! ! ! !
" # $ $ $ %&
Van samenwerken naar samengaan
%
Een onderzoek in opdracht van de gemeenteraad naar de herindelingsmogelijkheden van de gemeente Wymbritseradiel
Versie 1.0 Utrecht, 1 oktober 2007
'
( - -
!
%) % %
(
*
+ &
,
-
*
,
.
&
"
/
-
&
-
&
0
-
1
1 oktober 2007 07-311186317
Inhoud 1. Inleiding
3
1.1 Achtergrond en opdrachtformulering 1.2 Leeswijzer
3 4
2. De huidige gemeente Wymbritseradiel
6
2.1 Inleiding 2.2 Kenschets van de gemeente Wymbritseradiel 2.3 Wegen voor de toekomst
6 6 8
3. Vijf hoofdvarianten voor eventuele herindeling
10
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Inleiding Uitgangspunten om te komen tot hoofdvarianten voor herindeling Hoofdvariant 1: de Friese Merenvariant Hoofdvariant 2: de IJsselmeervariant Hoofdvariant 3: de Zuidwesthoekvariant Hoofdvariant 4: de A7-variant Hoofdvariant 5: de A7+-variant Financiële effecten hoofdvarianten Effecten hoofdvarianten op formatiegebouw
4. Beoordelen van hoofdvarianten met randvoorwaarden 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Inleiding Economische focus van nieuwe gemeente Omvang van het beheergebied ten aanzien van dienstverlening Balans in aandacht tussen grote kernen en kleine kernen Realistische schaalsprong (omvang nieuwe gemeente) Sociale cohesie (pendel) op het gebied van wonen-werken, zorg en onderwijs Omvang van het beheergebied ten aanzien van onderhoud Consequenties voor samenwerking
5. Samenvatting en conclusies 5.1 Samenvatting 5.2 Conclusie: antwoorden op de vragen uit de motie
Bijlagen
10 10 15 17 18 20 21 22 23
25 25 26 27 28 29 30 31 32
33 33 35
42
2/46
1 oktober 2007 07-311186317
1.
Inleiding
1.1
Achtergrond en opdrachtformulering Wymbritseradiel is een gemeente met 16.213 inwoners, gelegen in de Zuidwesthoek van de provincie Fryslân. De gemeente Wymbritseradiel is op 1 januari 1984 ontstaan uit de voormalige gemeenten IJlst, Wymbritseradeel en enkele gedeelten uit de oude gemeente Doniawerstal (Koufurderrige en Smallebrugge) en het dorp Greonterp, dat vóór 1 januari 1984 in de gemeente Wûnseradiel lag. De gemeente Wymbritseradiel bestaat thans uit 28 verschillende kernen met elk een eigen karakter. De gemeenteraad van Wymbritseradiel bezint zich op de toekomst van de gemeente; zelfstandig of herindelen. De raad heeft zich uitgesproken dat zij een zorgvuldig traject wil bewandelen waarbij de ontwikkeling van de gemeente onder meer wordt geplaatst in het licht van een verbeterde kwaliteit van dienstverlening voor de burgers. Hiervoor is op 22 mei jl. een motie aangenomen waarin de raad het college vraagt een onderzoek uit te voeren naar mogelijke fusievarianten, consequenties voor dienstverlening en financiële consequenties. De motie is opgenomen als bijlage 1 in dit document. Het college van burgemeester en wethouders heeft Deloitte Consulting verzocht het onderzoek uit te voeren en hierbij een zevental omliggende gemeenten uit de Zuidwesthoek actief te betrekken, te weten: Wûnseradiel, Bolsward, Littenseradiel, Sneek, Nijefurd, Gaasterlân-Sleat en Lemsterland. Deze gemeenten werken reeds, in verschillende samenstellingen samen op het gebied van sociale zaken, welzijn en zorg. Hierdoor is het logisch om op basis van deze samenwerking herindelingsmogelijkheden nader te onderzoeken. Om de deelvragen uit de motie in een logische volgorde te kunnen beantwoorden heeft Deloitte een onderzoeksmodel voorgesteld. In het onderzoeksmodel wordt ook aandacht besteed aan de ontwikkelingen die op de gemeente afkomen die op bestuurlijk en maatschappelijk niveau een sterke lokale overheid vragen. Wij denken aan: • • • •
Decentralisatie van taken (o.a. Wmo, omgevingsvergunning); Ontwikkelingen dienstverlening (o.a. Eén overheid, e-dienstverlening); Versterken bedrijfsvoering (o.a. invoeren basisregistraties, transparantie overheid); Bestuurlijke ontwikkelingen (o.a. bestuurskracht, betrokkenheid van inwoners, interactieve beleidsvorming).
In figuur 1 treft u de onderzoeksvragen aan, zoals afgestemd met de gemeente Wymbritseradiel. In deze rapportage worden de vragen uit het model successievelijk beantwoord. Aan het einde van de rapportage zullen wij samenvattend antwoord geven op de vragen zoals deze gesteld zijn in de motie.
3/46
1 oktober 2007 07-311186317
Vraag
Welke herindelingscombinatie past het beste bij de gemeente Wymbritseradiel, gezien haar prioriteiten, karakter en ambities
deelvragen 1.
Wat zijn de doelstellingen bij een herindeling? (wat dient minimaal bereikt te worden?)
2.
Welke criteria voor afweging van herindeling stelt gemeente Wymbritseradiel?
3.
Wat zijn de gewichten van de verschillende criteria?
4.
Hoe scoren de verschillende kandidaat-gemeenten (clusters) op deze criteria
5.
Wat zijn consequenties van de top 3 herindelingsvarianten?
6.
Welke variant is, gezien de criteria en consequenties, de beste optie voor herindeling (nu en in de toekomst)?
Figuur 1 Hoofdvraag en deelvragen van het onderzoek uitgevoerd door Deloitte Consulting
Tenslotte willen wij op deze plaats vermelden dat wij de samenwerking met de gemeente Wymbritseradiel gedurende het onderzoek als bijzonder plezierig hebben ervaren.1 Daarnaast hebben de in het onderzoek betrokken buurgemeenten van Wymbritseradiel zich open en constructief getoond tijdens de contacten die in het kader van dit onderzoek hebben plaatsgevonden. Hiervoor willen wij deze gemeenten nadrukkelijk danken.
1.2
Leeswijzer Deze eindrapportage is als volgt in hoofdstukken opgebouwd: •
In hoofdstuk 2 wordt de positie van de gemeente Wymbritseradiel nader beschouwd. De vraag staat centraal of de zelfstandige gemeente voldoende toekomstbestendig is. Hierbij wordt stilgestaan bij de structuurkenmerken van de gemeente alsmede de financiële en organisatorische positie. Vanuit een beschrijving van deze situatie vormen wij een oordeel of de zelfstandige organisatie voldoende slagvaardig invulling kan geven aan de eigen ambities en de
1 Zie bijlage I voor de bezetting van de stuurgroep en projectgroep van de gemeente Wymbritseradiel.
4/46
1 oktober 2007 07-311186317 ontwikkelingen vanuit het Rijk. In Hoofdstuk 2 geven wij antwoord op de eerste deelvraag. •
Hoofdstuk 3 bevat een vijftal hoofdvarianten voor een mogelijke herindeling. Bij het bepalen van de hoofdvarianten hebben ondermeer de criteria een rol gespeeld die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt voor de beoordeling van herindelingsvoorstellen. Hiernaast hebben wij ons gebaseerd op de individuele overwegingen en positiebepalingen van de Zuidwesthoekgemeenten.
•
In hoofdstuk 4 staan de afwegingscriteria verder uitgewerkt die de gemeente Wymbritseradiel hanteert bij het bepalen van een voorkeursvariant. Naast het benoemen van deze randvoorwaarden en vervolgens een prioritering, worden alle hoofdvarianten aan de hand van deze randvoorwaarden beoordeeld. In dit hoofdstuk geven wij achtereenvolgens antwoord op de deelvragen 2, 3 en 4.
•
Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 geconcludeerd welke hoofdvariant(en) voor herindeling het best beantwoord aan de gestelde criteria (wensen en eisen) van de gemeente Wymbritseradiel. De consequenties worden nader uitgewerkt. Hiermee wordt antwoord gegeven op de deelvragen 5 en 6.
5/46
1 oktober 2007 07-311186317
2.
De huidige gemeente Wymbritseradiel
2.1
Inleiding Gezien de bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen in de regio, maar ook landelijk, kan de vraag worden gesteld of de gemeente Wymbritseradiel klaar is voor de toekomst? Daarnaast kan de vraag worden gesteld of de gemeente Wymbritseradiel op dit moment haar ambities voor de middellange en lange termijn kan realiseren? Is herindeling voor de gemeente Wymbritseradiel überhaupt noodzakelijk? In de volgende paragraaf wordt de gemeente Wymbritseradiel nader gekenschetst op basis van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. In paragraaf 2.3 zullen wij verder ingaan op de mogelijke wegen die voorliggen ten aanzien van het ontwikkelen van de organisatie en zullen wij de eerder gestelde vragen beantwoorden.
2.2
Kenschets van de gemeente Wymbritseradiel Zoals aangegeven is de gemeente Wymbritseradiel op 1 januari 1984 ontstaan. De gemeente heeft 28 kernen die ieder hun eigen karakter hebben. Wymbritseradiel telt 16.213 inwoners. Van de werkzame personen is circa 40% werkzaam in de landbouw dan wel in de recreatieve en toeristische sector. De overige inwoners zijn werkzaam in de (zakelijke) dienstverlening of zijn zelfstandig ondernemer. Qua oppervlakte behoort de gemeente Wymbritseradiel tot één van de grootste gemeenten in de Zuidwesthoek. Desondanks zijn de lijnen binnen de gemeente (burger-overheid) kort. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het aantal actief gebruikte dorpshuizen en het aantal actieve verenigingen voor dorpsbelangen. De omvang van de gemeentelijke organisatie van Wymbritseradiel is beperkt, de gemeente kent bijvoorbeeld een beperkte formatieve bezetting. Afgezet tegen het aantal inwoners heeft de gemeente een bezetting van 6,2 fte per 1000 inwoners. Tevens merken wij op dat de omvang van de uitbestede werkzaamheden beperkt is. Wij hebben hierbij gekeken naar de omvang van het uitbesteed werk op gebied van ruimtelijke ordening en de uitvoerende taken in de buitendienst. Het beeld van een compacte organisatie wordt versterkt door het gegeven dat de netto-uitgaven van de gemeente per inwoner in Wymbritseradiel het laagst zijn binnen de Zuidwesthoek. Samenvattend een compact gemeentelijk bedrijf en lage lokale lasten voor burgers en bedrijven.
6/46
1 oktober 2007 07-311186317 De gemeente Wymbritseradiel ziet zich echter wel, evenals overige kleine gemeenten, geconfronteerd met knelpunten in het op peil houden van het personeelsbestand en het aantrekken van specialistisch en/of gecombineerde functies. Niet altijd is het mogelijk gebleken vacatures te vervullen of functionarissen aan te trekken die op een aantal vakgebieden de benodigde kennis en deskundigheid hebben. De gemeente Wymbritseradiel ondervangt het personele knelpunt door voor de uitvoering van (wettelijke) taken op een aantal terreinen samen te werken met omliggende gemeenten. Belangrijke samenwerkingen in dit kader bevinden zich op het gebied van sociale zekerheid (WWB) en zorg en welzijn (Wmo). Onderstaande tabel geeft inzicht in de structuurkenmerken van de gemeente alsmede in kwantitatieve gegevens inzake de gemeentelijke organisatie en de financiële positie. Structuurkenmerken
Wymbrits
Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente Organisatie en bezetting
16.213 28 1.024 124 18,51% 17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85% Wymbrits
Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
€14.550,00
Reserve en lokale lasten
Wymbrits
Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel Prioriteiten in uitgavenpatroon Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
100 6,2 3,25 €1.070,00
€380,00 €1,98 €241,00 €6.779,00 €2.161,00 Wymbrits €764,11 35,94% 9,45% 36,61% 18,00%
Tabel 1 Kengetallen gemeente Wymbritseradiel
7/46
1 oktober 2007 07-311186317
2.3
Wegen voor de toekomst De gemeente Wymbritseradiel kent geen financiële of organisatorische urgentie die herindeling op korte termijn noodzakelijk maakt. Kijkend naar de financiën heeft de gemeente op dit moment geen directe reden tot een herindeling. De overwegingen voor een eventuele herindeling zijn meer gelegen in de vraag of de gemeente Wymbritseradiel als zelfstandige gemeente in staat is toekomstige ontwikkelingen op te pakken. De burgemeesters en gemeentesecretarissen van de acht Zuidwesthoekgemeenten hebben zich hier reeds twee jaar geleden over uitgesproken. Zelfstandigheid van de Zuidwesthoekgemeenten is alleen mogelijk onder de voorwaarde dat op diverse terreinen een intensieve samenwerking in de regio bestaat. Slechts in samenwerkingsverbanden is het mogelijk om kennis en deskundigheid aan te trekken en vast te houden om beleidsontwikkelingen te volgen en op te pakken alsmede de continuïteit in de taakuitvoering te garanderen. De vraag die in dit onderzoek voorligt, is of de weg van samenwerken voldoende toekomstbestendig is. De weg van samenwerken is de afgelopen jaren op meerdere fronten succesvol geweest. Dit heeft er onder meer toe geleid dat samenwerkingen worden uitgebreid, waarbij de schaal van de acht gemeenten in de Zuidwesthoek wordt opgezocht of zelfs meer. Toch zijn ook kanttekeningen te plaatsen bij de opzet en werking van samenwerkingsverbanden. Ook in de Zuidwesthoek geldt dat de aansturing van de samenwerking de nodige aandacht vraagt vanuit ambtelijke en bestuurlijke organisatie. Opgemerkt wordt dat dit niet zozeer geldt voor de aansturing van de meer beheermatige taken in de samenwerkingen. Met name op de beleidsrijke taakgebieden is het een knelpunt. Op beleidsrijke regionale thema’s als ruimtelijke ordening en recreatie worden besluitvormingstrajecten met afzonderlijke besturen weerbarstig. Hierbij spelen continu twee vragen een rol; wordt voor het gehele gebied een goed beleid ontwikkeld én wordt het belang van de individuele gemeenten geborgd. Het risico is dat sub-optimale oplossingen of zwakke compromissen worden ontwikkeld. De bestuurlijke effectiviteit en legitimiteit staan steeds meer onder druk, naarmate de samenwerking op beleidsrijke onderwerpen toeneemt.
8/46
1 oktober 2007 07-311186317 Het intensiveren van samenwerkingen is daarmee – in onze visie – eindig. Toekomstige regionale ontwikkelingen vragen een sterke beleidsinspanning op diverse terreinen waarbij een duidelijk bestuurlijk mandaat belangrijk is. Vanuit de Zuidwesthoek bestaat het voornemen gezamenlijke beleidsvisies te realiseren op terreinen als: recreatie en toerisme, E-dienstverlening, sociale zekerheid, veiligheid en ruimtelijke ontwikkeling. Wij zetten vraagtekens bij de mogelijkheden om in samenwerking, slagvaardig een gezamenlijke visie te ontwikkelen. Dergelijke dossiers vragen een eenduidig bestuurlijk primaat.
9/46
1 oktober 2007 07-311186317
3.
Vijf hoofdvarianten voor eventuele herindeling
3.1
Inleiding Voor gemeente Wymbritseradiel is een aantal herindelingvarianten mogelijk. In deze rapportage wordt een vijftal hoofdvarianten besproken. De hoofdvarianten zijn enerzijds bepaald op basis van de gesprekken die zijn gevoerd met burgemeesters en gemeentesecretarissen van de acht gemeenten.2 Anderzijds hebben wij de criteria gehanteerd die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden gebruikt voor de beoordeling van herindelingsvoorstellen. Wij merken op dat wij bij het bepalen van de hoofdvarianten ons niet hebben kunnen baseren op de standpunten van de afzonderlijke gemeenteraden. Op dit moment heeft slechts de gemeenteraad van Sneek een uitspraak gedaan over een voorkeursvariant. De in deze rapportage benoemde hoofdvarianten zijn realistisch gelet op de ideevorming binnen de afzonderlijke gemeenten. De ideevorming heeft zoals gezegd geen officiële status. Bij het bepalen van de hoofdvarianten hebben wij geen rekening gehouden met eventuele grenscorrecties bij het Prinses Margrietkanaal als een natuurlijke gemeentegrens. Bij alle benoemde hoofdvarianten speelt deze overweging een rol. Hiermee is het geen onderscheidend criterium in het bepalen van een voorkeur voor één of meerdere hoofdvarianten. In de volgende paragraaf zetten wij in de eerste plaats de criteria uiteen die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden gebruikt bij het beoordelen van een herindelingsvoorstel. Vervolgens worden in de paragrafen 3.3 tot en met 3.7 de afzonderlijke hoofdvarianten besproken en toegelicht. In de paragraaf 3.8 en 3.9 worden tenslotte de financiële en formatieve consequenties van iedere hoofdvariant op een rij gezet. In bijlage III is een tabel opgenomen met daarin de kengetallen per afzonderlijke gemeente.
3.2
Uitgangspunten om te komen tot hoofdvarianten voor herindeling Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een zestal criteria geformuleerd op basis waarvan zij herindelingsvoorstellen beoordelen. Samengevat luiden deze als volgt:
2 Zie bijlage II voor een overzicht van de gesproken functionarissen per gemeente.
10/46
1 oktober 2007 07-311186317 •
Draagvlak: een groot belang wordt gehecht aan een sterk draagvlak onder de bevolking voor herindelingsvoorstellen. Dit belang is allereerst gelegen in de democratische legitimatie van deze voorstellen. Bovendien is een breed draagvlak een belangrijke voorwaarde voor de nieuwe gemeente om een goede start te maken.
•
Bestuurskracht: de nieuwe gemeente dient over het draagvlak te beschikken om voldoende bestuurskracht te ontwikkelen. Deze bestuurskracht zal zich vertalen in de bestuurlijke en in de ambtelijke organisatie van de gemeente, die voldoende robuust en in staat is om de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden goed uit te oefenen. Er zal voldoende ruimte moeten zijn voor specialisatie, waarbij de gemeente goed kan functioneren op de arbeidsmarkt. Hierdoor kan de gemeente kwalitatief bestuur en goede dienstverlening leveren aan de burger, die voldoet aan de eisen van deze tijd.
•
Duurzaamheid: wanneer een gemeentelijke herindeling wordt nagestreefd, is het van belang dat de voorgestelde nieuwe gemeente goed is toegerust voor een langere periode. Voorkomen moet worden, dat de nieuwe gemeente binnen afzienbare termijn wederom bij een herindeling wordt betrokken, en aldus van de ene in de andere herindelingsdiscussie terecht komt. Die mogelijkheid wordt niet alleen bepaald door omstandigheden binnen de nieuwe gemeente, maar ook in de omgeving. Bij herindelingsvoorstellen zal dus ook moeten worden getoetst of er sprake is van andere, aangrenzende voor de hand liggende fusiepartners.
•
Interne samenhang van de nieuwe gemeente: het is van betekenis, dat de nieuwe gemeente een logische, interne samenhang kent, die identiteit geeft aan de nieuwe eenheid. Hierdoor zal de nieuwe gemeente veelal een stevige positie verkrijgen. Die samenhang kan heel verschillende uitingsvormen hebben: cultureel, sociaal, economisch, geografisch, etc. Voorkomen moet worden, dat de nieuwe gemeente niet meer is dan een administratieve eenheid, die overwegend werd nagestreefd om andere, als bedreigend ervaren, bestuurlijke ingrepen af te houden.
•
Regionale samenhang en evenwicht: de nieuwe gemeente moet niet alleen goede interne samenhang vertonen; minstens zo belangrijk is, dat door de vorming van de nieuwe gemeente goede, regionale verhoudingen ontstaan, respectievelijk dat voorkomen wordt dat die verhoudingen minder worden. Evenwichtige verhoudingen houden in, dat de nieuwe gemeente een goede, effectieve bestuurlijke partner kan zijn voor omringende gemeenten en voor andere bestuursorganen. Tevens moet worden voorkomen, dat “restproblematiek” ontstaat. Door de vorming van een nieuwe gemeente mogen buurgemeenten niet in een beklemde positie geraken, waardoor het toekomstperspectief van deze gemeenten ongunstig wordt beïnvloed.
•
Planologische ruimtebehoefte: een voorstel tot herindeling of grenswijziging kan zijn oorsprong hebben in de noodzakelijke beantwoording van ruimtelijke
11/46
1 oktober 2007 07-311186317 knelpunten. Ruimtelijke knelpunten dienen zich aan, wanneer een gemeente niet in staat is om haar functies – van lokale of regionale aard – goed op het eigen grondgebied te vervullen, en door de buurgemeenten ook niet in staat wordt gesteld die functies op het grondgebied van die buurgemeenten te vervullen. Voor het benoemen van de hoofdvarianten hebben wij bovenstaande criteria geprojecteerd op het gebied van de Zuidwesthoek. Hierbij hebben wij tevens de overwegingen van de individuele gemeenten betrokken. Belangrijke criteria binnen dit onderzoek zijn: de interne samenhang en identiteit, duurzaamheid en bestuurskracht, regionale positie en geografie. Het draagvlak onder de inwoners is in dit onderzoek niet direct onderzocht. Op dit moment is hier geen of beperkt bruikbaar materiaal over beschikbaar. Interne samenhang en identiteit Ten aanzien van werkgelegenheid zijn de inwoners van de Zuidwesthoek sterk georiënteerd op de plaatsen Bolsward, Sneek en Lemmer. De zogenaamde inwonerpendels op deze plaatsen zijn sterk te noemen. Wanneer wij vervolgens buiten de Zuidwesthoek kijken is er een sterke relatie met de steden Leeuwarden en Heerenveen binnen de provincie. Tevens is de Zuidwesthoek ten aanzien van werkgelegenheid georiënteerd op de Noordoostpolder en de Randstad. Ten aanzien van het onderwijs bezit iedere gemeente naar verhouding een vergelijkbaar aantal basisscholen. Deze zijn bij de plattelandsgemeenten veelal geconcentreerd in de grotere dorpen en dorpskernen. Ten aanzien van het voortgezet onderwijs bevindt zich een concentratie in de eerdergenoemde plaatsen Bolsward, Sneek en Lemmer. Tenslotte bestaat op het gebied van zorgvoorzieningen een zekere spreiding over de verschillende gemeenten, met een concentratie in de grotere plaatsen (zorginstellingen voor ouderen). Een (streek)ziekenhuis bevindt zich alleen in Sneek, waarbij uitgeweken kan worden naar Leeuwarden of Lelystad (Noordoostpolder). Water is verder het bindend element in de lokale economie. Niet alleen is dit bepalend voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie. Tevens bevindt zich in de Zuidwesthoek een groot aantal bedrijven dat zich richt op scheepsbouw of hieraan gerelateerde activiteiten. Het karakter van de gemeenten is verschillend en aanvullend. Niet alleen kent de Zuidwesthoek een uitgestrekt merengebied (Wymbritseradiel, Sneek, Nijefurd en Gaasterlân-Sleat), tevens kennen de gemeenten een uitgebreide kustlijn van het IJsselmeer en een stuk Waddenzee (Wûnseradiel). Tegelijkertijd staat Littenseradiel bekend om zijn rustige omgeving met veel watergangen en vaarten. Iedere gemeente in de Zuidwesthoek heeft een sterke samenhang met de centrumkernen binnen dit gebied: Sneek en Bolsward. De concentratie van voorzieningen en
12/46
1 oktober 2007 07-311186317 instellingen in deze kernen is groot. Deze oriëntatie is veelal ingegeven als gevolg van fysieke ligging van de gemeente alsmede de historische relaties. Voor wat betreft Wûnseradiel en Littenseradiel merken wij op dat de noordelijke gebieden ook een oriëntatie hebben op de noordelijke steden. Voor Wûnseradiel zijn dit de steden Harlingen en Franeker en het noorden van Littenseradiel (de voormalige gemeente Baarderadeel) is georiënteerd op Leeuwarden. Duurzaamheid en bestuurskracht Voor de gemeente Wymbritseradiel heeft duurzaamheid en bestuurskracht (aanvullend) twee belangrijke aspecten in zich. Duurzaamheid en bestuurskracht betekent voor Wymbritseradiel: •
een herindeling waarbij de toekomstige gemeenten toegerust is voor een langere termijn en daarmee qua omvang en schaalgrootte (bestuurskracht) toekomstbestendig is;
•
blijvend evenwicht tussen meer verstedelijkt gebied (grote kernen) en platteland (kleine kernen) in de toekomstige gemeente. Dit uit zich met name in het waarborgen van de bestuurlijke aandacht voor de authentieke dorpskernen binnen de gemeente nu en in de toekomst.
Gemeente Wymbritseradiel is van oorsprong een plattelandsgemeente. De omliggende gemeenten hebben deels een stedelijk en deels een plattelandskarakter. Nadrukkelijk dient gezocht te worden naar een herindelingsvorm waarbij de toekomstige gemeente toegerust is voor een langere periode, waarbij er evenwicht is tussen het aantal inwoners in kleine kernen en in meer verstedelijkt gebied. De afstand tussen burger en overheid dient klein te blijven De nieuwe gemeente moet tevens over voldoende bestuurskracht beschikken. Met voldoende bestuurskracht wordt een organisatie bedoeld die zowel bestuurlijk als ambtelijk in staat is om taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden goed uit te oefenen. Daarnaast kan door Bij de gemeentelijke herindeling van 2001 (vooral in de het aanbieden van provincie Overijssel) zijn gemeenten ontstaan van circa specialisaties een nieuwe 40.000 inwoners. In 2002 is sprake van een aantal zeer grote (grote) gemeente een goede herindelingen zoals Pijnacker-Nootdorp en LeidschendamVoorburg (circa 80.000 inwoners). In 2004 ontstond een nog partner zijn op de grotere gemeente, namelijk Westland (ruim 90.000 arbeidsmarkt. inwoners). Bij de herindeling in de provincie Gelderland (2005) lijkt te zijn gestreefd naar een omvang van meer dan 40.000 inwoners. Tenslotte groeit de nieuwe gemeente Lansingerland (2006) door naar circa 90.000 inwoners.
Het valt daarnaast op dat nieuwe gemeenten vooral een krachtige partner willen zijn voor andere overheden (o.a. Rijk, provincie, buurgemeenten). Schaal speelt daarbij een belangrijke rol. Vanuit de verschillende gemeentelijke taken bezien, kan steeds een
13/46
1 oktober 2007 07-311186317 andere schaalgrootte als “de beste” worden beredeneerd. Om bestuurlijke drukte (door samenwerking) zoveel mogelijk te voorkomen én om zoveel mogelijk een duurzame herindeling te realiseren, is er veel voor te zeggen om te streven naar een bestuurlijk en ambtelijk apparaat dat zijn werkzaamheden verricht voor een verzorgingsgebied van tenminste 50.000 tot 60.000 inwoners. Regionale positie en geografie Geografisch bezien heeft de gemeente Wymbritseradiel een centrale positie in de Zuidwesthoek. De gemeente grenst aan acht buurtgemeenten. Mede hierdoor bestaan er voor Wymbritseradiel meerdere herindelingvarianten. Op basis van de geografische ligging van gemeenten in de Zuidwesthoek zijn echter ook op voorhand enkele combinaties uit te sluiten. De betrokkenheid van Wymbritseradiel in een herindeling zonder de gemeente Sneek is niet realistisch. Tevens is een herindeling met de gemeente Wûnseradiel zonder de gemeente Bolsward geografisch niet mogelijk. Ook is de combinatie met Lemsterland zonder de gemeente GaasterlânSleat onmogelijk. Individuele overwegingen Zuidwesthoekgemeenten Overwegingen uit gesprekken met bestuurders In het onderzoek heeft de gemeente Lemsterland aangegeven dat een herindeling met één of meerdere gemeenten uit de Zuidwesthoek geen voorkeur heeft. Deze uitspraak wordt ondersteund door de visie die de gemeente Lemsterland heeft neergelegd in het document “Ontwikkelingsperspectief” (2006). Hierin is aangegeven dat de gemeente Lemsterland een belangrijke sociale en ruimtelijke oriëntatie heeft op Skarsterlân en de gemeente Noordoostpolder. De gemeente Lemsterland zal geen rol spelen in de benoemde hoofdvarianten. De gemeenten Sneek, Nijefurd en Gaasterlân-Sleat zien zich ieder vanwege hun ligging en hun interne samenhang met elkaar in de positie om met Wymbritseradiel samen te gaan. Hetzelfde geldt voor de gemeenten Wûnseradiel en Bolsward, maar deze gemeenten verkennen tevens de mogelijkheden samen te gaan met meer noordelijk gelegen gemeenten. Binnen de gemeente Littenseradiel bestaat (voor een deel) een focus op de gemeente Leeuwarden. Zowel binnen de gemeente Wûnseradiel en Littenseradiel bestaat in de fase van ideevorming ruimte voor varianten waarbij de gemeenten worden opgedeeld in twee delen. Vanuit de individuele overwegingen is een herindeling van “de vier”, te weten Sneek, Wymbritseradiel, Nijefurd en Gaasterlân-Sleat, het vertrekpunt voor de vijf hoofdvarianten. De variatie is vervolgens gelegen in het toevoegen van (delen van) de gemeenten Wûnseradiel, Bolsward en Littenseradiel.
14/46
1 oktober 2007 07-311186317 Overwegingen uit gesprekken met leden ondernemingsraden In het onderzoek zijn de (voorzitters van de) afzonderlijke ondernemingsraden van de zeven gemeenten benaderd om hun mening te geven over een mogelijke herindeling. Hierbij hebben de ondernemingsraden van de gemeenten Lemsterland, Gaasterlân-Sleat en Wûnseradiel aangegeven in dit stadium geen uitspraken te doen over een eventuele herindeling van hun gemeente en wachten een standpunt van hun gemeenteraad af. De andere benaderde ondernemingsraden nemen op dit moment geen eenduidig standpunt in over een herindeling. Daarbij verschillen de meningen over de vragen of überhaupt moet worden heringedeeld én met welke snelheid een herindeling dient te worden gerealiseerd. Van deze laatste gemeenten zijn de ondernemingsraden het erover eens dat een herindeling medewerkers enerzijds kansen biedt (o.a. specialisatie en carrièremogelijkheden binnen een grotere organisatie, verhoging van de kwaliteit, beperking van de kwetsbaarheid en daarmee verhoging van de continuïteit). Anderzijds pleiten zij in dit stadium voor een zorgvuldige betrokkenheid van de ondernemingsraden bij het besluitvormingsproces per individuele gemeente en ruim voldoende aandacht voor het belang van met name oudere medewerkers bij een eventuele herindeling. Graag merken wij hier op dat het slagen van een herindeling afhankelijk is van de mate waarin de medewerkers behouden kunnen worden voor de nieuwe organisatie. Kennis van de oude gemeenten is cruciaal voor een goede start van de nieuwe gemeente. Bovendien, een organisatie die met veel vacatures begint, zal vaak veel startproblemen hebben. Onze ervaring in de herindelingen van de laatste jaren is dat boventalligheid o.a. door een goed vacaturebeleid en de reguliere mobiliteit niet aan de orde is. Het is van groot belang een personeelsbeleid (o.a. sociaal statuut) in te richten dat is gericht op behoud en opleiding en training van de huidige medewerkers.
3.3
Hoofdvariant 1: de Friese Merenvariant De eerste hoofdvariant betreft als het ware de minimale herindelingsvariant voor de Zuidwesthoek. Deze hoofdvariant betreft het samengaan van de gemeenten Wymbritseradiel, Sneek, Nijefurd en Gaasterlân-Sleat.. Deze variant beschouwen wij als een minimumvariant om twee redenen. Het uitgangspunt regionale positie en geografie leidt ertoe dat de betrokkenheid van Wymbritseradiel in een herindeling zonder de gemeente Sneek niet realistisch is. Wanneer Sneek en Wymbritseradiel samengaan, komen de gemeenten Nijefurd en Gaasterlân-Sleat in een geïsoleerde positie. Vanuit het perspectief interne samenhang alsmede regionale positie is dit niet wenselijk. Wij concluderen daarom dat het samengaan van de vier gemeenten een logische minimale hoofdvariant is. Tevens is deze hoofdvariant een basis voor de overige vier hoofdvarianten.
15/46
1 oktober 2007 07-311186317 De interne samenhang van deze vier gemeenten is groot. Naast een balans tussen verstedelijkt en plattelandsgebied en een focus op de Friese Meren, uit deze samenhang zich tevens op sociaal, economisch, cultureel en geografisch gebied. Er wordt reeds veelvuldig op zowel ambtelijk als bestuurlijk terrein samengewerkt. Indien de gegevens van de afzonderlijke gemeenten bij elkaar worden opgeteld, telt een mogelijk nieuwe gemeente geconcentreerd rondom de Friese Meren een inwonertal van circa 70.000 en een oppervlakte van bijna 50.000 hectare. Met dat laatste geldt deze gemeente als twee na grootste landgemeente van Nederland, na de gemeente Noordoostpolder. Het aantal dorpskernen bedraagt in deze variant bijna 60. De gemeente met het meest aantal kernen is momenteel de gemeente Borger-Odoorn. Deze gemeente telt circa 35 kernen. In de volgende figuur zijn de kengetallen van de vier gemeenten samengevoegd en afgezet tegen de waarden die thans voor de gemeente Wymbritseradiel gelden. Opvallend is bij deze hoofdvariant dat het aantal formatieplaatsen per inwoner toeneemt, maar het bedrag aan uitbestede diensten op het gebied van ruimtelijke ordening en de buitendienst relatief gelijk blijft. Daarnaast is hoofdvariant 1 de enige hoofdvariant waarbij de gemiddelde vrije reserve per inwoner lager uitkomt dan op dit moment bij Wymbritseradiel het geval is. Op basis van een gemiddeld tarief voor eigenaren van woningen neemt het tarief met 20% toe. Het tarief voor de afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishouden neemt met circa 5% toe, afgezet tegen de huidige situatie.
16/46
1 oktober 2007 07-311186317
Structuurkenmerken Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente
Variant 1 Wymbrits 70.415 16.213 57 28 4.635 1.024 610 124
Organisatie en bezetting Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
Variant 1 Wymbrits 593 100 7,9 6,2 14,3 3,25
€15.472,18 €14.550,00
Reserve en lokale lasten Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel
Variant 1 Wymbrits €382,63 €380,00 €2,43 €1,98 €252,50 €241,00 €8.665 €6.779 €2.603 €2.161
Prioriteiten in uitgavenpatroon Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
Variant 1 Wymbrits €1.038,88 €764,11 38,88% 35,94% 8,69% 9,45% 34,43% 36,61% 18,00% 18,00%
7,44%
18,51%
13,07% 47 34 2,72% 49510 72,72%
17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85%
€1.623,95
€1.070,00
Figuur 2 Kengetallen hoofdvariant 1
3.4
Hoofdvariant 2: de IJsselmeervariant In de ‘IJsselmeervariant’ gaan wij uit van het samengaan van zes gemeenten, te weten Sneek, Wymbritseradiel, Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Bolsward en Wûnseradiel. Met de gemeente Bolsward en Wûnseradiel wordt de economische en toeristische functie versterkt en evenwichtiger. Niet alleen kan de samenhang tussen de binnen- en buitenhavens worden versterkt. Tevens hebben beide gemeente een duidelijke oriëntatie op de Zuidwesthoek. Wij denken hierbij zeker aan het gebied rondom Makkum. De geografische verwevenheid van Bolsward en Wûnseradiel maakt dat wij deze gemeenten in elkaars samenhang moeten bekijken. Door de betrokkenheid van Bolsward en Wûnseradiel is de verhouding tussen de centrumkern Sneek en de omliggende gemeenten meer evenwichtig, gelet op de wijze waarop de gemeente Wymbritseradiel het criterium duurzaamheid en bestuurskracht heeft ingevuld.
17/46
1 oktober 2007 07-311186317 In variant 2 komt het inwonertal inmiddels op ruim 90.000 inwoners en een totale oppervlakte van bijna 60.000 hectare. De organisatie kent een formatieve omvang van meer dan 700 fte. In de volgende figuur zijn de kengetallen van deze variant samengevoegd en afgezet tegen de waarden die thans voor de gemeente Wymbritseradiel gelden. Een van de aspecten die opvalt is dat ondanks de uitbreiding met twee gemeenten, het aantal formatieplaatsen per inwoner relatief weinig toeneemt. Dit betekent dat de gemeenten Wûnseradiel en Bolsward relatief minder medewerkers in dienst hebben dan de gezamenlijke gemeenten uit de basisvariant 1. Wel is in deze variant het aandeel uitbesteed werk groter. De tarieven nemen iets minder toe dan in hoofdvariant 1. Structuurkenmerken Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente
Variant 2 91.809 83 6.007 752
Wymbrits 16.213 28 1.024 124
8,34%
18,51%
11,98% 68 52 2,63% 72247 73,09%
17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85%
Organisatie en bezetting Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
Variant 2 714,9 7,1 19,3
Wymbrits 100 6,2 3,25
€1.857,60
€1.070,00
€17.055,53
€14.550,00
Reserve en lokale lasten Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel
Variant 2 €352,55 €2,37 €269,17 €8.398 €2.516
Wymbrits €380,00 €1,98 €241,00 €6.779 €2.161
Prioriteiten in uitgavenpatroon Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
Variant 2 €1.032,99 38,66% 9,05% 34,29% 18,00%
Wymbrits €764,11 35,94% 9,45% 36,61% 18,00%
Figuur 3 Kengetallen hoofdvariant 2
3.5
Hoofdvariant 3: de Zuidwesthoekvariant In hoofdvariant 3 gaan wij ervan uit dat Littenseradiel zich aansluit bij de gemeenten uit Hoofdvariant 2. Deze hoofdvariant is qua schaalgrootte en omvang het grootst. Het inwonertal overstijgt de 100.000 en de totale oppervlakte van de gemeente (exclusief
18/46
1 oktober 2007 07-311186317 het buitenwater, c.q. het IJsselmeer) is circa 25% van de totale provincie Fryslân. Het aantal kernen komt op meer dan 110. Qua structuurkenmerken lijkt de gemeente Littenseradiel op de gemeenten Wûnseradiel en Wymbritseradiel. Alle drie de gemeenten hebben een omvangrijk grondgebied met gelijkmatig veel dorpskernen. Alle drie de gemeenten kennen een werkwijze die sterk faciliterend is aan de dorpskernen met hun verenigingen van dorpsbelangen. De binnenwateren van Littenseradiel kenmerken zich door kanalen en vaarten. In dat opzicht is Littenseradiel aanvullend op de recreatiemogelijkheden die de gemeenten in Variant 2 bieden. Littenseradiel biedt mogelijkheden voor toeristen die rust zoeken en mogelijkheden om rustig te genieten van de buitenruimte. Met de deelname van Littenseradiel neemt de dominantie van de kleine kernen in de nieuw te vormen gemeente toe. In deze variant is het aannemelijk dat de bestuurlijke aandacht voor kleine kernen stevig is geborgd. In figuur 4 zijn de kengetallen van hoofdvariant 3 weergegeven. Structuurkenmerken Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente
Variant 3 102.634 112 6.613 752
Wymbrits 16.213 28 1.024 124
9,49%
18,51%
11,31% 87 70 2,49% 85504 77,04%
17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85%
Organisatie en bezetting Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
Variant 3 785,1 7,1 21,8
Wymbrits 100 6,2 3,25
€2.046,87
€1.070,00
€16.650,11
€14.550,00
Reserve en lokale lasten Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel
Variant 3 €350,44 €2,45 €268,14 €8.123 €2.446
Wymbrits €380,00 €1,98 €241,00 €6.779 €2.161
Prioriteiten in uitgavenpatroon Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
Variant 3 €1.056,94 39,87% 9,25% 32,87% 18,00%
Wymbrits €764,11 35,94% 9,45% 36,61% 18,00%
Figuur 4 Kengetallen hoofdvariant 3
19/46
1 oktober 2007 07-311186317
3.6
Hoofdvariant 4: de A7-variant Bij variant 4 wordt een gedeelte van de gemeenten Wûnseradiel en Littenseradiel, samen met de gemeente Bolsward, toegevoegd aan de basisvariant 1. Hierdoor ontstaat een herindelingsvariant die op cijfermatig gebied opmerkelijk genoeg nauwelijks afwijkt van hoofdvariant 2. Deze variant kenmerkt zich door grote interne samenhang en sociale cohesie waarbij de kernen Sneek en Bolsward een centrumfunctie vervullen De focus van de gemeenten Wûnseradiel en Littenseradiel is niet eenduidig gericht op één regio of plaats. Binnen de gemeente Wûnseradiel zijn de kernen Kimswerd, Arum, Pingjum, Zurich en Witmarsum primair gericht op de steden Harlingen en Franeker (zowel qua werk, onderwijs en zorg). Wel merken wij op dat Pingjum en Witmarsum zich relatief in het midden bevinden en van nature ook een oriëntatie hebben op Bolsward. De gemeente Littenseradiel is een fusiegemeente van de voormalige gemeenten Baarderadeel en Hennaarderadeel. Baarderadeel kent een duidelijke oriëntatie op Leeuwarden. Hennaarderadeel heeft een historische focus op de Zuidwesthoek. Littenseradiel maakt hierdoor ook deel uit van de stadsregio Leeuwarden en de regio Midden Friesland. Binnen Littenserdiel wordt informeel gesproken over het eventueel splitsen van de gemeente om een nieuwe oriëntatie mogelijk te maken. Op dit punt heeft de gemeente tot op heden geen formeel standpunt ingenomen.
20/46
1 oktober 2007 07-311186317
Structuurkenmerken Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente
Variant 4 91.276 85 5.910 702
Wymbrits 16.213 28 1.024 124
8,12%
18,51%
11,51% 69 52 2,63% 67996 75,61%
17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85%
Organisatie en bezetting Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
Variant 4 715,55 7,2 19,3
Wymbrits 100 6,2 3,25
€1.920,90
€1.070,00
€16.383,90
€14.550,00
Reserve en lokale lasten Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel
Variant 4 €352,35 €2,44 €266,75 €8.364 €2.516
Wymbrits €380,00 €1,98 €241,00 €6.779 €2.161
Prioriteiten in uitgavenpatroon Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
Variant 4 €1.055,33 39,51% 8,94% 33,55% 18,00%
Wymbrits €764,11 35,94% 9,45% 36,61% 18,00%
Figuur 5 Kengetallen hoofdvariant 4
3.7
Hoofdvariant 5: de A7+-variant De hoofdvariant 5 noemen wij de A7+-variant. Deze variant bouwt voort op hoofdvariant 4. Het enige verschil is dat Wûnseradiel in zijn geheel in de mogelijke herindeling wordt betrokken. De voornaamste overweging hierachter is dat Wûnseradiel als gemeente in tegenstelling tot Littenseradiel een lange historie heeft. Een eventuele grenscorrectie betekent een breuk met dit verleden. De hoofdvariant 5 kenmerkt zich qua omvang en structuurkenmerken als een tussenvorm van de hoofdvarianten 2 en 3. Dit geldt voor alle kengetallen zoals genoemd in de volgende figuur, waarbij nog steeds de conclusie is dat ook deze hoofdvariant een gemiddelde hogere netto-uitgave per inwoner kent, een verhoging van de tarieven voor eigen woningen en de afvalstoffenheffing ten aanzien van de huidige situatie in Wymbritseradiel. Het vrije reserve per inwoner is ook in deze variant hoger dan dat op dit moment in Wymbritseradiel het geval is.
21/46
1 oktober 2007 07-311186317
Structuurkenmerken Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente
Variant 5 97.222 98 6.310 752
Wymbrits 16.213 28 1.024 124
8,94%
18,51%
11,63% 78 61 2,56% 78875,5 75,23%
17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85%
Organisatie en bezetting Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
Variant 5 750 7,1 20,55
Wymbrits 100 6,2 3,25
€1.956,67
€1.070,00
€16.843,33
€14.550,00
Reserve en lokale lasten Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel
Variant 5 €351,44 €2,41 €268,62 €8.250 €2.478
Wymbrits €380,00 €1,98 €241,00 €6.779 €2.161
Prioriteiten in uitgavenpatroon Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
Variant 5 €1.045,88 39,30% 9,16% 33,54% 18,00%
Wymbrits €764,11 35,94% 9,45% 36,61% 18,00%
Figuur 6 Kengetallen hoofdvariant 5
3.8
Financiële effecten hoofdvarianten Het samengaan van gemeenten heeft consequenties op de middelen die de gemeenten beschikbaar worden gesteld vanuit het Rijk. Grofweg zullen zich drie effecten voordoen. In deze paragraaf staan wij kort bij deze effecten stil. Wij bekijken deze effecten per herindelingsvariant: •
Efficiëntie-korting vast bedrag: via de algemene uitkering ontvangt elke gemeente een vast bedrag voor uitgaven die gemeenten hebben ongeacht de omvang van de gemeente en taakuitvoering. Wanneer gemeenten besluiten te herindelen zal de nieuwe gemeente nog slechts eenmaal het vaste bedrag ontvangen. Dit betekent dat in het geheel bekeken minder middelen van het Rijk naar de nieuwe gemeente gaat.
•
Veranderende positie gemeente in regio: de heringedeelde gemeente zal een nieuwe positie hebben in de regio. In de algemene uitkering vertaalt deze functie zich in lokaal en regionaal klantenpotentieel. Dit klantenpotentieel wordt door het ministerie vastgesteld wanneer gemeenten overgaan tot herindelen. Doorgaans is dit effect minimaal.
22/46
1 oktober 2007 07-311186317 •
Tijdelijke herindelingsbijdrage: wanneer gemeenten tot een herindeling besluiten ontvangen zij een tijdelijke herindelingsbijdrage om de fusie mogelijk te maken. Deze tijdelijke herindelingsbijdrage is gerelateerd aan het aantal inwoners van de nieuwe gemeente.
In onderstaande tabel geven wij een indicatie van de financiële consequenties van de verschillende hoofdvarianten: Hoofdvariant 1: Friese merenvariant
Hoofdvariant 2: IJsselmeervariant
Hoofdvariant 3: Zuidwesthoekvariant
Hoofdvariant 4: A7-variant
Hoofdvariant 5: A7+-variant
Efficiëntiekorting vast bedrag
-/- € 630.000
-/- € 1.050.000
-/- € 1.260.000
-/- € 1.050.000
-/- € 1.155.000
TOTAAL aan herindelingsbijdragen over 4 jaren
€ 9.331.786
€ 15.292.815
€ 18.282.763
€ 15.253.532
€ 16.787.789
Herindelingsbijdrage in 1e jaar
€ 3.732.714
€ 6.117.126
€ 7.313.105
€ 6.101.413
€ 6.715.115
Herindelingsbijdrage in 2e jaar
€ 1.866.357
€ 3.058.563
€ 3.656.553
€ 3.050.706
€ 3.357.558
Herindelingsbijdrage in 3e jaar
€ 1.866.357
€ 3.058.563
€ 3.656.553
€ 3.050.706
€ 3.357.558
€ 1.866.357
€ 3.058.563
€ 3.656.553
€ 3.050.706
€ 3.357.558
Herindelingsbijdrage in 4e jaar
Figuur 7 Indicatie van de financiële consequenties van de vijf hoofdvarianten
3.9
Effecten hoofdvarianten op formatiegebouw In de vorige paragraaf is ingegaan op de financiële effecten per hoofdvariant. Op deze plek willen wij aandacht geven aan de effecten van de hoofdvarianten op het toekomstige formatiegebouw. In de volgende tabel geven wij een overzicht van het totaal aantal formatieplaatsen per variant (i.c. de som van de afzonderlijke gemeenten) alsmede de som van het uitbestede werk. Bij het samengaan van gemeenten wordt veelal aandacht besteed aan mogelijk efficiency-effecten in de personele bezetting. In dit licht maken wij een onderscheid in de begrippen harde en zachte efficiency. Onder het begrip harde efficiency verstaan wij een krimp van de organisatie (ambtelijk en bestuurlijk) vanuit het besef dat de herindelingsgemeente minder inkomsten krijgt vanuit het Rijk (zie vorige paragraaf). Onder zachte efficiency verstaan wij voordelen die de herindelingsgemeente kan realiseren, waardoor een verbetering in de kwaliteit van dienstverlening plaatsvindt. Ervaring leert dat bij herindelingen een zacht
23/46
1 oktober 2007 07-311186317 efficiencyresultaat te behalen is van tussen de 5 en 10 procent. Dit resultaat hoeft echter niet zichtbaar te zijn in eventuele vrije financiële ruimte. Het is een bestuurlijke discussie om deze middelen te heralloceren. Hoofdvariant 1: Friese merenvariant
Hoofdvariant 2: IJsselmeervariant
Hoofdvariant 3: Zuidwesthoekvariant
Hoofdvariant 4: A7-variant
Hoofdvariant 5: A7+-variant
Aantal formatieplaatsen (fte)
593
714,9
785,1
715,55
750
Budget uitbesteed werk aan RO per fte
€963.000
€1.328.000
€1.607.000
€1.374.500
€1.467.500
€9.175.000
€12.193.000
€13.072.000
€11.723.500
€12.632.500
-/- € 630.000
-/- € 1.050.000
-/- € 1.260.000
-/- € 1.050.000
-/- € 1.155.000
(+/-10 fte)
(+/- 17 fte)
(+/- 20 fte)
(+/17 fte)
(+/-18 fte)
Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per fte Efficiëntiekorting Harde efficiëntie
Zachte efficiëntie
5% = +/-30 fte
5% = +/-35 fte
5% = +/-40 fte
5% = +/-35 fte
5% = +/-37 fte
10% =+/- 60 fte
10% = +/-70 fte
10% = +/-80 fte
10% = +/-70 fte
10% = +/-75 fte
Figuur 8 Overzicht effect formatie fusieorganisatie
24/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.
Beoordelen van hoofdvarianten met randvoorwaarden
4.1
Inleiding Om te beoordelen welke hoofdvariant het meest geschikt is voor de gemeente Wymbritseradiel is op 19 september 2007 een workshop gehouden met de opdrachtgever. Tijdens deze workshop zijn de randvoorwaarden die de gemeente Wymbritseradiel belangrijk vindt vastgesteld. Deze specifieke randvoorwaarden zijn volgens de gemeente cruciaal in de bepaling welke herindelingsvariant de beste keuze voor Wymbritseradiel is. De randvoorwaarden zijn daar waar nodig aangevuld, scherper geformuleerd en samengevoegd. Vervolgens zijn de randvoorwaarden door middel van stemmen geprioriteerd. Immers, niet alle criteria wegen voor Wymbritseradiel even zwaar. Hierbij is gekeken naar de mate van belang van de randvoorwaarde voor een keuze van een herindelingsvariant. Tenslotte zijn de vijf hoofdvarianten voor herindeling getoetst aan alle randvoorwaarden. Per randvoorwaarde is uitvoerig gediscussieerd over de mate waarin de eerder geschetste hoofdvarianten voldoen en is een voorkeur voor een hoofdvariant per randvoorwaarde uitgesproken. In de volgende paragrafen worden de randvoorwaarden naar volgorde van belang weergegeven, waarbij geldt dat vanaf paragraaf 4.6 de zwaarte gelijk is. Tevens is per randvoorwaarde aangegeven hoe de vijf sterk hoofdvarianten scoren. Daarbij is door middel van zogeheten zwak ‘maantjes’ aangegeven welke hoofdvariant het beste en het minst voldoet aan betreffende randvoorwaarde.
25/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.2
Economische focus van nieuwe gemeente Definitie randvoorwaarde Deze randvoorwaarde verdient de hoogste prioriteit van de nieuwe gemeente. Met economische focus wordt bedoeld dat de nieuwe gemeente zich op één of meerdere economische gebieden richt. Hierbij ontstaat voor Wymbritseradiel de meest interessante situatie als de onderlinge samenhang binnen de nieuwe gemeente het grootst is en gebruik wordt gemaakt van de aanwezige synergie-effecten. De nieuwe gemeente richt zich voor een belangrijk deel op recreatie en toerisme. Varianten
Score
Afweging Bij de Friese Merenvariant bestaat er een smalle basis voor economische focus. Weliswaar bestaat er een grote samenhang binnen deze gemeenten, maar blijven veel kansen op het gebied van recreatie en toerisme, maar ook andere economische bedrijvigheid die de Zuidwesthoek biedt, onbenut als gevolg van de beperkte omvang. Door dit laatste is ook de diversificatie binnen de nieuwe gemeente gering. De tweede hoofdvariant, de IJsselmeerkustvariant, omvat nagenoeg de gehele kustlijn van het IJsselmeer. Op die wijze zijn ook de binnen- en buitenhavens met elkaar verbonden. Dit is voor wat betreft waterrecreatie aantrekkelijk. Met de uitbreiding van de Friese Merenvariant met Wûnseradiel en Bolsward neemt ook het aantal kernen toe en daarmee o.a. de mogelijkheid tot verdere diversificatie binnen de gemeente. Met de toevoeging van Littenseradiel wordt een nog groter deel zogeheten achterland toegevoegd dan dit in de IJsselmeervariant het geval is. Deze Zuidwesthoekvariant betreft tevens de maximale variant die mogelijk is en zorgt daarmee echter voor een grote fysieke spreiding in de economische focus van de gemeente. Het aantal recreatie en toeristische alternatieven is weliswaar het grootst, maar de toegevoegde waarde neemt daarmee niet evenredig toe. De agrarische sector is bij deze variant het meest dominant aanwezig. De A7-variant en de A7+-variant richten zich beiden door het ontbreken van delen van Wûnseradiel en Littenseradiel minder op de agrarische sector. Echter, deze beide varianten bieden op het gebied van recreatie en toerisme evenzo veel variëteit als de Zuidwesthoekvariant. De mogelijkheden tot diversificatie binnen de nieuwe gemeenten is ook ruim voldoende. Overigens geldt voor de varianten 2 tot en met 5 dat zich zeven van de elfsteden bevinden binnen het grondgebied van desbetreffende variant.
26/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.3
Omvang van het beheergebied ten aanzien van dienstverlening Definitie randvoorwaarde Een herindeling betekent een schaalvergroting op velerlei gebieden. De omvang van het beheergebied bepaalt daarbij de mate waarin professionele dienstverlening georganiseerd dient te worden. De stelling luidt: hoe groter het gebied, des te beter de coördinatie van de dienstverlening van de nieuwe gemeente dient te zijn. Varianten
Score
Afweging Bij een herindeling in de Zuidwesthoek wordt het beheergebied aanzienlijk groter. Met name een goed fysiek beheer dicht bij de burger is van belang. Lokale kennis en betrokkenheid spelen daarbij een rol. Daarnaast vindt vanuit het Rijk een verdere decentralisatie van taken plaats. Het uitvoeren van een toenemend takenpakket door gemeenten vereist een een robuuste organisatie, een verbetering van de kwaliteit en een verdere specialisering van het bestuurlijk en ambtelijk apparaat. Tenslotte zal ook de digitale dienstverlening de komende tijd verder worden ontwikkeld. Met een herindeling ontstaat een schaal waarop goed kan worden ingespeeld op de hiervoor geschetste ontwikkelingen. Anderzijds kan de fysieke afstand tot het bestuurlijk en ambtelijk centrum toenemen. Om te voorkomen dat ook de psychologische afstand tussen burger en overheid vergroot, verdient het contact met burgers aandacht. Immers, afstand wordt binnen een nieuwe gemeente niet zozeer bepaald door het absolute aantal kilometers naar het centrale gemeentehuis, maar door bestaande infrastructuur, openbaar vervoer verbindingen, de natuurlijke grenzen van een gebied en historische context (bestaande oriëntatie van de geherindeelde gemeenten). De combinatie van omvang (schaalgrootte), bereikbaarheid en natuurlijke grenzen/historische context zorgt voor een aantal extra dimensies bij de toetsing van vijf hoofdvarianten aan deze randvoorwaarde. De hoofdvariant A7 is voor Wymbritseradiel interessant. Enerzijds vanwege de omvang, anderzijds vanwege de (fysieke) bereikbaarheid vanuit de verschillende delen van de gemeente van mogelijke hoofdlocaties. De ontsluiting van het achterland van Wûnseradiel naar de kern van de gemeente maakt A7+-variant minder geschikt. Ditzelfde geldt voor de IJsselmeervariant en zeker voor de Zuidwesthoekvariant, waarbij de laatste variant hetzelfde probleem heeft bij Littenseradiel. Hierbij is gesteld dat het voordeel van de omvang (schaalgrootte) van de nieuwe gemeente niet opweegt tegen het argument van bereikbaarheid en natuurlijke/historische grenzen. Tenslotte zorgt de Friese Merenvariant voor een te beperkte omvang van de gemeente voor een goede dienstverlening.
27/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.4
Balans in aandacht tussen grote kernen en kleine kernen Definitie randvoorwaarde De verhouding tussen grote(re) kernen en kleine kernen dient in de nieuwe gemeente blijvend in evenwicht te zijn. Dit evenwicht kan met name gezocht worden in de mate van aandacht die de afzonderlijke dorpskernen in de nieuwe gemeente krijgt en de wijze waarop deze aandacht gekanaliseerd wordt. Met name via dat laatste dient de korte lijn en betrokkenheid van inwoners van het platteland (lees: de dorpskernen) met de gemeentelijke politiek te borgen. Met verenigingen van dorpsbelangen en dorpsraden kan de balans vanuit de huidige plattelandsgemeenten gehandhaafd blijven. Varianten
Score
Afweging
De meer stedelijke gemeenten lijken meer sturend op te treden in de ontwikkeling van hun grondgebied, terwijl de plattelandsgemeenten vooral invulling geven aan een faciliterende rol naar de kernen (bijvoorbeeld door in te spelen op de wensen van verenigingen van dorpsbelangen). De plattelandsgemeenten hanteren ieder hun eigen methodiek om de dorpskernen te betrekken in de gemeentelijke besluitvorming en uitvoerende taken. Om binnen de nieuwe gemeente evenwicht te creëren tussen enerzijds de grote(re) en anderzijds de kleine kernen is een introductie van een eenduidige werkwijze voor betrokkenheid van de dorpskernen noodzakelijk. Met deze werkwijze kan niet alleen de zelfwerkzaamheid van de individuele dorpskernen via dorpsraden en verenigingen van dorpsbelangen worden gestimuleerd, ook de eigenheid van deze dorpskernen kan worden geborgd. Rekening houdend met een groei van de bestaande grote(re) kernen op de lange termijn borgt een herindeling met een maximaal aantal plattelandsgemeenten voor dezelfde termijn een evenwicht tussen verstedelijkt en plattelandsgebied. Hiermee kan de conclusie worden getrokken dat de Zuidwesthoekvariant het beste beantwoordt aan deze randvoorwaarde. De A7+-variant scoort op deze randvoorwaarde ook hoog, mede gelet op het feit dat Wûnseradiel en het deel van Littenseradiel veel dorpskernen bevat. De Friese Merenvariant scoort op deze voorwaarde het laagst.
28/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.5
Realistische schaalsprong (omvang nieuwe gemeente) Definitie randvoorwaarde Het samengaan van meerdere gemeenten als gevolg van een herindeling brengt een transformatieproces met zich mee. De zwaarte en omvang van dit transformatieproces wordt mede bepaald door het aantal deelnemende gemeenten. Hoe realistisch is deze schaalsprong? Vervolgens betekent het uitvoeren van reguliere werkzaamheden ná een herindeling vaak een andere insteek en aanpak vanwege de omvang van het beheergebied (zie ook paragraaf 4.3 en 4.7). Werkzaamheden, zowel uitvoerend als beleidsvormend, dienen anders georganiseerd te worden. Varianten
Score
Afweging
Bij deze randvoorwaarde gaat het om de transformatie van een aantal relatief kleine gemeenten naar een grote gemeente met minimaal 65.000 inwoners. In alle varianten kan worden gesteld dat de schaalsprong aanzienlijk is. Voor alle producten en diensten zullen processen, sturing, en organisatie sterk wijzigen ten opzichte van de huidige situatie(s). De verschillen tussen de varianten zijn op dit minimaal. Twee andere elementen spelen echter een rol bij de herindelingsvarianten in de Zuidwesthoek; de grootte van het grondgebied en de grote hoeveelheid kernen. Zowel voor een goed fysiek beheer als voor de goede samenwerking met de kernen zullen goede aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Het mag duidelijk zijn dat het maken van een schaalsprong moeilijker wordt naarmate het aantal gemeenten aan een herindelingsproces toeneemt. Hiermee scoort de Friese Merenvariant qua realisme het beste op deze randvoorwaarde. De A7- en A7+-variant maken de vorming van de nieuwe gemeente extra complex; de splitsing van huidige gemeenten speelt daarbij ook een rol.
29/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.6
Sociale cohesie (pendel) op het gebied van wonen-werken, zorg en onderwijs Definitie randvoorwaarde Naar welke regio of plaats trekken de inwoners van de nieuwe gemeente voor wat betreft hun werk, zorgverlening of onderwijs? De mate waarin de bevoegdheden van gemeenten strekken op het gebied van wonen-werken, zorg en onderwijs zijn beperkt. Wel is een grote gemeente een betere gesprekpartner voor werkgevers en directies van zorg- en onderwijsinstellingen. Varianten
Score
Afweging Binnen de Zuidwesthoek is de driehoek Bolsward, Sneek en Lemmer duidelijk herkenbaar. Hierbij is de infrastructuur en het openbaar vervoer met name rondom Sneek geconcentreerd. Vanuit Sneek vindt vervolgens een duidelijke connectie richting Leeuwarden plaats. Ten aanzien van de sociale cohesie op het gebied van wonen-werken, vindt een verschuiven van focus plaats naar wonen. Binnen de Zuidwesthoek neemt niet de werkgelegenheid af, maar neemt het aantal inwoners dat elders werkt (buiten de gemeente, regio en provincie) toe. Daarnaast heeft een gemeente relatief weinig invloed op het vestigingsbeleid van zorg- en onderwijsinstellingen. De grootste hoofdvariant, de Zuidwesthoekvariant, is vanwege haar omvang en gewicht wel een betere gesprekspartner voor werkgevers en zorg- en onderwijsinstellingen dan een variant van beperktere omvang en massa. De grootste variant bezit daarnaast ook alle faciliteiten op het gebied van zorg en onderwijs. Binnen de gemeentegrenzen bevinden zich zowel onderwijsinstellingen (zowel basis- als voortgezet onderwijs) alsook zorginstellingen, inclusief het streekziekenhuis. Daarentegen is de sociale cohesie niet optimaal. Met name het noorden van Wûnseradiel en Littenseradiel zijn gericht op respectievelijk Harlingen/Franeker en Leeuwarden. Eenzelfde argument geldt voor de A7+-variant. Ook daar richt het noorden van Wûnseradiel zich op een andere regio. De A7-variant toont daarmee de grootste onderlinge samenhang ten aanzien van sociale cohesie, mede als gevolg van ‘natuurlijke’ grenzen (de snelweg A7). De Friese Merenvariant en IJsselmeervariant scoren beiden laag ten aanzien van sociale cohesie. Immers, andere gemeenten (bijvoorbeeld Wûnseradiel, Bolsward en Littenseradiel) worden buitengesloten, terwijl zij grote onderlinge samenhang vertonen. De A7+-variant is daarmee voor deze randvoorwaarde de meest interessante variant voor Wymbritseradiel.
30/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.7
Omvang van het beheergebied ten aanzien van onderhoud Definitie randvoorwaarde Evenals dat het geval is bij het vormgeven van de dienstverlening, geldt ook dat bij een herindeling een schaalvergroting invloed heeft op de wijze waarop het onderhoud georganiseerd is in het nieuwe beheergebied. De omvang van het beheergebied bepaalt daarbij de mate waarin het onderhoud georganiseerd dient te worden. Varianten
Score
Afweging
Evenals de omvang van het beheergebied maatgevend is ten aanzien van de dienstverlening, geldt dat ook voor het onderhoud. Het verschil zit echter niet zozeer in een noodzakelijk impuls van de kwaliteit en specialisatie, maar in de hoeveelheid van het onderhoud. Het onderhouden van een groot grondgebied vereist een aanpak die berust op verschillende steunpunten binnen de nieuwe gemeente. Bestaande werven kunnen daarbij als vertrekpunt dienen voor het vormgeven van een spreiding van uitvoerende onderdelen die decentraal onderhoud verzorgen. Een schaalvergroting leidt daarmee niet altijd tot een meer efficiënte wijze van het voeren van onderhoud. Immers, onderhoud dient dan vanuit (meer) verschillende decentrale plekken binnen de nieuwe gemeente te worden georganiseerd. Wel is het mogelijk materieel beter in te zetten. Voor alle hoofdvarianten is derhalve gesteld dat zij gelijk scoren op deze randvoorwaarde omdat een groot grondgebied in ieder geval inspanningen vergt teneinde het onderhoud goed vorm te geven.
31/46
1 oktober 2007 07-311186317
4.8
Consequenties voor samenwerking Definitie randvoorwaarde Als gevolg van een herindeling vindt een verschuiving plaats in de huidige samenwerkingsverbanden, o.a. via gemeenschappelijke regelingen. Een nieuwe gemeente start doorgaans met het voeren van één beleid en één wijze van uitvoering van taken. Samenwerking met andere gemeenten kan daardoor zowel minder nodig zijn alsook meer perspectief bieden. Varianten
Score
Afweging
Het aantal gemeenten dat met elkaar samengaat, heeft consequenties voor bestaande samenwerkingsverbanden. Een herindeling met zeven gemeenten zal er namelijk voor zorgen dat het overgrote deel van de huidige samenwerkingsvormen overbodig is als gevolg van voldoende massa (kwantitatieve en kwalitatieve capaciteit). Bij varianten waarin niet alle gemeente met elkaar samengaan is het vervolgens de vraag of het voor de nieuwe gemeente noodzakelijk is te blijven participeren in een samenwerkingsvorm met omliggende gemeenten of dat zelfstandig taken (kunnen) worden opgepakt. Dit laatste kan er voor zorgen dat omliggende gemeenten negatieve effecten ondervinden in het feit dat zij geen deel uitmaken van de nieuwe gemeente. Indien de vijf hoofdvarianten worden gescoord op deze randvoorwaarde, dan geldt hoe meer bestaande gemeenten samengaan, des te meer bestaande samenwerkingsvormen binnen de nieuwe gemeente terechtkomen. Derhalve geldt in dit verband dat de Zuidwesthoekvariant, de A7- en de A7+-variant het meest gunstig voor Wymbritseradiel zijn. De hoofdvarianten waarbij niet alle gemeenten betrokken zijn, scoren het minst.
32/46
1 oktober 2007 07-311186317
5.
Samenvatting en conclusies
5.1
Samenvatting Wanneer wij de afwegingen uit hoofdstuk 4 op een rij zetten, komen wij tot onderstaand samenvattend overzicht.
sterk
Hoofdvariant 1: Friese merenvariant
Hoofdvariant 2: IJsselmeervariant
Hoofdvariant 3: Zuidwesthoekvariant
Hoofdvariant 4: A7-variant
Hoofdvariant 5: A7+-variant
zwak
Economische focus van nieuwe gemeente Omvang van beheergebied t.a.v. dienstverlening Balans tussen grote en kleine kernen Realistische schaalsprong Sociale cohesie t.a.v. wonen-werken, zorg en onderwijs Omvang van beheergebied t.a.v. onderhoud Consequenties voor samenwerking
Figuur 9 Samenvattend overzicht van score hoofdvarianten op randvoorwaarden
Op basis van dit overzicht concluderen wij dat vanuit de randvoorwaarden die de gemeente Wymbritseradiel heeft gesteld, de varianten 3, 4 en 5 zijn te prefereren boven de varianten 1 en 2. De varianten 3, 4 en 5 zijn alle varianten waarin het samengaan van gemeenten op de schaal van de zeven Zuidwesthoekgemeenten plaatsvindt. Uit de analyse komt naar voren dat een herindeling met betrokkenheid van zeven gemeenten beter recht doet aan de economische kracht van het gebied alsmede een sterke interne samenhang c.q. sociale cohesie kent. Hiernaast wordt in deze varianten een gewenste balans gerealiseerd tussen grote kernen en kleine kernen. Tevens constateren wij dat een herindeling ‘op de schaal van zeven’ dichter ligt bij de schaal van de samenwerkingen zoals deze nu bestaan in de Zuidwesthoek (of de ambitie die hieromtrent is).
33/46
1 oktober 2007 07-311186317 Tegelijkertijd merken wij op dat het herindelingsproces dat de gemeenten moeten doorlopen complexer is naarmate meer gemeenten deelnemen. Ook situaties van eventuele grenscorrecties maken dit proces zwaarder. De zwaarte van het fusieproces zegt vervolgens niets over de complexiteit van de bedrijfsvoering van de toekomstige fusie-organsiatie. Voor alle varianten geldt dat de schaal van de organisatie zich bevindt tussen de 70.000 en 100.000 inwoners. In deze bandbreedte is de complexiteit van de bedrijfsvoering en de afstand burger-bestuur zeer vergelijkbaar. Varianten
Sterke punten
Zwakke punten
• Sterke combinatie tussen binnen- en buitenwater (binnenmeren en IJsselmeerkust). • Cohesie op het gebied van de economie (m.n. recreatie & toerisme). • Duurzame herindeling en voldoende massa t.o.v. andere gemeente in Fryslân. • Sterke Zuidwesthoek met een logisch aaneengesloten gebied vanuit bestaande gemeenten. • Cohesie economie (recreatie & toerisme, agrarische sector). • Goede balans tussen hectiek van Merengebied en rust van achterland. • Evenwicht (ook op lange termijn) tussen grote(re) en kleine kernen. • Voldoende aandacht voor plattelandsproblematiek. • Bijna alle huidige samenwerkingsvormen vallen binnen de nieuwe gemeentegrenzen.
• Complex transformatieproces, inclusief zware bestuurlijke besluitvormingstrajecten vanwege aantal gemeenten (zeven). • Noordelijke delen van Wûnseradiel en Littenseradiel hebben een natuurlijke oriëntatie op resp. Franeker/Harlingen en Leeuwarden • Geografische spreiding en diversiteit kunnen beperkend werken op mogelijkheden van noordelijke delen nieuwe gemeenten. • De schaalsprong is het grootst van alle varianten.
• Sterke samenhang op recreatief en toeristisch gebied rondom het Merengebied. • Realistische schaalsprong en relatief makkelijk transformatieproces.
• Qua omvang te klein om kansen te verzilveren. • Synergie op het gebied van recreatie & toerisme niet volledig benut. • Beperkt duurzame herindelingsvariant en daarmee beperkt toekomstbestendig. • Bestaande samenwerkingsvormen zijn reeds groter. • Littenseradiel valt buiten de herindeling met risico van ‘restproblematiek’. • Fysieke afstand en verbinding tussen achterland van Wûnseradiel en centrumkern.
34/46
1 oktober 2007 07-311186317
Varianten
5.2
Sterke punten
• Sterke Zuidwesthoek met een duidelijke binding en samenhang rondom de centrumkernen Sneek en Bolsward. • Noordelijke delen van Wûnseradiel en Littenseradiel hebben de ruimte om mede hun positie te bepalen. • Historische en natuurlijke cohesie in de pendels op het gebied van wonenwerken, onderwijs en zorg. • Cohesie op het gebied van de economie en mogelijkheden voor de toekomst (o.a. afsluitdijk, A7-zone). • Dienstverlening van en onderhoud door gemeente is relatief makkelijk als gevolg van infrastructuur. • Sterke zuidwesthoek met een duidelijke binding en samenhang rondom de centrumkernen Sneek en Bolsward • Oog voor historisch perspectief (‘oude’ gemeentegrenzen). • Economisch focus is duidelijk en verzilverbaar (recreatie en toerisme, landbouw)
Zwakke punten
• Complex transformatieproces, inclusief zware bestuurlijke besluitvormingstrajecten vanwege aantal gemeenten (zeven). • Transformatieproces wordt bemoeilijkt door intern besluitvormingsproces bij de gemeente Wûnseradiel en Littenseradiel omtrent splitsing van het huidige grondgebied.
• Complex transformatieproces, inclusief zware bestuurlijke besluitvormingstrajecten vanwege aantal gemeenten (zeven). • Transformatieproces wordt bemoeilijkt door intern besluitvormingsproces bij de gemeente Littenseradiel omtrent splitsing van het huidige grondgebied.
Conclusie: antwoorden op de vragen uit de motie Tot slot zullen wij in deze rapportage expliciet ingaan op de vragen die in de motie vanuit de gemeenteraad d.d. 22 mei 2007 zijn gesteld. Deze motie is de aanleiding geweest voor het uitvoeren van dit onderzoek. In deze paragraaf zullen wij de vragen successievelijk doorlopen. Het antwoord wordt onderbouwd met onderdelen van de analyse die wij in deze rapportage hebben weergegeven. De vragen zijn conform de motie gerubriceerd naar drie hoofdstukken. A. De (de)centrale gemeentelijke dienstverlening gezien vanuit de kwaliteit van de dienstverlening door de burger Welke vormen van decentrale dienstverlening en/of digitale dienstverlening kunnen worden uitgevoerd om de optische afstand tot de gemeentelijke dienstverlening te verkleinen? Door middel van digitale dienstverlening is het mogelijk burgers vanuit de gemeente te bedienen zonder dat fysiek contact nodig is. Wij merken op dat op dit moment slechts
35/46
1 oktober 2007 07-311186317 een deel van de gemeentelijke dienstverlening zich hiervoor leent. Landelijk onderzoek leert bovendien dat momenteel een beperkt deel van de beoogde doelgroep gebruik maakt van de digitale mogelijkheden. Wel is belangrijk dat digitale dienstverlening een snelle ontwikkeling doormaakt en dat voor alle varianten geldt dat investeringen op termijn nodig zullen zijn. Wanneer wij kijken naar de fysieke dienstverlening dan is het belangrijk dat de feitelijke afstand tot het loket niet wordt bepaald door de geografische afstand maar veel meer door de infrastructurele voorzieningen die er bestaan om deze afstand in korte tijd te overbruggen. Tevens speelt een belangrijke rol dat in de nabijheid van het fysieke loket ook andere voorzieningen zijn, zodat het bezoek aan de gemeente gecombineerd kan worden met andere doelen. Vanuit dit perspectief is het essentieel dat het verzorgingsgebied van een nieuwe gemeente een duidelijke centrum kent, waarop inwoners van het gebied van nature een sterke oriëntatie hebben. In dit licht constateren wij dat de A7-variant de meest sterke onderbouwing kent in termen van interne samenhang van de regio. Tot slot is het te overwegen om te werken met (tijdelijke) steunpunten in de kernen. Deze steunpunten zullen veelal het karakter hebben van een stads- of dorpswinkel. Op dit moment zien wij in dat verband een trend ontstaan dat gemeenten participeren in functionele loketten, zoals een zorgloket. Op deze fronten wordt de samenwerking gezocht met andere partijen en tevens gebruik gemaakt van huisvestingsfaciliteiten van samenwerkende partijen. De volgende functionaliteiten zijn in zelfstandige en met derden gecombineerde steunpunten goed te organiseren: • • • •
informatievoorziening (balie en digitaal); ondersteuning gemeente bij diensten die reeds digitaal kunnen worden afgenomen; doorverwijzen naar aanleiding van een vraag die specialistische inbreng behoeft (inclusief het maken van een afspraak, verstrekken van formulieren en voorinformatie); loket voor klachten en/of meldingen.
De praktijk leert dat voor het realiseren van dergelijke loketten investeringen in informatietechnologie een belangrijke randvoorwaarde is (informatievoorziening, klantregistratie, klantcontactcentrum-functionaliteiten e.d.). De bezetting in de stadswinkels bestaat doorgaans uit allround medewerkers die door goede toegankelijkheid van informatie klantvragen kunnen afhandelen danwel doorgeleiden naar de vakspecialisten op een centrale plaats. Welk beleid kan worden ingevoerd zodat de identiteit van de kernen (platteland en stad) na een mogelijke fusie kan worden gewaarborgd? In het onderzoek komt naar voren dat de gemeenten met veel kleine kernen een werkwijze kennen die sterk faciliterend is aan de dorpskernen met hun dorpsraden en
36/46
1 oktober 2007 07-311186317 verenigingen van dorpsbelangen. Vanuit deze gemeenten bestaat er een directe en hechte band met deze kernen en de kleine kernen zelf hebben zichzelf goed georganiseerd. De gemeenten met stedelijke gebieden lijken daarentegen meer sturend op te treden in de ontwikkeling van hun gebied. Hier zijn de centrale beleidslijnen krachtiger te noemen en worden prioriteiten sterker vanuit de organisatie zelf gesteld. De wijken en buurten in deze stedelijke gebieden hebben zichzelf ook minder georganiseerd en zijn daardoor beperkter een gesprekspartner voor de gemeente. De kracht van een herindeling zou moeten zijn om het beste uit de twee benaderingen te combineren. Om de geschetste kwaliteiten hierbij goed te borgen dient de bestuurlijke aandacht alsmede de ervaring in de uitvoering voldoende gegarandeerd te zijn in de fusie-organisatie. Slechts op deze wijze blijft de aandacht voor de eigen identiteit van de kernen gewaarborgd. Beleids- en organisatiemaatregelen die hiertoe kunnen bijdragen zijn: • Het in de bestuurlijke organisatie verankeren van de relatie naar gebieden of een groep van kernen, inclusief periodiek bezoek. • Het expliciet aandacht hebben en houden bij het doorlopen van ambtelijke beleidsprocessen voor de specifieke identiteit van een gebied of groep van kernen. • Het uitdragen van de werkwijze van de gemeenten dat inbreng vanuit kernen belangrijk is en de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld gestimuleerd wordt. • Het op cruciale momenten actief organiseren van contactmomenten met de dorpsraden en de verenigingen van dorpsbelangen, zodat consequenties van besluitvorming op dit niveau worden toegelicht. • Het inrichten van steunpunten zodat de gemeente in haar dienstverlening herkenbaar aanwezig is. Aandacht hebben voor de identiteit van de kernen betekent tijd en capaciteit hiervoor organiseren op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau. De overtuiging is dat deze ‘investering’ zich terugverdient in termen van draagvlak, afstand burger-gemeente en snelheid van besluitvorming. Het spreekt voor zich dat evaluatie van het gevoerde beleid op dit terrein periodiek een beeld moet geven op deze veronderstelde meerwaarde. B. Welke fusievarianten zijn er waardoor er in de Zuidwesthoek een samenhang en draagvlak gaat ontstaan op: Sociaal, cultureel en economisch gebied In het vorige hoofdstuk is uitvoerig stilgestaan bij de verschillende hoofdvarianten voor herindeling. Op deze plaats zullen wij dit niet herhalen. In dit hoofdstuk hebben wij de
37/46
1 oktober 2007 07-311186317 verschillende varianten beoordeeld op het criterium interne samenhang en cohesie op het gebied van economie, wonen, werken, onderwijs en zorg. Vanuit deze beoordeling is variant vier te prefereren. In deze variant is de schaal van de gemeente vooral bepaald vanuit het argument van de historische relatie en samenhang. Tegelijkertijd is deze variant lastig vanwege de grenscorrecties die dit met zich meebrengt. Variant drie en vijf zijn goede alternatieven. De nieuw te vormen gemeente dient een evenwicht tussen plattelands- en stedelijke belangen te waarborgen, op voldoende draagvlak bij de inwoners te kunnen rekenen en provinciaal gezien een sterke positie innemen. Op het evenwicht tussen stad en platteland hebben wij de verschillende hoofdvarianten beoordeeld. De conclusie op dit criterium is dat voor een duurzame balans het interessant is om het platteland zo omvangrijk mogelijk te kiezen. De verwachting is dat het stedelijk gebied groeit en de balans van nu zeker geen status quo zal zijn. Om evenwicht in het kiezerspotentieel te houden, en daarmee in de bestuurlijke vertegenwoordiging, verdient het de voorkeur ‘het gewicht van het platteland’ op de korte termijn iets zwaarder te laten zijn. Het draagvlak onder de inwoners is in dit onderzoek niet direct onderzocht. Op dit moment is hier geen of beperkt materiaal over beschikbaar. Binnen het onderzoek hebben wij wel getracht te beredeneren welke facetten een rol spelen bij het hebben en creëren van draagvlak. Een aantal veronderstellingen speelt bij deze beredenering een rol. Deze veronderstellingen hebben wij in het onderzoek getoetst. De belangrijkste zijn: • • •
De identiteit van de inwoners in de Zuidwesthoek wordt vooral ontleend aan de kern waarin zijn woonachtig zijn en minder aan de gemeente waarbinnen deze kern ligt. Historisch gezien kennen de kernen een zekere focus op één of twee centrumgemeenten. Voor de bovengemeentelijke voorzieningen zijn de inwoners van nature op deze centra georiënteerd. Voor inwoners is het belangrijk dat de bereikbaarheid van de gemeente goed is georganiseerd. Hierin is een gelaagde benadering belangrijk (zie ook vraag A): 1) digitale dienstverlening indien mogelijk; 2) informatie, advies en doorverwijzen in de buurt door middel van een steunpunt; en 3) de kern van de dienstverlening op een plaats waar tevens een grote concentratie van niet gemeentelijke voorzieningen bestaat en de bereikbaarheid qua infrastructuur in orde is.
Op basis van bovenstaande veronderstellingen hebben wij de varianten getoetst. Vanuit deze beoordeling is variant vier te prefereren. Variant 4 komt het meest tegemoet aan de samenhang van de gemeente rondom de centrumplaatsen Bolsward en Sneek. Variant drie en vijf zijn goede alternatieven.
38/46
1 oktober 2007 07-311186317 De bestuurskracht (bestuurlijke en ambtelijke organisatie) dient optimaal te zijn, waarbij de gemeente haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden kan uitoefenen. Voor het beantwoorden van deze vraag staan wij stil bij drie aspecten, te weten: de schaal van de nieuwe gemeente, de complexiteit van het fusieproces alsmede een balans tussen plattelands- en stedelijke belangen. •
Ten aanzien van de schaal van de nieuwe organisatie merken wij op dat alle genoemde hoofdvarianten leiden tot een schaal van de gemeente, waarbinnen een efficiënte bedrijfsvoering mogelijk is.
•
De complexiteit van het herindelingsproces dat de gemeenten moeten doorlopen is complexer naarmate meer gemeenten deelnemen. Ook in de bestaande samenwerkingen is te merken dat beleidsmatige keuzes lastiger zijn te maken naarmate de samenwerking groter is. Hiernaast maken eventuele grenscorrecties dit proces zwaarder.
•
Ten aanzien van de balans tussen plattelands- en stedelijke belangen verwijzen wij naar eerder genoemde punten.
Indien er fusievarianten worden opgezet, welke consequenties heeft dit voor andere samenwerkingsverbanden die thans bestaan? Op de consequenties voor de bestaande samenwerkingsverbanden hebben wij de verschillende hoofdvarianten beoordeeld. De conclusie is dat de schaal van samenwerken momenteel reeds plaatsvindt op het niveau van zes tot acht gemeenten. Dit betekent dat vanuit de samenwerkingen dit schaalniveau reeds als efficiënt is beoordeeld. De grotere varianten sluiten hier het beste bij aan. Wanneer een herindelingsvariant wordt nagestreefd op kleinere schaal, dan dienen zich twee vraagstukken aan. 1) Is een samenwerking nog steeds noodzakelijk om de taakuitvoering op de juiste schaal uit te voeren? Het antwoord hierop is waarschijnlijk bevestigend gelet op de gekozen schaal van de bestaande samenwerkingen. 2) Wanneer samenwerken nog steeds wenselijk is, zal de herindelingsgemeente een dominante positie hebben ten opzichte van de nog individueel participerende gemeenten. De vraag is of een dergelijke samenwerking wel voldoende toekomstbestendig is, zeker in relatie tot de meer beleidsmatige dossiers.
39/46
1 oktober 2007 07-311186317 C. Op basis van de fusievarianten dienen de financiële gevolgen in kaart te worden gebracht ten aanzien van: De financiële en vermogenpositie van de gemeenten Voor alle hoofdvarianten hebben wij een analyse gemaakt van de financiële gevolgen en consequenties op de vermogenspositie. Tevens is in bijlage III een totaaloverzicht opgenomen van de verschillende financiële kengetallen van de acht afzonderlijke gemeenten. Wij hebben ons daarbij gebaseerd op de jaarrekeningcijfers 2006. Ten aanzien van de financiële situatie is de conclusie dat de gemeentelijke organisatie van Wymbritseradiel een beperkte omvang heeft. Niet alleen kent de gemeente een beperkte formatieve bezetting. Afgezet tegen het aantal inwoners heeft de gemeente een bezetting van 6,2 fte per 1000 inwoners. Tevens merken wij op dat de omvang van de uitbestede werkzaamheden beperkt is. Wij hebben hierbij gekeken naar de omvang van het uitbesteed werk op gebied van ruimtelijke ordening en de uitvoerende taken in de buitendienst. Het beeld van een compacte organisatie wordt versterkt door het gegeven dat de netto-uitgaven van de gemeente per inwoner in Wymbritseradiel het laagst zijn binnen de Zuidwesthoek. Een compact gemeentelijk bedrijf en lage lokale lasten voor burgers en bedrijven. De vermogenspositie van de gemeente hebben wij uitgedrukt in de vrije reserve per inwoner. De positie van de gemeente Wymbrits is zowel in absolute zin goed te noemen als in vergelijking met de andere Zuidwesthoekgemeenten. De gemeentelijke tarieven en de consequenties bij harmoniseren van de tarieven voor onze inwoners De gemeente Wymbritseradiel kent lage gemeentelijke tarieven voor inwoners en bedrijven. In het geval van herindelen is het zeer waarschijnlijk dat de tarieven harmoniseren richting het niveau van een gewogen gemiddelde. De overweging hierbij is dat aan de uitgavenzijde de afzonderlijke gemeenten overwegend verplichtingen kennen en dat het totaal volume aan inkomsten hiermee gelijk moet blijven. Het realiseren van een omvangrijk volume aan bezuinigen is vaak niet direct aan de orde. Vanuit bovenstaande optiek is per hoofdvariant een inschatting gemaakt van het geharmoniseerde tarief. De kapitaallasten en de investeringen en of deze gedragen kunnen worden in de dan te vormen gemeente Binnen dit onderzoek gaan wij ervan uit dat gemeenten voldoen aan de verslagleggingsrichtlijnen zoals deze zijn verwoord in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit betekent dat activa conform geldende richtlijnen worden
40/46
1 oktober 2007 07-311186317 afgeschreven, zodat eventuele vervangingsinvesteringen binnen een gelijkblijvend financieel kader mogelijk zijn. In dit onderzoek heeft geen doorlichting plaatsgevonden van de activa die gemeenten op de balans hebben. Wel hebben wij binnen dit onderzoek een beeld geschetst van de vermogenspositie van de afzonderlijke gemeenten. In geval van herindeling zal vanuit deze positie bepaald moeten worden welk deel van het vermogen als weerstandscapaciteit wordt bestempeld voor de nieuwe gemeente en welk deel beschikbaar zal zijn voor nieuw beleid in de vorm van eenmalige investeringen c.q. uitgaven. Het verdient aanbeveling dergelijke afspraken in een vroegtijdig stadium in het herindelingsproces met elkaar te maken, zodat de toekomstige gemeente vanuit een financieel gezonde positie van start kan. Het onderhoud- en het voorzieningenniveau van gemeentelijke eigendommen Binnen de kaders van dit onderzoek heeft geen inventarisatie plaatsgevonden van het onderhoudsniveau van gemeentelijke voorzieningen. Het is in dit kader niet mogelijk om aan te geven of en in welke mate sprake is van achterstanden in onderhoud en beheer.
41/46
1 oktober 2007 07-311186317
Bijlagen Bijlage I: leden van de stuurgroep en projectgroep Wymbritseradiel Stuurgroep De heer J. Reitsma De heer G. Gerbrandy De heer D. Attema Mevrouw S. Kanselaar-Rinzema De heer D. Hoekstra De heer J. Tadema
Functie Burgemeester Wethouder Wethouder Wethouder Gemeentesecretaris Voorzitter OR
Projectgroep De heer D. Hoekstra De heer S. Joustra De heer J.R. de Jong De heer J. Tadema
Functie Gemeentesecretaris Hoofd sector Middelen & Welzijn Hoofd sector Grondgebied Voorzitter OR
42/46
1 oktober 2007 07-311186317 Bijlage II: gesproken functionarissen van de zeven gemeenten Naam gemeente Gemeente Bolsward Gemeente Gaasterlân-Sleat Gemeente Lemsterland Gemeente Littenseradiel Gemeente Nijefurd Gemeente Sneek Gemeente Wûnseradiel
Naam Mevrouw W. Vroegindeweij De heer M.R. Fierant De heer Nota De heer A. Aalberts De heer J. Lemstra De heer Rietberg De heer J. Bosma De heer Goinga Mevrouw J. Liemburg De heer B. Kroese De heer J.W. Boekhoven De heer G.J.P. van den Berg De heer Kalsbeek De heer A.A.M. Brok De heer G.J.P. van den Berg De heer H. Quarre De heer Th. R. Piersma Mevrouw L. Galema
Functie Burgemeester Gemeentesecretaris Lid OR Burgemeester (wnd.) Gemeentesecretaris Lid OR Burgemeester Lid OR Burgemeester Lid OR Burgemeester Gemeentesecretaris (wnd.) Lid OR Burgemeester Gemeentesecretaris Lid OR Burgemeester Lid OR
43/46
4,19% 4 0 3,50% 978 96,32%
17,77% 17 15 1,10% 16274 84,85%
Netto uitgaven gemeente per inwoner Uitgaven voorzieningen en bevolking Uitgaven bebouwing en omgeving Uitgaven openbare ruimte Uitgaven bestuur
€764,11 35,94% 9,45% 36,61% 18,00%
€1.109,86 40,22% 7,34% 34,43% 18,00%
Bolsward
€1.200,65 50,14% 11,01% 20,85% 18,00%
Littens
€932,55 36,13% 12,50% 33,37% 18,00%
Wûnser
€337,40 €2,07 €291,00 €6.878,00 €2.025,00
€1.118,05 40,93% 11,86% 29,21% 18,00%
Nijefurd
€236,66 €2,44 €250,00 €9.126,00 €2.685,00
€936,34 40,14% 17,45% 24,41% 18,00%
Gaat-Slaet
€214,00 €2,34 €279,00 €8.299,00 €2.421,00
Gaat-Slaet
Sneek
€1.060,61
€1.031,26 38,80% 6,74% 36,46% 18,00%
Lemster
€1.337,01 39,25% 4,55% 38,20% 18,00%
Sneek
€0,03 €484,57 €2,09 €2,95 €287,00 €240,00 €6.980,00 €10.456,00 €2.068,00 €3.145,00
Lemster
€4.485,34
Wymbrits
€332,56 €2,95 €262,00 €6.474,00 €2.030,00
Nijefurd
€3.840,58
330 10,0 5
Sneek
10,06% 12 2 4,20% 3404 88,45%
1,21%
33.029 4 1.993 214
Sneek
Prioriteiten in uitgavenpatroon
€148,58 €2,42 €314,00 €8.848,00 €2.657,00
Wûnser
€2.563,83
90,74 6,8 3,25
Lemster
21,06% 10 6 2,40% 9470 80,53%
9,91%
13.434 6 1.038 139
Lemster
€380,00 €1,98 €241,00 €6.779,00 €2.161,00
Littens
€2.699,56
69 6,7 2,8
Gaat-Slaet
11,74% 11 9 1,30% 10926 87,19%
13,76%
10.305 14 782 109
Gaat-Slaet
Vrije reserves per inwoner Tarief OZB eigenaren woningen Tarief afvalstoffenheffing meerpersoonshuishoudens Lokale lasten kleine industriële onderneming Lokale lasten middelgrote winkel
Bolsward
€3.974,36
94 8,6 3,25
Nijefurd
20,93% 7 8 2,00% 18906 51,08%
13,62%
10.868 11 836 163
Nijefurd
Wymbrits
€3.377,36
€1.070,00
68,9 5,8 2,5
Wûnser
14,12% 17 18 1,40% 21759 72,88%
26,33%
11.891 25 801 100
Wûnser
Reserve en lokale lasten
53 5,6 2,5
100 6,2 3,25
70,2 6,5 2,5
Littens
2,63% 19 18 1,30% 13257 98,60%
24,44%
10.825 29 606 NB
Littens
€14.550,00 €22.641,51 €12.521,37 €26.386,07 €15.085,11 €13.405,80 €17.070,75 €16.293,94
Bolsward
1,07%
18,51%
Wymbrits
9.503 1 571 42
Bolsward
16.213 28 1.024 124
Wymbrits
Aantal formatieplaatsen (fte) Aantal formatieplaatsen per 1000 inwoners Aantal bestuursleden (in formatieplaatsen) Budget uitbesteed werk aan Ruimtelijke Ordening per formatieplaats Budget uitbesteed werk aan werkzaamheden buitendienst per formatieplaats
Organisatie en bezetting
Aantal inwoners Aantal (dorps)kernen Aantal ondernemingen Aantal vestigingen recreatie en toerisme Percentage werkzame personen in de landbouw (van het totaal aantal werkende personen) Percentage werkzame personen in recreatie en toerisme (van het totaal aantal werkende personen) Aantal basisscholen Aantal dorpshuizen / wijkgebouwen Percentage inwoners met een bijstandsuitkering Totale oppervlakte gemeente (in hectare) Percentage land van totale oppervlakte gemeente
Structuurkenmerken
Bijlage III: overzicht met kengetallen van de acht afzonderlijke gemeenten
1 oktober 2007 07-311186317
44/46
1 oktober 2007 07-311186317
Bijlage IV: motie van de fracties CDA, PvdA, FNP en ChristenUnie Voorgesteld op dinsdag 22 mei 2007 1. Inleiding De gemeenteraad van Wymbritseradiel, gehoorde hebbende het debat over de Petear avonden en de beraadslaging over de toekomst van Wymbritseradiel 2. Overweging Overwegende, dat de fracties van het CDA, de FNP, de PvdA en de ChristenUnie een zorgvuldig traject willen bewandelen als het gaat om de toekomst van Wymbritseradiel en deze ontwikkelingen wil plaatsen in het licht van een verbeterde kwaliteit van de dienstverlening naar onze burgers 3. Opdracht Derhalve draagt zij het college op een onderzoek in te stellen naar de volgende onderwerpen: A. De (de)centrale gemeentelijke dienstverlening gezien vanuit de kwaliteit van de dienstverlening door de burger: - Welke vormen van decentrale dienstverlening en/of digitale dienstverlening kunnen worden uitgevoerd om de optische afstand tot de gemeentelijke dienstverlening te verkleinen; - Welk beleid kan worden ingevoerd zodat de identiteit van de kernen (platteland en stad) na een mogelijke fusie kan worden gewaarborgd. B. Welke fusievarianten zijn er waardoor er in de Zuidwesthoek een samenhang en draagvlak gaat ontstaan op: - Sociaal, cultureel en economisch gebied; - De nieuw te vormen gemeente dient een evenwicht tussen plattelands- en stedelijke belangen te waarborgen, op voldoende draagvlak bij de inwoners te kunnen rekenen en provinciaal gezien een sterke positie in moet nemen; - De bestuurskracht (bestuurlijke en ambtelijke organisatie) dient optimaal te zijn, waarbij zij haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden kan uitoefenen (effectief en efficiënt); - Indien er fusievarianten worden opgezet, welke consequenties heeft dit voor andere samenwerkingsverbanden die thans haar uitvoering kent (WMO, ICT etc.). C. Op basis van de fusievarianten dienen de financiële gevolgen in kaart te worden gebracht ten aanzien van: - De financiële en vermogensposities van de gemeenten;
45/46
1 oktober 2007 07-311186317 -
De gemeentelijke tarieven en welke consequenties heeft dit bij harmonisering van die tarieven voor onze inwoners; De kapitaallasten en investeringen gedragen kunnen worden in de dan te vormen gemeente; Het onderhoud- en het voorzieningenniveau van gemeentelijke eigendommen.
Daarnaast draagt zij het college op om te communiceren met onze inwoners van Wymbritseradiel over: - De uitkomsten van de Petear avonden; - Het opzetten van een onderzoek naar mogelijke fusievarianten zoals hierboven geschetst; - Het vervolg proces wanneer de raad tot een definitief standpunt komt, waarbij de inwoners maximaal worden geïnformeerd. Het onderzoek dient medio november 2007 afgerond te zijn, waarna het in december 2007 in de raad behandeld kan worden. In december 2007 kan dan mede op basis van de onderzoeksresultaten definitief bepaald worden of de gemeente Wymbritseradiel zelfstandig blijft danwel op gaat in een fusie met meerdere gemeenten in de Zuidwesthoek van Fryslân. En gaat over tot de orde van de dag. Namens de fractie van het CDA, de PvdA, de FNP en de ChristenUnie.
J. Visser (CDA)
T.S. Martens (FNP)
K.P. Douma (PvdA)
P.F. Wallinga (ChristenUnie)
46/46