VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2013 VluchtelingenWerk Nederland brengt jaarlijks de publicatie 'Vluchtelingen in getallen' uit. Daarin wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste cijfers over vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, Europa en wereldwijd. Onder meer de volgende vragen worden beantwoord: -
Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland? Hoeveel asielverzoeken worden er jaarlijks gedaan? Waar komen de meeste vluchtelingen vandaan? Waar worden de meeste vluchtelingen opgevangen?
‘Vluchtelingen in getallen’ geeft bij een aantal figuren verklaringen voor de getoonde ontwikkelingen, zoals de schommelingen in het aantal asielaanvragen per jaar. Waar nodig wordt nadere uitleg gegeven over de gebruikte termen en definities.
Voor deze publicatie geldt de disclaimer van de website van VluchtelingenWerk Nederland (www.vluchtelingenwerk.nl). Vragen en opmerkingen over deze publicatie kunnen worden gemaild naar
[email protected]. © VluchtelingenWerk Nederland, september 2013
Inhoudsopgave
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: grootste groepen Migratiemotieven Asielaanvragen Beslissingen Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Uitgenodigde vluchtelingen Gezinshereniging en gezinsmigratie Opvang Huisvesting Terugkeer
4 5 6 9 13 15 16 17 19 20
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Asielaanvragen naar landen van herkomst Beslissingen
22 23 25
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Vluchtelingen naar belangrijkste land van herkomst Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Uitgenodigde vluchtelingen
27 29 30 30
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: landen van herkomst Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. De registratie van vluchtelingen is niet eenduidig en er zijn verschillende definities. Hier volgt een overzicht van wat verschillende bronnen zeggen over het aantal vluchtelingen en wie daarin worden meegeteld en wie niet. UNHCR: 76.603 vluchtelingen en 10.420 asielzoekers De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties - UNHCR - gaat uit van de volgende cijfers op 1 januari 2013: -
-
Personen met een vluchtelingenstatus (a-grond) en personen die aanvullende vormen van bescherming krijgen (b-, c- en d-grond) (74.598). (zie uitleg onder Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000, p. 9). NB: Personen die een andere vergunning hebben gekregen (bijvoorbeeld pardon, gezinshereniging) en nareizigers (e- en f-grond, zie p. 9) tellen niet mee. Staatlozen (2.005). Asielzoekers in afwachting van een beslissing op hun asielverzoek (10.420).
VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2012 (CBS): 69.620 Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) stelt voor de VluchtelingenWerk IntegratieBarometer diverse cijferoverzichten samen over vluchtelingen in Nederland. Doel is de ontwikkeling van een vaste groep vluchtelingen te kunnen volgen. Daartoe wordt een vaste definitie gebruikt: -
-
Personen die van Nederland die tussen 1 januari 2000 en 1 januari 2010 asiel hebben aangevraagd, op 1 januari 2010 stonden ingeschreven in de GBA en genaturaliseerd zijn of beschikken over een verblijfsstatus (asiel of regulier). Personen van wie de asielprocedure niet is afgerond en de tweede generatie en gezinsmigranten die zich voegen bij gezinsleden die in Nederland asiel hebben aangevraagd tellen niet mee.
VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2006 (Regioplan): 200.000-250.000 Onderzoek uitgevoerd door Regioplan in opdracht van VluchtelingenWerk Nederland. Wie worden meegeteld? - Deze schatting is gebaseerd op personen die zijn geboren in landen waar veel vluchtelingen vandaan komen. Het gaat daarbij deels om personen die om een andere reden dan asiel naar Nederland zijn gekomen (zie figuur A.2). - Tweede generatie en gezinsherenigers. VluchtelingenWerk zet zich in voor vluchtelingen, asielzoekers én hun gezin VluchtelingenWerk zet zich ook in voor gezinsleden van asielzoekers en vluchtelingen, die niet altijd zélf asiel hebben aangevraagd. En óók voor asielzoekers die geen asielvergunning hebben gekregen, maar bijvoorbeeld een pardonvergunning of vergunning als alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv). Daarom gaat VluchtelingenWerk uit van doelgroep van 200.000 à 250.000 personen (asielzoekers, vluchtelingen en hun gezinsleden in Nederland) waar zij zich voor inzet of ingezet heeft.
Figuur A.1 toont het aantal vreemdelingen in Nederland naar land van herkomst. Het gaat hier dus niet om vluchtelingen of asielaanvragen. In de tabel zijn landen opgenomen waaruit grote groepen vluchtelingen afkomstig zijn. Uit sommige landen komen vrijwel uitsluitend vluchtelingen en hun gezinsleden (gezinshereniging), uit andere landen komen ook migranten met andere ‘migratiemotieven’ zoals arbeid of studie (zie figuur A.2). Hoewel het bij vluchtelingen niet logisch is om te spreken van een tweede generatie, zijn in figuur A.1 - analoog aan andere groepen vreemdelingen - ook de cijfers voor die groep opgenomen.
Figuur A.1: Vreemdelingen in Nederland (eerste en tweede generatie) naar land van herkomst (stand begin 2012 en 2013) 2012
2013
Eerste Tweede Totaal generatie generatie Afghanistan 41.473 32.579 8.894 Angola 8.752 5.615 3.137 Armenië 765 758 7 Azerbeidzjan 657 656 1 Burundi 3.349 2.450 899 China 59.097 41.533 17.564 Colombia 13.537 8.182 5.355 DR Congo 8.084 4.701 3.383 Egypte 21.373 12.031 9.342 Eritrea 1.915 1.538 377 Ethiopië 11.970 7.748 4.222 Guinee 3.869 2.545 1.324 Irak 53.336 40.710 12.626 Iran 34.226 27.012 7.214 Ivoorkust 1.791 1.193 598 Myanmar 1.126 948 178 Nepal 1.617 1.366 251 Nigeria 11.196 6.119 5.077 Rwanda 1.483 1.046 437 Sierra Leone 5.971 4.284 1.687 Soedan 6.342 4.389 1.953 Somalië 33.750 24.638 9.112 Sri Lanka 11.083 6.866 4.217 Syrië 11.025 7.247 3.778 Togo 1.808 1.171 637 Turkije 392.923 197.107 195.816 Vietnam 19.944 12.247 7.697 Vml. Joegoslavië 80.837 52.552 28.285 Vml. Sovjet-Unie 65.441 49.158 16.283 Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), Statline
4
Totaal 42.348 8.575 810 680 3.281 61.890 14.069 8.134 21.783 2.133 12.270 3.948 53.731 35.395 1.848 1.220 1.708 11.466 1.525 6.008 6.268 34.631 11.389 11.665 1.835 395.302 20.295 81.498 69.182
Eerste generatie 32.820 5.355 798 676 2.335 43.487 8.392 4.665 12.209 1.705 7.897 2.534 40.509 27.754 1.216 1.026 1.409 6.153 1.050 4.217 4.302 24.597 6.877 7.642 1.164 196.203 12.335 52.375 51.725
Tweede generatie 9.528 3.220 12 4 946 18.403 5.677 3.469 9.574 428 4.373 1.414 13.222 7.641 632 194 299 5.313 475 1.791 1.966 10.034 4.512 4.023 671 199.099 7.960 29.123 17.457
Migratiemotieven Figuur A.2 laat voor de periode 2001-2011 zien wat per land van herkomst de belangrijkste redenen zijn om te migreren. Voor Afghanistan, Angola, Democratische Republiek Congo, Guinee, Irak, Iran, voormalig Joegoslavië, Sierra Leone, Syrië, Soedan en Somalië zijn asiel en gezinshereniging de voornaamste migratiemotieven. Het ligt voor de hand dat de gezinsmigratie hier in grote mate samenhangt met een asielaanvraag. De voormalige Sovjet-Unie, China en Ethiopië laten een diverser beeld zien wat betreft migratiemotieven. Voor Turkije is het overheersende migratiemotief gezinsmigratie.
Figuur A.2: Immigratie naar Nederland naar migratiemotief, geselecteerde landen van herkomst (totaal 2001-2011) 50.000 45.000 40.000 35.000 Overig
30.000
Gezinsmigratie
25.000
Asiel
20.000
Arbeid
15.000 10.000
Vml. Sovjet-Unie
Vml. Joegoslavië
Vietnam
Turkije
Syrië
Sri Lanka
Somalië
Soedan
Sierra Leone
Nigeria
Iran
Irak
Guinee
Ethiopië
Egypte
Colombia
China
Angola
Afghanistan
0
DR Congo
5.000
Overig is studie, au pair/stage, medische behandeling en ‘economisch niet-actieven” Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) 2012, Statline
5
Asielaanvragen Ontwikkeling van de asielaanvragen: verklaringen voor pieken en dalen In de afgelopen decennia is het aantal asielaanvragen per jaar sterk veranderd. In 1994 werden ruim 50.000 asielaanvragen gedaan en tot 2001 lag het aantal asielaanvragen voortdurend boven de 20.000. In de jaren daarna schommelt het aantal tussen de 10.000 en 15.000 per jaar. - Vanaf 1992: Oorlog in voormalig Joegoslavië brengt grote vluchtelingenstromen op gang in Europa. - 1994: In Duitsland wordt het asielbeleid aangescherpt met als doel het hoge aantal asielverzoeken terug te brengen (438.000 asielaanvragen in 1993). De asielinstroom in Duitsland daalt daarop sterk en neemt in de omliggende landen juist toe. - Vanaf 1997: Stijging asielinstroom door onrust in Afghanistan, Irak en de oorlog in Kosovo. - 2001: Invoering Nieuwe Vreemdelingenwet. - Afname asielinstroom door verminderd aantal aanvragen uit Afghanistan, voormalige Sovjetrepublieken en voormalig Joegoslavië. - 2008: Stijging van de instroom ten opzichte van 2007 doordat er meer asielverzoeken zijn uit Somalië en met name Irak vanwege oplaaiend geweld. Het categoriaal beleid voor Zuid- en Centraal-Irak is per 22 november 2008 afgeschaft. Asielzoekers uit deze regio’s krijgen dus niet meer automatisch een vergunning. - 2009: Per 19 mei 2009 is het categoriaal beleid voor Centraal- en Zuid-Somalië afgeschaft. Het aantal asielverzoeken van Somaliërs is in de daaropvolgende jaren sterk gedaald: van 5.889 in 2009 naar 877 in 2012. - Het aantal Syriërs dat bescherming zoekt stijgt van 454 in 2012 naar 957 in de eerste zeven maanden van 2013. Bron: Rechtspleging en civiel bestuur, WODC, Par. 8.3 Asiel, Sprangers en Nicolaas (2010) en Migratie naar en vanuit Nederland, WODC (2009)
Figuur A.3: Asielaanvragen (eerste en vervolg) in Nederland (1993 t/m 2012) 60.000 52.576 50.000 45.217 43.895 42.729
40.000
34.443
35.399
32.579
30.000 29.258 22.857 20.000
18.667
16.163
14.465 13.402
12.347
15.275
10.000
14.631 15.148 13.170
9.731
9.782
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
6
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0
Figuur A.4: Eerste asielaanvragen in Nederland (2007 t/m 2012) 16.000
14.905
14.000
13.333
13.399
12.000
11.590
10.000 8.000
9.714 7.102
6.000 4.000 2.000 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.5: Eerste asielaanvragen - top 10 herkomstlanden per jaar (2010-2012) Somalië Irak Afghanistan Iran Armenië Onbekend Eritrea Macedonië China Rusland Overig Totaal
2010 3.372 25,3% 1.383 10,4% 1.364 10,2% 785 5,9% 611 4,6% 538 4,0% 392 2,9% 389 2,9% 300 2,3% 207 1,6% 3.992 29,9% 13.333 100,0%
Afghanistan Irak Somalië Iran Onbekend Armenië Eritrea Rusland China Macedonië Overig Totaal
2011 1.885 16,3% 1.435 12,4% 1.415 12,2% 929 8,0% 559 4,8% 471 4,1% 458 4,0% 451 3,9% 276 2,4% 266 2,3% 3.445 29,7% 11.590 100,0%
2012
Irak Afghanistan Somalië Iran Rusland Syrië Eritrea Onbekend Georgië Servië Overig Totaal
1.391 1.022 877 834 743 454 424 343 226 137 3.263 9.714
14,3% 10,5% 9,0% 8,6% 7,6% 4,7% 4,4% 3,5% 2,3% 1,4% 33,6% 100,0%
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Wat zijn eerste en vervolgaanvragen? Wanneer de eerste asielaanvraag is afgewezen kunnen asielzoekers in sommige gevallen een nieuwe aanvraag indienen. Bijvoorbeeld wanneer er nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die relevant zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag of wanneer de situatie in het land van herkomst is veranderd. Pas sinds augustus 2006 wordt in de administratie onderscheid gemaakt tussen eerste en vervolgaanvragen. Om de ontwikkeling over een langere periode te kunnen zien worden in figuur A.3 dus alle aanvragen geteld. Figuur A.7 toont de ontwikkeling in het aandeel eerste en vervolgaanvragen. In 2010 was het aandeel eerste aanvragen 88%, het jaar daarop 80%. In 2012 bestond 74% van de asielaanvragen uit eerste aanvragen, 26% betrof dus een vervolgaanvraag. In 2012 bestaat 38% van alle aanvragen van Somaliërs en 37% van die van Afghanen uit vervolgaanvragen. Van de Russen is dat nog geen 10%. In de eerste helft van 2013 is 1% van de aanvragen van Syriërs en ruim de helft van die van Afghanen een vervolgaanvraag. Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
7
Figuur A.6: Eerste asielaanvragen per maand voor vier belangrijkste herkomstlanden (augustus 2006-juni 2013) 700 600 500 Irak
400
Somalië Afghanistan
300
Iran
200 100
feb-13
aug-12
feb-12
aug-11
feb-11
aug-10
feb-10
aug-09
feb-09
aug-08
feb-08
aug-07
feb-07
aug-06
0
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) NB: geen data voor jan-apr 2012; getoond wordt het gemiddelde voor die maanden
Figuur A.7: Ontwikkeling in aandeel eerste en vervolgaanvragen per maand 100% 90% 80% 70% 60% Vervolg
50%
Eerste
40% 30% 20% 10%
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) NB: feb-apr 2012: geen gegevens beschikbaar; niet in overzicht opgenomen
8
apr-13
dec-12
aug-12
apr-12
dec-11
aug-11
apr-11
dec-10
aug-10
apr-10
dec-09
aug-09
apr-09
dec-08
aug-08
apr-08
dec-07
aug-07
apr-07
dec-06
aug-06
0%
Beslissingen Figuur A.8: Verleende asielstatussen naar toewijzingsgrond A-grond 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
270 190 370 480 960 730 700 600 740 900 830 700
7,6% 7,1% 11,6% 11,5% 10,9% 11,8% 12,5% 9,8% 8,7% 10,4% 9,8% 11,8%
B-grond 80 130 250 660 1.650 1.320 1.280 1.790 3.400 4.420 5.220 3.620
2,3% 4,9% 7,9% 15,9% 18,8% 21,3% 22,8% 29,2% 40,0% 50,9% 61,8% 61,0%
C-grond 630 880 660 570 940 840 320 230 360 310 370 170
D-grond
17,7% 33,0% 20,8% 13,7% 10,7% 13,6% 5,7% 3,8% 4,2% 3,6% 4,4% 2,9%
2.260 1.170 1.420 1.390 2.830 1.460 2.390 2.630 2.090 180 170 30
63,7% 43,8% 44,7% 33,4% 32,2% 23,6% 42,6% 42,9% 24,6% 2,1% 2,0% 0,5%
E-grond 280 280 450 970 2.190 1.640 820 800 1.780 2.660 1.690 1.320
7,9% 10,5% 14,2% 23,3% 24,9% 26,5% 14,6% 13,1% 21,0% 30,6% 20,0% 22,3%
F-grond 30 20 30 90 220 200 100 80 120 220 160 90
0,8% 0,7% 0,9% 2,2% 2,5% 3,2% 1,8% 1,3% 1,4% 2,5% 1,9% 1,5%
Totaal 3.550 2.670 3.180 4.160 8.790 6.190 5.610 6.130 8.490 8.690 8.440 5.930
Bron: KST 33293-EK-C Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000 In de Vreemdelingenwet 2000 (Vw2000) worden verschillende beschermingsgronden onderscheiden: - a-grond: vluchtelingschap Iemand voldoet aan de voorwaarden van het Vluchtelingenverdrag. - b-grond: subsidiaire bescherming Iemand loopt bij uitzetting risico op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. - c-grond: humanitaire gronden Er zijn klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit eigen land (met name trauma’s vanwege eerdere vervolging). - d-grond: humanitaire gronden De algehele situatie in het land van herkomst is te slecht (conflict of grootschalige mensenrechtenschendingen). - e-grond: nareizende gezinsleden Hereniging van minderjarige kinderen of echtgenoten met hun in Nederland woonachtige familieleden met asielstatus. De gezinshereniging moet binnen drie maanden na statusverlening is aangevraagd. - f-grond: nareizende gezinsleden Hereniging van meerderjarige kinderen of ongehuwde partners met hun in Nederland woonachtige familieleden met asielstatus. De gezinshereniging moet binnen drie maanden na statusverlening zijn aangevraagd. Het overgrote deel van de gezinsherenigers doorloopt als nareiziger de asielprocedure en wordt meegeteld in de asielaanvragen. Zij krijgen een vergunning op de e- of f-grond en incidenteel een van de overige gronden. In andere gevallen wordt een reguliere vergunning verleend. In 2011 vroegen ongeveer 4.650 vreemdelingen zo’n Machtiging voor Voorlopig Verblijf (MVV) aan voor gezinshereniging. Voor Somaliërs is bekend dat in 2011 minder dan 10% van deze aanvragen werd gehonoreerd. Voor de totale groep asielzoekers is dat niet bekend.
Niet op elke aanvraag wordt in het jaar van aanvraag beslist. Daarom komt het aantal asielaanvragen in een jaar niet overeen met het aantal beslissingen. De statussen die zijn verleend op reguliere gronden (bijvoorbeeld pardonregeling of medische behandeling) en beslissingen op beroepszaken zijn niet in meegenomen.
9
Figuur A.9: Verleende asielstatussen naar toewijzingsgrond (relatief; 2001-2012) 100% 90% 80% 70% D-grond
60%
C-grond
50%
B-grond
40%
A-grond
30% 20% 10% 2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
0%
Bron: KST 33293-EK-C
Figuur A.10: Verleende asielstatussen naar toewijzingsgrond (absoluut; 2001-2012) 10.000 9.000 8.000 7.000
F-grond
6.000
E-grond D-grond
5.000
C-grond
4.000
B-grond
3.000
A-grond
2.000 1.000
Bron: KST 33293-EK-C
10 1
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
0
Tijdelijke en definitieve asielvergunning Als een asielzoeker in Nederland mag blijven, krijgt hij eerst een tijdelijke vergunning. Voor iedereen is dit dezelfde tijdelijke asielvergunning. Nederland kan deze vergunning vijf jaar lang intrekken. Na vijf jaar kunnen vreemdelingen een definitieve asielvergunning aanvragen. Als iemand een definitieve vergunning heeft, kan Nederland deze niet intrekken bij een verbetering van de situatie in het land van herkomst. Intrekken kan wel als iemand een misdrijf pleegt.
A.11: Verleende asielvergunningen (tijdelijk (TV) en definitief (DV)) naar land van nationaliteit TV DV 2007 2007 Afghaanse 515 305 Angolese 185 25 Armeense 175 45 Azerbajdzjaanse 500 45 Bosnische 85 35 Burundische 105 155 Chinese 140 20 Congolees 65 35 Congolees (DR) 80 20 Eritrese 170 70 Guinese 55 20 Iraakse 2.445 1.230 Iraanse 285 75 Ivoriaanse 90 10 Joegoslavische 375 40 Nigeriaanse 35 10 Russische 170 60 Sierraleoonse 145 145 Somalische 1.285 260 Sri Lankaanse 50 15 Soedanese 230 65 Syrische 125 20 Turkse 145 60 Onbekend en staatloos 725 345 Overige nationaliteiten 725 335 Totaal alle nationaliteit 8.905 3.440 Bron: CBS Statline juni 2012
TV 2008 275 40 40 100 10 70 115 45 40 130 135 2.190 200 55 60 25 55 95 1.525 50 50 25 40 260 355 5.985
DV 2008 40 5 5 10 0 45 0 5 10 5 10 75 10 95 5 5 5 25 155 0 10 0 10 65 40 630
11 1
TV 2009 330 35 80 55 70 130 55 35 225 110 1.795 255 75 10 25 35 110 3.860 85 35 30 15 310 480 8.240
DV 2009 95 10 25 5 5 60 30 25 20 35 5 50 55 15 15 5 25 15 120 0 60 15 15 70 95 875
TV DV 2010 2010 755 130 25 20 165 20 60 30 0 15 40 75 205 20 60 25 40 115 285 70 125 20 1.360 195 450 40 70 0 5 25 15 5 15 10 75 30 3.590 230 135 5 65 75 55 35 25 30 245 170 495 255 8.355 1.650
TV 2011 1.375 5 75 40 0 10 230 75 30 410 100 1.290 595 20 0 25 25 55 2.350 95 120 25 20 400 425 7.795
DV 2011 265 20 20 35 0 180 35 25 70 120 40 485 145 5 10 15 45 55 495 5 85 45 30 265 410 2.895
Dublin-verordening De Europese landen hebben afgesproken in welke gevallen een land verantwoordelijk is voor de behandeling van asielaanvragen. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Dublinverordening. In het algemeen geldt de regel dat het eerste land in Europa waar de asielzoeker aankomt of doorreist, verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Stel, een asielzoeker vraagt in Nederland asiel aan, maar later blijkt dat hij via Italië Europa is binnengekomen. Dan zal Nederland hem naar Italië terugsturen: dat land is verantwoordelijk voor zijn asielprocedure. In 2011 werden 1.270 asielverzoeken afgewezen omdat de asielzoeker via een ander land de EU was binnengekomen.
Figuur A.12: Afgewezen asielaanvragen in Nederland op grond van Dublin 2.500 2.120 2.000 1.440
1.500
1.000
940
1.000
720 530
500
1.440
1.290 1.000
720
390
0 2007-I 2007-II 2008-I 2008-II 2009-I 2009-II 2010-I 2010-II 2011-I 2011-II 2012-I
Bron: Rapportage Vreemdelingenketen
12 1
Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Figuur A.13: Asielaanvragen van ama’s per jaar (absoluut en als percentage van het totale aantal aanvragen) 8.000
20,0% 18,0%
6.705
7.000
16,0%
5.951
6.000
5.547
14,0%
5.000
12,0%
4.000
3.504
10,0% 3.232
2.660
Absoluut Relatief
8,0%
3.000
6,0% 2.000 1.562 1.216 1.000
594 515 410 433
1.039 726 701
4,0% 484 2,0%
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0,0% 1996
0
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.14: Instroom ama’s naar belangrijkste landen van herkomst 2009 2010 2011 322 246 258 Afghanistan 357 119 38 Somalië 67 32 27 Irak 4 13 22 Wit-Rusland 45 33 11 Guinee 11 10 11 Sierra Leone 22 16 11 Iran 11 20 8 China 200 212 98 Overig 1.039 701 484 Totaal Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Veel veranderingen in asielaanvragen van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) In de afgelopen vijftien jaar is het aantal asielaanvragen van ama’s sterk veranderd. Sinds 1996 - het eerste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn – is er een sterke groei te zien. In 2000 is het aantal asielaanvragen van ama’s het hoogst: 6.705. In dat jaar, 2001 en 2002 is het aandeel van asielverzoeken van ama’s in het totale aantal asielaanvragen respectievelijk 15,4%, 18,2% en 17,3%. Het aandeel blijft mede hoog doordat het totale aantal asielaanvragen in die jaren beduidend sterker daalt dan dat van de ama’s. De verbetering van de situatie in landen waar veel ama’s vandaan komen leidt vanaf 2003 tot een sterke daling, zowel in absolute aantallen als in aandeel van het totale aantal asielverzoeken. Door de beëindiging van burgeroorlogen in Angola, Guinee en Sierra Leone lopen de aanvragen uit deze landen in twee jaar tijd terug van 3.387 in 2001 naar 282 in 2003. De daling van het aantal asielaanvragen van ama’s loopt door tot 2006. In dat jaar is nog geen 3% van de aanvragen afkomstig van ama’s. Daarna stijgt het aantal en aandeel ama’s weer. Van 2008 tot 2009 nemen de aantallen ama’s afkomstig uit Afghanistan en Somalië sterk toe. Het aantal Iraakse ama’s daalt juist: van 184 naar 67. In 2011 is het aantal Somalische ama’s nog maar 11% van dat in 2009. Ruim de helft van de ama’s in 2011 komt uit Afghanistan.
13 1
Voogdij alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) door Nidos De voogdij van alleenstaande minderjarige asielzoekers is toegewezen aan de stichting Nidos. De termen alleenstaande minderjarige asielzoeker (ama) en alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) worden vaak door elkaar gebruikt. Juridisch is het juist om te spreken van een 'ama' zolang de minderjarige nog in de asielprocedure zit.
Figuur A.15: Voogdij van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Nieuwe pupillen Beëindigde voogdij Pupillen per 31/12 2003 1.268 4.759 6.949 2004 545 2.959 4.535 2005 412 1.694 3.253 2006 333 1.131 2.477 2007 415 795 2.098 2008 631 743 1.986 2009 1.290 675 2.600 2010 1.053 1.067 2.587 2011 843 1.079 2.348 2012 513 902 1.968 Bron: CBS
Figuur A.16: Ontwikkeling van de instroom van ama’s in de centrale opvang 2.500
2.361
2.000
1.500 1.031
998 1.000 658 500
464
424
2004
2005
869
739
717 407
321
0 2002
2003
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: COA
Figuur A.17: Ama’s in de centrale opvang naar nationaliteit (1 juli 2013)
1.121
Afghanistan Guinee 1.731
Somalië Sierra Leone Eritrea
87
DR Congo
87 119
Overig 316 362
Bron: COA
14 1
Uitgenodigde vluchtelingen Uitgenodigde vluchtelingen De wereldvluchtelingenorganisatie UNHCR heeft een programma om vluchtelingen in andere landen te hervestigen. De vluchtelingen verblijven meestal langdurig in vluchtelingenkampen, vaak in een buurland van het land waar ze vandaan komen. In deze kampen is de situatie vaak erbarmelijk en ronduit onveilig. De UNHCR selecteert de 'uitgenodigde' vluchtelingen tijdens speciale selectiemissies. De kwetsbaarste groepen krijgen daarbij de voorrang. De UNHCR draagt ze voor hervestiging voor aan landen die deelnemen aan het zogenaamde ‘resettlement program’. De meeste uitgenodigde vluchtelingen worden opgevangen door Verenigde Staten, Canada, Australië, Zweden, Noorwegen, Finland, Nieuw Zeeland, Denemarken en Nederland. Zie voor de internationale cijfers figuur C.8. Nederland heeft sinds 1986 een quotum van 500 uitgenodigde vluchtelingen per jaar. Dat betekent dat Nederland heeft toegezegd jaarlijks 500 vluchtelingen op te nemen voor hervestiging. Pas sinds 2005 wordt dat aantal daadwerkelijk gehaald. Voor de periode 20112014 is afgesproken dat Nederland 500 uitgenodigde vluchtelingen per jaar opneemt. De 329 door IND in 2012 tijdens hervestigingsmissies geselecteerde en geaccepteerde vluchtelingen komen uit de volgende landen: • Ecuador: 56 • Kenia: 74 • Libanon/Syrië: 90 • Soedan: 43 • Thailand: 66 Het gaat hier om 329 van de 404 door Nederland geaccepteerde uitgenodigde vluchtelingen. Het verschil (404 - 329) wordt verklaard doordat niet alle uitgenodigde vluchtelingen tijdens hervestigingsmissies worden geselecteerd (ook op basis van dossier) en er nog gezinsherenigers bij komen.
Figuur A.18: Ontwikkeling aantal uitgenodigde vluchtelingen dat door IOM is ondersteund bij overkomst naar Nederland 700 618 600 530
517 500
490 453
435
400
429
367 284
300
232 200 100
164
147 83
0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Bron: www.iom-nederland.nl
15 1
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Gezinshereniging en gezinsmigratie Figuur A.19: Gezinsmigratie van statushouders asiel e-grond f-grond 2009 1.780 120 2010 2.660 220 2011 1.690 160 2012 1.320 90 Bron: KST 33293-EK-C Zie voor uitleg Beslissingen, e- en f-grond
De cijfers in figuur A.20 geven voor de periode 2001-2011 de totalen weer van alle gezinsmigranten voor de belangrijkste herkomstlanden van vluchtelingen (zowel asielgerelateerd als regulier). Zie ook figuur Migratiemotieven. Figuur A.20: Gezinsmigratie voor geselecteerde landen van herkomst, totaal 2001-2011 18.000
16.220
16.000 14.000 12.000 9.349
10.000 6.526
5.668 3.650
Sierra Leone
Soedan
1.096
Syrië
858
Vml. Sovjet-Unie
613
Somalië
613 Sierra Leone
Guinee
Afghanistan
0
2.746
Vml. Joegoslavië
468 Irak
852 865 Ethiopië
521
DR Congo
2.000
Angola
4.000
Nigeria
6.000
Iran
8.000
8.579
Bron: Centraal Bureau voor Statistiek, Statline Definitie gezinsmigratie CBS Het CBS gebruikt de volgende definitie voor gezinsmigratie: immigratie van niet-Nederlanders met als doel gezinsmigratie. Gezinsmigratie bestaat uit gezinshereniging, meemigrerende gezinsleden en gezinsvorming.
16 1
Opvang Centrale opvang Op 1 juli 2013 verblijven er 14.604 vreemdelingen in de centrale opvang. Daarvan hebben er 6.821 een verblijfsvergunning. Zij wachten nog op uitplaatsing naar een gemeentewoning. In 2011 bestond 80% van de bezetting van de centrale opvang uit bewoners van een asielzoekerscentrum (AZC). Andere vormen van centrale opvang zijn bijvoorbeeld zelfzorgarrangementen (ZZA) en Alternatieve tijdelijke capaciteit (ATC). Meer informatie hierover is te vinden op www.coa.nl.
Figuur A.21: Bezetting van, instroom in en uitstroom uit de centrale opvang (absoluut) 90.000 80.000 70.000 60.000 Bezetting
50.000
Instroom 40.000
Uitstroom
30.000 20.000 10.000
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: www.coa.nl
Figuur A.22: Bezetting centrale opvang naar nationaliteit (1 juli 2013)
1.951 Somalië 1.889
Afghanistan Irak
7.125
Iran 1.483
791
1.187
Bron: COA
17 1
Syrië Overig
Figuur A.23: Bezetting centrale opvang naar leeftijd (1 juli 2013) 978 1.909 4.788 0-17 18-39 40-59 >59
7.313
Bron: COA
Figuur A.24: Bezetting centrale opvang naar geslacht (1 juli 2013)
42%
Mannelijk 58%
Vrouw elijk
Bron: COA
18 1
Huisvesting Huisvesting vergunninghouders Elke gemeente in Nederland heeft de verplichting vergunninghouders te huisvesten. Deze zogenaamde ‘taakstelling’ is afhankelijk van het aantal inwoners in die gemeente. Vergunninghouders zijn asielzoekers die een asielvergunning of een andere reguliere vergunning hebben gekregen. Op het moment dat zij te horen krijgen dat ze in Nederland mogen blijven, wonen ze meestal in de centrale opvang, vaak in asielzoekerscentra (AZC’s). Van daaruit verhuizen ze dus naar een gemeente die hun een huis aanbiedt.
Figuur A.25: Huisvesting vergunninghouders, te huisvesten personen per provincie (1 september 2013) Te huisvesten Provincie personen Fryslân 186 Groningen 169 Drenthe 137 Overijssel 317 Gelderland 563 Flevoland 110 Noord-Holland 760 Zuid-Holland 987 Utrecht 349 Brabant 692 Zeeland 108 Limburg 317 Totaal 4.695 Bron: www.rijksoverheid.nl, ‘Overzicht huisvesting vergunninghouders per 1 september 2013’
19 1
Terugkeer Er zijn verschillende vormen van vertrek van een vreemdeling: - Zelfstandig vertrek zonder toezicht Bij controle is geconstateerd dat een vreemdeling niet meer aanwezig is op het laatste bekende adres, maar vertrek is niet aangetoond is. De vreemdeling is met onbekende bestemming vertrokken (MOB). In 2012 heeft van deze groep 11% de Iraakse, 8% de Afghaanse en 6% de Somalische nationaliteit. - Zelfstandig vertrek onder toezicht Zelfstandig georganiseerd vertrek van een vreemdeling (bijvoorbeeld met hulp van IOM) - Gedwongen vertrek Het vertrek van een niet meer rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling door de Vreemdelingenpolitie.
Figuur A.26: Terugkeer naar soort vertrek 2008 2009 2010 2011 2012 Aantoonbaar vertrek 9.170 10.330 11.780 10.790 10.090 - Waarvan gedwongen 6.860 7.270 8.030 6.630 5.970 - Waarvan zelfstandig 2.310 3.060 3.750 4.160 4.120 Zelfstandig zonder toezicht 11.280 11.710 11.130 10.610 10.660 Totaal 29.620 32.370 34.690 32.190 30.840 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen Deze cijfers gaan over alle vreemdelingen die terugkeren, dus niet alleen over terugkerende asielzoekers of vluchtelingen.
Figuur A.27: Vrijwillige en zelfstandige terugkeer met hulp van IOM Nederland per jaar (absolute aantallen) 4.000
3.714
3.579 2.912
3.000
3.064
2.849
2.905
2.583
2.500
2.068
1.998 2.000 1.500
3.473
3.463
3.500
1.389
1.559
1.767
1.000 500 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Bron: www.iom-nederland.nl Deze cijfers geven geen compleet beeld; het betreft hier alleen de terugkeer die gefaciliteerd wordt door IOM Nederland. In 2010 heeft 54% van de 3.064 terugkeerders een asielachtergrond, in 2011 is dit 67% van 3.473.
20 2
Figuur A.28: Aantal terugkeerders met hulp van IOM, geselecteerde nationaliteiten 2011 2012 Iraakse 825 515 Macedonische 316 40 Mongoolse 200 Witrussische 195 52 Russische 186 466 Chinese 175 223 Afghaanse 65 93 Servische 61 52 Armeense 60 113 Angolese 53 21 Georgië 51 50 Iraanse 41 63 Overig 1.115 1.217 Totaal 3.473 2.905 Bron: www.iom-nederland.nl Alleen die nationaliteiten zijn opgenomen waarvan bekend is dat asiel een veelvoorkomend migratiemotief is.
21 2
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Figuur B.1: Asielaanvragen in geselecteerde Europese landen (absoluut en als deel van het aantal aanvragen in de EU27) 2010 2011 2012 België 8,4% 21.760 9,1% 25.980 9,4% 28.285 Bulgarije 0,4% 1.030 0,4% 890 0,3% 1.385 Cyprus 0,5% 3.160 1,3% 1.770 0,6% 1.635 Denemarken 4.970 2,1% 3.810 1,4% 6.075 1,8% Duitsland 23,2% 41.330 17,2% 45.740 16,5% 77.650 Estland 0,0% 30 0,0% 70 0,0% 75 Finland 0,9% 4.020 1,7% 3.090 1,1% 3.115 Frankrijk 18,3% 48.070 20,0% 51.910 18,7% 61.455 Griekenland 2,9% 10.270 4,3% 9.310 3,4% 9.575 Hongarije 0,6% 2.100 0,9% 1.690 0,6% 2.155 Ierland 0,3% 1.940 0,8% 1.290 0,5% 955 Italië 5,2% 10.050 4,2% 34.120 12,3% 17.350 0,1% Letland 60 0,0% 340 0,1% 205 0,2% Litouwen 370 0,2% 410 0,1% 645 0,6% Luxemburg 740 0,3% 2.160 0,8% 2.055 Malta 0,6% 140 0,1% 1.850 0,7% 2.080 Nederland 3,9% 13.330 5,5% 11.590 4,2% 13.100 Noorwegen* 10.060 9.050 9.785 Oostenrijk 5,2% 11.010 4,6% 14.430 5,2% 17.450 Polen 3,2% 6.530 2,7% 5.190 1,9% 10.755 Portugal 0,1% 160 0,1% 280 0,1% 295 Roemenië 0,7% 860 0,4% 1.720 0,6% 2.510 Slovenië 0,1% 250 0,1% 310 0,1% 305 Slowakije 0,2% 540 0,2% 450 0,2% 730 Spanje 0,8% 2.740 1,1% 3.410 1,2% 2.565 Tsjechië 0,2% 490 0,2% 490 0,2% 755 Verenigd Koninkrijk 8,4% 22.640 9,4% 25.420 9,2% 28.260 Zweden 13,1% 31.820 13,2% 29.650 10,7% 43.945 Zwitserland* 13.520 19.440 28.640 EU27 totaal 240.410 100,0% 277.370 100,0% 335.380 100,0% Bron: UNHCR NB: De cijfers worden jaarlijks met terugwerkende kracht bijgesteld. Daarom kunnen er afwijkingen zijn van de cijfers van eerdere Vluchtelingen in getallen. * geen lid van EU27
22 2
Figuur B.2: Aandeel asielaanvragen in EU27 naar belangrijkste ontvangende landen (2011) Griekenland Polen 2,9% 3,2% Nederland 3,9% Italië 5,2%
Overig 8,2%
Duitsland 23,2%
Oostenrijk 5,2% Frankrijk 18,3%
Verenigd Koninkrijk 8,4% België 8,4%
Zw eden 13,1%
Bron: Eurostat
Asielaanvragen naar landen van herkomst Figuur B.3: Asielaanvragen in Europa (EU27) naar belangrijkste landen van herkomst (absoluut en procentueel) 2010 Servië 27.429 11,4% Afghanistan 19.442 8,1% Rusland 16.266 6,8% Irak 14.448 6,0% Somalië 13.844 5,8% Iran 9.291 3,9% Pakistan 8.936 3,7% Georgië 6.641 2,8% Nigeria 6.536 2,7% Macedonië 5.711 2,4% Sri Lanka 5.699 2,4% Bangladesh 5.659 2,4% China 5.392 2,3% Turkije 5.345 2,2% DR Congo 5.080 2,1% Armenië 4.965 2,1% Guinee 4.555 1,9% Eritrea 4.406 1,8% Syrië 4.228 1,8% Overig 65.735 27,4% Totaal 239.608 100,0% Bron: UNHCR
2011 Afghanistan Servië Rusland Pakistan Irak Iran Somalië Nigeria Bangladesh Syrië Sri Lanka Georgië Armenië DR Congo Turkije Guinee Eritrea China Macedonië Overig Totaal
26.159 9,4% 19.072 6,9% 15.045 5,4% 14.386 5,2% 13.623 4,9% 10.789 3,9% 10.656 3,8% 7.824 2,8% 6.787 2,4% 6.725 2,4% 6.431 2,3% 6.252 2,3% 5.929 2,1% 5.800 2,1% 5.376 1,9% 5.340 1,9% 5.208 1,9% 5.084 1,8% 4.699 1,7% 96.158 34,7% 277.343 100,0%
23 2
2012 Afghanistan Servië Syrië Rusland Pakistan Somalië Iran Irak Georgië DR Congo Nigeria Albanië Macedonië Sri lanka Eritrea Bosnië Bangladesh Turkije Algerije Overig EU27
24.681 21.538 21.427 19.823 18.835 12.475 11.690 10.464 9.877 7.664 6.923 6.853 6.807 6.057 5.783 5.333 5.218 5.211 4.468 85.542 296.669
8,3% 7,3% 7,2% 6,7% 6,3% 4,2% 3,9% 3,5% 3,3% 2,6% 2,3% 2,3% 2,3% 2,0% 1,9% 1,8% 1,8% 1,8% 1,5% 28,8% 100,0%
Figuur B.4: Aandeel asielaanvragen in Europa (EU27) naar belangrijkste landen van herkomst (2012) Afghanistan 8% Servië 7% Overig 39%
Syrië 7% Rusland 7%
Sri lanka 2% Macedonië 2%
Pakistan 6% Somalië
Albanië 2% Nigeria 2%
DR Congo 3%
Iran Irak 4%
Georgië 3%
4%
4%
Bron: UNHCR Revoluties in de Arabische wereld In veel landen in de Arabische wereld braken eind 2010 en begin 2011 revoluties uit. De opstanden leidden situaties in van onveiligheid en onzekerheid. Veel mensen ontvluchtten het geweld. Zij werden meestal opgevangen in een buurland of vluchtten naar een veiliger plek in eigen land (ontheemden). In Europa leidden de revoluties tot een vaak tijdelijke stijging van het aantal asielaanvragen, bijvoorbeeld vanuit Egypte en Algerije. Ook de strijd in Libië die van februari tot oktober 2011 duurde heeft geleid tot een stijging van het aantal asielaanvragen. De enorme uitschieter in de asielaanvragen van Tunesiërs komt bijna volledig op het conto van Italië. In februari en maart 2011 – de eerste maanden na de revolutie - vroegen daar respectievelijk 1.600 en 1.485 Tunesiërs asiel aan. In Syrië woedt sinds maart 2011 een burgeroorlog waardoor vel mensen op de vlucht slaan. In 2012 vragen ruim 20.000 Syriërs ergens in Europa asiel aan, in 2011 waren dat er 7.885. Veruit de meeste Syriërs worden in de regio opgevangen; 2 miljoen Syriërs zijn ontheemd (op de vlucht in hun eigen land). (bron: US Department of State, UNHCR en IDMC).
Figuur B.5: Asielaanvragen in de EU uit Arabische wereld per maand (2010 tot juni 2013) 3.500 3.000 2.500
Algerije Libië
2.000
Tunesië 1.500
Syrië Egypte
1.000 500
Bron: Eurostat
24 2
apr-13
jan-13
okt-12
jul-12
apr-12
jan-12
okt-11
jul-11
apr-11
jan-11
okt-10
jul-10
apr-10
jan-10
0
Beslissingen Figuur B.6: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel (2012) EU België Denemarken Duitsland Frankrijk Griekenland
a-grond b-grond
Italië
c/d-grond
Nederland
afgew ezen
Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Zw eden Noorw egen * Zw itserland * 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Eurostat Opmerkingen bij figuur B.6: - Het gaat om de beslissingen die zijn genomen, niet over de asielinstroom in dat jaar. - Statussen die zijn verleend op reguliere gronden (medische behandeling, gezinshereniging) zijn in dit overzicht niet opgenomen. Beslissingen in beroep zijn niet meegenomen. - Gronden van verlening: a-grond: vluchtelingschap; b-grond: subsidiaire bescherming c/d-grond: humanitaire gronden Voor uitgebreidere uitleg van de gronden zie figuur A.8. - Cijfers Nederland van 2011 (2012 niet beschikbaar)
25 2
Figuur B.7: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel, absoluut (2012) België Denemarken Duitsland Frankrijk a-grond Griekenland
b-grond c/d-grond
Italië
afgew ezen Nederland Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Zw eden 0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
Bron: Eurostat
Figuur B.8: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst, belangrijkste landen van herkomst (2012) Afghanistan Albanië Algerije Bangladesh Bosnië-Herzegovina DR Congo Eritrea Georgië Irak Iran positief
Macedonië
negatief
Nigeria Overig Pakistan Rusland Servië Somalië Sri Lanka Syrië Totaal Turkije 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Bron: Eurostat
26 2
60%
70%
80%
90%
100%
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Figuur C.1: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, eind 2012) Vluchtelingen naar werelddeel van opvang %
Vluchtelingen naar werelddeel van opvang
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst%
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst
Afrika 3.680.108 35,0% 3.068.277 29,2% Azië 5.712.716 54,4% 5.060.053 48,2% Europa 456.370 4,3% 1.524.366 14,5% Latijns-Amerika 491.245 4,7% 380.764 3,6% Noord-Amerika 4.579 0,0% 425.786 4,1% Oceanië 1.683 0,0% 40.995 0,4% Overig/statelozen 153.540 1,5% 0,0% Totaal 10.500.241 100,0% 10.500.241 100,0% Bron: Global trends 2012, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations)
Figuur C.2: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang 100% 90% 80%
Noord-Amerika
70%
Overig/statelozen
60%
Europa
50%
Latijns-Amerika
40%
Afrika
30%
Azië
20% 10% 0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2012, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations) Opvang vluchtelingen vooral in ontwikkelingslanden 80% van de vluchtelingen wereldwijd wordt in de eigen regio opgevangen, meestal een buurland. 81% wordt opgevangen in een ontwikkelingsland. Tien jaar geleden was dat 70%. Het gaat om 8,5 miljoen vluchtelingen. Bron: Global trends 2012
27 2
Figuur C.3: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, eind 2012) Asielzoekers naar werelddeel van herkomst %
Asielzoekers naar werelddeel van opvang
Asielzoekers naar werelddeel van opvang %
Asielzoekers naar werelddeel van herkomst Afrika 340.318 Azië 250.274 Europa 52.431 Latijns-Amerika 34.275 Noord-Amerika 446 Oceanië 444 Overig/statelozen 258.552 Totaal 936.740 Bron: Global trends 2012, UNHCR
36,3% 26,7% 5,6% 3,7% 0,0% 0,0% 27,6% 100,0%
421.551 92.546 327.598 22.604 51.609 20.832
45,0% 9,9% 35,0% 2,4% 5,5% 2,2% 0,0% 100,0%
936.740
Figuur C.4: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (eind 2012) 100% 90% 80%
Overig/statelozen
70%
Oceanië
60%
Noord-Amerika
50%
Latijns-Amerika
40%
Europa
30%
Azië
20%
Afrika
10% 0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2012, UNHCR Asielzoekers Bij grote vluchtelingenstromen is het in de praktijk vrijwel onmogelijk om iedereen individueel te beoordelen. Het is dan meestal duidelijk dat er goede redenen waren om te vluchten. Zoals nu het geval is in Syrië. Deze vluchtelingen worden prima facie vluchtelingen genoemd. Niet alle landen hebben een asielsysteem om te beoordelen of iemand wel of niet een vluchteling is. In Europa wordt wel elke aanvraag in een asielprocedure beoordeeld. Daarom is het percentage asielzoekers naar werelddeel van ‘opvang’ voor Europa relatief hoog. UNHCR De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR is wereldwijd de belangrijkste organisatie die zich bezighoudt met de bescherming van vluchtelingen. Het hoofddoel van de UNHCR is het waarborgen van de rechten en het welzijn van vluchtelingen. Groepen waarvoor UNHCR zich inzet zijn vluchtelingen, asielzoekers, ontheemden, personen die zijn teruggekeerd en statelozen. Ze voor de exacte definities van deze groepen www.UNHCR.org.
28 2
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van herkomst Figuur C.5: Aantal vluchtelingen wereldwijd, top 10 herkomstlanden in dat jaar (2010-2012) 1-1-2011 1-1-2012 Afghanistan 3.054.709 1 Afghanistan 2.664.436 1 Afghanistan Irak 1.683.575 3 Irak 1.428.308 2 Somalië Somalië 770.148 2 Somalië 1.077.048 3 Irak DR Congo 476.693 5 Soedan 500.014 4 Syrië Soedan 379.067 6 DR Congo 491.481 5 Soedan Vietnam 338.698 7 Myanmar 414.626 6 DR Congo Myanmar 215.644 8 Colombia 395.949 7 Myanmar Eritrea 205.458 9 Vietnam 337.829 8 Colombia China 184.602 10 Eritrea 251.954 9 Vietnam Servië 182.955 China 190.369 10 Eritrea Overig 2.460.862 Overig 2.652.792 Overig Totaal 9.952.412 Totaal 10.404.806 Totaal Bron: Global trends 2012, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations)
01-01-13 2.585.605 1.136.143 746.440 728.542 569.212 509.396 415.343 394.122 336.945 285.142 2.793.351 10.500.241
1 3 2 6 5 9 7 10
Figuur C.6: Aantal vluchtelingen wereldwijd naar belangrijkste landen van herkomst (eind 2012) Eritrea
285.142
Vietnam
336.945
Colombia
394.122
Myanmar
415.343
DR Congo
509.396
Soedan
569.212
Syrië
728.542
Irak
746.440 1.136.143
Somalië Afghanistan
2.585.605 0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
Bron: Global trends 2012, UNHCR (incl. people in refugee-like situations)
29 2
2.500.000
3.000.000
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Figuur C.7: Landen met de grootste groepen vluchtelingen binnen de grenzen, en Nederland (eind 2012) Pakistan
1.638.456 868.242
Iran Duitsland
589.737
Kenya
564.933
Syrië
476.506
Ethiopië
376.393
Tsjaad
373.695
Jordanië
302.707
China
301.037
Turkije
267.063
Verenigde Staten
262.030
Nederland
74.598 0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
1.200.000
1.400.000
1.600.000
1.800.000
Bron: Global trends 2012, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations)
Uitgenodigde vluchtelingen Figuur C.8: Aantal uitgenodigde vluchtelingen naar belangrijkste landen van hervestiging Landen van hervestiging 2010 2011 Verenigde Staten 54.077 43.215 Canada 6.732 6.827 Australië 5.634 5.597 Zweden 1.789 1.900 Noorwegen 1.088 939 Denemarken * 598 Finland 543 543 Nederland 430 479 Nieuw Zeeland * 457 Verenigd Koninkrijk 695 430 Overige landen 1.497 232 Totaal 72.942 61.231 Het totaal is niet gelijk aan de som van de genoemde getallen (reden onbekend). Uitgenodigde vluchtelingen worden niet meegeteld in de cijfers over aantallen vluchtelingen. Bron: UNHCR
30 3