VERSLAG VAN DE MR CONFERENTIE VAN 18 MAART 2003 Opening De voorzitter, Veerle Pachen opent de MR-conferentie en heet de aanwezigen welkom. De GMR organiseert voor de derde keer deze MR-conferentie die is bedoeld om kennis op te doen, informatie uit te wisselen en te netwerken. Lezing Jaap Nelissen, directeur van de Jenaplan school Witte Vrouwen houdt een presentatie over Lump Sum financiering. Lump Sum financiering is nieuw voor het primair onderwijs en biedt mogelijk oplossingen voor bekende knelpunten in de huidige bekostigingssystematiek, maar brengt ongetwijfeld weer ongemakken met zich mee. De invoering van Lump Sum financiering vraagt om een andere cultuur van het management, team en de medezeggenschap binnen de school. Deze lezing gaat in op de gevolgen van de invoering van Lump Sum financiering en de mogelijke veranderende rol/taak van de MR hierin. Personele bekostiging • Budget in formatie rekeneenheden (fre’s): 1 fre = 234 euro • Componenten van het formatiebudget zijn gebaseerd op 1 oktober van voorgaande jaar o Onderbouwleerling 10,21 fre per leerling o Bovenbouwleerling 6,97 fre per leerling o Formatie voor kleine scholen o Formatie voor leiding van de school (0,45 fre per leerling)
Kenmerken van het systeem • Budget wordt in fre’s uitgekeerd en niet in geld. Iedere leerkracht, ongeacht leeftijd en ervaring kost evenveel (179 fre’s) • Seniore leerkrachten, adjunct-directeur en directeur kosten meer • Fre’s kunnen eventueel verzilverd worden (van tevoren te bepalen) • Fre’s die over zijn gaan terug naar de overheid
Kenmerken van systeem • Geld wordt toegekend in geoormerkte potjes • Het werkt via het declaratiesysteem. De scholen declareren hun kosten bij een administratiekantoor of bij de dienst onderwijs. De scholen hebben dus geen eigen geld. • Nadeel: weinig flexibel, scholen zijn afhankelijk van de administratiekantoren
O&O budget • Budget voor ontwikkeling en ondersteuning (verzameling van diverse potten zoals: nascholingsgelden, arbeidsknelpunten) • Het eerste budget dat scholen krijgen waarmee zelf keuzes gemaakt kunnen worden (in te zetten voor o.a. personeel, arbo, scholing, managementtraining, secundaire arbeidsvoorwaarden etc.).
Lump Sum • Simpel gezegd: scholen krijgen een grote zak geld voor personele en materiële zaken en ‘zoek het maar uit’. Lump Sum bekostiging vindt al plaats in het VO. • Om deze bedrijfsvoering van de school te kunnen regelen maken scholen hiervoor (zowel op school als bovenschoolsniveau) plannen (meerjaren begrotingen, strategische beleidsplannen) en leggen verantwoording af middels jaarrekeningen.
Voordelen • Scholen krijgen meer beleidsruimte en mogen zelf bepalen waar het geld aan wordt uitgegeven • De geldhandelingen gebeuren rechtstreeks dus geen vertragingen • Scholen krijgen meer zeggenschap over en zijn verantwoordelijk voor hun eigen bedrijfsvoering (autonomie) • Scholen moeten bewuster omgaan met geld • Verantwoordelijkheden kunnen dieper in de organisatie worden gelegd. Directeuren kunnen aan bepaalde functionarissen deelbudgetten toekennen.
Nadelen • Het gevaar bestaat dat er alleen maar over geld wordt gesproken terwijl het moet gaan over beleid • Een school moet zorgen voor voldoende financiële know how • Het vereist meer van de directeuren • De planlast zal groter worden (meerjarenplannen, financiële plannen etc.)
Wat zijn de voorwaarden • Op bestuursniveau moet er deskundigheid in huis zijn (of via administratiekantoor). Bepaalde delen kunnen worden uitbesteed. • Het hele systeem staat of valt met een goed functionerend management informatiesysteem • Directeuren moeten grondig worden voorbereid • Bovenschools moeten er reserveringen zijn voor gebouwen en een regeling voor de gemiddelde personeelslast (om financiële druk van oudere teams te kunnen opvangen)
Consequenties voor de MR • MR-leden hoeven niet allen financieel geschoold te worden maar moeten wel zorgen voor een deskundige adviseur (intern of extern) • Lump Sum vraagt om een cultuurverandering. Scholen moeten bedrijfsmatiger gaan werken. • De plannen van een directie moeten financieel worden onderbouwd en inzichtelijk zijn voor de MR • Bepaalde keuzes kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de lange termijn • De koppeling tussen financieel en personeelsbeleid wordt zichtbaar • MR kan en moet veel eerder anticiperen op veranderingen of ontwikkelingen • De (G)MR heeft een controlerende taak die nu nog groter wordt
Planning • 2002-2003 drie landelijke werkgroepen bereiden invoering voor (financieel, bestuurlijk, directeursniveau) • maart t/m juni 2003 aanwijzing welke besturen en scholen meedraaien in de 2-jarige pilot en vaststellen van budgetten • augustus 2005 start Lump Sum in primaire onderwijs Vragen In hoeverre kunnen MR-leden persoonlijk aansprakelijk worden gesteld ingeval een school failliet gaat? Dit is niet mogelijk. De MR is geen bestuursorgaaan en kan derhalve niet aansprakelijk worden gesteld. Op dit moment is het zo dat ongebruikte gelden terugvloeien naar de overheid. Hoe is dat bij de Lump Sum financiering? Bij de Lump Sum financiering behoudt de school het geld en kunnen er bijvoorbeeld reserveringen gemaakt worden. Hoe groot is het O&O budget en hoe wordt de omvang van dit budget bepaalt? De school krijgt een bepaald bedrag per leerling. Een deel van dit budget wordt afgeroomd naar bovenschools (ongeveer 10%), de rest is voor de school. Workshop 1 De professionele MR: het eigen functioneren onder de loep Wat is de positie van de MR in de organisatie? Hoe is de verhouding met de directie, het contact met de achterban? Waar houdt de MR zich mee bezig? Hoe kun je de kwaliteit van beleidsvoorstellen beoordelen? Voorzitter: Erik Heijs Inleiding/Presentatie door: Frans Jozef Ariëns, werkzaam voor de VOO Het speelveld van de MR • Spelregels (Wet Medezeggenschap Onderwijs): deze wet is voor alle typen van onderwijs identiek. Zorg voor een exemplaar van deze wet in het MR-dossier. • Spelers: personeelsgeleding en oudergeleding. Beide geledingen hebben een zelfde aantal leden. De grootte is afhankelijk van het aantal leerlingen van een school. Er is een maximum aan gesteld. Meer mensen kunnen toetreden tot de MR, alleen heeft een wettelijk bepaald aantal mensen stemrecht. • Opstelling: dit is aan de MR, afwachtend, aanvallend, pro-actief. Probeer hier binnen de MR duidelijkheid over te krijgen. • Andere teams: dit kunnen zijn directeur, bestuur, GMR, buur-school, teamleden, ouders, potentiële ouders, pr-commissie etc. Ook hierin moet de MR haar positie bepalen. • Scheidsrechter: dit zou de geschillencommissie kunnen zijn. Formeel heeft de MR alleen maar te maken met het bestuur. Het kan zijn dat een directeur gemandateerd is middels een directiestatuut. Het is voor de MR van belang om te weten in welke hoedanigheid de directeur met de MR praat (als directeur of als bestuurslid). De geschillencommissie doet een uitspraak gebaseerd op procedurele gronden. De uitspraak van de geschillencommissie is bindend. Rechten van een MR • Recht op overleg: formeel heeft de MR recht op 2x per jaar overleg met het bestuur. • Initiatiefrecht: maak hier gedoseerd gebruik van maar laat wel weten dat de MR er is. • Informatierecht: er is openbaarheid van bestuur. Het bestuur hoort de MR te informeren. Belangrijkste rechten van de MR: • Instemmingsrecht • Adviesrecht
Zorg voor goede vraagstelling vanuit het bestuur aan de MR en vraag het bestuur om aan te geven onder welk wetsartikel advies of instemming wordt gevraagd. Geef dit op de agenda van de MRvergadering aan. Voorwaarden om professioneel te kunnen worden • Kennis en vaardigheden: cursussen, boeken, tijdschriften, internet • Tijd, geld, faciliteiten: MR-werk kost veel tijd. Er is geld beschikbaar voor de MR vanuit de bekostigingssystematiek. • Jaarplanning: het CFI geeft jaarlijks een kalender uit, aanwezig op iedere school, waar belangrijke data op staan wanneer wat klaar moet zijn. De MR zou haar jaarplan hier op af kunnen stemmen. • Visie over rol en positie: het wordt straks nog belangrijker om een visie op de rol en positie van de MR te ontwikkelen zodat in overeenstemming hiermee gehandeld kan worden. Waar houdt een MR zich mee bezig? • De MR is een beleidsorgaan. • Het beleid van de school is: de manier waarop en met welke middelen de school haar doelen tracht te bereiken. Wat betekent dit in de praktijk voor onze school; hier zou de MR zich over kunnen buigen. • Focus als MR niet teveel op de cijfers. Het is essentieel voor de MR om de betekenis achter de cijfers te ontdekken en wat betekenen die cijfers voor de school en waar kan dat teruggevonden worden. • Neem als uitgangspunt dat de dingen goed worden gedaan, maar sta stil bij de vraag of de goede dingen worden gedaan! 9 tips die bijdragen aan een goed functionerende MR • Zorg dat je bereikbaar bent • Weet wat er bij je achterban leeft • Zorg voor een twee-richtingverkeer • Ga in eerste instantie voor resultaten (inhoud), niet voor procedures • Laat regelmatig iets van je horen • Zorg voor herkenbaarheid • Maak gebruik van bestaande informatiebronnen • Mondeling contact werkt soms beter dan schriftelijk contact • Probeer netwerken op te zetten Vragen Wat te doen in geval het bestuur/de directeur bij de behandeling van een bepaald onderwerp een antwoord geeft waar de MR niets mee kan. De MR dient zich hier niet bij neer te leggen en zal om verduidelijking moeten vragen. Kan de MR functioneren zonder oudergeleding. Ja functioneren wel, maar stemmen niet. Wat houdt adviesrecht in? De MR mag advies geven; het bestuur kan het advies naast zich neerleggen. In dat geval moet het bestuur schriftelijk verantwoorden naar de MR waarom van het advies wordt afgeweken. Wat is een redelijke termijn om instemming te geven als de MR een formatieplan voor de keer onder ogen krijgt? Probeer het begrip redelijke termijn enigszins vast te leggen; redelijk lijkt 6 weken. Kan een school geen MR hebben? Ja, het bestuur kan dan nergens een instemmings- of adviesaanvraag neerleggen en beslist. Hier hoeft geen ontheffing voor geregeld te worden.
Opmerking
De VOO start eind mei een MR basiscursus. De data zijn 14 en 21 mei, 4 en 11 juni. De cursus wordt gegeven in Utrecht. Onderwerpen zijn o.a.: de bevoegdheden van een MR, welke relaties heeft een MR, vergaderen en besluitvorming, argumenteren. Voor meer informatie: Johan van der Pol , tel. 030 637 7306 of
[email protected] Workshop 2 (zonder verslaglegging) De brede school De eerste brede scholen startten rond 1995 in Groningen en Rotterdam in achterstandwijken. Sinds die tijd nam het fenomeen een grote vlucht. In januari 2002 zijn bijna 450 brede scholen operationeel. Ook de gemeente Utrecht werkt aan de tot standkoming van brede scholen (forumscholen). Wat houdt deze ontwikkeling in voor teamleden, ouders en de MR? Welke doelstellingen worden nagestreefd met de brede school? In deze discussiegroep ook aandacht voor de ervaringen van een forumschool in oprichting. Workshop 3 (zonder verslaglegging) De veilige leeromgeving Het schooladviescentrum (SAC) onderzoekt onder meer het veiligheidsgevoel op de scholen in Utrecht. Dit veiligheidsproject is begonnen op 4 scholen in Kanaleneiland en sinds dit jaar kunnen alle scholen in Utrecht worden onderzocht. Doel van het onderzoek is een veilige school in een veilige omgeving. Wat is een veilige leeromgeving? Een instrument om het veiligheidsgevoel te meten, de ‘veiligheidsthermometer’, wordt getoond. Waar staan de scholen van onze kinderen in de stad Utrecht als het om veiligheid gaat? Wat zegt de veiligheidsthermometer en wat kunnen scholen/MR-en met de resultaten van de thermometer op hun school? Paneldiscussie Het panel wordt gevormd door de presentatoren/inleiders van de workshops: Bonnie Belle, directeur van de Caroussel (workshop 3, de veilige leeromgeving) Jeroen Peters, Vereniging Openbaar Onderwijs (workshop 2, de brede school) Frans Jozef Ariëns, Vereniging Openbaar Onderwijs (workshop 1, de professionele MR) Drie stellingen worden voorgelegd aan de aanwezigen. • In een goed functionerende school is een MR overbodig. Mee eens De vergadercultuur is uit z’n voegen gegroeid. Op een goed functionerende school waar een team controlerend bezig is, is meedenken en praten over beleid vanuit de MR niet nodig. Ditzelfde gevoel leeft er ook over de GMR. Niet mee eens Een controlerende functie is nodig (je moet borgen dat het goed blijft). De formele inbreng vanuit de ouders zou gemist worden. Frans Jozef Ariëns: laat de MR zich eens afvragen of de school goed functionerend is en waarom dan wel. Samenwerken tussen de partners van de brede school is belangrijker dan samen in een nieuw gebouw. Mee eens Samen in een nieuw gebouw is prettig maar het heeft geen toegevoegde waarde als er niet wordt samengewerkt. De samenwerking zal minder ver en diepgaand zijn in geval van samenwerking zonder ruimtelijke integratie. Bij een integrale aanpak is gezamenlijke huisvesting nodig. Niet mee eens Het huidige schoolgebouw is aan vervanging toe; dit is urgenter dan de samenwerking, die komt er wel. Jeroen Peters: het is van belang te definiëren wat wordt verstaan onder een brede school. Een gebouw dat zich brede school noemt en waar niet wordt samengewerkt, is in feite een bedrijfsverzamelgebouw. De juiste partners moeten samenwerken voor de beste ontwikkeling van een kind. Dus samenwerking gaat vooraf aan het gezamenlijk een gebouw betrekken. •
• Kinderen worden pas weerbaar als ze niet al tè beschermd worden opgevoed. Mee eens Kinderen moeten tot op zekere hoogte beschermd worden maar ook de ruimte krijgen om te ontdekken waar het fout gaat. Kinderen kunnen raad krijgen maar in de praktijk kunnen ze ontdekken. Niet mee eens Indien kinderen beschermd worden opgevoed, kunnen ze veel weerbaarheid meekrijgen. Sommige groepen kinderen hebben wel bescherming nodig om weerbaar te zijn. Bonnie Belle: mensen hebben de neiging om allerlei voorwaarden te creëren zodat kinderen beschermd zijn maar buiten de scholen worden de kinderen aan alles bloot gesteld. Je bent een goede opvoeder als je je kind beschermt maar ook leert hoe hij voor zichzelf op moet komen. Kinderen moeten weerbaarder zijn om met alle randverschijnselen van de maatschappij om te gaan. Dus beschermen is goed maar tot op zekere hoogte. Reactie: bescherming zou vervangen kunnen worden door ondersteuning. Een kind wordt pas weerbaar als het ondersteunend wordt opgevoed. Beschermend heeft een afsluitende klank. Ondersteunend niet. Afsluiting De voorzitter sluit de bijeenkomst en dankt de deskundigen voor hun bijdrage en de aanwezigen voor hun komst en inbreng.