Verslag CPME-voorjaarsvergadering Reykjavik, 21-22 mei 2015 De voorjaarsvergadering van de Standing Committee of European Doctors (CPME) vond plaats in Reykjavik. De Nederlandse delegatie bestond uit Rutger Jan van der Gaag (namens de KNMG), Annette de Wind (namens KAMG, NVAB en NVVG) en Marian Hoekstra (coördinator buitenlandbeleid KNMG). Voorbereiding Donderdag 7 mei was een bijeenkomst met de federatiepartners georganiseerd om deze voorjaarsvergadering voor te bereiden. Bij dit overleg waren FMS, vertegenwoordiging namens KAMG, NVAB, NVVG en KNMG (BAD) aanwezig. De CPME-stukken waren helaas nog niet beschikbaar, zodat daarover geen breed vooroverleg met de federatiepartners heeft kunnen plaats vinden. De coördinator buitenlandbeleid heeft i.s.m. de verschillende beleidsadviseurs van de KNMG deze vergadering voorbereid. Terugkoppeling van deze bijeenkomst zal plaats vinden in het overleg met de federatiepartners dat gepland is op 18 juni. Vrijdag 22 mei 2015 Werkgroep Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) Tijdens deze bijeenkomst is gediscussieerd over de tekst van de voorbeeldbrief aan de ministers van volksgezondheid. De voorbeeldbrief kan gebruikt worden als start van de discussie met de eigen minister van Gezondheid over de gevolgen van de handelsovereenkomst voor de gezondheidszorg. Werkgroep eHealth De uitkomsten van de CPME-survey over eHealth worden gepresenteerd. KNMG heeft aan dit onderzoek meegewerkt. EHealth, of inmiddels veelal mHealth, staat prominent op de Europese agenda. De Europese Commissie publiceerde vorig jaar een green paper over mHealth. Kortgeleden kondigde de commissie aan dat zij met zgn. ‘zachte’ wetgeving komt, waarschijnlijk in de vorm van een gedragscode. Deze gedragscode kan omgezet worden in een implementatiewet en daarmee bindend zijn voor de hele Europese Unie. Voor het zover is wil de CPME een position paper opstellen, mede gebaseerd op de resultaten van genoemd onderzoek. Tijdens een recent gehouden eHealthweek in Riga heeft de Europese Commissie de verschillende stappen in dit ontwikkelproces uit de doeken gedaan: er komt een gedragscode, specifiek voor de industrie, om regels over dataprotectie te formuleren. Hiervoor is een werkgroep met stakeholders opgericht, onder leiding van Samsung. De vraag is of de CPME deel moet uitmaken van deze werkgroep? Een andere activiteit van de Europese Commissie betreft een werkgroep over certificering van hulpmiddelen. Er is momenteel nog een grijs gebied tussen wat verstaan wordt onder medische hulpmiddelen (medical devices) en hulpmiddelen, die tot well-being behoren. Wat is de invloed van de CPME in deze werkgroep? Input vanuit de leden van de werkgroep: met behulp van het onderzoek zijn er weliswaar gegevens verzameld, maar een CPME-strategie aangaande mHealth is er niet en dat is wel urgent vanwege de gedragscode in voorbereiding. De verzamelde onderzoeksresultaten kunnen in de CPME positionpaper over mHealth gebruikt worden en vervolgens moet de CPME een standpunt vanuit artsenperspectief innemen met als inhoud: als mHealth goed gebruikt wordt, kan het heel effectief zijn.
1
Afspraak: Constance Colin (CPME) zal een opzet voor een position paper over mHealth maken en per mail rondsturen voor commentaar, zodat het tijdens de bestuursvergadering in Brussel (oktober 2015) vastgesteld kan worden. De BritseMA heeft veel ervaring met de definiëring en de organisatie van telemedicine en biedt aan om te helpen bij het maken van een concept over dat onderdeel. De inhoud zou moeten gaan over wanneer het gebruik van telemedicine effectief is. Op Europees niveau is de richtlijn over dataprotectie herzien. Deze richtlijn betreft niet alleen de gezondheidszorg, maar ook andere sectoren, zoals de bankensector. In 2014 heeft het Europees Parlement het aangenomen en het zou aankomende juni in de Council tot overeenstemming tussen de lidstaten moeten leiden. Daarna het een wet worden binnen Europa. KNMG zal reageren op CPME-position paper over mHealth en volgt het traject m.b.t. richtlijn over dataprotectie. Werkgroep professionele praktijk Deze bijeenkomst had als hoofddoel het finaliseren van de commentaren op de Consensus Statement of European Medical Organisations (EMO) on Continous Professional Development. Dit is een revisie van het Europese document over verplichte bij- en nascholing voor Europese artsen uit 2006. Voor Nederland als een van de weinige landen waar periodieke herregistratie al ingevoerd is, niet echt spannend, maar een goede ontwikkeling in Europees verband. In de revisie komt het “Individual Competence Developmental Plan” centraal te staan. Ook worden er doeltreffende maatregelen voorgesteld om bij- en nascholing te vrijwaren van de invloeden van farmaceutische industrie, ook voor alle andere vormen van toeleveraars van medische hulpmiddelen. Werkgroep Healthy Ageing Tijdens de bijeenkomst van deze werkgroep werden de resultaten van een onderzoek naar de functionele achteruitgang en zwakte bij oudere patiënten in Letland en Roemenië gepresenteerd. Uit dit onderzoek komen drie aanbevelingen naar voren: 1. Herhaling van dit onderzoek in de andere Europese lidstaten 2. Integratie van het werken met ouderen in alle medische curricula 3. Meer heterogene steekproeven van dokters en patiënten om deze studie te complementeren. Er is een zogenaamde ‘high level’ groep door de Europese Commissie samengesteld om een strategisch implementatieplan op te stellen. Het uitgevoerde onderzoek was een eerste stap om informatie te verzamelen. KNMG gaat doel van dit onderzoek en mogelijk vervolgtraject na. Werkgroep alternatieve behandelingen Na vier jaar lijkt er consensus in zicht op het CPME Standpunt “Complementaire en Alternatieve Therapieën”. Het gaat hier om een document waarin het primaat van een verantwoorde en toetsbare geneeskunde boven complementaire en alternatieve geneeswijzen vastgelegd moet worden. Aanleiding is onder andere dat in vele landen, net als in Nederland, overheid en zorgverzekeraars in aanvullende pakketten ruimte bieden voor onverantwoorde geneeswijzen. Na eerdere discussies waar de partijen behoorlijk ver uit elkaar lagen tussen de preciezen (UK, NL en Scandinavische landen) versus de rekkelijken (Duitsland en Oostenrijk), lag er een voorstel opgesteld na uitvoerige consultatie waar consensus over leek te bestaan. Ook na een aantal laatste tekstuele
2
aanpassingen, kwam men niet verder dan het aanvaarden van een document dat aan het bestuur en aan de algemene vergadering voorgelegd zou worden. Zaterdag 23 mei 2015 Verslag van de Board Meeting en General Assembly meeting Alle 27 lidstaten zijn aanwezig. Frankrijk is voor het eerst ook weer vertegenwoordigd. De CPMEPresident kondigt aan dat er inmiddels ook weer veelbelovende contacten met Italië en Portugal zijn. Kroatië is nu officieel lid van de CPME en daarmee zijn 28 lidstaten aanwezig. Verkiezingen CPME Het grootste deel van de ochtend staat in het teken van de verkiezing voor de termijn 2016-2018 van een nieuwe President en een nieuw bestuur (de Vice-Presidenten en de Penningmeester). Voor het presidentschap hebben zich twee kandidaten genomineerd: uit Zwitserland en Engeland. Beiden geven een korte presentatie over hun doelstellingen en beoogde werkwijze. Daarna volgt de schriftelijke, geheime stemming, waarbij de Dr. Jacques de Haller uit Zwitserland met 17 tegen 11 stemmen gekozen wordt tot de nieuwe voorzitter. De zittende penningmeester (Dr. Frank Ulrich Montgomery uit Duitsland) heeft zich opnieuw gekandideerd en is herkozen. Ten aanzien van de verkiezing van vice-presidenten was er aanvankelijk onduidelijkheid over de her verkiesbaarheid van de Finse kandidaat. Hij had namelijk de maximale twee termijnen erop zitten, maar zijn 1e termijn duurde slechts zes maanden. Na een stemming daarover viel hij af als kandidaat. Vier kandidaten blijven over voor vier plekken. Toch volgde nog een stemming om de volgorde vast te stellen: 1. Frankrijk (22) 2. Nederland (13) 3. Hungary (8) 4. België (7) Vervolgens stellen de vier gekozen leden zichzelf kort voor. Daarmee bekleedt de KNMG-voorzitter vanaf 2016 één van de vier zetels van het vicevoorzitterschap en zal er flink geoefend moeten worden op het correct uitspreken van zijn naam! Financiële zaken De afrekening 2014 en begroting 2015 worden unaniem aangenomen. Tevens wordt het voorstel van de interne accountant aangenomen om voor twee jaar een externe auditor aan te stellen. Dat kost geld, maar het helpt om het gehele financiële systeem beter te doorgronden. Interne Zaken De European Medical Students Association (EMSA) is geassocieerd lid van de CPME geworden. Opnieuw is de aanvraag voor het CPME lidmaatschap van SEEMF (Southeast European Medical Forum) unaniem afgewezen, onder andere vanwege de structuur van deze organisatie, die geen onafhankelijkheid waarborgt. Verslag CPME-voorzitter Er volgt een korte schets van wat er momenteel speelt in Europa. Tussentijds wordt men hiervan ook via de CPME-nieuwsbrief op de hoogte gehouden. Over het algemeen maakt de Commissie Junker het de CPME niet makkelijk vanwege zijn focus op economische en financiële zaken. Daarom worden er voortaan informele meetings tussen Europese artsen en EP leden georganiseerd om aandacht voor medische zaken te vragen. Beleid Intentieverklaring
3
De intentieverklaring tussen de federatie van dierenartsen in Europe (FVE) en de CPME wordt aangenomen.
TTIP Tijdens de werkgroepbijeenkomst is de tekst van de voorbeeldbrief aan de ministers van volksgezondheid aangepast. De voorbeeldbrief kan gebruikt worden als start van de discussie met de eigen minister van Gezondheid op nationaal niveau. Uit overleg van de CPME met de Europese Commissie is overigens gebleken dat de huidige in TTIP gezondheid gerelateerde onderwerpen ook al opgenomen waren in de zgn. GATTakkoorden (General Agreement on Trade and Tarifs). Brief bespreken met federatiepartners in het eerstvolgende buitenlandoverleg Alternatieve behandelingen Na de laatste tekstaanpassingen in de werkgroep ligt er nu een paper die ter stemming gebracht kan worden in het bestuur. De inleiding bestaat uit vijf uitgangspunten, die vervolgens worden toegelicht. Onverwachts verwierp Oostenrijk alsnog deze paper tijdens de bijeenkomst, omdat het in hun ogen niets toevoegt, maar eerder een hoop discussie zal oproepen. Bovendien respecteert de paper onvoldoende de positie van de zogenaamde CAM (Complementary and Alternative Medicine) in de verschillende landen, omdat zowel de alternatieve geneeskunde als de CAM niet gedefinieerd worden. Oostenrijk kreeg bijval van Duitsland. Alhoewel men in Duitsland niet blij is met CAM, probeert men het wel te reguleren onder het motto: artsen kunnen deze nonsens beter uitdragen dan niet-artsen! In Duitsland zijn sommige CAM erkende medische specialisten en daarom kan Duitsland niet akkoord gaan met het vierde uitgangspunt uit de inleiding. Aangezien het toch belangrijk werd gevonden om als CPME een standpunt in te nemen inzake alternatieve behandelingen wordt besloten om de tekst, zoals die in de werkgroepbijeenkomst opgesteld is, in stemming te brengen: Tegen: 4 (Oostenrijk, Luxemburg, Duitsland en Letland) Onthouding: Hongarije Voor: de overige 23 landen, waaronder Nederland. Na 2,5 jaar wordt de paper eindelijk aangenomen! Tegelijkertijd wordt besloten de werkgroep op te heffen. Position paper bespreken in eerstvolgende buitenlandoverleg Vervaldatum geneesmiddelen In 2012 heeft de Zweedse delegatie gevraagd om de vervaldatum van geneesmiddelen op de agenda van de CPME te zetten. Er is een korte enquête uitgezet, maar daarop zijn slechts vijf reacties ontvangen. In november 2014 is een concepttekst opgesteld, die op basis van een paar amendementen in de afgelopen maanden nog is aangepast. Tijdens de vergadering worden nog een paar opmerkingen gemaakt, die door de opstellers in de lunchpauze zijn verwerkt, waarna de paper in stemming is gebracht en aangenomen. WMA-Verklaring Databases en biobanks De CPME zal in een brief haar steun uitspreken voor deze verklaring van de WMA. Continue professionele ontwikkeling
4
In de werkgroep bijeenkomst zijn diverse amendementen besproken. De huidige tekst werd aangenomen.
Transparantie in medische opleiding Dit onderwerp staat ter discussie op de agenda, niet voor stemming. Nederland geeft aan dat dit onderwerp ook in Nederland de aandacht heeft. België en Cyprus zijn van mening dat dit voorstel transparantie eerder tegenwerkt. Het onderwerp komt in de najaarsvergadering terug. Presentatie dieet, voeding en lichamelijke activiteit Nederland is rapporteur op dit onderwerp en Rutger Jan van de Gaag geeft een presentatie over de ontwikkelingen in de afgelopen maanden op dit gebied, waarvoor ook in Nederland veel aandacht is. (link presentatie) Presentatie alcoholbeleid De OECD heeft onlangs een rapport uitgebracht. De resultaten van een studie van de COM worden tegen het einde van dit jaar gepubliceerd. De Europese Commissaris heeft opdracht gegeven om een alomvattende EU-strategie voor alle gezondheidsrisico’s (alcohol, tabak, etc.) te ontwikkelen. Aansluitend daarop heeft de CPME een Forum ingericht, wat niet goed loopt. De reden is dat de industrie de overhand heeft gekregen. Het advies aan de CPME is om daar uit te stappen, maar dat wel met de nodige publiciteit te doen, om toch aandacht voor de problematiek te vragen. Ter illustratie van de invloed van de industrie gaf de Britse afgevaardigde aan dat Schotland voor het Europese Hof van Justitie is gedaagd in verband met de minimum prijsafspraak voor alcohol in Schotland. Schriftelijk hebben de meeste CPME landen hun steun betuigd, maar mondeling hebben maar een paar landen die steun uitgesproken. Niet toevallig hebben de wijnproducerende landen (Frankrijk, Spanje en Italië) zich tegen de minimum prijsafspraak uitgesproken. Inmiddels heeft de Europese Commissie dat ook gedaan, waarbij men zich beroept op het vrije verkeer van goederen. Opvallend daarbij is dat de Europese Commissie alleen door het DG Landbouw werd vertegenwoordigd. Er was geen enkel gezondheid gerelateerd commentaar. De verwachting is dat het Hof de lijn van de Europese Commissie zal volgen. Antibacteriële resistentie De CPME vraagt een rapporteur over dit onderwerp. Alhoewel het een belangrijk onderwerp betreft, zag Nederland hiervan af, gelet op haar overige activiteiten binnen de CPME. Sex and gender in medicine Het verzoek van de CPME is om hiervoor een werkgroep op te richten. Nederland geeft aan dat er in Nederland zojuist een boek over dit onderwerp is verschenen. De vergadering stemt ermee in om dit onderwerp naar Europees niveau te tillen. De huidige CPME-President (Dr. K. Fjeldsted) geeft aan geïnteresseerd te zijn hieraan deel te nemen. Bespreken in eerstvolgend buitenlandoverleg EMOs Op 18 December 2015 is een belangrijke bijeenkomst in Luxemburg gepland over Continuous Professionele Ontwikkeling, waarin de herziening van het uit 2006 stammende CPME-document aan de orde zal zijn. Nationale verslagen
5
Griekenland bracht het probleem ter sprake van het grote aantal bootvluchtelingen in Zuid Europa in het algemeen en in Griekenland in het bijzonder. Het bedreigt een adequate medische zorg voor zowel de vluchtelingen als de eigen bevolking. Albanië heeft een schriftelijk rapport gestuurd (zie CPME USB-stick). Daarna geven de aanwezige internationale organisaties een kort overzicht van hun activiteiten. Het is goed om op de hoogte te zijn van hun activiteiten om afstemming te bevorderen en samenwerking te versterken. Daarbij is het belangrijk dat zij aangeven waar de CPME de aandacht op zou moeten richten. De CPME heeft een flyer uitgebracht over: “Guidelines on transparency of relationships between physicians and the healthcare industry”. De vergadering werd gesloten door dr. Katrin Fjeldsted de bevlogen IJslandse voorzitter, die in october haar termijn zal afronden en overdragen aan haar opvolger dr. Jacques Haller. Zij werd terecht bedankt voor de warme ontvangst in het fraaie maar zeer frisse IJsland. Rutger Jan van der Gaag Marian Hoekstra
6