COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA I-WL/2016/1186
I-WL/2016/1186 I-WL
8-4-2016
Hoge Naarderweg 78 HUI 1217 AH Hilversum lllll
19-5-2016
T 035 773 77 00 lllll F 035 773 77 99 lllll
Postbus 1426 lllll 1200 BK Hilversum lllll
[email protected] lllll www.cvdm.nl lllll
Gemeente Boxmeer T.a.v. het college van burgemeester en wethouders Postbus 450 5830 AL BOXMEER
GEMEENTE BOXMEER
reg.nr.:............ 1^.4......... Ingek.:
-8 APR. 2016
Afd.:
(~uOC
Kopie: Datum
Onderwerp
7 april 2016
Verzoek advies Stichting Omroep Land van Cuijk
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
666065/666669
mr. Sylvia Alst
+31 (0)35 773 77 00
Geacht college, Op 21 maart 2016 heeft Stichting Omroep Land van Cuijk bij het Commissariaat voor de Media een aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling voor de gemeenten Cuijk, Grave, Boxmeer en Sint Anthonis ingediend. Alvorens wij een beslissing nemen over deze aanvraag, dient de gemeenteraad ons op grond van artikel 2.61, derde lid, van de Mediawet 2008 te adviseren over de vraag of de media-instelling voldoet aan de eisen die deze wet stelt. Ten behoeve van deze advisering brengen wij het volgende onder uw aandacht. Artikel 2.61, tweede lid, van de Mediawet 2008 formuleert de navolgende eisen: Voor aanwijzing komen slechts in aanmerking instellingen die: a. rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid zijn; b. zich volgens de statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel stellen het op regionaal respectievelijk lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een provincie, een gemeente of een deel van de provincie waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen; en c. volgens de statuten een orgaan hebben dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt en dat representatief is voor de belangrijkste in de desbetreffende provincie of gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Aan de hand van de bijgevoegde Toelichting advies gemeenteraad bij aanvraag aanwijzing als lokale publieke media-instelling en de door de instelling overgelegde gegevens, die u tevens bijgaand aantreft, dient de raad van uw gemeente een gemotiveerd advies uit te brengen over de aanvraag. Nu de aanvraag van Stichting Omroep Land van Cuijk betrekking heeft op meerdere gemeenten, namelijk de gemeenten Cuijk, Grave, Boxmeer en Sint Anthonis, wijzen wij met nadruk op het gestelde onder 6. in de bovengenoemde toelichting. Tevens wijzen wij u op het feit dat Stichting Lokaal Cuijk en Stichting Tot Instandhouding Locale Omroepen beiden een aanvraag hebben ingediend voor de gemeenten Cuijk en Grave.
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Artikel 6, tweede lid, van de Mediaregeling 2008, bepaalt dat de gemeenteraad binnen achttien weken, dat wil zeggen vóór 8 augustus 2016, advies uitbrengt. Wij verzoeken u deze termijn niet te laten overschrijden. Indien er zich wijzigingen voordoen die van invloed zijn op de aanwijzingsprocedure of op de advisering door uw raad, dan stellen wij u daarvan op de hoogte. Het raadsbesluit, zien wij, samen met het raadvoorstel en de eventuele notulen van de raadsvergadering, graag binnen de daartoe gestelde termijn tegemoet. Wij verzoeken u binnen twee weken de ontvangst van deze brief schriftelijk of telefonisch te bevestigen en daarbij tevens te vermelden wie de behandelend ambtenaar is. Mochten er nog vragen zijn dan kunt u contact met ons opnemen via bovenstaand telefoonnummer. Een afschrift van deze brief gaat naar het bestuur van Stichting Omroep Land van Cuijk.
Hoogachtend,
-2-
hoort bij Doe. nr.
20160315 PBO Stichting Omroep land van Cuiite
Rivierstad FM
OLvC
Th. (Theo) Cools
JA Ruiterstraat 8
5361 GC Grave
P. (Peter) Schouten
JA Hazeleger 185
M. (Mark) van der Linden
JA Beerseweg 3
A. (Tonnle) M J. Jacobs
Stroming OLVC
Organistaie/instelling
theocoolsOxs4all.nl
Cultuur en Kunst
WE Nooderblok
Cloveniersgilde
5431 HS Cuijk
llvinRl850home.nl
Cultuur en Kunst
St. Cultureel Hart Cuijk
Museum Ceuclum
5431 LA Cuijk
0486-421879 infoOartoartner.nl
Cultuur en Kunst
Kunst en Cultuur
Eigenaar Art Partner Kunstuitli
JA Kerkstraat 27
5439 NC Linden
0485-311829
Werkgeves
Politiek en werkgevers MKB
Vz. ABC Cuijk
J. (Jos) Somers
JA Koninginnedijk 252
5361 CR Grave
0486 -477946 ios.5omersOcatharinahoffirave.nl
Maatschappelijke zorg en welzijn
CatharinahofGrave
Peelstar FM
OLvC
Werknemers
Maatschappelijke zorg en welzijn
P. (Piet) Driessen
^>7
0486-473864
iacobs.aRenturenOfreeler.nl
JA
Kolzinstraat 4
5845 BX
SINTANTHONIS
Dlet.driessenOhome.nl
J. (Jan) Setten
JA
Lindenlaan 28
5446 AT
WANROIJ
tarwemeelOhome.nl
Cultuur en Kunst
Cultuur en kunst
Molenstichting
J. (Jan) Nabben
JA
t Kempke 16
5845 GB SINTANTHONIS
iannabbenOzieeo.nl
Onderwijs en educatie
Onderwijs en educatie
Basisschool W'beek/S'beek
B. (Boud) van Gelder
JA
Zandseveldweg 68
5845 CK
SINT ANTHONIS
boudvaneelderOhome
Sport en recreatie
Sport en recreatie
Volleybal/Carnaval
M. (Marlet) van Crey
JA
Kuulotterstraat 10
5445 AX
LANDHORST
mp.creijg) home.nl
kerkgenootschappen en genoot
Sport en recreatie
Jeugd- en jongerenwerk
Bronlaak/KBO
schappen op geestelijke grondslag
BLOS RTV
JanTunnlssen
JA
Veerstraat 27
5831 KB
Boxmeer
iantunnissenOzifieo.nl
Maatschappelijke zorg en welzijn
ST. Nicolaascomlte Boxmeer?
Peter Frandssen
JA
Past. V. Berkelstraat 82
5836 BK
Oefelt
infoODeterfrancissen.nl
Etnische minderheden
Amnesty International, werkgr
Plet Jeuken
JA
Bergkamp 6
5825 AG Overloon
DietieukenOhome.nl
Sport en recreatie
Voetbalver. SSS18 Overloon
Clemens Weljmans
JA
Trantert 64
5825 JT
c.weiimansOzififio.nl
Kunst en cultuur
Mariakapel Holthees
Overloon
üïjiage
hoort bij
Doc.
AAN: het bestuur van de Stichting Omroep Land van Cuijk De Raetsingel 1 5831 KC Boxmeer.
Boxmeer, 12 maart 2016.
Geacht bestuur. Zoals bekend wordt al enige tijd meegewerkt aan de totstandkoming van één tv/radio omroep voor Sint Anthonis, Boxmeer, Cuijk en Grave. Hiervoor is onlangs de Stichting Omroep Land van Cuijk opgericht. Door uw stichting wordt binnenkort een zendmachtiging bij het Commissariaat voor de Media aangevraagd. In verband met deze aanvraag verklaren wij als bestuur en het programmabeleidbepalend orgaan van de lokale omroep BLOS - RTV gevestigd Boxmeer, dat wij instemmen met deze fusie. Na afgifte van een nieuwe zendmachtiging voor betrokken gebied aan uw stichting, hebben wij er geen bezwaar tegen dat onze huidige aanwijzing/gedoogsituatie door genoemd Commissariaat wordt ingetrokken/beëindigd.. Hopende op een verdere positieve samenwerking verblijven wij,
PEELSTAR
FM
AAN: het bestuur van de Stichting Omroep Land van Cuijk De Raetsingel 1 5831 KC Boxmeer. Sint Anthonis, 14 maart 2016. Geacht bestuur, Zoals is bekend werken wij al enige tijd mee aan de totstandkoming van één tv/radio omroep voor de gemeenten Sint Anthonis, Boxmeer, Cuijk en Grave. Hiervoor is onlangs de Stichting Omroep Land van Cuijk opgericht. Door uw stichting wordt binnenkort een zendmachtiging bij het Commissariaat voor de Media aangevraagd. In verband met deze aanvraag verklaren wij, het bestuur en het programmabeleidbepalend orgaan, van Lokale Omroep Stichting Sint Anthonis / Peelstar FM gevestigd te Sint Anthonis, in te stemmen met deze fusie. Na afgifte van een nieuwe zendmachtiging voor betrokken gebied aan uw stichting, hebben wij er geen bezwaar tegen dat onze huidige aanwijzing door genoemd Commissariaat wordt ingetrokken. Hopende op een verdere positieve samenwerking verblijven wij. Lokale Omroep Stichting Sint Anthonis De secretaris, Y. van der Rijt
De voorzitter, L. Althuizen
Programmabeleidbepalend Orgaan De secretaris, M. van Crey
De voorzitter, P. Driessen
Peelstar FM Breestraai 1D 5845 AX Sint Anthonis
tel.nr:
0584-3817 77
mail:
[email protected]
IBAN: NL 02 RABO 0103 0320 61
KvK:
S141085301
weD;
www.peelslar.nl
BiC:
BTW-n-r.'
NL8042.68.952.B.01
RA30NL2U
AAN: het bestuur van de Stichting Omroep Land van Cuijk De Raetsingel 1 5831 KC Boxmeer.
Cuijk, Grave, 18 maart 2016.
Geacht bestuur. Zoals bekend wordt al enige tijd meegewerkt aan de totstandkoming van één tv/radio omroep voor Sint Anthonis, Boxmeer, Cuijk en Grave. Hiervoor is onlangs de Stichting Omroep Land van Cuijk opgericht. Door uw stichting wordt binnenkort een zendmachtiging bij het Commissariaat voor de Media aangevraagd. In verband met deze aanvraag verklaren wij als bestuur en het programmabeleidbepalend orgaan van de lokale omroep Stlchtlgn Tot Instandhouding Lokale Omroep gevestigd te Cuijk/Grave, dat wij instemmen met deze fusie. Na afgifte van een nieuwe zendmachtiging voor betrokken gebied aan uw stichting, hebben wij er geen bezwaar tegen dat onze huidige aanwijzing/gedoogsituatie door genoemd Commissariaat wordt ingetrokken/beéindigd.. Hopende op een verdere positieve samenwerking verblijven wij,
Stichting Instandhouding Lokale Omroep/Rivierenstad. De voorzitter.
Programmabeleidbepalend Orgaan De secretaris,
De voorzitter.
Uittreksel - Company.info
pagina 1 van 1
i! j: tl Ó
'
ïioorl on
. nr.f '0
Online inzage uittreksel
Doe
kvK-nummer 64887219 Rechtspersoon RSIN Rechtsvorm Statutaire naam Statutaire zetel Bezoekadres Eerste inschrijving handelsregister Datum akte van oprichting Activiteiten
Bestuurders Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid
855888805 Stichting Stichting Omroep Land van Cuijk Gemeente Boxmeer Steenstraat 1, 5831 JA Boxmeer 29-12-2015 28-12-2015 SBI-code: 6020 - Televisie-omroepen SBI-code: 6010 - Radio-omroepen Het verzorgen van media-aanbod bestemd voor de regio Land van Cuijk en omstreken, het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht.
Klaassen, Marinus Carolus Gerardus 27-04-1950, Vierlingsbeek 28-12-2015 (datum registratie: 29-12-2015) Voorzitter Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten)
Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid
Kissels, Peter Paul Marie Jacques 13-09-1957, Roermond 28-12-2015 (datum registratie: 29-12-2015) Secretaris Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten)
Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Titel Bevoegdheid
Konings, Leonardus Johannes 04-07-1946, Oisterwijk 28-12-2015 (datum registratie: 29-12-2015) Penningmeester Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten)
Naam Geboortedatum en -plaats Datum in functie Bevoegdheid
Althuizen, Aloysius Martinus Maria 16-01-1962, Mill en Sint Hubert 28-12-2015 (datum registratie: 29-12-2015) Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten)
Gegevens zijn vervaardigd op 10-03-2016 om 11.26 uur.
https://company.info/html/extracts/77306955
12-3-2016
Bij Is 9© hoont»)
Doc. nr.: (ff,_______
2 9 DEC 2015
1
36187/RS
OPRICHTING STICHTING (Stichting Omroep Land van Cuijk)
Vandaag, acht en twintig december tweeduizend vijftien (28-12r2015), verschenen — voor mij, mr. André Christiaan Martinus Teeuwen, notaris met plaats van vestiging de gemeente Boxmeer:------------------------------------------------ ———--------------- --------------- -— mevrouw Anke Wilhelmina Martina van Kempen, te dezer zake wonende te 5831 JK Boxmeer, Steenstraat 152, geboren te Vlerlingsbeek op zeventien augustus ------- -----negentienhonderdachtenzeventig. ten deze handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:----------------------------------------------- ----------------------------------------------------------------------1. de heer MARINUS CAROLUS GERARDUS KLAASSEN. zich identificerend met paspoort nummer afgegeven te Boxmeer op achtentwjntig mei -—— tweeduizend dertien (28-05-2013), wonende teGëgé\^s;^tv^dën^döÓ5Kyki' geboren te Vieriingsbeek op zevenentwintig april negentiènhonderd vijftig (2704-1950), gehuwd;----------------------------------------------------- -------- :---------------------------de heer PETER PAUL MARIE JACQUES KISSELS, zich identificerend met--------paspoort nummerG^;v“^“"'^ afgegeven te Boxmeer op vijfentwintigjiugustus tweeduizend vijftien (25-08-2015), wonende te' * tSege^elis yerwjjderd doof KVK „ geboren te Roermond op dertien september negentienhonderd zevenenvijftig (1309-1957), gehuwd;---------------------------------------------------------- ^-----------------------------3. de heer ALOYSIUS MARTINUS MARIA ALTHUIZEN, zich identificerend met-----paspoort nummer?TM,*,^w*,f,*TK'K afgegeven te Sint Anthonis op elf november —— tweeduizend elf (11-11-2011), wonende te Gegevens verwijderd door KvK geboren te Mill en Sint Hubert op zestien januari negenöëhhohdèrd tweeënzestig (16-01-1962), gehuwd.-------------------------------------------- -----------------------------------------De comparante, handelend als gemeld, verklaarde bij deze akte een stichting op te — richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:------------------------------------------Naam-------------------------- ------- -s-------- ^---------------------- --—--------- ------------------ ---------2.
Artikel 1--------------------------- -------- :----------------------------- ------------------------------- -----------------------------
De stichting draagt de naam: Stichting Omroep Land van Cuijk.—------- -----------------Zetel—--------------- --------------- ———------------- — ---------------------------- —---------------------------Artikel 2------------------------------------------------------ -----------------------------------------------------------------------
Zij heeft haar zetel in de gemeente Boxmeer.--------------------------- -------------------------------- * 1 2 Doel----------------------------------- —----------------------------- ----------------- ----------------------------------------------Artikel 3---------- ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.
2.
De stichting heeft tot doel:---------------------------------------------------------------------------------het verzorgen van media-aanbod bestemd voor de regio Land van Cuijk en omstreken, hierna te noemen de regio;---------- —------- --------------- —-------------het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het -------verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van---------------maatschappelijke behoeften die in de regio waarop de instelling zich richt — leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een — publieke taak te vervullen. —------------------ -------------------- ^-------------------------------De stichting gebruikt haar zendtijd geheel voor een media-aanbod dat in het-------bijzonder betrekking heeft óp de regio.----------------------------------------------------------------
2 3. Zij tracht dit doel en al hetgeen daarmee in de ruimste zin verband houdt te----------verwezenlijken door het aanwenden van alle geoorloofde middelen, welke voor de verwezenlijking van het doel van de stichting bevorderlijk zijn.--------------------------------Begunstigers-------------------------------------------------------------------------- -----------------------------------------Artikel 4-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de stichting financieel te — steunen met een door het bestuur vast te stellen minimum bijdrage.---------------------2. Het bestuur beslist omtrent de toelating van begunstigers.--------- -----------------------------3. De rechten en plichten van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd. -—------------------- —--------------------------------------------------4. De begunstigers zijn gehouden tot het betalen van de bijdrage, die door het -------bestuur is vastgesteld. ----------------------------------------- ---------------------------------------------------Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen.----------------------------------------------------—--------- —1------------------ -------------------------5. Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.--------------------------------- ------------Geldmiddelen —----------------------------------------------------------------------------- -------------------------------Artikel 5-------------------------- —--------------------------------------------------------------------------------------------1. De geldmiddelen van de stichting bestaan uit de bijdragen van de begunstigers, uit de eventuele uitgifte van een programmablad, uit eventuele verkrijging ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en tenslotte uit eventuele overige----------------geoorloofde baten.---------- —----------- ^---------------------------------- ——------------------------------2. De stichting is niet dienstbaar aan het maken van winst door derden.--------------------3. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----Bestuur------------------------ ----------------------:-----------------------------------------------------------------------------Artikel 6---------—:------------------------------- -----------------------------------------------------------------------------1. Hét bestuur bestaat uit tenminste drie (3) personen en wordt voor de eerste maai bij deze akte benoemd. Het aantal leden wordt door het bestuur vastgesteld.-------2. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden in functie benoemd.--------------3. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regelen aangaande de------------------------bestuurssamenstelling gegeven.-------------------------------------------------------------------------------4. Dè bestuurders worden door het bestuur benoemd uit een of meer voordrachten, -
5.
6.
7. 8.
9.
behoudens het bepaalde in lid 5. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn — bevoegd zowel het bestuur, leden van het bestuur als de programmaraad.-----------Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met — tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van het — bestuur, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de----------bestuursleden tegenwoordig of vertegenwoordigd is.----------------------------------------------Is geen voordracht opgemaakt, of besluit het bestuur overeenkomstig het-----------voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is het bestuur vrij in de keus.------- ----------------------------------------------------------------------Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die — voordrachten.--------------------------------------------------------------------- ---------------------------------------Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de ---------------overblijvende bestuursleden (of zal het enig overblijvende bestuurslid) zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers(s).--------------------------------------------------------------------------------Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende — bestuurslid niettemin een wettig bestuur.------------------------------------------------------------------
3
10. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij — hebben wel recht op vergoeding van de door hen gemaakte kosten.------------------Einde bestuurslidmaatschap------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 7-—■■ : ■ —............... —-------- --------
1.
2. 3.
Het bestuurslidmaatschap eindigt:------------------------------------------------------------------a. ontslag op grond van artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk wetboek;------------ -b. door ontslag door de gezamenlijke overige bestuurders;--------------------------------c. door bedanken.-------------------------------------------------------------------------------------Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding.---------- ^------------------------------------------De aftredende is terstond herbenoembaar voor ten hoogste éénmaal de maximale benoemingstermijn.-— ----------------------------------- ------ -—— -----------------------
Bestuursvergaderingen en besluitvorming in het bestuur------ ------ —-----------------------Artikel 8------------------——------------—--------- ------------------------------ -----------------------------------------
1. 2.
3.
4. 5.
6. 7.
8.
9.
Iedere kalenderkwartaal wordt tenminste één vergadering gehouden.----------------Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en — onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het-------verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het — verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met in — achtneming van de vereiste formaliteiten.------ ----------------------------——-----------De oproeping tot de vergadering geschiedt - behoudens het in lid 2 bepaalde - -— door de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die ter vergadering niet meegerekend, door middel van aangetekende ------------------oproepingsbrieven.--------------------------------------------------- -------- :------------------------De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip der vergadering, de te behandelen onderwerpen. —-------------——------------------------------- :-----------------Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende — onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten-------gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in — acht genomen.----------------------------------------------- -r------------------------- -----------------De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens -— afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.-—-—■—---------------Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de------secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe ——— verzocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de — vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.——---------------------Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besiuiten nemen indien de — meerderheid zijner in functie zijnde leden tér vergadering aanwezig of------ ---------vertegenwoordigd is.-------------------------- ----------- --------- —---------------------------------Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten-----------vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijké; ter beoordeling van de — voorzitter der vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij —— slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden. -----------------------Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten riemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk; telegrafisch of per telex hun mening te uiten.—------------------ ———-------- ------------------------------------------ -------------------Van een aldus génomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen--------antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.--------------------------- ---------- —------
p'
4 10. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.---------------------------Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle-----bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.--------------------------------------------------------- -------------------------------- --------------------------11. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de ------stemming verlangt.-------------------------------------------------------- --------------------------------------------Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.-----------------------12. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.----------------------------13. In alle geschillen omtrent stémmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de-----voorzitter.------------- ;——--------—-------------------------——— ---------------------------------Bestuurstaak - vertegenwoordiging----------------------------- -----------------------------------------------Artikel 9-------- --------------------- —---------------------------- -------------- —-------------------------- ---------------1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.------- —-------------------------------
2.
Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door andere organen van de stichting.-------------------------3. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, --------- — vervreemden of bezwaren van registergoederen. —^---------------------------- ---------------4. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de---------stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.— 5. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd: ——------------------------------a. hetzij door het bestuur;----------- r------------------------- ———------------------------------------b. hetzij door twee gezamenlijk handelende bestuursleden.---------------------------------Programmabeleidbepalend orgaan------------------------- ----------------------------------------------------Artikel 10-------—--------------------------- ---------------------------------------- -- --------------------------------------1. De stichting kent een programmabeleidbepalend orgaan. Deze heeft tot taak:------a. het bepalen van het beleid voor het media-aanbod;------------------------------------------b. toetsing van de in het programmabeleid verwoorde uitgangspunten;---------------c. het geven van adviezen, gevraagd en ongevraagd, aan het bestuur;--------------d. het opstellen van een jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en-------gerealiseerde programmabeleid.------------------------------------------------------------------------
2.
3.
4. 5. 6.
Het programmabeleidbepalende orgaan wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. • ' i. . . ------ ----------- ---------------- -------- —^--------- ---------- ------------------------------Het aantal leden wordt door het programmabeleidbepalende orgaan, met in -------achtneming van lid 3 vastgesteld. -—-------- -------------------------------------------------------------Het programmabeleidbepalende orgaan dient zodanig te zijn samengesteld, dat het representatief is voor dé in de regio voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. In het bestuur is minstens een------------ — vertegenwoordiger uit de stroming “etnische en culturele minderheden”---------------opgenomen. Minimaal vijf (5) leden vertegenwoordigen een stroming.—-------------Bij huishoudelijk reglement worden nadere regelen aangaande de samenstelling van het programmabeleidbepalende orgaan gegeven.—----------------------------------------Het programmabeleidbepalende orgaan wijst uit haar midden een voorzitter en — secretaris aan. Zij kan voor elk hunner een vervanger aanwijzen.---------------------------De vergaderingen van het programmabeleidbepalende orgaan worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van het bestuur. Deze heeft een adviserende stem. De leden van het programmabeleidbepalende orgaan worden door het----------------programmabeleidbepalende orgaan benoemd uit een of meer voordrachten,-------behoudens het bepaalde in lid 7.-------------------------------------------------------------------------------
!*>
& Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur* lëdeh'— van de programmaraad als bij huishoudelijk reglement aan te wijzen organisaties^ of groepen van organisaties.------------ --------------------------------------------------------------------7. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met — tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de —— programmaraad, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van ^ de leden van het programmabeleidbepalende orgaan tegenwoordig is.----------8. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit het,programmabeleidbepalende orgaan overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachtenihet bindend — karakter te ontnemen, dan is de programmaraad vrij in de keus.------------------------rr9. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.-------------------------------------------------- ----------------------—^----------------------10. Voordrachten en benoemingen geschieden onverminderd het bepaalde in lid 3. — 11. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het programmabeleidbepalende orgaan, zullen de overblijvende leden (of zal het enig overblijvende lid) binnen zes maanden na het ontstaan van de vacatüre(s) daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolgers(s).——------------------------ :——^---------- -----------------------------12. Mocht(en) in het programmabeleidbepalende orgaan om welke reden dan ook één of meer leden ontbrekén, dan vormen de overblijvende leden, of vormt het enige overblijvende lid niettemin een wettig programmabeleidbepalend orgaan.--------------Einde lidmaatschap programmabeleidbepalend orgaan--------------------------------------------Artikel 11 —----------------------- ^-------------- =-------------- *=--------------------------------------- ----------1. Het lidmaatschap van het programmabeleidbepalende orgaan eindigt:------------------a. indjen het lid van de programmaraad heeft opgehouden vertegenwoordiger te zijn van een stroming; —------ ——-—------- ------------------------------------------------------b. door bedanken.-------- ---------------------------------- -------------------- —------------------------------2. Elk lid van het programmabeleidbepalende orgaan treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het programmabeleidbepalende orgaan te--------maken rooster van aftreding. ------------ ---------------------- —----------------------------------------------3. De aftredende is terstond herbenoembaar voor ten hoogste éénmaal de maximale benoemingstermijn.------------------- ——:----------------------------------------------------------------------Programmastaf - hoofdredacteur---------------- ----------------------------------------------------------- -------Artikel 12--------------- ------------------------------------------------------------- ---------------------------------------------1. De stichting kent één programmastaf, bestaande uit een door het bestuur te —— bepalen aantal medewerkers onder wie een hoofdredacteur, belast met de leiding van de programmastaf. —— -------- ——---------- — -------- •. 7—---------------------------— Een programmastatuut, taakomschrijving van de programmastaf en nadere---------regëleh terzake van de verhouding tussen hoofdredacteur, programmastaf en-----andere organen van' de stichting worden vastgelegd door de programmaraad,-----nadat deze de daarbij belanghebbenden daarover geraadpleègd heeft. ----------------Het door het programmabeleidbepalende orgaan vastgelegde programmastatuut behoeft instemming van hoofdredacteur en programmastaf.--------------------------------- -2. De hoofdredacteur wórdt door het bestuur aangesteld. -------------------------------------------De hoofdredacteur kan uitsluitend op voordracht van het •—----------------------------------programmabeleidbepalende orgaan worden ontslagen door het bestuur; zodanig -
3.
besluit dient tevoren eveneens aan overleg met de programmastaf te worden -----Onderworpen, indien het ontslag op journalistieke gronden wordt verleend.------------Het bestuur kan de hoofdredacteur in de uitpefening van zijn functie voor-------------onbepaalde tijd schorsen———----- —--------- -------- —---------------- -------------------De schorsing vervalt indien niet binnen een maand na het schorsingsbesluit het in het tweede lid van dit artikel bedoelde overleg een aanvang heeft genomen.----------
4.
5.
De overige leden van de programmastaf worden op voorstel van de --------------------hoofdredacteur en/of overige leden van de programmastaf benoemd door het-----bestuur, volgens door de programmaraad nader vast te stellen regelen.---------------Ontslag wordt hen verleend door het bestuur na overleg met de hóofdredacteur, — programmastaf en het programmabeleidbepalende orgaan.—--------------------------------Wil het ontslag op journalistieke gronden verleend kunnen worden, dan behoeft — het de voorafgaande instemming van de hoofdredacteur en de programmastaf.— Voor de inhoud van alle uitzendingen en voor alle werkzaamheden is de--------------hoofdredacteur verantwoordelijk en jegens het programmabeleidbepalende orgaan vérantwoording verschuldigd. —--------- ---------------------- ------------------------------------------------
Commissies en werkgroepen----------------------------------------------------------------------Artikel 13---------------------------------------------------------------------------------------------------1. 2.
Het bestuur kan commissies en werkgroepen instellen. —:-------------------------------------Bij reglement worden taak en werkwijze van commissies en werkgroepen-----------vastgelegd. ---------- —--------------------------------------------------------------------------------------------------
Jaarverslag - rapportage programmabeleidbepalend orgaan / rekening en--------verantwoording----------------------------------------------- -------------------------------------------Artikel 14--------------------------------------------------------------------------------------------------1.
Het stichtingsjaar tevens boekjaar loopt van één januari tot en met éénendertig — december.----------- ---------------- ---------- —---------------------------------------------------------------------2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanig--------aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.-------------—---------- —--------- --------------------------------------------------3. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar zijn ----------jaarverslag op en de penningmeester doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het----------afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. De jaarrekening wordt opgesteld conform de eisen die het Commissariaat voor de Media stelt en die zijn opgenomen in het — Handboek Financiële Verantwoording Publieke Lokale Media-instellingen.-----------4. Het programmabeleidbepalende orgaan stelt binnen zes maanden na afloop van het stichtingsjaar jaarlijkse rapportage aangaande het gevoerde en gerealiseerde programmabeleid, zoals vernoemd in artikel 10, lid 1 onder d, vast. ----------------------5. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.----------------------------------------------6. Na vaststelling kan door een ieder kennis worden genomen van het jaarverslag, de rapportage van het programmabeleidbepalende orgaan en de jaarstukken.------ — 7. Het bestuur is verplicht bescheiden bedoeld in lid 3 en 4 tien jaar lang té bewaren. Statutenwijziging—------------------- —---------------------------------------------------- -----------------------------
Artikel 15 1.
2.
3.
—--------- ------- ------------ —-------- :------------—--------------------—
In de statuten van de stichting kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van het bestuur, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal. worden voorgestéld.---------------------------------------------------Zij die de oproeping tot een vergadering van het bestuur ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging ------woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld aan alle leden van het bestuur toegezonden.-----------Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de bestuursleden tegenwoordig is.---------------------- ----------------------------------------------------------------------------------Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig, dan wordt binnen vier weken--------daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het —
7
voorstel zoals dat In de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige bestuursleden, kan worden besloten, mits met een-----------meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.---------------4. Een.statutenwijziging.treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.-------Ontbinding------------ ------------------------------------------------------------------- —------------------------------------Artikel 16-------------- ---------------------------------------------------------------------------------------- ---------------------
1.
2.
De stichting kan worden ontbonden door een besluit van het bestuur. Het----------bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toestemming.----- ------ ---------------------------------------------------------------- --------------- — Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het — liquidatiesaldo vastgesteld. In andere gevallen van ontbinding wordt de-------------bestemming van het liquidatiesaldo door de vereffenaars vastgesteld.----------------Indien de stichting ten tijde van de ontbinding is aahgemerkt ais een algemeen nut beogende instelling dient het liquidatiesaldo të worden besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling, of ten behoeve van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een gelijksoortige doelstelling heeft.------------------------
Huishoudelijk reglement--------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 17--------------------—----------------------------------------------------------------------------------------------------
1. 2.
Het bestuur stelt een huishoudelijk reglement vast.-------------------------------------------Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.---------------------------------------------------
Slotbepalingen—----------------—----------------------------------------------------------------------- --------------Artikel 18-------------------- ^-------------------------------------------------- —---------------- ---------------------------
1. 2,
In alle gevallen, waarin deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.--------------Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare---------------communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.---------------
Slotverklaring—-------- -----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ten slotte verklaarde de comparante, handelend als gemeld, dat bij deze oprichting:— a. het bestuur bestaat uit drie (3) bestuurders;-----------------------------------------------------b. voor de eerste maal zijn bestuurders, in de achter hun naam vermelde functie:----1. de heer Marinus Carolus Gerardus Klaassen. voomoemd, in de functie van voorzitter;--------------------------------------------------- :----------------------------------------2. de heer Peter Paul Marie Jacques Kissels, voomoemd, in de functie van-----secretaris; ——----------------------- --------------------- —------------- ----------------------3. de heer Leonardus Johannes Konings, zich identificerend met paspoort------nummer afgegeven te Boxmeer op twjntig januari tweeduizend veertien (20-01-2014), wonende tet Gegqyens yéiwjjdert door KyK^geboren te Oisterwijk op vier juli negentienhonderd zesenveertig (Ö4-07-1946), --------gehuwd, in de functie van penningmeester; en----------- -------- ------- ---------------4. de heer Aloysius Martinus Maria Althuizen, voomoemd. in de functie van-----bestuurslid.-------------------------------- ----------------------------------------- -----------------c. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op een en dertig december-------------tweeduizend zestien (31-12-2016).----------------------- ----------------------------------------VOLMACHT------------------------- ------------------------------------------------------------------ ---------------------------
Van de volmacht op de comparant blijkt uit drie onderhandse akten, die aan deze akte zullen worden gehecht.--------- --------------------------------------------------------——------ -----Van het bestaan van deze volmachten is mij, notaris genoegzaam gebleken.------------SLOTAKTE ------------------------------------------------------------------------------------- ------- -—-------------------
De comparante is mij, notaris, bekend.------------------------------------------------------------------
•p
8 WAARVAN AKTE in minuut is verleden te Boxmeer op de datum, in het hoofd dezer — akte vermeld. —---------------------------------- ------- ' ; ' "----------------------------------------------------------Na zakelijke opgave van de inhoud en uitleg van deze akte aan de comparante heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op-----------volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.-----------------------------------------------------------Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de comparante en mij, notaris, ondertekend.— ----------------------------------------------------- —---------------------------------------------------(Volgt ondertekening) UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT: Gegevens verwijderd door KvK
/r
Het Commissariaat voor de Media Postbus 1426 1200 BK HILVERSUM.
Nr.: Ingekomen 2 1 MRT 2011)
Boxmeer, 15 maart 2016.
gijlip;
.
' Afcjadaan:
Mijne heren,
In de afgelopen periode is gewerkt aan het opzetten van een regionale tv- en radio-omroep voor het Land van Cuijk. Bij dit project zijn de lokale omroepen Peelstar (Sint Anthonis), Blos (Boxmeer) en Rivierstad FM (Cuijk en Grave) betrokken. Een en ander heeft eind 2015 geresulteerd in de oprichting van de Stichting Omroep Land van Cuijk.
Hierbij ingesloten treft u nu de aanvraag aan voor de zendmachtiging voor deze nieuwe stichting. Voor wat de bijlagen betreft zijn alleen de thans beschikbare bijgevoegd. De overige zullen zodra beschikbaar direct aan u worden toegezonden.
In de voorbereidingsfase is ook al contact gelegd met betrokken gemeentebesturen. Deze hebben ten aanzien van de nieuwe stichting een positieve grondhouding aangenomen. Wij hebben derhalve inmiddels ook een subsidieverzoek bij betrokken gemeenten ingediend.
Wij verzoeken u nu deze aanvraag om advies voor te leggen aan betrokken gemeenteraden en na ontvangst van deze adviezen een besluit op de aanvraag te nemen. Voor nadere informatie kunt u altijd contact opnemen met de projectleider van deze fusie de heer P. van Laarhoven. Zijn contactgegevens treft u in de aanvraag aan.
Inmiddels verblijven wij,
Het bestuur van de Stichting Omroep Land van Cuijk
(bijlage A)
aanvraag aanwijzing lokale publieke media-instelling Statutaire naam:
Stichting Omroep Land van Cuijk .
Station-call: Correspondentieadres: De RaetsingeLI, 5831 KC Boxmeer.
Studioadres:
.Steenstraat 57b, 5831 JB Boxmeer.
Telefoonnummer;
0485 - 576857. geen fax aanwezig.
E-mailadres,
[email protected]
Internetadres:
WWW.blOGltV.nl
Contactpersoon:
P. van Laarhoven....
Telefoonnummer:
06 - 15376267 of 0485 - 383277
o t~f '
p /<; C .
/
C u
^
v
^ j 'c-
Voor de gemeente(n):.Boxmeer (F. Bruekers), Grave/ Cuijk (M. Kerstens-Gerrits) en Sint Anthonis (Huub de Kunder). Deze aanvraag gaat vergezeld van: Xü uittreksel inschrijving bij de Kamer van Koophandel XD samenstelling programmabeleidbepalend orgaan (bijlage B) Xü notarieel vastgestelde statuten □ voorstel tot statutenwijziging □ redactiestatuut (wordt nagezonden) □ huishoudelijk reglement D overeenkomst(en)
_
,, .
Datum: ..15 maart 2016,
(bijlage B)
REDACTIESTATUUT VAN DE STICHTING OMROEP LAND VAN CUIJK.
Doelstelling Artikel 1. De omroepinstelling van de Stichting Omroep Land van Cuijk (verder te noemen omroepinstelling) stelt zich tot doel de bevolking van de regio Land van Cuijk en omgeving te voorzien van een lokaal toereikend media aanbod, waar wij ons richten op de voldoening van de lokale behoeften op het gebied van maatschappij, cultuur, sport en recreatie, etnische minderheden, godsdienst en de geest.
Beginselverklaring Artikel 2. 1.
De uitgangspunten die betrekking hebben op de samenstelling van het omroepprogramma
van de omroepinstelling zijn neergelegd in de statuten van de omroepinstelling en het door het programmabeleid bepalend orgaan vastgestelde programmabeleid, alsmede in de hieruit voortvloeiende regelingen (hierna: statuten, programmabeleid en regelingen). De hoofdredacteur en de programmastaf zijn hieraan gebonden. Al deze stukken worden geacht bij de medewerkers bekend te zijn. Statuten, programmabeleid en regelingen kunnen worden gewijzigd, zoals bepaald in de desbetreffende artikelen van de statuten en met inachtneming van de regels, zoals deze in dit programmastatuut zijn beschreven. 2.
Dit programmastatuut beoogt de programmamedewerkers waarborgen te geven voor het
onafhankelijk uitoefenen van de hieruit voortvloeiende taken, zonder rechtstreekse beïnvloeding door wie dan ook, noch van buitenaf, noch van binnenuit, anders dan op de wijze als in dit programmastatuut wordt geregeld. 3.
Op grond van deze onafhankelijke taakuitoefening gaan de programmamedewerkers bij de
samenstelling van de programmaonderdelen: - zonder vooroordelen te werk; - geven dè gelegenheid tot hoor en wederhoor; - betrachten zorgvuldige verificatie; - weren verkapte reclame; - brengen een zo herkenbaar mogelijk onderscheid aan tussen feitelijke gegevens en de interpretatie daarvan of het commentaar daarop; - laten tot de programmaonderdelen toe wat informatief en opinievormend is; - stellen zich terughoudend op tegenover sponsoractiviteiten; - verrichten geen nevenactiviteiten die met hun onafhankelijke taakuitvoering strijdig kunnen zijn. Organen - hun bevoegdheden en onderlinge verhoudingen Definities Artikel 3. Dit statuut verstaat onder: - Hoofdredacteur: degene aan wie de samenstelling en uitvoering van het omroepprogramma van de omroep is gedelegeerd. - Programmamedewerkers: Personen die bij de stichting staan ingeschreven in de vorm van een medewerkingsovereenkomst en in bezit zijn van een medewerkerskaart, die belast zijn met de
werkzaamheden in het kader van de samenstelling van het omroepprogramma onder aansturing van de hoofdredacteur. - Programmastaf: de gezamenlijke programmamedewerkers en hoofdredacteur. - Redactieraad: De hoofdredacteur en een op advies van de programmastaf door het bestuur aan te wijzen vertegenwoordiging.
De omroepinstelling Artikel 4. De omroepinstelling is verantwoordelijk voor de vorm en de inhoud van hetgeen in haar zendtijd wordt uitgezonden, zowel intern als tegenover derden. De samenstelling en inhoud van het omroepprogramma is gedelegeerd aan de hoofdredacteur. Namens de omroepinstelling oefent het bestuur, gehoord het programmabeleidbepalend orgaan, achteraf en met terughoudendheid toezicht uit op de naleving van statuten, programmabeleid en regelingen.
De programmamedewerkers Artikel 5. Uitgangspunten voor het beleid bij benoeming, schorsing of ontslag van de programmamedewerkers zijn vastgelegd in de statuten van de omroepinstelling, onder artikel twaalf vierde lid.
De hoofdredacteur Artikel 6. Uitgangspunten voor het beleid bij benoeming, schorsing of ontslag van de hoofdredacteur zijn vastgelegd in de statuten van de omroepinstelling, onder artikel twaalf eerste, tweede en derde lid. Artikel 7. 1. De hoofdredacteur kan worden ontslagen overeenkomstig de betreffende bepalingen in de statuten van de omroepinstelling. 2. Het programmabeleidbepalende orgaan is bevoegd een voorstel tot ontslag of schorsing van de hoofdredacteur in te dienen bij het bestuur. Een dergelijke voorstel vereist de instemming van twee derde van de leden van het orgaan.
Artikel 8. 1. De hoofdredacteur is belast met de verantwoordelijkheid inzake de samenstelling en inhoud van het omroepprogramma van de omroepinstelling; hij is met betrekking tot het omroepprogramma verantwoordelijk voor de naleving van statuten, programmabeleid en regelingen; hij draagt binnen dit kader de verantwoordelijkheid voor de uitwerking van de programmaonderdelen en heeft de dagelijkse leiding over de programmastaf; 2. De hoofdredacteur draagt verantwoording voor het toewijzen van mankracht, zendtijd en budget, Ook draagt hij verantwoording voor het onderhouden en tot stand komen van contact met bedrijven, instellingen of maatschappelijke groeperingen, hij kan zijn verantwoordelijkheid per onderwerp incidenteel schriftelijk delegeren naar een redactieraadslid. 3. De hoofdredacteur dient het bestuur in elke bestuursvergadering van een terugkoppeling over de stand van zaken te voor zien. 3. De hoofdredacteur woont de vergaderingen van het bestuur van de omroepinstelling bij. Hij heeft daarin een adviserende stem.
De programmastaf Artikel 9. 1. De programmastaf adviseert de hoofdredacteur omtrent de uitgangspunten van het te voeren redactioneel beleid. 2. De programmastaf kiest jaarlijks uit zijn midden een afvaardiging voor de redactieraad, zodanig dat deze in ieder geval een redelijke afspiegeling vormt van de diverse bij de samenstelling van het omroepprogramma betrokken geledingen van de programmastaf. 3. De programmastaf vergadert tenminste éénmaal per half jaar. Voorts vergadert hij telkenmale wanneer de hoofdredacteur dit wenselijk acht of wanneer tenminste één derde van de leden van de programmastaf daartoe de hoofdredacteur(-trice) verzoekt. 4. De oproeping tot de vergadering geschiedt door de höofdredacteur, die tevens de vergadering voorzit en zorgdraagt voor de verslaglegging.
De redactieraad Artikel 10. 1. De redactieraad, die bestaat uit minimaal drie personen, ondersteunt de hoofdredacteur bij de vormgeving van de uitgangspunten van het te voeren redactioneel beleid. Hij beziet in het kader daarvan ondermeer: - de coördinatie van het omroepprogramma; - de bewaking van de interne en externe communicatie; - en een behoorlijke technische kwaliteit van de programmaonderdelen. 2. De hoofdredacteur zit de vergaderingen van de redactieraad voor. 3. De redactieraad kiest uit zijn midden een vice-voorzitter; deze neemt bij ontstentenis van de hoofdredacteur diens taken, zoals in dit programmastatuut geformuleerd, waar. 4. De redactieraad kan besluiten vertegenwoordigers van andere geledingen binnen de omroepinstelling aan zijn vergaderingen deel te laten nemen. Zij hebben een adviserende stem. Als niet anders wordt aangegeven is de vergadering besloten. 5. Van de vergaderingen van dé redactieraad wordt tenminste een verslag opgemaakt. Dit verslag zal op de eerstvolgende bijeenkomst van de redactieraad worden gekeurd, na goedkeuring wordt het verslag met de medewerkers gedeeld. Artikel 11. 1. De redactieraad dient minimaal zes (6) maal per jaar samen te komen voor een vergadering. 2. De redactieraad dient bijeen te komen wanneer de hoofdredacteur of een meerderheid van de redactieraadsleden dit wenselijk achten. 3. De redactieraad spreekt zich uit bij gewone meerderheid van stemmen. 4. De redactieraadsleden hebben geen gekozen plaatsvervangers. 5. De redactieraad publiceert de agenda van de vergadering uiterlijk een week voor de bijeenkomst. 6. Leden van de programmastaf en bestuur kunnen aanvullende voorstellen indienen.
Artikel 12. 1. De redactieraad stelt een maal, per kwartaal een programmaoverzicht op waarin de kaders zijn aangegeven van de uit te zenden programma's, deze kwartaaloverzichten worden voorgelegd aan de Programmaraad (PBO) en bestuur. 2. De redactieraad stelt criteria op voor het selecteren van programma's die worden uitgezonden. 3. De redactieraad voert op verzoek van het PBO overleg met laatstgenoemd orgaan.
Verhouding redactieraad, bestuur en hoofdredacteur Artikel 13. 1. Alvorens het bestuur en/of de hoofdredacteur een beslissing nemen over zaken die van wezenlijk belang zijn voor de werkzaamheden van de programmastaf, wordt de redactieraad zo tijdig mogelijk geïnformeerd en gehoord. 2. Als zodanige zaken van wezenlijk belang worden tenminste aangemerkt: a. ingrijpende wijzigingen in statuten, programmabeleid en regëlingen, voor zo ver deze wijzigingen betrekking hebben op het voorbereiden en samenstellen van het omroepprogramma; b. ingrijpende wijzigingen in het uitzendschema; c. ingrijpende wijzigingen in de huisvestingssituatie; d. overeenkomsten voor programmatische samenwerking met derde voor zo ver deze een ander dan incidenteel karakter hebben; e. de benoeming van de hoofdredacteur, met inachtneming van het daaromtrent statutair bepaalde; f. ingrijpende wijziging in de samenstelling van de programmastaf; g. wijzigingen in het programmastatuut, met inachtneming van het daaromtrent statutair bepaalde; h. wijzigingen in de techniek, voor zo ver deze ingrijpende gevolgen hebben voorde werkzaamheden van de programmastaf; i. disciplinaire maatregelen ten aanzien van medewerkers. 3. Tijdig voordat de begroting van de omroepinstelling wordt vastgesteld, wordt deze door het bestuur aan de redactieraad voorgelegd voor wat betreft de posten die rechtstreeks betrekking hebben op de werkzaamheden van de programmastaf. De redactieraad brengt zijn opmerkingen bij de begroting ter kennis van het bestuur.
Persoonlijke verantwoordelijkheid Artikel 14. 1. Wanneer een programmamedewerker ernstige gewetensbezwaren heeft tegen een aan hem verstrekte opdracht in verband met een programmaonderdeel en hij zich niet kan neerleggen bij een door de hoofdredacteur ter zake te nemen of genomen beslissing, kan hij zich wenden tot de redactieraad om een uitspraak. 2. Wanneer de hoofdredacteur besluit ingrijpende wijzigingen aan te brengen ofte doen aanbrengen in een programmaonderdeel, kan (kunnen) de betrokken programmamedewerker(s) verzoeken om het programmaonderdeel niet uit te zenden. Indien door de hoofdredacteur niettemin tot uitzending wordt besloten, zal het programmaonderdeel niet van de naam van de betrokken programmamedewerker(s) kunnen worden voorzien. Als de betrokken programmamedewerker(s) het niet met de genomen beslissing eens is (zijn), kan (kunnen) de betrokken programmamedewerker(s) zich achteraf wenden tot de redactieraad met het verzoek om een uitspraak. 3. Wanneer de hoofdredacteur meent een uitspraak, zoals hierboven bedoeld, van de redactieraad niet te kunnen aanvaarden, maakt hij zijn standpunt gemotiveerd kenbaar aan de redactieraad. 4. Indien het bestuur van de omroepinstelling ernstige klachten heeft over het gevoerde redactioneel beleid of een of meer uitgezonden programmaonderdelen, dienen de hoofdredacteur en de betrokken leden van de programmastaf ter zake te worden gehoord. Als het bestuur daarna de klacht handhaaft, kan het maatregelen treffen.
Geschillen Artikel 15. Geschillen die naar aanleiding of in verband met dit programmastatuut of het redactioneel beleid mochten ontstaan, zullen -indien niet tot onderlinge overeenstemming kan worden gekomenworden voorgelegd aan een geschillencommissie.
Artikel 16. Deze geschillencommissie bestaat uit drie leden. Eén aan te wijzen door de redactieraad, één door het bestuur en één door redactieraad en bestuur gezamenlijk. Artikel 17. De uitspraken van de geschillencommissie zijn vooralle betrokkenen bindend.
Wijziging redactiestatuut Artikel 18. Wijzigingen in het redactiestatuut kunnen worden voorgedragen door a. één vijfde van de programmastaf b. een besluit van de redactieraad c. programmaraad (PBO) en vervolgens worden goedgekeurd door het bestuur
Aldus vastgesteld in de bestuursvergadering van Stichting Omroep Land van Cuijk op 6 april 2016; De secretaris,
w.g. P.P. Kissels.
Deze pc/Doc/OLV/Redactiestatuut OLvC
De voorzitter,
w.g. M.C.G. Claassen.
A
|
NEVENACTIVITEITEN
...... . . hoeven betalen van de zaalhuur, of gratis producten die als prijzen kunnen worden
Het komt steeds vaker voor dat lokale omroepen naast het verzorgen van media-
weggegeven in een programma. En ook bijdragen aan het programma die via
aanbod ook nevenactiviteiten verrichten zoals het:
:
...
'
WMmsmm
bartering (ruilen met gesloten beurzen) zijn verkregen, vallen onder het sponsorregime. Dergelijke bijdragen dienen over en weer marktconform te worden gefactureerd.
• maken van een blad bij een programma; • verkopen van dvd's of geluidsdragers die programma's bevatten;
Het is onder voorwaarden mogelijk om de naam van (de producten van) de sponsor
• produceren van programma's voor andere omroepen;
in de titel van het programma te vermelden. Daarvoor moet per keer toestemming
• verhuren van faciliteiten zoals camera's of studioruimte;
worden gevraagd bij het Commissariaat. In de 'Beleidsregels ontheffing programma-
• maken van bedrijfsfilms;
titel publieke omroep' is uitgewerkt waar een dergelijke vermelding aan moet voldoen
• hebben van een direct of indirect belang in een rechtspersoon.
en hoe toestemming moet worden gevraagd. De Mediawet erkent het belang dat de omroep kan hebben bij het verrichten van Bij sponsoring van programma's (en voor zover mogelijk van het overige
nevenactiviteiten. Met de inkomsten uit deze nevenactiviteiten kan immers de
media-aanbod) geldt:
verzorging van het media-aanbod worden versterkt. Het is echter ook van belang dat de uitvoering van een nevenactiviteit past binnen het publieke karakter van de
• Aan het begin of aan het einde van het programma moeten alle sponsors (naam of
omroep. Daarom stelt de Mediawet de volgende voorwaarden:
beeldmerk) op neutrale wijze worden vermeld (...mede mogelijk gemaakt door...). Zo weet het publiek wie er bij het programma betrokken zijn. Deze vermelding duurt hoogstens 5 seconden, mag niet beeldvullend zijn en moet bestaan uit
Juft'S
• De omroep moet vooraf toestemming krijgen van het Commissariaat voor de Media
-
voor de nevenactiviteit. Melding kan met een aanmeldingsformulier op de website
stilstaande beelden.
van het Commissariaat, of met dit formulier in papieren vorm. De nevenactiviteiten
• Als de sponsor een bijdrage heeft geleverd in geld, mag de omroep diens producten
worden opgenomen in een openbaar register op de website van het Commissariaat.
of diensten niet tonen of vermelden in het gesponsorde programma. • De bijdragen van overheidsinstellingen of ideële instellingen gelden niet als
• Voor elke nevenactiviteit geldt dat deze in verband dient te staan met de publieke mediaopdracht, kostendekkend moet worden verricht en op marktconforme wijze
sponsorbijdragen. Het Commissariaat ziet deze als toegestane bijdragen van derden.
IT"
kot**» t&n
'. / F
moet worden verricht.
Wel moeten deze instellingen, net als sponsors, aan het begin of eind van het
• De omroep mag met geen enkele activiteit dienstbaar zijn aan het maken van winst
programma op de hierboven beschreven manier worden vermeld. En ook mogen bij een bijdrage in geld geen producten of diensten in het programma worden getoond
door derden. • De inkomsten uit nevenactiviteiten moeten worden gebruikt voor de verzorging
\ra^/yia ^
F
of vermeld. Bijdragen die niet identificeerbaar zijn én die ondergeschikt zijn aan de totale kosten van het programma worden onder omstandigheden niet als sponsoring aangemerkt. Het gaat dan om kleine bijdragen als een bloemstukje op tafel of de kleding van de presentator. Dergelijke bijdragen mogen onder 'met dank aan' neutraal worden vermeld of getoond op een aftitelrol. In dat geval mag uitsluitend een bedrijfsnaam van de gever genoemd worden, zonder verdere toevoeging. Sponsorbijdragen moeten rechtstreeks en via een schriftelijke overeenkomst van de sponsor worden bedongen of aanvaard. De omroep kan deze verantwoordelijkheid niet bij de producent laten liggen.
pj:y-' / 4
i
I t
i-,
'tv,.
w
y, m ‘V
V
4 t
UITBESTEDING VAN ACTIVITEITEN! WAAR LIGT DE GRENS?
Lokale omroepen schakelen voor de uitvoering van hun activiteiten soms (commerciële) derden in. Dat is begrijpelijk. Bepaalde ambities zijn immers niette verwezenlijken met de beschikbare financiële middelen, mankracht of expertise binnen de eigen organisatie.
Over de verschijningsvorm van reclamespots in het programmaaanbod (en voor zover mogelijk ook bij het overige media-aanbod, zoals internet)
Een derde partij kan dan een alternatief bieden, bijvoorbeeld omdat die in staat is programma's, reclameboodschappen of de verwerving van reclame-inkomsten beter en goedkoper uit te voeren. Het komt ook voor dat deze derde partij op zijn beurt een deelactiviteit uitbesteedt aan een ander. Dit is dan het begin van 'verticale ketenvorming'. Als gevolg van uitbesteding en verticale ketenvorming kan het moeilijk worden, of zelfs onmogelijk, om als lokale omroep de verantwoordelijkheid voor de programma's uit te oefenen. Ook bestaat het risico dat derden in de keten onevenredig financieel
• Een reclame- of telewinkelboodschap moet als zodanig herkenbaar zijn. Dit betekent dat de reclame niet mag lijken op een programma. • Verder moet de reclame- of telewinkelboodschap duidelijk onderscheiden zijn van de rest van het programma. Dit moet gebeuren door middel van hoorbare en/of zichtbare • Een reclameblok is alleen toegestaan tussen twee programma's in. Programmaonder
voordeel behalen. Om te voorkomen dat uitbesteding leidt tot strijdigheid met de
brekende reclameblokken zijn voor de publieke omroep niet toegestaan. Niettemin
mediawettelijke eisen, verbindt het Commissariaat voorwaarden aan uitbesteding en verticale ketenvorming. De belangrijkste voorwaarde is dat de gemaakte afspraken
houdt de Mediawet rekening met één uitzondering. Het is toegestaan om reclame uit
worden vastgelegd in een overeenkomst.
« ► *• -» “r % *$ï'iLffff
omlijsting.
te zenden tijdens de gebruikelijke pauzes in een (sport)evenement als dat in zijn geheel wordt uitgezonden. Voorwaarde is wel: het programma duurt langer dan anderhalf uur (televisie) of dan drie kwartier (radio) en de onderbreking duurt ten minste een minuut.
PROGRAMMA’S
De uitzonderingen voor programmaonderbrekende reclame gelden niet voor program ma's van godsdienstige of geestelijke aard en voor programma's voor minderjarigen
Ten aanzien van de programma's gelden bij uitbesteding de volgende voorwaarden:
-72.<e
de.
onder de twaalf jaar. Die mogen nooit worden onderbroken.
• De lokale omroep is als enige verantwoordelijk voor de inhoud van zijn programma's. • De omroep blijft voldoen aan de productienorm (zie hoofdstuk 1). • De omroep draagt zelf zorg voor de redactionele voorbereiding en samenstelling.
Redame-uitingen binnen een programma (en voor zover mogelijk ook bij het overige media-aanbod, zoals internet)
van de wettelijk verplichte ICE-percentages en het door het pbo vastgestelde programmabeleid.
REC LAM EBDG DSC HAPPEN EN VERWERVING REC LAM E“l N KD M STEN
• Het tonen of vermelden van producten of diensten binnen programma's is niet altijd te vermijden. Daarom is dit toegestaan, mits - het product of de dienst binnen de context van het programmaonderdeel past, - niet overdreven of overdadig wordt getoond of vermeld, - zonder specifieke aanprijzingen en - zonder afbreuk te doen aan de integriteit van het programmaonderdeel. Namen of (beeld)merken van bedrijven mogen, onder dezelfde voorwaarden,
Het komt geregeld voor dat de derde die reclameboodschappen of de verwerving van reclame-inkomsten voor de omroep verzorgt, dit ook doet voor andere lokale omroepen. Het Commissariaat eist van de omroep dat die de winstdeling tussen de betrokken partijen regelt in de overeenkomst. Ook dienen civielrechtelijke beëindiginggaranties in de overeenkomst te worden opgenomen, dat wil zeggen dat 4
de overeenkomst kan worden opgezegd als de derde bijvoorbeeld failliet gaat of als de lokale omroep wordt opgeheven.
DIENSTBAARHEID EN ONGEWENSTE BELANGENVERSTRENGELING BIJ UITBESTEDING
uitsluitend in informatieve en educatieve programma's voorkomen. • Producten en diensten mogen echter niet worden getoond of vermeld in verstrooiende programmaonderdelen die gericht zijn op minderjarigen onder de twaalf jaar. • Culturele uitingen zoals boeken, cd's of toneeluitvoeringen mogen worden aangekondigd en besproken in informatieve of educatieve programma's. Het is echter niet toegestaan om op te roepen tot koop of gebruik. • De weergave van een evenement mag reclame-uitingen bevatten als die niet over heersend zijn en het evenement ook onafhankelijk van de uitzending zou plaatsvinden.
SPONSORING Als hoofdregel geldt een verbod op sponsoring voor het media-aanbod (radio, tv en
Een derde partij mag met het verrichten van een opdracht van de lokale omroep niet
achtera Irothtv-e
• De redactionele beslissingsbevoegdheid ligt bij de omroep. • De omroep stelt de derde, aan wie de uitbesteding plaatsvindt, op de hoogte
f
internet) van de publieke omroepen. Toch bestaan hierop enkele uitzonderingen. Het
meer winst maken dan met het verrichten van opdrachten van anderen. De omroep
gaat dan om culturele programma's (met uitzondering van de lokale cultuurprogramma's
is hiervoor verantwoordelijk en moet jaarlijks financiële informatie krijgen van de
zoals bedoeld bij de ICE-norm), verslagen van sportevenementen en evenementen ten
betreffende derde. Het recht op jaarlijkse informatie dient te worden opgenomen in de
behoeve van ideële doeleinden. Echter, wanneer die programma's ook maar enigszins uit
overeenkomst, om zo inzicht te verkrijgen in de afspraken en geldstromen in de gehele
nieuws, actualiteiten of politieke informatie bestaan, of als ze bestemd zijn voor minder
keten. Daarnaast is het de omroep en zijn medewerkers verboden om zeggenschap of een financieel belang in de derde partij te hebben. Zo zorgt de omroep ervoor dat hij zijn
jarigen onder de twaalf jaar, mogen ze niet worden gesponsord.
integriteit behoudt. De verantwoordelijke personen binnen de omroep moeten immers
Let op: sponsoring kan behalve in de vorm van geld, ook plaatsvinden in de vorm van
in hun relatie met derden de belangen van de omroep steeds voorop (kunnen) stellen.
goederen of diensten die ter beschikking worden gesteld. Zoals bijvoorbeeld het niet
'&Ze.
V
'it'
p
§. ï-
REGELS VOOR RECLAME EN SPGNSGRING
>
Reclame en sponsoring vormen een inkomstenbron voor lokale omroepen. Om te voorkomen dat de onafhankelijkheid van de omroep in gevaar komt, zijn reclame en sponsoring gebonden aan een aantal regels die zijn vastgelegd in de Mediawet en het Mediabesluit. Het leidende principe daarbij is dat programma-inhoud en
De Mediawet schrijft voor dat lokale omroepen een representatief orgaan hebben
commercie duidelijk van elkaar zijn gescheiden. Om de onafhankelijkheid van de
dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt. Dit programmabeleidbepalende
omroep te waarborgen, moet de omroep beschikken over een redactiestatuut, waarin de journalistieke rechten en plichten van de medewerkers zijn vastgelegd.
orgaan (pbo) is, naast het bestuur en de redactie, een afzonderlijk orgaan binnen de omroep. Het pbo stelt het media-aanbodbeleid vast en controleert in dit kader of
RECLAME
vertegenwoordigen elk een stroming binnen de gemeente. Zo heeft het pbo een
met de programma's wordt voldaan aan de ICE-norm. De leden van het pbo sterke binding met het publiek waar de omroep zich op richt. Voor het uitzenden van reclameboodschappen is inschrijving bij de Stichting Reclame
Het komt voor dat het algemeen bestuur tegelijk dienst doet als pbo. Dit is niet
Code een eerste vereiste. Dit kan rechtstreeks of via een belangenorganisatie (in het
verboden, maar het verdient niet de voorkeur. Het algemeen bestuur houdt zich
geval van de lokale omroep de OLON). Het Commissariaat vraagt om een bewijs van
vooral bezig met financiële, organisatorische en personele aangelegenheden, terwijl
inschrijving.
het pbo alleen gaat over het programmabeleid. De Mediawet ziet het pbo als een essentieel orgaan: wanneer het pbo niet functioneert, moet het Commissariaat na
Over de hoeveelheid en de duur van reclame
vier maanden de aanwijzing als lokale publieke media-instelling intrekken.
• De hoeveelheid reclame bedraagt per uur niet meer dan twaalf minuten. De
Representatieve samenstelling pbo
maximale hoeveelheid reclame per dag bedraagt vijftien procent van het totale programma-aanbod. Per jaar mag hooguit tien procent van het totale programma-
Het pbo is door zijn samenstelling representatief voor de verscheidenheid binnen de
aanbod besteed worden aan reclame.
lokale gemeenschap. Zijn leden zijn de afgevaardigden van instellingen of organisaties
• Een reclameblok op televisie duurt inclusief de omlijsting (bumper) ten minste één
die actief zijn binnen een van de stromingen in de gemeente. Zo'n afgevaardigde kan
minuut. • Een reclameblok mag voor maximaal een derde van de duur bestaan uit omlijsting.
slechts één stroming tegelijk vertegenwoordigen. Hieronder staan enkele voorbeelden van concrete stromingen. Deze vallen binnen de hoofdstromingen die de Mediawet
• Een reclameblok bestaat voor maximaal tweederde van de duur uit telewinkel-
noemt: maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Zo houdt
boodschappen. Zo'n telewinkelboodschap duurt niet langer dan één minuut.
het pbo een sterke binding met het publiek van de omroep.
Stromingen:
VERDELING ICE-TIJD BIJ MINDER INTENSIEVE SAMENWERKING
• Maatschappelijke zorg en welzijn.
(IN DIT VOORBEELD
1 G UUR) MET REGIONALE OMROEP
• Kunst en cultuur. • Kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag (zoals het humanisme). • Onderwijs en educatie. • Werkgevers. • Werknemers. • Etnische en culturele minderheden. • Sport en recreatie. • Jongeren. • Ouderen. • Agrarische sector. Lokale omroepen zijn verplicht in hun pbo ten minste een vertegenwoordiger van etnische en culturele minderheden op te nemen. Leden (meestal deskundig op een bepaald gebied) die geen stroming in de gemeente vertegenwoordigen, hebben zitting
Me* a/er
^
op persoonlijke titel. Zij behoren echter wel in aantal een minderheid te vormen. Voor de slagvaardigheid van het pbo is het verstandig om het totale aantal leden beperkt te houden. Het minimum bedraagt vijf leden.
r00;, ie v^Aen -n h* ^eheoje^
Taken van het pbo Het pbo stelt het programmabeleid vast en houdt toezicht op de uitvoering daarvan. Daarnaast ziet het er op toe dat de omroep zich aan het wettelijk verplichte ICEpercentage houdt. Het programmabeleid beantwoordt in elk geval de vraag welke mediadiensten worden ingezet, welke (soort) programma's op grond van welk aanbodschema worden uitgezonden en van welke programma's de verzorging wordt uit besteed. Met de vaststelling van het beleid zorgt het pbo er voor dat de nagestreefde doelstellingen worden gehaald en dat de doelgroepen worden bereikt. Om deze taak uit te kunnen voeren, moet het pbo regelmatig bijeenkomen. Daarvoor is een minimumaantal van drie vergaderingen per jaar vastgesteld. Vaker kan natuurlijk ook. Het is belangrijk dat het pbo zorgvuldig notuleert tijdens de bijeenkomsten. Het Commissariaat vraagt deze notulen jaarlijks op ten behoeve van zijn toezicht houdende taak. Het Commissariaat heeft ten behoeve van het functioneren van het pbo een model reglement opgesteld en beveelt de lokale omroep dit modelreglement (te vinden op www.cvdm.nl) ten zeerste aan.
Het bestuur Het bestuur is belast met de leiding van de instelling. In de statuten van de instelling is opgenomen wat de omvang van het bestuur is. Het bestuur heeft taken op het gebied van financiën, organisatie en personeel. Het bestuur is verantwoordelijk voor het functioneren van de omroep en dus ook voor het functioneren van het pbo.
1 21
WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN
SCirtelr“uer^'n^
Samenwerken met de regionale omroep De lokale omroep kan de ICE-programma's van de regionale omroep overnemen als raamprogrammering. Binnen deze raamprogrammering kan de lokale omroep zijn eigen inbreng monteren. Samenwerken met lokale omroepen uit buurgemeenten De lokale omroep kan in samenwerking met lokale omroepen uit buurgemeenten ICE-programma's produceren met een lokaal of bovenlokaal karakter. Per programma moet het pbo echter wel het belang van de samenwerking kunnen motiveren.
as*
nc>r"l
I 'I f-
FINANCIËLE ADMINISTRATIE
Het Commissariaat verlangt van lokale omroepen dat zij werken met een jaarrekening.
MDGELIJKHEDEN VOOR SAMENWERKING r
Een jaarrekening bestaat uit een balans, een exploitatierekening en een toelichting
Niet alle omroepen zijn in staat om uitsluitend met eigen middelen aan de norm van
hierop. Daarnaast dient de omroep een aantal aanvullende bijlagen mee te sturen, de
vijftig procent ICE of de norm van vijftig procent eigen producties te voldoen. Daarom
zogeheten additionele informatie. De eisen die aan de jaarrekening en de additionele
mogen lokale omroepen samenwerken met regionale, of andere lokale omroepen. De
informatie worden gesteld, zijn vastgelegd in het Handboek Financiële Verantwoording
eigen ICE-inbreng en de hoeveelheid eigen producties hoeven in dat geval nog maar
Publieke Lokale Media-instellingen.
een minimum van vijfentwintig procent te bedragen. De omroep dient de samenwerking
De omroepinstellingen zijn ingedeeld in drie categorieën, waarbij voor de grotere
vast te leggen in een overeenkomst. Het Commissariaat vraagt hiervan een afschrift.
instellingen zwaardere eisen gelden dan voor de kleinere. Een beperkt aantal grotere omroepinstellingen dient de financiële gegevens te laten onderzoeken door een accountant. Het is nuttig als de accountant deze brochure en het Handboek van het Commissariaat ook ontvangt. Hij heeft dan meteen een goed overzicht van de
TD ETS ING STUD EN ICE-TUD IN PROCENTEN (EN IN UREN PER WEEK)
punten die aandacht verdienen. Van alle omroepen wordt verwacht dat zij jaarlijks een verklaring over de integriteit van bestuurders en medewerkers overleggen. Een voorbeeldverklaring is opgenomen in het Handboek.
□ VEREEN KOMSTEN Bij afspraken met derden dient de omroep altijd een schriftelijke overeenkomst te sluiten. Het gaat dan bijvoorbeeld om de productie van programma's, reclameacquisitie en -exploitatie, de levering van faciliteiten of programmasponsoring. De overeenkomsten die zijn aangegaan met derden moeten worden vermeld in de toelichting op de jaarrekening. De betreffende derden dienen de omroep van gegevens te voorzien. Zij maken een overzicht van alle kosten en opbrengsten van activiteiten die in het boekjaar voor de omroep zijn verricht. Dit overzicht gaat altijd vergezeld van een accountantsverklaring. De omroep verstuurt het geheel vervolgens tegelijk met zijn eigen jaarrekening.
GELIEERDE RECHTSPERSONEN VERDELING ICE-TUD BIJ MAXIMALE SAMENWERKING (ZB UUR) MET REGIONALE OMROEP
Sommige omroepen brengen activiteiten zoals de productie van programma's en de reclameacquisitie en -exploitatie onder in een stichting of een vennootschap. Deze rechtspersoon wordt beschouwd als onderdeel van de omroepinstelling. De omroep dient de jaarrekening, eventueel voorzien van een accountantsverklaring, tegelijk met zijn eigen jaarrekening naar het Commissariaat te sturen.
56 UUR VRIJ
GEGEVENSVERSTREKKING EN HET BEWAREN VAN PROGRAMMA’S
Jaarlijkse gegevensverstrekking
ice:
informatie,
cultuur,
educatie
A Ten behoeve van het toezicht op de naleving van de Mediawet levert elke lokale
De wetgever wil de omroep zo veel mogelijk vrijlaten bij de invulling van zendtijd en
omroep gegevens aan bij het Commissariaat voor de Media. In dit kader ontvangt de omroep jaarlijks een verzoek om informatie. Dit gebeurt ruim voor 1 juni, het
het samenstellen van programma's. Maar hij wil óók voldoende aandacht van de onhroep voor het eigen verzorgingsgebied in de programmering garanderen. Daar
moment waarop de gevraagde gegevens bij het Commissariaat binnen moeten
voor hanteert de wet de ICE-norm. Deze norm bepaalt dat ten minste vijftig procent
zijn. Het toezicht spitst zich toe op drie onderdelen. Dit zijn de programmering, het functioneren van het pbo en de financiële positie. De omroep dient de volgende
van de toetsingstijd een informatief, cultureel of educatief karakter moet hebben,
gegevens aan het Commissariaat te verstrekken.
zestig procent een lokaal informatief of educatief karakter bezitten. Daaronder vallen:
• elektronisch toezichtformulier;
• Programma's met ten minste dertig minuten aan lokale informatie of educatie per'
gericht op de eigen gemeente. Van deze vijftig procent moet vervolgens ten minste
• financiële stukken;
uur. Denk aan nieuwsprogramma's, sportprogramma's, informatievoorziening over
• het pbo-jaarverslag / pbo-notulen.
kunstactiviteiten of over de gezondheidszorg, raadsvergaderingen en interviews met kunstenaars.
Bewaarplicht
• De verslaglegging van belangrijke gebeurtenissen of festiviteiten in de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn de avondvierdaagse, de carnavalsoptocht, de intocht van
Alle instellingen zijn wettelijk verplicht hun uitzendingen integraal op te nemen en
Sinterklaas en de benoeming van de burgemeester.
gedurende twee weken na de uitzending te bewaren. Dit geldt voor het totale mediaaanbod: alle radio-, televisie- en tekst tv-uitzendingen. Ook de herhalingen vallen
De overige veertig procent van de ICE-tijd mag bestaan uit programma's met een
onder deze bewaarplicht. Het Commissariaat kan de bewaarde opnamen opvragen.
lokaal cultureel karakter. Denk aan:
Het aanleveren van beeld- of geluidmateriaal kan op verschillende wijzen. Een gedetailleerde uitleg is te vinden op de website van het Commissariaat.
• De registratie van culturele voorstellingen (zoals cabaret, concerten en toneel voorstellingen) en kerkdiensten in de gemeente. • Verstrooiende programma's zoals verzoekplatenprogramma's en spelprogramma's met lokale kandidaten. Het programmabeleidbepalende orgaan, ofwel het pbo, geeft het lokale karakter van deze programma's aan. Let op: dit soort programma's is geen cultuur in de zin van het sponsorregime en mag dus niet worden gesponsord.
CRITERIA VGGR ICE-TIJD Het Commissariaat hanteert vastgestelde criteria voor het berekenen van de ICEpercentages. Omroepen kunnen hiermee nagaan of zij hun kijkers en luisteraars voldoende informatie, cultuur en educatie aanbieden. Hieronder volgt de berekening die het Commissariaat hanteert: • Alle losse minuten die de omroep in programma's besteedt aan informatie en educatie, tellen mee als ICE-tijd. De omroep dient echter duidelijk aan te geven hoeveel minuten dit zijn, in welk programma deze zich bevinden en waaruit deze bestaan. • Wanneer een programma van een uur voor ten minste dertig minuten uit informatie en educatie bestaat, telt het Commissariaat dit als een volledig uur. De minuten uit dat uur tellen dan uiteraard niet ook nog eens los mee. • Culturele programma's die de lokale cultuur behandelen, tellen in hun geheel mee. • Het Commissariaat telt losse culturele minuten niet mee. Informatie over culturele onderwerpen telt wel als losse minuten mee, maar wordt tot informatie gerekend. • Herhalingen van ICE-programma's tellen mee. • Reclameboodschappen tellen niet mee als lokale ICE-tijd. • De ICE-norm geldt voor elk kanaal afzonderlijk. Voor omroepen die meerdere kanalen exploiteren, is het dus niet mogelijk om onderling te compenseren.
WAARAAN MOET HET MEDIA-AANBOD VOLDOEN?
Het verzorgen van media-aanbod is voor een belangrijk deel een creatief proces. In de Mediawet staan echter wel enkele voorschriften voor de productie en de aard van
CHECKLIST
CHECKLIST VDDR BESTUURDERS / □ RGANISATIE
programma's. Zo moet een lokale publieke omroep een bepaald percentage programma's zelf produceren, of dat in zijn opdracht laten doen (productienorm). Kant-en-klare
• vijftig procent eigen producties en vijftig procent ICE-programma's verzorgen
programma's aankopen mag dus maar in beperkte mate. Ook moet de omroep een
• redactiestatuut vaststellen
voorgeschreven percentage programma's van informatieve, culturele en educatieve aard op het eigen verzorgingsgebied richten (ICE-norm). Voor de vaststelling daarvan rekent
• nevenactiviteiten vooraf ter toetsing bij het Commissariaat aanmelden • afspraken met derden vastleggen in schriftelijke overeenkomsten
het Commissariaat de nachtelijke uren niet mee: er wordt alleen gekeken naar de
• omroep is zelf verantwoordelijk voor vorm en inhoud van het media-aanbod
uitzendingen tussen 7.00 uur en 23.00 uur. De zogeheten toetsingstijd beslaat dus
• geen belangenverstrengeling
zestien uur per dag (en 112 uur per week)
• jaarlijks voor 1 juni gegevens verstrekken aan Commissariaat • handboek financiële verantwoording gebruiken • bewaarplicht naleven • bestuur is verantwoordelijk voor functioneren pbo • tijdig aanvraag nieuwe aanwijzing indienen CHECKLIST PBD / PROGRAMMABELEID • beleid voor het media-aanbod bepalen • controle op voldoen aan ICE-norm • belang motiveren van samenwerking met andere omroep • lokale karakter aangeven van verstrooiende cultuurprogramma's • representatieve samenstelling • minimaal vijf leden • minimaal drie keer per jaar bijeenkomen • notulen verzorgen • modelreglement hanteren
CHECKLIST RECLAMEREGELS Algemeen (geldend voor alle media-aanbod: radio, tv en internet) 1. Reclame (commercials) in blokken. 2. Reclame-uitingen onder voorwaarden toegestaan buiten de blokken (o.a. niet overdreven of overdadig, geen aanprijzingen).
PRODUCTIENORM
$
1 :.ïf
'
Nadere regels (geldend voor programma-aanbod (=radio en tv), daarnaast zoveel mogelijk geldend voor overig media-aanbod)
ft I
1. Herkenbaarheid en onderscheiding van reclame (akoestische en optische middelen). 2. Verbod subliminale technieken.
f |
Ten minste vijftig procent van de toetsingstijd dient te bestaan uit de programma's die in eigen beheer zijn geproduceerd. Dat is uiteraard altijd het geval wanneer de medewerkers van de omroep zelf zorg dragen voor de techniek, regie, redactie, verslag geving en presentatie. Voor de lokale omroep is het soms echter aantrekkelijk om de
3. Verbod reclame voor medische behandelingen.
productie van een programma uit te besteden aan een derde partij. Deze derde neemt
4. Verbod alcoholreclame tussen 6 en 21 uur.
in dat geval de techniek, regie, redactie, verslaggeving en presentatie voor zijn rekening.
5. Verbod sluikreclame.
De Mediawet laat dat toe, maar in het kader van de productienorm verlangt het
6. Minimumduur reclameblok (en telewinkelblok) voor tv: 1 minuut.
Commissariaat dat:
jp
7. Maximumreclameduur: 12 minuten per uur, 15% per dag. 8. Verbod van programmaonderbrekende reclame, behalve bij programma dat langer
• de omroep een overeenkomst sluit met deze derde;
duurt dan 1,5 uur (tv) of 45 minuten (radio). Belangrijkste voorwaarden voor
• de betreffende programma's alleen exclusief worden uitgezonden
programmaonderbrekende reclame: betreft volledig verslag van (sport)evenement, reclame alleen in de gebruikelijke pauzes, (zie verder artikel 2.97 Mw).
door de lokale omroep die de productieopdracht heeft gegeven.
£ 1
Hl CHECKLIST
INLEIDING
CHECKLIST SPONSORREGEL5
De wereld van de lokale publieke omroep is volop in beweging. Media-
3fc
instellingen grijpen gretig de kansen die nieuwe ontwikkelingen bieden. Algemeen (geldend voor alle media-aanbod: radio, tv en internet) 1. Sponsorverbod, tenzij sprake is van media-aanbod van culturele aard, of van het verslag van een ideëel of sport-evenement. 2. Verplichte sponsorvermelding aan begin of eind van het media-aanbod, neutraal, hooguit 5 seconden, uitsluitend stilstaand beeld en niet beeldvullend. 3. Tonen producten of diensten van sponsor toegestaan, tenzij deze geldelijke bijdrage heeft gegeven.
Dat verhoogt de kwaliteit en de veelzijdigheid van hun aanbod. De regels en eisen in de Mediawet zijn bedoeld om die kwaliteit en veelzijdigheid te beschermen en te bevorderen. Ze hebben betrekking op bijvoorbeeld het programma van de omroep, de nevenactiviteiten, en reclame en sponsoring. Maar ook op het afleggen van financiële verantwoording. Het Commissariaat voor de Media controleert of de lokale media-instellingen zich aan de regels uit de Mediawet houden.
4. Titelsponsoring onder voorwaarden mogelijk via toestemming Commissariaat (zie verder art. 2.108). 5. Sponsorbijdragen worden rechtstreeks of via een schriftelijke overeenkomst van de sponsor bedongen of ontvangen.
In deze brochure staan de belangrijkste regels voor bestuurders, redacteuren, programmamakers en andere betrokkenen bij lokale omroepen op een rij. De brochure is bruikbaar als naslagwerk voor de meest voorkomende vragen.
6. Punten 2 t/m 5 gelden ook voor bijdragen door overheidsinstellingen of andere 'niet-sponsors'.
De Mediawet 2008 die per 1 januari 2009 is ingegaan, hanteert een nieuwe terminologie. Oud
Nieuw
- Omroep
- Media-instelling
- Publieke omroep
- Publieke mediadienst
- Programma - Programmaonderdeel
- Programma-aanbod (= radio, tv)
- Programmabeleidbepalend orgaan
- Programma - Orgaan dat het beleid voor het
- Media
- Media-aanbod (= radio, tv, internet etc.)
media-aanbod bepaalt fje;
Deze brochure gebruikt nog de gangbare term omroep naast de term mediainstelling en ook het begrip programmabeleidbepalend orgaan is gehandhaafd. Programmaonderdeel is echter overal programma geworden.
1
NUTTIGE ADRESSEN
INHOUD
1
Inleiding
1
Waaraan moet het media-aanbod voldoen?
2
2 Regels voor reclame en sponsoring
6
3 Nevenactiviteiten
9
Agentschap Telecom (EZ) Postbus 450 9700 AL Groningen Tel.: 050 587 74 44
[email protected] - www.agentschap-telecom.nl Het Agentschap Telecom is verantwoordelijk voor de vergunningverlening van etherfrequenties en de handhaving van het beleid ten aanzien van de frequenties Buma/Stemra Postbus 3080 2130 KB Hoofddorp Tel.: 023 799 79 99
[email protected] - www.bumastemra.nl
4 Uitbesteding van activiteiten: waar ligt de grens?
10
5 Programmabeleidbepalend orgaan en bestuur
11
Buma/Stemra is de belangenbehartiger van muziekauteurs
6 Financiële administratie
13
7 Gegevensverstrekking en het bewaren van programma's
14
Checklist
15
NICAM (Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media) Postbus 322 1200 AH Hilversum Tel.: 0900 161 2600
[email protected] - www.kijkwijzer.nl
Nuttige adressen
17
Het NICAM is verantwoordelijk voor de Kijkwijzer Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) Keizer Karelplein 32E Postbus 441 6500 AK Nijmegen Tel.: 024 360 12 22 - Fax: 024 360 16 56
[email protected] - www.olon.nl
HET COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA Media zoals radio en televisie spelen een belangrijke rol bij het informeren van de samenleving.
De onafhankelijkheid,
kwaliteit en diversiteit van die informatie
voorziening zijn dan ook wettelijk beschermd, onder meer in de Mediawet en het Mediabesluit. Het Commissariaat voor de Media ziet er als zelfstandig bestuursorgaan op toe dat deze regelgeving wordt nageleefd. Daarbij richt het Commissariaat zich op eerlijke verhoudingen tussen publieke en commerciële media-instellingen en transparante eigen domsverhoudingen in de mediasector. Met behulp van richtlijnen en beleidsregels vult het Commissariaat het wettelijk kader in. Vervolgens houdt het Commissariaat toezicht op het naleven van de regels. Bij overtreding van die regels kan bijvoorbeeld een boete worden opgelegd. Betrokken instellingen zijn verplicht het Commissariaat te voorzien van alle
I
OLON is de belangenbehartiger van lokale publieke media-instellingen Raad voor de Journalistiek Johannes Vermeerstraat 22 1071 DR Amsterdam Tel.: 020- 6735727
[email protected] - www.rvdj.nl De Raad voor de Journalistiek is een orgaan van journalistieke zelfregulering voor de media Sena Postbus 113 1200 AC Hilversum Tel.: 035 625 17 00
[email protected] - www.sena.nl Sena regelt de rechten van artiesten en producenten
informatie die redelijkerwijs nodig is voor het vervullen van de toezichthoudende taak.
landelijk, regionaal en lokaal. Voor de verzorging van het publieke media-aanbod in
Stichting Reclame Code Postbus 75684 1070 AR Amsterdam Tel.: 020 696 00 19
[email protected] - www.reclamecode.nl
Nederlandse gemeenten wijst het Commissariaat lokale media-instellingen aan; voor
De Stichting Reclame Code is een instantie voor zelfregulering van reclame
Het Commissariaat controleert zowel publieke als commerciële media-instellingen,
elke gemeente kan maar één instelling worden aangewezen. Vervolgens ziet het Commissariaat er op toe dat deze instellingen (blijven) voldoen aan de mediawettelijke voorschriften. Deze voorschriften zijn gericht op de verankering van de instelling in de gemeente, non-commercialiteit en financiële integriteit.
3
1999999999999999935
53
Spelregels vöpr.déHokale publieke omroép in Nederland
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
Hoge Naarderweg 78 1111 1217 AH Hilversum INI T 035 773 77 00 llll F 035 773 77 99 llll
[email protected] llll www.cvdm.nl llll