VADERLANDSCH
WOORDENBOEK. X. DEEL.
!
~~--~-1:3>
t !
Namens het Bestuur worden H.H. Leden, voor het gebruik der Boeken, herinnerd aan Art.14Iett. i van het huishoudelijk Heglcment (bladz. 17), en aan Artt. 18,19, 20 en 21
1 h..:::~~t
VADERLANDseH
WOORDENBOEK; D OOR
JACOBUS
KOK.
TIE N D EDE E L.
--
COB. -
CYS.
T WEE D E
MET KAARTEN, I'LAATEN
T
D RUK.
en
POlJRTRAITEN.
KAM S TER DAM,
DIJ
JOH A N NES ALL ART. ftIDCCLXXXVJII.
VADERLANDSCH
WO WOORDENBOEI{. 0 R DEN B 0 EI{. co. ConEt, COREt, (Mr. FRhNÇOJS) FRANÇOIS) bekleedde, in het jaar vijftien honhon" zevell""Q, h het ... ..... aRlp' p. van RaaàsheerT RudaheerT in ~en ~n Have Hove van HolfIolderd zevenWoD, land; ltmd; een ampt, ten ren dien tijde, van geen weinig vooruitzicht t vermits de Ge/derft/u: Ge!derftIJc Frieun, zo wel te land als ter zee. de Hollanders veel nadeels -toebragten. -webragten. Ter zee werden zij, als echre Zeefcnuimers, Zeefchuimers, aangevoerd, door den beruchten beruclJten GROOTEN GROOTEK I'IER. PIER. Ter weeringe van hunnen moedwil, werd 'er, den 18den Julij van dat Jaar, op een Dagvaart te Delft, order beraamd, tot de uitrusting van een bepaald geral getal oorlogfchepen, oorlogfchepen. ander onder bevel vall den Admiraal ANTllONIJ ANTflONlj VAN HOlJT!!.N, HOUTEN, Heer van v:m Flerferen; FIttUren ; aali aan wien--, Gevolmagrigde, de Heer COEEL COI:EL toegewien-, als Raadsman en Gevolmagtigde, voegd werd. Om de kosten van deze vloot, welke moest dienen ter beveiliglnge Zuiderzee, goed te maaken, werd. werd, beveiliginge van de Zuiderue, zo als _men, voorheen meermaaien , gedaan had, een zeker zl!ker I~st lnstgeld op de koopvaardij fc hepen geleid; op welken voet ook, naderhand, de Convoi- en Lientgelden Liemgelden zijn ingel1cld. ingefield. Ook zag men, men t binnen weinige dagen, de vloot in gereedheid, en, op naam van den Admiraal, vrijheid van kaperij op de Zl/iJuue Zuiderzee afkondigen. De fpoed, ten diw diEn tijde gemaa!.:t, gemaaJ.:t, was oorzaak dat de GelderGe/der[,he Friezen wel haast uit de Zuiderzee gejaagd, een deel hun[che F7'iezen ner fchepen verbrand, en anderen op de Fril'fche Friefche kust bezet gehouden werden. l\1eer Meer yoordeels voordecls zouden zij nog behaald hebben. zo hebben, za niet het fcheepsvolk , bij bi] gebrek van betalinge, niet alleenlijk geweigerd had langer te dienen, maar ook. ook, toc co, muiterij, de hoofden beginnen opteaeeken. optefieeken. De Heer COBEL. CQBEL. de zaak in dien Ilaat Haat ziende, win ander!; uitkomst, dan zig wist geen andere zi~ tot die van Hoorn te wenden; fchrijvende, :lln aln d(.'n d~n Oud-Burge.
X. DE D E H. ~ L.
Y Y
meefill' meell"
3~8
C 0
BEL. (Mr. Fra11fois)
meefh'r meeJh'r KLAAS JAN IlER~IANS, den nood en het gevaar, w::rnrin de vloot zig bevond; fmeekenc!e dIt dat de Stad zo veel doen "':ilde, "':i!de, om daadlijk de p~nningen te zenden, die zij nog V;;;1 dri~ tcrtcr Stu:,':crgaStlJ:,':crgatcn achteren was, W:larV:ln hij bcloul:1c, bclout~k, ter mijaen ten voordct!lig 1'3pun dCrin,:e, een voordeelig rapon te ZU\!Cll ,!:Jen. ,!:len. Dit zijn fcbrijfchrijven had zo veel vermogen, op den Raad der Stad lIaan:, dat zij tcrltond naar hoord boord zond; waarmede tcrlto11d de gc~ischte penningen 11aar dÎL'n tijd, tot {Wte het volk, voor dien 1lilte gebrngt gehrngt werd: zo dat de GelCeldeJjè,'tca blijde waren, een nildlland nild1land van W:1pe11o::n, voor den tijd van Z(S maanden, te ];onnen konnen bedingen; welken zij, echter, zo als lileerlnaals lileerh1aals gerchieddc, gerchicddc, niet langer hielden. dan tot dat zii zil de handen weder ruim h .. dJcn. l\Ien 11l,,~L:te. 11l,,~l.:te. echter, IlIldo:rhand (1519) wedèroUl wed~roU1 een BelllUld met hUil, voor den tijd van twee jaarcn; doch ook dit ~'erbrakcn j~Qrcn; ~'erbrakcn zil weder, bijna zo fpoedig al, het gemaakt was. [n de máänd Februarij des laatstgemelden jaars, nadd~n hadd~n Je Staaten van lJ~ila1J(J lJ~ilalJ(J ernfl:ig ern!l:ig gernadpJeer;d gernadplec1id op middelen. om hen geheel te beteugelen. De Noord:lolltJIuljè!Je Steden !lem. Hem. Jen tcrtlolld tcrtlond in den voorflng voorflag der Edelen, tot het in zee zec brengen van weinige fchepcn. aanneemen v!n twaalf honderd hO!lderd fellcpen. en het aanneemcn Root5g~zellcn. Doch Dordrcclu, Dord,-u!zt, Delft, Lda'en Lria'en en nootsg~zellcn. cn Cvuda verklaarden daartoe ongelast te zijn. Het IIor Ilof van !lol/mui gaf, echter. aan V.~N WASSEX.\AR en COllEL, la~t tot de wernim de He~ren VAN ving van het gcmelde gemelde getal van volk, zo in AINjlcidam AINjleidam a s in gc· ge· heel 'Faterl/md. T7flter/fwd. Doch men vindt zo min dat 'er iets mede verricht is, is ,:lIs aIs dat de gemelde Steden 'er in getlemd hebben, rdlOOIl het laadlc niet ollwaarfchijnelijk onwaarfehijnelijk is. In het j:lar jnar vilftien honderd een-en-twrntig, COIll:L, door Keizer KAREL, een-en-twfnrig, werd de Raadsheer COIlJ:L, !laar 113nr Ka1l1,flell en Zwolle gezonden, met oogmerk: om de twisten twistcn t tllsfche:1 tllsfchea die beide Steden over den [(ampel' Tol, ontltoon, te bemiddelen; doch zijne bètnoeijio!,'Cn bètnoeijiogen warel! waren vmèhtloos; 't welk van val! kwaade gevolgen gevolgcn was, vennirs die van Zwolle ~ig lieten over· haaien, olh Hertog KAREL VA:' VA:'> GEl.DE;t, GEl.D1:;'t, als hunnen belèhermheer, betèhermheer, aameneemen; waaruit een hevig~ oorlog in Oycrijs/d ontltond, waarbij d.~ llol!illldt:n l/ol!illldt:n groot nadèel leeden. Zi~ \'f.L1CS, C/llwlijk C,'Il'onijk van va/) lIoo/·t) Hoo l·tl,, p. !lOO, zoz en !! 17J1fe;:w·iaa.'boek l'tm SA:-\UELI)1, fol. 253. GOUDWOE· GO\!DWOE· VF.~, C:;'otil~:k, C:,"otil~:k, p. 5 82 • Coc-
COC CEl C E J tJ
s.
(Jo.~a1mel) C"lO.'JIlIJIJel)
329
CoceEJl;S. COCCEjliS. (JOIIA;\:\ES) C)OllA:\:\ES) Deze door de 1,::lntfchc bantfctJe wereld vermaar·· vermaar, lil ij Ondè, Olldè, of den 9 Aude Godgeleerde werd geboren, den 3e Jui gustus Nieuwe Stijl, van '( te Bre'e jaar zestien honderd en drie, tc mC1J. COCIt, Ook melJ, alwa:lr zijn vader, TY:lIANNl:S TY~lANNliS co Cl'.: , Secretaris was. lei.lde Ici.lde hij aldaar den eer!len eerilen grond zijner fuldien. ihldien, en vorderde 'cr d\! Griek;",';e ongemeen, zo in de Griek/",Ie als Ifebreelluf~',ie Iiebreelluj,',!e taaie. 111 de Filofophic genoot hij het onderwijs van den Huogleeraar Huo~leeraar GERARDUS NELFVILLE. I3ehalvèn B~halven de Clwldeeuwji:!Jc, ie en AraDl,S l\ECFVILLE. Clwldceuwji:!u:, SijriH Szjri/"le AmNfdw [aaIen, Nfde taa\~n, leelde hij 'cr de gronden van de Godgeleerdheid ~lARTl;\IUS en crruCILS. CRUCI13. In het jaar ze.;:tien ze., tien honderd vijf-en· vij f-en· van ~JARTI:\IüS twintig begaf hij zig naar lftulJburg, l1(;mburg, alwaar hij zig, door eenen eell:!Il geleerden )oud, In de Ichriften der !tabijnen dl! li:hriftcn RabijllC'1I deed onderwijzen. Van daar vertrok hij !laar naar 1-'1"(11/{:I((:,., Frollc«t:r, en Cl! nam /lam zijn intrek bij den Hoogleeraar G. I'A'OR. llchal\-en Ikhalven dezen, waren aldaar zijne vour· \'ourIlaamlle naamlle vrienden en leermeeflers, leermeellers, J. ~!ACCOVlUS ~IAGCOVIliS en G. A;,r.:.m;s. A:lI':,m:s_ Zijn leccerarbeid Ictterarbeid beilond, bellond, ter dier plaatlè, plaatfe , in io eene vertuiing verctaling vall van de StJll'zed,'i1l SmdJed,·itl en lIIaccotil lI/accu/!, uit den Tri/lllud, T~!/ll1ld, waarbij hij verfcheiverfchciden aanmerkingen voegde. Te BremclI te rug gekeerd zjjnde, Brellléll te zijnde, werd hij 'er Uoogleeraar in de llcbrceu:/fche Hebreelt:l1che taaie. Frt11JckcJ' Fr(IIICKcJ' riep hem van daar, in die zelfde waardigheid, waardigheid. io 1636; en zeze. ven jaaren daarna werd \verd hij 'er aangelleld aangeIlcid nis Proftsfor Profcsfor TlJeologi,c. Theologi,e. Den IJ 4den +den Mei des jaars zertien zCltien honderd ncgen-én-veenig, negen-én-veertig, de oude flooglecr~ar floogleer~ar SP.\:-:IlEI.\! sr,~:-;m:m tC te LeidelI Leiden overleden overkden zijnde, werd COCCEJliS, door de fIceren COCCEJtiS, H~crl'l1 Cm'atoren, Ctn'awrcn, in dcszeJf; dcszcJf~ plaats beroepen, alwaar hij ook overleed, den 4den November van het iaar ialr hrmderd llegcIH!n-zestig, negen-en-zestig, in Jen ücn ouderdom van zes-enzestien h/Jl1derd zestig jaaren en eenige maanden. Hij werd aldaar. aldaar, in't midden van de St. Pieters Pitters Kerk, begraaven, alwaar zijn zoon, J'IILnJ0I!A:'i"NES ~ES ;,nmrclJs 'I!nmrctJs COCCt:\liS, COCO:lUS, hem ter eere, in IJ ï71I '2, ~, JTIIit mIX bewilliginl\1agillraat, een gedenkteken heeft doen oprichten. ge van de l\lagillraat, Ilaat uitgehouwen. ·Op ,Op waarop 's mans beeltenis, in wit marmer, ilaat het lettertalreel, lettercalreel , dat van keurlijk zware zwart gepolij.t gepolij~t marmer is, h:est Illes; men dit Grnffchrift, in ~ouden lIltteren die Graffchrift, hmcren;;
~
Ex.
~30 33 0
COC
C E
JUS.
(')0 !um nts) (jo!lImnts)
EXIIl'ias Infrgnis Theologi InJignis
}OIIANNIS JOIIANNIS COCCEl Chrijlo reiituro reii/uro jacras facras hoc loco compofuuunt compo[uerunt yidua et liheri liber; vidua alJn~ MDCLX1X. MDCLXIX. det. Aet. LXVI alJno Cujus Cl/jus in iisqul! ;n [crutandjs [crutalJdis [aer. ftlcr. lilt. iisque expolJendis conferendis et mrditanáis expolJendjs mtditanllir [olntiam !alertiam fagacitatim fagacilaftm et indujlriam exhafljlosifue exhaujlostfue in academ{is academlis FralleK: et Leyd: Ltj'd: laborn labons FraHd: ti tl/us ()rMs tl/US orMs IIOl'it IIOI'it et uniei el filii (jus tjus unici JOH. II E N R I CIC 0 C CEl SS. Th. D. Orde Ord. Holland. Gntphiarij Cr"plJiarii et ratijl/al. {I [eeret. n ratil/lal. ordd. general. genera I. ti (ecrtt. cOlldj et el [uas fuas add; hic cum parenrihus parenribus condj ndd; l1urus n/lrus et vidua yiduo MAR 1.1 A R I. A H E I N S 1I U S foccro'fue et Conjug; Conjugi optimis oplimis [occro'lue h. m. [upr. /Z. f1l. fupr. (abb. labb. p. I'. l\lDCCXII 1\1 DCC XII
Dit gedenkteken, met het borstbeeld van dien gadeloozetl gadeloozelJ man, onderging van veeie veete zijner vijanden berispingen. Zij zei. zeiden, dat het ongewoon w:l!, w:u, de gedachtenis van een Godgeleerde zo Hoogleeraaren ,ook , ook mannen hoog te verheffen; dat dit van voorige Boogleeraaren van naam, naam. niet gezien werd. Niet minder aanftootelijk aannootelijk vonden zij op[chrift. zeggende: dat xii het opfchrift, dal liet hel eell UIl en allder Pllder zweemde naar Je Bee/dm Tm/pelen, !I'e/Ir welk wange. de Beelden der Fleiligm Heiligm in de Room[clle Roomfc!ze Tempelen, wange"ruik begillfelen. om de gedachtmis hruik uit uil ZIJ/lrc zlJlke beginfden, gedachtenis van hoogbegaafde vieren, illge!rroopen, ingekroopen , 1'11 zo aangegroeid was, Je Our/vaders Oudvaders te Yieren, dat dal het in de Room!c ~'e Kerk tot biigeloof biige/oof was OVl!1'gegaan ovngegaan , U·Iu.rlegen moe!l tII'aa/cen. ... ·nartegen men iIJ i1l de Gerefor1JJarde Cere[orIJlarde Kerk 1II0fsi .,.'aaken. Maar d.
COC C E JUS. (Johanms)
331
de vrienden en vereerders zijner nagedachtenisfe leiden de liefde van den zoon voor zijnen afgellorven vader in de beste vouw, en zagen het aan als onverf.;hillig, zeggende, dat in de Cercfor11Jurde Kerk dal gevaar niet Ie duelilen was; dal 'er geen inwortcling van Uigeloof uit kOllde "oortkomen; dat de praalgraFen der Neder/andfche fIelden, "cel trotfclzer en praciltiger dan dit tafreet en horstbeeld , a/omme in de kerken 7liet alleenI,jk geduld, maar met verma1J1c befchouwd wen/en, zonder im"zer gel'aar of vreeze voor bijgeloof veroorzaakt te hebben: dus Ikt 71iet anders was, dali vmi/n uit roozen te zuigen, en een eenvoudig bednjf lJIet zwarte "crwen afulf]aalen, waartoe· de kwaadaat·tig.'lel'; en laster altoos flof kon vinden; gelijkende gec7Izi1lS 7Jaar die ztlclJtaartig/Jeid, welke een' Christen behoorde eigell te zIjl<; dat 7IJeIl zo ook had kunnen fmaillen op het gedrag der Cllrato~'en ,'an de Fral1eker ActldmJie, die niet gefdroomd hadden, 's mans beeldtellis, in /i:hilderij, in de Academiezaal leiJ tOOIJ Ie hangen, onder alle fIoog/eel'l:Jaren, 'welke I1lda.'1r hml IepelI geëindigd hadden. 'e Gez~gde afbeeldzei, levensgrootte, door den jongen coccLjlJS :lan de Academie gefchollken, is, echter, het eeniglle van die, welke alduar niet overleden zijn. Niettemin bewoog de achting voor 's mans na· gedachtenis de Heeren Curatoren, om hetzelve met blijdrchap aameneemen, en het te plautf!.!n naar den rang, dien de overleeJene bekleed had. ZIjne IChrirtcn over de Godgeleerdheid, die wij hierna zullen opno~men, weet men dat met zeer verfchilIende oordeelen, van de Geleerden, en zelfs op de Hooge SchooIen, ontvangen zijn; zijnde 'er veelen g~weest, die ze geenzins met hunne goedkeurin ge vereerden. Sommigen van die betichten hem van nieuwigheden, zeggende, dat lzi/ uitleggi1lgen oper de ll. Sc/mlt maak. te, die 'liet tll/eenlijk dell Cel'rformeerdcll en anderm .. maar zelfs dm Roomsc/lgrZÎndcn niet konden hefwagen. Gcenc ge· ringe twisten zijn daarover in de Nederlandiche K~rk ontn~an, en die, zelfs na 's mans overlijden, nog heviger waren dan bij zijn leven. De voornaamlle Hukken, waarin de bellrijdcrs van COCCEJUS zeiden dat hij van de Leere (jer Gereförmeerde Kerke: fihem aftewijken , (btplllûdlijk durfde nlemam iiJner partijen
y 3
~l&
33~
COC C
E
JUS.
(Jo/lt1llnes)
zi:~ vermeeteIl het te zeggen) en waar tegen Lij hunne pennen rcherpten, benondcn voornaamlijk , 1.) In die verklaaringen van de H, Schrift, welke bijzonderlijk de ProplJetiën betrelf~n, en van veelen als gamsch vreemd geoordeeld werden. 2.) In zijne fiellingen van de zeven Pcriodm of Tijdp~l'kcn" in den (laat der Kerke des Niemven Testaments. 3.) ln .zijne verkla:uinge van 't Verbond der Genade. 4 ) In zijne meninge van de Wet der Zeden. 5.) Iu die van de Dienstbaarheid der Jooden. en het Juk der Ceremonien, 6.) In zijn gevoelen van den Staat der Geloovigen onder het Oude Testamem; insgelijks raakende het onderfchcid in de Vergeevinge der Zonden onder de Huishoudingen, (zo als ze door hem genoemd werden) van het o. cn N. 'J estament. 7.) Zijne ged~chten en leerin/;en over het Vierde Gebod, naamlijk de Wet VUil dCll Sabbath. of die voor altoosduurende • als alle de andere geboden, of als afgcfehaft, door de rust van CdRISTUS in het graf. moest gehonden worden: een gcfchil, dat reeds lang voor den tijd van COCCEJU$ be':end was: doch tevens een gefchil van gevaar, volgens het oordeel zi jll~r partijen, die \'an zijne vrienden belèh;lldigd werden, al willens blind te zijD. In 't a4;eme.en, zo wel bij vijanden als vrienden. gaat het als eene waarheid door, dat COCCEJVS een groot en l!innl!lltl:nd Schrift, ~eleerdi.! was. een bijzonder kundig Uitlegger, zo van de Wet als van 't Euangelie; boven alle anderen ervaren in de Oosterfelle taalell; wa~rvan ook zijne fchriften ten bewijze firekken. Groot zijn de loffpraaken, die hij, in vroe;ere jaaren, reeds ontving. over zijne vert;laIing van het Bock der IYijsheid, de Tractaa:en StlllledrbJ en illaccoth, enz. van GRaTIUS • JlEINSIUS, SELOENUS, SALMASJUS. RIVETUS,
L'E~tPEREI1R,
DE DIEU, AMA~IA
en ander~n. Tegen GROTIli3 had hij, terwijl bij te F/'fJne/.:er Hoogleeraar was, twee Gefehriften llitgegeeven. waarin hij de groote blijken van zijne bekwaall1heid, in het verklaaren van de H. Schrift, aan den dag bragt. GlOTIUS had, in eenige zijner fehrif.
COC C E JUS. (Johm11les)
333
fchrifr":ll, ue plaatf":l1 der Heilii;e Schrift, waarin vall den ANTI· CHRIST gehaudeld wordt, zo verklaard, als of dezelve r~eds lang in Keizer CAjUS, in SLlION MACUS, in NERO, in DmllTJAAN, in TRAjAr\üS of in BAR COZIBA, vervuld waren; met oogmerk cm den Paus van Rome van die benaaming te omheiTen, en de vereeniging tu,(chen de Proteftancen en Roomschgezinden te bevorderen. Co.cEJUS had dit boek t1640) gevo:lden te Bremen, bij den Huogkeraar BERGIUS , die het ter leen had van den llur~e m..:e(ter IUIEDEr\JlJS, welke het van DE GROOT zelvcn ontvangen had. COCCEjUS las en overwoog het, fchreef 'er tegen. en gaf zijn fchrijven (/643) in 'I licht. liet tlveede gefchrifc tegen CROTIl;S kwam Îil dat zelfde jaar ten voorfchijn, en is te vinden in zijne verldaaring over den Brief van PAULUS aan de Ephejiërs. Korten tijd na dat hij te Leiden gekomen was, wonde hij, niet te:;enllaande zijnen onvermoeiden arbeid, zig ijverig om de Leere der Gereformeerden tcge!! haare vijanden te verdeJi1:\en; verbreekend\! de ilrikken, die door de gebroeders VAN WALENlJURG gefpa:lnen waren. Den JdllÎt ~1.\SElIo1:CS, die hem voor de Leid[c,je Academie tot een Twistgeding gevorderd had, deed hij beo fchaallld vertrekken; en mct zi;n ovcrheerlijk TrJét.lat, de /{erk ~'(1II Babel, hleed hij den Gordiaan(èhen knoop door, dien de LaHdgraaf van flesJèll hem als onontknoopbaar toegezonden had. In zijne jeugd had COCCEjUS, te Halllblllg, allcr~erst , den Rakall{c: jen Ctllec.lislI/iIS in handen ge/;ree~cn, ell dnaruit de dwalleer der Socild,/(Jf/C/I leeïen kennen; deze ging hij te keer, met den aanvang \'~Il zijne verklaaring over het E uangcliu:lI vall JOHAX::\ES. Doe maiJiijk hij de Leer van het galllfche Chriscel;dom verdedigd hebbe, teGen cellen zogenaamden I'oo!fc:hen Rit!de/', en alle de vOOl'llaamrte navolgers van SOCl!\';8. is gc'noegzaarn bel,end; en lIet zwijgen Viln hun daarop bevestigt zijnen roem, daardoor beh.ald. Zeven jaaren had hij dus, met lof en nut, te LeidelJ bel eer . :l:Ird, zonder dat iemand hem vaD ecnige nieuwighdd befclHIIdigd had, I(;hoon hij, met mO:ld en pen, geleerd en gefchree. ven had, aUes dat naderhand zo hevig bellreeden werd. De eerfie gelegenheid daartoe was dele. Jn het jaar zestien honderd agt·en-viiftig moest Doétor ABRAHA~I iU:.DANVS fene Djsplllatir V 4 h0:'-
334
COC C E JUS. (JIJ/rlfnnn)
houden, de Sabbatho & Die Dominica, waarin hij in 't geheel g.:ene zedelijkheid erkenneu wilde. Offchoon andere Gereformeerde Theologantell, vóór hem, op dien zelfden voet geleerd haJdell. werd zulks hem len ergflen af6enomen. Onder hen, die 'er zig het fterkst tegen verzen eden , bevond zlg ANDREAS ESSENIUS , Hoogleera~r Ie Utrecht, die niet alleenlijk de Disputatie vall I1Y.IDANUS, ml:1r ook de !tellingen van COCCEJUS, over Hehr. VI. in hel voorgaande verdedigd, weduleide, in een boek, genaamd: Dis!crlot;o de perpetua lWora/itate Deca/ogi: itleolJue lpecialius e/iam Sabhathi: ex Disputalionibus ipfms de fledere Legali df{umla & recognilfl, Ultr. 1658. in I !lVO. Schoon COC'_'EJV§ en llElDANUS hunne !tellingen met Ilieuwe bewijzen !laafden, de twist werd daarmede niet geëindigd; waarvan groollijks oorzaak was, dat hun eiglln Collega, HOORNGEEK, ook legen hen was; 't geen al meer en meer Schriften in de wereld deed komen. Toen vervolgens, op de Ztlidlzollandfche Sijnode, te Gouda, (1659 ~, COCCEJUS en HEIDANUS verzochlen en verzocht werden, alles te fchikken tot vrede der Kerke, gavcn deze beide mannen bet volgende gefchrift over: ., Eerst dat wij om vredes wille en alle aanrloot weg te neemen. bereid zijn. de zes regelen, die in de post aéHs van de Nationale Sijnode te Dordrecht, wt vergelijking van de verfchilIende partijen, van die fel ven , tlie in dezen. verfchillen met elkander hadden, en fonder den een den ander te vcroordeelen, zijn goed. gevonden in fulkl:n zin, al. die met de H. Schrift overeenkomen, a:m te neemen en te volgen: als die oordeelen, dat WOt de fubflantie der faken aangaat, de kerke met fodanige bepaalinge van goede ordre kan en behoord aontentemeDt te nc~men: gelijk dan ook verfcheiden Sijnoden defer Provimie, en met naamen, die in 't voorleden jaar gehoudene Sijnodus te Leiden, van dil oordeel ziJp geweest, en dien volgends de refpeétive kerken onder haar gcllOorig gcrecommondeerc hebben. Dit te meer, om .lar. die defe regelen houdt, zig verfekeren kan. dat hij niet lllisdoet tegen het vierde gebod, nog tegen het geen den Apostel zo zorgvuldig wil gemijd hebben. Col/of. 11: 16. namt:nuijk. dat on$ niemant m~ oordeelen in fpijze ofte drank, enz. wlOt
wij
eoe
C
E
JUS. <Johannes)
33S
wij oordeel en , dat men het vierde gebod niet en kan noch en moet uit fyn plaatf~. uit den Deca/lJgo, ofte tien geboden verliezen: dewijle ook de kerke des Nieuwe Testaments haren Sab· bath heeft, in den ouden Sabbath begreepen en betekent, gelijk: ons den Apostel leert" Hebr. VI:9, en waar van Efaja den Propheet te vooren gepropheteert heeft, Cap. LV. LVIlI. en LXVI. ten tweede, nu aangaande het moreele van den Sabbath, achten wij 't zelven zo klaar uitgedoukt te zijn in onzen Christelijken Ca. tcchismo. pt'age 103, en approbeeren 't geene over deze materie, rakende d~n Sabbath, van Pice lJI/!!11oritf THYSIO, onzell voorza:lt, met toellell101ing van de andere Protesfooren in deze Academie is voorge!1eld geweest en te leezen is, in Sijflopjis Pu· f'ioris Tlre%gite Disp. !! J. - Sa nochthans, dat wij ons zei ven lIochte ook anderen daarmede willen geprejudiceert hebben. nopende deze of geene opinie 't prinCipaalfle point niet raakcnde. en daarover nog onder de geleerden gedisputeert word, Ten derden, voortS oordeelen wij. dat llen Sondag of den dag des Heeren, zoo univerfeel van alle Christen Kerken geapprobeert en lIangenomen, en met zo goeden fiichting tot nog roè onderhouden, in het minlle niet en kan noch mag. in eenen anderen dag veranderd, veel min ten eenemaal afgefchafc worden: en dat men volgends den fesden regel, die lOt den God.dienst moet heiligen en rusten" Het bleef niet bii den twist over den Sabhath; 'er ontllonden meer andere: eerfielijk ov~r het onderfcheid dèr Ihlishoudingen onder het Oude en Nieuwe Testament; wordènde deze twist veroorzaakt door de tegenfpreekers van cocczlus, die oordeelden dat in de Wet geen Ceriuwniëel gebod zijn kon, dat met den dood van CHRISTUS ophield. om reden dat zij de Tien Waarden als de Wet aanzngen, waaronder AD.\~! llond. \'óór den Val. Om deze denkbl!eJden weg te neemen , Ilelde COCCi::j:Js, dat de Tien Woorden wel in zig bev3tteden een voorfchrift van zedelijke pligten, well:e den volmaakten AD!>:\!, door de Wet, in zijn binnenlle waren ingeprent; doch de twee Ilecne Tafelen begreepen , volg.:ns zijne gedachten, op eene andere wijze, zulk een bevel vaD eerlle en zedelijke pligten t vermits zij in de Tien Woorden Diet geboden werJen, met bijvoeging van belooning of llrafTe. y 5 die
335
COC
C
E JUS.
(}o~a;tncs)
die aan AD.m, vóór den Val, voorgefchreven en dus onbekend waren, doch zo niet op de twee Tafelen; wordende de pligten daar alleenlijk bevolen, als een reger van dankbaarheid, door de genade van de oprichting des Nieuwen Vcrbonds; zo als COCCE' les klaar meende te zien, in de woorden: Ik óm dt llure u~'e God; Ik wil barmhartigheid dom; in de beloften van het Land van CfJnaiin, en in het lang leven. Om deze zijne fiellingen te bevestigen, en zijne tegenpartijen te beamwoorden, leerde hij. dar de Tien Woorden, na de zonde, gepleegd lllft het Guiden Kalf, tot een gailtsch ander oogmerk gefchikt waren, vermies MOZES, niet zonder inLlaazing van een god:ijk vuur, het ontwerp van het genadeverbond op de fieenen tafelen aan Ilukken gena. gen, en getoond had, dat veele van de IFo(litm die verbond niet oprecht aangenomen, maar de aangebodene genade vcrfmaad hadden. En dus verkreegen zij, onder het dek zeI van MOZES, het aanzien van de Wet der werken, waardoor de aangebodene genade verduisterd werd. Door de vermeerdering der zwaare Ceremoniiin en voorgelèhrevene pligten wcrden zij van het ge· nadeverbond afgefcheiden; zo dat alleenlijk zij, wicn, door het geloove, het dekzeI van MOZES werd aîgeligt, de voorige en ei. genlijke ge!lalte bcfchoul\'en konden: eelle Icerwijze, welke wcderom niell\\'c twisten veroorzaakte. 't Geen de partijen nog meer teg~n elkander in 'c harnas jaagde, was, eene Disputatie van WII,liEUIU' !l1O~mA, in 1663, dc Ol!conomia Dh'iua. onder voorzitting van ziinen meefter COCCEJUS. waarJoor de laatstgenoemde met s. MARESIUS in twist ,craak,.te. Want nadat iemam. uit de Disp1ltatie van Mml~lA, drie-en· tag-tig questien getrokken had. en aan ~IARE,IUS gezonden, be. antwoordde deze dezelve, met veel drifts. in een openbaar T.l'ist· [eh,-;[t. COCCEJUS, dit in h:mden gekregen hebbende, fchreef aan MAREsm-, en gaf hem van alles een getrouw bericht. MA:RESIUS hi~ld zig daarop, voor dien tijd, Ilil, en fchreef aan cocCE]US, dat zij het in dil hoofdzaak eens waren. Kort daarna trad GIISBERTUS VOETlUS mede ten voorfchijn: waar· door de benaamingen van J'óetiaanCl1 en Coecejat111cn haaren oor· fprong gekreegen heBben; fchoon de twist, tusfcheB deze beide
mail-
COC C
E JUS.
(Johmmes)
337
mannen, niet om!lond over de voorgemelde pointen , maar over de Philorophie van DESCARTES , en laatst over een Predik:uie, over ha lange of korte lw;r. VOETIL'5 hicld) te Utrecht, in 1665, een Disfllt,Jtie, over het onderfcheid der woorden Parefis en Ap!Jc(is, waarbij hij veele bezwaaren tegen COCCEJUS ten voorfchijn bra~t. Deze beantwoordde hem met eell gefèhrift, onder den rijte! van ilfore NebJChilJl. Die !lorm W:lS n3auwlijks voorbij, of'er nlltfknd wederom een nieuwe. In 1668 geraakte MARESlUS in twist met ALTING (zie ALTIXG) ,welke, in een-en-dertig Artike'en, van groove dwalingen en Ilieuwi~heden, door MARESru3 be!chuldigd werd. De Curatr)ren van de Grol/i/Jger Acp.demie zonden de T.'le[es van den berchlildig~r. met de verantwoording van den befchtlldigdcn. aan de Theologifche Faculteit te Leiden, met verzoek om goeden raad eu eeu g~zo:ld o-Jrdcel, om de ecnigheid te bewaaren. ABRAHAM IIEIDANVS, JOfJA."\NES COCCEJUS cn JOl!. VALl\E:.\'IER waren het, die. na een riip olllkrzock, dé h:'l!1delwijze van }IARESIUS tegen ALTI::\G afkemden , ca den laa'!lcn van allc kett~rij vrij ",:,rklaardcn; naar welk oordcel de I kcrcn Curatoren dan ook vonnis,lcn en uitlpraak decdcn. COCCEJUS, dic het antwoord aan de Hceren gezonden had, geraakte daardoor in den haat van den drifdgcn ~Ii\RESIUS; die dan ook Hiet naliet, zulks openlijk te wonen, met zijn gefchrift, AI/di a/tcillill jlar/em gcr.~al11d; wnarin hij te vcrClaan gaf, d~t hij vooman de leerwijze \'an CJCCEjl'S mct !llle magt beClrijd~n zou. 0111 daarin te betcr te fla3;,;en, vereenigde zig MARESICS met VOETJUS ,Ichoon, op verre na, niet eveneens denkende, of voll1lJakte vrienden zijnde. Zij vcréénigden zig ook alleenlijk. in dir opzicht, zo verre, dat elk zijne gedachten vrij houden, en dat dc zaaken, waarin zij met elkander zeer verre verrchilden, daar builen zonden blijven. Doch eer zij hun ont\verp ten uitvoer konden b,cngen, overleed COCCEJUS, op den tijd boven gemeld. Uit dit alles blijkt dan geno~gza1m, dat van dezen heroemd::,n man het hoofdwerk en de ccnige lust was, het onderzoek der Godgewijde fchriften; waartoe zijne ongemeene kundighc:d in dc Oosterfche Taaien, Joodfche Oudheden, ell. in de ichrifien der R:.b-
e
338
COC C E JUS. (Johol1fm)
Rabbijnen, van groot nut was. Altoos l1:elde hij zig voor, dat, als de mensch enkel en aIleen door CHRIsn;s gerechtvaardigd wordt, alzo ook het oogmerk van de geheeIe Hdlige Schrifc daar. ~oe moest zijn ingericht, om den mensch den Verlosfcr te doen kennen. Daardoor werd veroorzaakt, dat hij CHRISTUS zocht in het geheele O. Testament, en hem meende te vinden in MOZES, in d'! Prop;;eetell, Pia/mell. enz. daar lWGO DE GROOT, in tegendeel, 's werelds Heiland in het geheele Oude Testament niet vindeu kon. Nog moet hierbij in aanmerking genomen woeden, dat 's mólns oogmerk was, de Godgeleerdheid zo veel mogelijk te zui veren van aUe Schoolgeleerdhi:id. van ni~uw gemaakte ver
COC C E JUS. (Jo 'zO 11 nes)
339
der beraamd, zo 't heette. tot vrede der kerke dienende, doch inderdaad meest llrekkende om den voorfianderen van de Leere van VOETlUS genoegen te geevcn, hoewel de voor!1:anders van de Leere van COCCE]US nergens klaagden. Onder de eerfien waren 'er veelen, die niet konden dulden , dat de Staaten , om de rust te bewaaren, den Coccejaanen de hand boven het hoofd hielden. Een harden (chok ondergingen zij. in het volgende jaar .J 676, in Holland, daar zij anders het meest in achting waren. vermits de Curatoren van de Leid{che Academie, bij Refolutia van den J6den Januarij, verboden, de leerwijze van COCCEJUS te volgen. A. HEIDANUS , zijne Confideratien, over dat Decreet t in 't licbt geeveude. werd niettegenfiaa)1de zijne jaaren, en h~, nut, aan de Academie toegebragt , van zijn ampt ontze t, op den 5den Mei des gemelden jaars. " 't Heeft de Ed. Achtb. Heeren Curatoren over de Univer.fiteit, en Burgemee!1:eren der Stad Leiden, den J6den Januarij -defes loopende jaars, den Senaet van de Academie, daar (y in vollen getale, alleenlijk één Burgemeel1er abfent zijnde, ver(cheenen zijn, geliefd bekend te maaken ," zegt A. HElDANUS , met del) aanvang zijner Confideratien, " en fo mondeling door een fcrieuCe aanfpraak van den eer!1:en Heer Curator te injungeeren, et:! daarna door Haar Ed. Secretaris doen opleefen fekere Refolutie, bij Haar Ed. Achtb. genome~, over eenige jlellingen , die fo in de Theologie als in de Philofophie, Uilige jaaren herwaarts, ende fulx ~',m tJt tot Iyt in dcfc Academie ::.yn geventileert : met expres verbot van die in 't toekomende geenfillls te doc:!eren. Met bijvoeging van een fcherpe !1:raJe tegell die geene die daar tegen foude komen te overtreeden. Dit kwam de Senaat reer vreelUt. onverwacht en als een donder!lag voor, dewijle niets en was voorgegaall , waar uit men 't minfie vermoeden van fulks iet konde fcheppen. Dit wiert niet verder opgenomen als een Notificatie, daar een ieder zijn bedenken over fouden neemen. Maar nis men 's anderendaags defe Refolutie zag, door den druk gemeen gemaakt, en aan de deure van de Academie, en door de gantfche Stad, felfs aan de poorten der il:ede, zo ons bericht is, aan. geplakt, konde een ieder wel oordeelen, dat men defe R efolutje voor een condcmnatoire Sententie wilde gthouden hebben. Hier
340
COC
C
E
JUS. (JohlZlmcs)
Hier bij is het niet jl,"l!bleven, maar liÎt Extrac1 i.~ als een vuur overgevlogen tot de n:!bll' :!"i~l! Steden cn Provintiën, en in groo. te meni,gt0 n~gedrukt en oVeral gcdis ll!fl1ineert, tot groOt nadeel van de AcadC:il,jc, en ,:c Profc,sf\){ 'ren op dezelve. " 'Vam alhoewel niemant d~'r PrufiAo"r,n, wet naame jn de voorfz. RcCo:utÎc w,;rd uit;:;;Jr,j!~t, la was het evenwel onmooglijk eenige andere o;:dcr dcze:ven te Verd\éllken, als die.völn de TheologilChe en Philolilphikhe order zijn; en wie onder diegcmeend worden kan nicmnllt onbcwust zijn. " Wij dit met de hoogllc verwondering gezien en gehoord hebbende, aehtede het onze fchuldige pligt te zijn ,de E. H. Cu~ ratoren dnarover fchriftelijk aalJ[efpreek.:n, cn' onfen onfchult en onnozelheid in alle modestic voor te dragen: geevende een van Haar Ed. Achtb. ten dien einden in handen, eenige van onze be. denkingen, die wij over dit werk hadden, met verfoek dat· het in 't Collegio, D. D. Curatoren mogte worden geproduceert, in ~chtjng genomen. Maar buiten nlle vermoeden en verwagting'J is ook dat gelVei~ert en door Ceker perfoon ons Request ons weder ter hand geHeId, zonder eellS g~leerefl, of in achting génomen te zijn. Daar noehrhllns Haare Ed. Achtb. ons genoegzaam te kennen hadden gegeeven, haare wille te zijn, dat wij daar over onze Confider3t!en nemen zouden. " OndertusCchèn vernemen wij vair alle k:tntet1, hoe dat door het drukken van dit Extraét, door het gantrche lam. ook buiten de Provimie onfe goeden na:l\n werd getrnduceert, onre orthodoxie werd in twijffcl getrokken, en wij met namen aan alle dere enorme llDfiden als' overwon ne ketters. fchuldig geoordeeld en van· alle reputatie berooft. Sa een Leeraar tig ergens gevoelig over moet toonen, 't is dan wanneer fyn rechtzinnigheid elt gezondheid in de leere werd bedispmeert• •, Dus van alle kanten benepen fynde, was bij ons goede raad dier, want op nieuws ons te addreslèercn aan Baar Ed. Achtb. , zagen wij dat wij vaaren zonden, als die, die klagteu doen, na gewezen vonnis. De l:!akcn hooger te brengen, was een w~k van grootC bedenking en moeite. Evenwel tell eenemaal tc zwij. gen, Ilreedt tegen onze genereusheid, en fch~n ons toe, dat :liet anders ziJude kunnen wo,den opgenomen, daa een CO;lf~s-
coc
C
E
JUS.
(Johannes)
31-1
feslie van onze fchuld, of een onverantwoordelijke blodigheld
en omijdige vreeze. Daarom wij dan ook te raden zijn gewOl'den, door een publieke verantwoording onze orthodoxie en on fcllllld in de[en aan Je wereld te vertoon en , op dat niemant dan die, moetwillig en met opzet wil kwalijk vàn on5 oordeelen, ons verdenken die te zijn, die wij niet zijn noch wezen wiUen enz." H"ierop gaat HEIDANUS voort, mit zig te zuiveren, in een gefchrift, benaande in 4to J 72 bladz. De redenen, die de E. Heeren Curatoren en Burgemeelkren leeden belluiten, tot de fu[penfie van meergemelden A. HEIDA<us, zijn ce zien in het Extratl: van derzelver Re[olutie, genonen op den sden Mei zestien honderd zes-en-zeventig, zijn4é lan inhoud als volgt: " De Curatoren over de UniverfiteÎt tot Leidm, en Bu~e meelleren der felver Stadt, in handen gekreegen hebbende feee» ker lloexkcn, geintitnieert Abrahatn; fJddani, Confider'aJitn ,ver eenige [aeken, onlangs voorgel'allcu in de Um'verjiteit Din... nen t.eyden, 't geen ge[eidt werd bij denfelven Hei6a1lus op,ge1l:cld. in alle gevalIe voor het fyn erkent, en door desze/fs orde bij drnoud Doude gedrukt, en vervolgens puhlici juris gemaakt te {yn, hebben uit de letl:ure van het [elve Boexkcn ondervOll· ~en, niet alleen dat den Authcur daar bij met opzet, en ex profesfo heeft onderfillan te fchrijven, .ende te oppo!luleeren tegen feker Decreet of Refolutie, bij den voor[chreven Curatoren en Burgemeefteren, op den ft?stiende Jmmarij voorleden genomen, en teghens het verbodt van het leeren , dispmeeren, fchrijven ofte in eeniger m~llicren diretl:clijk, te verhandelen de poûtie,! ,in de f1:ellingen aldaar breeder gehenumereert, maar ook buiten de waarheidt de voorfchreven Curateuren en Burgemeelleren na te geven, dat fy tot· het formeeren van de voor[z. Re[oll1tie, en. de te nederf1:ellen van de voorfz. Poli tien gekomen waren. niet door eigen beweeging, maar door indutl:ie van des AuthelJrs te. genpartij , door tie welke di'felve poji/ien ([0 hij feyt) in nlZn. "en vtm Curatoren en Burgl!meefterm gekollJw fouden zyn. Dewelke niet kmmende helllJeejlerjchap waarmede fy jil'anger zyn .. 11a Jltlaren jill bekolllell. om overal het gro1te woord te voerPfJ. tlew)'1 ::y geen en rfkld en zien. om door oulintlri. lI't'g bJ de I:e~'i:' I:.u:
HZ
COC C E JUS. (Jg!za""es)
ken {ulk een gezag te krygen, dNt haar toevleegt nnamen tDt tien waereldlyken arm. Dat fy niet konnentle haare [naken goedmaaken, tloor geoorloofde middelm, haar toel'lugt namen tot geweld. Dat fy haare pnrtyen henamingen gaven. het welk het regte middel was, om een fol'/ie te maken, en de [alten tN [cheuringe te hrengen• ., Dat defo konften ten allen tyden waren gepleegd, en dat ·er in defen tyden zulks niet zou zyn omgegaan, masr nlles met eten (uyvere intentie, en g~ede orde zoude gefcqied zyn, men ontleren most w;ys maken als hem die heter wist. " Dat hij wijders de Curatoren, en de BQrgemeellers heeft geiniimuleert van onweetendheid, van eenzijdigheid en partijfchap, %eggende:
" Dat hij niet konde zien n~ch gtloven, dnt defelve cent tie moeite hadden genomen, om de fchrifien na te zien, ge/ylc wel behoord hadde te ge[diedden, om vatJ alles regt te konnen oor~ deekn. ,. Dat Polltijken affonderlyk van de EecleJiaftike haar een fJo.ldeeien flver de voor{z. po(itien hadden aangematigd. ende die gedetermineert eer fy feekerlyk wisten. of lIly in natuur en welen waren en getrouwelyk of niet genllettert. " Dat hijbefchuldigt wierdt de voorfz. Politien in de Univer. fiteit geventileert te hebben, vraagende dan voords. of het genoeg wns be[chuldigd te worden, ets of hy moest geloven dat dit fyn eigen Pofttien ware 1) , vafl hem bedngt en ,t;edoceert. om dnt die hem by het voorfz. decreet worden te last ge/egt, en opgeftreden • ., Dallr wijders bijvoegende ; dat hij omtrent de twintig Pu. fttien nief. ems was ge/lOord, maar op het bloote aatJgeven van zyn party,. die hJ niet wist, wie hy was. {wart of wit, was "eroordee/d. ende indien melZ dnarmede op geiyke voet wilde "orrtgnon , God zig hoarder wilde erbermen, en felfs middelen verfchaffen om [ulke [noode inquijitien, heter naar de lucht vila Rome en Spanje, nis naar den NederlantJfchen aart ruikende. te weeren. Dat nagthans doorop was gegrond, die fivaare [ententie , en dat was voorwaar een harde Proceduure 1'1111 CtJYateuren, "oorgenotnen tegen hlll1r pupil, welken {Jou"er-
COC C E JUS.
(JolZltnn~s)
343
"~rnement men vermoed mur van het vaderlyke t~ hebben. dan Despolyk Ie zJn. Alhoewel hij zelfs daarna bekent. dat 'er tJiemanti in het dec,.eet met tlllOlnen werd uitgedrukt, til .at Ir,y misfchien voor zyn perfooI) f/iet gemeyllt was, 0/[0 hy hem altoos hadde Pil ge/louden, [onder /rem ove,. deJe kwestie met fehryve" of af/ders veel bemoeit tc hebbm, dat tie pojilien, of niemant aangingm, of ol/een gebruikt 'H!crtlm, om ,mant in het nel Ie krJgen. " Traduceerende voorts de goede en fincere intentie, midsga. ders bet refpea van Curateuren en Burgemee!teren , doo'gaandsch in het zelve boekje op ecn fcer irrevfreme en onbetamelijlre manier. " En dewijl de Autheur van de voorfz. Confideratlen toefint, dat het geen men met de po(itim voorhadde lIiet 'lieU11I was, noeh eerst vcrseh gtfiueet, moor em goeden tJd herwllartis' tusfclzen de Predikanten Pro en Comra geventi/eert en bedis,utee,.t. " (I) Dat hier fziet getwist we,.d over een hoofdpoint van ie Religie, oJ een Ge/(jofsarticu/, van welke men nfet cen flap mllte afwJkl11 , toedoen ojie verand~,.en. mllnr ol'e,' eenige uitleggiugen van [ommige fchriftuurp/aotzen, die in de Academie in lesfen en Dilputen waren geventiletrt; (2) en dat net ook niet was ongerymt, dat zelfs die gedoemde pojitien in ie Academie zouden fytl geventileerl lJeweest. Welke pofitive bij nochtans noemt (3) ellorm, en dat men [0 als deze/ven daar lagen, ende Î1l dim jin zig rechtvaa,'diglyk daar over hedroeven, ende dat men die gUllm IIie men dlllt gevoelen wilde overflnjden, lil een keiler wilde maken (*). Dat hy die p~-
(*) Alle de woorden. in dit Extraét, met Curfyve letteren gedrukt, zijn die van BEJDAt·ms. Doch de Leezer vermoed(! niet, dat ze hier in huo verband en zamenhang vocrgefteld worden.; men bad ze, volgens aanwijzing van pag. en regel, zo als ze in het boekje van HElDA!'."'U3 voorkomen, bijeen geraapt; nl. bij l'ooi'beeld: (I) pag. 42. §. I. (2) pag. 4. §. j. (,3) pag. 47. X. D I!F L. Z §. I t ..
344
COC C E JUS. (Johannes)
pofttien , fo al. fy daar lagen, ende hem tegtn zy" meeni"l -w'ierden opged,·ongen. in Kerk of Scfzool nooit geleer" had, IIls ook 'liet doen foude, en dat de Heere" Cumteuren e" Burgemeefteren daar vtm behoorden ver[e/urt te zyn. " Befluitende de Premisfe van het voorfz. Boekje, daarmede, dat h] niet zonder reden beducht was, dat de "oor[2I. Procç· duuren une merldyke opfc ~'uddinte ende Comm,tie foude" veroor· %IIaken in de Kerke van ons Fader/and, en de menigte ",,,, d8 Predikanten, die mede aan dat fehip reden, fouden treffen. Daar nogthans Curaleuren en Burgemeetleren met feer grootc droefheid ende bekommeringe hebben aangezien de mscrepan~ tien, ende ilrijdigheden, die eenige jaaren hcrwauds tus!èhen de Profesfooren en andere Leden van de Univer{iteic in fwang hebben gegaan, IIl1e middelen hebben geadhibeert, om die door minnelijke wegen te accomodeeren en uit den weg te ruimen. ernllige rerrefentatien, ende aanmaaningen aan dezelve gedaan , ende ook eenige, hoe wel feer zagte cenfuure geoefent tegens die geen en , die fy oordeelen haar in haar particulier te hebben \pergreepen, doch ten lange leste fiende. dat al haare zagtmoedig. heid te vergeefs was. en niets goeds opereerde, genoodzaakt zijn geweest zorge te dragen, ten minIleD voor bet toekomende, en dus te neem en de voorfz. Refolmie van den 16den Janua-. rij. procedeerende niet te min daarin met die omzigdgbeid en circumfpeffie, dat, daar den een feyde dat de voorfz. Poitien werden geventileert , en gedoceert in den zin, als dezelve in het decreet !taan ge-expresfeert, ende de andere 't felve wel hene. lijk ontkende, en dat fy beide de voorfz. PoUtien, fo, en ilt dien fin, als dezelve in het voorfz. decreet zijn ter neder ge· field, improbeerden ende verwierpen, fimpelijk verboden heb· ben te leerea, diiputeeren, daarover te fchrijven. of die in eeni-
S.
11. enz. welke drie aanwijzin~en voldoende zijn, om almetoalIen, dat men, door het maaken van zulke allegatien , een Schrijver zig zelven zo veel kan doen tegenfpreeken, als men· goed \i inti.
COC
C
E
JUS.
(Johannes)
34$
eenige manieren, direa of indirea te verhandelen. fonder fo nauw re gard te lleemen, of die juist alle fpedaal, in de vooriZ. Academie waren geventileert , fonder eenige benaminge te hebben gebruikt, en fonder ymallt, wie hij ook zoude mogen wefen. eenige van de voorfz. Pofitien opgedient. aangeduydt, of voor de [ynen te hebben opgedrongen, en daarom ook niemant bij na~m of toenaam of bij eenige circumfcriptie of defignatie. direa of indirea te hebben gedefigneert, of genot eert. " Dat verders de gemelte Curateuren en Burgemee!lers haar. ten aanzien van de voorfz. Pofitien, wel expresfelijk en klaarlijk hebben willen houden binnen de paaIen van de Univerfiteit. haare zorge fpeciaalijk gedemandeert en aanbevoolen. en daarenboven ook de peen en in het voorfz. decreet gemeld. hebben gelimiteert, puir en alleen Ilan de voorfz. Uni verfiteiq en dat midsdien haar met notoir ongelijk word aangeduid, dat fy haare hallden ook fouden hebben willen flaan aan 't kerklijke, 't geen niet haar, maar den opzigt van anderen is toebetrouwt , fiende dat het gunt bij haar met fo groote geregtigheid, met fo veel kennble van [aaken , omfigtigheid, fonder eenige de minne partij. fchap. en uit [0 goede oogmerken gefchied was, echter bij voorfz. libel, fo verkeerdelijk werd misduid ende verdraayt. So hebben gem~Ide Curatoors en Burgemeellers goedgevonden en yerfiaan, dat alvoorens in deefe eenige Poûtive Refolutie te neemen, den voornoemden Alraham Heidanus voor haar ontbo. den. en over het maken en divulgeeren van de voorCz. Confideratien ondervraagt zal worden, gelijk aan dezelve Dr. Abraham Hdi/anus. door den Pedel van de Univerfiteit, voor de voorfz. Curatoren en Burgemeellers ontboden en verfcheenen zijnde, op haar aanfpraak. ondervraging, fommatie, namenlijk :
" Of hij het 'Voorf;;;. Trnêtnatje aannam e1J erkende 'Voor het fyne ? En of hy het zelve alleen, of wet met asjiJlentie 'Vlm anderen hadde gemaakt? .. Heeft verklaard op het eerfl:e point, dat gelijk den tijtel van 't zelve traaaatje uit wees, hij hetzelve advoueerde voor liet fyne; en op het tweede, dat het fyu werk was, by hent
Z
.2
was
~46
COC C E JUS. (Joftamles)
was uitl!egreven, en dat hij hetzelve gefi~nt deda. En daarop dan verder gedeliber.;ert en in nchting genomen zijnde. dat den voorn. Dr. Abrn/tam lJeidanus, niet alleen de voorfz. R
WIS
getekend door
P. BURGERSDYK. Deze handelwijze. die in Hol/amJ veel geruchts maakt.'!, werd levendig gehouden, door het geen, OOltrent dezen tijd, in ZeeI,md gebcurde. Zijne fbogheld, Prins Wl1.LEM DE DERDE, in de maand l\'laart ! 6,6, rer gelegenheid dat 'er eene Predikantsplaats, te IWddt:llltlrg, open gekomen was, de Klasfis van Wolc1uren vermaand hlilbbende, bij het vervullen van dezelve, zorg tf' draagen trgen de nieuwigheden, zo gebeurde het, echter, dIn hel Collegium QJlolijicOfll1n, bellaande, in die Provintie , uit Afgevaardigden van Wethouderfchap en Kerkenra1d, aart welke, lIldaar , het verkiezen der Predikanten gedemandeerd is, een beroep uitbragt op WILIIEL~IUS l\IOMMA, Profesfor in de Godgeleerdheid in den Ham; een man, die verdacht, of met opzet in verdenking gebragt was, (als zijnde een leerling van COCCEJUS) van nieuwigheden te leeren. De Klasfii weigerde de goed-
COC C E JUS.
(Johannes)
347
goedkeuring; fchreeuwendc. als of het glllltfche Land in gev:t:lr was, dat men zo weinig echt f;eOagen h~J op het rchrii\'~n vun Zijne Baogheid. Het Co/ltfiUI/J hidd l1a:lIlde. dat het b,'roep wettig was. zo lang de Kljsfis geene reden g'lf. waarom zij het afkeurde. De Wethouderrchap der Stad IIliddelburg. wier vooruaamfle zor~e was. het waaken t('gen onzuiverheid in de Leer, binnen de muuren van haare Stad. ollder!1c!lnde het Collegie, en fielde orde om NO~l~1A te ha;tlen. De Prins. die verder ging, dan zi n gezach. als S;aJhouder. toeliet. fchreef aun MO~IMA, on aan de Regeering van ft'JiddeJburg, eens en andermaal. om de zaak niet door te zetten. voor d:u hij zelf eene fchikking daamp gemaakt hadde. De Leden van de Klasfis , dus ~erug fieund. zongen dien zelfden zang. Doch befpeurende , dat het aanzienlijk lichaam van den Burger-Krijgsraad zig made met de zank begon te bem()eii~n. oordeelde;] zij zig binnen Middelhurg niet langer veilig. Iniusfçhen was MnMlItA binnen de HoofdIlnd dier Provincie gekomen. en men maakte coebereidzefs tot zij"e bevestil(ing. WILLEM DE DERDE. met het Sraaten Leger. toen voor il-laas/rid/ liggende. werd terllond hienan verwittigd, en derwijze lIange(1uo;'t, dat hij fch~rpe brieven aan de Wethouderfchap en lIan het Collegie deed nrgaan, wa:lrbij hij, em!tl.'lijk, verbood, met de bevestiging van MOMMA voomegaan. De Wethouderfcbap. daarentegen, werd 'er toe genoodzaakt, door den Krijgsraad en de meellc der voornaamc Burgers. en was dus in vreeze voor opfiand in dc ~t~d. Oc bevestiging ge. fcl1iedde, op den I9den van de ma~l1d }Ilij; en op dien zelf. den dag beklom MO!\lMA deo Predikfioel, onder een ongemeen eu toevloed van menfchen, na alvoorens belofte van bdèherming van de Magitlraat bekomen te hebben. WILLF.:l1 DE DERDE. die zelden eene zaak ten halve liet fict:ken, als hij meende dat het zijn gezach krenkte, nam dit zo euvel, dat hij aan de KlasrlS beval, naar Kerkenorde te handelen, tegen hen, die oorzaak van de ongeregeldheid geweest waren. De Kla,fis. toen te nisfingen vergaderd. dagvaarde het Collegie aldaar; doch de reize derwaards werd. door de lVIagillraat van lIfiridelburg, haar verbapen. De Klasfis voer, echter. voon, om de zaak. die zij ter hand genomen haçld a kerkJijk aftedoen i de Mid.relburgfche Z 3 Pre-
348
coc
C
E
JUS. (Johannes)
Predikanten. VAN DER WAAIJEN en DE MEY, werden uit de Klasfis gezet. DE MEY. die MOMMA bevestigd had, werd niet alleen. lijk in zijnen dienst gelèhorst, maar hem zelfs het gebruik des H. Avondmaals omzegde Ook werden twee Diaconen in hunnen dienst gefchorst, en aan MOMMA geièhreeven, dat men hem voor geen Predîkant erkende, maar voor eenen Huurling. ln dien lland bleeven de zaaken, tot dat de Prins, in de maand van November, in perfoon • binnen lYIiddelburg kWl1m. Het Collegie hem lwmende begroeten, was zijn antwQord, dat hij de FoElie bin. nen lIiidielburc kWtlm dempen; en toen het zig wilde verantwoorden, kreeg het tot befcheid , dat zulks hier noch tijd nDcft platlts was. Den Burger-Hcplieden werd, door Zijne Hoogheid, voorgehouden, hoe hem ter ooren gekomen WIlS, iat:Jij zig in kerk/ijke ztlaken geflooken', en de Klasjis moeijelijkheiiJ hadden aangedaan; en toen zij verIdaarden , de Klasfis te hebben willen befchermen, hernam de Prins, Jat hij beter onJer,"igt was. Grootlijks ten nadeele van die van Middelburg, was de invloed, dien de Prins in de Vergadering der Sta~ten van Zeeland had, op wier gemoederen hij zo veel vermogt " dat " 'er terllond tot de afzetting van l\lOMMA beOoren , en de " Stadhouder gemagtigd werd, om zulke uit de Wechouderfchap " van Middelburg, en uit het Coller;ie, welke men be\londt " de voornaame oorzaaken geweest te zijn van het bcroefJ van .. Momma. en van de onbehoorlijke indragt op het ref.t der " Hooge Overigheid. en den perfoon en waardigheid van den " Heere Stadhouder, te fuajf(!n met afzetting. of fchorfing in " hunne dien~ten." Doch die van Middelhurg, ftaande houdende, dat zij niets gedaan hadden, dan het geen zij. tot voorftand VJn de rechten der Burgercn, verpligt waren te doen, !temden nict in dit befluit. Dit niettegcnHaande, werd het. echter, ten uit. voer gebragt , door den Prins, die merkelijke verandering in den Krijgsraad en in de Wethouderfchap van Middelburg maakte. MO~JHA werd buiten beroep gelaaten. VAN DER WAAIJEN afgezet, en hem fchriftlIjk bevolen, de Stad en gal1tsch ZeelanJ te ruimen; doch DE MEY, die (zo men zeide) in fiilte, voor den Prins, fchuldbekelltenis gedaan had, Wjf& in dienst gelaaten. Voorts
COC C
E
JUS. (Johanrtts)
34-9
Voorts magrigde de Prins de nieuwe Wethouderrchap, de Klasfis de proteaeerende Broeders van het Collegie. om tOt ee~ nieuw beroep te rreedell. MOMMA, die, tot zijn onderhoud, een jaargeld bekomen had. begaf zig met der woon naar Ddft, alwaar hij, in het volgende jaar, overleed. VL~ DER WAAIJEN werd naderhand volkomen in zijne eer herlleid , bij eene ACte van Prinfe WlLl.EM I>E.N DE.RDIU'(. \fan dezen inhoud: ~n
" Zijne Hoogheid heeft uit goede confideratien, hem daartoe " mo\'ecrende, verkillart , en verklaard bij dezen. dat alles wat " voor dezen bij en op auCtorifatic van de Ed. Mog. lIeeren ., Staaten VRn Zeeland, ten lasten van den Heer )'Im der IFllllij" en, Profesfor in de Heilige Theologie op de Academie te " Fratl~ker, en doenmaals Bedienaar des IJ. Euangeliums tot ., lIJiddeibuliJ , is gedecreteert, of geftacueerc, aan den zei ven ;, lIeer ,'all der IJ/aaijen, zijne erven en nakomelingen, nier zal " zijn hinderlijk of IChadelijk, in eeniger manieren, en dat wij " ter contrarie all\? het zdve h~bben geaboleerd ende vernietigr. " abokeren en vernietigen mids dezen, in allen fcbijn, als of .' het zelve nooit was voor6c\'allen of gepal>recrr." Aldus ge. daan in '. Crl4Yenhllge den 4den junij 1635" (was getekend)
G. PRINCE D'ORANGE, (lager flond) ter Order van zijn Hoogheid,
getekend.
JOH. PESTERS. Ongcev.i}feld , ~t LE ctJ!ItC, bemerkte de Prins wel, van hem at dit rpel was veroerzaakt: niet, om dat men gevoekOl> in de Kerk wilde invoeren, die het wezen van 'r Christendom of den Christelijke Godsdienst om verre zouden (lomen. Na deu afloop van dit voorval, verminderden de kerklijke ge-
WlIIf
Z 4
(chll-
350
coc
C E
1 v s.
(}o!umnts)
fchillen in Zeeland. Maar in Ho!/md, en wel te En1tlruiztn, was, in het midden des jaar 1675, ook vrij wat moeite ont· !laan, over het beroepen van eenen Predikanr. Eenige Leden der Gemeenre bood en den Kerkenraad een verzoekCchriCt aan, waarbij zij begeerden, dat niemand beroepen werd, dan die vreemd was van de nieuwigheden, welke thans door fommigen °gedreeven werden. Doch de Wethouders en de Kerkenraad naDlen dit zeer euvel op; wordende de tekenaars op het Stadhuts ontboden en Ccherpelijk bel1raft. Maar deze vervoegden zig bij Zijne Hoogheid. met een verzoekfchrift, dat nog veel fierker was; waarop Zijne Hoogheid goedvond, de Magi. nraat en Kerkenraad van Enlr,juizen te vermaanen, om aan het verzoek de( RequestalHen te voldoen. Dus had deze zaak a'daar weinig gevolg. Te Amjleldaln, daar men voor dergelijke moeljelijkheden beducht was, had de Regeering • in de maand Januarij des jaars 1617, den Kerkenraad een Concept voorgeflagen, 111 et verzoek om het, als een kerklijk hefluie, algemeen te maaken: waaraan, zORder veel re!!"enlland, voldaan werd; bee werd. den 281len der gemelde maand. als eene kerk· lijke Refolutie af~el{Qndigd, en was van inhoud als volgt: " Alzo in de Kerke Gods niet dlenfiiger h, als nevens de H. Waarheid de eenigheid des geefles ce behouden, door den band des Vredes, zo is 'e dat de Dienaaren des Goddelijken Woords dezer Gemeente, tot confervatie van de goede Vrede t die altijd onder ons geweest is. ende nog is, zijn te raden geworden, haar onder malkander daarover te befpreeken ; zijn het eenpaarig onder elkander eelJs en accoord geworden, den Vrede te bew.aaren, door deCe hier navolgende Art., die fy met on· ~erlinge h:mdrastinge, hertclijke beweegingen en beloften van onverbreeklijke vriendfchap en vrolijke dankzegging tot God, beo vestigd hebben." Het opfchrife hiervan was: Arlijkûen I~t o,zierhouding van Prede en Ee"z'gheid onder Je Predikanten der Dt:itfche GerIJ. formeerde Kerke van AmjlelJam, eenpaarig bij hun alle aangenomen den 2 Ijlen Januari} J677.. u
I. Dat Illen 1àl bUiven bij de Orthodoxe waarheid, waarlIJ de Ge-
COC C E JUS.
(Jo.!za11tZes)
3sr
Gereformeerde Leeraars eens zijn, volgens Gods woord en de gewoonlijke formulieren der Gereformeerde Kerke, die in de Catechismus, Confeslie en Canones Sijnodi Nationalis Dordracenre. begreepen zijn. En dien volgende te erkennen en Ie bekennen, dat 'er nopends de Theologie en Religia, geen fondamenteel verfchil is, ook dat men, zo veel m00glijk is, daar na zal trachten, om het zel'le te gevoelen, en bet zelve te fpreeken. 2. " Dat men in broederlijke Liefde. Vrede en Eenigheid met elkander zal omgaan, en zig zorgvuldig wachten voor alles wat daar tegen Ilrijd: dien volgende malkanderen bij de Heeren van de Regeering, Ledemaaten of Gemeente, ofte anderen, niet zal zwart of verdacht maken. op eenigerlei wijze. 't zij in het openbaar of in 't bijzonder. a. " Die fiukken, waarin men zou mogen verfchillen van zijne medebroeders, niet voonegeeven van zulk een gewicht en importantie te zijn, dat zonder dezelve de H. Schriftuur, niet wel lIog ter zaligheid kan veraaan of gepredikt. of het Rijk Christi bevorderd worden. 4 ... In ongewoone en buiten fchriftUurlijke fpreelnvijzen , en niet fundamenteele fiellingen, die Dlisnoegen en opfchuddingen zouden kunnen veroorzaaken, zig in Predikatien en Catechifatien te matigen, en als men dezelven fUlI1tijds al eens kwam te uiten, of te gebruiken. dan telkens zudanige verklaaringen daarbij te doen. waaruit zelfs voor de Gemeente blijk~n kan, dat men van de gewooneliJke Leer der Kerke niet at\vijkr. 5.• , In 't beroepen van een Predikant. fodanige P~rfooneIl In Confideratie te neeDlen, die van een moderaat en vreedfaam humeur fyn, en bekwaam om den Vrede. tot llichting der Gemeente, te onderhouden, zonder aanmerking op wat Academie die zouden mogen gefludeen hebben. en daarover alvoorens vriendbroederlijk met elkander te fpreeken en te confereeren. 6. ,. Als iemand hier iers tegen mogt pecceeren, dezelve eern broederlijk daaroyer aan te fprecken, om aUe verlVijdering voor te ~omeg. Welke Art. de Eerw. Broederen Ouderlingen gecommuniceert en voorgeleezen zijnde. hebben zij dezelve met goed genoegen IIn groote vreugde aangehoord, gelaudeert en eenpaal'~ geapprob""c. Uilgefondert Zeger Cart/eli. en Philip tfO,." Z 5 viJ.
coc C E JUS.
352 ~ill"
C'ohtmner)
die abf~nt waren; doch loude haar deze toellelmniDge.
all zij in de vergadering tegenwoordig zijn, mede worden afge.-
vorderd. En zijn ook deze Art. bij de tegenwoordige te Dmen vergaderde Broeders Predikanten en Ouderlingen, in een Kerken. raads Refolutie geconveneen, vasrgelleld en van alle eenpaa~ ~:mgenomen , om oprechtelijk , getrouwelijk en zorgvuldig gepraétifeert te worden, op dat alfo de Vrede tot bijz9ndere !lig. ling van defe bloeijende Kerk wel bewaard en onderhouden wor~ ele, waanoe de God des Vredes zijnen zegen geeve, Amen. " En zullen ook defe Artike!en, de inkomende Predikanten in dere Kerke en Gemeente, fo wanneer fy Sesfie in de Verga. àerif)g neemen , worden voorgeleefen , om haar daarmede te Conformeeren. " Aétum in de Kerkenraads Vergaderinge tot Am!leldam den !!.81len Januarij J 677. Tot op heden tee word het tJot dezer Refolutie in acht genomen, het welke zeer veel toegebragt heeft tot behoudenis van de rust en eenighcid in deze zo magtig volkrijke Stad; welke rust, ook aan andere oorden, onaangezien de verfchilftukken in de Leere, door de wijze Yoorzorge der Regeeringe. alomme bewaard bleef. In de Provincie van Utrecht zag men, in het jaar zestien honderd vijf-en-negentig, blijken van deze Landsvaderlijke zorge. waarvan het volgende Extraét een doorfluand bewijs opleven.
Extrad uit tie Rcfollitim VIIII tie Eti. Mog. Burin Stllllle/1 ties Lllnás vlln Utrecht. StUurtlllC tien VIII. Junij MDC'XCV. ~,
h gehoord het Raport van de Heercn Haar Ed. Mog. Ge-
~()mrr.itteerden.
die volgens de ReColutie Commisfioriaal van eer· gisteren, hadden geëxamincert het Extraét uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland van den lilden December l6.94 C·), inhoudende Orde en Re~leruent, tot Con· fer·
C·)
Dta~
Rrfolutie vtln Holland hejlontl in het hUtlllmen Ylill venRiJS 'IJI' rem )11111 ,'reell1
.''UII wel tot vrede ",r Kerke,
»'OS,
COC C E JUS. (johannes)
3H
fervatie van de Ruste en Vrede in de Kerke aldaar, bereids tlra zeI ven dage genotuleerr. Waarop gedelibereert zijnde, is eenpaa_ rig goedgevonden en verlt.an , te arrefieeren en vast te fiellen, zo als gearrefieert en vastgefield word mids deren, de navolgende orders. " De Staaten van den Lande van Utrecht niets meer tef har· te neemende , als dat de ruSt en vrede der Kerke derer Provintie geconfervecrt word, ende Gods Heilig wo ort in dezelve in alle fuyverheid geleerd worde, en wetende dat aan Syn Koningl. Majefleit van Groot-Brittanje niet meerder aangenaam is, als dat de eenigheid en de onderlinge liefde in de kerke moge zijn en blijven v~rrekert, hebben geordoneert endt: geflatueert. zo als defelve ordonneeren en fiameeren bij deren: " Ten Eerjlen.- Dat alle de Leeraars , 't zij Profesror of Leetores Theologile, ofte Predikanten der Gereformeerde Kerken in dere Provincie, in hunne Schriften, Predikatien ende Catechiratien, publieke en private Lesren , en Disputen, fullen blij veil bij de gewoonlijke Formulieren der Gereformeerde Kerken, die iu de Catechismus, Confesfien en Cannones Sijnodi Nationalis Dordracenre, begreepen zijn, en zig forgvuldig wachten iets te leeren , ofte te fchrljven, dat daar tegen ftrijd, en dat midsdien on-
U'OS,
dat de gejè:hi//en, tus(chm d6 Voetiaanen en Coceejaanen,
lP nieuw, /;el'iger jlondm te worden dan te vooren , aangezien 'It', zo 111tm meende, vlJn de urstgenoemde Predikanten waren, die zeidefl dat de jlelJingen der anderen openlijk waren veroordeeld geworden, waartoe 2ij, dm Prins op hUl1ne hand hebbende, ,ok kans zagen. Doch :Jij bedroogelJ :dg: want, ill tent: Rl1adpleegitl/I vlln de Staalen , met ûjne MajesUi! van Groot-llrit:anje, als Stadhouier , werien de ver· [ekWen genoegzaam bijgelegd: ZIjnde tie Refolutie van Holland hier toe beraamd, en a/omme, aan de Regeerlngen der Sudm, gezotlden, mtl last om daaraan, ::ss vett mogelijk. de Mnd 11 houd,,, ,glnQtgzllam gt'fchilct "4111' het Yredesplfln AlIlfieldam, ZI evm le1#Jeld.
",,#
3S4
eoe
C E JUS.
(')o!wmts)
onder ben luidt'.D geen esCentieel verCchil overbliivende. deCelve met elkander Cullen omgaan in Broederlijke liefde. vrede en eenigheid, en zig omzigtelijk wachten, voor alles wat daar tegen ~an loopt. en wel bijConderlijk, dat Cy malkander op geenderleije wijzen verdacht fullen maaken bij de Heeren van de Regeeringe. de Ledematen. de Gemeente. ofte anderen, 't zij in ht!t open ba:!r, of in 't bijConder • direét of indireétlijk. " Ten Twudm: Dat fy fodanige pointin , die in de voorrt:. Formulieren van eenigheid in de Canolles Sijllodi Nationalis Dordracerue ongedefiniëen gelaten zijn, en waarin dat fy onder elkanderen fouden mogen difcrepeeren, op haar eigc."O oordeel niet [uilen voorgeeveu van fulkel~ gewicht inde imponamie te zij", dat ronder dezelve de H. Schrift nkt wel, noch te ter zaligheid genoegzaam zoude verllaan , geleed, gepredikt, noch het rijke Chrifli bevorderd zoude kunnen worden) maar dat fy omtrent fodanige pointen gehouden fullen blijven te proc<;deeren, in gevol~e van de Kerken orde. " Tm Dtrdcn: Dat zij luijden van ongewoone en bl:ilenge. woone Schriftuurlijke fpreekwijzen, ende niet fundamenteele ileilingen, ook applicatie der Prophetien, fo d:!t die misnoegden, opfchuddingen fouden kunnen veroorraaken in haare Schrift~ll. Predikatien , Catechilàtiin, publieke eR pri vaate Lesfen • eude Disputen, fig fullen matigen, en fo veel doenlijk, zorgvuldig wagten: en indien het mochte gebeuren, dat iemand onverhoeds iets dergelijks kwam te uitten, of te gebruiken, fo zal hij relkens fodanige verkJaaringe
Ge-
COC C E JUS. (jonannts)
3-55
Geloove foude fchipbreuk lijden, en de Kerke in de uiter1le nrwarrlllg geraaken. " Tm TijfJm: Dat n1en in her beroepen der Predikanten, aneen fodanige Perfoonen in confideratie fal neemen , die lligtelijk in Leer en Leven, en van een moderaat ell vreedzaam humeur ZijD, bekwaam om de "oorfz. paimen tot vrede en filgcin, der Gemeeme in allen deel en optevolgen. " Tm Zesden: Sull!:n ook dere Afliculen alle de aante!lellene Profesfores en Letèores Theologi:e voorgehouden worden, door de Theolosifche Faculceit van onfe Academie en door de Cura· toren van d.;! Gijmnafien ofte andere Schooien, refpetèivelijk om zig daarna 'Volkomen te reguleeren, gelijk mede defelve Art. tot dien felven eijnde fullen worden voorgehouden aan de Predi. kamen in de Steden door de Confistorien, en aan die ten Platten Lande, door haare refpcétive Clasfen , op haar eerfie fesfiè in defelven. " Ten Zevenden: En op dat defe Art. te beter mogen \"orden onderhouden en achtervolgd, fo worden de Refpedive Magifiraaten ell alle anderen, die in tt beroepen of approbeeren van Predikanten te zeggen hebben, ernfielijk gewaarfchouwd ende gelast, dauaan de hand te houden, ende alle deze Art. fo veel ia lIaar magt zal zijn, exatèdijk te obferveeren, en te doen obfer-
veeren." ( Ondt:rjlo/Jd) .-1<·,or'~ert
met de voor!:::.. Refolutie. 11 ás gele/wrt P. VOET
VAN
WINSEN.
Sedert dien tijd was de rust en broederliefda herfield. Men bn hier nevens voegen, dat, uit de vergelijking van de Refo. lutie van Holland en de la:itstgemelde, met het Plan, allereerst te AmfteldllllZ ontworpen, blijkt. dat de eer daarvan, aan de Am{1e1áam!che Regeerillg en Kerkenraad van dien tijd. moet worden tlJegekend. Dit dacht ons voodig hier tef nCQer te nel-. l~n.
3S6
COC C E JUS. (Jo/tll""tl) (Jolwm~3)
Jen. Thans zullen wij het Art. van J. COCCEJUS be.fJuiten, be.fJuiren, met eene aanwijzinge zijner fchrifren, fchriften, die den dcn nijd en laster zullen Veel en van die zijn bij :zijn verduuren. VeeleD zijn leven, afzonderlijk, elkan. gedrukt en uitgegeenan, uirgegeeoan, en, na zijnen dood, driemaal na elkander; tweemaal in HIJllomi, H6ll4ml, en eens in Duitsch/and, DUÎlsch/and, telkens met een goed vertier, vertier. beflaande IX Deelen in folio, en behelzen do de volgende fl:offen: Genejin Commmt. in Gent jin , Exodum, LeviticuIlt Ltvi/icum:: PrOfilretiam Propltetiam Bi/tami: U/tima lIfojis: lVlofis: Canti.a Clm/iea Dp.borte Aml~: BiluJmi: Dp.boriZ & .t1nn~: Chronologta Julli'cllm y-ullïcllm [5 Regum Chronologfa Regllm liNu/is. liNu/is, & & COI11Jfltnt. in .'1U/;III». .'1"blll1l. 1:1. ~. Comment. COtn111ent. ;n in Pill/mos, Pin/mos. ProYlrj;/J, Prov"jia, Ecdlfinftem, Ecc/,fioflem, Cantfcl/t1J Canticl/tlJ Eflliatll. & E!lJifltll. a. C,mment. in ProphelÏllm Prophetiltm [5 3. & Threnos Jerem;~, Jere",i.e, Ji.:l.ech;l~ E~echil'" lem, Donielem & tem, Donie/em & XII. ProphetfJs ProphettJs Minores. Minorts. ;IJ Ir. Euaflgdia 4. Scholia Scholill iIJ Euoflgdia & At/a A8a Ap,stalortltll; Ap,stalortml; CamComCorit/tltio$, Galatas Go/afas & ment. in Epp. ad ROlllonos, R01nnnos, Corilltltios, fS Ephefios. Epltejios. C,mment. in Setjlltntes Seqlltntes Ptmli Pouli Epistolas , Cathg/ieas & S. CImment. Cllt!tq/iCtlS & .dpoca/yp(in. .Apocnlyp/in. 6 ••1phorismi Tht%gici; The%gici; Doêlrinli Fceierllfl1; Summa Summll The,Tlte,· 'ogid:; Ca/echefin Ilcidelbcrgfem; DispufnfllJ~ Disputt1flo. logia:; Comm. C0I11111. in Cotechejin nes; Ora/iones; Confilia & Epistolte. fles; Oratioms; Conjilia ei EpistoliZ. Tratlatus rartÏ Farii Theologici The%gici ei & Philolog;cz'. Philologici. 7. Tra8/1Ius ~. Lexicon Chalda;cum ChaldaÎCum & & Heóroi'llt11. Hebra;cutll. 9. Triplex Index. J.
Behalven de bovengemelde werken, werken. allen door wijlen R. Alm;· AI'i"S[Schoonzoon van den Heere J. COCCEjIJS, COCCEJTJS, overgezien, en, als het volflagene voHlagene werk zijns Schoonvaders, voor de drukpers COCCEJUS • langen gcrchikt, heeft deszelfs zoon, JOHAN HENRIlt COCCEJUS. tijd daarna. overgerchotene en onverzamelde !lukken zijns daarna, van de overgerchorene vaders, wders, DOg twee werken laaten drukken. op het formaat van den tweeden Hollandfchen druk; deze zijn, in 1706, 1706. uitgegee.. ven, onder den tijtel van JOHANNJS Opera TfzeQJogica TheDlogiea & ES JOHANlITS COC~JI Ope,.a LAAR.
PlJi/O/DgicfI. Pki/okgica.
In
COCCEJUS. ('MlO" HtnriJ:) COCK. (RD~Wt de) 351 In 't algemeen, echter, hebben deze laatlle werk ell bet ge· tuigenis. zelfs v~n de grootrte vrienden van cocCJtjUS. dat ze op verre nG niet bij de eerfien komen. Eelligen van deze zijn mede ill 't Nederduitsch gedrukt. COCCEjUS, CjOH/u'i II!NR.IK) zoon van den voorgemelden JOHA:'vrs COCCi:JUs, begaf zig tot de Rechtsgeleerdheid, hoewel hij de {ludie van de Godgeleerdheid niet v~rgat. Hij was Griffier van de Leet1et1 van HollllnJj eell fchrander, godvruchtig ell verfiandig man, die de Eer en Leer yan ZIJ,,' Fader verdedigde, lil een Traétaat onder dien naam. Hij fchreef ook tegen den Heer VrI'RtNGA, die het, van den beginne af, fcheen toegelegd te hebben, overal daar hij het eenigzins te pas kon brengen, om den Hoogleeraar COCCEJUS tegen te fpreeken, doch op eene zedig$ wijze. Deze had, onder anderen, tegen hem gefchreeven over den Tw/pel vlm Ezechü", en deszeJfs Geestelijke bed/lidenis[e ~ zo als de zoon meende, wat al te fcherp: waarom hij 'er zig tigen verzette J ell zijnen vader verdedigde, daar die recht had. Het laatrte, dat de jonge COCCEJUS fchreef, was gefigt tegen een fpcmenden Franlichman, die, in het jaar 1671, was voor den dag gekomen. Met zijne fpotternij meende deze te zullen kunnen verrichten, 't geen anderen, met hUil woelen, in dien tijd deeden. Door Profeiforen was hij ontdekt, onder den naam vm JOlL VAN DER HEIDEN. Tegen dezen dan fchreef hij, onder den ti;tel van Le Cllef' de llloc'fueurs De1lJtlsquée; dat is, het Hoofd der Spotlel'l!Il Ontmaskerd; in welk gefchrift hij hem zeer aar. tig ten toon fielde, en zijne fpotternij bloot leide. De jonge COCCEJUS had ter vrouwe "'IARIA HEINSIt:S, die hem overleefde. Het afbeeldzei van den voorgemelden Hoogleeraar gaat, op 011derfcheidene wijzen, in prent uit. COCK. (RODERT DE) van Nerijmll. had gediend. als Vaandra:tger, in de Kompagnie van zijnen broeder 1IIAXl~lILlAA)I DE COCK ~ onder de bende van den Heere VAN BREDERODE • en dus tegen den Koning van Spanje. Hij was, door den Bloedraad van AL· )lA. benevens vier anderen. uit den Hage gebannen. berc1ll1(·· lIigd zijnda va11 deel ~ehad te hebben aan het beddbreeken J zo i:l
358
CODDE. (Jan, Hatlriaan en Cijshert van ti")
in de Hoofd- als Kloosterkerk der Predikheeren aldaar. Op dag. vaarding niet verfcheenen ziJnde, werden, volgens Senrende van bannisremlnt, op den !lollen Mei 1568, zijne goederen verbeurd verklaard. Zie MARCUS, p. 5;. CODDE, (JAN. IJADRlAAN en CIJSBERT VAN DP!It) fiichters vl'l1 eene bijzondere Gezinte, In de Provintie van Holland. in den jure 1619, bekend onder den naam van Propheetm, Collegia". ten, RhiJtlSburgers. Zie hier een kort verhaal van hunnen oorfprong, en ook van eenige zeldzaame verfchilIen. rusfchen hen en den beruchten PASCHIER D~ FIJNE en anderen voorgevallen. Te Warmond, een Dorp bij Leiden, had men, na het afzetten der RemolIftranten , en bijzonderlijk van SOPINGIUS, vóór en na het afkondigen van 't Plakaat tegen de Remonftranten, nu en dan, vergaderingen in een Bo~mgaarJ gehouden, daar ook de Re~ monllranten tcr preek gingen. Doch de boete, daar op iefield, deed den ijver haast verkoelen. Sommige huislieden floegen voor, of men niet, fom tijds , bijéén zou komen, om elkander te fiichten zonder Predikant, en eenige fpreuken uit den Bijbel voorleezen , en een gebed doen. Indien iemant ieti tot verma ning konde voort~rengcn, kOIl zulks look gefchieden. Bienoe zou ieder zijn best doen; en dus doende zou men van nut kUilnen zijn, en de Predikanten en zig zeI ven van gevaar bevrijdel1. Deze voorflag werd terflond te werk gelleld. De voomaamfle waren drie broeders, JAN, IIADRIAAN en GIJSBERT, zoonen van JACOB VAN DER cODm:. Leertouwers van hun Ambacht, broedders Vlill WILLE~I VA=-< DER CODDE, anders genaamd GUILIELlIIU' CODDA:.US, voorheen Profesfor in de IIcbreeuwfche taale te Lei· dm, welke aldaar, in het iaar 16l3. op verdenking van Socillianerij, in den boekwinkel van GOVlRT BASSON. door Schout BONT, io hechtenis genomen, doch kort daarna weder omflagen werd. De eerlIe woonde te Des/gust, de tweede te R ';ijn,.. hurg, en de derde te l1"armont. GljSBERT VAN DER CODDE, OuderliDg der Remonflrantfche Gemeente te Wllrmont, voor een ambllchtsman zeer wel ter taaIe. bragt, in die eerfle vergadering, onder 't leezen , fomtijds iets uit eigen gehllugen VOOrt; de ande-
CODDE. (Jan, IJadriao7Z en Gtïsbert vdn der)
3,9
deren volgden dit voorbeeld. TEUNIS CORNEl.IS, een Visfcher in den Haag, voegde zig vervolgens bij dit gezelfchap. Niemand dacht toen, dat deze broeders verder zouden gaan; veel min dat hun voorneemen was, afzonderlijk Avondmaal te houden, of op eene nieulVe wijze te doopen, gelijk zij claatna deeden. Hoe 't zij, zelden blijven de dingen bij hun eerHe beginzeI ; zo ging 't ook hier: men begon welhaast te bemer!;en. dat 'er wat meer gaande was, te weeten , een vergadering te maaken, zonder Predikant, op dat elk, dien het gelustte. een beurt zou hebben om zijn hart met preeken optehaalen. Het geen dien toeleg bevorderde, was, dat de eigen Predikant van Warmont, zijnde, zo ik mij niet bedrlege • de bekende HOLLIN" GERUS, die; even te vooren voorgegeevcn had, zjjn leven voor de waarheid te waagen. en door de enge poorte te drl1zgen. al zou ~'Ieesch en bloed aan de posten blijven hangen, (dit warell zijne woorden), daarna de bekende belofte van fiilfland teken" de, en naar de Betuwe verhuisde; waaraan zig veele Ledematen ergerden. Wanneer eenige Predikanten, daarna, zonder gevaar te ontzien, in 't geheim weder inkwamen, werd VAN HOLTEN. gewezen Predikant te Waddinxyeen. die de belofte van fiiHland. bij hem getekend, wederriep , door de Befluurders der Societeie naar JFarmont gezonden. GI)SBERT VAN DER CODDE heette hem wellekom; m~ar, in plaats van hem als Ouderling behulpzaam te zijn. werd hij voor 't hoofd geaooten. GIJ!BERT zeide: gij
hrengt u ze/yen, eu hUil, die It herbergen, zonder nood, in gevaar; men kan, zonder zwaare boete, u niet hooren prediken. Daar zijn wel andere middelen om de Gemeente te flit'hten; ik zoude u raden een goed ambadt te leeren. De arme Predik3nt. op die woorden van den Ouderling verl1age::t, zeide tot zijnen Huiswaard : JAN WILLEMSZOON, nooit ben ik iemand
tot last geweest; ik za! hier ook niemand tot last bHjl'e1J: liever wourle ik ften'en. Hij vertrok dan, zonder te prediken. Intlls[chen liep het gerucht. dat' er een geharmcll Predikant in het Dorp was gekomen, en elk toonde zig genegen om hem te hooren. De oorzaak van zijn vertrek baarde groot ongenoegen. Som. mige huislieden meenden dat hun Ouderling, met die verzending X. D REL. Aa zj~
360
CODDE. (Jan, HadriotJn nz Cijsbert '!Ian .er)
zig te veel rechts had aanp;em:lligd: want dat zij, die, uit vr~ ze v~n boete, hem niet durt~len hooren, thuis konden blij vën ; daar wait~n 'er, die zo veel wel waa~c:1 wilden. GljS&RT \".~N DER CODDE begon nu het tmsker afteligten • en openlijk te drijv~u, dat het onnoodig was, dat 'cr eeu Predikant. met gevaar van zig zelven , en van cpn anJer, komen zou om hen te leeren ; dat zij elkander wel konden l1ichten. 't Ergfle was , dat hij den lieden inboezemde. als of de Predikalllen flechts zOf"ier werken. vat] 't zweet der Gemeente, zo hij zeide, zochten Ie luven. Korten tijd daarna ,~erd een ander Predikant naar Warl/lOlJt gezonden, om re prediken. VAN DER CODDE bleef thuis; en gevraagd zijnde. waarom hij niet in de verg.1dering kwam, gaf hij tell antwoord: !tet mishaagt mij. dal een Predikant alleen ill de vergadering f/aat te preek':/I. en rpt"uÀ:en wat hij U"U. Zijn medebroeder TEl/NB CORNELISZ •• de Vis/cher uit den Haag, en :mderen voerden dezelfde laaI. De Plïtdikam WOUTER CORNELlSZOON • een zeer fchikkcliik man, zeide: /;ebbe'l ze iet te JPreeken, laat ze 1:1cde [pnelun. GIJSBERT, bier mede niet vergenoegd, begeer(\e dat de Predikanr. na de Predikatie, zou vra~gen: Is 'el" ienI/md, die ;el /tuft te zeggen tot ft h-ilting ,die gelieve Ie [pree/een? WOuTER, van cene toegev~nheid wnder wederg:1é, ba· loofde dit na de Predikatie te zullen doen; en op deze voor. waarde beloofden de broeders VAN DER CODDE. hem de eer aau te do~n, van in de vergadering te komen. Dan, eer de lijd ,iaanoe kwam. werd WOUTER. van eenigen. daarvver aangefproken, welke meenden, dat hij te veel had toegegeeven. Hij oordeelde dat 'er geen zwarigheid was; laa/ze, zeide hij, tIIetie/pree/ren, zo kan men hO(Jretl wal ze te zeggen hebbm. Lie,'e WOUTEK, bernam de andere tot den Predikant. gIJ /rml GrJSEEKT niet; gij met"kt n;et, wot hIJ en de zijnen meI dal [preeke11 1'oorlubben l fflf11 beh()()f"I allts met order Ie d.en. V()()'ïll i'J deze lijden. Zul/m wij juist hier Ie Ifá,.l1Ionl wat niellwI ;11)'Oerell, 't 'WelÀ: nergens ;n gebruik is? rPi/Jen zij ,"1Ia de PrtdiÀ:aJ ie , [preken, laat ze dat doen; mOf/r wij vinden niet ge,.ndm. dat gij telkem na de preek. met zulke ,'ragen. ieder 'Yri/hel. zou.t ,eeven 61lJ te [preeIcen. WOUTER CORNELISZOON. :lon-
tODDE. (j/ln, Hotiri/lfJn e_ Ciju,ert, Nzn ~Ir) CODDE. (Jau, /lflfJrillan t~ Cijslurt, NIH 4er)
361
zonder voorbeeld gezeggelijk, liet ziB zig al weder ondlttrechten. ondwrechten. Hij bevroedde, dat hij al Ie voorbaarig in •t belooven geweest was, en geenzius op eigen' hand, in weêerwiI voornaamlie weêerwil der voornaamfte Leden, eene nieuwe en ongcwoone orde vermogt intevoeren. Leden. cn ongcwoolle in te voeren. lJij girlg, GI]SBEllT, met verzot'k verzoek dat hij ell ging, derhalven , zelf bij GJ]5DERT., hem vall van zijne de zijnen bem zij Ile belofte wilden antOa~n, ontOa:!n, voor dien tijd, .en en in de &edik:uie Predikatie Iwmcn. komen. Slicht.Crs vin van nieuwe ft'é1:cn ft'étcn zijn zelden zo infchikkelijk, infehikkelijk, w:lD. 'v:lD. Sticbters D~ VA;l/ neer zij voornemens zijn hun plnn dool' IC drijven. dri.iven. D.:! "A;)! DEI\ DEP. CODDES waren niet wel voldaan over dit afzeggen; nogtharu eODDES prediken zou, cn deeden den dea Jtwamen plaats,, daar men IJlen pr.ediken en decden I'wamen zij op de plaats z~;ne ",",ofte" "~ofl(in !tie/ti, hield, "Ij Predikant. aanzeggen , dIJt, Predikant,llanzelgen, tiQt, indien intiien hij 2~;ne zij z,uden houden. houtIen , en in tie de ,'ergodering ,'ergatierillg !romen. WOUTr.R de hunne 1/j,utien IrOtlZefI. WOl,IT<:1( deed hierop antwoorden: daf lere L;dllllulle" niet dot de all on iere Lidmllate" ltef lIet "iet gemaden ,'ondm, ~~1 en dat zij dit ten teil beSfe beste wilden gerond en ,'ouden. wild", houdeti. Hierallen buitlln de Ver~adering, Veriadering , en i.u op bleven zij alten eu gingen zamen in een weide, niet verre van de plaats, Jaar daar men predikte, zitteJ2 pruten, Predikatie duurde. praaten. zo lang de Predikmie Predjkant WOCTER WOL TER CORNELISZOON daarna vertrekkende, verDe Predikant mits de omfiandigheden om!l:andigbeden nie( uie( toelieten, toelieten. dat een Prediker lang QP oP iéne plaau PASCHlER DE FlplE, plaats bleef, kwalJ) kwam daarna de b~roemèe PASCHIER npm, PASCHIU. vree· welëer Predikant te Jtulr"S,'cJt, JOtlrsl'cJr, in zijne plaats. PASCHIU., zo bij hen beu den IJ)o1l4 mond fuoerde, bijzende Zeilde dat deze Leertouwes Leercouwes,, UJ ulet der tijd een nieuwe feéte feae zoudeu zondere vergaderingen. en Ulet 1lichten. DEJt nicbten, vond een mindellweg. mindenweg • daarin beUa;nde, beaa\lnde, dat de VAN DEA I,ergaCODDES en hunne aanhangers niet zouden fpreeken fprecken in de lI'erga.derin~, daar de Predik;lllt Predikant predikte; m:1ar maar dat men daarni daarna weder ~oude vergaderen. en dan die manier van fiichting, Jloude fiichtÏllg', die dic de VAN bcurtl:l1 ge· ge, DERCODDES voor de beste hielden, volgen. Dit zou bij beurten gaau , fchieden; de Predikant zeI[ zou in de tweede vergadering gaan. verm311nen daar mede in te komen. PAscHmR PAsclm:R en zijne hoorders venilaanen voorll:lg un aan hun voordraagen. JAN Jt.N VAN DER CPDDE CPDDl> ging dezen voorllag nam voor de anderen het woord op, en eit wonde cenig bebaagen bebugen in dezen voorflag die, buiten voorllag , maar opperde eene zwarigheid,· die. twijfel, bet aartiglle aartj~{le van de g:uafche gamfche historie is. Gmo11le1i, GetlOIlJUl, zei. zeiyoordenllJidJags op uwe Wijze wijze a/km zOl/de de IUj, hij. dat gij des "oordennJitidags zot/de l1'fdilrr:lI d.m -:.oudm ;:'01ld<:11 wii wij tot 1Jadmlldd.1t1g ml)et~i~ ',j,'oclJteJJ. lredi!tcH dRil 110demlliddng 1!1fJeUn ...·lIchtell.
zo
A;~ Al' ~
D~ Dlit
362
CODDE. (Jan, Hadriaalz en GijsIJert Van der)
Dat ;s waar, zeide PAiCHIER; mIltfr daar kan ik gUIl Z!l'aa. righeid in zien; want kiest iij den eenen dag, ik kies den anderen: wilt gij des ,'oordenl11iddags op uwe wijze prop/tetu. ren. ik zal des naden middags op mijne wijze predIken. De· ze awatlriglteid legt daar niet in, antwoordde VAN DER CODDE daar op, maar hier in: zo het gebeurde dat ik des morgens in uwe predikalil' zijnde, en iet lot (liclzlinl der gemeinte te zeggen hebbende, dat bij mij ,iidd tot nadenmid· dag, Cll ik l'oordenllliddag In'alll te jfer)' en , zoude ik vrU: 2en l'ere/oewd te u'ordm, 0111 dat ik,; hel geene ik tol jJh,'I' ting te zeggen had, niet Ilad lIitgl'/proken. Hierop bleeven de VAN DER CODDEi met de hunnen uit de Plediliatie, en vcrgaderden te !Parmollt, in een bijzonder huis. HlInne vlirgadering hieldenze ééns ter maand, op den eerllen Zondag van de Nieuwe Maan, op dat die van andere plaätzen, zonder aanzeg· ging:, den tijd zouden weeten. Zij hielden daarin deze orde. Eerst las iemand eenige kapi.telen Uit het Nieuwe Testament; daarna deed de Lezer, of iemand andets. een gebed. Na het gebed werd gevraagd, of iemand iets· tot de gemunte, tlit Uilige Propltetie of Geest/ijke gal'è, te zlg~en had? Heeft "mtlml eenige vertroosting of ,'er11laallillg, die gdieve IJIJt "oort te brelileIJ? Somtijds gebruikten zij de eigen woorden van den Apostel, I Cor. XIV: 27. Hierop !'cond dan iemand uit de vergadering op, l~s een fchriftuurplaats. te vooren lang bearbeid, en deed dan een Predikatie, die fomlijds een of twee uuren duurde; waarna men wederom vraagde, of' ~r ;emal1J was, die iet tot flidtil1g te zeggen had? Thans Hond een ander op, doende gelijk de eerlle. en dus tot den derden. PAS' CHIER verhallit dat hij het' er ,'ier 1it1 elka/lder !taft zien dom. Dit noemden zij propheteeren , e/1 dit zoge11t1(lmde propheteeren IItiurde van 's tn'onds tot 's morge1lS, hoog dag: prop'zcteerellde gemeenlijk hUllne h,orders ~'ast in jlaap; eli fclloon ze een ie· gelijk nodigdm om te /prukell, hie/den de Gebroeders VAN DER CODnI':, en hUllne ,'r;e/Jden, doorgaans. de "u·ht zo warm met hun preeIren, dat de andere, 0/ haddCII zij preekens lust, eerlier zotldm hebben moeten barflen. dali dat zij een beurl kO?lden krijgeR. Dl'
C')DDE. (Jon, H"tlrit/on m Cijshe,.t van d(r)
363
De nieuwe Propheeten, hiermede nog ni(![ vergenoegd, deeden al war zij kon~~n. om de Predikamen gehaat te maak en ; hen noeme:lde lediggnngers, Illije blliken, ytl,!lhtid doellders. die jl
ziende dat de
VAN DER CODDE5
zijne predi-
J:lltii!1l Ichllwden. vond geranden, om, zo veel mogelijk, de
fchellring te miiden, fomtijds mede deze vergadering (die Olin het Co/!tgie nocmde, en waarvan zij den na:lm van Colle;;imlfen gekregen hebhen) bij te \\'oonen, en zelfs onder hen, zo nIs zij hel noemden, te prop leteerm, op hoope van deze afged ,\a~l den weder te rccht tc brengen. Op zekeren tijd nam hij het woord op. zonder lext voor te leezen. Bij bekende. dat, in " Heeren Wgoril , dllÏdelij~ en dikwijls bçvolen word, elkander Aa3 ~
a64-
con
E L. (C.......)
tli onderwijzen, te verl1l:lanen 1113ar de wijze-vlln wijze-van te onderwijzen. verJD:Ianen en te troosten; maar doen, onder ben in gebnJik, oordeelde hij daartoe niet bekwaam. bek \Vaam. om dat het voor een mcnsch mensch onmogelij:, onmogelij:t was, vier of vijf bijzon. dere predil;atii!n, bijzonderc fioffen, tloffeil, te onthouden. onthoudcn. Betat Betllt predil;ati~n, over bijzondere was het, zijns oordeels , uit ééne goede teerrede Leerrede,• weinig goede leering onthouden, en die wel CO! te betrachten, dan dat men Jeering te omhonden, nachten door predil·ae, verwarde, en de gehede 113c1nen predikte, h~t geheugen verwarde. menfchen in iJaap !Jaap prcdik:e, gelijk men me1l op dezen lijd, tijd, zeide hij, Dlenfchen zie:1 kon. Eer PASCflJER ziini.! rede geëin.Hgd geëin.~igd had, Hond de jong. zie:l PASCflln zi;nl! fle Propheét CODOZ op. op, en zeide: Paschier, blirft fte Propheer JAN VAN DER CODD2 blieft "tt t~ wel we! tI! te zwijgm? zwijgen? PASCIJIER antwoordde daarop: Ik lIleclIdt "d Z~ meende dat i~i.i!r de (se" f5 e, oOIUe OOIlte WilS, dot het IJi,i!r Il'OS, zij1le zijIJe udellen redmen ten vol/en vollen uitteuitte· nat is waar, OER CODDE; COOOE; maar 111tJllr dtJllr [prekeIl ? flat [preken? woor, antwoordde VAN DER. danr fiaat, I Cor. XIV: 3'. 3e. Is 't dat /fant, dot een auder allder daar dnor zit/ende, zillmde. irt;etwt's geopmballrd wordt, zo zwijge de eerfle. PASCIIIER P,ASCllIER weder: lI'es geopmbaord worat, dacr /{e{t:1re)'('1J; maar met dat gij begint te [pree. fPree. donr j/'I/i! flnnt zo gefl:'zrel't'll; lum, zal wat geopenb.1Ord geopenb,1ard wordm; wort/eli; en ol.; ai; mm mell Itm, znl mij 1Ili.ifclu'en mi.ifclzien wot dim lext zo zoo wild.: wild..: "/liden, duiden, dan .'tet prop/leteere" prop/uteerm ;/1 Î/I diip/ldien text don zal zol ,~ct diiptl turen verandt:ren; waarop H<\DRJAAN H4DRJAAN b~kendc, tceren vernndcren; b.:kende, dat zijn broeder !lcze twism:de eindig,t~ door aantetoonl:n, aantctouU~l1. dat al hier mis had. !)cze twistrcJc eindigde en Drief had op hun. hun, het gene in ua dl:'zen Brief gezegd wa~, wa~ , zijne! zijn:.: bctrtkking betn:kkillg hau èie d~s Briels Brie!:; genoemd woruen. worden. die in het begin des PASCIWIR or: rmm rIl:>'E vcrhaalt dat JAN VAN VA'N DIm PASCIlI'3:P. DI: verhaalt., d:\[ DER coom: CODDi: zig tegen l1cm anderc bero(:mde, \Iem en andere beroemde, dat hij den Heiligen Geest met zllik zulk eene kracht had ontvangen, ne Apostel; zo dat daarvan, zelfs omvangen, als de ~et.hl!i5 daar hij rchlldde. Duch het zou ~et.hl!is hi) wa" wa!, rchudde. zon vreemd zijn, da~ zulke menfchen men[chen ooI: ook ge~lle mirakelen deeden; lIeeden; de Historie zegt, zegt. [omüjds, !.rroote grome wondercn ge· wonderen ge. dat door de gebedcn va,n hun, [omrijds, fchiedden. lVIen zie hiervan verder de Art. GEESTERAl'iUS l\IlIJNSBUJ!." Men GEESTERANUS en l\lIIJNSBU~· nMND~, liist:;rie Historie der 111. Deel. GERS. llR.\NO,-\" de,· Reform,uie, Refonllil/ie, 1U. o
CODEL, ( ....... jaar vijfdell vijftien honderd zes-cll-zeszes-cn-zesCOBEL, •••••••) was, in het jaaf (ig, Raadshcer aan het Hof van Brtlsfel, Brmfel, en dus in een der al. al~ig, Raadsheer lcrgevaarlijklle tijdperken. tijdpcrken. Kort na het overgeeven lergevaarlijkl1e overgeevcn van het ver· maarde Request der Edelen aan de Landvoogdesfe, hadden de Holland befiooten. befit>oten, een bijnt bijna dergeüjk derge~ j k verzoek ais: ~taaten van Hol/and In dit cle . Ed~ Ede.
eOE B ERG E R. (Wi'l1fe/t1/JS)
365
Edelen te doen, op den naam van OIJ/werp (mer lIlode"atie, tot matiging der Plakaatcl1. De Afgevaardigden, die gelast waren, hetzelve der Herwginne a3n te bieden, waren zo ras niet te Brt/sjèl gekomen, of zij vernamen d~t het Vertoog reed3 ten Hove gcleczcn was. COE[lEl. was het, die dit den Advoca~t niet alleenlijk bekend maakte. Rlaar 'er zelfs bijvoegde" hoe " dat bet Vertoog was bevonden te zijn van gelijken inhoud als " het Verzoekrchrirt der g'.'elen, die men GOl/ZW .nocmde. Cll " wel "er bedrijf bij den Koning zo kwaliik genomen werd, dat " zij gevaar liepen, in deszelts hooglle ongenade te yallen;' Rcrom gaf h:j in bedenken, of de Staaten , met het inl~verell van hun Vertoog, het bedrijf der Geuzen niee zouden billijken, en zig dus ook aan gelijk gevaar met hun bloot tlellen. Vervolgens overgaan de tot een onderzoek van het Vertoog zelf, merk. re hij aan, dat daarin eene vrijheid begeerd werd, die het land vuor allerhande verkiLlers en kwaaddoeners moest op~llfiellen: wdat het in"omcn van vreemde Leeraars , het openlijk prediken, de (,pfèhuddingen onder de Gemeente. en a'ldere zwaa: igh!del1 • die '..:r lIit te wachten waren, den Staaten zouden worden te Jast geleid. Ten bel1uite zeide hij" dat hun Vertoog geene \"rugt " doen zou. allO zij geen ander antwoord van de Landvoogdes. " re te wagten hadden, dan aan de Geuzen gegeeven was." Om a!le deze redenen werd dan ook het inleveren van het Vertoog genaakt. R"folutie yml IJo/land, van den 2811eu Julij J 566, bi. 30.
was Schifder van den Aam-Hertog en algemeen l.IewinJsman van de Bergen Fan Darmhertiglzcid (Banken v~n LeclJilJg) te Ermfcl. LE COMTE , en vóór hem "AN ~JANDER , zegt. dat hij è\!n leerling was .van 1IIARTi:N DE VOS, die overleden is in he: ja:Jt zestien honderd en vier. De eerne voegt 'er bij, dat COEllERGER verlit:fde op de dochter van zijnen Meefler, en dat hij, om di·! drift te verzet~n, een reis naar Rome dt!ed, \~elke naar zijn' zin uitviel. Van Rome [wk hij naar Napels, alwaar hij verliefd werd op de doch. cer van FRANCO, een vermaard Brabandsch Schilder, die hij ook Aa ~ leI COEBERGER, (WENSEl.AUS)
ALSERTUS,
j66
eOE n
OOR N.
(JlI{,I111~
VRn)
tcr vrouwe kreeg. Hij keerde me: haar naar Braband te rug. COEDERGZR ft:hilderde, te Antwerpen, jn de Kapel van de ArbaJent iers , c::n overheerlijken levensgrooten STEl'IIJ\NGS, enz. Hij w~s bovendien een bekwaam Bouwkunnenaar , en een kenner van I:Iledailks; waardoor hij in gunst van den Aarts-I-J.:rtog geraakt was, tot wien hij zig van /lntwerpen naar Bm.'.!eI begaf~ Me!öigvuldi;;e overneerlijke gebouwen, in Bl'flvand en rIaanderelI , Ilrekkcn als nog ten blijke Zijner bekwaamheid. Zie VAN AUNDER, LE Co:\ITE en 1l0Vr,RAKEN. Q\'er kleinzoon van GOOSEWYN VAN in den Jaare vij[ticn hond~rd [wee-en-zeventig, met \,'ILLE~l DEN EERSTEN, Prinfe van Ortm}e, uit Duitsclt/alld, waarin, niet verre van Fra1lkfort, he[ adelijk goed Cad/oom ligt, in de Nederlallden, volgens brricht van den EI. W. G. H~er 'R. E. M. VA"" BVR~IANJA, Ou,l-Ordinaris Raad van den Hove van Fries1.111d, gekomen, werd g,;buren in het jaar zestien honderd cenen-veertig, op de Ll.lsthove Lenillgr. Staate, thans in eigendom toebehoorende aan den Wel Ed. Ge(h. Heere J. s. VA:. WYli.EL, Ond-Secretaris van Hun Edchn. Gedeputeerde S:aa:cn van Friesland, en gelegen aan den Heeren weg onder J1ritzUlII; hebbende haaren lJaam Lettiflga of LetsgfJ, w:1arfchijnlijk, ontleend van een Tulhuis , dat hier a:ln den mond v:In de BO!'l1, of inham der Middel1zee, plagt gevol1è~n te worden, niet wrre van een Huis (lf Kasteel, Br;tzellburt;, dat aan het gantlèhe Oorp ziillcn naam gaf, tegen de JFuorma:me;J aangelebd, cn zelf, naar Frics/û/Jds vermaarden befchermer BRITZANUS, dus genoemd werd, gelijk h!i:\i.t uit het vQlgenqe opfchrifc yan zckereo necn, die, olld;:r de pcinhoopen van dat Kasteel, bevonden is: COEIIOORN, ()IENXI) VAN)
COElIOORN,
Bl'i!zmhur;:; bm ik gma:lt 7,'1' aren Brilzal1l1S wel bdlfJllt.
Zijn ,,:.der, mede GOSEWljN gen~amd, was, door de oudheid en adeldom van zijn gellacht , vermaard, en Kapitein van eene Compagnie voetvolk, die, in plaats van Lettinga Staatc, naderhand de Lusthove, het Bergmner Boscft genaamd, en in ei-
gen-
eOE
H OOR N.
(Memzo "an)
367
gendom toebehoorende aan HENDRTK CASIMlER, Prinfe van Naseu Stadhouder van Friesland, beef. bewoond. Niet verre van daar vondc men CCI') heuvelachtig veld, dat, ten dien tijde, nog ten eenemaale onbewoond lag. Hier was het dat onze l\lENNO, toen nog maar een jongeling, doch, van zijnen kundi. gen vader, in de eerrte beginzelell der Krijgskunde reeds voor· trelfdijk onclerweezen, zig zei ven oefende in het maaken van vestingwerken, het opwerpen van wallcn,het toefiellen van loopgravcn en mijnen; met één woord, van alles wat tot de wetenfchap v:m een en Krijgsbouwrnee!1:er wordt vereischt; en, 't geen ~ uit hoofde zijner jonge jaaren, het meer.e te verwonderen is, met zo groOt eene naauwkeurisheid en fhedigheid, dat mannen van aanzien, die. om de aangenaamheid der plaatre, te Bergum hunne Lusthuizen hadden aangelegd, reeds toen voorfpel. den, dat hij eerlang zulk een m~n llol;d te worden, als hij na~ derhand, lOt groot nllt van zijn Vaderland, bevonden is. Ten dien tijde blonk. in de Wiskunde en Vestingbouw, groot.. Iijks uit, DERNARDUS FULLENI1J5, die eerst der Stad, en daarna der !-looge Srhoole van Franeker, ten aanzienlijken luisler en fjeraad t1rekte, en, reeds hoog van jaaren, het !l:reelend gen cegen had, van çll1der zijne Leerlingen. Fries/and; beminden, doch zijnen Vaderlande te vroeg en op eeoe Jammerlijke wijze; oll'rukten Hdd, JAN WILLÓI FRISO. te mogen telkn. Gelukte't hem, dat hij, door ziine wijze lesfcl1, den Vorst aan zig verbO~Jd, bij COEFlOOrm, zijnen neef, heeft hij geene mindere verdkn!1:en ingelegd, door hem, geHjk ons van meer dan eellen kant gemeld is, in de leere der Wiskunde voortreffdijk te onderwijzen. Met de kennisfe der Wiskunde, die onbedriegelijke Befiuurrtcr van alle weténfchappen, behooreliik voorzien, vond hij zig in (mat gefl:eld, om, 't geen zijn fcherpzinnig ver!1:and had uitgevonden, daarna allengskens te voltooijcn en tot volmaaktheid te brengen. En op dat hij, gedachtig aan zo groot eene weldaad, den naam van zijnen zo waarden Meester aan de onfiertlijkhcid m05t wijden, heeft hij, aan den veriterkten doorgang, die door hem te Bergen op den Z001l1 is aan:;elegd, en waardoor de Stad met de Buitenwerken, cusfchen de Bolwerken, die bij den naam van Coe/Joorn en de lIfaagfi bekend zijn, verAa 5 eenigd
lau,
368
e O E H OOR N. (Menno ".n)
~Digd wordt, den naam van Fu/lenitls gegeeven; zijnde dit die verfrerkte doorgaug (Sortie~, door welken op dien tijd, (naar men zegt, van Troepen ontblout) de Fnznfchen, in den jaare 1747, in de Stad, die voor on winbaar gehuuden werd. zijn in· gedrongen. Zie het Art. IlERGEN OP DEN zomt. lntusfchen nam de roem van onzen CUEHOORN dng bij dag niet weinig toe: waarom HENRTX CASl~IIR. die milddaadige bcguntlieer van geleerdheid en weetcnlchapp~n, hem, trapswijze cn met algemeene goedkcuringe, tnt de houg/le krijgseerampteu heeft bevorderd, waarmede hij van de Friezen bekroond kon worden. Reeds in zijn zestiende jaar Kapitcin geworden zijnde, beefe hij. onder de verdedigers van 1!JtJtJSlric /1, door LODEWljK DEN VEI!RTIENDEN toen b.elegerd, grootlijks uitgeblûnkell. Geene mindere blijken van manhafte dapperheid en ongemecne kundigheid gaf bij, in de bloedige veldOagen, die 'cr bij SenIlef, CtJsfi'I en SI. Denys zijn voorgevallen; w:.ardoor re \Vege gebragt werd, dat hij, weinige jaaren daarna, op gunflige .aanbeveelinge van den Prinfe HENRI!{ CASUUR , tot Kolonel van btide de Battaillolls. NasftJu - Frieslalld genaamd, lOt zijne groote vcrgelloeginge. werd aan~eneld. In den ja;re 16112 heeft hij, bij zeker geval, met den Kapitein PAlN, die in de VestingbollwkunJe zeer bedreeven Wi" en geen' kleinen roem verworven had, hevi~lilk gezinto\ ist. Men vond derhalven goed, eene proef te ne~men, wie van beidetl in /laat ware. het beste plan van eenen verièerkten Vijfhoek te Jnaaken. WlIllt daar liep een gerucht, dat Kocl'erden, van die gedaante zijnde. met vaster werken omringd zûu worden. Dus heeft hij, 't geen van hem reeds voorlll:en overdacht was, meer bij geval dan met opzet in 't licht gegee\·en, en een alroo~dllu rend gedenkteken zijner kundigheid opgerecht. Immers in dit werkje heeft hij nieuwe beginzelen voorgefield ; doc? dezulke. die de natuur der zaaken zelve ter meesteresre en leidsvrouwe hebben, en afdeleid zijn, uit het geene 'er in de verdediginge van werken vereischt wordt, en evenredig gerchikt is naar de kracht en /lerkte der Wapen~n, waarvan men, ten dien einde. zig bedien en moet. Hieruit volgt nu, dat de zogenoemde Se'-OIJd fttJnquen weioig te beduiden hebben; dat laage Walsgangen
be-
eOE H OOft N.
(Menno van)
369
beter zijn dan hooge; en dat men inzonderheid zijne werken zo moet aanleggen, dat de vijanden, van welke plaats zij zlg ook meester manken, altoos groote zwaarigheid ontmoeten mogen, om zig uittebreiden en te dekken; ja dus heeft hij overvloediglijk Leweezen, dat 'er, in de oude zamenftelzels van verrl:erkinge, groote gebreken gevonden worden, en dat nog niemant, tot dien tijd toe, iets hadt uitgedacht, dat met het zijne kon in vergelijking komen. 't Ware te wenfchen dat dit zijn werk, 't welk de gunst en toegenegenheid van allen verdien me , niet de verfoeijelijke afgunst der Krijgsbouwmeefieren tegen hem had gaande gemaakt! Want fcllOon die, door verloop van tijd, wel fiontl te mind~rell, daar was, echter, geene hoop om ze ooit t'eenemaal uitgewischt te zien. Maar dit gewoone lot van zroore mannen fchrikte hem zo weinig af, dat het hem, in tegendeel, veel eer ten fcherpen fpoorOag diende, om 't begonnen werk kloekmoedig va on te zwen, en gunfchelijk te volLOoijcn. Ten getuige daarvan !1rekke het boek, dat door hem opge!l:eld en in 't licht werd gegeeven, onder den tij te! van Nieuwe Vestingbouw; een werk, dat kort na de uitgave. uit het Nederduitsch ilJ 't Frunsch vertaald. allen kundignn ruime !1offe vall verwo:lderinge gaf, gIllijk de !aate nakomelingrehap die daarin altoos vinden znl. Daarin heeft hij allereerst getrouwelijl{ befchree. ven de tweede,!ei handelwijze, die 'er, naar het oordeel der Fran[chen en naar zijn gevoelen, ter oprechtinge van eellen Zeshoek, op gelijke plautfen, moet in acht genomen worden. terwijl die voor een en Zeven- en Agthoek niet vergeeten worden. Vervolgens toont hij aan, met eene ongeloovelijke kundigheid van zaaken, niet alleen met wat geweld men ieder werk te befîrijden heb. be, maar ook wat 'er vereischt warde, om, be!l:reeden zijnde. het geweld van den aar.valler af te weeren. Eindelijk berekent hij llaauwkeurig, hoe hoog de kosten van 't eene en 't andere nood. z,aakelijk moeten fieigeren. Ieder van deze genoemde fiukken heeft hij zo uitvoerig en zo geleerd behandeld, dat hij, naar't algemeen gevoelen, de eerlle van allen is, die de natuur der Vestingwerken tot in den grond heeft doorgezien. Alles naamlijk met de ~iterfie naauwkeurigheid overweegende , heeft hij gefield.
37~
e O E H OOR N. (MlnnfJ "Im)
fiele!. dat men de Vestingwerken. wier krachten, naar evenredigheid van den grooteren afrland der plaatCen. die ze te verdedigen hebben, afileemen en minder worden, over het geheel, op zulk eene wijze moet aanleggen, dat de verder afgelegene tot dekking van de naastbijgelegene dienen, en allen. zo veel mogelijk, van verre voor 't gezicht verborgen \\'ordt!l1; dat die verdediging. boven alle anderen, den voorrang verdiene, waarin de Krijgsknechten de uatuur als leidsvrouw volgen; dar het. uit dien hoofde, noodzaakeIijk is, de werken zo in te richten, dat hunne verlengde [aces met die der naasrgelegene werken, welke ter hunner befcherminge dienen, rechte hoeken maaken; dat men, derhalven , zulk eene geda:mre aan zijne bltÎrenwerkee te geeven hehbe. als best gcfchikt is, om, uit het daarop geplaatlle gefchut. het veld in het verlenge!l der capi:aalen met de meeste I,racht te be[chieten; dat den belegeraaren niets hi.lderlijker zij, dan cl3t ze, op wat plaats het 001, zijn moge. uit verrch,-idene deelen der Vestingwerken bezien kunnen worden; dat men. uit dien hoofde, daarop voornaamlijk hebbe we te leggen. dat de vijand,'IJ, wt wat werk zij ook trachten te nadere\l, uit veele llanstgelegt:lle werken, met een grooter menigte van kanon, he\'igWk h"(c'1Oo:en kunnen worden, dan 't hun mogelijk is op de plaatCell van (Ie" aanval te g~brlliken; dat alle Vestingwerken, het o\'erigl' geliik ziinde. voor dès te flerker te houden zijn. Daar manIe 'er mepigvuldi:::er ::an\'alien vereischt worden om ze t~ overmeesren ; l:at dezelve, om die reden. zo het gemaklijk te doen ,'alt, door eenige nfinijdingen llIoeten gefcheiden worden; dat, eindeliik. de bOIll 111 t:n , en wat men meer g-ewoon is, van boven ill belegerde Vestin;.;en IC werpen, wel het allergrootUe gevaar aal:brengen : waarom IJlen zilne Vestingwerken van zo groot eene ruimte moet maak en , clat de Soldaatcn, met hunne kr1jgsger~ecJC~happen, en alles wal 'er verder tot de verdediging vel'eischt word, geen gevaar mogen loopen, om. van wegens de engte der plaatCen, verlaoren te gaan. 't Geen hij, in 't bijzonder, over den BedekteR-weg, deszelfs Borstweering en den Walsgang der Courtine ten papiere heeft gebragt , komt ons voor van zeer groor belang te ziju. Hij heeft, DIIamlijk, aan de BOIstWeering van den Bedekten-weg, zo klein
ceue
TAFET TAFEL '-".u
X DEEEL.bl. 370
x. D EE L.~..,. bI. 370
COJ<'HOORN. ~~ .~I~~!!!!!!~~:~j~~!!!!!!!~~~~======-~========~~~~-~~!!!_~_. ===============:~=====--=== eOE f-l 00 R N.
\~F I1f11
3
~OOgeweest met KNKu-
'à?
Hoo....... ...di, .,buwd ,.huwd,, IS is
niguntla ••• van BI· Biuigu.J. br.. uk ui, ". eeo vrij. b,.. wijh"'lijk .,Ooch, g,aocht h'''''ik V", Fr.dmk F,..k..,.... "0 ..J,
11
I
I ~,"" U" I'
.H" a
d!~ Fr~dm/a,J,'
H G h d• " Gedocht , , , . .. von0 ·,.. H"d, H, Id • wi .., I.v""reh.. i"..,fcb," wo, wij b""" bi,,,,, w,,"' o",.",'""d h,bb... w" w" 0o" ,,"'''.'ft,id b,bbat. 00.· fp,ooglijk uil ui, Frn.kml•• d. f!"ooglijk ddln" dot d" vnl' '" w.i ru' het h" diilt'" vrij, Rijksfiad Frllnlrfort. "wu, alwaar,, , R'I "'"'d P,o.,Aft.". volg,", "'wlj".g .auwo"me v," voig,o, "". d' d, koHt ..nkmla.J. g.I,. """ von vo. pFra",,'a.'. gen W:lS was het Adelijk goed COEHOORN, COEHOORN • of ({cuhornsk.... D. d" ..,v.. De dj, d d,..... te vooren komt. komt, was
g""
'''Ik.0' K~k,,,,'''Ile.
N. VAN COEHOORN. die ge. jaar leeft heeft omtrent het N. J 5'20, v," en",o'N. d" on, ge. ûjnde Kapitein hee" om'te" ho< j,,, der de troupes van de Frnll"ou. Kreits; zijod. Kop;,"o, on, hij had t .. r lrifche de F,allvrouwe N. Y//In fèrmode, Irifche KreIts; hit had t·'r bij welkctN. hij é6n' vrouwe Yllln teelde fermade, bij welkfi hij teelde één'
Ie."
d~r trou~es van,~e
11 '00 •• zoon,
"I1 11
-'I
liet na één' ZOOB, ZOOR,
WIJN "'J"
HET oe 1
GESLACH1" GESLACHr LiESLACHT
_
eo~·
LAM3ERTUS VANCOEGOSEWIjN LAMnERTUS. VAN eOE- GoSEWIJN,ofGos. GoSEWIJN, of GOS- GOSEWIJN
I
I1
'
VAN va'"
VAN VAN. co,·
HOORN. HOORN, die In in S7m met P,i" Prins IJ " . met /PiIk,. ok. IPIlkm den Err· &r·
P",.wtn.i",h ft".ui. nuit,,>. io do d, Nr, /"'. in Nt,
In...
"erlantlen geko· lier/antlengekomen ,.. is. 10 In 0"" Oost· mon
Fri" ..",.ouw· Fri'.,....ouw· d, "j do hij m
gefprolen "b,, gefpm""
V~N GID~ON Appm"~d.,,, CO~1I00R~,
VAN GIDI!:ONVANCOEIIOOR:'J, VAN co.. 00'" •• di, dic" eo,"oo," d" d"" dppi'god.", ter VroUIV had trouwde trouw,le met .s'ytskl! N. N N •,en daar yan /l,.md Houweráa,dochN. '" d,.. vn. •• doeh. bij v",wok"" ver wok.. , '" ".. '" voo ",u Dl,"", At"" YOU /l,.w",,,, v," H,••"da • H'" w, Tu Af.",,,, Trr M ••" co dppl.. Appi'. gadaw, alwaar hij gat/am, begraven Gih,,, ..,, ligt. lig" Ci· dro. "" "' 'twee d". WC< ",,,,,", ZOon,",
~j'tske
"et ",.
__
_
LA~lnERTUS VA~ ui<~OE~IOORN, COEnOORN, zoon ,yan van CofeWiJ'll ,'nn Coe- A. GOfeU."111 " "o.'! ''''''. ",w,k, bow"ijk, d", '"'''' wwek, uu 'i,. "1 ",ft, huw.hl" d", ~" Diik,,,,, van OostdorJp;crad?eI, Prins OostJongerad.?eI, en eemge eenige Jaaren jaaren Pa~le Pil~ie v~nD"kg",'
PHIUBERT PHlLE. BERT
eOE. VAN COEHOO,". doe di, ,«
LA)JnERTUS
VA:s'
/+,.".
wo,
0 ",".
Jnl/em Predrik 'On van N'''f.' Nasfnu •, ," als "fi"'''.nd, Dsfi{leerende by by d.".If, deszelfs Will"" b" ...IOoi" <eJ,id"d, ,d,ldend, hij bi; "0 "0 d, d. "cb,"b "eh,,,h.. d. d.. G,,,,.. b""''''i,, d"" G,,,", "0' v," Zij, Zijo "o",b,id. 11....,hdd. ddon .. P,i" P
on lI,.werd.. i, N. N, '0' S'!'d'"".. W geweest Luit. Col. en teelde bij dezdve dezelve twee dochters, als: van een .. regiment te "'" ,Im"" " . .oot. .. Comm",d, N. d''''. o'g' ong'hu "Comm'od. 'ou C" ",""U. No• va, C' h Wt g,aOtveo. (\ n, "" Elif.,,,hvo. ... , di, "" Enf.'''. va. C"h" C"k"", "'. mOt mm h.d b.d Six,., Sixru, A,. A.· ".i., Ca,"m.. ".i.. onu vo. C.Ia",.. • Co,!",!:N . Go,,..,'. v,"eo""''''N, ""com'O'N • Kapircill v," van er" een Cmn· Cum, ,z Tl"""" ['mrims Yon "tin C'''!'''''. Codloorn, d. de oudlk oudfie "on ZCOn uit het tweed, tweede K.p"'''' p'g,'''''u". huw,1l jkk "" p,.,i' " ,u
M,,", DI""
C"'"" c"/,,,,, '"
'0<,.&"'m,.,,,. RP"..",.,.
UW, ""0"".
m", ~huwd. U"
de~naale ~w//ic,,"'e I "'''' IJ",,,., é~n, ~éll, I
167~
'li' ,
JJfagda~~na Wi,..
.,~
j
Coc.~·OOrtl,
6 SJ'tslc ,'mi Coe,~'oorn, ge,hnwd Sj'!slc l'ml ge.hnwd aan Johnnms Jolranms Fullmi:Js, Ftif/eni!Js, OntOmvanger vungd van \'an de: dc: Verpondmgen te Bergm op den dm Zoom en St cCflb~l'gclJ. SIc:cllb~"geIJ.
7
:;;I~ : ~ ~=~~~~~~~~~~~~~~~=:=~~~~I~ ~~ l.~ 111'~ " Tl~odoor, • ri'd ére~
VAN
}O!If:1::;~S ,'all roe.'zoom, }Ohfll.':i!S "all roe,'zoortl, ~urgemeet1e:_ ~urgemcefie~. der Stad SlotnI, Slotm, ?ed, pu[~C'rd~ ~tnat van Frus!lJIld; ZIjne vrouw WllS th put':l'rdt! Fn(s!al1d; zIJne was Gro-
ti'J .,,,,"'., i/1ájern: h"m, hWlUe dt', drie d",h'm duchtcrs ""eo, w~ren: C. C. Ii"
•
;;
~~
:
Cofelllijn T,'zeodoor, BaBa· B. I. J. Roe/tm ..... I h B"""Ii", h d inCM. h tl ,'tlu.(oelzoorn, Gofewljn Colo- C. •• huna ,'on .loe/zoom, is 111 Roe'-ti BtIlVetim J. hoorn, dure/intrad Ynn. CoeJ. C.'k.ri Cntnnrinll JI1ogtlnleA.rdl. 'On 0D.••• •• ftf'Cdoit. wo '"0 C""Mrn. C''''oo,". ou d. . . ,Lui'" ,"k mo< H. ui... h,,,. h"" I,"gd ,"gd g."u,. g'I1o'. .0 .... oud. • ••. Co< !".' w'";k io , Coehoorn ColoDorn, tra mHrr. fie zoon van 1I1enno nel manuss.tfen Wojde ven. 11_ fIlenno "on ,'on nnanel t titulair. tli 11 Coehoorn, Burgemeefler K Corh"r • • Bu'g"",eelk, .., Colonel Klpi"io. • ..dS/,u., "i. o.g,buwd on,.huw ,. d" S S"d SM". '" "" m,· m'· gofto. 'p'"". •• Ano. Anua Mo,i. Atoria van ..u 11 d. G,d'pu""d, G,d'p..,,,d. Sm" v... ",h,,,,, d, S.." V. ",. .... A.ft A.ft•• •• ronesfe van Coch,orn fiierf o.g,howd. ongehuwd. 4. 4- Mennq, M..... Baron ' ..on van vo. C"koorn. 0 .." von vo. lJmdrik Cafilllir, Cafimir, Baror, Leerdam. 3. I!C1Idrik Leeraam. van Cochoorn Coc hoorn , LulteLuitenam CoIo~lel S. Catharina CoIollel . en I?irecDirec5. Cathllrina J11ngdo/eJ11ngánle". v.. Coehoorn, rn, teur d" der '0",6"",", Fortificaticll. 1111,t< ynn fli kon '" ..." .' " ..on"C. v," g,boon" fiierf kort na haare 4• .1"'/;0, .Al1Ielia, eOe/lOOm,llarone5fe van aan Coeltoorn. gehuwd aan J11arlÏlIus S,-.'zelt11lga, g,boo..,. 1l1ül'tÏ1lus Schel/inga, Grietman van JchoterIfllJd. /1 Grietman van JchoterI.
cti~:~ideie'~:~~: ~ •d°~
m",
7S~, v"~,kt'75'.
m""
17I~, M,'
A.",,~
;::~~.' ~eWoi;;:
•.
I
1I
w,rd".',,'. 3. (
3. M
,._
Ba~or,
A
'I
I\1 I
.,110.. ,.1\0,.
8"'..... "" Z".,
1 1
C"""'''.
",h..
"ot
gehuw~
~
I1
I1 /1
falld.
111
I
~~
~s ~< ~l ~ü-=== .., == ~ _. _-==.~ ~~=====~~~~'~Iili~~;~~~~~~~~~ __ ~~~~~~~i_~~~_~_~_~~~~~~~~~~~~~~~~~i~~~~i~~ _____'~~ I tä~ :~i~iii;~~~~~iiiiiiiiiiiii~~iiiii~~~Ü~
eOE H
OOR N.
(lIfennll van)
371
eene helling gegeeven, dat het moeijelijk valle, dien door mid. del van gefchm over hoop te werpen: 'I welk de reden is dJt dit dus zeer (lerk Vestingwerk, waarvan de uitvinding aan den. in de Krijgskunde. grooteliJks vermaardèl1 ilIAURIT;, Prinfè van Oumje, wordt toegdchreeven, niet dan door eenen zeer gevaarlijken aanval, of door ondermijningeIJ. wier toellel eenen onvermoeid~11 ~rbe,d en langen tijd vercische, te overwinnen zij; doch hij wil aan den Bedekten-weJ • nanr de gracht toe, zulk eene fchuinfche afhelling gegeeven hebben, dat zijn binnenkant met de hoogte van het zom~rwater gelijk lIaat: dus zal naamiijk de bezetting zlg met des te minder gevaar kunnen verdedigen; dus zal' ze zig gemakiijker naar de Stad kunnen te rug begeeven; dus zullen de vijanden. na 't vermeesteren van den Bedekten-weg, grooter gebrek aan :tarde hebben, om de gracht daarmede te dammen. Het denkbeeld van dergehjk eene verllerkinge, om dit, in 't voorbijgaan, aan te merken, is hem, misfchien, te binnen gekomen, ten tijde der belegeringe van· ~laast/'icht, voorgevallen in den jilnre zestien honderd vier.en-zevenrig, waarin hij zag dat de vijand, uit de reeds veroverde Halvemaan, w~rd Ie rug gedreeven. Den Walsgang der Courtine heefe hij veellaager dan de overige van dien zclfden omtrek gemaakt, op dat, door het daarop geplaatlle gefchut, de vijanden, na het Verl11ilesteren der Hlllvemaall, daar uit of verdreeven mogen wordell, of ten millllen beroofd van de groOtc voordcelen , die zij d3arvan l10nden te trekkeIl. Eindelijk, om nu veele andere dingen, den hoog. flen lof waardig, met· fiilzwijgen voorbij te gaan, heeft hij ecwond dat men de Vestingwerken, naar den onderfcheiden' a3rt van plaatfen en gronden, moet veranderen, en door rchrandere afbeeldingen opgegecven, naar welke men de zijde der Steden, daar ze van de rivieren befpoeld worden. zou kunnen verflerkell. Een fchoon en uitmuntend werk, indedaad ! waardig om allen 'Krijgsbouwmeelleren ten handbol~k re (trekken; ee:1 werk, dat W1LLE~1 DE VIERDE menigmaal heeft doorgeloopen, maar nooit zonder zil!; over het doorluchtig v~rfl:and van dien onllerflijken man grootlijks te verwonderen. Nogthans 4:ijll 'cr gevonden, die de werken van C02HOORN aao-
372
e O E H OOR N. (ilfeflfllJ van)
aandachtiglijk overwogen hebbende, zig lieten vooraaan , dat bij, door de ondervinding geleerd, zijne lesfen vnn veraerkinge grootlijks veranderd had. Maar deze hebben niet bedacht, dat op dien zelfd.: tijd, waarop zijn boek werd in 't licht gegeevell, door den wijdberoemden VAUUA:\' is oIJtdekt, dat die nukken gefi:hut, tot het vermeesteren van eenig Vestingwerk, inzonderheid veel toebrengen. door welke de Walsgangen in het lang belchooten worden. En, indedaad , zij zijn ten hoogflen dienfl:ig, niet :llleen om de Krijgsgereedfchappen te \'ernielco, maar ook om de verdedigers uit hunne posten te verdrijven, voornaamlijk wanneer de kogels uit aukken Kanon, onder kleine hoeken gericht, gefchooten worden. Want neergevallen zijnde, fpringen zij drie of vier maaIen weder op, en even zo vecle maaIen treffen zij. waarlchijnelijk, of de bezettelingen • of het gefchut, en het geen IDen verder ter vedediginge doorgaans bezigt. Doch deze dingen in aanmcrkinge genomen hebbende, doorzag de fcherpziende man ontwijfelbaar, dat Vestingwerken, zonder breede Walsgall~en (Coul're Ft/ces), die te vooren door hem zelven waren uitgedacht, om de Ft/ces der Bolwerken daarmede te dekken, weinig nut zouden doen, en dat men de uitvinding van vAUBAN viet beter kon te keer gaan, dan d::Jor, ten gebruike Vlm 't gefchut, zulke Vestingswerken te maaken, als door hunne ruimte en liggiug den vijand krachtigst beleueden, om alle de bijzondere Werken indiervoegen Ie berchieten. Onderrusfcbeu kan men niet ontkennen, dat hij, uit eene e;t andere beJegeringe, geleerd kan hebben, dat men juist geen grooten fraat moet maaken op Werken, die, 1èhoon vernuftig toegefield • grooler beleid en kundigheid vereisfchen, dan men doorgaans aan het Krijgsvolk kan toefchrijven. En dit is, naar mijne gedachten, de waare reden, waarom de door hem gebouwde Werken veel eenvoudiger zijn, dan die, welke hij in zijn onvergelijkelijk werk, de NiétJwe Yestingbotlw, heeft be· fcbreeven. Ook kan men niet ontkennen, dat men dien verwonderenswaardigen vorm van wallen, we,ke laater van hem is uitgevonden. en waarmede hij Bergen op dm Z00111 heeft omringd, bayen alle andaen te [chanen bebbe 1 om dat daarin, gelijk de onder-
eOE H
OOR N. (Mmr.() Vtm)
373
dervinding geleerd heefe" mee het allergrootfl:e geweld van een fiaig donderend geCchut, naa!lwelijk5 bres te Cchieten valt. Voor het overit;e beefe hij de beginze!en, die ~nen in zijne uitgegeevene boeken vindt, in de Werken, dil: v~n hem gema:da: zijn, altoos gevolgd. Dan ons b~ll:ek verpligt ons, om den afrebro~~enen draad der gefchledenisfen te hervatten. Toen nu 't oorlogwuur op nieuw omHoken was, zo haast WILLIm DE DERD!::, van den troon van GrofJt-Brittanjc zlg verzekerd had, heefe hij, in beide de belegeringen, van Kcizf!f'$!MtIf'd en BOII, die door den Keurvorst Van Bmndmburg, Grootvaèer VRll wijlen l'REDRIK DEN DERDEN, Konillg van Pr/lisfen, zijn ingenomen, cenen zeer grootcn roem verworven. Hij haà naamlijk rond en openlijk gezegd, dae Bon. tot dUi verre met weinig voorfpoed belegerd, op ee~ andere wijze ligrelijk te winnen ware. De Keurvorse, door dit zeggen bewoogen, maakte, nallr her gevoelen van COEHOOR:.'{, de ver· eischte ver~nderjng in de wijze der belegeringe, ~n zag, in kor[en tijd. zig meester van de Stad. In erkeneenisfe hiervan verklaarde de Overwinnaar aan dien wijzen raadsman, dat hij hem tor Kolonel over twee Bataiilons en tot Generaa!-l\hjor verhd.en wilde, indifn hij befluitcn kon onder l'!iine banieren 'I'OOl'lsal\ te ftrijtien. l)Qch hij, met te groote liefde voor de Vrlihekl en 'Zijn Vaderland be<:ield, heeft die aanzienlijke eerampten beleefdelijk van t!c hand geweezen. In het volgende jaar als Brigadier dienende. heert hij den vermaarden OJg van Fleurij bijgewoond, en met age BatailloIls, die door hem werden a:tngevoerd, aan eene groote menigte v.an vii. andlijke bendc;n eell langduurigen en dapperen tegenftand gebaden, tot dat hij eindelijk, van alle kanten door ~ijne ViJ1illlkn omfingeld, ontwijfelbaar in hUllne handen had moeten vallen. zo hij niee, door eene on voorbeeldige getrouwht!hi van zij'l1et1 Ioiienseknccht, wondeI!ijk ware gered geworden. WaRrfcbijnel!jic heeft eOEHOOR:i die benden aangevoerd, welke van den Hertog VAN l.l:y.E:I~nURG zo zeer zijn geroemd geworden. Wie zou niet gel')oven, dat een man, door zo groot eelle liefde tot zijn Vaderland, door zo groot eene dapperheid, en door zo groOt eene kundigheid ten hoogllen vermaard, veel nco
374
e O E H OOR N.
(iv[ehno Ylm) ..
_--------
hooger en aanzknlijker cerampten hadt moeten verkrijgen! En, echter, is het anders uitgevalIeIJ; zijnde hij zelfs van het eerampt, tot dien tijd door hem bekleed, verlaaten, terwijl men hem l1egts het bevel over de twee Jh:aiIJons behuuden liet. Dit was de reden, dat hij, die zig zijner onfchuld en \'erdienfien ten vollrn bewust was, om tegen geen e bittere afgunst langer te wnrllelen, de Krijgsampten !led~rleide. die het dankbaar Friesland hem had opgedraagen. Maar Nederlands Held, WILLE~I DE DERDE. kuunende noclt wiilende gedoogen, dat het Gemeenebest van zu groot een en 1\1an "\lor altoos beroofd zou worden, heeft hem, l;ort daarna, aan het hoofd geilèld van het Regiment, dat toen, door den dood van den Gra:lf VA:-I STJERli.\!:, was opengev:lllen, en hem daarmede naar !'vamen gezonden, om het KastEel dier ~rad , door eenig nieuw werk, nog vaster dan voorheen w maak en: waarom hij, na het volvoeren van dien last, :I:ln 't nieuwe werk den naam van lI"tï/ifJ1!1 gaf. Dat dit nieuwe werk de verovering van 't Kasteel niet weinig vertraagde, he~ft de helegering van het volgende jaar onteget: .. zeggelijk beweezen. Toen immers de groote Krijg,kundige VAU' DAN. met de loopgraaven, tot aan den Bedei;re:l-lVeg gevorderd waS, hebben de Fra;;jè!/Cfl, in drie dagen, de Stad wrüverd. Maar .COEHOORN heeft de vcrrchanling, waarvan hij zelf Uitvinder, Bouwmeester en Bevelhebber W~lS, doch die, door de kortheid van tijd, nog nict geheel voltooid had konl1<:n worden, met vijftien honderd man, eens zo lang, kloekmoedig:ijk verdedigd; niettegen!bande vijrti~n Vaandelen, duor zeven ilataillons onderfleund. twee dagen na elkander, van negen uurcn des morgens tot twee uure des nmniddags. daarop de allcrgewcldigle a~nval len derden: ja hij zou ze, hoe eerlijk de vuorgefh:lde voorwaarden ook moglen geweest zijn, niet hebben ov.;rgegecven, zo het hem, door de fchuld van anderen, niet aan veele noodwendigheden ontbroken badde, en hij zelf niet zwnarlijk ware gilwond geworden. Na het overgaan van dit Fort, hebben de grootrle Krijg'bouwmeel1ers, die 'cr ooit gevond!.!n werd!.!n, elkander vriend~lijk gegrallt. VAUllAN, onzen COEHOOR:-I zeer beleefikliji.: aanij)rCd;ende,
eOE H OOR N. (Menno v/m)
a7S
de, deed hem de eer van te zeggen: zevenmaal had ik de batterijen van het gefchut veranderd, yoo,. dat ik eenen aanvat op uwe verfchanjing heb dun'en dom. Voortreffelijke verdediging, indedaad , en des te lofwaardiger, om dat het Kasteel, van den vijand met gelijke kracht be1Îreeden, het maar alleen vier dagen heeft kunnen houden. Zo veel ligt 'er aan gelegen, van wat gedaame de Vestingwerken zijn, en van wien ze verdedigd worden. Hoewel nu deze dingen, ten grooten deele, in onze Jaarboeken te leezen zijn, (zie EuroPifche 1I1erkurius van het jaar .1692, bI. 303. enz.) heeft 'lechter , de vermaarde FEUQUIERE geene zwaarigheid gemaakt. in zijne Gedel1k!èhl'iften (VI. Deel, p. I511.) te boek te /laan, dllt eOEIIOOR1\'", de ver/lerking, die den naam Wi/fiam draagt, gebouwd hebbende, zig lier voor/laan. dat dezelve aerst moest beflreden worden, voor dat men het Kasteel zelf kon inneemen; doch dat de Fran[chen, onder VAUBAN, zonder eenige licht daar op te flaan, het Kasteel overwonnen hebben. Dnar nu gelijktijdige Vreemdeiingen zig niet ontzagen, dergelijke dingen ui:relban, Wilt zullen wij wel nier denken, dat 'er. door zij:le heimelijke benijders en afguntligen, ondernomen is, wat1neer ze zagen,. dat zijne grootheid van moed, en wakkerheid van geest hlln merke!ijl~ in den weg fiond, om zelve in achringe te geraaken? Hoe het ook zij, het is, waarrchijneliik, aan de /leeds toeneemelld~ 3t~unst zijner rijdg,~nooti:n te wijten, dat WILLE;\l DE DERDE, toen hij, drie jaaren na dien tijd, Namen belegerde, den raad van COEBOORN, over de wijze der belegeringe, verzuimd heeft inteneemen. Onder zo veele merkwaardige dingen, als men wegens deze belegering vermeld vindt, had de uitmuntende Friejèhe Hoogleeraar WILHELMUS LORé, van wien de geheugenis nooit ver1l:erven zal, het navolgende, uit den mond van Zijnen meester FULLENIUS, gehoord. De Franfchen, meester van Namen zijnde, hadden, op den raad van VAUilAN, de heuvels, aan de noordzijde gelegen, met eenige /lerkten ,en het Kasteel met retranchememen dermaate ver1l:erkt, dat zij de Stad voor ollwinbaar hielden, en X. D E :n. Bb daar.
376
eOE H OOR. N. (Menno van)
daarom, op eene der poorten, deze woorden lieten zetteu: Zij kan ovcrgegecven, maar niet overwonnen worden. Geduurende eenige dagen van het beleg, waren ook veelen metderdaad van dát gevoelen, om dat men, met de loopgraven, tot aan de Stad en het Kasteel gevorderd zijnde, ontelbaare kogels genoegzaam te vcrgeefsch gefpild h:ld. Ondermsfchen had COEYOORN, in 't bij. zijn zijner vrienden, openlijk gezegd, dat de Stad op zulk eene wijze onmogelijk te winnell ware. Dit zeggen kwam wel haast ter ooren des Konings, bij wien hij daarop ombooden. en over de wijze der belegeringe gevraagd en onderhouden werd. Zijne antwoorden gaven den Koning zo veel genoegen, dat hem, van !tonden aan, de zorge van het beleg werd aanbevolen. Teritond hierop verplaatst eOEHOORN de Batterijen aan de oostzijde Valt ae llfaaze, nevens de St. Nicotaas Poort; de zulken ) van welke hij deswegen werd uitgelachen, toeduwende: lYaterpas liegt 'i iet. Vervolgends beukte hij de muuten der Stad, en de naast aan de rivier gelegene verfierkingen, uit zo ontzachlijk een getal van l1:ukken Kanon teffens, dat ze welhaast bezweeken en inl1:ort. teu. Hierdoor werd den- krijgsknechten gelegenheid gegeeven, om langs den kant, tusrchen de rivier en de verbrijzelde muuren. heenglippende , eenen f1:orm te doen: door welken onverwagten uit{]ag den belegerden zo groot een fchrik werd aangejaagd, dat ze weldra tot het befluit kwamen, om het te~en der overgave optefieken. De voorwaarden daarvan verfiaau hebbende, wenschte eOEilOORN den Koning daarover geluk. Vermids men nu gelegenheid had, om van dien kant der Stad, welke aan de Sambre was ~ het Kasteel re befl:ooken, 't geen anders niet te overwinnen was, gaf hij den raad, dat men:. van de andere kanten, hetzei ve i1egt~ flaanw befchieten moest, om 1t bloed der Krijgsknechten nieE vru~ht1oos te verfpillen , terwijl hij nog met het maaken der Batterijen bezig was; en dat men den vijanden, indien zij, hunnen mi's{]ag ziende, onclerneemen mogten, deze zijne pooging te beletten, en de Stad te vernielen. moest aanzeggen, dat zij dus de hunnen, die, in groote menigte, aldaar ziek of gewond lagen, groot nadeel zoude toebrengen. De Franfclzen, met deze on· gelukkigen l}1edelijden hebbende, lieten af van tegen dat deel der
Stad
c
0
~
JI
() 0
R N. (M't11fzO vdl1)
377
Stad verder te woeden. Honderd vijftien nukken Kanon en zeven-en-vijftig Mortieren, door hezorging van CORiJOORN, op de Batterijen geplaatst, heh~I\'en nog dertig andere nukken Kanon en agt Mortieren, \\'a~ruit het frort der Vestingwerken belChooten weid, hadden, binnen weinige da~en, het Kasteel met alle zijne (terkten zodanig ge beukt en geteil1erd, dot de KOllJng, als hij eenen allergé'weldigflen, maar teffens z~cr wijslijk bcituurden Horm ondefllomen had, en de Bezening niet durlde denken, dat ze in fiaat ware, eenen [lrccdell uitren~a!l, d;e on\Vid)~,:re Kasteel, mct allc zijnc fierktcn, onder zij"c lI1agt deed blikken, hoewel hetzelve eene zwaarc I}ezcning i'lhad, en door een' zeer dapperen 1üijgsoverfle verdedigd werd. De K.:urvorse VJ.N eu IER!!:-/' , met zo uitfteekend cene dappcrheid ingenomen, bdchonk COEIIOORN mce vijt nukken gc(i:bllt~ .Koning WILLEM DE DERDE verhief hem, om dezen zeer groOtCll dienst aan 't VadeIland , tot Luitenant-Generaal van de 1nl':1nterij. en Helde hem aan, met algemeene toeÎuichinge, lOt Opper-Vestingooll\\'meestcr. Ten zelfd~n tiJdl! bd'chonk hij hem me~ een aantienliJkcr Regill1cllt Hdllallders, en gaf h~m de vrijheid, om 't voorige. over 't Wcll; hij dus lang het bevel gevoerd had, te mogen overdraagen aan zijnen oudlten zoon; voor welke eer, nogrhans, COEHI)ORN, om dat zin zoon nog maar een tedet~ jongeling was, edelmoedig "cdr bedankt. Volkomen verg'~noegd met d~ aanzienlijk e~ralJ1pten, die men hem had opgedr~"gcn, w ..>iger je hij den raad te volgen van den Edelen BENTI=-K, Graaf van Port/anti, zijnen vriend en begunfliger, die hem lied, den Koning om het GOllwrnelllellt van Breda te verzoeken, IW!:1 reden geewnde van te d~nkcn. dat bij zulks ligtlijk vcnverwn zou. Ondertllsfchcn zagen zig de Nederlanders, wegens den zwak. ken en wankeIenden flaat der gezondlleid, waarin de honing valt Spanje zig bevond, aan nieuwe gevaarcn blootge[tdd. Lieden yan doorzicht hadden, reeds van ctVl!rlang, vooruitgezien, dat. indien hij zonder kinderen overleed, LODEWIJK DE XlV niet zou rusten, voor dat hij de landen der Spaan[chc heerfchappij op iemant van zijn huis hadt overgebragt ; waardoor zjjn Koningrijk ; IIlU den Aluidkao;, geheel veilig zijnde) in magt grootelijk~ zoude Bb 2 teC-
378
e O E HO 0
R
N. (Mtmno 'II.n)
toenemen. Alle heerrch~ppijen immers worden. het overige gelijk zijnde, juist zo veel !terker. als zij of weiniger , of gunmger rijken tot haare nabuuren hebben. Doch zulk eene omwen· teling van zaaken zou. ir:zonderheid voor de Vereenigde Gewes1en, zeer te duchten zijn geweest. Wam, indien de Koning van FmnkriJk de Spoanfche Nederlanden eens aan zijne Kroon gehecht had, zou hij onze grenzen', die men, in tijd van vrede, wegens den !taat van 'e Gemeenebest, niet altijd zodanig kan beo zetten, als wel behoort, ten allen tijde hebben kUntlen aanvallen. De Staaten , hoewel zij, ter voorkominge van deze dingen. reeds in tijd van vrede, hunne verbonden gemaakt hadden, hadden, echter, wiislijk niets verzuimd, van 't geene lOt wezenJiken dienst zou kunnen ziin , indien eens de zaak ongelukkig mogt uitvaller. Van hier dat de Algemeene Staaten en Koning WILLEM, in den jaare 1697, aan COEHOORN last gaven, om de Vestingwerken der bijzondere Gewesten naauwkeurig opteneemen, en ontwerpen en aftekeningen te maak en , naar welke zij. met nieuwe en fierkere werken, omringd en voorzien konden worden. Dien last getrouwlijk uitgevoerd, en het genoegen hebbende, Qat zijne ontwerpen en aftekeningen de goedkeuring wegdroegen. heeft hij allereerst den hoogen grond, ten zuiden van Groningen, welke naar den noordkant afneemt en een weinig buiten de Stad geheel ophoudt, en wiens uiterlle randen, naar het oosten en westen !trekkende, met het water, dat door de Slui· zen wordt opgehouden, onder water gezet kunnen worden, met verfchanfingen omgeeven, en daar door de Stad, die reeds, door baare ligging, zeer llerk is, om dat ze Hiet geheel en al kan worden ingellooten, bijkans omoegangUjk gemaakt. Dat, ter bewaa· ringe van Friesland en Holland. aan de behoudellisfe van Groningen veel gelegen zij, had Koning WILLEM, in het voor den Staat allerhachlijkfte Jaar 1672, reeds duidelijk begreepen. Terwijl de Stad, door den Bisfchop van Munfter. niet weinig benaauwd werd, kwam hij haar ,nog bij tijds, met de naaste be· zettingen dermaate te hulpe, dat de vereischte menigte van Krijgsknechten. door de dappere Burgers en lludeerende jeugd kloekmocdi,lijk onderlleund, zig in aaat bevouQ, om den vijand toC
e O E H OOR N. (Menno van)
37s)
tot het opbreeken van 't ondernomen beleg te noodzaaken. Daar. enboven heeft COEIIOORN de Bolwerken met eene gracht. die naar den binnenkant rchuins afdaalden, en tevens in plaats van Be· dektenweg dienden, volgens die zelfde regelen verllerkt, welke hij in zi nen Nieuwe Féstingbouw had voorgeileld. Want de Wal. len, dus meer voor het gezicht verborgen, zijn des te beter in fiaat om den belegeraar een langen tegenftand te bieden; en zij. die de Borstwecring van den lledektenweg te befchermen heb· ben, kunneq met veel minder gevaars vechten. Door die zelfäe fchikking heeft hij 't vraagllnk opgelost, 't welk de Vestingbouwmeesters reeds van overlang had bezig ge· bouden, op welk eene wiize, naamlijk , zulke verfchanfingen aangelegd moeten worden, welke men, wegens de hoogte van den grond, met geene grachten vol waters omrillge'l kan '? Daarenboven heeft de groote eOE HOOR."l' , voor de Vestingc1l van Nijmeegen, nieuwe Werken aangelegd, binnen welke de troupen, die msfchen de lVlaaze en IYaal gelegerd zijn, ingeval· le zij het daar te benaauwd krijgen, altoos een ,"eilige wijkplaats vinden. 't Is bekend, duc, door middel dier werken, deze ver· maarde Stad van Gelderland b~houden werd, toen de Hertog VAN BOCRGONDIE zig daarvan meester zocht te maaken. Vervolgens heeft hij al het vermogen van zijnen geest aan gewend naar Bergen op den Zoom, en deze Stad, waarvan Zee/ands beo houdenis, ten grooten deele, afhangr, llIet dien gewenschten uitilag verfterkt. dat haare Vestingen alle anderen, die 'er. feden dien tijd tOt hiertoe, gemaakt zi,n, zeer verre overtreJFen, en als een altoosduurend gedenkteken van dien grooten man geroemd werden. En, waarlijk, niet zonder groote reden. Aller. eerst heeft hij den grond, nabij de Stad gelegen, eenige voeten opgehoogd, en 'er, daarna, volgens zijne afcekeningcn, die vcrwonderenswaardige Wallen aangelegd, welke, voor den vloed der zee beveiligd. en van verre het gezicht misleidende, van nabij. door hunne Bolwerken en lVJijnen, verfchriklijk zijn. en, zo 't fçheen. door geen menschlijk vermogen hadden kunnen vermeesterd worden. Eindelijk, om nu de overige verdienilen, waardoor hij bet Vllderland grootlijks aan zjg verpligt heeft, met fiilzwijgen voor BbS ~
:a80
eOE
H
OOR N.
(Mmna
~'atJ)
bii te gaan. heefe hij nog. in een vrij uitvoerig ge[chrift. door hem zelven , ten dien tijde. aan den Raad van Stanten overgegeeven, dllid\!liji< ontvouwd. op welk eene wijze Friesland en Crolói1gl!11. te :en eenen aa:1ValIenden vijand, verdedi.~d kunnen worien; gdiik dit alles bliikt uit deR brief duor HII1 EdellVIog. de l.eJl'p\!to Staaten van Friesland, op den 14.,1cn ]alluarii 17°1. IIH CLEIWORN gez' .nden: want. wat he! gcfchrift zelf betreft, daarvan h~eft men, na alle aangewende moeiw, tot nogtoc, geen affèhrift I; unn.:n be~;om2n. Th2!1S zijn wij gevortle- d tot het allerheer1ijldlc, en aller aanp.1cht waardige gedel:kteken van 's Ulans onfl:erwlijken roem. Bij zeker toeval, naamlijk , is ons een papier Î:I handell gekomen. door de eigen hand van Q1:zen COEHû' R)l, in het begin dezer ~CI:l\VC, gefchreeven, tcn tijtel draagende : Fájè'Jciden' l'oorfldlcn, v(m 't geene 'er. IJij het 01lt/feekcn van rletl Oorlog, die i11S duigt, zal Ol moet gefchiedcn. 1\lcn leest daarin de volgende nadruklijke woorden: " Het is zl'el" lrotujèhi/nIIJk. dat het Vcrccnigd Nederland IUIII twee kmitfll, 1}(lomlzjk aan dien l'ai/ Gelderland en lira-
band. dOJr de VIjanden zal lI'ordm aon/Jetast: de vroag ;s, u'at om il1 zo hüc'lgtlijk Een ge "on,. te dom fla? ik l'oor mij bell "tIIl gel'oe/en, dal men ons kger tm/i·.'tm Nieuwegen en óe Gra"c' behoorde f.
e O E H OOR N.
(lI1erl11o van) (Mamo
::l3t :.131
ren, en dien tragfte trogft!! overtetrekken, ol'ertetr!!kken, kOl/den dl! de onzen eerst e('/"St de
W:lal Nieuwegen door wit/dr! I'an de Gierbrug, C12 eli ,'c1Tol W:laJ hii bij Niellwegcn 1IIiddd ww gends dm gmds d(,/I Rhijn bij Arnhem over{lcelwl, over(leekm, en zo 11aar 1/(wr dm den IJ IJ secl sCeJ zig begeevCfl, begeevetJ, 0111 om den Ffjand Fijand dm ol'ertoch: dier diet" rivierm r;vie,"en te he/I!ltm: be1eltell: elI elj zo hUil eindelijk dit mislukte. mislllKte • dienden dierzdm 3e, ze, n:ij1ls n:ij1/s oordee!s, mogelijkm [poed bilUIen oordeeIs , zig met al/en allen lllogelijkm bilmen do! Linielz Linie'l ,'oor Arnhem te begeel'en: 1I'a:lt Wal1t dm zoudellU! zoudetl'U tliet niet alleelz al!eetl il1 ill flaaf flaat zijn om 0110111 deze Stad te be/louden, behouden, lllflOJ" maar ook om de noodige 01/dl'1jleulli/lg elJ Hol\and doJle/Jlling langs !tlllgs de Betuwe noor naar Utrecht cn Holland te unden: doch wat !zet het l'ijandlijk l'i/and/ijk lcger betreft, dat gat ,'an l'an AntwcrAmwerp~n kOI1 k011 k0111en k01llen (1flllrukkC/1; aonl"ukkm; 11lijm mijns oordeeIs oordeels • 1IIOestell 'er eenige duÎzmd duizmd mali, mail, mar of 1Ilitz, 1IIill, lla ria dat het /zet getal onzer troepen zulks toeliet, toetiet , geplaatst gep/flatst worden in ilJ de LiflÎen, Lillien, (*) die ter Ier v.?rcc:nigÎIJge vi!Tcelligil1ge I'flti ~'(J1J ilergen ilergen et1 en Steenbergen zijn zIjn oOllgelegd. aangelegd, dewijl zij daar veilig Stedelz vei/ig komJeII kont/C/1 liggen, ligge1l, de twee genoemde Stedetl l'c!'-/len:le:J, el1 e1/ in i1/ flaat ziin zi;12 om den f/ijalld, f/i;al1d, zo en Zeeland bc[c,'zen:lC!z, toel'oer oftefl1ijden: hl} lIaar hij tiaar Ereda mogt trekken, trekkm , den toevoer aftefnijden: maar zo de ol'erll/ogt )'mi deN f/ijal1d f/ijalld Z? I'ecl gro?tcI" ol'el"lllagt ,'all zo l'ecl gro?tcr ware, dat !JI} Mj OIlZI! ollze troepen konde kondi? bedll'ingm, bedwingelI , en deze d(ze Slad ,Stad belegeren, brlt'gel"cn, ZOI/ZO/lden in korteIl dm de Ollzell Ol/Ze/l l'oorzcÁ'er J'oorzeker ill kortelI tijd, uit de 11fIflSte Iwaste brut/inbeuttilJgeil tot een !Jell em genoegzaam getal ver1lJI.'erderd vermeerderd k(;lI11en kOll/Jen worden. wordel) • om daan'lw daa/"l'flIl cm gepast [!,gedeelte edeelte te jè 'leepe luwr Ilaar Vlaanderen te ,'oeren, en daarmede dell de/I f/ijand tot het opbred:e/l opbreeken 1'1111 Win 't 011dernomen beleg be/cg te noodzaaKen. noodzaaken. "
Wie zou niet groo:lijks w6nfchcn, wenfchell, dat men dezen raad, dien ten hoogfteIl hoog[len waardig. had opgcvol~d! opgevol~d! Dus im" imw;jzen w;jzell Veldheer teil mers zou Ni/megeIJ Ni/mege/l niet in het uiterfte /!:evaar /!:eva:lr gekomen zijn. waarin ~'aarin het zig ~ebragt heeft gezien; hoewel men alleen daarin van COEH001U,'S COElIOOaN'S gevoelen wa.s was argeweekcn. afgeweeken. dat men onze troepen,
C·) Deze verflerking, die. door drie werken. werken, bij uitllek annaanzienlijk is. werd, op bevel van den grooten Veldheer, mEDRJlC ~'r.EDRJJC HENDRIK, PrinCe van Oranje, lIENDRIK, Oranjc, in den janre jallre zestien honderd agr· agr" en-twilltig en-tw4lltig aangelegd. Bb 4
gS22
eOE H
OOR N.
(JJ1em1o vl1n)
pen, die hij tusfchen Nijmrgm en Grave geplaatst wilde hebben. tusfchen Nijmegen en Kleef had doen legeren. De Vereeni}!;de Gewesten hadden I in de Lente van het jaar zevc:1tlen honderd ea twee, hunne en hunner Bondgenooten troepen, die zij tot daaraan toe verzameld hadden, in drie hoopen afgedeeld, ten Iuijgstogt uitgezonden. Over eene der Hoofdbenden , die tcr befcberminge van Flaa11deren moest dienen, \Vas het bevtl :lan COEHOORN opgedraagen. De tien duizend man, over welke hij gebood, verzamelde hij, in het midden van Zomermaand, nabij het Heedje JlJiddelburg. Vandaar trok hij, onvoorziens, naar de Liniën, die men. tllsfchen de fi:erkten St. DonatlJs en I/û bella, had aangelegd, voerde terftond zijne benden aan, bevocht de werken, en bemngtigde de [lerkte Donatus, [choon met eene bezetting,~ van zeven honderd mail verdedigd. Na dezelve te hebben ingenomen, voorzag hijze met de noodlge Bezettinge, el1 ftelde het Land \'311 Brugge m;der ü:hattin gen. Doch als de Fl'l1l1fchen, met e~ne groote overmagt, van alle kanten kW31nen toe[chieten, keerde hij, !lR alles, 't geen zo gelukkig door hem vermeesterd was. vernield te hebben, als overwinnaar naar Sluis te rug, en verzorgde in F/aallderen :liles m;>t zo veel wijsheid. dat de vijanden aldaar, het gam[che jaar, niets VJn belang hebben durven Qllderneemcn. Nadat de Hertog VAN lIlAIlLBOROUGH in 't leger was gekomen, ontbood hij COEHOORN uit Flaandere tl , en beval aan hem de zorge van het beleg van Pénlo, dat reeds, door de benden van den dapperen Prins VAN NASSAU SAARBRUK, was ingellooten. Na al het noodige, naar zijne gewoonte, te bebben bijéén gezameld en in orde gebragt , heeft hij, genoegzaam zonder een éénigen man te verliezen, de Loopgraavcn, tot aan de lterkre St. JtlichieJ en de Stad, voortgezet, ell van zijne Batterijen, inrusfchen opgericht. waarop hij vier-en-zestig fiukken kanon, en vier-en-twintig mortieren geplaatst had, de Werken dier Herkte, met zulk een geweld, nacht en dag, geb'Ó'ukt, dat, door eellen Storm, volgens zijn goedvinden, ondernomen en uitge. voerd, niet alleenlijk de Bedekteweg , maar ook de Halvema.an , en de Sterkte zelve, mee verlies van verre weg het grootrte deel rler Ilezettinge, bemagtigd werden: ja, het [cheelde weinig, of
:z;ij
eOE H OOR N. (Menn, van)
383
zij hadden ook meteen de Stad zelve veroverd, door het aflhijden van hun, die, van den Brug, waardoor deze Sterkte met de Stad vereenigd is , de vlugt naar binnen namen. Na deze Sterkte ingenomen te hebben, heeft hij op de Vestingen der Stad zelve gedonderd, en ze, in weinige dagen, zodanig verbrijzeld, dat de Stad door eenen fl:orm insgelijks {cheen ingenomen te kunnen worden. Doch, op dien zelfden tiJd, kreeg men bericht in 'e Leger, dat de zeer fl:erke Pranfche Stad Landau, door den Roomsch-Koning JOSEPHUS, overwonnen was. Hierom gaf de Prins VAN NASSAU SAARI3RUK bevel aan 't Krijgsvolk, om, ten teken van openbaare vreugde, ringswijze , tot driemaaien toe t aftevuuren , en de Vestingen der Stad, even zo veele maaien ~ uit het grof gerchut en de mortieren te begroeten. De belegerden, daarvan de reden niet weetende , en beducht, dllt dit he~ zein was van een en algenlCcnen Storm, dien ze wantrouwden af te kunnen weeren , boden firaks de overgave aan. De Stad en het Kasteel vielen dus, binnen den tijd van eene maand, in de magt der Bondgenooten. MARLBOl\OUGH daarop, met ge:ijke kracht, in vier dagen tijds, Roermond ingenomen hebbende, en om den tijd niet nutloos te [pillen, dewijl hij bemerkte, dat men, van den kant der Pran[chen, eenen veldOag mijdde, beOoot , om Luik te gaan belegeren. Doch de Bevelhebber dier Stad, verneemende dat hij van rondsomme ingeOooten werd, heeft fchielijk de Stad verlaaten, en trok, met agt Bataillons, in 't Kasteel, terwijl hij, met de vier overige, de Karthuizer Schans bezette. COEflOORN ~ na al het noodige. in vijf dagen tijds. bijéén gebragt te hebben t zette. met eenen ongehoorden voortgang. in één en nacht, op twee verfchilIende plaatfen , de loopgraven voort tot aan de borstweering van den Bedektenweg. Twee dagen daarna befchoot hij, uit veenig fl:ukken Kanon en twaalf Mortieren, het Kasteel met zo veel ge weids ,dal 'er, in den tijd van drie dagen, twee Tuighuizen, waarin zeer veel buspoeder • en meer dan zeven duizend bomben bewaard werden, in den brand geraakten, bi jna alle de kriigsgereedfchappen der belegerden vernield, en de Wallen, op ver[cheidene plaaefen, over hoop geworpen werden. Het teken van uen aanval, daarop , met algemeene goeuk~uringe, gegee.
Bb S
ven
384
e O E H OOR N. (lIlemzo Van)
ven zijnde, hebben de belegeraars, neervellen de al wat hun te· genIland baadt, den Bedektenweg ingenomen; en de vluchten. de bezetting op de hielen volgende, zijn zij. door de gemaakte bresfen , ten Kasteele ingedrongen. Voorzeker zouden ze in die woede de ganrfche bezetting nedergezabeld hebben, indien de· ze niet de wapenen nedergeworpen en ootmoediglijk ow lijfsge. Jlade gebeden hadde. Een groote buit, meer dan tienmaal hon· derd duizend guldens waardi~, viel den overwinnaaren bier in banden. Terrlond d~ama zijne wapenen tegen den Schans wen· dende, "ierp COEHOOI:N, in vier uuren tijds. zo groot een me· Digte bomben in dellzelven, dat alle de gebouwen in de asfcbe gelegd werden. Vervolgens heeft hiJ, in even weini,~ tijds, de voornaam(te Wallen, door zijn gefchur, ten eenemaale vernield: weshalven de Bezetting, om niet met geweld gevangen genomen te worden, op eerlijke voorwaarden, zig overgaf. Dus werd dan, in dit jaar, door de wiJ,heid en dapperheid van den Prinfe VAN NASSAU SAAt:BRUK, en van den Veldmaarfchalk 1IIARLHOROUGII, de oorlog gelukl;iglijk gevoerd; dus \verden de Rizijn en 1I1aa::e, door de ingenomcne Steden, verzekerd; de vijanelen van de grenzen verdreeven, en onze troepen bevei.igd in honre winterlegeringen. COI:HOLlRN, inzonderheid, behaalde grootCn roem, doordien hij, m~t een onvergelijkelijk beleid, zo veele en groote Steden en Verllerkingen, in den lijd van weilii· g~ dagen, en met verlies van weinig volks, onder zijne mag;t wist te brengen. 1\1ARLDOROUGH, na den winter, uit Enge/and te rug gekomen zijnde, hield, nevens COEHOO!U, en andere voornaame Leger. hoofden. met de Vereenigde Staaten dikmaals raadpleegingen , waar ter plaatfe men den oorlogskans te waagen hadde. l\1ARLBO. ROUGH was van gevoelen, dat men VManderen en Braband • met alle magt, befpringcn moest; doch de meesten waren van andere gedachteI!), om dat de P, fm/den de l1erkrle Steden dier Gewesten, door verfchanste legerplamfen, vereenigd hadden ~ zodat de Bondgenooten overal plaarfen zouden ontmoeten, zo door de natuur als door de kunst verllerkt. in welke de vijan. çen. die eenen opelllijken veldllag fchuwden. als het hun eens ,e bang gemaakt werd ,altoos , als in :z.:o veele vrijplaa~feD, wij·
ken
eOE
H OOR N. (1I1enno van)
385
ken konden. Ook ontkende de VeldmaarCchalk niet, dat de vijanden , uit hunne verCchanfingen, zonder gevaar, niet verdreevea konden worden; maar hij was tevens van meeninge, dat zij op eene andere wijze te overwinnen waren, OndertusCchen gaf hij bevel. tQt het innuiten van Bon, elt droeg, naar ge\\'oonte, de zorge van het beleg :;an COEHOOR~ op, aie hier wederom zijne zaak en met de grootae wijsheid zo wel als het grootae geluk beaierde. Want, in vier dagen, had hij niet alleen zijne loopgraven, aan drie kanten, tot aan de Burstweering van den Bedcktenweg voortgezet, maar ook zijne Bat~erijcn met ecn groote menigte geréhut voorzien; waaruit hij, allereerst op den avond van den agtfien van de maand Mei, den 'Brug, waardoor de Stad, ten oosten van den Rhijn, met de Bui:enwerken, doon h2m thans befireeden, vereenigd werd, zo geweldig heeft oefchouten en vernield, dat de !tukken daarvan. door den ihellen vloed der riviere, zijnde weggeileept, 'er geen de mintle mogelijkheid van hcrfl:ellinge overCchoor. Verl'olgen~ h"eft hij, 's daags daarna, met bombcl1 en kor:els, van wier gekraak en geloei alles beefde en daverde, de Werken niet alleen om verre geworpen, maar ook de belettclingen, die de krijgshutten en andere gebouwen in brand gefioken hadden, om dus, onder bcgunfl:iging van den rook, door middel van fcheepjes~ in de Stad te komen, in een hevigen aanval, gedood, in den Rh/jn doen verdrinken, of gevangen genomen. Op dcn twaalf. den dng, nadat men de loopgraaven geopend had, moest de Stad voor de Wapenen der Bondgenooten bukken. Hierop gaf i\1ARLBOROUGH, nu:.13t hij, nIvoorens , de Afgevaarrligden te Velde tot zijn gevoelen had overgehaald, aan COEHOORl'{ en SPAR bevel, om de Liniën, waarmede de Franfchen 't Land van Waas bebolwerkt hadden, aan te tasten en te overmeesteren. COEHOORN, het toekomrtige in zijne gedachten voorziende, bragt, bij tijds, al hct noodige in gereedheid, voorzag ~viis\ijk in al het geen 'er zou kunnen gebeuren. en bleef dus, in de Buurt van Bergen, wagten op den tijd der uitvoeringe, die hcm, van zijnen Amptgenoot, zou worden aangediend. Eerst op den zes-en-twintigfien van April, zeer vroeg in d
SM
-
eOE H OOR. N. (Memlb vnn)
den dag, moest ondernomen worden. Om, derhalven , del1 Vijand te misleiden, liet hij twee BataiIIons, met allen mogelijken fpoed, naar Hulst vertrekken, doch met uitdrukliiken last, van des nachts eenige benden daar uit te ligten • en daarmede, onder aanvoeringe van den dapperen Brigadier SCHMTENBACH, mee het aan breek en van den eerstkomenden dag, tegens Lillo te rug te keeren. Met eenen uitgeleezenen hoop van twee duizend en vijf honderd voetknechten, na alvoorens Santv!iet, dat van de Spanjaarden bemagtigd was, ingeOooten te hebben, om dus zjjne reize veilig voort te zetten, en het gerucht zijner' aankomfie te !luiten, trok hij zelve, onverhoeds, des avonds, bij Lief. lrenshoek, over de Schelde. Op den volgenden dag rukt hij de benden, ter bevechtinge der Werken, bijéén ; doet, volgens gewoonte, den aanval op de buitenae; drijft den Vijand, na een klein gevecht, op de vlucht; noodzaakt den Schans, op den hoek van St. Antonius aangelegd, alleen door den fchrik voor zijnen naam, tot de overgave, en volvoert alle~ in een oogen. blik tijds: waarom hij, met het grootlle recht, kon zeggen: Ik kwam, en Ztlg en won. SPAR Oaagde insgelijks gelukkig in zijnen aanval, doch liet 'er veel volks bij zitten. Het overige. nog thans , dat MARLBOROUGH uitgevoerd wilde hebben. om dat men naar COEH0014"1'S raad niet wilde I uitteren , tlaagde niet zo ge. lukkig. Ondertusrchen heeft COEHOORN , het overige van dit Jaar in Plaanderen dienende. alles. wat hij ingenomen had, behouden, en de onderneemingen der Vijanden beteugeld. Doch deze waren zijne laatfie bedrijven. MARLBOROUGH had hem, die van eene beroerte gelukkig herlteld was, in, den beginne van het volgende jaar zeventien honderd en vier, wel op eene zeer vriendelijke wijze bij zil~ ontboden. om met hem over de zaahen van dien tijd te raadpleegen. Doch naallwlijks was hij aangekomen, of hij werd, wederom, van dezelfde ziekte aangetast. en daardoor, op den 17den van Maart, in zijn drie-en-zestigCle jaar, uit het leven gerukt; zijnde toen Luitenant-Generaal van het Voetvolk, Gouverneur van Staats-Plaanderen. en de Forten aan de Sc'zelde. Generaal van de Artill€rij, en Itlireaeur-GeneraaI der Vestingwerken. Hij leeft, echter, in de harten der Friezen, en van alle Vol. ker
eOE I'I OOR N. (Menno "an)
aS?
teren; ja zal 'er eeuwig in leeven. Hij was een man van de oude zeden; bezat groote deftigheid 1 was een verachter van beuzelingen; wijd vervreemd van vleijerije; een groot en getrouw beminnaar van zijn Vaderland, dat bijkans zeven-en-veertig jaaren in den krijg zijnen dienst genoot. Wat den krijg betreft, wie beeft ooit met meerder kundigheid een Leger geboden? wie met meer beleid de benden in flagorde gelèhaard? wie met grooter moed gevochten? wie het Krijgsvolk meer gefpaard? wie de oorlogskosten meer verminderd? wie. in korten tijd, groot er zaaken uitgericht? wie, altoos overwinnaar zijnde, met meer geluks den krijg gevoerd? Niet alleen de Frieun en de Nederlanders in 't geme;!n, maar ook zijne buitenlandlche tijdgenooren hebben hem gepreezen. De krijgskundige Marquis m: ST. JULIEN noemde hem den grootfien Vestingbonwmeeiler en Veldheer; terwijl, ten onzen tijde, de Ridder BENJA~llN ROBIIlNS (*), die In de Wiskunde voor niemand behoelde te wijkcn, en in de kennisfc van krijgszaaken zeer ervaren was, hem alleen waardig geoordeeld heeft, om met den naam van Vestingbouwmeeller te pronken. Van daar de uitlleckende en buitengewoone gunst d~r Koningen; van daar de ijver om hem met eerbewijzen te overlaaden. KAREL DE TWEEDE heeft hem in den rang der eerfle en aanzienlijklIe Edelen gcpJa:ast. LODEWIIK DE VEERTIENDE, een uitmuntend kenner en hoogfchatter van waare verdienrlen , zoge hem in zijnen dienst te lokken, met de aanbieding van een Regiment en het Oppcrberluur zijner Krijgsgereedfchappen, op eene jaarwedde van vijftig duizend Holiandrche Guldens, en vrije Godsdienstoefeningc; beloovende, daarcnboven, hem eerstdaags, met aanzienlijker eerampten cn grootere voordeelen, te zullen bl:fcheuken. WILLEM DE DERDE heeft hem met allerlei eerbewi;zen en voordeelcn als overlaaden. Want, behalven de eerampten, die hij, na de verovering van Namen. hem had opgedraagen , heefe hij
($) BENJAMIN ROBBINS is Opper - Vestingbouwmecfler yan de Oo'Hndilche Maatfchappij vlm Groot-Brittanje geweest.
3SS
eOE H OOR N. (Me,.n(J VII")
hij hem ook nog tot 0pperbeftu"rder van h(!t Kriigsgereedkhap van Stol/ts-Vlaanderen en de Sterkten aan de Sc ;e/ie aangefteld. en • ,daarenboven. door de' Vestingwerken van Bergen (Jp dm Zoom grootlijks te verht:ffen, ht:m na:J de ontlervelijkheid gewijd. Zie hier het opfchrift van het Praalh'Taf, ter gedllchrenisfe van onzen Held, in Friesland opgericht, in de Kerk van het Dorp WijkeI , niet verre van de Stad Slo/en, 't welk, met zijn afbeeldzeI , in prent uitgaat. Ter gdachtmis[e van den Hoog-Adflm, Dapperen, rroomen, Gelti/rkigen en lJltwhafim Ytldhure
MENNO,
BARON VAN
COEHOORN ,
LIEUTENANT-GENERAAL VAN HET VOETVOLK, GOUVERNEUR VAN STAATS.vLAANDEREN, EN DE STERKTEN AAN DE SCHELDE; VAN WEGENS HUN HOOG-MOGE:'-JDE DE STAATEN DER VEREENIGDE NEDEHLANOEN, OPPERBE",TIERDER VAN DE WERKEN EN VESTINGEN, BENEFFLNS HET GESCHUr EN VERDERE KRYGSGEREED· SCHAP;
Die de hoogfle crrbrwijzen en he/ooningen van dappeddd, hem door de grootJle rOrS/rf; vt:n Europa opgedraagen, minder fc!1tJttede dan z~in rader/and, het zell'r XLYll ochleranvolgende jaarcn in dm /mjg heeft gldiend, ftl na het doorworfteler. l'cn :-Q l'eel I/rh,'id en 1IJoei· Ie, hoog brjaard en ol'e:L:r.d,'1I met Krijgscere, GodzaligliJ'~ in ChristIJs ol1t(ltlapen is , op den 17 l'an Louu'maamd des jam. '7°4, in het 63jJe jaar van z~tien ouderdom, [lel!-
COE~, ('a" Pieterfe) Couv.-Cm. ,.. Neerl. IlCd;#.
389
Htóhm de Kinders (*), atln dien hcstm dcr raderen grootelijks verpli~.t, en door zijn afficrven hartelijk hedroefd, dit Gedenl.:tekelJ ter plaatfe ZIjner hegratlvCllisfe opgericht en toegewijd.
Zie
I~et
Gedcnkfchrift van den Hoog/eertlar
NICOLAUS YPE'f.
COEN, (JAN PlETERSE) vierde Gouverneur-Generaal van NeerItmds Indië, geboren binnen Hoorn, den lillen ]anuarij vijfdell honderd zes-en-tagtig, bragt zijne jeugd me'èst te Rome door;
ten huize van den vermaarde kooplieden PISCATORI. Vand~ar terug gekomen, voer hij, den handel kundig. in '[ jaar zestiell honderd en zeven, aan boord van het fchip De Nieuwe Hoorn, naar de Oost, als Ollderkoopman. en kwam met het zelfde fchip (1611) te rug. Den 12den Mei van bet volgende jaar, vertrok hij. voor de Kamer Atnfleldam, als Opperkoopman , :l11dermaal, naar de Indiën, en maakte zig zo noodzaakelijk, dat hij (1613) als Raad werd aangelleld, en verder tot Direaeur van den geheel en han. del, een toen nog onbekende tijtel. Daarna werd hij Prelident 'Van Batltam. en beagt den geheelen koophandel en de boeken op dien voet. dat 'er eene jaarlijkfche .\1alan9 van werd opgemaakt. Alle deze posten bekleedde hij met zo veel roems, dat de Kamer van Zeventien en , op aanhouden van· den Heere REAAL. bewilligde, om COEN tot algemeenen Bewindsman, of GouverneurGeneraal , in zijne plaats aante(lellen, volgens Aae van 31 oa. 1617; wordende vervolgens deze aanllelling bekragtigd, door de Stalten Generaal en Prins I\1AURITS. In een verhaal van 's mans leven, moeten wij hier een tooneel openen Valt groote gebeur. te·
(*) Bij zijne Huisvrouw MAGDALENA 1'AN SCIIELTINGA, waarmede hij, in den jallre 167&' gehuwd was, heeft hij verwekr, GOSEWIJN THEODORUS, ~I'dILIA, llENRIK CASI~llR (tweelingen). en liill!RTRV1DA 4LECONDA.
S90 COEN, (Jan Pieurfo) Gouv.-Gen. v. Neer/.In"'ë.
--------------------------
tenisfen, welke, In het zelfde jaar, den Hollanderen aanleiding gaven tot het !lichten van Batayia, thans de boofdplaau der Oost-/lIdiën. De Maatfchapij had lang begeerd, op het Eiland Jaya, eene vastigheid te bekomen, om den handel aldaar met zekerheid t~ drijven. Het oogmerk was, dezelve op de punt van Ou/ong JaM :lal1teleggcn. COEN werd belast, dit werk met kracht voort te zetten. Ten dien einde met den Koning van Ja.all-a in onderhandeling getreden zijnde. vreesde deze voor krenking van zijue magt, door een Fon, midden in zijne Staaten, te zien aanleggen. Zig niet durven de uilen, paaide hij de Hollanders met [choone beloften, doch openbaarde zig heimelijk aan Je Bantammers. Het oogn,erk van die volk was. COt behoud van hunJle magt, de Enge/fc/zen en Hollal1ders tegen elkander optehitzen, en de l:lOt!len, die hun de meefie bekommering baarden. te verdelgen. De l'agoran, die, door zijne hoedaniglJeid van Turkfcl.' Priester, een dubbele vijand van de Christenen was, was aan het hoofd der Regeering van Bantam, geduurende de minderjaarigheid des Konings. Deze trouwlooze Staatsman had eOEN en alle de Hollanders den dood gezwoorcn; doch om buiten verdenking te blijven, indien zijn aanOag mislukte, deed hij den Heer eOEN, in vertrouwen, verwittigen, d~t hij de Engelfthen van een kwaaden aanOag verdacht hield, en lied hem. naar j(u-atra te wijken. alwaar hij, zo wel als elders op alles order konde nellen. eOEN volgde di:m raad, laatelll~e de zaaken van Bantam in handen van eenige Gema:,;tÏ;den. De Pangoran van Caballg, broed.:r vun dien van BtJlllmll. in fnoodheid hem gelijk, \\-as gekoozcn om die verraad te beftuuren, met toeOemminge van den Koning van Jaca/rn. Na verloop van twee maanden deed hij den Hecre eOEN, op deu J9den Augustus, weeten , dat hij hem gaarne wilde fpreeken. op cen plaats beoosten Jacatra, daar hij zig met de jagt vcrmaakte. COEN, 's anderendaags, zig derwanrds Legeeven hebbende, vercroklLen zij te zamen vandaar, ieder aan boord van 2:ijn eigen vaartuig, om naar Jacatra te keeren. al wanr de Pangoran van Gabtll1g. met zijn gevolg, beOaallde uit drie hunderd man, vroeg aankwam. De dag werd doorgelmgt met gefprek. kea-
COEN, ('Ja" PitJtrfo)
COUy.- Gen.
,,'. Neel"l.lndië. 3Pl
ken tusfchen den Koning en de zijnen. Voor dat hij dea Gouverneur verliet, bad de Pangorang, die zig ongerueet) lustig gedroeg, gezegd, dat llij. die van den Koning vtm Jac:ura gefZoodigd wos, die gelegenheid zou waarnecmcn , om de Hollontlfchc Logie te óezidtigen. Hij verfebeen des avonds, toen het reed. duilter was. voor de Poon. terwijl de Gouverneur op het punt nond, om bet Gebed te gaan hooren. COEN, over der, bezoek. op zo een ongele~en uur, bekóm· mcrd en verwonderd, beval, echter, dat het Gebed, als naar gewoonte, gedaan werd, en belastte tevens aan den Commis CARPENTIER, alle de Soldaaten, wier. getal vijftig bedroeg, in h~t geweer te doen komen, en hen, met ·brandende lonten, op de Gallerij van de Logie te plaatfen , terwijl men dcn Pangoran met zijn gevolg zo lang buiten zou ophouden. Alles in gereedheid zijnde, kwam de Pangorang binnen, verzeld van den broeder des Konings, en meer dan vijf honderd man, bezigtigde de Logic met veel opmerking, vertrok nog dien zelfden avond naar Bantam, en toonde zjg wel voldaan. fchoon met een hart vol fpijt» in zijn Yoorncemen. door een gotd betluit. dU3 verhinderd te zijn. Den volgcl;den dag kreeg de Gouverneur een bezoek van den I{oning van Jacatra, die hem verzekerde, daags te vooren, zijnen broeder, met ee:lige urankaijen, gezonden te hebben. om de Hollanders bij te fpringen. indien de Pangorang een kwaaden toeleg tegen hem gchad had, 't geen bij echter niet denken konde. COEN fpeelde den geveinsde, en bedankte den Vorst voor dit nieuw bewijs van zijne gunst. Schoon dit gevaar dus gelukkig was overgewaaid, was, echter. het verblijf aldaar niet veilig. De Gou\'erneur deed het geld en de koopwaaren aan boord brengen van agt fchepen, die op de Ree lagen. De Koning. dit ziende. deed alle betuigingen van onfchuld, bood zelfs aan. me[ eede te bevestigen. dat hij zijne verbinrenisfen wilde nakomen. IntusCchen fl:clde hij alle listen in 't werk. zelfs door den Generaal tot een fpeelrei~ie te noodigelJ. Dit gaf nieuwe blijken van verraad. '[ welk men nog nader ontdekte. op de tijding van de plundering van de Logie te JapfJ,'ie; waarop de Gouverneur zig genoodzaakt vond. zijne Logie X. D UL. Cc hei-
39!1
COEN, ('"n Pitft,.!e) Couv• • Ct".
Y.
Nu,r. l,.t/ll.
heimelijk te verfierken. Dus beGoot men, door nood, den beo gonnen arbeid voort te zetten, en een Fort te bouwen, waarin men tegen alle aanvallen gedekt konde zijn. Uit Iloodzaaklijkheid werden dus de onzen, tegen dank, ge. leid tot den aanleg valJ eene vastigheid, op de pUnt van OUlong Java, en ook p het Eiland O""lIsl. Omtrent het midden van November, was de ecrlle punt van het nieuwe Fort reeds met twaalf flukken gefchut voorzien, tot [chrik van den Koning van Joeotl"o. l1eze, ziende dat de Gouverneur, in weêrwil van al· Ie zii.ne noodig:ngen, volhardde in zijne weigering om aan bet Hof te komen. kwam ilJ perfoon , verzeld van verfcheidene Orankaai'en, in de Lo;;ie, om op eene heufche w;jze te verneemen, yan Wll2f die verandering kwam, en waarom men zo veel wantrouwen tOonde? ('OEN zeide hem verf,heidene redenen, waarover hij zig geliet voldaan te zijn; en, in plaat. van zig tegen de bOllwing te v~rze([en, zeide hij, dat de COIIl'erneur daarDII/t/oen! ,'olkomen meester was. Maar onder de hand verbood bij den JAvaanen en Chineezen, voor hem te arbeiden: 't welk bet werk zeer vertraagde. COEN, in plaat fe van te wonen, dat hij den Koning verdacht hield, die zig mede verfierkte, fchoot hem een fomme van duizend Reaalen , en [chonk hem twee honderd daar boven. Op dien zelfden tijd kreeg men bericht van het gevaar, dat de Hollanders geloopen hadden te Jambij , op het Eiland Sumatra, en ook Ie Maeasfer. De Gouverneur, om daar wraak van te neemen ,zond drie fchepen, onder ARENT ~1ARTENSE BLOK. die zijnen last mar de lener uitvoerde, en Japara en andere plaalfen verbrande; 'I welk grooten Cchrik bij de JaYaanel~ veroorzaakte. Doch de Engel/den zogten hun nieuwen moed te geeVl.!n; en om Ie toon en dat het hen ernst was. namen zij, in Decemb"r. het fchip De Zwarte Leellw. en loerden naderhand op VAN DEN BROEK. die gereed was om van Suratte te vertre l, ken. Bar~ch was het antwoord van den Engeifchen Admiraal TH' MAS DEAL , die voor de vuist verklaarde, voorneemens te ziJn, alle de Hollandfehe fehepen te neemen , zelf naar Joeatrc te k1Jm~n. O!ll de overi~e te lIaan. en den Gouverneur levendie; gf dood in handen te krijgen.
Men
COEN, (Jan Pieurfo) Got/v.-Gen. v. Neerl. Indië. 393 Men verzocht, terwijl de oorlog tus(èhen de Engelfchen en Hollanders openbaar was, dat die van Jacatrtl en Bantam onzijdig wilden blijven; doch alles ging op den ouden voet: van alle kanten begon men, met grooten ernst, van beide zijden, de werken, waaraan men begonnen was, voortteletten. De Koning had Jacatra met muuren omgecven ,en de haven doen fluiten. De Hollanders hadden een nieuw Fort, Maur;ts genaamd, gemaakt, waaruit zij, zo als ook uit het Fort Nasfau, hunnen Ilanval deeden. Die van de Stad werden onderrleund dnor dell Pangorang van Bantam, en aangemoedigd door de Engelfchen. De twee eerfle aanvallen waren \'fuchtloos, en de kom't der EngeJfchen maakte den wetland gevaarlijker. De manÎchap was fierk genoeg tegen de Jl1vaanen, maar niet tegen de E/1gelfden , die. den 29flen December op de Rede van Jacatra kwamen. eOEN zeilde, dcn 31 ficn, de vijanden te gemoete; doch de wind belette hun, bijeen te komen. De EI1{jelfclJe Admiraal. fiom op zijne ovennagt , zond, tegen den avond, een' Trompetter, mct bevel dat alle de Ho/I/mdfde îchepen ziJ zoude,n overgeeven, of dar hij hen daartoe zou nuodzaaken. COEN deed antwoorden. dat, zo zij het Îchip De Zwarte LPfUW. met deszelfs lading, nict terug gaven, hij daarover wraak zou neemen. De Trompetter keerde, met duizend îcheldwoorden op de HolInndel's. te rIJg, en daarmede eindi~de het jaar 161 B. Op den eerften Januarii 1619 geraakten zij fiaags; het gevegt Guurde vier uuren. Dc Enge/jè/lell leed en veel; de onzen verlooren O,chts zeven man, en hadden vijftien gekwetfien. Doch hun groot!le verlies was, dat zij. in dien Lijd, een derde van hun kruid verÎchooten hadden. Daar tegen hadden ze het voordeel, dat de Bergel'hoot, den Engelfchcn ontgaan, bij hen kwam. Des avonds wierpen de beide vloaten het anker. in elkanders gezicht, onder her gebied van .Taca/l'l1. COEN hield des nachts raad, om te befluiten, wat dien!Hg ware; doch de gevoelens waren zo verrehillende , dat men tot geen befluit kon komen. Den 3den werden de Enge/fchm met nog drie rchepen ver!lerkt; zij hadden toen veertien kielen. Dus was 't voor de Holl:mders raadzaamst, den fieven naar de Mo/uk,~es Ie wenden, om alJaar een ,rooter ma~t te verzamelen. COEN zond b<;richt aan 't Fon, Cc ~ om
394
COEN, (Ja" Pitter(e) Cotlv.-Cen.
Y.
Nurl. Indië.
om zig zo lang te verdedigen als mogelijk was; en, zo zij zig genoodz:lakt vonden te capituleeren , zig eer aan de Engel[chm. dan aan den Koning van Jactltra overtegeevl:n. VAN DEN BROEK, aan wien die brief gefchreeven was, hield den zeI ven als nog geheim. Des nachts zagen zij het fchip De Zwarte Leeuw, door de ElIgclfdcll, verbranden, en des anderen daags de vloot op de Rede verfchijnen. De Hollanders, dus te water en te land belegerd. vcrduubel· den den arbeid aan hunne werken, en gedroegen zig zodanig. dat de Jal'OtWetl genoodzaakt waren, met hun in onderhande· Iing te treeuen. Pe Koning eischte de flegting van all!.! de nieuwe werken. en een fomme van agt duizend Reaalen , voor de oorlogskoslen. Het eerUe floegen zij geheel af; op het tweede antwoordden zij, dat ze zo wel kosten gemaakt hadden als de Koning. Doch de toefland , in welken zij zig bevonden, noopte hen. naderhand, den Koning zes d werden zij voor den Koning en den E/lgclfc.'zen Generaal gebragt. Men ge· bood VA~ DEN IlROEK, ann de zijnen te fcllCijven, dut het tijd was, zig over te geeven, of dat men hun daartoe zou lloodzaaken, en dnt •cr dan geen Iijfsgel1n~ te hoop~11 W3S. Daa~s daarna zond men een tweede bevel. Maar de Hollanders berichtten,. da
eOEN, (Jan Piettrfi) Gauv. -Gen.
Y.
Nee!'!. Indië.
395
dat zij zig tot het uiterlle wilden verdedigen. Twee dagen daar· na, echter, boden zij den Koning twee duizend Reaalen , tot losgeld voor hunnen Gouverneur. Verre van daar dat men deze aanbieding omhelsde, werd dezelve in ketenen geflo:Jten, ea. op den 2911en Januarij , onder het geleije van twee Enge![óen. op den wal der Stad gevoerd, met bevel om de Bezening te Yermaanen, zig over te geevcn. Schoon hij met den l1rop om den hals fiond. vermaande hij hen tot verdediging. Zonder een verhaal hiervan te doen, kan men ligt begrijpen, de behandeling. die hem da2rover wedervoer. Eindelijk gaven zij zig aan de Engd[cften over. Groot en onvcrw:lcht, ondertusfchcn, was de verandering, (en voo'deele van de llolltmders, welke hierop volgde. De P2ngorang van Bantam. namelijk. nijdig over den prooi, en over het voordeel, welk den Koning van Jacatra te beurt fiond te vallen. en, aan den anderen kant, zin hebbende iLl de vnordee· len. welke de Hollanders hem hadden doen aanbieden. had het gevangenneem en van VAN DEN BR'EK niet verflaan , of hij zond twee duizend mannen af, onder bevel van den Temogon, krIJgsbediende van den Koning van Btw/alll, met uitdrl:klijken last, om zi,; te!!en het vernielen van het F elft aantekanten. Dit krijgsvo\!{, te ')acatra gekomen zijnd~. werd aldaar ingenomen als een nieuwe bijnand. De Temogon verfcheen voor den Koning. die geeR kwaad vermoeden hierop had, en gaf hem den brief o\'er, waarin zijn last vermdd was. Zig nu alleen bij den Koning bevindende, nam hij dat tijdll:ip wanr, om hem den dolk op de keel tc zetten, terwijl zijn volk: het Kasteel bezette. Welhaast waren zij van de Stad mecfier ; de Kllning, door vrees benard, onderwierp zig aan de voorwaarden, die men hem voorllelde. VAD DEN BROEK werd hierop uit de gevangenisfe gehaald, en naar Bantam gl!bragt. De Eligelfchen namen daarop de wijk naar hun Comprojr, en veranderden. feden. van gedrag. Zij waarfchuwden zelfi de flollanders voor de Bandaamn. beloofden hun allen bijlland , en deeden elkan· der, over en weder, groote diennen. Ook verzuimde de Pangorang van Bantam niet. van nieuws, zijne listen in 't werk te nellen: zodat zij zig eindelijk genoodzaakt vonden, zig overte· Cc 3 gee·
396
eOEN, (Ja" NeurIe) G~uv. - Cm.
Y.
Neer!. It/dië.
geeven, op voorwaarden, zo als zij be,t konden. Nogthans was hun beOuit , het draagende te houden, Wt de aankomst van den Gouverneur-Generaal ellEN. Jll[u,rchen beOoot men. het Fort Ba/m'i,1 te noemen; dit ge!èhiedde den I ~den Maart 1619. Van dÎt:n tijd af onthield men zig omtrent de Javaanen, van wederziidfCh~ \ija;ldhjkhcdcn. De Hollanders, met ongeduld, op nader bericht \'an B'lilfl1i;; ",achtende. fchreeven, voor de eer!1:e maal, uit het K~steel Ba/tIl'ia, een' brief aan de hunnen in die Stad, met \'crzoèl; om hun te melden, of zii hun voor!1:el aannamen dan niet. D~ags daaraan zag men, met verwonderinge, op het Kasteel zekeren Portugees, ANT,JNIO VISIOZE genaamd, dien zij zeiden door den K ming v:m Tsieribol1 gelast te zijn, om den Ho/lot/ders bekend te maaken, dat de Socfud'onrm lJtfltamm be{looten had, Gezanten aan hun re zenden, om over den vrede te bndelen, en hen tegen alle vijanden te belèhennen; voegende dJarbij. dat die Vorst, niet lan~ daarn3, in perlo01l Hond te volj:"en, met meer dan duizend vnanuigen. lbe verîchiilcnde men hien ook ov~r dacht, zo to:mde de uitlwlIIst, ciat het alleenlijk een list vall den Koning vail Bfmt,:111 wns. Op den 231len kreegen zij de tiiding, dat de Konillg hunne I! voorflag h~d argeweezen. Uit VAN DEN BROEK vernamen zij, in welke om(hlldigheden z;j zig bevonden, en wat hun te doen Hond; als mede, hoe de [;;;ge/fchen hun zochten te behanJelen; en, daags daaraan, dat zii, van den Koning, een wapcnfchorliilg verkreegcn hadden, tot op de komst van den Gouverneur-Generaal. Met dit alles blee. VC:I die van het Ka,teel walltrouwende; zij zonden den Gezant leJig weg, ver[choDlld.:n zig zo goed zij konden, en benomen, met de i1Jarfll!c/J in underhanJeling te tr('eden, door middel van den voorgemeld n Portugees, die zig weder in 't Kasteel bevond. Terwijl de /lol/om/ers zig met deze ijdele hoop voedden, zag mf:n, op den 3den, eenen nieuwen Pangorong Tcmtwgon aankomen, verzeld v~n eenen SabalJd.lor, door den Koning van Bantl1l/1 gezonden, On) het bcfluur over de Stad te aanvaarden. Wat (10k de 'J'!!'flt71!O'J hlrnl'ler dac!ll~n, en wat de gevangenen ook [~hreèv~il, u:., ,~,~ 'Ir rtb"kh;; van het Fort te (baken, zij bleeven bij hlln [;'.ii,.i:, lli\"~':,.;en~taandc zij twee brieven op éénen dag vlll\ir:::;eu) !!Jt de l'~:J;:inb de Stad wilde doen verfierkcn; zo
als
COEN, ('liln Pitttr/e) Couv •• Ctn. v. Neer/.lndië. 397 als kort daarop gefchiedde. Die van 't Kasteel, zig hierdoor meer benard vind~nde, moesten tot een beOuir komen, om de nieuwe Werken, ware het mogelijk. te flechten, hoe zeer zij ook voor de gevangenen vreesden. Zij namen dan daartoe een manmoedig b~fluit. zondl!n dertig l\1usketlbs, tot dekking van een grooter getal van ongewapend volk, en vernielden, na een hevigen tegeniland , dril! Batterijen; waarover lij lig, zo goed mogelijk, en bijzonder over den dood van vkr Jal·nonen. zochten te verCchoonen. OndertusCchen duurde het wel veertien dagen, eer men tijding van de 8evangenen kreeg, die lig in de uiterl1:e wanhoop bevonden. Aan die van het Fort kwam het niet vreemd te vooren , dat hun bedrijf door de gevangenen ge. wraakt werd; doch het Cmarte hen, dat hun gedrag omtrent de &,evangenen zeI ven , met zulke baatelijke kleuren. als of zii met bunnen dood gediend waren, werd afseCchilderd. Om hun lot niet te verzwaaren, gaf men hen een g~maati~d antwoord, en deed al wat men kon, zo door geCchenken als goede w.'orden. om hun weder in de gunst des Konings te brengen Thans fcheen het der Voorzienigheid te beh!lagen, een einde van dezen twi,t te willen maaken, die hun allen zoude bedorven hebben. Op den zelfden dag zag men, op dl! Ree van Ja era ta , ten anker komen. het Fregat Ccij!on, aan boord hebbende twee RaaJen van Indië. PIETER CARPENTIER en ANORé SQl1Rlj, door den Gouver. neur vooruit gezonden, met verzekt!ring van hun in dril! maanden te zullen volgen. Dit verminderde de vreugde; maar zo veel grooler w~s dezelve, toen men hem, weil'ige dagen d~arna. onverwacht zag verfc!lijnl·n. Aan dt! gevan;;enen werd terilond bericht van de komfle der Raaden gedaan. Maar de !loute uitdrukkingen, waarmede hun brief vJ)orzien was, was oorza~k dat de gevangenen, naauwer dan voorheen. werden opg~fl')Oten. Hunne bedreigingen tegen den Koning waren ontijdig. Men onderCchepte alle de brieven, en !ieed ze vertolken. De I/ollanders moesten de ontdekkers van hunne eigene geheimen zijn. De Koning van Bantam kende de dapperheid der BallonderelI, en bad nooit op de Cnoeverij der Enge/fden veel betruuwd. Liefst had hij gezien. dat die twee natiën elkander budorven; doch die hoop was reeds verdween en. Cc 4 Dea
3398
COE:'-J, (Jon PieltrJe) CQuv.-Cm.
Y.
---
Nrtr/. ft/di;.
Den ~iflel1 Mei kwalU het Ja~t Ilv//tlllrlia voor het Fort ten anker, n1.èt tijding-, door den GOl1l'erncur-Gener~al gl'7.0nden. dat de Raa.!cu, bOl en gemeld, aan den Koning van Bantam zouden fchrijvcn, en hem aanzegger., zig met de zaak van Jawha niet te bl!moeijen. Schoon d" zaken aan eo EN niet on. bekend waren, veinsde hIj zulks echter. Die van 't Fort bleeyen hiero!ntrcm lIiet in gebreke. l\1en bel'al den gevangenen, eeIJ gelrouw \'erf1a!-: ie doen aan den KonIng; doch de briefkwam te laat, en de !la::; lIas reeds gegeevell'. Einddijk verfcheen cm::;-, den 28!len, voor het fon; hij bemagtigde de Stad in drie dagen; waarop men rtraks haare wallen eri hullen' met 'den grond gelijk maakte, en voortS roer !ille magt begon, B.'7t/lvia tot een S.ad te verbouwen. Zeer vcrlèhillende vindt men deze verlvoeslir.g be[chreeven. 1'\a de vNonring zond de Gouverneur een Bude naar Bantam, mer beV"el aan "AN DEN BROEK, en andere Bevelhebbers, om den Kóniflg kennIs te geeven, dat hij, met een goed aantal [chepen, uIt de 1I10/ul.:la's ,;ekomen was, en de Sc'd Japnra, ten tlwedemaale, verbrand had; dat hij laaitra vcrnield had, cn nu, met 7.ijne vloot, voor Btwtlw] !lond te ko:nen, tcn einde zijne gevangene landgenoc)ten terug te doen levl.'ren, 7.u ligt hel gevallen 1\'3~, de Sr:1d .'acatra te vermee,reren, zo Illoeijeliik viel het, in den be;:inne, zig een gerust vcrb!ijf op dil.' plaats te verzekeren. Doch het geluk diende heil meer dan d! wijsheid. Den 7den begaf de vloot zig naar de Rede V:IIJ Bf1I./all!; waarop COEN ter!lond (~e gcvangl:n<:n ppeischee. Eét) \'an hun werd, daags d3ar~3n , a1n boord van den Gouverneur gez,mllen, hem berichtende dat de I{oning bereid was, hun allen in vrijheid tc nellcn, zo dra hem daartoe cen verzoek door een perfoon van aanzien gedaan werd; 't welk terllond gefchied. de. Doch de :afgezondene kwam welhaast terug, met het ant· woord, dat de Koning rn zijn /{tJfltl, in 'I ~IlIJlag der gel'angellCl/, lIirt Iron bewilJigm, zonder yerzc!urillg te hebben, dat tie (;01l1'trIJCtlr dnartl4 'Iiets legm de Stad zou ollderneelllen. Na eenig twloten over en weder, hekwam de Generaal de zeven. tig man, waaronder -die van 'I fchip De Zwarte Lecuw, welke fit; Engelfchw daar gelaaten hadden, Verder vergenoegde bij zig l1
COEN. (']all Pieterfe) Gom'. - Gen. 1'. Narl. IndIë.
399
zig-, voor 't tegenwoordige, m2t d~ veinzende beloften van vriendfchap van den Koning, en keerde terug naar Batavia. Naderhand zond de Generaal VAN DE~ BROEK, met eeDige fchepen, naar Bailtam, om alle de g'Jedcren van de i\Iaat{èhapij van daar in zekerheid te brengen. Doch de wei;;ering van alle die goederen, en van nog elf l!ull:II!(i, r;, die het Compt,)ir nog inhadden, was oorz lak van (!en h::!vij!cll oorh~ met .1i~ valJ Ballt,ml, welke tien jaaren duurde. V,m DI':N GR 'EK werd, 0;' d~n I2den Nove,nbcr, door FRF.DRIK IJOUTMAN afgelost: (bar bij gamsch onvergclloor;d over was; doch de Gouverneur wist ht.:lll, door ecn~11 brief, getdend 1,\20, IC vrcd~ te tlclh:!n. In dat j,lar werd ook de vrede tu5fchcn de Ilollandfclte en EI?!Jelfc'lc Compagnie ge!1ooten. Evellwel zOIrden zij noch toerustingen ten oorl()~,e, noch ;'èld, m1~r !ic'ten dit aI:cs op de llol/,/Ii'!cl's aanko:nen, en fpeelden ze:!s den :cI1elm, met den lJ,:lIddllca ond..:rfbll1d te l!ocn, in plnat:~ van Len te help!!il beo, 1\ I )~",I. '..jiettcg~n\\aande dit hun bedroci, veroveïdc dl:! Gouvcrll';llr de Eilanden, waarop het gemuIlt W~lS. Bet, eerne, welk ue G"uv('rn~\I'"-'-;:,nera:ll, in dQz~ b~magti ging. in 'e werk l1t.:lde, was. het bijë;;'mep~'n ','a'l :l1 1e de (lrankaijen vnn de /J;/lboillifc.':" Eilaliden, or' d(:11 Inen JuHj 1621. Zekeren IllDAJAT, met eenige an~lcren, zag men niet vcrfcllijn'~n; doch die 'cr tegenwoordig waren, vernieuwden, zOllder e~nige zwaarigheid, den eed van getroouwheid. De znlle. over well{c men reden hnd zi~ te beklaagen, werden hl get1aJ~ :t:1.'1sen,ll'Jen. Vermids deze al de fclJUld op IIlDAJAT wierpen, w!d e ,EN h:iil eenc Copij van hunne verklaaringen, verzeld van eene ern:li.ÇC waarfchouwing voor het toekomende, en bcdrciginge, zo hij a:ldeIS handelde. De rLlst aldus op ,1mboiflf1 her!1eld zijnde, keerde eOEN zegepraalende naar Batol'ia. Vol van verlangen, om cilHklijk rust te genieten, verzocht hij. bij een' brief van den I I dc:n iUd, zijn ontflag. De Bewindhebbers drongen, in hun antwoord, op het allerflerksl aan. om hem nog twee of drie jaarcn in dienst ce hOli'den, onder wezegging vall zijne wedde met cwee h0nd~r,1 gllidens ter maalld te vermeerderen; doch, ill gevalIe hij bij "ijn Cc 5 voor-
400
COEN. (Jan P;eterfe) Pie/erft) Gau" Gauv.-Gen. Y. Neer/.lntiii. CO EN • (J"" •• Ge". v. Neer/.l"tl;;.
leggen. gaf glr voomeemen blijven mogt, om zijnen dienst neder te leggen, Ilaad van Indië, bij voor. men hem magt, om, om • benevens den Raad raad, ecn perfoon in zijne plaats tot opvolger te verkiezen. COEN. wrlof gebruik gebr~ik maakende , vertrok, na tot zijnen opval van dit verlof CARPENTIEK, op den 31 fien Janu. lanuger benoemd te hebhen , PIETER CARPENTIElt, arij J6~3, aan boord van het fchip Dordrecht, en kwam, den 23fien 231len (létober. Oétober. met viJf vijf rijk geladene fchepen. in Zee/anti Zee/aml bin\'.ALENTIJN ALENTIJN berekent de Peper alleen van die fchepen op nen. \' 19000 baaien, baaIen, die voor 45 tonnen gouds. zo hij zegt. zegt, verkocht werden. Zo veele voordCielen. voordaelen. als eOEN COEN aan de Maatfchapij bezorgd ],ad, bcJooninl. Men betaalde bem had, verdienden de toegezegde roegezegde beloonine. zijne wedde als Direéteur-Generaal, Direéteur·Generaal, tot tOt vier honderd guldens 's maands. en het dubbeid daar van, na dat hij zijnen lasrbrief lastbrief als aIs Gouverneur-Generaal ontvangeu had, tOt tot op zijn vertrek; zi ne vrije tafel, met een gifce gifte van drie duizend guldens, en eene an· bedienindienflen. in die twee bedienin. dere van ticn duizend, voor de dienllen, flichting van RlZtlZvia; Ratavia ; gen beweezen; zeven duizend voor de fiiehting drie duizend voor het aanWÎnnen aanwinnen van de B/Jntlaneefclte Blindaneefo1te Ei/a"· Eilan'in; den; behalven een gouden gonden K(ten van twee duizend guldens, met derzelver pCllloing. Pcnl;ing. en een Degen van vier honderd gutdens : rèkcnen eene fomme van !winrig twintig duizend guldens. voor zonder re ràenen eenige eifden, eifchcn, die hij op de Compagnie had. COEN was naauwlijks in het Vaderland gekomen. of De Heer COEN hij werd aangezocht om op nieuw dien pOSt pOSt te aanvaarden. Om gunilige voor\\'a~rden voorwa'rden te bedingen, had hij zig Oechts te verklaaverklaa· h ij dan ook kort daa' daa· na, Oétober JJ624, deed; ren: zo als hij nn, in Odober men leide hem toe, twaalf honderd gtlldens guldl:lls ter maand. en voor tafd twee honderd reaalen. Doch terwijl hij zig tot zijn zijn tafel vl!rtrek gereed maakte, l1l~akte, kwam het hct onweder uit de Indiën Indiëll opdaa. vertrek gen: naam lijk , de te rechtflelling der Eflgel[chen E'lgeljèlzen en JopanneeJllponnet. fen, wegens de zaak van Amboina, Amboino. waarvan op het Art. CARCAR· PENTIER geiprooIeen PENTIER geiproolten i~. is. Dit vertraagde zijne reize; in welken tuslèhelllijd hij het t\lsfèhenrijd bet BewindhebberCchap, Bewindhebberfchap, in zijne gebooneflad gebooTteflad Hoorn, waarnam. Vcrfchillende Hoorn. VerfchiJlende zijn de verhaaIen verhaaien omtrent zijn vertrek. Sommigen zeggen, dat hij. verkleed als een Konltapel. Uac 't '[ zij, dit is zeker, dat hij, 't zij dan !lil. aan boord ging. Uoe /lil.
daat daar
CORN, (Jan Pieterfo) Gouv.-Gen. v. Neerl. lndie.
40(
daar VALENTIJN 1l:erk vóór is, of in 't openbaar, gelijk anderen willen, vertrok op den !29flen Maart 1627, aan boord van de Hoornfche Galei, met d~n zelfJell last als voorheen, en een vloot van negen fchepen; één van welke aan boord had MOU5SABEK, Gezant van SCHACH ABAS, Koning van Perfien, die llaar zijn Va. derland terug keerje. B~houden kwam hij op de Red~ van Bata via , op den !27ilen September, en nlm, van CARPENTIER, den 30llen, het beiluur weder over, dat hij hem gegeeven had. Was het vertrek van den 1l:ichter van Batavia eene vreugde voor de La:1dzaaten geweest, geen minder fmart was zijne terugkomst voor de EngeIfchen en Javtllznen. De laat'len {il1eeddell fpoedig een complot, om hem te vermoorden; maar zij werden vernaden door een kleinen jonge, door hen van de Chineezen gekocht; zij ontkwamen hunne (lraf met de vlucht. eOEN zig dus alle oogenblikken in levensgevaar ziende, onfiond daarbij een nieuw onweder. De Keizer van Jal'a fmeedde een toeleg, om zig van deze HoofdUad, bij verras(ing, meester te maaken, en verfcheen, op den la2fien Augustus 1623, op de Rede van Batavia, met negen-en-vijftig praauw~n, onder bevel van een Le. gerhoofd , bij zig hebbende negen honderd koppen, uitgelezen volk; welke, onder anderen leerwgt, aanbragten, honderd vijftig osfen, om, volgens vO<Jrgecven , aan de overeenkomst te voldoen; ziJ zelden dat nog zeven-clHwimig vaartuigen [en diell einde voL~en zouden. De meenigte van volk deed de Hol/anders wantrouwen opvatten. Men omrcheepte wel het rundvee, maar men droeg zorge om de ontladene vaartuigen, één voor één, te doen vertrekken. Den volgendag verfcheenen 'cr nog zeven, doch wilden niet binnen loopen. Niet weinig mishaagde de oplettendheid der Hollanders aan de Javaanen. Evenwel ging men nog verder; men floot de rivier J verdubbelde de wachten, en zorgde dat de laat· Ile vaartuigen zig niet met de eer1l:en kondcn vereenigen. Eindelijk kwam het zo verre, dat het volk van twintig vaartuigen het Kasteel, in den nacht, begon te befprÎ:1gen. Schoon geholpen door anderen, moesten zij, in den morgenltund, met groOt verlies, aftrekken. Op den !lsllen, met den morgen, kwamen de zeven-en-twintig praauwen, en daal:s daaraan een 1l:erke hoop
40!2
eOEN, (Jan Pieterfe) GOflV. - Gen. v. Neerl. lndle.
hoop JfIl·t1allefl, van de landzijde, met volle vaandels naderen, tor in 't gezicht van de Stad. Een gedeelte van de Stad, aan de zuidzijde, door de Gragr afgercheiden, werd hierop afgebrand. om het heterc d~c\ dus te bcwaaren. üen vulgenden dog zag Dlen l:ir deel, dUOi meer dan duizend man van den vijand, beo zet; wa1rop het gantrche leger ilJ orde vo~gJe. Doch, ten zelfden ti;d~, Ilcnh::l de ecrilen, met groot verlies, ter Stad uit gedrceven, dour hunderd twintig Suldaaten en Burgers. Het leger wierp zig, op dezc vlucht, III den [Uin van den Raad SI'EX, alwaar ht aanltoIhls po,t vat~ede. Vervolgens naderde het de Stad. tot op c~n fiJapnaanfèhoot, en wisr zig, dvor 't maaken van fch~n5kor\'cn, zond..:rling te beveiligen. Den I ::oen September deed men op hen eenen gelukkigen uitval. Den ~ I Hen van dezelfde maand September naderden de vijanden de Redom /lol/al1dia; dan die daar binnen waren, booden, gedul!renden den nacht, zo fierken tegcn{land, dat zij vandaar venrokken, en zig op vijf onderrcheidene plaatren verfcha:l{len. In een' uitv~l, echter, werden zij, nog dien zelfden dag, naar hmme legerplaats terug gejaagd; 't welk den vijand tusfchen de C\laalf en dertien honderd. of, volgens het gelUigenis V!ln de gevangenen, wel drie duizend man kuste. Iudien men, ec!Jter, vOl,rheen geene niemve zorge tegen de praauw~q gedraaiien hadLie, wltt"e het, oogrchijnelijk, met de Stad. gedaan gewee.;t Men beOoot dan, op de berichten der g' V!lllgcnen t den vijand in zijne legerplaalren aantetasren. Ten di~n einde begaf de Gell('r~al JAC(JB LE FEVRè zig, met een legenjl! van twee dllizend agr lwnderd man, op den rogt, om den vijand te naderen. welken het ook gelukte, hen uit hunne legerplaats te ver· drijven. Den volgenden nacht tame ·men hen, met geen mindet geluk, te W:lter aan, en vernielde m~er dan honderd vijftig vaartuigen. 's Anderen daags, zig op nieuw bij hunne eerne kger. plaats herzameld hebbende. moesten zij dezelve wederom verlaaten; doch zij herltelden zig, en bragten de onzen in groutc wanorde. Gelukkig dat zij hiervan geen goed gebruik wist~JJ te maa· ken; hun voordeel bellond daarin, dat zij, op nieuw. in hunne legerplaats zig hcrf1elden, en l1Ieuwe verf1erking. omvingen. 1\1Je po~i:Jgen werden, door den nieuwen Generaal van den vij. and,
COEN, (Jan Pieterfe) COUY. - Cen. Y. Nar!. InDië.
403
:md, doch vruchtloos , llangewend, en men brak eindelijk het beleg op. Hêt mislukken van dezen kans, dien men rekent, aan den Keizer Van 'JaM, negen duizend man gekost te hebben, kon he'm nog niet afrchrikken, om andermaal (in 1629) eenen nieuWen kans te waagen. Hij begon dit nu op eene andere wijle, naamliik met den Hol/a1Jders vrijheid van handel te vergunnen. en vrienJlèh~p te bewijzen; zells deed hij, den J 6den April, om vrede verzoeken, werpende al de fchuld op zijn voorig Legerhoofd. Dit oogmerk v~n d~n Keizer llrekte alleenlijk om tijd cc winnen tot het verzamtl~1J van voorraad. Doch de C il1ecUil, een doortrapt volk, waar(chuwden de Hoi/al/ders, voor de listen van den Keizer, die voorneemens was, om in 'c veld ce vçrCchiinen. Ook werden zij hiervan verwittigd door die van BantallJ. Wenvaards, cchtl:r, de Vorst zijIIe wapl'nen wenden zou, was nog onbekend; zij ontdekten dit, zo door het uitzen_ den van jachcen, als door een J"vaanC~h' Officier, dien men te Ba/tIl'ia had, Door hem werd men onderricht, dat het op de IIoofdltad a!1dennaal gemunt lVas; waarop men de Stad, aan alle kal1tcn, verrter!ae, en~ den vourraad van den Keizer vernielde. Dit nienegen!laande verfcheen h~t Leger, den 2!l!len Augustus, voor de Stad, en Jag 'er, zonder eenige bewceging te maaken, tot den 4den September. Den vijand allengskens naderende, deed nwn, den !::of1en, (en' aanval op hem. Tot de uitterae omf1eltenis der Hol/allders, llier!', in dien zelfden nacht, de Heer Gouverrelir-Generaal eOEN: hij werd op den nlh:n, met alle prachc, bt·graven. Daags daar aan vcrfcheen de Hècr JI\CO:1 SPEX, in de waarJigheid van Raad van Indie. uit Ho/tal/d. vnder \'eeIe moeijelijkheden, vonden de vijanden zig genoopt, op den J fien Nuvember, andermaal hun beleg optebreeken, en de Stad ce verlaaren De Hçer eOEN was, volgens de zekerl1e berichten, overleden aan een gevolg van den rood en loop, w:armcde hij, r~dert eenisen tijd, gekweld geweest was. Hij wss oud tweeen-veertig jaaren, zes ma~nden en twaalf dagen. VELlUS tekcllt aan, dat hij , da~gs te vooren , nog op de gaanderij van zijn huis was geklommen, om door een \ierreki'ker den vijand te Olltt.L::keil. Zijne weduwe Vl!rtrok drie maanden daarna, r,~n boord
vnn
404
C 0 END ERS. ('/Slot.Bertllml,~" ..... )
van het fchip F/o/londin, één der zeven van de vloot. die, door in Iloliand gebragt werd. VAN DEN BROEK was, in dit jaar, op Ba/allin lerug gekomen van Suratte. alwaar hij tien jaaren geweest was. met den rijte' van Opperhoofd en Bevelhebber van den Handel: een man. wiens verdienllea groot waren voor de MaarCchapii; zijnde hij geweest de eerlle grondlegger van den Handel op de Comptoiren van AralJie, Per4 [te, enz. Zie VELlUS, Chronijlr van Hoorn. VALENTIJN, Oud t1t NieullJ OostilJdiën. Historifche Reizen, XX. Deel. PIETER VAN DEN BROEK,
COEI\DERS, een Slot in de Groninger-Ommelanden, bij Nu;s. draagende dc\.) naam nuar het adelijk geflache van COENPERS. Een :In der Sloe van dien naam vind men in den omtrek van de Buurfchap He/pen, behoorende mede aan het geflacht van COENDERS, doch van een anderen, Tak onderCcheiden door het bijvoegzei VAN HELPEN. Onder veele aanzienlijke mannen zijn. onder anderen, daarvan afkomfiig, COEtI;DERS VAN HELPEN, (BERNARD)
Heer van Fram-Huizingn,
Sarlingslmzen en 1I1enkll'eer, geboren in het j2ar zestien honderd en ("n. Hij w~s Prefidcllt vnn de Groninger-Ommelanden. en, wegens de Stad Groningen. veele jaaren, Gecommitteerde
in de vergadering der Staaten Generaal. LODEWIJK DE DERTIENDE, bij wien hij zeer in achling was, Cchonk hem de Ridderorde van Sf. Micljiel. Eenige jaaren daarna werd hij der Seaaten Ambasfadellr aan 't IJof van Z!I'eeden. alw~ar hij, met den roem V:ll1 een bei:\\'~am Staatsll:an, in het jaar zestien honderd zeven-en~ze veJ1lig, ovcrlècd. Zijne verrichtingen vindt men aangetekend bij AITZE~IA. in de lJer.flelde Leeuw. COENDERS, ( ...... ) Cchoon niet van dat ~efl1cht afkomllig, was van groot nut voor zijn Vadérland. Hij diende den Staat ter Zee, en bevond ;dg onJer de lIeldl'n van zijnen lijd, welke den Engcljc!WI, in het iaar zesden honderd zes-en-zestig, de mage der Hol/aT/dei (iJ ,Ledcn gevo.clen. In den rweeJen zrc{]ag van dat jaar fnellvel,\;: hij den 4den Augustlls Zie PRA"DT, lJi,torie van EfiKINi.en. bI. 2c4. COETS.
eOE T S. (Htrmanlls) eOE TU S.
405
COl'l'S, (HERMANUS) werd, van burgerouders , te !I1iddeiburg, (\en ~7(len September des jaars zestien honderd drie-en-zestig. geboren. In zi:ne jeugd leerde hij aldaar de gronden der teken· en fchilderkunst, bij een 'crmaard meeiler, z. 8L1IHOOi'T genaamd. Deze overleden zijnde, begaf hij zig naar Nijmeegen t alwaar hij zig, in de kunst van pourtraiteeren, bij een' Engelsch. man, THUARD genaamd. oefende. Nadat deze naar zijn Vader. land was te rugge gekeerd, begaf COET3 zig ook weder naar zijne Geboorretlad, na alvoorens, in 's Gravenhage, den handel in Engelfche en Franfche Galanterijen geleerd te hebben; thuis gekomen zijnde, zette hij daarvan e~' winkel op, en begaf zig in den echt. Ticn of twaalf jaaren zig mer dien handel geneerd hebbende. bevong hem de lust tot het rekenen en fchilderen van fchepell en zeegezichten: eene kunst, waarin hij, fchoon dezelve van niemand geleerd hebbende, echter, groote vorderingen maakte; verfcheidene groote !lukken, door hem vervaardigd, i1rekken daarvan ten bewijze. Daarenboven ver!lond hij de kunst, om, uit groote blokken homs en aaneengevoegde plankjes, naar eene juiste voetmaat, kleine Fregatjes en andere Scheepjes te maaken. Ook was hij niet onervaaren in de graveerkunst. D'jCh zijne groot!le bekwaalUhdd hellond in het copiëeren van rekeningen en fchildcrijen vin de bekwaam!le mcefiers. V:m zijnen dood vindt men geen hericht. Zie LA RUE, Geletterd Zeeland. p. 480• COETUS, een naam, die aan de Kerkvergadering in Zee/mul gegceven word. en dezelfde zaak betekent, als de jaarlijkCche vergadering, die men, in de andere Provintiën, Sijllode noemt. Evenwel dienr hier aangemerkt te worden, dat de Zeeu:rfc/le Sijnode of COETUS niet vergadert dan om zeer 5~lVigtige redenen, of op beCchrijvinge der Stanten dier Pro\'intie. Wanneer di! ge. fchied. komen de afgevaardigde Predikanten d~r bijzondere Klasfen, benevens twee Heeren Gecommitteerde Raadel1, in de Ker. ken kamer van de Choorkerk te iJljdJt/burg, tOt het h,)u,lt!n van de vergadering, bijeen. Verlllids in Zeeland dus ge ene gewoonc Pro\'ir.r:aa!e Sijnode plaau heeft J worden di kerklijke Proccduurc:i bij het Cv/le-
/r>"ium
406
CO C 0
E T T U U SS. E .
giulll g;ulll Q]lalijicfJtulll Q]la/ijicfJttllll der biïzondere bijzondere Gemeenten Gcmeenten eerst begonnen ~ en vervolgens, gemeenlijk, naar nnar't 't advijs der Klasfcn. Klasf.:n, waarvoor dezelve, bij wijze van appél getrokken warcn. waren, af;;edaan. af~edaan. Geenzins, evenwel, i;l Leden van de Klasfis ,• Ï;J dien zin, als of de Ledcn waarvoor de dc zaak gebr3gt gebragt word, altijd de laatfle laatlle en opperfte opperfle Rechters zijn en blijven: want, gelijk in de dc politieke ProceduuProceduu· ren, ~.lle ~.Ile zaak en , die door den gcwoonlijken rechtbank reeds beilist zijn, door de dc lij,lende liPcnde partij in Revifie Rcvific mogen mogcn getrokken gctrokkcn worden. beeft dit ook in Zeeland, den, zo heeft Zeeland. ten aanzien van de kerklijke ProcedulJr~n. In gevalIe Proccdllllf~n, plaats. gcvalle., naamlijk ,• een kerklijk perfoon, door het hct vonnis von het Collegium Collegium,~ bekrachtigd door het vindt. flaat advis van v~n de Klasfis Klasfi" , zig bezwaard vindt, Ilaat het hem vrij te appelleeren tot een welke hij, na zijn app6l appél bij de Klasecn Coetus, welkc fis te hebben doen 3=1ntekenen, a~ntekenen. bij IlLllllle HlItllle Edele Mogende, Mogende. de Hecren Provintic,, verzoekcn verzocken moet, moet. mits, bij voer· voerHeeren Staat en dier Provintic raad, betaalende bct3ulende,, of in configilatie leggende, Icggende, twee duizend vijf zulhonderd guldens, ter goedmaakinge der kosten, die daartoe zuIverebcht worden. Zodanig een Coe/us, door I-I. len vereiscbt H. E E.• 1\1. .i\I. zijnde toegellaan toegeflaan , worden door dezelve. dezelve, ter bijwooninge van die Heeren Gecommitteerde Gecommittecrde Raaden. vergadering, benoemd twee IIceren ,'Er Er verfchijnen vcrfchijnen geene geeneOuderlingen, Ouderlingen, maar alleen twee Predikanten, bij het lot, of bij meerderheid van flemmen, Ilemmen, uit ieder Klasfis vel VCI koozen; koozcn; maakende dus te zamen een getal van agt pcrfoonen, die de eigenlijke Rechters zijn. Uit deze worden verkoo11en, Prxlès en Scriba. Wijders verfchijnen, voor die vergazen een Prxres dering, bchalven dcring, bchalvcn den Appellant, AppeIJant, twee Aébres, zi;nde zijnde Leden der Klasfis , van \'~n wdke \\'~!kc geappelleerd is, [en ten eiRde eiAde het vonnis van de Klasfis voor vour dezelve te beplt:iten bcpkiten en te verdedigcn. verdedigen. lndicn Indien de uituirfpmak fpraal. van hct het Coetus, Coctus , door de H:ercn H:eren Staaten Staatcn,, bekrachtigd be:uachtigd w6rdt, is de zoak w6rdt. zaak in vcrfchil verfchil ten einde gebrngt. gebr~gt. In zodanig eene vergadering, zijndc zijnde in Zeeland ZeelalJd de hooglle hoogfte kerklijlw gecne :lIIdcre andere dan kctldijke ketldijke z~akcn z~aken kerklijkc vierfchaar, vierfchaur, mogen gccne verhanddd worden, verhandeld worden. en ook ouk !;ccne ,';cene andcr~, ander~, dan om 0111 welkc welke de vervcrgadering belegd was. H.:t Cuetl!S word altoos gehouden te MidHet Cuetus tielburg , alwaar ook, door de Kl3slis van !;'Il/ócrcn. r;'ak,'lcrcn, de Klasfikaale kisten, en daarin de oorfprong:ijke oorrprong:ijke fchrifu:n, fchriften, aéten. attell, cnz. enz. Klasfcll allecn alleen aflèhriftcll aflèhrifiell bewaard worden, waarvan de andere Klasfen omvangeD. omvangen. De
eOE VER D E
~
4°"
De kosten. die op zulk eene vergadering loopen, zijn oor2aak dat dezelve zeer zeldzaam gehouden wordt. In het jur jaar zestien honderd clrle-en-tagtig werd 'er eene gehouden, over de zaak van PONTIAA:'iI IlArtÈi\I, en In PONTlAAN VAN VAN IlATI'EM, in zeventien honderd elf VAN bUITENDIJK, IlUITENDIJK, beide Zeeuwfche Pr~ Pr~· over de zaak van GOZUIN VAN dikanten dik anten , ter oorzlIake oorzaake van hunne fchadelijke gevoelens in de lee· re: waarom zij tIj beider, beider. van hunne bedieningen ontzet zijn geword.! den. Nog laater laacer vindt men daarvan twee voorbeelden, in d: jaaren 1733 en 1737. Zie EACHIENE, Kerl.:lijke Nederlrmderm, Kerk/ijke Geogrophie Geogrnphie der Nederlnnderm, lIl. nr. ::ituk Stuk,, bI. bi. 3 eu en 4' CORVERDEN, of, volgens de Latijnfche benaaming, CORVEROEN, benaaming. Coevordt'/J, CoevorditJ, is eene Heerlijkheid. Heerlijkheid, die, van vnn de oud(le oudl1e tijden af, de naauwfle verbintenis verbinrenis met het Landlèhap Landlchap Drel/the Drenthe gehad heeft, en wel voor· voornaamlijk federt redert dil Landfchap, benevens Overijsfel, Over;jsfel. onder de magt der Ulrecht!c;'e Utrechtfclrc Bisll:hoppen BiSlèhoppen is geraakt. De Kastelein of Slutvoogd Slotvoogd van Coeverden was toen tevens Gouverneur of Land. voogd ~an geheel Drenthe; welke vereeniging ,• ten aanzien van de burgerlijke Regeering, nog fiand tland houd; hoewel de vesting zelve, met al wat daartoe behoort, als onder de Generaliteit beo hoorende boorende gerekend en door den Raad van Staaten Slaaten onderhouden wordt. Ouk breidt het Ollwieland. onder de Heerlijkheid behel Omme/ond, gteepen, zig nict niet verder uit, dan Stads Rechtsgebied. De Stad met het Slot van Coeverden is eene flerke plaats of vesting, in 't zuidergedeelte van Drenthe, tusfchen tusrchen de Bour. lange range en andere moerasren moerasfen ,• aan de grenzen van het Bisdom Mun{ler en 't Graatrchap Graaffchap Benthem , en word met recht aangemerkt als de Poort van Drenthe, de Sleutel van Groningen Gronillgen en Ommelanden; de Deur llaar naar Fries/and, en de Pas naar OVfrOv-erij.
408
eOE VER DEN.
hierover, zeggende, dat, ZIJ jong was, hij pl,ûe ver. za hij NOg ion!; hi; de pllJk verdil!11d had. Anderen leiden den naum naam af van de fchaapskooijen • die1ld die daar geweest zouden zijn; en wederom anrleren an!ieren van wat an. anders, allen zonder den min!1en minnen grond. PICARO, PICARD, in zijne Oudhe. Out/hetien van Drenthe, wil del! den naam doen afkomen van de Romei. Romeinen, die zig weleer in grooten getale, aldaar onthielden, en 'er hunne huizen en !1erkten nerkten hadden; of wel van den eenen of ande. anderen Heer, het zij dan een Romein of Inboorling, die zig bij de Romeinen beroemd gemaakt had. Niet vreemd fchijnt fchijm hij van te nellen. Coeverdtn zou geweest zijn de vermaude vermaarde CruptoriCruptori. nellen, dat Coeverden cis Pil/a, de Hoffiede HofJlede ~'an ,'on C, uptorix, waarvan TACITUS, TACITUS, in het vierde zijner Jaarboeken, Joorbockm, gewag ma:lkt, ma::kt, en \\'3arbij \vaarbij vier houhoUderd Romeinen, door de Friezen, werden doodgellagen, doodgeOagen, nadat men bevonden had, dat 'er reeds negen honderd bij bet bosch Baduhenna Boduhennll gefneuveld waren. Doch om dit gevoelen goed te maak en ,• vondt hij zig verpligt, verpligt , zo veele onzekere dingen bij te haaIen, dat, indien men dezel ve voor waarheid kan aanneemen • men ook, ook. in andere gevallen, nooit verlegen behoeft te zijn, zijn. om den oorfprong van den naam een er Stad uittevinden. Wij zullen, op h~t Art. CRUPTORIX. hier iets naders baders van moeten zeggen. Niet onwaarfchijnelijk is het ondertusfchen, ondertus[chen J dat. dat, daar nu Coeverden Coeveráen ligt. ligt, :tI nl van oude tijden -af, en mogelijk wel van die der Romeinen, Romeinen. eene !lerkte of burgt gelegen heeft, om de. deze plaats, ab ahl een Oeutel lleutel tot verfcheidene Provintiën, en inzonderheid om in Friesland Frieslnnd of Groningen te komen, te dekken en te bewaaren, vermids de Romeinen, volgens de rekening van PICUD, die, evenwel, honderd jaajaa. PlCAi.D, evenwe:l, Wit wat ruim is. is, meer dan vier houderd ren. ren, in Drenthe hebben huis buis gehouden. Dit weet men zeker, bet jaar 1354. 1354, door Bisfchop JAN JAN VAN Ai.KEL, AII.I:EL, een dat 'er. in het lÛgebroken is. is, en hij de fieenen Ileenen dl3rvan heeft gege· oud kaaee:l kutecl :û'gebroken Coeverden te bruikt tot het: bouwen van broikt V't11 een ander kasteel, om CoeverJen dwingen. De geheele g~ele ondergrond, ondergrond. die zeer diep ligt, en daar het nog in wezen zijnde zIjnde kasteel op cp gebouwd is, be!laat bellaclt uit en. omge· kele fieenhoopen, fieeuhoopen, zeer verfchilleude. verfchilleude, van tijd tot tijd, omgeworpen, en van nieuws weder opgerecht. Men heeft: worpen. heeft ook, in de graft van het Slot, bij het verdiepen of verwijden van dezelve, dikmaals zonderlio,e ve. zonderliD~e oudheden ontdekt. In het jaar zestien honbon-
eOE VER D E
~
4°9
IlOnderd zeven, werd, zeer diep in den grond van gemelde graft. llOnderd gevonden. glaasje, en daarin eene gevonden, een rond geheel doorluchtig glaasje. onl'landigc befchrijvinge der zeer dikke taaiie vettigheid. Uit de ondandige fioffe was Iigtlijk afteneemen afteneemeo,, dat 'er altijd brandend licht, of !loffe immers Immers licht, bekwaam om genadig te kunnen branden. branden, in het glaasje geweest was, was. zo als de Rom.einen gewoon waren te nellen in de hegraarplaatzen hunner dooden. De oudheidkundige Heer Enkhuizen, heeft dit glaasje onder zijne AnBeer rALUDANUS. te Enlthllizen, tiquiteiten geplR3w. g('pI1l3t.iC. In de Chronijk vindt men. dat Cocl'erden. Coel'erden. ree
4 10
eOE VER D
E·~
onder 13isfchop BALDEWIJN DEN TWEEDEN, voor zo veel uit de HistoFilTn kenbaar is, omtrent het jaar 1195, en niet, zo tls PICARD en anderen gefield hebben, op het jaar J 197, aangezien BALDEWIJN DE TWEEDE toen reeds overleden was. FLORIS, Kástelein van Coeverden, fchattecle de wagens en goederen van den Graaf van Benthem , door zijn gebied rijdende, onmaatig hoog; hij Ooeg niet de minfie acht op alle de vermaningen. hem door den Bisrchop gedaan; welke nlt"t naliet, den Graaf van Benthem , die zijn broeder was, te onderfieunen. BALDEWIJN bediende zig eerst van zijne kerklijke magt, en deed den Kastelein in den ban; waarop FLORIS zo weinig acht floeg als op de voorige vermaan in· gen. Hierop tastte de Bisfchop hem met de wapenen aan, belegerde Coel'erden, en verdreef den Kastelein. FOLKERT, zijn aangehuwde zoon, werd in zijne plaats aangefleid , onder voor· waarde, van zig nooit tegen den Bisfchop te zullen verzetten. Doch hij toonde zig zeer ontrouw in het nakomen van deze beo lofte, en ging zelfs nog verder: w3nt hij bewoog gantsch Dren. the tot den afval, en deed, door de landzaaten, Coeverien, tot aan het Kasteel toe, verbranden. De Bisfchop zig dus verpligt vindende, de wapenen weder ter hand te neemen , trok tegen FOLKERT op, doch werd, door een onvoorzien toeval, ten eene· maale geOagen. Vermids nu de Graaf van Ge/der den Drenthe. naars geheimen onder(land geboden had, viel de Bisfchip in Gd· tler/and. Geduurende de bemiddeling over den vrede, die de Drenthenaars verzocht hadden, overleed de Bisfchop~ In het jaar 12! 8 onr[lond 'er een nieuwe oorlog, tusfchen den BurggraafRUDoLF en Bisfchop OITO VAN DER LIP, die, door' onl~ullde \'an de gelegenheid des lands, deerlijk omkwam. Zie wat hier. van, op 't Art. MISTEL, gezegd is, alwaar wij ook gezien heb. ben, dat zijn opvolger daarover eene heerlijke wraak nam. Na. dat de gemelde RUDOLF zijne welverdiende fuaf omfangen had. begonnen de Drenthenaars den Bisfchop op nieuw te beledigen: des trok hij op tegen Coevel'den, nam het in, als ook den Voor· burg; doch voor het Kasteel zelf met hij het hoofd. Zo onmaatig or.tfl:ak hij hierdoor in toom, dat hij al wat in de Stad was, tot vrouwen en kinderoen toe, deed ombrengen, en voorts alles. wat overig en brandbaar was, aan de vlamme opofferen; zo
eOE VER D E
~
411
zo dat en van Cocvcrden Coeverdm niet dan muuren en torens naan bleeven. Van den tijd, tijd. tot aan het jaar J 351 of 1353 bleef de plaats woest liggen. Omtrent dezen tijd, gelijk boven gezegd is, deed BisDisfceop JAN VAJi' VAN ARKEL den Burgt afbreeken, en de lleenen neenen gebruiden tot den opbouw van 't ({asteel Hal"denhurg. Hardenburg. De Stad, na dien tijd, van nieuws herbouwd zijnde, werd, door Bisfchop FREDRIK VAN BLANKENHEBI. BLANKENHEI~I. b~legerd, belegerd, die den Kastelein REINOUD REINOIJD VAN COEVERDEN tot den amand dwong, mtds daarvoor ontvangende eene fomme van twaalf duizend gouden fchllden gereed geld. en jaarlijks nog zes honderd dergelijke fchilden, geduurende zijn in. leven. Niet zo gemaklijk zou dit den BisCchop Bisfchop gelukt zijn. indien het oude Kasteel nog in wezen geweest ware. In het jaar l414 J4'4 hielden zig ~ig te Coevcrden Coeverden verCcheidene verfcheidene van de Faétie der re/koopcrs op. !7etkoopers op, die. door de Sçht"cringel's, Sçhieril1gers. uit Priesltmd Friesltlnd en Gro. GroDren. ningen verureeven verclreeven waren. Met anderen, die zig binnen Drenthe onthielden, deeden zij een' aanflag aan/lag om GrQtlÏngen GrDllingen te overmeelleren meeaeren;; 't welk hun bij verrasung gelukte. Jn In latere tijden (15~~) (15~1l) had GEORGE SCHENK, SCHENK. uit naame van Keizer KAREL DEN VIJFDEN. binnen VIJFDEN, bInnen Coeverden den Heer FREDRlIt FREDRlK VAN TWIKKELO tot Commandant aangefleid. aangefleId. Terwijl de Bevelhebber afweezig was. kwam Hertog KAREL VAN GELDER voor de plaats, die hij belegerde en bellormde. beaormde. TWIKKELO verzuimde niet, om in allerijl zig in 't Kasteel te begeeven, fchoon de Gelderfchen de Stàli Stil
.p-
eOE VER DEK
het optel1;eeven, opte~eeven. tegen de verwagting verwar,ting van die van Gr6mngen Crr,mngen en der Gelderfchen. Gelderfchen, vooral om het jaargetijde, geduurendem geduurendent welke de plaats, door de omliggende IDocrasfen , genoegzaaon IIls Qls venchanst vcnchanst lag. SClltNK leerde hun, hoe weinig llaat ilaat daar op Ie ma aken wns: maaken was: hij deed horden over den wecken grond leggen, en baande dos dus eenen weg, niet alleen voor het krijgsvolk, maar ook voor het gefchut. gefchur. Keizer KAREL nu Heer van de Stad zijnde, en aanmerkingc neemende , hoe veel de St~d geleden had, cn in 3unmerkingc en dat dezelvc, dezelve, driemaal, kort na den ander, door het vuur ver~ teerd tcerd was, heete heeÎt nict niet :tIleenIijk :llleenlijk alle de voorige vrijheden en voorrechten bevestigd, maar hllar haar daarenboven befchonken met drie vrijc vrije jaarmarkten. jaarmarkten, ieder"van ieder' van vier dagen. In het het, jnar jaar vijftien honderd agt-cn-zestig, ngt-cn-zestig, in de maand van Julij, kwam k\Vam aldanr, aldaar, valT wegen Koning PHlLTPS PHILIl'S DEN TWEEDEN, de Hmog Umog VAN ALM, ALM. om order te /lellen. fielten. Na de UnIe van Utrecht. waarbij Ol'erijsfe! OJlerijsfet en Gr6mngen Crr,mngen zig voegden. voegden, kwam ook Coe· Coeverdrn Vlm den Staat. Doch nadat MARTE1'f verd!'/Z onder het gebied van MARTEif SCHENK, ilJ dienst der Spanjaarden, op de Harden· SCHErm:, in dien tijd, in Hardenhurger Heide, gellagen geflagen WlIS, W:lS, en binnen Coel'r!,"den Coel'7!I'dcn weinig krijgsv,.,lk" SCH!NK iit vl)lk. onder LOllNPUT'S LORNI'UT'S bevel, lag, begaf SCHl':NK iig derwaards ~.~ en door dien :llles alles was uitgetrokken of uitgelopen. nam hij de vesting, nag of fioot, vesting. zonder fJag floot, in. CORNPUT wendde allen vlijt lan, \lan, om CGlfl'erdm CtJ/:'l'erdell te behouden, den vluchtendenhoop Ingeze. IngezeV1n de Stad aanteaan tetenen te Boen keeren, en lOt tot verdediging van maan en ; gaande zelfs, ten ren dien flann, mannen; dIen einde, aan den Draaiboom flaan, om de Ruiters buiten te houden. houden, tot dat lij zig onder eede verver~ bonden, hem te zullen getrouw blijven. Doch lij, zonder getroulV b1ijven. 20nder Dsn Dan gedaan en eed te gedenken, gedenKen, verlieten hem, !Ot den gedaanen tot op (wee-entwee-enI:unnende houden, door dertig man na, waar mede bij, het niet l:ullnende dertIg Drt!nrkn~'J:t 'i,reTi1l'oardtn trok. Scm:NK SCHENK vond niet één levenDrentk n~'.lt ".z.utJ!J'oarden dig mensch binnen CO~l'erdm. Coel'erdm. Kort daarna da:irna werd de' de" plaats door f10HENLO I10HENLO heroverd, nadat Graaf WILLE:-.1 WILLEM LODEWIJI{ LODEWljK VAN NASSAU eene wonde :lRn Hom:~LQ, and"rs een :lIm zijn been bekomen had. HOllE:'>W, goed con en getrouw Veldheer, verzuimde om de Srad beh<:JOrelijk beh(:)Ofelijk re verzorgen; dus aus werd dezelve, dezelve. eerlang, door R!NNENBERG. RrNNENBERG, wederom mln ml11 Spanje onderworpen. Coevcrden Coe~'crdm geleek dus een kaatsbal, van de cene hand in de andere geilagen kaat~bal, die ..,-an geOagen werd.
In 10
eOE VER D E
~
413
In bet jaar vijftien honderd twee-en-negentig, kwam de Gnaf (naderhand Prins) MAURITS voor de plaats, terwijl Gnaf HBl'IDRlll: VAN DEN BERG het gebied daar binnen voerde. De Stad was, ten dien tijde, behalven haare natuurlijke Ilerkle, door de Spanjaarden met zwaare vestingwerken voorzien. Ook lag 'er veel volks binnen, had genoegzaamen voorraad van wapenen en leeftocht; niets ontbrak haar, dan alleenlijk versch water; dit kon niet dan door middel van een put verkreegen worden. MAURITS meende hun dit te beneemen , door het affieeken van den fpringader; doch dit mislukte hem; ook viel 'er toen ongemeen veel regen. De Spaanfchen kwamen, met groote magt, onder het geleide van VERDUGO. tot ontzct, en vielen als leeuwen op de buitenwerken der Scaaten aan; nogthans werden zij afgeflagen , en Cot. "trdm moest zig overgeeven. De bewaaring dezer vesting, waar· uit de Spaanfchen den Onderdaanen van den Staat zo veel nadeels toege!nagt hadden, werd aan de Friezen gelaaten; waartegen die van Ov~rtjsfel zig verzetteden , vermits Coevtrden, met de omliggende lar.dilreek, onder hen behoord~. VUDUJO vertoonde zig, andermaal, in het volgende jaar, voor de vesting, om dezdve te herwinnen. Eerst zncht hij eenen KASPAR EENsml tot verraa,j te beweegen; toen dit niet aanging, ndde hij alle drei· gementt!n te werk, die mede vruchtu>os Oagende. trachtte hij. door uithongering, 'er meeller van te worden. Doch hierin werd hij door het jaargetijde beIer: want zijne opgeworpene fchansCen werden, door den zwaaren regen, omverregeworpen. Zijne Soldaaten leden zelfs gebrek, en ontvingen gt!ene beta:\linge; welke ongemakken nog verzwaard werden .. door de invallende Ccherpe koude. Hierdoor ver(mohen gancfche Compa~Diën. lVJAUJUTS kwam op dl\! pas ClHverJen ontzetten, en vnDUGO zag zig genoodzaakt te vluchten. In 't jaar vijfiien honderd zeven-en-negentig werden de Stad en het Kasteel ongemeen verllerkt, en, het geen 'er toen nog :lan ontbrak, tien jaaren laarer voltrokken, onder hel apzicbt van Graave WfLLEM LODEWIJK VAN NA'SAU, Gouverneur van Friesland, die ecn bijzonderen vlijt aanwendde, zo met het vergro.oten, als vermeerderen der poorten en bolwerken. In bel jaar zestien honderd en zestig was Coeverdcn in dien l1and, dat het Dd 4 voor
4'4
eOE VER DEN. D E ~
voor ééne van de beste en fierkfie ilerkile vestingel'l vestingen gehouden werd, die men ergens vinden kon. Coeverden, fchoon op een zandgrond gebouwd, is, eekter eCRter , rondom met laage moerasfen omgeeven, en daardoor van namure natuure verilerkt: verfierkt: want het gebeurt dikmaals. dat zelfs een niet zeer zW:lare zwaare regen, in 't Stift Stife van MImi/er, of daaromilreeki daaromfireeki vallende, Coeverden geheel onder water zet, zo dat het zig als een Eiland vertoont. Op den laatstgemeiden laarstgemeiden tijd, was het voorzien van zeven Bolwerken en zeven zev('n Ravelijnen, zeConterCcharp, ea ven Halvemaanen, één Faufebraij, een hoog Comerfcharp, dubuele dubtJele diepe graften; het Kasteel was met vijf bijzondere Bolwerken. en ééne Graft, Grafe, aan de zijde der Stad, omtrokken. Na dcr Pronfcllen en 1I1unJler!èhen, was deze vesting, de aankomst der vesting. die men voorheen voor volmaake volmaakt hield, merkelijk van haare {lerkten fierkten ontbloot. De Inwooners hadden, met bewil/iginge bewilliginge van hunnen hUIlnen Commandant a. ll. VAN BEIJMA, zig de omliggende landen niet alleenlijk toegeëigend, maar ook, door het graavcn van 1100floo[en ten en water/oozingen, dezelve vaneen gefcheiden. geCcheiden, en deze. van jaar tot jaar opdroogende, opdroogende • met dijken omvangen en mer met haage beplallt; zo dat het moeras. moeras, dat voorheen naauwlijks een fchaap kon draagen, hard bouwland geworden was. Onder het gebied van den Bevelhebber IlROERS~lA BROERS~1A ging het al verder, fchoon ververlOonden , dat op fcheidene kundige Officiers hem meermaals verwonden, de laage landen meer waters moest gehouden worden; waarop 11U "rede; vrede; en bij zul.fe 11;oet bij altijd antwoordde: Het is 11U zut.re t#jden tilden 1Iioet de Burger vOQrdeel vOl)rdeeJ zoden. zoelen. Eveneens was het gelegen met de meiren en veen en , die gantsch hoog en droog gem:\akt, en met boekweit bezaaid waren; waardoor dan veroorzaakt werd, dat het water in de graften. graften, zelfs bij wintertijd, ongemeen laag zijnde. /;lee de, de Fortificatien deed vervallen. In hoe verre BOERSMA, het zij door geldzucht of anderszins. anderszins, fchuld Cchuld daar aan hadd.c, kan men zien bij VALKENIEl( VALKElm:j!.,, in zijn Ferwnrd J7erward Europa, Europ/i, p. 6°4; en hoed~nig hoedanig het met hem afliep, hebben wij verhaald vel haald op 't Art, llROERSMA, VIII. Deel, alwaar 0'0" o'ok gezegd is, dat de LuitenantColonel VAN BtJRU.\I, tegen wil en dank, het bevel bcvel oyer Cael'ertien aanvaarden moest. Op den eerflen eerfien Julij van het jaar 1672. 1672, Oude Sdjl, kwam het leger van den Bisfchop BisCchop van MutJfler ~lulljler voor Coeverden. Coel'erden, begon het he.t aan· aan-
eOE VER DEN. D E ~
-PS
aam10nds met een hevig vuur te befchieten, en eischte de Stad op. Na een weigerend antwoord, woord , werd 'er een menigte van weigercmd am b'Jmben, b:Jmben, grar.aaten, enz. ingeworpen, waardoor het Voorraadsma~niln vernield, en het mee!l:e mee!le gerchut der belegerden onbruikma;azi]n b~Jr gemaakt werd. De Conterfcharp en de Halvemaan werden balr veriaatt:'lI, verlaat~n, vervolgens hernomen, maar in den volgenden nacht ongelegenheden wederom verlooren. Om deze en foortgelijke ongelegen heden , ea ook om dat het volk vermoeid en de 9ijand ~ijand nabij was, werd benoten, fiil!l:and van wapenen te verzoeken. Men zond, benaten , een !lil!land ten dien einde, drie Kapiteins, die op het Huis te t~ Scheere bij aflloeg, en aan hun ten den Bisfchop kwamen, die hun verzoek aftloeg, antwoord gaf, dat de Bisfchop hun geen drie !luren tluren wilde lot!lOt!flaan, maar in ;n den nachl .den florm zou doen aanvangen, aanvlZngen, en jJaan, nacht ,den dan niemand, zelfs geen kind in den wieg, verfchoonen. De Generaal s, s. PAUL had aan de Afgevaardigden vrijgeleide beloofd; doch, tegen het recht der volken, hield de Bisfchop twee van gevangen, en zond den derden met het antwoord naar de drie gevangen. de Stad te rug. De krijgsraad, de omllandigheden omnandigheden nagaande, nagaande. fiembragt in omvraage, wat men had te beOuiten. befluiten. Alle de leden !lemden voor de overgave, uitgenomen den Kommandant en zeven uitertle toe wilden verdedigen. Kapiteinen, die de Stad tot het uherlle De overigen hiertoe ni6t willende belluiten, ging de Kommandant, bleef, zeer misnoegd, met protest naar buiten. De Krijgsraad bleef. echter, bij zijn ziin beOuit befluit,, en ging over tot tOt het bet maake:! maakea van een commisfie commisfic tot het bet verdrag van overgave op de drie Kapiteinen. Zij bedongen eerlijke voorwaarden. voorwaarden, die, wederzijds. op het Huis Ie Ic Scheert, Scheere, op den IIlden I den }ulij, Julij, ondertekend werden, in weêrweérBURüM, h~iten wil van den Kommandant VAN BURUM. buiten wiens kennis ook geopend, en de Munflerfchen Munjlerfchen de Poort door den Major werd geopend. binnen gela:lten. Bij de intrede des Bisfchops bevond zig BI\OERSo BltOERS. MA; die, echter, niet tot Gouverneur werd aange(leld. nange(leld, gelijk trouwlooslijk han. haneenigen verkeerdlijk hebben aangetekend. Zeer trouwloosliik delde de Bisfchop, in veele opzichten, tegen het gemaakt verdrag. Hij hield de Bezetting op en verhinderde derzelver uittogt. Om haar tot zijnen dienst te dwingen. onthield hij zelfs den Sol· Soldaat het noodige voedzeI. voedzei. Kortom. Kortom, hij kwam genoegzaam niets na • van het ~een hij beloofd en onderte\)end NIet lang Da. onderte~end had. Niet Dd 5 bleef
4'6
eOE VER DEN.
bleef' de Bisrchop meester van de Vesting. Wam, na dat hij zijn hoofd zeer onzacht voor Gronincm genooten , en grOOt nadeel geleeden had, zagen de Groningers uit naar een kans, om hem CfJe'Yerden weder te onmeemen. De dappere JtAIIENHAUPT, Luitenant-Generaal en Gouverneur van Grottingen en Ommelanden, reinsde daarop dag en nacht. Het beleg fcheen hem te zwaar: re meer, om dat het raizoen verliep; dus moest een ~eheime nanfiag het middel zijn. Om zig dan van de gelleldheid van Coel'e,-· tien behoorlijk te doen onderrichten, zond hij twee perfoonen, NIJNAltD VAN THIJNEN, den gewezen Koster aldaar, en eenen KLAAS BUITER , welke het waagden, zig eenige !naaien in de Vellting te laaten vinden, en op alles naauw acbt p;aven, waarvan zij aan RABli:N1IAUPT een omflandig bericht med\'deelden. MINARIl kende de vestingwerken. had een afrekening van de Stlld gemaakt, en wees den Luitenant-Generaal, hoe, bij wintenijd, over de bevroorene moerasren • Coeverden te overrompelen zou. de zijn. RABENHWPT raadpleegde daarover met eenige .Regenlen van Groningen, die het goedkeurden, en aan VAN TtUJNEN vrder gaven tot het mallken van Biesbruggen ; waumede hij. met bulpe vnn BUITER, fpoedig gereed waS. Nadat men dan, op den 27!len December, de gemelde bruggen, dommekrachten. ijsfpooren, betarden , enz. op wag~neD had gelaaden, trokken negpn honderd :1;!t-cn-ze~tig man uil r.rtr r;;ngtn; zij vernachtten te Gieren. 's Anderendaag~ nam de Rui· aerij den weg over ExJeli, Emmen en Daim, zig wijd uitfpreietende en alle pos ren met wachten bezettende, o~ den vijand onkund,g re doen blijven. E':n van hun omfnapte ~C'hter, en maQkte aan de lI1unjll'1fçhen, in d\:n Niellwen .schans, den uittogt van die van GrQflingen bekend; wa~rdoor aldaar, in den waan ebt het op hen gemunt was, alles in rep en roer ger~akte. Het CroRif1ger voetvolk volgde de Ruiterij, en kwam. den 29ften. te En'op, daar zij, door den Luitenant-Colonel EIBE.IlGEN, man· lijk aangefproken en vermaand werden. De leuze, die zij kree. gen, W:lS: (;IJd met ons, en. Hollandia. Des nachts tusLèhea elf en twaalf liuren werd de marsch tnt voor Coeverden voortge. zet, alwaar hct voetvolk, den 30flen, mede aanl!wam. Gemel· de EIBERGEN voereIe het eerfle Efquadron op het bolwerk Ct/der. land
eOE VER DEN. IRlId aan, daar het Kasteel in legt; de Major
417
EIJLERS het tweede op Hollandia; Major SICKING4 op Ovtrijsfe/, daar het Magazijn was. MIjNARD VAN THIJNEN had, bij het eerlle Efquadron, het bevel over de Biesbruggen en allen toevoer; KLAAS BUITER bij het tweede, en een Sergeant bij het derde bolwerk. lij na· derden Iloutllloedig, tot zo verre, dat zij de klok binnen de ves· ting- konden hooren /laan. Ten hunhen voordeeIe verhiefzig een dikke mist: want onder begunfiiging van denzelven , aaderden zij aan alle drie kanten te gelijk, over de bevroorene graft van de Comerfcharp, tot aan de pallisfaden. Hier werden zij van de buitenwacht ontdekt, die tot verfcheidene keeren Werda riep; geen a'ltwoord bekomende, loste hij een Musket. Echter drongen de Groningtrs voort. tillende de een den ander over de pallislàden, die zij in Ilukke:l kapten, en dus eene opening maak. ten; waardour het krijgsvolk, tot deo voet van den uiterllen wal. doordrong. Toen vielen zij, gelijkerhand, zo hevig aau. dae zij, in korten tijd. deu wal meeller waren. De llielibruggen werden nu aangebragt , om daarmede over de opengebi}tte bui. tengraft te komen. Eenigen werden te kOf[ bevonden; doch de moed der Soldaaten vervulde dit gebrek. Sommigen van hWl fprangen in 't water, om de bruggen aan beide zijden vaät te bou· den, .en hunne makl.:ers tot den binnenrten wal, die llerk bezet WIS, te doen overgaan. Inmiddels bediend~ een der Officieren zig van een list, die het werk zeer bevorderde. Hij tilde eet! Tamboer, zijnde nog maar een kleine jonge, over een doorn.. haag, en beloofde hem honderd Rijxdaalders, indien hij delJ wal beklom. en binnen de vesting de Pri/1fen-1I1arsd, aoeg. De mist deed den Tamboer onverbinderd de Markt bereiken, daar hij frra~s den Pr;Nfe~·lIfa"sç!t begon te aaan; dit veroorzaakte zulk een fchrik 'onder de Soldaaten , dat zij niet durfden waagen, uit de huizen of -barakken te komen, ats meenende dat de Markc reeds door het Staatenvolk bezet was. Bijna twee honderd man van de bezetting namen, al vlugtende, door de Benthemer.Poort, den weg naar dat Graaffchap. Het /laan op den tram veroorzaakt(! ondenusCchen, bij de GroniNgers, zo veel moeds, dat ze te dapperder aanvielen. Zij meenden dat htmoe makkers reeds bin. nen waren, en haamen zig te meer, om deel aan den buit te hcb-
418
eOE VER V E a DEN.
hebben. 's Morgens. Morgens, v66r dat de klok negen floeg, waren zij alle binnen Coeverrien. Coe'llertlen. Niet meer dan vijftig waren 'er van de Groningers Croningers gefneuveld; doch van de Munfterfchen Munflerfchen meer dan hon. derd vijftig; alle de overigen werden krijgsgevangen gemaakt. Het gelukken van dezen aanllag veroorzaakte een algemeene vreugde in de Nerierllmrien. Nederllmden. :ge Mtlnfterfchen, Mtlnflerfchen, daarente~en, verlieten hunne posten daarom/lreeks; daaromllreeks; en de Bisfchop zelf was zo Ielein TroDijen ver/Doren. verlDIJren, rian dan verflagen, dat hij uitriep: Is mijn lr/ein 1:01 yolgon. Binnen Coeverrien zal de rest wel haast 'lIolgen. Coeverden werden, behalven een groote menigte andere oorlogsbehoeften, gevonden, ze· zeven-en-zestig (lukken gefchuc, gefchut, meest vnn metaal; vier-en-twintig vier-en-twincig mortieren; monieren; duizend musketten, behalven die door het guarnifoen gebruikt waren; vijf honderd en zes volle tonnen buskruit, beagt-en-dertig geopende; kogels in menigte; twaalf honderd halven agt-en-denig zeven-en-zeventig bereidde, en zeventien honderd zestien onbeonbcreidde bomben bom ben ; twee duizend een honderd en dertien fiinkpotilinkpott"n; voorts betarden beCllrden,, pieken, fiormhoeden, ilormhoeden, vuurlwgels, handmolens, wapenen, falpeter, terpentijn, zwavel, h:trst, h:lTsr, pek, groOEen overovefaffuiten. bijlen, en meer krijgsgereedfchap, in groOlen vloed. Ter belooninge hier van, werd de dappere RABENHAVPT RABENHAUPT met Coeverrien het Drosralilpt Drostalilpt van Drenthe en 't Gouvernement van Coeyerden befchonken, en is aldaar, den 12den Augustus des jaars zestien bOflderd boaderd vijf-eo-zeventig, vijf-en-zeventig, overleden. EIBERGEN EIBEROEN werd tot Com. gefield • eo mandant van de vesting aan aangeileld, en MIJNARD MIJNARD VAN 'I'HIJNEN THIJNEN tor Commandant van 's Lands Magazijn. Hoe zeer dir dit verlies den Bisfchop ter harte ging, ging. is gebleeken uit de pogingen, die hij, in het volgende Jaar. Jaar, aanwendde, om 'er weder meeiler meefier van te worden. Ten dien einde 'deed -deed hij een' dijk van veertien of vijftien voeten hoog, bij het huis Ie Gramt. Cromsbergen, hergen , met zwaare kosten en moeite, dwars door de rivier de recht leggen; welke dijk, langs den zllider riviere, zuider boord der riviere. oostwaards voortging, tot boven het huis Ie Laar, in 't Graafooscwaards fchap Benthem. Dit gefchiedJe, met oogmerk, om door bet onderloopen. of oprluiven van het water. opnuiven water, de vesting te re doen onderloopen, tot de overgaave te noodzaaken. noodzaaken, Deze dijk had de lengte van redotlten en palJis· groore uuren gaan5, twee i:roote gaan5 ~ en was bezet met redouten pallis-
fa.fa-
c
0
~
VER D E V BRD
~
'P9
{aden, raden, en door genoegzaam Itrijgsvolk. krijgsvolk, om tegen alle aanvallen bercbermd befchermd te kunnen worden. Den geheelen zomer was Coeverden. door overtollig water; Coeverden, doot water. belemmerd, en nog meer In 't najaar, belemmerd. najaar. toen het, bet. bij aanhoudenaanhouden. de regenvlagen, zodanig rees. dat het over de Conterrcharp, tot Conterrcharp. tat binnen de plaats, plaats. liep, liep. de firllllten firaaten overfiroomde, overfiroomde. en de InwooInwoo· ners zig met hunne goederen op de zolders redden moesten. In dien toelland toefiand rmeedden de Munjierfthen Munflerfthen een' aanflag aanllag , met vier honderd fchuitell, Cchuitell, die in gereedheid lagen, en van de noodige manfchap voorzien waren. waren, om de vesting van alle kanten t
420
eOE VER D E
~
lIJnti. Het capitaale werk, dat onder aan den herm van een r;oede doornhegge voorzien is. loopt rondsom
eOE VER D E
~
~t
Graaffchap van dien naam gaat. De andere, ten noordoosten. Is de /'r;rji:he POllrt, tusfchen de Bastions Groningen en OverijsfeJ. De ftraaten loopen allen lijnrecht, en op de Markt uit, welke het middenpunt der Stad is. Zij worden, op bet midden. tusfcben de Markt en den Wal, rechthoekig dooriiJeden van eene dwarsfiraat, die evenwijdig met den Stadswal loopt. De hui2en zijn, zonder vertooning van pracht of aeraad, zeer midden· maatig. De voortbrengzeten der natuur, om halldd mede te drijven, zijn aldaar zeer fchraal. Dus zijn de Ingezetenen verpligt • hl1n beltaan in de veefiJkkerij te zoeken. Ook is 'cr de af- en aankomst, door gebrek aan water, en inzonderheid bij drooge zomen, zeer ongemaklijk • zijnde de Kleine Pécht nict bevaarbaar dan met kleine fchuiten ca praalnen; waarom de bewooneu ook genoodzaakc zijn, zig meestal van wagells te bedienen. In vnorige tijden. toen Coel'erdm nog een Vlek of Dorp was. was aldaar een Oude- en Nieuwe-Kerk. De e,erlle was toen d~ Parochi~kerk, en !tond rondsom beplant met hooge eiken boornen. hebbende een groot Kerkhof. waarop alle de dooden begraaven werden. Doch deze, in de SpculIIji:he beroerten, verwoest zijnde. is nooit weder herbouwJ, b'TOotendeels om redei.! dat dt!zelve buiten de omwalling der Stad Ilond. De tweede Kerk, Ilaande binnen 't Vlek, en nader bij 't Kasteel, was een groot gebouw, met een dubbele rij pilaaren, en voorzien V:IU een h.JOgen toren. Maar ook deze werd, '-4-°8, door den brand v~rdelgd; doch, op derzeiver grond, een andere opgebouwd, die dus te recht den naam van de Nieuwe Kerk draagt, fchoon zij ook wel de lJfarie-/{erk genaamd wordt, om dat de voorige aan de JJ.foeder-lllaagrJ gewijd \Vas; zijnde dus genoemd door Paus ]ULIUS DEN TWEEDEN, die, op verzoek van den Bisfchop van Utredtt, veele gelden, uit den verkoop van Aflaaten gekO; men, daartoe had afgellaan. Het landfchap Drenthe leverde de bouwlloffen , als lleen, hout, ijzer, enz. Deze Kerk bleef in ltand tot het jaar I49r, [Oen Cleverden, door EVERHARD VAN ENZE I olllwald, de Kerk afgebroken, en de (leen gebruike werd tot de mUIlren der Stad. De tegenwoordige Kerk, (laande nabij de Markt. heeft de gedaante van een koepel, doch is zonder veel tieraad.
De
4U2
eOE VER DEN. D E ~
oor~ De Gereformeerde Gemeente is aldaar tamelijk groot, ter oor. taake van de weinige r:aake weini8e Roomschg('ziuden, Roomschgeziuden, die 'er, zo min als In Landfcbap van Drmthe, DreIJthe, een kerklluis hebben, maar het geheele Landfchap verpligt zijn, hunnen Godsdienst In 't Graaffchap oe.GraafTchap Benthem te oeLutherfc,~e G~ G(14 fenen. Men heeft 'er, echter, ook eene kleine Luther[de bedienen» meente. De twee Predikanten, die de Hervormden bedieneti. worden wel door den Drost en Gedeputeerde Staaten aangel1:eld; \Vorden aange11:eld; doch, in zo verre Coeverden, als een Frontierplaats , ten aanzien van deszelfs Vestingwerken, op kosten van de Generaliteit onderhouden word, fiaan llaan dezelve, Guarnizoens-Pre. dezelve. be!l:l1ouwd betèl10uwd als Guarnizoens-Pre· dikanten , ten aanzien van hunne betaaIing •, gedeeltelijk op den Staat van Oorlog, ter repartitie dezes Landfchaps, met opzicht tot het äandeel, 't welk dit Landfchap ter Generallteits kasfe ver· optebrengen , en wel elk, jaarlijks. jaarlijks, voor drie honderd pligt is optebrengen, guldens; wordende het overige hunner wedde uit Stadi Stad. Comptoir en Pastoriegoederen betaald. Onder de Predikanten, die de Gemeente van Coeyerden be~ bé. bebben, verdient Inzonderheid in aanmerking genomen te diend hebben, worden, JOHAN PICART, die. in den jaare 1660, in het licht bragt, zijn bekend Werk, getijteld Ytrgetene Pi:rgetene Oudhedtn van het hef Ltmdfchl1p Drenthe, enz. LnndfohllP Drenthe. Ten aanzien van de Burgerlijde Regeering, flaan (lIIan de Inwooond·~r een bijwnd~r bijzond~r Schoutsarnpt. Schoutsampt, waartoe Coeverden CoeverrJen en nets ond~r Sch()onebeek Schoonebeek met elkander vereenigd zijn. De Vierfchaar van het Gerecht wordt in één der vertrekken van het Raadhuis gehouden. Slad zijne woning. Het hebbende de Schout ook binnen de Stad llaal onder den Gouverneur, die onder zig een Krijgswezen 11:aat nog een GrootCommandeur heeft; behalven dezen. is 'er no~ Major. In het noordoosterdeel der Slad Stad is een Landshuis aangelegd, waarin de Heeren Gedeputeerden van den Raad van Slaalen Staaten •, «lm de Vestingwerken, 't Arfenaal en wanneer zij aldaar komen alm 't Magazijn te bezichtigen, hunnen intrek neemen. neernen. Bij dit huis naat het Arfenaal, zijnde een voortreIfelijk voortreffelijk groot gebouw. Niet flaat verre van het Kasteel vindt men 't Kruidrnagazijn, Kruidmagazijn , 't welk onder rondsom met den grond verwulfd is, en waarbij de toegangen rODdsom palis[aden afgeperkt ZiJD. ziJn. Ook ia is 'er een fraai woonhuis yoor voor palisfaden
den
COEVERDEN. COIGNET. (Cil/es)
4113
den Direéteur van 's Lands Fanlficaden. In vredenstljd bellaat do 1(riigsbezetting, gemeenlijk, uit niet meer dan I!én BattalUon voet· volk; van welke, voorheen, een Officier met twintig man plagt gezonden te worden naar den Ommer Schans. vijf uuren gaans tcn zuid-westen van Coevèrden j thans gcfchied dit door de be· zetting uit Zwoll$. Ten dienne dezer Hezetting zijn fraaije Ca. fernen aangelegent fiaande aan den voet van den capitaalen wal. langs de Gouvenes uitgefuekt. De Gouverneur van Coeverdtn heefe mede bevel over den Schans de Bourtang, en over, de 011· de en Nieuwe Schans, op den bodem van Wedde en West-Wol· dingerland ~ hoewel de krijgsbezettiogen van deze drie llerkten. niet uit Coeverden, maar uit GrHlilllen, jaarlijks, bij verwisfeIIng, derwaarts worden gezonden. Coeverden is mede de bewaarplaats der gevangenen en der ver· oordeelden rot den kruiwagen: ten welken einde men hier heeft een bijzonder gevangenhuis. waarin worden opgeOoten aUe de eevangene Deferteurs der Guarnifoenen van Friesland f Gro11in. gen en Drenthe; Zie RAl], Woordenboek des Al1rdrijks, p. J 39•. PICARO f Yergetene Antiquiteiten, p. 281, 283, 284. 2SS. Sl92. 294, !J9S, 296 en !J97. HEnA, Hist. Ultrajefl. TAcrros, Jaarhoeken , IV. Boek. NEANDER, Antiquiteiten, p. 271. VAN HASSELT, HistiJr. Gelri~. Oude Holl. C1tronijk, fol. IJ 8 ,~8 7 en 409. BEKA, in Bal. derik, enz. SCIIOTANUS, Frierde C1tronijk, fol. 101. PaNTANUs , Gelderrc1te Gefclziedenisfen, H. Deel, fol. 81, 364 en 425. RElJD, HOR, DE GROOT, VALKENIER, Yerward Europa, p. 602 , 6Q~, 6 r 3, 61 4, 846, 847 en 84'~. CASTELIJN, HollandJi:he Jlfercurius, XXIII. Deel, p. 110 en 222. SIJLvrus, Perl'olg op AITzEMA. J. Deel, I. Stuk, fol. 5~0. Brieftlil Coeverden. Ytrder uit medegedeelde Berichten. COIGNI!T, (GILLES) verdient onder de Nederlanders, die de kunst. om het penceel te behandelen en de verwen te mengen. meenerIijk vernonden , eene voornaame plaats. Hij was geboren te Antwerpen, en woonde aldaar, vóór zijn vertrek, bij zeke· X. DEEL. Ee ren
424
COl G NET. (Gi!kr) (GilIct)
re" ANTONl] Alf"rONT] 'ALER";{O. PALElI-.rO. In {taliën tot medgezel eenen een en STELIla/iën had hii cot STRLLa, verfchcidt!n~ kUllstflukken LO, met wien hij verfchcidt!ne kUllscllukken vervaardigde. Doch Docb dele deze zijn' makker fneuvelde, fneuvelde. bij het vieren van één der PA\I~liikc .Feesldllgen. PAII~liikc .Feesldagen. op den brug bnlg van het Kasteel, door een VUfrrpijl, wtlTpijl, die liem op de bo!l1C borse lrof. lI'Of. COIGNET vertrok lOen naar Napt'ls, Vlm Ilani. I/alii, vcrvaardi~en Napels, Sicilii, Sicilii. en andere gedeelten van de veele Ilukken, nukken, zo in olieverw, als in Fresco. Frewlo Jn het jaar vijfden tien honderd een-en zestig kwain kwam hij te Antwerpen iu in 't Schildt:rs Schilders Gnd, n()/ieren. Hij hield, geduurende GfTd, of onder de Kamer der YiQJieren. ziin \12n tafreelen op zijn verblijf aldaar. zig bezig met bet fchilderen van doek, en bedi
CO K. (J.)
COL I G N r. (Cl1spn,. iI~)
42ó
tot c~nen maarigen oud~rJom te kom(·n; beiden illerven in het
best van hUil leven. Zie VAN MANDER • I. Deel, bi. 33 I. enz. COK, CT.) of COCK, en ook wd COCQ, fen der zaamverbondene Erlelen. Van wegen de menigte van hun, die dezen naam voerd'.'Il, zo als men bij CARPENTIER, Part. lil. p. 4 0 9. zien kan, is het niet wl!! te bepa.lien t wie deze eigenlijk geweest zij: te me(!r, danr zij hunnen lIaam nu dus en dali zo fchreeven. Anderen fcJlfe~.'\'C1I KOK, ell ook wel DI': C< >CQ, zo als men vindt van I.OûBRECHT DE COCQ V/IN NEERRIJNfu'" , die een broeder was van MAXI\J1L1AAN VAN BLOIS Deze R"BBll.ECHT , die mede tot de tekenaars v~n het \'t'rbonJ der Edden behoorde. en BREDERODE volgde. werd door ALS.' gebannen. en zijne goederen verbetlrJ verklaard. Naderhand het ougt:luk hebbende van den Tiran in handen te vallen, werd hij (1 )68) onthalsd. Hij was on.ierlCheiden van ROBBERT DE ClJCQ V/IN NEERIUJNlN. daar MEtiRSIUS en BOIl f;ewa~ van maaken. Dat zij, die den naam van CIJC 1)1' coeK voerden, nict alleen menigvuldig in gdal, lllaar ook van aanziell waren. blijkt uit het dde/iik ;rapeuboek van FERWERDA, waarili men zien kan, d~t zij, duor huweli k~n. zig vermaa. lCllapt hebben met de geOachren van V,IN llEN CLOOSTER, DEEI.EN. HARlNXMA THOE HEECi, KlNSClJOT,VI1N DER ~TJ:EN, VALKEliIER, en anderen. COLlGNI, (C.~SPAR DE) de tweede nn dien naam, onder de Graaven VA:S COUI;NI. Heer vall Chalillon-j'lIr·l.oitlg. Admiraal van Frankrijk, was de ZOOII van CASI'AR DEN EERSTE~ VAN lOLI· eN! • en dus afkomfiig uit het oud en edt:! gdlacht van dien naam. dat men zegt van dl! uude Gr:laven van BOlirgond.iJiI, in de tiende eeuwe reeds bekend, aftdl:ammen OIlZ~ \,;uLIGNI, één der beste Veldheeren van zijnen tiid, was geboren uit l.UUlSA vAN MONT~I('RENClt den 16 of /7den Fcbruarij des jaus 1521l, eo werd in het le,;er opgevoed. Schoun zijne mcell:e daaden niet onmiddelilk tot onZe: Nedet°lant!lell behooren , kunnen wij hem, echter, om ecne reden, die (\ra!~s .zal b!ijkcn, niet ongerioemd 'foorbijgaan. Reeds vroeg gaf hij blijken van oDgemeene dap· Ee 2 per
~
c
~
L t G N J. (GasparIIe)
perheid en verlland. Onder FRANÇOIS DEN EERSTEN, Koning van Frankrijk, bevond hij zig tegenwoordig (IS4~) bij het ontzet van Lantlred, en, twee jáaren daarna, in den Slag bij Cerifol,s. Onder Koning HENDlI.IK DEN TWEEDEN werd hij in rang bevorderd, door voorfpraak van zijner moe,ders broeder, den Marfchalk VAN Mor;TMORENCI. Eerst maakte de Koning hem Kolonel-Generaal over het Franfche Voetvolk, en Ridder van zijne Orde, en zond hem, met die waardigheid omhangen. (I 550) naar EngelantI , om den vrede te fluiten, waartoe de Engelfclten, door de influiting van de Stad BDu/ogne, genoodzaakt waren. Naderhand verzeIde hij den KonIng in den Duirfchen oor og_ In vijftIen honderd twee-en-vijftlg maakte HENDRIK DE TWEEDE, na den dood van ANNI8ALD, hem Admiraal van Frankrijk. In het volgende iaar had hij het bevel over de Voorhoede van het Leger, over 't welk de Koning zelf In Y/aanieren gebood. V(el bragt hij loe (, 554) lot de overwinning bij Rtnti. In de Netler/andm werd (1556) de veldtogt geopend met een' aanflag op Douai. De Admiraal COLIGNI zogt zig, bij verrasfing, van die Stad meeiler te maaken; doch een oude vrouw, 't gerucht van bet oprechten en lIanvoeren der fimmladderen verneemende ,ondekte den toeleg door fcbreeuwcn; waardoor dezelve te leur ging. De Veldheer trok toen naar Lens, in Ar/ais, dat veroverd en phlt gebrand werd. In dat zelfde jaar was hij één der Gevolmagtigden, rot bet fluiten van den vrede met den Keizer; doch bij moest denzelveu, op uitdrukkelijk bevel van den Koning, in het volgende jaar, wederom vernietigen. Niet lang daarna werd hij, te Sf. Q.uintlj", waarin hij zlg geworpen had, door de Spanjaarden gevangen, en, omtrent dien zelfden tijd, befl:huldigd, de plaatren in Picartliën. waarvan hij Gouverneur was, niet naar behooren voorzien te hebben. Hij bleef krijgsge\'llngeD, tot op den vrede, en ging, na bet leezen van veele boeken. over tot de gevoelens der HugenD~fen, Nogthans was hij geheel onfchuldig aan de zamenzweering van AMBOISE. Toen dezelve begon uit te barnen, kwam bij, op 's Konings bevel, ten hove, en fprak zeer rondborflig over de gemeene bezwaaren. Daarna leverde hij, in de vergadering der Staaten , te Fan/fijne. l7Iellu, uit naamc dèr HUlenooten. een Smeekfchrift in, voor de vrij-
COL I G N
r.
(Caspflr dt)
427
vrijheid van den Godsdienst. In het jaar vijftien honderd twee. en·zestig en-zestig verkreeg hil het Ediét Ediél: van ]anuarius, }anuarius, en meende toen de regeeringsvorm grootlij~s te veranderen. veranderen, en aan de Standen meerder vrijheid te bezorgen. Doch aangezien de zaak, kort openbaare feitlijkheden feitJijkheden ultborst uitborst •, vatte hij mede de daarna, tot openbaarc wapenen op, tot aan zijnen ongelukkigen dood, een op. en bleef, bleef. tor ijverig voorIlander voortlander der Hugenooten. In het z\!lfde zl!lfde jaar was hij tegenwoordig bij den Slag bij Dnu%, Dnux. alwaar zijne vijanden eenig voordeel op hem behaalden. Kort daarna bemagtigde hij, hij. met hulp der EngeIfchen Engeifchen •, bijna geheel Neder-Normandië. Neder-Norl1landië. Omtrent dien tijd werd hij befchuldigd. nn den befchuldigd, als of hij deo den moord '\'an Hertog VJlN VAN GUl ZE heimelijk bellookt had; doch. doch, vier jaaren daarna (1566) (ISfi6) zuiverde }Jij pij ~tg, bij bii het Hof, van dien blaam, doo.r doo,r een plegtigen Eed, en werd door den Koning, in fchijD. fchijn, met VAN GVIZE die van den huize van VAN Gl'~E verzoend. Den oorlog. in 't volgende jaare, jaare. hervat wordende, werd de Admiraal, voerende 11et bet leger der Hugenooten, l1et bevel over Qver het Hugenoolen. ~e{)agen, seOagen, en geraakte zelf in levensgevaar. In het bet jaar vijflien honderd agt-en-zestlg toonde hij openlij~, dat hij niet alleenlijk den HlIgenolJ/en Hugenooten in Frankryk Frl1nJ:ryk toegedaan was, maar ook dat hij de zaak der Netlerlandtrm Net/er/anderm tcr ter harte nam; naar.dien rlien hij bezorgde, du d:tt een Edelman uit NormalOdii. Norma1idii, COQ.UEVILCO~t1EYIL LE genaamd, genaamd. met zeven of agt honderd man, man. ten dienne dienl1e vaD PRANJE. PRANJE, een' inval in Ar/ois onderneemen onderneem en zou, zou. doch welke aannag. gelijk bekend is, Hag. is. te niete liep. Niet alleenlijk fmarne hem dit, Vlln met den Prins dit. maar hij geraakte zelfs in groot gevaar, vlln VAN cONoé, door 's Konings Troupen, bij Noijtrs overvallen te ,'AN worden, en voud zig gedwongen, gedwongen. de vluch~ vJuch~ naar &rhelle RPrhe/le te neemen. l-lierop l:lierop ontfiond necm.en. omfl:ond een nieuwe oorlog, die even ongelukl;ig kig voor hem uitviel, uitviel. Hij werd (, 560), 560). als Bevelhebber Bevelhebher der Jlugenooten, Jafnak geOagen: waarom hij het beleg voot Jlugenooten. bij Jarnalc l'oi!iers Poi/iers moest opbreeken; opbreek en ; en, en. daarenboven, In dat zelfde iaar. jaar. pij Jl{oncon/our, Moncontour. nogllJaals nogmaals overwonn~n. lIet Het Parlement ontnam hem zijne waardigheId als Admiraal; zijn beeldenis werd aan deu g:llg gehangen, gebangen. en hij bij vogelvrij verklaard. Doch. hoe zeer ook hem het ongeluk op de hielen volgde, volgde. verliet bij, bij. eçhter. echter, ,iin z.ijn Aanhang niet? niet 1 en olldedleullde ollderneuilde de Nederlanderen Illet met zijnen Ee Ee 3 Wij w~
4~8
COL I G N T. (Cmpn,. de)
wijzen raad. Aan zijn doorzicht in de znaken van dien tiid werd toegerchreeven, dal ORANJE, zijn geilIk en de bNrijcHng der verdrukte Nrdcrlanderen bedoelende, te raade werd, het gduk der wapenen ter ue te beprocVl'n , en aan eenige g-evli:chte Edelen, Ku Iplkdcn en anderen, lastbrieven te gecvi.'n , om met fchcp~n, door fommigen, voor eigen rel;enj;'!;, in zee gebragt , op vrijb:Jir te v~ar~n; 't welk, ~'cjj!k men wl'et, het mijdel geweest is, waardoor de grondl!:l/; tot bt.:rtlelJing dèr ~e,krlandfchc Vrijb(!id f!:ele; dis. Na '( IlI!Ïl,'n van den vrC'de, in '570, hielcl hij zlg een' tijd lang 0:1 , in zijn eigen h':is te Clumtil/i, 7.Ondr aan bet Hof te ko nen. F.il!dl'lijk \\"lrd hit di)or l'etJe \Ie'crijen, duor het huwJi k [lJsfch~1l dCI] "rin, V31J !\'m'a/Tc en 's K'Hlings zuster, en d. h 'i den geve'nsden' 0, ,llog mei Sptll1ie uit zijne wijl.;phlats getokt, en kwam C' ~7f) hij del1 Krming te Btuis, van wien hij de allertedLrll"e guns bCiI"ijzin;;,,'n !ic'noot. fIi) werd in alle cerampten herfll'ld. zijne g,!ede'1t! rchnJ~hel1l vergoed, en hij zelf dikwijls van den Kûnir,~ zei l'en, \'"Ikomen gerust geli~ld. EClJIge l1Jaan. den daarna weder n~ar buis gc~eerd zij:,dt!, ond~rhie1j de Koning eene vertrouwelijke hrieflvi,lèlill; n.et l1'~m , en riep 'hem, na verloop vlln vijfwl'ckc.:Il, weder tOt zi~. bL'toOllende hCIll [oen meer gunst da" vourhern. Eindelijk werd hi (157 ;) onder tcbijn van 't Na"nr,.,'sd bijleger • cn om te ra:IlHlJt:en nopeIJS den Spaanfehen oót!og , naar PariJS gelokt; om \\'dk aanzoek van de hand te wijzen, hij, ongelu1tlrlgli,k, alle de vermaaningen zijner goe. de vrienden in den wind. Eeni ~e d:\gcn na 't bijlet;er uit de Louwre 113rr huis keerende , \wrd hij door een hcimelijken fchoot gekwetst; waarover de Koning zijn hooglte ongenoegen liet blijken. den Admiraal in perrooll bezucht, en naar den daad er zeer naouwkeurlg deed onderzoeken, ten minflen beloofde, het te zullen doen. Niettegenflaande dit alles, zag men den gruwelijken Parijfthm !lfoonl. met dezen vermaarden man zijnen aan· vang nemen. De Hertog VAN curSE viel in zijn huis, een Duitsch. Soldaat, nevens anderen, drong in bet vertrek van den Admiraal, en doodde hetn, die, in het bcgin van dat bedrijf, ter bedde uitfprong en den dood kloekmoedig afwachtte, met verfcheide~ lIe wonden. Zijn ontzield lichaam werd der woede van het gemee-
COL J G N J. (Cl1spar
Ó()
4!%9
meene volk ten prooi gegee\'en, en, n. drie dagen lan~, op de {ch:mdeli kf1e wi:ze. mi,handeld re Zhl, te JlfontfallcDn aan tien galg g.:h3I!g·'n Zi in neef, de Graaf VAN MONTMOP.ENCI, liet hem heimeliik afneem en , en te Cl1fIntillij begraaven. Geenenondienst, vertrouwe ik, den Leezer te zullen doen met een naa ·\·k<:urig berigt, \\'e~('ns dit treurig en lèhandelijk: voorv~l, hnc\\el rot O:1ze Vaderl:mdfche Gefchiedenisfcn niet on. miJdeiijk behoorcl1dc. Des kundigen weeten , welk ecri nadeelige invloed de Pari/ic Je Moord op de z3aken der Nederhmtleren in dien tijd had. en bet gamfche plan om verre wierp. Zie hier dan een verhaal daarvan, volgens de meest waarfchi)nlijke berigten. Om de HugenoOftn, die nfen in Franltrijlt voorgenom{'n had te verdelgen, re beter io Oaap te wit'gen, werd een htlweI1jk geflOten tmfch~n HENRIK , Koning van Navarre, en MARGRIET, zuster d~s Konings van Frankrijk; 't welk, tot groot genoegen zo vall de eene als a'ldere partij, voltrokken werd; laar ende de Marfchalk SIRON zig gebruiken, om tllsfchen beiden te loopen. Dit verricht '-Ijnde, kwam de oude Koningin van Nav/Jrre, met haaren zoon, den Admiraal, en andere Heeren, die haar aankleef. den, re PariJs. Slechts ruim een maand was die Vormn aldaar g~weest, of zij kwam te nerven, zijnde, naar alle waarH:hijne. lijkheld , door middel van een vergiftigden handfchoen, omgebragt: [choon men, n8 dat zij geopend was, haaren dood nan e-.:n ongemai, in de zijde toefChreet: De bruiloft van het jonge paar moest, echter, voortgang heb. hen, en werd met de groorlte l1aatlijkheid gt:houden. De voornaamae HugaJooten waren doof voor alle de vermaaningcn hun. ner vrienden; waarvan de Roomfchen een goed gebruik maakten, met te beraadflagen, op wat wijze zij dezelven zouden doen omkomen. Hct be(]uic werd genomen, om met den Admiraal een begin ce maaken: zo als gefchiedde. Want CULIGNI, des Vrijdags uit den Raad komende, werd, bez!g zijnde met een ge. [chrift, dar hem ter hand gefleld W3i, re leezen , uit een vcnfier, tegen over de plaats al waar hij zig bevond, gefchotcn, zonder dat het oogmerk daar mede bereikt werd; hij werd alleenlijk in dIn arm gekwest , en de lChoot nam ook een vinger van Ee 4 zij-
430
COL I G N I.
(Cllslar d,)
zijne rechterhand recbterband mede. Na dat hij deze wonden ontvangen bad. wees hij met de Ilinkerhand de plaats. plaats, vanwaar de fcboot fchoot geko. gekomen was. was, en deed zig. zig, door zijne bedienden. bedienden, naar zijne wooning brengen. Sommigen begaven zig ter plaatfe, vanwaar ge· Ding Cc~oOteD Cc~ooleD was, doch vonden den daader niet. maar wel het pifiool. Geduurende dit voorval, bevond zig de Koning, met den Her, tog VAN VAN GUl,'Ii:. en den Heer VAN VAN TILLIGNI, Schoonzoon Schoünzoon van den Admiraal, in de kaatsbaan. De Vorse, Vorst, h~t gerucht hoorende • wierp hee uit de hand, en ging Ipet een verropmd vertoprnd gelaat het ra~et Uil !,'anda~r: tij d,m dan dat,ltij I;anda~r: 't 1.ii dat,i}ij v~iqsQe. v~iqSQe, of dat hij wezenlijk. bedroefd bedroefJ wa dal de Admiraal niet dood was. Grooter en oprechtèr was \\'a , dat de onne(teflii-Vall' onne\teflirVall' NAVARRE NAVARRE en CONDé, die bij den Koning aanhielden, om zig naar ciders te mogen Qegeeven. Qegeeven, dl!wÏjI zij aldaar zig hen, met fchoone woor· woorIlict veilig rekenden. De. Koning llelde hen. den. te vreden, verweken~ dat zij zouden blijven. blijven, al ware heç ma,ar om ooggetuigen te zijn van de fualTe. fuaITe, die hij over zo eene: eenc: fchelmfche CATIlA. fchelmfcbe daad zou laaten oefenen. De oude ollde Koningin CATIIA. RIJSA RIJSA voegde d:larbij het hel hlare, zeggende. ~eggende. dllt dat haar ;;0011 dm l1aam Van van Kotlingl1;rt J(on;ngl1;rt "et Vet ditntle, dirn(le, zo h'ï ~m tltrge/ijke dergelijke ruye/· dl1lld niet ten jlreng/lell riad dil/ui dad jlraJTen. jlraJTm. Dele woorden !telden HAVARRE HAVARRE en CONDé CONDé gerust; te meer, tOen de Koning i'l perfuon den Admiraal ging gillg bezoeken, en hem allervriendelijkst bejegenbejegtnde, met uitdrukkingen van woorden, waardoor hij te kennen gaf. den daad er te zullen !traITen , als of het fcit feit aan zijn ejg~n eig~n l'er· l'erfoon beg~an begaan ware. Daags daaraan da~raan deed COLIG"l COLIG:\'1 aan den Koning en den Hertog VA)/ VA)/ AN10t,J ANlüt,J verzoeken, om eenige benden van 's Ko!Jillgs Ko:Jillgs huis, ~ot zijne bewaaring, omtrent zijne wooning te mOi(en mOjien hebben. hebben, en zodanj~e wacht de llloetwilligen moetwilligen in lOom te door t aanzien van zod~ni~e lOege!taan: want het diende meer houden. Dit werd hem ligllijk ligtlijk coege!taan: om te v~rhoeden. dat hij en de zijnen niet amvlllcllllen, oncvluclmen, dan wel om hen te beveiligen. Om hierin te beeer beter te (jaag.:!n, d~ed de verraderlijke Koning, die door zijne moeder daartoe werd aangcflou\a. Ed~len verbUIzen gcnou\a, alle de Gerefurmeerde Edi!1en verhUizen,, en zig omtrent trem den Admiraal nederzetten, als vindende zig daardoor in na na at • ~én(!n Oag te verdelhun gemaklijker te doen docn optekenen, en Dlct Dl_t ééncn gen.
COL
I
G N 1. (Caspar rJe)
+3. \
gen. Ook belastte hij aan den Kolonel vlln de wacht, dat hij niet een eenigen Room!chgezinde daaromtrent zou doen naderen; en die de nouthejd daartoe mogt hebben, d:1t pij dien zou doen omkomen. Al deze taellel, welke verwoning van gunst zij ook mogt ma.. ken, gaf, echter, aan veel en geen klein achterdenken: W:l21'om lIIAVARRE en CONDé, de Admiraal TILLlGNIJ en anderen te zamen overleiden, wat in die omfiandigheid te doen nond. Sommigen waren van oordeel. men muest ergens elders zien heen te trek.ken; niet bevroedende, d~t hun zulks belet zou worden. Aaderen, en daar onder de Adllliraal, waren van oordeel, dat men op 's Konings woord vertFouwen moest. om geene nieuwe verbittering te maaken. Ook oordeelden de Geneesmeellers, dat de Admiraal niet wel vervoerd kon worden, Aan den Koning, met de zijnen in den Tichelhof wandelende, terwijl hij bezig was m~ zig over den aanOag te beraaden, werd dit, door eenen nAIJA~ COUR. bekend gemaakt, waarop men het beOuit Ilam om voort te vuren, en den ramp. dien de Admiraal ontkomen was, op alle de Hu,~nooten te doen nederdaalen. In de vergaderjng, w~arin dit beOuit genomen werd. waren tegenwoordig de Koning, zijllQ Mo~der , ANJOU. NEVERS , de Rastaart VAN AlllGOUl4l\1E. SERAGUE, ThVAGNI en RADESI, die elkander, in den beginne., niet w.eJ, ~er. fiaan konden. op wat wij~e mea met den Koning van Navarre en den Prins VAN CONDé zou handelen; of men ze onder den \Joop mengen, of hun fpaare:n zou. De achtbaarheid van NAVARRE, heç bloedverwantfchap des Konings en het onlangs voltrokken lulwelijk fpaarden hem. Over CONDé viel meer te zeggen, uit oorzlake van den haat, waarin zijns vaders naam was; doch zijne door.lllchtigil geboorte, het bloed, wa:uuit hij gefprooten was, de voortpraak van NEVERS, die zijn vrouws zusters getrouwd had. en zig in het toekomende borge voor hem !lelde, waren oorzaak. dllt hij mede ge/j:laard werd. Di, dan alzo beOooten zijnde, reed en ANJOU en ANGOULE;\IE, in hunne karosfc!n, door de Stad, een gerucht uitllrooijende, dat de Koning MONnIORENClj, met de uitgelezeplle Ruiterij, binnen Parijs ontboden had. Ook werd 'er, ten zelfden tijde, een perfoon gevat, waarop men zei: de vermoeden te hebben, dat hij fchuldig was aan het fdt, aan Ee S co-
432.
COL I G N
r.
(Cdspar de)
cour.m gepleegd. llij bleek Uil het gcOacht van die VAN C;UlZE te zijn; waarom deze bij den Konin:.; kwam, verzoekende het Hof ce mogcn verlaatt'n, alzo hij, volgens zijn zeggen, aldaar met den nek werd aang~zien. W.larop de F:oliillg. om zi;ne veinferij te volmaaken. een koel a:;cwonrd pf, w:lnrfchuwende tCvens l\"A,'ARRE, zig voor die VAN GUIZE te ho"d~n, en hun geen voet te gcevcn om hunne gewcldcnarijen ti: plcl'gcn, alzo lij het graauw (Jp de hand hadden: wn~rom het raadzaam zou zijn, eenige van zijne vcrtrou·.vdltc EdellieJ<.!n bij zi~ aan het Hof te ontbieden. om uaardoDr te zc1.er,;cr te zi;n; we:ke waarfCholl\ving NAVARRE ook nakwam. Te midden van al die vl'Ïnfènj , konden, echler'~ 'de filedig. fien li,;fiijk zien. w~nr het heen wilde, zo uit het ~r~telell van bet knjg,v0lk omtrent de Louvre, als uit het gemor des volks. en ook uit het brengen van geweer op het Hof. COUGl'(l en 'llLLlCK! verwachtten, I;!chter, alles goeds van de trouwe des !{oning.'. De nacht naderdc eil1d~lijk, niet duiflerJcr door zig- ;::elven. dan door het gruweUluk, dut mcn voor1~enmnen haJ t~n uilvocr te brengeIl ; een daad, die een onuÏlwischbaaren vlek in de :Gefchied.nj'fen van dat Rijk gemaakt heeft. GUIZE, Wièl1 het uit"oeren da~rvat1 bevolen was, ecnige I 1, )plicJ~ll, van de vijf ben· <1en Z:i· . .'zers, als ook eenige Fr!ll.jèlJe l\olonellcll, bij zig ontboöd\!!1 h'ebbenlle, gaf hij hUil d.:s K"nin~,~ wil te verHaan • en tevens cc:~e leuze vàn de' asnrlaande wraak. en huit. Hierop werden dl' X:,it;:,trs en eenige F; an{dt Regimenten bij tie Louvre ontboci~:l, mer bevel om niemand van het volk van KWARllE of CONvé dOOI telaaten. Aan dl! Schutters, die hier l!n liaar in de Luurhuizcn, omtrem de woni:lg van den A,hiranl, de wacht bielden , v,crd dezelf,le I~st gegr./evl'll. DI.' Ilol'iiedt:n en Bel'elhebbers van de Burgerije ll1o('
ken-
COL I G N J.
(Caspaf' t!()
433
kennen, hadden zij ecn wit kruis aan d~n hoed, en eC'n witten Inoer aan den' arm; de leuze VJn den aanval was hc~ kleppen van de klok van 't paleis. Inmiddels d~rd~n GlJIZE en ANG:)PLbm alles wat ze IlOnden. om de zaaken voon te utten. Doch lle Koning, ~Is het op 't nijpen Im am, bst. dag van ST. BARTIV>LOMEUS. Hierop trokken GUIZE, ANGOt:LE'TE ,en AUMALE teótondenaar 't buis van den AdlflÎraal. Deze, h~t ~. rucht hootellbe bevroedde wel dat die VAN GUIZE in de weer ;,varen; hebbende zij de Blfrgerlj, zo al~ mèn hem zeide. op de been gebragt : doch hij was nog in den waan, dat zii hun hoofJ zouden flootent zo ras zij des'Koning5 lijfwacht vercamen. Maar helaas! hIj maakte eene gantsch verkeerde rekening. Wam het was juist de üverfte van het zelfde VOlK, die de pOOrt van het voorhof. in 's Konin~s name, eischten geopend tC hebben. Dit ~e·
f34
COL I
G N J.
(CflsptJr tie)
gedaan zijnde, werd de Portier op het oogenblik doorfioken, en een Zwitzel' doodgefchoten, terwijl de anderen zig naar binnen begaven, fluitende de deur achter zig toe, en die bezettende meç kisten en kasfen. De Admiraal, uit dit gerucht van fchieten, ligt bevroedende wat 'er gaande was, begaf zig in allerijl ten bedde uit, fchoot een nachtlabberd aan, en ging dus legen een muur leunen, om zijn gebed te doen, waarin zijn Predikant l\fARLIrf hem behulpzaam was. hllusfchep hadden die van buiten de deur open gelopen, en kwamen vast met alle magt de trappen op. Vijf Kohnellen traden welgewapend vooruit, zijnde verzeld van ACH!!.,LES PETTRUCI VAN ~IENA. COLIGNI, dit hoorende • en zijn gebed geëindigd zijnde, keerde zig terfiond tot de zijnen, met deze woorden: IA: zie nu }(/"ar, ~rflt men voorhalt. Den do,d heb ik naai( In/zien, n;oarVOI1 over I/mg nagejaagd: dus ben ik wel ge. troost. Ce/Ilkkig bm ik, die in Code flerf, en door zijne genaie loop 0i' het at/wige keyen heb, lllenfchcnhuip ben ik thans Tli!:t lJenodigd Daarom, mijne vrienden, op dat gij {Jun deel hebt aanmijfl ongel'al. en ik t'(wond,of flJorgen van uwe we· zen of wedl/wen fliet yetT/odet worde, als de Dorzaak van miifl bednf, bergt gijlieden uw leven. De bijflani van Cad is mii genoeg; tIJ op deszelfs /;iijh11ld verillat ik. mij t mi/ne ziel IUIn hem bevee/nule, Daarop begaven zij zig over de daken, om ei!n goed heenkomen Ie zoeken. De kamer open gelopen zijnde, kwam el!n Duilfc jtl", genaamd BESME, tot hem, en vr~agde: Zijt gij CO~IGNI? waarop h,ij flourma~dig antwoordde: ja ik bm de nwn; maar gij jOl/geling. (vervolgde hij, on/zit mijne grijze 110i1'e11. I/oe gij 't ook 1IJllaÁ't. eij zult mijn' tijd niet yerkorten. Opder het uilfpreeken vall deze woorden, wrong BESME hem het rapier in de borst, en voorts zijnen (leek herhaalende , gaf hij hem diaarenboven een' d\\'arsflag over 't aangezicht. De ander~. daarbenkomende , gayell hem (leek bij (leek, tot dat hij tef aarde zeeg. Volgens het getuigenis vall hUil, die dit werk bijgewoond hebben, waren zij. ne moorders meer oncileld dan hij. De Hertog VAN GUJZE, dood. vijand van COLIGNI, met de andere Grooten, waren op de plaats. ~n \\'llclmcn naar den uilIlag. De eerstgemelde riep den Duitfcher toe.
coL C 0 t IIG G N J.
(Caspar tie) (CaspaY
43S
toe, of het al verricht WI1S? was? die daarop ja ten antwoord gaf. ANGoUtEME hem hierop toeroepende, lut het niet te ge/aa. ANGOUtEME Ie /tunnen /runnen ge/oo'Ven, voor dat hij ltet hel zag, en dat m,n men dus het lichaam naar jeneden :z;,u ieneden ZIU werpen, worpen de moorders het lichaam, fchootl fchoon het nog niet geheel dood was, ten venller uit. Vermits het aan. gezicht zo bebloed was, dat men het naauwlijks kennen ~on. ~on, "eegde \leegde ANGOULE)IE ANGOULDIE mer met zIjnen zijnen zakdoek hetzelve af, en ziende dat het waarlijk COLIGÏ'lI COLIGNI was, [chopte fchopte hij het lijk met den voet. Toen op (traat Ilraat loopende , riep hij met luider Ilemme; fPéI be~onnen, Kannen, Spitsbroeders! 111 al "aart! ,'oorl! ol al voort: de Koning Konil1g heeft bCI'oolen. De klok van 't Paleis werd inmiddels geklept. geklept, 't het bel'oolm. per· welk, volgens fommigen fommigen,, door de Koningin CATHAIlINA CATHARINA in perfoon verricht werd, werd. op dat 'er tag geen tijd verlooren zoude gaan; liggende de Koning Inmiddels Inmlddel5 in zijn bed te weenen. Ter· Ter(lond Ilond daarna volgde een ijsfelijk ij~relijk gedruis en geroep van wapm! wapen! wapen! Het volk, reeds onzinnig, begaf zig naar de woning van den Admiraal, en pleegde allerleijen moedwil met het ontzielde Iich1am. tleepten zij het in een' aal, llal. hakten het Iich'lam. Ten la:ltllen fleepten hoofd 'cr 'er af, dat naar Rome gezonden werd; wordende het onthoofde lijk. lijk, met de groOtlle grootite verachting, verachting. langs de llraaten Ilraaten gege. fleept. daarna i:J i:l de Seine geworpen, 'er weder uitgehaald, te fleept, Montftwcon Montfat/con aan den galg gehangen, gehangen. met ijzerene ketenen aan de been en vast gemaakt. gemaakt, en eo !liet Dlet vuur van onderen gebraden en verzengd, op dat tag alle de elementen elemen ten Wt tot de [chenddaad fchenddaad zouden medewerken. Zijn neef, gelijk boven gezegd is, deed, federt, het gehavende lijk van de galg afneemen en in llilte feden, Ililte beo begraavcn. Nog was de wraak en dolheid hiermede niet verzaverza. digd: want. want, eenige dagen d.ama, daarna, beging men de zotheid, zotheid. om het doodvonnis over den Admiraal uirterpreeken, uittefpreeken, en in een beeld van firo Ilro [en ten uitvoer te brengen; 't welk de Koning en de NAVJlRRE gedwongen. gedwongen, aanzagen. Gee. Koningin gewillig, gelVillig, doch NAVARRE De mindere barbaarsheid werd 'er, intusrchen, aan zijne huisgeDOoten gepleegd; allen. Jlooten allen, die men in handen kreeg, werden jammerlijk vermoord, en hunne bunne goederen geroofd; die over de da. daken hadden meenen te ontvluchten. vielen in handen van de dienaars van ANJOU, ANJOU, welke niet beter handelden. De Graaf DE DE: aOCHPOUCAt:LT, bij den I\:oning was, eu hem iOClUl'OUCAt:LT, die bjJ Koning wel gezien was» r.oc;
436
COL I N G I. (Ca.1JtJr tlt)
nog ll\at in d,';] nacht v~rg<,l~lfèhapt h1d, werd mede, in dien zelfden nacht. d.Jor de moor.lers a~nc;erand, e,I wel op deze wijze. Zeker Hofionker, aan zijne deur kloppend~, gaf voor, hem iets vaD wegen dèll KonL g te zeggen te ht'bben: des hij verzocht dat men helD open dr"d. ROCHEFOUCAULT, denkende d~ de Kuning 'er bij tege!lwuordig was, deed t.:rltand de deur openen. De vermomde; peruonen ziende, meende hij dal de Koning, gelijk wel meer gebeurd W:lS, hem voor zijne Ipotlernijen een weinig wilde doen geestèlen, en bad daarom, dat zij hem genadig wilden handelen. In plaatre van kortswijl te vertoon en , begolJllen zij met 'er haast zijn huis te plonderen. Et:n uit den hoop [aSlle hem wreedlijk aan, en vermoordde hem. Op dusdanige wijze werden meer andere aangevallell. Het moorden tier HugeflODlen ging zo Herk, dat de doode lichaamen, met volle karren, naar de rivier gevoerd, of op de Itráaten opeen gelta. peld werden. Zelfs bedreef men oncelbaare moorden in het Hof, en in 't gezicht des Konings. Ouk die 'beenen , wdke tot l]em kwamen, om hem cc beCchermen. werden in zijn bijzijn omge· bragt. De ouden lIan dagen vonden geene verrchooning om hunne griJsheid, noch de ieugd om haare onnozelheid; de doorluchtige perfoont:n zo min om hunne ach!baarheid, als dc vrou. wen om haare weercloosheid. Bijna twce duizend menrchcn we,rèen op dien eernen dag vermuord. 1 egen den avond deed de Koning, 'bij het gefchlll der trompetten, bevelen. dm niemant. op leven~lirnf, zig op Ilraat zou verwunen, dan alleen zijne Lijf. en Ruiterwacht ; duch dit was te vergeefseh: het toomlooze graauw, aan het hollen gebragt , wist van geen bedaaren; des· zelfs woede kostte aan meer dan tien duizend mentChen het Ie· ven. De Koning, zijnen moed bijna gekocld hebbende, begon zij. ne misdaad te z:cn: weshalven hij, om den haat der Vortlen, en van het gamfche mCllschdolll, te ontwijken, ondtrnam, al de tèhuld op den hals der (;UIZ~S te fchuiven:· aan veele oorden deed hii fchrijven, ho~ d, ZiJn, om zig op den Admiraal te W"et· leen, btJiten Zijfl uil en Hw/en, de gellleÎ!nle op de ûeen gen,'. petJ haddm, elI dat ,kZl! 1fuerllij, ten lIJp geraakt zijfflk. tliet z{) [poedig, al$ hIJ wel &8l1'ilá hlld, was te flit/en gewteSf.
Maar
CO L·I G N J. (Co,par'en Loriifo de)
43J
Maar ZO haast men hem onder bet oog bragt, wat aan die VAN uit dit fchrijven te wachten fiond. indien die van Mom· MO~ENClJ wraak da~rovèr begeerden; en ook, dat hij, tot nadeel vail zijn gezach, zijne onmagt daarmede te kennen gaf. verànderde die onfiandvlmige Vorst van toon, en wendde het ovel" een 'lInderen boeg; geevende te kennen, dat hij zekeren armJ!ag ~ door den Admiraal tegen zijn perjoon gebrouwen, ontddrf had. en den verrader in zijn opzet wal te voren gekomen: waarom hij /ietweeten ,ol het ~'oorgel'olJene in dje dagen. zo met liet f/raffen van COliglii, /lIs allderzins , met zijn wil en weelen geJèhied was. Te Parijs werd dit langs de araaten uitgeroepen. met bijvoeginge, dot met. zig van verder moorden en plonde. ren ont11ouden ZOII. Dit OUde wel te Parijs het onweder, maar riietin de andere Steden, lOt welke hctzell'e was overgeflagen. ten nadeele van duizenden van ziflen. l\'AVARRE en CONDé had. den, inmiddels. veel van den Koning te lijden, die hun den dood dreigde, zo zij niet van GodsdielIst veranderden, hoewel hij niets dan in [chijn op hen verwon. In het jaar J 547 was COLlGNI getrouwd met CHARLOTTA LAVAL, bij welke hij drie zoonen teelde, die alle drie jong geflorven zijn. Léne zijner dochteren. LOUISE DE COLIGNI. waarvan in het volgende Art. zal gefproken worden, was eerst de vrouw van LODZWljK VAN TJLLlGNIJ. en naderhand van WJLLE.'d DEN EERSTEN, Priule van Oranje. Zie THUANCS. Iiistl}jre. Du BOUClIET, Iiistoire de Co!jgn;, enz. GUl2E
COUGNI, (LOUISE DE) was, gelijk 7.0 even gezegd is, celle dochter van den Admiraal van dien naam, en weduwe van deu Heere DE l'JLLlGm, welke beiden, op de verhaalde wijze, wa. ren omgebragt: een ramp, ondraagelijk voor cene vrouw \"lil minder godsdienst, moed en fiandvastigheid. dan die, waarmede zij begaafd was. WILLE:.! DE EERSTE, Prins van Oral/je, zijne derde Gemaalin. de Prinfesfc CHARLOTTA 'DE BOURlION. die hem tederlijk beminde, op den sden Mei van het jaar vijfden hon. derd twee-en-tagtig. door den dood verlooren hebbende. en ge. woon, den lan zijner veelvuldige zorgen, door CIl in het gezel. fch~p
438
COL I G N
r.
(LolI''jë tie)
fcbap van eene tedere en vriendelijke echgenoote, en in d~ huweli]ksliefde te verzachten, toonde, in het volgende jaar, genegenheid. om zig ten vierdemaale in den huwelijken (laat te begeeven. Hij yerklaarde. zijnen zin gevestigd te hebben op do dochter van den Admiraal, die zijn grootlle en vertrouwdlle 'Vriend geweest was. LOUISE DE COLlGN1 bereikte toen deo ouderdom van dertig jaaren. ORANJE zond Iemand van zijnentwege naar Franlerijk, om haar zijn oogmerk bekend te maak en , en over een huwelijk te handelen. Hetzelve, met toellemminge des I~onings; gel10ten zijnde, vertrok LOlTISE. over zee, uit Ft'nd,'ijle naar Zeeland, vandaar verder naar Holland, en werd te Delft plegtiglijk ingehaald, alwaar ook, en niet te Antwerpen, zo als HOOIT fchrijfc, het huwelijk, den I I den April 1583. op de wijze, in de Gereformeerde kerk gebruiklijk • werd ingezegend. De huwelijksgeboden waren, op drie agtereen volgende Zondagen, voor haare komst, in de kerken afgekondigd geworden. Het bruiloftsfeest was evenredig aan den rang der perfoonen. De Spaal/felIen lieten niets o:lhezocht, om, wegens dit hUwelijk. den Prins bij de Nederlanders in haat le brengen. Zij verfpreidden onder het volk, dat men nu klaatlijk zag, ho~ genegen ORANJE voor Prtlnkrijk was, en dllt hij alles in 't werk fielde, om het hmd onder de magt der Engel/den teorengen. Onder alle de gelukwenfchen, die ORANJE, wegens dit zijn huwelijk, ontving, fehreer de Koning van Navarre, in eenen brief aan den Pdiife, dllt /iij zig verheugde, dat het God hehaagd "adt/e, twee menjè/zen vaIJ eer en deugd, ,'aIJ zo ,'el're fot één te verhinden. Doch zij gcnaoten niet lang het voorrecht van bij elk:lI1der te blijven. Men weet, dat op den loden Julij van het volgende jaar 1584. de VADER DES VADERLA:~DS, te Delft» moorddaadig omgebragt werd. nalaatende deze zijne diep bedroefde weduwe, welke, vier maanden en tien dagen vóór zijnen 011,;elukkigen dood, Ier wereld h:ld gebragt , Prins FREDR1K IIENJl!1.1K. tot wiens opvoeding zij allen haare vlijt aanwendde. Gelijk zij in haaren eerllen weduwlijken f1:aat een gedrag en leven geleid had, waardoor zij de verwondering van de galllfehe wereld tot zi~ trok, zo gedroeg zij zig ook in dezen Iweeden ramp, afgeJi:heiden van hem, dien zij niet nlÏnder, dan baar eerflen gemaal. bemind had. Nooit
COL I G N J. (Louife dt)
439
Nooit (zegt ADBERI]) was 'er volmaakter ziel, noch iemand, die meer de oprechtheid beminde; dan deze Prlnfes. Want, geduurende de groote oneenigheden, tllsfchen Prins MA\:JRITS, huren behuwdzoon, en den Heer VAN OLDENBARNEVELD, hield zij altoos de zijde van den laatlten, om dat zij oordeelde, dat die de rechtmaatigfie was; bt'fl:eedende voorts al haaïen vlijt, om het leven van den grijsaart te befchermen. Wat aangaat de redenen, die AUBElUJ opgeeft, dat COLIGNI aan zijnen vader, in vertrouwen, zo~de verhaald hebben, ten aanzien van het aan haar gedaan verzoek; door Prins MAURITS, om BARNEVELD te beweegen. dat hij wilde toe!lemmen, om lIJAURITS de Souverainiteit te laaten geworden, als ook van het antwoord van OtDeNBARNEVELD daarop, laaren wij, vodr het tegenwoordige, aan zijne plaats, en als door hem gezegd. Op 't bedoelde antwoord zou de Prinfes zo oVtrreed geweest zijn, dat zij lIlAI:1RITS zou bezwooren hebben, danrvan af:ezien. De redenen, die AUDERI] bewogen hebben, den lof van deze Vornin zo breed uittemeeten , waren, (fchoon zij dezelven lil waarheiJ verdiende) niet vrij te pleiten van eigen!>elang. Deze Prinfes[e 1 zegt hij, is de 1'001'· n'flomjJe l'ertroostinge ,'all m:in J'adel', in z~in Jangduurig Gezand/èhap, midsgaders z~i1J flerk/ie olJdelf/and bij het Iluis van Oranje leweest , en welker goed1'inden //:j ook ,'on nodm had; willende het Hof in dil' landen een man hebben, wellee arm haar aangenaam was; en aan haare belder1l1il1ge lil;'!; mijn yader zo veel te meer ge/cgl'11, om dat' er G,~oote/1 aan i f~'an. fc!re Hof waren, 7Ja1f1e1lj/~ [dOOI/broeders en ~TieT1den ~'on Prins Maurirs, die alle hUil best deden om hem verdacht te maaken, en hem uit d(u [choone AlIlbas/atle, ten dien tijd de voornaan/ftt:, die een Franscltman begeeren /ron, te "ug te dOf!71 ,.oepen. COLTGNI had geene mind~r reden van eigen belang, om den Heer nu l\1AURIER te vleijen , vermits zij. door hem, de voordeelen voor haaren ZOOll Prins FREDRIK HENDRIK meer en meer zocht te bewerken. Op eéll andere pl:lats zegt AUBERT]: Ik ben verpligt ,gewag te 1110aken en te ve;'heffen de ongemeene m g,.oote verpNgtingen, lYel.~f! ik elI de mijtlell voor altijd hebben Iltzn Mel'rouwe de Prillfesfe Douariele ,'all Oranje. Even zo zeer als deze waarlijk deugdzaame Prinres door AU'
X.
DEEL,
Fr
1Ii:-
440
COL LAR T. (AntDn"j)
Jl!IUJ gepreezen word. werd zij van anderen, hoewel op een fchandelijker en llrafbaarer wijze, in /lolland gelaakt. Zij had, gelijk bekend is, de zijde der RemonClrancen gehouden, en OLDIi:NItARNEVELD, benevens UlTENBOGAARD, groote gunllen beweezen; waardoor 2.ij in den haat van veele drifdge Concra-Remon. firancen geraakt was. die haar zo zwart affchilderden, dat zij. volgens het verhaal van BAUDART en BRANDT, door Delft rijdende, met Oijk geworpen, en voor Arminiaanfche /loer geCcholden werd: een Cmand en laster, dien zij nimmer verdiend had. Onder d~le wederwaardigheden geraakte zij, die welgemaakt van perfoon, fchoon klein van gellalte was, uit bekommering voor haaren zoon, die op den togt naar den Paltz was, in Frankrijk in 't ziekbedde, en overleed aldaar, den 9den van de maand Oétober des jaars zestien honderd twintig. Haar lijk, gebalzemd en naar HoI/anti gevoerd zijnde, werd te Delft, in het graf der PrinCen VAN ORANJE, begraaven. Haar gelaat is, uit verlèheidene afbeeldzeis , die in prent uitgaan, te kennen. Zie BEAUFORT , Levtyz van Wil/em dm Eerflm, II r. Deel, p. 575, tiR7 en 758. AUBERI], Gedetlkfcllriften. O~ LERS, GfJlachtboom. llAUDART, 1I1emorie, XII. Boek. BRANDT, Hist. der Reformalie, IV. Deel. COLLART (ANTONIJ) bekleedde, in het jaar zestien honderd Zi!Sen-dertig, bij die van Duinkerken, den rang van Admiraal. In dat zelfde jaar geraakte hij , met den Zeeuwfclun Bevelhebber JOHAN EVERTSEN. omtrent Dieppe, in een hevig gevecht, hebbende COLLART drie, en EVERTSEN eerst twee, doch naderhand vier Cchepen onder zig_ De llrijd duurde drie volle uuren. Eén der Duinkerkers werd in den grond geCchoten, de tweede ont. kwam; doch de derde werd, met den Admiraal CCLLART, en zijnen Vice-Admiraal, genomen, en in ZeelantI opgebragr: Cchoon VIlN DEN SIlNDE (in zijn f'en'olg op REYD, Nederlandfche Oor/o101, in folio, p. 133.) zegt, dat COLLART naar den Hoog ge· voerd werd_ Zekerder is het, dat, terwijl hij te .Middelburg zat, 'er een aanflag op r/isfingen ontdekt werd, waarvan hij kennis had. LA MOTTE, een Franschman, federc eenige jaareli op de vrije aeering, voor Zeeuw{rhe rekening, gevaaren hebben-
COL LAR T. (Antomj')
441
bende, was nu als kustbewaarder in dienst der Staaten. Voorheen was hij in dienst der vyanden geweest; doch dien verlaa· ten hebbende, hnd hij zig, een geruimen tijd, te Amfteldlll1l onthouden; vandaar was hij, voorzien met een goed getuigfchrift vin de IPaalfche Kerk, te lIisjingm gekomen, en had, geduu. rende zijn verblijf aldaar, briefwisfeling onderhouden, eerst met den vijand, en daarna met COLL1\RT, met wieR hij ook den aanl1ag ol' de laatst~melde ~tad ontworpen had; zij hadden daartoe gefchikt den 14dcn van de maand Augustus. LA !lIOTTE, in zee zijnde, had zig, in fchijn, door de Dllinlrer/eers laat en neemen; zijn voornecmen was, met vijf welbemande fchepen. vermits' men op geen verraad verdacht was, aldaar binnen te loopen. en de Stad te overrneefieren. Om dezen aanOag te beter te doen gelukken, had hij het gerucht doen verrpreiden, dat hij drie Prijzen vcrmceHerd had, die hij te Pli.{tngen zou binnen brengen. Ten allen gelu!(ke werd hij in zee ontmoet door het Efqua. der van JOHAN EVERTSEN, die hem noodzaakte te afteilde binnen te loop en ; door welk toeval de aanOag, die op den volgenden dag bepaald was, te niete liep. De zaak werd nog verder uitgebragt , door den Kajuitw3chter van LA ~10TTE, die, zlg zoek maake"de, van Oflmde, over Sluis, naar Ylisjingen trok. LA M0'l1'E, ziende dat de z~ak uitgelekt was, begaf zig weder aan de zijde der vijanden. Wat van den Admira~l geworden zij, i$ mij niet gebleeken. Dit weet men, dat zijn zocm, dic een ver· maani POl'tugeesch Kaper-Kapitein was, in het jaar zesticn hon· derd ägt-eil-vijttig, in de maand van Oél:ober, te flai/.burg binnen liep; waarover rI. H. Mag. hunne klagten aan den l\aad dier Stad toezonden, zeggende: dat, daar C:oll:m tlU zo langen tijd aldaar gelegen, en zijn Fregat wel toegerust jwd, ûJ ge. meend hadden, dat de E(l Rnnd van Hamburg hem zoude beo ~olen hebben te ~'ertreklren; doelt zulks ,Jiet gedaall zijnde. yerZQáteN zij , dat hij mogt aa/lgehouden worden; dat ~'erder H. H. llfog met geeiJ minder bevreemding was ,'oorgekomen • liat de Ed. RaadtRet goede oogeli had aangezien, dat deze/f. tie Kape,. aldoar ziint Prijzen opgebrngt, de geroofde goede. ,.eu onlladen en "et'lrodt, el) zig, om hU/we IngezelC/Jen ver· .er te benutt.len. DP flitlu!v toegeruJt flad. Ff~
D~
442
COL
LAR T.
(Anto'Jij)
Deze COLLART was, v66r dat hij tot de Portugeezen overging, in dienst der Spanjaarden geweest, doch had dien, om eenig misdrijf, moeten or.tvluchten. Eer dit gebeurd was, had hij een' Hollandfch' Koopman, te Hoorll woonachtig. van eenige goederen beroo~d, en na gedaane uitfpraak. zlg bij Obligatie verbonden, den zei ven kost en fchadeloos te zullen fidlen. Hier· aan nOJ niet geheel voldaan hebbende, verzocht de HOOnlnar arrest op den perfoon , het fchip en de goederen van COLL\RT. DI! Heer V.\N MAESDAM, ten dien tijde aldaar Extraordinaris Ambasfadeur zijnde, onderfleunde. op last van Hunne Hoog Mog. dit verzoek, en hrngt in 't midden zodanige redenen, welke de Heeren van Hamburg behoorden te doen beO uiten , lOt het verlee. nen van het verzochte civil arrest, op kosten van ongelijk, en dat, onder behoorlijke c/lutie, kon worden afgedaan; en dat het groote verwijdering zon veroorz:laken bij I1unne Hoog Mag., bijaldien d~araan niet werd voldaan, alzo, in zulk een gev~l, Hunne Ed. Groot Achtb. niet verfchoonbaar konden ~ehouden worden, van wei geringe van regt te oeffenen. De Heer Anlbas· fadeur voegde daarbij, dat hij geen en last had om te dreigen, en dat zulks ook !treed met zijne fentimenten; maar verzocht dat de Ed. Raad, de bedreiging van den Ponugeefchen Refident wilde toefcr.rijven aan de natuur van die natie; en daarentegen de regt· maarigheid van de zaak zelve op aan Hollandfche zijde, midsga. ders de f~l'ieufe en nOlable tllsfchenkomfte van den Staat geliefde pJaats te gee\"en; en bijaldien intusfchen goedgevonden moge worden, een comparatie voor Heeren Comnlisfarisfen te ordon. lleeren, dat COLLART daartoe mogt worden gehouden genoodzaakt te zijn, en ook middelerwijl belet, dat zijn onderhebbend fchip zig niet mogt begeeven vnn onder het gebied van Ham. hurg, of van de rivier. Alvoorens zijn verzoek te Ouiten, gaf de Heer Ambasfadeur nog een confideratie aan de hand: te weeten, dat het fchip niet behoorde aan den Koning van Portugal, maar dat hoogstgemelde Koning van zijne commislie alleen een gedeelte in den buit trok, als een deelhebber of Scheepsreeder , en dat zodanige commisfievaarders in Frankrijk bij den Koning nu lef lijd werden gedefavoueerd, en feer ftrengelijk te dier oorzaake, ook aan het leven, zouden worden gefuaft. De
COL LAR
T. Antollij)
443
De Regeering van Hamburg, wettige redenen van vreeze hebbende, dat de goederen en fchepen haarer ingezetenen, in Portugal, zouden worden a:mgehoudèn, gaf, in een antwoord van den 19den der maand OCtober, te kennen, dat geene Overheid fchuldig was, rusfchen vreemdelingen, haare .T misdic1ie niet onderworpen, arrest te verleen en , inzonderheid als 'er wettige oorzaaken waren, waaruit men moest belluiten, dat uit zodanig Arrest een publiek en particulier gevaar en fchade te wachten was; dat de He~r Ambasfadeur dit zelfs zou moeten toc!lemmen: waarom de l\1agifiraat hem verzocht, haal' gedrag bij Hunne Hoog Mog. te verfchoonen; fchrijvende.dj zeJven aan gemelde Hunne Hoog Mog., dat zij den Kaper, met zijlle Prijzen, in zee genomen, de ElI'l! opkomende, hadden laaten aanzeggen, weder te vertrekken, en dat zij hem niet zouden toelaaten eenige Prijzen aldaar optebrengen, of te laaten verkoopen; dat hij daarop zij:Je origineele commisfie van d~n l(oi:ing vertoond, en daarenboven verlwcht had, dat hij als neutraal, op een nelltraalen firoom komende, het recht der volken mogt genieten; dat hij de Prijzen van zig had doen vertrekken, en een Hol/andscll {chip ontllagen had; dat het onwaar was, dac de Hamburgers zig door het koopen van zijne goederen of prijzen bevoordeeld hadden, en dat aan hem ook niel was toegefiaan, zig op nieu\v te equipeerell; dat zij zouden zorgen, dat hij aan niemand op de Elvl! eenige fchade toebragt. Zij lieten helD, op dir voornel, onverhinderd vertrekken: waarover de I lamburgers , door zijue aanhoudende roverijen, zelfs reden vonden zig te beklaagen, tot zo lange. dat hij, in het jaar zestien honderd een-enzestig. door de Kapiteinen M.'NGULAER en ó.:ORNELIS EVERTSEN, genomen, en in Zeelaud opgeurngt werd. Aan Hunne H'Jog Mog. gevraagd zijnde, wat men in Zeeland met hem doen zoude, was het antwoord: kort en goed recht. 't Geen grootelijks tot bezwaar van COLLART !lrekte, was, dat hij geroofd had op nemraaIe fchepen, hebbende zelfs een fèbip, den llo11lbu/'gen ontnomen, tot een kaperfchip gebruikt, en de ladil1~ daarvan verkocht. Men behoefde ~ig niet te beraden, wat (half\! daarop fiond; maar de vraag was, of een rechter wag jlra1!i'n, d~ mis· daad (/tm een vreemden begaan. De Ambasfadeur van Por/lr· Ff 3 v!
4«
COLLEN. (van)
COLLENIUS. (Jlermanlls)
gal fielde zig voor hem in de bresfe, en verzocht dat hij mogt gehandeld worden naar krijgsgebruik. Op deze twee voor[1ellen bleef de zaak onafgedaan, en COLLART kwam inmiddels in de gevangenis te Ilerven. Zie AITZE~IA, Zaaken van Staaf, in fol. IV. Deel, LeVetl
der Zeehelden.
een vermaard geflacht, dat in A11Ifle/dalll de eerampten bekleed heeft, en nog ia wezen IS. De eerlle, dien wij daarvnn op de Regeeringslijsten gemeld vinden, is Mr. CIISI'ER VAN COLLEN, die, in J 65, Schepl:l1, en in 16;;7 1{aad was; 1\1r. BUATlU1N VAN CI,LLEN, '''-09 ConllTli.,[,:ris, en 1721 Schepen; 1\1r. FERDl;-'-k\D VAN COLLEN, '69,;, RU1d, : 69 6 Schepen, 17°7 Gedeputeerde te Velde, 170') HOüfuutllcier en 1727 Bnrgemeeller; Mr. FERD:NAND VAN COLLEN de JOilge, J7 0 5 Commisfaris, 1709 Schepen, 1736 Raad, 1737 Hoofiiufficier, en 1743 BurgemceHer; Mr. FERDlNAND VAN COLLEN FerdilJalldsz, 1730 Commisfarii, 1734 Raad, 1735 Schepen, en 1741 Burgemeefler, in het jaRt 1748, als Oud.Burgemeeller, bene'len$
aanzienlijk{b~
COLLENIUS , (HER~IANUS) bij andere cou en KOLDE genaamd, \Vas eerst te Oldebor" in vasten dienst, of liever, nam 'er voor een bepaalden lijd het dienstwerk als Predikant waar, en wel, w:!:ufchijnelijk, ten dienfie van de geheele Grietenij van Sc/zoter1(111(1
COLLENIUS. (Htrmtznus) COLLUM, enz.
4-4S
land. Van Oldeborn werd hij, in het jaar 1590, als de tweede Predikant beroepen naar Leeuwaarden. Van 1596 tOt 1599 werdt hij geteld ORder de Leeraars van Beetgum. Vandaar werd hij te Collu11I beroepen, docb onzeker in wat jaar. In 1621 was bij PrxCes te Sneek. Hij overleed in het jaar 164-0, oud zijnde ne· gelltig jaaren. Zie DREAS, Naamlijst der Predikanten, p. 46. COLLUl\! , COLLUMlffiRLIIND.
COLLt:MMERSWIIEGH. CGL:l1SCHARE.
Zie deze drie Arc. op Letter K.
COLONIA TRAJANA. MARCUS lJUHUS TRAJANUS , die, door Kei. zer NERVA afgezonden, eenen tijd lang, Landvoogd van Germonie geweest, door den Raad met den naam van GFRMANICUS vereerd, en eindelijk aan het befiuur des Rijks gekomen was, heeft verCcheidene werken, zijnen naam waardig. aan de beide oevers van den Rhijn gefiicbt. Ook beeft bij twee nieuwe Keurbenden in Neder-Germanilnopgericht. van welke de eene. die rle Tweede Trajaanfche genaamd werd. den naam· gegeeven beefe aan de Trnjallnfche, en de andere de DerHgfle Ulpifche. aan de Ulpifche Lrgel-plaats. Behalven deze beide legerplaatren t was er nog bet Colonia Trajrma, (de Trajaanlèhe volkplanting) op de grenzen der Batavers ; waarvan men. echter. nergens anders gewag gemaakt vindt, dan in het Reisboek van AlIlTONIJl'I, en op de Reiskaart van PEUTlNGEIlUS: zodat, van den tijd van het oprichten dezer volkplantingen bij niemand eenige melding gemaakt wordende, alles desaangaande onzeker is. Evenwel zon men. de zonderlinge zedigheid van TRAJANUS , en deszelfs ontzach voor zijnen vader in aanmerking neemende , kunnen befluiten, dat bet niN geCchied ware, vóór dat bij zelf Keizer was. En als dan ZOlt hij vrijgepleit zijn van de onvoegelige heerschzucht van AGRIPPINh, die zig niet fchaamde, de Volkplallting en 't Paleis (Prtf?torium) naar haaren naam te doen noelnen. Ook is men onzeker, met welke natia of volk hij de legerplaatCen heeft aangevuld. Want wie is 'er, die ons ze~"en zal, of het Ff 4 O~',r.
446
C 0
t..
0 N I A TRA JAN A.
Overrkijnfcken zijn geweest, die zig aan hem hadden overgcgeeven, en onder alle de oude keurhenden vermengd waren, even als de UhiPn? of het ge"eest zijn keurlingen, uit verfcheidene benden en bOlldgenooten. die tot den oo:1og bekwaam waren? dan of het verre afgelegene volken waren? Aangaande de plaats zelve kan ik niet meer lIvijfden, of zij is ollderfcheiden. Zo wel van de Vlpifcllc Legerplaats. als van de Trajaanfclle tweede Keurhende, boveD gemeld. Ook vindt men geen de minfie bliik, dat hier ooit de willlerlegeri!1g eeller keurbende gcwcest zij. Want zeker opfchrift. dat men nog h! Bergendaa/ zieD kan, en gevonden is voor de Rhijnpoorr der Stad Santen, behoort tot de oude legerplaats (Fr/tril bij Sanll!n zelve; welke legerplaats was "p een hCil\'el, daar de tw~c-~n-twiutigrle Keur· bende weleer naare winterlegering had. Het opfchriti geen ook wel te kenDen. dat zeket inwooner van de Co/uI/ia Trajan4. met de overige IJIwfchap, zijn verblijf gehad heelt op dcn heuvel van de oude legerplaats; maar het zegt niet, dat de [wee· en-twintigfle keurbende in de Cofonia Trajana overwinlerde, om dllt een ilDllo.:>nder van deze volkplaming medc onder de keurbendegedieod heeft. Deze volkplaming is geweest één en drievierde mijl van BurginfJtulIl. op den Gallifchen Bodem. volgens het merrgemelde Reisboek en Kaart. De plaats behoudt nog hedendaags den zelfden Ilaam, die de volkplanting van /tgrip. pina had, C~atJ;4.Ag':ippilJa, dat is, Keulm aa" den RMjn: wnnt zeker klein. Dorp • daar tegen over liggende, niet verre van den loop van den Ouim Riiijn, worot Col/ilJ of Kdn gcnaamd, naar het kasteel van Kll'rf naar het zuid-oosten gelegen. l\len zegt dat in voorige tijden vcrCc:leidene Oudheden uit den grond zijn opgedolven, als lampen, lijkbusfen • Ileellen en penuing~l1, maar gem het miulle kenteken CCDer Keurbende. Ligtlijk kan men gclooven, dat de bewoon ers v:m deze plalltfe, wegens de onbeowingelijke fnelheid VJn (ien RMjn. die rondom nieuwe killen en doorgravingen maakte. vandaar venrokken, naar de nanstgclegene heuvelen, CC/CI'fJS). en dus de eerl1e Stichtcrs gewee~t zijn van de Stad Illaf, welkc de hoofdplaats van het landfchap van dien naam is. Dan dat daaruit zou volgen, dat ze dea naalIl zou hebben van CO/Ol/ia "Elia, en ,efiicht zijn door deo Kei·
COLON lUS. (l'ute/)
COLONmS. (Daniël)
447
Keiter ADRIANUS, zo als flGHlUS wil, is in geenerlei wijze toete. Hemmen. Alle zulke verzÏllDingen J om eenige opgeraapte denk. beelden voor waarheid te doen doorgaan, houden geen !leek. PIGHIUS wilde 0115 doen geloven, dat A>LIUS GRACILIS de eerUe voorvader van de Graaven of Hertogen van f(lufwa5; en om dit te doen gelden, moest hij hem afkomllig doen weezen van Keizer ADRIANUS. De geleerde ALTING heeft getoond. dat het Reisboek in de afgelegenheid van de plaats moet verbeterd worden, gelijk ook de fchrandere CLUVERIUS al voor lang heefe aangemerkt. Men is. echter, nog in 't onzekere, of deze legerplaats of volkplaming van nAJANus in het land der Gugernen moet ge:leld worden, of jn dat der Batavers. Deze onzekerheid wordt veroorzaakt. door djen pe grenzen der Gugernen en B4t{lJ'ers, in ollpe tij. den, anders gefchikt waren dan in onze tijden, en wel voornaamlijk lusfchen Geldel"lllnd en Kluftland ; in welk laatIte Gewest ~ als zig tot het Rijk van Nzj"megen uit!lrekkende J deze Trlljalm. fc,ie Legerplaats, buiten tegenfpraak, gelegen heeft. Ook ziet men, uit de Qude Kaarten, dat 'er, van dezen Keizer, meer andere Legerplaatfen , in Numidiën en DaciëtJ, dat is, in Zevenhergetl, geweest zijn; wordende die in Numidiën de VIp;,. [che, en die in Daciën gelegen waren, de Trajaan{che ge'~Iamd.
Zie
HAL!\fA
en de dllt/rbij aanlewezene Schrijvers.
COLONlUS , (l'IETFR) geboren te Gent, was predikant te lI-fet:;;. en een boezemvriend van CALVIN en BEZA. Hij predikte, heimelijk J in de huizen, tot in den jaare 1561. wanneer hij gevan· gen en uit de Stad gebannen werd. Doch hij kwam wel haast weder te rug, nadat de Gereformeerden vrije oefening van Godsdienst verkreegen hadden. Maar toen de Koning, in 'e jaar 1569, den nag bij Jflrnilc verloor, moesten de Predikanten zig met levensgevaar wegmaak en. COLONIl1S werd Pre· dikant te Heijde/herg, en is in den bloei zijner jaaren overleeden. Zijn zoon, COLONIUS, (OANIEL) die profesfor te Leiden was, merf in Ff 5 16 7 2.
4-1-8
COLONIUS.
I6ï!2. In
r6~8
~olz.,
Mart•• Ce,rg. tn Dirk)
had hij eenige fiellingen over de lnflitutiones CALVIN uitgegeeven.
Religionis Chris/ian.e van
geboren den !I!lflen Maart 1623, is geweest met GEERTRUID DOGEWEll.TS, en was Predikant te Alman en Detltecolll; hij overleed aldaar, den '4den Decem. ber 1671, oud agt-en-veertig jaaren. Zijne vrouw norf, den sden ):ll1uarij 1668, oud negen-er.-dertig jaaren. In hun huwe. lijk hadden zij gewonnen tien kinderen, en daar ouder, COLONIUS, (JOHANNES)
~etrouwd
COLONIUS, (MARTINUS) gç;boren den 3den Jullj 1653, en den aden Mei 173!1, ongehuwd, te Sc,ioonhoYen, alwaar hij Predikant was, overleed en. COLONlUS , (GEORGIUS) geboren dèn 30nen Augustus 1659, en overleedel1 den 7deh Augustus 1743. Deze verwekte, bij twee vrouwen. dertien kinderen. Een van deze was JiN COLO. NIUS, Kapiteiil der Burgerij te AIIIJ/eldall1, geboren den 7den Mei 17~1, ell in 't begin van 1688 aldaar overleeden. Zijn broeder, DIRK lfARMllN èOLONIUS, I\:oopman te dmjle1dmn, geboren den 24fien )anuarij J 7 I 8, is aldaar. omtrent twee jaaren vroeger, gellorven. Nog een ander broeder, COLONlUS, (DIRK) geboren den !2ofien December '713, over. leden den 31 nen Augustus 1778, is geweest Predikant te Krim. pen op de Lecq, en getrouwd met ANN.~ ~LlRJA COLVIUS, gehoren den !! 8/len April '711. Haar grootvadei- is geweest NICJLAAS COLVruS, die, den 2h nen Mei 1656. ván Dordrecht nau /lmjfddalll. in de FVt1/fch~' Gemeence als Predîkanc beroepen werd, en aldaar flierf den 17den November r 711. Haar vader, mede NICOLAAS COLVIUS gena:tmd, werd ook, den !!3aen AugllSil1s 17°5, Vlm Dordrecht naár .1mfletdam, in de Walfclze Gemeente beroepen, cn fiierf aldaar den 26!len November 1730.
mede uit dat geflllgt, heeft twee kinderen vergeboren den 3 l/len ]anuarij r 7 5 r, en HESTER ELiSABETIl COLONlUS, geboren den 14dell Jll~ij 1752. Dezc trouwde mee PI.CTl'R WEIJLAND, den 27!len April 1778, doch ov: COLONlUS , (DIRK)
wekt:
GEORGIU; COLON1U5,
COLONms. (GelJrgiliJ. COLLOT D'ESCUR Y.
l-49
overleed reeds den loden Mei 1779. en heeft een dochtertje nageluten , geboren den 26flen April van dat zelfde jaar. en geDaamd SARh HENRIETTA WEl}LA."iD. COI/1NIUS, (GEORGIUS) de la:ltlle, dien wij van dit geOagt zullen melden, werd d~n :l8nen Junij 'ïi4 Proponent, en dca 17den JuVi van dat zelfde jaar te IYas!eflfhu als Predikant beroepen. Aldaar omtrent een jaar den dienst hebbende waargenomeA, is hij, den I lden Junij 1775, te drnlzem beroepen,. flil vandaar~ den 27(ten September liSI, te Haarlem. Hij overleed aldam: den 18den November 178~; zijnde getrouwd, den 241len April j., 80, met KARIA T. s.\NnU, welke;, nl zijn overlijden, det! 6den December 178:1, is bevallen van c:en dochtertje, genllamd ,4NNA MARIA GEOl\GET'i"A COLONlUS.
Va/gem medegedeelde
bericlttc~.
COLLOT D'ES~RY, .een oud en vermaard gellacht , oortpronglijk uit Pictlr"i~, daarna onder die van B,"etagne erkend, van_ waar het zig in de Net/criant/en heeft rredergezct, en nog tegenwoordig zeer aanzienlijk is. De hewljzen van deszelfs oudheid zijn, onder de. Regeering van Konillg LODEWIJK DEN VEERTIE.)fm~. vern~uwd, als zijnde de alleroud(l:(! en eeRte llukken. daartoe betrekkelijk .. in d21J oorlog met de SpanjaardeR I en\vel in de belegering van .dmielJ;, in het jaar 1589, door deR brànd van 't adelijk huis d'Efcury, bij die Stad gelegen, meest vernield. De nog overigen kwamen aan de moeder van ANOOé i;LQUIER COLLOT D'ESCURV, na zijns vaders dood hertrouwd me!: een Roomsch Heer. DES MARDAUS genaamd, die duelve. uk domme bitterheid tegen haaren Godsdienst, med.! aan de vlamme opofferde. Geluelde ANDRé COLLOT D'ESCURY, Edelman. van gezegden Koning. vond zlg, ter finvinge van zijnen ouden ade!do1u, verpligt, den Koning te verzoeken, onderzoek daarna te laaten doen; zo als ook, in de Kamer van RenT/ei, Îll het jaar 1669 opgericht, nafpoorillg gedaan werd naar de tijtels en bewijzen der adelijke geilachten : gelijk dezelven dan ook. na een naauwkeurig onderzoek, bij gemelde Kamer zijlJ erkend en geregifireerd, waarvan de bewijzen deze zijn;
LET
450
COL LOT D'E S C U R Y. LETTRE PATENTE DE LOUIS XIV. Rol de France, addreffie Q ia Chllmbr~ ties CompIes de Bretagne [ur la remontrance d'Andre de C oIlot Efcuycr Sr. de Curie, dOl1ne à Paris Ie 13 il'lay 1653.
LOUIS, pnr In grace de Dieu Roy de FrtJllce & de Nlll/nra nos Amés & feaux & Confeillicrs les gens de nos CompIes de Bretagne Theforiers Generaux de Franee, & de nos finances audit Pays & autres nos Officiers qu'i1 appra Cal ut. A/ldrt Collot Ejèurier Sieur de Curie & de Lauduran, nous à fait dire & remonrrer, qu'encore qu'iJ [oit iffu de Nobte & Ancienne Race, ainfi qu'i1 reCulte par les Contrats de lVIariage de DeC. funt David Col/olS Efcuyers, Con grand Pere & Pere, des ArrDées Mil-Cinq cens quatre vim lrois & jvi e fix &quïl ayt IOU· jours vefcu noblement fans avoir commis aeun Atte defrogeant a Nobleffe mesmes qne fes Ayeuls. fon Pere, & I'cxpo[ant nous ayant Cervi dans 1105 Armées, ou ils om reeu quantil~ de blesfu, res, not~amel)t Ie dit expofunt qui auroit recu Uil coup de Moufqueuievant notre ville Corbie, Lon; de Siege d'icelle par Ie. Ennemis de nOlre El1ae & du depuis encote dans la Loraine. l'Allemange, & cn divers rencontres & occafions tallt es Siégeg de Frankendaal quc Saverne, ainfi qu'i1 rcfulle des CertifieaIs cy Attaehe CoubDe ComreCeel de nollre Chancelier , a 1ui :lecordées, p:lr les Luitenants Gencrallx de no. Armées, lomes fois quoique lelies aétions, & pieces [oient des prcuves infaiJlibIes, & mar· ques de Ia Noblefesfe du d'Expmt. iI apprehendeneanmoins que queIcuu de Ces ennemies ayant appris que pendant les Geurres Civiles , les Titres & Enfcignemcns Jullicadfs de Ia Nobleffe de fes Ancefires, auroiem ellé perdu. Lorfque fa lVIaiCon noble de Curie fut entieremenr bruslée par les EfpagnoIs. Lors du fiége d'Amiens en I' Année Mil cinq,cens quatre vingt neuf, iJ nous a fuppI. Luy Vuloir fur Ie colltenu cy deffus pourvoir, & luy oelroyer nos Lemes neceffies: IJ ces Ctlufes nous vous mandons & enjoignons par ces prcfenres figllée de Notre ma Cl, que fi par pons & vaIabIes titres il vous appen, de Ia quaIité de Ilobie du die Expofanr, qui lui & fes Ancellres , ayam veseu nobJement.
,"e,
~
COL LOT
DtES C U R Y.
451
& nous ayent rou jours fervy dans nos Armées, mesmes que Led. Expofant, y ait eflé bleffli, en nous rendant fervice. aétuel rui. vam les Cenifieats ey del1'llg enonees, & que la MaifOri noble tie Curie ayt eflé brulée par les E fpaignols en la dit Année, avec les pieees Juflieatives de fa Noblesfe, vous aud: cas ayez a Ie faire Jouir de la qualiré de NobJe & Ie maintenir dans les faeul· tés, preogatives, & préeminenees dom Jouiffent les autres nobles de Celuy notre Royaume, fans foufrir qu'i1 luy foit donn6 aucun troJble & Enpeehemem, au contraire, car tel ef/ nofue plailir. Donne à Paris ce quiriziesme jour du ma is de May. L'An de graee Mille-fix eens cinquante trois & de Ntre Regne Ie unzies· me frgllé LUUlS plus bas par Ie Roy figné De Guegenaud avec paraplte muni d'un feeau de Cire ]aunatre. y pelldent à queue de parchemin coupé de la pieee méme. en dorfo étoit ecrit or· dre d'examiner Je Titre de nobleff~. Het tweede had dit opfehrift, cn was van dezen inboud. LETTRE PATENTE DE SURANNATION nccordée par LOUIS XIV. Roy de FraHce el de N"varre a l'inflance ti' André de Collot Efellyer, Sieur d' Efcury et de L'audaran. expediée all Confeil datée de Paris Ie 16 Juillct 1655.
Lom·s. par la grace de Dieu Roy de Franee et de Navarre a nos Amées & feaux Coners les gens des nos Comptes en Breta· gne Treforiers de France, & Generaux de nos finances nud. Lieu & aurres nos Officiers qu'i1 appardr. falut, notre cher & bien amé André tie Col/ot Efcu'Jer, Siwr ti' Efctlly & de LaudarfIn • run de nos Gentilshammes , ordinaires fervant aétuellement, nous a fait dire & remonfirer. que nous lui avons aceElrdé nos LetU'es de reliefi de NobJesfe Ie quinziéme jour du mois de Mais de l' Année Mille fix eens cinqll:lme trois a L'interrinement des qllcl. les delirant de pro ceder , il apprehende. peu ne faillez diflicuI· té attendu qu'clles font fllrannées. C'efi pourquoi il nous à re. t}llis lui vouloir oétroyer nos Lettres de furannation fur ce necef· fai.
4!)2
(' 0 L LOT trE tr~ S C U R Y.
faires. A CtS ces cau{ts VOUJ mandons & enjoignons par cel c~ coufes nous vous prell. que fans f~ns VOllS arrétrer arrélrer Da 1:1 Surrttnation Sumrnadon desd. Lettres Letcres de rere· lief de Nobleffe NoblelTe faire Jotlir Jouir & Vfer Ufer Ie dit Expafant fans rans foufrir elre donné cmpechement au contraire: c/lr donnc: :lUcun aueun trouble ou 011 empechement car lel efJ ~j1 nono· tre plaifir. plaiûr. Donne à Paris Pari~ Ie ,6 jour du mois de luillet. juillet. I'an de grace gnee l\1il1·:?-fix-cens l\lil1·~-fix-cens cinquante cinq & notre Regne Ie treize. Plus lias ifas par Ie Roy en fon Confeit. Confeil. La BOl,je, avec avee paraphe muni muni,f cl'un d'UD fcel en Cire }aunatre, Jaunatre, y pendant à queuë coupé de la piece do,fo. Ordre d.! d;! Regifler Regîfler les Ie. tÎlres titres de Nobleffe. meme. in dorfo. Hot derde, zijnde een Extraél: HQ! Exrratl: uit de Regiilcrs Regitlers van de Reken. löawer WD Bretagne, luid aldus: ];::lmer vaD Br~t/1gne, Arrh de d~ la C/lomhre C/lf1111hre des Comptes Compus ie tie Br~flt· Breta-
gne rellitif relllti! aux /lUX del/X Jeux Let/res preceden# preceden. les, les. dflté dalé de iNonIcs ....anles,, Ie 26 May 1656. Comp[(~s de de' Extrait des Regiilrcs EXlrail Regillrcs de la Chambre des CompIes Bretagne.
ril la Relfllefle RelJIIl'flc prrfentée pr('fentée por Anclré r" pnr por In /0 Chtll1lbrr Chawbre lo André CoJlot; Sieur ó'EfclIry Laudallran, tandante randante a ce qu'i! qll'il plenil plenll a la d'Efcury & de Laudauran, dlte Chambre pour les Caufcs Callfcs y Comemlcs, Contemics, la Ja Regiilrature Regillramre des LCltres P:ltentes de fa Lettres f:l Majefie Majelle oblenuës ob!enuës par Ie dit de Collo! CoUot don. données 11 Paris Ie quinziéme 1'1ay, May, Mille cinq cinquante & trois. trois t fignés Cermg/lud & feellées fignc!s Louis, et er plus bas par Ie Roy. De Germgoud fcellées du grand Î1mple queue ponanc ponam maintenue gr:\!~d feneu fcacu de eire cire jmme, à fimple de I'Anoblilfement I'AnobIiff~ment d'icellui d'ÎCelIl1i de Collol c:ll1fcs amplemenc· Collot rour pour les c:lllfcs ponées par iceIles, nutres Lettres de furranation obtenues obcenues par Ie icelles, autres dit de Collot Ie Je 16 Juillet Mille-fix-censcinquante MiJle-fix-eenseinquante cinq, cinq. auffi aum fi. fi.. gnées Je Roy en fon Confeil Loborie gnécs par Ie Lnborie & pareillement pareillemeot fcelléeJ fcellées du grand feeau Jaune. ConcluÎlons fceau de Cire Jaur.e. Conc!ufions du Procureur Pro.:ureur GeneGene· r.:! du Roy & tout C!Jfl111hre à ordonné & ordonne. nl tOUt Confideré. Ch0111hrf que & duë quc les dites dires Lemes Lcttres de fa Maje(l~ Majea~ ey cy delfus, en bonne & fl'rme feront enregillrées, au Greffe, de Ja dite Chambre des fl)rme dea COffiP[~. Fait en Ja Chambre des Comptes 11à Names COffipt~. Nanres femeilres femefires af· femblées Je '26 jour de May MiIle·fix-eells Mille·fix-cells cinquaDte cinquante fix jign~ Jign~ Filr llir
COL LET
D'E S C U R Y.
4S1
Furehetellu avec Paraphe à eotle Collaoné in dorfo Arrell de la Chambre des CompIes de Name! des 26 May 1656, au fujet de la Noblelfe du Sieur d'Efcury.
Het laatlle was dit volgende. LETTRE PATENTE DE LOUIS XIV. Ro'J tie FT/mee & de Navarre, en date Ju Maïs Oétobre 1675. pnr la queUe Ic tlit Scigueur Roy wamtient & Conjirme André Collot, Sr. d' ECcurij en fn qualUI de Noble , & enlaut que de befoil1 .I'annoblit lui & fes en[(1ns nées & à nnitre. LOUIS par la groee de Dien Roy de Frallce & de Navarre,
~
tous pre[~lls & a ven ir Salut: Les temoignagcs qni nous ont e!l:é
rendus de l'extraétion Noble & Ancienne, de notre cher & bien aimé André Collot, Sr. d'ECcury nous cenvient d'amant plus à Ie maintenir dans ccste préeminence de Nobl"lfe, qu'outre la Confideration des Cervices, qu'il nous 11 rendus , avec beaueoup de Zele, tant en qualité de Luitenant de Cavallerie au Regiment de Stoef qu en eelle de Capitaine au Regiment de la Marine ou il a fignalé COD courage, en diverCcs & importantes occaGons, notament dans eelle du CceouFS d'Arras, & de la Bataille de Dunkerkc, nous aVQns d'ailleurs tout Cujet de no us Louer de ceux de Ces deux Enfans dont l'un a elté tué l'Annc!e derniere 11 la Bami!. Ie de Sener ou i! [crvoit en qualite de Luitl'nllnt dans Ie Regiment d' Auvt:rgnc, & l'autre vient d'avoir Ie bras gauehe emporté a la Bataille d'Altheim, ou il à donné auffi des marques fi:lgulieres de COIl. courage & de fa Valeur, dans Ie Commandement que nons lui avons confié, d'un Compagnie de Cavallcrie au Regiment de Repaire. & eomme nous nous premettons que ceue Graee l'obligera à redoubler doresnavant fon Zele. & fon application à Noue Cervice. Nous avons bien voulu reLever Ie dit exporant de la rigueur de r Arrest de notre cour de Parlement de Bretagne du ••••.• par lequel il a e!l:é declaré Uiilrpateur du Titre de Nobleffe fa.ute d'avoir plol teptefenter, les minutes de quel~ues Con· trats
4S.f.4
L 0 l' D'E D't s C U R Y. coL Lot
traes qu'iJ avoit avoie produit pour Jullifier r.. f.t qualité de Noble & de trats d~ fom trouvés egarés pendruu pendant les desordres des Efcuyer f~ lefquels fe font Cal/fes & liutres IIU tres à ces mouvans .de dernieres Guerres, Pour ces Caufts puilTance & authorice amhorite RoyalIe avons lvons notre grace Speciale pleine puilfance Confirmé, & par ces préfences préfentes fignées de Notre maintenu & Confirmé. maimenons, &. & confirmons Ie dit André COIIOf. Col/ot, St. ti' d'EMain. mainrenons, E[cm"y qllalité de Nobie. NobIe, & entam enrant que de befoin l'avotts l'avons feil" en fa qllalicé annobli & annoblilfons annoblilTons lui & & fes Enfans né & naitre, en LOyl1 Loya! :mnobli & a naitre. Mariabe tllnt tant màles rnales que femelles pour Jouir des honneurs. honneurs, priviMariage done leges, prerogatives, preéminences , droits & immunitez, immunirez, donr iouilTent & ont dnt accoucumez IICCoUlUmez de Jooir les lurreS 8UtreS Nobles & Efcuiouilfent nobIe'Jers ,ers de Notre Provence de Bretagne, tam qu'i1s vivront vi vrom noh[e& ne feront aucun Aél:e derogeant derogt>ant a noblelfe. noblelTe. Et c'e ce mem & ob!lant. Le dit Arrest de Notre Parlement de Rennes du non obfiam. dit jour. ~race & aUlhorit~ amhorité •, que delfus. delTus, nous nouS Dom de notre meme r;race Dont raYOnS relevé, & decharg~. dech:trg~, re[evons relevoJls & dechargeons par ces rayons diees préfentes, vou[ons voulons & nous p[ait plaie qui [ui lui & fes Rnfàns, Enfàns, & & dites po!lerité puilfent puiffent apporter Leur Armes Timbrés telles fom c'y cy emem· pofierhé preintes,• & qu'i1s qu'ils puilf~1lt puiffent dorefnavanr dorefnavam prendre taot tant en jugement preimes la qualiré qualilé r)'E!ctzyer d'E[cnyer & & parvenir à tous IOUS degrez de' de" que dehors [a Chevallerie , roeme meme aquerir & polfeder poffeder tomes tOlnes furte rvne de Fiefs TerChevalIerie, & Seigneuries Nobles de que[que quelque no!:) no!:! nature & qualité res & qua!ité quellcs foyent. foVent. A la charge routes toutes fOis, fois, d'indemnifer les Paroiires ParoilTes & les CommunaUlés pour Ie Dien Bien rUr311X rurallx qu'ils pourront polfeder polTeder en Communautés icelle,. Donnons Don:t011S rn en lJland~mrnt, Amet & feaux fcaux les icelle~. lIfondl!mt'nt. a nos Ame:l! (enant pOtre J1ótre Cour de Parlement de Bretagne, traosferrt~ cransferrl! 11I. grns tenant "annes, & acolIs atOlIS avcc nos Officiers & & Jufiiciers qu'iJ qu'il appllnienVannes , & appllrtiendeca, qui fes préft:ntcs préft:ntes nos [emes. lettres, iJs ils ayent ayellt à en regiflret regifrret & dil du àera, icelles faire Jouir & Uft'r Urer Ie dit André CoUot, Collot, Sr. Contenu en iceUes (ant màles m.iles que femel!es femelles nés & à naitre d'Efcury & fes Enfars t:lnt pJeimement pailiblement, paifiblemenr, & perpemenement perpemellement en Loyale Mariage pleimement celTant & & failfaot failTant celfer ceffer tout trouble & Empechement cclfant Empechemel'lt non Obfiant !OlItes ordOllnances tllnt tant anCÎenl'les ancienl'les que lJouveUes. lJouvelles, ArObUant comes ordonoances tutre chofes à ee conu'aires contl'aires ac· acrets, Reglemens , Defences & autre quelles & aux derogatoires Y contenues, nous avons aVOllS derogé &: & queUes derogeons par ces dites prefentes pour ce re~rd feulemenr, &; derogeoDs reiUlrd feulement. & fana fan.
COLLOT , (Gujon, Jean Ecuier en Louis Ecuier) 45 S
- - - - - ---------
fans tirer à confequence car tel ell uotre plaifir. Et afin que ce folt .Cho[e ferme & llable à toujours nous avons fait mettre no. tre {cel à ces dites prefentes fauf en autre chofe notre droit, & l'autruy en toutes. Donnés à Verfailles au mois d'Oétobre l'ande grace mille fix cens [oixante & quinze & de notre Regne Ie treme troifiéme. Etoit jigné LOUIS en marge etoit écrit Confir. mation de Nobleffe , & entant que de be[oin nouvelle Annobierfement en faveur <1,e Sr. ti' Efcuyer [ur Ie reply par Ie Roy jigné Arnaulr, a co te fur Ie reply vifa figné cl' Algire plus bas pour Con· firmation de Lemes de Nobleffes , accorclées, à André Col/ot, fignées Arnaulti, encore plus bas, Regillrée ouy. à fe Confen. cant Ie Procureur General de Roy pour en Jouir, J'iRlpetrant bien, & duement, fuivant la volonté du Roy & I'Arrest de la Cour de ce jour fait en Parlement à Rennes , ce 17 Mars, Mille fix-cens foixante &:: feize figné Courtoye, cum cancello à co(l~ un fcel de moindre grandeur en dre Verte', tout deux [ur Lacqs de foye rouges & Verts. De eerlle, die ons van dit geOacht te vooren komt, was. COLLOT, (GUjON) die als Ridder vermeld wordt op het Jaar De tweede,
J.p I . in eeneRegillratie van de Rekenkamer te Parijs.
COLLOT , (JEAN ECUIER ) was, 153 I, in dienst des Konings van Frankrijk, en word mede als Ridder vermeld in een Aéte van 't PariemeAt van Parijs. Hij is getrouwd ~eweest met •••••.••• , en liet na een' zoon. COLLOT ,(LOUIS ECUIER) Heer van Efcury, gelegen bij Am/em. in Picllrdië, en van Drouillij. Van dezen wordt melding ge. maakt in twee Extraéten des Hofs van Normandië, van den 6den }ulij 155+, en den 24(len April 1555; waaruit blijkt, dat hij, ter oorzaake van zijn adelijk Leen v:m Drouillij. is belast geworden, wegens de Ban & arriere Ball, met het opbrengen van zijn deel in de ligte paarden op de monllering. HIj was ge· trouwd met CHARLOTTA DE LATTRE, bij welk hij heeft gewonnen een' zoon. Gg X. DEEL. COI,-
456
COLLOT. (David Ecu{tr, jum ECllitr, enz.)
Heer van Erctlrif, die, in het jaar trouwde met RENNE D'AVROUT, oud{le dochter van GEORGE D' .lVROtlT, Heer van lIergnif: welke vrouw wreedeliik werd vermoord, in de kerk van Pasfy, in Champagne, onder het pleegen van den openbaaren Godsdienst, door een hoop Soldaaten van den Hertog VAN GUISE, onder de regeering van ICAREL DElf XI, Koning van Frank/'ijk. Haare twee zoonen vonden gele~enheid de handen der moordenaaren te omkomen. De eerUe van deze was, COLLOT , (DA VlD ECUIER )
1560,
Heer van Efcurif en Laudau.. tn 't jaar 1607, door koop verkreeg. In 1583 trouwde hij met FRANÇOISIo: PHILIPPE DE VILLORIE, afkom{lig uit een zeer aanzienlijk gellachte van Bretagne, waarvan de oud{le zoon zig noemde BRron de Refchau. Zij overleed, zonder kinderen, in J 601. In de maand van Junij des jaars 1606 hertrouwde hij, met MARIA DE LA MORLAIS LE NOIR. Hij overleed in 1612, nalatende drie kinderen, Zijne weduwe hertrouwde met PHILIPE DU MARDAUS, die van den Roomfehen Godsdienst was, en dien zij ook kinderen gebaard heeft, welke zij meer begunlligde, dan de kinderen uit haar eer{le huwelijk, we!ke zij grootlijks benadeelde. Zelfs verbrandde zij. gelijk gezegd is. de papieren van hun vaderlijk geflaeht; het welk haar naderhand zeer berouwde, en haaren zoon A:-;DRé veel moeite veroorzaakt heeft, om de bewijzen van zijnen adeldom, hier en daar, te gaan ligten ; waarvan het hem, eehler, gelukt is. de volkomene bewijzen te vinden, gelijk wij boven getoond hebben. DAVID had, zo als gezegd is, drie kinderen, die volgen, 11. b. c.
J.)
COLLOT , (DAVID ECUIER)
,'a/I; welke laat{le Heerlijkheid hij,
H.) COLT.OT, (JEAN RCUTER) was de broeder van DAVID, ZO als blijkt ui [ de {cheiding,brief van huns vaders nalatenfehap, ge. tekend 3 September 16')3·
a.
COLt.OT, t'tJ11 ,
(A~DRé RCVIER)
Heer van Ere/mj en Lalla'auwas Edelman van Koning DERTICNDE:'\, volgens .\éte van 23 l\lei 1650.
de oudlle zoon van
LODEWIJK DEN
DAVlD,
l:n
COL LoT. (Ándré Eeuler en Daniel Ecuier)
457
en Gouvetneur van de Stad en 't Kasteel St. Qyintyn, in Bretagne. Hij trouwde. in 1640, met 1I!AGDELENA DE LA PRIMAUDAIS, wier geOacht onder de Edelen van Frank,'ijk bekend w~s, ten tijde van Koning HENDRIK DF.N VIERDEN. Hij deed, zo als meermaaIen gezegd is, bewijs van zijn oud adelijk geOacht en tij tel van EeVlER, van bijna drie honderd jaaren herwaards ; als mede, dat zijne voorouders zitting hadden gehad, als Edelen, in de Sraaten van Bretagne. Diensvolgens ontving hij van den Koning een Aé1e, waarin zijn oude adeldom bevestigd werd; wordende dezelve ook, volgens de !lukken daarvan, hier vóór bijgebragt , geregistereerd in 't Parlement van Rennes , ill Bretagne, op den 17den Maart 1675, waarvan het origt. neele nog onder de familie berust. ANDRé, wegens de vervolging tegen de Gereformeerdeu, uit Frankrij~ naar de Nederlanden gevlucht, was geboren in den jaare 1610, en fiierf te Nijmegen 1686. Zijne vrouw was reeds in J 649 overleden. Te zamen hadden zij verwekt twee kinderen, l behalven die jong geflorven zijn ,) als: 1
COLLOT (DANIEL EeUIER) D'ESCURIJ, Heer van LaudaJJ,'an ~ was Ritmee!ler, in dienst des Konings van Frankrijk. In den oorlog werd hem zijn arm afgefchoten. en hij daarvoor, door den Koning. met een Jaargeld begiftij!!;d. Hij trouwde, 19 [\-lei 1677, met ANNA CATHA' RINA DE LA VA LETTE , jong!le dochter van PIERRE PI:: LA VII LETTE • Ridder, Luitenant van de Stad en het Kas· teel Stmaij. DANIEL was Heer van Touc!Ie, eene Heerlijkheid in T~urt1ine, vijf mijlen van Tours, bij het Dorp la Capelle, aan de rivier de A~e; welke Ht!erhjkheid, benevens andere treffelijke goederen, hem ten deele gevallen was. Wegens de vervolging om den Godsdienst, in het Jaar 1685, heeft hij zijn penfioen, goederen, vaderland en alles verlaaten. Eerst vluchtte hii, met Zijll huisgezin, naar Bs::.e! in Zwitzer/and, en verkreeg van dat Canton eene loflijke recommandatie aan de Heeren Staaten der I'àeenigde Neder/am/eu, die hem ook tuet Gg~
~n
458
COLLOT. (Simon, Philip Ánd,é Ecuier)
enz.
een jaargeld beguntligden. In het jaar 1(i86 woonde hij te N/jmegen, werd Major in dienst van WILL~M DEN DERDEN, als Koning van Groot-Brittanje, en nam, met zijn huisgezin, zijne wooning te Duhlin in Ierland, al. waar zijne vrouw, 1699, merf, en hij in 1714, oud een-en-zeventig jaaren, hebbende gehad zes kinderen. Zie A. B. C. enz. II
COLLOT , (SIMON) de Laudauran, Luitenant in het Regiment van Auvergne. In den tlag van Senefzwaar gekwetst zijnde, omving hij van den Koning een Compagnie tot vergelding; doch hij overleed kort daarna.
b. COLLOT,
(PHILIP ANDRé ECUIER) tweede zoon van DAVID, getrouwd met N. N. had één' zoon, genaamd
COLLOT. (N.) Deze verkreeg de Heerlijke goederen Lau. dauran en andere, toen zijn oom ANDRé, om de ver. volging te ontwijken, Frankrijk verliet. Hij is ge. trouwd geweest, en heeft kinderen gehad.
c. COLLOT , (MARGARETHA) eenige Dochter en derde kind van DAVID COL LOT , was ma1uiiën.
Abdisf~
van 't Stift Stran,hes, in Nor.
A.) COLLOT (MAODIlLAlNE) d'Efcurij, gehuwd met CHARLES DANIEL I!OILI::AU, Ridder. Heer van Caslelneau en van Nis. mes, was geboren in Frankrijk, den 1 ~den November 1679,
H.) COLLOT (DANJl!L ECUIER) d' E[curij, mede geboren in Frank. rijk, den 26fien Februarij 1681, was Kapitein van de Dra. gonders, in het Re~iment van Wales, en fiierf ongehuwd ~ in 1710. C.) COLLOT (Hl!NRIJ ECUIER) ti' Efcurij, ook geboren in Frank. rijk, den 6den Augusrus J682, was Hofmeefier en Major van de Brigade, in dienst van dezen Slaat; hij ovcrleed te Zwolle 1733. Den 23fiCIl Oélober J617 was hij getrouwd
met
COLLOT. (Gtbrgttftl (Cm'Ktttll Henr;,ttl1 Henrilft/1 Jl1coba) Jllcoba)., enz.
459
met J0tlANNA JOHANNA MARTINA MARTINA GEKRTRUI]D GEERTRUIJD SWEERTS SWEERTS DE DE LANDAS, LANDAS, derde dochter van MARTEN MARTEN CHRISTIAAN SI\'EERTS DE LANDAS, Vrijheer van Oorfchot en Bust, QuartierfcholH QuanierfcholH van Kem· Kem. pen/anti. Raad en PreGdenc pen/anti, PreGdem van de Stad 's Hertogenbosch Her/ogenbosch:: zij overleed, 1744. 1744, in tien Bosch, Bosch. Zij hadden te zamen verwekt deze zeven kinderen:
lGeorgeffa HenrielIa jacoba) jacoha) d'Efcury, gelGeorgetta Henr;ella boren in 1717, 17.17, en getrouwd aan JUSTUS CLANT CLANT SCHUTTER, TER. Kommandeur ter zee, Schepen en ll..aad h.aad der dcr Stad
JI COLLOT
's Hertogenbosc/r. Herlogenbosc/r. V/rno/rl (Arnoltl Joost Ecu/er) ti' Efcury, geboren 1718. Cornet, merf ongehuwd 1136.
!l COLLOT
3 COLLOT (Simon Petrus Ecuier) ti' d' Blcury. Efcury. Heer van Naaldwijle Naa/dwijk en SlijrJred/, S/ijdrecil, Erf-Watergraaf in den AIhlasferwllarti, Raad in de Vroedfchap Vroedfch:lp der Stad GsrGtJrh/asferwllartl, '757, wegens gemelde Stad, Sead, genichem, werd, Ao. 1757, committeerd in het Collegie der Gecommitteerde RaaWestfriesllinti. Hij was geboren den van Holland en Westfries/.nti. den 13den '3den December 1719. J 7 19. en 1739 getrouwd aan CHARLOTTA nURcH, uit het oud adeCHARLOTTA ELI,ABETH ELFABETH VAN VAN DER DER DURcn, ade" lijk Hollandsch gellacht geOacht van dien naam: zij overleed in 1755. In 't volgende jaar trad hij wederom in 't huwelijk. met ANNA welijk, ANNA MAGDALENA DE LA LA F"ILLE, oorfpronglijk uit de Baronnen van N;velle NivelIe en Estenpuis, in Y/üanderen; J7luantleren; haar vader was JACOB JACOB DE DE LA LA UILLE UILLE van Delft. Deze SIMON heeft beeft verwekt agt kinderen, die a. b, b. c. enz. volgen ondèr 8.
4 COLLOT (A/hertina (Albertina Christina) Chris/inti) ti' Eftury, Efcury, geboren in I 7~O, en cn getrouwd aan PIETER YSERN, Kapiden jaare 17:10, tein te voet.
5 COLLOT COLLOT (Geertruiti (Geertruid HenTieffe) Henriette) d'EI.ur'J, d'E/cury, geboren in 11 3. 17 I7~3·
Gg3
6 COL-
460 COLLOT. (Martha Chrlstina, EfIIOfUIe7s Ecuier) ,enz. 6
(Martha Christina) tl'Efcury, geboren in getrouwd met FRANS VAN HEUZEN t Schepen en Raad, mtdsgaders Secretaris van 's Hertogmboseh.
COLLO'!' 1725,
7
D.)
(Emondds Ecuier) ti' Efcm'y, geboren den 2cllen Augustus 1726. Kapitein in 't Regiment vin den Generaal Major DUITZ.
COLLOT
(Si1l1on Ecu;er ) d'E(cm'y, geboren in Frankrijk. op het Kallleel/a Touche, aan hunnen vader behorende, den !lIllen .\'laan 16R4, was Kolonel van een Regiment Infan. terij, in dienst van den Koning van Groot-Brittanje. Hij trouwde, voor de eerlle keer, met N. SULJAARD DE LEEF· DAAL, den 291len Januarij 1719; zij overleed in dat zelfde jaar: waarna hij hertrouwde met ELISABETH BARON, bij wel. ke hij verwekte twee zoonen:
COLLOT
I
(lJcnry Emier) d' Efcury, Kapitein in EngeIfchen dienst.
COLLOT
(SiNton Ecuier) ti' Efcury, mede Kapitein in gemelden dienst.
S COLLOT
E.)
F.)
(.1nne) ti' E!cury, geboren den 29(len Julij 1688 te Ntjmegm", trouwde met MARRETT DE LA REVE, uit welk huwelijk twèe kinderen zijn voortgekomen.
COLLOT
(.1nne Marie) d'Eji:ury, geboren te Dublin, den Januarij 1699, en getrouwd met JEAN CORNEILU:, Kapitein en tweede Ingenieur in Ierland; zij haddt!n te zamen gehad twee zoonen en vier dochters.
COLLO'!' ~ollen
De volgende zijn de agt kinderen van
SIMON COLLO'!'
en
ANN."
i\lAGDALENA DE LA FAILLE.
a.) Hmdrik Col/ot d'Efcul'Y. geb. 1740. Ma~l'tm Col/ot ti' Ejèul'Y, geb.
11,) 'Johan
17f!l.
c.)
COLVIU~ (AntJr.
en Nic~l.) COLYN. ('tGtJlv.)
4{)[
c.) Emelitl Chris/inti Collot tl'Efcury, geb. [745. d.) le,-inti Mar/ma Co/lot ti' Efc1ll")', Ireb. 1746. e.) Hellrietta Jacfl/il1a Col/ot d'EfCllry, geb. 1748. f. lJfflrgretlUl Tlleodora Col/ot d' Efcury, geb. 'iS[. g.) Robbert Col/ot ti' Efcury, geb. 1753. h.) Martha FI'a/lcina Col/ot d'Efcury, geb. 1754. COLVrus, (At'\DREAS) één der deftigrle Hervormde Godgeleerden van de voorg:tande eeuwe, werd geboren te Dordrecht, in het jaar vijftien honderd vier-en-negentig. Na de voltrekking van zijne l1udien, werd hij Predikant te Rijsoort , onder Dordrecht. Vervolgens was hij, van 1610 tot 1623, Hofprediker van den Ridder BERK, Afgezant van den Staat bij de Republiek van ~ ,ulien. Geduurende dien tijd maakte hij aldaar kennis met de geleerdl1e mannen van die Stad, en inzonderheid met P. SARPIl1S, den beroemden befchlÎjver van het Concilie van Trenten. Vandaar terug gekomen zijnde. werd hij Predikaat bii de Walfche Gemeente te Dordrecht. Hij overleed den eerflen Julij 1671, nalaatende eene uitmuntende verzameling van natuurlijke zeld. zaamheden. Dat hij ein man was, di\! alle wetenfchappen beminde, en van alles kennis had, hebben zijne brieven volkomen beweezen. COLvruS (mCOLAAs) de zoon van ANDREAS, zo even gemeld, werd geboren te Dordrecht. den 9den Februarij 1634, en was, in 1655, zijns vaders amptgenoot. Daarna werd hij beroepen te Amjleldam, alwaar hij vijf-en twintig jaaren ziinen dienst getrouw heeft waargenomen. Hij overleed 1717, nalatende twee zoonen, waarvan de oudfle, die naar hem genoemd was, van 't jaar 1705 tot 1711, mede Predikant in de WalCche Gemeente was. De andere. JAN genaamd. was Koopman te Amjleldam. COLYN. (KLAAS)
Zie KOLYN.
COLYN. een aanzienlijk geflacht in .t1mjle/dam, 'c welk. in vorige tijden, de voornaamlle eerampten aldaar bekleed heeft, gelijk uit de Regeeringslijsten blijkt. Op dezelve wordt ~emeld G~ 4
H-
46~
COL Y N. ('I CeJlochl "4n)
ST\ION PIETERSZ. COISN, 1427 Schepen, 1430 Burgemeefler; HENDRIK DlRK'Z· COLYN, 1455 Schepen; PJETER COLYN-PIETERSZ•• 1472 Schepen en J432 Raad; Mr. PlETER COLYN JACOBSZ. 1505 Schepen en 15°7 Raad; en Mr. PJETER COLYN, 1523 Raad en 153 1 en volgende jaaren Rurgemee!ler. In het beruchte oproer der Wederdoopers , binnen A11Jfleidam, in het jaar vijfden hon. derd agt-en-denig, was Mr. PIETER COLYN één der regeerende Burgemee!leren , en !lond bij de Gemeeoce bekend voor een zeer geleerd en godvruchtig man; doch tevens was hij, bijzonderlijk bij de heethoofdigen , in verdenkinge, als of hij met de Weder.. doopers ééne lijnen trok, en dat aan hem bekend was, welke aanflagen die oproerige menfchen in den zin hadden. De verdenking was dau uit ontnaan, om dat COLYN, die al/es met reden en overleg zocht te recht ce brengen, die verdoolde menfchen niet fheng genoeg vervolgd had COLYN, om zig van dien blaam t6 zuiveren, rukte, volgens COIllMELIN, met een hoop Burgers, naar den Dam, alwaar de Herdoopers zig bevonden; die, op de aankomst der nurgeren, hen fiouclijk tegen trokken, en noodzaakten te vluchten; in welke vlucht veelen gewond werden, en Bllrgemeeficr COLYN zelf fehandelijk vermoord. Volgens de opgave van gemelden Schrijver zouden daarenboven nog gefiJCuveld zijn: KLAAS i\JATTIlIFZQON, der Stede Hode; CORNELTS SIJMON ROr:SE, Schout bij Nacht; SlpfON CLAAS rUT, Kapitein V3n de Wacht; KLAAS MEEUW~Z. in de Kalverfiraat; JAN DIRKSZ. &AESGEN ea DIRK EVARDTSZ, beide Stads Wakers; DUBBELT DunBEI.sz; LUITGEN MUILKEN ; KLAAS PIETERSZ VAN AKEN; ]ACOB ]ANSZ. S~HT; MAERTEN EGBEI!TSZ, SmÎt; VJNCENT PIETER~Z, Lakenkuper; JAN WJLLEMSZ ABCOU, een Vrijer; JAN WILLEMSZ rOT; GERRIT MARTENfZ, Metzela:lr; DIRK GERRITSZ, JAN VAN UTRECHT en EGBERT WILLE~ISZ. De vermaarde L. HORnN,lUS, die den oproer der Wederdooperen 't allernaauwkeurigst befchreeven heefe, zegt hieromtrent, in den druk in 8". p. 119. Den tijd van defeil al111flng werd beflcmt op den la 1Ilay, een yder werd een gouden pmning/z ghrglzel'cn , tot een Gedts-penningh ,'an hoar ge1I1unfchop of "rI"hondt. De lofo om Ie jn:r.en Ie /romen [ouden weren als de k/oc/t op hel Stadhuis [oude luiden: defen nal1Jlag ;s :1Jet'r /;y gevnlle als deur toejicl1t rif k/?r:cHeid van tie Bur. ge-
COL Y N S. ('t Gtflaeht van)
4-63
gemeejlers, hyna ten uitterjlen, ifls[e {ouden aangaan, ont· dekt geworden: die van het Kruisgilr waren na (mde gehruik gewoon, op het Stadhuis een maaltijdt aantereehten, end, daarhij de gantfche Magijlraat en de meellierdeel van de ,.ijkdommen van der Stadl Ie gaste te noden. en tot in der nacht goede Ciere te makeH. Op dezen maaltijd werd, volgens zijn verhaal, daarvan kennis gegeeven aan Burgemeel1:eren , die 't naauwlijks gelooven wilden. Nader onderricht zijnde, begonnen dezelvell te raadpleegen , en hielden daarmede aan, tot dat de Herdoopers , gewapend met allerlei geweer, uit de Piillleeg kwamen trekken; neemende vervolgens met Vaandels en Trom· men, het Stadhuis in, fmijtende de Wagters dood, en onder deze den bovengenoemden Wachtmeeller SY~lON PUT. De Burge~ mee/lers, zegt hij verder, hadden intusfchen de jlraalen nll ie 111arkt (den Dam) toejlnkl:ende, bezet; en daar was onder de Burgemeejltrs beJlolen, dal men VIIO,. tien dagerafIt niets zou· dm aal/Yangen. Burgemeefler PIETER COL\'N, om zig van de hier voorgemelde aantijgiug te bevrijden, was zeer ijverig. om :lfs leidsman de Durgers tot op de Markt voortegaan. De Weder· doopers , de aankomst der BlIrgeren verneemende • gingen hen met Qandroers, omtrent de Waag, te gemoete, en dreeven ze haast te rugge. Veel en, gilijk gezegd is. werden in de vlucht gekwetst, en de Burgemeelter fchandelij k vermoord. In de dui· nerheid van den nacht werdt:n veelen met vergifdge looden of kogels doorCchoten. Zie verder de gemelde Schrijvers. COLYNS, een aanzienlijk ge{lacht in BrahatUJ, afkomftig uit VJaandlrm, afllammende van PETER COLYNS, die, door Koning FHlLIPPUS DEN V1~DEN, in Spfmje tot gewigrige zaaken gebruikt werd. Zijn zoon ANTONlNUS werd verheven tot Prefidem van den Koninglijken Spaanfchen Raad in Ar/ois, en hielp mede tOt het {luiten van den pjireneefchm J7rede. De zoon van dezen ~ mede Raad van dit Hof, en Requesnneel1:er in den grooten Raad van jl1echelen, bragt, In 1693, aal:! zijn ge{lacht dcn tij tel van J7rijheer. Zie J'Ereftion de tDules terres de Brabami, p. zr. Gg S Co-
464- COLYNS.(Dllvid) COMMELIN. (./faäk,Jttcoóe\l Casp.) COLYNS, (DAVID) een bekwaam Schilder. bijzonderlijk van Bijbelfche Historien, en meest van die, waarin e~ groot gewoel van beeldjes te pas komt. Hij was geboren te Al11jle/dam, en moet aldaar geleefd hebben omtrent het jaar zestien honderd en in de vijftig. Zie HOUBRAKEN , lIl. Deel.
COMMELIN, (ISÛK) werd geboren te Amfle/dam, den J9den Oftober van het jaar vij ftien honderd agt-en-negentig, en overleed 'er den 3den ]anuarij des jaars zestien honderd zes-en-zeventig. Hij heeft zig beroemd gemaakt door zijne (chriften, als een gedeelte van de -Befchrijving der Stad Amjle/dam; 't bijeenbrengen van het Hollandsch Plakaatboek, H. Deel~n in fol. de eerne reize naar de Oost-Jntliën, IT. Deelen in 4to; Leven van Prins Fru,Jri!r llendrik, in folio; en de vertaaling van den Wegwijzer door, enbelChrijving v~n Frankryk, Spanje en Jtalie.
joagfie brgeder van ISAiÎK, mede te Amjldeen ijverig Schriiver en kundig Verzame. laar van fraaije en wetenswaardige zaaken, betreffende de Neder/a1fden, duch meest in de Franfche taal. Ook zijn door hem bijeengebragt de Keuren van Delfland. COMMELIN, (JACOB)
dllm gebortn, was
001.::
COMMELIN, ! CAfPARUS) zoon V3UlSAäK COJ.U!ELIN, werd te Am. jlddam geboren, den 28!len Februarij des jaars zestien honderd zes-en-dertig, cn overleed aldaar, J 693, in den ouderdom van zeven-en-vijfdg jaaren. Deze heefe in het licht gcbr:lgt de vermaarde befchrijving zijner gellllorce!lad, te wel bekend om 'er iets van te zeggen, waaraan zijn vader medc gewerkt had, in Il. Deden in folio. Hij liet na twee ~oonen: jOH.lNNES en CASPARUi CO!\lJlIELlN; mannen, die mede hunne geboortellad tot eer ver{trekt hebben.
of JOHA~NES) oud!le zoon van IIAiiIC COMME· geboren den 23fien ]ulij zestien honderd negen-en-twintig, bekleedde binnen zijnc geboorte!1ad de waardigheid van Raad. COMMELIN. (JAN
LIN,
waar-
C 0 M MIN E S. (Philippus tie)
46'5
waartoe hij oangelleld werd in het jaar zestien honderd twee-en-zeventig, en behield dezelve tot aan zijnen dood, die voorviel .in 1692. Van hem heeft men de volgende werken: de Neder. Itlnrlfthe Hesperiie5; Catalogus Plantarum; Cattl/~gus lilrti .dmfte/oda11lenjis; His/oria Plalltarum Horti Medid. COllUIINES. (PHILrPPUS DE) Talmont, was H~er van Argmton, de la b!otte, de Pillentras , rau[ellcs, Lairegodeatl, GOII"ge en Sauvigne, Ridder van het Gu/de nies, en vermaard HistorieCchriiver. Zijne gedenkfchriften, waarom hij geroemd is, ,en die wezenlijk meer verdienden geleezen te worden, zIjn herdrukt te A11Ifte/~alll bij F. HOUTTUYN. in 1757. 11. Deelen in gr. 8Q • onder den tijtel van: Gedenkfchriften van den Heere FILIP VAN COl\nNES, Heer van Argenton, behelzende de lIistorie I'al~ Lot/ewijk den Xl, en Karel den rIll, Koniflgen van Frankrijk. van 11ft jaar 1464 tot 1498, doormengd met reIl veda,,/ van de Lotgevallen der GralJl'eII van Holland, uit dm Huize van BOllrKonje. en I'ede zeer fraaije Staats/esfen , nopens de beftiering van Landen en Steden, enz. enz. Zie hier, wat J. LIPSlUS , M. DE MONTAGNE, L. ROCtiE MAILLET en SCEvOLA S.ll\lMARTHANUS van hem, en van gemelde zijne Gedenkfchriften, gezegd hebben. JUSTl;S LIPSlUS ,
in zijne aantekeningen op het I. Boek der Slaatkundigen.
" Maar bij onzer Vaderen en onzen tijd [chijnt de Historie het boofd opgebeurd te hebben: getuigen hiervan l1rekken de Gedellkfchriftcn van PHILIP VAN COMIN~S, door hem, voor weinig min dan honderd jaaren, zo loflijk toegeaeld, dat ik geen zlvarigheid maake, hem met een' ieder der ouden ce vergelijken: 't is ongelooflijk hoe hij alles gade {laat, en doordringt; de geheimuisf(!n der raadOagen ontdekt, en tevens ons door heil- cn zeldzaame leeringen onderwijst, en wel doorgaans naar het voorbe.:LI van Poll)'bius. fcllOon hij dien, nog deszelfs gelijken, nimmer gezien heeft; ja, 't geen zijnen roem nog grootlijks vermeerdi!rJ, ia, Qat hij zulke groote zaaken verricht heeft, fc\lOon hij O:l';'~!er-
466
C 0 M MIN E S. (Philippus de)
letterd was, en dus daar toe niet dan ervarenheid van zaak en en een goed oordeel te baat had: ga nu heen, gij neuswijzen , en vermaak u zelven met eenige geringe kennisCen van taaIen; dat onze Prins dezen Schrijver vrij leeze, en Comin~s hem tot een handboek verfirekke: Dees Philippus mag met al de Alexander. verkeeren." in het X. Hoofdfluk van het Il. Boek der En'aringen.
MrCHIEL DE MONTAGNE,
" Bij mijnen Philip van ComintS zult gij eene lieflijke en aangenaame taal vinden, gepaart met eene natuurlijke eenvouwdigheid , het verhaal zuiver, en de goede trouw des Schrijvers daarin uitblinkende: men befpeurd in hem, van zig zelven fpreekende, geene verwaandheid; van andere gewaagende , gunst noch haat: zijne redenen en vermaningen zijn meer vergezeld van goeden ijver en waarheid, dan door opgefmukte redenkragt : overal belOont hij zig een' Dlan van achtbaarheid, ~oede afkomst, en gefchikt tot groote zaaken."
LA
ROCHE MAILLET,
in zijne Lofi·ttienen.
" Philip yan ComiHes, Heer van Argenfon, Is geboren in den jaare J 445, op het Kasteel van Comines, niet verre van Mesji11a , bij de rivier de Lis, in Plaanderen : hij is aan het Hof van Bourgonje als opgevoed, en ging in den jaare 147!1 over in dienst van LodclI'ijk dm Elfden, en is door dien Vorst, gelijk ook door deszcJfs zoon en opvolger, /(arel den dgfjlen. in gewigtige zaaken gebruikt: hij heeft de Hist. rie van zijnen tijd in 't Fransch befchreeven, welke, voor zeer echt en oprecht ge. houden, vervolgends in verCcheidene andere taaIen is overgezet 1 hij trouwde Jonkvrouwe Htlcna van Ghllmhes, uit den huize dcr Graaven van lUont-foretlu, in AI/jou, die hem eene dochter baarde, genaamd Joanlla, naderhand getrouwd met Reillier ,'on Bretagne, Graaf van PCllthievre: hij merf op zijn huis van Argenton , den 17den ûétober 15°9, in den ou~erdom van vier-en-zestig jaaren, en werd begraaven in een kapel, bij zijn leven gefiicht, in de Au~ustiiner kerk te Parijs." Scr:-
C 0 M MIN E S. (Philippus de)
467
in zijn eerlle Boek der Lofrede. nen over geleerde en vermaarde M,mnen in Frankrijk .
SCEVOLA SAMMARTHANUS,
.. Deze beroemde Historie (hij fpreekt van COMMINES Ge'mle· fchriften) behelst al het merkwaardiglle, dat 'er binnen den om· trek van dertig jaaren. geduurènde de regeering dier twee Vore fien (Lodewijk den Elfden en Karel den Ag/jlen) gebeurd is; en fchoon zij in eenen vrij eenvouwdigen !lijl fchijm gefchreeven te zijn, zulks werd vergoed door de ~roote zuiverheid, die men daarin ziet uitblink~n; ja 't geen iemand, die gefchiedenisfen de uakomelingfchap poogt natelaten , nog grooter roem bijzet, dat hij bij de wereld voor één' Schrijver van trouwen waarheid te boek Haat: immers fiemt ieder hierin overeen, dat Frankrijk Wt hiertoe nooit een' man, voortreffelijker dan Comines, in dat foort van fchrijven heeft voortgehragt: hierom vrees ik te minder. dat men het mij ten kwade zal duiden, dat ik een' man, die geen Franschman van geboorte is, in deze lofredenen, onder het getal der Franfchen Helle, die zig door hunne verdienllen beroemd maakten: hij was van eene rijzige gertalte, en Herk van lichaam; men Jas in zijn gelaat iets acht baars , 't geen hem deed beminnen en eeren; in welfpreekendheid , voorzichtigheid, wijsheid, en wat 'er van meer andere deugden, om groote zaak en te verrichten, vereischt word, behoefde hij voor niemand van zijnen tijd te zwigten: 't geen zo veel te grooter verwondering baart, als hij, te minder begaafd met kennisfe van die taaien, welke iemand tot in het binnenlle heiligdom der wetenfchappen kunnen leiden, op de enkele gunst eA goedheid der natuur ce meerder fieunen moest; echter heeft zo groot een man zig buiten het be. reik van de wreede nukken der wispelmurige formine niet kunnen houden: want eenige kwaadwillige men(chen, uit wangunfl:e heimelijk te zaamen gefp:mnen, befchuldigdcn hem bij Konin~ Lodewiik den Twaalfden, van onllandvasligheid en crouwloosheid, 't geen van dat gevolg was, dat hij in een en naauwen en naaren kerker werd geflooten, waar hij een ruimen tijd de woede zijner vijanden bezuuren moest; welke zo verre ging, dat men hem alle wegen Ooot, waardoor hij een voorrpraak ter verdedi. ,iog zijner onl1ozelheid konde opfpeuren; en gewislijk zou die l~er-
4611
C 0
M M I T T I MUS.
kerker zijn graf ook geworden fijn, had hij niet weeren te beo werken, dat men hem toeaond zijne eigene zaak voor het gautfche Parlement te mogen bepleiten, 't geen hij met zo groot eene weJrpreekendheid en kracht van geest verrichtte, dat hij door de Rechters met algemeene aemmen vrijgefprooken, en in voorige eer en aanzien heraeld werdt." COMMITIIMUS. Dit latijnsch woord betekent in het Nederduhsch t wij hevulm of bdasfen t en wordt gemeenlijk gebruikt, wanneer de Hooge Overigheid, of een hooger Rechter, die provifioneel aan iemand een gunst verleent, het onderzoek over de gegrondheid aan derllelver dagelijkfehen en competenten Rechter overlaat t om, hetzelve gedaan zijnde, als dan nader te disponeerell; tClI wc:lken einde hij hem committeert. Onder den Daam van COI1J11Jittimus bevat men ook eenige plaatfell, wier befluur grootendeels tot de Provintie Zeeland behoort. als: Axel, Ter Neuze. Bierv/ief en ook wel Lil/o en LiefkdJSlzoek, enz. De reden, om welken die van ZeelantI • altoos, op het behouden der be!luuring over de plantfen van het C011J11Iittit1lus flerk gefitan hebben. is, volgens hunne eigene verklaaring, in eene Deduétie van den 16den ]anuarij Jï:12, voornaamlijk deze: daf :zij dezelve1J (uJ1l11Jcrkm als een Botwerk 100r hunne Provintie , ,ulks verzorging zij :t.ig hest loevnotrouwetJ. Dit be1luur van het Committimus van Zet/and, of derzelver Gecommitteerde Raaden, is in de zo even genoemde plaatfen , reeds feden jaaren, in het bezit geweest van het hetTen der ge. mccne middelen en inkom!len, uit de Domeinen daarvan; van de aanfielling eeniger Bediendl!ll , vervulling der Krijgsampten en eenige andere voorrechten. Met dit alles behoort hun niet de oppermagt over dit gedeelte van Slaafs FlaalJderen. Ook hebben de Staaten van die Provitllie dit nooie beweerd, maar waren voorheen. en zijn als nog van oordeel, alleenlijk recbe COt de befluuring te hehben, als Committenten of Gemagfigden van de Algelllfme Staalen , of eigenlijk van den Raad )'all StRalen. l\lenigmaal heeft dit recht verrchillen veroorzaakt, lu,rchen Zeelana en de andere Provintien; zijnde, echter, Zeelalld in het bezit daarvan gebleeven. Deszelfs oorfprong wordt afgeleid uit de
C 0
M M I T T I MUS.
46'
de volgernle omOandigheden. 't Ambacht Ter Neuze was, in het jaar 1583. niet in de magt der Staaten gekomen, of Prins WILLEM DE EER5TE (lelde zekeren JOOST VAN LEENE aan tot Baljuw, Dijkgraaf en Graaflijken Ontvanger over hetzelve; met last om eed te doen in handen van Gecommiltterde Raadm van Zeeland; zo als gefchiedde, op den 7den April 1584. Den 14den Februarij van het volgende jaar deed VAN L!ENE, volgens mondeling bevel van Prins MAURITS e'l van den Road van Staatm, rekening en verantwoording van zijne bet1l1uring aan gemelde Gecommilfurde Raadm. Ziin opvolger, }ACOB SOIJ, werd. door LPJCESTER aangelteld. zonder gehouden te zijn, eed aan de Gecommitteerde Raaden te doen: gelijk hij ook zijne eerlte rekening aan den Raad )'Im Staatm, doch de tweede aan die van Zeeland deed. De Raad van Staaten , in 1588, in aan~ merkinge neemende , dat 'er nog dagelijks, in de aangewonnenè landen van Staats f7laanderen, gefchillen voorvielen, over de goederen, toebehoorende aan perfoonen. welke de Spaanfche zijde hielden, had, op den 13den Aue-usttls van dat jaar, beOoten, het beleid der gemeene Middelen, Domeinen en andere aangetekende partijen, benevens de beflisfing der gefchillen over dezelve, en over het (luk der Dijkaadje en Politie, bij provifie, te !lellen. en tot wederopzeggens toe optedraagen. aan de Gecommitturtie Raat/en van Zet/alld, als naast gezeten zijnde; met behoud, echter, van het beroep en de uitrpraak op den R.'1ad "on Staaten ; die, daarenboven, ook 't aantlellen van de Ontvangers en andere bedienden der gemeel1e Middelen aan zig beo hiel!. Ten zelfden tijde werd daar van aan Zee/afzrl Atte ver. leend; op welke Aéte zij dan ook grond het recht. dat zij beo ween te hebben en ook oefent in de landen van 'c Comznittimus. Veele waren de tegenrpraaken van zulken , die wilden dat daaruit zodanig recht niet ce haaien was. Zeelol1d beriep zig op de langduurige bezitting daarvan, en die in haar voordeel te hebben. Zeker is 'c, dac die Provincie, welke behalven dat genoeg befnaeid is, van dien tijd af, 't betluur gehad heeft, niet flechts over tef" Neuze. maar ook, in vervolg, over Biervliet , Lil/I. Liefkenshoek en Axel, van 1~91-1596, en in 1539 ook over Hulst en Hu/jler Ambacht; iu welk laatstgemelde jaar de Ce. C011l.
470
C 0
M
M
1 T T
1 IJ
u s.
milleerde Raaden van Zeeland met Prins l\IAURITS overeenkwamen. dat hij zig, in het geeven der Patenten, aan de Bezetting buiten de Provintie, ter bellellinge van dezelve, zou gedraagen volgens de order, die ten opzichte van de Bezettingen binnen de Provintie in acht genomen werd; een order, beraamd den 6den Februarij 1587. FREDRIK HENDRIK handelde fuijdig daartegen, in het verwisfelen van een gedeelte der Bezettingen van Axel en Sluis. buiten kennis van Gecommitteerde Raaden; doch hij vond zig wel haast genoodzaakt, zijnen begaanen misflag te herllellen. In 1593 deeden de StIlaten van Zuland een ophef van een honderllen penning over deze landen, behalven nog een bijzondere zetting van vier en vijf fchellingen. op ieder gemet Lands. Doch hun bel!uur bleef ook na dien tijd niet ongeftoord; zijnde de verpachtingen. meermaals. niet door ben. maar door de Algemunt! Slaalen , en den Raad van Staalen gedaan. Ten minfien werd 'er beweerd. dat zij daar door gefchieden moest. Emllig verzetteden zig die van Zeeland, in 1621, tegen het zenden van twee Commifen , tot de verpachting aldaar; verklaarende zij ter Generaliteit, zulks niet te zullen gedoogen: te meer, daar zij meer overfchot dan voordeel aan de landen van 't Commiflimlls gehad hadden. Tien jaaren laater hielden die van Zeeland, zo met het maaken van een Plakaat op de Jagt, als anderzins, zulks nog even ernllig llaanden. De Alcemeene SUIaten , daarentegen, befchouwden het nuk der verpachtinge. nu en dan, en bijzonder in 1661, als een zaak firijdende met het hoogst gezach, en deeden het bij Plakaaten verbieden. Wat op de Groote Vergadering. in 165 I , daaromtrent benomen is. ziet men bij AlTZEMA, XXXI. Boek. Om welke reden, ondertusfchen, [Oeo en in laateren tijde, die van Zee/and gedraald hebben. met hun recht over het Commit/;mus te voorfchijn te brengen, is mij onbekend. Nog werd op den lIo11en September bevolen. dit ftuk van den beginne optehaalen, met aanwijzinge van recht; waar omtrent. evenwel, ook niet voldaan moet zijn. vermits de volledige Deduétie eerst in J7U ten voorfchijn kwam, waardoor toen het verfchil op nieuw wederom levendig werd, zonder dat ons gebleeken is, dat hetzelve ten volle beOist is geworden. Dit nieltegenfiaande oefenen de Slaaten van Zee/ani, of
COMMrTTIMUS.
CO\1PAAN. (KIfIas Gtrrils~.)
471
of derzelver Gecolllll1itteertie Rood('ll, hun gezach in de volgende nukken. Zij verpachten der !,:~illc~ne i\lidclelen, alle half .iaaren. ten overllann van GemagtigJen uit den R.wd )'an S.'.wtCIl; door hen worden d.! Omv:lnger\ der verpo'Hlingcn en bubfchudngen, binnen Axel en Ter r'klz,', aan~dl\!ld; zo ook dl! Ontvanger v:ln 'e Collateraal, ol'er het galltfdle Co:nl1littimus. Ook worden de middelen zo der gcmccne Verponding als anderszins; aan de Provintie van Zee/oud verantwoord. Nog hebben zij, zonder bijzonderen last b~nodi:;d te zijn, het o:1tllag van aa~lgc tekende en verbeurdverklaarde gneder.:n. Groot is hUil bdall~ en gezach, ten aanzien van de dijkaadjcn, en bijlOndcriijk op de nieuwe. De Plakaaten, de geemeene zaak b~trcllèndc, ell vooral de Brieven tot het houden van Bede- of Dank-da:;;:n, wor· den door hen naar't COlI/lIIiuilllllS :I1i;elOnd(!ll. VoortS (tellen zij 'er Cipiers, Stadhouders ell NO[3risr~n aan, Een voornaam gedeelte van de brheering der Ceco;lJIlliuec;'r!en Raad van ZeeI/md, over die pla-atren, bellaat in de ver{1erking, herllelliflg eil verbetering der Vl!stillgwerken, het verzorJen van Oorlogs- en Mondbehoeften, voor de Bezettingen, die doorgaans ter betaalinge VRn Zee/mld (bian. Over daelve Hellen zij aan Comm:mdeurs en Majors, die, zo wel als al bet volk, aan hUil den eed doen. Het ge even en goedl(euren der Patenten (la;\[ ook aan dezelven, die zij, me.:r dan eens, a/s daorol'er· te bCI'ee/m I/ebbende, op Oorlogfchepcn geplaatst hebben. Nog hebben zij de magt tot de verhoo)ng V.lIl de wedJe dèr Predikanten en Schoolmee(ler~ aldaar; ook om die te benoemen en aftcz~tt~n; waarin zij altijd zijn gekend geweest. Einddijk behoort aan hUil het herflellen der vervallene kerke.. l\let dit a!les, zo als hiervoor gezegd is, berust de oppcrm:lgt over de la:den van 't Commftti· 1JJUS bij de ,.rl/gemulie SlooIen. Zie AITZ!D1A, ZakefJ )'ml Staol, XXXI. no~l;, in ~.)I., p• .2Cii:!, 0:69, 437 en +3:l. RO~IJJx Dr.: 1l0Ul>E, Spie;:eI "all Staû/, Il. Deel, VI. AfdeelÎiJg, p. 11'10 en 181. Du/ut/io1l. te vind!:n ill de Nu/lllm )'on Zee/mld va,. J5 JflIwarij !7z~. COltlPAA~, (KLAAS CEi\RIT3a.)
X. DE EL.
geboren tc Ollslzafllle1J, II h
tl(~11l)c)1'·
~k
i
472
C 0 M P A A N. (Klaas Cerritsz.)
den de kerk. Al in zijne vroeglle jeugd begaf deze zig tot den zeedienst, en gedroeg zig, een geruimen tijd, geheel eerlijk en onbeCproken. Na menigvuldige togten op de kust van CUil1é en elders gedaan, en eene goede Comme gelds gewonnen te hebben. begon hij, daar meeller van zijnde, om hetzelve wél aan te leggen, Reder te worden in de Kaperij tegen de Spanjaarden. Dit l1a~gde hem niet naar wensch, ten minnen hij verbeeldde zig, dit de Boekhouder of zijne lVIedereders nict wel met hem handelden. flij wist, echter, zijn ongenoegen zo lang te verbergen. dat hij. op lang aanhouden, tot Kaper-Kapitein werd aange11:eld, en een Cchip kreeg van honderd lasten, gemonteerd met zeventien 11:uk. ken. Zijne Medereders (Joegen geen de minne acht op zijne woorden, kom ik maar Un5 in zee, die hij nu en dan zig liet ontvaJlen. Zij, die meenden zijne vrienden te zijn, verbeeldden zig, dat hij daarmede bedoelde eene bedreiging tegen de vij. anden. Doch zij vonden zig ras daarin bedrogen. COMPAAl'f war niet lang met zijn fchip, Waifa genaamd, in zee geween, of hij toonde wat zijn oogmerk was. De eer11:e. die hem ontmoet. te, was een Buisman , te Egmont op Zee t'huis hoorende ; dezen kwam h ij aan boord, en vraagde naar den Stuurman, die flr~ks met de muts in de hand ten voorCchijn kwam, en om zijn leven bad, denkende dat hij een Duinkerker voor had. CaM. PAAN zeide, fliet anders dan 1'oor goed geld een last haring te beguren ; waartoe de Stuurman zig zo gewillig toonde, dat hij hem boven het verzochte een ton gezouten visch vereerde. Malr toen nu de betaaIing zoude gefchieden, gaf hij den Buisman een handfchrift, om zijn geld te Hoorn bij de Admiraliteit te haaien. De Stuurman was daarmede zeer wel te vreden, denkende dat hij met een eerlijk Kapitein te doen had. Maar toen hij te Hoom om geld kwam, zagen de Heeren op elkander, en geraakten terflond ilJ de gedachten dat CO:lIPAAN niet veel goeds in den zin had. Ook weigerden zij den Huisman te betaaIen , die zig nog gelukkig rekende, dat hij 'cr zo goed koop afgekomen was. Inmiddels nam C::J~JPAJ1N een ander Cchip, waarop hil geen cl>! minITe a~nCpraak had, en deelde den buit onder zijn volk. In't eerst maakte dit onder hen een wonderlijk opzien; doch weinig vraagende , volgens wat recht hun zulks toekwam, bragt dit hem in
C 0 l\I P A A 'N. (KIIII1S Guritsz.)
473
in zulke goede gedachten bij het volk, dat CO~IPAAN, genoodzaakt zijnde te J71is(ingm binnen te loopen, aldaar nog vijfrig man bij zig kreeg. Een lijst te geven van alle zijne veroverde prijzen of geroofde goederen, is niet wel mogelijk. Genoeg zij het te zeggen, dat bij zelf naderhand verhaald beeft, van meer dan drie honderd en vijftig vaartuigen meester geweest te zijn. Al wat hem ontmoette, leed aanfloot. Hij verkocht de fè:lepen en goederen in Bm'barijen en elders, en gedroeg zig dus :lIs een openbaar Zeerover. ln't eerfle gebruikte hij, om zi;i den haat van alle Natien niet op den hals te haaIen, de voorzichtigheid, om de Enge//èhen, benevens die van Sap 'ti en Salt~, te verfchoonen; vindende hij daardoor bij hen veeltijds een îchuilplaats. Maar de vriendîchap met de EI/gd/dm was van korten duur; hem werd, door den Koning van Engeland. bcvoolen, met den grootflen îpoed Ier/and te verlaaten: wa~rdoor hij, in de Haven van Sf. st Cll1ra. wel voor zestien (luizend guldens aan goederen aan land moest laaten, die hij voorneemens geweest was aldaar te verkoopen. Daarover was CO~IPAAN dermate verfloord, dat hij, in zijn gemoed, alle de Engel),· 'tm, als onderdaanen van den Koning van Groot·Brittanje, den oorlug verklaarde. Hij hield ook zijn woord: want op den zelfden dag, dat hij de Haven van St. Clarl1 verlaatcn moest, nam hij zeven rijkgeladene Engelfche vaartuigen. Zorgvuldig ontweek hij de îchepen, welke de Koning tegen hem in zee zond. Kort daarna kwam een Ellgelfc,'ze Zeerover, die een voortreffelijken buit gemaakt had, aan een Eiland in de lFést-Indi~n voor anker. CO~]PAAN, nu drie îchepen flerk, kwam daar bij leggen. Ook lag 'er nog een Zeerover van eene andere Natie. Alle drie loerden op elkander, zoekende elkander het voordeel af te zien. COMPAAN vlamde meest op den Engelschman; maar deze zig te zwak bevindende, ontzeilde hem bij de nacht. Doch Je man niet zijnde om zig zo ligt een bUÎl te laaten omlilappen, zeilde CO~]PMN hem na, en vond hem, den tweeden dag daaraan. Eerst fchoOten zij hevig op elkander; doch den Engelschman aangeklampt hebbende, moest deze, wat wed~r!land hij ook bood, zig o\'ergeeven. COMPAAN vond zijne mot!ite rijklijk b"I00nd: want het [chip had een grouten il:hat binnen boord, van goederen, Ir h 2 geld
474
-----,
C 0 1\1 P A A N. (Klatls Cm·i/sz.)
geld, juweelen, als :lnderzins, en wel zodanig, dat hij er zelve o\'er \'crll'onJerd was. Tot h,'t verko('pen van de7.e en andere l'0cdc[c!1 bediende hij zlg, te Sa/à, \'~IJ ccnen JA:\ JA:\SZ. l'on lJaar/ml, di~, met andere IIolI~nd{\:hc Zeerovers, zig aldaar had red.:rç;ezet. Nimmer kon 'er l'en bel;\\'~:lmer fch~],11 gevonden worden 0:11 CC:1' fcllClm te dien'~!l. JAN JAN'Z bedÏl'lld~ COMrAAN, gelijk hij voorheen zel,eren mI<>N D.m'SER bediend had; welk:! DAXS~F.R met JAN JAN,Z en COhlPAAN de voJge:lde vreemde ontmoeting had. Tl1Slè~1C11 IJAl\SSER en COMPA,\N olltllond, te Sa/ée, over het \"cr:;oopcn van hunne goederen, een hevige twist. DANS SER maakte, met nog een derden Zeerover, een overJe;;, om cc\:r,\'\x van alle zij!:e fchatten te berooven. Deze, die niet ligt te vcr:;:halkell was, k"c",!,; 'er ketmis van, begaf zig aan boo~d \':In DANSSER , en trakteerde hem. Onder den maaltijd toonde hij zig vrolijk en vriendJijk; en bij het fcheiden verzocht COlliPB"', dat de v/'i.lIden dm vo/;;enden dag bij ;'em zoudetl k,1J1C11, 01:/ aall boord te atm. DAN'SER en zijn makker kwamen aan hoord van COhlPAf,N. Nadat hij hun weJ onthaald had, zeide hij, dat, ~o ,~'Ij H'ilde, zii nu ziJne g~l'allgenel1 moesfm blij"CII. dc:rifl llij kimtlJc 'Mp van Illm }'oorllumen ha J. 'lallllllijk. om ,'Jon zfjiJ.k ,ip CII goa!erell afhandig te maaken; doch hij pf hun d~ I;L!Ir, (f !umlle Jè.':cpcn aa11 hem 0'ertegeeven, of biniJClI d~ )'itr-cil-t!l'in/ig uural u/ct I/em 'c;' om te vechten, en. als dappere mamZel), hem te OYI!rWiIWeJl, of hUil goed e/l fc/upen ft! )'erdcd(!.Je11; waarop zij, als niet anders kunnende, aanvomen lI.'et i/clII te j!aan. leder van hun voer naar boord. maakten zig gereed, en fiaken :t1lc drie in zee; waarop het gevecht. ten bellemden lijde, aanging. Doch cmlPAAN had ziine maatregelen zo wel genomen, dat de eene zig moest overgeeven, en DANSSER het naaulVlijks ontkwam. Op zekeren lijd zeven fchepen fierk zijnde, was hem die menigte te groot, om dezeln naar zijnen zin te beanuren en van lTIGnàkost te voorziell: dus verminderde hij fpoedig het get~l. Het gebeurde or)k wel, dat een fchip, van daag genomen, hem morgen weder Ol1tlÏlapte. Alle de fCl1Jrren, die hij roofde, konden hem nimmer een u8genbli~ rust ver[chaffen. Zijn eigen volk ).!:is,
c
0 JV[ P A A N. (K/alls Gerritsz.)
475
mistrouwende. mep hij nooit dan met olllbloot geweer. en geladene roers bij zig: de gecnen. waarop hij 110;; ec'ligzins v.:'rtrouwen kon, moest hij met giften en g:tven a3n zig verbinden. Tot een bewijs. hoe weinig hij de zi!n~n \'enr"lIl\'e:l dlHfde. dient het volgel1l1e, IIij l1'r.akte. in de Sp{!r:;.j~·.~: ZI'C, prijs. een [chip, ~;e:aden mer '.Vijn cn ~~llil;cr. J lij \'crhellgde zig wel over d,:n buir, m:ar fchroumde ook voor. d\! l'.evolg
dm ze hUil gehoorzaa1/Jen, zij zouden zachter ge.Jal1de!d 1I'0rden, en beier vllordeel genieten. Ligtlijk ver:1lOcdt men, dat dil bij dergcIijk foort van volk, fchoon al niet door den drank v~rhit, liJOedig illgang VOJld. Iedlèr fpron; dan o\'crend, en maakl~ een vree,lijk gerucht, fchoon de mee!1en nict wisten wat te duen. De voornaam(len liepen gewa~cnd naar de Kajuir. gevJ!gd van de meefle dronkams, om den Kapitein ge,'angen te neemen , of om hals te brengen. CmlPMN, die veel vooruit had, om dat hij nucllteren was, vond zig, zo als hij opHcnd, omringd van drie belhamels; hij vroeg ollvcrfchrokkcll wat zij brgecrden? waarop de lIoog - Roolsm~n antwoordde: IJ;jj bcgcr'J'e1/ dat gij 1111' A"af>itei/ljè,'Jap zult aj!cggcn. ell dat étfn "tIlI ons r:llcll ilJ 1Iwe plaats zal t!'eeden; ~j't11:t 'I'ij Cf) liet andlJre ,'olk begeerm niet la1Jger o1Jder uw bCl'ef te jltuJII. IIij zlg in postuur fiellcndc, riep met een luide (lem, of al I!~t "alk zulks begeerde? waarop ter!1ond een ander geroep grBh 3 hoorJ
47 6
c
0 1VI lVI P A A N. (Klaas Gtrritsz.) Cerritsz.)
haard we~d, nut met hf1l1 heIJZ te Wil/I'II lI'il/m teel'eII lee,'e/l til tn flervell. flervet/. Hierdoor ontzonk d~ d.:! muiremaakers muitemaakers de moed. Door eenigen ecnigen van het volk onderfl:eund, oproerigen uit de Kajuit, tot onon· onderll:eund, dreef COMPAAN de oprocrigen her verdek, der het v~rdck, alwaar vier van hun dood nederviden. nedervielen. De oveove· rigen, die oorzaak van dit fpel waren, werden gebonden en gege· kluisrerd. Waarmede dan de opitand werd, en het volk kluisterd. opll:and geitild geClild werd. volk:: hem, op nieuw, zo dronken als nuch,eren, nuchteren, trouwen biifl:and biill:and beloofde. hrt gevaar. gevaar, dat bcloofde. COMPAAN wilde, niet tegenitaande tegenll:aande hN hij gelopen had, van hun, h1ln, die hij voorheen bemind had, de ui. terne wraak niet neemen, terCle neemcn. maar vergenoegde zig, hun in boeijens te laaten, tot zo lang hij gelegenheid vond, zig van hun te ootoot· llaan; I~arendc I~atende zelfs den gemelden ~emelden IJoog-Bootsman IIoog-Bootsman met een goed gedeelte ducaten vertrekken: vemekl;cn: waarlijk een edelmoedige daad voor een' m:lIJ man :lIs als COMPAAN. Wat :langaat aangaat de order, die hij op zijn fchip, nopens het eeten cn drinken, hield, deze was zeer geregeld, fchoon hij met en mct zijn meerl11aalen volk menigmaal gebrek moest lijden Hij zelf heeft l11cermaalcn betuigd, dat het gebrek fomtijds zo groot was, dat men, om den Luik bujk te vullen, wel een IDan man gedood zou hebbcn, hebben, en dat zij dus, dU$, om voorraad te bekomen, wel togten IC te land gedaan ged3an hadden, die zij om de grootlle groott1e rijkdom niet zouden zoudcn ondernomen hebben; bij welke toglen togten zij menigmaal zo wel olllhaald wcr. den, dat veel en , die di~ niet nict zwemmen konden. het wederkeeren belet werd. Zelfs heeft hij verklaard, dat hij IVel wel een g(;h~el gçh~e1 fchip voor een klein deel erw~ten in ruiling gegeeven heert; heeft; en dil I de ruiling was, was zijn ant:lIs de zÏinen ziinen zeidèn ddt r/liling te Jlecfzt Jlecflt WilS, woord: !zij weggeel'en, TIlt/ar moal" het volk gl'm geer. lil) ?nog! mogt we! wel een [cMp [dip lfl'ggeel'en, laaIen Jijdw. hOllger tallten lijdw. Hchalvcn Hehalvcn dl~ eetwaaren, eetwaarcn, ba.lden zij ook honger menigmaal gebrek aan andere kleiniGheden, kleiniJ;heden, zo dat ze voor eCil eeil bol gaarn, meer dan eens, een piitolet gaven; 't geen verecn halve piflolet ver· wonderlijk dc menigte van prijzen, dil! wondcrlijk fchijm, fchijnt, als men nagaat, de die zij maakten. Dan, der;;eIijk dergeHik foort van menfchen, men Cc hen , den dcn overvloed overvlocd hebbende, en daar zo gemaklijk gelJlaklijk aankomende, aankomencle, leven 'er zo me. me· cie, de, als of hun alle dagen een ecn nieuwe voorraad te gemoli't kwam, en dit eeni~en tijd misfende, misCcnde, is 'er fpoedig gehrek. Aan dobdob· belen beIen en fpeeh'n was bij hen geen einde. KII'amen ze ergens aan een kust, daar onkuifche vrouwlieden gevonden werden, tcrter· fl:unJ flan"
C 0 M P A A N. (Klaas Cer,.itsz.)
477
1lond was h~t fchip vol hoeren, waarmede alle ontucht gepleegd werd. Vloeken en zweercn was het morgen en avondgebed. Zij leefden zo als de Zeerovers doorgaans gewoon zijn. In 't begin vin ziine roverijen, was 'er, volgens zijn getuigenis, nOl! wel een Bijbel of Pfalmboek aan boord; ook had hij toen nog boeijen , om de moedwilligen te beteugelen; doch op het laatst liep alles zodanig in 't wilde, dat het een en ander o\'er boord geraakte. Tegen het vechten en fmijten had hij· echter een ongehoord middel. Eens, verhaalt men, zou het gebeurd zijn, dat twee van zijn volk beneden in 't ruim met elkander handgemeen wer· den, Ct welk meest alle dagen voorviel,) en dat hij, komende om dezelven te fcheiden, een van beiden de rest zou ge!!eeven hebben. Sedert dien tijd, om zulks voor te komen, maakte hij en zijn heillooze raad een·:! wet, dat, wanneer twee perfoonen met elkander kwamen te vechten, deze het zo lang tegen elkander zouden moeten uithouden, dat één van beiden om hals geraakte, en de andere gekwetst zijnde, aan den wondheeler zou moeten betaaIen honderd guldens. vóór dat dezelve een hand :lan het verband lloeg. Op dat twee of meer, zamen vechtende, elkander Riet zouden omloopen, moeilen het Bootsvolk cn de So\daaten ter!l:ond een' kring maaken, waarin de vechtende als haan en in de mat belloten waren; 't welk zulk een fchrik veroorzaakte. dat 'er. na dien tijd, weinig of niet meer gevochten w>!rd. Zijne wijze om fchepen aamevallen , beilond in een aanige luosheid, om dezelve, met weinig moeite en onder rchijn van vriendfchap, in zijn geweld te krijgen, waarmede hij menig Schipper bedrogen heeft. terwijl alle anderen, Spanjaarden, Ponugeezen, enz. voor zijne woede en aanvallen eCII grooten fchrik hadden. Van deze bijzondere wiize van aanvallen zal ik twee voorbeelden bijbn!n&en. Het [chip de Omwal, van Hoorn, Schipper EVERT CORNRLISZ. VA:': BARKHOUT , lag aan h~t Eiland van Jlfays, om ZOut te laaden. CO~JfAAN kwam aldaar mede leggen, en hield met den Schipper e~n vriendelijken omgang. Zij deelden elkander het eCIl ;!n ander mede, ja ginj,\en nu en dan bij elkander te gast, niet IIh 4min-
47 8
C 0 1\1 ]\J P A A N. (Klat7s (Klt.'t1s GUl'ilsz.) Gerritsz.)
minder dan de beste vrienden zm!den zlmelen kll:lnen kll:men doen. Co:I1PAA:'f CO~lPAA:i h:1Ll, op zc!;crdJ d~g, dezen, nog tll'el! 1I1'e~ alJdere andere Schippers, die h:)LI, zc!;cr~n dag, dezcn, en Cll na;:: hem t,'tl Illa:llti:de. Deze dacbnlJanr g-èi;()lll~n gei;()IlI~1l W3n:il, waren, bij he1l1 t,'1l lll:1nlti:de. dachmede nlJaar t~n in h"t t~11 h~,t gehecl ni~t Ili~t dat uat hij Cén Cèn ZtTïUv~r, ZeL'ïUV~r, maar wel wc! d~[ d~t hij een K apitcj'l
wewe·
C 0 M P A A N. (E/lias Gm"itsz.)
4-79
weder tCel'ell. CO~IPAAN gaf hem vijftig ducaaten, en vrijheid om met zijn volk op andere fchcpe!1 n~ar hlli~ te keeren. EVERT leed daarenhoven nog de finaat, van bcichuldigd te warde:] , dat luj het fcnip aan den Roovcr vcr::oc',t had. /Joch de waarheid bll!ek da3rna :\lHlers, toen cü;\I'AA:-I. na vcele /Choone togten daarmede G,:ciaan tl! hebben, iJ] h<.!t Vlie binnen kwam, waarna Schipp~r EI'ERT \:r weder opgC:lkld werd; doch deze had daarna liet ongel'.!!.: van in de Golf "all Fet/etiifn omtelhan, en met volle en al o:ntekom~:J. CO~II' A,~r:, om ziJ; van den voorgemeldcn FrJnschman te ont11aan, zct~cd:! hem, gelijk voorgenomen was, op zijn Jacht. en voorzag hem van hét Iloodige. üeze daarmede niet te vreden zijnde, wilde z;jn aandeel in het genomen fchip hebben, of. volgcns zijn Vllorgeeven. 'er om vech,en; doch zig nader bedenkend~, nam ieder zijn cour~. Een è.~rge!ijken trek fpeeide bij in /er/rwri. Aldaar vond hij een !Chip, eerst onlang~ uit lJollmuj gekomen; met den Schippcr maakte hi i kennis 'en vriendfchap. Op dit (chip lagen twee nieuwe metaaien llukken gefchut. die de Schipper, tot zijn eigen vermaal, en g.:noegen. gekocht had. CO~lr.\AN, zin daar in hebbende, wilde htl11 die afkoo· p~n; doch de Schipper wilde daartoe niet verliaan. lntusfchen kwamen de l\latroozen van beide fchepen, aan land. in den herberg bij elkander. COAlP.~AN, reeds het befllli~ genomen hebbende om zj~ meelter van het gefclmt en goed te maaken, gof a::a de zijnen te verl1a~n. dat zij t~e rlJatroozen van het Holland· k:le fC~J;p dronkcn zouden maal;c,1, en dan zo fpoedig mogelijk wcder ar,Ol boo:d komen. Dit gefchiedde. COMPAAN zijn volk weder aan boord hebbende. bemande de booten, (113 dat dia van het I~hlp onbruikbaar gemaakt waren,) en voer naar den Koopva:trJer, waarvan het \\'cini:;e volk, dat 'er nog op was, verdrecven werd. De zeilen werden bi)gèz.;t; men dreef een we;llig zecwa;.rd" in, en CO~IPAAN llam 'er toen uit d:!t hem goeddacht; gecwnde het fchip, met den voorr:tad v:tn levensmiJdelen , aan den Schipper te rug, die 'er dus nog gelukkig afkwam. Meerder voorzichtigheids gebruikte AUKES DOUWES, een Frits, omtrent hem. Deze kwam met zijn fchip, voorzien van veertien gotelin~en, l:11 weinig volks, op de Rede van SnitJe, op den , HhS ~&
480
C 0 M P A A N. (Klaas Gerritsz.)
zelfden tijd dat COMPAAN, uit Eflgela'Jd komende, aldaar geankerd was. Hij' was fpoedig verlekkerd op dien buit; maar ziende dat zulks niet gemaklijk zou gelukken, keerde hij tot zijnen ouden list. Hij noodigde AUKE bij zig aan boord, om hem te vergasten, wanneer hij zijnen rol wel meende te fpeelen. Dan hij was reeds, en ook bij AUKr:: DOUWES, te wel bekend: dez~ gaf daarop tot antwoord, dat hij geenzins yoarneemem WIJS, zijn jcliip te ver/aaten; had Compaan iets te zeg{Je1l, hij mogt bil hem komen. COMPAAN, dit antwoord ontvangende, zeide: ((m jc/Jell11 wordt niet vertrouwd. Men denke, echter, niet, dat, hoe listig deze zijne handelwijs ook ware, het hem, als de nood het vorderde, :lan moed en dapperheid ontbrak. Schoon lrouwloos tegen zijn vaderland handelend\!, bleef hij, echter, een groot vijand van de Spanjaarden en Duinkerkers. Onc1er (lezen was COLLt.RT, dien wij hiervoor hebben leeren kennen als een dapper man. Hij diende als toen de Admiraliteit van Sevi/ie, zijnde van ~St. Lugar naar Duil'l/urken vertrokken, vanwaar hij de Hollanders veel fchade toebtagt. COMPAAN onthield zig omtrent de Spaan/de kust, toen COLLART zig deed onderrichten, hoe llerk hij was, en voortS, met vier fchepen naar hem toe zeilde, bedienende zig van den wind. die in zijn voordeel was. H~m ontmoet hebbende, floot hij CO~JPMN tusfchen zijne fchepen en den wal in: waardoor deze in de noodzaakelijkheid gebragt werd, zig te verweeren ; het geen een bloedig g~V('cht veroorzaakte. In 't eerst fcheen hij te zuIlen zwichten; doch zijn volk, weetende d:!t zo zij genomen werden, de galg hnn loon zou zijn, vocht als leeuwen, en maakte zulk eene ruimte onder de D/linÁ'erkl!rs, dat zij 'cr dwars door heen noegen; gunnen de COLLART het vermaak, van hen na te zien. Volgens zijn eigen zeggen had hij zig toen in groot gevaar bevonden, als zijnde, even te vooren, met zes Spanjaarden f1~ags geweest, welke hij zelve had opgezocht, om buit of nagen te kri.jgen. COLLART had hem zo zeer gehavend, dat hij in ltrla"d moest binnen loopen, om zijne fehepen te doen calefateren. Door de menigvuldige fchade, die hij deed :Ian weereloaze koopvaardijfchepen, en om dat het bijna niet mogelijk lVas, hem te
C 0 M P A A N. (Klaas Ctrritsz.)
4BI
te vangen, kreeg zijn halve broeder, HEIJN AERTS, vergiffenis voor hem. Om hem zulks te doen weeten , moest men hem eerst hebben kunnen vinden; doch hij verklaarde naderhand, dat hij zelf 'er naar verl~llgd had, vreezende dat het op Ot einde er4 ger met hem zou afloopen. Eer wij tot d~t einde komen ° moe4 ten 'er nog eenige zaak en van hem gemeld worden. Een IFater/ondsch Schipper, het BOEFJE genaamd, uit de Straat komende, had het ongeluk van in zijne handen te vallen. COMPMN deed hem aan boord komen, en terllond herkenden zij elkander. COlli PAAN heette hem welkom, en zdde: IFti ° Boefje. hot! is dit? hebt gij nog gien ongelukken ge/Jocg gehad? moet gij mij mi /Jog yan ze/yen in de handen yalle11? doch wat mad? hoe oyerleggen wij dit hest? De ongelukkige Schipper. geheel verflagen, zeide: Ik hoop dat de Kapitein barmhertig zat zijt}, over mij el1 de IIIIJllen, op dat ik tliet ten gronde bedorYCII worde, zo1ltür middel te weeten , 0111 liet ooit te bOl'en te komen. Kom aan, herhaalde CO~lPAAN, wij moeten eerst eens .kinkm, en dan zullen wij zien wat te doen, Onder h~t drinken zeide hij: Boefje, gij zllIt fcilip en goed u'urom IJebbw: ik zal maar een weinig yatl het een eIJ (mder "oor mij behouden; maar doe mij de yrimdfchap, en beftel, op tt'ouw, eet} weinig geld en juweelm aan mijne !misY1'ollW, en gedenk aaIJ de we/daad, die ik ft doe. COMPAAN hem het goed
gegeeven hebbende, fcheidden zij vergenoegd van één, deze om de zuid, en de andere om de noord. Des avonds ontllond 'er een dikke nevel, en de wind liep uit en in. In den morgen van den volgenden dag zag cmlPAAN het [chip van ROEFJE weder, en zetted-e 't 'er op aan. Bij hem gekomen, en aan zijn boord gcga:m zijnde, zeide hij: IFeet gij wat ik gedacht heb? ik heb 11
daar zo eell fc.loonen buit gegee)letJ , om arm mi/lle yrOIlW ti!
/;~J/ellen; mij d,mlrt best dat gij mij tlien weder geeft, op dllt
gij in geen kwaade ~'er::;,oeking geraakt: wallt ik zeide bij mij ze/veIl; gij, C\9mpaan, geeft Boefje danr zo lwl kostelijkheid mee; /toe ligt zou hij een boef worden, en dellken, Compaan is 'er gemakltJk aan gekrJlnen, ik mag het maar h~uwen, BOEFJE gaf hem zijn [ehat gewillig te rug, en daarop namen zij af-
fch\!id van el!GlI1der. Min
48!1
C 0 M P A A N (Klaas Guritsz.) Gtrrif.
Min voordeelig geraakte COMPMN COMPAAN van WIJBRAND SCHRA'l ontWIJBRAND SCHRA't flagen. was in de maand van Mei des jaars 1626, dat flagcn. Het wa5 met negen fchepen, voor de Oost-Indifche Compagnie SCHRAM, lllet Compa~nie in dienst gegaan was. Twee maanden na zijn vertrek moest hij, met het fchip Hol/andia, waarop hij zi;; bevond, en het .I~cht .J~cht Grootcl1brotk, fclwpen Grootenbrotk, zijnde door eenig ongemak van de andere fchepen LCOIla begeeven. bcgeeven. 'Zij kwamen kwamelI afgefcheiden, zig naar Sierra Lcolla Junij llnij voor de Haven; maar toen tocn zij verder op den sden van J \"i~r meenden optezeilen, zagen zij, met het rijzen van de zon, \·i~r fchepen uit zee aankomen. aankomen, die zij oordeelden dat mede naar da d& Haven wilden. Het JacRt Crootmbroû Grootmbroûr zeilde vooruit; masr ma5r vreezende dat de zaak niet recht was, was. maa!;ren maakten zij zig gereed om te tC vechten; zij beOooren, terwijl zij nog in 't onzekere war2n, beOooten, waren, zee te houden, en de Haven Iliet niet intelo"pen, intclonpen , alëer zij wisten, wat fchep~l1 fchep~n het naken dan bij, en waelJtren, wachtten, al heen en weder wcder zeiwaren. Zij Oaken lende, deze fchcpcn fchepen in, en zagen, wann'~cr lI'a~n'~cr ze nader kwamen, l'finfevlaggen en wimpels van boven waaijell. Hieruit kregçn krcg~n zij vermoeden. dat het Hollandfche Hollandfchc fchepcn waren; maar nader 1'0kovermoeden, mende. zagen mende, z~gen zij dat d:1t de boorden vul vol gefch:u gelèh:.Jt lag-Cil, Jag-eiJ, en de overloop· mer loop' met roode fch3nsklecdercn fchanskleedercn bedekc bedek! wa!'. wa,. Zij wiseen wist~11 derhaldenkcn, weil wcn de J\d:nj;aal Admioaal van die vier ,'cn I1kt, niet, wnt daarvan te deni;ell, [chepen fchcp::-n vuoruit bl'am, en he: het fch:p //r,!!',M/ia /}n//t:l,dia tot zo verre 113n:lderde. IN/NI' het derde, dat hij het pr~~ide pra~ide • en vweg vro~g l'tm ~'tm waNr hl'! 1r.!l'am? ICN/iIJ? ten antwoord "1111 SCHRAM gaf len ~'1I1l AmHeldam, Amfieldam, zeide l1aar nllar Si::rre Sit:rre Lcoll'l ft lI,oc/m, l.eonn lIiOC!CII, en vroeg op zijn beurt, l'an ,'an waar tie de allderl' /':11(1111, /;ij hem 1I10e-sl? deze antwoorddc antlVoordde uit dere Á'!rallJ, f1I fIJ waar !lij heen 1110(!;:t? /lit zee, zeI!, en zeide, CO:llPAAN CO~IP"AN te z/jn; zijn; tevens ,'crzoekende \'crzuckcnde,, 1IJ1!II mm ;;;011 ZOli h(m II(fl~ Uil cc II boot 11Ict met un een 1}:all n:all rf twee ze/u.'eIJ, ze/i{/elJ, 0111 0111 hcm he1ll iIJ ilJ de IJm'elJ IIm'en ,'/111 Leona te brmgen, dewijl hij ,'oorgo/" ,'all Sierra Leon3 brengen, deWijl ,'oorgo[, o/dtIOr aldtlar niet bcl.:c:Jd hd'c;;d te zijn; zijII; dall dan dit was alleenlijk om aaie aétie te zoeken, zoekell, dewijl kort daarna anders bleek. SCIlRA:n SCIlRA'1 gaf daarop cen ten antwoord, dat zulks bij hcm hem geen gem gebrud.: gebruik was: indim jm/im hij zelf (UW aOIl boord /lond .'1em wilde !comen komen,, zulks ./lond ,'zeIlI vrij, of o[ anders zOlldm zoudm zij elkander in ill de lJal'cll /J1Il'CII lI'elfPraken. wel fprceken. COMPAAN COMPAAN vroeg wil! wie de C01ll1Jlfil/C01l11JJfmdmr WilS; deur was; men :\'1t\Voordde a'ltwoordde hem, dat Wijbrand Schram, "IIn ,'fin Enkhuizen, til Enkhuizen. tn de Opperkoopman Opperkoop11Jlln GiIlis Gillis Seys, het oppergeztlch oppergeUidt had!lad-
C 0 M P A A N. (K/aas Gerritsz.)
4 83
COMPAAN gaf daarop drie fchooten, en SCHRAM deed van gelijken. CO~IPAAN keerde hierop naar zijne drie andere fchepen, en beOoot , met dezclven HolI/lndia aantetasten. Dus wierpen zij allen te gelijk de bloedvlag-gen achter uit, en kwamen, in zeer goede Oïde, op SCHRAM aan, de een achter den ander, maar werden ook manlijk ingewacht. Tenviil CO~IPAAN naderde, vroeg men hem, wat hij zo na aad te knmen, met bedreiglllg, dat, zo ,'Jij T10g nade.~ l'1Vtlll!. 'er kruid CII lood l'oor hem ten beste was; waarop CO~IPAAN hem torb-:ct: wijl gij mij ge, IJ boot lVilt toefluuren , zo IlIoeI ik dan zelver kOllltl1 om z:: te hor/!m : gij weet wel, ilc hen Klaas Compaan, die nimwnd (um !if of goed befehadig; maar wijl gij nlij lliet ge/oren wil, zal ik u niet ver/aaten, zont/er mijn wil 1'an 11 Ie hebben; waarop SCHRAM hem weder deed aanzeggen: dat, zo hij een Il/(1II "tm zijn woord was, hij zou maar aan. kouten, zOllder "ee! ti! z;;'etze1/; zij !wdden l'fiTl Zijne beleefdhdd reeds genoeg ge/JOord: zij IristeIl wel wat iat heduit/de, doe 1 cat zij hem mogelijl.: zo wel zouden ol1t/ltilCl1, dilt hij hlljde Z?/1 zijIJ. zOllder boot heen te gaa/J. SCIlRA~I had reeds zeventig pijpen den bodem doen in(]aan , en in zee werpen, om ruimte te hebben, en al zijn volk behoorelijk bij het gefchut geplaatst. Co:IlPAAN nand achter op de Kompanje, met cen groote zilveren beker in de hand, en dronk: SCIlRAM d~armede toe, als vriend of vijand, en wierp, gedronI;en hebbende, den beker in z~e, met d~z>! woorden: lPeer Et ,,/s Uil Soldeat, en gaf daarop terllond vuur. SCHJ.l.AM bleef hem niet fchuldi~;, en !:>egroetle hem voorts zo dapper met zij. n~ musketten, dat al h~t volk van den Rover v~n boven naar beneden moest. CO~IPAAN zelf." die met zijn flag'zwaard achter op Hond te braveeren , bleef daar niet lang, maal' viel plJt op den buik, en kroop, Iladat hij e~n wond in den arm h:d, op lland.:n en voeten Ilaar 0111 laa.;, waarin hij vaa zijnen Trompet· ter gevolgd werd. Hij, die h~t voorneem en geha:l had om SCliRm te om fin gelen en aantevallen, dezen tcgenihl11d ziend>!, verand~rde van gedachten, en begon fchurgevaane m~r hèl11 te h'luden, om h~m tot de overgaavc tel:oodznakell ; maar de;:e Hep hem zo menig-
liatldell.
1ll:1.~!
484-
C 0 M P A A N. (I{/tltZS Gerritsz.)
maal en digt op het lijf, en hagelde dan zo frerk met musketten in de poorten, dat ze dezelven menigmaal moesten laaten toevalleo. De Onder-Admiraal van COMPAAN werd zodanig getroffen, dat hij wijken moest, om zijne lekken te froppen en te krengen, wachtende zig om niet weder zo nabij te komen. 't Jacht GrootenórQek. gewapend met veertien gotelingen. hield digt bij zijnen Admiraal in 't vaarwater. en weerde zig me. de dapper, met laaden en losfen. De Rover maakte, echter, i.l 't eerst minder werk van hem, zijnde van oordeel, als hij het f.:hip lfol/tZndia meeiler was, het J achr wel yolgen zou. Maar ziende de hevige verdediging van het fchip Holltwdia, zette hij het op het Jacht aan, meen ende dat maar ligtlijk op te fnappen. SCHRAM, zijn oogmerk omwaar wordende, wendde den !leven daar heen, om CO~IPAAN voor re komen, en naderde hem zo digt op 't lijf, dat hij geweldig door de musketten befchadigd werd. SCHRAM, die het voordeel van de loef had, en dus doen kon wat hij wiJde, maakte het COMPIlAN ook zo bang. uat nie· mand van de zijnen het hoofd dorst boven fleeken, of waagen een hand aan d~ zeilen te !laan. om het te ontloopen. Dus liep COMPAAN naar een ondiepte, en werd tot op vijf of zes vademen waters gevolgd. SCHMM zetle het met het Jacht daarop weder zeewaards in, meenende een van des Rovers fchepen cusfchen beiden te krijgen en op te fnapp~n; maar dit liep boven hem over, en ging bij de andere op de ondiepte. SCHRAM zette het 3nder:lllf mijl van daar, met het Jacht voor de haven, op agt vademen waters, daar zij den geheelen nacht bleeven liggen. lij hadden niet meer dan zes gekwetilen in het gevecht bekomen. waarvan 'er vier fiierven, naamlijk de Predikan t, die zijn eene been, deszelfs vrouw, die haare beide voeten, en de Timmerman en BosfchieIer, die ieder een been verloor.:n hadden. COMP.1AN werd genoodzaakt de haven re verlaaten, en SCilRAM vertrok met zijn fchip Hollantiia en het Jacht C"oo!e/ibroelr. op den 19den Julij 1626, na verfcheidene brieven met COMP,BN g~wisreld te heb. ben, vand~ar, zonder dat de Rover lust had hem te volgen. COMPAAN, na dus verga,t te zijn, begaf zig te rllg om ds noord. Onderweg liep hem een goede buit in den mond, zijnde
C 0 M P A A N. Klalls Gerrilsz.)
485
ele IACOB QUIX, die met een rijk geladen fchip van Guinee kwam. en ongelukkig in zijne handen viel. Toen deze nabij zijn boord kwam, 11:ak COMPAAN het hoofd uit een ven11:er van de Kajuit. en hem terflond kennende, riep hij hem toe: welkom, mijn goe· lie Buurman; maakende voorts fchip en goed prijs. Deze JACOB QUIII: had een' zoon bij zig, PIETER genaamd. COMPAAN. die zin in dien jongen had, wilde hem bij zig houden, onder belofte, dat, zo haasi hij ;n liet raderland kwam, hij zelf hem Ihuis :lOU brengen; doch hij bedacht zig weêr, zeggende: hij fth~inl een goed Christen mensc!z; en zo hij nog wat lang uitbleef, mogt hij zo worden nis zij worm: de ]'oder zou hem maar mede neemt/I. Dit fchip bragt hij naar S,lIée, en was voor· neemens hetzelve aan den voorgemelden JAN JANiZ. van Hllar· lem te vereeren. Doch te Salée komende, vond hij 'er nog een beter buit voor hem, naamlijk zijn PARDONBRI EF. ARRAJlAM VALKENBURG bragt zijne vergiffenis, lDet EVERT CORNELISZ., Schipper van den Omwal, weleer door hem genomen, ten huize van JAN JANSZ. , die een Renegaat, en Admiraal van SlIlée geworden was. Aldaar was wel een half jaar op hem gewacht. Zijn broeder HEYN AERTSZ bragt de vernieuwing van zijn pardon. Thans toefde hij niet lang, maar haastte zig naar het Vaderland; toonende , echter, nog eerst een fiaaltje van zijn kunst. Hij ver· kocht aldaar een buit van bijna vijftig duizend guldens, waarVa\l hij de penningen ontving; blijvende nog een goede fomme bij den Alea/de voor hem te goed. Om deze magtig te worden, zonder zig lan~ te Ilingeren, noodigde COMPAAN den .11cllitle aan zijn boord ten eeten; deze kwam met eenig gezelfchap, en werd vriendelijk onthaald. Na den maaltijd zeide COMP.\AN, (vaardig om te vertrekken) dat de .Alcaide zo lang 11/Dtst bij hem blijven, lol Jat hij zijne penningen had: waarop deze antwoordde, zo veel geltls niet bij zig te hebben; Uj 30ude /;e1l1 aan land laaIen 'Yoldoell. COMPAAN herhaalde: zelld dan /1111111' ielnllnl 0111 'I geld, 't welk :gefchiedde. Hij werd betaald in Reaalen van achten. COMPMN. die den Aleaide te Oim was, liet ze alle beproeven en fleeken, of ze van goed alloi waren, en vond de mecfl:e flecht en bi/lioen te zijn. Hij daarover vertoornd, wir:rp ze allen builen boord, op dat de Alcaide, zo hij zeide, 'er ge~
486
C 0 M P A A N. (Klaas (l{fads Gerrz'tsz.) Gerrltsz.)
geen en anderen mede bedril'gen bcdriegen zou. Eenigen vielen in de boot, boot anderen in 'I 't water, wa:er, daar de zijnen fiJoedig fi10edig bij waren; en of de d~ A/calde hoor; hoo,:: of la3:; la3~ fpïün;;, fpïOn h, hij moest die alle vergoeden; wrgoeden; en dit gedaan zijndl:!, zijnd~, m"cst m"cSI hij zig door ûn eigen volk naar huis laaten \\'ilde niemand der zijnen daar aan la~ten voeren: want wam COMPAAN wilde waagen. Een Jood van Sdde W:IS, me. was, op aandrijving van zijn' Slaaf, meg":!;ulIlen zijnde, werd 'cr 'er ler!lond tcr!l:ond de naar boord gevaaren. Daar g..:klilllen scrproken ; cn en het verdr«g over het losgeld van den dcn ~I"~f ~b~f [crprokeIl vcrdr"g !-:emaakt g-emaakt zijndc, (Jm zijnde, om den Sla~f Sln~f vrij te knopen, koopen, begon men het geld te tel. teIIen. ('0l\1PAAN, len. COMPAAN, als hiervan onkundig, builen buiten komende, en geld alJ[\\'oordde, ziende tellen. tellen, vroeg, wat zij wilden doen? l\Ien Men 31lt1\'00rdde, dat zij den Slaaf ge/ost gelost hat/d"1i har/d,'I; cn l!fI hem bc/aa/m betaûkn lVi/dm. wildC1l. COMPAAN velj/a liier allllijl~ PAAN zeide zddc daarop: ik l'(!Ijla hier geen geell geld Te rc geel'eII; a/mijn "olk l'olk is l'rij, l'rtj, C1I CII 00/: OO,~ dezc deze belzoort helioON onder mijne magt. wagt. De lood wilde daarop eenige tegenfIJraak tegenfI1raak maaken, doch COMPAAN deed hem bern ras zwijgen, zeggende: zallllij za/wil een Cltrijlusl'crrader Chrijlusl'crrader kwelkwel. len? gooi dm houd buifC1I buitcII boord. LO Zo gezegd zo gedaan: de water; doch eenige l\1atroozen, l\latroozen, llledc:lijden medC!lijden met Jood moest te W3ter; hebbende, redden Iwn) hem hebbende. hem, en bragten bragtcn hem half dood aan land. omtTI:nt TC/!WII, Tefltall, r.iet Met zijn fchepen omtrent niet verre van de engte van ichepen,, Cihraltar, komende, vond \'ond hij mee l~ederlanJlche l'~ederlandlche febepen waarvan waarv:ln de eene een ~ecllw ZecUlIl wa,. H(!t volk van wederzijdcll wederzijdcn kwam nu en dan bij elkander. Eenige van V'li1 de ZeeuwelI ZeeuwC/i waren zo fnood, dal dat zij aanboden, dat, dllt, zo de Admiraal moar maar wilde, zij 2.Olldell de. z·olldcII I/em beide dc de Ic/iepcn /c!!l'pm dom kriJgcn, kriJgen, mid, mid,' daar diwr 1'0or eenige 'J/oor unigt be/oollillg be/OOllillg {!;l'IIicto.'de. gmictcl.'dl'. CO.\IP~.UI CO.\IP~.\N dit aangediend zijn. zijnde, werd zulks van hem ell en ecnige der zijnen goedgekeurd, go(;dgekeurd, die als een lig te zaak hielden; maar hij was van oordeel, oord~el, dat Jal die bet :lIs van zijne andere fchepen het w~~ten Wl'(:tCn moesten, alzo het hUil hun allen aanging, en het Pm dali dOIl daarmede daarm~de gemoeid wa,. was. lIij Hij fchreef dan aan alln de anderen, die beloofden, hem te zullen gehoorzaamen. Maar E\'ERT E\'ER'l' C:}RXET.ISZ C;.'RNELISZ o[][l.enede vrr·eonueltede zig daarover geweldig, vn·ezende dat al zijn modte moeite vruchtlO,lS vruchtlo,1s zoude zijn. Hij ging dan bij COMPAAN, en bad hem, van dat voorneemen aîtezien; hem beo COMPAAN, beduidende, duidende. dat het hct Pardon dan te niet. uiet, en cn de laat:le laatlte dwaalinl:" dwaalill~ crer-
C 0 M P A A N. (Klaas Cerritsz)
487
erger dan de eerrte zou weezen. En, inderdaad, daar was reeds een magtige vloot, onder bevel van LAURENS REAAL, tegen hem uitgerust, en hij naallwlijks vier dagen van Sake geweest, toen REAAL daar kwam, om hem te zoeken. EVERT bad hem zo lang, dat hij hem bij de hand beloofde, van de zaak aftezien. Nogtans konden de zijnen niet nalaaten, onderweg, nog een grap, zo als zij 't noemden, uÏttevoeren. Onder Iel/olJd komende, daar hij, in het begin zijner roverijen, zo menigmaal geweest was, liet hij, in zekere Haven, het anker vall\!n, en Booten aan land roeijen , om eenigen nooddruft te koopen. Met de Booten kwam 'er fpoedig een goed deel Hoeren aan boord. die zij aldaar zo lang hielden, dat COMPAAN het anker wilde ligten; wordende toen alle de ligtelwoijen !:let de boot weder naar land geroeid. EVERT CORNELlSZ zat zelf aan het roer. Als zij nu digt bij land waren, begonden de Matroozen al het geld, dat zij verdiend hadden. weder afteëisCchen; of zij huilden of vloekten, het mogt niet baaten. De Hoer. die COMPAAN ten wille geweest wa~, nam haare toevlugt tot Schipper EVERT; deze ried haar, zig te water te begeeven, en zijlings aftegaan; zij deed het, en geraakte, tot aan den middel door het watQf gaande, alleen vrij; de anderen werden, door de Matroozen, de kleederen tot aan den middel toe afgefneeden, en zo naakt het 1trand op gejaagd. waarmede zij zig ten hoogtlen vermaakten. Toen CO~IPAAN aTdaar was, werd zijn Pardon nog veertien dagen verlengd; hij kwam voor den Hollandfchen wal, nog maar vier dagen overig hebbende. Voor 't Vlie komende, gaf hij terflond kennis van zijne aankom~t, en zond, eer hij binnen kwam, een' man af, die naar JJ1edenblik trok. en zijnen laat(ten vrijbrief 'afhaalde; dezen ontvangen hebbende, liep hij, met zijne drie fchepen; binnen, met zijn' broeder HEYN AERTS en EVERT CORNELISZ bevond hij zig op het eelle, dat de hier voorgemelde O/lll'al van Hoorn was: een fchip, dat op twee-en-twintig duizend guldens gewardeerd werd, IIp het tweede W:lS als ViceAdmiraal }Acon KLAMZ; het derde was de hier voorgemelde Genueesvaarder. Deze drie fchepen werden aan hunne eigenaars te rug gegeeven. COMPAAN bei!af zig tert10nd naar Sptlrl!ndm!l , (en niet, zo als anderen zeggen, naar lIallet;) en vantbar naar X. DEEL. Ii den
C 0 M P t\ A N. (raalJS Gerritsz.)
488
den Haag, alwaar hij voor den Prins VAN ORANJE een voetval deed, en hem, in tegenwoordigheid der Staaten Generaal, voor het verleende Pardon bedankte; hebbende aanzienlijke prefenten in den Haag gelaaten, en ook een den Prinfe aangeboden; die, echter, weigerde, hetzelve aan te neemen. Van den Haag ging hij naar den OostzatJnder Overtoom, en vandaar, met een fchuit en een goed deel volks, langs de Gou, bij de zijnen t'huis, daar hij, echter, nooit rust had; hebbende altoos twee geladen~ piil:oolen bij zig. Ook had hij veele ontmoetingen, veroorzaakt door zijn fchelmachtig beilaan ,dat hij niet kon afleggen. Weinig nut had hij van alle ziine geilooiene rijkdommen. NaauwIijks was hij agt wecken t'huis geweest, of hij zond zijn' broeder HEYN }.ERTSZ met een fchip naar het Oosten, geladen met kostbaare waaren. waarvoor hij groot geld maakte. Maar deze, in gezelfchap van eenen KLAAS WATERHOND , ontmoette, op de terugreize. in de Noordzee, twee Duinkerkers. De Convooijer belettede wel, dat de DuilJkerkers ieti van belang van de vloot namen; maar het fchip, daar HEYN AERTSZ op was, werd,' s nachts, door een ander overzeild. Elk ging op het fchip. dat hem over. zeilde. over; zo deed ook HEYN. Maar als zij over waren. bemerkten zij dat het [chip zonk, waarin zij zig meenden te bergen. Ieder over boord loopende , fprong UFYN mis, en zonk, door de zwaarte van het goud, dat hij in zijoe kleederen genaaid had. Hier bleef dan een gedeelte van zijnen fchat; doch een k.s~ met· geld , en andere goederen, werden nog behouden. Se. dert dien tijd zijn hem, nog veele ongevallen overgekomen, onder anderen met zijn' zoon JAN COMPAAN. die met een kostbaar fchip, door hem uitgerust, verging. Daarenboven plukte ieder van hem wat hij kon. Ten laat/ten werd hij oud en arm. Hij leefde nog in het jaar r655, toen oud zijnde agt-en-zestig jaaren. Dus hij, die het bezit van zo groote fchatten onwettig verkreegen had, niets naliet dan een' naam, die van ieder met vernchting genoemd en herdacht wet'd, en nimmer dau met \'erfoeijing zal genoemd worden. Zie
WASSENAAR, BRANDT
cu
llistoriecll Perhaal, XnI. Deel, bI. 3. enz. CENTE..... , llisllrie Win Enklmi;;.m, bi. 54. SOR-
CON I N G S VEL T. (/fbdlj l'an)
489
Z/Janl/Jndfche Oudheden, I. Deel, p. 545, 546 en 547. Leven der Zeehelden, p. 159-1812.
SOETEBOOM •
CONINGSnLT. (Abdij van) een adelijk Stift. waarin geen andere als ]ongvrouwen. of Dochters van adelijken huize woonden, was, in vroegere jaaren, geplaatst onder de wallen of in de voor!leden van Delft, aan de Schie, over den PopfoZlwfchen Weg, hebbende haaren ingang op den Rotterdamfc/Je Rijweg. Het was aldaar ge(1icht, in het jaar twaalf honderd vijf-en-vijf. tig. door een en RICIIARDIS, veeltijds genaamd RICHARD, Jonkvrouwe van Delft, dochter van WILLEM DEN EERSTEN, en zuster van FLORIS DEN VIERDEN, Graave van Hol.'and: dus zij de moei. en niet de zuster wa~ (gelijk. in de oude Chronijk van VELDE· NAAR, verkeerdlijk aangetekend !laat ,) van Koning WILLEM, die. Graaf van Holland zijnde, aan Delft, tot bevor.iering van den aanw:u; dier Stad, zo yeele aanzienlijke voorrechten verleend heeft. Doch daarin !lemt VELDENAlIR met de oud!le Schrijvers overeen. dat RICHARDIS deze Abdij gei1:icht, en, na den dood v:m Koning WILLE~I, ter zijner en haarer gedachtenisfe, grootIijks begiftigd heeft; plaatCende daarin adelijke Nonnen van de Premonfll'ijter Orde. Koning WILLEM, gelijk bekend is, was, in het gemelde iaar [!l55. op het ijs, door de Westfriezm doodgeflagen; Cchoon de Schrijver van de Oude Holl/Jndfche ChrQ,Jijk van gedachten was, dat RICIJAROIS dit gebouw zou ge!licht heb· ben, ten nutte van de ziele haars broeders, Graaf FLORIS DEN VIERDEN, die, in een TOllrnoirpel, in 1235 , door den Graaf ,.an Clermollt verflagen werd. Dit zijn de woorden, die men bij denzelven leert, Divifi 17, Cap. 14. ill den felven jare na dat COl/inc IFil/em doot gebleven was , flichte en fondeerde Joncyrollw Richard vatl Delft des 1'oolfe)'den Conil1x Dfoije • een Nonnen C/oefler ill af1aet (Nota) heers Broeders ziele, in hoers Yaders Wthof bij Delft allll de zuytftde, van de Pre1l1on. flryten Orde, dat COllinxvelt genaawt is, dat ft eer/ic vol. bl'9c/ite en doteerde ell begaefdc dat 11Iit [cone goederen en ,"en. te. Deze JOI1Á'frouwe Richart flarf dair IlO i1/ den jare OfIS Here MCe ellde LXIII. op die Ottm'e van Sil1te ja11 EI'ol/ge. list, e1I 'Wert mit groter ere ill den felven Cloefler begraven. Ii z Uit
490
CON I N G S VEL T. (Abdij van)
Uit het geen de anders naauwkeurige GUICIAROYN van deze Abdij zegt, moet men befiuiten, dat hij noch de fundatie, noch de hoedanigheid van dit Convent recht gekend heeft; plaatfende het ook te verre van de Stad Delft,' dus fchrijft hij: roor de poorte van Delft op een ,'iercndeel van een mijl, is em groot Cloojler. genoemt Coninxvelt. van de PrellJolljlrijten orde, geflicht doftr eC/) ,'an de oude Hol/andfche Crm'en, /liet Wereldlijk en Geeflelijk gehied, feer rijk van inkomende goederen ende proeven, tot onderhoudt Win de Edele J7rouwen, JOllckvrouwen getloemt. dewelke zo verre geen profèsfre hebben gedaall, mogen houwen en trouwetl naar haar beliefte, e1l dit is waarlijk een edel en eerwaerdi[! Com'ent. -Zeker Hoogduitsch Schrijver, die meest GUICIARDIJN gevolgd heeft. was 'cr even onkundig van, voegen· de daarbij nog, dat het door WlLLEM DEN TWEEDEN, GraNf zu Hol/ant Romfcher Koning, zou gelticht zijn. GOUDHOEVEN , zig beter hebbende doen onderrichten, en kundiger zijnde, fpreekt 'er dus van: de Abdye ,'an COllinxfelt, van de order der Pre· nzonflrytell. was dicht hy De/ft gelegen, neve/JS de vaart van Rotterdam. en is doen flichtm by Jonkvrouw Richarde V/in Holland; "ewelke om dat zy te Delft wooflde, ende daar haar gdeelte ,'an haars ,'adcrs goed hadde, Richard van Delft ge1/tJtJ1IId werd, ende was Konitlg IYillems van Romen, Grave van fhl/ant 1lZ6etje, ende 11iet fust er. gelyk fommigen kwalijk fchrtjven. nOXHORN, in zijn Tooneel van Holland, zfgt, dat aldaar hIliten Delft weleer gcjlaafl heeft eell Heerlijk Hof of Pnleis , gC11lee1llijk getltl(J/1111 Conings lJ i1hof , gellicht , natlr men memt, door WiIIem den Tweeden, waar Ilaast de Ahdij Coningsvelt geflidt was door Richardis. Uit het fiot van het Grbot-Privilegie, bij Koning \VJLLE~l, in het jaar 1246, aan de Stad Delft verleend, en in het gemelde boek van 1l0XHORN te vinden, fchijm het, als of dit Hof of Paleis, aan 's Konings Moei ~ en niet aan hem beboorde; w:t1Jt hij fchrijft Afl,1 [Jmt kec apud DelfJïll domo cari5jimte Jllaterter,e lIletC, d01llicellte Richardis. dat is: gegee!'etl op 't Imis "flfl mljll JiCl'e Jlioejc JOllkJ'rouwe Richtlrdis huiten De/ft. Of dit nu wezenlijk het huis van RI· CIIARDIS was, eu de Koning, tOt een lÛtfpanning of [Ot zijn ver. maak, haar daar dikmaals ging bezoeken, en daardoor dcu naam
van
CON I N G S VEL T. (Abdij van)
491
yan zijn Uithof gekreegen heeft; dan of hij hetzelve aan haar ~erchonken hebbe, en het dus haar huis noemde, fchoon hem eerst toebehoord hebbende, gelijk de naam van !{onings Uit· hofte kennen geeft I is en blijft een raaclzel. Zeker is het, dat lUCHARDIS de Abdije daar naast aan heeft doen Ilichten, voor die van de Premonflrijten orde. VAN HEUSSEN zegt, dat zij haar Paleis van ConÏ1/gweld t,1 een K'~oster vertimmerd heeft. Meer dan drie honderd jaaren had deze Abdij in luifler en weJflanu geflaan, toen zij, in 't jaar vijftien honderd twee-en-zevePlig door den brand vernield werd. GOUDHOEVEN zegt daarvan: dit C01/"e1Il, werd .1'10. 1572. van dje van Delft verbrand, 0111 dllt de Spanjallrtlen, doe in 't Land gekomen zi;11fJe, gun middel zouden neemen , haar Stad daaruit te be/chadigen, en is nu heel te fliet, zo dol 'er niet van reS/cerm dan de fUf/damenten, onder de aatde: de /natJle Abdisfe V411 defe Abdije was, (zegt hij verder,) rrouw Catharina Utenham, Fredriks dochter. Ao. 1535, was Abrlisfe, Prouw Alyt Malfon, Daems dochter, uil Brabant. Plm de Jon!ryrotÎwm die tl/lier Nonnen zijn ge~I'eest, bevinde ik onder andere de{ell: 1484 A~nes van Kralingen, 1490 K:Itryn van der Does, 1495 N. Elfetlein, Hnbrecht van Kuilenburgs dochter. 1498 Lysbet de Jonge, J SlO Mar~riet van des Does, I ~20 N. van Zyl met haare zuster, 1540 Lysbet van Adrichem en LYibet van der Does, 1550 Sybille van Vliet. 156') CorneJia van Nyveld e1/ N. van Malfon. 1566 Maria van Duivenvoorde , 15io Margriet van Asfl!ndelt, 157I N. van Sparwoude til 1574 Maria van Treslong. De Abdisfen van COIli11gSVe/t zijn geweest de volgende: in het iaar 13'1'1 Vrou. we AUda GoedeIJlIS , J398 Lysbel van Antl'oort, die Priorin v:In het klooster g;!weest is, 14'1I Kathryn 1I111]s von Holy, J5128 Vrouw 1I1acf;ttld "011 111eteren, Priorin, en Vrouw 1I1argdta va1l der Does, Onder-Priorin, 1535 J'ilida van lIfol[on. iJotna[cus dochter. 1540 Lijsbet van Adl'ic!zel1l en 1596 Katrijn Ulemlla11l. Uit alle de afbeeldiilgen. zo die van de ruïne van 's Konings Uithof, als van deze Abdij voorhanden zijn, blijkt [en l~laar!lcn • dat zij beiden na3r de Allliekfche wijze gebouwd waren, en van zeer groote uitgefirektheid. Lang na het jaar 1573, heeft li 3 men
49'
CON I N G S VEL T. (.AhrJij van)
men in den grond aldaar gevonden, een groote menigte grafkel. ders, beenderen en bekkeneelen; regenbakken, rioelen en trappen onder de aarde gaande; zijnde 'er, echter, van het geheele gebouw niets over gebleevcn, dan een keldertje, 't welk bij de bewooners van het herbouwde huisje. 't welk men vermoed de wijnl{elder van de Abdisfe geweest te zijn, gebruikt word. Het gamfche gebouw was met een dubbelde graft omlingeld, zijnde tusfchen beiden een doorgaande muur. met wandelwegen daar binnen rondsom omgeeven; het had een laan of uitweg, ter breedte van vijf-en-twintig roeden. Alle de landerijen daaromheen behouden. op de kaarten, nog den naam van Coningsvell. Boven hebben wij gezegd, dat deze Abdij gellicht was in het jaar 1255; daarin llernmen, gelijk wij aangewezen hebben, de meelle Schrijvers overéén. In de Oudheden 1'tm Deljland vindt men. echter, een' brief van Koning WILLE~I, getekend in het jaar 125 r, waarin hij een Jlllk lands, ten behoeve yan deze Ab· dij, 1'eree,.,; en daarin wordt gezegd dat defelve Irouwe (Richardis) bill/Je onze hoveJI van' Delft, timmerde een Convent van Geest/ijke lIlmmen. OPMEER zegt in zijne C/zro11ijk: lut erf vlm deze Abdij was Ilaast em k/o~ster van PremollJlri/ter Jllonllikken gelegen: welke Jlilonnikken door gemelden Graaf Willem naar lIliddc/bllrg ZIjn gezol1dCl1, 0111 het k/ooster von Uilige luije ell ,'ad::.ige Reguliere ]{a/lonnikell in bezit te memen, heeft hun kloof/er ilJ em gasthuis ,'eronderd. Dat 'er reeds langs op Conil1gsve/t een Mannenklooster van dezelfde Orde mo~t gellaan hebben, vóór de flichting van deze Abdij. blijkt uit de Bullc VJn Paus IN:'IOCENTIUS DEN VIERDEN, van 1252. waarbij hij alle de voorr.:~chten, door zijne voorzaaten aan hetzelve verleend, bevestigt; \V~aruit dan volgt, dat dit verblijf der NOl1l:en onderfcheiden 1V.15 van dat der Mannen, en ook laater. en wel in r 25 5, gebouwd is, als wordende genoemd een Nieuwe Plalltaf/(~;e, OP~fEER, gelijk wii gezien hebhen , zegt ook duidelijk, drlt het Etf ,'all deze Abdij was 110/1$t /zet Klooster. En uit de Blllle van gemelden INNOCENTIUS, en uit die van Paus JCllhNNES blijkt, uat aan den ProOSt van de Abdij het beItuur van het MannenIdolJster, in een Gasthuis veranderd, was toebelrouwd; welke Proosten ook veel vroeger gemeld worden dan de
CON I N G S VEL T. (Abdij 1't7n)
~93
de AbdisCen. Want van de cerflen wordt, reeds op het iaar genoemd, Heer GERARD; daar wij de eerOe van de Abdisfen gemeld hebben op '322. De Abdij flond onder het hoog befluur der Proosten tot in '550, zijnde de toenmalige Proost ABRAHAM VANEVELD, die opgevolgd werd, als algemeene Vicaris, door JACOE STARK, welke die waardigheid, bij de afbranding van de Abdii, in 1572, nog bekleedde. Dus is het OP~lEER alleen, die de duinerheid van het flichten dezer Abdij ter baane gebragt heeft, en meer !cheen te l\'~etel1 dan alle, die vóór hQm vnn ConÎl1gs1'e/t gewng gell1a~kt hcb:.C:l, bij geen en van welke men van een l\1annenldoostcr gewag gem~akt vind. En, echter, blijkt het, uit de aangewezene llricven en Bullen, dat het geé'nc hij 'er van gezegd heeft, waarheid was. Eevenwel blijven op zijn gezegde, (hetzelve voor waarheid aanneemende) vergeleken met de gemelde Bullen, veele aanmerkingen over, die niet ligllijk te beflisCell zijn. Om 'cr zi.~ gemaklijk aftemaaken , kan men zeggen, dat onze Nederlandfche Schrijvers van de Abdij of her Nonnenklooster melding gemaakt hebbe!1, om dat hetzelve rijk en vermaard, en dat der l\Jannen verzwegen hebben, om dat het ~l1in vermaard was. Ook zou n,en kunnen zeggen, dat hun oogmerk niet geweest is, alle de Kloosters te befchrijven; doch dit zijn redenen. die aan een naauwkeurig onderzoeker weinig voldoen. Zonder ons intela~ten in het dllifiere onderzoek, wie de fiichter van 't l\1annenldooster gcweest zij, of met het geen nog zwaarder weegt, naamlijk , de hier voor bijgebragtc woorden, uit den Brief van Koning WILLEl1, van 125 I, waarbij hij zeide. dat Richa,.dis titlllllerd~ een CUIIl'Cllt l'oor geestlljke l11a/llJeI1 , 't geen met de oudheid, die claarn:lll word toegefchrceven, gantsch niet overeenltel11t, zo blijft 'er in het onderzoek nog zwaariglJeid genoeg overig. I.) Of het Vr'Üuwenklooster gekomen is in de plaats \'an dat der mannen. en of het twce onderfcheidenc bebouwen geweest zijn? De bii::ebragte woorden van OP~IEER, op zig zclven be!i.:houwd, beflisl\:n dit, en toonen dLlidelijk aan, dat het twee onderfcheidene gèbouwen geweest en geb!eeven zijn. !;j.) Waar de Monniken, na van CV/Jingsvclt verdreevcn te zijn, vervaarcn zijn? Hij zegt dit ook, naawliJk dat zij naar 1I1iddelbll1'{J gezonden werden. Alle O:lze Ii 4 hkr 1280
494
CON I N G S VEL T. (Ah/ij van)
hier voor bijgebragte Schrijvers {lemmeR overeen, en zeggen, dat RICl-IARDIS genicht hee;-t een Abdij, Conillgsvell genaamd. Is de Abdij nu het huis, door RICHARDIS gebouwd, dan zou men met reden kunnen zeggen. dat daar te vooren geene Monniken, K:m'.\Illliken, Premonfirijten cn Norbertijnen, of zo als men ze noemen wil, hehben kunnen woonen. Is ook de naam van Co'Iingsvelf :lflOllderlijk aan het NOllnenklooster gegeeven, dan kan die naam niet behooren aan het Mannenklooster. Met veel grond van reden zou men o'ik zeggen, dat de naam van COllingsve/1 aan het Nonnellklooster gegeeven was, uit hoofde van de gifte, door Koning WILum aan zijne Moeije gedaan; en dus kon het Mannenklooster. veel ouder dan die girte, dezen naam niet draagen: want de gifcc gclchiedde in 11245, en het Mannenklooster !tond reeds vóur 1 Z42. OPMEER, die 'er meer van wist dan anderen, zeide, dat Coningsl'e1t flolld (1.'111 de ztlidzijie "fm hel kloos/er der Premonflr~iter i1folmil.:ffl. Dit zou men, zonder eenigc bedenking, voor waarheid kunnen aanneemen ; doch de gemelde Bulle van JNNDCENTJUS werpt wederom alles om verre, en doet zo veele waarfchijtllijke gisfingen met é~n regeltje vervallen. Want die Bulle is door den Paus gerchreven 111111 dm Proosl ett Broederen vnn Co/;ÏiJxl'c!r, en in dezelve worden alle de voorrechten en vrijheden venoiellwd of bevestigd, door zijne voorzaaten daar:ian ver· leend. Zo een Brief of Bulle, dien men dient te gelooven, bewijst dan uitdrukkelijk, dat 'er te vooren een Mannenklooster. Conillg.<jè/1 genaamd, moet ge(faan hebben. De woorden van OJ>~IEER kunnen da:l goedgemaakt, en voor waar erkend worden, in dien zin, dat het land, w:larop die beide kloosters gefiaan hebben. Coningwcll genaamd ware; en dai: dus die beide kloosters, naar den grond of plaats, waarop ze gebouwd waten, den naam gekreegen hebben; waaruit dan verder volgt, daL het zeer ligtlijk twee onderfcheidenc kloosters kUIlnen geweest zijn. De tweede "raag, waar de Monniken vervaaren zijn, is duifierder en onzekerder. Vit de voorgemelde BuIIe van INNOCE",TIUS blijkt, dat zij, in 1252, het Klnost~r nog in bezit had. den, en liat zij toen no, weinig aaat maakten Om te vertrekken, of
CON I N G S VEL T. (Ahdt'j van)
4Q5
of het klooster te laaten uit!lerven; hebbende zij, even te vooren, zo als in de llulle te leezen {laat, verzocht om de Paus Iijke befcherming. Aan hun werd ook toege!laan, dat de regel van ST. AUGllSTIJN aldaar fiand zonde houden; dat zij in het bezit van alle hunne goederen zouden blijven; dat het niemand zou vrijfiaan, hunne wegloopende broeders aan te houden: alle zaak en , die duidelijk aantoonen, dat ze werkelijk in 't bezit van het klooster waren. Maar heldert men de zwarigheid daarmede op, die in het volgende opgeOoten ligt, naamlijk , dat 'er, na het llichten van het Nonnenklooster, van dat der mannen niet meer geleezen wordt? Wat wil het zeggen, dat de Proost van hd Nonnenklooster, die de begeeving had van de Pastorij te Pijnaktr, de Pastoors haalde uit de Abdij van llJariclIlraart, indien hij zo nabij, en nevens zijne woning, Monniken van dezelfde orde had woon en ? Wat moet men denken, als ',cr gemeld wordt, dat wanneer de Proost van COllingsvelt een verfchil met d~ N0nnen had, dat zoude !laan tcr bel1isfinge van den Proost van 111aricnIl'tWrt, indien 'er twee kloosters, van één en de zelfde Ord;!, zo nabij elkander !londen; daar het een vast gehruil, was, dat de Vrouwenkloosters altijd !londen onder die der l\Iannen? l\Ioet men niet d~nken, dat zo eene fchielijke verand~ring e':l1e fclliclijke oorzaak gehad teeft? en zou men niet mo~tcn gelooven , dat OPMEER waarheid gefprooken heeft, als hij zeide, dat [(onil1!~ WILLEM de ~\'Jol1lJiken naar lIiiddelbll/:fJ gezon,icn had, om de plllats \"an eenige ongebandene Geestlijken in b
495
CON P L IeT I C A. (Nieoillfls), enz.
Zeeland heeft overgebragt : en dan kan men ook de reden vin. den van het recht, dat de Abdij van Middelburg had, tot het begeeven van zo veele Pastorijen in Holland. Deze zijn, onzes oordeels , de bl'ste gisfingen , die men in zo duif1er eene zaak maak en kan, om (laande te houden dat RICHARDIS de fiichteresfe van de Abdij van Coningsl'clt geweest is. Wat aangaat de giften, waarmede deze Abdij verrijkt was; die V:llI Koning WILLE"I is reeds hiervoor gemeld; in I 257 heeft FLORIS, Voogd van IJOllol1d, de nablwrige kerk van Pi/naRe,., met alle de inkomften, aan deze Abdij gegeeven, als mede het recht van Patroonfchap, dat voorheen de Gr:laven hadden; welke gifte , naderhand, door IJENRICUS, llisfchop van Utrecht, was goedgekeurd, en ook in 1:!6 I, door ALEJjD, zuster van Kon ing WILLElIl , en nader in 't jaar 1264. Zie BLEISWIJK, Bcfchrijn"lIg V01l Delft, p. 343. Oudhe_ den Win Ddjlol1d, p. 263. enz. RADEMAKER , Kobi· net. lIl. Deel. S~HDS, Sc/Jotkomer, p. 179.
CONPLICTICA, (NICOLAAS) geboren te Reimerswoolin Zeeland, was, ten tijde van Keizer KAREL DEN VIJFDEN, een vermaard dichter. GUCIARDIJN heeft een Latijnsch vers in zijn werk ingelast. (fol. 28;.) dat hij, bij de komst van FJLIPS DEN TWEEDEN in Zee. lfii:d, aan zijlle d<:ur geplakt, en wa:lrin hij den droevigen fiaar dt:r Stad en IIcerlijkhcid van Reimerswoal, (en klaartlen afge. khetst had. LA RliE noemt hem CONFLITA; een ander' CRO;\IrLlETENSIS. Zie LA RVE, die het gemelde vers mede heeft 11:1ge!èhreeven, p. 43 I en 43'2. C,"NRADliS, de t\Vce-en-twimigr.e in den rang der Utrechtfche Bisfchoppen, als opvolger \'an \\'ILlIELlIItJS, die geflorven was den 27tlcn April van hct jaar IOiS. Deze CONRADUS. geboren itl Zwabe1l/olld, was eerst Kamerheer van den Aan.bisfchop van lIIcnts, en Voedtlerheer van Keizcr HENRICVS DE;>J VIJFDEN, weIl hij tot Disfclwp vcrkoolcn werd. Zo dra hij bezit van den Bisfchoplijken floel genomen had. Doeg hij de hand aan hct werk. en voltooide het Kasteel van 'TifelmO/lde, dat zijne voorzaaten, ter beteugelinge van de IIollanders, begonnen hadden; doende het-
CONRADUS, 'l'lf/e Bisfchop
~'t1n
Utruht.
497
hetzelve met fchietgaten en fchansfen voorzien. Doch hoe flerk hij het ook deed maaken, belegerde, echter, de Graaf van Ho/land hetzelve, nam het in, en flechtte het. Aan hem werd, door den vader van zijnen Voedflerling. HENDRIK DEN VIERDEN, gefchonken het GraafTchap Stal'oren, dat hij den Markgraave EGBERTm ontnomen had, en daarenboven het ~raaffchap Oos/ergo en Westergo , zo als te zien is uit de brieven bi] HEDA, in zijne Historie "an het Utrechtfclze Bisdom; bij wien men ook mt!lding gemaakt vindt van eenig land, door den llisfcbop aan de Kerk van U/redt gefcho!lken, dat hem ia eigendom behoorde. ûok lIeeft hij, binnen d\! Stld Ut, cdt, digt aan de ve,ten, een nieuwe Kerk, tcr eere van O. L. P,'ouwe, van den grond af doen bouwen, naar de aftekening van ééll der kerken van Mi/af1!1, en 3ldaar aan de H. lJfaagd toegewijd; welke Kerk, door CONRADU5 zeI ven , als hij het leger van gemel. den Keizer in Italiifll volgde, verbrand W3!'. De Schrijvers van dien tijd getuigen, dat hij d\!zelve rijkelijk begifdgd, en met eell K'lpiuel voorzien heeft, waartoe de Keizer een gt!deelte der on· kosten gefchoten had. Eindelijk is hij, in het jaar duizend ne· gen-cn-negelllig, op den I4den April, zijnd~ \Voensda~ in de Paaschweek, als hij, na het leezen der Misfe, in Zij:l Hof, ia eenigheid bezig was met bidden, door een' F,"it's, die op zijn leven liep, doorfloken; hebbende dus bijna viif-en-t\Vinti~ jaa. ren het beflllllr in handen gehad. Hij is in de Kerk. door bern gcllichc, begrauven. De moordenaar wist h~[, in 't ecrst, l11~t de vlucht te omkomen; maar naderhand gcgreeren zijnde. is bij, op Keizerlij k bevel, geflrafc. Volgens llEKA, HEDA, llARLANDUS, en andere heeft deze Bisfchop mede zijn best gedaan, om den jungeil en v~rdreeven Graaf, DIRK DEN VIJFDEN, uit zijn Vaderland en Graaflchap te houden. Toen hij door magt van wapencn, zig daarin' trachtte Ie herllellen , is de msfchop bern met geen mind\!r magt tegen ge· trokken, Doch zijn leger werJ, na een hardnekkig gevecht, op de vingt gedreeven; ktnmende de BisIèhop zig naau wlij ks al vlugtt:nde binllen Dfe/monde bergen. Over de oorzaak van zijnen dood wordt onderlèbeidenlijk gefchreeven. Sommigen meelJen dat bij door een' van zijn eigen volk gedood is; anderen dat 'er
meer
498
CONRADUS, 'J.2f1e Bis/dop YtZn Utrecht.
meer perfoonen aan handdaadig geweesr ziJn; wederom anderen Jc;!g-en her op den vader van den BOllwmeefler, die van den Bisfèhop heimelijk omgekocht zijnde, de gemelde Kerk op een modderige en driftige aarde gebouwd, en de pilaaren gevestigd had: waarover de vader een haat zou opgevat hebben. Veel waarfchijnelijker is het, dat hij omgcbragt is, rer wranke van den gemelden Markgraaf EGBERTUS, wiens goederen hem ~I voor de derde keer door den Keizer gefchonken waren, en die, omtrent :lijt of negen jaaren te vooren , door den Overfle des Keizers gedood was, en dat dus de bloed vrienden van EG1JERTUS dezen moord zullen be!lookt hebben. Deze EGBERTUS was Markgraaf vau Illeisfen en Thuri11gm, en een bloedverwant van den Kei zero Na dat RUDOLPHUS en HER~IANUS, die, door de vijanden van I1E:-iDRIK DEN VIERJ)EN , tot Keizers opgeworpen waren, hunne eerlucht met hunnen dood geboet hadden, was ieder den lust vergaan, om dien hachdijken kans wederom te wangen, tot dat deze EGBERTUS, door den verleidenden glans van de Keizerlijke kroon bekoord, en door beluften aangezet, zijn geluk wilde beproeven. Dc>ch het ging hem niet beter, dan de twee voorigen. Na zekere belegering, door boslèhen en omwegen. met weinig gezclfchap, trekkende, en van her reizen vermoeid zijnde, ging hij t1aapen op een molen. Na eenigen tijd aldanr gerust te hebben, zond hij den Molena~r naar een bijgelegen Dorp om drank; doch deze viel ongelukkiglijk in handen der vijanden, en beldapte zijnen gast, die daacpp zeer onzacht in zijn verblijf geftoord, e11 naar de andere wereld gezonden werd. Dir ging, echter, nkt toe zonder b:oedl1orring, en EGJlERTUS, hoewel alleen zijnde, toonde dat hij een dapper man was, die het Keizerrijk wa~r dig zou geweest zijn. Wat zijne goederen aangaan, die aan den Disfchop gcfchonken zijn, en in Friesland gelegen waren. deze maakten maar een kJ..=,in gedeelte van zijne beziningen uit: want hij, cen der rijk!le DlIÏtlèhe Vor!len zijnde, had ook groote goe· deren in Dllitsc/zlt1ud. DUCIlELlUS zegt OIJS, dat 'cr anderen zijn, die willen dat CONRADUS door aanhangers van den Paus o;ngehragt zou zijn, om dac de Hi,fchop een al te groot voor!lander van den Keizer was. Jll e!!n Verdedigfchrift voor lIENDRIK DEN VIERDEN, te vinden bij n:f·
CON RAD US, !l'Jfle Bisfchop ,'tm UtreclIt.
499
- - - - - - - - - - - - -----------ftaat een aanmerl,enswaardige plaats, dezen CONRADUS betreffende. Daar is (zegt die Schrijver) op dm 'Joflen Jallllarij des jaa,-s 1085, eene bijullkomfle gelzoudell ill zekere pltzats, gmaamtl Gerllungen. Toen I/ceft ConradllS, llisfchop van de Utrechtfche Kerke, eerst van alle het woord gevoerd, FREIiERUS,
zegge71lie, ziet wij zijn hijeen gekomen om door getuigCllis dei' kerkliJke l'egclCll te bewijze7l, dat ollze KO/ling niet gedoemd of door den ban geboNde/l is; e1l indim !Jem dat bi; I/et l'o!k niet hehbe mogen bar/ten, de wettige beveelen des Heere, die dell Koningen bc!z@or/ijke eer wil bell'ceze7l I/ebben, /pree/a hem daarvan ,·rtj: C1J zo dit nog niet mag baten. zo ,'ergutlt 111:m ten mi7lfle dat I'egt, liet welk detgerillgfle pel/uIJlI, die in de kerk is, volgens de kerk/ijke regelen geoorlooft is te gebruiken. Om
deze redenen werd hij, duor HERTI10LDUS VAN CONSTANTS , die een bitter vijand van den Keizer was, voor een Scheurmaker uit. gemaakt. Deze fchreef, op het jaar 1099; Conradlls geen Bis[chop, 111aar een Scheurmaker va1l Utrecht, is lûijk aan zijlJ eind gekomen. zijnde van iemand doodgefloken, die ho:m 1I1eende te berool'el1. MATIBEUS, in zijne Alla/cEta, Tom. V. p. 520. tekent ~an,
dat CONRADUS begraaven geweest is voor de trappen van het Choor, maar dat het lijk eenige jaaren daarna daar binnen gebragt is; doch als, in het jaar 1580, te UtrecM op het plunderen der kerken toegelegd werd, zijn zijne beenderen uit het graf genomen. en nadat de beroerte daarna wat bedaard was, in 159 2 , wederom behoorelijk daar h~ gelegd, en 'er deze regels tot zijll lof bijgevoegd: In het jaar 1530, ;n het begin van Maart, is het gebeenIe van Colltradus, Bisfcliop van Utrecht, fligter 1'071 de kerk l'ml O. L. /7rouwe, uit de loode kist, daarin die biJna V~;fc(lJII'CIl ongefloort gelegm hadden, door de heil/oo. ze /zauden "Ril eenige flegte 11Ie71ji:l/en, die /zullne bflldaatlige doll/eid en razernij. niet allcm op de licltall1
500
CONRADUS Pórftius. CONSTANT. (Pimr) wi(lJS zij, en het geheeIe Kapittel, midsgaders de gantfelle Provinlie, tm hoog/len verpligt waren t unige dank/Jaarheill te bewijzen, dezell'en wederom bIJ een verzameld; CII na dat zij die tot nu toe met behoorlijke naar· ftighdd en godvrtlgtig/zeid In een houtclI kist bewaard lIadJC1I, zo lIebbCl1 zij die, op den 28ften September 15°1, u/ledero1/J in de oude rustp/antze gelegd. Dit getuige ,.k, LAMBE RTUS VAN DER BURClI, D~ke/l derzelver kerk, en hebbe dit met eigm hrmd gc[c,lreeven.
Nog is door MA'ITHEUS bijgebragt een' brief, uit het Cllr/u/aritlm , (die zijn de brieven of papieren, waarin de landerijen der Kerken en Kloosteren, mitsgaders de koopingen en verkoopingen • de verruilingen, de vrijdommen en voorrechten, onthef· fingen, enz. aangetekend !laan ,) der U/rechtfehe Kerke, in welke Keizer HENDRIK DE VIJFDE, CONRADUS voor zijnen Voed!lervader erkent, en alle de giften, door zijnen vader aan hem gedaan, bevestigt. Een ander noemt dezen Bisfchop een man van zeer groot aanzien en vermogen, Wat zijne kerklijke Ordonnan. tien aangaat, dezelveR vindt men in 't Batllvla SlIern. CONRADUS VORSTIUS ; zie VORSTIUS. (CONRADUS) CONSTANT, (PIETER) één der Zeet/wen, wier naamen met lof gemeld worden, om een manlijk bedrijf. Deze Middelbur~er voerde, in het jaar 1640, het fchip de Prinfes, uitgerust naar Bt·azil. In zee zijnde, ontmoette hij twaalf Duinkerkfehe Fregatten. met twee Prijzen, die zij genomen hadden, bij zig. AI· Ie deze lieten de Prinfevlag waaijen. Eén der Fregatten braste af met de twee Prijzeu, en de elf andere fchaarden zig in twee fmaldeelen, aàn wederzijde vaR de PrilJfes, en losten daarop hunne geheele laag, hetwelk duurde van den middag cot in den avond omtrent zes uure. CONSTANT, van alles wel voorzien zijnde, verweerde zig zo dapper, dat de Duinkerkers , niet minder befchadigd dan hij, hem moesten verlaUtell, en hem zijne reize zien vervorderen: cene daad zeker, die alle verbeelding te bo·
CONT RA-R EMON STRA NTEN .
sor
boven gaat, en dus CONSTANT met recht den naam van dapper heeft doen verkijgen. Zie Leven en Bedrijf V'1n Prins FREDRIK 1IE.~mRIK, II. Deel, p. 81. Leven der Zeehelden, P.4 19. Aldus werden , in de rereelll!{de die bij de Leere der Gereformeerzij, d, genoem Nederla nden, den, vervat in den Heidelbergfcltm Cateclzismus, en, bij delI aanvang der Reformatie, in de Féree/ligde ProvÎlltiën geleerd en aangenomen, zonder verandering 'l'o\:landig bleeven. Zij kreegen dezen naam, bij gelegenheid van de COlltra-Relllonj!rfllltie, door eenige hunner Leeraaren ondertekend, en overgeleverd aan de Heeren Staaten van Ho IIfl lid , tegen de Remonj lrantie van an. deren, die wel den naam van Gereformeerden wilden behouden, doch, in verrcheidene hoofdpunten der algemeelle leere, die zij eersttot op -vijf artikelen bragtell, verfchilden; verzoekende de genoemden, aan Hooggemelde Staaten , om in hun gevoelen en leere, tegen die der anderen, welke men Remonjlrantel/ noemde, beCchermd en gehandhaafd te mogen worden. De ContrttReman!lranten bevatteden hun gevoelen in het volgende vertoog, door hen aan de Heeren Staaten overgeleverd. in het jlaf ln elI 1610: " 1.) Dat God uit het mellschlijk geOacht. welke n vermoge meer geen en was, gevallen zonde in " met Adam, " bad om te gelooven en zig te bekeeren, dan een doode om " zlg in het reven te herllellen , eenigen van eeuwigheid verkoo" ren hadt, om dezelve door CHristus zalig te maaken, terwijl " hij de overigen, door zijn rechtvaardig oordeel, voorbij ging, .. en in hunne zonden leggen liet: 'J.) Dat hinderen van gelovi" .ge ouders, zo wel als volwasfen geloovigen, voor uitverkoo" ren te houden waren, zo lang zij melter daad hct tegendeel " niet beweezen; 3.) Dat God, in zijne Verkiezing, niet op " het geloof en de bekeering der ultverkoorenen gezien, ma1r " in tegendeel, in zijnen ee:lwigen en onveranderlijken raad. " beOooten badt, den uitverkoorencn het geloof en dc volllan. , • .digheid te geeven. en hen zo zalig te maaken; 4.) Dat Hij " hen, ten dien einde. voor eerst geièhonken hadt zijnen eenig" gebooren' zoon, wiens lijden, Ièhoon genoegzaam tot betaa. " ling CONTRA-REMONSTRANTEN.
502
CONTRA-REMONSTRANTEN.
CONVENTUS.
" " " " "
Hng voor aller menfchen zonden, echter, naar Gods belluit, alleen de uitverkoorenen tot verzoening !l:rekte; s.) Dat Gorl hun voortS het Euangelie liet prediken, hetzelve door den H. Geest van kracht maakende op hunne gemoederen, zo dat zij niet Ilegts 't vermogen hadden om zjg te bekeeren en te gelooH ven. maar ook daadelijk en gewilliglijk zjg bekeerden en ge" loofden; 6.) Dat zulke uitverkoorenen, door dezelfde kracht " des Heiligen Geests, door welke zij eens bekeerd en geloovig " geworden waren, zonder hun eenig toedoen, derwijze be" waard worden, dat zij wel uit zwakheid in zwaare zonden " vallen, doch het waare geloof nimmer geheellijk en voor al" toos verliezen konden; 7.) Dat waare geloovigen hieruit ech" ter reen oorzaak namen tot vleefchelijke gerustheid, zijode het .; onmooglijk, dat zij, die Christui, door een waarachtig geloo" ve, waren ingeplanc, geene vruchen der dankbaarheid zou" den voortbrengen, en !l:rekkende de beloften van goddelijken " bijaand en de vermaaningen der Schrift. om hen hunne zalig,. heid te doen werken, in vreezen en beeven, om Ie ernlliger " de hulp te doem begeeren van dien Geest, zonder welken zij " niets vermogten." Doch vermids de zaaken, die daarop gevolgd zijn, onaffeheidelijk zijn van die der Rctl1onflrantm, zuIlen wij dezelve fpaaren, tot dat wij aan dat Art. gekomen zulleQ weezcn. Den oorfprong dier broedel"twisten, met welke benaa. ming ze, door beiden. op de Haagfche COliferentie, nog genoemd werden, kan men vinden op het Art. ARMINUS; en voorts bij UITENBOGAARD , TRIGLAND en BRANDT. CON\'ENTUS, is de benaaming eener kerklijke vergadering in èe Provincie van Zeeltlllld, be(laande in agt Predikanten uit de vier Klasfen dier Provincie; welke zamenkomst alle drie jaaren gehouden wordt, met bewilliginge van Gecommitteerde Raaden van Zeeland, na bekomene aanfchrijvil1~ van de Zuid-Holl/mdfche Sijnode. om de Coe/us, tot het befchollwen der handelingen van het Dordfche jtjnode, in den Haag, en der Handfchriften van de overzelting des Bijbels, te Leiden, bij te woon en. De gemelde vier Klasfen verkiezen daartoe ieder t\':ec Afgevaardigden uit haare vergadering. bij rondgaande beunen; geevende zij. lIa
C OOG.
C OOG.
(De)
S03
!Ia 1Ia bet verrichten der plechtigheid, verOag verflag daarvan aan de Cm· ~enTUS, en deze wederom aan Hun Ed. Mogenden. ",enrus, Zie StOtlt Zee/tll/d, 1. Staat "tin ,'on Zee/and, I. Deel, p. 118. IlaB. COOG, of Koog, een Dorp op het bet Eiland Texel, in het noordomtrem een uur gnans ten noorden westen tegen de Duinen aan, omtrent van het Dorp den bet. deh Hoorn. Sommigen willen dat dit oudtijds het. hCiofddorp hoofddorp van het bet Eiland Eilat1d was. De visfcherij plagt aldaar veel nnzienlijker te tijn, tiJn, fchoön fchoCin 'er tegenwoordig nog eel1ige eellige Vis· fchers ver· rcbers woonen. Deze vermindering is veroorzaakt, door het verloopen HlJol'n, alwaar, alwaar. in Joopen van Het Diep, voor en omtrent de HtJol'n, de Zestiende Eeuwe, Wel twee honderd fèhepen fl:hepen konden liggen. Ook heeft dit Dorp, door het verftuiven verfiuiven der Duinen, veel van deszelfs aanz!èn aanzien verlooren, en wordt nog dageliJks minder. Ia In liet het jarir jaàr 1749 telde men 'er nog zes-en·negentig zes-en-negemig huizen, buizen, en teg:mteg~n woordig zijn 'er naauwlijks tagtig. De Visfchers getuigen, dat hunne voorouders, een mijl of anderhalf i:l i:1 zee benoorden dit Dorp, veele wortels van boom en vonden, die zij Heften noem· den, om dat hunne netten 'er aan vast raakten; waaruit men zou kunnen opmaaken, opmaaken. dat aldaar, in vroegere eeuwen, land ge. weest was.
COOd, (De) een Dorp in de Banne van Westzaanen, Westztltlnett, had vin Cood, buds, in veele zaaken, gemeenfchap met Zoondijk óuds. Zaandijk , en vervol· 8ens gens langs de ZOtln, Zaan, ten teD noorden aan nan Zfltlndam, Zaandam, zijnde deze met een groote fteenen fleenen fluis, Het HellJfallegat 1I1a/legat genaamd, genaamd» daarvan afaf· cefchelden. Voor de Coog COlJg en Zaandi)k Zaandijk zijn. ten aanzien der i'erpondingen; i'erpondingen, in 't jaar 1749, duizend agt-en.dertig agt.en-dertig buizen en ltonderd Itonderd en vier molens geteld. Geduurende de Spaanfche beo roerten, telde tèlde men aan de Coog maar twaalf huizen. In 1613 soerten, het getal reeds tbt töt negen.en.veertig negen-en-veertig venneerderd. Tegen. was net woordig telt men 'er drie honderd veertig, en ruim vier honderd llOisgezinnen. 641, hadden deze beide Dorpen huisgezinnen. Van 1590 tot J 641. een gemeene School en Schoolmeefler Schoolmeefter l'~ doch die van De Coog verkreegen 'er, op hun verzoek, in 1642, 1642. een' van 's Lands Staaten, en bouwden toen een Schoolhuis, Schoolhuis. bijna in het midden. nn het Dorp, alwaar men het nog vindt, achter de Kerk. Dr~ X. DUL. Kk jaa. jaa·
$('4
H A ft A S. (CtHfJllruS) (C"~PIJTUS) C 0 0 L IJ
•
j=':ren l~a'er kreegen zij vrijheid tot het aanleggeD aanleggen van een kerkkerk. j;':ren laa'er hof: want voorheen moeSlen moesten zij hunne dooden te /I/tI/zaon,. Jf/tJtzaanc. be~navcn. OmlreDt Omtrent dien tijd werd het Schoolhuis mede lOt eea be~naven. rot eell gtbruikt, lOt ZO zo lange dat de fieenen Predikplaats gebruikt, Predii
C 0 0 L H A AS. (CosplJrm) A $. (Ctlsprmn)
sos
Predikanten:. Ouderlingen en Predikanten:, cn Diakenen It ter band hand te neemen •, Jnaar uit ook, door maar alles te hiaten bij de voorige orde: welk beO befluit den Prins, als Stadhouder, werd goedgekeurd, die zelf aan de Magifiraat Magillraat van üiden Leiden fchreef, baar haar verzoekende !tig aan het beue. lluit der Stuten fluit Sooaten te willen houden. COOLH~AS, COOLHMS, fieuns Ileuns genoeg bij de Regeering meen ende te vinden, gaf weinig acht daarop. De KlasGs. bet recht der Kerke (zo zij het noemde) willende handKlasûs, het hand· haven, haven. fchreef aan eenige van de· de Leden, Leden. die het met COOLHAAI COOL HAAI hielden. zig met hem niet te moeten moelen, uigeRde. dal zeigeIlde , -dal :/jn :ijn o~g",erlt o~g",erk was, w~s, om alle alk vroome vro()me Kerlumlielltlàren.u Ker/rtmiiellaàren.te kunneo kunne" fohupPtn. Hij draaf,le zo hard en onbefuisd door" dat de Staa. te "beveelen • met zijn prediknmpt pre.dikampt fijl fiil ten geraaden vonden, hem te"beveclctn, ook aan dat bevel gehoorzaamde bij niet, maar te {laan. Ilaan. Doch ook: gaf, in platfe een~ Verantwoording, die vrij fcherp plaetfe d'aarvan, d"aarvan, eene was, in 't licht. IIcbt. Eindelijk kwam men zo verre, dat de zaak van COOLHllS COOLHAAS zou gefield worden aan het oordeel van vier Politike en vier Kerkiijke Rechters. Maar deze vonden zwaarigheid zwaarigbeid in de uitrpraak ontworpen daarentegen een verver· uitfpraak van het vonnis. vonnis, en omworpen drag, hierin bellaande, dat COOLIlAAS COOLllAAI voor de Gemeente fchuld zou bekennen; het belluur der kerke zou blijven op den voet, voet. lIs lis vóór den ont{laanell ontfiaanell twist; PIITRUS PETRUS' CORNEUSZOON, die afgezet was ~ zou weder als Predikant aangenomen wl'lrden. COOLHAAS, bewilligende, werden zijne febriften doorzien, hierin mede niet bewilIigende, en verweezen ,als fuijdende niet alleen met de zuivere leere, maar ook tegen zig zelve; echter werd hem nog vergiffenis beloofd, beloofd. indien hij fchuid bekende, en zig onderwierp aan het oordeel van gevan de Sijnode van Middelburg; 't geen al mede door hem ge· weigerd werd. De Staaten van Holland, de fiukken Ilukken tden in han· den krijgende , keurden het vonnis wettig; wettig, en namen het zeet zeer euvel, dat COOl:HI\AS, Ger~ COOl:.HMS, die openlijk verklaarde, het met de Gere· formeerde Kerk niet eens te zijn, daarin zig nogthans als Leeraar gedraagen had; 't welk bij de Magifuaat van Leiden te llraffell ilraffelt nond. In het volgende jaar werd eene Kerkvergadering te HtJllr~ Haa,.~ ltm beraamd, en· op dezelve COOLHAAS COOLH~AS afgezet en uit uIt de GemeenGemeen· te gebannen. Nlemant Niemant betoonde over het gedrag van COOLHhAS COOLHAAS &r0oter Il'0oter leed, dan zijn amptgenoot L. DANlEUS DANJEUS : want deze klaag.I. ti. niet alleenlijk over zijne hardnekkigheid bardhekkigheid en volharding in zijne Kk 2 dwaa. Qwaa.
506
C 0 0 L 1:. R A A S. (Casptlrtlt) (CaSp4rt1J)
dwaalingen, waardoor hij de Kerk ontrustte, en den voortgang van 't licht des Euangeliums benadeelde; maar bood ook aak aan, aan t bet ware dan voor Prins WILLEM DEN EER5TEN, EERSTEN, als ~tadhouder. of .......oor de Staaten van Holland, of in bijzondere redenwisfelinredenwisfelin. gen, te willen bewijzen, dat COOLHAAS , zo wel in zijne uitgegeevene boekjes, ah in zijne predikatien ,• ketterijen dreef ell leerde. Deze Hoogleeraar Hoogleera3r,, ziende dat niettegenfiaande niettegenflaande zijn lanman',od, 'hod, COOLHAAS tOOLHAAS door de Magiflraac MagHlraat tegen de Klasfis en Sijuode Sijnode befcherrtld befcherl11d werd, leide, om de ergernis te omgaan, ontgaan, zijn ampt tleder. neder. COOI.HAAS gaf, echter, daarna nog Iterfcheidene boekjes boekje, uit, waarin hij zijne leer trachtte flaande llaande fe houden; voorgeevenvoorgeeven. de, dat hem ongelijk gefchied was, zo als het doorgaamIs doorgaands gaat met hun, die veroordeeld zijn. Die van de Sijnode antwoordantwoord. nIs houdende hem voor overlYonnen, aJ. dair niet op, als overwonnen t zp all den daàr bij hij ook wezer/lijk wezenlijk was. blijkende zulks uil uit zijne gedaane f~huld f~huld. bekenrenisfe bekentenisfe in 's Hagt!, alwoar alwaar hij, voor Commisfarislen Commisfarisfen van het Hgf, en Gecommitteerden van de Predikanten, in tegenwoor~ digheid digbeid van eenige Heeren van LûdeTl. Leiden, beker/de, bekende, dat het hem Iud diJf uif fthriften ergernis was genouit zijne boelten boden en fchriften geno· leed WflS, wils, dilt men, en dlll dal ltij hij bereid WilS, was, de Exemplaartn, Exemplaaren, die nog ol'erig ollerig waren, Wtg IIftezim.• en lIil w'g Ie doen, van 'f 'I prediken aftezien flil hel het land te verlrtlrlun, he. verlrtlclun, verzoekende dal dat men hem niel Iliel verder wilde beo [waarm. [waaren. Poliliken Politiken noch Kerklijken daar in genoegen nemende, nemende. werd het bet gemelde vonnis over hem ultgefproken Waarin de dwaalingen .,.n ftn COOLH~AS COOLHAAS bellaan hebben, wordt noch in de Aél:e der Heeren Staaten ,• noch in fchriften van dien tijd gemeld. Ook kan men ze niet gemaklijk vinden in zijne fchriflen, fchriften. die door de Sijnode veroordeeld zijn. ZesZes· of zeven-en-dertig jaaren daarna, in In de twisten tusfchen de Remonjlranten Remonjlrl1nten en COl1tra-Remonjlra.'lContrl1-Re11lonjl,.a,'Zten, len, wordt 'er eenige melding van gemaakt, fcllOon fellOon meuè meJ~ zeer duiller, en alleenlijk over het /luk BAUD.IRT nuk van de Predestinatit>. Predestinatie. BAUD.\RT fielt COOLHAAS onder eenige mannen ,. toen voor etlijke jaaren al. bier hier opgeIlaan opgenaan,, die uit het Pausdom gekomen, en, in die groote fchaarsheiJ fcbaarsheiJ van Predikanten, Predikanten. tot den kerkelldienst kerken dienst aangenomen zijnde, djd lang zijrtde, (volgens zijn zeggen) de vrede der kerke een' tijd bebben ontrust, en het zuurdeeg des Pausdoms niet geheel had. den afgele,d; afgele&d; hebbende zij verfcheidene zwaari&heden gemaakt I
en
C 0 0 L H A A S. (Clisparlls) (C..sparlls)
S07
en t'n onder het volk gebragt , belangende de Predestinatie, en den dÏ<.'n: en die zig ook bezwaard vonden omlrent a:lllkleeve van dien: a:ltlkleeve a~nneemen van de Belijdenis der NederlandCche Nederland(che Kerke. en het aanneemen CrUeHdlitlb(rgfchen Caubet onderfcbrijven en prediken van den H~itidbergfchen distnlls. dis1nIlS, Onder dezelve zou COOLHAAS behoord h~bben, daar. om door de Sijnode, met goedkeuring van de Heeren Staaten Stilten.• van zjjnen dienst afgezet zijn, zonder d3t hij van zijne dwnalin· gen verder melding maakt. COOLHAAS was geboren Ie Kruün. Kruien, (!ell !/4(len {!ell !l4(len Januarii 1536. '536. In 1560 word bij Predibtn! Prediblnt Ie te TIlar· Taar· bag. Twubruggen; in 1561 te re BilJltin bag, in ber Hertogdom Twnbrugga/; Billhin en eo te Nasj'a:J Ziegen ; 1570 Ie re Devftlur; DeYfnUr '5ï3 re Man/uim ; '574 te Gorkum, eu vandaar te Leiden. alwaar hij in 16'5 16. 5 overleed. De febriften ,• die hier toe bebooren, zo van hem als van :mde· rCII, zijne CC. Conciliatie, Conciliatü, dat is: verge/ijlring ~'an [alrue pointen J 585. Jujlrficatie )'011 de 11lagijlrl1at poinlm der leue, leere, el1z. enz. 1585. Jujlrficalie ,'all 111agijlraat )'l1n Leydcn. L(ydm, gedrukt in 8" en in 4to 1579, 1579. CC. Een tlood:vm· nood:vw· ,'an iiiJc i!iiJc en broederliJkt broederlijkt vtl'moaning, vermalming , l'tIz. mz. 16o!l. CC. T~ujlu" vall zekcre zekere Proeve, Proeye, en::., en:;" CC. Sudere Stedere Pointen uit die H. GodCoddelijke diCf) gOlol11en, ~'aT/ dim gwomen, en3. CC. d(lijke SdJrlf/uur SciJrlfluur en vervolg ~'all Christelijke vermaa//ing vermaa/ll'ng aan alle de ol/partijdige oT/partijdige Predilranten , enz. CC. Miifjl'e Miifjl'( aan dm Au/heu,. AUlheur "lW "a/I de /lp~/ogie, /Jp~/ogi(, enz. enll. CC. /lanhech/[d /Janhechl[d aan lut lUI Boekje ofte SOll1enfpredring, Sall1enfpreeking , ena. CC. Een Kort .... aarae ltig )'an lut jórgelJj'l.:e waarac Jtig ,'er!JaaJ, ,'an jórgellj'l.:e vyer ...yer der d(r hatelijke en ,'an )'an God Cod vervloekte vtrylotlete onem;'glJeid o1lemiglJeid in Religions {aken. Zie BOR, HOOFT. L'lTENBO::;AART, TRICLAl'o1>, TRICLAl'o'D, BAllDA,RD BAllDAfU' en IlRAND. enz.
i
COOLIlAAS, (WILlIUMUS) (WILlIUMllS) of KOOLH.lAS, zo als hij zijnen naam f-:hreef. doch dien wij hier plaatfen plaalfen,, om hem op zijnen voorz~at , die zijnen toenaam met een C, en cn niet mer met een K fpcldde, fpeldde, Ie doen volgen, werdt geboren te re Del'enter, Del'enf(r, dcn den 1 1 den NovemJ 709. Na de laage School~n, in zijne Geboonel1ad, te b~r 1709. re hebgen oor bij ook aldallr, Jllu!lre Gijmnafium , ben doorlopen, genoot aldaltr, op " lllu!lre den oen tijd van ~én jaar, het onderwijs der Profesforen , in de He. hrecuwfche en Griekfcbe Taaien en in de Philofophie. Pbilofophie. Daarna ftudeerde bij te Ufruht. Utreeht. in de Oosterfche TaaIen Taalen cn Oudheden. Kie 3 0::-
s08
C 0 0 L H A A S. (JYi/he/m,IS.)
onder den Profesfor D. MII.I., in de Philofophie onder MUSSCHI!N:BROEit en oDé, in de Latijnfche en GrieHche Taaien, Roomfche Oudheden en HislOriëll onder DUKER en DRAJ(ENRURG; vervolgens in de Theologie onder VA~ ALPHEN en V~N DEN I/0N!RT. Onder voorzitting van den Profesfor VAN Al.PHEN verdeedigde hij, in 't openbaar. 6 Decell1ber '733. zijne Taalkundige Verhandeling, over de woorden TI,r.,.,,,, TI,nor & n'f'Tfllflv. Op den 4den April 1735 werd hij, in de Amlleldamfche Klasfh, Pr:rp:lratoir geëxamineerd. door DO. ALRlRTUS IJ~RINC, en onder 't getal der Proponenten aangenomen. Vervolgens lOt Predika", te Lange. rak over de Lek. onder de Klaslis van Utrecht. beroepen zijnde. in pl:latfe van den HC!er LAURENTIUS DE liAAN, die aldaar was overleeden , werd hij, den J fien December J 7,17 bevestigd door den Heer D. cOLOmuS, Predikant re C,udriaan, uir l's. L: 5, en deed 'er zijn intrede uit NEH. I: 11. eerlie deel. In den jaare 1753 werd hij. in Amfleldllm, op de lJIuflre Schoole Prof. Ling. & Antiq. Orient., nam den 4den November arrcheid vin Lanleruk, uitHEBJI.. VI: 7 en 8. en deed, den 4den fanuariJ 1754. ziine Inaugurale Oratie, in de zo evel'genoernde Stad, over d~ NOfJdZilaklijkhtid der Heiliee Tllnllruf7de "oor ellt rechlaar· tig Codgeleerde. en dat deull'e "an "nlerlti [outl'fJ ell onge,'c· eeldlteden, wallrmede zij nog hezouJeld is, 11I0et gezuiverd. ..'orden; welke Oralie ook in druk is uitgekomen. Ven 311len Januarij 1755, werd hij, in dezelfde Slad, re gelijk mer PETRUS ÇtJJlTF.NlUS, Prof. The,I. op de lJIufire Schoole, re zamen lOr der· rigllen Predikant beroepen~ doch onder deze voorwaarde. dal, hij 'I ttrfle afJlen'en "all ecnen tier andere. PredilcalJlcn, geen ander ;" de plaats zou verofpen worden; om lil 20 'I gelal dan wederom op negen-en,twintig te doen Komen. Hij werd, re ge· lijk mer gemelden P. CUJtT[NIUS, op den 9den Maan, door den Heer w. VAN DEN BROEK, beves[igd, uit MATTH- XI/l: 5~, en deed zijn illlreede uit PI. LXVII: 2 en 3. COOLllAAS was, in den jure 1767. Lid van de Noordliollanifche Sijnode, toen verga. derd re Hoorn, en heefr dezelve gefioOlen met eene Leerreden over ps. XCIII: S. Hij !rouwde re Amfleldam. op den 6den. April 1756. mer MAltGAJtETHA MAKREEL, die hij, bij zijn overlijden, op den 30llen Mei 1773, in den ouderdom van drie·en~e~
coots.
(jol:. en Ad.) COORENDTJK en!.
Sa,
po>
zestig iaar, zeven lIlaanden en ne~entien dagen. als weduwe zIJn· der kinderen D:lliet. Van hem zijn in druk drie Latiir:fche werkjes, zijnde het eer· tie DifJèrtotiones Grllmmlllico-Sllcre, quibus dnalogia Temp .. rum
&
11-1010i"1I1II flrbr4!4! Lin~u4! inl'l'stigalur
& i/luflra/ur;
hec tweede, Obftrva/;on~s Phii%g1co- EXl'getic4! in /fuinqll' Mojis Ubros, a!iosqu~ /ibros Hlfloricos re/eris Tejfalnenti; het derde, DifJèrt. tie In/t:l'rog. ill Sacro Cot/iee Hellrt#1I ,nrm telltt:· re odmit/endis. Van hem is nog in druk. JI1c06s Worfle/ing meI God, en tie,.. :u/ver Za!ige Uitkomsl e1J gevolg, nevens Joc06$ oplogt van $,,&hem na-ar Beth-EI, Ier hetaling zijner Gelofte, io ~eni" Leerredenen. over Gen. -XXXII: 24-- 31, en Cap. XXXV: 1 - '5. in 4to; benevens het GeloofelI Hoope von tien FrOOl1U. J.ijdZRllmtll Job, in drie Leerredenen, over J~b XIX: 25- fJ.7. in 4to. Zijn afbeeldzei gaat in prent uit. COOLS, (JOHANNE.S) een vennaard Predikheer. vu de Ordo der dugllSlijnm, -geboren den !1sficn November 154!!' Geduu· rende de NederlandCche beroerten, werd hij genoodzaakt nlaf ~panje te wijken. Bij zijn\! terugkomfie vond hii de meeilo Kloosters vernield. Alle zijne poogÎllgen, die hij, cot her !lel daarvan. aanwendde, waren vruchUoo.. Hij overleed in hec jaar
1612. COOLS, (ADltIANUS) te Coudo, Uil een aanzienlijk geflacht. ge"oren, ging, C\.lt jaaren gekomen zijnde, in de Orde der j~lui ftn. Hij heeft in fchrifc na~elaaten eene Lijkrede op den grlee.... .len dntwerpfchen en Leuvellfchen HO(J~leeraar JOHANNES 1IIALI>a)I'OS, in het jur 1633. COOllEN I IJK,
een Eilandje en Dorp. behoorende onder H,J.,
/Anti. Zie ItOOUNDIJIt. COOllENWlNDEIl. ( DAVID) Secretaris vin Berlul, i. In onze GeI:hiedl!n isfen beraamd geworden, door het deel, dat hij had t. den beraamden Illoord van Prins MAUlm; uiode hij ééa yan die Kk 4 ,ce-
SlO
COORENWINDER. (Day;;
geen en • die op zig genomen hadden, volk daartoe te buuren geld te ligten , e~ alles te bezorgen , wat tot het moorddaadi~ voorneemen verflScht werd. Nadat verfcheidene aanleg~ers van het gruweH1:uk reeds in hechtenis waren, en anderen nog opge. fpoord werden, werd DAVID COORENWINDBR, te Overfdie, den 21 fien van de maand Maart 1623, gevangen, en met den huis~ man, die hem geherbergd had, dien zelfden dag, op de Gevan. genpoort in hechtenis geneld. Na dat hij, benevens anderen. van het vloekwaardig heilaan overtuigd was, en het ten volle bekend had, werd hij, als ook de Heer VAN GROENEVELD , jonglle zoon van wijlen den Heer VAN OLDENB~RNEVELD, en ADRIAAN ADRIAANSZ VAN DIJK, gewezen Secretaris van B /eiswijk, den 21 fien Maart, ter dood gevonllisd, volgens den letterlijken inhoud van zijne Sm!e.ntie, die aldus luid: " Alfoo David Corenwimler, ghewefen Secretaris van Berekei, teghenwoordich ghcvangen. buyten pijne ende banden van Yfere, voor den Hove van Hollanr bekent heeft, dat omtrent een half Jaer naer de executie van den geweren Adyoc:let Johan van Oldenbarnevelt, hem ghevanghen by Willem van Oldenbarneveldt, Heere van Stoutenburch openinge is gedaen, datter goede hoo. pe was, dat eenige van de Steden de jegenslVoordige Staet ende Regieringe van 't Lant fouden veranderen, ende dat daer nae~ verfcheyden propoollen ende difcourlfen dien acngaende tdIcheu den relven Stoutenburch midtfgaders Reynier van Oldenbarnevelt, Heere van Groenevelt , fynen Broeder, ende hem ghevanghell noch meer van tijdt tot lijt zyn gbev:\lIen, Dat hy shevangell met den voorfz. Stoutenburch in den l1erbfl Viln den Jare 16:11, gbeweell is !Ot Leyden, omm·~ denfelven Stoutenburch aen te wijfen de Huyfinghe daer hem was onthoudende Barnardus D\\'ill' glo, eenijts Predicant aldaer, alfoo den [elven Stoutenburch van meeninghe WilS met bern Dwinglo te fpreecken yan de ghelegentheyt van de Remonfiramen tot Leyden, ende hoe de faecken aldaer Honden, omme de veranderinghe ende Reg\eringe te weghe te brengen: Ende dat den voornoemden StOutenburch dien-volghende menen voorfz. Dwinglo, alleen in een Kamer is ghegaen. alwaer fyluyden cenigben tijl metten anderen hebben ghefprooc-
ke'lr.
COO"F_ENWINDER. rVa vU)
SI'
teen. Dat de voorfz. Dwinglo daer naer aen hém ghevangen ge~ fchreven heeft. dat de faecke onder de Huysluyden tot Haferts· woude. ende daer omtrent. in den voorfz. Jare 16:u. foo verre waren ghebracht. datter drie of:tt vier honderd binnen Leyden ofte daer voor ghekolDcn fouden hebben. ende dat 't felve al. daer fo ruchtbaar was. dat hij Dwinglo beduchte. dattet tfelve roude kommen tot kennis!è van de Magiflraet. Dat op Vrijdagh den tweeden Decembris lellleden, foo Sijn Princel. ExcelI. des Woonfdaechs te vooren opgetrocken was op feeckcren aenOach. hy ghevangen mee Adriaen van Dijck, mede ghcvanghen, door last van den voorfz. Stoutenburch, gheweell is lot Rotterdam by Cors JanlTz van Alphen. omme van hem te verllaen, wat applrentie datter weCen Coude: Ende of hy moet badde, omme de vrijheyt (fao hy die noemden) binnen Rotterdam te bekommen, alwaert dat den Hoogh-ghemelten Heere Prince felfs daer binn(!n ware. Ende dae denfelven Cors Jallfl't daer ol' geantwoort heefe. dat Cy op alles wel gereet waren, maer dat fy luyden daar toe geen moet en hadden, als fyne Hoogh-gemelte Excell. daer bin. nen foude wefen, ten ware hij aldaer vernachte. Dat hy ghevangen omtrent het lelle van Decembry lellleden. metten voornoemdem van Dijck, in fyn gbcvanghens Comtoir , propoosten h\:b· bende van den aenflagb, omme Cyn Hoogh-gcmelle ExcelI. o;nme te brenghen : Ende dat den Celven van Dijçk teghells hem ghev3n. ghen begofl had de ce verhalen, van eenige PerCoonen die totten felven aenllach fouden mogen ghebruyckt werden, tot omrrent twimich in getale, mits~adcrs van 't gelde dat daer toe noodich [oude zyn, ter fomme van Ct!1i duyft:nt gulden, de plact[c d:ter het int werck ghel\eldt foude werden. namentlijck tot Rijswijck: ende waer heen en fy luyden, 'e Feyt ghedacn zijnde, de vlucb~ fouden nemen. te weten over de Cada naer Nootdorp. ende \'qorts naer de Veen en toe. hij ghevangen tegens den voorCl. van Dijck geCeyt heeft, dattet beter ware, dat hij alles in gefchrifle nellen, ende den voornoemden Swutellburch behaudigcn Coude, oft hem ghevangen 't Celve toelènden, om me bij hem aen dell fel ven Stomenburch felfs gebracht te werden, dat den vO:Jrnoemden van Dijck dien volghende 'e [I!!ve sefchrifce hem gheY.1nghen ,oegefonden hebbende, hy het I-':lve acn deu vcorfz. StomenKk 5
burch
rit
COOltENWIN~ER..
(lJavU)
burch ghetevert heefe, \"ervatende het beglnfd een inteylinglt6 \'an redenen ende middelen, waer op den voorfehr·!v -n ael10adt ~efundeert werde, ende onder anrlere verrcheydenlarteringen Iheghens den perfoon van den lIor,ch.gelndt~n H\!ere Prillce. dat hem ghevanghen daer nner. namenrlijck int laitlle \'nn do Maent vin ]anuario mede lemeden by den voornoemd
dijt van hem Groenevelt te negoÇier'D cudc op re nemen d. (om.
COORENWINDER. (DRYit1)
st]
fomme vgn vier duyrent gulden ten fine voorrchreve, 't weidt hy ghevangen aenghenomen ende dien volgende de fdve Comme van vier duyCent gulden becommen ende gelicht heeft nen twee parthyen elckx van twee duyCent !:ulden; dat by hem ghevaughen de eerne twee duyCent gulden aen den voornoemden StoUtenburch ghebracht zijnde, deCelve Stolitenburch , ende GroeneTelt te famen goet ghevonden hebben, dat de fpecie v:m 't Celve gheldt ten deele Coude verwifièlt, ende in plaetCe van eenighe Pifioletten ander gbeldt gheleyt werden. dat de voornoemde Groenevelt dienvolghende uyt fyn Huys ghehaelt, ende aen den voornoemden Stoutenburch ghebracht heeft een parthije double en enckle Rijders, die hy aen een deel van de voorfz. Pitlolec· letten heeft verwiffdt, ende dat defel\'e wilfdinghe go et gevon. den werde te doen tot ontlallinge van hem Gevanghen , om dat 't Celve geldt niet en Conde accordeeren , mette fpecie van de voorfz. twee dnyrent gulden. Dat hy ghevanghen daer naer t'Cyncn Huyfe tot Berekei ontboden heeft. den voornoemden Adri. aen van Dijcl~, hem aenfegghende dat hy van Dijek gaen foude by den vooTUQemden Stoutenbureh, ende dat hy van hem de voorfchreven reColutie van den Hooch--ghemelten Heere Prinee omme te brenghen • foude vertlaen. Dat hy ghevanghen dea voorCcbreven Adriaen van Dijck oock heeft gereyt, dat hem de voorfchreve fom me van vier duyrent gulden , mitsgnders noch twee duyfenr gulden by de voornoemde Bonteb~l ghcfurneert. deur last van fyne Mccflers, (dacr mede hy ghevanghen vet. flaende den voorrchreven Groenevele , ende Swutenbureh) beo {telt fouden werden. Dat hy ghevanghen de felve PenningheIl den voorfchreven van Dijek naderhandt aen verrcheyden parthyen ooek heeft bch:mdighe: Alles niee ieghenflacndc hy ghevanghen wel wiste, als 't felve hem exprcffelijck aC:1ghefeyt zijnse. foo doen hem den voorfz. lall omme de Penninghen te Ne. ,olieren ghegeven werde, als daer naer, dat de felve Pennln. ghen fouden werden geëmployeerc tot betalinge van 't volek. 't welk tot den voorfehreven aennach, omme den Hooch-gbemelteu Heere Prince omme te brenghen , foude werden aenl:henomen: Dat den voornoemd en Stoucenburch aen hem ghevanghen. eer', voorJi. geldt den voornoemden van Dijck was behaudicht. ge-
SI 4
COORENWINDEn.. COOR ENW IN D E lt. (Da"itl) (Dal'iá)
gefonden heefe verreheydell verfeheydell Brieven, ghefehreven foo 't feheeo geronden heeft reheen met een Vrouwen handt, hande, waer van eenighe, naer fyn Ghevan· Ghevanghens beste wetenfehap, by den voorfehreven voorfehr~ven Stomenbureh Stoutenburch waren gheteyckent, ende anderen ongeteyekent ongeteyckent daerinne hy' hem ghcv:lnghc;J berispte danet voorfz. geldt fao traee:1 ghcvanghca traeC~l by de handr vaD Diick daer over klachtig quam, ende dat den voornoemden voornocmden van klachlig dar den voorn. Slomen1lureh, Scoutentlureh, Saterdaeehs Saterdaechs voor den lesten was, dm ghevanghen belaS[ belast heeft, dat hy des voorleden lliddach, lliddaeh, hem gbev3nghen nnderen daechs by hCQl foude commen , enhem alhier in den Haghe {'oude en· de dat hy ondertu{[çhen ondercutrchen den voornoemdell voornoemden van Dijck vragen fou· de, of hyalles gedaen hadde dat hem belatl:. belatl. ende of hij ook gereet \\'as. Dat hy ghev3nghen ghevalJghcn dien-volgende, des anderen Jaechs den voorfchrevcn voorCchrevcn van Dijck Dijek heeft heefe laten aenfegghen. aenfegghen, dat hy !Ot lOt B;rckel B:rckel by ncm ghcv3nghell ghev:lnghen foude Coude eommen. commen. Dat by hy I'hev~nghen fel ven daghe commendc I!.hev~n~hen ten ren (èlven commende van Soetermeer. Soetermeer, ende llIetle ~Iecdc rydende naer n~er Berckel, den voorfchreven voorCchreven van Dijek Dijck mette!:'leede hem bem ondcrw('gcil onderwcgcl1 ommoet ommo.:t is. Dat hy ghevanghen hem alsdoeo als doen gbc:vraechr heeft, gçl1c hem ghevangen ghc.vangen fulcx als voorfchreven voorfchrcven ghcvraechr heefi:, 'c g"ne is, by den belall was: daer deo dcn voorfchreven Sroutenburch Stoucenburch bela(l: dacr op den !elvcn ièlvCIl van Dijck ghefeye gheCeye heeft, dat hy noch dien avont in den Haghe by den voornoemdcD voornoemcleo Stoutenbureh Sroucenburch meende te ziJn, ziJn. dat de de:! gasten gereet waren. Dat hy ghev3nghen ghevanghen daer weder op heefE h~ef, ghefeyt, ghy hebt wel voorfichtich te ghereyt, tc handelen, handelen. ende zyn alfo 1 at den voornoemden Stomenvan den anderen gelèheyden. geli.:heyden. 1Pat Stomen· bmch hem ghevanghen te vooren hadde ghefeyt, ghefeyt. Dat by de BeBe· wimhebbercn gh~ne die wimhebberelI (daer mede ghedenotcert werden die gb~ne het beleyt bele]'t hadden van de faken der veranderinge, verancleringe, die eenighe ,"an ~an de l{emonflranten l<emonllrsl1Cen voor hadden, ende die hen onder den anan· deren noemden met bedeckre bedeckte namen,) namen ,) goet ghevonden was fo wanneer fj'1l Cyn Prineelicke Princelicke Excellenrie Excellentie loude weren ommeghebraeht. ommegbebracht. oft aHl in d2n d~n f-Jaghe r-Jaghe te re doen foude wefen, datmen alsdan de afaf· gefètle Schouten ende Secrerarisfèn. Secretaris fen , ende andere perfoonen fou. rou. gefdte de adverteren, omme met een deel Huysluyden Hllysluyden alhier in den Ha· Haghe te kommen, die alsdan feecker geroep ma!,en fouden. Dat Jast van den voornoemd en Sroutenburch. l;y ghev:lIlghell ghev:lIIghen door last Stourenbnrch, cenige Per[üoneR Perfüonca aenghefeyt heeft, als fy hooren fond fouden en dat de Huysju~den,J van H'lyslu~den V3n andere andere: Dorpen naer den Haghe fouden gaen. d:u d:H
COOR E NW INDER.
(D1I~'id)
S'5
dat IJ luyden Rlsdan met een deel Huysluyden van heur Quar. tier fouden volghen. Dar den voornoemden Yan Dijck hem ghe. vanghen oock heeft ghefeyt, dat hy insghelijcx eenighe ordre 11lldde ghegheven, om me mede eenighe Huysluyden in den Haghe te doen verfchijnen ten tijde ende fine voorfz. Dat de voornoemde Stoutenburch hem ghevanghen gheCeydt heeft, dat tnen de voorfz. Huysluyden die het van doen hadden ofte des be~heerden. yder een hondert gulden ofte t\Vee foude geveu uyt de goederen die geconfisqueen fouden mogen werden. Dat hy ghevanghen des Maendaechs den vj. February lell leden gbekommen is alhier in den Haghe, fao omme zyn particuliere dinghen, als omme te verwacht~n de uytkom!le van den aeni1acll op fyn Hooch-ghemelte Princellcke Excellentie, ende veranderinge van de geheele faecke, te meer overmidts den voornoemden Stoutenburch, hem ghevanghen Saterdaechs 's morgens ~e voren ge(eyc hadde, dat ter wel t\Vee hondert van buycen in den Hage waren ofte commen [ouden die de voorCz. veranderinge fouden helpen doen. Dat hy ghevanghen den voorfz. Macndack legens den avant gheweell is int Salet van den voornoemde!! Groenevelt • daer Stoutenburch was: Ende dat aldaer insgetijcx ineommende de voornoemde Adriaen van Dijek, den fdven gh~. Ceyc heeft, dat hy meelt den gheheelen dach bdich was geweell. omme gelr uyr re d,eelen, ghenoegende de voornoemde Stoutenburch hem qualick , dartet ex plo iet ende aentlach dien daeh niet eD was iot werck ghelteldr. Dar den voornoemden van Dijd: alsdoen mede feyde, Cpreeckende van de aenghenomen Gasten. dattet kloeeke Mannen waren. Orte diergelijeke woorden. Dat hy ghevanghen daer naer voor de tweede !nael aldaer is gbeeom. men, ende ghegaen zynde recht deur d!.! Huylinghe. van d~1\ voornoemden Stoutenbureh tot in de S[al, al waer hem gheî.:yJt lVerde dat den fel ven Stourenburch was, heeft hy hem .Idaer gevonden. reer verbaell zijnde: Seggellde jegens bem ghevallgben; Jatter een Koffer van van Dijck ontdeckt, ende de faecke uytgekommen was, ende dar by ghevanghen Coude deur gaen, overmidrs 't buys terllonr bef!.!t foude werden: Waer op ny ~bevangben ook de voorfz. Sral uit gegaen is. Alle 't wel<;.ke faeeken zijn van reer quaden ende fchrickelijelten gbevol~e ~ ~rcC'.
516
COORENWINDER. (Dav'-à)
ftreckende tot groote perturbatie van den Scaet van den Lande. ende de goede Inghe[etenen van dien, mitsgsders omme de fet.. ve in pericule van een grouwelicke bloetllortinge te Iteilen, el1 dat mit;5dien 't felve teil exemple ende af[chrick van Inderen·, fwaerlijck gellraft behoort te werden. Soo IST, dat voor[z. Hof met Type deliberatie van Rade, deurghefien ende overgewoghen hebbende, alle 't gundt ter materie dienende was, doende recht In den name ende van weghen de Hooghe Overicheyt, ende Graeffeliekhcydt van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslaudt, vere1aen heeft, ende verclaert mÏls de[en, den voomoemderi ghevarrghen te hebben beghaen, Crimen lefte MajestolÏs, Condemheert hem mitsdien gebr(Cht te werden ter plaet[e daer men ge. woon is alhier Jullitie te doen, ende aldaer gheëxecuteert te werden metten SWBcrde, daer naer 't lichaam ghedeelt in vier quartieren ofte {tueken , ende d'felye gehangen op te vier houI:.. ken van den Haghe, ende 't Hooft ghellelt op een Staeck, ende verclaert alle fyue goed('ren gheconfisqueerr. Ghedaen in dea Haghe, by Meesters Nico/{us Cromholt. Prefident; Pieter Cou. Ulenóurch van Bda;!; Henriek Rlfa , Geleyn AleTl1i1n, Wil. km van Boersdorp , Andries de fYith, Reynier van Perfyn, johan Oom "on Wyngaerden, Johan Leonius, Johan DetJ,t ende Aóraham van der ]IIfeer, Raetsluyden van HolI:mdt. Ende gepronunchieen den xxix. lVlartij 1623. Ia kennisfe van
my, F.
CRI E P.
Nadat bet hoofd vaD CROENEVELD was afgeflageD, werd COOItENwel vastgekneveld , "an de Gevangenpoort. op 't Schavot (bet Groene Zootje) gebragt. Daar op komende, zag hij, lJlet treurige oogen. naar het lijk van den onthalsden, dat aan de zijde van 't Schavot gelegd was, eD bedekte het met zijnen manteL Straks deed hij een aan[praak tot het volk. waaruit men, volgen. de aanmerking van den Heer BRANDT, IV. Deel, p. 903, kan opmaaken, dat bij tot de Room[che Kerk behoorde. Ais de Jaadle zijner woorden heeft BRANDT, p. 1050 en lOS!, deze aangetekend: Met recht zeit de Apostel POli/US; die /laat ziet 1" J dat hij niet Yillle; en de H. Hioó heeft ooI: met reden ge:eit, WINDER,
CO OR Nl:IA RT. (Di,l Polltnsa)
511
-
aeil, dlll de IMll,d d'ollgereçhtightid "pauipt als tillard. W Wtller. B,idt Ikze [preuIten heli ilt lIa,. mij ze/ven !fIaa'II'''' lig bn-olltk,,: daltrdoor tllltvang ill mijn ruht: iidt IJ.. rnintk bllrg,r" Ik" almagtigtn Godt, dat hij mij mijn, aon. til" "frgetv,; en !rell ilt u mifllaa". verguf mij tlat "a" lijlren, wurop eenigen van de omfianderl riepen jtl, ja. Vetder hoord" men hem zeggen: i"dien gij mij lOlt "pns i" m,lh~
tip",
g,.
tku" heIJt, dal vergeef ilr u "an hei·tt", !zelpt etn Christelijk
.'11(/ voor ",ij d",,,: hi,rmtfl, lIeguf i/t mij lol God.
Daarop Fknidd zijnde, en God om genade aangeroepen hebbende. werd hij, door den beul van Dortlre,ht, geblind, en met dell zwaarde nmboofd. Nadnt hetzelfde, door den Scherprechtel' \laU HQtlrk"" aan VAl'f DI)lC verricht was, werden: beider lichaablen, op een Slaglbank, door de Scherprechter., met. bakmt!b fl:n gevierendeeld, de ingewanden in een kuil begraaven, de de~ Jen des lichaam. op een wagen geworpen, en aan de vier hoe. kelt van tien /laag, aan halve galgen. ten fpiegel van ao.d~en. opgebangen, en ook hunne hoofden op (laaken, bij de anderen reeds voorheen geëx~clIteerd, teD toon gelreld. De afbeeldzel." dezen en VlD andere hieraan medepligrigen. vindt men op ten prent van dien tijd, ti, Arm/mll/mlde Sla", genaamd.
.an
COORNHART, tDlRIC v'OLKEaTSZ) of COOlU'fHERT, werd geboren te Amfltldam, ia '[ jaar 152'1, uit aanzienlijke burger ouderen; zijnde zijn vader een Lakenkoper, van welltea handel hij zig, tèboon tegen den raad zijner vrouwe, onttrok, om·.zjg aan zij~ ne denkbeelden over.egee-ven: ook liet bij alles, wat de wÎanin& betrof, geheel op ziine vrOI1W, dat een fnedig wijf "'as, aankomen. DJRK, waarvan wij hier opzeI Ijk zullen fpreekell, was do foagfte van drie zoonen. De ouJfle, CLEMK/l.S genaamd, fljerf afI balling buitenslands, bebbende ztg te veel tot voorllaDd yan " lands· vrijheid bloot gegee'·en. De middeme, P'RANs genaamd. was mede gebannen, vtJlgens inhoud der Sententie van 8annis. Iement en ConficcalÏe van goederen, uitgefproken op naam vall Hertog VAN ALM. tegen honderd vijf-en-denig perfooneD. ~lHJr",lIIgtig uifler StetJe van dmfle/dam, den J fien Se}Xem~ del· jaar 'SCSI. (Zie JrW.ÇU5. p. ua.) D. oudfte dochlCJ'
.0
van
S18
COORNHART. (DirltPfJ/ltutsz.)
Vin VOLKERT is gehuwd geweest aan HENDRIK KUIK, die, in 1549. schepen, tn, 1558, Raad der Stad Amfleldam was. FRAN' COORNIIART werd, hii zijne terugkomfle, eerst Secretaris, 1578. Commilfaris. en IS 80 Schepen in zijne geboorteflad; waaruit het aanzien van hun geflacht volkomen bevestigd wordt: zijnde. de jongfte dochter mede gehuwd aan een' man van aanzien, rAV-. LUS KERSTEN genaamd. Het eerfle, dat DlRK ter hand nam, om zig bekw3am te maa~ ken, was, dat hiJ. naar de gewoonte van dien tijd, eene reile ondernam naar Spanje en Portugal. Bij zijne terogkomfle deed hij een flap, die hem in veele moeielij kheden \ti kkelde , bt!fia~n· de in het aallga~n \'an een huwelijk, tegen den zin van zijnert overledenen "ader. en zijne nog le\'ende moeder. met een jongedochter, NItELTJF SL"dONi genaamd, die zig wel kon ueroemert' nn het g(!Oacht der BRE.DERODE' afkomflig te zijn. maar door het fortuin misdeeld was van tijdlijke goederen. COORNIIART bezat mede niets. vermits zijn vader hem, om het voorgenomen huwelijk. onterfd had; welke fchikking, door zijne moeder. hijge ,,{1)ttekking daarvan. bevestigd werd. Om dan tol een eerlijk. bellaan te geraaken", begaf hij zig; al5 Hofmeefler, in dienst' van Rl!INOUD VAN nREDERODE, Heer van I,anm en Ameiden; dai! bern ook een goed beOaan ver(chaft zou hebben, vermits hij bij dien Heer wei gezien was. Doch zijne- g~a8((heiJ fchikte zigin geenen deele, om zis j zo als het aln een Hof behoor!, Ie gedmgen. Ilij verzogt
.m
COORNHAR T. (D/rlt Po/lter/sz.)
5 19
"en ,'an J. C. en meer anderen. 'Er wordt van hem verhaald, dat hij zo naarflig in dit zijn beroep was, dat hij, op zekeren tijd, buiten Haarlem in den Hout wandelende, om zig eenig zins te verkwikken. op het zien van een menigte volks, dat in de herbergen zat, al zuchtende zeide: ;s het niet droevig, dat die menfclzen te vul hebben, 'I geen ik Ie weinil! heb; daarmede oogende op den tijd, dien zij verfpilden. Hoe goed het bern daarmede ook gaan mogte, bleef hij 'er ook niet bij. Eenige punten van den Godwienst maalden hem geweldig in 't hoofd, en bijzonderlijk het leerftuk van de Predestinatie. De werken van mannen, waaruit hij daaromtrent het meene licht dacht te zullen krijgen, als van AUGUSTI!>'US en andere Kerkvadercm. nict dan in 't Latijn voorhanden zijnde, begaf hij zig, reeds dertig juren oud zijode , tot het leeren van die taal, waarin hij onderweezen werd door Doeaor BA'ILIUS, naderhand Raad van den Prins VAN ORANJE. De ijver ~ waarmede hij alles; wat hij ondernam, beh~nigde, en zijne aangeborene bekwaamheden, waren oorzaak dat hij het Latijn in korten tijd zo verre magtig was, dat hij niet alleenlijk de beste Schrijvers las, maar zelfs van hunne fchriften vertaalde. als van CICERO, SENECA, BoëTIUS, en an· deren; waardoor alle zijne verflandlijke ver!:1ogens zeer vermeerderd werden, en hij ook in grooter aanzien kwam. De Regeering van Haarlem bezorgde hem. in het jaar vijftien honderd een-en-zestig, een Notarispla:us. Den J sden Januarij van het volgende jaar werd hij Secretaris dier Stad, en ruim twee jaaren daarna (den I Iden Maart 1564-) Penfhnari.<: in welke beide posten hij niet alleen veel arbeid vond, maar aan hem werden ook de gewigtiglle zaak en aanbetrouwd • en hij, van wegen de Stad Haarlem. verCcheidene maale afgezonden aan den Prinfe VAN ORANJE, als Stadhouder van Holland. Dit alles was nog niets, in vergelijking van de volgende zaak en , waar in hij, in het jaar 1565 en J 567, werd ingewikkeld. Heer HENDRIK VAN BREDERODE , die. reeds ten huize van zijnen vader, COORNHART zo in zijne bekwaamheid. als getrouwheid, grondig had leeren ken· ,en, bediende zig van zijnen raad en bijlland , in de zaak en , die tot beCcherming der vrijheid ter hand genomen werden. Hij deed bem nu te Filmen, dan te Utl echl, zomtijds te Amflel X. D:u L. tI d/l11l, 4
4
COORNHAR. T. (Dirk PoJ/tlrtsz.'
$!2&
dflm, of op het huis te Kleef komen. of ging bij hem te HIlI/rlem; ja men beweert zelfs. dat COOltNHART de oplleller geweest is \'an het zo zeer vermaarde l'erbotJd en Stneekfchrzft der Edelen, fcllOon anderen het aan ALDEGONDE. en weder anderen aan P. &ALDUINUS hebben roegerchreeven. flet zij hij hier aan deel hadde of niet. zijne verknochtheid aan den Heere VAN BREDEIlDDE en de zijnen w~s oorzaak, dat hij te Hoor/em in hegtenis genomen, vandaar, fC!lOon !lrijdende trgen de Privilegiën dier Stad, naar 's Crol'wlzagl! gc:voerd. en aldaar in de gevangeni. geworpen werd. In het jaar IS6S, volgens het verhaal van BRANDT, Deel, p. "70.) was wij hier. maanden lang, in zulk een gevaar. dat zijne Echrgenoote. aan zijne yerlosfinge wlinhoopendc, de arme en met d~ pest befmette lieden ging die. nen. in boope van mede befmet re zullen worden. voort hae. reil man te befmenen , en gezamemlijl{ daaraan te nerven. Maar COORNHART, dit omwaar wordende, berispte haar emllig , en verbood zulks meer te doen; willl'nrle. zo ali ook betamelijk was. de uitkomst van Gode verwachten.• dien men niet verzoeken mogt. Ook fchrerf hij 'zegt BRANDT verder) in den benaau. den kerker, en in den hooEllen nood van zijn leven. dat 'er geen hoope W,iS het te behouden. of iets, dat lief was. te ontvanben, zeker z~mcn!lel J'fW lirf en leet, J'lZn hoop~ en vreeze, en "{lil U1I clrristclifk ge/("~n !zûrt. Ook maaktt! hij, in die zelf· de gev:ll1gelJis, 't Lof dt!r CeJ'angenis, 't Compas der Ruste. en andere verren. Voor 'e overige wist hij zig zo 1TIanlijk te verde· (ligen, dat men hem uit den engen kerker liet. en den Haag tOl gevangenis gaf. Op de vermaaning van zijne vrienden, en bijwnder van ARTUS VAN BREDERODE, dat 'er van Brt/slei order geltomen was, om hem andermaal opteOuiten. nam hij in fiilte de vlngt, eerst naar lIaarlem, en vandnar naar 't Land va" K/eef, alwaar hij zig weder met plaatfnijden geneerde. Omtrcllt dezcn tijd was hij niet alleen in haat van de onderdrukkers der vrijheid, maar viel ook in di~n der kerk lijken , en bijzonder van de Gereformeerden, het zij uit hoofdi van zijnen onrustigen aart. of om dat hij op alles wat CALVIJN en BEZA geleerd hadden. geen ja konde zeggen. Echter rcbeen het dat de voor1landers der vrijheid zijne hulpe benoodigd waren: want 'na da,
cr.
CO 0 R N HAR T. (Dir/r I'ó!ktrt!z.)
sn
dat (1570) die van EmMen tien of elf fchepen, lIan onderdaanen van den Staat behoorende , hadden aangehouden, trok COORNHAlIT, op aanrading van SONO!), naar Oostfries/and, om aan den Graaf eem het omOag te vraagen, en, zo dit mislukti, aan deo Drost van Embden te verzoeken, dat de fchepen. bedektlijk van volk en· leefwgt voorzien, naar elders vervoerd mogten worden; het welk op dien tijd geweigerd, doch daarna toegeftaan werd. De beruchte banneling, daarna ('572) in zijn Vaderland terug ~ekeerd, en tot Secretaris der Staaten van Holland aange(leld zijnde, dichtte, omtrent dien tijd, volgens het mondlijlc verhaal van H. DE CROOT aan UlTENBOGAART, het bekende liedje van Wilhdmlls yan Nasfouu'en; zo als ook door hem, in vroegere jaaren (J 566), gefchreveu was, eene IYl1arfchouwing aan d~ Neder/anderen, Pro Lege, et Rege, et Crege; welk gefchrifc Prins WILLE.>f in 't leger uirgaf. Als Secretaris va:] Staat, kreeg hij, omtrent dezer. tijd, last. om de Schouten en Overheden der Dorpen in /{Cll11cmerla;ld te Haarlem te befchrijven , ea onderzoek te doen op de ondraagelijke brandfchauingen en beroovingen, gedaan bij eenige Kapiteinen, bijzonderlijk van die. welke (londen onder bevel van LU~IEIJ, met oogmerk der Staaten, om dezelve te doen dienen tot aflosfing en betaaling hunner foldii. Maar deze Kapiteillen, yreezende d~c door dh onderzoek, hun Oecht gedrag ftond aan den dag te komen, keerden, om het te beletten, al hunnen haat tegen COORNHART, maakende van hun belang ccne algemeene zaak. DaartOe bedienden zij iig van een gefchrift, dat de Secretaris van Staat in dien tijd had opgefteld, ten voordeele van de Roomschgezinden, nopens oe vrijheid van GodsdienstOefening. Hier uit vond men mid· oei, hem niet alleenlijk voor een Papist en voor nog erger uit te maak en , maar zette de LU~1EIJ zo fterk tegen hem op, dat die onbefuisde krijgsman hem den dood zwoer, en last gaf hem te door[chieten; des hij genoodzaakt was, wilde hij zijn leven bewan ren , het land andermaal te verlaaten. Den Staaten van ilo/land daarvan kennis ge~eeven hebbende, begaf hij zjg wederom naar het Land van Kleef. Het geen, nopens het bevolen onder. zoek I reeds te wer!, gefield was, bleef ach:er, door de daar· Ll~
~.
SU
COORNHAR T. (Dirk J7ó!kuts:&.)
op volgende belegering der Stad Haarlem. Behalven den nood, waarin LOMErJ hem bragt, om het Land te verlaaten; drongen hem nog twee zaaken van aanbehng, om van zijn ampt afte{taan; welke zaaken hij, echter, gelijk hij naderhand te kennen gaf. niet wilde openbaaren, dan aan de Staaren zelve, fchoon hij genoeg deed zien, dat ze zijne eer en moed betroffen. Het is niet zeker, of hij voor of na dit zijn vertrek. zijne drie boekskens, van de Toe/aaIing en Dtcrete Gods, gefchreeven heeft; maar het is bekend dn ze in dit jaar (1572) aan den dag kwamen, waarin hij zig ook hevig tegen het Ketterdooclen verzettede , 't welk hij openlijk zeide, dal men hier te Lande wilde invoeren. Eene menigte van bewyzen zou men konnen bijbrengen, om te doen zien dat ORANJE van zijne trouwen bekwaamheid niet alleen ten volle overtuigd was, ma:lr 'er ook een goed gebruik van wist te maak en • zelfs geduurt::nde zijne ballingrchap en vlucht. En vermits bij met zijne handen moest arbeiden, om aan den kost te komen, gebruikte de Prins hem. om nuttige onderwerpen voor het Vaderland te beraamen. Onder de !lukken, door hem in dien tijd gefchreevcn, vindt men een welberedeneerd en zeer uitvoerig omwerp. 0111 alle Christene IJIogwd/udm Ie ol'ertuigm, m Haar te doen zien, dat de lI'ederflreel'l'ng der Netier/an.ers. tegen den Koning van Spanje, geenzins oproerig en verkeerd was, malJr vo/ge/ls de te/fle en billijkfle natuurwet. dat is, die vlm zelfyerdediging, moest wor de/I goedgekeurd; bewijzende daarbij ten klaarClen, dat het onbedachtzaam en haate/ljk beeldflormen geenzim op /'ekeniIJg "mi welberaade/le Regenten, nod eerelijke lnge:;.etmen kan gcfldd worden. Ovk meen ik, dat door hem op dien tijd, en met dat zelfde oogmerk, gefchreeven is, zijn boek~ke, genaamd Wortd en Oor{prong der Neder/andiche Beroerten. Geen wonder dan, dat een Man, die zo veel cen dienr1e van zijn Vaderland verrichtte, en zo zeer tot nadeel en afbreuk van den algemeenen vijand handelde, bij denzelven fel gehaat was: waarvan Don LOUIS DE REQUESENS, in het jaar 15i4, ook openbaare blijken gaf, met hel11 te fiellen onder die vier-en-rwintig perfoonen, welke in /lolland van zijn Algemem Pardon uitgefloo-
C OOR N HAR T. (Dirk Pólkertsz.)
52 3
naaten werden; na welken tijd men ook weinig van hem. in 11et behandelen Vlll Staatzaaken. gemeld vindt. Dan te meer wordt zijn naam gefpeld in het beloop van zaaken. die den Godsdienst betrefft!n. Hij fchreef verfcheidene zo !laatkundige als zintwistende bo~ken, en hield gezette zamenfpraaken, waarin hij, op ge!ijke wiJze. de Roomfche Kerk. en de nieuwe Hervorming afkeurde. Hij befireed LUTHER, CALVIJN en BEZA, over verfcheidene Leerfiukl.en. en bijzonderlijk over de Prredes· tinde en Erfzonde. Alle zijne fchrifaen zijn bijeen gedrukt, in drie deelen Îil folio. in het jaar 1630; welke. echter, weinig van waarde en in geene achting zijn. Want doordiee hij zig nooit met eenige gezindheid volkomen vereenigd heeft, en overal iets berispelijks vond, ontmoette hij nergens aanhangers of voor!1anders, wordende doorgaans met den naam van rrijgee1t gebrandmerkt. Ook was hij. om zijnen onrustigen aart, weinig bemind; doch dlJor zijne !lamheid maakte hij zig in veele ge. vallen noodzaakelijk. HOOFT en BaR verhaaien , hoe hij, als een openbaar Benmprfchrijver. ze!{er Verzoekfchrift, 't welk hij voor de voornaam ne Roomschgezinden van Ilaurlem, dat door twin· tig perfoonen ondertekend werd, had opge!leld, in tegenwoor. digheid van de Gemagtigden der Staaren vcrfcheuren moest; wor· dende hetzelve geoordeeld naar oproer te fmaaken. Hoe hevig hem dit tegen den bom !liet, was het, echter, niet in fiaat, zijnen haat tegen de vijanden van, of de liefde voor zijn Vaderland te doen verminderen, waarvan hij qe doorDaandfie bewijzen gaf, m~t de verijdeling van den aan Dag , dien de Spanjaarden gemaakt hadden, om zig van Enkhuizen en andere Noordhol· ItJlldfche Stedtn wederom meeller te maaken. Ook had hij zig, iu 't laar 1581, zeer berucht gemaakt, met het fcbrijven van de Juflificatie voor de Magillraat van Leiden, in de zaak van coor.. HAAS, waarvan boven gefproken is. Om hem, ten aanzien van het geene hij tegen de Gerefor. meerde Kerk verricht heeft, niet te bezwaaren, zullen wij den Ridder HOOFT volgen, in het geene deze heeft a:mgelekend, noFens zijne be!1rijding van den Heiddbergfc/un Catechismus, waarin hoofdzaaklijk de leer dier kerke vervat is: deze zegt dan: hl dus Uil 'Yerwarring van tweedracht tIl wantrouwen (te voo· LI 3 ren
524
CO 0 R N HAR T. (Dirk Fó/ker/s'(,.)
ren van hem. nopens de overgan~ van Graaf WII.LElI VAN DEN BERG, in dienst van Sptfnje, gefproken hebbende,) fchl'eef Dirk Coornhart, un boek.den tegen den Heidelbergfel)en Catechismus, en eigende het de Staalen van Hollalld loe, die het rlilgeel'ttlll/s ontijdig misfzaagde. El/em}'ellllzo fe/ure Predikan. ten ,'erzogten tegen hem gehoord te mogen worden. zig flut.: maaItmde, de leere "Im de Catechismus te verdedigen, magligden de Prins, en de gemelde Staaten • un merlr/~ik getol v,m Leden Imnner ,'ergndering, en des f/oogen Raad, nepens em van hel Hof van /lol/tmd. ,'oor dewelke Adriallus Sar.via, vonr/eur in de Godgeleerdluirl en Predikant, ter nne. en Coornhart ter filldere zijde, het gele/lil zouden beMisten. Op Jen 27flen ,'an de maand Oélober, ,'all l~t'I jtlar 15::2, werd dil aa'lgeYIIIIgm, elI een wijl tIjds voordgezet , loch "oor hel'el der Slaaten geflaakl: wanl 1I1et het elljle punt ging zo ,'eel lijds door. dal hel eindelijk onflichlf/ijk geholldm wed. fchoon partijen doorom niet na/ielen. elkander tltet gedrukle fohriftcn te kur te gaan. Zij. die zig kunnen verledigen om re leezen , het geen COORNHART, zo van deze gehoudene Dispu[atie. als van zijne bezwaaren tegen den Heidelbergfchen Cfltechismus gefehreeven heefe. zullen moeten erkennen, dat hij. in d~rgelijke zaaken. meer hoofdig dan verllandig gehandeld heeft. en dat hij ook op verre na niet in flaar was. eenige van zijne opgeraapte bezwaaren tegen S.ARAVIA fiaande te houden. of Ie kunnen verdedigen. Zijn fchrijven ging evenwel zo verre, dat, toen hij zig. in het jaar 1588, te Delft nedergezet. of bij zijnen vriend CORNELIs ADRIAAN'ZOON nOol\IGAART tcr in Ivooninge begeeven had, meenende aldaar meer rust te zullen vinden dan te Haarlem. ter voltooijinge van een Werk. waaraan bij reeds dertig jaaren gearbeicl had. behelzende ecmige uittrekzeis en aantekeningen op den Bijbel, uit verfcheidene papieren en febriften bijeengezameld • welke hij aldaar voorneemens was, in orde en onder tijtels te bren&:en: toen bij. herzegge ik, zig aldaar net!ergezet had, werd hem, van twee roedragende Boden. zeker gefehrift voorgelee. ~en. waarbij hem, op flraffe. bevolen werd, binnen vier-entwintig uuren de Stad te verlaateo. COO~NHART verzocht copie ve,t\
CO 0 R N HAR T. (Dirk Po/lurlsz.) Pollurlsz.)
--
525
------------
van dat bc\'el. be\'el. doch he. we .i hem geweigerd; waarop hij zig v2n d2t oogenbliklijt. in gef hrirt.: bèklaagde, veroogenbliklijk hrirt.! aan Burgemedleren Burgcmeeflercn beklaagde, zoekende reden te mogew mogen' weelen, en in rechten ontvangen te H!cren van de Wet vonden vO!lden goed, goed. hem monworden. Dan de H!t'ren antwoorden. dat hIj", der Stad 'Zijn'/!. zIjmIe • deling te antwoorden, hIj', {;un ;;ttn Burg~" Burger áer :tig naar !uI/d,.,ftlijk !Iet [dnft/i/Ir bel·et bel'eI had te geárilllgm. g~dr./(Jgw. bezig Mllr Daarop he!;af hij zi~ naar zijn laatll;! gaf laat!l:~ verblijfplaats, veI:olijrplaats, de Stad (;olJda, r.ouáa, al\'r.lar alWolar hij eene verantwoording deed drukken, onder den tijte! tijtc\ van l\roflffllc1urffl, waarin hij ni!!t dit leed Nanmfdurl7l, niet dui{ll!r duiOcr te kenncR kenner! gaf, dat. d~t.dit hem werd berokkend door de Predikanten. die h~llJ, h~lI1. op all~ wijzen, van arrchiiJdden. en waarhaatelijke wijzen. vaD de predil.:!loelen predildloelen afTchilddden. waren. die trachtll!n trach([~n te bewerken. dat hij in cene eene onder ook waren, ~e ... angenis werd opgeOooten opgt/looten : waartoe, echter. echter, de Sia· S.2a· eeu ..... i;{e &e eeu~'i~e aanmerkinge van 7ijnc 7ijne dienfien, dienllen. den Vaderlande bewceten, uil aanmerkingc beweeniet te beweegen waren. HI!I Ho!t volgende jaar zond hij een zen, niel nan de ~~jnoJe u,. Coudf. Coudt, vervattende brief !lan ~~jnode van Ier vervallcnde eefl eeJl ver7.pek verzpek of Je .fgebrukene afgebrok!!ne Disputatie O\'er over den CalechisulII Catechismus. aanbod. om de •• Predikant!!n (zo hij zeije) hadden afgebroken, te herdie de Predikanten gewdgerd werd. In het laatfle jaar zijns levens \(:vens vatten; dat hem geweigerd fchreef hij legen tegen J. LIPSIUS, over het Kecterdooden. dce.:! dat Ketterdooden, en ded gefchrift verzrld veruld gaan met een opdragt opdr3gt lan de Ma~il!raat Magil!raat VQlt VGlt gerchrift Leiitn; 't welk wellr. hem euvel afgenomen werd, werd. doch docb meer om Ln .' Leidtn; SIUS behaagtn-, dan uit haat, haal, dien zij zil tegen COIjRNHART 5lUS te behaa&fll-. COIJRNHART hadden; waarover zij, echter, na de., dell afval van LIP,lU" LIP~lU.l, groot beo rouw gevoelden. Op zijn doodbed vO!lr"k vollr.lk C00RNIIART COJRl1IJART de Vtrantwoording Intwoording van zijn proces tegen hel Kelterdooden; welk ge· ge{thrirt zijne etfgenaamen, na zijnen dood, in b~ Latijn ver{thrift vertaaling gc!meen muklen. maakten t blijvende zijne venaaIing taald, door den druk gt!meen V:ln 't N. TCSlameOl. van Teslament • met de veTk.laaringen verk.laaringen van ERASMUS, ERASMUS , onafgedaan. Hij {lierf flierf den 29flen Oét, werd in de Groote gedaln. Oét. 1590, en w4!rd Groole Kllrk te COl/da, COl/dil, omtrent vovr Choor. l>egraaven, allVaar zijn voc.r het Choor, begraaven, alwaar Klrk grafltrk pronkt met dit {Taffcbrift, HlNDRIK LAUgnfttrk craffcbrift, door den Heer HENDRIK UNi Ulfi SflEGEL SPIEGEL gemaakt:
rust 'Nu ,."st Dit"s lust DH"s 'Vrtultl En "rtuIIl
Nog jU,t flilt Zijn digt Ctlfhrijf, Ce(fnrijf,
Ll., Ll.f
Wil'
5.. 6
CO 0 R NH ART. (Dirk PO/lrtrtsz.) lI'as deugd, .Maar '/ Lijf En 't waar Hier Mteft 't Hoe zwaar Cod !teeft 't Ook ,'iel, De Ziel. Slierf den XXIX Oéloóer. in den Janre lilDXC.
BRANDT zegt, I. Deel, bI. 767: In zijn kronlrhedde was hi; :au" geduldig tn gt/aNten; zeggende onder anderen: ilr hth
"IJn Cod ten ziel ontyangtn. die behoort hem toe: indien ik die bejitte Nis mijn eigen, foo doe ik qua/t'jk, mIJer bl'jitte ik tiie als Codes. [00 doe ik recht. 't Is geen eigtnilom: hij ;nag die verwerpen of behouden, foo 't hem gelieft; ik heb geen kingen , maIJr Cod! is goed, hij doet niet dIJn goedt. ende ett fal mids dien fylJ god fc Jepfel niet verderven. Wy zullen OlJS niet ophouden met een nafpooring van alle de verfchilIende oordeelen, die, na zijnen dood, over bern geveld werden, waar. van de mee(le, uit belang van aanideeving of partijdigheid, hunJlen oorfprong hebben. Men kan met waarheid van hem zeggen. dil[ hij een Dlan was van gngemeene talenten; zo vin 7.iel als lichaam, 'en die altoos werkzll8m was. In zijne jeugd had hij zig geoefend in de muzijk en dichtkunst; hij [peelde mee(ler. Iljk op de fluit, op de luie en clavecimbaal ; ook muntee hij uit in de fchermkulJ~t: en van alle eerlijke kunsten en wetenfèhap. pen bezat hij eenige kundigheden. Op maaltijden en in eerbaan, gezelfchappen was hij de lust en vreugd • [choon hij zig nooh door den drank liet overrneefieren. Nergens was· hij fpaarzaamer op, dan op zijnen tijd, levende zeer geregeld; alt OOi vroeg opllaande, en behoorlijker tijd naar bed gaande; flaapende niet lan· ger dan zes uuren. Onder de opbouwers en voorllanders der Nederduitfcbe taaIe was hij geen van de minlle zijner tijdgenoo(en, zjjnde l'en vijand van het gebruik der bastaartwooroen , w~rtoe hij zeide dae de l'Iederduitrche eaal veel te rijk W3$O Zij. ne vercaalin~ van 't beroemde W":"',;e van CICERO. OYlr de PligtCII, fchoon weinig bekend, is, in haare roore, een meesterlluk. HIj was zekerlijk een man, die doorgaani heeft doen blij. ken, dat hem 's Lands welvaart meer ten harte ging, dan zijr. eigen: waal om hem de naam van Waar pIJ/riot nimmer kau
be.
coo R N H .'\ R T.
([)Mr Po/lursz.)
5'27
betwist worden. Hij verkoos liever in een' !laat van foberheid. dan van uitmuntende grootheid te leeven ; denkende, in den eerllen, vrijer en onberchroomder, voor de waare vrijheid van zijn Vaderland, te kunnen uitkomen, en de bedwongene Confciëntien meer van dienst te zijn. Wat zijne fchriften, over de Godgeleerde verfchililulcl(en, betreft, in deze had hij zig tegen geene Bnderin dan tegen het Ketter.lood
Voor het eerlle deel zijner werken is; zijn leven geplaatst, en LIS zij.
sz8
C 0
P IER. (Andries)
zijne bedrijven, zo als ze hier geboekt zijn, zijn te vinden bij HOOFT, nOR, BRANJ)T, en anderen. COPIER • (A~J)RTES) was van geboorte een Hollander, als zijnde een natuurlijke zoon Vlm den ouden Heer VAN CALSLAGEN • e~n getrouw aankleever van Prins WILLE~l DEN EERSTEN, en onvcrtzaagd, als de dienst van 't Vaderland 'er mde gemoeid was. HierVlln gaf Ilij openlijke blijken in het jaar f574, tcn tijde dat ,emelde Prins van oogmerk was, om, lDet goedvinden van de tretfi!liJldlcn der Burg-eren, zi; van Ántw~1 pen mee ter te maaken. Deze zaak kreeg in zo verre haar b'-:(üg, dat 'er twe
ne.
COQUEL. (Antrmf d{')
COQUEVILLE. (llr. 1'.)
5's>
fier geen deelgenoot van den nanflag was. Men had COPlEIl zo hevig gepijnigd, dat hij in de zijd.:! geicheurd was; het welk. zig lOt zweeren zeltede. hem den doe·cl veroorzaakte. Geduurende zijne bedlegering zig zo zwak bevil1d,~nde, dat hij de gewoone fpijze niet konde nuttigen, gaf men nnn zijne huisvrouw vrijheid. bij haaren man te g~an, om hem iets ter verllerking te brengen. Dit gefchiedde, en was oorzaak, dat de gevnngene middel vond, om onder op den bode:n van de pot, met een nesteling, eene waarfchouwing voor den Grillier te krabben, en hem naderhand te doen weeren, (bt zekere lIlICHIEL VAN OK WIELE bel~end hnd, dat de Heer lIIAII.Trr,! mede van den lanUag bewust was. Niettegenllaande deze w:1arfchouwing, werd dezelve, als te veel op het gezach van de l\hgillraat vertrouwen" de, naderhand mede gevat, en niet, dan na het daorflann van 6e zwaar;le tormenten, ontllagen. Zie BaR, VU. Boek, p. S86cn58ï. COQUEL, (ANTON! DE) verd~digde, als Bevelhcbbe:r, in dienst des Konings van Spllll/e, in het jaar ) 5';12, e~ als een dapper man, de Stad Steenwijk, tegen Prins MAURlTS en Graaf WILLE;If VAN NASSAU; weigerende hij, zo lang het hem eeniglins mogelijk was, van overgave te willen hooren. Toen het niet meer mogelijk was, de Stad langer te houden, bedong hij een eerlijken uittogt voor hem en de zijnen; dit werd hem toegeGaan, op voorwaarde, dgt zij, geduurende den tijd van zes maanden, beo oosten den Rhijn niet dienen zouden. Zie BOR, XXIX. Boek. p. 19. COQUEVILLE, (Heet· ",m) of COCqllel'i/!I', een Fransch Eder. man, de~d, ten voordeele van den Staat, llJet ecn mcnig.e gevluchte Frnnflohen en Nedtrlnnders, in het jaar 15116, met beo williginge van ORANJE, nu en dan een' inval in het Graaffchap Artojs; ook namen zij, in Picardiëll, St. ra/eri in. Op order van den Koning van Frankrijk, en op aandrijving l'an del] Hertog VAN ALBA, daar binnen belegerd wordende, werden zij verraad en , door den MarfchaJk VAN COSSE. Onder de gevango. peu bevond zig COOUEVILLE, die onthoofd werd; zijne bijheb-
ben.
53 0
C 0
R
A N O.
(Antollio)
~--~---
bende Nederlander, moesten het insgelijks met dcm dood bekoo· pen, \I'ordend~ ~:lcen de Franfc:IClJ verfchoond. Zie llCR. 1V. J3o:::k, p. :133. CCR~;-':O, (A:'\TONro) was, hoewel van geboorte een Span. jar.rà. een man, die de J-lcr\'orming toegedaan was. Bij oml;:~!..! zi b , ~l.; l'r.:c:ï:;anl der GerefufIlH/e.den, in het j:lar 1566, jn Frll;:krijk, ten tijde dat de Smalen van Brah'alld, bij de H.:r. toginn<;, , na h.:t zend':I) v~n 't Reqt!est door de Gen:formeerden a3n den KonillI;, m~d;,;i;)g der Flukamen verzocht hadden. 0i' de \\:rklnarin;; der l!cnoginne, daarop geen be fluit te kunnen l:e(lUCn, dan in \'ollè SwarswrgaJcrillgcll, vcrnoutten zig, eeni;;e d::;;cn C~:Wil1J, de G,re/ormeerJen, ecn Request over te geO;!,'\:n aau den Gnlavè "LX JWOG,TRAATEN. en aan de Magil1raat \:m /b:/Ji'clj-'Cn, w~~ri:!' zij verzochten, d::c ""TONIO coRJlr;o. etn Sranj~art, dien zij uit Frfwlrijk onth,Jdcn hadden, voor hen mogt prcJi!:en; dat hij, bifgcnaamd BEf.Ur.I;\E, ecn bd;\\'O,dll man \I'~S, zijnde bcwcest l\1inis'er van de II~TtoginI1e VA;\ },~~l\l(ARA. Het antwoord was, iat zij zouden wae,~len tol de 1t'i'IJ!jlomfle YfllJ dm Pïin!e, die afll'cezig W,IS; en derden z.ij {!;:dcrs, lid was !{'(JOJ 11i1ll1lC1J wil. Echter deden zij, op de:! ,Heli Dcccm!1cr. C(,R.1!IO prediken. De i\Jagi!bat daarowr h,:ar CóI1g,JWCgCi! bt:1Oo:1t:l1de, alitwoordden de Gertformeerden, ("flt 1;,C/I tlit uiet Uil kwade k01lde duiden; dat zij geeu ande. ,'m l'redikfJIII ha(,'Jm. dan. Taf1ill, die ziek/i;" wps, m dat :ûj lIlccndt'll, fJOel den Graaf, noeh de illagi/lrntJt geoJfenfcc;-d Ie IJi'bbfl/, l'ermils zij zulks bij Requeste hadden Yerzoe!I!. De IIerru;;iil wiJlde het verder predil:en van CORANO in gcer.cll de:('\e g<.:Goo;:en, eisfchende zelfs d~t de Spanj3art gelha[t zoude worden; cn op dit bevel predilae hij ni ct meer. Kort daarop, Va/enchien l;oor NOIRKAR~II!:S ingenomen zijnde, en die St3d wederom, ren dienlte des Konings, v~rt1erkt wordende, kwamen te dntwerprn MATHEU3 FLACCUS ILLI UCU;, SPAN('E:'i3I:RGEN, en andere Kerkel;dicliaars uit DlIitschiIJnd, de dugsIJu,.:;/;:;c COlijfsjie ro~gedaan, welken de Gereformeerde Predi1,:):;[~i1 nucd;gdeil Wt het houden eeller di'p:.zratiè, over eenige il! v~rfçiJÏl zijude nni:;clen: onder 8ndcrèn over de tegenwoordig.
CORANO. (Alltonia) (AI/IOnio)
CORBARO~.
531
digheid van het Lichaam van CHRISTUS in het H. Avondmaal. De uitflag dauvan uitDag da:uvlIn was, w~s, dat de twistende partijen hunne Geloofsbe. lijdcnis(en lijdenisfen afzonderlijk in druk deeden uitgaan. Om het ver· verfehi! weg te neemcn, neem en , of ten minn(!n minn~n te tC verkleinen, decd CORANt) deed CORANCl in druk uitgaan cen een Zendbrief Zelldbrief aan de Herders der Duitrehe GeA:lt ... ·crpen, behoorcnde behoorende tot de Augsburg{c!te Atlgsburgfehe meente bir.nen A:Jt;n~rpen, COllfesfie, hun vcrmaancnde COI?fesfie, vermaanende tot cendragt eendragt met de Gcreformeerden. Gereformeerden. hroed~. eerstgemeldeM zijne lieve broedeIn dien brief noemde hij de eerstgemeldea '-In, en beklaar,de zig dat de fioel der waarheid was verkeerd in "tn, dien der tll'cedl2gt; tweed::!gt; de fioel, noel, waarop men niet behoorde ti prediken. dan het woord van God, Cod, om CIIRISTIJS CHRISTUS te leeren kennen. en aanwinst te doen dgen van ecnigheid eenigheid en broederliefde. tot afller· afHerving van den ouden oud~n Adam Adrtm en alle kwaade t-egeerten. begeerten. Hij voe~ voe~ de 'er nevens, dat men, men. anders doende, zis gelijk fielde m(!t m~c onberchaamde Rome. onbefchaamde l\lonniken, in!1rumemen in!lrumenten van den Paus van ROIIZI!. dien hij den ANTIC!JRbT ANTIC!IRlST noemde. Het middel, dat hij voor· voorniet~ dan gernaatigdheid en liefde: laat OIIS fchreef, behebde bchel,de niets OIlS (zegt hij tor tOt aar Dot daar van) de dl! jlidtilJ(J flidtilJfJ der geT1lt'el1te ge11l('ente J. C. ZOI'zoeken, /een, etl etI l1il't /lift M ~Il U ~e eigen t';de/~ iJde/~ glorie; lam lar.: ons, O/IS OIIS bet/u,pihmeer(ligen 0111 IlIcnfclzm door 011 ze prcdikatii};z, om de l1Ienfc/zl'll ollze prcdi/wtiëil, tot Christus, den ,pperjlen leit/en , en niet om 0111 de Confesfie valt ,pperflen Leeraal' Leel'am',, te leiden, Confcsfie vaa Augsburg , Ilod 0111 de Catul!iwlUs van lVIartinus, CatulJimlUs 1'all lVIaninus, noch om de ,'all Jan of Pieter. f/órjlen uirlegginge "(lIl Pieter, Ie latit ons de rorflen te "olgen; laat gaven, dat alle Prili!1'II "all ,'all Duilsch:and te en Prili/t'11 Ie kCllllfIl keil/lOl geeven. al/e qllestim qllesti("1J zijn luJrgc/egd, neérgclegd, eli ,',-ientleeIl dat wij in alle vereeniginge m l'riendelijk/uid Jij/duid Ie l'en. Deze brief was gedrukt in 't Fransc,'z en Duitsc!r. Duilsc/r. en was gedagtekl!nd J 5Ó? Hij gedagtek~nd binnen //lIt:llcrpen Allt:jlcl'pen ::!2 22 Januarij 1567. lIij is met den lof van veele begaafdheden te bezitten, en van 011gemeen bcfeheideli befcheideli gewecst geweest te re zijn, ten grave gedaald: zel'er. zeker, zonderling~, daar hij een Spanjaart 'r welk hem, hcm, waarwaar. icts iets zonderlings, Spanjaarr was; 't fehijnelijk, bîj de fchijnelijk. bÏj tie Henoginne Hertoginne te re meer gehaat maakte. Zie nOR, nOR, Il UI. I. Boek. BRANDT, BRANDT, Historie dcr der Rl'formatie. Rrfmnatie. I. J. Deel. CORBARON, één van de zamenverbondene Edele!], 'afCORBARON. Edelea, wiQns wiens ·af-
komst en geOacht geDacht duifier duiller is. Coa·
532
COlt. BUL O. (Cnejus Domitius)
CORBULO, (CNEJUS DOMlTIUS) een man van aanzienlijke geboorte, en Veldoverftl! der Romeinen, in deze en nabuurige landen; zijnde hem het krijgsbenllllr va!l het Wingewest in Neder-Cermaniën uoor Kei~er CLAUOIUS opgedmagen. Zijn lIrbeidzaame aart was gepaard met loosheid en firengheid olment de krijbsknechten, waardoor hij niet alleenlijk roem, màar zelfs de eer· tekenen der zegepraal verworven heeft, niettegenUaande hem bevolen was, geenen oorlog te voeren. In rust zijnde, was hij bedacht op middelen, waardoor de krijgsknechten in bezigheid mogten gehouden worden. lIet middel, waarmede hij hun der ledigheid onttrok. was. het graaven van c:en grift of vaart, [Usfchen d~ lJlfJas en R!J:ïn , ter kngte van omtrent zes mijlen, om daardoor, volgens TACITUS, de gevaaren vin de Noordzee te omgaan; of op dat· daardoor de rivieren, door de zeevloeden opzwellende, de landen minder aan o'lerflroomingen zouden blootaellen. De Caninefafm waren gewoon, hunne laagere landen, met kaaijen en kadijken, tegen de ligte vloeden te beveiligen, 't wel\;: alleen dienfiig was ter ftuiting van het water. dat van verre en langzaam tot hen kwam; doch een zwaarder en lleviger dijl~ was 'er noodig tegen de overfiroomingcn, die hun onvoorziens en met meerder felheid overvielen. De arbeidza~me CORBULO, hierin willende voorzien, was voorneemens , niet ver· re van de Nool"lhce, een grooten dijk te doen maaken, om daarmede de kleiner l;aaij~:l en kadijken, die van den een en kam tCgen de IVaal, en van den anderen tegen den R/ziin aanlagen. aan elkander te voegen, en aldIIs de vloeden van de lVoordzc4 zo vet:! te krachtiger van de binnenlanden aftekeeren. Ter bereikinge van dil ~ijn oogmerk, deed hij de grift zo diep en breed graaven. dat de uirgegraavene aarde daartoe voldoende moge zijn. en dat niet zonder eenigen omweg, vermits de grond zulks mis(chien vereiscbee. Dcwijlmen nergens anders, in het Eiland der Batavieren, gevonden heefe, dat de Rhi/11 23000 [chreeden, dae is vijf en drievierde mijlen van de ;Vam af is, ia zelfs naaulVlijks buwn ge bonderd zevelllig 1i:adiiin, zo als DIO ue tus[chenwijdte bepr.alt; moet men onderfiellen, dat hij niet wel op eelle andere plaats aan de 1111105 heeft kunnen komen, dnn recht t~ ~':~ over GeerrJiet, daar deze Hroom zig met de IPoai vereenigt.
c
0 R BUL 0, (Cnfjtls Dom/titls) enz.
5'33
eenigt. Het is ook zeer waarfchijnelijk, Jat hij de Fos{tJ Cor. hulonis. (de vaart van Corbulo) welken n:lam zijn gevraavene grift gedraagen h~cft, bij den Rhijn. aan het einde van de Lûd!che raart, de Vliet genaamd, begonnen heeft; en 'er is mede niet aan te twiJfden. of de grift zelve i.; in het Neder. duitsch zo genaamd gewcest: want het woord Vliet betekende, bij de nabuurcn van de Noordzee. de Eb en Vloed, om welke te keeren dit werk is aangelegd. Maar dat men daarom zou vastllellen , dat de Vaart, Grifc of Graft van CORBl1LO, dezelfde is, die DOg tegenwoordig van Leiden, door Delft, na:l.r iJ'laas. landJlllis loopt, fchijm te firijden tegen den inhoud van de ou· de Hollandfche Jaarboeken, die zo wel het jaar, als den uitvin. der t'an dit werk uitdrukkdijk aanwijzen. Want men kan niet twijfelen, dat de Dijk v~n ÇORBULO, cenigen tijd daarna. wanneer de oevers met veel zwaarder werk, tOt aan de Nooi"dzee, voorzien en verzekerd waren, als onnut, wederom in de grift geworpen is, vermits men van dezelve nergens eenig overblijf. zei meer vindt. Doch zij, die TACITUS en mo, de eenigfle wegwijzers in dezen, verlanten , en d.: Vlieten verder nag:t;lI1, !èhroo" men mogelijk in de Vaart van C\.JRiJUL0 te vallen. vermits zij anders daartoe geen de minfie reden hebben.. Het is een bekende zaak, dat 'er verbaazend veel gefchrevcn en getwist is, om de rechte Grift van CORBULO aantewijzen, zonder dat zulks tot nog toe beOist is. Nergens maken de IIollandfdle Jaarboeken melding, door wiens I~st de gemelde Graft, die van Leiden, door Delft, naar lJJtJf/S!nnd loopt, g~dolven zij, maar wel van d.! op!Jouwing der Stad Delft, zonder echter van de Graft te fpreek~n. Dit niettegenllaande is het gemeellll:e gevoelen, dat die Stad aan de Graft van CORBl1LO gellicht is. CWVERlU> ijvert 'cr Zier ll:erk voor; en tot nog toe heeft men ook ge\:lle bewij~et1 lot het tegcndeel, die m~er ll:eek houden. Men zie verder hier over ALTING & HALMA, P. I. p. 47. of de Schans, I'fsting of Ster/af Kon voor dat deze Veldheer het bovcngetn
vlm COf"bulo.
534
C 0 R BUL 0 NIS M UN I 1\1' ENT U M.
door het gerucht van zijne ilrengheid verfchrikt waren, zonden zij bern terlland Gijzelaars, en hooden aan, weder te keeten onder de gehoorzaamheid, waarvan zij zig, na de nederlaag van APRONIUS, ontflagen h:tdden. CORBULO hun dus enkel met zijne komlle tot onderwerping gebragt hebbende, wees hun landen aan, maakte, om hen in toom te houden, een ficrkte in dezel· ve, richtte 'er een Raad op, en gaf hun Overheden, en Wetten. Den tijd. waarin dit is voorgevallen, wijst DIa aan, als geweest zijnde in het ~gt-en-veertig!1e jaar onzer tijdrekening, toen CLAU~ DIUS voor de vierde, en Al:LUS VITTELLIUS voor de derdemaal Burgemeeller was. Min zeker is de plaats, alwaar die lterkte door hem is aangelegd; men moet 'er dus, uit de omllandighe. den, naar gisfen. Op het Art. BADUHENNA is aangetoond, dat zij, die over het V/ie woonden, het alleen zijn geweest, wel· ken de legers van APRONllJS verflagen, en genoodzaakt hebben tJerug te keeren: deWIjl de Friezen, die Ran den RhijtJ woon· den, door de Romeinfche vloor terug en in room gehoudca werden. T ACITUS geefi niet ondui!1er re kennen, dat GORBULO , met ziin gewapend leger, naar het land der Cauchen trekkende, denzelfden weg koos, langs weiken GERMANICUS, voor dezen, naar de CheruJi:en getrokken was, naamlijk door vaarten, meiren en verdronkene landen; dat hij, aan den Eem komende, ontmoet heeft de Gezanten en Gijzelaars der Friezen; waaruit dan geen ander belluit kan opgemaakt worden, d3n dat CORBULO zijne ilerkce maakce in het gedeelte van Friesland, over her !'lie, hetwelk het nnast aan den Eem en het land der Cauchers 1:1:.(. Dan ook dit geeft nog geene volkomene zekerheid van de ,\"a~re gdegenheid, fchoon men dit beiluit moer maaken, uit de bekwaamheid van de plaars, uit de overblijfzelen van den Raad, Overheden en Wenen t die men nog ergens kan oprpooren; en dit doende, dan zal men 'er geene vinden, waarop alles met meer recht kan worden to~gepast, dan op Groningen .. 't zij dat men acht geve op de nabijheid van de rivier de Eems, die door tie Romeinen zo menigvuldigmaal bevaaren werd; of op de ge· maklijkheid. om van de Noordzee en de Marnomoafl[che Ha. "en daar inteloopen; of eindelijk op den weg te land, langs een harde en hooge {heek, van de Graft van DRIJZIJS af. Ook zal men
----
CORIOVALLlUM. CORNELU. (A.)
53$
men geene Stad vinden, daar de vorm van Regeering aan de Romeinfche zo veel evenaart; wa:lrvan men de ~ewjjzen omllandig bij ALTUW vinden kan. En wat aangaat -dat aldaar, minder dan elders, Romdnfche Oudheden gevonden zijn, zulks kan men goedmaaken uit TACITU;, die verhaalt, dat CLAL'DlUS aan CORBULO verbood, eenig nieuw geweld regen Ccrmal1if:'n te plet!gen, en dat hij zelfs de Bezetting a2n decze zijde vall den Rhi;"; deed ril rug trekken. Zie TACITUS, J<7a;,boek{!1/, cap. 19. CORIOVALLTU~I,
volgens
HALMA,
uit
ALT/NG,
een plaars in het
Land vlm Overmaaze, in het Reisboek van A.NTONIJN, Cori/)"allrl111 genaamd, doch in de Reiskaart CorlovalluTlJ, dat zeker-
lijk niets dan een misnellin~ is, zijnde in plaats van di.! i een t gelleld. Beiden Hemmen ovcré~n, dat Coril",alJiulIl ligt vier gemeene DlIirfche mijlen van Altlaca, in her LalJd van TOllg~ren. in het midden msfchen Cu/ik en her Land der Ubi~n. (Keulenaars); dar ook Coriova//ium en JtJ/i(JCUIll, of Cil/ik, drie en een halve miil van elkandçl' liggen; cn dus zou dit dc plaats geweest zijn, daar tegenwoordig /{eijer is, zijnde een Dorp, gelegen in ecn dal, een mijl van J1Ja4lriclzt. CWVERIUS, om te doen gelooven, dat het. door moorden en Heel en , in onze da. gen, befaamde Ya/ket/burg, her oude Coriovalliu1I1 is, verzint eene benaaming, die nooir voorheen door iemand genoemd werd, naamlijk Corll'f1lgm, eu houdt mer veel ernsr {laande. dat de Romeinen daarvan hun Coriol'(Jllillfll gemaakt hebben, op het Duitsch lYalchcnbllrg, waarvan zij Co,. voor afgenomen, en Burg achter aan gezer hebben. Hij zegt verd~r, dat 'er geen on. derfcheid is tusfchen Yû1cke/lburg en lpl4/Chenburg, als alleenlijk in de uitfpraak. Indien zulke verzieringen kunnen doorgaan, zou bet mer de oude cu hedendaagfchl: Geographie be.• droefd gefield ziju. Zie HALMA. CORNELII , (A.)
geboren te Di:Ij't, uit cen eerlijk genacl~t,
Storm yan 's Gl'IlvUfJnde genaamd. AI in zijnc jeugd werd hij.
door zijne ouders, tCf Scàoole gezonden, met oogmerk om him X.DEJ::L. l\lm bf't
536
CORNELII, (Aa'ria""f en PfJPP;u,) enz.
bet predikampt onder de Hervormden te doen bekleeden ; Wlla.raan ook bH uitneemendheid voldaan werd. Zijne eerfte fland. plaats was Fran/m.datll, in het !aar 1573. Nade,haLd te Delft zijne oud"rs komende bezoeken, werd hij aldaar berol'pen, en bleef 'er, met bewillh!inge van die van Franke.dRaf. Hij WIS de derde in den rang der Qelffche Leeraaren na de Hervorming. en was tt'genwo,'rdig op de ~iinode te lI1iditiburg. Hij over· Il!ed den ,den Jllnij 1605. Zijn afbeeldzei gaat in prent uit. Zie BLEISWIJK, p. 400. CC'RN!lIT,
(ADRTANm)
een vermaard Kan\Snnik, geboren te
BrouU'ersha ven, lIicrf in AllguS!lIs 1556. CORNELII, (POPPIUS ) was, in den iaare 1603, Lid van de Sijl:ode te Harlingen, in 16 r5 van die IC BfJ/sIVllard, en ov~r leed den !l5llen Mei r6!lS. Men houdt hem voor den zoon vlln CORNElll'S POPPIU> , vlIn R/lster of Oosterhoule, voortijds Leeraar te $nef k, vanwaar hij, om zijnen Godsdienst, gebannen werd. in 1567, op verbeurtc van lijf en leven. Twee jaaren d~arna werd hij Predikant te JPésterÏtui:::.en. in Oost-Friesland. Waarfchijnelijk is hij het, die re Wezel, in 1568. de Kerltenorde. aldaar beraamd, mede ondertekend heeft. Zie DREAS, Naamregister ier Predikanten.
doorgaans bekend bij den naam van werd geboren te DorrJreeht, in het jaar vijftien honderd en twintig. Zijn vader was Mr. ADRIAAN C'JRNELI$ "'OUTERSZ, Pastoor van de Nieuwe Kerk, binnen gemelde Stad. CORNELIS werd, in het jaar 1548, Minderbroeder tC Brugge. daar hij openlijk, geduurende den tijd van dertig jaaren, predikte, (als men aan zijne walgelijke Sermoenen den naam van Pre. dika.:ien geeven mag, 1 mids men daarvan afneeme den !ijd dllt hem door de l\'lngillraat het prediken verboden was. Naar del! tijd, waarin hij leefde. had hij zig tamelijk wel in het Latijn ea Grieksch geoefend, en verfio!1d ook een weinig vaa het Hebreeuwsch. Meer wa5 hij geleerd in de kunst van vleijen ei! lasteren; doch als hij 'er zi~ op toeleide, wist hij fom tijds ~ ('ORNELIS ADlUAANSZ.
DROER COR:SELIS,
~aa-
CDR NEtJ S ADR lAANSZ.
53?
zaak en zeC'r wel voortedrnagen, en werd daardoor, in dIen tijd. voor een treff.:lIik Prediker gehouden. In alle zjjne Sermoenen verhief hii den mqn~dlijken (laat verre boven den gehuwden. om den Hemel te verdit'nen: waardoor hij veel a getrouwde vrouwen zeer bekolTIm~r,1 maakte, en veele jonge dochters een .fkeet voor het huwelijk inprentte; van heiden kwamen veelen bij hem ter bit'chte, om ~and en troost vr:l:lgende. BROEit CORNELlS, die epn !!eile I'oef "'as, kreeg het in den zin, om uit alle dezel1 eene Orde van Del'otari.'fen in te (lellen; betoogende , volgclIs Zijne w:'ze. dat de getrouwden nog zalig konden worden, zo zij de vlee,chliike begeerten in bet huwelijk konden wederllaan ; do~h niet de daad zl'lve. maat de neiging van de vrouw tot den man. mfle
Mm
2
on·
CORNELIS ADRIAANSZ. ongetrouwden onderzocht hij de gedachten, en hanoclde voorts daar mede als met de getrouwden; laatende haar zelven de gardekcns maaken, en zeggende met een groote ernsthafcigheid, dat zij, om de discipline valJ hem te olltvangen. haar /ie 'wam ntb/ootell moest"IJ. om door di~ naakt'uid, d.! hefciu1fJlIJdheid. bencl'e/)j' de geveil1sd/uid • te overwinnen. Van trap tot trap
bragt hij haar daartoe, dat zij zig mo~dcrn1akt omldeeclden, hem de gard in handen gaven, en ootmoedig baden, haar zondig lichnm te willen lUchtigen; 't wdk hij dan deed, zeggende: l welk een fchuft!) dat Code atl/1!{rllfllner was. tie ootmoeo'igizo"d {/fr po,:'tcfitie, eJ] (laf zij zig outk/eed hadden dan wel de horde jl.Jgell. di.! ,'Jlj ook weigc'rde te tee l'en ; misbrui· kende da;;noe veele zinl'preukcn van godvruchtige oudvaderen. Dan, hoe z\\aar ook deze bouswicht de onnozelen door eeden verbonden had, werd. echter, cit zijn fchandelijk bedrijf open· baar. door twe:: zen eerba:\re dochters, BETTEKEN M.\AS en KAL' LEKEN PIETERS genaamd, welke tot dl! olHkleeding uiet wilden bewilligen, en daarom door BRJER CORNEJ.IS als verdoemd en voor k~tters uiq;en;aakt werden. Deze ging,:n zig daarover in de bi~clH b~raad(,1l met den (;ardia1n "all h~t K:ooster, dil! ha:U' beter en cerli'!;cr onderrichtte, undt:r vourwaardl! v:m te zwijgen, en het Klol'stcr niet te khal,de te maaken. BROER eOR:>!:' LIS, niet hunntnde verd, ~ngell dat zil Zlg van hem lllllhieldcll • deed haar heide in den kerkban, ja beklaagde zig zelfs op den predikaael over BETTEKEN MAAS. J)e Maeiliraat 'er dns kund. 1l:hap van kriigende, decd de beLle dochters voor zig komen, en ontdekte toen den gant(ch.:n handel. Ue Regenten, na die ontdekkillg. met reden, voor de ecr van hunne vrouwen en dochters beducht zijnde, klangd.:n 'er over aan den Gardiaan) die CORNELlS, iu het iaar' 1:,63, naar Iperm v.:rzond. Dan, mes den aanvang der h·!rodten iil dil Na/er/tllI/m (J566), l.wam 1,j1, zonder verlof, weder te Bru/!ge, en begaf zig op den pre· d:klloel, gruwelijk tierel1d~ \!n IChel.icl,de op de l\1agit1raat, op de ~taaten Ge'leraal, op de vicr Leden van YlaatJdere1l, op den Prins VAN ORANJE, en op de Kett.:rs. Ilij betoonde zig, in zij. ne WOiste drilt. fomtijds Illeer dol dan verftandig, ja hij [chaam . de zlg niet, de Lneerlijklle laaI voorttebreDgen. Hoewel zijne Sc\"
CORNELIS ADRtAANSZ.
539
Sermoenen genoeg bekend zijn. zullen wij een gedeelte van één derzelven • die hij in cl·' ma1nd December 15Ó6 deed, fchoon op verre na de flechtne niet, hier bij voegen. Na gedeelrelijk zijnen text verklaard te hebb: n, zeide hij: ba, ik zoudt van dul/ig!leid en j(f'am1c!zap wel uit mijn vel (pril1{;l'II; ba, daar zijn te dlltWcti"l'~, ilJ dien he/fclJ(n poel, in dien duil'e~fchen (/f.~1"ol1d, d,g,z1' alle l'erllla/cdiit [<'niin en .flin~·enje l'lii!igheiJ te 'u/IJun {{rorit en "loeit, wederom ,ûellwe l'el raders , 11ieuwt fe'zc/men en hooswichten , uit de vuvloPlrte en verdoemde DlJitfc ',,. 1(111.1('11 aangekol1Jen, en ",('men h er i1/ deze edel.: N'de/'lal/dm, (we'~'e z(t; 1'room/IJk in h/!t Cat Jo/ijk !.:erjlen;eloo)'c gthouden hebben. tot dat die fnll!!ere droog/! Duitfdlc LI'I'I'eael'Sga/l'1I hun 1'uil befcheten re'luest gep"efentetrd Izaddm ,) h/lll 'iedt'r Confesfit "t1ll .I1ugsburg/è.'lt overtebrerzgn; en ft planten: danr01/J fchijte i/( in de COlifrsfe 1'/ln dllgsburg; ba, de tijd zal/log komm, dat die COllfèsjie aan de gfl~1{ ge "a 71:('11 , 1IIet jli,0 (IJ jlrr:nt beworpen :;01 u'ol'detl; ja alle Catlzo!ii!ren hUil got 'cr lUlt; zullen veegen , ba! zo ::;in! ba! de Duifel "aalt dt Cnfl .:fic: Of{ wat mee/U dij! dat wij dol en :.or ziin. en dat ,rii OilS zo z.u:/elJ laun overáui"e/cn, l'flIl dccze leercaersgatell, pec;:,e )'e,.,.aders. Doch, al genoeg van deeze ergenillfen en
mor;Ggheden! In het jaar J 572 voer hij niet min wrwoed uit tegen ALr;A. Dan het verdriet ons langer met die zotheden bezig te zi.n; die 'er behagen in vindt, leez;e zijne Sermoenen zelve; waaromtrent wij, echter. durven verzeker,m, d1t daaruit geen het minne nut of 11ichting te haaIen is. Men moet hem evenwel dit recht doen, dat volgens het getuigenis van ZI.\'EERTIUS en andere ~eloofwaardige mannen, 'er eenige geleerde leerredenen van hem in fchrift gezien zijn. die in de beroertelJ zoek geraakt zanden weezen. Ook is nog van hem gedrukt, eene Verhandelin)!; over de Zeven Sacrall1e11tm, en eene Uitleg~ing van de Tiell Geboden. Ten tweedernaale was hem. in het jaar 1576, het prediken verboden. Niet lang daarna werden de broeders van zijne Orde befchuldigd van onnatumliike zonden; waarom eenigl'n van hun verbrand werden. Na dien tijd leefde BROER CORNF.LIS in een zieklijken en kwijnenden naat, lot den, .j.den Junij van het jaar 1581. Eenigen. zeggen dat hij in zijn Kloos-
Mm 3
ter
CORNELIS ADIUAANS7;
:r.ns
ter te Bru,l!ge, andere dat bij in 't St. r.asrltuis, aldaar begralven is. Ook word gezegd, dat de bekende Schilder •• tol.TIUS zijne predikarië'l afgefèhreeven en in bet ligt gebl'lgt heeft. Te Brugge, op het kerkbof der Minderbroederen , ziet !Den nog, ter zijner eere, een g~affchrift. ingericht als of hij ~en onbefproken en heilig mensch geweest ware; en niet Illeen dit, maar een kundig en achtingswaardig mtn onder de Roomschgezinden, niettegenfiaande bil wel voorzag dat hij daarover aan1loot zou Hjden, ondemlm, hem van zijn fmette te zuiveren. in deze woorden: " Dit is dan die beruchte en wijdbefaamde Brur Corntlis. wiens gedrukte predikariën zo menig gezelfchap vervrolijkt hebben, en nog daaglijks vervrolijken, en greetiger V:IO veele men· fchen gelezen worden, als het beste predik:ttieboek, dit is de ei. gen Broer Corneti$, zal ik nog eens ze~gen. wallt het herhaa· Jen van zijn naam, zal alleen alle mijmeringen en zufferijen van menig lezer verzetten; dit is. zeg ik. die Dordfche Minnebroeder , van wien zo veel buitenfpoorige malligheden, om hier geen Oegter uitdrukkinge te gebruiken, verteld worden. Zouw ik die aJgemeene vreugde hier komen llooren ; zouw ik Hollands tijdverdrijf, ik zegge zijne dro:lige en meer al5 koddige Predikatien • en alle die mooije vertellingen. in twijfel durven uekken? had ik een aigemeeRe amand van alle inlllndfche Schrijvers, tegen mij te wachten? Het zlll evenwel, hoop ik, ,een fchelm!luk zijn, het zeggen van anderen. en hun oordeel over de gemelde Predi. katien, en over die zo uitgekreten verteIliugen • den Lezer in 't kort voorre!lellen: Een befcheiden en onpartijdig karel is Dooie onwillJg, zo wel de verdedigir.g als de beCcbuldiging aantehooren: ik wil niet ontkennen, dat wij al aardige Predikanten in Ollze kerk gebild llebben, dat de MODnikkeft voornamelijk. 'e zij OID wat bezonders te zeggen. 't zij uit onkunde. 't zij om :m. dere redenen. fomwijlen froltzen en fabelen, voor bondige rede. nen en F.ualJ!(eliCche waarheden. op den PredikIloei gt'bracht hebben. en het vo'k met onnutte vertellingen, in plaats van heilzame en fiichtelijke leeringen • opgehouden hebben: maar dat al geefr nog geen vast gevolg tegen Broer C()rne!is. Het zou ons in alle gevallen niet deeren, dat een drollige Monnik eeDige poczen
CORNEL IS ADllIAANSZ. A DIUAANSZ. CORNELIS
Stl S.I
nangerecht, en c:enige ~enige ollbetaam. onhelumzen op den {leel fit;el der waarheid aangerecht. Jijke kwinkflagen . en boeneriien boenerijen lJitgelapt uitgelapt had; IJlen men kon dit niet nict lijke dnn op de rekt'nin/{ rek('nin~ van zijn Konvent Zètzet; z('tzct; ~aar rr:aar de waar· waarmeer don heid mag en moet in alles worden n3gezochr. Ook wil ik mij beid ua!; niet 3!S a!s rechter gedragen, en ell 'cr zelfs niet eens In in in dt:ze zaak \:r van (1ernmen, maar alleen a!leen bijbrengen wat deftige Schrijvers '.:r flemmcn, geoordedd en gefchreven geièhreven hebben. IH:bben. en laaten den Leczer Leezer dall dan geoordcdd oordeelen,, of men over dien Dordfchen l\lindcrbrocder, oordcelen Minderbroeder, ongete driftig geoordeeld heeft: hoord ongezien, ongekend, niet al Ie hooren wat geleerde CD cn befcheidcn mant-:en manr.en en fchrijlaat ons dan hOOTen lijd geleef.j geleefd hehl)cll, VJIl hem zeggen zeggen.• vers, die in zijn tijd behl,en, VJn " VALERlUS VALERIUS ANDREAS. e~n een mali m311 van kennis, en die nooit van .. geeft h.:t gC:l1igeni~ van hem, panijrchap bdchllldigJ is g,"wccst, parrijrchap g~wecsl, geef( h~t getuigenis bij in gd~(-rdhcid gd~frdheid en welCprekenheid welfprekenheid heeft uitgemunt, uitgemunt. dat dat hij ge \Veest , dat hij raalell bij uimemenheid eTVaaren ervaarcn is geween, hii in drie raaIen Pruggennnrs deuïg Jeuig jaaren jaarcn lang, !:let met ccn cm bijzondere bevalligde IIruggenaars Jicfinlighdd in het godddijkc goddelijke woord onderwezen beeft: heeft: heid en liefilllighc:id tusJchcn de lasteringen en hd htt geduurig raazen en tieren dat hij tuslèhen lJncalhohjkell, tuslèhen tuslèben de vui:aartigc der uncalhohjkell, vui:nartige aanvechtingen der lascn tusfc hen de bcfpotting befpéltting van eerrovende eerruvende (ehi mpfchrifteraars, Cl! tusfchcn fchimpfchriften, altijd volfiandig en onbcf.\'eeken onb~r.\'eekcn is gebleeven gcbieeven •J en de rechte Eindelijk voegt de gemelde Apostel van Brugge is geweest." Eindellik Aposlei Schnjver, uit SANDERUS, 'er bij, dat zijne [chriltt'n Schrijver, fchril(~D.J na d,t dIt hij overleden was, was. door de kwaadaattlgheid der OnroomCchen Onroom[chc:n veroverledcn ollCuchtige kwillkfla~en kwiukfla;(en en klugtige val,cht zijn, en dat zij 'cr ontuchtige bcfpu[tingen yan van den zeer vroomen en onrchuldi~en berplltlingen on[chuldi~cll man hebben ingdlanst." ingdlansl." Doch de vraag is, is. of de geleerde VAN RIJN, wiens woorden Kerk/zjlu Out/luden Outi/udm va" dit zijn, in de aantekeningen op de Kerk/ijke Zuid/lol/anti. p. 133 geZuit//~ollant/. J 33 en 134, in zijne vooraffpraak zelf nict ge. noegzaam te kennen gegeeven hebbe, aan dit getuigenis vaa vaQ VALERlUS VALERl\JS en ~ANDERUS geen volkomen geloof te kunnen gee\'en. \Vant waarom anders het beding gemaakt. van eeen geen red/er Want redier Ie willm zijtj, die gellûcenis{tn geluigenisjin niel niet eens ilJ in willen zij'J. en te bekennen mei tlie jlemllJen? Dit zo zijnde, ware immers zo een voorfpraak voorfprnak beIe jJcfflme,,? .fec achtergeloaten. achtergeinaten, ten minnen min!len om olD Zijns zelfs wil. Nog komt 'er "er DROE.R CORNEX"lS CORN~IS fiierr fiierf in het jaar lS81, lSBI teelijk geeelijk wij ge. bij, dat DROU l\lm 4 zel,;d 1\1m ze,d
SP
CORNELIS. (Wil/mi) C'Fil/rm) CORNELIS DirÁ'r:oon, Dirl.'szoon, enl.. enz. ----
---~---~
~~----
-~
dat VALERlUS '588, zcgd hebben. en dar VALERIUS ANOREUS ANDREUS eerst eersr geboren werd '5 88, en overleed 16j3. g~lijkrijdig levende fchrijver 16,3, en dus als ge.'n Re,'n gelijktijdig Cchrijver bijgebragr bijgebragt kan worJ"'l. worJ~'l. Ziin :lfht.'cldzel afbeeld zeI g3at, gaat, onder de zeldzaa. zcldla:l. me poumaitcn va:l VAN \'AN SrCHE.\I, ~rcHE.'I, mede ill in prent uie. uit. CORXfLIS, Kapieein. in dienst CORl\'ELlS, (wInDI) (wILLnl) was cen een Zeeuw,ch Zecuw~ch Kapitein. van de geoétroije~rde geottrnije~rde Wesr-Indifchc We5r-IndiCche l\laa~chappij. l\laa~èhappij. In hee het jaar re hij, met eenige andere Nederlanders, omtrent de 1634 geraak geraakte hii, mer Bra:::.il, in een hevig gevechr mee met de Spanjaarden, klist van Bra::.il, kust w:larbij deze Held, kort kore vóór dat dae de vijanden vernield werden. W:larbij te filcuvelen, IilclIvclen. kwam IC DE: LAAT, LAAT, Jliarlijlrr j/rrhaal ~'"n lIést-fni. Comp. Zie DE Jllflrllj!rs P~rhaa' )'lIn d~ "'frt-fni. p, p. 396. CORNELIS D1RKSZOOlf, DIRK5Z00l(, bekleedde, in bet jaar 1572, te iI!onni· Jlfonnilundam, Irtndam, de waardigbeid van BurgemeeOer. BurgemceOer. Een man van groo· grooten moed en bekwaamheid zijnde, was hij boven dien bekleed, bekleed. met den rnng rang van Admirnal van No Noord-Hoillmd. ord.Hol/imd. Proeven van, zijne dapperheid gaf hij in het gevecht tegen DO~51/. hel vermaarde gevechl DO~S!). Zilt het Arlikel Zie Ar~ikel 80'5U. BO'5U. CORNELIS CORNELlS MI]NARTSZj MI]NARTSZ; zie WI]NARTS. (COIlNRLlS) (COIlN&LIS) ÇORNE~15 WIGGERTSZ; WIGGERTSZ; ÇORNE:.rs
zie WlGGERT;Z. WJGGERTiZ. (CORNI!!L1S) (CORN!LIS)
CORmLIS WITlI; zie WITH. CORNELI5 DE WIT!!; WITII. (CORNCL1S DE) ConNELT;Z, CORNELl'Z, (JAC'lR) (IAC'lR) ook wel genaamd ]ACOB VAN DAALF.I'f, DAAtF.I'f. werd gcbon::n g.borcn te IC RO/lerdatn, Ro!/erdam, in het jaar 16o~. Onzeker is her, w~nneer hij ij\'erig I.cerI.eer· wanneer hii geflorven is; dir dil weer wecl men, d~t hij een ijverig 111//It/dallJ W:lS, aar bij de Doopsgezinden re ..dllJll~/dalll w~s, en wel mer meI n3Jme vergadering in de kerk bij 't bij de zulke, welke hunne vergaderin/; '/ Lam hielden; mer meI welke \\'elke hij naderhand zig vereenigde vereelligde met die van elen Toren. Hij was zeer ervaren in ele de Heel· Heel- en Ontleed-kunst, waarvan dc de bewijzen in druk zijn. Zijn nlam is mede vermaard verCchillen, welke hij had met JOOST JOOST "ENIIENgeworden door eenige verfchilIen, DRms, ]'an Christus. gaar, op DRTKS, over dm Dood ,'an Chris/us. Zijn afbeeldzal gaat, mrer dan t!êne mrcr ~éne wijze. In prent uit. COl.N~
C 0 R N PUT. (Gl'jlnchtlijst "an)
543
• CORNrUT, of CORPUT, is een aanzienlijk geflacht, dat veele jaaren te Breda en te Dordrecht gebloeid. en aanzienlijke mannen voortgebr~ót heeft. De eerlte, dien wij op de I:eilachtlijlic daarvan ol1t3loeten, is CORNPUT, (HE.."\DRIK VAN DL....) getrouwd met N. N. bij welke hij verwekte, CORNPUT, (NICOLAAS VAN DEN) IJmdriksz. Bllrgemeefler te Breda, getrouwd met N. N. waarbij hij verwekte tNee zoonen ~~l ecne dochter: ANTHONIJ. die volgt. HENDRIK, Kanunnik te Brtda, zeer onverwacht over. Jedenf den l{len Januarij J53i. 3. EVA, die trouwde met Gi/lis Buy{tn, welken zIj drie ldnJeren baarde. J.
~.
CORXrUT, (ANTHo:-.:r] VAN DJ1:N) Nicolaasz. trouwde eerst AUID BERGE, en daarna ANTfWNIA nORMS. In het eerll:e huwelijk verwekte hij vijf kinderen: \'AN
I. HENRIK, wiens vrouw was ELI!AnE'r1I VAN HA GE , en liet ua zeven kilJderen: 1. WILLI!:~I, !2. ANTPlONIJ. 3. ALlJT, 4. JA~KENS, 5. GOOLKEN, 6. MARIA en 7. ELlSABETH. IT. 1\1r. JOIJ,\N, die volgt. lIl. l\lAI\CELLt13, gehuwd met ANTHONIA ANDRIES, GijshertJ doclJter, waarbij bij had tien kinderen: I.
J.
3.
.ot. 5.
6. y.
ALIJT, getrouwd met JAN VAN CETERS, dien zij één' zoon baarde. lVTARGRITA, getrouwd met LAMnERT VAN OORT. HEYLKEN, getrouwd met GILLIS VERRIJKEN • DINA. CORNELIS, die ter vrouw had ELI$ABETH Dingl1NllnJ dochlir. JOHAN. N~COLAA5.
Mm~
•. r-.
544
COlt N PUT. (Ctflacltt!tjst vlln) 8. JOIlANNA. die ten mltn had HENDRIK VAN DUlJR~N.
9. HU\'SI':RT, vluchtte naar
HlI11Iburg, en trouwde aldaar
1111'( MARGRETHA TADEUS. 10. HENDRIK, llierf ongetrouwd.
IV. CORNr:LIS, \V3S Burgemeefier te Brtia ) en getrouwd met ANTO:'\IA N.
V.
LA~IBRECIIT,
had ter vrouwe SY~IONA DE BO:'\T, en WOB bij haar drie kinderen: 1\NTONIA, gehuwd aan LA~IIlRECflT VAN !CHARRE~ BERG; zij hadden één' zoon. 2. HENDRIK, gehuwd met LOLK]E YAN LEEU·.\'MRDEN, val\'ckte bij haar (él1' ZOOI1, JOHAN genaamd. 3. CATIIARI:'\A, gehuwd met KORSTlAAN HAAKS, 1l:ierf zonder l;inderer.. J.
CORl"Pt;T. (1\1r. JOHA.. VAN DEN) A1Ifhon;sz, geborcn den D(cember veertien honderd twee-en-negentig, was Griffier en Secretaris der St:ld en Baronnie van Breda, in de jaaren J 5 39, J 560, J 56 J , en in het laatstgemelde I3urgemt.'efler 2Uaar. Den J7den (étober 1525, was hij getrouwd met ~NTHONIA ~JlN' TJ!NS, geboren den Isden December 1509; zij was de duchter \'2n HENDltlK l\IONTE~S SEVERIJWZ, Haad en Thelaurier Generaal van de Graaven JOHAN ENGELBI':RT en HENDRIK VAN NASSAU, en dnarna VQn de Prin[cn RHENé en WILLE?1 VAN dlANJE. !Jen I7dcn September J 567 vluchtte V.tlN DEN CORNPUT, met zijne vrouw en kinderiill, om de lwm(le van ALOA te ontwijken, uit Ered", in na\'olginge van ORANJE. In 't eerst zettede bij zig te K/etf neder; van daar trok hij naar lf/eslp,~fJlm, alwaar hij, in den jaare 15<19. overleed. Zijne weduw Oierf te Hdde/berg, iu ]57?. Zij hadden te zamen gehad agltien kinderen, waarvatl tien jong ge(lorven, en de overgeblevene dezen zijn: J nen
I.
BARTHOLOMW, VAN DEN COR1IIPVT, geboren den ~3{len AUguStlli /533; Griffier.en Secretaris der Stad en Baro· nie van BrtdIl, in /560, 1578 en 1590. Daarna was bij
54-)
C 0 R N PUT. (Cfj!a:hrlijst 1'on)
hii Secret3r;s re dntwerpm, til laatst Secretaris van de Wl'e~kam:r te Dord,\'c/u Bij trouwde, 1562, CATHARINA M 'NTENS, en Iliert tC ÁJkmaa1', den Iilen December 16 0, .w!:;uènde Al"TIiCl[';I.\ VAN D':N COJ.NI'UT, geborcn den lfien Maart J 564. en getrouwd, 1620, met Mr. THOMA~ Dl'L, ilJ Engel, lId, al waar zij, ló40' 1Uerf, zon· der kinJ,-r~n 1.:ll<;:lateD. 2. JOHANNA VAN DEN COP.NPUT, geborcn den l8den Oétober 1534, trouw.!è, lJen 13den Januarij 1562. met HENDRIK SMETlU, , Lijfarrz v:;n den l'altsgraave, Hoogleeraar in de .\leJicijuen te Middelburg: hij fiierf 1614en zij 15&9. n~la:ende vitr kinderen: 3. ANTHONI], dit: volgt .... HENÛRIK, vulgt nad.:rh:llld. 5. }<mAN. gebofi:n I 42, en overleden 161 I ; zijoe bedriJven zulten hierna gemeld worden. 6. SEVER!jN, geboren 1543, trouwde, 157°, ANNA VAN DER MEUU.";. tm ilierf den Bfien September 1575, nalatende één éénigell zoon, JOHAN VAN DEN CORNPUT, die fiierfin de Straat van Mage/tuln, als Vaandrig van den Admiraal MAHU. 7. ELISABETIi, geboren 1552. trouwde, den .;.den April 1518 , met den vermaarden Hoogleeraar FltANCISCIS JUNiUS, te Leiden; zij Werf den uden April lSd 7, en hij den 23fiell Octuber 16o!1, nalatende vier kinderen. S. l\'IcoLAAS, Secretaris te Brefd, trouwde met N. N. en had verfcheidene kinderen, onder andere: BESTER VAN DEN CORNPUT, getrouwd met El,uNUEL VAN METEREN, en N. N. Vt.N DEN CORNPUT, getrouwd mct JOACHIM OltTEL, Agent van de Staaten Generaal. CO.\\NPUT, (ANTIIONIJ VAN DEN)
derde zoon van Mr.
JOHAN,
~eborell den 3den Mei 1536, was Secretaris van de Weeskamer
te Brtt/a, en trouwde, 156l, met GEERTRUIJ VAN DEN BROEI(: hij overleed den lI'ften Augustus 1573, en liet nl twee zoonen: I.
Jo-
lIall) C 0 R N PUT. (Gejlachtlijst (CeJlachtlijst "tm)
54 6 II.•
aan!tonds volgt. .TJOIlA:-;, OIlA~, die aanftonds
Mr, CORXELJS COR:\ELJS VAX COR;-;Pl'T, die zonder killdez. 1\1r. VA:> DEN COR:-iPl'T, killde·
!::.
fiierf. CORNPCT. CORNPl'T. (JOHAN VAN VA;)I DEN) DE:» oudl1e oudfle loon zooo van V30 ANTH~NJJ. ANTH"NJ), werd gcboren geboren in Januarii Januarij ,563, ell cn was in 1618. J618. Schepen re Breda, Breda. Renrmcdler vàn de Hoogt' Hooge el1 L:1t1fe Laage Swal/lll'e. Swoluwe, Hij nam, in en Remmet!1er jnnre 1597. ter vrouwe lIlARL\ Dl;YZEN, geboren in '578, den ja~re I\IARI.\ ECYZEN, I S78. zii"de de dochrer ~Clltpen Ie Bredll, en ziiltdl! dochter van CORNELIS CORNEI.JS nCYZEN, :,clltpen te nrt'dll. Lijfal"tZ van Prins Iten April A ~lril 6/ 6/3, Lijfartz I'rilJ~ MAURITS. MAURIT<. Hij overleed den 2' !ten il , hebbende uit dit zijn hllwelijk verwekt rien kinJ~re:l, waArvan 'er ~e[tort'en zijn. en de overige vijf volgen. 'cr vijf jong I:eltor..-en Zijne mer JOHAN BERK, Ridder, R~adpel,fion3ris Raadpedion3ris weduwe hertrouwde met BERK. Ridder. Stad Dordrecht. Extraordinari~ Ambasfgdl'ur AlIlbasr~d<,ur bij dc:! de:! Koning der Slad Dordrecht, Extraordinariö n.cpubliek van Pene/jen. f/et1ctien. van Engelal1d, en bij de llcpubliek J. A!'\NA ",IN DEN CORNPVT, CORNPt;T, oudJle oud!1e dochtcr dochter van v:In JOHA!'! JOHA!,!
Ci RNPUT en DEN C· cn MARIA BUYZEN, geboren den !!4fien April 1599. J 599, trouwde, den 19den Oétober .616, .6 j 6, 24ftcn mct \\'ITII, Heer Corndiszool1, CVl'ndis;;,ooll. nalaaten. met Mr. jACOB DE InTII, nala3len. vicr kinderen. kmderen, Zie de Gencalogie de vier Genealo~ie van DE WJTH. ~. Mt.RtA Mt,RtA V/IN DEN CORNPCT, geboren den dcn 3,Hen Oétober 1603, trouwde, trouwdc, den 2ófrcn 26frcn November 1614. met Mr. AI;RAH.\nl A~RAH.\M VA::'<' VA:'ELlS dell 2sllen 2sflen Aug. J (4c, nalaatende l1al~alende virf vhf kinderen, die hiJ de GenealoGcnealoZIJPE~TEIN ç:emeld gie van ZIJPE~TEll'~ ~ie ~emeld moelen moeten worden, worden. 4. CORNEI.H CORNEl.B VAN DEN CORNPDT. CORNPUT, geboren den 29flen ~9Jlen Arri) Arril J606, r606. trouwde. trouwde, den ~den ~dèn September 1629, Met Dlet Mr. QURI.N l;Iecr in C'ÛllnsOOg, Cl>ll1nsoog, Baljuw vau QI:lRl.N DE VEER, 8ecr 's Gra'sCra":'N VAN
z.
N PUT. (Gejlachtlijst C 0 R N (Gejlachtli;st ~'an)
~47 S47
Gravenhagen ; zij overleed den loden Maart 1672, 's GravetllUlgen;
en hij den 18den l8den November 1675, 1675. nalaatende zes kinkin. deren. 5. ANTO:-;Ih Al"TO:-/lh VAN DEN CORNPUT, geboren den 26!len !:!6ilen November 16°7, lé07, trouwde, d~n 17den Julij 1630, met ANTHONIJ VIVIEN, Heer van BtJvegines. BtJvegines, dien zij één' één' zoon baarde, haarde, welke naderhand Raadpenûonnis Raadpenfio113ris der Stad Dordrecht werd. Zij overleed den ...<4-den den FèbruaF\!brua. rij 1656. viE'rde zoon van Mr. J0'lA:'i en ANTHONIA JlIONTENS, geboren den 26!lcll 26ileu Mei 1536. vluchtte, in de maand September S~ptember des jaars 1567, met zijne ouders. broeders en zusters, voor den tirannijen van ALB.~. In de Pallz Pahz begaf hij zig tot 'de lludie iludie der Godgeleerdhdd; Godgeleerdheid; vanvan· waar hij, J 578, weder teruggekeerd zijnde, werd hij als Predikant te Dordrecht 1562, Dordreclzt bevestigd in dat zelfde jaar; zijnde, reeds in 1562. getrouwd met IIDRIANA VAN VIIN BREcur, BREClIf, die te Dordrec!it, Dordrec/tt, in den f.<are VA~ DEN CORNPUT ging, in het volgen. volgenj1llre 1,)84. ')84. overleed. VA:>! de jaar, een tweede huwelijk aan, met HEYLWEG HE'î'LWEG COLVIUS. Hij 2~l1en Augustus 1601, binnen Dordrec,':t, Dordru.;t, en overleed, den 2~!len werd in zijn familiegraf aldaar begraaven. mi mj zijne eern:e eerl1:e vrouw hadt hij verwekt J0!l.\l"NA, JOII.\l"NA, AG~,AHA~I, ISAK. JACOB en ELISABEl'll VAN DEN COl\;-.IPUT; COII.~PUT; en bij de tweede, A::IA "N.'IA VAN DEN C(\RNPUT, (HENDRIK VAN DEN)
VAN DEr. CORNPUT
CüRNPUT. r::URNPUT. I. JOllA:'i:"A JOrlA~:'\A VAN DEN COR~PUT,
gehoren geboren den 7den 7deu Februarij 1565, en den loden October 1587 getrouwd me~ !\iELMELemOR V.~N DEN BRotn, CIIIOR v.m DROV';, Burgelllecller Burgelllcc11er te Dordrec,Z·t; Dort/ree/:!; zij merf den 17den ftierf liden }ulij Julij 160~, 160~. nalaatende vijf kind~r.!n. kinder~n. 2. ABRAHAM !JSf1en Deccmbet ABlt.\IIAM VA:"l VA:>! DEr; DF.~ Clll:NPUT, Cl'I:NPUT, geboren èen den !lSt1en ) 567, overleed ongehuwd als Predikant PiIll:z, den Predikallt in de PIl/!Z, 28tlen J:1!1tmij 159-. 3. ISAK VAN DEN CORi'\PL'T, geboren Jen 3011en Jan~'arij 1569, 1569. in 1597, ALiJT trouwde, trou\\'de, in ALI1T DE I1E WITT, :facobs :ft/cobs d~chtc'r. d~clzt<,,.. was Predikant te Breda, Br~d(l, en overleed den óden Oaober 1599, n:!laatcnde nalaatende éra' één' zoon, genaamd AIIP.I.
548
C 0 ft N l' U T. (C:ej!acht{ijst vall'
..
geboren dell 7den J~nuarij J59Q, die, den 2l!llen Februarij Il'i33 , trouwde met ALETTA DE WITT. dochter van I-leer FRANS. Hij wa; Predikant te Gits/tn Nituwlrerlr. docb werd, om zijne zwakheid, fchoon nog jong zijnd~. Emeritus. Echter liet hij niet na der wereld van nut te zijn: hebbende bij gefchreven de Godddijlu Flofchtltlr, in IV. Deelen; het Ltven valt 11fe/ancthon; Historie der TUI'ken; en Onde,.z~dc of PttrtlS ooit te R(l111t Kcweest is. Hij overleed billoen Dordreclrt, den 30llen Oéto ber 1670, nalatendc eelle dochter, genaamd ALLlTTA VAN DEN COllNPUT, geboren den !l3nen Maalt 1634. 4. JACOB, die volgt. ,. tUSA8ETH VAN DEN COR:VPUT. geboren den !leien J:muarli J578, trouwde, iu Februarij des jaars 1601, met den Hovggeleerden Heer JOHANNES GERARDUs VOSSJUS , Regent van 't Smaten Collegie te Leifdm, en naddhand Hoogleeraar te Amfte/dam; hij fijert in den jaare 1 60~, nalatende één zoon. 6. ANDREAS VAN DEN CORNPUT, geboren den 18den Januarij 159'. troUWde, dcn 6den Junij 1621, eerst met MIIRLt STOUTENBURG , biJ welke hij één' zoon had, die jong ge. fiorven is; daarna, den 14den Junii 1616, met CORNELfj COOL, bij welke hij drie dochters had: ABRAHAM VAN DEN CORNPUT,
A
A"'NA, l-lEi\RJCA,
en
HEJLWIG VAN DEN CORNPUT.
7.
geboren den 1 7den Oétober 1593, kreeg ten man, den 14den ]unij 1616, GERRARD THINS VAN AKEN, en overleed, den J 4den Junij 1619 in het kraambed, van éc!ne dochter, genaamd ANNA.
ANNA VAN DEN CORNPUT,
(JACOB VAN DEN) derde !:OOll van liE"'DRIK TAN en ADRUNA VAN RRECHT, werd geboren den 1 fien Maart 1574. Hii bekleedde verfcheidene waardigheden in de Admiraliteit te Rotf~ril1m, was Gecommitteerde ter VeriaderinCORl"PUT.
DEN CORNPUT
~.
C 0 R N PUT. (Ctfllcht/ijst 110.)
54-'
ge der Heeren Staaten Sturen van Hollnnd /Jollnnd en 'Festfriesland. en laatst re Dordrecht. Zijne eerlle Gerecht~ te eerfle vrouw Burgemeefier van den Gerechr~ was JUDITH RUIscn, RurSCII. en de Iweede tweede JUDITH BERK. bij welke hij zeven kinderen gehad heeft. heert. waarvan 'er vier jong geflorven gellorven J 658. Zijne drie nagezijn; hij overleed den 7den Sepremeer September 1658. laatene kinderen waren: I. Mr. JOHAN, die volgt. llI. E:\IERENTIA 2. E:-'IERENTIA VAN DEN CORNPUT, CORNPUT. geboren den J7den J7del1 J 3 , trad, in 1617, November 16 J 6 13 J 6 ~7 , in den echt met Mr. lRANÇ01S l'RANÇOIS ,'AN VAN IlllRN. IlClRN. Ordinaris Raad in den Hoogen Raad van Holland, die bij haar verwekte vijf kinderen. 3. Mr. HENDRIK VAN DEN C"RNPUT, geboren den I IdeR rdea April 1621. 1621, werd, in 1656. 1656, Schepen te Dordrecht Dordrecht,J en oTerleed ongehuwd in 1°57. 1657. CORNPUT,(Mr. IOHANVAN IOHANVA"I DEN) zoon van ]ACOB JACOB VAN DENCOllND~NCOII.N. PUT en ADI\T,\NA ADRUNA VAN BRECIIT, BRECIIT. werd geboren den 7den Oétober Oé1:ober 1609. In 1639 w:as was hij Schepen te Dordreclzt; Dordrecht; 1647 164-7 Gecom. Gecommitteerde in het Collegie ter Admiraliteit van de Maas; 16'50 16')0 ia in Zeeland. Zedand. In 1636 was hij getrouwd met COIlNELIA COII.NELIA BOSl\1ANS, BOSJ\1ANS, bij welke hij verwekte vier kinderen: I. J. J.lCOB, J.lCOB. jong geflorven. geflorveo. :::. MARIA, M!oRIA, welkè ten B!VJl:ltcn man had Mr. WILLEM WILLEM VAN B!vnWIJK, dien zij eene dochter ba:arde. baarde. 3. JAC OB , die volgt. 4. ADlUANA VAN DEN DE~ CORNPUT, merf ongehuwd.
COItNPUT. COItNPUT, (JACOB VAN DE:") DEN) zo even gemeld, was Kapitein v:m een l{ompagnie Woerknechten. van Woetknechten. ten dienfie dezer Landen. Zijne vrouw was ELISAB'.TH ELISAB~TH V!oN VAN DEN KERKHOVEN, welker vader. vader, Mr. WILLE:'>I WILLE~I VAN DEN KERKHOVEN, Raadsheer was in het Huf Hof vau Holland. TACOB JhCOB werd, in ilJ een norm op Maastricht, Maastri,ht, den 261leu 26il:ea Oé1:ober 1676, zodanig Oétober zod:mig gewond, dat hij het bellierf. befiierf. Hij had verwekt, I. COR-
S5 0
C 0 R N PUT.
(C~jJachtlijst
I. CORNELIA VAN DEN COr.NpüT.
van)
die jong geilorven is.
2. JOHAN VAN DEN COP.NPL:T.
3.
WJLEE~! V/.N DEN COR:\PUT.
+.
CORNELlA \'i\N DE:-l CORNPUT,
:Qeze beiden het>ben hllll geflacbt voortgeplant. mede jong gellorven.
CORNPLT, (JOH,\N VA:\' DEN) die, gclijk wij zo even gezien hebben, een zoon was van 1\1r. JOll.\N VAN DEN CORNPUT en At\''rONJA ~lO:->Tr.NS, werd geboren in de maand van April des jaars 1549. Van jungs af den ollrlog gevolgd hebbende, werd hij, tot manbaare j.wen gekomen zijnde, Kapitein in dienst van den Staat. Alle getuigen Hemmen daarin o\'creen, dat hij geleerd. fchrander en bij uit!1d: ervaaren in de kri;gsbouwkunst was: kort· om een krijgsman. bekwaam om raad te geeven, en den raad met der da:lJ ten uitvoer te brengen. Graaf WILLE~! hoorde hem gaarne, beminde hem om zijne bondige redeneeringen , en tJeet. uit dien I;oofde, veel rij.ls I11cr heill. Mer zijn volk binnen Coel'crdCll gezonden zijnde, beg<JnllC'n de Soldaaten, wegens gebrek aan beraalinge, re muiten, ja dreigden zelfs, hem en de andere Officieren va'1 kam re zullen helpen, indien zij nict op het oogenbli:( geld vcr(chaHen. C-()RNPUT aclde hun voor. dat de Schrijver 'er om uit W:1<, CIJ zogt ze dus met woorden te !lillen; doch ziende Cat hij bij de meesten geen ingalll.:' vond, nam hij het beOuit , hct gecn hij mer gocdheid niet verkrijgen kon. met flrenghcid te vorèere,'. NIet een onverfchrokken gelaat deed hij vijt van de grout!1C! belhamèls hij den kop vatten; 'r welk, door zijne onvertz:lagrheid, bij de anderen vreeze verw.:kte; en wel zo f1:erk, d,n, [Oen hij beval, drie van de vijf, aan een pa~l gebonden, te doorfchietcn, zij nÎC!t dU:'fden weigercn, hem te gehoorzamen; op hun fllJl.!ekcn vergunde hij de twee anderen pardOfl. ToeH in het jaar 1581, Steenwijk, in naame des Kcnings, door RENNENnERG, zeer flerk belegerd was, lag CORë\PliT met zijne Kompagnie ennr binnen. De belegerden gcbrek hebbende aan lectiogt, gebeurde het dat zijn Luitennnt, met tien andere Officieren, op de Markt wandelende, elk hunner ecn le.enden Veldhoen met de h:lI1J grecpen; 'c welk men voor iets wonders hield J en aanleiding gaf tot allerhande uitleggingen. Co.a.N:
JOH ,'.:; \'.\:-;
Dl·::."
C OH:-;l'rT. STE E~; ...·tl;;-:~
l'!:YJ:~
DEEIU::'\!H:'.
{~}: V!L\.\
"·qnU)EXDE HOOJl E'~X Y1.EJ-:SJJOUvn:.a. ',','.",-.: :~.\~::' Z~;:· :,J ..': ~..:;; 7;
MEER T E
CD
n: ~
EETEN HEBBEN ; ANTWOORD : DANAN ZULLEN WIJ U EN UW S
GELIJKEN EERST OPEETEN
C 0 R N PUT. (GeflllChtlijst van)
5'51
CORNPUT, om den Soldaat tegen den honger moed in te boezemeo, zeide dat de Póorziel1igheid hiermede een hewijs gaf. de Stad ten eillde 1'an drie 1I'uken, van leeftogt te zullen 1'OOI'Ûell. 't Volk greep da:>.~op niell\\'en moed; en zonderling was het, dat juist omtrent dkn tijd i.ENNENBERG het beleg opbrak, zo dat men de Stad genoegzaam voorzien kon. Nog bedacht hij een anderen vond, om den Overlle NORRITS , die tot omtrent negen honderd roeden, ter on&zettinge van de Stad. genaderd was, van de gelegenheid der Stad kennis te ge even ; hoewel men dit vonr genoegzaam ondoenlijk hield, CORNPUT, echter, om hem van alles kennis te doen hebben, kreeg den inval om loodene kugels van twee pond te doen maaken, die aan elke zijde een gat hadden; het cene om 'er een' brief in te aeeken, en het andere om 'er vuurwerk in te doen, ten einde daardoor, en door den rook, de kogels te doen kennen. Deze kogels fchoot men naar NORRTTS ; die dezelve wederom fchoot. Hierdoor kreegcn zij beiden kennis van het geene geweeten diende Ie worden. VlI1g duurde het beleg: veelen van de ingezetenen waren den Spaanfchen toegedaan, en de minfien wa. ren Staatsgezind. Niet weinigen fpraken van overgeeven , en kreeTen veelen van de bezetting op hunne hand. Maar CORNPUT wi1d~ 'er niets van hooren. 't Gebeurde dat de Burgerij, op zekeren dag, g:ll1tsch oproerig op de Markt kwam, waarbij zig welhaast veele Soldaaten voegden. De Bevelhebber deed de ge. trouwe manf..:hap in 't geweer komen, en verfcheen zelf op de Markt, zeggende legen de Burgers: Pa,rt u weg. [delmen :
hier past gem ka/celen, om een ee,-lijk S~Id'1f1i dm moed te henellf/en; zij Yl!lfl(lt1lJ de zaakeli heter dan gij. Door d~n
ernst, waarmede hij deze woorden fprak. c1roopen zij allen weg; doch zeker Vlecschho\Jwer blc'ef llaan, en zeide: wat zal liet wezen, als wij niet 111en' te eeUt/, hebhen ? waarop CORNPUT hem antwoordde: nog Itl1lg is het eer WIJ rltlllr toe komen; m als wij dan daar toe gekomen zul/en zijn, zullm wij u , en IIW5 gelijken eerst oputeu; waarop de Vleeschhouwer mede
fiillekens afdroop. Voordat CORNPUT naar Stemwijk trok, had hij alle de Soldaalen doen belooven, niet van overgavo te zullen fprceken. X. D Ef, L. N IJ vOQr
~51
CORNWERT. COROIJE. (La) CORTENAAR.(E.M.)
voor dat hij 'er eem van 1j.1rak, op flraffe, van door den geenen, die n~ast hem !lond, doorfloken te zullen worden. Deze grno'e Hdd is gew{'est Commandeur te Hns[e/f, te Coeverdm. en 001, Gouverneur van 't Kas!{'el te Groningen. Hij overleed ongthuwd, den I~den September rtSrr. In het voorgemelde geOachtregister J.wbhen wij gezien, aan welke aanzienlijke fami. Iiën het door huwelijken vermaagCchapt geweest is , en welke beroemde mannen, ten dienfie van Land en Kerk. 'er uit voort. gekomen zijn. De bovengemelde AN~A VAN DEN CORNPUT is gehuwd gew!est aan Mr. IACOB DE WITT, en was moeder van bet vermaarde brocderflaar CORNELil en JAN DE WITf. Zie HOOFT, VAN METEREN, DALEN en meer anderen. CORNWEI\T;
zie
ltoP.NWERT.
COROJ]E, (La) of C{)coije. één der zamenverbondene Edelen. "'iens geDacht onbekend is. COJ\TENAAR, (EGBERT l\IEEUWESZOON) Luitenant-Admiraal, een Zeeheld. wiens daadcm IVel verdienden, van vroegere tijden af gemeld te worden. Doch, zo als wij reeds meermaaIen gezegd hebben, het lot van de meefien ~ezer mannen fchijm te zijn, dat bun oorfprong onbekend is. Hierover èehocft men zig niet te verwonderen, daar zelfs de afkomst van DE RUITER en TROMP. ZO al niet zeer laag, ten minnen onbekend is. Maar hunne roem is daarom des le grooter, vermits zij, door hunne daaden. zig als uit bet nof opheffende, met de grootne mannen van hun· nen tijd zig gelijk gefield hebben. Dus is het ook gelegen m~t dezen CORTENAAR; als zijnde, langs alle trappen. na verjies van hand en oog, van Onder-Kapitein, onder den Luitenant-Admi· nol OPDAM. opgeklommen tot Vice-/ldmiraal van de Maas, ein. di!IiJk zelfs Luitenant-Admiraal geworden. en in die aanzienlijke bedlening , zo loffelijk als heldhaftig. doch beklaagelijk teven. vo"r het Vaderland, gelheU\'eld. lJeze Held dan gaf. in het jaar 1653, als Onder-Kapitein VIII hovcngemelden Admiraal, de heerIijkCle blijken van Soltlaat- en .7.eell)an!èhap, in den tellen firijd in de Zon" tegen de Zweeden; zelf
CORTENAAR. CEghert Muuwesto,w)
55!
zelf wil men, dat hij zo veel deel :ian de eer der oven,\'innine~ had, als de Admiraal zelf. De blijken van zijne dapperheiJ behoeven geen ander bewijs, dan de erkeIHenis der Staaten van HollalJd. die hem. den Sllen Mei van het volgende jaar, in zijne afwezigheid, tot Vice-Admiraal, ondu het Collegie van de Admiraliteit op de lIJaaze, in plU3tfc van W.TT'- CûRNELlS D~ WIT, aanll:elden. Hiermede zijn beleid en dapperheid nog niet genoeg beloond oordeelende , vonden zij goed. hem tot Luitenant-Admiraal van de lIIaaze aalllell:dlen, en DE RUITER en V;\N MEPPEL, in de Collegien van AlIIJle!da1fi en II/es/friesland. Îll dien zelfden rang te plaatren. Niet lang daarna viel. in de maand }unij 1665, die bloedige zeeOag voor, ten nadeele van den Staat en deszelfs Bondgenooten. Eenigen v:m de Nederlandfche fcheepshoofden kweeten zig manlijk; anderen hielden zig, als lafl.Jartigen, buiten [choots. Het fchip van den Luitenant-Admiraal-Generaal OPDA~I Iprong, ommmt twee tluren na den middag; COKTENAAR , dien, na den dood van WASSENAAR, het gebied toekwam, was, in het begin van den Ilrijd, des morgens omtrent twee uure, zijn Efquader met een meer dan mannenmoed aanvoerende, door een kanonskogel gedood. Dus findigde die Held zijn leven, tot groot nadeel van den goeden \litOag van dat gevegt; zijnde hij reeds recht door het Esquader van Prins ROBBERT heen geOagen. De Staat was, echter, hern na zijn dood nog dankbaar, voor de hulp, die hij zo menigvuldig, en bijzonder in de twee gemelde gevechten, :1an zijn Vaderland beweezen had, en waarvan hij de liefde met zijnen oood bevestigd had. Het bewijs dier dankbaarhdd vindt men nog te Rotterdam, in de Groote Kerk. alwaar eel) prachtige tombe voor hem is opgericht, met een Latijnsch bijfchrift. welks zin deze is: De Edele lIfogenRe lleertn Vtllf de Ádmiralitct't, of Ol'er de Zeezatlken. !zebbetl dit gedenktekm, ter eere van de;j weergaloozen Held BAR THOLOlHEUS COB.. TENAAR • in erkentenisJe Ylln 's mans deugd) "(Iaden en gloririjkèi' tlood, fatuen op,.ec'tten.
Daar onder (laat: Nn
~
Ih
554 CORTE HOEF. CORTEHOMME. CORTENBACH, enz. De Held der Maas' verminIrt IIl1n oog en ,'egterhand , En edler 't oog "an 't roer, etZ vuist Vlm 't rader/tmd: De groole CORTENAAR , de fchrilr van 's "ijfmds v/ooIen: D'out;7uiler ,'an de ZOl/d, ligt ;n dil graf "cJloolen.
Onder alle de afbeeldzeIs van onze Zeehelden is dat van CORgeen van de minne, en bijzonderlijk dat, het welk, bladsgroone t door BL' TELING in 't koper gebragt is. Zie BRANDT. Le~'cn van de Ruiler. AITZE3IA, LevtIl tier Zeeheldm.
TI!NAAR
CORTEHOEF;
zie
CORTEHOMME;
KORTE HOEF.
zie
KORTEHOM3IB.
CORTFNBACH, (JOHAl'I VAN) Heer \'an Ht/mond, afkomllir uit een zeer oud geO~cht in Stoal:-BrnhatJd, waarvan nog af. ftammelingen in wezen zijn, zijnde voorheen aan de aanzienlijkfie familiëll vermaagfchapt geweest Deze JOIIAN. die mede on. der de zamenverbondene Edelen gefleld wordt, was een zoon van JOOST, Burggraaf vlln l)Uls"crg en tC1' ruure, en van CATHAnlNA VAN HALEWIJN. JOOST fiierf 1560, en JOHA;j)/ 1586, zonder kinderen natelaaten. Zie TI! WATER, p. 326. CORTEWAAG;
zie
KORTEWAAC.
CORTGEEN, (}ACOB) of JAceBus à CORTEGENE Fmnszoon. PARS Toegt 'er nog bij VAN REIGERSBERG. VALERIUS noemt hem JOH.~JlNES, Hij was afkomflig uit aanzienlijke ouders, en werd te Gouda geboren. Vermoedelijk was JAN jACOBS V.\N CORTGE!N. die in Gouda meermaals, van 1511- 1536, Schepen en Burgemeell:er WilS. de grootvader van dezen, die zijn woonplaats te L'lredt nam. Hij fchreef aldaar een verhaal van zaaken, het SticlJt betreffende, en in 't Latijn een verhaal van de venooningCIl, gcda~n en gemaakt bij de kOllllle van LEICESl'I!:R. Hij leef.. de nog in 't jaar 1600. Dat WALVIS, in zijne befchrijving van Coz:dn. hier ecu' misOag begaan beeft, fcbijm mij loe zeker te zijn:
CORTGEENE. (CORTRITr<. COR VER. ('t Cl'flacht v.) 555 zijn: want c1e perCoon, dicn hij noemt, meen ik die geene te zijn, welke ons bekend is onder den naam van CORTG&EN BO: -TH; en die hij hedoelt, was, meen ik, een Zeeuw. Dit zo ziinde zou \ALERJUS rq,( hebben, met hem JAN of jOHAN~IES te noemen. CORTGEfNE, voortijds een Stad in Zeelaud; zie KORTGEE:-iE. CORTRIJK ; zie KORTRIJK. een oud en aanzienlijk ..1ll1flc/dml1sch geflacht , en bijzonderlijk op de Regceringslijsten, CORVER, gcfpeld. Zo als \Vij den naam hier plattCe:J, is 't door den Heer WAGENAAR in zijne Bl'ji:/lriiFilig van /Illijldd'alll, fchoon de naam der COR\'ER5, door hem, voorheen, in ziine Yader/(mdfche Historie, met een K gefchreven was. Op de gemelde lij,t vindt men gemeld NICuLAAS CORVER, 1646 Schepen en 16jO Burgemeefier; Mr. JOHAN C R\'ER. 1666 SclJcpcn en Raad, en 1681 13ur;;emcelter; Mr. NIC0LAAS OJRVER, 1663 CommisC:lris en 1690 Schepen; !VIr. NICuLAAS CORVER, 17c9 COllllllis(àris; Mr. jOAN CORVER de Jonge, 1707 Co:nmisfilris en 17 Lj. Schepen, bi!kend als de !lichter van. 't Con'en-Il jjc; GERRIT CURVER, Beer van Yelzel1, l714 COlr. misraris, 1 ï 16 Schepen en 1731 Burgemeefier; welke waardigheid door zijn Ed. Groot Achtbaare verrcheidene maale bekleed is. en nog in het jaar I ï 47, wanneer dezelve, benevens den nurgcmeetler \'A:-: DE;ç BEm'DEN en den Penuon:lris STAAL, Goor de Vroedfchap w~rd benoemd ter begroetinge van den H~ere Prinfe VAN ORANJE, bij zijne komst te /lmfleldam. Ook ont· vingen de Heeren CORVER, JAN SAUTIjN en PJI':TEIl VAN DE POLL den Prins, ten volgenden jaare, bij dcszelf~ komfie in evengenoemde Stad, aan het Eleerm Logement. Hij was een der Regenten, die, om de ruSt der Stad te bewaaren, edelmoedig hunne ampten en waardigheden in handen van den Stadhouder hadden gefield. De Heer COItVER overleed, den loden van de maand Oél:ober des jam J765, als Meefierknaap in de Housves. terije van Brederode ,enz. De achting. die men aan h. t genacht van CORVEit verfchuldigd is, verdient dat ""ij 'er iets meer van zeggen. De laat,e overledene Heer GERRIT CORVü daalde CORI'ER, doorgaansch, niet KOR VER . ook gefdlied
Na3
~D
~51'i
C 0
R VER. Ct (;r(!oc.'rt
WIl) "
ten grave, met den lof, dat hij, geduurende zijn gamfche Ie\"én, ja zelf van zijne jeugd af aan, bctoond had, een navolger te ziin van de beroemdlle regl'eringsperlt>onen zijner geboorrelhd. Zijn grootv:lder was de Heer JAN, of lOAN COR'"ER, die, zo als wij gezien hebben, in "166 tot naad der Stad Amfleltlom verkozcn werd. Jn À("t ja~r 1674 bekleedde hij de luisterrijke w33ïdigheid van Ge,'olmag!igde i\1inister \'~n den Staat. lOt de handelingen over een verdrag van Koo)'handc\ en ZeeV33rt met het (lof van Enge/oIJd, bekend onder den naam van 't Troé"1oat !"tJlI 1I10/";1Ie. In het jaar 1{l6, nadat zijn Wel Ed. den vijfdgflen verjaardag van zijne verkiezing rot Raad der Stad, kort voor her einde van zijn ncgemieilde Burgcmeellerfchap, op eene ple~tige wijze gevierd had, (waarvan d~ omIlandighcdcn, als ook de 1\ Tcdailj~, wrtoonende het borstbeeld van zijn Wel Ed. Groot Achlb. , bij die gelegenhèid, aan de Leden van den naad gefchonken, te dnden zijn in de Boekzaal der Cr/eerde lYerdd, '":ln dar of '"Jtl hcr ,'olgende jaar ,) overleed hij, in een zeer 110ogen ouderdom. Zijn zoon, en dus de vader \'an d(!n H~er GERRtT Cc'R\"ER, was Mr. NICOf.AA' CORVER, die, na dat hij, ,"an de ja~rè I (,8<1 tor 1690, in de laa!!ere rechthanken dezer Stad, nIs CO!l:misfilris gefungel?rd had. geliik wij zo even gezegd hebben, in het laat!tgemdde jaar. tot hel achth~ar amp! van Schepen verkoozcn werd, welke aanzienlijke waardigheid hij, echter, flcchts eenmaal bekleed h~eft; overlijdende hij, tot fmafte zijner kind<:ren en der ganrrche Burgerijc, den 17clen September 1692. Dus bleef dim de zorg der opvoeding van den Heere GERRIT CORVER, vooreerst, beru~ten op deszelr:~ vrouw moeder, welke daarna in ecn tweede huwelijk trad, mer den Wel Ed" Groot Achtb, Heer en Mr. GERllRAi'\D PANCRAS. die, in zijn zesde Burgemeellerrchap, den 30llen JanuIlrij des jaars 1716 overleed, hebbende niet weinig toegcbragr tot de brkwaammaaking van dezen zijnen aangehuwden zoon. De Heer PANCR.\S heef! het genoegen gehad, van den Heere GERRIT CORVER, reeds reden het jaar 17°7, als Commisfaris in de laa: ge re rechtbanken, de zaak en aldaar voorvallende, met lof te zien hehandeleu. Drie dagen na het overlijden van gemelden Heer PANCRAS ,beklom r.Ie Heer G. CORVER, het Raadhuis, in de
.
wau·
C 0
R
VER.
('t Gej!acht ,'an)
551
waardigheid van Schepen; welk ampt, echter, door ziin. Wel Ed. maar ééns bckl~ed is: want in '7' 9 werd hij, in plaats van 7:ijll ouder t>rocd~r, den Heere JAN CORVElt, toen overl~den, bevordt'l d lOt Kolonel, en dus lOt hoofd der aanzienlijke AmOe!damfche Schu[terije : een eerampt • dat, voorheen, meL'r dan eens, de naaste trap tot de Burgemeeflerlijke waardigheid plagt te ziin. Die aant.ienlijke post werd door hem, uit achting \"oor zijne me"eburgers, bekleed, [Ot na zijne eerlle verkiezing als BureemeeOer , (die gefchiedde, gelijk gezegd is. 1731.) hebbende inmiddels. \'an 1721 tot 1732, bekleed. de waardiglleid van Cecommitteerde in den Raad van Smate. lIet luister_ rijkst amrt van lIurgemeerler bekleedde hij vervolgens, in '734. 17?], 1738,174",1742, '744. 17-1$, '747 en 1748; terwijl hij. in de iaaren van tusrchenpoozing. alle de amptcn der bijzondere Collegi n dezer Stad, met lof en roem, W1arnam. In het laat~tgemelde jaar. zi:.: van alle ampren, uit;~enol1len de H
Nn 4
Ed.
SS8
COSTER. (Laur. J"nsz., lIla,-!. Jmm;., en Sa1l1t1ë1)
Ed. Gr. Achtb. Heere Mr. NICOLAAS GEELVINK; uit welken echt twee kinderen zijn voortgekomen. Ilierdo·)r b'ij"c'll de genachten van CORVER, HOOFT en GEELVINK, als Ilog ia eell waardiji aandenken. CmTER , (LAVRENS JAN'ZOON)
kunst; zie
KOSTER.
uitvinder der Edele noekdruk-
(L. J.)
COSTER, (MARTEN ]ANSZ.)
gemeefleren, in 1578; zie
één der eerftc Amflddtl/l:ji;lJc nur-
KOSTER
ClJl, J.)
COSTER , (SAMllEI.) een man. nict zonJer reden, wegens zijne veHlicnften, ond~r de vermaarde !Imlkldammers geHeld. Schoon de tijd zijner gehoorte , gelijk o(\k die van zijn anterven, onbekend is, weet men, echter. dnt hij, in het begin van de zeventiende ee!llve, gebl,)p.id heefr. In zi:ne jeugd zig op de Gene;rsknnde wegelegd hebb':J1dc, werd hij n~clerhalld tot Doétor bevorderd. Ook ltan men 0f'il1::~ken dat hij een z~er hoogen ouderdom moet bereikt hl:bb~n , vermits \'O;-';I)I:L, in een vers op zijne afbeelding, door ~,\;-;[)fi:\RT gefchillkrd, te kennen geeft, dat hij. als LJoétor, vijll ic~ ja~ren bet Gasthuis, in zijne' geboorte!!ad. bediend hedt~ \ bk Wl:t:t men, dat hij, met het begin der gezegde eeUl\'e, (C:1l deT voorna3111lte Leden van de Kamer iIJ Liefde B!ocijende \\'3S; en dat hij, in het j3ar 1617, de Nederduitrche Academie llichtte, op de l\eÎze~bracht, (alwaar, tWÎmig jaaren daarna, de Schouwburg gebouwd is geworden;) op welke Academie, onder zijn opzicht, Treur- ell Bliifpelen vertoond. redenvoeringcll uitgerproken, Illuzijk en andere eerlijke tijdkortingen geoefend werden, COSTER was niet alleen een medeopbouwer van de r,;ederduirfche Taaie, een der hoofdoogmerken van de oprichting van zijn KweekfçlJOol, m~ar ook zelfs een goed Dichter; blijkens het getuigen is van VONDEL, die, in het Eerlle Deel zijner Poiizije, p. 58S. van hem zegt:
Als Pegnes hem voert ten hemel op zijn wielren, Don hoort, men heme/vlil, een teng geflipt in Mut. Den ilolltllltfchen Parnas heeft hij flan " 'l'gebouwf. 09k
COSTERUS. (llfr. Ternard) rOSTrR m. (Frm;(ois) 559 Ook is zulks kel:baar uit zijne Treur- l3lij _ en KIIlChtfpelèn. de vertooning op zijne Acade;nie met (inlak 3:lIIfchouwd werd. Zijn kll1chtfpd B:'oer J<'<'lI!res, werd niet alb.!n binnen ..1m/feldalll , maar naderhand op de Brabal/(Ifc·ll! Kamer, Uit LeJ'elU/er _TollSt, gefpeeld, Zijne Ip!zi;mia werd vertoond van 1Ól7 - 1650, nicrtei!cnfbande Je Kerkli;!;cn 'er geweldig op finaaluen; waar toe zdfs TRIGLAXD en OTT) MD[U; den predik. fio~l niet te waardig achtten; doch waarvoor VONDEL, in zijne Hekeldicht~n, hen niet fchuldig blzef. Behalven het portrait van COSTER , naar dat van ShNDRhRT, is zijn afbeeldzei mede in het koper ge~ra~t door HOU~RAKEN. Zijne Toneelfpellen zijn deze: lp 'zigenia , PolJ'xena, Thys, de Rijkemon, Ijábclla, T.'zysken ww der Schelden, dc: Duit. [c!;e Academie, Niema1ld gmoemd lIiemant geblo1l1eó-t, TeeltH'es de 800' en ]llef/drr. l'on Grc:'eIill/(''zuijèl1, op lIet fYoo;-dje het Krom'zout brand zo wel als 't Rrd, , nIs liet bij " l'ier ',all k01lJen: allen gedrukt tmfchen 1617 en 16 ~ I. Zie WAGENAAR , Bcfcltrijl'illg ww ..1/IJjleldflln, I. Stuk. in S'J, P 359,360 l:1I 361.
wa~rvan
CmTERCS,
UUr.
RERNARD)
in zijn lev2n Sccret1ris te ff"ócr-
tim. heefr gefchreven llisturisc!t Fer!wfJ/ l'flIt lilt Jaar
1672.
'r wdk verdielH gdezen re worden, door de zui ken, die van de Cchrit'tcn van VALKENIER, VAN DEN IlmCll, :n~,~e bek~nd bij den naam van SYIXlli" en meer 3nJere van dien tijd, ge~ruik maaken. Hij was geboren te lFoerdtll, den 17dl:11 .luIlij 164i, en fiierf aldaar den 5dcn Uc10ber 1735; dus zijn leefiijd, CIJ het :lmpt, dat hij aldaar bekleedde, hem dubbele gelegel1l~eid verfchaft hebben, om van d>.! zaak en , die hij fChreef, kundig re
zijn. CmTERI..1S, (FRANÇOrs) JeCuit te Jl.leclzelell , werd geboren in den jaare vijftien honderd en dertig, en in vijftieR honderd zes. en-vijftig, door LOJOLA, inrle!ler dier Orde, van Rome naar KellieN gezonden, alwaar hij een nieuw Leerfchool opricht/eo Tweemaal is hij in de Nederlanden, en eens aan den Rltijn Pi-ovinciaal van zijne Orde geweest. Hij overleed te BrllSfel, Nn 5 in
5()O
COSTER tis.(Joh., F. m .".) COTEREAU.(M. v.) en2'.
h 1619. GOllIARU'
Zie
als
Vnn hem zijn verfcheidene twistfchrifcen, zo tegen GPE\'YNKHOVEN, in het licht.
VAL. AND.
CmTERU~,
JOHAè\NES)
nunni:,e:: re LCU)'CIZ, ten nalnatende. Zie denulfJeti.
in zlin leven Prior der Rrgll:iere Ka. den 9den l\1aart I559. eenige fehrif.
!li~rf
COSTERU>. (F. en J) en meer anderen van dezen nalm. zijn, :als PredikantelJ ond(!r de Gereformeerden, bekend geweest, en iu de na~mregistcrs der Predikanten te vinden.
Ileer van Clashi'ek, aflwm. lJraba/ld.'c,; g,.fLchr, wi<,n~ v~da, Trur .TT CD,TEF.EAU, llaadsheer tl! Bnl.,/~I was l\J ,Ul~llLU.'N. die o1lder het ç;cral d~r zamcnvcrbonucne F delen be:l<Jorr, bad in h~l\\'cliJk LOwlóA D';TTERE, bij welke hij vcrll:h~idc:Jc kinderen lJaliet. COTEREAU, ()IAXIM1UAAN VAN")
!iig tlir
l'CIl a~l1zknlijk
lie
TE WATER,
p. 326.
of Ca/er·tol. Aan den ']Slei, tcn we,ten van de Z:J'o/!e, b((:fr v:m ouds, en nog rct:c'l:w()vrJig, een kleine Humt gekgcn • Iloel'(', of, vvlgcr;s de oude landtaal , Cijle, I,ole, (d' /;,.;Ie gl'1133md, wambij , in laater tijd, aan hd Culer., of I{t/!('J'-l'ecr, een ~chans werd opgewürpen. De Tol, r<,ed5 eOTEn-TOL.
~t:d
In de tic::de eCliwe aldaar gcbcevcn, werd, duor OTT,) DEN DEfllJE:" in 't jnr 9;',). a2n de Abd:je van Eiten, waarin zijne ])ochtcr Ab;bfl! was, opgcdra~g2!1. In den begllllle plagt zij (11 de volgl:nde Ab,ibfèn dezen Tol aan eedge Edelen re vcrpachten; dan naderhand, en wel in bet j;j~r 124', werd dezel. ve. ten b.:hueve V~11 de Abllije, in cl'lIwige erfpachr aan de Stad Del'el/ler uitgeg~even, voor twintig ponden en tien Schellingen DC1'etilcrfche munt, aan hL't Convint. en zeven fchellin. gen v~n (iezelfJe munt aan de Abdisfe, jaarlijks te betaal en op St. liJM/in. !Je brief, waarbij de Abdis die van Deventer in bet bezit daarvan Helde, luidt, uit het Latijn vertaald, aldus:
" ALEID,
C 0
T
E
R-T
0
L.
561
"ALEIO, Abdis; HEILWICH, nd'l'llimll'; en het ge· ],e<,le Sticht van l:/tl?ll, vez\'keren h~~rell Il'<:I' I rr1'o, Bis. "" ji::11P ,'on C/recl!t, van haare bereidwillige (>n·ierJ'1I1i:~heid, " met toe\\'enfcl;in~ \"all C;ods zeg(,ll. "'ij ma!;,'!] lJ I·:erw. be" 1;('n
lIl.-
af.
562
eOTER
:rOL.
argelost zill1de, werd hem de pacht alvoorcns voldaan met tweeen-negentig halve goudguldens. tot omrrcnt het einde vau de ze~tiende ecu we ; wordende, na dien tijd. dezelve voldaan met 3C:O Caroli~ulècns en 5 liuivers. l\J.:-cr dan cens is ovcr dezen Tol verfchil ol1t!1aan, tIlsfehen de Sleden Deventer cn /fliiJhldam. In het jaar 1330 liep hetzelve zo hoog, dat de Ingezetcnen van beide St~den handgemeen wcrden, ja zdfs, van wederzijden , cel1i~en fill:uvdden. De Regeeringen zo van Deven/er als v:m ./imf/ddt/III, VuO" erger beduchr, k\vamen te za men overeen, 0111 de gelChiliclJ, door drie Stedcn, die men van wederziide daartoe verzoeken ZOl!, te beflisfen. Hom'lcm, LcidCl1 en De/ft waren g-ekozcn duor die van /Jmjle/dllm; Kampen, 1J.,rd.:rwijk en ,/llI1er.1oo1"t door die vall Dellen/er. D,'ch zij decden alleen een uiclpraak, uver het geene van wederzijde zoude gegeeven worden, ter boeringc van de g-€fiJet:vclden; laatende de hoofdzaak aan den eed van IwaalfSchcpencn, en CV('II zo veele Rnad~1l van Del'ClJler, on· der verpeurre vall duizend punden HoII:mdsch. Die van .illljletdam in 't f,eheel daarin gecn genoegen neemende , ais onderltdlende alJaar tOlvrij te zijn, bewerkten dat Dam/er binnen ilo/land ook boven I!e\\"(lonte bezwaard werd. fIer belland , in 1346 gcfloOlcn , ;;cëillc.i~d zijnde, zogrcli (He V;HI dm/lddll/IJ andere Sleden in hun belang rc rrekken; her welle hun (10k gelukte. Tcr vcrg' ,edinge van gelcedene ICh3d~n, manlaen zij zig nlce(ler van eenigc ~oedcrel1 der DI!I't'l1/l'l"S Gravinne MAJIGAl\ETHA l~e\\"crl;(e, (Cheer, binnen kon, eene verzoening, die naderhand, door haaren zoon \\ ILLE~J VAN BEljEREN, bevestigd werd, dLCh waarbij evemwl die van /l1Ilj/eidalll gccne genoegzaame voldoedl~g gekreegen hebben. De Tollenaar meer begeeret~de dan tun toekwam, omllunden 'er. in het jaar 1388, nieuwe moeijelijl;heden, die, echtu, in dat zelfde jaar, vereffend werden, door middel van een verdrag, inhoudende dat die van Amjleldat11 , ,'oor/aan een Ouden P"1"flllkrijl.{c/ren of f(eizers Schilt, of d~ waarde dtUl1"1'an aan tol hetaa/en zoudell. tot dot dt' zes S/edm, f(,Ullpt!11, Harderwijk, .1mersfool"t, floorlem, Le'J8cn en Delft, deswegel: een uilfProaft zouden gedaan hehhen. Zi~
COTHEN. COUHOVEN. COULSTER. (Huis tt) enz. 563 Zie DU~IBAIl, Ke"'r/ijk en TP/ure/dlijk Dtvente,', p. 464. enz. Handvesten 1'(111 hm(leldam. Amjlcldam!che Jaarboeken, I. Deel, p. 61, 69 en 107. COTIIEN, een Dorp aan het begin van den Kleinen Rhijn; zie KOTEN. COUHOVEN. waarfchijncli]k uit het geflachte van COUDEHOVE, of uit dat van CuU\\'DENHOVEN, in de .Nedu/anden zeer wel bekend; zijnde, in Holland, door huwelijk, vermaagrchapt aan dat van IIIEER~lilN. en behoocende mede tot de za'llenverbondeDe Edelen. Zie TE WilTER, p. 3 26. COULS'n~R;
(Ht/is Ie) zie XOULSTY..
COURT. (JACDIl DE LA) Op het fchie~ijk overlijden van Prins WILLEM DEN TWEEDEN, in het jaar 1650. vulgde de zo beroemde Groote Staatsvergadering , waardoor de eendragt bewaard, en de Sladhouderlooze Regeering, voor dien tijd. op een en vasten voet gefield werd. AITZEMiI verhaalt de vreugdebedrijven, gepleegd na het einde van dezelve. Anderen, en onder die VA1'{ LOON, maaken melding van het genoegen, dat 'er beloond ·werd. door fommigen. die de Slaarsregeering zonder Sladhouder [Cil hoogften toegedaan waren. Vol{:cns hem. (II. Dcel dcr Ne. der/andfche Pe1mingkul1.1e. p. 36+ en 36".) zouden die van den huize nn DE LA COl'RT geenzins de minnen geweest zijn: zo als ook uit hunne namaals in 't licht gegeevene fehriften, en ook uit den gedenkpenn ing, door J \COB DE LA COURT. ter gedaehtenisfe van de gemelde Groole Vergaderinge, aa11 zijnen kleinzoon vereerd, kan bewezen worden. Daarop laat hij volgen de befehrijving van dien penning. met deze woorden:
Op de eenc zijde ;s de Algmlef!1lc SlootSJ't','{!;tfder;ng ,,~,._ huid, geliik zt op de groote zaale l'on ht'1 Ilof is getm:im • zijnde Ier wederzijden , lIa 'I opruiwtll ae1' koopwinke/s, lzoog 'pgaande gtjloelren, noor de wIjze eener SÓOUWp/fiflIZt oP/u.
ft,,·
5 64
C 0
U R
(jl1coh ti~ d~ la) (Jnco"
T.
Jlagen, en itl het middC/l, opengelaten, had mm eefJ~ longwer_ Itlf1gwer_ middelt, opmge/aten, men eefll: ,'ierÁ'If/lfe tofel !fllel gezet, flan de Fóorziflcr Fóorzi!ltr der olm welker chute eiIJde tie .pige "ierk"lIte ~1l IJatl.'t Iwa.it hem eUJ/l zijne flinker.~fI1/d (;,ijJier Yergoderinge, rergaderillhe, e1/ h/!/Il 'WIJ jlin!.:er,':tll/d de Gn!!ier zat. lóor deze taftl, tfljèl, die gc/~ik afle de bnnkm ballke/l C1J zot. ge/ijk af/e ell 1/liJlliell Il1lllld:IJ km bekleed bek/eed WfIS, was, leest men op den vo0rtp'onti voorgrond demet groen la lt1km pelllJings: zes pem/illgs:
STt\NT STt\~T
JUNCTAE. FOEDERE }UNCTAE. Dat is:
ZIJ STAAN VAST DOOR 'T VERBOND VEREENIGD. 't Randfchrift is:
JACOBUS DE LA COCRT COURT NEPOTI E. FILIO MOND. MONUF;)fmERIS, ANNO lVlENTUi\I FfRMATI FDEDERIS, MEl\ITUl\I HOC FrRMATl N.HIVITATIS 1651, DONO DEDIT. N.'\TIVITATlS Onder den Pnns Prins ynn "all Orm/je, Oranje, die op de andere zijde dood ter a:lrde bijièhrift: aarde ligt, leest men dit Franfche bijlèhrift:
VIVE
LEEVE
LA LIBERTÉ. Dat
is:
DE
VRIJHEID.
kleinzoon, mede JACOB ]ACOB genaamd, die Meener Meetler in de Deze klcinzoon, rechten was, had ha,1 een broeder, PIETER PIETER m: LA COURT. COl!TRT, welDil: LA ke, door zijne in 't ficht ke. licht gegeevene fchriften, ten tijde van DE WlTT, zig eenen eenenonllerfelijken WITT, 'onllerfelijken naam gemaakt heeft, doch, bij den dood van het vermaarde Broederpaar •, te Leiden mede in groot gevaar was. Wij zullen den Lezer, zo veel ons mogelijk zij, doen zien, zlcn, hoe fommigen zig in io den perfoon , zo wel als naa:n van den Schrijver, vergist hebben, noemende hem in den naam dezen, OE LA LA COllRT, COlJRT, VAN VAN DEN JJ~N HOVEN. dezen. in plaats van I'IETER I'IETER DE HOVEN. .'\11lènriften voorkomen op den naam van CORN!deren doen zijne lèhriften CORN!LIS VAN VAN [!OVEN. BAREUTH. in vav het Stadhou. Stadhou_ LI3 HOVEN. BhREUTH. ilJ zijne z·ijlJe Historie vatJ detJe/rap, dwaalde nog meer van V;lll den weg, noemende hem tietJe/mp. F.)lAF.~lA-
c (')
U R T. (Jaco'" de la)
565
die een gantsch ander man geweest is, fC\lOon op dezelfde wijze zijne Alot/de liallandjè!ze flij. heid, htli/l'lZ 'lCt Stad/Jouderji;!u1p, gefchreven hebbende, als DE LA C(lURT gewoon was zijne fchriften te verva~rdigen. De boeken d~n van hem gefchreven, zijn, de Politil~e If/'eegjèhao!. 16(0, in !i 0 , doch zonder jaaml uirgegeeven; zijnde het zelfde werk ie , dat naderhand is uirgegeeven onder den ti rel van ConJiderutien van c\taat, omtrent de fondamenten ,'an allcrleije Ri'/{eeringen, door V. H., te Am(lcrdam. Volgt'ns den opgegceven rijtel , hanuelt dit bock over allcrlei)e regecringsvormen; betoogende de noodzaakelijkheid een er Staarswijze regeering, en doemende alles wat [maakt naar eene regeering, voor. zien van een Eminent Hooft. Van den zelfden aart is een ander werkje. Politiqut Rcf/exien genaamd, haadelcnde, in zes boe. ken, van Landen, Steden, Regeeringen, Oorlogen, Kerken en Zeden. Op den tij tel hiervan vindt men de letters D. L' f zijnde hetzelve gedrukt te Am/leIdam in 8 0 , en, volgens de Voorreden, uitgegeeven na den dood van den Schrijver, die men zeker kan ziin, niemand dan P. DE LA COliRT te wezen. Daarop volgt zijne Historie der Graaf/ijkt Regcerillg va:z H(}/. /anJ, zonder naam of jaartal. Deze Historie bellaat, groorendeels, uit het groot Privilegie van Vrouw MARIA; als ook uit eene berchrijvinge v:tn den Haat des Lands, door H. H. E. Gr. M. 1587: vcrders uit het Plakaat, gemaakt op de afzweeril1g" t en uit het nuk der IIollal1drche nrhandelilJgen, 1654: zijndt! doormengd met een korre Staatkundige Levensbefchrijving cl:.>! oude Graaven, doch zo vol mi-greepen, dat men 'er zig over verwonderen moet. Hier op volgde 't Intrest Vtm f1ot/and. of G,·oIJden ,'an !follnndsc,~ Ire/v/laren, ilJ 8°, te ,1mfleldaln gedrukt. Uit de Voorreden voor den tweeden druk hier\'~'1 t zijnde van 1669 in 4", en J671 in 8", zou m':l1 moeteIl 00. maaken, dat d\! Raadpenfionaris de Schrijver van dit Boek g~. weest W:!5, doch zulks is onwaar. De la:Itstgemelde uitg;ave voerde ten tiitel, damrijzing der {feihalr.e en Politique CI·on. tien vall Holland, en werd in vervolg van tijd veïboden. Zie Groot Plakaatboek, IJL Deel, ful. 52~. Scho011 DE WIT"!', gelijk ik zeide. de Schrijver daarvall niet was, hel).[t hij, echo ter, EMANUEL VAN DER HOEVEN;
566
C 0
U R
T.
(Jacob ie 1.J)
ter, de hand 'er ~al1 gehad, zijnde het V, en VI. JIoofdl1uk van het derde Boek door hem daarin gevoegd; door wiens hand ook gefèhreven zijn p~;:: 29 en 3°, zo van de eerlle als volgen· de drukken. Hil'romrrent wordt verhaald, dat de Ra3dpenlionaris, bij DE LA COURT, te LeideIJ, een bezoek afleggendél, die zig bevond ten huize van zijncn zwager ELLE:'.!AN, en na de terugkomst van DE LA COURT wachtende, 0p de rafel vond leggen een boekje, door DE LA CUURT ge(chr~ven. e11 genaamd Intrest 'Vfm Lriden, 't welk hem, in her doorbladeren, zo wel behaagde, dat hij dcn Schlijver aandreef om het te vermeerderen, en tot het lIltrest Ol'el" 1I0//al/d uittebrcide11; '[ welk DE LA coeRT, van DE \\ ITT afgaande. deed, en aan zijnen meener zonJ, met verzoek het te veranderen en te v~rbcteTl..'n, (,aar dat hem goeddachr; die 'er dan de twee gezeg-de IJoofdllukken bijvoegde, en. buiren weeten van DE LA COIJRT, deed drukken. -Daar op volgde, van m: LA COURT, de Stadhouderlijke Rrgeering ill Hol/and ell IPé,! F!I"es/tlfld; voam eelle Feralllll'Oordil1g )'ar: ien ondienst der Stad/wllder/tjke RI'{;cerillg, als mede de GliJ-. de Legmde der Stcd!lOuders. /Jet publiek Gebed, in lIl. DeeIen, werd eem gedrukt in J 663, en herdrukt 17°7. Eindelijk volgde ;'et Begin en roortgrlll!] der Erfg;"aaf!ijke Bedienillg, enz. mede \'all DE 1.,\ COt:RT; wiells fchriftcn allen daarop uitlicp"n, om de Sladhouders en hunne Regeering bij de natie zo haatel ijk te maaken, als imlller mogelijk was. Veel en zijn 'er, die het DE WITT en IJE LA COURT tot roem hebb,m n~gegeeven, dat zij, op die \I i;ze. het v"Ik de Stadholhlerlooze Regeering als nuttig en noodzaaklijk zochten aameprijzcn: dGch ondèr hunne voornaamfie voorllallders worden 'er verfcheidene gevonden, die het laakten, dat men door Ioa~en cn laster de zaak en k\\ aader maakte, d:m zc in wanrheid ooit gl.!\Veest waren; dat zij beiden, fcllOon met andere bewoordingen, de haatelijklte trekkeIJ tegen de Stadhouders, meer dan eell~, gezegd en herzegd hadden, en dat men, in meest alle de hier op;,;enoemde Werken, een en dezelfde kwa~rtftanii!he0elJ, zonder het minne bewijs, had voorgedraagen. J Je[ olHbrak DE LA Ct'UIlT 001.:. niet aan tegen!èhrijvers, mannen van naam en ge!ecrdht>id: als den Heer J1UIGENS, DE HUYIlJ::RT, GI]SBERTUS Ct:I'ERU" Burgemeener te Deve1ltcr,
eu
eoxtE. (M;e~.) COt}MANS. CRABEnt (ti. en W,) enz. 56,. en andere. Of de DE LA COURTS, die naderhand te Amftdda", i. weztn waren. en nog in wezen zijn. aan deze Termaagfcbapt wartn. is mij onbekend. COXIE, (MICHlET.)
leven door c. p. 314, enz.
een vermaard Schilder van Leul'm. wiens befchreven is, in zijn Eerlle Deel,
VAN MANDItR
COIJMAl'U, weleer een aanzienlijk geOacht in Alllfleidam , wurvan nog affiammelingen in wezen zijn, wier voorzaaten, in de voorige en deze Eeuwe, verfcheidene maaIen, tot den achtbaaren rang van Schepenen bevorderd zijn geweest. CRABETH, (ADRIAAN)
iers,
DIRK
en
WOUTER,
broeder van de twee beroemde Glasfchil. was mede een voornaam Schilder.
CRABlITH, (DIRK en WOUTER) beiden in de kunst van Glasfchil. deren zeer vermaard De CRABETflEN waren, volgens de meene cetuigenisfen, van Hollandfche afkomst. Men vindt hun leven in tie Befchrijving ,Jan Gouda, bij VAN MANDER , HOUBRAltEN, enz. Hunne afbeeldzeIs gaan, op onderfcheidene wijzen, in prent uit. CRABET.I, (WOUTER) een kleinzoon van meld, wai mede een deftig SChilder.
WOUTER
boven ge..
CRANEVELD, (FRANÇISCUS) Raadsheer in den grooten Raad van Mechelm , geboreJl te Nijmegen, uit een oud adelijk ge. nacht. Na zig in 't Burgerlijke recht geoefend te hebben, werd .ij te Leul'en Doétor, te Brug:e Penfionaris, en door den Kei. zer tot Raadiheer, ter bovengemelde plaatfe, a:m,efleld. Hij overleed den 'tden Oétober 1564.
Zie
VAL. AND.
CRAIIENSTEIN;
zie
KRAAIlENSTEIN.
CRAljKENBORG;
zie
KRAAIIKENBOl\O.
CJlElIAM. CL.) Van dezen is niets bekend, dan dit hij het verbond der Edelen mede ondertekend heefe.
X.
DUL.
00
CRXltl-
568
CREMPENE. CREVECOEUR.
CREMPENE, werd geteld als behoord hebbende tOt tot die goederen van de Ufrecllt[che Utreclttfche Kerke, die in den ginbrief giftbrief van Keizer HENDRIll: m:NI1RIlt DEN VIE'WEN VIE!lDEN gezegd worden, door de Hollanders genomen, en aan den Keizer terug gegeevcn gcgecvcn Ie te zijn. Zie verder het Art. KRIlIJPEN. KRlillPEN. CRE\'ECOEUR, CREI"ECOEUR, is geweest gewcen een Ilerke Schans of Vesting, in het noorderdcel van Brahfll1d, Brabol1d, of liever in het zuidoostelijke deel noorderdeel \"an Holland, liggende Iigf:cnde aan de landfcheiding van Brahand en de lIJei,ierij Va/I lJ/eiierij "011 den Bosch, daar het riviertje de Die$ Dies in de Maa$ Maas loopt. BomlllelerU'oard, ten noordwesten, niet loopt, recht over den B01l11!Jele/"U'aard, Hcrtogcnbosclt. Deze ~chans werd, in 1587, 1581, door \'erre van 's Hcrtogenbosc!l. den Grave VAN VAN 1I0HENI.O, 1l0HENLO, na dat die Veldheer HAUTEPENNE, bij den Bosch, geflagcn geOagcn had, voor de Staaten ingenomen. Toen te verhec!{ verl;ree~ dezelve eerst den naam van Crel'e-ccrur, Crel'e-cceur, willende te kenncn geeven hm'/zur, kennen hm'tzur, naamlijk voor de Spalln[chen Spallnfchen ", of voor di~ van den Bosch, I1ollEl\LO I-IOHEl\LO flechne Oechne de Schans; doch de .S'paflnjc/zel1 Spaar.jê/ul1 hermaakten dezelve in 1589. Daarna door den bemagtlgd. werd zij, 1593, door den Graaf Staatrchen weder bemagtigd. '",\N \",'.N M.INSVELT, M.iNSVELT, op verzoek der Bos!c Jenaarm, andermaal bele· belegerd; doch Prins MlIlmlTS MAURITS noodzaakte hem, hit het beleg optebreeken. In 1599 geraakte zij wederom in de magt der SptmjaarSpal1jaardm. 1\:a Na dat deze de Vesting ongemeen verllerkt hadden, werd ~IAl.'R1TS ~IAll\lTS 'er, 'er. in het volgende jaar, wederom meester van, begeevcilde zig de Sold~:lten da2r in bezetting leggende, in dienst geevende Sold~aten , daar van d.,n IVf IIUfUTS d~n ~[aat. ~wat. l\'f AUftiTS vergrootte de Schans daarna met zeven Dieft. Dus bleef Crevua!ur c'evul1!ur Bol\\'crkt:n, Bolwerken, en een Graft uit de Diefe. in de magt der Smaten, Staaten , tOt tot in het jaar 1672, wanneer LOOEWIJIC LODEWljK DE VEERTIENDE 'er voor kwam De vestingwerken waren in een DE nrd~r; dt;ch goede order; duch met het magaziin en de bezetting was het zeer flecht jkcht gefield, gelleld, ben~ande de bezetting alleenlijk uit drie zwakke Kompagl1;ën Kompagn;ën Waardgelders, Wa~rdgclders, die niet meer bij zig hadden dan twaalf ijzeren nukken gelèhut. gefchut. fchietende rchietende niet 1100. hoolier C3n agt of tien ponds kogels: zelfs konden de .ruiten ~cr can aruiten geen IChot doorftaan. Wat moeite de Kommandant gedaan hadde. om fchot uit het i\'lagazijn Magazijn tC te Dtlft Ddft ammunitie te bekomen. het was Huchtloos; dat men geen VBon"aad Vlol'/'aad \'rtJchtloos; men antwoordde hem, dflt
hoi, ho' ,
Cltr.WERTII. CROCUS. (Con:.)
CROESBEl~I<.
CC) enz. 569
hati, fcllOon VALKENIER zegt, dat het Magazijn opgepropt wa5. Van GorculIJ kreeg hij ten antwoord, GDri zal u. hoopen "rij. heIpeIl : 'U'ij kunnell niet. De Kommandant GEIN! verweerde zig echter vijf dagen, doch moest toen, op den ] 9:1en }ulij, zo om het geweld van buiten, als om den opfland van binnen. de Schans aan TL'RRENNP: overgeeven. De Franrchen bleeven '<:r in • tot in het volgende jaar; bij hunnen uitlOgt ilaken zij de huizen in den brand, en Oechtten de Ilerkte, die naderhand niet weder herbouwd is. Zie REID , DE GROOT, HOOFT , VALKENIER , enz. CREW!RTII;
zie op letter K.
CROCUS, (CORNELIUS) van Amfleldam, word geileld onder de lleleerde mannen aldaar geboreu. In het jaar 1540 trok hij naar Rome, alwaar hij zig in de Orde der Jefuiten begaf. Zijn ijver ging zo verre, dat hij voornam, het koste wat het wilde, alle de leerboekQn der taaien, van Ketters en Vrijgeesten, uit de Schooien te vaag\!n. Om dit oogmerk te bereiken, maakte hij' een Spraakkunst, ilriidende tegen die van ~IELANCélT.)N. De geleerde JUNIUS getuigt van hem, dat hij zo fierlijk en taalrijk was, als CICERO en TERENTlUS. In de Neder/al/dm l1erug gekomen zijnde, werd hij, in zijne geboorteftad, Reétor der Latijnrche Schoole. Hij was een goed Dichter, en overleed 155°. Hij was de eerlle Jeruit in Hol/(1Iui geweest. Zie JUNlUS , BOXIJORN, WAGINAAR, enz.
CROESBP:EK •
CC) een onbekende tekenaar van het Verboud-
fchrift der Edelen. CROESE, (GERARD) geboren te .t1mfle/dam, den 26!len April J
$70 CROESINK. (J.) CRONHAtN. CROISELLE. (DI) eM. en won hij haar zeven kinderen. In .695 gif hij in het licht zijne Hifloria Quakerilfna, en. behalven nog andere fchrlften. een werkje over de Batavi(che Oudheden. Hij fiierf den .odea Mei '710. Van zijnen zoon, HENDRIK CR6E~E, heeft men het kerklijk Register der Antflerdll11lfche Predikanten. CROJ!SINK; (JACOB) zie op letter K. CzWHAIN, ~én der Edelen, wa~rvalJ men verder geen bericht heeft, als dat hij tot de zamenverbonJenen behoord heeft, en in dienst was van HOOGSTll.AATEN. CROISELLE, (m:) en CROllC, (LA) beide mannen, van welke mede niets Inden gezegd kan worden, dan dat zij tOt de zamenverbondene Ed.. len behoord hebben. CaOMHOUT, (ADRJAAN REJNIERSZ.) een man, wiens bedrijven op het Art. AI\1STELDAM vermeld zijn. Ook is aldaar gezegd. dat hij een der nieuw aangefielde Burgemeelleren was, als ZijDde van een aanzienlijke afkomst. en ijverig voorn.nder der Hervorming, wiens nakomelingen, tot in het jaar 1625, Lede. der Regeeringe geweest zijn. De nakomelingen van andere van zijne maagfchap , bij den Roomfçhen Godsdienst gebleeven, zijn nog in wezen. Het afbeeldzeI van den Burgemeencr is, tloor HOUBRAKEN , in het koper gebrngt, en uitgegeeven door den H~ere J. V!RSTEGEN. CI\OMMENli en CROMMENlEDI]K; zie op letter K.
OP
CROMSTROM; (De Gener/uil) zie van hem het Art. DEN ZOOM, VU. Deel. CROMSTRIJEN;
BItRGU'
zie letter K.
CIlONENBURG, weleer een Herk Kasteel, behoom hebbend6 aan Heere üERRIT VAN VELZEN; zie KROliENIiURG. C.ONEl'\5T&lN,
(Huis Ie) en CaoOfoO
1. TAFEL
VAN
~~!!~-~~~~!=~~~~=~~:~~~~~~~~~!====:~~:~~~ ~~!!!r ~ § § WILLI!M. WILLI!M. Heer Heer van van Cronenóu"g, Cronenóu"g, die die ter ter vrouwe vrouwe had had eene eene dochter dochter van van den der Lek; Lek; hij ~ den Edelen Edelen Heere Heere Jon Jon ~'~' .. .."" i'oloonen PO/llonen en en viln viln der hij leefde leefde nog nog in den jure 1314. en liet na vijf kinderen:
I1 II1
Hlnd";" "IIn HetlllSlrerBind";" vlm C,'onenóurg en van N. "fm ~'on HetlllSlrtrvlln Swit/(If. Swit/elf. HIj leeftJe Ire. was getrouwd met N. van nog Ao. 1456, 1456 , en na: eD liet DI:
VAN CRONENBURG, Ridder. werd. na den dood zijns va· HE~DRIK vaders, Heer van Cronenhurg. Hij was Marfchalk van 't Neder.
WILLEM DE uasn, Ridder, Heer van Cronenburg, IPiIwas een natuurlijke zoon van gemelden Gruve IPiI· lem, die hem met ~ Heerlijkheid van Ct onenbm g befchonk, alzo dezelve, wegens den begaan en moord aan Graave F/oris den Pijfden van vlln Ho/lllnd, Ho/land, verval· vervallen was. Het Slor, om dien moord, ten gronde toe verwoest zijnde, uit haat tegen viln reizen, deed !Pil/em van vlln Cr,nenbllrg aldaar een nieuw Slot bou· bouwen, rondsom voorzien met dikke muuren en Ilerke torens; doch niet op dezelfde plaats, daar het voovoo· rige gellaan had, maar eenige velden weegs dagr van daaR, alwaar voorheen geen huis gellaan had; dus dit zijn Huis als een nieuw C,'onenburg moet worden aangemerkt, waarvan zijne nakomelingen deu naam gevaerd hebben. Hij liet na één zoon, §
---
CRONENBURG.
Jan von CrolunlJurg, in den jaare 1~9:), ~9:). met Jon Frank van vlln Brederode • ecn der za zamenverJonker Franlr men ver· bondene Edelen, waarom hij gebannen en zijne goederen verbeurd verklaard, doch n:tJerhand n:lJerhand wewe· oDtllagen werclen. der ontllagen
ders. Heer van Cronenhurg. Hij w:ts M:trfchalk van 't Nederflicht. In deR jaare 140' maakte hij zig zeer berucht. fliekt. berucht, in den oor· oorlog onder Wil/em dm Zesdm, en had veel y'eel deel ill 'te venyoesttn in 't verwoesten der Slolen SlOten Hagef/ein m den Hogef/ein en andere. Om zIjne zijne dapperheId, dapperheid, in fuijd 26 , onder vrouw Jnc,ba flrijd bij Alphen. Alphen, 14 J426, Jncoba betoond, betoond. werd bij Ridder gellagen. lijne vrouw was N. van lIeemslre,.lre, lIeemslrerke, bij ..welke hij twee kinderen naliet, die volgcin volgciD op A.
Kloos von C"nenburg, Kloas van C"ne"burg, \voonde \vo?nde te Sch4gm •, was getrouwd m~t N. N., en liet het na één' zoon, B. II Cijsk va" CI'~ntfiburl, n . er/ VII" Cijshert Cr~ntfiburl, mede Ridder eellagen, gellagen, leefde nog i in 3 Ctrrt/ Cerrit ,'a~ ,'on Cronenóllrg,..w?onde woonde mede Schoden me~,e te Scha. den Jure jaare 14t7. 14 t7. gm, en Ilierf ,'all JE:n,' eu Iher~ aldaar; hij biJ liet het na, bij Aof "on Tylillgm, één' zoon, C. 3 TI'illem vo" 1 yl/llgm, één va" Cro"enbllrg. Crollenbllrg. had rer vroU\ve N. N.. N., en won daar· daarbij twee zoonen: Ilmdrilr en Jan Jon van von Cronenburg. Cronenburg, met welke 111 Beijeren, hij, Ao. I3~', I3~', met Hertog A/óer/ Alhert "'VOII Beijeren. ill den oorlog tel!en de Friezell is opgetrokken; opgelrokken; ook werden werd:!n zij zelfs nIs aanra ders van dien oorlog aangemerkt. Vóór den aanvang unvang van vin den Ilag. 2 ••,r. r. ,'tm ,'ot: Cronenóurt, .1melis, Heer werd bij met zijne beide zoon en Ridder gellagen. Cronmóurt, was getrouwd met .1me/;s, gellagen, en gedroegen gedroe,en zig A. 2. van 1I1ijndm en RuU/ie!, RuU/iel, aan lan wien Hendrilr, zijn daarin als RiJders vun Rijders betaamde. Deze zijue zijne zoonen lieten gecne geene kin· deren vrouws broeder, de Huizen en Heerlijkheid van Cro· Croderen Da. Da. IICt.'blirg verkocht had. Uit het gellachte van Awf/e/ Awf/el en A/ijl/den Afijl/dcn ging het. het, in 1597. door huwelijk. over 4 jlln jan vlln Crone"óurg, was, Ao. 1394, Houtvester van HfJlland aan het gellacht van Lijndm, waaraan het nog beo been Heer van Loenen, in 1401 Kastelein van Heusden, verllaande, huur:. iVo N. va,. va" Cronenburg Cronenllurg baarde haaren man. omtrent dien tijd, de Gelderlèhen. Ao. 14t9 1419 was hij tegenwoor· tegenwoordig te Wórlrum, alwaar de pnis gemaakt werd lUsfchen Vrouw Ame/is ,'on Atnf/el, Heer van Mijnden en Rrlwie/, Ame!is Rtlwiel , JII"lJll en haaren Neef Hertog Jsn van vlln Beijeren.
.....__
X.
DE E L.
Tegenover bI. $70
~ ~
::
II HJI!~DRtK
Het .~Ioud genac~~ CRONENBURG CRO~E,NBURG aloud .Hollandsch Hollandsch gellacht heeft zijn zIJn be,m be,in genomen ten tijde van Wll/em ;riJ/em tien jen Pierden, Graave van HIJI/""d HIJ/I""d en Zet/anti.
GESLACHT VAN
ADIn ;AN V~N CRONENBURG, Ridder, oudlre A. I. HENDRIK VAN CRONENBl1RG, oud!l'e zoon van B. B, ADIt! V~N CII/>NENBURG, CII/)NJI!NBl1RG, zoon vaa KIII.s Klalls vlln Cronen,
in den jure J 314. en liet na vijf kinderen:
I
I
HET
2
.... ....,
vond • (door verloop van hurg, welke zig genoodzaakt vond, zaaken) een bellaan te zoeken. Hij dan leide zig toe zanken) op de tekenteken· en fchilder-kunst. fchilder.kunst, waarin hij zodanig toetoe· CCI: vermaard Schilder werd. nadernam, dat hij CCI: Duch nader· vindende, oefende hij de kunst hand andere midJelen vindc:nde, weinig, zig naar F";esln"d begeevende, en goed en lUI weinig. leven en gedrag zijnde, werd bij bIj.~ op voorfpraak zijvan leyen voorfpra~k zil: Der "cienden, "CIenden, bevorderd tot Secretaris Secretans van de Grietenij GCIetentJ Luuvan Tietjerlrsterodul; Tie/jerlrs/~radfel; hij woonde te Bergtlm bij Luu. gaDlsch zon· zonu'llllrden. Hij was, zegr men, een mensch gancsch der bedrog. Uit zijn huwelijlt met N. N. liet hij na ua I 2
gefiorven. Klaas "on ,'on Cronenhurg, ongehuwd gefiorvcn. . CDrne/is Ilierf Studellt te Cro· CroC()~ne/is van Cronenbrg, Illerf nillget1. nlllgm.
3 JIi!tJria vlln Cronenburg, had ten man Fredrilr JIi!aria van vlln Fini". Major-Geweldige van 't Regiment van Finia, Major·Geweldige des Overlten Clorg vlln viln Liaukemo, Lillulremn, in dienst vervan den Koning van Spllnje, die bij haar ver· wekte vier kinderen.
CRONENBURG, zoon vaa Gerr;t Gerr;! von C,'onen, C,'onen· C. JACOB VAN CRoNENBUaG, van TeyJingen Te,"IJingen, een man zeer ervaaburg, en van Allf vlm ervaa· Om zijn fortuin muken, had ren in de Medicijnen. ooi f~rtuin te muken hij zig mede naar Fries/and begeeven; aldaar tro~wde bij, op den 6den April 1J SH, voor de eerLlemaal, eerLlemaal AnAn· nll viln fP'Jthemll. na fP'J/hemll. die zonder kinderen !lierf; Ilierf; den 13den :3den 11 -Baulr ~'lIn Atlelen Atlelen, 11 November 1546 hertroulvde hij met Bauk Nichl \·an. \'aD de overledene.,. overledene. Te Pietersbierum, niee niet veer; verre Nicht van Hlldingen. Hllr'img(n. deed hij hl) bouwen bonwen een fchoon en fierk F,.ieslond r.oemde, I" buis, dat hij Nieuw Cronenlmrg in F,.ies/and en nog dien naam draagt. 'Er word van hem getuigd, dat hij was een man zeer vroom en deugdzaam van ~ wandel, bemind van alle. alle, die hem kenden, en zelfs bij wandel. eerffen van den Landen in aanzien. Hoog werd hij de eerflen Billij, als ook van geacht van C. de Rob/es, Heer van Bil/ij, van. Lid/uln. Alleroll/telllkkigst Alleron/telllkkigst werd hij op een eeD den Abt van tusfcben Arum ArulII en Hllrlingen, door moedwillige wagen, tusfchen Walfche Soldaaten. doodgcfcholcn, J sden Junij Jun ij doodgcfchotcn. op den Isden ge1572. Rob/es. met wien hij nog dien zelfden dag ge· geeten had, den moord vemeemeude, verneemende , !teeg fieeg vol toom te paard, om den Moordenaar te vangen en te agterhaalen, agterhaalen. den booswicht gevangen gelijk hij ook deed; brengende deu te Hllrlingen; hij zond een zijner vertrouwden om de weduwe te troosten; de Moordenaar werd kort daarop gehlrquebufeerr, en Crotll'nburg, met een groot gevolg. gehlrquebufeen, Horlingen in de Domkerk begraaveli. Zijne weduwe, wednwe, te Harlingen bij welke hij twaalf kinderen verwekt had, !lierf merf den vier-en-zeventig jaareD. 26fien .-\pril 1603. oud zijnde vit:r·en-zeventig jaaren. D.
~'lIn
'I
I
..
I
~l
.~ ~
•-
IJ. TAFEL
VAN
HET
GESLACHT
VAN
CRONENBURG.
~
-
r-e - NBURG. die getrouwd bad G. De vier kinderen van .~'I ~~==~~~!~~.~:r---e==~.~~~==~!==~:~~--~~!~~~~~~~_~~~:==~~~~~==~====~=~~=====:===-========~~~~~~~=~~~~~~~~'~~~~!:=~:~~ ~'j~~,-= ~, ,...
~~ I1
IIIIII
~
II
AtlnQ "fm ,,(ni C/'onenbur1!, .... D. dnna Cronenbur .. , 1 a. ~ I 12. 12. Cerrit van Cronenburg, CronenbuI'g,
III
I
I ,II I
~
y,
-
I.
(>
3· 3. Taals TIlaIs van vlln Cronenburl,
. van .dIe/en van Cro. F. JACOB VAN CROJiENBURG. die getrouw.d. bad G. De vier kinderen van Sjerp "lIn ,Ale/en "lIn E. I. l\1EINE VAN Ade./en VQII k ddaarbij b Iwee b waren' VAN ADEI.EN ADEI.EN VAN VAN CRONENBURG. CRONENBURG. oudlle dochter van K/llas "'In vlm Ade/en va" Cronenbul"{;, geboren te /larIingen,. /larlmgen .• den F. JAJC~~ VAN C~I!!erwekle n,nlJurg waren •= d "" Ir Joljna van Aiisma, yerwe te aar I) twee nln urg uden Maart ISIl9, Irouwde, Amallla, Pcofesfor in dee U. Taaien, te Franeleer; .opna van 'lsma, Y trouwde, den 6den Julij 1617, met Sixtlls IIIJ IIb Amall/a, L"Tane er; ~.. J kinderen, als: J. Klllas. bij overleed Ao. 162 9. nalatende nalalende zes kinderen. kmderen, KltJas.
al1~n kind~ren
II n k'nd"ren van an JACQI voornoemd d,'e }- a;> I.. V .. JACOI voornoemd,, die }jong ge gefiorvcn long orven ZijD. ZIJD.
4· dnna Anll/z l'lIn ,'an Cronenburg, Crotlenburg,
1
S. s· Gerrit vlln van Cronenburg,
J
6. ANNA ANNA VAN VAN CRONENBURG, CRONENBURG, werd geboren in deu jaare jare vijfde. honderd cwee-en· vijftig, op het Huis Niluw Ni,u", Cronen/Jllrg, Crontn/Jllrg, in Fries/llnd. Frits/and. Haar eerlle man was Jlln Jan Cr/Zen, Cratn, van Keu/en. Ktu/en. die, die t zonder kinderen bij baar verwekt te heb· ben, overleed. Zij herlrouwde hertrouwde met )ELLE JELLE SlJIIU VAN WIJTIlAMA WIJTIlAMA , tot Si/Iran· Sibrfln· lIablliren. bllb,lÏren, zijnde een deugdzaam en verfiandig ver(landig man, die zo veel moed beo zat. dat hij. zat, hij, in de gevaarlijklte troebelen, niet fchroomde fcbroomde ,t zijn goed en bloed voor bet gemeeneb.st O:ellen. In Ia IS79 was bij Burgemee11:er BurgemeeO:er gemeeneblst te pand te !lellen. vin Leeuwllllrden. Leeuwallrden. en Gedeputeerde Stlat Staat van Fr;es/1l1Id; Fr;es/alld; zijnde met Doétor Doaor Batrle /dalltrdll, BlIeric /dzaeru, mede Gedeputeerde Staat. Staat, gecommilfend, om de Rltifi· Ratifi· c:Dtle der nadere lJoie, pnie, te Ulrtcltl Utrechl geflolen, gefloten, weeens Fries/llnd Fries/and te bevestigen. In 1581 Douw' Sixmll, gecommitteerd van wegens IS81 werd hij, met zijn neef Douwl het Lid der Steden. Steden, 0111 met de Landen te ram" ramlIl en Ie te fluiten tot onderlinge adORentie van vin tien oorlog, oorlog. en het inneemen ~.r J{tsteelen en Blokbuizen in Frits/tll"l; dat Fries/llni; dar ook gelukkie volbragt werd.
1. TaalS
a.
"(Jn
Cronenburl, jong ,ellorven.
TIlRIl "on CronertlJurc, die ten man bid Cerlw"nd Tanls Cerllrllnd Cous, COIUS, Burgemecner te Do1c1cufH.
9. g. Anf Vlln VIIn CrInenburg Cr,ntnburg.• bid bad een ten mao maD joosi joosl Bturs, Beurs, te llarü11itll. llarülliell.
I1
10. KLUS VAN VAN CBONENBUJtG, CRONENBUJtG, genaamd VIIII vall AidelI. Aitlell. had bad tot vrouw 1I1"rill 1IIarill "an ,'on Wijthama, Wijlhomo , en won daarbij zeven kinderen. E.
111
IJ. MARGRJET IJ. MARGRJET VAK VAK CRON!NBURG, CRONENBURG,
III III ,r ,f"' ~ ~1
werd geboren IJ73 , gehuwd :lan Sicco Sieeo vlln van Bolswaarl, daar zij flierr merr den Asften Asfien Maart 1624. 1624, en werd . BreUIStnll, Breuisma, tot BolslPllllrl, :llda:lr alda:lr begraven; liet oa na één' dochter.
,. }ACOB JACOB VAN VAN CRONENBURG, CRONENBURG, ,. VAN ADELEN ADELEN VAN
werd geboren den lonen Maart rsgl, rS91, op het Huis Atlclen, Atlden, waarop hij altijd gewoond tegenwoordig, van wegen de Grietenij van Barrndeel, op de gemeene Landsdagverga. beeft. In den jaar~ iaar~ 16054 WilS hij legenwoordig, I:~ndsdagverga. ring. Geli.ilt Gelii" er, ~r, toen 1O~1l ter lijd, groote oneenigheid oneenig~eid door faéüeufe Regeering ontnond oDtnond t zo liepen de partijCchappen partlJCchappe~ zo tot de grootO:e ampten in hoog, dat eenige eemge Grietmannen Gnetmannen en andere RegeelÏngsperfoonen Regeellngsperfoonen gezogt hebben. met geweld, tOt m te dringen, Ten dien einde bragten zij hunne partijen, die bit sroolO:e grootO:e gezag hadden, bij het dringen. bet gemeene volk in haat; voor· het volk onverdraaglijke lasten opleiden; met dit gevolg dat de huizen van hun, geevende. dat zij hel hun. die zij dachten daarvan de voornaamlte te tc zijn, geplonderd werden. Jllcob Jacob Vlln v/ln Adtlen Adelen van vlln Cronenóurg, Cronenburg, .werd ,werd door zijn bitterO:en bitterllen vijand, DouH'~ H't "lIn van -/i't!ingn, -/iQI!ingn, door valCche vaJfche befchuldigingen I dus mede vt'rdach, gemaakt; waarop dan dln gebeurde, dal dat hij, hoe o~~chul. dig ook, op Zondag den 8nen Junij. 's morgens om agt uuren, op zijn huis, door eeaige eeDige bonderden mannen en wIJven. wijven. met de grootlle furie werd aangevallen, loopende de poort met geweld open, plonderende p!onderende en vernielende een grool groot de~1 van het Huis, met Glat G1at geene. 't welk zij 'er in vonden. Waarfchijnlijk Waarfcbijnlijk zouden zij het geheele Huis verwoest. verwoest, en den el· genaar gedood hebben, zo niet eenige van de gequalificeerfie Huislieden in allerijl waren toegeCcholen, toegefcholen, en den gemelden Grietman D. "all /lot/inga, met gevouwen handen, roch, door zijn gezag, het volk wildt!n handen. gebeden hadden, dat hij toch, wild~.n (;i:len. (;i:l~n, De Grietman die li:haamshalve niet dllrvende weigeren, vondt zig verpligt derwaards te gun; gaan; moelende moetende , tegen zl)ne zijne w!l, het volk, dat bij in de f{rootlle f{rooille furie vond, !lillen. Jacob zig zelven vrij vrijkennende kennende , ijJrak den Grietman als Amheur van de InJu IIJ)u rie in rechlen rechten aan. aan, die dan ook door het Hof gecondernneerd gecondemneerd werd, 10[ tO[ de bt'tllaling en boete van valJ de Injurie, kosten, fcha· feha· den, procesfen. enz, enz. Op den aden }anuarij Januarij 1643, ,643, bij een duillerlln duifterlln avond, viel de Heer "lIn "an C"neduI'g, C"nedul'g, te LeeuwIlartIen, LeeuwaartIen, in bet waler, water, en liet ongelukki, zijn leveu. leven.
-.---'
,"
la !I
C.rr,·t "lIn Gerril van Cronenburp, Cronenhurg, )'ong jong genor gellor < ven. Tied lï d "lIn ,'an Cronenburg, Cronenhurg werd geboren te C IJ r den' !I dden A Auguslus op dden Igden ~en F U;USI~j o~ CrtJllenburg r,,,en ~ifrff den Februarij 16al en I en e man I 31 , en mer ló47· (>
Z;~!~·
2. Fredrllt. :: a. Maria. 4. Bllllk. Ballk. Deze vier fchreven zig enkel van ,,/Zn Aiden. Aie/tn.
Andere, uit dit geOacht ~eOacbt gerprotea, gerproten. doch onzeker van wien, waren:
Ao. 1510, van Cronenhurg, Ridder, wiens ISIO, Dirk "an vlln Leqd""J. Letfdllili. vrouw was Mllrgrltl M"rgrlel v/ln Ao. Aa. 1521, rS2I, Anna "lIn ,'an Cr~nenhurl, Cr~nenburl, de vrouw van VlD Jtln V/ln Jlln vlln 6Q4chhHizen 6(1$chhHiaen fYillemsz. fYillemsa.
3. Barlholt Barlholl "on van Adt/en Adelen vlJn vtln Crontnburg, Cronenburg, een vermaard Schilder, gebooren in den jaare IS..... , op het bet ,Huis dtlelen, Adelen, heeft bij zijne vrouw, vrouw. genaamd N. Doornbosch Doornhosch,, één kind verwekt, dit jong ,ellorven lleftorven is. 4.
~jtrp ~jerp
vall Ade/en valJ Adelen "lIn ,'an Cronetlburg, jong genorven. geO:orven.
5. SJERI' S)ERP VAN VAN ADEJ.EN ADEJ,!N VAN VAN CRONENDURO, CRONENDURO, werd geboren den 12s11en 2s11en Februarij 1599. trouwde met Ar11lgtJt'd Armga,," Vlill vall was een Krijgsman, en liet bij zijne vrouw oa na vier kinderen. G.
IlIt{~lmU1. IlIt{~lmln.
Hij
6. Sibo/t ,'nn gden Mei 1601: tot joaren zijnde,t koos hij mede den Militairen ,'nll Adt/en Adelen vlln vfln Cronenburg, is geboren den 9den jaaren gekomen zijnde Iland. Iland, waarin hij zig, vIn den jaue 1623 tot 1641, altoos manlijk heeft gedr::gen. De voomaamfle bedrijven van zijnen tijd bijgewoond hebben, overleed hij aIs een Christen. Christen, op den aden Maart 1644, op het bet Huis te bijgewooud bij als een Held, en boven dien als .dde/en. Adelen.
7. B4u1t "av l'OV Ade/m Adc/m vlln van Crofltnburg, CnJfltnIJurg, werd geboren Ao.......... , overleed in .........
n. GEP.RIT GEP.RIT VAN VAN CRIINKXBURG, CRIINKXBURG, had bad eer ter vrouwe Tiet AII/kes Aa/kes Br~ngll, Br~ngtl, en won da:llbij één' zoon. F.
4~F-:U-='Eë~Ü==iR~r.\i
II
iiiii
.-=.....
_~
=---.
J:iitj
TAFEL
VAN fT 'T GESLACHT VAN
FILIPS
VAN
CROY,
HERTOG VAN
AARSCHOT.
x.
DJEEL. DEEL.
bI. 571 511
~~ '!'~~~;~~~=~~~=~===~===~=~~~==~===~======:===~~===~~==~~~~~~~ p=~!!! ~== ~J ~~!'!'!! ~= - Gu/tle nies ~1 CRüY een voornaam geflacht gellacht in de Nederlanden. Neder/linden. waaruit veele aanzienlijke ANTONlUS. ANTONIUS • Heere van Croy en Araines, Arllines, lllron Ihron van Renty RCl1ty Smet/cm. Sellec1cm. Graaf van FU.IPS, FILIPS, Heer van Cro]. Cro'] , Hertog van Aarjihot, Allrfihot, Ridder vaD van het CulJe rlies geOacht ANTONIVS. 133ron Rcnty SCllec'u:m, Fu.JPs, Ht!er Cro'}. ;;;~J ~~'liln garijen; zÎjn voortgerprooteD, voortgerprooten, voortgefprooten, was afkomllig afkomfiig uit den koningliiken fiam van Honga. lJollgaH0l1g0PorcelZll, Guin~~ Guines en Beo".mont, Benumont, WI~ wa~ wa~Fi/ips Go,; verneur van Limb/lrg Gouverneur Limburg en {,IIX(,lI/bl~~"(J. !,II.wlllbllrg, 1,lIX{'lIIbllrg, Gouverneur van lVamen llIal/len J.\i01Jlen en Lux:mburg, Luxemburg, ~ierf fiierf in den jaare 1549. Zijne eerfi~ eerfi~1 Tri mannen zijn POrCfIZIJ, .Gol;verneur Gouv~rneur go:ld/en, gorijen; zijnde de fiamvader van de H.eere~ Heeren en He~togen Hertogen van CROY, S~~PHANUS, STEPHANUS, regeering van Fr/rps Filips den dCII Gocden, Hertog v~n lJoUi' BOIl;:trondiën, Gemalin was ANNA VM!,!CltOY VAN CltOY,, dIe die hem drIe drie zoonen zoor/en l!lUj ~I onder de GraaflIjke GemailD Graaflijke regeenng Goeden, H~rtog zuor/en baarde. Na den dood van ll!
IIIII1II
~an
H,eere~
He~togen
S~~PHANUS,
Be/a den Be/Il dm Blinden. B./inden, ~~e, die, m in den laara laarll jaarlt 1173, 1(73, door zijns broezoon van Koning Bela ZIjns broe. zoon overwonnen overwonnen, en uit UIt HongarlJen HongllrtJen vlugHongarijen gedreeven werd; begeevende de vlug. ten.1e Vorst zig [Oen n~ar naar Frankrijk. De zoon van ~an Stephanus, MARCUS genaamd, )IJ ten:le \lan Siephonus, zig mede Frllnkrijk begeeven hebbende, trouwde aldaar, door bewerking zj" mede. naar Frankrijk ?ewerklng van KOlling, Arllines en CrO] Croy,, de; den Koning, Kornng, met CATHARINA , Erfdochter van Hues, Hlles, Heer van Araines Arames Cro] · die leefde in het jaar IIal. 11111.
1549.
H~rtog v~,n BOIl;~trondiën, cn naderhand v~n van alle aUe de Neder/(I.~dm, Nederlrl.~ldm, Neder/fit/dm, en. eo lbarenboven tbarenbovcn H aad en .Oppeu:J.lller.OpperkalllerOpperkameren
A~1I0, Anlla, herr~ouwde herrrouwde hIJ hij ~e[ met ~et A~~A ANNA VAN L.OTHARINGEN. I:?THARINGEN, LOTHARINGEN, Weduwe van René de ni rij A:lIa, heer. In den Jaare 1431I werd hIJ hiJ eerst RIdder Ridder van het Gu/de Gulde Vlus, nus, daama, C,zolon, Clrllon, Pnns Prll1S van OranJe, biJ welke hij hiJ KIlrtl Fi/ips, Filips, Marquis van Havre Hovre jaare 143 hij Vlies, Chalon, Prins Oranje, bIJ bij bij Karel Kartt van 't jaar 1463 tot tOt 1465, Opperhofmeelter Opperhofmeetler van V.1I1 den cl"n geteeld heefr, en van wien een eigen linie is voortgeplaat. De zoonen zoon en uit zij~ d~n Koning van Frankrijk, zij~ 111 merf eer!1:e eerUe en me rf in 1475, oud zijnde negentig jnaren. In zijn cerCle eerlle eerCle huwelijk verwek· verwekecrUe huwelijk waren: é(ne Iwe
1 ders
ni III IIIIII 'I'I
l11Il;'
II Jae~b, II ~e Jac~b,
Aa.:fc~ot ~n ,R~l1tij,
fil I/
Gu~!etlCout, Gu~!enl:out,
I Jjj
C~OY. r~f)Y. H:rto~ H~rto~
W1LLE~1, W;LLE~t, W;LLE~!,
Hertog van Sore, die, door ziine ziinc verflandige verOandigc opvoeding van KeiKei. zer Karel "en VIjfden, is vermaard geworJen.
Croy. Aroines Rmty, Kamerheer en Raad der twee HENDRIK, A,!rfchot. Grr.ave Gr~~.ve Porcctll] , was ,.ras Raad e!1 cn Ka. JOHANNES, Heer van Croy, Araines en Rmt]. Renty. HEl\Ï)RJK, Heer van Croy en Aorfcnot. Anrfchot. Gr~~vc van Porc{,{/lI, PorcefllJ, en KaHertogen van Bourgtmdiën, den .\toU/eII .\toutelI en JOII Ollvl!rtZtlo!,den; merheer van Koning Lodewijk LodewiJk den Twaalfden, Twaol/Jm. lil den jaare 15 "S J• Herrogen BourgBndiën, Philips Jen Moulm Jan den 0I1vtrtzoo!,den; Ol1vtrtZtlar;den; TwaalfJen , en overleed iu j~are 15'5, 15'5 Picllrdiën, Ridder van de order van JlJichiel; hij r.leuv~lf.leuv'!l· nalaatellde Gouverneur van Picardiën, Vln St. JI/ichiel; Jllieltiel; f,leuv~lnalaaccnde nalaatcndc vier zeonen: Azincourt, din Oé1ober '4 '4(5 de in den flag bij AzinCDUrt, 8den Oélober Oétober '415 en waren: 1 5;; zijne zoon AzincDurt, dlln JJ8den zoonen I. FJI.IPS, die volgt. I. FH,IPS, I. Arcemba!dUI, Arcemha/dul, Arambllidut, die in In denzelven flag omkwam, omkwam. zonder kinderen nate· nate\ lFil/em, Kardinaal en Aartbisfchop van To/edo. To/do. hiaten. laaten. 2. TFil/em, IFil/em, Aarlbisfchop v:m V:1Il Tokdo. ~.
ANTONnJS, Heer van CroJ, Croy. Aroines, Croy, Araines, enz. en
,irü~
I1II1 1II
WILLEM, Heer van Cro] Croy Arnines. ISABELLA, Erfdochter vau van Ren· RenCra] en Ami11es. Araines. trouwde met 1SABELLA. IJ, &nichem, Senil:hem, eoz. en won bij haar, tJ, Senichem, enz.
I1lij
nalaaten~e
3. JOHAN VAN aoy, caOy, eerlle Graaf van Ch/tnoy; Chitnoy; AntOl1ius en JoChilnay; welke AI/tollius hlln, ieder een bijzondere liDie geflacht voortgeplant voortgepl:lIlt hebhe b. han, linie van hun geDacht heb,
ben. bcn.
2. 2.
KARRL VAN CMT, CMY, die volgt. KAREL Cll.OT,
Antl0 1'0/1 "011 Cray, Croy ,gehuwd Aremherg, 3. Anl1a '·f1I1 Croy. gehuwd met Karel de Ligne, Graave van Aremóerg, Aremberg, hu'.\'clijk Croy in 't geflacht van Aremberg door d~or welk hu'veliJk hu·,\'cIiJk de goederen van Cro] zijn zIJn overgebragt.
Iweede vrouw, \'rouw, bii bij welke hij geene kinderen verwekte, verwekte. was JDnallnll JOhllllnll vlln 7.ijne Zijne tweede "rouw, Johanna van Lodeu-ijk van vlln Blois "Iln B/ois, dochter van LodeU'/jk Lodewijk Rlois "'In 1'an Tres/ong.
AfJtom'us, Prins van Por.Ctan, Por~tan, filerr filerf FralikriJk. 3. Antouius, Atltouius, Por,etalt, merr in Frallkrijk. Robbert, jaare 1519, Kamet'ijk 4. Rohbert. Robbert. die, in den ja:lre JSI9, Bisfchop van Ilame,-ijk /{omel'ijk WlIS, was, over-
leed in 1550.
I II I
I. Jlfargorethll vall Croy. gehuwd aan Pieter de lltnin, lIenin, I. Jlfargaret!za Jlfargaretha VIlIt valt Cro]. IItnin, Graave van Bos/u.
I
~REL, Heer van Cro], AtlIfch,t, zoo~ van Filips KAREL, Croy, Hertog van Aarfch,t, A/llfch,t, zoon Fi/ips en van Johannes I~ fllllell'ljll elI elJ COIl11/Jines, COll1l1Jines, die, in 1612, zonder erfgenaamen bij zijne twee vrou· vrou- .. IIlllclI'iin 1I1llell'l"ill elI COlllllJines, ~ hebben. overJeed, zoon. François vall ~I w"n w.:n verwekt te hebben, overleed, liet na één' natuurlijken ZOOD, zoon, Frllnçois van zi;nen dood. gingen, gin~en, zo als wij gezegd hebben. Croy genaamd. Met ziinen zijnen hebben, de goe· goe- ~ Croy over in het geflacht van Arember€. Aremóer,. deren van CrO] Aremberl'
it ~
;
---.- --
=:::
'
-=;
=
Ü~ ä~
Ni,il
CR.OOSWIJK; (Ruiste) CROlJ, (HII;s u) enz. 571 CaooswIJIC; (Huis Ie) zie van deze beide Artikelen op letIer K. CaoIJ. (Huis Ie) ook wel ha lJuis Stiphout genaamd, is celegen in de nabijheid van het Dorp van dien naam, in Staats BrQ'alld, of eigenlijk in Peel/and; wordende voor act aange· naamlle van dien oord gehouden_ CRUlNINGIli', een adelijk Slot in Zuidóevelllnd; zie
KRUl·
IJll(GEN.
CIlCPTOIUCIS VILLA. voorheen een zeer oud Kasteel bij E1/khui· at". naderhand door de Zuiderzee verflonden. Deszelfs grond wordt tegenwoordig de Plaat 4e Kreupel genaamd. T f>CITUS lIlaakt gewag van nI/a CruptoYicis, de Hoffiede van Cruptorix, of verblijfplaats in deze Landen. Van Crupto";d, nI/a fpreekende, vinden wij, bij ALTING, het volgende aangetekend. I. Wij hebben. van Bl1duhenna fpreekende , aangeweezen , ter welker plaatfe onze Friezen, tegen de fchans van Opper. en NederGermaniën, onderlleund zijnde door de gewoone hulpbendp. ltardnekkig [Ot cien tweeden dag toe vechtende, een ~eer roemrijke overwinniug, en beroemden naam gekreegen hebben, ea ook werwaards de Romeinfche krijgsknechten, die niet weder bij de keurbenden of vloot konden komen, hunue vlucht genomen hebben: dewijl men dan weet, dar de eer!le bende van negen hondl!Td nlan, afgemaakt zijnde, zig bij Badehuenna. ter vlucht naar Flevum begaven. zijnde die !lerkte toen nog met Romeinfche krijg~knechten bezet. zo is het zeer waarfchijnelijk, dat de tweelJe bende, van vierhonderd man, die malkander den doodlleek gaven. zijn omgekomen bij de Hoffiede van Cruptorix. die een Landzaat was. met het zelfde oogmerk derwaarts gevlucht. doch van wien niemand dan T.~CITUS meI. ding maakt. In de Grietenij van Opftt:rla/ld vindt men nu een Dorp. welks bennaming veel overeenkomst met dezl! heeft: Hem.Rijk, of Hem-Rik, als of men zeide 't Ham. of Hiem ",m Rijke, (Filla Rids ,) alleen blijvende behouden den naam 'f1D Rijft" die bij de Friezen nog hedendaagsch veel in gebruik 00 3 is,
57t
CRU P TOR I CIS V I L L A.
is. zijnde de voornaam mogelijk weggelaaten , gelijk men nog wel den naam van C,-obbe, of Cnbller, of dergelijken in deze gewesten vindt: ook kan 't wd een bijnaam zijn geweest, die dezen man, naar eenigc wanllaltigheid, of lichaamlijk gebrek. gehad heeft. als genoemd zijnde Crobbe Rijks, of Greblle Riilrs, met zijn vaders naam, of zo nis men nu zeggen zou Krellpele Ri/Ie. 0111 dat hij kreupel was, en den oorlog Diet langer kon de volgen. om welke reden hem TACITUS dan ook heeft kunnen noemen een Brfo/delilJg: verder is wCt hlijkbaar genoeg, dat de Romeinen, alle de DuitCche mans oaamen, die op ft, of Ir ft uitgaan, gewoon waren la veranderen in ix, of ;efls; ten minnen JULlVS C1E'AJt deed zulks: wat 'er van zij, eensdeels doet mij de reden, waarom de RomeinCche krijgsknechten hunnen weg derwaards namen, en de gelegenheid van de plaats. anderdeels de betekenis en overeenkomlit der benaaminge bijna gelaoven, dat het Hemrik dezelfde plaa!s is, die welëer de Hofjlede "{iJI C'rtJptorix is geweest; want dezelve is omtrent twee gemcer.e mijlen, recht aan de rivier IJtmjing, van het gemecne woudt Bodehuenna af, doch van de IJunjilJ{J zelve meer dan vijf gemeene mijlen, welken weg zij langs de na~u\Ve voetpaden, door de veenen moasten afleggen, en over zulks waren zij niet zonder reuen bevreesd, dat zij, verfi1 ied zijnde, van het dulle en gewapende boerevolk lauden omcingeld wordt!n, dat dan ook de reden geweest is, dat zij malkander liever hebben willen onder den voet Ileekcn, dan van de Ilarb~aren, als (Jachroffcrs voor het altaar, tot groole befpottÏng van d~n Romein/ehen naam, mct fchande gedood te worden." Tut dus verre de Ileer ALTING, die, zo als wij gezien hebben, de Pil/tl C,uptorids houdt voor het fleem, of Hiel1J, gelijk de F, iC'U1I zeggen, van RIKl:, en vervolgens giiit, dat de naam van dezen man zal geweest zijn CIlABBll RIJKS, of GREUHEJt l/.IJKS. Maar de gi.sfilJgen van dien anders geleerden man vcrvallen, door hct geen hij zelf daarop la~t volgen, cn aanmerkt tcn aanzi~n va'! de verumkrinlj, die de Romeinen maalw:n in cl.: InU'lsnaa:r.cn: want RICIS i., dus geen eig-cn n3:lm, gelijk RIKE, oC !lIJKE, ma,;r een verbuiging va!! CRt;PTURIX , volgcns J. C/I:lAR, waarop !l!j zig zei ven beruept, die lclllijft ORGETORIX, en Ilt:~I·
CRUYS. (St.) CUCHLlNUS. (."fo7annes)
sn
DUMNORIX, voor ORGETORICH en DUMNORTCfI; gelijk men zegt FREDERICH , H!NRICII, WALRICH, ALRJCII, B~LT)ERICH en ULRJCH. Nt! fchijnt deze buiging in ic!z dezelfde kracht te hebben, die bet Latijn heen in ax, in de woorden Áudtlx, Emlfx, ProPertinfIx ; of ofus. ;/1 G/oriofus, Oblil'iofus m Nilllboo {us, die alIen hunne bijzondere betekenis hebben. Men zou ook kunnea zeggen, dat ze afgeleid zijn \'an de oude taaie der Gau/en en GerlJl{1lufn; doch deze OI1S Iiiet genoeg bekend zijn· de, kunnen wii 'er niets met zekerheid van zeggen. Zie IIAL~IA.
"'X,
CRUYS, (St.) legr in Pll1andertn onder ..1t1/"dmbul"g, doch wordt als onder Zee/tllId behorende gerekend. Het Dorp heeCt Kerk en Predikant, (hande onder de Klasfis van TYesthoyen. CUCHLINUS, (JOIIANNES) geboren in het ja~r 1S46, leTl'estruu in HesJe11, in fchooldienst geweest te Nieuwen/lUizen, en daarna in kerkendienst Ie Tac!te;m in de Pa/tz, welken dienst hij. met meer anderen, had moeren verlaaten, om dat de Keurvorst van de Paltz, LODRWIJK, die zijnen godvruchtigen vader ~RE· DRIK DEN DERDEN opgevolgd was, den Gereformeerden Godsdienst afCchafte, en dien der LutherCchen invoerde; waarop CUCHLJNUS, naar EllibdefJ, de algemeene fchuilpluats, de \\ ijk nam. Aldaar n:lm hij. eenigen tijd. den kerk- en fchool-dienst waar. Van hier kreeg men in Ámfleldalll kennis van ziine ga_ ven en bekwaamheid; hij werd 'er, in het jaar 15?!!, beroepen, en door P. DhTHENVS in den dienst bevestigd. Den ?den November van het volgende jaar, werd hij te Lcidl'1l beroepen als IIoogleeraar in de Godg~leerdheid; doch het getal der Pre.likanten binnen ..1ll1flftldam zeer fchaan. ziJnde, iloeg hH dit af. Door 's Lands Staaten , in het jaar '59', ht!t Theologisch ColI,~ie. of Kweekfchool, naderhand bekend met den naam van het StoateIl Coltegic, opgericht zijnde. werd onze Leeraar [Ot Regeot van hetzelve ver(;ozen; doch hij, niet zonder moeite daar toe kUI1I1ende overgaan. aanvaardde het eerst in 't volgende jaar; wordende [Oen, bij de plecluige inwijding, den 16den Oétober 15911, in de waardigheid bevestigd. 't Jaar daaraan 00 4 ver-
574
CODELSTEERT. CUIL. CUINDER,
enz.
vertrok hij, van nieuws. naar Am/leidam, om 'er den dienst waar te neernen, en bleef 'er tot in het iaar J 596, wanneer hij den post als Regent weder aanvaardde, en vervolgens waarnam, tot aan zijnen dood, die voorviel den 3den Junij 1606, in het zestiglle jaar zijns ouderdorns. Zijn afbeeldzeI gaat meer dan eens in prent uit; het laatfle is van HOUBRAUN. Hij liet na twee zoon en , JACOBUS en HENRICUS, die ook Predikanten geweest zijn. Zie CROI!SI'!, Nlltlm,.egiste,.. CUDELITEERT; CUlL;
zie
CUINDKR;
zie
KUI1ELSTAART.
KUIL.
zie
KUINDER.
CUILEilIBURG. of Culembu"c/r, Slad en Graaffchap. Zie VIII dit Artikel, als ook van de mann<:n van dien Ilum, op de let· ter K.
CUNiEUS. (p!!:TlIus) Rechtsgeleerde. geboren te f/jisjintt", in het jaar 1585. Hij vorderde zeer gelukkig in zijne Letteroefeningen, en voornaarnliik in de laaIen. waarin de vermaarde JOHANNI'!S DRUSUS zijn Leermeeller was, die hem ook in de }oodfche Oudheden onderwees. Op
Ge
C U N /f. U S. (Petrus)
sr5
de dan den Gereformeerden, en dat wel open~:tar, met bet oordeel, dat bij gaf over het boek van s. LUIlERTUS tegen dat van H. DE) GROOT, over de Godsdienflighcid der Neeren Stalllen; hierom kon hij den haat van fommige heethoofdige Geret'ormeerden niet omgaan. Men bragt zijn voorgemelde boeksken , dat in waarheid een fcherp hekelfchrift was. in het jaar 1619, ter Sijnodatetafel, en oordeelde terllond, dat hij daar mede groote ergernis ge ge even had. Zijna Rept/bliek tier Hcbreen ging zelfs niet vrij: 'er werd belloten , dat de Ge-
tieputeerden der Sijllode hem zouden vermIlanen , om van deze dingen. bij de eene of om/ere ge!egenhûd, fchriftelijke ver. goetiing te dom, deWijl de voidoenitIg , die hij de Kerk Ie Lei. den (zedel'l 1612, dat hij het in hel ligt bragt) geleeven had. 1/iel zo publiek was, dat tie ergernis, daardoor veroorzaakt, Eehee! was weggenomen. Atdaar had men echter in zijne verant. woording genoegen genomen; en het is te denken. indien men het boeksken en den Schrijver had Jaaten rusten, dat 'er niet meer aan gedacht zou geworden zijn. FE~TUS HOMMIUS en ISACUI JUNIUS verklaarden aan de Sijnode te Gouda, in den jaare 1621, dat CUN1I'.US, op het voorllel aan hem gedaan, had geantwoord:
tiat hij over de fouten, in zijtIe gedrukte boeken, bij hem ge{ch/"even, toen hij nog jOlig was. en geen profosjie vav religiç gedaan had, met een publiek fchrift, Iers/daags uit te ge/!ven, de 'Sijnode en Kel'k zoutIen voldoen: zeker, de gemaklijkfie weg. om alle verdere g~voJgen voonekomen ; doch, mijns weetens, heeft CUNIEUS 'er naderband niets v~n gemeld, noch is tot de volbrenging van die belofte meer aangefpoord; wijders fchreefhij, .!Jatirlll"fenipp~1J in [ui {ecu/i homine$; en tie Repubiiea Heblt1:o/'um. Lib, III; welk laatfii werk in 't Nederduitsch ten overvloede bekend is. als mede in 't Fransch. Hij gaf ook in 't licht de Keizers vóór en na Juliaan , en Aantekeningen ove,. de Dionij{en van Nonius. Over een voorval, weinige dagen vóór zijn overlijden gebeurd. heeft de geleerd~ wereld met recht zig te beklaagen. Terwijl hij op zijn krankbed lag, en reeds met den dood worllelde , wist hij uittewerken , dat zijne zuster, die hem oppaste, nevens de verdere huisgenooten, naar de kerk gingen, blij vende dus alleen met een oude diellsuuaa,d thuis i
005
~
57~
C U N JE U S. (PärUS) (Ptlrus)
aanre!leken, kans wijs om de deze gebood hij, hij. een groot vuur aanre!leken. kanswijs kamer en het bed te verwarmen. Dit verricht zijnde, geeft hij haar den /leutel van zijne Studeerkamer, en wijst haar, h~ar, waar aftehaaien. een mande met papieren {laat, !laat, die hij haar beveelt aftehaaIen. Zij volvoert den last, en hij daarop haar ha~r uit de kamer doende gaan, kruipt van het bedde naar het vuur, waarin hij alle de fchriften fineet , en dezelven door de vlam deed verteeren. Alle [chriften fchriften van hem, die hij te onvolmaakt oordeeldezen waren w~ren fehriften gegeevell te worden. 't de , om na zijnen dood in het licht gegeevcn Smartlijkst was, dat daar onder waren zijne wel beploegde aanteSrnartlijkst keningen op JOSEPHUS, waaraan hij zijn galltfche leven gearbeid had, en die, ontlVijfelbaar, gelVeest ontwijfelbaar, een mee!lcr!luI.:: mee!lcr!lu!.:: zouden geweest niet wel mede in zijnen fcheen 'er echter nict zijn(!n fchik zijn; de !lervende fcheell te zijn. Onder al den arbeid. hij, ten dienfie dien!le der Leidfche arbeid, dien hij. Academie, verricht had. had, was ook zijne Oratie, op het eer!le Academie. Snen Februarij 1624, Jubilé, gevierd den 811ell 1624, toen hij ten tweedemanie Reétor Magnificus werd; welke waardigheid hij ook in Dlanle bt:kleedde. Waarfchijnelijk zou hij ook Historie1632 en 1637 1ó37 bddeedde. fchriiver der Provimie van Zeeland geworden zijn, zo niet de [chrijver ge.:indigd zamenl1eldood zijn leven te vroeg ge.: indigd hadde. Tot het zamen!lelkn van een Chronijk vall Zeeland. was hem reeds vrije toeJen v(m Zeelalld. gang gegund tot alle Charters en Brieven. In het jaar 1616 1616 was hij getrouwd met MARI.\, Dochter van den Leidfchen Penfionaris ZEIST. Zijn afbeeldzei Pen!ionaris NICOLAAS ZEIST. afbeeld7.el gaat, op onderfcheidene wijze, wijze. in prent uit. Zij, die begeeriti zijn hem nader te kennen, dienen te leezen de Latijnftltc Latij17fchc Brieven, gegeeven zo door hem, als aan hem gefchreeven, en in 't licht gegeevell door den I1eer P. Bl;PMAN. Bl'PMAN, en bovenal den opdragt, die door nakomelingen daarvoor dien Hoogleeraar aan zijne IIIoog2chtbaare Ioog~chtbaare nakomelingelI geplaatst is: ",. het is daarin, dat hij hem prijst, als eellen eenen der wellprekcnfle mannen, en beste rechtsgeleerden, die zo zeer " welfprekcn!le mct de groot!le " als iemand, met grootlle voordeelen en eenijtelen eertijtelell der " Academie begifdgd begiftigd is geworden; die boven veele uitmunte " in eell een groot aantal van Leerlingen, uit alle gewesten van vall hOllingzoet~ fchriften. " Europa; die, die. in zijn honingzoet~ fehriften, de Ciceroniaan,. .. fehl.! fch~ bevalligheid met het Attisch zout ZOllt vermen~de; bij ieder uil!lek., 90ven Boven anderen, fchraale "IJ geacht, om bij uilIlek [chra~le wetenfchappen t " pen,
C U N ERA.
577
ot pen, met puik van welfprekeudheid en rijkdom van vernuft " te vereeren." HURMAN was het niet alleen, maar alle geleerden van zijn' lijd waren grootsch op zig zelven , als zij gelegen. heid vonden, van tot zijnen lof te fprecken. Zijn naam en ach· ting leeft nog in OAze dagen, duor zijne nakomelingen, die te Leiden het gelloeIte der eere bekleeden. Zie R!.IGERSDI':RG, MI':URSIUS, LA RUE, enz.
CUNERA, in de Roomfche Kerk als een H. lVIaagt en Mane. laaresfe geëerd en gevierd. 'Er warde gezegd dat zij een Ko. nings docheer was, van de Or.l1difche Eil,mdm; dat zij, op verzoek van ST. URSlLA, die haare bloedverwante was, de reize met dezelve naar Rotn~ had aangenomen; dat, van de elf duilend maagden, die met &T. URSULA gereist h~dden, deze CUNEPA de eenigfte was, die, bij haare terugkomst, voor de woede der Heidenen te Keulen bewaard bleef, door zekeren Kcning, RAD, llOUD genaamd, die zijn verblijf te R,'1eellen had; dat zij haar verblijf ilJ het Hof van gemelden Koning neemende , door haare deugd en godsvrucht zo zeer in aanzien geraakte, dat RADBOUlJ haar het opzicht over zijn Hof toebetrouwde; doch dat de ach. ting, die de Koning haar bewees, haar den haat van de Koni11· girme op den hals haalde. De Koning hierop ziek geworden zijnde, werd, door zijne vrouw, alle kwaal! van CU~ERA Vt!T' haald; 't welk zo veel invloeds op hem had, dat zijne liefde mede in haat veranderde. CUNERA. op zekçren tijd, met een fchoot vol brood uit het Hof gaande, om het aan de arme:1, volgens haare gewoon~e, uirtedeelcn, bediende zig de Koningin daarvan, om haaren Gemaal te doen zien, bo~ CUNEI\A hunne middelen verfpilde. De Koning, hanr daarop voor zig doend\.! I.:omen, om haar te be!1:ratlèn, gebeurde het dat de brooden in houe veranderder. ; waardoor de Koningin (volgens het verhaal der Legende) de !lralli! moest ondergaan, die zij CUNERA beo reid had. Alzo dit ha:lren haat nog meer deed ontneken, beo dacht zij middelen om haar heimelijk van kant te helpen. T erwijl de Ko ning, op zekeren tijd, ter jagt was, greepen de Ku. ningin en eene haarer Vrouwen haar aan, verworgden , en beo groeven haar daarna in de {lal, doch verbonden zig met ecde. ht!t
ST8
C U N E R. u SPE T Il J.
bet feit geheim te zullen houden. De Koning terug komende. cn door het gantfche Hof te gemoete gegaan wordende, zo miste hij cuNERA onder de menigte; weshalven hij Daaf halr vraagde. De Koningin, haar misdrijf zoekende te verbergen. zeide: Har f(Ollillg, de ,uders van Cunera zijn, ;n UJI1 afoeezen, Mer gewast, en hebben haar met ûg gevoerd. De Le. gende zegt verder, dat men met geen mogelijkheid des Koning. paarden in den (bi kon krijgen, maar dezelven in een anderen fial moest brengen. Des nachts, zag de Stalmeefier , ter pll8tfe daar CUroiERA begraaven lag. een menigte van kaRrfen, kruislings over elkander, branden. In den fial komende, vond hij de aarde opgewroet, waaruit hij het lichaam van CumRA haalde, als ook den doek, waarmede zij geworgd was. De Koningin ontvlJlg de firaffe, op zo een bedrijf pasfende. RADBOUD deed, ter eere van CUNEI\A, een Tempel in zijn Paleis bouwen; door Bisfchop WILLEBRORD werden haare overblijfzelen , veele jaaren d.lama. naar Utrecht gevoerd, alwaar door haar. volgens het zeggen der Roomschgezinden, nog veele mirakelen verricht zouden zijn. Men zie tie Legende der Heiligen. OPMEER, elithl/ijlt Martelaarsboek, I. Deel, enz. CUNERUS PETRI, geboren in 't Dorp Du;vendijke. in ZulttnJ. in het Jaar vijftien honderd een· en-dertig , en opgevoed te Brouu'ersltaven. welke Stad GUICIARDIJN, SWEERTIUS en MIR1WS als èe plaats zijner geboorte gemeld hebben. Den loop ziiner fiudien in de Philofophie voleinde hij te Let/l'ell, in het Col/egll/f1I Cnf/rlJm. Zig vervolgens op tie Godgeleerdheid toeleggende. heef, hij zelf ~ie in de Abdij vin Park onderwezen. Nader. hand werd hij Plebaan van St. Peter. en in I ~60 Doélor in de Theologie. Dij de aanfielling der nieuwe Bisfchoppen , werd hij met het Disdom van LUI/waan/en begiftigd. en deed aldaar zijne intrede den I nen Februarij des jaars J 570. Den !lsflen van de maand April deszelfden jaars, hield hij het eerfte Sijnode, waarvan hij de Ordonnantien te LeuJ'm deed drukken. Hij bleef aldaar tot in het jaar J S7 8. in welk jaar hij, door RINroIENIInG, gevan~en genomen, op bet Blokhuis te Harlingen ~ezer.
CD
(" U N E RUS PET 1l I.
579
en. na twee jaaren, gebannen werd. Hij begaf zig toen naar Mutifle,., alwaar hij eenigen tijd als Choorbisfchop gefleeten hebbende. zijn leven te Keulen eindigde. op den Isden Fe. bruarij 1580. zijnde aldaar begraaven in de Domkerk, nabij het Altaar der drie Koningen, onder een geringen zerk; waar. op, echter, naderhand nog een graffchrift, tir zijner eere Iefield is geworden. Bij zijne gevangeneeming werd hij befchuldlgd. niet alleenlijk ~ehandeld te hebben tegen de InOruél:iën van 's Lands Staaten. maar ook tegen zijne Commisfie. hem gegeeven door den Hertog VAN AL"A. De Prefident VIGLlUS wordt gezegd, hem verfcheidene maaien berispt. en trouwhertig vermaand hebben, ii, toch te gedraagen volgens zijnen lastbrief, en aftelban van zijn ergerlijk leven. Hij trok tOt zig de inkom!len van bijzondere Godshuizen. en floeg over tot verkoopingen en ontheiliging vall Kerkhoven, en andere plaatfen , tot ruste der overledenen gefchikt. Om deze en meer andere overtredingen. inzonderheid ook wel:ens zijne dronkenfchap en vuilaanigheid, geraakte hij \tij de Prelallten en het volk in groote veragting. Zo haast de AartShertog MATTftIAS VAN OOSTENRIJK in het Gouvernement der Nederlandtn, met de hem bijgevoegde· Raaden van Staat. ge. treeden was, werd de nieuwe Bisfchop door BILLlJ in de geVlIIgenisfe gezonden. Deze. gewoon den fpot met hem te drijven. maakte hem dronken, en danste dan met hem rondsom de tafel, banken en !loeIen. Uit zijne gevangenisft' leverde hij een verzoekfchrift aan den Aartshertog over, 0111 een jaarlijks onderhoud te mogen g~l1ietcl1; het welk in handen Vdn de Gedepllteerden der Staat en van Friesland gefleld zijnde, was het antwoord daarop: Tegen de Co"trn&en etl onderlilJze Accoorden. fllil de HeI,.en SI""len en Splmjen, had mm al ove," lang de Privilegiën des Lands meI voelell getr.tedell; boven alle fonen. dingen yan hunne L,md,.echtetl en Coflull1C/l. en hoven zo Vte· klasten. hun etn n;euwen Bisfchop CUNERUS PETRI op,ed,.ongen. die, in plalltze van zO"le voo,. zijne Schaapen te ",.agen, aig meer bevlijtigde om gulaig en onkuisch, 1IIet "e,.. _or/ing tier Getstelijlce goede,.en , te leeven. Om wdlcè tJa tpur IInt/e,.e rer/enm, pij op /JeY" "an tien Aartshertog ol' l,et Blok..
580
CUP. (Willem)
CUPER. (Gijsbm)
Blokhuis opgcJlottr. was. Dieshalven k8ndm de Stl1i1tm het wrzochte penfiom Iliet inwilligm, voor dat hij zou gedaan /uhbetl, behoorlijke ,-t!uninge wm zijne Admini/lratie, ZI ,'all de inlronlJlen der Com'ellten, als vlm de ge/tec/e bediming zijIIS ampts. 03'e,. zulks, of !ft! zijne Hoogheid hem hadde foegelegt em jaargûd van agl honderd guldens, zo kondm zij I/c/I/ die flit t beton/en, v~or dat hij beho~,-Izïk de v~orfckreve. l/e rekenillg gedflm/ had. 't Geen zijne zaak veel verergerde, wa;;, dat hij, tegen het verbod der Hooge Overigheid, in het wijen en kruinfchceren van fommige Prelaaten , Abten en PriesIt'rs. l\lonniken en Klerken, was voortgegaan. Dit hem, door de Commisfarisfen DOCO en MARTENA, die hij ook verzocht ~ hem, tOl het verkrijgen der j!arwedde, behulpzaam te zijn, voorge11eld zijnde. gaf hij geen ander antwoord, dan, ik bm in handen "fin Menfchm; met hijvoeginge, hIJ kon dit niet Ilt1laali!n, "O~" dot het hem ,'erbodm werd, van dien, die IICII1 de magt in /1I71Iden geguvcn hadie; oogende op de Com. misfie , hem door Paus l'rus verleend. De Inftruétie, daar hij zit lJaar richlen moesr, ged~grekend, Bru/el den '4den November '569, onderc-~kend Dur: d'A/ba • en daar onder ,'alJ dm Aa, is Ie vinden. bij wrNSE~lIUS. Met de verbanning van dezen Bisfchop en Kenermeefler, nam het Bisdom I.e Leeuwaarden mede een einde. Bij LA RUE en and~relJ, vindt men zijne Latijnfche en Kederduitfche fchriften gemeld. Zie REIGERSIIERG, C!tr~nijk )'an Zeeland, WINSJ!:ilIIUS, HAL~IA. Oudhedm van Fril!slallli, enz.
CUP, (1VILU:~I) uit een aanzienlijk geOacht te Bommel gtboren. alwaar zijne voorzaaren de Burgemeeflerlijke waardigheid bekleedden. WILLEM kwam tcr wereld den 6den ]ulij zestien honderd en vier. ln zestien honderd vier-en-dertig werd hij, Ie Harderwijk, tot Hoogleeraar in de Rechren beroepen, en bleef 'èr 101 het jaar 1647, wordende toen beroepen te Fnf/tJeker, 111 waar bij fiierf den 6den ]anuarij t 66 7. Zie Befchrij"ÎlIg "011 Bommel, bI. J 37. CVPER,
of
KUIPER,
(CI}SBiRT)
geboren io de Over6ltuwe, den
c
U
l' U
S.
(Fttrus)
den 14den September 1644, en overleeden in den jaare Zie KUIPER. Zie Hij/()ire Critique. Jourl1al Litteraire.
SSt 1716.
Cupus, (:'ETRUS) RemonOrantsch Predikant te ll'oerdm , al. waar hij, in het jaar 1618, in 7.ijnen dienst gefchorst werd. Te wee!en, de l\1agiilraat aldaar kon goedvinden, na vcele oneenigheden, die 'er waren voorgevallen, hem, op den 30ilen van de maand November des gemelden jaars, terwijl hij uit de Stad was, een briefje thuis !e zenden, dat hij niet meer in de Kerk, of elders binnen de Stad zoude prediken, tot dat de Gecommit· teerden van de Stal!en, midsgaoers de Gedeputeerden v~n de Dtlfrche Sijnode, aldaar zouden gl:komen zijn; aan wien men zeide, de reden van zijne fchorung in den dienst te zullen vertoonen; laatende , echter, den Predikant PET\l.US BRICQUINGNY. hoewel ook tot de Remonilranten behoorende , vrijheid van prediken. Cupus bevond zig mede te Dordrecht, om den gedaagde Remoniltanten, met raad en hulpe, ten dienst te zijn. Ook was hij een van hun, welke HUGO 1I1UYS \'AN HOLY, aangezien hem, zo wel als de gedaagden. bevolen was binnen Dordrecht te blijven, aanfpraken om bemaling hunner daggelden ; waarop hij nevens de zijnen een barsch antwoord ontving; over 't welke CUP us hem weder toeduwde : fit gij, mijn Heer, 0111 ons te helpen veroor6lee/en, zo zijll wij 'er kwalijk aan. Zijn om de Huren moede, 11Itn wijze ons jlegts een plaats, daar zij willen dllt wij gaan zullen. Op den eerllen Januarij des jaars 1619, bevonden de gemelde Gecommitteerden van de Dclff.',~e Sijnode zig te fl'oerden. Drie dagen te voor en hadden loIe Contra-Remonllramen van de Klasus de befchuldigingen tegen de Remonllramen bezorgd, die ook aan CUPUS, met verlof uit Dord. ,.echt te lYt;erden gekomen, werden ter h~nd gefield. Betref. fende cupus voor zig zeI ven , wordt eerst gezegd: dllt hij ach.' terdellke71 gegcel'en hetft, niet zuivel' te zijn in Ne Leerpointen; wordende die Lcerpointtn gezegd te beilaan in: J.) PIlIJ ae H. D,.ieUnlzeid. Godheid en voldoening van Christus; Il.) Pan de 3.ckerheid der Heilige Sc1mftulI1'e; lIl.) ran de E'f z()nde; en IV.) Fan dm Clltechistuus. Ten aanzh:n van de Pro-
58~
cuP e u PUS. u S.
(Petrus)
Proceduren : J.) Aannttming Aanneeming van zijn (Jnwellig IJnwettig beroep; ea en 11) Pcrhindering Perlrilld(ring "Im 1'1111 de U'ctulljlre ól!rofpinge van Simeon de 1I) wettelijke ócroepinge Belle, (IJ beyordering bc)'ordering vlm de d( wettelijlte beroeping van andeantle. ren. Zijne Lasterin,en Laslerin,en en Ophitzingen, I.) J.) Lnsterlijlte Lnsterlijke voorflellm. voor zijn óoe/(ske reden laten /Iel/en. boek~ke genaamd AANWIJZIN. GE; I1.) Lastering LtJstering telen de leere der Pr.edestinatie; Pudestinatie; III) lIl) Ophitzing der 1I1agiftraat ft'lagij}ral1t en Gemeente; Cememte; IV.) Lastering, dat Jat fIIen de Relllonjlranten, zoeltt U over. 1IIen Remonftrantm, met 10DeI,enen IODchenen en Conci/ien Concilien zoekt te over· 'Yall(n, en dllt "(Jeten wetlero1tl "allen, dat de CotJtrtfl-Remonj}ranten, Contri!l-Remonftranten, de "/Jeten wederom in der PnpistetJ fcltoene/l fclzoenm wilden fleelten; fleeken; V.) Har"neUigheil HarJneltlrigheil fl11l DII1 te blijl'm blijl'lIl bij hunne hUl1ne Lure; VI ) Lastering tegen legen die V411 vqn Oudewater; VII.) Tegen de Overheid. Qnwaarheid, Qnwl1arheid. titll titfll me. hun zoude naguven nfJguven gruwelijke leere vtln van de Prtl!desrinatil PrtedeSlinalie ; VIII.) Lastering tegen ti{!;en den P"edilrant Pt"ctiilrant Jofephus; IX.) Tegm Je tie SijtlOd(; SijtJOde; en X.) Tegen Tegetl de Sijnotie V'In Vlln Gelderland. CuPus, deze berchuldiging\'n befchuldigingen gezien hebbende, zeide wel te voorzien 'et· "01 ,'o/gen z{lude, eR deed, op den gemelden eerflen u'al 'er gen zQude, eerllen Janua. u'at rij, na d~t BRICQUlNGN\' ,epredikt had, een aanfpraak unfpraak cot lOt het 'folk, waarbij hij het vrrmaande vermaande tot flandvastigheid, Ilandvastigheid, in het geen "folk, hij hun gekerd had. Wij zullen ons hier met de onderhande. onderhandeling van cupus alleen bezig houden, laatende die der Woer",,. Woerder RemonjlnJntm Remonftnlnten in het al,emeen op zijne plaat.. Op den sden sdell ]anuarij werd de onderhandeling met hem aangevangen. Hij verr.:heen des namiddags ven..:heen narniddags omtrent umtrent vier vi~r uuren in den Kerkenraad. of, zo men of. mcn wil, voor den kerklijkelI kerklijken rechtbank, alwaar tegenABRflllflM MUlSENIlOL MUISENHOL , llUGO HUGO DYERUS, MARTlNUS woordig war.n ABRfllIAM l'IICOT.AAS en WCHlfX. lIlICOI.AAS ilIlCHI~ HOGIUS. HOGIIJS. Predikanten te Breda, in den lhlng, Hlltlg, in de Liere ell e" ZC1'enbergm; ZC1'enbrrgm; de Gedeputeerde der Zuid/zO//illlflfc/re Sijnode, ZlIid/!IJ//ilmlfc/re Sijnodc, IDSARDUS IDSflRDUS FREDERIKU3, Predikant Prcdikant tot .I1lJuyden, AIJ/eyden, als de vijfde Gedepmeerde, Gedcputeerde, was niet tegenwoordig: in tegendeel tcgcndecl waren 'er de Heeren Jflcon JflCuB ZIVEERlU5, ZIVEERIU5, Raadiheer Raadiiheer in den Raad van Brabar.d; Brabor.d; ADRIAAN CLAMZ. CLAA~Z. !\lUlT, MUIT, van Delft Delft;; COVERT GOVERT GOEDEiIEDE, GOEDEIlEDE • van V2n Rotterdam; en DOLLEMAN, BOLLEMAN , van Schie"am, dam, als Commisfarisfen van de Staaten, Cvpus, CLJPUS, alëer hij ter 2ijner veralllwoording verantwoording overging, gaf aan alln deze dcze vergadering to te over\\'ee~ing, of lIet liet YOlJr Yo~r zijn perfool1 perfoon etI etl de kennen, of in ovem'ec§ing, ~eranlwvorJilig. die ~erantw(;o1'l/iJig. Jir IJlj IIlj Jlol1d ftolld te "oen, l1;,t niet ,ul",eN, na"teH, WilS, WIU, dnt
hij
CUP
u
S.
(Pil/hlS)
583
hij reeds ;Il zijnen dimst door de Jl/agi(lmat g~/iJlOrst was; tn of hij, zo hij zig aan die ol1ordOltltjkl' diCIIstj'-,'IO:(lllg, (zo Hij die noemde) bij de lIfogiJfraot, tegell !tem be/Mell, wiltle hOI/dm, echter gehoudm was te all/WOOl-cl,>/).' waarop hem, en de Leden van de Klasfis , die bij hem W:lren, werd be\-olen, buiten te flaan. Weder binnen gekomen zijnde, werd hem. door den Scriba van de vergaderinl;, tlOGIUl, voorgeleezen dat 1Ilefl ~'Oll de ;-edctl, die de Jlnr;iflrnnt mogt ge.'iad hcbbel', om hem te fuspe/ideereIJ, d,lflnw ';:-011 h011t/dm , ('IJ dat men 1Il~ ter faak kOllJellcle, me! de 1!(,'j:I;7I1k!.:{'// der befc!l/I/digi/lg zOl/de llalll'angCII. \\Tij zullen de bandelwijze , met ccpus gehouden, breedvoeriger dan wel van anderen. hier t~r neder Ilellen; om dat deze ons, eens vooral, een bewijs zullen opleeveren van de gewoone wijzen van precedeeren van dien tijd. }OSEPHUS VAN DE RQ;IERE, Pre{1i!,ant der Conrra-Remonllranten te ff7oerdm, las, als zijn befcbulL!iger, hem voor, de punten der leere, boven gemeld: waarop Cl'PUS vraagde, wat oorz~ak bij daaromtrent tot nadcnkcn gegeevcn had, en bijzonderlijk ten aanzien van de H. Drieéénhcid en de Godheid van Christus? waarop JOSEPllUS voortbragr het examen, gehouden met DAX, waarin de Remon!1ranten gczegd hadden, dat dit niet fOIldamenteel was. Doch CUI'US merkte, met reden, d:l:lrop aan. dat dit een zaak was, den Remonfirallt:!n in 't algemeen, en niet hem in 't bijzonder nakende. }Jij da~rop gevraagd zijnde, (1/ hij drie ptrfoOl1t1l in de God/uit/-erkende i' was zijn antwoord: i1: erkm drie [elfJlalidig led1'll of lIyp'Jstflfcs, w aho d,-ic ptr[OOt/CIl, als 1/Iell Ol/der dell llOmll 1'(JII (IJ ie petfoonen ,/Ïet verflaat het {itel1 ilJ eet/ Ta 011 ec/[p el , "MI' een per/aoH ,'nj//Ult, Wal-ti. gelijk men (zeide hij) ,'ocrt den pe:/uun des 1\0tlillgs. Waarop zijn befchuldiger voongin~, [Ot de Godheid van CHRISTUS, brengcnlle een plaats bij uit zijn boek tegen nlfo D(I/s, red De/ls de Dco, dat is Ch,.i,t1/s is 1/iet ~'all zig fe/reil Godt. maar God!
l'all
Go:!!.
(l'PTJS
vorderde dat JOSEPPIUS hem toonen Wilde het CO:H:J1it!, wdk cUe 1lelling veroordeeld had; 't geen dl!ze beloofde te doen, nadat cupus eerst op eenige vra1gen zou ge:lllt\\'olJrd h~bhçl', CuX. Df;tL. PP ,'-:)
584
CUP
u
S. CPftrUS)
dit als tlingeren aanmerkende , keerde zig tot de Beeren, el\ zeide: " Mijne Heeren, ik heb gisteren en eergisteren. als 'et " het een of ander werd voorgef1:eld, fomwijlen gehoord, dae Jt de Fleeren zetdi'n: Wij hebben daar toe geen last, maar dit " is onze last; waaruit ik heb be(]oten, dat de Heeren geen " gener~alen maar bepaalden la~t hebben. DerhaiveIl gebruik ilc " de vrij11lo~digheid, om met eerbie.ligheid te vraagen, of de " Heeren en de Gedep .. teer,len der Sijl10de l;;st hebben, dat ik " op alle de vraagen, die men aan mij zoude mogen voortlel" len, zal moeten antwoordeiJ? Ik vraag dit te meer, om dat " de brief van befcluijving zulks niet medebrengt : ook meen ,. ik dat fodanige manier van docn ni~t overeenkomt met de vrij" heid van Confcientie en des Vaderlands, die zo veel bloed; , gekost heeft. Niettemin, zo mij kan blijken, dat men daar " last toe heefr, ik zal de Overigheid gehoorzamen." De PreiiJ.:nt MUISENHOL las daarop het berichtfchrift der kerklijke Gedeputeerden; 't geen hem door den Heer MUIT, van Delft. kwalijk genomen werd, zeggende, dit is 0115 nergens gel'ergd. <: upm, dien het noch aan oordeel, noch aan vrijposdgheid ont. brak, zeide: " Die geenen, die uir iemands last handelen. " zijn gehouden hunnen last te toonen; ook hebben de Com. ,. mÏlfaris(en der Heeren St3aten zulks voor dezen gedaan in de " Klasûs:" waarop JllUiT hem beval, (lP de vraagen, door den Preûdent te doen, Ce antwoorden. CUüs aE ewoordde: .. ik " kan uit de IlIf1:ruétie. firaks geleezen , niet verltaan, dat deze " mannen gemagtigd zijn, om mij ee!li.;e vraagen te doen, maar .. :lIcen om mijne verantll'oordi ng-, op de gedannc befchuldi. ,. ging, re hooren. Doch wi:1 gij, lIeeren, mij belast te anl" woorden, en (~at de faak van zodallig gewigt is. dat ik wel " genegen ben daarop te antwoorden, z~1 ik mij niet zo~k maa,. ken." Inmiddels viel JOSEPHUS 'er weder tusll:hen in, met vraag en , betrekkelijk de Godheid van CIIRI'TUS: doch cupus, een I\'dlli~ drirtig wordende, ~1H\\'oordtle bem mer deze woorden: " Hebt gil niet gehoord, war dan gezegd is, de Prclès " zal met mij hanJelcll? op uwe vraag begeer ik niet te anr" wnnrdcll; ik ken u daar niet hoed noch bekwaam genoeg toe. "lJi:d bij, die Clrst yuor den dug kOille, mij, die yjJftien jaa-
PU!
,. ren
C
U IJ
U S. (Petrus)
585
" ren in dienst geweest ben, examineeren? Ik wil mij aln uw " examen nict onderwerpen, en zo 't mij belast word, zal Ik " openlijk b~tuigen, dat mij groOt ongelijk gerchied. Belieft ., het de Heeren St:l3ten, mijne gebiedende Overheid. mijn ge• • ' voekn ov~r eellige geloofspunten re weeten • ik ben bereid • •, dat tcr bekwamer tijd fchriftelijk over te leeveren ; maar mij ,. op nieuw te laaten t'xamineeren , in eeuwigheid niet, en in ., alle gevallen van u nier. Over die booge punten heb ik mij ,. altijd in m:jne predikatiën, en daar buiten, fodanig verklaard, " dat tot nog roe niemand van mijn z"'aarlle partijen mij des· ,. wegen heeft kunnen b~fchuldigcn." Waarop dan JOSEPlIUS VAN DE R!)SlEItE bel~st werd, hem niet meer te vraagen. De Prefidenc na~l toen het woord op, en deer.! hem een vraag of twee. aangaande CBRl TUS 's Godheid. Cupus bekende tiat CHRISTUS God u'as, Vfm God, m dat hif "fm eeuwigheid IMS; daar bij voegende, dat hij zig uiet kon houden bij die TheologalUen. die zeiden dal lut lI'CZefl des zoom gemeen was met het U'CZC1l ,'all dell "ad,'r, maar dnt hij gevoelde, dat het weu" des zoons WdS med('g/'dl'dd "on den "nder; "oons, dat het CAL\'YN voor dezen kwalijk genomen was, dat hij gezegd had. dat de Zoon God was uit :ûg zelve. en dat BEIA hem daarover ge~ tracht had te olltfchuldigen. Waarop JO<EPHUS inviel. zeggen. de. dtlt Cirislus niet alleel;!iJk God was vall zig zelven , ge. lijk de Papisfl'll wildm, waar zo als de Gereformeerjen zei. dell, ook lIit ::..ig ::..:'i"ClJ. Ct;i'U; gaf hem Ien annvoord: Gij weet niet wat gij ::..cgt. ell zijt de eel'(le, 1I'tl(11"1'tllI ik ooit gehoord heb. dat de PapUel1 zouden dooien in de Drieéénheid tn Godheid C,iriJli. Daarop werden hem eenige befchuldigingen, door ARNOLDI en SLADUS , uit zijne fchrifcen voorgelegd; als ook. dat CUPus tegen J. TAURIi'lUS, te Delft, zoude gezegd h~bben. dat de Remonflrllllten niet Ililem twijflddell aan de Godheid tn Voldoening l.hnjli, 111001' ook aa1l de zekerheid dfr Iftilige Schrift. CuPU' zeide, "dat !rem die woorden " ,liet bekend u'lIrell, en verhaalde, dat hij 1".\URINU' daar over .. gt.:vraagd had, of hij die wuorden bij hem gcfproken had. en .. Wt antwoord had belwomen. dat hij juist die woorden niet " g~legd bad. !Dalir den zin; dat hij. cupus, torn tegen TAU-
PP
2
!I.!-
586
~
u
PUS. (Pelrm)
had gezegd, het kan zjjn, dat ik gezegd heb, dat de Remontlranren boven de vijf punten na&, hunne bedenkin~en h:tdden op den C:uechismus en Confesfie; dai TAURINUS dalr' op antwoordde, dtU is 'I, dat ik ::,c!Jgr; welke woorden, vervol~de cvpus. zeer verre van elkander verfchilden. Ook was TAURums niet dan een enkel getuill'e. en zodanig één, gelijk de Vergadering wel wist, vraagende of men op zo een getuigen wel aan kon? op zulk één getuigen, die tlegts drie dagen vóór ziin wederroeping • te Utrecht met uitterliik be" toO~ van feer grooten ernst voor de Remonflrsnten gefprool{en " had? Ook bragt (zeide hij al verder) die brief van SLADUS niet " mede, dat hij aan dezelve punten getwijtrdd had, maar wel ft dat de Remontlranten 'er aan twijffelden; en al ware het dat " hij in dien tijd, toen de brieven der Studenten in Friesland (die " hunne betrekldng op c. VORSTIU' hadden) eerst waren uitge',. komen, in eenig nadenken van fOllll11ige I<emontlranten mOót .' zijn gebracht, en zo iets mogt hebben gezeit, dat hij daar" na beter onderrecht zijnde, hUllne onfchuld had pla:m gegec-
" RINUS
" " ., " " " " "
" ven.n
Daarop werdt hem tegen'!eworpen, dat hij bij Jonker JACOR Kasrelein te 'Yoerden, ten eet en zijnde, gezegd had: dnt Servetus een godzalig l1/an was geweest, en tint Cal. "in Ui r;elzolpm /z"J, 0111 /lem ftr dood tI' d~en brmgtn Cu rus verklaarde daarop, ,. al moest hij daadlijk fierven , niet te weeten " dat zulks ooit bij hem gezegd wa~. Nooit had hij van de zaligheid " van SERVl!:ET iets gehoord. maar uit de fchrifren van CALVIJN " geleerd. dat hij een zeer grammoedig man was geweest. dat " hij het gevoelen van SERVE<.T , alingaande CHRISTUS Godheid. " niet wist, wt op dit oogenblik toe niet. m~ar wel had hij uit " de fch~ir[ell van CALVIJN geleerd, dat die tot zijnen dood ge" ho!pell had." Als men (Iaarna fprak van de Zekerheid der H. Schrirt, atlt'Woordde hij: " dat hij zig (harotntrent beriep op het ge!Uigeni~ " van TAURIN zelfs. dat men tegen hem inbragt, enz. met ver" dere verklaalil1!!. dal hil (le H Schrift ten eenemaal voor " Godiiik en Waarachtig hield." Op het nll k der Erfzonde, veri{(:l./lrde ll1J ziIJ vol;cns het gevoelen der Remonaranten. Ten VAN DEN FNm:,
aan-
CUP
u
S.
(Petrus)
587
2unzien van den CatechismUil gaf hij zijne gedachten te kennen. met het voorleezen en overleeveren van een gedeelte een er Predikatie door hem gedaan. Deze l1ul.ken tot dus verre behandeld zijnde. ging men voort tot de verhandeling der Pro.:eduuren, hem ten lasten leg~ende, dat hij te Woerden ollwettig beroepen was, tIJ dat ber~ep echte,. had aangenomen. Zijn antwoord daarop was: " dat zijn medebroeder, en die van den Kerkenraad. " voor de Vergadering genoegzaam beweerd haJden, dat hij " wettig beroepen was; en fcllOon genomen het was onwettiji #' toegegaan, nochthans had hij uit de beroepbrieven • zo van .. de Map;ilhaat als Kerkenraad, hem in behoorlijke forme ter " hand geHeId, over de omveuigheid niet kunnen oordeelen; " te meer, daar de Klasus, meest bel1aande uit Contra-Remon" I1rQlltcn, ten dien tijd hem tot een Lid daarvan ontvangen "ha,l." Op het tweede point, dat hem als k\Vaade Proceduuren werd teil la,t ge}(~bd, buvees hij uit het Kla,fj,bnel;, " dat "het beroep van eenen SI~ION DE flELLE . niet d!Jor ht:ITI, maar " door het gezag der I-Iecrcn Staaten , of hunne Gecommiucer,'. tkn, als ollwettig \\'3S verhinrerd." Eindelijk kwam men op het l1uk der lasterinficn, hiervoor opgeftdd. tcr zijner v~rdediging. Daarop zeide hij: eerst, " dat ,. hij in den kcrkendiemt te f/ócrdm gekomen, en voor d~ " eer!1e maal i:i de KilsfJ; komende, daarover (namentliik d~ '. vuorreden voor zijne aanwijzing tegen 'MOLT,) was gemoeit. " maar zig zo had verdedigd, dat hem alle de Leden tot eell " Lid van de Ver~:adcring hadden aangenomen, enkel ~~n uit" gezond~rd. die he, naderhulhl ook gedaan hadt, het wdk
dar
588
CUP RUS. (Petrus)
dat leerlluk openlijk zoude !!"elasterd hebben. ontkende hij volmondig. Aangaande de ophitzing der i\Jagi([raat en Gemeente. als gepredikt hebbende, dat de i\l~gi!1r:1at het z',raard in de hand moest neemen • om de Scheurmakers te flraff.:n, antwoordde hij, gezegd te hebben in eene toepasfing. na de verklaaring van Jlltut,J. XXVII: 26. dl/t tie l1/tJgijlrtl(Jt de tJuthoriteit die :t.ij ontvllll:;eu //ad tot 1'oD::/70:](/ (/1'1" l'f OO::If'iI , ûg nict tli! tie hand tl/oesten lil ti ten II'riilg:/I, dooi' jut oprflerig l'olk. 0111 de onnozele Ie onderdruklrCII ,enz. II/{u de gi'J/leillle aanging, die had hij atwg('lIlfla lid tot ge!loorzrl(l1Iz./uid {jan de Overheden. Or gelijke wijze wcr:! de vierd~ en vijfde bd~hllldjging mede bealJtwoord. De zevcn,~c betreffc:nde, aangaande Ourle. water, daarvan vindt mel1 in zijl1e fchriften weinig gemelJ; de agtlle, de Overheid ra~kLnde, hij wist nLt, iet;; anders daar om trem gezegJ te hebhcn, dal! dal 1/1I!fI ZOc.1t Landen en Sle. den, Kerk en Po!ili( tI? l'.?rtmdaCfl ell te I'elj/oorm, /oopende achur 't land als l'fljèiIeurmde /JusteIl ; dat hij dat niet geprcdikt, ma~r gezegd had in 't bijzijn v:tn BEIJERUS, zonder echo ter daarmcde het vcrrichlte van Prins MAURI1'S tc bedoelen; zaaken, die eerst twee maanden daarna gefi:hkd zjjndc, hij vooraf onmogelijk had kunnen bedoelen. Zo (Jok maakte hij zig af van de a5lne en negende befchl:LlJging. Wegcns dl! tiende, beo tretTende de Dordièhe Sijnode, omkende hii gezegd re hebben, dat 'cr bittere pariijen waren. lchoon hij gc1uofJc het wel zo wai. Wat het laat!1e, de Geldcrfche Sijl;ode l'crwf, hij o:1Jkellde die Vergadering gela~terd te hehben; in regen'kel had hij dezelve geprczcn. Tot !lot van zijne \'erdedigin..: zeide hij: al H'at ik bekmt I/eb. geleil of gepredi~,t, j/a iA, als 1I0g te beke;ille11 , til bet/ getloost, daar 1'001' t!it tI' j7flflll al wat Nllj zou 1JIogeii overkomen. Indien ik (h~le, dat ,jetfi Weil Inlj niet I,. ,rijten, dewiil ik mijl/ gelw!I?n in de lioog!! ,Ic/;oole I'fm Arminus. een Prof.:s/~r, bij publieke 1111tlrorilc!t, toen ik lot Leiden jludurJe, berofpm, geleerd heb. Geduurendc deze onderhanéclingen, verzochten de Ouderlingen en ni'lc()iJen der Kerke tc lIótrden, uit n~ail1 van hct meest" gcncd:e d.'r Ge:ncellte. aan de afgczondcnc Commisf~ris [::ll» zo Politiilk ~Is Kerklijk , bij Rcqueslc, dat zij de dierJit'fchor·
CUP
u S.
(Petrus)
589
fchorfing van hunnen Herder curm, door de Magifhaat geèa~n. door hunne amhoriteit, wilden vetnietigen. Dit afgeflagën zijnde, verzochteu zij dat cUl'm, in geval van ziekte of dood van ltRICQUlNGNIJ. zou mogen prediken, teu IDillll:en tot zo lange. dat met het einde van de Nationale Sijnode. door de hooge Overigheid, een bel1uit zou genomen zijn Zij kïegen ten antWoord, dat men den wil der Vergadering aan de RcquestanJen zou laaten weeten. Den Snen Jammrij werd bet vonnis geveld en getekend, fchoon niet uitgerproken; men zond hem, in plaatfe daar van, denzelfden dag, een brL fe, waarin gezegd werd, dat zijne zaak was g hoord, doch dat de tnd en ge:egenheid niet had toegtlaaten, om die aftcdocn; vcrklaarende de Vergaiering, dat hij in zijnen dienst zou blijven r;efchorst, tcn tijde toe, dat hij de Vergadering het benuit zou zijn opgemaakt, en hem toegezonden worden: dit gefchiedde den I (ten Febnral ij. Het gemelde vonnis. den 8rlen }luuarij getekend, en den 30rlen dOllr de Staaten van Holl/md bevestigd, oll:ving hij met een' brief, getekend den 4den Februarij , met de ll~amen van den Prefident en Scriba der gemelde Vergaderitlg, waarbij hij, om de pointen hier voor gemeld, als den kerkendienst onwaardig gedeporteerd werd. BtUCQUINGNtJ werd bewogen, afHand van zijnen dienst te doen, met belofte, hem, zo om zijnen ouderdom als zwakheid, een behoorlijk onderhoud te laaten toe. komen. Cu:-us begaf zig daarna , volgens bevel der Stuaten, naar Dordrecht, bleef aldaar met de gedaagde en gearrefleerde Remonll:ranten, tot na de eindiging der Sijnode, en wns een der afgezette Hollsndfèhe Predikanten, die, in de maand Junij, e.!u Vertoog aan de Staaten Generaal inleverden, met verzoek om ontl1ag; waarover hij en Vl>N BORRE, eenige _dagen daarna, een gefprek met den Griffier AIIRSSENS hadden, die he:! met goede cn klVaade woorden afzette. Cupus daarna, in den /Jaag, voor de Staaten gehoord zijnáe, en van geene misl1agcn kUlltlende overtuigd wurden, is hem ook geen verder leed wedervaaren. In de maand .lulij 1619 bevond hij zi~ weder te Wotraen» en waagde het, fchoon 1lrijdellde tePp 4 gen
59:J
CL;NJFJ1S (l'e/ru;) CURACA0. (lfet Ei/f7/uf)
'"
het verbod, ilJ cenige hlli~en, nu hier, dan daar, te prediken. Buiten zijn wecten (zegt men) werd 'cr een gefchrift opgctlclcl, waarbij betuigd weId, dar hij die verm:lanin~en ofpredibtië 1 d(:~d, op v"rzoe!; der R emonlhamfclie Gemecnte dier Srad ; welk gefchrifr, volgen5 BR.~NfJT, door meer dan twee honderd mannen en honderd agr en-7.esti~ vroll\ven getel:end was. Doch dit rckencn wl'rll, door de l\1agifl:'aar, rcn hoognen kwalijl: genomen, cn aan Gecommitteerde Raaden bckend gemaakt; dcze ontboden ("up us in den !laag, en t:Ïsel!ten hem hé'r ;:crekende gelèhrift af, 'r welk hij hun in handen gat: De Rnden beflraften hem hevig, zo over zijn prediken, als over de gedaane ondertekening, die men hÏt:ld voor oproerigheid; waarop hij zig, ~o goed hij kon, ewn al, de oude BRICQCJl'\GNlJ. dit! mede in dell If(:ag o~JtGoden, en van oproer befchuldigd werd, veranrwoorJde. Ucn I I den van de maand Julij, werd aa:1 CCl'l'S, op verbeurle van zes honderd gllldl:n~, en aan zijnen lll~debrocL~.::r, ai) v~rbeur(e van zijne wedde. vClboden, hi!1ncn IFocrdm, of binilèl1 den Klasficaalcn Ring, te prediken. Binnen de Stad werllcn zulke veranderingen onder de Ilurgl.'rij gemoakr, dat de Re:l](J!i(]railten 'er moesren bukkcn; Cl'i cs werd, om het bij\\'oclJCI1 ,kr Rotterdamrche Verga,leril1g, Cil om '[ ondertekencl1 \'ail h;;r gcbefoigl1ccrde aLbar, gebannen. Dit bannÎsfemult 0\" •• ~r,:{kl1dc , werd hij, te AIII}lcldalll, in 16l I, geval1gen, \'al1 daar naar delJ I/.'lag, en met nUf; zes 811dtren, naar Loc1'ef!c in in gevf.ngellis gcvoerd Van daar olltkiJmCi1 zijnde, b(;gaf bij zit; eerst naar X"lilm, voorrs na:ir ROIlIftlll, en verder tiaar fla r ijs , alwaar IJ. DE GROOT zig van hem :115 Zijl Pre,Ji!tanr be,Hen,ic. Sinis dien lijd ontmoeten wij vall nem ;;~C1Ie verdere bijzondcl heden. Zie BI\,\l'iflT, liln;NJOG.\ARD, TlllGTSND en REGENflOOG.
j!C:1
CUr.ACA0, cen Eiland, in her zuidcrgedeelte van All/erica, .c!!;en over het Eiland B01Jal't"es en Oraba. De Spanjaarden rnnkr~11 'cr zie; ~lIerccrsr meell~r van, doch de Hollanders kreer~'n 'cr bezit \'~ll, in her jaar 16:;:::. Terwijl de Westindirche :.\hatl.:hul'Pij zig in dat jaar bezi/;; hield, met de verovering van
Kaap
C U R
A CAO.
(Het Ei/alld)
5~r
Kaap St. AugustiJn, liet zij ook ha:!re gedachten gaan, om zig yan die Eiland te verzekeren. Door een en Jl\N JANSZ. OT. ZI':N, die lani: op de IYcstilJdiën gev;Ja.ren had, en op hee Eiland gevangen geweest was, werden de lIewindhebberen we. ,;ens de gedaante van hetzclve onderricht. Daarop floe~en zij. om het te vero\'cr.:n, het oo~ op JOHAN VA" WALGEEK, die voorhccn het ampt V:1ll Raad in de Er[Jzil",,!,k, cl had, en fielden onder hem, als Commandcur Q\'er de S/)I,l:!aten, eenen PIERRE LR GRAND, die 'er ook b~kcnd was. Op den 4den van de maand .Vld des gemelden jaars, werden, olJder hun bevel, vier fche?en, wel bemand en van al h.:t noodiilc voorzien, in zee gezonden. Zeer voorfpocdil!; kwamcn zij, dcn 23f1en }unij, in t gezicht van 't Eibnd St. Earbados; en daags daaraan lOt St. f/illCe11f; zendende vandaar het Jag! de Brnc,~ mar de kust van Amerika, om het kasteel van CaraÀ'(s te bcfpieden Oen. flen Julij vaodaar gdchciden zijnde, kwamen zij in 't gezicht v:m Is/n E/nllcfl. Vandaar rusfchen de klippen doorvaarC'nde, na3r Tortll,:;n, Rocen en ./;/a d(s /lJ'es, ankerden zij on,!~r het Ei!and Bor;aircs. alwaar het J3;';t de Erac!.: m(?d~ ~,a:lbvam. met bericht, voor C,]/"akes tien fchepen geteld te hebben. Terwijl ze lJier lagen, zochten zij eer;t ecnL:;e Inll·,;oncrs magdg te worden; dCJch die niet vindende, maakten ziJ zig gereed tot de volbrcnging van hunne order. Een COlllm:1I:Jet:r van de Solda::lten, met al:t·en-zevclll i~ l\l::moolcn, werden in l:C ~)ooten geplaatst, waarover de Schip,l~r van 't fchip de I~CI! iooi"/l l]L't bcv~1 voerde. Daarna gingen \\'AI.r.Er.K, I.E GRA:m ell J~N OTZt::-< over op het lagt de Broek, om voornit tC zeilen, naar dc Haven \':m ü:rflcno , en dezelve le befpiedcn. l\l~t klci:lc zdlen, en dcn Stuurman in de !\Jars, liepen zij lal1':5 den wal, ol~dcr het E.iland; doch de aankomst hun mi,f''::lc!C, \·OIH!c1l zij zi,: gei1oodzaakt, het Eiland om te zcil~n. Ilet liep :l1n rot d'n 26(len Julij. eer zij het Eiland lJvuairis weder in het gezicht kreeg-cn. (Zeelieden zullen zig hierover niet vcrwondc:r,.n;', en toen werd goe,lgevondcn. dat de Oppcr!hlUrlielkn V~l1 (h' (;rM/e 110-,rll en tie Brflck, mee ].IN OTZE", in de grootc boot ;:"lId'~n !:aan, CIl !Ij het Sp(/{I11;;'·he Efirk/e, die \'all de Emdri/dlt en de Fi/!it; l' P .5 (bt
59~
C
U R
A CAO. (!Jet Ei/anrf)
cfat ook de boot, als best bezeild zijnde, een Biskaaijè,'Ie Sloep z"ude mede!Jeepen, om gcJi!kerhand vooruit te zeilt.'A, langs de zuidzijde van het Eiland CUI"act!Jo, en acht te geven, of ergells goede ankergrond ware; dat zij, aan de drie g.:hakkelde heuvels komende, de openin~ mt't h.:t kruis, als zijnde se ingang tot het Eiland, opzoeken, en die gevonden hebbende, daar inloopen zouden, om de diepte, wijdte en ankergrond Jlanuwkeurig natefpooren. Dit vepicht ziJnde, zouden dt! drie Smurlieden, met de fliskaaiJche Sloep, ieder naar hun îchip gebragt worden, om de fchepen daar binDen te brengen; die van Je Grootc HOf)rn zou in de boot blijven, om te zorgen dat de boot en bark ieder aan een z~jde van 't gat bleeven liggen, om de fehepen zonder genar tuslchen d~zelven te laaten HIlapen. Voorts belloot men, dat, wanneer dit alles in gercel h:id was, de BisklJaifèhe Sloep, ten teken daarvan, de l'rinlp, (er langte van e;'n glloklillgS lchoot. hebbende aldaar een goeden ankergrond; d~c van d10r een meir was, wel anderhalf mijl lang, doch geen hO:ldc'r,: weden breed: in hetzelve werden, nog dien eigen avond, drii: booten mct vo!k gezonden, 0111 re zien of 'cr ollk vaartuigen lagen; dl)ch deze 'werden 'cr nict gevonden, m3~r wel Sp::n:a~rden, wier Overal! met een vredrv~al1 op den ()~vcr kwam, vraagende naar d e r~ den hunner kumn~. en ofzij oJrlog dan vrede zochten? D:lags daaraan werden de hllOtCn \\ ed!'r dl'r\\'aards g~zondetl. om alles met meer op1cttendht>id g~de te (ban; maar zij vOJdcn in 'I meir geen andere opening. dan die, welke zij waren ingekomen, en ren hal ven \Vege eél1'-: bekwlame plaats om te kunnen landen; waarna dan ook terOnnd ordar geJ!eeven werd, om het volk in twee rogten n3n land te zetten. Op den a\'ond !i)rak de Spaanfche Over(1:e hun weder toe, zeggende, d~t hij. uit vrceze voor den Stad!Jouder van SI. DOIfJin:o, niet kon lOelaaten, dat zij al.
daar
C
U R
A C
A ().
(Het Eiland)
593
daar hoU! hakren en laadden. Dit deed hij, met oogmt..Tk, om onder die vriend~li;k~ bewoordingen tijd te winnen, om zijne goederen tc b~rgen; dut eerst van achteren bleek: want hij ge. reed zijnde, werd, in dellzelrdcn nacht, al hct hout gebakt en het Dorp in brand genoken, Op den 3Jf~en JlIlij al het volle gd:l'ld zijnde, ftaken de In\'.'oonders, al vluchtende, alle hunne wooningen in brand, en dempten hunne watcrputten; zo dat de Nederlanders, oostlvaards opgaande, alleenlijk twee waterputtcn vondtn, om den dorst te lesrclwn. 's Avonds wederom fcheep gaande, lieten zij verrcheidene brieven op den weg leggen, om de In\Vooners ror hen tC noodigcn; Inatende alleenlijk lammige Schutters achter, om eenigen van hun te betrappen. Zij kreegen niet dan é0n' Indiaan, die, bij het Opperhoofd ondcrvnugd zijnde, ve;k\~arde dut 'et nict meer waren dan zcs Sp~njaarden en honderd Indiaanen, welke niets bij zig hadden dan een wei. !lig kruid en zes fnapha3nen. D.:n ~den A lIgllStllS werd de Overfle, met nlle zijn,~ SoItIaaten, aan land gebragt , die, Zijnen weg door e~\1 krel'pelbosch neemende , eene legerplaats van elf roed(!n in 't vierkant afdak. Een p~,rtij van vijf-cl1-mimig Schutters, landwaards ingetrokken zijnde, werd, bij St. Barra, van bijna zeventig In,!i~lanel1 aanL:ev:llJen; dezen, dronken zijnde. werden l100r de Spaniaarden Illtt f10kken aangeJreeven, waarbij vier van de onzen gekwerst werden, en vijf Indiaanen dood. bIeeven. WALBEE:C, zjende dnt 'er geen zout op 't Eiland wa~, en het verrhom k:Jppen cn te fcheep brengen 'er mOeijelijk viel, ra:tdpleegdc wat vuor d..: KOlllp:lgnic 't voordceligst ware: het Eiland te b~zetten, or te verlaaten. Zijne order nogaande, beo fluut hij, een Jagt naar Holland te zenden, om nad~r order te vra~gel1. l\1iddelenvijl dt:ecl hij zjjn best om het Eiland te verzek~ren , en het den Spanjaarden en lndiaanen zo moede te maa· ken, dat zij [Ot de overgave mOCW:ll befllliten; gelijk dan ook. den 2 Itlen. het verllra:~ g-,'Oo[en werd, vulgLlJS 't welk, zas dagen daarna, drie-cl1-:knig- Spalljaard~n, lllL!t hunnen Stadhou. der, Don ALON'" ,-"pos PE r.IORI.A, één' PrieJler en JUAN MAT· 1':lTAS, met [w:l1IC killtkren, bC!1ev~ns drie honderd en veertig Ir.d:a:mc:J, a:m het v:ue land gelet werden. Dij't bericht aall de
5'94
CU R A CAO. (lIet Eiltmd) C UR E.
de l\1a:nfchappij werd C"rarao befchr~even, als gele[l'en te zijn uiet verre vail 't vaste land, tegen over het Eiland flispallio/a, en omrrent tw~aif graaden tcn noorden de Linie; behallrende onder de Spa~nfche Proviiuie ff.'II~U'{l!e, omtrem I;mg zeven en breed drie mijlen, meest b~rgachtig, doch met Cchoone valrijen voorden; hebbende vccle fciJanpen, runderen, pnrden ell drie 70\npall!:ln ; opleverende '{('clerici Coon van verfhom , en voor~ n3amliik een CoOrt, d~n wijnga 1 rt uiet ongelijk, dat men !lokvisch noemt. 11et Eiland is, na dien tijd, in het bezir der Hollandcren gebkcvcn, en door hllnnen vlijt veel verbetcrd ; niet zo zeer om deszelfs voonbrcllgzelen , als wel om dat Curacao, even als St. Elljbti/ts, le~r goede gelegenheid verfchafe tOt den 11~l1del mer de Spanja~rdell , op het omliggende vaste land; om wdl;e redellen de Frallfe 11'11, en JllI nog laatst de ElIgc/fclren, meni~:naal ondrrnol\lcn h':bben, 'er zig meef1er van te maaken. De wnode der CO\;'ptoiren allbar kan men aOeiden uit het verlies, dat wij met St. Eu/la/ius geleden hebbt!n, door de roofz~cht
van RODl'óIJ.
Zie DE LAAT, 'jilar/ijks l'erhanll'I1II de Ifr. l. Compagnie. CO:llm:LTJl'ó. Lel'en yaU Fredrik lündrik. 1lE8. RlXG, Eefdri)vil1!J }'aiZ Curacao. Cl!r E, cum, of
CURE!,
w~s,
in het jaar
I 57!l,
Kapitein te
l/ilflrlèm, en verdient dat zijn mam in zegening ~etlagt
WOf-
den, o!i1 ziin gC'houdcn gedrag, gcduurende de {lrellge belegering dier S:aJ. lIij wa~ van gèbo,)r,e een Franschman, ongemeen zacht \':ln anrt, doch niettemin dapper; waarvan de Spaan. fchel!, menigmaal, de blijken ondervonden hebben. Zijne gewOonte '\'3S, in de aanvoering vall zijn volk, zig van een normhoed en zwaard te bedienIlIl ; doch iet zonderlings was het, dar hij, \Ja de grootne hitte van den !lrijd, thuis komende, ter!lond even bedaard was als IC vooren. 1\'a veelvuldige blijken van dapperheid gegt'tven te hl!bben, viel hij in 't ziekbedde. geraakte '11 zeer diepe overdenkingen over het ongelukkig leven der menfchclI, en werd over :tI het bloedvergieten met de grootfte ontroering aangedaall. De felle beweeging zijner hartSrogten
deed
ClJ"RTIS. CUSER. (Tril/mI) CUYK. CUlA.
(N. de) 595
deed hem zijn leven eindig~n. TF(/ar/i'l~, zegt IIOOFT. ('C!l groofe ,'cr!l'i.<[dit,g van Jh ijdige hiJrtsto,,·tclI, in eell en del1zel1/tm hrm'm geest. Zie IlOUIT , Neder!. lIif/orie, flll. 3 12. CURTI!.
eene
b~naamillg
gegevcn aan Grol; zie
GROL..
der lievelingen van Hertog ALTlERT "AH die hem tot Bailllw over Am/Jdlollll, IFatcr/mul el1 Rhij,J/and had aange!l:eld. Hij werd met de bijzit van d~n j ;raaf, ADI!.LHlLlD of "LEID VAN I'OnGEt>T, in 's /Jag~ omgebragr; zie ADELHElD \'AN P lELGEE>T, 1. Deel. D~t hij, zo wel als zi;n va.der COENRAAD CIJZEP, ce:1 hevig tegenllander van deCabbeljall\\'s,ezinden was, blijkt uit het aandeel, dat zij hadden. in het vernielen van derzelver Sloten en Kasteelcn, zo als wij, up '. Art. HAGESTEIN en elders, zien zullen. CUSER, (WILUi\I) ét:1l
lIEIJP.R~N,
CUYK, een Dorp onder Heusdcll; zie Kcn. CUYK,
een Landfchapje in Bra"and; zie
CUYK;
zie alle de mannen van dezen naam op
KUlK.
KurK,
CUZA, (NICOLAAS DE) de zoon van een armen Visfcher, ir. het Bisdom van Lui!.:, werd. door zij"e verdienllen cn gelcerd. heid, tot de aanzienlijka~ kerklijke waardigheden vcrheven. Te J]azd de Kerkvcrgadering biiwoonende, was hij een der groot. fie voor!l:~nd::rs Vln 't PalJsIijk gezach; rot belooninge daarvan, verhief Paus N[COlAAS DE VIJFDE hem tot Kardinaal, en voorzag hem met het Bisdom Brixen. Een verfchil met den IIcrto~ VA~ OOSTF.NRIJK noodzaak[e hem. D::itscMmd te ver!r.atcn; hij trok naar Ita/ie, dnar hij, in 1464, overleed. Vóör dat dit gebeurde, was hij naar de Nederlal/{/m gezonden. om 'er de Pauslijke Aflaaten uittevenren, en tien Gcestlijken Ha:a te reformce. ren: waarom hij aldaar met opene armen ontvangen, en met ~cjuich ingehaald werd. Hij predikte ze~r {lreng tegen de ver~ dor-
59<1
CUZA. (Nicoltlos tie) CYN. CYS. (Mor/tl)
dorvenheid van dien tijd, en bijzonder tegen het Oecht gedrag der zogenaamde Geestlijken • van w.elke hij veelen van hunne ampten omzettede. Hoc hij omtrellt de Anaaten dacht, is op het Arr. daarvan gezegd. Nugthans ging hij voort met die te verkoop en ; zeggende dat zij, die deze/Fen kochter. , 1'oor gem Fage1'utJr bc!lO{'fJen te I'reezm. Du PIN. in zijne BilJlilth. Ecclefiast. Tom. XII, noemt zijne fchrifle:l op. Zie ROXIIORN, Ker/.:/ijke Crfcltiedet,isfo/1. Er.A:\'DT, Refor. tJ/atie, I. Deel. CVN. een ondertekenaar van het verhond der Edelen, van wien niels anders bekend is.
CyS, (MA~IA) werd te Leidm, in 't jaar 1656, uit aanzienlij_ ke ouders geboren, die haar in de gronden van den Gereformeer_ den Godsdienst opbragten. In het negentiende jaar haars ouderdoms werd zij uitgehuwd aan een' riik Edelman, LA COMBE genaamd, die haar zo Oecht behandelde, dat zij, na verjoop van IgtlÎen maanden, van hem moest gdèheidel1 worden; ten haa .. ren gelul;ken fiierf deze man zes maand,m daarna. De broeder van LA CO~!BE nam haar 111et zig naar FJ'f1nkriik. Te I'ari/s zijndi, ging zij over tot den Roomlehen Godsdienst; waardoor zij in den haat haarer ouderen geraakte, die ham' zelfs d~n ge. Jingflen onderHand weigerden. De Pastoor van s. SULPITlUS , onder wiens Kerkfpel zij behoorde, nam op zig, haar te onderwijzen, en van het noodige te verzorgen. Na eenige jaaren e~Il fiil leven gel.:id te hebben, iineedde zij het ontwerp, om lichtvaardige. zo w\!l gehuwde al, ongehuwde vroulVen, die een vrijwillige ~()etvaardighcid wilden o~renel1, tot zil{ te neemel'. In konen tij.l richne zij daarvan eOI gatltsch genoodfchap op, 't welk zij d~l1 naam van GoedelJ Herder gaf. Welhaast nam dit genootrcbp zo zeer toe, dat zij op groorer wonilJg bedJcht moe,t ziJll. De Koning, van den gelukkigen Voortgang haarcr onderneeming kcnnis gekreegcn hebbencie. lèhollk haar een hl,ii in de Voorfiad van St. Gel'1J1t1in, dat toebehoord had aan zekeren gevluchten Calvinist, UJet bijvoeginge vau ecu OrdülllWlltii! V:lil
c Y S.
(Huis tt)
597
van vijftien honderd guldens, tot noodwendige verbeteringen. Mevrouw LA COMSE had het genoegen, het getal der B)etelingen tot op twee honderd te zien aangroeijen • die zij zeer verfiandig be!hmrde. Zij overleed, vulgens haare levensbefchrij. ving, den 16den Junij 1692, in den ouderdom vin zes-en-dertig laaren. Haar ln/lelling is in verfcheidene Steden van Frant. ,-jik ovcq;c~1an; in Parijs zijn 'er nog twee van dergelijke Or· de, nadel hand gcftjcht. CYS, (!luis te) mee twintig morgens lands, daaraan behooren. de, is gelegen in thet Ambacht van Zoeltrwoud(, aan de overzijde van de Lamme, aan de Vliet. In den jaare 15!l4 werd hetzelve, door JAN R'I.At\S JANSZOON , :lan de Graaflijkheid van Hol/and op::;edraagen. en door hem weder ter leen ontvangen. In 1580 kwam het, door koop, aan prl!:TER OUZEEL, en van dien op zijnen zoon DANIEL , die Predikant te Yoorfc!tOfen ge· weest is. Zie v /IN LEiUWEN. GORIS, Delices de Hol/and!.
REGISTER OER
HOOF'DZAA/(EN. LET TER IX
EX
bI. Cab:mw; zie Kabauw. Cahclja~l1l1'rchen; zie Kabeijaallwfcilcn Cadfand • Calatldsooge; zie Kal~l1dliooge Caliglll~,
•
<.Cajus) Roomsch
Keizer.
4 (Gerr,rd) LlIitenant-Adm:raal S Callidills (Cornelius) J2 C:lllingen,- wat bet. 14 Callishoek; zie leaer K Callo • • 15 CalOagen; ('t Oorp) zie K. (Adelijk llu:s) zie K CaJverdijk, twee Dutpcn; zif! K • Calvesloe; zie [(aIO~gc 17 Calvin Cl ohan) Callellber~.
Camberen • of Cimberen ; zie Celtcn
X
C.
DEEI_
bI. Camerijk', of Cambrcfis; zie Kam,>rijk • Camlllinga, drie Sloten in Friesland • !<7 (GeOacht van) !l8 30 (I'iett'f van) Camming~bllrg, of Cam. buir. AdtJijk Slor. 31 Campen , norp; zie Kamp. - - - Stad in Over ijs/cl ; zie K~11lpen • geGacht in Zeeland; zie K • Campen , een Slot ;n Fries. iand • it - - - (Hendrik van) 3:: (Jaco~l \'an) ib (Jnn van 33 Campernieullsland; zie K. Camperveer ; zit K. Campl!t:t'll; zie K. • Camphuis , Cl/hannes) Gou. vern~ur van i.~eerl. lndiën. ib Camp.
RE G ISnR
DEll
HOOFDZA-!\KEN.
bi. bI. Clmphuizen ; (0. R.) zie CapitaIleus , .. (Petrm) 180 Kamphuizen Cappides . (Sraurieillis) 191 44 Capres. een der verbondeCampiana, wat bet. Camprhorna, oude naam van ne Edelen. ib ib een Dorp in Kenlemerl:md 45 Capueel, (Engelberms) 182 (ampus Floridus, oude Ab-Caplltius, l Nlcolaas de) dij • . ib Caraccna Don Louis) enz. ib Camnra, Adelijke Huizen Carel, Keizers, Koningen, van dien naam itl enz. van dezen naam; zie oud GeOachr. ib letter K. • fFoppe van) 46 Caraufius, Admiraal van Cannlnefaren. ib Keizer Maximiliaan. ib Canls, (Mr Jacob) 48 Carignan, (Thomas. Prins (Peter) 50 van) • • 18... (Hendrik) • 5'1 Cariovalda, Baravisch VeldCannius, (NicolRas) of Can ib Overnen. • 18S Cantber, (Johannes) 5.' C:lrlier, (Louis) Lid der - - - (Andreas) ib Edelen. • ib (Urfula) 54 Carlo, (Casrar van der (Lambertus) ib Noor, H.:er van) 186 _ (Willem) ib Carolina WilheImilIa, Pein(Dirk) 5S fes van Oranje ib Capel, een· Zuidh. Dorp; Carpentier, (Pieter' Gou•• vcrneur van Neerl. Indiën '95 zie K. een Hollandsch Dorp; Cancfius, (R) of LJes zie K . . Cartes. 201 Huis te) zie K. Carvo, war bet. 20 3 (Blaauw) zie Kostveen Cafelius, (Juhannes) 20 4 Capellcn, (GeOacbt van Caft:mbrom; zie IC van der) i!J Caspingium, war ber. !lOS Capellen van der WoninCasfànder, (Geoq;iu~) '206 gen. 63 Casfandria, I)I)rp in Staat,6 vlaanderen. • _ tot Fuerdli ib tot E
X. DEI!..
Qq
Ca~.
REGISTER bi. Camicum (Pancras van) 2J6 Castro. (Nicolaus de) ib (Jacobus de) zie B flus. Catharina van Kleef, en andere van dezen naam op de leuer K Cathius, (Amoud) !l ! 8 CativulclIs, een der Blib tllvifche Vortler. Cats, Dorp in Zeeland. !l19 _ (C;enacht van) ib ( Nicolaas van) Z 20 (t;ijsbert) !l2 ( (Balduinus) ib _ (,'vlauheus) !2'H (jacob) ib _. (C;eor~~e van) ii> - (J~cob) Ridder enz. u3 Catswoude; zie Catwoude. Cal zand; zie Kadzand. Cattl~n, of Catti, wat volk het was 237 üttenbroek (Heerlijkheid) 239 Cattendrecht, waar gelegen. 240 Cattendijk, Dorp enz· ib Catwoude. Dorp in Holland 241 Catwijk , in 't Graaffchap Kuik. ib _ op den Rhijn. tb - - - op Zee:' 243 Cauci, of Chauchen , Wit volk het was. • 245 Caudorp; zie Koudorp. Caukerk; zie Koukerk. Cau werve; zie Kouwen. Celten. of Kelten, wat volk het was • !l49 Cerestinus. (Jacobus) II~ I Cevelum, wat bet. lb Chaam, of Chaem. Dorp Older Breda ib Chamavi, of Chamaven, 252 \\ ... t volk h.:t wa ••
bi. Chambre de Mie Parti !15S Campignei, (Fredrik Perenot) Heer van Granvelle 257 Champanje, (Johan Baptist van) • 261 (Philips van) ib Champrons, behoorde tot ib de verbondene Edelen ib Chanut, (Petrus) ib Chapuzaeu, (~amuel) ib Charlois; een Oorp. Charlotta van Bourbon; zie Bourbon (Charlotta) Charnace, (Hercules, Baron van) • 26~ Cl.attam. (Slag op J zt'iS Cherucen , wat volk het was !168 Chl'ster, (Eduard) ib Childebert; zie Franken. Chimelufara. wat daar door verlla~n wordt • s69 Chimelum , of Hemelum, Dorp in Friesland. 1170 Christiaan, Koning van Zweden. • ib Chrisliaan vlin Brunswijk. ~7 4Chri~tilla. Koningin van Zweden. • ~7S ChrHlolfel ,Gr:lafl':m Meurs 277 - - Bernard van Galen 278 Cillcrshoek, et:n Dorp. 281 Cimberen • wat volk dit was ib Cimberfche Vloed. !l84 Ciraria Frifla, wat bet. 285 Citters. voornaam geOacht 287 - - - (Arnout van) ib Civilis, (ClaudiuÇ Batavier.2S8 Clarus Campus. Abdij 296 Claas Cornclis. Vice-Adm. 298 Claarbout. (loost) ib Clant, ( Adriaan) van Stedum ib (Egbert) !!99 Ka.ltelein 300
Cie·
DEI.
H 0 0 F D Z A A KEN. bI.
bI. Clemens WiIlébr ord, Aam· bisrchop van Utrecht. • (Irak) Clement Morrensz. (Amhon y) Cleophe kerk; zie K. Clercq, (Marinus de) (Jean Ie)
300
313 ib 314
315 ib
Clercq, ePieter Ie) • Cleverskerke. Clir. 't Roode) Clodius Comatus. Cloon, (Dirk van) Cloppen burg, (J. T.) • Clusfius , CC) Cluveri us, lPh.)
TIENDE hl. 327 Cobel, (Mr. Francois) Cocceju s, (Johann es) enz. 3~9 :;61 (Johan Henrik) Cock, (Robber t de) van 362 • Nerijnen. Codde. (J. H. en G. van ib • • der) 369 • Coebe\, ( .... ) 370 Coeberg er; (WenCelaus) Coehoo rn, (Gefl~cht van) ib - - (Menno van) 384 Coen, (Jan PieterCa) Coende rs, Slot bij GIO· 411 • ningen. van Helpen, (Ber. ib nard van) ib ( ... ) ib Coets. (Herman us) 41!l Coetus, wat bet. Coeverd en. Stad en Slot. 414 43' Coigne t. (Gilles) 432 . Colt, (J.) ib Colligni , (Caspar de) 445 (Louife de) Hi Collart. (Allthonij) Collen. (het Gcllacht van 4'1'3 • • van) 454 Colleniu s, (Herman us) Colhlm , Collumm erland; zie K . . Collummerzwaag; zie K.
3 17
318 3 19 3~O
3!lr 323 ib 3~4
DEE L. b~
Colmrc hate; zie Kolm. fch:ue 455 • Colonia Traiana 456 Coloniu s, (Pieter) enz. Collot d' Efcury , (Ge. 458 flacht vnn) 461 Colvius , (Andreas) ib ----- (Nicolaas) Colyn; (Klaas) zie Ko· • lijn. Amfierd amschG e. • • ib /lacht. Colijn, Brabandsch Ge. 465 Ilacht. 464• - - (David) ib Comme lin. (Ifaäk ib (Jacob) ib (Casparus) ib l]ohann es) Commin es, (Philippus de) 46 5 468 Commitlimus, wat bet. Compaan , (Klaas Ger48 [ • • rhsz. Coningsvelt, (Abdij van) 499 506 Conplit tica, (Nicolaas) Conrad is, Bisfchop van 507 • Utrecht. Conradus Vorlliu s; zie Vor{lius. (C.) ib Contra-Remonllranten Conven tus. wat bet. 513
Q'l
~
Coo~.
llEGIST~lt
bI. Coog. Dort'. 5 13 (De) Dorp 5 14 Coo!baas, (C~sparus) 5 15 _ (Wilhelmus) 5 18 C001S, (JohanIlts) 5 20 _ . (Adrianus) • ib Cooren dijk, Eiland; zie Koer :Ildijk. • ib Coorenw inder. (David) ib Coornh lllt. (Dhk Vol. kerrs) • 5~8 Copkr, (Andries) ib Coqt:el. (L\lHoni de) 529 Coquev illc, (Heer van) ib Corano . (Allwnio) 530 Corbaro n, ( •.. ) 531 Cotbulo , (C. D,) 531 Corbulonis Munimemum. 533 Conovallium. . 53 'i Cornehi (A) ib ~ (Adrianlls) ib (Poppills) ib Cornelis Adriaallsz. van Drugge. ib (Willem) 2 54 _ Dirkszoon • ib _ l\1ijllnmz zie Mij. nem (C.) _ Wiggertz; zie Wig. gcnz,(C .) • • _ _ de Wilh ; zie With
(C. cl,» _ (Iacob) ib Corllpu r. (Gellac htlbt van va1J den) • 543 COrIm'c rt; zie Kornwert C(lrulie . (La) 552 Correna ar, (I~. \\1) Lui knant.Admiraal ib Coneho ef; zie I'orrehoer. Condw mrne; zie Korre· homme. Corrl.:llb~ch • (Juhan van) 554 Correzw nag; zie Korte· zwang.
hl.
Cortegeen. (Jacvb) S$"\ - - voortijds Stad In Zeel:ll1d; ziet Kortgeene Cuttrijk ; zie Kortrijk. Korver , Amlh:ldamsch Ge· nacht • 5SS Coster (Laurens Jansz.) zie Koster. (L.}) - - ([\1. J.) 558 - - (Samuel) ib Costcrus. (Mr. Bernard) 559 - - (Pranco is. • ib - - (Johann es) 560 (F. en J.) . ib Corelau • 'C Maximiliaall van) ib C~terrol, of Cltettol . ib Cothen; zie Kothen Couhov en. • 563 Coulfle r; (Huis te) zie Keul11er. • Court, (Jftcob de la) Coxil!. (Michie l) 561 Coijmnns, Gellacbt in Am· fil!ldam. • ib Crabeth , (Adriaan) ib (Dirk en Wouter) tb (Wouter ) • Craneve ld, (Franciscus) ib <.. raijcll(!cin; zie Kraaijen. 11, ilJ, • Craykenborg; zie Kraay. kCllbor!!. Cr, h~m, (L.) l'b Crel11pene 568 ,Crevècrellr, Schans . ib Crewerth ; zie Krewcnh C rocIJs. ! Cornelius) 569 ('roe~bel'k, (C.) ib Cr,wfe. (Gerard ) ib Croelin k; \jacob) zie Krodir,k. CruIJain. 570 CruiC\!lIe (dr) ib Crofx',
S):tl\
HOOFDZAAKEN.
bi. Croix, (Ia) • 5iO Cromhoul, (Adriaan Rei. nierze) • ib Crommenie en Crommeniedijk; zie K • Cromllrom; zie Bergen op den Zoom. Crom!lrycn; zie K. Cronenburg; zie K. • - - (Geflacht van) ib Cronell!lein (Huis te) zie K.' Crooliwijk; (Huis te) zie K. Crooy. (Huis te) 571 - - (Gellacht van) ib Cruinit;gen; zie K. Cruptorlcis Villa. ib Cruys (St.) • 573 Cllchlinus, (Johanneli) ib Cudelfteert; zie K. Cuil; zie K.
bL Cilinder; zie K. Cuilemburg; zie K. CUIla!US, (Petrus) 574 Cunera, H. Maage. 578 CUllera Petri 578 Cup, (Willem) • 580 Cuper, of Kuiper (Gijsbert) ib Cupus, (Petrus) 5S[ Curacao, Eiland. 590 Cure. Curi, of Curei. 594Cunis; zie Grol. Cufer, (Willem) • 59~ Cuyk, Dorp; zie Kuik. Landfchapje; zie Kuik zie van dezen op Kuik. Cuza, (Nicolaas de) ib Cyll • verbondene Edele. 596 Cys, (Maria) ib eys, (Huis te) 597
BERICHT
VOOR
DEN
BINDER,
De PLAATEN te plaatzen in 't X. Plaat
I.
H. _
IIJ.
_IV.
DUL.
tegen over Bladz. 432.
5°4· 550.
Sa,.