Verborgen Veluwe Ruben Smit
Oerkrachten Nederland zonder mensen, nauwelijks voor te stellen. Geen plek in dit land is nog niet op de schop geweest. Zo ook op de Veluwe. Het grote, op de kaart als een grote aaneengesloten groene vlek aangemerkt gebied is door vele mensenhanden gevormd. Voordat wij zoveel invloed op dit landschap uitoefenden strekte zich een lange periode uit waarin mensen niks te vertellen hadden. Deze periode werd gekenmerkt door een reeks van immens grootse en spannende gebeurtenissen. Het was de tijd waarin oerkrachten regeerden over de Veluwe en het fundament legden voor het typische, huidige Veluwse landschap. Oerkrachten De Veluwe is opgebouwd uit grote hoeveelheden zand maar ook grind en keien. Deze bouwstoffen zijn meegevoerd door rivieren en door gletschers. Een dikke twee miljoen jaar al stromen de rivieren de Rijn en Maas van het hoge land naar het oneindig laagland. Afhankelijk van het klimaat werden en worden grote vrachten keien, grind en zand afgezet. Vroeger veel meer dan nu. Ongeveer 200.000 jaar geleden schoven grote gletschers uit Noord-Europa langzaam maar zeker Nederland binnen. In deze periode ontstond een poollandschap waarin het extreem koud werd en water werd opgeslagen in ijs en sneeuw. Mede daardoor daalde de zeespiegel waardoor rivieren diepe valleien konden creëren. De kilometers brede en 100-en meters dikke gletschers boorden zich een geleidelijke weg naar het zuiden waar ze op een gegeven moment tot stilstand kwamen. Grote pakketten zand en grind werden als door een reusachtige shovel langs de randen van de gletschers opgestuwd tot zogenaamde stuwwallen. Een dikke koek van keileem, bestaande uit gemalen grind, zand en klei werd als een voor water ondoordringbare bodemlaag afgezet.
Sneeuwstorm Tijdens een zware sneeuwstorm op een groot heidegebied zijn slechts silhouetten van enkele berken zichtbaar. Zo’n 10.000 jaar geleden konden zij in het barre landschap van de toendra op beschutte plekken voeten aan de grond krijgen. Het klimaat werd milder waardoor de eerste pioniers van uitgestrekte bossen zoals berk maar
Nadat de gletschers zich terugtrokken ontstond een relatief korte periode waarin de flora en fauna zich kon herstellen. Helaas van korte duur. Na vijfduizend jaar rust brak opnieuw een periode aan van bittere kou. Een nieuwe, naar bleek later, laatste ijstijd brak aan. Het landschap transformeerde in een permanente poolwoestijn dat qua uiterlijk veel weg had van een toendra. Toch werd het deze periode anders. De gletschers bereikten Nederland niet. Op het kale, permanent bevroren land kreeg de wind vrij spel. Overal werden grote hoeveelheden zand weggeblazen en elders opgestoven. Zandruggen werden her en der in het landschap opgeworpen. In de zomermaanden stroomde smeltwater van de stuwwallen langs de flanken en vormde zogenaamde smeltwaterdalen. Een permanente, striemende wind blies minuscuul kleine kleideeltjes op dat als löss werd afgezet in de dalen achter de stuwwallen.
ook grove den kansen kregen zich te vestigen. Op veel plekken op huidige, uitgestrekte heidevelden staan vaak groepen berken. Het proces van bosontwikkeling vanuit deze eerste pioniers is nog steeds gaande. Vooral in heidegebieden is goed te zien dat jonge berken hun uiterste best doen het landschap te koloniseren. De kleine, lichte zaadjes van berken worden door de wind aan het eind van de zomer over grote afstanden verspreid. Een open, relatief kale bodem zorgt voor een gespreid kiembedje. Als deze jonge berken niet worden weggevreten of weggemaaid krijgt het berkenbos snel de overhand over de heide. 2 Verborgen Veluwe
3 Oerkrachten
Poollandschap
Smeltwaterdal
Als het echt wil winteren dan kan je de oerkrachten
Het smelten van het ijs had grote gevolgen voor het land-
ervaren alsof je in het poollandschap vertoeft van
schap. Het smelten ging geleidelijk waardoor de ijskappen
100.000 jaar geleden. Vooral in de grote stuifzand-
bleven liggen op de ruggen. Onder deze kappen ont-
gebieden van de Veluwe zoals op het Kootwijkerzand,
stonden smeltwaterstromen. Zij volgden de weg van de
Wekeromsezand of in het Nationaal Park De Hoge Veluwe
minste weerstand naar beneden langs de flanken van de
krijgt je fantasie een kans. Sneeuwjachten jagen het
stuwwallen. In het Nationaal Park De Veluwe Zoom op de
sneeuw en zand op tot duinen. De striemende oostenwind
Z/O Veluwe zijn de mooiste smeltwatergeulen te zien.
maakt het kijken onmogelijk. Voor plantengroei is er
Het open landschap laat de hoogteverschillen tussen de
nauwelijks plaats. De spaarzame vegetatie van mossen,
hoger gelegen ruggen en lager gelegen dalen goed zien.
korstmossen en enkele grassen wordt gegeseld door het
De dalen hebben grillige, meanderende vormen. Op het
zand. Jaarlijks moeten zij een enorme prestatie leveren
hoogste punt, de Posbank, is opvallend goed zichtbaar
om niet levend te worden begraven. Van zandhaarmos,
hoe hoog het Veluwemassief met zijn stuwwallen en
een zodenvormig mos dat in het vroege voorjaar herken-
dekzandruggen afsteekt tegen het veel lager gelegen
baar is door de felrode sporenkapsels, is bekend dat het
rivierengebied van de IJssel.
soms wel 10 cm lange, ondergrondse stengels heeft. Deze zijn ontstaan na de jarenlange strijd tegen het zand. 5 Oerkrachten
Gletscherrestant
Oerwouden
Het Uddelermeer is een vreemde plas water midden op de
Zo zal de Veluwe er grotendeels hebben uitgezien, zo’n
Veluwe. Het is een zogenaamde pingoruïne. De naam
3000 jaar geleden. Een uitgestrekt woud van berken, eiken
Pingo is door Eskimo’s gegeven aan vreemde vorstheuvels
en dennen. Dit woud werd door de Romeinen later het
in permanent bevroren arctische gebieden. Op enkele
‘Woud zonder Genade’ (‘Silva sine Gratia’) genoemd. De
plaatsen in het poollandschap werd ondergronds water
jagers van toen hebben in die wouden op edelherten en
opgeslagen als ijs. Deze ijsmassa drukt het landschap
wilde zwijnen gejaagd. Op de flanken van de stuwwallen
omhoog. Tijdens zomermaanden kon de bodem op deze
nabij de lager gelegen valleien bouwden ze hun kampe-
vorstheuvel geleidelijk wegglijden met het smeltende ijs.
menten en kano’s van het hout uit deze wouden. Op een
De bodem werd als een soort ringwal om de ijsmassa
hoog uitzichtpunt op een stuwwal, op de Valenberg in het
afgezet. Nadat het ijs smolt ontstond er een prachtig
natuurgebied Planken Wambuis kijk je in noordelijke rich-
rond meer.
ting over dit immense woud. ’s Ochtends vroeg, bij zonsopgang heb je geen tijdmachine nodig om deze tijdssprong in gedachten te maken.
7 Oerkrachten
De komst van de ‘beschaving’ De eerste mensen doken op in Nederland nog voor de komst van de gletschers, zo’n 200.000 jaar geleden. Van deze eerste mensen is in het huidige Veluwse landschap vrijwel niks meer terug te vinden. De periode van de ijstijden was er een van komen en gaan van jagersfamilies. Mensen kwamen en trokken weer weg in hun reis achter hun prooidieren aan als mammoet en wolharige neushoorn. Het kale, barre woestijnachtige landschap bood weinig beschutting tegen de ijzige sneeuwstormen.Na de eerste tekenen van klimaatverandering trok een volk van rendierjagers rond over het uitgestrekte toendralandschap waarin ze jaagden op grote kudden rendieren. Hun specialiteit was het jagen met harpoen. Naast rendieren vingen ze vogels als hoenders en kraanvogels. De jagersfamilies leefden in zomer- en winterkampen zoals de nomaden van het huidige noorden (Samen) nu ook doen. Dat we kennis hebben over deze rendierjagers komt voort uit de vondsten van allerlei oerwerktuigen. Op dagen dat een sterke wind het Veluwse zand doet opblazen bestaat de kans dat prehistorische pijlpunten en huidkrabbers bloot komen te liggen. Deze werktuigen zijn allemaal gemaakt van vuursteen; het staal van die tijd.
Grafheuvel met kraai Op een grafheuvel uit de jonge steentijd (Neolithicum) hipt een zwarte kraai, een symbool voor de dood. Grafheuvels dateren uit de periode vanaf 2900 tot ongeveer 1200 voor Chr. De vorm van de grafheuvels is die periode sterk veranderd. Nadat ze eerst klein en vooral laag waren (‘vlakgraven’) werden ze later hoger en steviger. Latere grafheuvels werden verstevigd met palenkransen van dennen in greppels rondom het graf en werden opgehoogd met heideplaggen. De dode mens werd vaak in gehurkte houding begraven. In de graven werden gebruiksvoorwerpen van aardewerk gevonden waaruit de naam van die oeroude cultuur werd ontleend. Zogenaamde ‘klokbekers’ werden meegegeven aan de
De verandering van het klimaat zorgde voor een geleidelijke verandering in het gedrag van de jagersfamilies. De plantenwereld die steeds uitbundiger groeide leverde een nieuw leefgebied op. Uitgestrekte bossen ontwikkelden zich bestaande uit berken en later meer dennen. Zij herbergden zoogdiersoorten als edelhert en wild zwijn om op te jagen met speer of pijl en boog. Maar ook bruine beer en bij water bever en otter namen de plaats in van de naar het noorden vertrokken rendieren. Rivieren en beken verschenen nadat het ijs smolt en de zeespiegel steeg en boden gelegenheid voor het vissen op zalm en steur. Dit landschap bood een meer permanent leef- en jachtgebied waar families van 15-50 personen leefden in kleine kampementen. De bodem werd vruchtbaarder om de eerste, primitieve vorm van landbouw op toe te passen. Uit deze periode, (zo’n 5000 jaar geleden) is meer bekend over het leven van mensen. Het levensonderhoud van deze nomadenstammen veranderde geleidelijk van jagers in landbouwers. In het huidige Veluwse landschap zijn deze sporen zichtbaar geworden aan de hand van vondsten in het landschap. Van deze eerste landbouwers is aardewerk gevonden (zogenaamde ‘trechterbekers’). Op de Veluwe waren geen kolossale zwerfstenen aanwezig om graven mee te bouwen, zoals in Drente (‘hunnebedden’). Zand en hout was er echter genoeg om grafheuvels van te bouwen. Grafheuvels zijn door mensen opgeworpen heuvels die dienden als begraafplaats. Op de Veluwe zijn deze 10004000 jaar oude, primitieve graven veelvuldig te vinden.
9 Oerkrachten
doden en bevatte vermoedelijk voedsel of drank voor de reis naar het hiernamaals. Ook andere giften werden aan de dode meegegeven zoals dolken, pijl en boog en polsbeschermers. Op dagen met sneeuw en vorst zijn grafheuvels extra goed zichtbaar in het Veluwse landschap. Op veelal hogere gelegen plekken blijft de sneeuw lang liggen op de schaars begroeide grafheuvels waardoor ze wit afsteken tegen het verder donkere winterlandschap.
De jacht op zwijnen Edelhert verschijnt in de wouden
10 Verborgen Veluwe
Levende woestijn Voor veel mensen is een woestijn het meest tot de verbeelding sprekende ‘dode landschap’. Een leeg, levenloos landschap met enkel zand en her en der een dode boom. Woestijnen zijn vrijwel altijd het gevolg van menselijk onvermogen. Daar waar het landschap te zwaar wordt benut op een te kwetsbare bodem kan woestijnvorming optreden. Op de Veluwe heeft een grote woestijn het landschap en menselijk leven een tijd lang in haar greep gehouden. Dat een woestijn groter dan het huidige totale Veluwse natuurgebied het leven van de toenmalige bewoners vrijwel onmogelijk maakte komt voor veel mensen nu als een verrassing. In de periode van de laatste helft van de 19e eeuw heeft een woestijn van ca. 15.000 ha het landschap gedomineerd. Maar al voor die periode was de dreiging van dit barre landschap constant aanwezig. Nadat de eerste bewoners begonnen met kappen en verbranden van het oerwoud ontstond er door een toenemende bevolkingsdichtheid een grotere druk op het Veluwse land. De eerste vormen van akkerbouw en veeteelt aan het begin van onze jaartelling gingen gepaard met een intensiever gebruik van de ‘woeste gronden’. Het dichte bos maakte geleidelijk plaats voor een open landschap waarin heide een kans kreeg. Door heide te gebruiken voor bemesting van het akkerland kwam het land open te liggen. Betreding en intensieve begrazing door schapen maar ook branden in combinatie met zon en wind deden de rest. De oude, prehistorische, fijne dekzanden kwamen bloot te liggen en begonnen te stuiven. Dat gebeurde vooral op die plekken waar het dekzand aan de oppervlakte lag, vooral op noord- en westhellingen van de grote stuwwallen. Het menselijk leven op de Veluwe moest wijken voor het zand. Met man en macht probeerde men de uitbreiding van het stuivende zand te beteugelen. Eikenwallen werden aangeplant en begrazing werd aan banden gelegd. Toch mocht dit niet baten. Nu worden de restanten van de voormalige woestijn niet meer als doods gezien, maar als springlevend. Nieuwe initiatieven worden ontplooid om ‘levend stuifzand’ te herstellen. Niet zo zeer als eerbetoon aan de vroegere mensen maar veel meer met als doel om de typische flora en fauna te herstellen. Deze flora en fauna zijn uniek voor Nederland en uniek voor de wereld.
12 Verborgen Veluwe
13 Levende woestijn
De schatkamer vergroot De Veluwe is het grootste aaneengesloten natuurgebied van Nederland. Dat lijkt logischer dan het in werkelijkheid is. In het dichtstbevolkte land ter wereld is een natuurgebied aanwezig dat zich qua grootte (ca. 10.000 ha) kan meten met de grote, internationaal hoogaangeschreven natuurgebieden in Oost-Polen en Midden-Duitsland. Over de cultuur- en natuurhistorische waarde van het gebied wordt ook buiten Nederland hoog opgegeven. Qua inrichting en beheer blijft er echter nog veel te wensen over, volgens plannenmakers als de provincie Gelderland. In de beleidsnota Veluwe 2010, wordt gestreefd naar een ‘grenzenloze Veluwe’. De Veluwe is in potentie nog veel rijker dan het nu al is. Grote delen van het Veluwse landschap zijn in de loop der jaren ernstig aangetast. De grondwaterstand is de afgelopen eeuw schrikbarend gedaald door intensieve waterwinning waardoor veel typische nattte natuur is verdwenen. Bossen en heidevelden zijn in cultuur gebracht als intensieve landbouwgronden. Steden en snelwegen domineren het landschap en een veelvoud aan eigenaren heeft het gebied doen versnipperen. Iedere eigenaar, van defensie tot landgoedeigenaar, van Staatsbosbeheer tot gemeenten, van particulier tot Natuurmonumenten heeft een hek om zijn of haar stukje Veluwe staan. Zoveel mogelijk van die barrières en obstakels, zowel voor mens als dier moeten volgens de plannen van de provincie worden geslecht. Gestreefd wordt naar een aaneengesloten gebied voor zowel mens als dier waardoor er ecologisch maar ook economisch gezien een rijkere Veluwe ontstaat. Op de kaart ziet de Veluwe er al indrukwekkend uit. Geen lappendeken, zoals in de rest van Nederland, maar veel groen, geel en paars. Bos, stuifzand en heide. De landbouw heeft zich ogenschijnlijk teruggetrokken in enkele grote enclaves en aan de randen van het gebied; de Gelderse Valei en de IJsselvalei en de Randmeerkust. Het is juist de landbouw die er voor gezorgd heeft dat de Veluwe er op papier zo groot en aaneengesloten uitziet. De eeuwenlange roofbouw (zie hfst. 2, 3, 4) heeft het centrale deel van de Veluwe uitgeput waardoor verdere benutting zinloos werd. Het is ook niet zo zeer het centrale deel, bestaande uit uitgestrekte bos en heidegebieden waar mogelijkheden liggen de schatkamer te vergroten. Juist aan de randen, de overgangen van hoog naar laag, van stuwwal naar uiterwaard zijn ecologisch gezien, grote successen te boeken.
Levende graasmachines
tuur ontstaan. Het graasgedrag zou er toe leiden dat er
Sinds de begin jaren ’80 lopen er vreemde koeien op de
her en der in het landschap een afwisseling van open
Veluwe. Vooral in de gebieden in beheer van
plekken, bossen en struwelen zou ontstaan. Deze afwisse-
Natuurmonumenten lopen er zogenaamde Schotse
ling biedt een geschikt leefgebied voor veel soorten
Hooglanders rond. Deze runderen zeer zelfstandig; ze
planten, zoogdieren, insecten en reptielen. Deze vorm van
zorgen zelf voor het op de wereld zetten van hun nage-
natuurbeheer, ook wel procesnatuur genoemd gaat uit
slacht en vinden hun eigen kostje. In het Nationaal Park
van een grootschalige vorm van natuurbeheer waarin de
Veluwezoom zijn deze dieren met een hoge aaibaarheids-
mens zo min mogelijk ingrijpt. Door grote grazers als
factor destijds geïntroduceerd om het gebied te verrijken.
Schotse Hooglanders in te zetten hoopt men op een ‘zelf
Het eenvormige Veluwse landschap zou meer variatie
regulerende natuur’; een natuur die in balans is zonder al
kunnen gebruiken. Door grazers in te zetten als runderen
te veel menselijk ingrijpen.
en paarden zou meer variatie in planten-groei en struc14 Verborgen Veluwe
Herten in de uiterwaarden
gezeten in de hoger gelegen zandbak terwijl aan de horizon
Een mooi toekomstperspectief is het beeld van een burlend
een veel voedselrijker gebied gloorde. Vooruitstrevende
edelhert in de uiterwaarden van de Rijn en IJssel of aan de
plannen moeten er voor zorgen dat deze poorten daadwer-
Randmeerkust. Op enkele locaties zijn de doorgangen van
kelijk geopend worden. Een van de succesvolle projecten is
de hoger gelegen zandgronden naar de lager gelegen klei
‘Herten aan de Rijn’ aan de zuidelijke Veluwerand. Daar
en veengronden nog redelijk perspectiefrijk. Deze door-
waar de Renkumse beek zich een weg naar de Rijn baant is
gangen, ook wel ecologische poorten genoemd, moeten de
het plan opgevat om de aanwezige industrie in het beekdal
toegang verschaffen voor edelherten, wilde zwijnen, reeën,
te verplaatsen. Met geld van de Europese Unie wordt dit
dassen en andere zoogdiersoorten tot de voedselrijke
unieke project gesubsidieerd waardoor de natuurlijke
gronden. Eeuwenlang hebben deze dieren opgesloten
gradiënt in het landschap kan worden hersteld.
Stiltegebieden Hoe stil is het op de Veluwe? Volgens de normen die zijn opgesteld blijkt dat een groot deel van de Veluwe te lawaaierig is geworden om als stiltegebied te kunnen worden geclassificeerd. Met name de toename van wegen vliegverkeer is hier debet aan. Onderzoek heeft bovendien aangetoond dat ongeveer een kwart van de reeds aangewezen stiltegebieden de norm van veertig decibel (40 dB) niet haalt. En dat terwijl de behoefte aan rust en stilte sterk is toegenomen! Niet alleen onder mensen, maar ook onder dieren. Veel vogelsoorten zijn gevoelig voor lawaai. Denk aan vogels die hun territorium proberen af te bakenen door hun gezang. Langs snelwegen wordt hun gekwetter overstemd door het geluid van het voortrazende verkeer. Onderzoek wijst tevens uit dat de centrale delen van de stiltegebieden op de Z/O & N/O Veluwe nog relatief stil zijn. Vooral in het weekend is het er dan aanmerkelijk stiller omdat dan het schietlawaai van defensie tijdelijk is gestopt. Er zijn meerdere oplossingen denkbaar. Zo zou de begroeiing van de gebieden de geluidsoverlast temperen. Een andere optie is het gebruik van meer ZOAB asfalt waardoor geluidsreductie optreedt. Om de stilte die er op de Veluwe echt nog is te kunnen ervaren moet je vooral of heel vroeg je bed uit of heel laat je bed in. Vooral ’s nachts kan het heel stil zijn, mits ver genoeg weg van een provinciale- of snelweg.
Druppels op haarmos Haarmosbloemen
18 Verborgen Veluwe
19 Oerkrachten