Vivian Pelzer Niederländisch AG
Evaluatie: 20 februari, tellen: Aanwezig: 11 Vandaag heb ik met de kinderen een voorstellingsspelletje gedaan om de kinderen te leren kennen. Bijvoorbeeld: Ik ben Vivian en ik ben 9 jaar oud. Alle kinderen tellen ik koor tot en met de leeftijd van het kind. In dit geval 9. Daarna hebben we een ander spelletje gedaan. De kinderen moesten tot 10 tellen, maar iedereen mocht wanneer hij of zij wou een getal zeggen maar als je met 2 of meer opsprong, begon het opnieuw. Dus je moest de andere kinderen goed in de gaten houden. Daarna hebben we levende memory gedaan. Ieder tweetal had een getal in gedachten en die gene wat de paren bij elkaar moest zoeken, vroeg: Welk getal heb jij? Het kind antwoorde dan bijvoorbeeld: 1 Het kind moest alle paren bij elkaar zoeken. De kinderen waren gemotiveerd en de meeste lukt het al om tot 10 te tellen. De kinderen konden sowieso tot 5 tellen. 27 februari, lichaamsdelen benoemen: Aanwezig: 4 Vandaag heb ik met de kinderen spelletjes gedaan met betrekking tot de lichaamsdelen benoemen. We zaten in een kring en je moest de ander ergens aanraken. Als ik bijvoorbeeld op de knie tik, zeg ik hardop: knie. Zo ging het de hele kring door. Als er iemand een foutje maakte, begon het opnieuw. Als de hele kring foutloos de lichaamsdelen kon benoemen, was het spel afgelopen. Daarna heb ik het liedje: hoofd, schouders, knie en teen opgezet. Eerst een langzame versie, de kinderen moesten het liedje ook meezingen, dit lukte bij de meeste al goed. Daarna heb ik een snellere versie opgezet met meer tekst. De kinderen hoefde het niet mee te zingen maar ze moesten wel luisteren wat ze moesten doen. Dit lukte na 2 keer ook al goed. Daarna ben ik met de kinderen naar buiten gedaan, toen heb ik ziekenhuistikkertje met ze gedaan. Als ik iemand op de buik tik zeg ik: buik. Het kind moet daar zijn hand houden en met de andere hand een ander kind proberen te tikken. Dit hebben we 10 minuten gedaan, de kinderen kunnen al 6 lichaamsdelen foutloos benoemen. (buik, rug, hand, voet, been, arm)
6 maart, boodschappen doen: Aanwezig: 5 Vandaag ben ik met de kinderen naar Albert Heijn gegaan. Ik heb een lijst gemaakt met Duitse benamingen van producten. De kinderen moesten de producten zoeken en de Nederlandse benaming erbij schrijven. 3 van de 5 kinderen hadden het werkblad foutloos ingevuld. De andere 2 hadden 2 foutjes. Ik heb ze de foutjes laten verbeteren en toen hadden ze het wel goed. 20 maart, pannenkoeken bakken: Aanwezig: 10 Vandaag heb ik met de kinderen pannenkoeken gebakken. Ik heb de kinderen in 3 groepen verdeeld. De kinderen hebben zelf in groepjes het beslag gemaakt en zijn zelf aan de slag gegaan met de pannenkoeken te bakken, er waren namelijk ook 3 pannen aanwezig. De bedoeling was dat deze les 1 uur zou duren, zoals ik al dacht zou dit uitlopen en we hebben dus 2 uur erover gedaan, dit was uiteindelijk geen probleem. 10 april, herhaling lichaamsdelen benoemen: Aanwezig: 11 Vandaag heb ik de les ‘’lichaamsdelen benoemen’’ herhaald aangezien de vorige keer maar 4 kinderen aanwezig waren. 17 april, uitstapje Westpark: Aanwezig: 11 Vandaag hadden we een uitstapje naar het Westpark. Ik ben met de kinderen naar een speeltuin gegaan. Daar hebben we een quiz gedaan. De vraag was dan bijvoorbeeld: Hoe vertaal je Käse naar Nederlands? A: Kas B: Kaas C: Kees. Bij iedere vraag die ze goed hadden kregen ze een letter. Die letters vormde uiteindelijk een woord. In dit geval Sinterklaas. Daarna mochten ze 10 minuten vrij spelen en toen zijn we weer terug naar school gelopen. 15 mei, Typisch Nederland: Aanwezig: 11 Vandaag heb ik met de kinderen een memory gedaan met typisch Nederlandse voorwerpen zoals: windmolen, kaas, klompen enz. Daarna mochten een paar kinderen de kaartjes verstoppen en de rest ging ze zoeken. De kinderen moesten elkaar in Nederlands aanwijzingen geven.
Mogelijke activiteiten: Spellen: Wat mist er? Eerst bespreken we alle kledingstukken. Daarna gaat één kind in de midden staan van de kring, een ander kind mag hem of haar iets weg halen of iets veranderen. De rest van de kinderen proberen te raden wat er anders is of ontbreekt. Wie is het? Eén kind komt voor de klas staan en neemt een kind uit de klas in gedachten. Alle andere kinderen staan op hun stoel. De kinderen mogen om de beurt vragen stellen waar met ja of nee beantwoordt kan worden. Bijv. “is het een jongen”, “heeft hij donker haar”? Kinderen die niet binnen de omschrijving passen gaan op hun stoel zitten, maar mogen nog wel meeraden. Uiteindelijk blijft er één kind over, die dan voor de klas mag staan. Als het te moeilijk is, neemt de leerkracht iemand in gedachten, zo hoeven de kinderen alleen te luisteren of ze moeten blijven staan of dat ze moeten blijven zitten. Simon zegt: De spelleidster geeft snel achter elkaar opdrachten om de handen ergens neer te leggen: onder tafel, naast de tafel, op je voeten, in je la enz. Als zij zegt 'Simon zegt: ‘handen onder tafel' en de opdracht wordt uitgevoerd, is het goed. Maar als zij zegt: 'handen onder tafel' en de opdracht wordt uitgevoerd, is degene die dat doet af. Net zolang doorgaan tot iedereen af is. Bevriezen en dooien: Alle spelers staan als bevroren. De leerkracht zet een muziek aan en noemt steeds een lichaamsdeel wat ontdooid en kan bewegen. Er worden vijf lichaamsdelen vrij gegeven dus er beweegt steeds meer. Daarna bevriezen de lichaamsdelen weer tot dat de kinderen helemaal stil staan. Liedje hoofd schouder knie en teen Emoties: Iedereen staat in de kring. Je maakt twee kleine sprongetjes en daarna een grote. Als je na de hoge sprong op de grond staat sta je stil in een emotie. Bijvoorbeeld: Boos
Spring (handen klap), spring (handen klap), hoge sprong (harde handen klap) en je staat stil in een boze emotie. Als een standbeeld. De volgende emotie word genoemd en het begint weer van vooraf aan. Tellen tot 20: De kinderen proberen samen tot 20 te tellen. Eén leerling begint, deze heeft een bal in de handen. De leerling begint gewoon bij 1, daarna gooit hij de bal verder enz. Uitstapjes: Speurtocht: Speurtocht door vaals, ik beschrijf waar de kinderen naartoe moeten. Bijvoorbeeld: bij de speeltuin naar links. Ook zijn er onderweg plaatjes van typisch Nederlandse voorwerpen zoals klompen en peperkoek. Ik heb de woorden bij me. Als ze op het einde alle plaatjes hebben gevonden, kunnen ze puzzelen welk woord bij welk plaatje hoort. Op het einde krijgen ze allemaal een stuk peperkoek. Boodschappen doen: Ik laat de kinderen boodschappen doen voor bijvoorbeeld een groentesoep. De kinderen moeten daarna raden voor wat ze denken dat de boodschappen zijn. Daarna laat ik ze boodschappen doen voor cup cakes, die gaan we ook echt kopen. De week erna gaan we de cup cakes echt maken.
Liedjes: Hoofd, Schouders, Knie & Teen Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Oren, ogen, puntje van je neus Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Je hoofd zit op je schouders Je knie zit aan je been En ergens aan je voeten Daar zit je grote teen Maar als je hand vanachter zit Of boven op je hoofd Dan ben je zo bijzonder Dat niemand het gelooft Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Oren, ogen, puntje van je neus Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Je klappert met je oren En ratelt met je mond Je praat met je handen En je kijkt met je kont Als iemand jou zo bezig ziet Als ik jou zo zie staan Dan denk ik: hé, maar dat is gek Hier is iets misgegaan Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Oren, ogen, puntje van je neus Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Ik zag op televisie Een heel erg vreemd geval Een man met zeven armen Ze zaten overal Iedereen kwam kijken Hij stond in elke krant Ze maakten hem meteen De koning van het land Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Hoofd schouders knie en teen, knie en teen Oren, ogen, puntje van je neus Hoofd schouders knie en teen, knie en teen
Tsjoe Tsjoe Wa Tsjoe Tsjoe Tsjoe Tsjoe Op je Strek
tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa tsjoe wa, wa wa tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa tsjoe wa, wa wa plaats (Op je plaats) je armen (Strek je armen)
Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Duimen omhoog (Duimen omhoog) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Duimen omhoog (Duimen omhoog) Schouders op (Schouders op) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Duimen omhoog (Duimen omhoog) Schouders op (Schouders op) Hoofd omhoog (Hoofd omhoog) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Duimen omhoog (Duimen omhoog) Schouders op (Schouders op)
Hoofd omhoog (Hoofd omhoog) Billen naar achteren (Billen naar achteren) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Duimen omhoog (Duimen omhoog) Schouders op (Schouders op) Hoofd omhoog (Hoofd omhoog) Billen naar achteren (Billen naar achteren) Voeten naar binnen (Voeten naar binnen) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Op je plaats (Op je plaats) Strek je armen (Strek je armen) Vuisten maken (Vuisten maken) Duimen omhoog (Duimen omhoog) Schouders op (Schouders op) Hoofd omhoog (Hoofd omhoog) Billen naar achteren (Billen naar achteren) Voeten naar binnen (Voeten naar binnen) Tong naar buiten (Bleh) Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa Tsjoe tsjoe wa, tsjoe tsjoe wa Tsjoe tsjoe wa, wa wa
Klap Klap Stap Stap Ik knipper met m’n ogen En ik kus met m’n mond Maak een lange neus En ik kijk wat rond Ik klapper met m’n oren En stamp op de grond Wapper met m’n handen En klap in het rond Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Ik strek m’n armen Haal m’n schouders op Schud m’n hoofd Ik voel me echt tiptop Ik draai m’n polsen En ik sta rechtop Beweeg m’n heupen En ik dans non-stop Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Hee-e-ee Ik ben een bofkont, ik heb alles mee Hee-e-ee Ik ben een bofkont, en dat voelt oké Ik heb ook nog m’n knieën Het zijn er twee Dat zijn m’n voeten En die doen goed mee Op m’n tenen Krijg ik alles mee Dansen vind ik een leuk idee Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Ik knipper met m’n ogen En ik kus met m’n mond Maak een lange neus En ik kijk wat rond Ik klapper met m’n oren En stamp op de grond Wapper met m’n handen En klap in het rond
Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Hee-e-ee Ik ben een bofkont, ik heb alles mee Hee-e-ee Ik ben een bofkont, en dat voelt oké Ik strek m’n armen Haal m’n schouders op Schud m’n hoofd Ik voel me echt tiptop Ik draai m’n polsen En ik sta rechtop Beweeg m’n heupen En ik dans non-stop Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Ik heb ook nog m’n knieën Het zijn er twee Dat zijn m’n voeten En die doen goed mee Op m’n tenen Krijg ik alles mee Dansen vind ik een leuk idee Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap klap, stap stap Wat bof ik toch, alles doet het nog Klap Klap Klap Klap
klap klap klap klap
stap stap stap stap
stap stap stap stap
Hokey cokey Je doet je linker arm in Je linker arm uit In, uit, in, uit, Gooi het er maar uit We doen de hokey cokey En we gaan maar door En zingen daarbij in koor Oh hokey hokey Oh hokey hokey Oh hokey hokey Knie, buik, arm,
cokey cokey cokey hoofd, rol rol rol
Je doet je rechter arm in Je rechter arm uit In, uit, in, uit, Gooi het er maar uit We doen de hokey cokey En we gaan maar door En zingen daarbij in koor Oh hokey hokey Oh hokey hokey Oh hokey hokey Knie, buik, arm,
cokey cokey cokey hoofd, rol rol rol
Je doet je linker been in je linker been uit In, uit, in, uit, Gooi het er maar uit We doen de hokey cokey En we gaan maar door En zingen daarbij in koor Oh hokey hokey Oh hokey hokey Oh hokey hokey Knie, buik, arm,
cokey cokey cokey hoofd, rol rol rol
Je doet je rechter been in Je rechter been uit In, uit, in, uit, Gooi het er maar uit We doen de hokey cokey En we gaan maar door En zingen daarbij in koor Oh hokey hokey Oh hokey hokey Oh hokey hokey Knie, buik, arm,
cokey cokey cokey hoofd, rol rol rol
Tulpen
Nederlandse vlag
Klompen
Windmolen
Nederland
Kaas
Hagelslag
Sinterklaas
Peperkoek
Zoek de producten en schrijf de Nederlandse benaming op. Veel plezier!
Apfelsaft
………………………
Milch
………………………
Kartoffeln
………………………
Pfannkuchen
………………………
Karotten
………………………
Trauben
………………………
Schokostreusel
………………………
Käse
………………………
Eier
………………………
Brot
………………………
Hähnchen
………………………
Salat
………………………
Schokolade
………………………
Lakritze
………………………
Mandarine
………………………
Handseife
………………………
Bijlages: Quiz Annaschule Bij iedere goed beantwoorde vraag kun je een letter verdienen. Met de letters kun je een woord vormen. Veel succes! Vertaal ‘’Käse’’ naar Nederlands. Letter: s a. Kaas b. Kaars c. Kast Vertaal ‘’Flagge’’ naar Nederlands. Letter: i a. Veeg b. Vlag c. Fleg Vertaal ‘’Schokostreusel’’ naar Nederlands. Letter: a a. Slaghagel b. Hagelslag c. Chocolade Vertaal ‘’Tulpen’’ naar Nederlands. Letter: r a. Narcissen b. Rozen c. Tulpen Vertaal ‘’Flasche’’ naar Nederlands. Letter: s a. Fles b. Drinken c. Vlees Vertaal ‘’Banane’’ naar Nederlands. Letter: k a. Banaan b. Bal c. Been Vertaal ‘’Bauernhof’’ naar Nederlands. Letter: n a. Boerderij b. Boer c. Bouwen Vertaal ‘’Blumen’’ naar Nederlands. Letter: a a. Bloeien b. Bloemen
c. Blozen
Vertaal ‘’Haus’’ naar Nederlands. Letter: l a. Haar b. Hol c. Huis Vertaal ‘’Baum’’ naar Nederlands. Letter: t a. Boom b. Baan c. Bol Vertaal ‘’Apfel’’ naar Nederlands. Letter: e a. Apel b. Appel c. Apeel
Zoek de briefjes in het gebouw. Zet vervolgens de Nederlandse benaming van de voorwerpen achter de Duitse benaming.
Duits 1
Tisch
2
Stuhl
3
Tafel
4
Wand
5
Fenster
6
Treppen
7
Geländer
8
Tür
9
Radio
10
Heizung
11
Schrank
12
Uhr
13
Schultasche
14
Aquarium
15
Bürotisch
Nederlands