het land van herkomst is te slecht (conflict of grootschalige mensenrechtenschendingen). Alleen a- en b-grond vanaf medio 2014 Per medio 2014 zijn de humanitaire gronden (c en d) geschrapt uit de wet; alleen bescherming op a- of b-grond is nog mogelijk. Er is in 2014 nog wel bescherming verleend op humanitaire gronden, maar dat gaat om zaken die vóór medio 2014 zijn aangevraagd. Asielaanvragen vs. beslissingen Niet op elke aanvraag wordt in het jaar van aanvraag beslist. Daarom komt het aantal asielaanvragen in een jaar niet overeen met het aantal beslissingen. De statussen die zijn verleend op reguliere gronden (bijvoorbeeld pardonregeling of medische behandeling) en beslissingen op beroepszaken zijn hier niet in meegenomen.
10
Figuur A.8: Beslissingen in eerste aanleg naar nationaliteit (Nederland 2014) Aantal Aandeel Toegewezen Afgewezen Toegewezen Afgewezen beslissingen beslissingen Syrië 5.955 31,7% 5.440 515 91% 9% Eritrea 3.845 20,4% 3.490 355 91% 9% Staatloos 1.605 8,5% 1.365 240 85% 15% Afghanistan 830 4,4% 415 415 50% 50% Irak 775 4,1% 325 450 42% 58% Iran 580 3,1% 260 320 45% 55% Somalië 570 3,0% 335 235 59% 41% Onbekend 410 2,2% 185 225 45% 55% Mongolië 305 1,6% 10 295 3% 97% Georgië 285 1,5% 5 280 2% 98% Armenië 245 1,3% 10 235 4% 96% Nigeria 200 1,1% 45 155 23% 78% Rusland 175 0,9% 30 145 17% 83% Oeganda 165 0,9% 80 85 49% 52% Oekraïne 160 0,9% 5 155 3% 97% Libië 160 0,9% 15 145 9% 91% Pakistan 155 0,8% 40 115 26% 74% Soedan 145 0,8% 40 105 28% 72% Egypte 140 0,7% 25 115 18% 82% Servië 135 0,7% 0 135 0% 100% Guinee 130 0,7% 55 75 42% 58% China 120 0,6% 55 65 46% 54% Sri Lanka 120 0,6% 30 90 25% 75% Ethiopië 115 0,6% 35 80 30% 70% Sierra Leone 115 0,6% 35 80 30% 70% Congo 105 0,6% 20 85 19% 81% Macedonië 100 0,5% 0 100 0% 100% Bosnië-H. 95 0,5% 0 95 0% 100% Overig 1.070 5,7% 200 870 19% 81% Totaal 18.810 100,0% 12.550 6.260 67% 33% Bron: Eurostat – nieuwe telling, excl. nareis/gezinshereniging
11
Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Figuur A.9: Asielaanvragen van ama’s per jaar (absoluut en als percentage van het totale aantal aanvragen) 8.000
20% 18%
7.000
16%
6.000
14%
5.000
12%
4.000
10%
3.000
8%
Absoluut Percentage
6%
2.000
4%
1.000
2% 2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0% 1996
0
Bron: IND Asylum Trends
Figuur A.10: Asielaanvragen van ama’s naar nationaliteit Nationaliteit 2011 2012 2013 Afghaans 260 145 60 Chinees 10 5 Eritrees 10 10 35 Guinees 10 40 30 Iraaks 25 15 10 Somalisch 40 40 10 Syrisch 5 10 25 Zonder / onbekend 15 5 Overig 110 115 135 Totaal 485 380 310 Bron: CBS Statline en IND Asylum Trends voor 2015
2014 30 5 530 10 15 35 155 60 120 960
T/m juni 2015 36 457 8 13 78 7 105 704
Veel veranderingen in asielaanvragen van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) In de afgelopen achttien jaar schommelde het aantal en het aandeel van de asielaanvragen van ama’s sterk. Van 1996 tot 2000 is er sprake van een sterke groei. In 2000 is het aantal asielaanvragen van ama’s het hoogst: 6.705. Dat is 15,4% van het totale aantal asielaanvragen. In 2001 is 18,2% van alle aanvragen van een ama. De verbetering van de situatie in landen waar veel ama’s vandaan komen - de beëindiging van burgeroorlogen in Angola, Guinee en Sierra Leone - leidt vanaf 2003 tot een sterke daling. De daling van het aantal asielaanvragen van ama’s loopt door tot 2006. In dat jaar is nog geen 3% van de asielaanvragen van ama’s. In 2008 en 2009 is er een stijging doordat vooral veel Afghaanse ama’s in Nederland bescherming zoeken. In 2013 is het aantal ama’s dat bescherming zoekt met 310 op zijn laagste punt. In 2014 zoeken opvallend veel Eritrese minderjarigen bescherming in Nederland: 55% van het totaal aantal ama’s. Ook het aantal minderjarige Syriërs neemt toe. Deze trend zet door in de eerste maanden van 2015. In de eerste helft van 2015 is bijna de helft van de aanvragen van Eritrese en bijna 20% van Syrische minderjarigen.
12
Figuur A.11: Ontwikkeling van de instroom van ama’s in de centrale opvang 4.000
3.654
3.500 3.000 2.361
2.500 2.000 1.500
658
739
717
321
407
471
2013
424
1.186 869
2012
464
2005
500
1.031
2004
998
1.000
2014
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2003
2002
2001
0
Bron: COA
Figuur A.12: Ama’s in de centrale opvang naar nationaliteit (8 juni 2015)
17
157
19
Eritrea Syrië
63
Afghanistan 706 280
Somalië Ethiopië Overig
Bron: COA - alleenstaande minderjarigen wonen in aparte opvanglocaties
13
Uitgenodigde vluchtelingen Uitgenodigde vluchtelingen De wereldvluchtelingenorganisatie UNHCR heeft een programma om vluchtelingen in andere landen te hervestigen. De vluchtelingen verblijven meestal langdurig in vluchtelingenkampen, vaak in een buurland van het land waar ze vandaan komen. In deze kampen is de situatie vaak erbarmelijk en ronduit onveilig. De UNHCR selecteert de 'uitgenodigde' vluchtelingen tijdens speciale selectiemissies. De kwetsbaarste groepen krijgen daarbij de voorrang. De UNHCR draagt ze voor hervestiging voor aan landen die deelnemen aan het zogenaamde ‘resettlement program’. De meeste uitgenodigde vluchtelingen worden opgevangen door Verenigde Staten, Canada, Australië, Zweden, Noorwegen, Finland, Nieuw Zeeland, Denemarken en Nederland. Zie voor de internationale cijfers figuur C.9. Nederland heeft sinds 1986 een quotum van 500 uitgenodigde vluchtelingen per jaar. Dat betekent dat Nederland heeft toegezegd jaarlijks 500 vluchtelingen op te nemen voor hervestiging.
Figuur A.13: Uitgenodigde vluchtelingen / hervestiging in Nederland naar nationaliteit Congolees (Republiek Congo) Congolees (DR Congo) Eritrees Ethiopisch Iraaks Myanmarees Pakistaans Sri Lankaans Syrisch Zonder / onbekend Overig Totaal Bron: CBS Statline
2012 20 25 40 45 100 95 30 25 5 45 430
2013 85 65 5 40 30 35 15 15 20 310
2014 15 25 190 65 45 35 15 245 80 75 790
14
Opvang Figuur A.14: Bezetting van, instroom in en uitstroom uit de centrale opvang (absoluut) 90.000 80.000 70.000 60.000 Bezetting
50.000
Instroom
40.000
Uitstroom
30.000 20.000 10.000 2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1998
1999
0
Bron: COA – cijfers exclusief ama’s
Figuur A.15: Bezetting centrale opvang naar nationaliteit (15 juni 2015)
8.307
8.948
Syrië Eritrea Irak Afghanistan Ethiopië Overig
1.083 1.092
3.109
1.283
Bron: COA – cijfers exclusief ama’s
Figuur A.16: Bezetting centrale opvang naar leeftijd (15 juni 2015) 1384 3.324
6936 0-17 18-39 40-59 >59
13.066
Bron: COA – cijfers exclusief ama’s
15
Figuur A.17: Bezetting centrale opvang naar geslacht (15 juni 2015)
Vrouw elijk 35%
Mannelijk 65%
Bron: COA – cijfers exclusief ama’s
16
Huisvesting Huisvesting vergunninghouders Elke gemeente in Nederland heeft de verplichting vergunninghouders te huisvesten. Deze zogenaamde ‘taakstelling’ is afhankelijk van het aantal inwoners in die gemeente. Vergunninghouders zijn asielzoekers die een asielvergunning of een andere reguliere vergunning hebben gekregen. Op het moment dat zij te horen krijgen dat ze in Nederland mogen blijven, wonen ze meestal in de centrale opvang, vaak in asielzoekerscentra (AZC’s). Van daaruit verhuizen ze dus naar een gemeente die hun een huis aanbiedt. Op 6 juli 2015 woonden 11.896 statushouders in de centrale opvang op een totaal van 25.299 mensen.
Figuur A.18: Taakstelling huisvesting vergunninghouders per gemeente 2e helft 2015 Te huisvesten Provincie personen Fryslân 577 Groningen 521 Drenthe 434 Overijssel 1.009 Gelderland 1.769 Flevoland 353 Noord-Holland 2.424 Zuid-Holland 3.165 Utrecht 1.111 Brabant 2.205 Zeeland 338 Limburg 994 Totaal 14.900 Bron: www.rijksoverheid.nl, ‘Taakstelling huisvesting vergunninghouders per gemeente 2e helft 2015’
17
Terugkeer Er zijn verschillende vormen van vertrek:
•
• •
Zelfstandig vertrek zonder toezicht (niet-aantoonbaar vertrek) Bij controle is geconstateerd dat een vreemdeling niet meer aanwezig is op het laatste bekende adres, maar vertrek is niet aangetoond is. De vreemdeling is met onbekende bestemming vertrokken (MOB). Ruim een kwart van deze groep bestaat uit Irakezen, Somaliërs, Afghanen, Syriërs en Iraniërs Zelfstandig vertrek onder toezicht (aantoonbaar vertrek) Zelfstandig georganiseerd vertrek van een vreemdeling (bijvoorbeeld met hulp van IOM) Gedwongen vertrek (aantoonbaar vertrek) Het vertrek van een niet meer rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling door de Vreemdelingenpolitie. Onder aantoonbaar vertrek vallen vaker reguliere migranten (Chinezen, Surinamers, Turken)
Figuur A.19: Terugkeer vreemdelingen naar soort vertrek 2012 2013 2014 Aantoonbaar vertrek 10.130 8.530 8.510 - Waarvan gedwongen 5.970 3.660 4.110 - Waarvan zelfstandig 4.130 4.870 4.400 Niet-aantoonbaar vertrek 10.710 7.240 7.440 Totaal 20.810 15.770 15.950 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen Deze cijfers gaan over alle vreemdelingen die terugkeren, dus niet alleen over terugkerende asielzoekers.
Figuur A.20: Vrijwillige en zelfstandige terugkeer met hulp van IOM Nederland per jaar (absolute aantallen) 4.000
3.714 3.463
3.579
3.500
2.912
3.000
3.473 3.064
2.849
2.905
2.583
2.500
2.068
1.998
1.767 1.559
2.000 1.389
1.500
2.489 2.269
1.000 500
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
0
Bron: www.iom-nederland.nl Deze cijfers geven geen compleet beeld; het betreft hier alleen de terugkeer die gefaciliteerd wordt door IOM Nederland. In 2013 heeft 59% van de 2.489 terugkeerders een asielachtergrond. 8% heeft een reguliere, 33% een illegale verblijfsachtergrond (Rapportage Vreemdelingenketen 2013). In 2012 heeft 69% een asielachtergrond.
18
Figuur A.21: Aantal terugkeerders met hulp van IOM, geselecteerde nationaliteiten 2011 2012 2013 2014 Mongoolse 200 150 119 301 Servische 61 52 194 147 Chinese 175 223 112 120 Iraakse 825 515 250 109 Armeense 60 113 134 84 Bosnisch 17 24 76 84 Egyptische 32 31 46 75 Macedonische 316 40 48 70 Georgië 51 50 44 70 Libië 3 18 62 62 Iraanse 41 63 58 50 Russische 186 466 104 36 Afghaanse 65 93 65 36 Witrussische 195 52 22 34 Angolese 53 21 19 23 Nigeriaanse 52 39 44 20 Overig 1.115 1.217 1.092 948 Totaal 3.473 2.905 2.489 2.269 Bron: www.iom-nederland.nl Alleen die nationaliteiten zijn opgenomen waarvan bekend is dat asiel een veelvoorkomend migratiemotief is.
19
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Drama’s op de Middellandse Zee Veel vluchtelingen proberen Europa te bereiken door vanuit Noord-Afrika de Middellandse Zee over te steken. Een levensgevaarlijke reis. Van januari tot maart 2015 overleefden 479 mensen de oversteek niet. In april kwam een schokkend aantal van 1.308 mensen om het leven. Europese leiders kwamen hierop bijeen om plannen te maken om nieuwe tragedies te voorkomen. De plannen sorteerden effect: in mei en juni daalde het aantal slachtoffers tot 80. Het eerste half jaar van 2015 waagden 137.000 vluchtelingen de oversteek naar Europa, bijna allemaal naar Griekenland of Italië. Een derde is afkomstig uit Syrië, 12% uit Eritrea en 12% uit Afghanistan. De EU probeert overeenstemming te krijgen om deze vluchtelingen gelijkmatiger over Europa te verdelen volgens een verdeelsleutel. Bron: UNHCR – The sea route to Europe Veel Kosovaren vragen asiel in EU In de eerste drie maanden van 2015 vormen Kosovaren de grootste groep asielzoekers in Europa: bijna 50.000 mensen ontvluchtten de werkloosheid en armoede van Kosovo, een kwart van het totaal aantal asielaanvragen in die periode. Via Servië komen ze Hongarije - en dus de EU - binnen om daar of elders in Europa asiel aan te vragen. In dezelfde periode zochten bijna 30.000 Syriërs bescherming. In 2014 werd 94% van de asielverzoeken van Kosovaren afgewezen, voor Syriërs is dat 5%.
Figuur B.1: Eerste asielaanvragen in Europa (absoluut en als deel van het aantal aanvragen in de EU28) 2013 2014 1ste kwartaal 2015 België 21.215 4,9% 14.130 2,5% 3.455 1,9% Bulgarije 7.145 1,6% 10.805 1,9% 3.190 1,7% Cyprus 1.255 0,3% 1.480 0,3% 430 0,2% Denemarken 7.230 1,7% 14.565 2,6% 1.515 0,8% Duitsland 126.995 29,2% 173.070 30,8% 73.135 39,5% Estland 95 0,0% 145 0,0% 50 0,0% Finland 3.220 0,7% 3.495 0,6% 960 0,5% Frankrijk 66.265 15,2% 58.845 10,5% 14.770 8,0% Griekenland 8.225 1,9% 7.590 1,3% 2.610 1,4% Hongarije 18.900 4,3% 41.215 7,3% 32.810 17,7% Ierland 920 0,2% 1.440 0,3% 625 0,3% Italië 26.620 6,1% 63.655 11,3% 15.245 8,2% Kroatië* 1.080 0,2% 380 0,1% 40 0,0% Letland 195 0,0% 365 0,1% 45 0,0% Litouwen 400 0,1% 385 0,1% 45 0,0% Luxemburg 1.070 0,2% 1.030 0,2% 265 0,1% Malta 2.245 0,5% 1.275 0,2% 345 0,2% Nederland 17.160 3,9% 21.810 3,9% 2.425 1,3% Oostenrijk 17.520 4,0% 25.700 4,6% 9.710 5,3% Polen 15.245 3,5% 5.610 1,0% 1.440 0,8% Portugal 505 0,1% 445 0,1% 180 0,1% Roemenië 1.495 0,3% 1.500 0,3% 335 0,2% Slovenië 270 0,1% 355 0,1% 45 0,0% Slowakije 440 0,1% 230 0,0% 50 0,0% Spanje 4.495 1,0% 5.460 1,0% 2.035 1,1% Tsjechië 710 0,2% 915 0,2% 360 0,2% Verenigd Koninkrijk 30.110 6,9% 31.265 5,6% 7.395 4,0% Zweden 54.365 12,5% 75.090 13,4% 11.435 6,2% Noorwegen* 11.980 10.970 1.540 Zwitserland* 21.460 22.130 4.140 EU28 435.385 562.265 100,0% 184.950 100% Bron: Eurostat * geen lid van EU27/28, Kroatië vanaf 1 juli 2013 lid van EU (EU28) NB: De cijfers worden jaarlijks met terugwerkende kracht bijgesteld. Voor Nederland is de nieuwe telwijze toegepast, dus - net als bij andere EU-landen - exclusief nareis/gezinshereniging.
Figuur B.2: Aandeel eerste asielaanvragen in EU28 naar belangrijkste ontvangende landen (2014 en 1ste kwart 2015) 45%
40%
40%
35% 31% 30%
25% 2014 1ste kw art 2015
20%
18%
15%
13% 11%
10%
7%
8%
13%
11%
10%
8% 6%
5%
6% 5% 5%
4%
4% 1% Overig
Nederland
Verenigd Koninkrijk
Oostenrijk
Zweden
Frankrijk
Italië
Hongarije
Duitsland
0%
Bron: Eurostat – Nederland nieuwe telwijze (excl. nareis/gezinshereniging)
21
Asielaanvragen naar landen van herkomst Figuur B.3: Nieuwe asielaanvragen in Europa (EU28) naar belangrijkste landen van herkomst (absoluut en procentueel) 2013 Syrië 46.450 12,4% Rusland 35.120 9,4% Afghanistan 21.030 5,6% Pakistan 19.125 5,1% Kosovo 16.905 4,5% Somalië 15.525 4,2% Servië 15.060 4,0% Eritrea 14.235 3,8% Iran 10.885 2,9% Albanië 10.555 2,8% Nigeria 10.220 2,7% Staatloos 9.275 2,5% Irak 8.775 2,3% Georgië 7.995 2,1% DR Congo 7.515 2,0% Macedonië 7380 2,0% Bangladesh 7.275 1,9% Mali 6.435 1,7% Algerije 5.855 1,6% Sri Lanka 5.620 1,5% Guinee 5.570 1,5% Bosnië-H. 5.295 1,4% Egypte 5.060 1,4% Turkije 4.640 1,2% China 4.595 1,2% Overig 67.225 18,0% Totaal 373.620 100,0% Bron: Eurostat
2014 Syrië Afghanistan Eritrea Kosovo Pakistan Servië Nigeria Albanië Staatloos Irak Somalië Rusland Oekraïne Mali Gambia Bangladesh Iran Bosnië-H. Georgië DR Congo Macedonië Senegal Soedan China Armenië Overig Totaal
119.050 21,2% 37.810 6,7% 36.230 6,4% 34.120 6,1% 20.455 3,6% 20.095 3,6% 18.800 3,3% 16.025 2,9% 15.120 2,7% 14.800 2,6% 14.790 2,6% 14.030 2,5% 13.540 2,4% 12.790 2,3% 11.300 2,0% 9.985 1,8% 9.650 1,7% 7.775 1,4% 7.440 1,3% 6.775 1,2% 6.730 1,2% 6.260 1,1% 5.990 1,1% 4.845 0,9% 4.795 0,9% 93.065 16,6% 562.265 100,0%
1ste kwartaal 2015 Kosovo 48.870 Syrië 29.095 Afghanistan 12.910 Albanië 8.140 Irak 7.295 Servië 6.335 Pakistan 5.315 Oekraïne 4.710 Nigeria 4.220 Somalië 3.415 Rusland 3.175 Eritrea 3.155 Gambia 3.085 Bangladesh 2.365 Senegal 2.275 Iran 2.260 Macedonië 2.165 Mali 1.965 Staatloos 1.795 Algerije 1.575 Bosnië-H. 1.550 Georgië 1.530 DR Congo 1.290 China 1.250 Soedan 1.190 Overig 24.020 Totaal 184.950
26,4% 15,7% 7,0% 4,4% 3,9% 3,4% 2,9% 2,5% 2,3% 1,8% 1,7% 1,7% 1,7% 1,3% 1,2% 1,2% 1,2% 1,1% 1,0% 0,9% 0,8% 0,8% 0,7% 0,7% 0,6% 13,0% 100,0%
22
Figuur B.4: Aandeel asielaanvragen in Europa (EU28) naar herkomst (2014 en eerste kwartaal 2015) 30% 26%
25% 21%
20%
16%
2014
15%
1st kw art 2015
10% 6%
6% 4% 4%
3%
4% 3%
2%
3%
4% 3%
3%
3% 2%
Irak
Staatloos
Albanië
Nigeria
Servië
Pakistan
1%
Kosovo
Afghanistan
Syrië
Eritrea
2%
0%
3%
3% 2%
Rusland
5%
Somalië
7% 7%
Bron: Eurostat – 75% van de asielaanvragen in het eerste kwart van 2015 is van een van deze landen
23
Beslissingen Figuur B.5: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst, absoluut (2014) Total a-grond b-grond EU28 358.010 89.720 54.845 België 20.410 6.470 1.585 Bulgarije 7.435 5.165 1.840 Cyprus 1.305 55 940 Denemarken 8.090 3.765 1.625 Duitsland 97.415 33.310 5.175 Estland 55 20 0 Finland 2.345 490 475 Frankrijk 68.500 11.980 2.835 Griekenland 13.310 1.270 590 Hongarije 5.445 240 250 Ierland 1.060 130 270 Italië 35.180 3.640 7.625 Kroatië 235 15 10 Letland 95 5 20 Litouwen 185 15 55 Luxemburg 885 105 15 Malta 1.735 190 900 Nederland 18.810 2.485 9.290 Polen 2.700 260 165 Portugal 155 20 20 Roemenië 1.585 370 370 Slovenië 95 30 10 Slowakije 280 0 95 Spanje 3.620 385 1.200 Tsjechië 1.005 75 285 Verenigd Koninkrijk 26.055 8.990 110 Zweden 40.015 10.245 19.095 Noorwegen* 7.680 3.590 1.140 Zwitserland* 21.860 6.140 2.640 Totaal 387.680 99.470 58.635 Bron: Eurostat – Landen met * zijn geen lid van EU28 Nederland nieuwe telwijze (excl. nareis/gezinshereniging)
c/d-grond afwijzingen 15.515 197.930 12.355 430 0 310 90 2.610 2.075 56.855 0 35 300 1.080 53.685 115 11.335 20 4.935 660 9.315 14.600 210 70 0 110 765 165 475 775 6.260 295 1.980 115 0 845 50 75 110 0 2.035 15 630 955 1.310 180 6.630 22.325
16.000 9.365 2.770 6.450 207.250
24
Figuur B.6: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst, procentueel (2014) Aandeel EU28 100% 6% 2% 0% 2% 27% 0% 1% 19% 4% 2% 0% 10% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 7% 11%
a-grond b-grond EU28 25% 15% België 32% 8% Bulgarije 69% 25% Cyprus 4% 72% Denemarken 47% 20% Duitsland 34% 5% Estland 36% 0% Finland 21% 20% Frankrijk 17% 4% Griekenland 10% 4% Hongarije 4% 5% Ierland 12% 25% Italië 10% 22% Kroatië 6% 4% Letland 5% 21% Litouwen 8% 30% Luxemburg 12% 2% Malta 11% 52% Nederland 13% 49% Polen 10% 6% Portugal 13% 13% Roemenië 23% 23% Slovenië 32% 11% Slowakije 0% 34% Spanje 11% 33% Tsjechië 7% 28% Verenigd Koninkrijk 35% 0% Zweden 26% 48% Noorwegen* 47% 15% Zwitserland* 28% 12% Totaal 26% 15% Bron: Eurostat – Landen met * zijn geen lid van EU28 Nederland nieuwe telwijze (excl. nareis/gezinshereniging)
c/d-grond 4% 0% 1% 2% 0% 13% 1% 0% 26% 0% 10% 4% 11% 0% 27% 0% 1% 4% 3% 2% 30% 6%
Positief afwijzingen 45% 55% 39% 61% 94% 6% 76% 24% 68% 32% 42% 58% 36% 64% 54% 46% 22% 78% 15% 85% 9% 91% 38% 62% 58% 42% 11% 89% 26% 74% 41% 59% 14% 86% 73% 27% 67% 33% 27% 73% 26% 74% 47% 53% 47% 53% 61% 39% 44% 56% 37% 63% 39% 61% 77% 23% 64% 36% 70% 30% 47% 53%
25
Figuur B.7: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel (2014) België
61%
Bulgarije
6%
Denemarken
32%
Duitsland
58%
Frankrijk
78%
Griekenland
85%
Hongarije
a-grond b-grond
91%
c/d-grond
Italië Nederland
33%
Noorw egen
36%
Verenigd Koninkrijk
61%
Zw eden
23%
EU28 0%
afw ijzingen
42%
55% 10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Bron: Eurostat - 95% van de beslissingen in de EU28 valt in een van de EU-landen uit de figuur Nederland nieuwe telwijze (excl. nareis/gezinshereniging) Opmerkingen bij figuur B.6: - Het gaat om de beslissingen die zijn genomen, niet over de asielaanvragen in dat jaar. - Het gaat alleen om beslissingen in eerste aanleg, beslissingen in beroep zijn evenals statussen die zijn verleend op reguliere gronden (medische behandeling, pardon) niet meegenomen. - Gronden van verlening: a-grond: vluchtelingschap b-grond: subsidiaire bescherming c/d-grond: humanitaire gronden Een uitgebreidere uitleg van de verleningsgronden staat in figuur A.7.
26
Figuur B.8: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel, absoluut (2014) België Bulgarije Denemarken Duitsland Frankrijk Griekenland
a-grond b-grond
Hongarije
c/d-grond afw ijzingen
Italië Nederland Noorw egen Verenigd Koninkrijk Zw eden Zw itserland 0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
Bron: Eurostat - 95% van de beslissingen in de EU28 valt in een van de EU-landen uit de figuur Nederland nieuwe telwijze (excl. nareis/gezinshereniging)
27
Figuur B.9: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst per nationaliteit (2014) Totaal
45%
Overig
55%
28%
72%
Afghanistan
62%
Albanië
38%
8%
92%
10%
Bangladesh
90%
Bosnië-Herzegovina 5%
95% 23%
China
77%
21%
DR Congo
79%
Eritrea
89%
11%
Georgië 5%
95%
Guinee
35%
Irak
70%
94%
Macedonië 1%
99%
Mali
Pakistan Rusland
38%
62%
29%
71%
27%
73%
25%
75%
Servië 2%
98% 66%
Somalië
34% 88%
Staatloos
12%
95%
Syrië 0%
Negatief
41%
6%
Nigeria
Positief
30%
59%
Iran Kosovo
65%
10%
20%
30%
40%
50%
5% 60%
70%
80%
90%
100%
Bron: Eurostat
28
Figuur B.10: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst naar nationaliteit (2014) Aandeel in Positief Negatief Totaal beslissingen Positief Negatief Afghanistan 11.170 6.725 17.895 5,0% 62,4% 37,6% Albanië 1.040 12.310 13.350 3,7% 7,8% 92,2% Algerije 215 2.720 2.935 0,8% 7,3% 92,7% Bangladesh 755 6.600 7.355 2,1% 10,3% 89,7% Bosnië-H. 330 6.880 7.210 2,0% 4,6% 95,4% China 1.185 3.905 5.090 1,4% 23,3% 76,7% DR Congo 1.520 5.880 7.400 2,1% 20,5% 79,5% Egypte 1.070 1.820 2.890 0,8% 37,0% 63,0% Eritrea 14.150 1.730 15.880 4,4% 89,1% 10,9% Gambia 1.525 2.810 4.335 1,2% 35,2% 64,8% Georgië 335 5.800 6.135 1,7% 5,5% 94,5% Guinee 1.770 3.265 5.035 1,4% 35,2% 64,8% Irak 7.280 3.170 10.450 2,9% 69,7% 30,3% Iran 5.145 3.510 8.655 2,4% 59,4% 40,6% Kosovo 830 12.315 13.145 3,7% 6,3% 93,7% Macedonië 70 8.115 8.185 2,3% 0,9% 99,1% Mali 2.405 3.975 6.380 1,8% 37,7% 62,3% Nigeria 2.815 6.900 9.715 2,7% 29,0% 71,0% Oekraïne 510 2.335 2.845 0,8% 17,9% 82,1% Pakistan 4.235 11.580 15.815 4,4% 26,8% 73,2% Rusland 3.065 9.290 12.355 3,5% 24,8% 75,2% Senegal 1.050 2.010 3.060 0,9% 34,3% 65,7% Servië 400 21.670 22.070 6,2% 1,8% 98,2% Soedan 1.760 1.980 3.740 1,0% 47,1% 52,9% Somalië 5.850 3.055 8.905 2,5% 65,7% 34,3% Staatloos 7.805 1.065 8.870 2,5% 88,0% 12,0% Syrië 65.450 3.560 69.010 19,3% 94,8% 5,2% Turkije 970 3.580 4.550 1,3% 21,3% 78,7% Overig 15.375 39.375 54.750 15,3% 28,1% 71,9% Totaal 160.080 197.930 358.010 100,0% 44,7% 55,3% Bron: Eurostat – landen in de tabel zijn goed voor 85% van de beslissingen in 2014
29
Uitgenodigde vluchtelingen Figuur B.11: Uitgenodigde vluchtelingen in Europa Zweden Noorwegen * Finland Nederland Verenigd Koninkrijk Frankrijk Oostenrijk Denemarken Duitsland Spanje Ierland België Overig EU28 Totaal Bron: Eurostat
2012 1.680 1.230 730 430 1.040 100 0 470 305 80 50 0 55 4.930 6.170
2013 1.820 955 675 310 965 90 0 515 280 0 85 100 0 4.840 5.795
2014 2.045 1.285 1.090 790 645 450 390 345 280 125 95 35 105 6.380 7.680
Figuur B.12: Uitgenodigde vluchtelingen in EU28 naar belangrijkste nationaliteiten (2014) Syrië Afghanistan DR Congo Somalië Eritrea Irak Ethiopië Soedan Staatloos Colombia Iran Overig Totaal Bron: Eurostat
2.240 835 695 535 505 345 210 165 125 110 110 505 6.380
30
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Nooit eerder waren er wereldwijd zo veel mensen op de vlucht voor oorlog en geweld: eind 2014 bijna 60 miljoen mensen op de vlucht, 8,3 miljoen meer dan vorig jaar. Die 60 miljoen bestaat uit (bron: UNHCR ):Global trends 2014 • 19,5 miljoen mensen die hun land zijn ontvlucht. Ook de 5,1 miljoen Palestijnse vluchtelingen die onder het mandaat van UNRWA vallen zijn hierin opgenomen. In de UNHCR-cijfers die verder in deze publicatie zijn gebruikt is dat niet het geval. • 38,2 miljoen mensen zijn ontheemd: op de vlucht in eigen land. • 1,8 miljoen mensen wachten op een beslissing op hun asielverzoek. Meer dan 4 miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht Inmiddels zijn meer dan 4 miljoen Syriërs hun land ontvlucht (stand 9 juli 2015). 90% daarvan (3,6 miljoen) wordt opgevangen in Turkije, Libanon of Jordanië. Nog 7,6 miljoen mensen zijn op de vlucht in eigen land. Ruim 65.000 Syriërs werd in 2014 asiel verleend in de EU. Figuur C.1: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, eind 2014) Vluchtelingen naar werelddeel van opvang %
Vluchtelingen naar werelddeel van opvang
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst%
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst
Afrika 4.623.181 32,1% 4.126.779 28,7% Azië 8.711.972 60,6% 7.942.132 55,2% Europa 447.097 3,1% 1.495.283 10,4% Latijns-Amerika 462.802 3,2% 352.668 2,5% Noord-Amerika 8.081 0,1% 416.385 2,9% Oceanië 1.377 0,0% 46.847 0,3% Overig/staatlozen 128.584 0,9% Totaal 14.383.094 100,0% 14.380.094 100,0% Bron: Global trends 2014, UNHCR (incl. 694.487 ‘people in refugee-like situations’, excl. ontheemden)
Figuur C.2: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang 100% 90%
10,4%
80%
Overig/staatlozen
70% 60%
60,6% 55,2%
50%
Oceanië 3,1% Noord-Amerika Latijns-Amerika
40%
Europa
30%
Azië
20% 10%
Afrika
32,1%
28,7%
Herkomst
Opvang
0%
Bron: Global trends 2014, UNHCR (incl. 694.487 ‘people in refugee-like situations’, excl. ontheemden)
31
Opvang vluchtelingen vooral in ontwikkelingslanden 80% van de vluchtelingen wereldwijd wordt in de eigen regio opgevangen, meestal een buurland. 88% wordt opgevangen in een ontwikkelingsland. Tien jaar geleden was dat 70%. Het gaat om 8,5 miljoen vluchtelingen. Bron: Global trends 2014, UNHCR
Figuur C.3: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, eind 2014) Asielzoekers naar werelddeel van herkomst %
Asielzoekers naar werelddeel van opvang
Asielzoekers naar werelddeel van opvang %
Asielzoekers naar werelddeel van herkomst Afrika 533.775 Azië 568.913 Europa 121.208 Latijns-Amerika 104.578 Noord-Amerika 255 Oceanië 1.166 Overig/statelozen 466.415 Totaal 1.796.310 Bron: Global trends 2014, UNHCR
29,7% 31,7% 6,7% 5,8% 0,0% 0,1% 26,0% 100,0%
698.702 257.930 579.636 32.572 204.537 22.933
38,9% 14,4% 32,3% 1,8% 11,4% 1,3%
1.796.310
100,0%
Figuur C.4: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (eind 2014) 100% 90%
26,0%
11,4%
80% 70% 60% 50% 40%
5,8% 6,7%
32,3%
31,7%
14,4%
Noord-Amerika
10%
Latijns-Amerika Europa Azië
30% 20%
Overig/staatlozen 0,0% 1,8% 0,0% Oceanië
29,7%
38,9%
Afrika
0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2014, UNHCR Asielzoekers Bij grote vluchtelingenstromen is het in de praktijk vrijwel onmogelijk om iedereen individueel te beoordelen. Het is dan meestal duidelijk dat er goede redenen waren om te vluchten. Zoals nu het geval is in Syrië. Deze vluchtelingen worden prima facie vluchtelingen genoemd. Niet alle landen hebben een asielsysteem om te beoordelen of iemand wel of niet een vluchteling is. In Europa wordt wel elke aanvraag in een asielprocedure beoordeeld. Daarom is het percentage asielzoekers naar werelddeel van ‘opvang’ voor Europa relatief hoog. UNHCR De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR is wereldwijd de belangrijkste organisatie die zich bezighoudt met de bescherming van vluchtelingen. Het hoofddoel van de UNHCR is het waarborgen van de rechten en het welzijn van vluchtelingen. Groepen waarvoor UNHCR zich inzet zijn vluchtelingen, asielzoekers, ontheemden, personen die zijn teruggekeerd en statelozen. Ze voor de exacte definities van deze groepen www.UNHCR.org.
32
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van herkomst Figuur C.5: Aantal vluchtelingen wereldwijd, top 10 herkomstlanden per jaar (2012-2014) Eind 2012 Eind 2013 Eind 2014 Afghanistan 2.585.605 1 Afghanistan 2.556.556 1 Syrië 3.883.585 Somalië 1.136.143 2 Syrië 2.468.369 2 Afghanistan 2.593.368 Irak 746.440 3 Somalië 1.121.738 3 Somalië 1.106.068 Syrië 728.542 4 Soedan 649.331 4 Soedan 665.954 Soedan 569.212 5 DR Congo 499.541 5 Zuid-Soedan 616.210 DR Congo 509.396 6 Myanmar 479.608 6 DR Congo 516.770 Myanmar 415.343 7 Irak 401.417 7 Myanmar 479.001 Colombia 394.122 8 Colombia 396.635 8 CAR* 412.041 Vietnam 336.945 9 Vietnam 314.105 9 Irak 369.904 Eritrea 285.142 10 Eritrea 308.022 10 Eritrea 363.077 Overig 2.793.351 Overig 2.507.857 Overig 3.374.116 Totaal 10.500.241 Totaal 11.703.179 Totaal 14.380.094 Bron: Global trends 2014, UNHCR (incl. 694.487 ‘people in refugee-like situations’, excl. ontheemden) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
* CAR = Centraal Afrikaanse Republiek
Figuur C.6: Aantal vluchtelingen wereldwijd naar belangrijkste landen van herkomst (eind 2014) Syrië
3.883.585
Afghanistan
2.593.368
Somalië
1.106.068
Soedan
665.954
Zuid-Soedan
616.210
DR Congo
516.770
Myanmar
479.001
CAR
412.041
Irak
369.904
Eritrea
363.077 -
500.000 1.000.000 1.500.000 2.000.000 2.500.000 3.000.000 3.500.000 4.000.000 4.500.000
Bron: Global trends 2014, UNHCR (incl. 694.487 ‘people in refugee-like situations’, excl. ontheemden) * CAR = Centraal Afrikaanse Republiek
33
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Figuur C.7: Aantal vluchtelingen wereldwijd, top 10 opvanglanden en Nederland (2012-2014) Eind 2012 Eind 2013 Eind 2014 Pakistan 1.638.456 1 Pakistan 1.616.507 1 Turkije 1.587.374 Iran 868.242 2 Iran 857.354 2 Pakistan 1.505.525 Duitsland 589.737 3 Jordanië 641.915 3 Libanon 1.154.040 Kenia 564.933 4 Turkije 609.938 4 Iran 982.027 Syrië 476.506 5 Kenia 534.938 5 Ethiopië 659.524 Ethiopië 376.393 6 Tsjaad 434.479 6 Jordanië 654.141 Tsjaad 373.695 7 Ethiopië 433.936 7 Kenia 551.352 Jordanië 302.707 8 China 301.047 8 Tsjaad 452.897 China 301.037 9 VS 263.662 9 Oeganda 385.513 Turkije 267.063 10 Duitsland 187.567 10 China 301.052 Nederland 74.598 Nederland 74.707 Nederland 82.494 Overig 4.666.874 Overig 5.747.129 Overig 6.064.155 Totaal 10.500.241 Totaal 11.703.179 Totaal 14.380.094 Bron: Global trends 2014, UNHCR (incl. 694.487 ‘people in refugee-like situations’, excl. onheemden) De sterke afname van het aantal vluchtelingen in Duitsland komt doordat de Duitse overheid sinds 2013 een striktere definitie van wie vluchteling is hanteert. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Figuur C.8: Landen met de grootste groepen vluchtelingen binnen de grenzen, en Nederland (eind 2014) Turkije
1.587.374
Pakistan
1.505.525
Libanon
1.154.040
Iran
982.027
Ethiopië
659.524
Jordanië
654.141
Kenia
551.352
Tsjaad
452.897
Oeganda
385.513
China
301.052
Nederland
82.494 0
200.000
400.000
600.000
800.000 1.000.000 1.200.000 1.400.000 1.600.000 1.800.000
Bron: Global trends 2014, UNHCR (incl. 694.487 ‘people in refugee-like situations’, excl. onheemden)
34
Uitgenodigde vluchtelingen Figuur C9: Uitgenodigde vluchtelingen naar belangrijkste landen van herkomst, asiel en opvang (2013) Herkomst Asiel Opvang Myanmar 23.481 Maleisië 15.142 Verenigde Staten 59.548 Irak 13.225 Turkije 10.256 Australië 10.691 DR Congo 12.157 Thailand 9.429 Canada 9.160 Somalië 8.964 Kenia 7.413 Duitsland 4.775 Bhutan 7.070 Nepal 7.274 Zweden 2.456 Syrië 5.277 Libanon 6.047 Noorwegen 1.202 Afghanistan 5.175 Ethiopië 4.145 Nederland 1.029 Eritrea 3.738 Oeganda 3.504 Finland 929 Soedan 3.022 Syrië 2.643 Nieuw Zeeland 894 Iran 2.826 Rwanda 2.606 Verenigd Koninkrijk 710 Overig 8.291 Overig 24.767 Overig 1.832 Totaal 93.226 Totaal 93.226 Totaal 93.226 Met herkomst wordt het oorspronkelijke land bedoeld dat iemand is ontvlucht. Vanuit het land van asiel wordt iemand hervestigd naar een van de landen van opvang. Nederland hervestigt bijvoorbeeld Syrische vluchtelingen die in vluchtelingenkampen in Turkije verblijven. Bron: UNHCR
35