VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2014 De afgelopen jaren is het onderwerp asielbeleid sterk gepolariseerd. In het debat over vluchtelingen en asielzoekers worden vaak statistieken gebruikt om standpunten of stellingen te onderbouwen. Cijfers worden gebracht als feiten, maar worden regelmatig verkeerd gebruikt. Ook met definities en ijkmomenten wordt lang niet altijd zorgvuldig omgegaan. Vluchtelingen in getallen is een jaarlijkse uitgave van VluchtelingenWerk Nederland. Deze publicatie geeft een actueel overzicht van de belangrijkste cijfers over vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, Europa en wereldwijd. Cijfers staan niet op zichzelf. Wat veel of weinig is, is afhankelijk van de context en van de gewenste boodschap. Tot en met augustus van dit jaar zoeken 5.889 Syriërs bescherming in Nederland. Wereldwijd zijn ruim 3 miljoen Syriërs op de vlucht en 6,5 miljoen ontheemd. Wat is veel, wat is weinig? Bedenk bij de cijfers in deze publicatie dat elk getal gaat over een persoon, elk met zijn of haar eigen verhaal: vluchtelingen in getallen.
Voor deze publicatie geldt de disclaimer van de website van VluchtelingenWerk Nederland (www.vluchtelingenwerk.nl). Vragen en opmerkingen over deze publicatie kunnen worden gemaild naar
[email protected]. Journalisten kunnen contact opnemen met
[email protected] © VluchtelingenWerk Nederland, oktober 2014
Inhoudsopgave
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: landen van herkomst Asielaanvragen Beslissingen Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Uitgenodigde vluchtelingen Opvang Huisvesting Terugkeer
4 5 8 9 11 12 14 15
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Asielaanvragen naar landen van herkomst Beslissingen Uitgenodigde vluchtelingen
17 19 21 24
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Vluchtelingen naar belangrijkste land van herkomst Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Uitgenodigde vluchtelingen
25 27 28 28
2
A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: landen van herkomst Hoeveel vluchtelingen zijn er in Nederland? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Wie je meetelt hangt af van de gebruikte definitie. UNHCR: 74.707 vluchtelingen en 10.042 asielzoekers De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties - UNHCR - gaat uit van de volgende cijfers in januari 2014: -
-
Personen met een vluchtelingenstatus (a-grond) en personen die aanvullende vormen van bescherming krijgen (b-, c- en d-grond: zie uitleg onder Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000, p. 9). NB: Personen die een andere vergunning hebben gekregen (bijvoorbeeld pardon, alleenstaande minderjarige asielzoekers) tellen niet mee. Asielzoekers in afwachting van een beslissing op hun asielverzoek (10.042).
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaat uit van 200.000-250.000 vluchtelingen Deze schatting is gebaseerd op personen die zijn geboren in landen waar veel vluchtelingen vandaan komen. Het gaat daarbij deels om personen die om een andere reden dan asiel naar Nederland zijn gekomen. Ook de tweede generatie en gezinsherenigers worden meegeteld. De grootste groepen (Irakezen, Afghanen, Iraniërs en Somaliërs) maken met 166.000 personen een groot deel daarvan uit.
Figuur A.1 toont het aantal vreemdelingen in Nederland naar land van herkomst. Van deze landen is bekend dat asiel (bescherming) een rol speelt als migratiemotief. Uit Afghanistan Somalië en Irak komen vrijwel uitsluitend vluchtelingen en hun gezinsleden, uit andere landen (Turkije, China) komen ook migranten met andere ‘migratiemotieven’ zoals arbeid of studie. Hoewel het bij vluchtelingen niet logisch is om te spreken van een tweede generatie, zijn in figuur A.1 - analoog aan andere groepen vreemdelingen - ook de cijfers voor die groep opgenomen.
Figuur A.1: Vreemdelingen in Nederland (eerste en tweede generatie) naar land van herkomst (stand begin 2013 en 2014) 2013 Eerste Tweede Totaal generatie generatie Afghanistan 42.348 32.820 9.528 Angola 8.575 5.355 3.220 Armenië 810 798 12 Azerbeidzjan 680 676 4 Burundi 3.281 2.335 946 China 61.890 43.487 18.403 Colombia 14.069 8.392 5.677 DR Congo 8.134 4.665 3.469 Egypte 21.783 12.209 9.574 Eritrea 2.133 1.705 428 Ethiopië 12.270 7.897 4.373 Guinee 3.948 2.534 1.414 Irak 53.731 40.509 13.222 Iran 35.395 27.754 7.641 Ivoorkust 1.848 1.216 632 Myanmar 1.220 1.026 194 Nepal 1.708 1.409 299 Nigeria 11.466 6.153 5.313 Rwanda 1.525 1.050 475 Sierra Leone 6.008 4.217 1.791 Soedan 6.268 4.302 1.966 Somalië 34.631 24.597 10.034 Sri Lanka 11.389 6.877 4.512 Syrië 11.665 7.642 4.023 Togo 1.835 1.164 671 Turkije 395.302 196.203 199.099 Vietnam 20.295 12.335 7.960 Vml. Joegoslavië 81.498 52.375 29.123 Vml. Sovjet-Unie 69.182 51.725 17.457 Bron: Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), Statline
2014 Totaal 43.183 8.495 854 718 3.275 64.097 14.759 8.297 22.205 2.595 12.596 4.111 54.159 36.561 1.832 1.282 1.794 11.766 1.547 5.977 6.317 37.432 11.703 13.744 1.847 396.414 20.603 82.290 72.203
Eerste generatie 33.085 5.171 832 713 2.261 44.915 8.724 4.734 12.481 2.103 8.013 2.549 40.408 28.513 1.174 1.076 1.452 6.214 1.045 4.133 4.306 26.502 6.925 9.465 1.144 194.759 12.415 52.371 53.663
Tweede generatie 10.098 3.324 22 5 1.014 19.182 6.035 3.563 9.724 492 4.583 1.562 13.751 8.048 658 206 342 5.552 502 1.844 2.011 10.930 4.778 4.279 703 201.655 8.188 29.919 18.540
4
Asielaanvragen Ontwikkeling van de asielaanvragen: verklaringen voor pieken en dalen In de afgelopen decennia is het aantal asielaanvragen per jaar sterk veranderd. In 1994 werden ruim 50.000 asielaanvragen gedaan en tot 2001 lag het aantal asielaanvragen voortdurend boven de 20.000. In de jaren daarna schommelt het aantal tussen de 10.000 en 15.000 per jaar. - 1992: door de orlog in voormalig Joegoslavië slaan veel mensen op de vlucht. - 1994: In Duitsland wordt het asielbeleid aangescherpt met als doel het hoge aantal asielverzoeken terug te brengen (438.000 asielaanvragen in 1993). De asielinstroom in Duitsland daalt daarop sterk en neemt in de omliggende landen juist toe. - Vanaf 1997: Stijging asielinstroom door onrust in Afghanistan, Irak en de oorlog in Kosovo. - 2001: Invoering Nieuwe Vreemdelingenwet. - Afname asielinstroom door verminderd aantal aanvragen uit Afghanistan, voormalige Sovjetrepublieken en voormalig Joegoslavië. - 2008: Stijging van de instroom ten opzichte van 2007 doordat er meer asielverzoeken zijn uit Somalië en met name Irak vanwege oplaaiend geweld. Het categoriaal beleid voor Zuid- en Centraal-Irak is per 22 november 2008 afgeschaft. Asielzoekers uit deze regio’s krijgen dus niet meer automatisch een vergunning. - 2009: Per 19 mei 2009 is het categoriaal beleid voor Centraal- en Zuid-Somalië afgeschaft. Het aantal asielverzoeken van Somaliërs is in de daaropvolgende jaren sterk gedaald: van 5.889 in 2009 naar 877 in 2012. - Door de aanhoudende chaos en burgeroorlog neemt het aantal Syriërs dat bescherming zoekt in Nederland toe van 454 in 2012 naar 2.673 in 2013. In de eerste helft van 2014 zoeken 3.681 Syriërs bescherming. - In april en mei van 2014 komen er opvallend veel Eritreeërs naar Nederland. In geheel 2013 zoeken 978 Eritreeërs bescherming, in april van dit jaar zijn dat er 1.078, in mei 1.862. In juni daalt dat aantal tot 203. - Vanaf juli 2014 worden ‘nareizigers’ (gezinsherenigers) niet meer meegeteld als asielaanvragen. Voor nationaliteiten met veel nareizigers (bijvoorbeeld Somaliërs) kan deze administratieve verandering tot gevolg hebben dat het aantal asielaanvragen daalt. Bronnen: Rechtspleging en civiel bestuur, WODC, Par. 8.3 Asiel, Sprangers en Nicolaas (2010) en Migratie naar en vanuit Nederland, WODC (2009), IND Asylum Trends augustus 2014.
Figuur A.2: Asielaanvragen (eerste en vervolg) in Nederland (1993 t/m 2013) 60.000 52.576
50.000
45.217 43.895 42.729
40.000
34.443
35.399
32.579
30.000 29.258 22.857 20.000
14.465
18.667 12.347
13.402
10.000
15.275
16.163
9.782
17.189
15.148 14.631
13.170
9.731
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
5
Figuur A.3: Eerste asielaanvragen in Nederland (2007 t/m 2013) 16.000
14.905
14.000
14.399 13.333
13.399
11.590
12.000 10.000
9.714
8.000
7.102
6.000 4.000 2.000 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.4: Eerste asielaanvragen - top 10 herkomstlanden per jaar (2012-2014) 2013 3.078 2.673 1.094 978 728 673 488 269 263 209 3.946 14.399
2012
Irak Afghanistan Somalië Iran Rusland Syrië Eritrea Onbekend Georgië Servië Overig Totaal Bron: IND
1.391 1.022 877 834 743 454 424 343 226 137 3.263 9.714
14,3% 10,5% 9,0% 8,6% 7,6% 4,7% 4,4% 3,5% 2,3% 1,4% 33,6% 100,0%
Somalië Syrië Irak Eritrea Iran Afghanistan Onbekend Servië Rusland Georgië Overig Totaal
21,4% 18,6% 7,6% 6,8% 5,1% 4,7% 3,4% 1,9% 1,8% 1,5% 27,4% 100,0%
Syrisch Eritrees Staatloos Somalisch Iraaks Iraans Afghaans Mongools Georgisch Nigeriaans Overig Totaal
T/m aug. 2014 5.889 35,7% 3.677 22,3% 1.505 9,1% 809 4,9% 462 2,8% 384 2,3% 352 2,1% 274 1,7% 246 1,5% 145 0,9% 2.775 16,8% 16.518 100,0%
Figuur A.5: Eerste asielaanvragen per maand, zes herkomstlanden (aug 2006-aug 2014) 2.000 1.800 1.600 1.400
Irak Somalië
1.200
Afghanistan
1.000
Iran
800
Syrië
600
Eritrea
400 200
aug-14
feb-14
aug-13
feb-13
aug-12
feb-12
aug-11
feb-11
aug-10
feb-10
aug-09
feb-09
aug-08
feb-08
aug-07
feb-07
aug-06
0
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) NB: geen data voor jan-apr 2012; getoond wordt het gemiddelde voor die maanden
6
Wat zijn eerste en vervolgaanvragen? Wanneer de eerste asielaanvraag is afgewezen kunnen asielzoekers in sommige gevallen een nieuwe aanvraag indienen. Bijvoorbeeld wanneer er nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die relevant zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag of wanneer de situatie in het land van herkomst is veranderd. Pas sinds augustus 2006 wordt in de administratie onderscheid gemaakt tussen eerste en vervolgaanvragen. Om de ontwikkeling over een langere periode te kunnen zien worden in figuur A.2 dus alle aanvragen geteld. Figuur A.6 toont de ontwikkeling in het aandeel eerste en vervolgaanvragen. In 2010 was het aandeel eerste aanvragen 88%, het jaar daarop 80% en in 2012 74%. In 2013 is bijna 84% een eerste aanvraag. Er zijn grote verschillen in het aandeel vervolgaanvragen naar nationaliteit. In 2013 bestaat 51% van alle aanvragen van Afghanen en bijna 35% van die van Iraniërs uit vervolgaanvragen. Van de Syriërs is dat net 1%. Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.6: Ontwikkeling in aandeel eerste en vervolgaanvragen per maand 100%
80%
60% Vervolg Eerste 40%
20%
jul-14
jan-14
jul-13
jan-13
jul-12
jan-12
jul-11
jan-11
jul-10
jan-10
jul-09
jan-09
jul-08
jan-08
jul-07
jan-07
0%
Bron: CBS
7
Beslissingen Figuur A.7: Verleende asielstatussen naar toewijzingsgrond en afwijzingen 2013
38,8%
2012
59,7%
2011
a-grond
56,8%
b-grond
2010
54,5%
2009
53,1%
2008 0%
c/d-grond Afw ijzingen
48,0% 20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Eurostat Beschermingsgronden Vreemdelingenwet 2000 In de Vreemdelingenwet 2000 (Vw2000) worden verschillende beschermingsgronden onderscheiden: - a-grond: vluchtelingschap Iemand voldoet aan de voorwaarden van het Vluchtelingenverdrag. - b-grond: subsidiaire bescherming Iemand loopt bij uitzetting risico op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. - c-grond: humanitaire gronden Er zijn klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit eigen land (met name trauma’s vanwege eerdere vervolging). - d-grond: humanitaire gronden De algehele situatie in het land van herkomst is te slecht (conflict of grootschalige mensenrechtenschendingen). Asielaanvragen vs. beslissingen Niet op elke aanvraag wordt in het jaar van aanvraag beslist. Daarom komt het aantal asielaanvragen in een jaar niet overeen met het aantal beslissingen. De statussen die zijn verleend op reguliere gronden (bijvoorbeeld pardonregeling of medische behandeling) en beslissingen op beroepszaken zijn niet in meegenomen. In 2013 ging het in totaal om 15.590 beslissingen.
8
Alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) Figuur A.8: Asielaanvragen van ama’s per jaar (absoluut en als percentage van het totale aantal aanvragen) 8.000
20% 18%
7.000
16%
6.000
14%
5.000
12%
4.000
10%
Absoluut Percentage
8%
3.000
6%
2.000
4%
1.000
2% 2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0% 1996
0
Bron: Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Figuur A.9: Asielaanvragen van ama’s naar belangrijkste landen van herkomst Afghanistan Eritrea Guinee Syrië Somalië Sierra Leone Iran Irak Wit-Rusland China Overig Totaal Bron: Eurostat
2011 260 10 10 5 40 10 10 25 20 10 85 485
2012 145 10 40 10 40 10 10 15 5 0 95 380
2013 60 35 30 25 10 10 10 10 5 5 110 310
Veel veranderingen in asielaanvragen van alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) In de afgelopen achttien jaar schommelde het aantal en het aandeel van de asielaanvragen van ama’s sterk. Van 1996 tot 2000 is er sprake van een sterke groei. In 2000 is het aantal asielaanvragen van ama’s het hoogst: 6.705. Dat is 15,4% van het totale aantal asielaanvragen. In 2001 is 18,2% van alle aanvragen van een ama. De verbetering van de situatie in landen waar veel ama’s vandaan komen - de beëindiging van burgeroorlogen in Angola, Guinee en Sierra Leone - leidt vanaf 2003 tot een sterke daling. De daling van het aantal asielaanvragen van ama’s loopt door tot 2006. In dat jaar is nog geen 3% van de asielaanvragen van ama’s. In 2008 en 2009 is er een stijging doordat veel Afghaanse en Somalische ama’s in Nederland bescherming zoeken. In 2013 is het aantal ama’s dat bescherming zoekt met 310 op zijn laagste punt. Het totale aantal asielaanvragen stijgt juist, waardoor ama’s nog geen 2% van het totaal aantal asielverzoeken uitmaken uitmaken.
9
Figuur A.10: Ontwikkeling van de instroom van ama’s in de centrale opvang 4.000
3.654
3.500 3.000 2.361
2.500 2.000
1.031
869
717 407
471
2013
2006
739
2008
321
658
2007
424
2005
500
464
2004
998
1.000
2012
1.500
755
2014 t/m 1aug
2011
2010
2009
2003
2002
2001
0
Bron: COA
Figuur A.11: Ama’s in de centrale opvang naar nationaliteit (t/m 1 augustus 2014)
132 17
Eritrea
23
Syrië
69
Afghanistan Somalië
83
566
Guinee Overig
Bron: COA
1
Uitgenodigde vluchtelingen Uitgenodigde vluchtelingen De wereldvluchtelingenorganisatie UNHCR heeft een programma om vluchtelingen in andere landen te hervestigen. De vluchtelingen verblijven meestal langdurig in vluchtelingenkampen, vaak in een buurland van het land waar ze vandaan komen. In deze kampen is de situatie vaak erbarmelijk en ronduit onveilig. De UNHCR selecteert de 'uitgenodigde' vluchtelingen tijdens speciale selectiemissies. De kwetsbaarste groepen krijgen daarbij de voorrang. De UNHCR draagt ze voor hervestiging voor aan landen die deelnemen aan het zogenaamde ‘resettlement program’. De meeste uitgenodigde vluchtelingen worden opgevangen door Verenigde Staten, Canada, Australië, Zweden, Noorwegen, Finland, Nieuw Zeeland, Denemarken en Nederland. Zie voor de internationale cijfers figuur C.8. Nederland heeft sinds 1986 een quotum van 500 uitgenodigde vluchtelingen per jaar. Dat betekent dat Nederland heeft toegezegd jaarlijks 500 vluchtelingen op te nemen voor hervestiging. Pas sinds 2005 wordt dat aantal daadwerkelijk gehaald. Voor de periode 20112014 is opnieuw afgesproken dat Nederland 500 uitgenodigde vluchtelingen per jaar opneemt. In 2013 zijn 310 vluchtelingen door IND hervestigd: • Eritrea: 65 • Irak: 40 • Pakistan: 35 • Myanmar: 30 • Sri Lanka: 15 • Syrië: 15 • Soedan: 10 • Overig: 100 Dit zijn afgeronde cijfers van Eurostat
1
Opvang Figuur A.12: Bezetting van, instroom in en uitstroom uit de centrale opvang (absoluut) 90.000 80.000 70.000 60.000 Bezetting
50.000
Instroom
40.000
Uitstroom
30.000 20.000 10.000 jun-14
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
0
Bron: www.coa.nl
Figuur A.13: Bezetting centrale opvang naar nationaliteit (1 juni 2014)
5.626
Syrië
7.223
Eritrea Somalië Afghanistan Irak
1.079
Overig
3.815
1.244
1.460
Bron: COA
Figuur A.14: Bezetting centrale opvang naar leeftijd (1 juni 2014)
2.265
418 5.713 0-17 18-39 40-59 >59
10.092
Bron: COA
1
Figuur A.15: Bezetting centrale opvang naar geslacht (1 juni 2014)
Vrouw en 37%
Mannen 63%
Bron: COA
1
Huisvesting Huisvesting vergunninghouders Elke gemeente in Nederland heeft de verplichting vergunninghouders te huisvesten. Deze zogenaamde ‘taakstelling’ is afhankelijk van het aantal inwoners in die gemeente. Vergunninghouders zijn asielzoekers die een asielvergunning of een andere reguliere vergunning hebben gekregen. Op het moment dat zij te horen krijgen dat ze in Nederland mogen blijven, wonen ze meestal in de centrale opvang, vaak in asielzoekerscentra (AZC’s). Van daaruit verhuizen ze dus naar een gemeente die hun een huis aanbiedt.
Figuur A.16: Taakstelling huisvesting vergunninghouders, te huisvesten personen per provincie voor tweede helft 2014 Te huisvesten Provincie personen Fryslân 360 Groningen 324 Drenthe 269 Overijssel 626 Gelderland 1.100 Flevoland 219 Noord-Holland 1.502 Zuid-Holland 1.959 Utrecht 689 Brabant 1.370 Zeeland 210 Limburg 622 Totaal 9.250 Bron: www.rijksoverheid.nl, ‘Overzicht huisvesting vergunninghouders per 1 augustus 2014’
1
Terugkeer Er zijn verschillende vormen van vertrek van een vreemdeling: - Zelfstandig vertrek zonder toezicht Bij controle is geconstateerd dat een vreemdeling niet meer aanwezig is op het laatste bekende adres, maar vertrek is niet aangetoond is. De vreemdeling is met onbekende bestemming vertrokken (MOB). In 2013 heeft van deze groep 7% de Iraakse, 8% de Afghaanse en 7% de Somalische nationaliteit. - Zelfstandig vertrek onder toezicht Zelfstandig georganiseerd vertrek van een vreemdeling (bijvoorbeeld met hulp van IOM) - Gedwongen vertrek Het vertrek van een niet meer rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling door de Vreemdelingenpolitie.
Figuur A.17: Terugkeer naar soort vertrek 2010 2011 2012 2013 1ste helft 2014 10.790 10.130 Aantoonbaar vertrek 8.510 4.070 11.780 6.630 5.970 - Waarvan gedwongen 2.150 8.030 2.840 4.160 4.130 - Waarvan zelfstandig 1.920 3.750 3.640 10.610 10.710 Zelfstandig zonder toezicht 3.820 11.130 7.210 Totaal 7.890 22.910 21.400 20.810 13.690 Bron: Rapportage Vreemdelingenketen Deze cijfers gaan over alle vreemdelingen die terugkeren, dus niet alleen over terugkerende asielzoekers.
Figuur A.18: Vrijwillige en zelfstandige terugkeer met hulp van IOM Nederland per jaar (absolute aantallen) 4.000
3.714
3.579
3.473
3.463
3.500
3.064
2.912
3.000
2.905
2.849 2.583
2.489
2.500 2.068
1.998 2.000
1.559
1.389
1.500
1.767
1.000 500
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
0
Bron: www.iom-nederland.nl Deze cijfers geven geen compleet beeld; het betreft hier alleen de terugkeer die gefaciliteerd wordt door IOM Nederland. In 2013 heeft 59% van de 2.489 terugkeerders een asielachtergrond. 8% heeft een reguliere, 33% een illegale verblijfsachtergond (Rapportage Vreemdelingenketen 2013). In 2012 heeft 69% een asielachtergrond.
1
Figuur A.19: Aantal terugkeerders met hulp van IOM, geselecteerde nationaliteiten 1ste helft 2014 67 96 41 145 70 15 40 13 55 30 45 32 30 6 21 10 446 1.162
2011 2012 2013 Iraakse 825 515 250 Servische 61 52 194 Armeense 60 113 134 Mongoolse 200 150 119 Chinese 175 223 112 Russische 186 466 104 Bosnisch 17 24 76 Afghaanse 65 93 65 Libië 3 18 62 Iraanse 41 63 58 Macedonische 316 40 48 Egyptische 32 31 46 Georgië 51 50 44 Nigeriaanse 52 39 44 Witrussische 195 52 22 Angolese 53 21 19 Overig 1.115 1.217 1.092 Totaal 3.473 2.905 2.489 Bron: www.iom-nederland.nl Alleen die nationaliteiten zijn opgenomen waarvan bekend is dat asiel een veelvoorkomend migratiemotief is.
1
B. VLUCHTELINGEN IN EUROPA Asielaanvragen in Europa Figuur B.1: Asielaanvragen in geselecteerde Europese landen (absoluut en als deel van het aantal aanvragen in de EU27/28) 2012 2013 1ste helft 2014 België 28.285 8,4% 21.215 4,9% 5.420 2,5% Bulgarije 1.385 0,4% 7.145 1,6% 3.388 1,6% Cyprus 1.635 0,5% 1.255 0,3% 798 0,4% Denemarken 6.075 1,8% 7.230 1,7% 3.870 1,8% Duitsland 77.650 23,1% 126.995 29,2% 65.659 30,4% Estland 75 0,0% 95 0,0% 54 0,0% Finland 3.115 0,9% 3.220 0,7% 1.407 0,7% Frankrijk 61.455 18,3% 66.265 15,2% 29.009 13,4% Griekenland 9.575 2,8% 8.225 1,9% 4.863 2,2% Hongarije 2.155 0,6% 18.900 4,3% 4.836 2,2% Ierland 955 0,3% 920 0,2% 591 0,3% Italië 17.350 5,2% 26.620 6,1% 24.481 11,3% Kroatië* 1.080 0,2% 229 0,1% Letland 205 0,1% 195 0,0% 145 0,1% Litouwen 645 0,2% 400 0,1% 137 0,1% Luxemburg 2.055 0,6% 1.070 0,2% 390 0,2% Malta 2.080 0,6% 2.245 0,5% 563 0,3% Nederland 13.100 3,9% 17.160 3,9% 12.289 5,7% Oostenrijk 17.450 5,2% 17.520 4,0% 8.395 3,9% Polen 10.755 3,2% 15.245 3,5% 3.346 1,5% Portugal 295 0,1% 505 0,1% 166 0,1% Roemenië 2.510 0,7% 1.495 0,3% 664 0,3% Slovenië 305 0,1% 270 0,1% 166 0,1% Slowakije 730 0,2% 440 0,1% 104 0,0% Spanje 2.565 0,8% 4.495 1,0% 2.174 1,0% Tsjechië 755 0,2% 710 0,2% 351 0,2% Verenigd Koninkrijk 28.895 8,6% 30.110 6,9% 14.283 6,6% Zweden 43.945 13,1% 54.365 12,5% 28.511 13,2% Noorwegen* 9.785 11.980 5.063 2,3% Zwitserland* 28.640 21.460 9.515 4,4% EU28 336.015 435.385 216.289 100,0% EU27 336.015 434.305 216060 Bron: Eurostat NB: De cijfers worden jaarlijks met terugwerkende kracht bijgesteld. Daarom kunnen er afwijkingen zijn van de cijfers van eerdere Vluchtelingen in getallen. * geen lid van EU27/28, Kroatië vanaf 1 juli 2013 lid van EU (EU28)
1
Figuur B.2: Aandeel asielaanvragen in EU28 naar belangrijkste ontvangende landen (2013)
Nederland 3,9%
Polen 3,5%
Overig 9,4% Duitsland 29,2%
Oostenrijk 4,0% Hongarije 4,3% België 4,9% Italië 6,1% Verenigd Koninkrijk 6,9%
Frankrijk 15,2% Zw eden 12,5%
Bron: Eurostat
1
Asielaanvragen naar landen van herkomst Figuur B.3: Asielaanvragen in Europa (EU28) naar belangrijkste landen van herkomst (absoluut en procentueel) 2012 Afghanistan 28.020 8,3% Rusland 24.290 7,2% Syrië 24.115 7,2% Pakistan 19.785 5,9% Servië 19.055 5,7% Somalië 14.280 4,2% Iran 13.600 4,0% Irak 13.190 3,9% Georgië 10.830 3,2% Macedonië 9.625 2,9% DR Congo 8.305 2,5% Nigeria 7.520 2,2% Albanië 7.500 2,2% Sri Lanka 7.345 2,2% Eritrea 6.400 1,9% Bangladesh 6.300 1,9% Turkije 6.210 1,8% Bosnië 5.835 1,7% Guinee 5.635 1,7% Armenië 5.520 1,6% China 5.185 1,5% Algerije 4.815 1,4% Staatloos 3.515 1,0% Egypte 2.670 0,8% Soedan 2.610 0,8% Mali 2.420 0,7% Tunesië 2.240 0,7% Totaal 336.015 100,0% Bron: Eurostat
2013 Syrië Rusland Afghanistan Servië Pakistan Somalië Eritrea Iran Nigeria Irak Macedonië Albanië Staatloos Bangladesh Georgië DR Congo Algerije Bosnië Mali Sri Lanka Guinee Turkije Egypte Armenië China Soedan Tunesië Totaal
50.435 11,6% 41.485 9,5% 26.200 6,0% 22.375 5,1% 20.815 4,8% 18.560 4,3% 14.580 3,3% 12.760 2,9% 11.590 2,7% 11.185 2,6% 11.065 2,5% 11.020 2,5% 9.595 2,2% 9.130 2,1% 9.110 2,1% 8.350 1,9% 7.090 1,6% 7.070 1,6% 6.635 1,5% 6.565 1,5% 6.510 1,5% 5.640 1,3% 5.445 1,3% 5.220 1,2% 5.185 1,2% 3.245 0,7% 2.590 0,6% 435.385 100,0%
1ste helft 2014 Syrië 39.220 Eritrea 13.924 Afghanistan 13.565 Servië 11.794 Pakistan 9.637 Albanië 8.005 Rusland 7.870 Nigeria 7.521 Somalië 7.282 Mali 6.227 Staatloos 4.834 Irak 4.555 Gambia 4.548 Iran 4.330 DR Congo 3.862 Georgië 3.701 Bosnië 3.423 Oekraïne 3.302 Bangladesh 3.131 Algerije 2.999 Macedonië 2.942 Senegal 2.793 Guinee 2.754 Sri Lanka 2.577 China 2.423 Turkije 2.241 Soedan 2.236 Total 216.289
18,1% 6,4% 6,3% 5,5% 4,5% 3,7% 3,6% 3,5% 3,4% 2,9% 2,2% 2,1% 2,1% 2,0% 1,8% 1,7% 1,6% 1,5% 1,4% 1,4% 1,4% 1,3% 1,3% 1,2% 1,1% 1,0% 1,0% 100,0%
1
Figuur B.4: Aandeel asielaanvragen in Europa (EU28) naar belangrijkste landen van herkomst (2013)
Syrië 11,6% Rusland 9,5%
Afghanistan 6,0%
Overig 49,7%
Servië 5,1% Pakistan 4,8%
Nigeria 2,7%
Iran 2,9%
Eritrea 3,3%
Somalië 4,3%
Bron: Eurostat
2
Beslissingen Figuur B.6: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel (2013) EU België Denemarken Duitsland Frankrijk Griekenland
a-grond b-grond
Italië
c/d-grond
Nederland
afgew ezen
Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Zw eden Noorw egen * Zw itserland * 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Eurostat Gezinshereniging en beslissingen In het Algemeen Overleg van 7 augustus 2013 (Kamerstuk 19637, nr. 1874) geeft Teeven een verklaring voor het hoge aandeel positieve beslissingen in Nederland. Dat komt doordat zogenaamde nareizigers (gezinsherenigers) in Nederland worden meegeteld bij verleende asielstatussen. Dat is in andere Europese landen niet het geval. Van de 61% positieve beslissingen bestaat 31% uit gezinshereniging. Het gecorrigeerde inwilligingspercentage is in Nederland 30%, dat van de EU 29%. Opmerkingen bij figuur B.6: - De EU-landen in deze figuur zijn gezamenlijk goed voor bijna 95% van alle beslissingen in de EU in 2013. - Het gaat om de beslissingen die zijn genomen, niet over de asielaanvragen in dat jaar. - Het gaat alleen om beslissingen in eerste aanleg, beslissingen in beroep zijn evenals statussen die zijn verleend op reguliere gronden (medische behandeling, pardon) niet meegenomen. - Gronden van verlening: a-grond: vluchtelingschap; b-grond: subsidiaire bescherming c/d-grond: humanitaire gronden Voor uitgebreidere uitleg van de gronden zie figuur A.8.
2
Figuur B.7: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst (afwijzing of toekenning met grond van verlening) op eerste en vervolgaanvragen asiel, absoluut (2013) België Denemarken Duitsland Frankrijk a-grond Griekenland
b-grond c/d-grond
Italië
afgew ezen Nederland Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Zw eden 0
10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000 80.000 90.000
Bron: Eurostat
2
Figuur B.8: Beslissingen in eerste aanleg naar uitkomst, belangrijkste landen van herkomst (2013) Afghanistan Albanië
52%
48%
8%
92%
Algerije 4% Bangladesh
96%
7%
93%
Bosnië-Herzegovina 6% DR Congo
94% 22%
78%
Eritrea
75%
25%
Georgië 4%
96%
Irak
54%
46%
Iran
55%
45%
Macedonië 1% Nigeria
21%
Overig Pakistan Rusland
30%
70%
18%
82%
15%
85% 98%
Somalië
62% 72% 90% 19%
Totaal 0%
38%
28%
Syrië Turkije
negatief 79%
Servië 2%
Sri Lanka
positief
99%
10% 81%
34% 10%
20%
66% 30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bron: Eurostat
2
Uitgenodigde vluchtelingen Figuur B.9: Uitgenodigde vluchtelingen in Europa Zweden Verenigd Koninkrijk Noorwegen* Finland Denemarken Nederland Duitsland België Frankrijk Ierland Overig EU27 Bron: Eurostat
2011 1.620
2012 1.680
2013 1.820
455
1.040
965
1.270 585 515 540 145 25 130 45 30 4.090
1.230 730 470 430 305 0 100 50 125 4.930
955 675 515 310 280 100 90 85 0 4.840
2
C. VLUCHTELINGEN WERELDWIJD Asielzoekers en vluchtelingen Figuur C.1: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, eind 2013) Vluchtelingen naar werelddeel van opvang %
Vluchtelingen naar werelddeel van opvang
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst%
Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst
Afrika 3.843.898 32,8% 3.377.618 28,9% Azië 6.993.300 59,8% 6.317.585 54,0% Europa 233.668 2,0% 1.156.721 9,9% Latijns-Amerika 496.474 4,2% 381.949 3,3% Noord-Amerika 4.861 0,0% 424.011 3,6% Oceanië 1.500 0,0% 45.295 0,4% Overig/statelozen 129.478 1,1% 0,0% Totaal 11.703.179 100,0% 11.703.179 100,0% Bron: Global trends 2013, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations)
Figuur C.2: Vluchtelingen naar werelddeel van herkomst en opvang 100% 90% 80%
Noord-Amerika
70%
Overig/Staatlozen
60%
Europa
50%
Latijns-Amerika
40%
Afrika
30%
Azië
20% 10% 0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2013, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations) Opvang vluchtelingen vooral in ontwikkelingslanden 80% van de vluchtelingen wereldwijd wordt in de eigen regio opgevangen, meestal een buurland. 81% wordt opgevangen in een ontwikkelingsland. Tien jaar geleden was dat 70%. Het gaat om 8,5 miljoen vluchtelingen. Bron: Global trends 2013
2
Figuur C.3: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (absoluut en relatief, eind 2013) Asielzoekers naar werelddeel van herkomst %
Asielzoekers naar werelddeel van opvang
Asielzoekers naar werelddeel van opvang %
Asielzoekers naar werelddeel van herkomst Afrika 439.657 Azië 412.154 Europa 79.091 Latijns-Amerika 69.085 Noord-Amerika 329 Oceanië 727 Overig/statelozen 170.719 Totaal 1.171.762 Bron: Global trends 2013, UNHCR
37,5% 35,2% 6,7% 5,9% 0,0% 0,1% 14,6% 100,0%
449.345 168.510 408.790 23.808 106.491 14.818
38,3% 14,4% 34,9% 2,0% 9,1% 1,3% 0,0% 100,0%
1.171.762
Figuur C.4: Asielzoekers naar werelddeel van herkomst en opvang (eind 2013) 100% 90% 80%
Overig/statelozen
70%
Oceanië
60%
Noord-Amerika
50%
Latijns-Amerika
40%
Europa
30%
Azië
20%
Afrika
10% 0% Herkomst
Opvang
Bron: Global trends 2013, UNHCR Asielzoekers Bij grote vluchtelingenstromen is het in de praktijk vrijwel onmogelijk om iedereen individueel te beoordelen. Het is dan meestal duidelijk dat er goede redenen waren om te vluchten. Zoals nu het geval is in Syrië. Deze vluchtelingen worden prima facie vluchtelingen genoemd. Niet alle landen hebben een asielsysteem om te beoordelen of iemand wel of niet een vluchteling is. In Europa wordt wel elke aanvraag in een asielprocedure beoordeeld. Daarom is het percentage asielzoekers naar werelddeel van ‘opvang’ voor Europa relatief hoog. UNHCR De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR is wereldwijd de belangrijkste organisatie die zich bezighoudt met de bescherming van vluchtelingen. Het hoofddoel van de UNHCR is het waarborgen van de rechten en het welzijn van vluchtelingen. Groepen waarvoor UNHCR zich inzet zijn vluchtelingen, asielzoekers, ontheemden, personen die zijn teruggekeerd en statelozen. Ze voor de exacte definities van deze groepen www.UNHCR.org.
2
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van herkomst Figuur C.5: Aantal vluchtelingen wereldwijd, top 10 herkomstlanden in dat jaar (2012-2014) 1-1-2012 01-01-13 Afghanistan 2.664.436 1 Afghanistan 2.585.605 1 Afghanistan Irak 1.428.308 2 Somalië 1.136.143 2 Syrië Somalië 1.077.048 3 Irak 746.440 3 Somalië Soedan 500.014 4 Syrië 728.542 4 Soedan DR Congo 491.481 5 Soedan 569.212 5 DR Congo Myanmar 414.626 6 DR Congo 509.396 6 Myanmar Colombia 395.949 7 Myanmar 415.343 7 Iraq Vietnam 337.829 8 Colombia 394.122 8 Colombia Eritrea 251.954 9 Vietnam 336.945 9 Vietnam China 190.369 10 Eritrea 285.142 10 Eritrea Overig 2.652.792 Overig 2.793.351 Overig Totaal 10.404.806 Totaal 10.500.241 Totaal Bron: Global trends 2013, UNHCR (incl. 618.703 people in refugee-like situations) 1 3 2 5 6 7 8 9 10
01-01-2014 2.556.556 2.468.369 1.121.738 649.331 499.541 479.608 401.417 396.635 314.105 308.022 2.507.857 11.703.179
Figuur C.6: Aantal vluchtelingen wereldwijd naar belangrijkste landen van herkomst (eind 2013) Eritrea
308.022
Vietnam
314.105
Colombia
396.635
Iraq
401.417
Myanmar
479.608
DR Congo
499.541 649.331
Soedan Somalië
1.121.738
Syrië
2.468.369 2.556.556
Afghanistan -
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
2.500.000
3.000.000
Bron: Global trends 2013, UNHCR (incl. people in refugee-like situations)
2
Vluchtelingen naar belangrijkste landen van opvang Figuur C.7: Landen met de grootste groepen vluchtelingen binnen de grenzen, en Nederland (eind 2013) Pakistan
1.616.507
Iran
857.354
Jordanië
641.915
Turkije
609.938
Kenya
534.938
Tsjaad
434.479
Ethiopië
433.936
China
301.047
Verenigde Staten
263.662
Duitsland
187.567
Syrië
149.292
Nederland
74.707 0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
1.200.000
1.400.000
1.600.000
1.800.000
Vorig jaar was het aantal vluchtelingen dat in Duitsland wordt opgevangen 589.700. Het verschil is te verklaren doordat Duitse overheid de definitie van wie een vluchteling is heeft verengd. Bron: Global trends 2013, UNHCR
Uitgenodigde vluchtelingen Figuur C8: Uitgenodigde vluchtelingen naar belangrijkste landen van herkomst, asiel en opvang (2012) Herkomst Asiel Opvang Myanmar 22.074 Maleisië 15.813 Verenigde Staten 50.097 Irak 10.760 Nepal 10.049 Australië 9.988 Bhutan 9.923 Turkije 7.913 Canada 6.226 Somalië 7.174 Thailand 7.286 Zweden 2.044 DR Congo 6.475 Kenya 3.239 Verenigd Koninkrijk 1.236 Afghanistan 4.565 Egypte 2.828 Noorwegen 1.189 Iran 2.877 Ethiopië 2.447 Finland 979 Soedan 2.632 Syrië 2.325 Nieuw Zeeland 942 Eritrea 1.893 Rwanda 2.160 Denemarken 588 Colombia 1.780 Iran 1.893 Nederland 587 Overig 4.682 Overig 18.882 Overige landen 959 Total 74.835 Totaal 74.835 Totaal 74.835 Met herkomst wordt het oorspronkelijke land bedoeld dat iemand is ontvlucht. Vanuit het land van asiel wordt iemand hervestigd naar een van de landen van opvang. Nederland hervestigt bijvoorbeeld Syrische vluchtelingen die in vluchtelingenkampen in Turkije verblijven. Bron: UNHCR
2