VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2012 Rond Wereldvluchtelingendag (20 juni) brengt VluchtelingenWerk Nederland jaarlijks de publicatie 'Vluchtelingen in getallen' uit. Deze publicatie geeft een overzicht van de belangrijkste cijfers over vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, Europa en wereldwijd. Onder meer de volgende vragen worden beantwoord: -
Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland? Hoeveel asielverzoeken worden er jaarlijks gedaan? Hoeveel worden er gehonoreerd? Waar komen de meeste vluchtelingen vandaan? Waar worden de meeste vluchtelingen opgevangen?
‘Vluchtelingen in getallen’ geeft bij een aantal figuren verklaringen voor de ontwikkelingen die er te zien zijn, zoals de schommelingen in het aantal asielaanvragen per jaar. Waar nodig wordt nadere uitleg gegeven over de gebruikte termen en definities achter de cijfers.
Voor deze publicatie geldt dezelfde disclaimer als voor de website van VluchtelingenWerk Nederland (www.vluchtelingenwerk.nl). Vragen en opmerkingen over deze publicatie kunnen worden gemaild naar
[email protected]. © VluchtelingenWerk Nederland, juni 2012
Inhoudsopgave
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: grootste groepen Migratiemotieven Asielaanvragen Beslissingen Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Uitgenodigde vluchtelingen Gezinshereniging en gezinsmigratie Opvang Huisvesting Arbeidsparticipatie Terugkeer
3 5 6 10 13 15 17 18 19 20 21
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Asielaanvragen naar landen van herkomst Beslissingen
22 23 25
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Vluchtelingen naar belangrijkste land van herkomst Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Uitgenodigde vluchtelingen
26 28 29 29
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: de grootste groepen Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. De registratie van vluchtelingen is bijvoorbeeld niet eenduidig. Bovendien zijn er ruime en nauwe definities van een vluchteling. Wie tel je mee en wie niet? Hier volgt een overzicht van wat verschillende bronnen zeggen over het aantal vluchtelingen, en wie daarin worden meegeteld en wie niet. UNHCR: 90.075 De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties - UNHCR - gaat uit van de volgende cijfers op 1 januari 2011: Wie worden meegeteld? - Personen in Nederland met een vluchtelingenstatus (a-grond) of personen die aanvullende vormen van bescherming krijgen (b-, c- en d-grond) (74.961). (zie uitleg onder Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000, p. 10). NB: Personen die een andere vergunning hebben gekregen (bijvoorbeeld pardon, gezinshereniging) tellen niet mee. - Staatlozen (2.061). - Asielzoekers in Nederland (13.053). VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2012 (CBS): 69.620 Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) heeft voor de VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2012 diverse cijferoverzichten over vluchtelingen in Nederland samengesteld. Volgens de gebruikte definitie zijn er bijna 70.000 vluchtelingen in Nederland. Wie worden meegeteld? - Personen die van Nederland die tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2010 asiel hebben aangevraagd, op 1 januari 2010 stonden ingeschreven in de GBA en genaturaliseerd zijn of beschikken over een verblijfsstatus (asiel of regulier). - Personen van wie de asielprocedure niet is afgerond tellen niet mee. - De tweede generatie en gezinsmigranten die zich voegen bij gezinsleden die in Nederland asiel hebben aangevraagd tellen niet mee. VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2006 (Regioplan): 200.000-250.000 Onderzoek uitgevoerd door Regioplan in opdracht van VluchtelingenWerk Nederland. Wie worden meegeteld? - Deze schatting is gebaseerd op personen in Nederland die zijn geboren in landen waar veel vluchtelingen vandaan komen. Het gaat daarbij deels om personen die om een andere reden dan asiel naar Nederland zijn gekomen (zie Figuur A.2). - Tweede generatie en gezinsherenigers. VluchtelingenWerk zet zich in voor vluchtelingen, asielzoekers én hun gezin VluchtelingenWerk zet zich ook in voor gezinsleden van asielzoekers en vluchtelingen, die niet altijd zélf asiel hebben aangevraagd. En óók voor asielzoekers die geen asielvergunning hebben gekregen, maar bijvoorbeeld een pardonvergunning of vergunning als alleenstaande minderjarige asielzoeker (ama). Daarom gaat VluchtelingenWerk uit van een aantal van 200.000 à 250.000 personen (asielzoekers, vluchtelingen en hun gezinsleden in Nederland) waar zij zich voor inzet of ingezet heeft.
Figuur A.1 laat zien hoeveel vreemdelingen er in Nederland wonen naar land van herkomst. Het gaat hier dus niet om asielaanvragen. In de tabel zijn landen opgenomen waaruit grote groepen vluchtelingen afkomstig zijn. Uit sommige landen komen vrijwel uitsluitend vluchtelingen en hun gezinsleden (gezinshereniging), uit andere landen komen ook migranten met andere ‘migratiemotieven’ zoals arbeid of studie (zie figuur A.2). Hoewel het bij vluchtelingen niet logisch is om te spreken van een tweede generatie, zijn in figuur A.1 - analoog aan andere groepen vreemdelingen - ook de cijfers voor die groep opgenomen.
Figuur A.1: Vreemdelingen in Nederland (eerste en tweede generatie) naar land van herkomst (stand begin 2010 en 2011) 2010
2011
Eerste Tweede Totaal generatie generatie Afghanistan 38.664 31.060 7.604 Angola 8.934 6.051 2.883 Armenië 520 520 Azerbeidzjaan 594 593 1 Burundi 3.478 2.717 761 China 53.328 37.174 16.154 Colombia 12.292 7.634 4.658 DR Congo 7.983 4.792 3.191 Eritrea 1.377 1.079 298 Ethiopië 11.345 7.457 3.888 Iran 31.653 25.184 6.469 Irak 52.102 40.886 11.216 Ivoorkust 1.512 1.022 490 Voorm. Joegoslavië 79.119 52.739 26.380 Myanmar 836 692 144 Nepal 1.399 1.192 207 Nigeria 10.137 5.655 4.482 Rwanda 1.448 1.060 388 Sierra Leone 5.998 4.492 1.506 Soedan 6.329 4.420 1.909 Voorm. Sovjet-Unie 55.896 41.802 14.094 Somalië 27.011 19.803 7.208 Sri Lanka 10.346 6.656 3.690 Syrië 10.263 6.916 3.347 Togo 1.723 1.171 552 Turkije 383.957 196.385 187.572 Vietnam 19.259 12.049 7.210 Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), Statline
4
Totaal 40.064 8.849 635 621 3.432 55.880 12.968 8.045 1.628 11.547 32.777 52.858 1.658 79.962 995 1.505 10.676 1.486 6.030 6.208 60.664 31.237 10.722 10.659 1.762 388.967 19.510
Eerste generatie 31.823 5.824 632 621 2.591 38.988 7.967 4.740 1.299 7.529 25.932 40.938 1.107 52.554 839 1.275 5.889 1.066 4.406 4.324 45.489 23.177 6.776 7.093 1.176 197.042 12.083
Tweede generatie 8.241 3.025 3 841 16.892 5.001 3.305 329 4.018 6.845 11.920 551 27.408 156 230 4.787 420 1.624 1.884 15.175 8.060 3.946 3.566 586 191.925 7.427
Migratiemotieven Figuur A.2 laat voor de periode 2000-2010 zien wat per land van herkomst de belangrijkste redenen zijn om te migreren. Voor Afghanistan, Angola, Democratische Republiek Congo, Guinee, Irak, Iran, voormalig Joegoslavië, Sierra Leone, Syrië, Soedan en Somalië zijn asiel en gezinshereniging de voornaamste migratiemotieven. Het ligt voor de hand dat de gezinsmigratie in deze gevallen (bijna) volledig samenhangt met een asielaanvraag. Er zijn immers nauwelijks andere migratiemotieven. De voormalige Sovjet-Unie, China en Ethiopië laten een diverser beeld zien wat betreft migratiemotieven. Voor Turkije is het belangrijkste migratiemotief gezinsmigratie.
Figuur A.2: Immigratie naar Nederland naar migratiemotief, geselecteerde landen van herkomst (totaal 2000-2010) 50.000 45.000 40.000 35.000 Overig
30.000
Gezinsmigratie
25.000
Asiel
20.000
Arbeid
15.000 10.000
Vml. Sovjet-Unie
Vml. Joegoslavië
Vietnam
Turkije
Syrië
Sri Lanka
Somalië
Soedan
Sierra Leone
Nigeria
Iran
Irak
Guinee
Ethiopië
China
Angola
Afghanistan
0
DR Congo
5.000
Overig is studie, au pair/stage, medische behandeling en economisch niet-actieven Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) 2012, Statline
5
Asielaanvragen Ontwikkeling van de asielaanvragen: verklaringen voor pieken en dalen In de afgelopen decennia is het aantal asielaanvragen per jaar sterk veranderd. In 1994 werden ruim 50.000 asielaanvragen gedaan en tot 2001 lag het aantal asielaanvragen voortdurend boven de 20.000. In de jaren daarna schommelt het aantal tussen de 10.000 en 15.000 per jaar. - Vanaf 1992: Oorlog in voormalig Joegoslavië brengt grote vluchtelingenstromen op gang in Europa. - 1994: In Duitsland wordt het asielbeleid aangescherpt met als doel het hoge aantal asielverzoeken terug te brengen (438.000 asielaanvragen in 1993). De asielinstroom in Duitsland daalt daarop sterk en neemt in de omliggende landen juist toe. - Vanaf 1997: Stijging asielinstroom door onrust in Afghanistan, Irak en de oorlog in Kosovo. - 2001: Invoering Nieuwe Vreemdelingenwet. - Afname asielinstroom door verminderd aantal aanvragen uit Afghanistan, voormalige Sovjetrepublieken en voormalig Joegoslavië. - 2008: Stijging van de instroom ten opzichte van 2007 doordat er meer asielverzoeken zijn uit Somalië en met name Irak vanwege oplaaiend geweld. Het categoriaal beleid voor asielverzoeken afkomstig uit Zuid- en Centraal-Irak is per 22 november 2008 afgeschaft. Asielzoekers uit deze regio’s krijgen dus niet meer automatisch een vergunning. - 2009: Per 19 mei 2009 is het categoriaal beleid voor Centraal- en Zuid-Somalië afgeschaft. Het aantal asielverzoeken van Somaliërs is in de daaropvolgende jaren sterk gedaald: van 5.889 in 2009 naar 1.415 in 2011. Bron: Rechtspleging en civiel bestuur, WODC, Par. 8.3 Asiel, Sprangers en Nicolaas (2010) en Migratie naar en vanuit Nederland, WODC (2009)
15.275
16.163
15.148
14.631
2008
2009
2010
2011
14.465
12.347
9.731
10.000
9.782
18.667
20.000
13.402
32.579
43.895 2000
34.443
42.729
30.000
22.857
29.258
40.000
35.399
50.000
1999
60.000
45.217
52.576
Figuur A.3: Asielaanvragen in Nederland (1993 t/m 2011)
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
6
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0
Figuur A.4: Eerste asielaanvragen naar belangrijkste landen van herkomst (2009-2011) Somalië Irak Afghanistan Onbekend Iran Eritrea Georgië Armenië China Guinee Overig Totaal
2009 5.889 39,5% 1.991 13,4% 1.281 8,6% 507 3,4% 502 3,4% 475 3,2% 412 2,8% 349 2,3% 303 2,0% 235 1,6% 2.961 19,9% 14.905 100,0%
Somalië Irak Afghanistan Iran Armenië Onbekend Eritrea Macedonië China Rusland Overig Totaal
2010 3.372 25,3% 1.383 10,4% 1.364 10,2% 785 5,9% 611 4,6% 538 4,0% 392 2,9% 389 2,9% 300 2,3% 207 1,6% 3.992 29,9% 13.333 100,0%
2011 1.885 16,3% 1.435 12,4% 1.415 12,2% 929 8,0% 559 4,8% 471 4,1% 458 4,0% 451 3,9% 276 2,4% 266 2,3% 3.445 29,7% 11.590 100,0%
Afghanistan Irak Somalië Iran Onbekend Armenië Eritrea Rusland China Macedonië Overig Totaal
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.5: Eerste asielaanvragen naar belangrijkste landen van herkomst (2009-2011) 100% 90% 80%
Overig
70% 60%
Eritrea
50% 40%
Iran
30% 20%
Irak
Armenië Somalië Afghanistan
10% 0% 2009
2010
2011
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.6: Ontwikkeling asielaanvragen (eerste en vervolg) naar belangrijkste landen van herkomst, per maand (absoluut, januari 2007-januari 2012) 700
600
500 Somalië
400
Irak Afghanistan
300
Iran
200
100
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
7
jan-12
okt-11
jul-11
apr-11
jan-11
okt-10
jul-10
apr-10
jan-10
okt-09
jul-09
apr-09
jan-09
okt-08
jul-08
apr-08
jan-08
okt-07
jul-07
apr-07
jan-07
0
Wat zijn eerste en vervolgaanvragen? Asielzoekers kunnen in sommige gevallen een nieuw asielverzoek indienen wanneer het eerste verzoek is afgewezen. Dat kan bijvoorbeeld wanneer er nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die relevant zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag of wanneer de situatie in het land van herkomst is veranderd. Pas sinds augustus 2006 wordt in de administratie onderscheid gemaakt tussen eerste en vervolgaanvragen. Om een langere doorlopende reeks te maken worden in figuur A.3 – die teruggaat tot vóór 2006 - alle aanvragen geteld. Figuur A.7 toont de ontwikkeling in het aandeel eerste en vervolgaanvragen. Eind 2011 bestond bijna 74% van de asielaanvragen uit eerste aanvragen. De rest (26%) betrof een vervolgaanvraag. Sinds maart 2011 ligt het aandeel vervolgaanvragen weer tegen of boven de 20%. Dat is het hoogste aandeel sinds september 2007. Somaliërs en Afghanen deden in 2011 aanmerkelijk vaker een herhaalde aanvraag dan in 2010: respectievelijk 571 om 299 en 220 om 508. Het aantal Irakezen dat een herhaalde aanvraag deed steeg veel minder: 521 in 2010, 572 in 2011.
Figuur A.7: Ontwikkeling in aandeel eerste en vervolgaanvragen per maand 100% 90% 80% 70% 60% Vervolg
50%
Eerste
40% 30% 20% 10% nov-11
aug-11
mei-11
feb-11
nov-10
aug-10
mei-10
feb-10
nov-09
aug-09
mei-09
feb-09
nov-08
aug-08
mei-08
feb-08
nov-07
aug-07
mei-07
feb-07
nov-06
aug-06
0%
Bron: IND Asielaanvragen en reguliere aanvragen Reguliere en Vreemdelingen die eerder een asielaanvraag deden kunnen een reguliere aanvraag doen op een van de in tabel A.9 genoemde gronden. Soms loopt gelijktijdig een asielaanvraag. Als de reguliere aanvraag wordt toegewezen komt daarmee de asielaanvraag te vervallen. Voor de beslissingen op deze aanvragen, zie figuur A.14. A.8: Reguliere aanvragen van vreemdelingen die eerder een asielaanvraag deden 2007 2008 2009 2010 Gezinsmigratie 510 580 590 550 Medische behandeling 370 350 370 390 Slachtoffers en getuige60 90 90 90 aangevers van mensenhandel Arbeid 60 30 10 30 Overig 1.260 1.040 650 590 Totaal 2.260 2.090 1.710 1.650 Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage)
8
Beslissingen Algemene of verlengde asielprocedure Na de rust- en voorbereidingstermijn komt de asielzoeker in de algemene asielprocedure (AA). In juli 2010 is de asielprocedure herzien. Voorheen was er een snelle procedure van 48 uur. Nu is er een algemene procedure van acht dagen. Tijdens deze acht dagen spreekt de asielzoeker twee keer een IND-medewerker en overlegt twee keer met zijn advocaat. Na de vierde dag beslist de IND of op de aanvraag in de algemene asielprocedure kan worden beslist, of dat de asielzoeker naar de verlengde asielprocedure (VA) gaat omdat er bijvoorbeeld meer onderzoek nodig is.
Figuur A.9: Afhandeling van asielverzoeken in de algemene asielprocedure (AA) 2010-I 2010-II 2011-I 2011-II Afgewezen 950 14% 1.650 21% 2.070 30% 2.790 38% Ingewilligd 1.020 15% 2.140 28% 1.660 24% 1.480 20% Naar verlengde asielprocedure (VA) 4.750 71% 3.930 51% 3.230 46% 3.100 42% Totaal 6.720 7.710 6.960 7.370 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen NB: In de eerste helft van 2010 waren de AA en VA nog niet ingevoerd. De cijfers zijn opgenomen om een vergelijking te kunnen maken met de voorgaande situatie. Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000 In de Vreemdelingenwet 2000 (Vw2000) worden verschillende gronden onderscheiden om bescherming te bieden: - a-grond: vluchtelingschap Iemand voldoet aan de voorwaarden van het Vluchtelingenverdrag. - b-grond: subsidiaire bescherming Iemand loopt bij uitzetting risico op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. - c-grond: humanitaire gronden Er zijn klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit eigen land (met name trauma’s vanwege eerdere vervolging). - d-grond: humanitaire gronden De algehele situatie in het land van herkomst is te slecht (conflict of grootschalige mensenrechtenschendingen). NB: Onder de Vw2000 is het niet meer mogelijk om door te procederen voor een andere status. Onder de oude wet was dit wel het geval.
Figuur A.10: Beslissingen op asielaanvragen in eerste aanleg per jaar
2.826 1.207 987 1.610 3.270 4.010 4.065
16,7% 10,2% 11,7% 14,7% 20,0% 23,4% 25,7%
5.028 2.779 2.976 3.550 3.940 2.745 2.050
Afwijzing
Humanitaire status (c- en d-grond)
Subsidiaire bescherming (b-grond)
Verdragsvluchteling (a-grond)
totaal
2005 16.902 964 5,7% 2006 11.863 358 3,0% 2007 8.429 487 5,8% 2008 10.920 515 4,7% 2009 16.355 695 4,2% 2010 17.145 810 4,7% 2011 15.790 710 4,5% Bron: UNHCR, INDIAC en Eurostat
29,7% 23,4% 35,3% 32,5% 24,1% 16,0% 13,0%
8.084 7.519 3.979 5.245 8.455 9.575 8.965
47,8% 63,4% 47,2% 48,0% 51,7% 55,8% 56,8%
Het gaat in figuur A.10 om beslissingen op zowel eerste aanvragen als vervolgaanvragen. Het gaat om aantallen dossiers en niet om aantallen personen. Niet op elke aanvraag wordt in het jaar van aanvraag beslist. Daarom komt het aantal asielaanvragen in een jaar niet overeen met het aantal beslissingen. De statussen die zijn verleend op reguliere gronden (bijvoorbeeld gezinshereniging of medische behandeling) en beslissingen op beroepszaken zijn hier niet in 9 figuur A.14, A.15 en A.16. meegenomen. Zie daarvoor tabel respectievelijk
A.11: Percentage van de asielprocedures dat binnen de wettelijke termijn* wordt afgehandeld 2007 51% 2008 65% 2009 73% 2010 82% 2011 (1ste helft) 87% Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage) * De wettelijke termijn voor de afhandeling van een asielaanvraag is 6 maanden. Na invoer van de nieuwe asielprocedure (juli 2010) zijn er twee termijnen: 8 dagen voor de algemene asielprocedure en 6 maanden voor de verlengde asielprocedure. Tijdelijke en definitieve asielvergunning Als een asielzoeker in Nederland mag blijven, krijgt hij eerst een tijdelijke vergunning. Voor iedereen is dit dezelfde tijdelijke asielvergunning. Nederland kan deze vergunning vijf jaar lang intrekken. Na vijf jaar kunnen vreemdelingen een definitieve asielvergunning aanvragen. Als iemand een definitieve vergunning heeft, kan Nederland deze niet intrekken bij een verbetering van de situatie in het land van herkomst. Intrekken kan wel als iemand een misdrijf pleegt.
A.12: Verleende asielvergunningen (tijdelijk (TV) en definitief (DV)) naar land van nationaliteit TV DV 2007 2007 515 305 185 25 175 45 500 45 85 35 105 155 140 20 65 35 80 20 170 70 55 20 2.445 1.230 285 75 90 10 375 40 35 10 170 60 145 145 1.285 260 50 15 230 65 125 20 145 60
Afghaanse Angolese Armeense Azerbajdzjaanse Bosnische Burundische Chinese Congolees Congolees (DR) Eritrese Guinese Iraakse Iraanse Ivoriaanse Joegoslavische Nigeriaanse Russische Sierraleoonse Somalische Sri Lankaanse Soedanese Syrische Turkse Onbekend en 725 345 staatloos Overige 725 335 nationaliteiten Totaal nationaliteit 8.905 3.440 Bron: CBS Statline juni 2012
TV 2008 275 40 40 100 10 70 115 45 40 130 135 2.190 200 55 60 25 55 95 1.525 50 50 25 40
DV 2008 40 5 5 10 0 45 0 5 10 5 10 75 10 95 5 5 5 25 155 0 10 0 10
TV 2009 330 35 80 55 70 130 55 35 225 110 1.795 255 75 10 25 35 110 3.860 85 35 30 15
DV 2009 95 10 25 5 5 60 30 25 20 35 5 50 55 15 15 5 25 15 120 0 60 15 15
TV 2010 755 25 165 60 0 40 205 60 40 285 125 1.360 450 70 5 15 15 75 3.590 135 65 55 25
DV 2010 130 20 20 30 15 75 20 25 115 70 20 195 40 0 25 5 10 30 230 5 75 35 30
TV 2011 1.375 5 75 40 0 10 230 75 30 410 100 1.290 595 20 0 25 25 55 2.350 95 120 25 20
DV 2011 265 20 20 35 0 180 35 25 70 120 40 485 145 5 10 15 45 55 495 5 85 45 30
260
65
310
70
245
170
400
265
355
40
480
95
495
255
425
410
5.985
630
8.240
875
8.355 1.650
7.795
2.895
10
Figuur A.13: Beslissingen op aanvragen voor een tijdelijke asielvergunning 2008 2009 2010 Ingewilligd 6.140 47,6% 8.510 44,2% 8.700 43,9% Afgewezen 5.670 44,0% 9.770 50,7% 10.330 52,1% Overige afdoening 1.080 8,4% 990 5,1% 800 4,0% Totaal 12.890 100,0% 19.270 100,0% 19.830 100,0% Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage) Onder overige afdoeningen vallen onder andere zaken die worden ingetrokken en zaken die buiten behandeling worden gesteld wegens vertrek over overlijden.
Figuur A.14: Beslissingen op reguliere aanvragen van vreemdelingen die eerder een asielaanvraag deden 2008
2009
2010
Inw. Afw. Ov. Tot. Inw. Afw. Ov. Tot. Inw. Afw. Ov. Tot. 240 190 90 520 300 210 80 590 220 210 30 470 Gezinsmigratie 80 350 120 260 40 420 50 200 30 280 Medische behandeling 100 170
Slachtoffers en 80 <10 <10 90 80 <10 0 80 90 <10 0 90 getuige-aangevers mensenhandel Overig 220 320 400 920 200 300 190 690 200 240 60 490 640 680 570 1.880 700 770 310 1.780 560 650 120 1.330 Totaal Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage) Beslissingen: inwilligingen, afwijzingen, overig en totaal. Voor uitleg over reguliere aanvragen zie figuur A.8
Figuur A.15: Beslissingen op beroepszaken asiel (absoluut en relatief) 2008 2009 2010 2008 2009 2010 Gegrond 840 1.450 2.480 17,2% 22,4% 23,3% Ongegrond 2.260 3.040 6.000 46,3% 47,1% 56,3% Overig 1.780 1.970 2.180 36,5% 30,5% 20,5% Totaal 4.880 6.460 10.650 100,0% 100,0% 100,0% Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage) Asielzoekers kunnen na een negatieve beschikking op hun asielaanvraag in beroep gaan bij de rechtbank. Deze tabel laat zien hoe er op die zaken beslist wordt.
Figuur A.16: Beslissingen op hoger beroepszaken asiel (beroep vreemdeling) 2008 2009 2010 2008 2009 2010 Gegrond 30 20 70 2,7% 1,5% 2,9% Ongegrond 1010 1210 2280 90,2% 90,3% 93,1% Overig 80 110 100 7,1% 8,2% 4,1% Totaal 1120 1340 2450 100,0% 100,0% 100,0% Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage) Asielzoekers kunnen hoger beroep aantekenen bij de Raad van State tegen een uitspraak van de rechtbank of de voorzieningenrechter. Deze tabel laat zien hoe er op die zaken beslist wordt.
Figuur A.17: Beslissingen op hoger beroepszaken asiel (beroep IND) 2008 2009 Gegrond 140 200 Ongegrond 30 40 Overig <10 20 Totaal 170 260 Bron: Kamerstuk 19637, 1416 (bijlage)
2010 450 120 20 590
2008 82,4% 17,6% 5,9% 100,0%
11
2009 76,9% 15,4% 7,7% 100,0%
2010 76,3% 20,3% 3,4% 100,0%
Dublin-verordening De Europese landen hebben afgesproken in welke gevallen een land verantwoordelijk is voor de behandeling van asielaanvragen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Dublinverordening. In het algemeen geldt de regel dat het eerste land in Europa waar de asielzoeker aankomt of doorreist, verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Stel, een asielzoeker vraagt in Nederland asiel aan, maar later blijkt dat hij via Italië Europa is binnengekomen. Dan zal Nederland hem naar Italië terugsturen: dat land is verantwoordelijk voor zijn asielprocedure. In 2011 werden 1.670 asielverzoeken afgewezen omdat de asielzoeker via een ander land de EU was binnengekomen.
Figuur A.18: Afgewezen asielaanvragen in Nederland op grond van Dublin 2.500 2.120
2.000
1.500
1.440
1.440
1.290 1.000
1.000
940 720
500
530
670
390
0 2007-I
2007-II
2008-I
2008-II
2009-I
2009-II
Bron: Rapportage Vreemdelingenketen
12
2010-I
2010-II
2011-I
2011-II
Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Figuur A.19: Asielaanvragen van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) per jaar (absoluut en als percentage van het totale aantal aanvragen) 8.000
20% 6.705
7.000
16%
5.951
5.547
6.000
18%
14% 5.000
12% 3.504
4.000
10%
3.232
2.660
Relatief Absoluut
8%
3.000
6% 2.000 1.562
1.216
1.000
594 515 410 433
726
1.039
4% 701
484
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0% 1996
0
2%
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.20: Instroom alleenstaande minderjarige asielzoekers naar belangrijkste landen van herkomst 2009 2010 2011 322 246 258 Afghanistan 357 119 38 Somalië 67 32 27 Irak 4 13 22 Wit-Rusland 45 33 11 Guinee 11 10 11 Sierra Leone 22 16 11 Iran 11 20 8 China 200 212 98 Overig 1.039 701 484 Totaal Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Veel veranderingen in asielaanvragen van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) In de afgelopen vijftien jaar is het aantal asielaanvragen van ama’s sterk veranderd. Sinds 1996 - het eerste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn – is er een sterke groei te zien. In 2000 is het aantal asielaanvragen van ama’s het hoogst: 6.705. In dat jaar, 2001 en 2002 is het aandeel van asielverzoeken van ama’s in het totale aantal asielaanvragen respectievelijk 15,4%, 18,2% en 17,3%. Het aandeel blijft mede hoog doordat het totale aantal asielaanvragen in die jaren beduidend sterker daalt dan dat van de ama’s. De verbetering van de situatie in landen waar veel ama’s vandaan komen leidt vanaf 2003 tot een sterke daling, zowel in absolute aantallen als in aandeel van het totale aantal asielverzoeken. Door de beëindiging van burgeroorlogen in Angola, Guinee en Sierra Leone lopen de aanvragen uit deze landen in twee jaar tijd terug van 3.387 in 2001 naar 282 in 2003. De daling van het aantal asielaanvragen van ama’s loopt door tot 2006. In dat jaar is nog geen 3% van de aanvragen afkomstig van ama’s. Daarna stijgt het aantal en aandeel ama’s weer. Van 2008 tot 2009 nemen de aantallen ama’s afkomstig uit Afghanistan en Somalië sterk toe. Het aantal Iraakse ama’s daalt juist: van 184 naar 67. In 2011 is het aantal Somalische ama’s nog maar 11% van dat in 2009. Ruim de helft van de ama’s in 2011 komt uit Afghanistan.
13
Figuur A.21: Aantal asielaanvragen alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) naar belangrijkste landen van herkomst in 2010 (absoluut)
Overig 20,2%
Iran 2,3% Sierra Leone 2,3% Afghanistan 53,3%
Wit-Rusland 4,5% China 1,7% Irak 5,6% Guinee 2,3% Somalië 7,9%
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
14
Uitgenodigde vluchtelingen Uitgenodigde vluchtelingen De wereldvluchtelingenorganisatie UNHCR heeft een programma om vluchtelingen in andere landen te hervestigen. De vluchtelingen verblijven meestal langdurig in vluchtelingenkampen, vaak in een buurland van het land waar ze vandaan komen. In deze kampen is de situatie vaak erbarmelijk en ronduit onveilig. De UNHCR selecteert de 'uitgenodigde' vluchtelingen tijdens speciale selectiemissies. De kwetsbaarste groepen krijgen daarbij de voorrang. De UNHCR draagt ze voor hervestiging voor aan landen die deelnemen aan het zogenaamde ‘resettlement program’. De meeste uitgenodigde vluchtelingen worden opgevangen door Verenigde Staten, Canada, Australië, Zweden, Noorwegen, Finland, Nieuw Zeeland, Denemarken en Nederland. Zie voor de internationale cijfers figuur C.8. Nederland heeft sinds 1986 een quotum van 500 uitgenodigde vluchtelingen per jaar. Dat betekent dat Nederland heeft toegezegd jaarlijks 500 vluchtelingen op te nemen voor hervestiging. Pas sinds 2005 wordt dat aantal daadwerkelijk gehaald. Voor de periode 2008 tot en met 2011 is afgesproken dat Nederland 2000 uitgenodigde vluchtelingen opneemt.
Figuur A.22: Aantal uitgenodigde vluchtelingen dat door IOM is ondersteund bij overkomst naar Nederland, per jaar 700
618
600
517 453
500
435 367
400 284
300
232 147
200 100
530
490
164
83
0 2000
2001 2002
2003
2004 2005
2006
2007 2008
Bron: www.iom-nederland.nl
15
2009
2010 2011
Figuur A.23: Door Nederland uitgenodigde vluchtelingen naar belangrijkste nationaliteiten in procenten (2011)
DR Congo 6,2%
Iran 3,6%
Overig 5,3% Buthan 18,3%
Sri Lanka 7,7% Ethiopië 15,1%
Eritrea 14,0%
Irak 14,7%
Myanmar 15,1%
Bron: IOM
16
Gezinshereniging en gezinsmigratie Gezinsmigratie van statushouders asiel In 2011 werden 1.650 minderjarige kinderen of echtgenoten herenigd met hun in Nederland woonachtige familieleden (een vergunning op de e-grond; 2.660 in 2010). Ook 220 meerderjarige kinderen of ongehuwde partners werden herenigd (f-grond; 220 in 2010). Belangrijk is te weten dat het hier alleen gaat om gezinshereniging van asielstatushouders van wie de gezinshereniging binnen drie maanden na statusverlening is aangevraagd. Deze zogenaamde ‘nareizigers’ hebben al een asielvergunning. Het overgrote deel van de gezinsherenigers doorloopt zo de asielprocedure en wordt meegeteld in de asielaanvragen. In andere gevallen wordt een reguliere vergunning verleend. In 2011 vroegen ongeveer 4.650 zo’n Machtiging voor Voorlopig Verblijf (MVV) aan voor gezinshereniging. Voor Somaliërs is bekend dat in de eerste helft van 2011 11% en in de tweede helft 6% van deze aanvragen werd gehonoreerd. Voor de totale groep asielzoekers is dat niet bekend. De cijfers in figuur A.25 geven voor de periode 2000-2010 de totalen weer van gezinshereniging en gezinsvorming, zowel asielgerelateerd als regulier. Het overgrote deel van de vluchtelingen in Nederland is afkomstig uit een van deze landen. Het is aannemelijk dat gezinsmigratie hier dus vaak gekoppeld is aan een asielverzoek. Figuur A.24: Gezinsmigratie van statushouders asiel 2009 2010 2011 e-grond 1.790 2.660 1.650 f-grond 110 220 150 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen
Figuur A.25: Gezinsmigratie voor geselecteerde landen van herkomst, totaal periode 20002010 18.000 15.658
16.000 14.000 12.000 9.609
10.000
7.295
7.032
5.809
6.000 3.476
4.000
Syrië
Soedan
1.118
Vml. Sovjet-Unie
882 Somalië
622 Sierra Leone
Nigeria
440 Iran
787
Irak
Angola
Afghanistan
0
894
Guinee
548
DR Congo
2.000
Ethiopië
2.583
Vml. Joegoslavië
8.000
Bron: Centraal Bureau voor Statistiek, Statline Definitie gezinsmigratie CBS Het CBS gebruikt de volgende definitie voor gezinsmigratie: immigratie van niet-Nederlanders met als doel gezinsmigratie. Gezinsmigratie bestaat uit gezinshereniging, meemigrerende gezinsleden en gezinsvorming.
17
Opvang Centrale opvang Op 1 januari 2011 bestond 80% van de bezetting van de centrale opvang uit bewoners van een asielzoekerscentrum (AZC). Andere vormen van centrale opvang zijn bijvoorbeeld zelfzorgarrangementen (ZZA) en Alternatieve tijdelijke capaciteit (ATC). Meer informatie hierover is te vinden op www.coa.nl.
Figuur A.26: Bezetting van, instroom in en uitstroom uit de centrale opvang (absoluut) 90.000 80.000 70.000 60.000 Bezetting
50.000
Instroom 40.000
Uitstroom
30.000 20.000 10.000
Bron: www.coa.nl
18
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Huisvesting Huisvesting vergunninghouders Elke gemeente in Nederland heeft de verplichting vergunninghouders te huisvesten. Deze zogenaamde ‘taakstelling’ is afhankelijk van het aantal inwoners in die gemeente. Vergunninghouders zijn asielzoekers die een asielvergunning of een andere reguliere vergunning hebben gekregen. Op het moment dat zij te horen krijgen dat ze in Nederland mogen blijven, wonen ze meestal in de centrale opvang, vaak in asielzoekerscentra (AZC’s). Van daaruit verhuizen ze dus naar een gemeente die hun een huis aanbiedt.
Figuur A.27: Huisvesting vergunninghouders, te huisvesten personen per provincie (1 juni 2012) Te huisvesten Provincie personen Fryslân 122 Groningen 109 Drenthe 90 Overijssel 202 Gelderland 357 Flevoland 69 Noord-Holland 480 Zuid-Holland 628 Utrecht 222 Brabant 445 Zeeland 72 Limburg 204 Totaal 3.000 Bron: www.justitie.nl, ‘Overzicht huisvesting vergunninghouders per 1 juni 2012’
19
Arbeidsparticipatie Figuur A.28: Arbeidsparticipatie vluchtelingen naar herkomstland (1 januari 2011) Afghanistan Angola China Irak Iran Sierra Leone
Baan
Soedan
Geen baan
Somalië Syrië Vml. Joegoslavië Vml. Sovjet-Unie Overige landen Totaal 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: CBS, VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2012 VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2012: Integratie in feiten en cijfers - Variatie in gemeentelijk beleid Meer informatie over de integratie van vluchtelingen is te vinden in de publicatie VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2012. Onderwerpen die aan bod komen zijn werk, inkomen en demografische kenmerken. Ook wordt bekeken hoe het de vluchtelingen verging die onder de Pardonregeling kwamen te vallen. Daarnaast is de variatie in het gemeentelijk beleid in kaart gebracht. De IntegratieBarometer dynamische kaart laat de verschillen tussen gemeenten zien.
20
Terugkeer Er zijn verschillende vormen van vertrek van een vreemdeling: - Zelfstandig vertrek zonder toezicht Bij controle is geconstateerd dat een vreemdeling niet meer aanwezig is op het laatste bekende adres, maar vertrek is niet aangetoond is. De vreemdeling is met onbekende bestemming vertrokken (MOB). - Zelfstandig vertrek onder toezicht Zelfstandig georganiseerd vertrek van een vreemdeling (bijvoorbeeld met hulp van IOM) - Gedwongen vertrek Het vertrek van een niet meer rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling door de Vreemdelingenpolitie.
Figuur A.29: Terugkeer naar soort vertrek 2007 Aantoonbaar vertrek 11.900 - Waarvan gedwongen 10.050 - Waarvan zelfstandig 1.850 Zelfstandig zonder toezicht 14.600 Totaal 26.500 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen
2008 9.200 6.850 2.350 10.900 20.100
2009 10.360 7.270 3.090 11.720 22.090
2010 11.810 8.040 3.790 10.890 22.700
2011 10.820 6.620 4.200 10.170 20.990
Figuur A.30: Zelfstandig vertrek zonder toezicht, belangrijkste nationaliteiten (2011) Iraakse 1.300 Somalische 620 Afghaanse 570 Chinese 540 Overige 7.140 Totaal 10.170 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen
Figuur A.31: Vrijwillige en zelfstandige terugkeer met hulp van IOM Nederland per jaar (absolute aantallen) 4.000
3.714
3.579
3.473
3.463
3.500
3.064
2.912
3.000
2.849 2.583
2.500
2.068
1.998 2.000
1.767 1.559
1.389
1.500 1.000 500
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
0
Bron: www.iom-nederland.nl NB: Deze cijfers geven geen compleet beeld; het betreft hier alleen de terugkeer die gefaciliteerd wordt door IOM Nederland. In 2010 heeft 54% van de 3.064 terugkeerders een asielachtergrond, in 2011 is dit 67% van 2.583.
21
Figuur A.32: Aantal terugkeerders met hulp van IOM, geselecteerde nationaliteiten (2011) 1 Iraakse 825 8 Servische 61 2 Macedonische 316 9 Armeense 60 3 Mongoolse 200 10 Angolese 53 4 Witrussische 195 11 Georgië 51 5 Russische 186 12 Iraanse 41 6 Chinese 175 Overig 1.115 7 Afghaanse 65 Totaal 3.473 Bron: www.iom-nederland.nl Alleen die nationaliteiten zijn opgenomen waarvan bekend is dat asiel een veelvoorkomend migratiemotief is.
22
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Figuur B.1: Asielaanvragen in geselecteerde Europese landen (absoluut en als deel van het aantal aanvragen in de EU27) 2009 2010 2011 België 17.190 7,0% 21.760 9,1% 25.980 9,4% Bulgarije 850 0,3% 1.030 0,4% 890 0,3% Cyprus 3.200 1,3% 3.160 1,3% 1.770 0,6% Denemarken 3.820 1,5% 4.970 2,1% 3.810 1,4% Duitsland 27.650 11,2% 41.330 17,2% 45.740 16,5% Estland 40 0,0% 30 0,0% 70 0,0% Finland 5.910 2,4% 4.020 1,7% 3.090 1,1% Frankrijk 42.120 17,0% 48.070 20,0% 51.910 18,7% Griekenland 15.930 6,4% 10.270 4,3% 9.310 3,4% Hongarije 4.670 1,9% 2.100 0,9% 1.690 0,6% Ierland 2.690 1,1% 1.940 0,8% 1.290 0,5% Italië 17.600 7,1% 10.050 4,2% 34.120 12,3% Letland 50 0,0% 60 0,0% 340 0,1% Litouwen 210 0,1% 370 0,2% 410 0,1% Luxemburg 480 0,2% 740 0,3% 2.160 0,8% Malta 2.390 1,0% 140 0,1% 1.850 0,7% Nederland 14.910 6,0% 13.330 5,5% 11.590 4,2% Noorwegen* 17.230 10.060 9.050 Oostenrijk 15.820 6,4% 11.010 4,6% 14.430 5,2% Polen 10.590 4,3% 6.530 2,7% 5.190 1,9% Portugal 140 0,1% 160 0,1% 280 0,1% Roemenië 840 0,3% 860 0,4% 1.720 0,6% Slovenië 180 0,1% 250 0,1% 310 0,1% Slowakije 820 0,3% 540 0,2% 450 0,2% Spanje 3.010 1,2% 2.740 1,1% 3.410 1,2% Tsjechië 1.360 0,5% 490 0,2% 490 0,2% Verenigd Koninkrijk 30.670 12,4% 22.640 9,4% 25.420 9,2% Zweden 24.190 9,8% 31.820 13,2% 29.650 10,7% Zwitserland* 14.490 13.520 19.440 EU27 totaal 247.330 100,0% 240.410 100,0% 277.370 100,0% Bron: UNHCR NB: De cijfers worden jaarlijks met terugwerkende kracht bijgesteld. Daarom wijken de cijfers van 2010 af van de cijfers die in Vluchtelingen in getallen 2011 gepubliceerd zijn. * geen lid van EU27
23
Figuur B.2: Aandeel asielaanvragen in EU27 naar belangrijkste ontvangende landen (2011)
Nederland 4,2%
Griekenland 3,4%
Overig 10,5%
Frankrijk 18,7%
Oostenrijk 5,2% Duitsland 16,5%
Verenigd Koninkrijk 9,2% België 9,4% Zw eden 10,7%
Italië 12,3%
Bron: UNHCR
Asielaanvragen naar landen van herkomst Figuur B.3: Asielaanvragen in Europa (EU27) naar belangrijkste landen van herkomst (absoluut en procentueel) 2009 Afghanistan Somalië Rusland Irak Servië Georgië Nigeria Pakistan Iran Sri Lanka Turkije Armenië Bangladesh China Eritrea DR Congo Syrië Guinee Macedonië Overig Totaal Bron: UNHCR
19.393 7,9% 18.653 7,6% 17.887 7,3% 17.544 7,1% 16.791 6,8% 10.222 4,2% 9.971 4,0% 9.562 3,9% 7.588 3,1% 6.382 2,6% 5.868 2,4% 5.858 2,4% 5.663 2,3% 5.410 2,2% 5.027 2,0% 4.448 1,8% 4.257 1,7% 4.008 1,6% 749 0,3% 71.022 28,8% 246.303 100,0%
2010 Servië Afghanistan Rusland Irak Somalië Iran Pakistan Georgië Nigeria Macedonië Sri Lanka Bangladesh China Turkije DR Congo Armenië Guinee Eritrea Syrië Overig Totaal
27.429 11,4% 19.442 8,1% 16.266 6,8% 14.448 6,0% 13.844 5,8% 9.291 3,9% 8.936 3,7% 6.641 2,8% 6.536 2,7% 5.711 2,4% 5.699 2,4% 5.659 2,4% 5.392 2,3% 5.345 2,2% 5.080 2,1% 4.965 2,1% 4.555 1,9% 4.406 1,8% 4.228 1,8% 65.735 27,4% 239.608 100,0%
24
2011 Afghanistan Servië Rusland Pakistan Irak Iran Somalië Nigeria Bangladesh Syrië Sri Lanka Georgië Armenië DR Congo Turkije Guinee Eritrea China Macedonië Overig Totaal
26.159 19.072 15.045 14.386 13.623 10.789 10.656 7.824 6.787 6.725 6.431 6.252 5.929 5.800 5.376 5.340 5.208 5.084 4.699 96.158 277.343
9,4% 6,9% 5,4% 5,2% 4,9% 3,9% 3,8% 2,8% 2,4% 2,4% 2,3% 2,3% 2,1% 2,1% 1,9% 1,9% 1,9% 1,8% 1,7% 34,7% 100,0%
Figuur B.4: Aandeel asielaanvragen in Europa (EU27) naar belangrijkste landen van herkomst (2011)
Afghanistan 9% Servië 7%
Rusland 5%
Pakistan 5%
Overig 54%
Irak 5% Iran 4% Somalië 4% Syrië 2%
Bangladesh 2%
Bron: UNHCR
25
Nigeria 3%
Revoluties in de Arabische wereld In veel landen in de Arabische wereld braken eind 2010 en begin 2011 revoluties uit. De opstanden leidden situaties in van onveiligheid en onzekerheid. Veel mensen ontvluchtten het geweld. Zij werden meestal opgevangen in een buurland of vluchtten naar een veiliger plek in eigen land (ontheemden). In Europa leidden de revoluties tot een vaak tijdelijke stijging van het aantal asielaanvragen. Het aantal asielaanvragen uit Egypte en Algerije nam licht toe. Ook de strijd in Libië die van februari tot oktober 2011 duurde heeft geleid tot een stijging van het aantal asielaanvragen. De enorme uitschieter in de asielaanvragen van Tunesiërs komt bijna volledig op het conto van Italië. In februari en maart 2011 – de eerste maanden na de revolutie - vroegen daar respectievelijk 1.600 en 1.485 Tunesiërs asiel aan. In Syrië duurt de opstand voort sinds maart 2011. Het aantal asielaanvragen is gestaag gestegen. In 2010 vroegen 5.005 Syriërs ergens in Europa asiel aan, in 2011 waren dat er 7.885. Veruit de meeste Syriërs worden in de regio opgevangen of zijn ontheemd geraakt. In april 2012 waren 300.000 Syriërs ontheemd. In de regio zochten 22.000 Syriërs hun toevlucht in Libanon, 16.000 in Jordanië, 23.870 in Turkije en 3.000 in Irak. Ironisch genoeg vangt Syrië zelf ruim 750.000 vluchtelingen op uit de regio, voornamelijk Palestijnen (bron: US Department of State, UNHCR en IDMC).
Figuur B.5: Asielaanvragen in de EU uit Arabische wereld (1-2010 tot 1-2012) 1.800 1.600 1.400 1.200
Algerije
1.000
Egypte Libië
800
Tunesië Syrië
600 400 200
Bron: Eurostat
26
2011/11
2011/09
2011/07
2011/05
2011/03
2011/01
2010/11
2010/09
2010/07
2010/05
2010/03
2010/01
0
Beslissingen Figuur B.6: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel (2011) EU27 België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Groot-Brittannië
a-grond
Italië
b-grond c/d-grond
Nederland
Afw ijzing
Noorw egen * Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Spanje Zw eden Zw itserland * 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bron : Eurostat
Opmerkingen bij figuur B.6: - Het gaat om de beslissingen die zijn genomen, niet over de asielinstroom in dat jaar. - Statussen die zijn verleend op reguliere gronden (medische behandeling, gezinshereniging) zijn in dit overzicht niet opgenomen. - Gronden van verlening: a-grond: vluchtelingschap; b-grond: subsidiaire bescherming c/d-grond: humanitaire gronden Voor uitgebreidere uitleg van de gronden zie figuur A.9.
27
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Figuur C.1: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, 1 januari 2012) Vluchtelingen naar werelddeel van opvang
Vluchtelingen naar werelddeel van opvang %
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst%
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst Afrika 3.511.640 Azië 5.772.713 Europa 467.387 Latijns-Amerika 484.069 Noord-Amerika 3.887 Oceanië 1.890 Overig/statelozen 163.220 Totaal 10.404.806 Bron: Global trends 2011, UNHCR
33,8% 2.924.091 55,5% 5.104.115 4,5% 1.534.415 4,7% 377.784 0,0% 429.646 0,0% 34.755 1,6% 100,0% 10.404.806
28,1% 49,1% 14,7% 3,6% 4,1% 0,3% 100,0%
Figuur C.2: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang 100% 90% 80%
Overig/statelozen
70%
Oceanië
60%
Noord-Amerika
50%
Latijns-Amerika
40%
Europa
30%
Azië
20%
Afrika
10% 0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2011, UNHCR
28
Figuur C.3: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, 1 januari 2012) Asielzoekers naar werelddeel van herkomst %
Asielzoekers naar werelddeel van opvang
Asielzoekers naar werelddeel van opvang %
Asielzoekers naar werelddeel van herkomst Afrika 294.995 Azië 187.702 Europa 45.695 Latijns-Amerika 64.822 Noord-Amerika 603 Oceanië 359 Overig/statelozen 301.108 Totaal 895.284 Bron: Global trends 2011, UNHCR
32,9% 21,0% 5,1% 7,2% 0,1% 0,0% 33,6% 100,0%
390.715 83.130 312.701 49.677 53.573 5.488
43,6% 9,3% 34,9% 5,5% 6,0% 0,6%
895.284
100,0%
Figuur C.4: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang 100% 90% 80%
Overig/statelozen
70% 60%
Oceanië
50% 40%
Latijns-Amerika
30% 20%
Azië
Noord-Amerika Europa Afrika
10% 0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2011, UNHCR UNHCR UNHCR staat voor United Nations High Commissioner for Refugees. De UNHCR is de belangrijkste organisatie die zich bezighoudt met de bescherming van vluchtelingen wereldwijd. Het hoofddoel van de UNHCR is het waarborgen van de rechten en het welzijn van vluchtelingen. Groepen waarvoor UNHCR zich inzet zijn - vluchtelingen - asielzoekers - ontheemden - personen die zijn teruggekeerd - statelozen Voor de exacte definities van deze groepen kunt u terecht bij de website van de UNHCR.
29
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van herkomst Figuur C.5: Aantal vluchtelingen wereldwijd, top 10 herkomstlanden in dat jaar (2010-2012) 1-1-2010 Afghanistan 2.887.100 1 Irak 1.785.200 2 Somalië 678.300 3 DR Congo 455.900 4 Myanmar 406.700 5 Colombia 389.800 6 Soedan 368.200 7 Vietnam 339.300 8 Eritrea 209.200 9 Servië 195.600 10 Overig 1.091.567 Totaal 8.806.867 Bron: Global trends 2011, UNHCR 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Afghanistan Irak Somalië DR Congo Soedan Vietnam Myanmar Eritrea China Servië Overig Totaal
1-1-2011 3.054.709 1 Afghanistan 1.683.575 2 Irak 770.148 3 Somalië 476.693 4 Soedan 379.067 5 DR Congo 338.698 6 Myanmar 215.644 7 Colombia 205.458 8 Vietnam 184.602 9 Eritrea 182.955 10 China 2.460.862 Overig 9.952.412 Totaal
1-1-2012 2.664.436 1.428.308 1.077.048 500.014 491.481 414.626 395.949 337.829 251.954 190.369 2.652.792 10.404.806
Figuur C.6: Aantal vluchtelingen wereldwijd naar belangrijkste landen van herkomst (eind 2011) Afghanistan
2.664.436
Irak
1.428.308
Somalië
1.077.048
Soedan
500.014
DR Congo
491.481
Myanmar
414.626
Colombia
395.949
Vietnam
337.829
Eritrea
251.954
China
190.369 0
500.000
1.000.000
1.500.000
Bron: Global trends 2011, UNHCR
30
2.000.000
2.500.000
3.000.000
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Figuur C.7: Landen met de grootste groepen vluchtelingen binnen de grenzen, en Nederland (eind 2011) Pakistan
1.702.700
Iran
886.500
Syrië
755.400
Duitsland
571.700
Kenya
566.500
Jordanië
451.000
Tsjaad
366.500
China
301.000
Ethiopië
288.800
Verenigde Staten
264.800
Nederland
74.600 0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
1.200.000
1.400.000
1.600.000
1.800.000
Bron: Global trends 2011, UNHCR
Uitgenodigde vluchtelingen Figuur C.8: Aantal uitgenodigde vluchtelingen naar belangrijkste landen van hervestiging Landen van hervestiging Verenigde Staten Canada Australië Zweden Noorwegen Verenigd Koninkrijk Finland Duitsland Nederland Overige landen Totaal Bron: UNHCR
2009 62.011 6.582 6.720 1.880 1.367 969 710 2.064 367 1.987 84.657
2010 54.077 6.732 5.634 1.789 1.088 695 543 457 430 1.497 72.942
31