Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013
I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok
2 februari 2015
1
§1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013 zijn onvoldoende (duidelijke) regels te vinden over het verwijzen naar digitale bronnen. Geadviseerd wordt om onderstaande aanwijzingen op te volgen. Voor dit stuk dient u uit te gaan van drie soorten digitale bronnen (zie §2). Hoe om te gaan met deze bronnen wordt uitgelegd in de vuistregels (zie §3). In §4 vindt u bijzonderheden ten aanzien van digitale bewerkingen, commentaren en handboeken (zie §4.1) en bijzonderheden ten aanzien van digitale tijdschriften (zie §4.2).
§2 Categorieën bronnen Er kunnen drie soorten digitale bronnen worden onderscheiden. Categorie 1: Wetgeving, officiële publicaties1, jurisprudentie en literatuur. Deze categorie bevat openbare digitale bronnen en niet-openbare digitale bronnen. Bij de laatste groep gaat het om bronnen die worden gebruikt via databases, portals of het netwerk van bijvoorbeeld een bibliotheek, of een bedrijf. Voor beide soorten bronnen geldt dat ernaar verwezen kan worden overeenkomstig de Leidraad alsof het om een papieren bron gaat - enkele uitzonderingen daargelaten (zie §4). Categorie 2: Informatie op websites, Wikipedia, weblogs en internetfora. Hoe u naar deze digitale bronnen verwijst, wordt uitgelegd in de vuistregels (zie §3). Categorie 3: Documenten op een website Het betreft hier documenten van een organisatie, een bedrijf, een individu of de overheid die geplaatst zijn op een website. Het is van belang dat u uitzoekt of deze informatie ook ergens officieel is gepubliceerd. In dat geval volgt u de regels uit de Leidraad die gelden voor papieren bronnen (zoals ook in categorie 1). Voorbeeld: Het document ‘Richtsnoeren publicatie van persoonsgegevens op internet’ te vinden op www.cbpweb.nl (laatst geraadpleegd 14 januari 2013). Een zoekactie in Picarta levert op dat het ook opgenomen is in de collectie van een bibliotheek in Nederland. In dat geval verwijst u niet naar het document op internet, maar gebruikt u de normale verwijzing voor een rapport. Mocht een document te vinden zijn via een boekhandel dan kunt u dat ook overnemen. De verwijzing ziet er als volgt uit: College Bescherming Persoonsgegevens, CBP Richtsnoeren publicatie van persoonsgegevens op internet’, Den Haag : College bescherming persoonsgegevens 2007. Indien het document alleen via internet te raadplegen is, dan verwijst u hiernaar volgens op een wijze uitgelegd bij vuistregel 3.
1
Dit zijn verdragen gepubliceerd in het Tractatenblad, wetgeving zoals opgenomen in het Staatsblad, ministeriële regelingen uit de Staatscourant, Kamerstukken van de Eerste en Tweede Kamer, Handelingen van de Eerste en Tweede Kamer, agenda’s van de Eerste en Tweede Kamer, Kamervragen van de Eerste en Tweede Kamer.
2
§3 Vuistregels Vuistregel 1 Onderzoek binnen welke categorie de bron valt om te bepalen op welke manier u dient te verwijzen. Zoek daarnaast uit op welke manier uw lezer de bronnen waar u naar verwijst, kan vinden. Raadpleeg om het onderscheid te kunnen maken tussen categorieën bijvoorbeeld de catalogi van bibliotheken. Vuistregel 2 Verwijs naar bronnen uit categorie 1 (Wetgeving, officiële publicaties, jurisprudentie en literatuur) alsof het om een papieren bron gaat – zie de Leidraad. In een aantal gevallen is het nodig om de voorbeelden uit de Leidraad 2013 aan te passen of toe te lichten (zie voorbeelden in §4). Verwijs in de voetnoten zo specifiek mogelijk zodat een ander kan nazoeken hoe u de bron heeft gebruikt. Vuistregel 3 Wees kritisch bij het selecteren en gebruiken van bronnen uit categorie 2 (Informatie op websites, Wikipedia, weblogs en internetfora) en categorie 3 (Documenten op een website). Net als bij de traditionele bronnen dient u na te gaan wat het niveau van de bron is. Verwijs alleen naar bronnen waarvan u de betrouwbaarheid en bestendigheid hebt onderzocht. Bij het gebruik van Wikipedia dient u zich te beseffen dat er betrouwbaardere alternatieven zijn zoals een handboek. Indien u bronnen uit categorie 2 gebruikt, dient de verwijzing de volgende gegevens te bevatten:
Auteursnaam, of naam van de organisatie Titel van de publicatie Datum van publicatie en/of datum van laatste wijziging van de informatie URL Datum van raadpleging.
Vuistregel 4 Vermeld in de verwijzing voor bronnen uit categorie 2 (Informatie op websites, Wikipedia, weblogs en internetfora) en categorie 3 (Documenten op een website) de URL. Probeer een lang of moeilijk adres zo veel mogelijk te vermijden en verwijs liever naar de homepage. Dit is bovendien aan te raden omdat documenten soms verplaatst of verwijderd worden. Een voorbeeld: Ministerie van defensie, Rapport commissie integriteitszorg, 27 oktober 2011, te vinden op: www.rijksoverheid.nl (laatst geraadpleegd op 14 januari 2013).
Vuistregel 5 Indien sprake is van een ‘Digitale Object Identifier’, vermeldt die dan in uw verwijzing. Een DOI is een uniek identificatienummer voor digitale documenten waarmee het mogelijk is om een duurzame link op te nemen in de verwijzing. Veel tijdschriftartikelen zijn al voorzien van een DOI.
3
Voorbeelden: S. Mackenzie, ‘Illicit deals in cultural objects as crimes of the powerful’, Crime Law and Social Change 2011, afl. 2, p. 133-153, DOI 10.1007/s10611-011-9317-2. Je kunt ook een DOI-link opnemen: S. Mackenzie, ‘Illicit deals in cultural objects as crimes of the powerful’, Crime Law and Social Change 2011, afl. 2, p. 133-153, http://dx.doi.org/10.1007/s10611-011-9317-2 De lezer kan overigens alleen toegang krijgen tot het artikel indien de lezer verbonden is aan een universiteit of organisatie en die vervolgens een abonnement heeft op het tijdschrift.
§4 Bijzonderheden
§4.1 Bewerkingen, commentaren, handboeken Vuistregel 2 luidt: Verwijs naar bronnen uit categorie 1 (Wetgeving, officiële publicaties, jurisprudentie en literatuur) alsof het om een papieren bron gaat – zie de Leidraad. Als het gaat om digitale bewerkingen, commentaren en handboeken verdient de uitleg in de Leidraad 2013 de volgende toelichting. Voorbeeld Groene serie De Groene Serie komt alleen voor in digitale vorm. Het voorbeeld uit de Leidraad op p. 28 en 55 kan als volgt worden aangevuld en toegelicht: Jansen, in: GS Onrechtmatige daad, art. 6:162 BW, algemeen, aant. 5 (online, laatst bijgewerkt op 15 oktober 2012). Door de toevoeging GS wordt duidelijk dat het om de Groene serie gaat. Vermeld de datum van bijwerking. Het toevoegen van ‘in:’ betekent dat het gaat om een bijdrage aan een groter geheel dat geredigeerd is. In de literatuurlijst moet daarom naar de volledige bibliografische gegevens worden verwezen door het vermelden van de naam van de eindredacteur(en). Die naam (of namen) kunt u meestal vinden in de colofon bij het onder het onderwerp ‘Productinformatie’ – raadpleeg desnoods de website van de uitgever. Literatuurlijst: Jansen, GS Onrechtmatige daad K.J.O. Jansen, ‘art. 6:162 BW, aant. 5’, in: C.J.J.M. Stolker (red.), Groene Serie Onrechtmatige daad, Deventer: Kluwer (online).
4
Voorbeeld Melai/Groenhuijsen (commentaar op Wetboek van Strafvordering)2 Deze bron bestaat zowel als papieren bron als in digitale vorm. Aangezien de bibliotheek de papieren bron heeft opgezegd, is het beter om te verwijzen naar de digitale bron. Vermeld hierbij de datum van de laatste bijwerking. De Leidraad op p. 28 en 55 moet als volgt worden aangevuld: Voorbeeld 1 Hulst, van der, in: Melai/Groenhuijsen e.a., Het wetboek van strafvordering, art. 53, aant. 4 (online, laatst bijgewerkt op 29 juli 2010). Voorbeeld 2 Reijntjes, in: Melai/Groenhuijsen e.a., Het wetboek van strafvordering, art. 67a, aant. 4 (online, laatst bijgewerkt op oktober 2008). Bijzonderheden: Wij wijzen u op twee bijzonderheden. Ten eerste schrijft de auteur zijn of haar bewerking of commentaar ook hier onder leiding van een eindredactie. In de literatuurlijst moet dus naar de volledige bibliografische gegevens worden verwezen door het vermelden van de naam van de eindredacteur(en). Die naam (of namen) kunt u vinden in de colofon bij het onder het onderwerp ‘Productinformatie’– raadpleeg desnoods de website van de uitgever. De tweede bijzonderheid heeft te maken met het verwijzen naar de digitale bron en de locatie van de naam van de auteur die de aantekening heeft geschreven. In voorbeeld 1 vindt u de auteur direct bij aantekening 4 van artikel 53. Soms wordt de auteur echter alleen vermeld aan het begin van de bewerking (zie voorbeeld 2) en dus niet bij aantekening 4 van artikel 67a. U dient dan op het wetsartikel zelf te klikken om de naam van de auteur te kunnen noteren. Onderstaande print screen verduidelijkt deze uitleg.
2
Let op: dit voorbeeld kunt u in Kluwer Navigator vooralsnog vinden onder de bron ‘Boeken’ en niet onder de bron ‘Tekst & Commentaar-serie’ of ‘Naslagwerken’. 5
Literatuurlijst: Hulst, van der, Melai/Groenhuijsen e.a. Het wetboek van strafvordering J.W. Hulst, van der, in: Melai/Groenhuijsen e.a., Het wetboek van strafvordering, Deventer: Kluwer (losbladig en online). Voorbeeld Asser-Serie Deze bron bestaat zowel op papier als in digitale vorm. Onderstaand voorbeeld in de Leidraad 2013 op pag. 28 verdient enige toelichting. Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2010/100. Dit betreft de verkorte verwijzing naar deel 6 ‘Verbintenissenrecht’, subdeel III ‘Algemeen overeenkomstenrecht’, rand- of kantlijnnummer 100 van de 13e druk uit 2010. Asser is de oorspronkelijke auteur en Hartkamp & Sieburgh zijn de bewerkers. Deze manier van verkort verwijzen kan ook voor de digitale bron gebruikt worden; de meest recente digitale bron staat namelijk gelijk aan de meest recente papieren bron. Om die reden is de datum van bijwerking op het moment van raadplegen niet relevant. Indien iemand refereert naar een oudere druk dient u dus te verwijzen naar de papieren bron (omdat de digitale bron automatisch de meest recente bijwerking bevat). Onderstaand voorbeeld in de Leidraad 2013 op p. 56 hebben wij aangepast en verdient enige toelichting. Literatuurlijst: Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010 A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel III*. Algemeen overeenkomstenrecht, Deventer: Kluwer 2010. Op deze wijze is aan vuistregel 2 voldaan: er wordt hier verwezen alsof het om een papieren bron gaat. In tegenstelling tot de Leidraad laten wij ‘6-III*’ in de vetgedrukte aanduiding weg; het volgt immers uit de volledige verwijzing daaronder dat het gaat om deel 6 en subdeel III.
§4.2 Digitale tijdschriften Wanneer u verwijst naar een tijdschrift in digitale vorm is het soms noodzakelijk om dit in de verwijzing te vermelden. Bijvoorbeeld wanneer er bij het digitale tijdschrift geen paginanummers worden vermeld. Het advies is dan om naar een paragraafnummer te verwijzen. De Leidraad op p. 29 kan als volgt worden toegelicht. Voorbeeld A. Franken, ‘Zuinigheid troef’, DD 2009, 58, par. 3 (online via Kluwer Navigator). Dit voorbeeld verwijst naar de digitale bron van dit tijdschrift waarbij geen paginanummers zijn opgenomen. Het betreft paragraaf 3 van het 58e artikel van 2009. Voorbeeld
6
A. Franken, ‘Zuinigheid troef’, DD 2009, afl. 8, p. 781. Bovenstaand voorbeeld verwijst naar de papieren bron van Delikt en Delinkwent aflevering 8 van 2009, en dan specifiek naar p. 781 (u dient in voetnoten zo specifiek mogelijk te verwijzen). Indien een digitale bron van een tijdschrift paginanummers opneemt, verwijst u naar dit tijdschrift alsof het om een papieren bron gaat (categorie 1). Indien een digitale bron van een tijdschrift geen paginanummers opneemt, verwijst u naar de papieren bron van dit tijdschrift, indien u daarover kunt beschikken (categorie 1). Indien u alleen over de digitale bron van een tijdschrift beschikt en dit tijdschrift geen paginanummers opneemt, verwijst u volgens het bovenstaande voorbeeld naar het paragraafnummer. Literatuurlijst: Franken 2009 A. Franken, ‘Zuinigheid troef’, DD 2009, 58 (online via Kluwer Navigator). Of bij het verwijzen naar de papieren bron in de literatuurlijst: Franken 2009 A. Franken, ‘Zuinigheid troef’, DD 2009, afl. 8, p. 777-792. In tegenstelling tot de Leidraad, p. 51, laten wij ‘DD 2009, 58’ in de vetgedrukte aanduiding weg; het volgt immers uit de volledige verwijzing daaronder dat het gaat om het 58e artikel van 2009. Paragraafnummers worden nooit in de literatuurlijst vermeld; vermeld wel bij gebruik van de papieren bron die paginanummers van het tijdschriftartikel waaruit het totaal aantal bladzijden kan worden afgeleid.
7